1 friesland rapport

Page 1

Beeld van Frysl창n Een nulmeting van bekendheid, beelden, waardering en gedrag (ten aanzien) van Frysl창n onder Nederlanders, Vlamingen en Duitsers uit aangrenzende deelstaten

Augustus 2010


Colofon Uitgave I&O Research BV Stationsplein 11 Postbus 563, 7500 AN Enschede tel. (053) 4825000

Rapportnummer 2010/055

Datum Augustus 2010

Opdrachtgever Provincie Frysl창n Project Merk Frysl창n Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden

Auteurs Drs. Gijs Jan Visser Drs. Frank ten Doeschot Drs. Thijs Lenderink

Bestellingen Exemplaren zijn verkrijgbaar bij de opdrachtgever

Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.


Inhoud

blz.

Samenvatting

I

1.

Inleiding

1

1.1 1.2 1.3 1.4

Aanleiding Onderzoeksvragen Onderzoeksopzet en respons Leeswijzer

1 1 1 2

Bekendheid, bezoek en informatiebronnen

3

2.1 2.2 2.3

3 3 5

2.

3.

Beelden over Fryslân en Friezen 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5

4.

5.

Inleiding Bekendheid en (reden) huidig bezoek Informatiebronnen

Inleiding Spontane associaties met Fryslân Spontane associaties met de Friezen zelf Geholpen associaties met Fryslân Geholpen associaties met de Friezen zelf

6 6 6 8 9 11

Waardering van Fryslân

14

4.1 4.2 4.3

14 14 16

Inleiding Algemeen oordeel over Fryslân Specifieke aantrekkelijkheid van Fryslân

Gedragsintentie

19

5.1 5.2 5.3 5.4

19 19 20 21

Inleiding Gedragsintentie Ondernemen in Fryslân? Verbeterpunten Fryslân

Bijlagen Bijlage 1. Achtergrondgegevens respondenten Bijlage 2. Exploratieve analyses naar effecten achtergrondkenmerken Bijlage 3. Vragenlijst

23 24 26 29


Beeld van Fryslân

Samenvatting

Samenvatting Bekendheid, bezoek en informatiebronnen De helft (51 procent) van de Nederlandse respondenten is bekend met de naam Fryslân. Onder de Belgische en Duitse respondenten is dit met respectievelijk 5 en 8 procent een stuk lager. Een kwart (24 procent) van de Nederlanders is in het jaar voorafgaand aan het onderzoek in Fryslân geweest, de helft (51 procent) langer geleden. Ongeveer een kwart van de Duitsers uit de grensdeelstaten en de (Vlaamse) Belgen is wel eens in Fryslân geweest. Men komt vooral voor een meerdaagse vakantie of een dagtocht naar Fryslân. Nederlanders horen of lezen via diverse kanalen/media iets over Fryslân. Duitsers horen het van vrienden of bezoeken websites. Voor Belgen is dat landelijke radio/tv en vrienden. Beelden over Fryslân en Friezen Nederlandse respondenten associëren Fryslân vooral met watergerelateerde aspecten: zeilen, meren, watersport en uiteraard water zelf. Ook de Elfstedentocht wordt vaak genoemd. De Duitsers zien Fryslân als een vakantiegebied: zee, strand en vakantie zijn de vaakst genoemde associaties. De Belgen hebben vooral associaties met de Friese taal, water en de Elfstedentocht. De Elfstedentocht en het Skûtsjesilen zijn de twee meestgenoemde evenementen in Fryslân De Friezen worden door de Nederlandse respondenten vooral als stug gezien (ook wel met een positievere connotatie). De Duitse respondenten zijn positiever: vriendelijk en gezellig worden vaak genoemd. Mogelijk associëren de Duitsers Fryslân en de Duitse regio Oost-Friesland met elkaar. De Belgen associëren de Friezen vooral met de taal. In de tegenstellingen die de respondenten over Fryslân zijn voorgelegd, komen vooral vrijetijdsassociaties als toerisme, vrije tijd en sport veel naar voren. Drievijfde (61 procent) van de Nederlandse respondenten noemt watertechnologie. De Friezen worden in deze tegenstellingen ook meer als stug dan als flexibel gezien. Hier staat opnieuw tegenover dat driekwart (74 procent) de Friezen als nuchter beschouwd en de helft (50 procent) als gezellig. Waardering van Fryslân Bijna drievijfde (57 procent) van de Nederlandse respondenten oordeelt (zeer) positief over Fryslân. Onder de Belgen en de Duitsers is dit in beide gevallen 38 procent. Ruim een kwart (28 procent) van de Nederlanders is trots op Fryslân, eenvijfde (20 procent) voelt zich verbonden met Fryslân. Veel respondenten zien Fryslân vooral als een bezoeklocatie (rond de 75 procent). Verder valt op dat de Duitse respondenten Fryslân aantrekkelijker vinden om te wonen en te werken dan de Belgen en de Nederlanders. In vergelijking met andere provincies is Fryslân volgens de Nederlanders het meest aantrekkelijk om te bezoeken. Hier staat tegenover dat Fryslân als de minst aantrekkelijke provincie wordt gezien om te ondernemen. Gedragsintentie Bijna een kwart (22 procent) is zeker van plan om Fryslân het komende jaar (recreatief) te bezoeken. Onder Duitsers is dit 9 procent en onder de Belgen 5 procent. Weinig respondenten zijn van plan om naar Fryslân te verhuizen. Van de Nederlandse studenten overweegt eenzesde (15 procent) om in Fryslân te gaan studeren. De respondenten met een eigen bedrijf zijn in enkele gevallen van plan om in Fryslân te gaan ondernemen. De (Nederlandse) respondenten noemen bereikbaarheid, werk, taal en openheid als mogelijke verbeterpunten voor Fryslân. De Duitsers en Belgen noemen beide promotie als aandachtspunt.

I


Beeld van Fryslân

Inleiding

1. Inleiding 1.1 Aanleiding De provincie Fryslân heeft onlangs het initiatief genomen om samen met andere Friese organisaties te komen tot regiomarketing vanuit een gemeenschappelijk basisbeeld van Fryslân. Onder de noemer ‘Merk Fryslân’ is een project gestart dat als doel heeft een breder, bewuster en eigentijdser beeld te creëren van Fryslân bij zowel de Friezen zelf als daarbuiten dan dat er (waarschijnlijk) nu leeft. Het bovenliggende doel van dit project is een belangrijke bijdrage te leveren aan een toekomstbestendig Fryslân (aantrekkelijk voor bezoeken, wonen, werken, studeren en ondernemen) en een onderscheidend Fryslân (economisch en cultureel ten opzichte van andere regio’s). Voorafgaand aan de communicatie van het merk is er bij de provincie Fryslân behoefte aan een brede nulmeting van een aantal effectindicatoren van het merkconcept (perceptie, houding en feitelijk gedrag). I&O Research heeft in opdracht van de provincie voor het project ‘Merk Fryslân’ het onderzoek voor deze nulmeting uitgevoerd. Deze rapportage beschrijft de resultaten van dit onderzoek.

1.2 Onderzoeksvragen Het onderzoek dient informatie op te leveren over:  de huidige bekendheid van de term Fryslân;  de beelden (associaties) die er (al dan niet spontaan) leven over Fryslân en de Friezen;  de waardering van Fryslân in het algemeen en meer specifiek als gebied om te bezoeken, te wonen, te werken, te studeren en te ondernemen;  de gedragsintentie ten opzichte van Fryslân en mogelijke verbeterpunten voor Fryslân.

1.3 Onderzoeksopzet en respons Het onderzoek is uitgevoerd door middel van een online enquête onder drie groepen: Nederlanders, Belgen1 en Duitsers2. De respondenten zijn benaderd via de internetpanels van GMI (voor België) en Panelclix (voor Nederland en Duitsland). In de rapportage worden de resultaten uitgesplitst naar deze drie nationaliteiten. Uiteindelijk hebben 1.028 Nederlanders, 510 Belgen en 500 Duitsers de vragenlijst (zie bijlage 3) volledig ingevuld in week 30 van 2010 (eind juli). Deze aantallen respondenten zijn voldoende om een representatief beeld van de respectievelijke nationaliteiten te geven, met een betrouwbaarheidsmarge van 95 procent 3. Met deze aantallen is het ook mogelijk om de (Nederlandse) resultaten uit te splitsen naar achtergrondkenmerken, waaronder leeftijd, inkomens- en opleidingsniveau (zie voor een exploratieve analyse bijlage 2).

1

De Belgische respondenten zijn alleen afkomstig uit Vlaanderen.

2

De Duitse respondenten zijn alleen afkomstig uit de aan Nederland grenzende deelstaten.

3

De resultaten zijn herwogen naar leeftijd en geslacht (de Belgische respondenten) en leeftijd, geslacht en provincie/deelstaat (de Nederlandse en Duitse respondenten).

