Get Connected #7 jan 2014

Page 1

Get Connected EEN UITGAVE VAN DE ECONOMIC BOARD UTRECHT

7

NR 7 | JAN 2014

Groen, gezond & slim

Groen: De circulaire economie komt eraan Slim: Amersfoort nu n贸g breder Dubbelinterview Jacqueline Cramer & Dennis Christmas

1


Inhoud 3 Voorwoord EBU-voorzitter Henk Broeders 4 Vrij geluid ‘Utrecht moet rood-witter worden’ André van der Zande (RIVM) 6 Groen De circulaire economie komt eraan

Wonen zonder Zorg(en)

10 Gezond Wonen zonder Zorg(en) 14 Slim Amersfoort nu nóg breder

André van der Zande (RIVM)

18 Innovation Day 2013 Bruisen in een tandpastafabriek 20 Estafette-interview ‘Geen liefdadigheid’ Anne en Marieke Heinsbroek, oprichters van SodaProducties

Innovation Day 2013

22 Dubbelinterview Dennis Christmas (Prinses Máxima Centrum) Jacqueline Cramer (Utrecht Sustainability Institute) 25 EBU Update ‘600 Bedrijven nodig’ Ton Logtenberg (HUB) 27 Agenda & Colofon

Jacqueline Cramer (USI)

2

Marieke Heinsbroek (SodaProducties) Cover: Innovation Day 2013


H

eeft u ook zo’n positieve start van het nieuwe jaar? Er zit een voorzichtige stijgende lijn in belangrijke economische indicatoren. Er is weer economisch optimisme. Dat zorgt ervoor dat vertrouwen en lef terugkeren. In die zin heb ik Innovation Day 2013 ervaren als het juiste evenement op het juiste tijdstip. Ik proefde optimisme, ondernemerschap en vertrouwen in de toekomst onder de 800 bezoekers, waarvan het overgrote deel ondernemers. De Prodentfabriek in Amersfoort vormde op 11 december het inspirerende decor voor Innovation Day 2013. Een verlaten fabriek op een in verval geraakt industriegebied werd een bruisende evenementenlocatie. In meer dan twintig workshops klonk de inspiratie door. Inspiratie die ons voedt om - net zoals de voormalige tandpastafabriek - te transformeren naar een ‘nieuwe economie’. Verschillende organisaties gaven tijdens Innovation Day een kijkje in hun keuken. En lieten ons zien hoe ze slim inspelen op de kansen die toenemende grondstoffenschaarste ons biedt, hoe ze innovaties ontwikkelen waarmee we langer in goede gezondheid kunnen leven of hoe we slimmer van de digitalisering kunnen profiteren. Voor dit jaar zie ik drie prioriteiten voor de EBU om verder te werken aan de nieuwe, groene, gezonde en slimme economie. Ten eerste: beter opleiden voor de toekomst. Nu al zien we in sectoren moeilijk vervulbare vacatures ontstaan, ondanks oplopende werkloosheid. Het is zaak om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter

VOORWOORD

Op weg naar een nieuwe tijd bij elkaar te brengen door cross-sectorale competenties en ondernemerschap te creëren. Daar profiteren zowel werkgevers als werknemers van. Ten tweede zijn er talloze kansen om ons innovatiepotentieel beter te benutten. We blijven als regio nog altijd achter met geld verdienen aan vernieuwende producten en diensten, ondanks onze excellente kennisbasis. En ten derde moeten we onszelf beter verkopen en aanprijzen. We zijn de meest competitieve regio van Europa. Dat kunnen we nationaal en internationaal veel meer in ons voordeel gebruiken. Bijvoorbeeld bij het aanboren van nieuwe markten en het aangaan van strategische partnerschappen. Wij zijn er als Economic Board Utrecht om ondernemers te verbinden, samenwerking te versterken en verandering te versnellen. Dankzij uw inspiratie en met hulp van vele partijen hebben we in 2013 elf initiatieven (met een potentiële economische impact voor de regio van 50 miljoen euro uitgelokte investeringen en 500 banen) ondersteund. Drie initiatieven vindt u uitgebreid terug in dit magazine, dat zelf ook in een nieuw jasje is gestoken. Voor mij is dit slechts het begin. Ik wens u veel leesplezier en een succesvol 2014 toe!

Henk Broeders, voorzitter Economic Board Utrecht

3


André van der Zande (RIVM)

‘Utrecht moet roodwitter worden’ Op 12 november 2013 was de aftrap van het kenniscentrum Healthy Urban Living. Nu is dat alleen nog een samenwerkingsverband van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), de Nederlandse organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek TNO, de Universiteit Utrecht en het toegepaste kennisinstituut Deltares, maar over een paar jaar komt er een fysiek centrum. André van der Zande, directeur-generaal van het RIVM en EBU-boardlid, ziet het als een belangrijke stap om van Utrecht een internationaal vermaarde kennisregio rond stedelijke gezondheid te maken.

‘D

4

e onderdelen van het Healthy Urban Living bestonden al, ook elders in de wereld, maar de samenhang van de onderdelen is uniek. Wat ook bijzonder is, is dat we het onderwerp stedelijke gezondheid op drie niveaus benaderen: dat van de burger, de wijk en de metropool. Nu gaat het nog om een virtueel centrum, het heeft zelfs geen rechtspersoonlijkheid. Maar er is commitment van de deelnemers om er een fysiek instituut op het Utrecht Science Park van te maken. Ik schat dat het over een jaar of vier à vijf zo ver is. In zo’n instituut voegen we onderzoek en educatie samen en creëren we een frontoffice waarmee je aan de wereld kunt laten zien wat je doet. Dat is niet voor het publiek bedoeld, maar voor samenwerkingspartners, klanten en promovendi. ‘Ik hoop en verwacht dat rond het kenniscentrum nieuwe bedrijvigheid ontstaat. Op het niveau van de burger kun je denken aan de productie van mobiele applicaties waarmee je in een stedelijk gebied een gezonde wandeling kunt plannen. Die geeft dan real time informatie over zaken

als geluidsoverlast, smog en fijnstof, zodat ook bijvoorbeeld COPD-patiënten probleemloos kunnen wandelen. Op wijkniveau gaat het om zaken als hittestress: hoe voorkom je dat er in warme zomers veel bejaarden overlijden? Dat brengt bedrijvigheid met zich mee, zoals het vergroenen van daken en de aanleg van extra waterpartijen. Op macroniveau denk ik dat het kenniscentrum grote adviesbureaus kan aantrekken, die samen met beroemde Nederlandse architecten bij grote nieuwe stedelijke ontwikkelingen betrokken zijn.

‘We missen een Mount Everest’ ‘Het is mooi dat Utrecht opnieuw als de regio met het beste vestigingsklimaat in Europa uit de bus is gekomen. Maar als je de resultaten van de EU Regional Competitiveness Index goed bestudeert, zie je dat we bij alle indicatoren tot de subtop behoren en nergens echt in uitblinken. We

zijn een soort hoogvlakte, wat we missen is een Mount Everest. De vraag is of dat goed blijft werken. Ik denk van niet. Ons profiel is niet scherp genoeg. Iedereen weet dat het profiel van Wageningen door de landbouw groen is en dat van Delft blauw, door het water. Wij moeten ons meer als rood-wit profileren: rood voor het stedelijke en wit voor het medische.’ Lachend: ‘Toevallig zijn dat ook de kleuren van de stad Utrecht, dus die heb ik alvast achter me… ‘Dat we ons op twee terreinen profileren, is geen probleem. Integendeel: juist op de grensvlakken gebeuren vaak spannende dingen. Een gezond stedelijk leefklimaat omvat allerlei componenten. Je hebt het dan over buurtwerk, nieuwe gebouwen, aanpassing van de omgeving; het hele stedelijke weefsel van wonen, leren en werken.’ Economische kansen ‘Of je profileren op stedelijke gezondheid grote economische kansen biedt? De verwachting is dat over niet al te lange tijd 80 procent van de wereldbevolking in een stedelijk gebied woont. Vroeger waren de steden gezonder dan het platteland, maar


VRIJ GELUID dat is al lang niet meer zo. De exportmogelijkheden zijn bij stedelijke gezondheid dus misschien nog wel groter dan die bij water. ‘Binnen de EBU woedt hier geen stammenstrijd over. Op een hoger abstractieniveau ziet men de keuze voor stedelijke gezondheid zitten. De andere boardleden vragen me wel: André, wat levert het op? Wat zijn de vervolgstappen en wat denk je dat daar uit komt? Ik kan daar natuurlijk niet meteen een helder beeld bij schetsen. Dit zijn langetermijnprocessen waarbij veel partijen betrokken zijn. ‘Wat ik goed vind van Wageningen en Delft, is hoe zij aansluiting hebben gevonden met individuele ondernemers. En dat ze showcases dicht bij huis hebben. Als er een Chinese minister naar Delft komt, nemen ze hem mee naar een waterkering in Zeeland. En in Wageningen krijgt hij een computergestuurde orchideeënkas te zien. Ik wil zo’n minister hier over een paar jaar graag een gezonde wijk laten zien, het liefst meteen ook met cijfers die bewijzen dat de longziektes en sterfte er zijn afgenomen. Maar door allerlei verhuisbewegingen en andere factoren die de gezondheid beïnvloeden, zal het moeilijk zijn om het effect van een gezonde wijk in harde cijfers aan te tonen, helemaal op de korte termijn. Toch hoop ik dat we over tien jaar op dit vlak een Mount Everest-score kunnen laten zien.’ <

5


GROEN/GEZOND/SLIM De circulaire economie komt er aan Van lineair naar circulair: zo ziet de economische toekomst van de provincie Utrecht eruit. In een circulaire economie zijn producten en grondstoffen niet vergankelijk, maar worden ze hergebruikt. Biologische stoffen vloeien weer de natuur in, technische spullen gaan terug naar de fabrikant. Gebruik vervangt eigendom. De circulaire economie vergt een culturele, psychologische, technische en economische omslag, maar biedt ook grote kansen.

