Ontwikkelingsplan Visserijgroep Noordwest Nederland

Page 1

Noordwest: met volle kracht!

Ontwikkelingsstrategie 2009-2013 van de Visserijgroep Noordwest Holland

Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008

1


Inhoudsopgave Voorwoord 1. Inleiding 2. Gebiedsbeschrijving en analyse 2.1 Begrenzing 2.2 Schets van het gebied 2.3 Kwaliteiten 2.4 Economie van de visserij in het gebied

3. Beleidsmatige context

3 5 7 7 7 8 10

12

3.1 Europese regelgeving voor de Nederlandse visserij 3.2 Plattelandsbeleid van EU en nationale overheid 3.3 Landbouw- en visserijbeleid provincie Noord-Holland 3.4 Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord

12 12 13 13

4. Uitdagingen, visie, speerpunten en strategie

15

4.1 Uitdagingen 4.2 Visie en speerpunten 4.3 Uitwerking speerpunten 4.3.1 Samenwerking 4.3.2 Innovatie in de sector via voorbeeldprojecten 4.3.3 Economische diversificatie 4.4 Strategie

15 16 17 17 18 18 19

5. Organisatie

20

5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7

20 20 21 22 24 24 24

Planning Plaatselijke groep (PG) Werkwijze werving en selectie en het afgeven van de beschikking Beheer van het programma en Communicatie Beheersautoriteit Relatie met het Platform van visserijgemeenschappen Monitoring en evaluatie

6. Financiering

25

Bijlagen 1 2 3 4 5 6 7

Samenstelling Plaatselijke Groep Huishoudelijk reglement en spelregels Aanvraagformulier projecten Toetsingskader voor beoordeling van projecten Outputindicatoren Begrenzing gebied Werkgelegenheid in de visserij

Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008

2


Voorwoord Noordwest, met volle kracht ! Krimp van de vloot en verminderde werkgelegenheid op de vloot hebben grote gevolgen voor de economie en de visserijgemeenschappen. Met deze Ontwikkelingsstrategie wil de Visserijgroep Noordwest Holland een kader scheppen om de werkgelegenheid aan de wal en de concurrentiekracht van de visserijsector te versterken door ondersteuning van initiatieven op het gebied van innovaties in de sector. Daarbij vormt de Leader-werkwijze een bruikbaar instrument, dat de afgelopen periode (2000-2006) in de Kop van Noord-Holland en Texel op het gebied van de innovatieve plattelandsontwikkeling veel heeft opgeleverd: vruchtbare samenwerking tussen allerlei partijen in de regio, tientallen geslaagde innovatieve projecten in de landbouw, de recreatiesector en in de visserijsector…. én last but not least: Leadergeld heeft extra particuliere investeringen in de regionale economie losgemaakt. De Plaatselijke groep van Leader Kop + Texel (PG) heeft in de afgelopen zes jaar veel geleerd en wil haar succesvolle werkwijze overdragen naar de Visserijsector, om ook daar de ‘integrale aanpak’ en de ‘bottom up’ manier van projectontwikkeling toe te kunnen passen. De versterking van de visserijgemeenschappen is van belang in het Leadergebied Kop van Noord-Holland en Texel voor de gemeenten Den Helder, Texel, Wieringen, Wieringermeer en ook voor Enkhuizen, Andijk en Volendam. De uitdaging daarbij is dat Leader en as 4 van het EVF elkaar kunnen versterken en complementeren. Het succes in de Kop is gebaseerd op het gedachtegoed van het Leaderprogramma, namelijk dat innovatie vooral op gang komt als - verschillende actoren samenwerken - streekeigen initiatieven worden benut - in een gebiedsgerichte aanpak. Naast as 4 van het Europees Visserij Fonds en Leader zullen er in Noordwest Holland in de komende periode meer initiatieven zijn voor plattelandsontwikkeling, zoals de uitvoering van het provinciale meerjarenprogramma (pMJP), op basis van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). Ook zal het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland-Noord de economische ontwikkeling ondersteunen. As 4 van het EVF zal een eigen plaats innemen binnen het de reeds lopende nieuwe Leader organisatiestructuur, gebaseerd op de genoemde uitgangspunten. De Visserijgroep heeft daarbij de hulp van andere partijen nodig: lokale partijen en initiatiefnemers worden uitgedaagd om met frisse, nieuwe ideeën te komen die passen binnen de kaders van deze Ontwikkelingsstrategie. Alleen door deelname van partijen uit het veld kan er voldoende draagvlak gecreëerd worden om het plan tot een succes te maken. Er is naar gestreefd om een Visserijgroep te vormen, die bestaat uit vertegenwoordigers van een groot aantal verschillende sectoren en deelgebieden. Wij zullen samen de schouders zetten onder de integrale doelstellingen zoals verwoord in deze Ontwikkelingsstrategie om deze verder Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008 3


te brengen en operationeel te maken. Samenwerking is hierbij het sleutelbegrip, een begrip dat ook door de Europese Unie in versterkte mate naar voren wordt gebracht in de sfeer van ‘samenwerking met andere plattelandsregio’s’. De uitdaging is om in de komende planperiode de opgedane kennis en ervaringen uit te wisselen en tot nieuwe vruchtbare samenwerkingsprojecten te komen. Deze Ontwikkelingsstrategie daagt bewoners, organisaties en bedrijven in de regio uit om met nieuwe ideeën en projectvoorstellen te komen, die een bijdrage kunnen leveren aan de verdere versterking van een duurzame ontwikkeling van de visserijsector en de visserijgemeenten in Noordwest Holland. Deze Ontwikkelingsstrategie vormt daar de basis voor.

Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008

4


1. Inleiding Het Europees Visserijfonds (EVF) van de EU ondersteunt de werkgelegenheid en een duurzame ecologische en economische ontwikkeling van de visserijsector. De EU Verordening 1198/2006 (2006) biedt de mogelijkheid voor visserijgebieden om een beroep te doen op steunverlening voor projecten voor de periode 2007-2013. Het Nederlands kader hiervoor wordt gevormd door het Operationeel Programma (OP), getiteld “Perspectief voor een duurzame visserij” (17 juli 2007), waarin een analyse, een strategie en een uitwerking voor de vijf in de verordening genoemde assen is opgenomen. De assen 1 en 2 van dit OP zijn gericht op het verkrijgen van een stabiel en duurzaam evenwicht tussen visserijcapaciteit en vangstmogelijkheden: As 1: Maatregelen voor de aanpassing van de communautaire visserijvloot. De maatregelen in deze as richten zich primair op de Nederlandse platvisvloot, waarbij de reductie van de vangstcapaciteit samen moet gaan met flankerend beleid voor het opvangen van het verlies aan werkgelegenheid. Voor de overblijvende vloot dienen investeringen te worden gedaan om te komen tot meer duurzame visserijtechnieken. As 2: Aquacultuur, binnenvisserij, verwerking en afzet van visserij- en aquacultuurproducten. Maatregelen in deze as zijn gericht op een verdere verduurzaming van de Nederlandse schelpdiercultures, waarbij de ecologische en ruimtelijke beperkingen een belangrijke rol spelen. Daarnaast is er de noodzaak van een omschakeling en vernieuwingsslag in de binnenvisserij. Tenslotte ligt er binnen as 2 een opgave om de duurzaamheid in verwerking en afzet van vis te bevorderen. Binnen de assen 3 en 4 ligt het zwaartepunt meer op het verhogen van een harmonieuze, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van economische activiteiten en het creëren van een duurzame werkgelegenheid in gebieden waar de visserijsector deel van uitmaakt. Hierbij dienen vooral de verbetering van de kwaliteit van de banen en een verbeterde toegang voor jonge werknemers centraal te staan. As 3: Maatregelen van gemeenschappelijk belang. Hier komen de maatregelen ten goede aan de gehele sector en niet slechts aan de individuele ondernemer. Het gaat daarbij om het ontwikkelen en benutten van kennis en het stimuleren van samenwerking tussen vissers, ketenpartijen en NGO’s. De kennis dient ingezet te worden voor de bevordering van selectieve vangstmethoden, duurzaam beheer van visstanden, en verbetering van de kwaliteit en traceerbaarheid van vis en visproducten. As 4: Duurzame ontwikkeling van visserijgebieden. In deze as, die in deze Ontwikkelingsstrategie nader wordt uitgewerkt, ligt het accent op het bevorderen van de locale werkgelegenheid in visserijregio’s en Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008

5


aan het versterken van de concurrentiekracht van de locale economie. Netwerken en samenwerking zijn daarbij sleutelbegrippen. Afstemming en samenwerking met Leader moet daarbij gestimuleerd worden. As 5: Technische bijstand. Vanuit de EU wordt voor as 4 â‚Ź 5 miljoen ter beschikking gesteld voor de visserijgebieden in Nederland in de periode 2009-2013. Deze gelden worden pons-pons verdeeld over de aangewezen visserijgebieden, zes in getal, waardoor er per gebied ruim 8 ton per gebied beschikbaar is. Dit geld dient vermeerderd te worden met in ieder geval hetzelfde bedrag aan nationaal publiek geld. As 4 van het EVF vormt een belangrijke aanvulling op het Leader-programma. Beide immers zijn gericht op een versterking van de sociaal-economische structuur van het gebied en tevens op een versterking van de cultuurhistorische en culturele aspecten. Beide ook willen via een ‘bottom up’ wijze van projectontwikkeling werken en onderkennen de noodzaak tot samenwerking en ketenversterking om een duurzame ontwikkeling van het gebied tot stand te brengen. Deze factoren hebben er samen toe geleid dat de Leader-groep en de EVF-groep in heel nauwe samenwerking zullen gaan opereren.

Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008

6


2. Gebiedsbeschrijving en analyse 2.1 Begrenzing Het Visserijgebied omvat de visserijgemeenten Texel (13.617-162 km2), Den Helder (58.038-45 km2), Wieringen (8.705, 27 km2), Enkhuizen (17.811, 14 km2), Edam-Volendam (28.492, 16 km2), Wieringermeer (12.700, 207 km2) en Andijk (6.529, 46 km2) waardoor het gebied in totaal 145.892 inwoners telt en een gezamenlijke oppervlakte (exclusief water) van 517 km2. De exacte gegevens van de begrenzing en de inwonertallen zijn te vinden in bijlage 6.

2.2 Schets van het gebied Demografisch De 145.892 inwoners van het Visserijgebied wonen in zeven gemeenten op een totale oppervlakte van 517 km2. Het aantal inwoners dat werkzaam of betrokken is bij de Visserij is natuurlijk vele malen kleiner. Bij ongewijzigd beleid zal het aantal inwoners in de komende tientallen jaren ongeveer gelijk blijven of langzaam toenemen. In modelberekeningen neemt het aantal ouderen toe, wat inhoudt dat de omvang van de beroepsbevolking langzaam zal afnemen.

Geografisch Het gebied is op te vatten als een schiereiland (de Kop van Noord-Holland ) plus een eiland (Texel), omgeven door zoet water (IJsselmeer) en zout water (Waddenzee en Noordzee). De IJsselmeergemeenten Enkhuizen en Volendam liggen in respectievelijk West Friesland en Waterland. Het grootste deel van het oppervlak bestaat uit polders in allerlei soorten en maten. De overgang van de Kop in zuidelijke richting naar Noord-Kennemerland en West-Friesland is duidelijk waarneembaar in het landschap en aan de drukte. De verbindingen bestaan uit een spoorweg, een kanaal en wegen in zuidelijke richting, richting Amsterdam (gelegen op 70 km) en een autoweg over de Afsluitdijk naar Friesland (op 50 km). Texel is via een veerboot verbonden met Den Helder. De belangrijkste oriëntatie is zuidelijk, op de Randstad. De streek is voornamelijk gericht op land- en tuinbouw (bloembollen), op recreatie en toerisme (vooral sterk op Texel en in de kuststrook van de Kop) en de visserij neemt van oudsher een belangrijke plaats in, niet zozeer in zijn actuele economische betekenis, als wel in de historie van het gebied, in de cultuur en de cultuurhistorische uitingsvormen. Een groot deel van het gebied is in de loop der eeuwen ‘veroverd’ op de Zuiderzee. Het gebied wordt tegen de Noordzee beschermd door dijken en duinen, die gelden als ‘zwakke schakels’ in de Nederlandse kustverdediging Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008

7


(dit geldt niet voor Texel). In de komende jaren is groot onderhoud nodig om de veiligheidsrisico’s aanvaardbaar te houden. Economisch De visserijgemeenten in Noordwest Holland kennen een redelijk gedifferentieerde economische structuur, met 52.500 arbeidsplaatsen. Ruim de helft van de beroepsbevolking werkt buiten het gebied. Afgezien van de stad Den Helder (met de Koninklijke Marine, de marinebasis en het vliegveld) zijn de belangrijkste economische dragers de land- en tuinbouw, visserij, en recreatie en toerisme. Er zijn geen grote economische problemen in het gebied, al staat de werkgelegenheid onder druk en heeft vooral de visserij het niet gemakkelijk.