1


Beeld van Fryslân

Inleiding

1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 staat de bekendheid van de naam Fryslân centraal. Ook komen daar het huidige bezoek en de informatiebronnen die men gebruikt aan bod. In hoofdstuk 3 gaat het over de (al dan niet spontane) beelden van Fryslân en de Friezen die er leven. Hoofdstuk 4 gaat in op de waardering en de meer specifieke aantrekkelijkheid van Fryslân. Hoofdstuk 5 ten slotte behandelt de gedragsintentie van de respondenten: in hoeverre is men bijvoorbeeld van plan om Fryslân te bezoeken, of er te gaan wonen of studeren?

2


Beeld van Fryslân

Bekendheid, bezoek en informatiebronnen

2. Bekendheid, bezoek en informatiebronnen 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk staan de bekendheid, het huidig bezoek en de informatiebronnen centraal. Overigens wonen er van de 1.028 Nederlandse respondenten op dit moment 40 in Fryslân. Van deze groep zijn 28 mensen (70 procent) ook in Fryslân geboren. Onder de overige ondervraagde Nederlanders heeft 6 procent een ‘Fries’ verleden: men is of in Fryslân geboren of heeft er in het verleden gewoond.

2.2 Bekendheid en (reden) huidig bezoek Bij de start van het onderzoek is gevraagd of de respondenten (de term) Fryslân kennen. Onder de Duitse en Belgische respondenten is dit minder dan 10 procent (respectievelijk 5 en 8 procent). Van de Nederlanders zegt de helft (51 procent) Fryslân te kennen (figuur 2.1). Een mogelijke verklaring voor dit laatste percentage is dat ook in Nederland niet iedereen de associatie tussen Friesland en Fryslân legt 4. Mannen kennen Fryslân vaker dan vrouwen. Figuur 2.1 Kende u (voordat u voor dit onderzoek werd uitgenodigd) Fryslân, al is het maar van naam? (n=2.038) 100% 75%

49%

50% 25%

95%

92%

5%

8%

Duitsland

België

51%

0% Nederland

Ja

Nee

Driekwart van de Nederlanders die niet in Fryslân hebben gewoond of er geboren zijn is ooit wel eens in de provincie geweest. Bijna een kwart (24 procent) in het afgelopen jaar. Van de Duitsers (78 procent) en Belgen (76 procent) is meer dan driekwart nog nooit in Fryslân geweest. Een klein deel (minder dan 5 procent) van hen kwam er in het afgelopen jaar (figuur 2.2). Mannelijke respondenten zijn vaker in Fryslân geweest dan vrouwelijke5.

Figuur 2.2 Bent u wel eens in Fryslân geweest? (n=1.911)

4

Na deze startvraag is de respondenten informatie verstrekt over (de relatie tussen) Friesland en Fryslân. Daarbij is ook een kaartje getoond met daarop de ligging van Fryslân (zie vragenlijst in bijlage 3).

5 Voor het verschil en andere procentuele verschillen tussen mannen en vrouwen: zie bijlage 2

3


Beeld van Fryslân

Bekendheid, bezoek en informatiebronnen

100% 25% 75%

50%

78%

76%

24%

19%

23%

3% Nederland

Duitsland

2% België

51%

25%

0%

Ja, in het afgelopen jaar

Ja, maar niet in het afgelopen jaar

Nee

Het grootste deel van de respondenten dat wel eens in Fryslân is geweest komt er minder dan een keer per jaar (zie figuur 2.3). Bij de Nederlandse bezoekers is dit tweederde (63 procent), bij de Duitse driekwart (75 procent) en bij de Belgische bijna negen op de tien (88 procent). Van de Nederlandse bezoekers komt bijna een op de tien (9 procent) vier keer per jaar of vaker in Fryslân, een op de zeven (14 procent) twee tot drie keer per jaar en eenzelfde percentage een keer per jaar. Onder de Duitse en Belgische bezoekers komt respectievelijk 18 en 10 procent een keer per jaar in Fryslân. Figuur 2.3 Hoe vaak komt u ongeveer in Fryslân? (n=990) 100% 75%

9% 14%

3% 10%

6% 18%

14%

50% 25%

63%

88%

75%

0% Nederland

Duitsland

Minder dan 1 keer per jaar 2/3 keer per jaar

België

1 keer per jaar 4 keer per jaar of minder

Nederlanders gaan vooral voor dagtochten (29 procent), meerdaagse vakanties en familiebezoek (18 procent) naar Fryslân (zie tabel 2.1). Bij de reden ‘Anders’ wordt o.a. ‘vrienden bezoeken’, ‘op doorreis’ (ook naar de Wadden), ‘winkelen’ en ‘sporten’ vaker genoemd. Onder Belgen en Duitsers is een meerdaagse vakantie het voornaamste bezoekmotief, gevolg door een dagtocht. Een op de tien Duitse bezoekers (10 procent) bezoekt familie (die) in Fryslân (verblijft). Voor een op de tien Belgische bezoekers (11 procent) was het laatste bezoek aan Fryslân werkgerelateerd. Tabel 2.1 Wat was de reden van uw laatste bezoek aan Fryslân? (n=990)

4


Beeld van Fryslân

Bekendheid, bezoek en informatiebronnen

Nederland

Duitsland

België

Meerdaagse vakantie

23%

53%

49%

Dagtocht (recreatief)

29%

30%

26%

Familiebezoek

18%

10%

4%

Werk

13%

5%

11%

Anders

17%

2%

10%

2.3 Informatiebronnen Op welke manier hebben de respondenten wel eens iets gehoord of gelezen over Fryslân? Nederlanders geven aan dat dit vooral via landelijke radio of TV (door 36 procent genoemd - zie tabel 2.2), van horen zeggen via vrienden (24 procent) of via landelijke nieuwssites is geweest. Bijna een kwart (23 procent) van de Nederlanders weet het niet meer. Onder de Duitse respondenten is dit drievijfde (61 procent). Duitsers noemen vooral via vrienden (15 procent) en via websites die specifiek over Fryslân gaan (8 procent). De andere bronnen worden door 5 procent of minder genoemd. De Belgische respondenten hebben net als de Nederlanders vooral via landelijke media (21 procent) of via vrienden (27 procent) over Fryslân gehoord. Verder valt op dat 13 procent van hen websites over Fryslân heeft bezocht. Tabel 2.2 Via welke kanalen/media heeft u wel eens iets gehoord of gelezen over Fryslân? (meerdere antwoorden mogelijk, n=1.969) Nederland

Duitsland

België

Via landelijke radio of TV

36%

3%

21%

Van horen zeggen via vrienden

24%

15%

27%

Internet: landelijke nieuwssite

22%

2%

7%

Van horen zeggen via familie

20%

5%

14%

Via landelijke gedrukte media

19%

4%

12%

Internet: websites over Fryslân

16%

8%

13%

Via lokale/regionale radio of TV

16%

3%

6%

Van horen zeggen via collega’s

9%

5%

7%

Internet: lokale/regionale nieuwssite

9%

3%

3%

Via lokale/regionale gedrukte media

9%

3%

5%

Internet: social networks

4%

1%

4%

Anders

3%

7%

7%

Andere websites

1%

1%

1%

Van horen zeggen, anders

1%

0%

1%

Weet niet

23%

61%

34%

5


Beeld van Fryslân

Bekendheid, bezoek en informatiebronnen

3. Beelden over Fryslân en Friezen 3.1 Inleiding Welke beelden heeft men van Fryslân, evenementen in Fryslân en van de Friezen zelf? De spontane associaties die men heeft worden weergegeven door middel van zogenaamde ‘word clouds’. Een word cloud is een visuele weergave van de woordelijke inhoud van een bepaald bestand. In dit geval gaat het bijvoorbeeld om de eerste associatie van de Nederlandse, Duitse en Belgische respondenten als ze aan Fryslân denken. De word cloud geeft per groep de 25 meest genoemde begrippen weer. Frequentie vertaalt zich in het volume van het begrip.

3.2 Spontane associaties met Fryslân Water meest genoemd als associatie met Fryslân De spontane associaties van Nederlandse respondenten met de term Fryslân (figuur 3.1) vallen in vier categorieën: watergerelateerde, evenementgerelateerde, geografische associaties en associaties op het gebied van taal. Fryslân wordt veel met water geassocieerd: meren, zeilen en vooral water zelf zijn de steekwoorden die men op dit gebied heeft genoemd. Bij de evenementen wordt de Elfstedentocht verreweg het vaakst genoemd, gevolgd door schaatsen en (SC) Heerenveen. Onder de geografische associaties vallen onder meer provincie, vlag, vlak, rust en ruimte. De laatste groep zijn de taalassociaties: taal en dialect zijn hier de meest regelmatig terugkerende steekwoorden. Figuur 3.1 Beelden Nederlandse respondenten bij Fryslân

De Duitse respondenten (uit deelstaten relatief dicht bij Nederland) zien Fryslân vooral als een plek aan zee: de zee in het algemeen, strand, eilanden, de kust, dijken en de meren zijn allemaal gerelateerd aan de ligging van Fryslân nabij water. Daarnaast zien de Duitsers Fryslân als een vakantiebestemming: ontspanning (erholung) en vakantie worden ook vaak genoemd. Ook de Friese eilanden (Ameland in het bijzonder genoemd) houden natuurlijk verband met vakantie. De Duitse respondenten hebben ook veel associaties met het landschap: vlak, natuur, koeien en kaas. Figuur 3.2 Beelden Duitse respondenten bij Fryslân

6


Beeld van Fryslân

Bekendheid, bezoek en informatiebronnen

De Belgische respondenten hebben naast de eerder aan bod gekomen Elfstedentocht een kleurrijk palet aan associaties bij Fryslân. Water, natuur en schaatsen komen regelmatig terug. Meer dan de respondenten uit de Duitse grensdeelstaten en de Nederlanders associëren de Belgische respondenten Fryslân met de Friese taal. Opvallend is dat de Belgische respondenten minder vaak geografische associaties bij Fryslân noemen: Nederland en provincie worden nog het vaakst genoemd. De Waddeneilanden bijvoorbeeld minder vaak. Figuur 3.3 Beelden Belgische respondenten bij Fryslân

Specifieke evenementen Op de vraag of men een in Fryslân georganiseerd evenement kan noemen volgen Elfstedentocht en Skûtsjesilen het vaakst als antwoord. Nederlandse respondenten noemen daarnaast het schaatsen in Thialf, fierljeppen en de Sneekweek. Het typisch Friese kaatsen komt minder vaak naar voren, net als de ballonfeesten van Joure. De Duitse respondenten kunnen weinig evenementen noemen. Naast de Elfstedentocht komen onder meer bootshows en havenfeesten naar voren. De Belgische respondenten noemen het fierljeppen en skûtsjesilen ook een aantal keer. Andere associaties hebben vooral betrekking op schaatsen. Figuur 3.4 Genoemde Friese evenementen (alleen Nederlandse respondenten)

7


Beeld van Fryslân

Bekendheid, bezoek en informatiebronnen

3.3 Spontane associaties met de Friezen zelf Stug niet perse negatief Los van de algemene associatie ‘mensen’ wordt stug opvallen vaak genoemd. Overigens wel vaak in een adem met een meer positieve associatie zoals rustig of nuchter, waardoor de lading ervan niet direct negatief uitvalt. Duidelijk positieve punten zoals eigen, vriendelijk en trots komen ook vaak naar voren. Verder wordt de taal genoemd. Er zijn ook enkele ‘beroepsassociaties’: vooral boeren maar ook zeiler of schaatser. Figuur 3.5 Associaties Nederlandse respondenten bij de Friezen

Onder de Duitsers overheersen positieve beelden over de Friezen zoals vriendelijkheid en gezelligheid. Ook rustig en koel worden genoemd. De Friese taal komt slechts een enkele keer naar voren. Bij de Duitse associaties valt op dat de Duitsers bij hun associaties relatief veel beïnvloed worden door hun beelden van de eigen regio OostFriesland (b.v. Tee, Ostfriezenwitze en ‘Otto6’ - zie figuur 3.6).

6

Otto staat voor komiek en zanger Otto Waalkens, afkomstig uit de Oostfriese stad Emden.

8


Beeld van Fryslân

Bekendheid, bezoek en informatiebronnen

Figuur 3.6 Associaties Duitse respondenten met de Friezen

De Belgen ten slotte noemen juist weer vaker de taal (en dialect), af en toe ook gevolgd door het woord onverstaanbaar. Als het gaat om persoonlijke associaties voert positivisme de boventoon. Onder meer vriendelijk(heid), gezellig en gastvrij komen hier naar voren. Verder hebben de Belgen een keur aan gedachten bij de Friezen, variërend van schaatsen, de vlag tot ‘blonde’ mensen. Figuur 3.7 Associaties Belgische respondenten

3.4 Geholpen associaties met Fryslân Sterke of zwakke associaties? De respondenten is over in totaal 24 specifieke associaties gevraagd in hoeverre zij deze kunnen verbinden aan Fryslân (zie figuur 3.8 en 3.9). In de figuren is de ‘sterkte’ van de associatie weergeven op een schaal van zwak tot sterk, inclusief het percentage respondenten dat het moeilijk vond om tot een oordeel te komen (de categorie weet niet).

9


Beeld van Fryslân

Bekendheid, bezoek en informatiebronnen

Zowel de Nederlandse als de Belgische en Duitse respondenten hebben vooral ‘leisure’-associaties bij Fryslân: toerisme (80 procent associeert toerisme sterk met Fryslân), vrije tijd (71 procent sterk) en sport (64 procent) komen vaak naar voren. Daarnaast is landbouw een veelgehoorde associatie. Ook watertechnologie wordt door drievijfde (61 procent) van de Nederlandse respondenten met Fryslân geassocieerd. Figuur 3.8 Sterke of zwakke associaties bij Fryslân, Nederlandse respondenten Ambitie

18%

Menselijke maat

27%

11%

27%

Werkgelegenheid

22% 19%

26%

Sport

7%

Toerisme

6%

Vrije tijd

6%

Cultuur/kunst

6% 0%

28% 27%

25%

20%

19%

64%

9%

9%

80%

14%

9%

17%

6%

30%

6%

71%

22%

Watertechnologie

18%

23% 48%

Kennis/opleidingen

17%

29%

27%

Game-industrie

21%

45%

36%

Agrobusiness/life science

Landbouw

34%

29%

10% 35%

16%

15%

61%

12%

15%

70% 25%

11%

50% zwak

neutraal

sterk

75% weet niet

Andere sterke associaties vallen uiteen in ‘ruimtelijk’, zoals groen (83 procent associeert dit sterk met Fryslân), water en ruimte (beide 81 procent) en meer sociale associaties, zoals traditie (83 procent), identiteit (76 procent) en harmonie (62 procent). In het algemeen kan worden gezegd dat de respondenten Fryslân vooral wat meer met traditionele ‘waarden’, zoals identiteit, harmonie en traditie associëren. Meer economische associaties zoals werkgelegenheid, game-industrie en innovatie komen minder sterk naar voren. Hoewel het eerder genoemde watertechnologie en ook duurzame energie nog relatief vaak genoemd worden. Ten slotte valt op dat meer dan de helft (52 procent) Fryslân sterk associeert met bereikbaar(heid), terwijl dit bijvoorbeeld ook regelmatig als verbeterpunt wordt genoemd (zie paragraaf 5.4). In het algemeen hebben de Duitse en Belgische respondenten ook bij deze serie in dezelfde mate een bepaalde associatie als de Nederlanders. Dus bijvoorbeeld traditie, water en groen scoren hoog en game-industrie en werkgelegenheid lager.

10

100%


Beeld van Fryslân

Bekendheid, bezoek en informatiebronnen

Figuur 3.9 Sterke of zwakke associaties bij Fryslân, vervolg (alleen Nederlandse respondenten) Duurzame energie

9%

23%

Bereikbaar

42%

19%

20%

52%

Ruimte 3% 7% Eentonig

23%

4%

6%

Service

9%

Harmonie

6%

Groen Kwaliteit

19% 9%

76%

12%

83%

9%

26%

44%

17%

21%

62%

15%

83%

6%

0%

29% 81%

7%

Innovatie

9%

29%

8%

Traditie

9%

81%

Water 3% 7% Identiteit

26%

26%

8% 50%

22%

32% 25%

17% 21%

50% zwak

neutraal

sterk

25% 75%

weet niet

Fryslân wordt vooral gezien als bezoeklocatie De respondenten is bij een vijftal aspecten (ondernemen, studeren, werken, wonen en bezoeken) gevraagd deze te rangordenen naar de kracht van de associatie met Fryslân. Uit de resultaten blijkt dat men Fryslân vooral ziet als een gebied om te bezoeken (gemiddeld positie 1,3 van de 5), op afstand gevolgd door wonen (2,7), werken, ondernemen en studeren. Nederlandse respondenten associëren Fryslân wel vaker met wonen, de Belgen de Duitsers juist wat vaker met bezoeken. Bij de andere drie aspecten zijn de verschillen tussen de drie groepen klein.

3.5 Geholpen associaties met de Friezen zelf De respondenten zijn ook 22 tegenstellingen over de Friezen zelf voorgelegd. Net als bij de voorgaande vragen is in een drietrapsschaal weergegeven hoe men over de eigenschappen van Friezen denkt. Een leesvoorbeeld: van de Nederlandse respondenten ziet 28 procent de Friezen als ondernemend en 15 procent heeft vooral passief als associatie – de overige 57 procent zit er ‘tussenin’ (figuur 3.10). Uit de figuur komt naar voren dat men vooral een enigszins conservatief beeld bij de Friezen heeft: zo ziet ongeveer driekwart de Friezen als trots en nuchter en tweederde als traditioneel en dorps. De helft (50 procent) associeert Friezen met gastvrijheid, terwijl 12 procent deze associatie niet heeft. Bijna drievijfde (57 procent) van de Nederlanders beschouwt de Friezen eerder als gesloten dan als open.

11

100%


Beeld van Frysl창n

Bekendheid, bezoek en informatiebronnen

Figuur 3.10 Welke beelden heeft men bij de Friezen, Nederlandse respondenten ondernemend

28%

57%

15%

passief

gesloten

59%

29%

12%

open

stug

60%

28%

12%

flexibel

stads 6%

28%

gastvrij

66%

50%

nuchter

dorps

74%

modern

7%

onderdanig 5% bescheiden gemoedelijk tolerant

20%

19%

44%

<<<

24%

60%

neutraal

arrogant stijf

51%

40%

onveilig emotioneel

trots

42% 22%

ongastvrij

traditioneel

76%

39%

20%

7%

67%

32% 0%

20%

27%

28%

12%

38%

80%

onverdraagzaam 100%

>>>

Figuur 3.11 toont de volgende elf tegenstellingen om de Friezen te typeren. In deze rij valt op dat bijna driekwart (72 procent) de Friezen als echt (oer) typeren, in tegenstelling tot nep (wat 4 procent aangeeft). Bijna de helft (48 procent) van de Nederlandse respondenten beschouwt de Friezen als vriendelijk, 46 procent is hier neutraal over en 12 procent vindt de Friezen onvriendelijk. Verder worden de Friezen als overwegend betrouwbaar, eerlijk en hardwerkend gezien.

Bij de tegenstelling-associaties valt op dat de respondenten uit de Duitse grensdeelstaten wat vaker de meer positieve kant benadrukken. Zo zien zij de Friezen bijvoorbeeld als toleranter en gastvrijer en met name als minder stug dan de Nederlanders en in mindere mate de Belgen. Overigens is er steeds ook een vrij grote groep Duitsers en Belgen die het niet weet.

12


Beeld van Frysl창n

Bekendheid, bezoek en informatiebronnen

Figuur 3.11 Vervolg tegenstellingbeelden bij de Friezen, Nederlandse respondenten ambitieus vervelend

34% 9%

56% 46%

met passie

41% 63%

inspirerend innovatief

12%

onvriendelijk

12%

nep 4%

43%

40%

5%

21%

61%

36% 40%

60%

<<<

13

neutraal

gemeen oer/echt

72% 74%

20%

vriendelijk

30%

24%

betrouwbaar

behoudend

48%

64%

meegaand saai

26%

46%

hardwerkend

0%

9%

54%

eerlijk

vlak

18% 28%

21%

niet ambitieus prettig

45%

42%

eigenzinnig

10%

4%

lui

3% onbetrouwbaar

80%

100%

>>>


Beeld van Fryslân

Waardering van Fryslân

4. Waardering van Fryslân 4.1 Inleiding Uit de associaties die in hoofdstuk 3 aan bod kwamen valt het een en ander af te leiden over de beleving die men heeft bij Fryslân. Zegt dat ook iets over de waardering voor Fryslân in het algemeen? Is men (in Nederland) trots op Fryslân en voelt men zich verbonden? En hoe staat het met de absolute en relatieve aantrekkelijkheid van Fryslân voor bezoek, wonen, werken, studeren en ondernemen? Deze vragen komen in hoofdstuk 4 aan bod.

4.2 Algemeen oordeel over Fryslân Nederlanders oordelen het meest positief over Fryslân Bijna drievijfde (57 procent) van de Nederlanders oordeelt (zeer) positief over Fryslân, ruim een kwart (28 procent) is neutraal. Slechts een kleine groep (3 procent) is negatief. De verschillen in oordeel tussen de Duitsers uit de grensdeelstaten en de Belgen zijn klein. In beide gevallen is 38 procent van de respondenten positief, rond de 30 procent is neutraal. Ook voor deze respondentgroepen geldt dat slechts een klein deel negatief is. Dit komt deels omdat vrij grote aantallen (31 procent van de Duitse en 28 procent van de Belgische respondenten) geen oordeel hebben (figuur 4.1). Mannen oordelen positiever over Fryslân dan vrouwen. Figuur 4.1 Wat is uw algemene oordeel over Fryslân? (n=2.038) 100%

75%

12% 28%

30%

32%

38%

38%

Duitsland

België

28%

50%

25%

31%

57%

0% Nederland (zeer) positief

neutraal

(zeer) negatief

weet niet

Respondenten die in Fryslân zijn geweest oordelen een stuk positiever dan degenen die nog nooit een bezoek aan de provincie hebben gebracht. Van de eerste groep is tweederde (66 procent) positief over Fryslân en ruim een kwart (27 procent) neutraal. Slechts 2 procent is negatief. Dat aandeel is gelijk aan het percentage respondenten dat niet in Fryslân is geweest. Het verschil in positief oordeel (27 procent van degenen die niet in Fryslân zijn geweest oordelen positief) zit vooral in de grootte van de ‘weet niet’-categorie (zie figuur 4.2).

14


Beeld van Fryslân

Waardering van Fryslân

Figuur 4.2 Algemeen oordeel over Fryslân, uitgesplitst naar respondenten die wel en respondenten die niet in Fryslân zijn 100%

75%

5% 37%

27%

50%

34% 66%

25% 27% 0% geweest (n=936)

geweest.

(zeer) positief

niet geweest (n=1,007) neutraal

(zeer) negatief

weet niet

Meer trots dan verbondenheid Ruim een kwart (28 procent) van de Nederlandse respondenten7 zegt trots te zijn op Fryslân, een iets lager percentage (25 procent) is niet trots. Bijna de helft (47 procent) weet dit niet. Mensen die in Fryslân wonen zijn – niet geheel onlogisch – veel vaker trots (in 90 procent van de gevallen). Respondenten die nooit in Fryslân zijn geweest zijn minder vaak trots (in 10 procent van de gevallen). Figuur 4.3 Bent u trots op Fryslân? (n=1.028) Ja 28%

Weet niet 47%

Nee 25%

Een vijfde (20 procent) van de Nederlandse respondenten zegt zich verbonden te voelen met Fryslân, bijna zeven op de tien (68 procent) voelt geen verbondenheid met Fryslân. De resterende 12 procent weet dit niet. Ook hier geldt dat inwoners zich een veel vaker verbonden voelen met Fryslân (80 procent). Van de respondenten die dit jaar nog in Fryslân zijn geweest voelt ruim een kwart (28 procent) zich verbonden met de provincie, onder degenen die er ooit wel eens zijn geweest is dit 11 procent en onder mensen die nog nooit in Fryslân zijn geweest 4 procent.

7

Deze vraag (alsmede de vraag naar verbondenheid) is niet voorgelegd aan Duitse en Belgische respondenten.

15


Beeld van Fryslân

Waardering van Fryslân

Figuur 4.4 Voelt u zich verbonden met Fryslân? (n=1.028) Ja 20%

Weet niet 12%

Nee 68%

4.3 Specifieke aantrekkelijkheid van Fryslân Bezoeken het meest aantrekkelijk Viervijfde (81 procent) van de Nederlanders ziet Fryslân als een aantrekkelijk gebied om te bezoeken (figuur 4.5). Onder de Duitsers uit de grensdeelstaten is dit 78 procent en van de Belgen ziet 71 procent Fryslân als een aantrekkelijk bezoekgebied. De overige aspecten doen het duidelijk minder goed (met wonen wel al positieve uitschieter). Opvallend is dat de Duitsers Fryslân aantrekkelijker vinden om te wonen, te werken en te ondernemen dan de Nederlanders en de Belgen. Respondenten die wel eens in Fryslân zijn geweest oordelen overigens positiever over allevijf de behandelde aspecten. Figuur 4.5 Vindt u Fryslân een aantrekkelijk gebied om te … 100% 81% 78% 75%

71%

50%

38% 32% 21%

25%

15%

20% 12%

14% 16% 12%

15% 15%

12%

0% bezoeken

wonen

werken Nederland

Duitsland

ondernemen

studeren

België

Minder aantrekkelijk want …. Desgevraagd vinden de respondenten Fryslân meestal te ver of te afgelegen om te wonen. Een enkeling lijkt het ook saai. Ook degenen die Fryslân niet zouden willen bezoeken noemen de rust en ‘saai’ als redenen hiervoor. De meest genoemde redenen om er niet te willen werken, studeren of ondernemen zijn dat men al een baan heeft, een studie heeft afgerond of geen ondernemer is. Daarnaast geven meerdere respondenten aan dat ze denken dat Fryslân te weinig mogelijkheden biedt om te studeren, te ondernemen of te werken. Aantrekkelijk want ….

16


Beeld van Fryslân

Waardering van Fryslân

De respondenten vinden Fryslân vooral aantrekkelijk om te bezoeken vanwege de Friese meren en de Waddeneilanden. Ook het groen en de rust worden regelmatig genoemd. De Duitse en Belgische respondenten noemen wat vaker de natuur en het landschap als unieke kwaliteiten. De rust en gemoedelijkheid worden ook regelmatig als aantrekkelijke zaken om in Fryslân te wonen en/of te werken genoemd. Respondenten die Fryslân aantrekkelijk vinden om te ondernemen zien er goede mogelijkheden om een bedrijf te vestigen. Ook het arbeidsethos van de Friese beroepsbevolking wordt een aantal keren genoemd, met daarnaast ook de rust (ook in de vorm van geen files). Er wordt soms een bedrijfstak genoemd; de innovatie in de glastuinbouw heeft voor een respondent aantrekkingskracht om in Fryslân te ondernemen. Ook de scheepsbouw en windenergie worden genoemd. De Friese aantrekkingskracht op studiegebied zit hem ten slotte vooral in Leeuwarden als studentenstad, de goede studievoorzieningen en de kleinere schaal van Leeuwarden in vergelijking met bijvoorbeeld Utrecht. Duitsers geven de hoogste rapportcijfers Ook uitgedrukt in rapportcijfers wordt Fryslân het meest aantrekkelijk gevonden om te bezoeken in vergelijking tot de overige aspecten. De verschillen tussen de drie nationaliteiten zijn klein (figuur 4.6). De Duitse respondenten vinden Fryslân opnieuw aantrekkelijker om te wonen en te werken dan de Nederlanders en de Belgen. Voor het wonen in Fryslân geven de Duitsers een 6,0. Onder de Nederlanders en de Belgen is dit respectievelijk een 5,3 en een 5,1. Voor de mogelijkheden om in Fryslân te werken geven de Duitsers een 5,2. Bij de andere respondenten ligt dit cijfer onder de 5.0. Respondenten die in Fryslân wonen oordelen positiever over alle aspecten. Men geeft bijvoorbeeld een 8,5 voor het wonen in Fryslân, terwijl dit gemiddelde onder alle Nederlanders op een 5,3 ligt. Figuur 4.6 Kunt u in een rapportcijfer aangeven hoe aantrekkelijk u Fryslân vindt als gebied om te.. (n=2.028) 7,8 7,8 7,7

bezoeken (recreatief) 5,1

wonen

6,0

5,3 4,5

werken

4,7

5,2

4,4 4,8 4,4

ondernemen

4,3 4,5 4,4

studeren 0

1

2

3

4 Nederland

5

6

Duitsland

7

8

9

10

België

Fryslân ook relatief aantrekkelijk om te bezoeken Om deze resultaten voor Fryslân in perspectief te plaatsen is de Nederlandse respondenten gevraagd om ook enkele andere provincies op de vijf aspecten te beoordelen (tabel 4.2).

17


Beeld van Fryslân

Waardering van Fryslân

Ofschoon de cijfers niet exact vergelijkbaar zijn (Fryslân werd immers eerst apart beoordeeld en niet in de context van de andere gebieden) komt Fryslân wel opvallend goed uit de bus als een aantrekkelijk gebied om te bezoeken. Alleen Limburg komt met een 7,1 in de buurt. Zeeland krijgt een 6,7. Als het gaat om wonen wordt Fryslân lager beoordeeld dan de Randstad en Limburg, maar ligt het cijfer hoger dan voor het naburige Groningen. De Randstad is voor de respondenten het meest aantrekkelijk gebied om te werken, Fryslân heeft samen met Groningen en Zeeland het laagste cijfer. Fryslân krijgt relatief ook lage cijfers als het gaat om ondernemen en studeren. In beide gevallen wordt de Randstad het beste beoordeeld. Ook Groningen krijgt een relatief hoog cijfer voor studeren (5,7). Tabel 4.2 Kunt u ook voor de volgende (combinatie van) provincies rapportcijfers geven voor de vijf verschillende activiteiten? (n=827 tot n=847) bezoeken

wonen

werken

ondernemen

studeren

Groningen

6,1

4,9

4,7

4,7

5,7

Drenthe

6,6

5,4

4,9

4,7

4,4

Overijssel

6,3

5,4

5,1

5,0

4,8

Limburg

7,1

5,8

5,3

5,1

5,2

Zeeland

6,7

5,3

4,9

4,8

4,4

Randstad (NH-ZH-Utrecht)

6,2

5,9

6,3

6,2

6,5

Fryslân (Nederlandse respons)

7,7

5,3

4,7

4,4

4,4

18


Beeld van Fryslân

Gedragsintentie

5. Gedragsintentie 5.1 Inleiding In hoeverre zijn de respondenten daadwerkelijk van plan om bijvoorbeeld Fryslân te bezoeken, of om zich er eventueel te vestigen? Kan met verbeterpunten noemen voor Fryslân? Deze vragen komen in dit laatste hoofdstuk aan de orde.

5.2 Gedragsintentie Bijna een kwart (22 procent) van de Nederlandse respondenten is van plan om Fryslân het komende jaar te gaan bezoeken, bijna de helft (45 procent) wil dit misschien gaan doen (figuur 5.1). Onder de Duitsers uit de grensdeelstaten en Belgische respondenten ligt het bezoekpercentage met 9 en 5 procent lager. Maar ook van deze groepen zegt een aanzienlijk percentage (respectievelijk 44 en 50 procent) van plan te zijn om misschien naar Fryslân te gaan. Tussen de 19 en de 30 procent van de respondenten heeft geen intentie om Fryslân te gaan bezoeken en ongeveer een vijfde weet dit (nog) niet. Bezoekers die al eens in Fryslân zijn geweest geven in meer dan de helft van de gevallen (53 procent) aan dat ze dit jaar nog een bezoek zullen gaan brengen aan de provincie. Figuur 5.1 Bent u van plan om Fryslân het komende jaar (recreatief) te bezoeken? (n=1969) 100% 15% 75%

15%

22%

19%

30%

25% 50%

45% 44%

25% 22% 0% Nederland Ja

50%

9%

5%

Duitsland

België

Misschien

Nee

Weet niet

De verhuisintentie van de respondenten naar Fryslân is niet groot. Slechts een enkeling is van plan om naar Fryslân te verhuizen, tussen de 3 en 7 procent zegt dit misschien te gaan doen. Tenminste 81 procent van de respondenten heeft geen verhuisplannen.

19


Beeld van Fryslân

Gedragsintentie

Figuur 5.2 Bent u van plan om naar Fryslân te verhuizen in de komende jaren? (n=1.969) 100%

6%

11%

5%

87%

81%

91%

6%

7%

3%

Nederland

Duitsland

België

75%

50%

25%

0%

Ja

Misschien

Nee

Weet niet

Aan de studenten uit het respondentbestand (ongeveer 7 procent van het totaal – voorzichtigheid bij de interpretatie is gezien de kleine aantallen op zijn plaats) is gevraagd in hoeverre zij van plan zijn om in Fryslân te gaan studeren. Van de Nederlandse studenten zegt een op de zes (15 procent) van plan te zijn een studie in Fryslân te gaan volgen. Van de Duitse studenten zegt een deel dit al te gaan doen. Het gaat echter om kleine aantallen (2 van de 32). Tien procent van de Duitse studenten wil misschien in Fryslân gaan studeren, onder de Belgen is dit 5 procent. Figuur 5.3 Bent u van plan om in Fryslân te gaan studeren in de komende jaren? (n=124) 100%

75%

50%

81%

78%

90%

15%

10% 6%

5%

Nederland

Duitsland

België

25%

0%

Ja

Misschien

Nee

Ik studeer al in Fryslân

Weet niet

5.3 Ondernemen in Fryslân? Ongeveer een op de tien respondenten is ondernemer of bedrijfseigenaar (figuur 5.4).

20


Beeld van Fryslân

Gedragsintentie

Figuur 5.4 Bent u ondernemer of (mede)eigenaar van een bedrijf? (n=2.038) 100%

75% 89%

90%

91%

11%

10%

9%

Nederland

Duitsland

België

50%

25%

0%

Ja

Nee

Meer dan de helft (53 procent) van de Nederlandse bedrijfseigenaren is actief als zzp-er. Onder de Duitsers en de Belgen is dit respectievelijk 40 en 38 procent. In het algemeen zijn de bedrijven klein: (meer) dan driekwart bestaat uit maximaal vier werkzame personen. Een klein deel van de Nederlandse bedrijfseigenaren (4 procent) is van plan om in Fryslân te gaan ondernemen, een kwart (25 procent) zegt dit misschien van plan te zijn 8. Van de Duitsers is dit 12 procent. Toch 2 procent van de Belgische bedrijfseigenaren is van plan een onderneming in Fryslân te vestigen, een vijfde (21 procent) misschien (figuur 5.4). Ook hier gaat het om een relatief klein aantal waarnemingen hetgeen noopt tot voorzichtige interpretatie. Ondernemers die wel eens in Fryslân zijn geweest zijn vaker van plan om er te gaan ondernemen. Figuur 5.4 Bent u van plan om in Fryslân te gaan ondernemen in de komende jaren? (n=207) 100%

3%

7%

10%

75% 66%

67%

81%

50%

25% 25%

21% 12%

4%

0%

Nederland Ja

Misschien

2%

Duitsland Nee

Ik onderneem al in Fryslân

België Weet niet

5.4 Verbeterpunten Fryslân Bij de slotvraag van het onderzoek konden de respondenten aangeven of zij verbetersuggesties hebben van of voor Fryslân. De door de Nederlanders genoemde punten vallen in twee categorieën uiteen: economische en

8

Ondernemers uit de sectoren Groothandel en Overige zakelijke dienstverlening lijken hierbij wat oververtegenwoordigd te zijn.

