8 minute read
parfumeur Spyros
In gesprek met
Advertisement
Een parfumeur, dat is toch zo’n persoon in een witte labjas? Think again! Spyros Drosopoulos, oprichter en eigenaar van het exclusieve parfummerk Baruti besteed het grootste deel van zijn werkdag aan het runnen van zijn eigen label. Het samenstellen en ruiken van de fijnste geuren doet hij echter de hele dag, zowel in het lab als in zijn eigen huis. Daar ontmoeten we hem, omringd door de geuren van verse koffie en citroenbloesem op een zomerse dag.
Spyros, hoe word je eigenlijk parfumeur?
“Over het algemeen zijn parfumeurs scheikundigen die chemie hebben gestudeerd en via een functie bij research & development terechtkomen in een parfumlab. Eigenlijk word je altijd intern opgeleid, want er bestaat geen hogeschool of universiteit die je leert om parfumeur te worden. Scheikunde is in ieder geval de basis.”
Maar jij bent geen scheikundige, hoe ging dat bij jou dan?
“Niet op de standaard manier in ieder geval! Bij mij is het eigenlijk een uit de hand gelopen hobby na mijn studie Psychologie. Ik schreef een proefschrift in Duitsland en werkte op de Universiteit van Amsterdam. Mijn interesse voor geur en smaak had ik al van jongs af aan, ik was altijd bezig met de verschillen tussen soorten koffie of thee en toen ik ouder werd stortte ik me op de verschillende soorten whiskey. Zonder dat ik doorhad dat het iets betekende, bleef ik vaak nét wat langer staan als ik wat lekkers rook. Dan stopte ik mijn neus in een bloem en dachten mensen om me heen, wat is hij nou aan het doen? Dat doe ik nu nog steeds hoor, alleen heb ik er nu een beter excuus voor!”
Toch heb je inmiddels je eigen parfumlabel, Baruti.
“Klopt! Zo’n twintig jaar geleden vond er een omslag plaats in de parfumwereld. Grondstoffen werden ook voor hobbyisten betaalbaar en kwamen in kleinere hoeveelheden op de markt zodat ik kon experimenteren. Daarvoor kon je wel parfumeur worden, maar was je kansloos zonder toegang tot grondstoffen. Net als een schilder die geen pigmenten kan krijgen. Toen de eerste grondstoffen uit de VS aankwamen ben ik alles gaan verzamelen wat ik kon vinden en gaan spelen met die verschillende geuren. Ik dacht, het is now or never, liever dat het mislukt, dan op mijn tachtigste denken, what if...”
En dan, kun je al die geuren zomaar combineren?
“De eerste keer deed ik dat wel hoor, maar het is toch heel handig om een academische achtergrond te hebben, dan ben je het gewend om methodisch te werk te gaan. Stel je voor, je maakt een heerlijk parfum maar hebt geen notities gemaakt. Dan kun je het nooit meer reproduceren, maar je weet óók niet wat er mis is gegaan. Door mijn achtergrond benader is alles als experiment.”
Ruik jij dan ook veel beter dan andere personen?
“Nee, je hoeft ook echt geen bionisch reukvermogen te hebben hoor! Je moet natuurlijk interesse hebben en als die er is, kun je je geheugen trainen. Daar gaat het uiteindelijk om; je reuk moet redelijk constant zijn. Als Sinaasappel de ene dag naar sinaasappel zou ruiken ruiken en de volgende dag naar mosterd zou het wel heel lastig worden. Je moet echt uren maken, heel veel ruiken en al die geuren onthouden en kunnen benoemen.”
Goed ruiken, hoe doe je dat eigenlijk?
“Ruiken is een heel tijdelijk effect, je neus is namelijk zo geprogrammeerd dat een constante geur niet meer wordt doorgegeven aan je hersenen. Pas als er een verandering plaatsvindt, krijg je weer informatie door. Als je op vakantie bent geweest en thuiskomt, ruik je je eigen huis weer, maar de rest van het jaar heb je dat niet in de gaten.”
“Er zijn heel veel professionele ruiktechnieken, maar mijn tip is om écht goed te ruiken is om niet alleen van dichtbij te ruiken. Van een afstand ervaar je hoe de projectie is. Daarnaast zie ik veel mensen de fout maken om een geur heel diep in hun neus op te snuiven. Na een paar keer is je neus gevoelloos en ruik je helemaal niets meer. Ruik daarom eerst globaal en dan pas wat dieper. En aan koffiebonen ruiken om je geur te neutraliseren? Dat is een fabeltje!”
Hoe stel je een parfum samen?
“Het begint allemaal met een idee, uiteindelijk is het natuurlijk een creatief proces. Daarbij kies ik grondstoffen waarvan ik verwacht dat ze het goed zullen doen in het recept. Dat kunnen natuurlijke grondstoffen zoals essentiële oliën zijn, maar ook single molecules, dat zijn in een fabriek gemaakte geuren.