6

Maatschappelijke betekenis

Economische impact

Verspilling, vervuiling, uitputting van energiebronnen en grondstoffen: hippiethema’s? Niet meer sinds de economische crisis van deze eeuw. ‘De crisis heeft bedrijven de ogen geopend,’ zegt Jan-Paul Kimmel, sustainability manager Industry, Energy & Mining bij Royal HaskoningDHV. ‘Sectoren die aan de grond zitten, beseffen dat je niet naar de oude economie terug kunt, omdat die deel van het probleem was.’ Neem de bouw- en vastgoedsector, die wordt geconfronteerd met leegstand, enorme afschrijvingen en faillissementen. Daar is het besef doorgebroken dat anno 2014 nieuwbouw en eenmalig gebruik niet meer de wegen zijn om te bewandelen. De tijdgeest is nu rijp voor de circulaire economie, een systeem gebaseerd op kringlopen. In een kringloop is een product niet vergankelijk, maar wordt het steeds opnieuw gebruikt, zo nodig in een andere vorm. Bij sloop of demontage gaan materialen die afbreekbaar zijn terug naar de natuur, de rest gaat weer naar de fabrikant. Een gebouw krijgt een nieuwe functie en andere gebruikers, of het wordt gedemonteerd en hergebruikt. Een circulaire economie springt anders met bezit om. Het product blijft van de fabrikant of deze neemt het na gebruik weer in. De gebruiker huurt of least het in de tussentijd. Economie en ecologie gaan in dit concept hand in hand. Afval bestaat niet meer. Het systeem werkt echter alleen als hier al bij het ontwerp van een product rekening mee wordt gehouden. Een smartphone bevat dan bijvoorbeeld geen zware metalen, is te demonteren, de onderdelen zijn zonder veel waardeverlies opnieuw te gebruiken en de restmaterialen goed te scheiden en om te smelten. Uiteraard vindt de (re)productie zo schoon mogelijk plaats. Voorwaarde is ook dat alle betrokken partijen (leveranciers van grondstoffen en onderdelen, fabrikanten, gebruikers) meedoen.

Bedrijven krijgen in de circulaire economie een nieuwe rol. Zij moeten nauw samenwerken met alle partijen in de keten. Omdat de prestatie van het product voortaan de waarde ervan bepaalt, is het van het grootste belang dat bedrijven een hoge kwaliteit leveren. Hoewel veel ketens een (inter)nationaal karakter hebben, kunnen ook regionaal stappen gezet worden. Zo kunnen overheden, maatschappelijke organisaties, bedrijven en consumenten circulair gaan inkopen. De gemeente Utrecht, de gemeente Amersfoort, de provincie Utrecht, het Universitair Medisch Centrum Utrecht, ASR en Royal HaskoningDHV hebben vorig jaar een belangrijke stap in die richting gezet. Hun voornemen is om in 2020 10 procent circulair in te kopen. Het gaat dan om diensten, producten en arbeid. Alleen al de drie overheden kopen jaarlijks voor ongeveer 1 miljard euro in, dus zo ontstaat meteen al een marktvraag van 100 miljoen euro. De Economic Board Utrecht faciliteert bij het tot stand komen van concrete inkoopcases, verbindt aanbieders en afnemers in een regionaal inspiratie- en kennisdelingsplatform en stimuleert de overgang van pilots naar een vanzelfsprekende praktijk van circulair inkopen. De circulaire economie biedt kansen aan tal van ondernemingen. Het gaat niet alleen om het veranderen van producten. Jan-Paul Kimmel: ‘Ik schat dat 80 procent van de bedrijvigheid op dit gebied op dit moment het bedenken van andere spelregels en businessmodellen betreft.’ Behalve duurzame fabrikanten, (de-)montagebedrijven, recyclers en schone transporteurs, zijn er organisaties nodig die zich met gedragsverandering bezighouden. Maar ook bedrijven die ketenmanagement uitvoeren, designers die mooie en slimme circulaire ontwerpen maken en financiële dienstverleners. Die laatsten moeten een antwoord zien te vinden op de vraag hoe je de kosten in een circulaire economie even-

FACTS & FIGURES De geschatte opbrengsten van een circulaire economie in Nederland bedragen 7,3 miljard euro in 2020. Daarvan komt iets meer dan 1 miljard euro uit een toename van de dienstensector. Er zijn circa 54.000 banen mee gemoeid. Bron: TNO (2013), Kansen voor de circulaire economie in Nederland.


wichtig over de keten verdeelt. Kimmel: ‘In het algemeen geldt dat waar oude bedrijven het laten liggen of niet snel genoeg omschakelen, kansen zullen ontstaan. Maar dit zijn wel vaak kansen op de wat langere termijn. Je doet dit niet voor het snelle gewin.’ In sectoren die met schaarser wordende grondstoffen kampen, zoals de elektronicabranche (edelmetalen) en de kledingbranche (katoen), loont omschakeling op korte termijn vaak wel al.

Agenda

28 jan

Circular Economy Lab 3: recycling van papier en karton

8 mrt

Get Inspired: circulair inkopen, van denken naar doen

8/10 mei

CE BOOST camp ’14 Circle Economy

Initiatieven De EBU ondersteunt op het gebied van Groen: • Het regionaal energieakkoord (verkenning mogelijkheden) • Nul op de Meter, Maarssen (ontwikkeling plan van aanpak) • De circulaire economie, met specifieke aandacht voor de gebouwde omgeving, reverse logistics, inkopen en circulaire economie voor dienstverleners Projectfase Circulaire economie

EBU

verbinden

verzilveren

versnellen

7


GROEN/GEZOND/SLIM Parels Afvalstromen verkleinen en scheiden, grondstoffen hergebruiken, upcyclen in plaats van recyclen: deze Parels benutten de kansen van de circulaire economie.

Treinbankpoef De Nederlandse Spoorwegen (NS) zetten hoog in op duurzaamheid. Afvalreductie, recyclen en upcyclen zijn daarbij sleutelwoorden. ‘Onze treinen krijgen na vijftien jaar een revisie/moderniseringsbeurt zodat ze nog eens die periode meegaan’, zegt Carola Wijdoogen, directeur Duurzaam Ondernemen bij de NS. ‘Het afval dat daarbij vrijkomt, wordt zoveel mogelijk hergebruikt. Van de bankbekleding worden bijvoorbeeld tassen en poefen gemaakt.’ Doel is om in 2017 80 procent van dit afval uit de werkplaats een nieuwe functie te geven. En als een trein het einde van zijn levensrit bereikt? ‘Dan worden de afvalstromen gescheiden en zoveel mogelijk als grondstof hergebruikt. Daar houden we bij de aankoop van onze treinen al rekening mee.’ www.ns.nl

Denkomslag

8

Een duurzame spijkerbroek leasen voor 5 euro per maand en die na een jaar houden of inruilen zodat hij kan worden hergebruikt. Het vergt een mentaliteitsverandering, erkent Bert van Son, oprichter en eigenaar van Mud Jeans en bedenker van Lease a Jeans. Veel mensen koesteren hun spijkerbroek immers als een tweede huid. ‘Maar we zijn verantwoordelijk voor onze eigen rommel. Er wordt jaarlijks 135 miljoen kleding verbrand, de fabricage van een spijkerbroek vergt 8.000 liter water.’ Het circulaire jeansconcept trok al de aandacht van internationale media, waaronder The Wall Street Journal. En een jaar na de lancering pronken er 2.000 mensen in een spijkerbroek van Mud Jeans. Binnenkort zal blijken hoeveel leasers de denkomslag van verbruik naar gebruik hebben gemaakt… www.mudjeans.eu


Bouwstoffenmijn ‘Bouwstoffenmijnen’: dat zijn de twee voormalige ziekenhuizen St. Elisabeth en Lichtenberg volgens Buro BOOT uit Veenendaal. Het organiserend ingenieursbureau begeleidt in opdracht van de gemeente Amersfoort het komende jaar de sloop van de gebouwen, waarbij voor alle materialen en onderdelen, van beton tot deurkruk, een nieuwe, hoogwaardige bestemming wordt gezocht. Liefst lokaal, want dat scheelt CO2-uitstoot. ‘Zo wordt hergebruik kostendekkend en daarmee economisch interessant’, aldus projectleider Harry Vlastuin. www.sloopelisabeth.nl www.slooplichtenberg.nl