2.3 Kwaliteiten van het gebied Natuur, milieu en water De kwaliteit van de leefomgeving in Noordwest Holland is uitstekend. Daarbij gaat het om factoren als de luchtkwaliteit (zeer weinig fijn stof / smog) en de aantrekkelijkheid van het gebied: rust en ruimte, geringe stank- en geluidshinder. Hoge milieubelasting als gevolg van zware industrie is afwezig, afgezien van enkele locaties nabij havens. De land- en tuinbouw, vooral de bollenteelt, kan wel een milieubelasting voor bodem, grondwater en oppervlaktewater opleveren. Recreatie en toerisme geven in drukke periodes verstoring van natuur en landschap in sommige gebieden.

Landschap en cultuurhistorie Noordwest Holland is voor Nederlandse verhoudingen een echt plattelandsgebied: een meestal tamelijk grootschalig landbouwgebied, bestaande uit polders, waterwegen en een kuststrook. Er zijn ook kleinschaliger delen, zoals o.a. het voormalige Waddeneiland Wieringen, de zuidelijke helft van Texel. Enkhuizen ligt in Westfriesland dat gekarakteriseerd wordt door een gevarieerd, vaak kleinschalig grondgebruik waar van oorsprong de fruitteelt een belangrijke plaats inneemt. Volendam, gelegen aan het zuidelijk deel van het IJsselmeer, ligt perifeer in het karakteristieke landschap van de veenweiden. Texel (het zuidelijke deel) en Wieringen hebben stuwwallen uit de laatste ijstijd als historische kern. Huisduinen is een voormalige kusteiland. Het gedeelte van het gebied dat binnen de Westfriese Omringdijk ligt (Enkhuizen) is van middeleeuwse oorsprong maar grotendeels gemoderniseerd in de twintigste eeuw (ruilverkavelingen). De polder Zijpe en de Wieringerwaard dateren uit de tijd van de grote droogmakerijen in de 17e eeuw. De rest van het gebied bestaat uit modernere polders zoals de Anna Paulownapolder en de Eierlandse Polder (op Texel) (19e eeuw) en de Wieringermeer (20e eeuw). Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008

8


Het projectgebied is dus een zeer gevarieerd gebied, met kleinschalige en grootschalige elementen, van zeer oud tot zeer jong, met overal sporen van de strijd tegen het water. Texel neemt als Waddeneiland een bijzondere plaats in. Het bevat veel natuur en kent een sterke toeristische ontwikkeling. De Kop van Noord-Holland is grotendeels voormalig waddengebied en is zoals gezegd - op te vatten als een schiereiland dat omgeven is door het IJsselmeer, Waddenzee en Noordzee. De voornaamste gezichtsbepalende elementen zijn: - in de kuststrook: de Hondsbossche Zeewering en de duinen van Petten tot Den Helder – die het voornaamste natuurelement in de Kop vormen - de landbouw, waarbij het grote en groeiende areaal bollenteelt opvalt - een aantal ‘grote lijnen’: het Noordhollands Kanaal en de N9, de spoorlijn, de A7, de Balgzanddijk. Andere opvallende elementen zijn het Amstelmeer en de voormalige zeearm die van Oudesluis naar Van Ewijcksluis loopt - het voormalige eiland Wieringen. De rol van Den Helder en Texel in het maritieme verleden van Nederland heeft allerlei sporen achtergelaten. Opvallend is de Stelling van Den Helder, een groot verdedigingswerk uit de tijd van Napoleon.

Regionale economie en sociaal-economische vitaliteit In veel plattelandsgebieden in Nederland bieden steden een stevig houvast voor de gebiedsontwikkeling. In Noordwest Holland verschaft Den Helder een dergelijke functie slechts in beperkte mate (cultuur, zorg en welzijn), ook omdat de stad perifeer in het projectgebied ligt. Enkhuizen heeft wel een centrumfunctie voor de omliggende Streek in Westfriesland, terwijl Volendam vooral bekend is als toeristische trekpleister . Het visserijgebied Noordwest Holland kent weinig grote werkgevers, het overgrote deel behoort tot het midden- en kleinbedrijf. Veel mensen in het gebied, vooral veel hoger opgeleiden, werken in het stedelijk gebied in het zuiden van de provincie. De land- en tuinbouw in Noordwest Holland is belangrijk voor de regionale economie. Landelijk is de bijdrage van de sector aan de economie 9%, zowel qua omzet als qua werkgelegenheid. In het projectgebied is die bijdrage beduidend hoger; zo zorgt de land- en tuinbouw voor 15% van de werkgelegenheid. De bollenteelt is de belangrijkste sector. De algemene trend in de land- en tuinbouw is er één van schaalvergroting en intensivering. Het aantal bedrijven en de werkgelegenheid zullen blijven afnemen. Studies voor de verschillende sectoren laten zien dat onder voortgaande modernisering melkveehouderij en akkerbouw een ‘neutraal’ toekomstperspectief hebben. Groente- en fruitteelt, sierteelt en verbrede landbouw kunnen de toekomst positief tegemoet zien. Een gunstige omstandigheid voor de land- en tuinbouw is dat de Kop, ook letterlijk, ruimte biedt voor ontwikkeling – zoals te Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008

9


zien is aan het grote nieuwe glastuinbouwgebied Agriport A7 en het nieuwe bollencomplex bij Anna Paulowna. Wat recreatie en toerisme betreft vormt Noordwest Holland een gebied dat het moet hebben van natuur en water. De sector is de afgelopen jaren continu gegroeid. Ook de visserijsector profiteert mee van deze groei. Volendam en omliggend gebied (Marken) geldt als absolute topbestemming, maar ook op Texel zijn jaarlijks 4 miljoen overnachtingen. Ook de Kop van Noord-Holland en Westfriesland is populair (meer dan 3 miljoen overnachtingen). Of de groei aanhoudt is onzeker, met name door de concurrentie met goedkopere bestemmingen. De watersportsector is belangrijk door de nabijheid van Noordzee, Waddenzee en IJsselmeer, en de mogelijkheden voor binnenvaart. Het Wieringerrandmeer en Marina Petten zijn grote projecten die, als ze gerealiseerd worden, de watersport in het projectgebied een enorme impuls kunnen geven. Noordwest Holland – een regio met veel zon, wind en water – is sterk in duurzame energie. Er is sprake van veel bedrijvigheid en innovatie op dit terrein. Het gaat daarbij om het ontwikkelen, testen, verkopen en toepassen van hoogwaardige techniek bij benutting van windenergie, en energie uit water en biomassa. Naast de Koninklijke Marine horen hiertoe de offshoresector, instellingen en bedrijven voor duurzame energie, ECN in Petten, het zeeonderzoek op Texel en de maritieme opleidingen. De sterke positie van het gebied op dit terrein blijkt bijvoorbeeld uit de aanwezigheid van het Kenniscentrum Windenergie Materialen en Constructies (WMC) en het Windturbine Testpark Wieringermeer (EWTW). Uitbreiding van bedrijvigheid is mogelijk in de offshore sector en in de ontwikkeling van windmolenparken. Speciale vermelding verdient ‘Renewable Energy Valley’, een netwerk van bedrijven en instellingen uit de Kop die zich bezig houden met duurzame energie. Vanuit dit netwerk participeert men in ‘Energy Valley’, waarin partijen uit de energiesector uit Noord-Nederland samenwerken aan duurzame energie, in de vorm van innovatieve projecten. Ten slotte is het projectgebied een aantrekkelijk gebied om te wonen, wat in het denken over het platteland ook steeds meer gezien wordt als een sociaaleconomische factor van belang – denk aan de levensvatbaarheid van dorpen, bijvoorbeeld als het gaat om het behoud van scholen en andere voorzieningen. Dat effect van wonen wordt ook onderkend in de twee grote projecten, Wieringerrandmeer en Petten aan Zee. Deze projecten gaan onder meer uit van een positief effect van een combinatie van wonen, werken (recreatie en toerisme) en natuur en landschap op de sociaal-economische vitaliteit.

2.4 Economie van de visserij in het gebied De directe werkgelegenheid in de visserij is de laatste jaren sterk teruggelopen en wel met 25 %. Dit is vooral van invloed geweest op de Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008

10


Noordkop (dat is het gebied rond Den Helder), waar de visserij van redelijk grote betekenis is voor de directe werkgelegenheid. In de visserijgemeenten zijn in totaal nog ca. 350 vissers (en viskwekers) werkzaam. Volendam, met 5 tot 10 schepen die actief zijn in de visserij, heeft de omvangrijkste visverwerkende industrie met 450 arbeidsplaatsen. De totale werkgelegenheid in de visserij in Noordwest Holland bedraagt 1100 arbeidsplaatsen (zie bijlage). Het aantal viskotters is afgenomen met bijna 20 %; vooral de IJsselmeervloot is gehalveerd tot niet meer dan 10 kotters. Hoewel de werkgelegenheid in de visserij niet meer dan 2% bedraagt in Noordwest Holland wordt de regionale economie sterk gekleurd door de visserij. Er zijn vissershavens in Oudeschild, Den Helder, Den Oever, Enkhuizen en Volendam. De visafslag in Den Oever is door de Zeeverse Vismarkt die zaterdags wordt gehouden een levendig centrum. Vele bewoners en toeristen trekken naar de haven om een visje te eten. De Visserijdagen in Den Oever zijn de hoogtij dagen van het dorp. Ook in Volendam, waar van oudsher veel toeristen komen, is een levendige visserijcultuur met vele nieuwe elementen: een dagelijkse veiling van paling op de visafslag, de dijk in Volendam die autoluw is gemaakt waardoor zij meer ruimte krijgt voor de bruine vloot, inclusief historische vissersschepen. De visserij zal gezien de beperkingen van de natuur en / of het visserijbeleid niet kunnen groeien in omvang. De visafslagen van Den Oever en Den Helder, gefuseerd in visafslag Hollands Noorden, behoren echter wel tot de grootste en modernste van Nederland, waarmee de visserij een stevige basis in het gebied heeft. Het behoud van een rendabele sector zal dan ook gezocht moeten worden in modernisering: productvernieuwing, kostprijsverlaging en ‘verbreding’ richting recreatie en toerisme – zoals gedemonstreerd in het project ‘de ZeeVerse Vismarkt van Den Oever’. Ook een project dat wordt ontwikkeld in Volendam om bij de visafslag een museumfunctie te ontwikkelen die de geschiedenis van de visserij in Volendam verbeeldt (film, oud materiaal etc.), is een voorbeeld van verbreding die tot extra inkomsten kan leiden.

Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008

11


3. Beleidsmatige context 3.1 Europese Regelgeving voor de Nederlandse Visserij De EU Verordening 1198/2006 (2006) biedt de mogelijkheid aan visserijgebieden om een beroep te doen op steunverlening voor projecten voor de periode 2007-2013. De Verordening roept lidstaten op om een operationeel programma in te dienen, waardoor het programma vanaf 2009 van start kan gaan. Nederland heeft daarop een Operationeel Programma (OP) geschreven, getiteld “Perspectief voor een duurzame visserij” (17 juli 2007), waarin een analyse, een strategie en een uitwerking voor de vijf in de verordening genoemde assen is opgenomen. As 4, getiteld ‘Duurzame ontwikkeling van visserijgebieden’ is in dit document uitgewerkt voor de regio Noordwest Holland. De uitwerking van deze as is vergelijkbaar met de Leader-as uit het Plattelandsontwikkelingsprogramma: beide richten zich op de locale werkgelegenheid en een versterking van het gebied als geheel, daarbij gebruik makend van lokale samenwerkingsnetwerken.

3.2 Plattelandsbeleid van EU en nationale overheid De Europese Unie heeft haar beleid voor plattelandsontwikkeling omschreven in POP2 (PlattelandsOnwikkelingsProgramma 2), een programma dat loopt van 2007 t/m 2013. Het EU-beleid voor het platteland richt zich op de agrovoedingssector, het milieu en de plattelandseconomie en -bevolking, met de volgende kerndoelen (‘assen’): 1. versterking van de concurrentiekracht van de land- en bosbouw 2. verbetering van het milieu en het platteland - instandhouding van biodiversiteit - van land- en bosbouwsystemen met hoge natuurwaarden - implementatie van de Kaderrichtlijn Water - tegengaan van klimaatverandering 3. verhoging van de levenskwaliteit en het bevorderen van de diversificatie van de plattelandseconomie 4. Leader: innovatieve beleidsvorming en -uitvoering - gebaseerd op een bottom-up benadering - en in combinatie met de doelen uit de eerste drie assen POP2 ondersteunt de versterking van de concurrentiekracht van land- en bosbouw, en bevordert duurzame economische ontwikkeling en een aantrekkelijk woon- en werkklimaat op het platteland. De Europese Commissie hecht veel waarde aan Leader, als middel om met passende, kleinschalige projecten samenwerking en draagvlak voor ontwikkeling te kweken. In Nederland is de afgelopen jaren vanuit de AVP en in samenhang met de ontwikkeling van POP2 gewerkt aan het Investeringsbudget Landelijk Gebied, dat op 1 januari 2007 van start is gegaan. Allerlei regelingen en Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008 12


subsidieprogramma’s voor het landelijk gebied zijn / worden opgeheven dan wel opgenomen in het ILG. De uitvoering van het plattelandsbeleid komt in handen van de provincies, die ILG-gebiedscommissies instellen die voor hun gebied verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van plattelandsbeleid en projecten. Men beoogt met het ILG de uitvoering van plattelandsbeleid te vereenvoudigen en te ontdoen van bureaucratie, de rol van provincies te versterken, én een gebiedsgewijze uitvoering van beleid en projecten tot stand te brengen.

3.3 Landbouw- en Visserijagenda Provincie Noord-Holland De provincie signaleert dat vooral voor de Noordkop de visserij van betekenis is voor de directe werkgelegenheid. In de aanvoer (de visserij) is de werkgelegenheid de afgelopen jaren met 25% afgenomen. Dit heeft grote gevolgen voor zowel de betrokken opvarenden als de voor de daarvan economisch afhankelijke visserijgemeenschappen. De provincie vindt het daarom van belang dat er acties worden ondernomen voor het behoud van de werkgelegenheid en levendige of bedrijvige havens. Voor de locale visserijgemeenschappen is de economische betekenis veel groter dan het aandeel van de directe werkgelegenheid van 2%. Het werkgelegenheidsaandeel kan hier wel oplopen tot wel 50% door de directe en indirecte werkgelegenheid in de keten en de cultuurhistorische, toeristische en recreatieve waarde. Het vormt een onderscheidend onderdeel van het toeristische aanbod.

3.4 Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord Het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord voert het programmamanagement van Leader en van EVF as uit. Het Ontwikkelingsbedrijf heeft als werkgebied Noord-Kennemerland, WestFriesland en de Kop en Texel. Het ontwikkelingsbedrijf heeft vier taken - promotie en acquisitie: zorgen voor een optimaal vestigingsklimaat voor bedrijven - participaties: het verstrekken van risicodragend kapitaal aan veelbelovende ondernemingen - (her)ontwikkeling van bedrijfslocaties: begeleiding van bedrijven bij vestiging, (her)ontwikkeling van bedrijfspanden en -locaties - structuurversterking en innovatie, projecten in de agribusiness, watergebonden bedrijvigheid, duurzame energie en recreatie en toerisme. Het ontwikkelingsbedrijf richt zich op de ‘gewone’, tamelijke grootschalige economische initiatieven en ontwikkelingen in het noorden van NoordHolland. De Leader-benadering, ook via as 4 van het EVF, van sociaaleconomische versterking geldt als aanvulling binnen het thema ´structuurversterking en innovatie´.

Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008

13


Conclusie: binnen het plattelandsbeleid van noordwest Holland is behoefte aan beleid voor de ontwikkeling van duurzame visserijgemeenschappen volgens de Leader aanpak As 4 van het EVF werkt aan de sociaal-economische versterking door: - ondersteuning van initiatieven van onderop (bottom up) - verschillende actoren te stimuleren tot samenwerking - te streven naar passende, integrale projecten (vaak kleinschalig) - vernieuwing voor het gebied te stimuleren (innovatie, pilots) - door projecten te realiseren op basis van publiek-private samenwerking (PPS). Wat betreft het Ontwikkelingsbedrijf kan de Visserijgroep voortbouwen op de samenwerking zoals die bestond met Kop en Munt. Zij verzorgt een eigen inbreng (qua visie en werkwijze) op het terrein van structuurversterking en innovatie, die aanvullend is op de veelal grootschaliger activiteiten van het Ontwikkelingsbedrijf.

Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008

14


4. Uitdagingen, visie, speerpunten en strategie 4.1 Uitdagingen Binnen de visserij liggen de grote uitdagingen voor de komende periode op het vlak van innovatie en ecologie. Vissers zullen sterk moeten investeren in innovatieve productietechnieken die de duurzaamheid van de visserij vergroten. Zo behouden zij ook voor de toekomst een goed economisch perspectief. Daarbij zullen ze rekening moeten houden met ecologische randvoorwaarden die bepaalde activiteiten aan banden zullen leggen (bijvoorbeeld de boomkor of de mosselzaadvisserij in de Waddenzee). De strikte bescherming van de Waddenzee maakt grootschalige expansie van aanwezige sectoren onmogelijk – de kansen kunnen niet op een klassieke manier worden benut. De visserij zal zich op passende wijze moeten ontwikkelen en zich moeten onderscheiden op kwaliteit en verbreding. Op 19 december 2007 heeft de minister aan de Tweede Kamer een reactie gestuurd op het advies van de Raad voor de Waddenzee getiteld ‘Natuurlijk vissen op de Waddenzee’. De minister van LNV heeft daarin aangegeven dat zij voor de ontwikkeling van een visie op de duurzame visserij in Waddenzee een belangrijke rol ziet voor de regionale overheden. Tijdens de bijeenkomst in Lauwersoog op 3 oktober 2008 is vastgesteld dat er binnen de sector een groot draagvlak is om te komen tot een gezamenlijke visie. Als portefeuillehouder Visserij in het Regionaal College Waddenzee (RCW) heeft de gedeputeerde van de provincie Groningen op zich genomen hiertoe het voortouw te nemen. De regionale overheden willen deze doelen samen met de Plaatselijke groep in nauwe samenhang met de overige regelingen uit de Regeling Landbouwsubsidies en het Waddenfonds realiseren. Naast de direct aan visserij gelieerde ontwikkelingen dient aandacht geschonken te worden aan de verdere ontwikkeling van de visserij en de visserijgemeenschappen als onderdeel van het Noordwest Hollandse erfgoed en de cultuurhistorie. Juist in het vergroten van het maatschappelijk draagvlak van de traditie van de visserijgemeenschappen liggen kansen voor een duurzame ontwikkeling en daarmee de instandhouding van de visserijgemeenschappen. Het gebied moet dus haar weg zoeken vanuit deze oriëntaties: innovatie, ecologie en economische diversificatie. Het maatschappelijke draagvlak dient versterkt te worden binnen de visserijgemeenschappen; economische diversificatie en het samenwerken met partners binnen en buiten de sector kan hierbij behulpzaam zijn. Duurzame ontwikkeling in noordwest Holland is het verenigen van deze oriëntaties in één strategie voor economische, sociale en culturele ontwikkeling. Samenwerking, zowel binnen als buiten de sector, vormt een krachtig instrument om dit mogelijk te maken. Een sleutel tot duurzame economische ontwikkeling ligt in het verder ontwikkelen en uitbouwen van nieuw ondernemerschap. Het gaat om Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008

15


ondernemerschap dat gericht is op toekomstige ontwikkelingen. Dat kan innovatief ondernemerschap in de visserij zelf zijn, verbreding in de bedrijfsvoering of samenwerking met andere ondernemers in de visserij of vanuit andere sectoren. Ketenvorming biedt daarbij nieuwe marktkansen. De Leader-werkwijze vormt bij uitstek een instrument om dit proces op gang te brengen en te begeleiden. Immers de verdere ontwikkeling van de sociaalculturele identiteit van vissersdorpen, c.q. de visserijregio Noordwest Holland dient plaats te vinden via een geïntegreerde en multisectorale aanpak. Het bevorderen van de locale werkgelegenheid of het versterken van de concurrentiekracht van de locale economie kunnen daarbij belangrijke aandachtspunten zijn. De uitdaging hierbij is om de krachten vanuit de verschillende onderdelen uit de visserijsector te bundelen, samen te brengen met relevante vertegenwoordigers en innovatoren uit andere sectoren om maatwerkoplossingen te vinden voor locale of regionale vraagstukken. Deze Ontwikkelingsstrategie en de vorming van de Plaatselijke Groep zijn daarin sleutelfactoren, die dit proces in gang moeten zetten en begeleiden. Netwerkvorming, samenwerking en het leren van ervaringen, hier en elders, vormen sleutelbegrippen in een dergelijke aanpak. Het Nationaal Netwerk Platteland kan hierbij een intermediaire rol spelen door – op nationaal niveau de vorming van een Nationaal Netwerk van Visserijgemeenschappen te ontwikkelen en deze te koppelen aan het Europees netwerk van visserijgemeenschappen. Dit faciliteert bovendien de verkenning van samenwerking met andere visserijgebieden. Daarom ook wordt gebruik gemaakt van de structuur en organisatie die reeds aanwezig is binnen Leader. De Plaatselijke Groep voor de Visserij zal – naast vertegenwoordigers vanuit de visserij en de kennisinstellingen (IMARES) vertegenwoordigers van de Leader PG aan haar groep toevoegen om juist de gebiedsgerichte aanpak via samenwerking en netwerken met een breed scala van sectoren mogelijk te maken: de recreatie- en toerismesector, de land- en tuinbouw, de cultuurhistorie, de sociale sector en het onderwijs. Een gebundelde kracht vanuit deze plaatselijke groep, waar praktijkkennis van de visserij, kennis en innovatie vanuit de toegepaste wetenschap en aanliggende netwerken aan zijn toegevoegd, moet – samen met lokale projectuitvoerders en netwerken - zorg dragen voor het bedenken en begeleiden van integrale en innovatieve projectideeën.

4.2 Visie en speerpunten De visie op de uitvoering van as 4 van het EVF is dat projecten vooral gericht dienen te zijn op innovatie, de ontwikkeling van alternatieve economische activiteiten en het bevorderen van samenwerking en netwerkvorming. Om dit te bereiken zijn drie speerpunten benoemd waarbinnen ingediende projecten moeten passen, te weten:

Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008

16


1. SAMENWERKING. Pilot-projecten die laten zien hoe de samenwerking tussen vissers, ketenpartijen, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen gestimuleerd kan worden en tot duurzaam economische activiteiten kan leiden. Bijvoorbeeld het behoud en de benutting van typische vissershavens voor alternatieve activiteiten en toerisme, ketenontwikkeling en gezamenlijke promotie. Samenwerken en verbinden staan hierin centraal; 2. INNOVATIE IN DE SECTOR VIA VOORBEELDPROJECTEN. (internationale) samenwerking tussen vissers (of vissersgroepen) en kennisinstellingen (IMARES, NIOZ) om innovatieve voorbeeldprojecten voor een duurzame visserij te ontwikkelen, zoals productvernieuwing, de ombouw van bedrijven naar andere activiteiten of vangsten, nieuwe productiemethoden als aquacultuur, nieuwe, innovatieve technologieën, efficiëntieverbetering door samenwerking tussen vissers, verbetering van het visstandbeheer, het ontwikkelen van selectiever vistuig, maar ook het ontwikkelen van nieuwe markten; 3. ECONOMISCHE DIVERSIFICATIE. Modernisering, verbreding en verduurzaming van bestaande bedrijven in de richting van productvernieuwing, kostprijsverlaging, verbreding met nieuwe economische activiteiten (inclusief infrastructurele voorzieningen), projecten op het gebied van een versterking en verduurzaming van de locale of regionale sociaal-culturele identiteit van vissersdorpen. Ten aanzien van het onderdeel “Ontwikkeling van een visie op de duurzame visserij in de Waddenzee” willen de regionale overheden (d.w.z. de aan de Waddenzee gelegen provincies), in nauwe samenwerking met de Plaatselijke Groep EVF en met de overige regelingen uit de ‘Regeling Landbouwsubsidies’ (waaronder ook de EVF-regelingen vallen) alsook het Waddenfonds, de doelen realiseren onder verantwoordelijkheid van het ministerie van LNV.

4.3 Uitwerking speerpunten 4.3.1 SAMENWERKING. Samenwerking kan op vele manieren gestalte krijgen. Enerzijds kan de samenwerking binnen de Plaatselijke Groep van het EVF (vissers, kennisinstelling en visverwerking) een opmaat vormen voor nieuwe innovatieve projectideeën, anderzijds kan samenwerking tussen partners uit verschillende sectoren leiden tot nieuwe product-markt combinaties en verbreding. In het eerste geval, samenwerking tussen vissers, kennisinstellingen en visverwerking, kunnen samenwerkingskringen worden Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008 17


gevormd die meer dan nu het geval een gezamenlijke toekomststrategie ontwikkelen waarbij wordt gekeken naar de toegevoegde waarde van een ketenbenadering en een gezamenlijke aanpak. De samenwerking tussen verschillende sectoren kan vooral worden gericht op het ontwikkelen van pilotprojecten die laten zien hoe de samenwerking tussen vissers, ketenpartijen, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen gestimuleerd kan worden en tot duurzaam economische activiteiten kan leiden. We denken hier bijvoorbeeld aan het behoud en de benutting van typische vissershavens voor alternatieve activiteiten en toerisme, ketenontwikkeling en gezamenlijke promotie. Een mooi voorbeeldproject zou kunnen bestaan uit het ontwikkelen van cultureel-culinaire evenementen, waarbij samenwerking tussen sectoren (visserij, horeca en restauratieve sector, streeklogies, recreatie en toerisme, cultuurhistorie) centraal staat. Het project ‘Culinarium Laag Holland’ kan hierbij als voorbeeld dienen en de “Zeeverse vismarkt” in den Oever als katalysator van een dergelijk project. De activiteiten mogen niet leiden tot een vergroting van de visserij inspanning. 4.3.2

INNOVATIE IN DE SECTOR VIA VOORBEELDPROJECTEN

Innovatie dient plaats te vinden door nauwe samenwerking en uitwisseling tussen vissers en vissersgroepen met kennisinstellingen (IMARES, NIOZ), met als resultaat innovatieve voorbeeldprojecten voor een duurzame visserij. Te denken valt aan projecten op het gebied van: - productvernieuwing en het toevoegen van meerwaarde aan visserijproducten, - de ombouw van bedrijven naar andere activiteiten of vangsten, - het ontwikkelen van nieuwe productiemethoden als aquacultuur, - nieuwe, innovatieve technologieën, - efficiëntieverbetering door samenwerking tussen vissers, - verbetering van het visstandbeheer, - het ontwikkelen van nieuwe markten; Ook internationale uitwisseling en samenwerking dienen hierbij ingezet te worden. Het Platform voor de Visserij en het Nationaal Netwerk kunnen hierbij een helpende hand bieden Voorbeelden hiervan zijn: het project Zeeverse Vismarkt in Den Oever of kleinschalige voorbeeldprojecten met de Japanse Oester, het zeekraal knippen of “waddengoud” (streekproducten). Een recent voorbeeld vormt de aanvraag vanuit de Zeekustvisserij over een project dat gericht is op het kweken van pieren en verduurzaming. Er zijn 3 ex-vissers die dit willen doen. De activiteiten mogen niet leiden tot een vergroting van de visserij inspanning.

Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008

18


4.3.3 ECONOMISCHE DIVERSIFICATIE Bij economische diversificatie denken we primair aan een verbreding van de bedrijfsvoering: verbreding in de richting van andere activiteiten en markten: culinair/restarauratief, cultureel of in de richting van streekproducten. Daarbij is het van belang de kansen vanuit andere sectoren te benutten, waarbij de recreatief-toeristische sector een belangrijke motor kan zijn. Het kan hierbij in combinatie met de voorgaande speerpunten, ook gaan om de bescherming van het milieu in visserijgebieden zodat deze hun aantrekkelijkheid behouden, het versterken van kustdorpjes met visserijgerelateerde activiteiten en de bescherming en verbetering van het natuurlijk en architecturale erfgoed en de ondersteuning van infrastructurele voorzieningen voor kleinschalige visserij en toerisme. Een mooi voorbeeld is het project om in Volendam om bij de visafslag een museumfunctie te ontwikkelen die de geschiedenis van de visserij in Volendam verbeeldt (film, oud materiaal etc.). Dit is een voorbeeld van verbreding die tot extra inkomsten kan leiden. Een ander voorbeeld dat gericht is op een versterking en verduurzaming van de locale of regionale sociaal-culturele identiteit van vissersdorpen in het gebied en meer op een gemeenschappelijke aanpak is gebaseerd, is het projectinitiatief ‘Old Skipper Towns’, dat hierin als voorbeeld voor nadere uitwerking zou kunnen dienen. De activiteiten mogen niet leiden tot een vergroting van de visserij inspanning.

