4 minute read

Igor Geubbelmans waakt over het Zilvermeer

Next Article
Reisreportage

Reisreportage

IGOR GEUBBELMANS

WAAKT OVER DE TOEKOMST VAN HET ZILVERMEER

Advertisement

MOL – De uitdaging om directeur te worden van ’s lands meest bekende binnenmeer prikkelde Igor Geubbelmans (41) zo erg dat hij zijn job als afdelingshoofd Vrije Tijd in Balen aan de wilgen hing. En ook zijn job als zelfstandig consulent en coach gaat voorlopig op het waakvlammetje. Samen met zijn ‘ambassadeurs van het Zilvermeer’ een succesverhaal realiseren.

Welke opleiding heb jij genoten om het tot deze job te schoppen? Igor Geubbelmans: “Nu ga je lachen! Ik ben eigenlijk licentiaat Musicologie.”

Daar heb ik nu nog nooit van gehoord, maar dat ligt helemaal aan mij! “Ik had in het St.-Jan Berchmanscollege van Mol Grieks-Wetenschappen gestudeerd. Op het einde wist ik helemaal niet in welke richting ik zou verder studeren. Wetenschappen zag ik al helemaal niet zitten. Dus ik kon kiezen voor Germaanse of Romaanse. Tot ik in de bibliotheek van de school folders aan het doorbladeren was en ik stuitte op musicoloog. Mijn besluit stond meteen vast. Wat ik er later mee kon doen was het minste van mijn zorgen.”

Dirigent van een groot orkest? “Absoluut niet. Aan de Faculteit der Letteren aan het KU Leuven studeerde ik muziekgeschiedenis, muziekanalyse en muziektheorie. Het is dus geen opleiding tot muzikant of componist. Al was ik al wel praktiserend muzikant bij de Harmonie van Rauw. Daarna heb ik ook nog cultuurmanagement gestudeerd. Zo ben ik in 2004 beginnen werken voor de gemeente Balen als cultuurbeleidscoördinator. Later werd ik er afdelingshoofd Vrije Tijd. Samen met mijn collega’s hebben we van het Vrijetijdscentrum Kruierie toch best een succesverhaal gemaakt.”

Jij was ondertussen ook zelfstandig consultant en coach. Wat doet zo iemand precies? “Ik noemde mezelf altijd de passiebegeleider. Als coach moet je analyseren en advies formuleren. Maar passie durft soms te botsen, dan moest ik de ‘olifant’ in de porseleinwinkel zoeken, benoemen en dan aan de slag gaan. Dat deed ik voor zowel overheden als bedrijven.”

Hoe ben je dan in deze job terechtgekomen? “Toen ik halfweg vorig jaar de vacature zag, begon het serieus te kriebelen. Dit vond ik een kans die ik niet mocht en wilde laten liggen. Want het was een eenmalige mogelijkheid. Ik doorliep de hele selectieprocedure. Toen ik hoorde dat ik de job had, was ik er niet goed van.”

Het Zilvermeer ligt dan ook praktisch in je achtertuin, Je bent hier gepokt en gemazeld. “Ja, het Zilvermeer lag in ‘onzen hof’. Met de Chiro kwamen we hier ravotten, ginds achteraan op het domein, met vlotten en in de

“HET ZILVERMEER LAG IN ‘ONZEN HOF’. MET DE CHIRO KWAMEN WE HIER AL RAVOTTEN, MET VLOTTEN EN IN DE MODDER. ZALIG!”

modder. Zalig! En met de harmonie hebben we hier vaak opgetreden. We hebben hier nog gespeeld bij de opening van het vernieuwde marktplein aan de zeilvijver. En met ons bandje hebben we ooit nog in het voorprogramma van Pennenzakkenrock gestaan. Jongens toch!”

Hoe reageert de lokale gemeenschap, waarbinnen jij toch al langer actief bent, op je nieuwe job? “Ik hoor, lees en krijg veel plezante, opbeurende commentaren. Soms bloos ik, want ik deed en doe alles gewoon om het zo goed mogelijk te doen. Maar dat stimuleert me zeker om er hier met nog meer goesting tegenaan te gaan.”

Het is vroeg dag, maar jij hebt ongetwijfeld op korte en langere termijn al de nodige streefdoelen? “Ik werk nu al bijzonder goed samen met Ineke Holtzer, die een paar maanden waarnemend directeur was. Dat klikt meteen, zij is mijn rechterhand. En ik heb ook een hoge pet op van alle mensen die hier werken, die dragen het domein in hun hart. Dat worden mijn allerbeste ambassadeurs. Ik vergeet nooit dat ik in Leuven moest vertellen waar ik vandaan kwam. Toen ze Mol hoorden was de enige en unanieme reactie: het Zilvermeer! Dit jaar nog wil ik aan de slag met de daginkom, ik wil werken aan de campingwinkel en aan de infrastructuur voor de redders. Op langere termijn wil ik werk maken van het potentieel die dit domein en deze regio heeft. Het moet een plek worden voor iedereen, van de supersportievelingen tot mensen met een looprek, voor de zwemmers en de eters. We moeten ook samenwerkingsverbanden aangaan over de grenzen heen. Ik voel echt een geweldige drive om hier met de hele ploeg aan de slag te gaan. Onze medewerkers staan te popelen om elke dag goed werk te leveren. Ik voel dat ze begaan zijn met ‘hun’ domein. Dat ze daar zorg voor willen dragen en er fier op zijn. In zo’n verhaal wil ik de kar wel trekken.”

Maar ondertussen zitten we nog altijd opgezadeld met dat vermaledijde virus… “Ik weet het, dat wordt voor dit seizoen gokken, vrees ik. Ik zal zelf al blij zijn als na de zomer alles genormaliseerd is. En anders kan het alleen maar meevallen. Maar hoe dan ook, we vliegen er met zijn allen met volle goesting in.”

Tekst en foto: Jef Aerts

This article is from: