5 minute read
Voorwoord pagina
Show me the money!
In de afgelopen decennia heb ik regelmatig delen van mijn privéleven met jullie gedeeld. Zo weten jullie dat ik 2 volwassen kinderen heb, een vriend, woon in Soest, een Ajacied in hart en nieren ben, verslaafd aan goede koffie, mijn whiskey vooral heel peated moet zijn en gedurende de corona-tijd heb gewerkt in de Borek Outlet om redenen die voorstelbaar zijn. Overigens, niet onverdienstelijk gezien de reviews. Mag wel eens gezegd worden: consumenten zijn lastig (soms strontvervelend), maar ook vaak dankbaar. Mits hen de basale informatie wordt verstrekt die tot een aankoop leidt. Ongevraagd reviews plaatsen waar ik blosjes van verlegenheid van krijg op de wangen: ik heb ontzettend veel geleerd in die outlet en ben tot op de dag van vandaag dankbaar voor de kans om de corona-misère te overbruggen. Verder is mijn privéleven te volgen via verschillende sociale media kanalen. Niets spannends, dus. Mijn financiële huishouding houd ik, net als jullie, privé. Ik bankier bij de Rabobank en doe dat eerlijk gezegd liever niet. Er is tussen het instituut Bank en mij een haat/haat verhouding ontstaan. Ik ben allergisch geworden voor eenzijdige communicatie en als een bank ergens in uitblinkt… Deze relatie-in-onbalans valt voor mij te vergelijken met een slechte relatie met een ouder familielid, een broer of een zus, dat meent de senioriteit zwaarder te moeten laten wegen en zichzelf voorhoudt dat te doen uit bescherming. Terwijl jij nog prima wilsbekwaam bent, zeg maar. Die bankrelatie, dus: één van de noodzakelijke dingen in het leven. Ik kan niet met ze, maar ook niet zonder ze. En zo heb ik in mijn leven één relatie-onder-protest. Tegenstribbelen heeft geen zin. Hoe zit dat met jullie? Waar bankieren jullie tegenwoordig? Niet alleen bij de reguliere banken, hoor ik, aangezien leveranciers verzuchten dat zij steeds vaker als bankier fungeren. Met achteraf misplaatst optimisme teveel ingekochte containers, opgelopen voorraden met name in het lager - en laag/middensegment, onvoldoende geprofiteerd van twee geweldige corona jaren (in economische zin, welteverstaan) ondanks de miljoenen corona steun in deze branche. Daar komt een matig, zelfs slecht seizoen 2022 bovenop, met het onzalige vooruitzicht van een naar verwachting nog slechter seizoen 2023. Dan is het voorstelbaar dat je ‘m begint te knijpen. Als zelfs de muizen met moeite hun weg vinden in bomvolle magazijnen, wordt het moeilijk om met vertrouwen naar de horizon te kijken. Dan heb je financiële én mentale hulp nodig, al is het maar in de vorm van bijstand en begrip. En ja, dan is de blik niet alleen gericht op de bank maar ook op de leverancier. Tel daarbij de crises en het weggezakt consumentenvertrouwen op en een doemscenario dient zich aan. Leveranciers klagen erover. De retail klaagt erover. Allemaal voorstelbaar. Toch stel ik mij al een tijdje een paar vragen. Eentje daarvan is: “Waarom houden jullie elkaar zo in deze wurggreep in stand?” Moet de één niet zeggen: “Nee, ik richt deze inkoopronde anders in. Even consolideren en misschien wat krenten uit de pap pikken. Blijft de winkelvloer toch enigszins up to date.” En moet de ander de één niet beschermen: “Nee, vul nou even die orderlijst niet helemaal in en laten we stap voor stap het seizoen invullen. Stribbel niet tegen: ik bescherm jou, maar ik bescherm daarmee ook mijzelf. Ga ik in plaats van 50 containers 35 containers bestellen”. Ik noem maar wat. Money makes the world go round en is in zo’n situatie het zalige gif dat je als zelfbewuste ondernemer soms liever wilt vermijden. Met de bijna-wetenschap dat seizoen 2023 nu al als verloren wordt beschouwd, is er een andere vraag die zich bij mij aandient: “Tekenen zich momenteel niet de contouren af van de toekomst? Dat the fittest the survival altijd wint, oké. Maar wat nou wanneer afhankelijkheid de overhand krijgt en de overgebleven leveranciers uit arremoede de markt gaan dicteren? Gewoon doen wat alle banken doen: jezelf onmisbaar maken. Het profiel bepalen van de retail. En ook dit zou ik nog begrijpen, denk ik. Het ondernemerschap is mij niet helemaal vreemd: sinds kort ben ik volledig eigenaar van de uitgeverij die dit vakblad uitgeeft. Nat achter de oren, maar beslist geen groentje waag ik mij aan al deze vragen, omdat ik jullie hoor en het denken in oplossingen in plaats van het blijven hangen in problemen één van de belangrijkste lessen vind. Maar dan moeten de oplossingen wel reëel zijn en blijvend. Opwaarts en geen downgrade van een hele bedrijfskolom. Iemand zei tegen mij: “Om de situatie te redden moet in februari/maart 2023 de oorlog beslecht zijn, de boeren gecompenseerd, de zon schijnen, de lente vroeg inzetten, de inflatie meevallen, de immigratie een halt zijn toegeroepen en het consumentenvertrouwen terugkeren.” De wens is de vader van de gedachte, maar daarmee haal je de angel er nog niet uit. Het verzacht de gedeelde pijn en schuift het probleem op tot de volgende crisis. Hoe lang kan er nog gedanst worden in het oog van de orkaan? De postpandemische spendeerdrift valt vies tegen. Met de Provinciale Statenverkiezingen in maart 2023 kan het wel eens een heel hete lente worden, maar dan zonder hulp van de koperen ploert. Ga er maar vanuit dat de crises voorlopig aanhouden en zelfs gelaagder worden. Ik hoor jullie terwijl ik dit schrijf al grinniken, want inderdaad: de één zijn dood is de ander zijn brood. Het verdwijnen van een concurrent - retailer of leverancier - helpt jou weer iets vooruit. En dan? De weg naar die stip aan de horizon is lang en het pad er naartoe meandert door een onheilspellend landschap vol valkuilen en uitdagingen. Met vals optimisme op de loer wordt het maken van dezelfde inschattingsfouten misschien eerder regel dan uitzondering. Misschien vinden jullie mij na vandaag nog minder aardig dan normaal, nu ik de achilleshiel bloot leg van de branche. Maar hé… iemand moet dat doen: de boeman zijn. En hiermee geef ik nog een stukje van mijn privéleven prijs: ik kan rete-eigenwijs zijn. In dit geval met reden: ik heb een zwak voor de tuinmeubelbranche. Fijne feestdagen.
Advertisement