21


Beeld van Fryslân

Gedragsintentie

sociale aspecten. Onder economische aspecten worden onder meer de bereikbaarheid (zowel in het algemeen als per openbaar vervoer) en meer werkgelegenheid genoemd. Onder de sociale aspecten komt onder meer de taal een paar keer naar voren, die niet voor iedereen te verstaan is. Ook wordt hier ingegaan op de ‘volksaard’ van de Friezen, die wel wat ‘opener’ en ‘minder stug’ zou kunnen. De Duitse respondenten hebben minder suggesties, wat vooral komt doordat ze het gebied niet altijd kennen. Een hiermee samenhangend verbeterpunt vanuit de Duitse respondenten is dan ook het meer promoten en reclame maken voor Fryslân en meer informatievoorziening over bijvoorbeeld toeristische attracties en overnachtingsmogelijkheden. De Belgen noemen ten slotte ook regelmatig de bereikbaarheid als een aandachtspunt voor Fryslân en – net als de Duitsers uit de grensdeelstaten – het meer promoten van en reclame maken voor Fryslân, met name op het gebied van toerisme. Ook wordt af en toe ‘moderner’ worden genoemd. Het is opvallend dat de Belgen eigenlijk niets zeggen over de Friese taal, die vaak als (niet louter positieve associatie) terugkwam.

22


Beeld van Frysl창n

Bijlagen

Bijlagen

23


Beeld van Fryslân

Bijlagen

Bijlage 1. Achtergrondgegevens respondenten Weergegeven zijn de gewogen percentages en de ongewogen aantallen. Tabel 1 Leeftijd respondenten (n=2.038) Nederland

Duitsland

België

tot 29 jaar

18%

16%

23%

30-54 jaar

47%

56%

52%

55-69 jaar

30%

26%

25%

70 jaar of ouder

5%

2%

0%

Tabel 2 Geslacht (n=2.038) Nederland

Duitsland

België

man

50%

51%

50%

vrouw

50%

49%

50%

Tabel 3 Opleidingsniveau (n=2.038) Nederland

Duitsland

België

lagere opleiding

6%

4%

5%

middelbare opleiding

51%

55%

45%

hogere opleiding

41%

33%

50%

weet niet/geen antwoord

3%

8%

1%

Tabel 4 Woonsituatie (n=2.038) Nederland

Duitsland

België

ik woon alleen

23%

26%

19%

ik woon alleen (zonder partner) met kinderen

5%

5%

6%

ik ben gehuwd / woon samen zonder thuiswonende kinderen

35%

34%

33%

ik ben gehuwd / woon samen met thuiswonende kinderen

27%

27%

31%

ik woon bij mijn ouder(s) / verzorger(s)

6%

5%

10%

anders

4%

4%

1%

24


Beeld van Fryslân

Bijlagen

Tabel 5 Inkomensniveau huishouden Nederland

Duitsland

België

laag inkomen

16%

24%

13%

gemiddeld inkomen

57%

60%

65%

hoog inkomen

13%

8%

13%

weet niet/geen antwoord

13%

8%

9%

Tabel 6 In welke beroepssector bent u werkzaam of werkzaam geweest? (n=2.038) Nederland

Duitsland

België

landbouw

1%

0%

0%

industrie

6%

9%

9%

bouwnijverheid

3%

3%

3%

detailhandel

5%

9%

2%

groothandel

3%

3%

3%

horeca

3%

3%

3%

transport

5%

4%

5%

informatie en communicatie

6%

4%

7%

financiële instellingen

3%

3%

3%

overige zakelijke dienstverlening

7%

9%

4%

openbaar bestuur

2%

7%

9%

onderwijs

5%

4%

7%

gezondheids,- welzijnszorg

15%

10%

10%

milieu en overige dienstverlening

2%

2%

1%

anders

18%

17%

14%

niet van toepassing

16%

15%

18%

Tabel 7 Voor de Duitsers: in welk Bundesland woont u? (n=500) Niedersachsen

31%

Nordrhein-Westfalen

69%

25


Beeld van Fryslân

Bijlagen

Bijlage 2. Exploratieve analyses naar effecten achtergrondkenmerken Geslacht Mannen kennen Fryslân vaker (in 54 procent van de gevallen) dan vrouwen (47 procent). Ook bij de respondenten uit de Duitse grensdeelstaten en Belgische respondenten is dit verschil zichtbaar. Nederlandse mannen zijn ook vaker in Fryslân geweest (28 procent) dan Nederlandse vrouwen (21 procent). Hoewel de verschillen klein zijn geven Duitse vrouwen vaker aan in Fryslân te zijn geweest dan Duitse mannen. Mannelijke respondenten oordelen positiever over Fryslân dan de vrouwen. Onder Nederlanders is dit verschil het grootst. Van de mannen is ruim drievijfde (62 procent) (zeer) positief over Fryslân. Onder vrouwen is dit iets meer dan de helft (52 procent). Wellicht heeft dit er mee te maken dat mannen Fryslân ook vaker meer dan alleen als bezoeklocatie zien, maar ook vaker aangeven er wel te willen werken, ondernemen of studeren. Onder de Duitse respondenten zijn de verschillen in waardering tussen mannen en vrouwen het kleinst (respectievelijk 39 en 37 procent is positief over Fryslân). Onder de Belgische mannen is 43 procent (zeer) positief, onder de vrouwen is dit 34 procent. Er zijn geen grote verschillen tussen mannen en vrouwen als het gaat om trots op en verbondenheid met Fryslân. Een opvallend verschil is dat Nederlandse mannen Fryslân een hoger rapportcijfer geven als het gaat om wonen (5,5) dan vrouwen (5,0), terwijl dit onder de Duitsers andersom is (vrouwen geven een 6,1 en mannen een 5,9). Bij alle waarderings- en bezoekcijfers van de Duitse respondenten (uit de grensregio’s) moet er echter rekening mee worden gehouden dat de Duitsers – wellicht onbewust – het Duitse Oost-Friesland in gedachten houden. Mannen zijn vaker van plan om Fryslân te gaan bezoeken dan vrouwen (onder Nederlanders respectievelijk 24 en 19 procent). Leeftijd Categorieën:  jonger dan 30  30-54 jaar  55-69 jaar  70 jaar en ouder Onder de buitenlandse respondenten is Fryslân het meest bekend in de groep van 55 tot en met 69 jaar (rond de 10 procent). Van de Nederlanders valt op dat de jongste groep het vaakst zegt de naam Fryslân te kennen (53 procent). Dit percentage loopt af tot 42 procent bekendheid onder de 70-plussers. De oudste respondenten uit Nederland zijn het minst vaak in Fryslân geweest (19 procent). Onder de andere groepen ligt dit percentage op tenminste 23 procent. Naarmate men ouder wordt is het oordeel over Fryslân onder de Nederlandse respondenten positiever. Onder de jongeren is de helft (52 procent) positief. Dit stijgt via percentages van 55 en 61 procent door naar tweederde (67 procent) onder de oudste respondentgroep.