CONTACT Lucas Simons is kwartiermaker Circulair inkopen voor de EBU. Irene ten Dam is domeinexpert Groene economie. Het EBU-project Circular Procurement probeert circulair inkopen te verankeren in het inkoopbeleid van overheden. Hierbij wordt samenwerking gezocht met bestaande initiatieven, zoals Circle Economy, De Groene Zaak, het Utrecht Sustainability Institute, MVO Nederland en, bovenal, het regionale bedrijfsleven. Ontwikkelt u als ondernemer al circulaire concepten? Heeft u relevante inkoop-, fiscale of juridische expertise en/of wilt u aansluiten bij het netwerk rond dit initiatief? Neem dan contact op met Irene ten Dam via irene.tendam@economicboardutrecht.nl, 06-33679256 of met Lucas Simons via lucas.simons@newforesight.com

‘Wat je inkoopt en de manier waarop je dat doet, kunnen belangrijke veranderingskrachten in de samenleving zijn. Twee vijfde van onze begroting bestaat uit de inkoop van diensten, spullen en van werken, zoals de aanleg van bruggen. Wij letten bij inkoop steeds meer op milieueffecten, de sociale gevolgen en de toegankelijkheid voor lokale ondernemers. Circulair inkopen gaat nog een stapje verder: je zorgt dat je met je inkoop zo min mogelijk rotzooi in de samenleving achterlaat. Dat betekent dat je allereerst stilstaat bij de vraag of je echt nieuwe goederen nodig hebt en vervolgens alleen spullen inkoopt die herbruikbaar zijn. Dit willen we met zoveel mogelijk gemeenten, bedrijven en instellingen doen. Dan heb je echt inkoopkracht.’ Mirjam de Rijk, wethouder van Financiën, Economische Zaken, Milieu en Openbare Ruimte in Utrecht en EBU-boardlid

9


GROEN/GEZOND/SLIM Wonen zonder zorgen Ouderen blijven langer thuis wonen, ook als zij zorg nodig hebben. Dat vergt een ander soort zorg en een ander soort huisvesting. Gemeenten en burgers zijn daar vanaf 2015 zelf verantwoordelijk voor. De nieuwe woon- en zorgmarkt biedt het bedrijfsleven grote uitdagingen en kansen. Hoe staat het ervoor met het levensloopbestendige wonen in de provincie Utrecht?

10

Maatschappelijke betekenis

Economische impact

Het aantal 65-plussers groeit snel: landelijk waren het er eind 2012 al 2,7 miljoen, in 2040 zijn dat er twee keer zo veel. De tendens is nu al dat ouderen minder vaak naar verzorgingshuizen gaan. Het kabinet zet erop in om die ontwikkeling te versterken. Lichte intramurale zorgvormen verdwijnen, ouderen moeten zich thuis door een grotere zelfredzaamheid, extra voorzieningen, woningaanpassingen en hulp van mantelzorgers zien te redden. Dit leidt tot een grote vraag naar passende huisvesting. In de provincie Utrecht bedraagt het tekort aan geschikte woningen nu al 4.000. Dat zal oplopen naar 50.000 in 2040. Wel zijn er grote regionale verschillen: in Nieuwegein en Houten zal relatief meer moeten gebeuren dan in de stad Utrecht. De gemeenten, die vanaf 2015 (deels) verantwoordelijk zijn voor de zorg aan thuiswonende ouderen, zullen samen met de doelgroep, zorgaanbieders en bedrijven in deze nieuwe behoefte moeten voorzien. De Economic Board Utrecht (EBU) en de Kamer van Koophandel Midden Nederland zijn een project begonnen om dit proces aan te jagen: Wonen zonder Zorg(en). Ook het midden- en kleinbedrijf, woningcorporaties, de gemeenten in de regio Utrecht, Aedes-Actiz, het Kenniscentrum WonenZorg en de Kamer van Koophandel Gooi-, Eem- en Flevoland doen mee. De ambitie is om in 2014 alle partijen per regio met elkaar in contact te hebben gebracht. Met Wonen zonder Zorg(en) kan Utrecht koploper worden op het gebied van gezond leven en diensteninnovatie.

Ondanks de crisis en bezuinigingen blijft ouderenzorg en -huisvesting door de snel toenemende vergrijzing een forse groeimarkt. De omvang van de nieuwe markt, die ontstaat door de decentralisatie van de ouderenzorg en het opheffen van de lichtere intramurale zorg, is alleen al voor de provincie Utrecht becijferd op maximaal 4 miljard euro (zie Facts & Figures). Deze veranderde markt kent een ander soort vraag – woningen aanpassen in plaats van tehuizen bouwen – en andere opdrachtgevers. Want in plaats van zorginstellingen en verzekeraars, schakelen gemeenten, woningcorporaties en burgers voortaan bedrijven in voor hun zorgbehoeften. De nieuwe vraag omvat globaal drie segmenten: - Bouwkundige aanpassingen (drempels weghalen, steunbeugels aanbrengen, kamers aanbouwen voor mantelzorgers, woningindeling veranderen) - Domotica oftewel huisautomatisering (zorgen dat gehandicapten vanuit hun stoel de gordijnen open en dicht kunnen doen) - Informatie- en communicatietechnologie (voor verbinding met hulpverleners, voor sociale contacten, om alarm te kunnen slaan en om boodschappen te bestellen). FACTS & FIGURES Markt van 4 miljard De aanleg van domotica in een woning vergt een investering van 8.000 tot 20.000 euro. Voor bouwkundige aanpassingen wordt uitgegaan van 10.000 tot 65.000 euro per woning. Bij 50.000 woningen betekent dit in de provincie Utrecht een totale investering van 396 miljoen tot 4 miljard euro. Bron: Estea/Investeringsagenda tot 2040 voor wonen en zorg in de provincie Utrecht, april 2013.

Film: Nieuwe Oude Dag www.youtube.com/watch?v=dGH3F72CFVc


Er is behoefte aan maatwerk en, vanwege de kosten, eenvoudige, modulaire oplossingen (zie Parels). Ouderen, gemeenten, woningcorporaties en bedrijven zullen de vraag samen met deskundigen nader moeten invullen. De Kamer van Koophandel stelt dat juist kleinere lokale installatie- en bouwbedrijven, die door de crisis zwaar getroffen zijn, kunnen profiteren. Dat geldt ook voor adviesbureaus en zorgondernemers. Voorwaarde is wel dat zij in staat zijn in te spelen op de veranderde behoeften en de nieuwe opdrachtgevers. Dat betekent onder meer: innovatief zijn, kunnen samenwerken (cocreatie) en een consumentgerichte aanpak.

Gesignaleerd • De Zorg/tech-incubator beoogt het ondernemerschap te bevorderen van jongeren die een bedrijf willen opzetten op het snijvlak van techniek en zorg. Dit is een initiatief van ROC Midden Nederland, het Antonius Ziekenhuis, de provincie Utrecht en de gemeente Nieuwegein. • Ouderen proberen zelf via zorgcoöperaties voorzieningen in stand te houden, (goedkope) nieuwe zorgdiensten op te zetten en een sterke partij te vormen ten opzichte van overheden en bedrijven. Een goed voorbeeld is de eind 2012 opgerichte coöperatie Austerlitz zorgt. • De Stichting Nieuwe Oude Dag, een initiatief van PGGM, UVIT, Espria en Twynstra Gudde, wil de noodzaak van toekomstbestendig wonen onder de aandacht brengen, er oplossingen voor vinden en partijen bij elkaar brengen. Dit alles in nauwe samenwerking met de EBU. Zie: www.nieuweoudedag.nl. Projectfase Wonen zonder Zorg(en)

Een zorgbestendige woonmarkt in de regio: wat zijn de kansen? Bijeenkomst in Nieuwegein.

EBU

verbinden

verzilveren

versnellen

11


GROEN/GEZOND/SLIM Parels Innovatief maatwerk en een consumentgerichte aanpak: deze drie Parels bieden slimme woonoplossingen die zorgbehoevenden zelfredzamer maken in hun eigen huis.

