7 minute read
CAO-akkoord metalektro
30 juli 2021 • # 15 • www.vraagenaanbod.nl
ECONOMIE Na maandenlange stakingen metalektro eindelijk resultaat Cao-akkoord metalektro
ZOETERMEER • Na maandenlang actie voeren in de metalektro is er een cao-onderhandelingsresultaat bereikt tussen de vakbonden en werkgeversorganisatie FME.
De 160.000 werknemers verspreid over ruim 1.000 bedrijven krijgen een nieuwe cao, mits de bondsleden voor het onderhandelaarsresultaat stemmen. Albert Kuiper, bestuurder FNV Metaal: ‘De lonen stijgen met 5,3 procent.’
In de metaalsector is nauwelijks sprake geweest van het aanvragen van NOW-steun. De meeste bedrijven hebben de gehele coronacrisis doorgedraaid met goede bedrijfsresultaten. Kuiper: ‘Ik ben blij dat werknemers daarvoor nu ook beloond worden. Er ligt nu een prima onderhandelaarsakkoord met daarin een loonstijging van 5,3 procent over twee jaar: 2,3 procent per 1 juli 2021 en plus drie procent per 1 februari 2022.’
Compensatie
Daarnaast krijgen werknemers die al op 1 december 2020 in dienst waren een eenmalige compensatie voor de gemiste loonsverhoging over de periode 1 december 2020 – 1 juli 2021 (2,3% over die zeven maanden). FNV wil ook dat een vast contract de norm wordt. Kuiper: ‘En daarom krijgen minimaal 2400 uitzendkrachten gedurende de looptijd van de cao een vast contract aangeboden.’ De vakbondsleden van FNV en CNV hebben het laatste woord. Zij kunnen voor of tegen stemmen tot de tweede week van september.
Zwaar werk-regeling
Naast een loonsverhoging en perspectief op een vaste baan voor 2400 uitzendkrachten zijn er ook afspraken gemaakt over de uitwerking van het pensioenakkoord. Arthur Bot, onderhandelaar CNV Vakmensen: ‘Er komt in de metalektro een regeling voor zware beroepen. Werknemers kunnen ervoor kiezen om eerder te stoppen met werken, tot drie jaar voor hun AOW-leeftijd. De regeling gaat op 1 januari 2022 in en geldt tot 1 januari 2026. Werknemers die hiervan gebruik willen maken, moeten dit een half jaar van tevoren aangeven.’
Het principeakkoord wordt ondertekend door Theo Henrar (FME),
Albert Kuiper (FNV) en Maurice Rojer (FME). (Foto: FME)
Jeugdlonen afgeschaft
Ook deze sector kampt met vergrijzing en met een kleine aanwas van vers bloed. Kuiper: ‘Jongeren kiezen niet voor een baan in de techniek. Deze sector, de ruggengraat van onze economie, moet aantrekkelijk blijven voor jongeren. Blij zijn we dan ook met de afscha ng van de jeugdlonen op 1 januari 2022. Jongere werknemers krijgen straks meteen een volwassen loon en gaan er daarmee fl ink op vooruit. Verder komt in de cao te staan dat vrouwen en mannen in dezelfde functie, met dezelfde opleiding, ook gelijk moeten worden beloond.’
Werkdruk terugbrengen
Bot: ‘Ook hier is werkdruk een belangrijk issue. Een gezamenlijke werkgroep gaat daarom onderzoek doen naar het ontstaan en voorkomen van verlofstuwmeren en de mogelijkheden van een weekrooster van vier keer negen uur. Ook komt er meer aandacht voor de vraag hoe belastende roosters voorkomen kunnen worden. De verplichting tot overwerk wordt ook beperkt. Mensen mogen dan maximaal tien uur per vier weken overwerken. Zo kan iedereen ook gezonder oud worden in zijn baan.’
Patstelling doorbroken
De vakbonden zijn tevreden dat de maandenlange patstelling eindelijk is doorbroken. Bot: ‘We zijn blij dat er een einde kan komen aan een confl ict dat wat ons betreft onnodig was en veel te lang heeft geduurd.’ De cao in de metalektro, een van de grootste van het land, verliep op 1 december 2020. De onderhandelingen liepen toen stuk op een ondermaats eindbod van de werkgevers. Al sinds eind januari voeren duizenden werknemers voortdurend actie met talrijke ‘staakstraten’ door het hele land. Eerder deze maand was er nog een grote landelijke staking waar zo’n 4.500 werknemers aan meededen.
160.000 medewerkers
De cao metalektro geldt voor ruim 1.000 grote en kleine bedrijven, met in totaal 160.000 werknemers. Bekende namen zijn Scania, Fokker, IHC, Damen, VDL Nedcar, ASML, Stork, Thyssen-Krupp, DAF en Siemens.
HIJSSEN EN HEFFEN Samenwerking EKH en LEEA maakt hijsen nog veiliger
NIEUWEGEIN • EKH (Erkende Keurbedrijven Hijs- & Hefmiddelen) en LEEA (Lifting Equipment Engineers Association) gaan nauwer samenwerken. Veilig hijsen is daarbij het centrale uitgangspunt. Beide organisaties hebben als doel om de veiligheids- en kwaliteitsstandaarden binnen de hijs- en hefi ndustrie naar het hoogst mogelijke niveau te brengen.
Door het uitwisselen van ervaringen, werkvoorschriften en expertise, kunnen de leden van EKH en LEEA nog beter ondersteund worden. En dit biedt de gebruikers (werkgevers en werknemers) van hijs- en hefmiddelen meer zekerheid dat ze met veilige middelen werken.