26


Beeld van Fryslân

Bijlagen

Het grootste verschil tussen de leeftijdsgroepen is zichtbaar als het gaat om de trots op Fryslân. Onder de jongeren is 17 procent trots, in de middengroep van 30 tot en met 54 is dit met 26 procent al een stuk hoger. De 55- tot 69-jarigen zijn in 35 procent van de gevallen trots en van de oudste groep is dit bijna tweevijfde (39 procent). Hetzelfde patroon is zichtbaar bij de verbondenheid die de respondenten met Fryslân voelen, de verschillen zijn echter kleiner: onder de jongste respondenten voelt 14 procent zich verbonden met Fryslân, onder de 70-plussers is dit met 28 procent het dubbele9. De jongeren vinden Fryslân het meest aantrekkelijk om te werken (door 20 procent genoemd), onder de groep tussen de 30 en 54 is dit 15 procent en in beide oudste respondentgroepen 12 procent. Met name de groep tussen de 55 en 69 jaar is van plan het komend jaar Fryslân te bezoeken, dit geldt voor alle nationaliteiten. De jongeren hebben dit voornemen het minst vaak. Opleidingsniveau Categorieën:  laag  gemiddeld  hoog Naarmate het opleidingsniveau stijgt neemt de bekendheid van Fryslân toe. Onder lager opgeleiden is de bekendheid 39 procent en onder de hoger opgeleiden 54 procent. Van de hoger opgeleiden is drie op de tien (29 procent) het afgelopen jaar nog in Fryslân geweest, van de middelbaar opgeleiden 23 procent en bij de lager opgeleiden is dit 11 procent. Onder de Nederlandse en Belgische respondenten geldt: hoe hoger opgeleid hoe positiever men oordeelt over Fryslân. Onder de Duitse respondenten is het zo dat de middelbaar opgeleiden een stuk minder positief oordelen (35 procent) terwijl dit onder de lagere en de hoger opgeleide Duitsers rond de 44 procent ligt. De Nederlanders met een middelbare opleiding zijn het meest trots op Fryslân (29 procent), onder hoger opgeleiden is dit 28 procent en de laagst opgeleide groep 25 procent. De verbondenheid met Fryslân is onder hoger opgeleiden het hoogst (23 procent), onder middelbaar opgeleiden is dit 19 procent en lager opgeleiden 11 procent. Onder alle drie de respondentgroepen geldt dat: naarmate men hoger is opgeleid Fryslân aantrekkelijker wordt gevonden als bezoeklocatie. Verder valt op dat de helft (50 procent) van de laag opgeleide Duitsers Fryslân als aantrekkelijk woongebied ziet. Maar dat kan dus te maken hebben met het Duitse Oost-Friesland. Van de Nederlandse hoger opgeleiden is meer dan een kwart (28 procent) van plan om het komende jaar Fryslân te bezoeken. Onder de andere twee opleidingsniveaus ligt dit voornemen zo’n 10 procentpunt lager.

Inkomen Categorieën:  laag  gemiddeld  hoog

9

Vergelijk ook de resultaten van ‘ Het imago van Friesland - volgens de Friezen zelf!’ Vraaghetdevries.nl – april 2010.

27


Beeld van Fryslân

Bijlagen

Voor Nederlanders geldt: hoe hoger het inkomen, des te bekender Fryslân is. Bij de andere nationaliteiten is Fryslân het bekendst onder de middeninkomens Nederlandse en Duitse hoge inkomens zijn verreweg het vaakst in Fryslân geweest. Onder de Nederlanders met een hoog inkomen is dit 41 procent, onder de middeninkomens 25 procent en onder de lagere inkomens 14 procent. Het oordeel over Fryslân is onder de drie respondentgroepen het meest positief onder mensen met een gemiddeld inkomen. Nederlanders met een gemiddeld inkomen zijn het vaakst trots op Fryslân (31 procent), onder hoge inkomens is dit 29 procent en bij de lage inkomens 25 procent. De verbondenheid met Fryslân is onder hoge inkomens juist weer het hoogst (met 27 procent). Onder de gemiddelde en de lage inkomens is dit respectievelijk 15 en 21 procent. Hogere inkomens vinden Fryslân het meest aantrekkelijk om te wonen en te bezoeken. Bij de Duitse respondenten zijn dit juist de middeninkomens.

28


Beeld van Fryslân

Bijlagen

Bijlage 3. Vragenlijst Onderzoek merk Fryslân Bij de vragen is in blauw aangegeven aan welke van de drie respondentgroepen (Nederlandse, Duitse en Belgische respondenten) de vragen zijn gesteld. Welkom bij het onderzoek over het merk Fryslân. Uitleg bij het invullen van de vragenlijst  Bij de meeste vragen is slechts één antwoord mogelijk. U kunt het hokje van uw keuze aanvinken.  Bij enkele vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk. Dit staat bij de vraag aangegeven. U mag hier dus meer dan één hokje aanvinken.  Op basis van de gegeven antwoorden is het mogelijk dat bepaalde vragen automatisch overgeslagen worden.  Vergeet niet een vinkje te plaatsen als u een antwoord met een tekstvak kiest. Als u geen vinkje zet krijgt u een foutmelding.  Ook als u een vraag niet op de juiste manier invult, krijgt u een foutmelding. Met de knoppen onderaan kunt u vooruit en terug in de vragenlijst. U kunt dus nog wijzigingen aanbrengen. Gebruik voor het vooruit- en teruggaan alleen de knoppen onderaan de vragenlijst en niet de knoppen van uw browser, om te voorkomen dat uw antwoorden verloren gaan. Vul de enquête bij voorkeur in één keer in. Maar als u tussendoor toch even iets anders moet doen, dan kunt u op een later moment verder vanaf de vraag waar u gebleven was. Sluit daarvoor de enquête af en log na minimaal 10 minuten opnieuw in. Wij danken u alvast hartelijk voor het invullen van de vragenlijst! Vanzelfsprekend zullen uw antwoorden anoniem verwerkt worden. Klik op">>>" om naar de eerste vraag te gaan.

Als eerste willen we u graag een aantal vragen stellen over uw bekendheid met Fryslân

29


Beeld van Fryslân

1.

Bijlagen

Kende u (voordat u voor dit onderzoek werd uitgenodigd) Fryslân, al is het maar van naam? NL + DU + BE  Ja  Nee

Fryslân is de Friese naam voor de Nederlandse provincie Friesland. Op het kaartje hieronder ziet u de ligging van Fryslân binnen Nederland. In het vervolg van deze enquête zullen we de naam Fryslân blijven gebruiken.

2. In welke provincie woont u? NL  Groningen 

Fryslân

Drenthe

Overijssel

Flevoland

Gelderland

Utrecht

Noord-Holland

Zuid-Holland

Zeeland

Noord-Brabant

Limburg

3.

Indien woonachtig in Fryslân Bent u in Fryslân geboren? NL

30


Beeld van Fryslân

Bijlagen

 Ja, ik ben er geboren  Nee

4.

Indien niet woonachtig in Fryslân Bent u in Fryslân geboren of heeft u er ooit gewoond? NL  Ja, ik ben er geboren  Ja, ik heb er ooit gewoond maar ben er niet geboren  Nee

Indien niet woonachtig in Fryslân of antwoord vraag 4 = 3: 5. Bent u wel eens in Fryslân geweest? NL + DU + BE  Ja, in het afgelopen jaar  Ja, maar niet in het afgelopen jaar  Nee (ga door naar vraag 8) Indien niet woonachtig in Fryslân 6. Hoe vaak komt u ongeveer in Fryslân? NL + DU + BE  Minder dan 1 keer per jaar  1 keer per jaar  2/3 keer per jaar  4/11 keer per jaar  Maandelijks  Wekelijks  Dagelijks Indien niet woonachtig in Fryslân 7. Wat was de reden van uw laatste bezoek aan Fryslân? NL + DU + BE  Meerdaagse vakantie  Dagtocht (recreatief)  Familiebezoek  Werk  Anders, namelijk: ______________________ Indien niet woonachtig in Fryslân 8. Via welke kanalen/media heeft u wel eens iets gehoord of gelezen over Fryslân? NL + DU + BE (meerdere antwoorden mogelijk)  Internet: websites over Fryslân  Internet: lokale/regionale nieuwssite (v.b. regionale krant)  Internet: landelijke nieuwssite (v.b. landelijk krant, NOS, nu.nl)  Internet: Social networks (v.b. Hyves, Twitter, Facebook)  Internet: andere websites, namelijk: ______________________________  via lokale/regionale gedrukte media (huis-aan-huis krant, regionale krant of weekblad)  via landelijke gedrukte media (kranten, tijdschriften)  via lokale/regionale radio of TV  via landelijke radio of TV  Van horen zeggen via vrienden  Van horen zeggen via familie  Van horen zeggen via collega’s  Van horen zeggen via: __________________________________  Anders, namelijk: __________________________________  Weet niet We zijn benieuwd naar uw spontane beelden over Fryslân.

31


Beeld van Fryslân

9.

Bijlagen

Wat komt er als eerste in u op wanneer u aan Fryslân denkt? NL + DU + BE

Ik heb geen beeld van Fryslân

10. Wat komt er als eerste in u op wanneer u aan de inwoners van Fryslân – de Friezen denkt? NL + DU + BE

Ik heb geen beeld van Friezen

11. Kunt u een evenement noemen dat in Fryslân wordt gehouden? NL + DU + BE

Ik ken geen evenement in Fryslân

12. Waar denk u bij Fryslân als eerste aan: ondernemen, studeren, werken, wonen of bezoeken? En waar denkt u vervolgens als eerste aan etc. Zet een 1 bij het aspect waar u het eerst aan denkt, een 2 bij het aspect waar u daarna het eerst aan denkt etc. NL + DU + BE 

ondernemen

studeren

werken

wonen

bezoeken (recreatief)

13. Wat is uw algemene oordeel over Fryslân? NL + DU + BE  zeer positief 

positief

niet positief / niet negatief

negatief

zeer negatief

weet niet

14. Bent u trots op Fryslân? NL  ja  nee  weet niet 15. Voelt u zich verbonden met Fryslân? NL  ja

32


Beeld van Fryslân

Bijlagen

 nee  weet niet De provincie Fryslân heeft I&O Research gevraagd om een onderzoek te houden naar het beeld dat Nederlanders, Duitsers en Vlamingen op dit moment hebben van Fryslân en de inwoners van deze provincie. De resultaten van het onderzoek worden gebruikt om de communicatie over Fryslân (verder) te optimaliseren.