Plug-and-play Innovatieve eenvoud: zo zou je de MyCuby kunnen omschrijven, een bijzondere creatie van ontwerpbureau WeLLDesign uit Utrecht. Dit modulaire badkamersysteem – geproduceerd en op de markt gebracht door Timmerfabriek De Mors Rijssen – wordt op maat samengesteld, in een doos geleverd en kan in een halve dag in elkaar worden gezet door één installateur. ‘Dat scheelt al snel een paar duizend euro’, zegt Mathijs van Dijk, directeur van WeLLDesign. ‘De onderdelen kun je telkens opnieuw configureren als je levensomstandigheden veranderen. Dat maakt de badkamer ook heel geschikt voor aangepast wonen.’ Het is nog maar het begin: ‘Er zijn nog veel meer bouwproducten die zich lenen voor een individuele plug-and-play-aanpak in combinatie met serieproductie.’ http://welldesign.com

Fijngevoelig

12

Het Utrechtse bedrijf GreenPeak gooit internationaal hoge ogen met ZigBee, een fijngevoelige draadloze technologie waarmee via sensoren apparatuur, licht en verwarming op maat kunnen worden geregeld. ‘Het biedt grote toepassingsmogelijkheden op het gebied van veiligheidssystemen, energiebesparing en de thuiszorg voor ouderen’, vertelt Elly Schietse van GreenPeak. ‘Zo kan via een bewegingsdetector direct worden opgemerkt wanneer iemand gevallen is of niet op zijn of haar vaste tijdstip is opgestaan. Zelfs medische informatie, zoals bloeddruk en hartslag, is in principe op afstand te monitoren.’ www.greenpeak.com


Prefab voorbij Door je toekomstige woning lopen, ruimtes aanpassen en inrichten naar je eigen wensen en behoeften nog voordat er een steen is gelegd… Het kan in Nieuwegein bij het Wooniversum, waar potentiële kopers met behulp van virtual reality-technieken door hun droomwoning worden geleid. Luxe ten top voor de veeleisende woonconsument? Nee hoor, stelt officemanager Karin den Besten van

het experience center, een initiatief van bouwbedrijf VolkerWessels: ‘De markt is sinds de crisis veranderd: woningkopers willen meer inzicht, eigen inbreng en service. Met virtual reality kunnen zij veel beter dan via een bouwtekening beoordelen of en zo ja, hoe hun woning aangepast moet worden.’ www.wooniversum.nl

Agenda en activiteiten De EBU ondersteunt de volgende initiatieven op het gebied van Gezond leven: • Gemeentelijke regierol: bundeling van de lokale vraag (decentralisatie zorg) • Het European Center for Personalised Health and Selfmanagement (eUcePS) • Nieuwe Oude Dag • Wonen zonder Zorg(en) • Bestuurdersnetwerk Ziekenhuizen regio Utrecht • Healthy Urban Living (stedelijk gebied leefbaar maken) • Growing Games (toegepaste games voor zorg, veiligheid en onderwijs)

Binnen het project Wonen zonder Zorg(en) staan de volgende activiteiten gepland: * Begin februari 2014 vervolgbijeenkomst ondernemers Amersfoort * Eind februari 2014 informatiebijeenkomst gemeente Veenendaal Laat u informeren en inspireren!

‘Door de decentralisaties van het Rijk in combinatie met een toenemende vergrijzing, ontstaat een grote maatschappelijke opgave om mensen zo lang mogelijk veilig en prettig thuis te laten wonen, ondersteund met de benodigde zorg. Het bedrijfsleven, overheden en andere maatschappelijke partners moeten deze opgave samen verwezenlijken. De primaire rol van de EBU is het stimuleren en faciliteren van crossovers, om zo het maatschappelijke belang te verbinden met het economische nut. Het uiteindelijke doel is de zorg beter, goedkoper en toegankelijker te maken.’ Mirjam van ’t Veld, burgemeester Stichtse Vecht en EBU-boardlid.

CONTACT Bouwbedrijven, domotica-leveranciers, installatiebedrijven, ouderenbonden, wijkverenigingen, woningcorporaties, overheden: iedereen die wil meewerken aan de ontwikkeling van nieuwe perspectieven en business cases in het kader van Wonen zonder Zorg(en), kan contact opnemen met Doret Brandjes, 06-51532055 of doret.brandjes@economicboardutrecht.nl. Zij ondersteunt samen met Yolanda Gagliardi (zorg en medisch) en Freek van Muiswinkel (life sciences) de EBU op het domein Gezond leven: slimme, efficiënte en gepersonaliseerde zorg.

13


GROEN/GEZOND/SLIM AmersfoortBreed nu nóg breder Eenvoudig en goedkoop digitale diensten ontwikkelen, aanbieden, delen en verspreiden. Dat beoogde en verwezenlijkte het project AmersfoortBreed. Nu is de regio Utrecht aan de beurt. Burgers, instellingen én bedrijven profiteren.

14

Geschiedenis

Toekomst

Hoe breng je breedbanddiensten bij burgers, bedrijven en instellingen aan de man op zo’n wijze dat iedereen ermee overweg kan en er iets aan heeft? Dat was kort gezegd de gedachte achter AmersfoortBreed. De gemeente zag in breedband een bron van innovatie. En had het goed, want Amersfoort levert nu, na afloop van het project, ook al slimme diensten aan andere regio’s. Een van de eerste vruchten van AmersfoortBreed was de MediaHub (zie Parels op pagina 12) waarmee het digitale tv-kanaal De Glaset kon starten. Daarmee wist de kleine kern Hooglanderveen zijn eigen identiteit te behouden toen de wijk Vathorst oprukte. Meer dan 50 procent van de inwoners kijkt inmiddels dagelijks naar De Glaset. Ook specifieke doelgroepen worden bediend door AmersfoortBreed. Zo zet zorginstelling Amerpoort met behulp van de MediaHub een mediatheek op voor cliënten met een verstandelijke beperking. De content kan worden aangepast aan de zwaarte van de handicap. Mark Brenninkmeijer van Doelgroep.TV, dat meehielp deze diensten op te zetten, noemt eenvoud en toegankelijkheid de kracht van de MediaHub. Dat geldt ook voor de andere onderdelen van AmersfoortBreed. ‘Wat lastig en intelligent is, drukken we naar de achtergrond. Alles moet makkelijk bediend kunnen worden, ook door vrijwilligers.’ Mede daardoor kunnen gebruikers in een vroeg stadium bij de ontwikkeling van een dienst worden betrokken. Een andere kracht is dat de regie bij de deelnemende organisaties ligt. ‘Ik spreek altijd van het zandlopermodel’, zegt Brenninkmeijer. ‘Bovenin de zandloper komt de content binnen, onderin zitten de gebruikers. Daar tussenin vervullen de deelnemende organisaties de rol van regisseur.’

Tijdens Innovation Day 2013 lanceerden de Economic Board Utrecht en de gemeente Amersfoort het CoLab Diensteninnovatie, een werkplaats waar overheden, bedrijven en instellingen nieuwe diensten ontwikkelen en kennis delen. Maatschappelijke doelen (informatie ontsluiten, betere zorg) en zakelijke doelen (bedrijvigheid stimuleren) lopen hierbij naadloos in elkaar over. Er zijn raakvlakken met de andere EBU-speerpunten, zoals gezondheid/slimmere zorg. Mark Brenninkmeijer: ‘Met een zorghub kun je bijvoorbeeld informatie efficiënter en goedkoper bij cliënten brengen: via schermen in de hallen van verzorgingshuizen, websites, sociale media en eigen tv-kanalen.’ Samzo, een initiatief van de Eemlandse zorgorganisatie Beweging 3.0, is hiermee al bezig (zie Parels). De genoemde initiatieven hebben Amersfoort in de top van ‘slimme’ Nederlandse gemeenten gebracht. De MediaHub en het initiatief Erfgoed op de kaart (zie Parels) zijn al naar andere regio’s ‘geëxporteerd’. De regio Utrecht, met zijn hoogwaardige diensten en sterke creatieve sector, kan volgens de EBU als geheel van deze ontwikkeling profiteren. De bedoeling is om de aanpak van AmersfoortBreed op te schalen via het CoLab Diensteninnovatie. Dit gaat best practices op het gebied van de diensteninnovatie bundelen en zal relaties leggen met onderwijs- en onderzoeksinstellingen. Kern van de aanpak is steeds dat de partijen samen stapje voor stapje leren en innovatieve digitale diensten doorontwikkelen, met een grote rol voor de eindgebruikers en bedrijven, instellingen en overheden als zogenoemde launching customers. Dit verkleint de (investerings)risico’s en vergroot de acceptatie. FACTS & FIGURES Van de opschaling van het CoLab Diensteninnovatie naar de regio Utrecht wordt op middellange termijn het volgende verwacht: - enkele honderden nieuwe banen - 20 à 25 miljoen euro aan publieke en private vervolginvesteringen - ontwikkeling van nieuwe diensten die bijdragen aan de vergroening van de economie en aan een gezond leven. Gebaseerd op resultaten project AmersfoortBreed 2011/2012


Activiteiten De EBU ondersteunt de volgende initiatieven op het gebied van Slim: • Lancering van het CoLab en verschillende dienstenprogramma’s in vier à vijf grotere plaatsen in de regio • Start van het proces om Utrecht te positioneren als Europese demonstrator region voor dienstenontwikkeling • Growing Games (toegepaste games voor zorg en onderwijs) • Smart Mobility-data • Anders op Weg (innovatieve diensten om files te verminderen) • Kredietunie (nieuwe kredietfaciliteit voor het mkb)

Projectfase CoLab Diensteninnovatie Mark Brenninkmeijer van Doelgroep.TV

EBU

verbinden

verzilveren

versnellen

15


GROEN/GEZOND/SLIM Parels Slimme digitale diensten via de kabel voor iedereen: dat was de missie van AmersfoortBreed. Deze drie parels namen het voortouw. Volgende stap: uitbreiding naar de regio Utrecht en andere gemeenten.