Maar soms pak ik het heel anders aan, dan ben ik nieuwsgierig hoe twee geuren combineren en haal ik daar mijn inspiratie uit. Ik werk mijn plannen thuis uit op mijn laptop en in het laboratorium worden die recepten dan uitgevoerd. Daar hebben we ruim 1500 grondstoffen staan en vaak ook verschillende varianten van dezelfde geur om nuances te kunnen belichten. We maken de parfum zelf maar het afvullen en verpakken van de flesjes besteden we uit.”
En wat maakt een geur dan een goed parfum?
“Daarvoor heb ik drie criteria. Het eerste, is vind ik het lekker ruiken, natuurlijk. Daarna kijk ik naar het verloop, dus hoe ontwikkelt een geur zich. Blijft het lang lekker ruiken? Of reageert de geur bijvoorbeeld minder goed op de huid. Tot slot kijk ik naar hoe gelijkmatig die ontwikkeling plaatsvindt. Een geur die het eerste uur heel sterk ruikt, maar daarna helemaal instort is niet goed. Maar je moet ook goed ruiken hoe de transities zijn. Begin je bijvoorbeeld met frisse citrus en verloopt een geur naar hout- en ambertonen – een standaard herenparfum-, dan moeten die geuren niet botsen maar harmonieus in elkaar overvloeien. Een parfum of roomspray neem je in het begin waar, daarna ebt de geur weg. Een goed huisparfum hoef je daarom niet langer dan een uurtje te ruiken, daarna ben je er toch aan gewend.”
Hoe belangrijk is geur voor jou?
“Ik vind geur een zintuig dat redelijk ondergewaardeerd is. De meeste mensen zijn doodsbang om blind of doof te worden, maar als je ze vraagt om anosmisch te worden weten ze niet wat je bedoelt. Geur heeft een hele grote invloed op je kwaliteit van leven, het is de kers op de taart als je werkelijk kunt genieten van je omgeving door te proeven en te ruiken. Voordat we ogen en oren hadden, konden we al ruiken. Geur is eigenlijk een soort antenne die je alvast vertelt wat de chemische samenstelling van je omgeving is. Vieze dingen, waar je vanaf moet blijven, of je partner die de hoek om komt.”
Houd je in huis ook rekening met lekker geurende dingen?
“De meeste planten in mijn huis zijn studieobjecten. Een plant die helemaal geen geur heeft, of het nu de bloem, de blaadjes, de wortels of de bast is. Ja, leuk... Dat doet me dan niet zoveel. Citroenbloesem vind ik bijvoorbeeld een van de lekkerste geuren die er is, dus ik was heel blij toen ik een maand geleden amper in huis kon zitten omdat de geur zo sterk was. Ook op mijn balkon ruikt alles goed, Sering, nachtjasmijn, Wisteria’s, rozen, viooltjes, alle kruiden en natuurlijk de vijg waarvan het blad en de bast heel goed ruiken. Ik zoek alles uit op geur.”
Koppel je herinneringen aan specifieke geuren?
“Vast wel! Maar vaak kom je daar pas achter als je iets ruikt. Je kunt het niet oproepen, maar het verrast je en neemt je mee terug naar een situatie waarvan je niet had verwacht dat het daartoe zou leiden. Zeker bepaalde parfums associeer ik heel sterk met mensen. De geur van mijn dochter bijvoorbeeld, als ik die op straat ruik kijk ik echt even om of ze niet in de buurt is.”
Zijn er in geuren, net als in interieurs, trends?
“Er zijn zeker trends, maar ze zijn wat minder veranderlijk. Een geur die ik nu uitbreng is niet ineens achterhaald in oktober. De jaren ‘90 waren bijvoorbeeld jaren van hele aquatische geuren zoals CK One, L’eau D’Issey en Acqua di Gio. Daar zit een molecuul in wat ruikt naar watermeloen en zeebries. In de jaren ‘00 kwamen juist de geuren uit het Midden-Oosten op, Oudh is toen bijvoorbeeld heel populair geworden. Er kwam een ommezwaai naar zwaardere geuren met amber en andere intense parfums. Nu komen de kwalitatieve, frissere geuren heel erg op. Denk bijvoorbeeld aan vijg. Fruitig, maar wel met body.”
En hoe belangrijk is het dat een hotel, winkel, je huis of werkplek lekker ruikt?
“Ik denk dat het je gevoel van welbevinden vergroot. Het is heel persoonlijk en hangt af van wat je lekker vindt, maar het hoort niet geparfumeerd te zijn. De geur die je op je huid spuit, wil je niet in een kamer. Dat is too much. Geur verrijkt de plek waar je bent, het zorgt voor contrast tussen verschillende ruimtes. En ook, waarom besteed je aandacht aan mooie meubels of hang je een schilderij op? Geur is onmiskenbaar een onderdeel van een complete beleving.”
Spyros Drosopoulos begon zijn carriere als neurowetenschapper, maar maakte de overstap naar parfumeur in zijn zoektocht naar creativiteit en geuren. In 2015 bracht hij voor zijn eigen label Baruti zijn eerste parfum op de markt. Deze zomer voegt hij daar een zelfontwikkelde collectie huisparfums aan toe.
www.BarutiPerfumes.com