LEEA is een wereldwijde handelsvereniging die meer dan 1.200 leden in ruim 70 landen vertegenwoordigt. EKH is de overkoepelende vereniging voor erkende keurbedrijven voor hijs- en hefapparatuur, met 65 leden gevestigd in Nederland. Doordat de uitgangspunten van beide organisaties vergelijkbaar zijn, zal de samenwerking van hijsexperts maximale synergie opleveren om beider visie te realiseren en de industrie vooruit te helpen. Ross Moloney, CEO van LEEA: 'Deze stap is niet al-
leen gunstig voor onze leden, maar gaat ook over het samenstellen van een netwerk van partners die samen kunnen pleiten voor verbeterde veiligheidsstandaarden wereldwijd, wat een cruciaal aspect is van de internationale aanpak van LEEA.'
Maarten van der Velden, voorzitter van EKH: 'Met deze samenwerking kunnen wij onze leden nog beter ondersteunen, door ze exclusief toegang te geven tot het wereldwijde kennissysteem van LEEA op het gebied van richtlijnen, technische vragen, nieuws, relevante documenten en veiligheidswaarschuwingen. Samen streven we de hoogste standaard in de wereldwijde hijsindustrie na. En nog belangrijker, we maken hijsen voor de gebruiker veiliger.'
Samenwerking EKH en LEEA.
ECONOMIE
Uitstel en zelfs afstel verwachte faillissementsgolf
AMSTERDAM • Verlenging en uitbreiding van overheidsmaatregelen vertragen de voorspelde faillissementsgolf. Van de herstructureringsexperts die voor de derde Bijzonder Beheer Barometer van PwC (‘BB-Barometer’) zijn ondervraagd, verwacht 73 procent zelfs dat de omvang van het aantal faillissementen minder zal zijn dan eind 2020 werd aangenomen.
De overheidsmaatregelen lijken dus niet alleen voor uitstel van faillissementen te zorgen, maar ook voor afstel. Dit duidt erop dat de maatregelen eff ectief zijn geweest en ervoor hebben gezorgd dat de economie kon blijven draaien.
De BB-Barometer is een initiatief van PwC en de Universiteit Leiden en is gebaseerd op een survey onder een panel van experts, onder wie bijzonder beheerbankiers, insolventieadvocaten, herstructureringsadviseurs en investeerders. Van dit panel geeft 73 procent aan dat de huidige overheidsmaatregelen voldoende zijn. Afgelopen februari was dit slechts tien procent. Aanvullende steunmaatregelen vanuit de overheid vinden de experts niet noodzakelijk.
‘Het zwaartepunt van de coronacrisis lijkt voor veel ondernemingen voorbij’, zegt Edwin van Wijngaarden, partner en herstructureringsexpert bij PwC. ‘De verbeterde economische ontwikkelingen en het verruimen en het verlengen van de overheidsmaatregelen dragen hier uiteraard aan bij.’ dernemingen hun schuldenlast (sterk) zien toenemen. Volgens het expertpanel stellen veel van deze ondernemingen daarom investeringen op de (middel)lange termijn uit. ‘Hierin schuilt een gevaar’, waarschuwt In ‘t Groen, ‘omdat deze investeringen belangrijk zijn om de toekomstige verdiencapaciteit op niveau te houden, zodat ondernemingen de opgebouwde schulden in de toekomst kunnen terugbetalen.’
Verder adviseert het panel ondernemingen zich voor te bereiden op een nieuwe lockdown en de daarmee samenhangende problemen in bijvoorbeeld de supplychain. ‘Maar liefst 75 procent van de ondervraagden reageert positief op de stelling dat ondernemingen zich moeten voorbereiden op een nieuwe lockdown’, duidt Van Wijngaarden. ‘Dat is niet verrassend, ondanks het feit dat de vooruitzichten positiever lijken, zijn er immers nog veel onbekende factoren. Wat is de invloed van de nieuwe deltavariant en welke varianten wachten ons nog?’
Door de coronacrisis hebben veel ondernemingen hun schuldenlast (sterk) zien toenemen.
hoog (sector)niveau geven weliswaar een indicatie, maar het gemiddelde van een sector zegt zeker niet alles.’
Ondanks de positieve signalen zijn deze onbekende factoren voor Van Wijngaarden reden de overheid op te roepen om na te denken over een Plan B. ‘Denk nu al na over een vangnet voor bedrijven voor als het toch nodig blijkt. En ga door met de ontwikkeling van beleid voor de herstructurering van belastingschulden van levensvatbare bedrijven. Bedrijven die de opgebouwde belastingschuld niet kunnen terugbetalen, ondanks de verruiming van de terugbetalingstermijn naar vijf jaar. Ook is het belangrijk nu maatregelen te nemen waarmee we het inzicht kunnen verbeteren. Bijvoorbeeld door de Belastingdienst meer gedetailleerde informatie te laten opvragen bij ondernemingen die gebruik hebben gemaakt van de betalingsregeling. Vanzelfsprekend moeten ondernemingen die met onzekerheid worden geconfronteerd ook zelf tijdig en daadkrachtig optreden. Dat vereist soms moeilijke keuzes op deelgebieden als strategie, operatie, liquiditeit en fi nanciering. Maar ik hoop dat we geleerd hebben van de moeilijke afgelopen maanden en niet achterover gaan leunen.’