Slim en simpel Terwijl elektronicagiganten nog volop sleutelen aan een goede smart TV en redacties worstelen met hun multimediastrategieën, lanceerde het jonge bedrijf Doelgroep.TV een eenvoudig lokaal medianetwerk waarmee zo’n beetje alles kan. ‘Geen technisch gedoe of beperkingen: supersimpel’, vat bedenker Tim Hanssen de MediaHub Amersfoort samen. Bedrijven, scholen, de gemeente, erfgoedinstellingen en burgers kunnen er foto’s, video’s, nieuws en artikelen in uploaden. Die verspreiden ze vervolgens via hun media naar keuze (websites, televisie, sociale media, schermen, mobiele en TV-apps). ‘De deelfunctie is uniek. De aanbieder filtert de aangeboden content zodat je nog wel de bomen door het bos ziet.’ De dienst is in Amersfoort zo’n succes dat een opschaling naar Utrecht – MediaHub Utrecht – al op stapel staat. www.doelgroep.tv/page/dgtv/7/mediahub/

Samen zorgen

16

De participatiesamenleving komt dichterbij met het interactieve internetplatform Samzo (‘samen zorgen’). Met deze cocreatie van diensteninnovator Ideate, applicatiebouwer Enrise en zorgorganisatie Beweging 3.0 kunnen cliënten, mantelzorgers en professionele zorgverleners online met elkaar overleggen en afspraken maken. ‘De zorgverlener neemt niet langer de regie over, maar biedt meer ondersteuning aan de cliënt en diens informele zorgnetwerk’, schetst Esther Marskamp van Beweging 3.0 de veranderingen in de thuiszorg. Een digitale dienst als Samzo faciliteert en versnelt die omschakeling. De toekomst? ‘Een uitbreiding naar andere gemeenten en zorgaanbieders en een koppeling met bijvoorbeeld vrijwilligersbanken en zorgverzekeraars: de mogelijkheden zijn talrijk.’ www.beweging3.nl/samzo


‘Het is mijn persoonlijke missie om bedrijven in het CoLab bij elkaar te brengen om crossovers te realiseren. Nog niet veel bedrijven kennen dit initiatief, maar in 2014 brengt de Economic Board Utrecht dit in de gehele regio Utrecht onder de aandacht. Samenwerking in het CoLab leidt tot inspiratie en daardoor tot innovatie en economische ontwikkeling.’ Pascale Broks, adviseur directie Xcellent ICT Groep en EBU-boardlid

Erfgoed voor iedereen Voor archieven en andere erfgoedinstellingen is het digitale tijdperk een godsgeschenk: al die kwetsbare historische stukken kunnen online gemakkelijk, veilig en in de juiste context voor een breed publiek ontsloten worden. Archief Eemland nam het initiatief voor Amersfoort op de kaart, inmiddels opgeschaald naar Erfgoed op de kaart. Op een digitale kaart voor web

of smartphone zijn verschillende locaties gekoppeld aan een schat van interactieve cultuurhistorische informatie. En via de applicatie ErfgoedTV bladert de historisch geïnteresseerde televisiekijker thuis op zijn gemak door de 45.000 foto’s uit de fotocollectie van het archief. www.erfgoedopdekaart.nl

CONTACT Diensteninnovatie is 21e-eeuws ondernemerschap. De missie van het CoLab is om maatschappelijke uitdagingen om te zetten in kansen voor bedrijven. Overheden, bedrijven en maatschappelijke instellingen worden nadrukkelijk uitgenodigd om als launching customer te participeren. U kunt contact opnemen met Jouko Huismans, jouko.huismans@colabdiensteninnovatie.nl. Binnen de EBU is Jan Wester de deskundige op het domein Slim. Hij legt verbindingen (onder meer nieuwe partners, verbreding naar andere domeinen, publiek-privaat), laat versnellen (kan de EBU een zetje geven, is er exposure nodig?) en helpt verzilveren (opschaling naar (inter)nationaal, nader netwerken). Contact: jan.wester@economicboardutrecht.nl

‘We leven in een tijd waarin slimme oplossingen nodig zijn voor complexe problemen. Vroeger waren de ogen gericht op de politiek en bestuurders, nu kijken we hoopvol naar de kracht van de samenleving en van ondernemers. Terecht, want daar zit werkelijke creativiteit en innovatie. In het CoLab komen de krachten van het bedrijfsleven, instellingen en de overheden samen. De ervaringen van de afgelopen jaren binnen Amersfoort tonen aan dat dit werkt. Ik ga die overtuigende verhalen delen met partners in de regio.’ Lucas Bolsius, burgemeester Amersfoort en EBU-boardlid

17


Bruisen in een tandpastafabriek De voormalige Prodentfabriek in Amersfoort, een industrieel monument dat wordt omgevormd tot innovatieve microstad, verschafte onderdak aan Innovation Day 2013. De Economic Board Utrecht (EBU) en de gemeente Amersfoort verwelkomden hier ruim 800 ondernemers, vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, wetenschappers en andere belangstellenden. Thema’s: groen, gezond en slim.

‘E

18

en maand geleden was dit nog een desolate plek, nu is het een bruisende hotspot. Toen we hier destijds gingen kijken, was het bitter koud en zat er geen dak op het gebouw. Het is kenmerkend voor de regio dat we dit voor elkaar hebben gekregen.’ EBU-directeur Ton van Mil spreidde een mengeling van trots en verbazing ten toon bij de aftrap van Innovation Day 2013. In de fabriekshal dreunden nog niet zo lang geleden de machines. Met behoud van de industriële sfeer was nu een fraaie congresruimte gecreëerd. Spoot eerst de tandpasta uit de tubes, nu was het de creativiteit, zei dagvoorzitter Jim Stolze. De toekomstvisie van Wim van Rooijen en Jan Henk Bouman van Fountainheads prikkelde. In 2040 heeft de computer onze denksnelheid ingehaald en vijf jaar later zelfs die van alle wereldburgers tezamen. ‘Adapt or die’, is het nieuwe adagium. Van Rooijen zei thuis met een 3D-printer brilmonturen te willen printen die passen bij elke gelegenheid. Met een verwijzing naar het faillissement van het ooit zo innovatieve Kodak besloot Bouman: ‘Ga op zoek naar je great unknown. En pas op voor je Kodakmoment.’ Het zeer gemêleerde publiek hing aan de lippen van Daniel Ropers, de managing director van Bol.com, met 4 miljoen klanten inmiddels de grootste winkel van Nederland. Sinds 2011 zet Ropers zijn verkoopkanalen ook open voor concurrenten. ‘Dat doen we omdat we klanten het beste willen geven, ook als wij dat niet zelf kunnen doen.’ De komst van Amazon.com

naar Nederland deert hem niet. ‘Mensen stappen niet over als zij niks beters te bieden hebben. En mochten we niet langer de beste zijn: dan is het goed dat er iets beters komt.’ Ropers hield het publiek met statistische grapjes scherp. Het handjevol mensen in de zaal dat de hand opstak bij zijn vraag wie bereid zou zijn om 1.000 euro verlies te nemen bij kop of munt gooien, zou hij niet aannemen bij Bol.com. ‘Maar je mag bij ons wel 600 keer kop of munt gooien. Want naarmate het aantal trekkingen toeneemt, wordt de kans op verlies steeds kleiner. Het is uw taak om dit soort basisstatistieken te begrijpen en zo innovatie te stimuleren. Doe vooral veel deelexperimenten en ga gewoon door.’ Duurzaamheidsprijs Herman Wijffels, hoogleraar Duurzaamheid en Maatschappelijke Verandering aan de Universiteit Utrecht en verbonden aan het Utrecht Sustainability Institute, reikte de Duurzaamheidsprijs uit. Deze jaarlijkse prijs van het Netwerk Utrecht2040 is bedoeld voor de initiatiefnemer en/of ondernemer met het beste project voor een duurzame en aantrekkelijke provincie. Het thema van 2013 was de succesvolle transformatie van leegstaand vastgoed. Wijffels constateerde dat er op dat gebied veel goeds gebeurt in Utrecht. Finalisten waren de Brinkwal in Nieuwegein (transformatie van een kantoor tot betaalbare huurwoningen voor starters), Meyster’s Buiten in Utrecht (maatschappelijk-culturele voorzieningen en nieuwbouwwoningen op het terrein van de oude Cereolfabriek)

en Meer Merwede in Utrecht (wonen, werken en recreëren op een oud bedrijventerrein). Samen bieden ze een mooi, gedifferentieerd beeld van wat herbestemmen vermag, aldus Wijffels. Hij ziet dat er een compleet nieuwe manier van ontwikkelen ontstaat, vaak buiten de gebaande paden om. Omdat de Brinkwal twee vliegen in één klap slaat – hergebruik van een oud pand én starters aan onderdak helpen – won dit project de prijs van 10.000 euro. Interessant is volgens de jury dat bij de aanbesteding veel ruimte is gelaten voor de creativiteit van de bouwers, waardoor een vorm van open innovatie ontstond. Jurylid Ralph de Vries, gedeputeerde Wonen en Binnenstedelijke Vernieuwing, zei te hopen dat dit voorbeeld in het hele land navolging krijgt. In drie plenaire pitches presenteerden zich Tim Hanssen van de MediaHub (www.doelgroep.tv), Pascal Ontijd van SnappCar (www.snappcar.nl) en Wytze Schuurmans van Nelen & Schuurmans (www.nelen-schuurmans.nl).