We willen graag weten wat voor u sterke of zwakke associaties zijn met het begrip Fryslân. Daarna vragen we naar uw beeld van de inwoners van Fryslân 16. We vragen om twee keer voor 12 mogelijke associaties aan te geven of u dit voor u momenteel een zwakke of juist een sterke associatie met Fryslân is (of ergens tussen zwak en sterk in). NL + DU + BE We geven eerst twee voorbeelden: in deze voorbeelden geeft iemand aan dat hij/zij ‘Bergen’ relatief zwak met Fryslân associeert en Elfstedentocht juist sterk. weet niet Zwak Sterk a

Bergen

×

b

Elfstedentocht

×

De eerste 12 associaties met Fryslân: Zwak

Sterk

weet niet

1

Landbouw

2

Watertechnologie

3

Cultuur/kunst

4

Vrije tijd

5

Toerisme

6

Sport

7

Kennis/opleidingen

8

Game-industrie

9

Agrobusiness/life science

10

Werkgelegenheid

11

Overzichtelijk

12

Ambitie

33


Beeld van Fryslân

Bijlagen

De volgende 12 associaties met Fryslân: Zwak

Sterk

weet niet

1

Innovatie

2

Kwaliteit

3

Groen

4

Harmonie

5

Service

6

Traditie

7

Identiteit

8

Water

9

Eentonig

10

Ruimte

11

Bereikbaar

12

Duurzame energie

17. Welk beeld heeft u van de inwoners van Fryslân – de Friezen? We vragen u om 2 keer voor 11 tegenstellingen aan te geven in welke mate u de uitersten op inwoners van Fryslân van toepassing vindt? NL + DU + BE We geven eerst een voorbeeld: in dit voorbeeld geeft iemand aan dat hij/zij ‘blond haar’ wat meer van toepassing vindt op inwoners van Fryslân dan ‘donker haar’. a

donker haar

×

blond haar

Weet niet 

onverdraagzaam stijf arrogant trots traditioneel emotioneel ongastvrij dorps flexibel open passief

Weet niet           

De eerste 11 tegenstellingen over de Friezen: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

tolerant gemoedelijk bescheiden onderdanig modern nuchter gastvrij stads stug gesloten ondernemend

          

          

34

          

          

          


Beeld van Fryslân

Bijlagen

De volgende 11 tegenstellingen over de Friezen: 1 betrouwbaar  2 hardwerkend  3 nep  4 eerlijk  5 onvriendelijk  6 innovatief  7 inspirerend  8 eigenzinnig  9 met passie  10 vervelend  11 ambitieus 

          

          

          

          

onbetrouwbaar lui oer/echt gemeen vriendelijk behoudend saai meegaand vlak prettig niet ambitieus

          

Graag willen we van u weten of u Fryslân in zijn algemeenheid een aantrekkelijk gebied vindt voor een aantal activiteiten en bij een vervolgvraag waarom u dat vindt. 18. Vindt u Fryslân een aantrekkelijk gebied om te…..? NL + DU + BE Ja

Nee

Weet niet

1

…bezoeken (recreatief)

2

…wonen (denk bijvoorbeeld aan beschikbare huizen, woonkosten, woonomgeving, landschap, veiligheid, natuur, recreatie , familie)

3

…werken (denk bijvoorbeeld aan werkgelegenheid, geschikte vacatures, collega’s, opleidingseisen, woonomgeving)

4

…ondernemen (denk bijvoorbeeld aan arbeidsethos, investeringsmogelijkheden, afstand, samenwerkingsmogelijkheden andere bedrijven, dienstverlening, etc.)

5

…studeren (denk bijvoorbeeld aan opleidingsmogelijkheden, kosten, familie, sfeer, excellence, werk, stages, etc)

Indien een ‘ja’ of ‘nee’ bij 1 t/m 5 19. Waarom vindt u Fryslân een/geen aantrekkelijke gebied om (recreatief) te bezoeken? ‘’ te wonen? ‘’ te werken? ‘’ te ondernemen? ‘’ te studeren? Open vraag met aanvinkmogelijkheid ‘weet niet’ NL + DU + BE

35


Beeld van Fryslân

Bijlagen

20. Kunt u in een rapportcijfer (1= kan niet lager – 10 = kan niet hoger) aangeven hoe aantrekkelijk u Fryslân vindt als gebied om te? (alleen hele cijfers) NL + DU + BE Cijfer Fryslân

Weet niet

1

bezoeken (recreatief)

2

wonen

3

werken

4

ondernemen

5

studeren

21. Kunt u ook voor de volgende (combinatie van) provincies rapportcijfers geven voor de vijf verschillende activiteiten? NL Groningen

1

bezoeken (recreatief)

2

wonen

3

werken

4

ondernemen

5

studeren

Drenthe

Overijssel

Limburg

Zeeland

Randstad (NH + ZH + Utrecht)

Graag willen we nog van u weten of u plannen heeft met betrekking tot Fryslân en of u verbeterpunten voor Fryslân kunt noemen

22. Bent u van plan om Fryslân het komende jaar (recreatief) te bezoeken? NL + DU + BE  Ja  Misschien  Nee  Weet niet 23. Bent u van plan om naar Fryslân te verhuizen in de komende jaren? NL + DU + BE  Ja  Misschien  Nee  Weet niet 24. Bent u (voltijds) student? NL + DU + BE  Ja  Nee (ga door naar 27)

36


Beeld van Fryslân

Bijlagen

Indien student 25. Bent u van plan om in Fryslân te gaan studeren in de komende jaren? NL + DU + BE  Ja  Misschien  Nee  Ik studeer al in Fryslân  Weet niet 26. Bent u ondernemer ((mede-)eigenaar van een bedrijf)? NL + DU + BE  Ja  Nee (ga door naar 30) 27. Hoe groot is uw bedrijf wat betreft het aantal werkzame personen?  1 werkzame persoon 

2 t/m 4 werkzame personen

5 t/m 9 werkzame personen

10 t/m 19 werkzame personen

20 t/m 49 werkzame personen

50 t/m 99 werkzame personen

100 t/m 199 werkzame personen

200 t/m 499 werkzame personen

meer dan 500 werkzame persoon

geen antwoord

Indien ondernemer 28. Bent u van plan om in Fryslân te gaan ondernemen in de komende jaren? NL + DU + BE  Ja  Misschien  Nee  Ik onderneem al in Fryslân  Weet niet 29. Kunt u een verbeterpunt noemen van of voor Fryslân ? NL + DU + BE

Ik ken geen verbeterpunt voor Fryslân

Achtergrondvragen 30. Wat is uw geboortejaar? NL + DU + BE

31. Wat bent u? NL + DU + BE  Man  Vrouw

37


Beeld van Fryslân

Bijlagen

32. In welk Bundesland woont u? DU  Niedersachsen  Nordrhein-Westfalen 33. Heeft u een lagere opleiding, een middelbare opleiding of een hogere opleiding genoten? NL + DU + BE  Lagere opleiding  Middelbare opleiding  Hogere opleiding  Weet niet/geen antwoord 34. Hoe woont u? NL + DU + BE  ik woon alleen 

ik woon alleen (zonder partner) met kinderen

ik ben gehuwd / woon samen zonder thuiswonende kinderen

ik ben gehuwd / woon samen met thuiswonende kinderen

ik woon bij mijn ouder(s) / verzorger(s)

Anders

35. Heeft uw huishouden een laag inkomen, een gemiddeld inkomen of een hoog inkomen? NL + DU + BE  Laag inkomen  Gemiddeld inkomen  Hoog inkomen  Weet niet/geen antwoord 36. In welke beroepssector bent u nu werkzaam of (indien u niet werkt) werkzaam geweest? NL + DU + BE  Landbouw 

Industrie

Bouwnijverheid

Detailhandel

Groothandel

Horeca

Transport

Informatie en communicatie

Financiële instellingen

Overige zakelijke dienstverlening

Openbaar bestuur

Onderwijs

Gezondheids,- welzijnszorg

Milieu en overige dienstverlening

Anders

Niet van toepassing

38


Beeld van Frysl창n

Bijlagen

Tot slot zouden we graag horen of er vragen waren die niet duidelijk waren. 37. Was er een vraag die u lastig of onduidelijk vond? NL + DU + BE (1e 10%) Ja Nee 38. Om welke vraag c.q. vragen ging het en wat vond u hieraan lastig of onduidelijk? NL + DU + BE (1e 10%)

39. Heeft u suggesties ter verbetering van deze vragenlijst? NL + DU + BE (1e 10%) Nee Ja, namelijk:

Dit waren alle vragen. Hartelijk dank voor uw medewerking!

39


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.