Film: Innovationday 2013 www.youtube.com/watch?v=P_I7bC58HG8

<


‘Net als bedrijven moeten we naar buiten kijken, meer nog dan we nu doen’, aldus Marjan Oudeman, sinds 1 juli 2013 voorzitter van het college van bestuur van de Universiteit Utrecht (UU) en boardlid van de EBU. Eerder werkte zij bij AkzoNobel en Corus. Oudeman schetste een wereldbeeld met daarin een groeiende bevolking die zich concentreert in de steden. Grondstoffen, energie, voedsel en drinkwater worden steeds schaarser. Dat vraagt om kennismobilisatie en open innovatie. De UU legt zich toe op life sciences, duurzaamheid, instituties en jeugd en identiteit. Maatschappelijke relevantie staat voorop. Met bedrijven als Nutricia en Unilever werkt de universiteit aan gezondere voeding. En er loopt een programma om planten resistenter te maken tegen ziektes en plagen, omdat daardoor nu een kwart van de oogsten verloren gaat. Gevraagd naar de beste vorm van valorisatie zei Oudeman: ‘Ondernemende studenten’.

INNOVATION DAY 2013

UU blikt naar buiten

Daniel Ropers in uitzending RTL Z

19


‘Dit is geen liefdadigheid’ Anne (links) en Marieke Heinsbroek, oprichters van SodaProducties

Herbert Pesch droeg in Get Connected 6 het stokje over aan Anne en Marieke Heinsbroek van SodaProducties. Deze twee zussen uit het Utrechtse Kanaleneiland verbinden maatschappelijke organisaties, burgers en bedrijven met elkaar. Behalve zeven vaste mensen, werken er duizenden vrijwilligers voor ze. De zussen zijn vooral bekend van de VoorleesExpress.

20

Het kantoor van Soda (Samen Onze Droom Achterna) bevindt zich in de Auriollaan, een straat met verveloze flats en veel leegstand in de Utrechtse wijk Kanaleneiland. Dat is niet toevallig, want hier begon het avontuur van Anne en Marieke Heinsbroek. Marieke, (die ook namens Anne spreekt): ‘We woonden en werkten in de wijk en zagen veel potentie in mensen, veel kansen. Maar ook flinke taalachterstanden en weinig contact tussen de verschillende culturen. De huiswerkbegeleiding die we gaven in buurthuizen, veranderde dat niet echt. We dachten dat er meer uit te halen moest zijn door samen te werken en slim te verbinden.’ In 2005 bedachten de zussen daarom de VoorleesExpress. Vrijwilligers van diverse pluimage (leidinggevenden, studenten, gepensioneerden, onderwijsmensen, ondernemers) lezen twintig weken lang voor in een gezin. Het begon met tien gezinnen, maar het initiatief verspreidde zich snel: momenteel lezen 3.000 vrijwilligers op 67 locaties in het hele land voor. Voortbordurend op dit succes werd de AdministratieExpress opgezet, bedoeld voor mensen die behoefte hebben aan meer grip op hun geld en administratie. Hierbij is het uitgangspunt dat de vrijwillige coaches uit het bedrijfsleven komen. De laatste loot aan de stam is MATS, dat trainees een

half jaar onderbrengt bij maatschappelijke organisaties. Hoe verklaren jullie het succes van deze initiatieven? ‘Vroeger werd dit soort dingen heel ouderwets aangepakt. Bedrijven hielpen maatschappelijke organisaties bijvoorbeeld door werknemers een buurthuis te laten schilderen. Wat wij doen, is niet mensen of organisaties helpen, maar ze vragen wat ze nodig hebben. Daarbij gaan we uit van gelijkwaardigheid. Beide partijen moeten er beter van worden. Verder zien we graag dat het beklijft, dus dat de samenwerking ook zonder ons kan doorgaan.’ Houden de contacten inderdaad stand? ‘Er ontstaan heel bijzondere banden. Een van de voorlezers bleef jaren langskomen bij een gezin. In een ander geval waren de kinderen in een gezin de bruidsmeisjes van degene die voorlas. De bruid vroeg haar gasten om geld en doneerde dat aan de VoorleesExpress.’ Het is duidelijk wat dit de gezinnen brengt. Maar wat brengt het de vrijwilligers? ‘Ze zien een andere manier van leven en komen er achter wat er echt speelt in de


ESTAFETTE-INTERVIEW

samenleving. Ik merk dat bedrijven dat graag willen weten. Ook vergroot het de teamgeest en de trots op de eigen organisatie bij de werknemers. Verder ontwikkelen die er vaardigheden door. Voor managers, die gewend zijn in oplossingen te denken, is het heel leerzaam dat ze niet mogen helpen. Zo leren ze om te luisteren.’ Waarom is dit eigenlijk niet eerder bedacht? ‘Bedrijven waren gewend om te geven, het was een taboe om uit te gaan van gelijkwaardigheid. What’s in it for me? was een vraag die niet gesteld mocht worden. Wij zeggen: daar gáát het juist om. Als iemand wil voorlezen alleen maar om te helpen, wijzen wij hem af. Dan ga je erboven staan, verwacht je dankbaarheid. Dat werkt niet. Een bedrijf of werknemer moet er belang bij hebben.’ Wat is jullie verdienmodel? ‘De deelnemers betalen ons, ook de gezinnen. Het is geen liefdadigheid. Bedrijven sponsoren ons verder in natura, bijvoorbeeld door een website te bouwen of hun kennis met ons te delen. We worden steeds minder afhankelijk van fondsen en subsidies.’ De estafettevraag van Herbert Pesch: wat kunnen ondernemers leren van jullie grote succes? ‘Dat ze aandacht en ruimte moeten scheppen voor samenwerking. Niet zeggen: wij werken nu eenmaal zo, maar zich openstellen. En denken in kansen, niet in risico’s.’ Zijn bedrijven huiveriger geworden door de crisis of hebben ze hier nu juist meer oren naar?

‘Sommigen zijn heel erg naar binnen gekeerd geraakt, voor anderen is de crisis juist een voedingsbodem om te experimenteren. Dat zijn ook de succesvollere ondernemingen. Bij bedrijven die meedoen, breekt vaak het besef door dat het goed is om in contact te blijven met de samenleving.’ Hebben jullie nog nieuwe plannen? ‘Je zou vrijwilligerswerk of stages kunnen aanbieden aan werknemers die boventallig zijn of die moeten reïntegreren. We proberen via de gemeente in contact te komen met bedrijven waar dit speelt. Het zou leuk zijn als een paar hrm-afdelingen aanhaken.’ Het thema van dit nummer is Groen, gezond & slim. Als je SodaProducties op die aspecten beoordeelt op een schaal van 100, wat komt er dan uit? ‘We zijn niet echt groen, dus dat geef ik 10 punten. Slim zijn is onze core business, dat krijgt 70 punten. Voor gezond blijven er dan 20 over. Onder gezond reken ik ook dat je je vaardigheden vergroot. Dat mensen zelfredzamer worden? Nee, dat is weer zo’n begrip van bovenaf. Het gaat ons om verantwoordelijkheid. En dat heeft meer te maken met bewustzijn dan met gedrag. Coaches vragen ons soms wat ze moeten doen als mensen hun administratie niet willen ordenen. Dan zeggen wij: dat is aan hen. Je kunt niet meer doen dan een prikkel geven. Haken mensen af, dan zie ik dat niet als een mislukking. Dan hebben ze er in elk geval over nagedacht.’ < 21

Aan wie dragen jullie het estafettestokje over? Erik Deen van Kessels & Smit. Onze vraag is: Hoe kun je commerciële doelen combineren met het leveren van een maatschappelijke bijdrage?


Dennis Christmas en Jacqueline Cramer

Via het Máxima Centrum de natuur in wandelen Wat hebben een ziekenhuisdirecteur en een duurzaamheidspionier aan elkaar? Veel, zo blijkt. Met hulp van Jacqueline Cramer wil Dennis Christmas het nieuw te bouwen Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie zo duurzaam mogelijk maken. En de rest van het Utrecht Science Park mag dan gelijk ook wel een tandje duurzamer. Een gesprek over Pharmafilters, restenergie, wandelpaden, botanische tuinen en dilemma’s die geen dilemma’s zijn.

H 22

et gesprek vindt plaats in het nieuwe researchcentrum van Danone op het Utrecht Science Park. Dat is geen toeval: Dennis Christmas, stafdirecteur Programma’s van het Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie, verzocht om het gesprek hier te voeren omdat hij het gebouw zo inspirerend vindt. De kantoren van het Danone-pand hebben het hoogste duurzaamheidspredicaat: Breeam Excellent. Breeam staat voor de Building Research Establishment Environmental Assessment Method, een methode om de duurzaamheidprestatie van gebouwen te bepalen. Bovendien is het researchcentrum volgens Christmas mooi ingepast in de omgeving. ‘Ze hebben er geen hekken omheen gezet, waardoor de openheid van het gebied is gehandhaafd.’ Zijn eigen – nog te verwezenlijken – ziekenhuis voor kinderen met kanker moet in 2016 klaar zijn. Volgend jaar zomer gaat het al deels binnen het Universitair Medisch Centrum (UMC) Utrecht functioneren. Volgens Christmas is het Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie ‘het

meest uitdagende project in de gezondheidszorg in Nederland’. In dat opzicht heeft hij aan gesprekspartner Jacqueline Cramer een goede, want die houdt wel van een uitdaging. Vroeger als minister van het toenmalige ministerie van VROM (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer), en nu als directeur van het Utrecht Sustainability Institute (USI), probeert ze Nederland samen met het USI-onderzoeksnetwerk ingrijpend te verduurzamen. Broedplaats De twee kennen elkaar sinds kort. Christmas: ‘Ik had Herman Wijffels gevraagd wie we konden benaderen voor de verduurzaming van ons project. We hebben een hoge ambitie: we willen Breeam Excellent halen. Hij raadde Jacqueline aan. Dat kwam goed uit, want ik vind dat als je ergens nieuw neerstrijkt, je je partners in de directe omgeving moet zoeken. We gaan naast het UMC Utrecht bouwen en worden zo’n beetje buren van het USI. Vervolgens liep ik Jacqueline bij toeval tegen het lijf toen studenten tijdens de

Utrecht Sustainability Week geld voor ons inzamelden door te spinnen op het dak van de parkeergarage van het UMC Utrecht.’ Cramer: ‘Ik dacht meteen: interessant. Zijn plannen sluiten goed aan bij onze missie. Het USI is een netwerkorganisatie. Er zitten partijen in als de Universiteit Utrecht (UU) en de Hogeschool Utrecht, TNO en Deltares: in totaal meer dan 1.500 onderzoekers. We proberen antwoorden te vinden op zaken als klimaatverandering, energieafhankelijkheid, grondstoffen- en waterschaarste en explosieve stedelijke groei. De kern van onze missie is de transitie naar duurzame urbane regio’s. En dan gaat het niet alleen over het milieu, maar ook over de economische en de sociale kant van duurzaamheid.’ Christmas: ‘Dat maakt dit contact ook zo interessant voor ons. Wij willen bijvoorbeeld mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan werk helpen. En studenten van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU) betrekken bij de inrichting en aankleding van het gebouw. Een ander aandachtspunt is mobiliteit: hoe zorg je dat mensen het centrum straks zo duurzaam


DUBBELINTERVIEW

23


mogelijk kunnen bereiken? Een vraag die we ook nog niet hebben beantwoord, is wat je doet met je medicijnresten.’ Cramer: ‘Wij kijken integraal naar een project, dus betrekken de omgeving erbij. We willen liefst de hele campus verduurzamen. Als je pretendeert dat je hét duurzaamheidscentrum van Nederland bent, moet je zelf het goede voorbeeld geven. We doen inmiddels ervaring op met het verduurzamen van de campus via ClimateKIC, een Europees innovatienetwerk waaraan verschillende andere campussen meedoen. We willen samen met de bedrijfsvoering van de kennisinstellingen, medewerkers en studenten inspireren om van de campus een broedplaats voor vernieuwing te maken.’ Energievraagstuk Christmas: ‘Vooral bij het energievraagstuk vragen we ons voortdurend af: doen we het alleen of met anderen? Zetten we zonnepanelen op het dak? Kopen we energie groen in? Halen we het uit afval? De restwarmte van de energiecentrale van het UMC is voldoende voor onze vraag naar warmte. Moet je die afnemen? Het is misschien niet de meest duurzame energie, maar ze komt wel van dichtbij en is zonder extra vervuiling beschikbaar. Zo maak je voortdurend afwegingen om je rode voetafdruk zo klein mogelijk en je groene voetafdruk zo groot mogelijk te maken.’ Cramer: ‘Wij werken ook met het Tergooi-

ziekenhuis in Hilversum, dat gaat renoveren en verduurzamen. Daarvoor onderzoeken we onder meer een verbeterde versie van het Pharmafilter, waarmee je medicijnresten opvangt.’ Christmas: ‘Die kennis willen wij benutten om onze eigen keuzes te maken. In het Prinses Máxima Centrum worden veel gevaarlijke medicijnen gebruikt. Daar willen we verantwoord mee omgaan.’ Cramer: ‘Dat het Prinses Máxima Centrum in nieuwbouw komt, heeft als voordeel dat je de energie van meet af aan goed kunt onderzoeken en regelen. Het gebouw klimaatneutraal maken, is in principe goed te doen. Het ook nog energieneutraal maken, is lastiger met al die apparatuur. Naast zonne-energie is warmte- koudeopslag (WKO) een geschikte optie, mits goed afgestemd op de al op de campus aanwezige WKO-installaties. WKO’s zijn in principe voor dit project interessanter dan warmte-krachtcentrales, omdat al die ventilatiesystemen en airco’s meer kou vragen dan warmte.’ Christmas: ‘Verder is de locatie op het gebied van de natuur kwetsbaar. Het Utrecht Science Park leunt tegen het landgoed Oostbroek aan en staat zo in verbinding met de ecologische hoofdstructuur van Nederland. De gemeente en de provincie stellen daarom terechte eisen aan de inpassing van het gebouw op deze plek. Het gaat daarbij om het handhaven van de landschappelijke kwaliteit, het gebruik van water en de verspreiding van

Bedrijven

24

In de (ontwerp)fase waarin de plannen voor het Prinses Máxima Centrum voor Kinderoncologie nu verkeren, zijn bedrijven nog niet concreet betrokken. Er komt wel medio 2014 een conferentie om te onderzoeken welke rol het bedrijfsleven precies bij de bouw kan spelen. Bij de uiteindelijke aanbesteding is duurzaamheid een ‘keihard criterium’, aldus Dennis Christmas. ‘Vaak zie je in bouwprojecten dat de eisen gaandeweg verwateren. Bij ons is het andersom: wij scherpen ze juist aan; samen met onze partners overigens. Zo hoop ik dat de aannemer ook nog met ideeën komt.’ Diverse bedrijven hebben inmiddels geld, materialen en diensten aangeboden aan het nieuwe ziekenhuis. Christmas is daar verguld mee, maar onderstreept dat doneren niet automatisch tot betrokkenheid bij het bouwproces leidt.

licht vanuit het gebouw. Verder zitten we met financiële beperkingen. Het certificaat Breeam Very Good halen we zeker. Met het USI gaan we kijken of een excellente score ook mogelijk is. Halen we die ambitie niet, dan willen we op z’n minst kunnen uitleggen waarom dat niet gelukt is.’ Het Prinses Máxima Centrum onderzoekt momenteel wat er allemaal nodig is voor het certificaat Breeam Excellent. Cramer: ‘Jullie hebben daarbij het voordeel dat je je investeringen niet extreem snel hoeft terug te verdienen, zoals in andere situaties vaak wel het geval is. Het gebouw dat jullie in gedachten hebben, gaat tientallen jaren mee. Dan is het geen punt als je er zeven tot tien jaar over doet om er de investeringen uit te halen.’ Christmas: ‘Gelukkig merk ik dat financiers, als we een degelijke business case hebben, bereid zijn bij te springen. Ook banken, ja. Ook aan hen merk ik dat duurzaamheid niet meer iets is wat je erbij doet, maar dat het helemaal verweven is geraakt met de bedrijfsopzet. Zelfs in deze tijd van crisis.’ Het Prinses Máxima Centrum en het USI hebben tot nu toe vooral verkennende gesprekken met elkaar gevoerd: 2014 is het jaar van de waarheid. Dan worden er onder voorzitterschap van Cramer gerichte brainstormsessies gehouden met als doel het ontwerp zo duurzaam mogelijk te krijgen. Behalve Christmas en de zijnen, schuiven deskundigen van het USI-onderzoeks- en bedrijvennetwerk hierbij aan.


GET CONNECTED

Omgeving Cramer vindt dat het Utrecht Science Park meer gebruik moet maken van de omgeving. ‘Het is een prachtgebied, maar de gebruikers staan te veel met hun rug naar de omgeving.’ Christmas: ‘We grenzen aan een natuurgebied en cultuurhistorisch landschap. Dat mag je wel wat meer benutten. Gelukkig is er een plan voor een wandelroute die door ons gebouw heen naar landgoed Oostbroek loopt. Zo kunnen de kinderen die bij ons behandeld worden, sneller in de natuur zijn en halen we tegelijkertijd makkelijker de omgeving binnen. Buitenstaanders kunnen dan ook zien wat wij doen. Al zal lang niet iedereen van die mogelijkheid gebruik maken. Veel mensen vinden een kinderoncologisch centrum eng.’ Cramer: ‘Er ligt ook een prachtige botanische tuin op het Science Park. Die wordt maar weinig bezocht: er staat een hek omheen en je hebt een pasje nodig om binnen te komen. We zouden die tuin toegankelijker kunnen maken, bijvoorbeeld door meer bankjes te plaatsen en via groenstroken mensen te verleiden er naartoe te gaan.’ <

EBU UPDATE

Christmas: ‘Daar moeten we streng worden aangepakt.’ Cramer: ‘De bedoeling is vooral dat jij zegt: deze dingen vinden we interessant, willen jullie dat voor ons uitwerken? Als we met elkaar goede oplossingen gevonden hebben, gaan we naar budgetten zoeken.’ Christmas: ‘Ik hoop natuurlijk te horen dat het niet beter kan dan wat wij tot nu toe bedacht hebben. Maar ik vermoed dat er vooral qua mobiliteit nog veel winst te boeken is. In het Prinses Máxima Centrum komen instituten samen die op zeven verschillende locaties zitten. Het is niet erg duurzaam als de mensen die daar nu werken, met bestaand transport naar het Utrecht Science Park komen.’ Cramer: ‘Dan denk ik meteen: daar halen we transportdeskundige professor Martin Dijst bij.’ Christmas: ‘Verder wil ik die brainstormsessies ook gebruiken om vragen in te brengen, zoals: we hebben 5 miljoen euro extra tot onze beschikking, hoe kunnen we die het duurzaamst gebruiken?’

‘We hebben 600 actieve bedrijven nodig’

E

BU-directeur Ton van Mil hoopt dat aan het eind van dit jaar 600 bedrijven zich actief inzetten voor de Economic Board Utrecht (EBU). Hij zei dat tijdens de Get Connected-bijeenkomst die afgelopen december op Innovation Day 2013 werd gehouden. Van Mil wil zich vooral inzetten om het midden- en kleinbedrijf bij de EBU te betrekken. Tot nu toe zijn met name grote bedrijven – maar nog niet meer dan een ‘handvol’ – actief in en rond de EBU. Uitgangspunt is steeds geweest dat de EBU niet zelf projecten en programma’s uitvoert, maar partijen bij elkaar brengt. Van Mil gaf een actueel voorbeeld: er is een tekort aan werkkapitaal voor veelbelovende ontwikkelingen op het gebied van life sciences. ‘Daar gaan wij dus naar op zoek.’ (zie ook Mini-organen in het lab, pagina 26). De boardleden van de EBU – bestuurders van bedrijven, overheden, maatschappelijke organisaties en onderwijsinstellingen – hebben een functie als aanjager. De wens voor 2014 van EBU-voorzitter Henk Broeders is dat zij er

De boardleden van de EBU (overzicht www.economicboardutrecht.nl/over-ebu) nóg harder aan gaan trekken. ‘Zij moeten onze projecten en programma’s tot een succes maken.’ Hij verwacht eind van dit jaar trots te kunnen zijn op de behaalde resultaten en voorziet dat de supportorganisatie van de EBU dan een ‘zacht zoemend elektrisch naaimachientje’ is. Commissaris van de Koning Willibrord van Beek zei tijdens de Get Connectedbijeenkomst dat hij in de korte tijd dat hij in Utrecht aan de slag is, niets heeft gemerkt van de economische crisis. Hem valt op dat er in Utrecht zoveel mensen soepel switchen tussen de verschillende sectoren. Zijn wens voor 2014 is dat tijdens de verbouwing de winkel geopend blijft, oftewel: dat de discussie over een superprovincie het werk niet verlamt. <

25


Mini-organen in het lab

Ton Logtenberg, bestuursvoorzitter van het Utrechtse biotechnologiebedrijf Merus

‘Mini-organen’ kweken en daar nieuwe geneesmiddelen op testen: dat gebeurt sinds kort op het Utrecht Science Park. Wetenschappers en ondernemers proberen zo samen nieuwe, gepersonaliseerde medicijnen tegen kanker te ontwikkelen. Van deze organoidentechnologie wordt veel verwacht. De organoiden – mini-organen – worden afgeleid van stukjes tumor of gezond weefsel. Door een zogenoemde Living Biobank op te zetten, met daarin mini-organen afkomstig van veel verschillende mensen, kan beter worden begrepen waarom patiënten verschillend reageren op medicijnen. Dat is momenteel een van de grote problemen waarmee behandelaars kampen. Einddoel is medicatie die is toegesneden op de unieke genetische code van de tumor van de patiënt. Lukt dit, dan kan kanker veel gerichter en effectiever worden behandeld. Een van de drijvende krachten achter deze ontwikkeling is Ton Logtenberg, bestuursvoorzitter van het Utrechtse biotechnologiebedrijf Merus, dat medicijnen tegen kanker ontwikkelt. Afgelopen zomer riep hij samen met Hans Clevers, president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), de Stichting Hubrecht Organoid Technology (HUB) in het leven, een samenwerking tussen het Universitair Medisch Centrum (UMC) Utrecht, de KNAW en het Hubrecht Instituut. HUB en Merus zitten vlak bij elkaar op het Utrecht Science Park. De samenwerking is er dus, de financiering is nu de grootste uitdaging. Het gaat om langlopend en kostbaar onderzoek met veel trial and error. Logtenberg schat dat er minimaal 25 miljoen euro nodig is om een organoidensysteem op te kunnen zetten dat een mondiale potentie heeft. Daarvoor heeft hij bij de EBU aangeklopt, die op zijn beurt andere partijen probeert te mobiliseren. ‘We doen dit omdat we geloven in de magie van de wetenschap’, zei Logtenberg op Innovation Day 2013. ‘Als je daardoor eenmaal bent betoverd, kom je er nooit meer van los. We nemen het op tegen farmagiganten. Ons wordt dan ook wel grootheidswaanzin verweten. Maar dit is niet bedoeld om geld mee te verdienen, alleen om waarde mee te creëren.’ < http://hub4organoids.nl

De onderzoeksbibliotheek 26

Wilt u op de hoogte blijven van de actuele economische ontwikkelingen in de regio Utrecht? Via een overzichtelijke openbare bron kunt u de resultaten van onderzoeken, monitors en factsheets over de Utrechtse economie raadplegen. Regel-

matig worden er nieuwe onderzoeken toegevoegd, zodat u altijd op de hoogte bent van de meest actuele regionale economische feiten en cijfers. Ga naar www. economicboardutrecht.nl/onderzoeksbibliotheek

Deze bibliotheek is een initiatief van het Overleg Regionaal Economisch Onderzoek Utrecht (OREO Utrecht). Met vragen kunt u terecht bij Monique Roso, onderzoekscoordinator EBU: monique.roso@economicboardutrecht.nl. <


AGENDA Januari - juni 2014

27 t/m 31 januari Smart Cities: energie IndonesiĂŤmissie www.agentschapnl.nl/actueel/ evenementen

29 maart De Hart en Vaat-beweegdag www.umcutrecht.nl/subsite/ Hartenvaatbeweegdag 17 april TEDxUtrecht (tweede editie) www.tedxutrecht.nl

28 januari Circular Economy Lab 3: recycling van papier en karton Utrecht Sustainability Institute www.economicboardutrecht.nl/ agenda 28 januari Meetup Zorg en Technologie: data in digitale dossiers www.economicboardutrecht.nl/ agenda 28 januari Congresmiddag e-health: Time to go Online www.economicboardutrecht.nl/ agenda 30 januari Duurzame middag: Nul op de Meter - Ik kan dat ook www.economicboardutrecht.nl/ agenda 6 februari Praktijkdag Bio-energie www.agentschapnl.nl/actueel/ evenementen/praktijkdag-bioenergie

11 februari Innovation for Health 2014 www.utrechtlifesciences.nl/ innovation-health-2014 12 & 13 februari Conferentie Slimme Energie Infrastructuur 2014 www.economicboardutrecht.nl/ agenda

8, 9 & 10 mei CE BOOST camp ’14 Circle Economy www.economicboardutrecht.nl/ agenda 15 mei Dag van de Stadslandbouw www.economicboardutrecht.nl/ agenda

Colofon Deze Get Connected is tot stand gekomen in opdracht van de Economic Board Utrecht (EBU). Wij danken de ondernemers en bestuurders die hieraan hebben meegewerkt. (Eind)redactie: Menno Bosma, Willemieke Molenaar, Miriam Notenboom Fotografie: Frank van Dam, Wanda Dijkstra, Roelof Pot, Alexander Schippers, Marijn de Wijs Vormgeving: AKIMOTO Ontwerpt Druk: Klomp Reproka

6 maart MKB Ondernemerscongres http://mkbondernemerscongres.nl 10 maart Festival Leegstaand Vastgoed http://movares.nl/agenda/festivalleegstaand-vastgoed 27

25 maart Openbare les Pascal Ravesteijn www.onderzoek.hu.nl

26 juni Mediapark Jaarcongres www.mediaparkjaarcongres.nl

De EBU is mede gefinancierd met steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling van de Europese Commissie, Provincie Utrecht, Gemeente Utrecht, Gemeente Amersfoort, BRU.



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.