4.4 Strategie Leader neemt in de planperiode 2007-2013 een positie in naast de lopende beleidskaders vanuit Rijk, Provincie en gemeente op het gebied van sociaaleconomische ontwikkeling. Voor wat betreft het visserijdeel heeft Leader enerzijds een rol door kleinschalige, innovatieve voorbeeldprojecten te subsidiëren, anderzijds heeft Leader ook een heel eigen opgave door groepen en sectoren te willen verbinden. Het gaat daarbij om het stimuleren van samenwerking die zal leiden tot: - innovatie en integrale projectontwikkeling, - bewustwording en ontwikkeling van de gezamenlijke identiteit, - vergroten van maatschappelijk draagvlak van de visserijgemeenschappen. Die identiteit kan gestalte krijgen in een aantal sleutelprojecten, waar men trots op is, en die een startpunt kunnen gaan vormen voor samenwerking met andere gebieden. De strategie om dit te bereiken is dat de Plaatselijke Groep deze filosofie meer zal gaan uitdragen en gestalte gaan geven. De PG zal zijn taak als toetsende instantie voor ingediende projectvoorstellen uitbreiden met een initiërende taak, een aanjaagfunctie. Via gerichte brainstormsessies met stakeholders en innovatieve denkers in en buiten de sector zullen mogelijkheden verkend worden om innovatieve, integrale projecten te Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008

19


ontwikkelen. Zo krijgt het gebied een PG die zelf het goede voorbeeld geeft en daarmee: - verbindingen legt en samenwerking demonstreert tussen sectoren en - zelf innovatieve projectideeĂŤn ontwikkelt, uitdraagt en probeert te concretiseren.

Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008

20


5. Organisatie 5.1 Planning De planning en bijbehorende stappen, zoals afgesproken door betrokkenen met het ministerie van LNV op 31 oktober 2008 in Middelburg, is als volgt: December 2008

Voorlopige groepen in visserijgebieden die plan gereed hebben sturen ontwikkelingsstrategie naar provincie ter goedkeuring Januari 2009 GS besluit over selectie van visserijgroep op basis van inhoud en kwaliteit en de criteria van het EVF Provincies doen verzoek aan LNV de visserijgroep goed te keuren Februari 2009 Ontwikkelingsstrategieën worden ter advisering voorgelegd aan het Comité van Toezicht; Selectie van de groepen wordt goedgekeurd door LNV De overige stappen worden in overleg met LNV uitgewerkt.

5.2 Plaatselijke Groep (PG) De Plaatselijke Groep vormt het centrale orgaan, dat de implementatie en uitvoering van deze Ontwikkelingsstrategie ter hand neemt. Conform de regels van de EU bestaat de PG uit een groep personen, die een representatieve afspiegeling van de regio vormt en uit maximaal 50% personen afkomstig uit de publieke sector en minimaal 50% uit de private sector bestaat. Bij de werving en selectie van personen voor de PG is gestreefd naar een evenwichtige samenstelling wat betreft de geografische herkomst en qua sectorale achtergrond / netwerk. Primair werden leden vanuit de Visserijsector en daaraan gerelateerde Kennisinstellingen actief geworven, daarnaast werden zittende en nieuwe leden van de PG Leader uitgenodigd om zitting te nemen in de visserijgroep. Het publieke deel van de PG wordt gevormd door een representatieve afvaardiging van de in totaal negen betrokken gemeenten, een afgevaardigde van de provincie en een representant van het hoogheemraadschap. De PG wordt voorgezeten door een uit haar midden gekozen lid. De PG wordt ondersteund door de Leadercoördinator / projectleider, die verantwoordelijk is voor het secretariaat van de PG, de uitvoering van het programma voor haar rekening neemt en de “linking pin” met de projectaanvragers is. Een overzicht van de samenstelling van de PG is opgenomen in Bijlage 1. De verantwoordelijkheden van de Plaatselijke Groep zijn: - het opstellen van de Ontwikkelingsstrategie en de coördinatie van de uitvoering ervan; Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008

20


-

-

-

5.3

het maximaal benutten van beschikbare budgetten en het genereren van een zo hoog mogelijke bijdrage uit de private sector daarbij (de zgn. multiplier); het stimuleren, genereren en faciliteren van initiatieven die bijdragen aan de thema’s uit de Ontwikkelingsstrategie; het bewaken van de samenhang en samenwerking in het gebied; het afstemmen van het EVF-uitvoeringskader met ander gebiedsgericht beleid in het gebied, m.n. met het Leader-programma en het programma van het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord; de begeleiding van de financiële afwikkeling van de projectaanvragen; het participeren in de landelijke en EU Visserijnetwerken; het organiseren van communicatieactiviteiten over EVF-Leader (programma, projecten en ervaringen, zie 5.4); het beoordelen van subsidieaanvragen op basis van selectiecriteria en voorwaarden voor het indienen en beoordelen van projecten; doorgeleiding van en advisering over projecten (zie 5.3).

Werkwijze werving en selectie van projecten en het

De PG vergadert ca. drie keer per jaar om aanvragen in behandeling te nemen, acties voor projectontwikkeling te bepalen en de afstemming met de andere gebiedsprogramma’s te bespreken. De PG wil een actieve en initiërende rol spelen in de realisatie van de in dit Ontwikkelingsstrategie beschreven doelen d.m.v. het stimuleren, initiëren en genereren van projectideeën. Hiertoe zal de PG activiteiten zoals netwerkbijeenkomsten en workshops organiseren. De activiteiten van de PG zijn gericht op de drie pijlers van de ontwikkelingsstrategie: - innovatie: kraamkamer-karakter van het project, experimenten - integraliteit: het multisectorale karakter van het project - duurzaamheid. Onder duurzaamheid wordt hier verstaan een situatie die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder daarmee voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien. Daarbij heeft duurzaamheid zowel betrekking op economische, sociaalculturele als op ecologische aspecten. Het gaat er vooral om deze drie invalshoeken met elkaar in verband te brengen, zodat deze elkaar onderling versterken. Deze criteria zijn opgenomen in het toetsingskader dat de PG hanteert bij de beoordeling van projectvoorstellen (Bijlage 4). Het succes van de uitvoering van de Ontwikkelingsstrategie is grotendeels afhankelijk van de kwantiteit en kwaliteit van de projecten die worden ingediend. De PG vervult een spilfunctie op het gebied van projectontwikkeling, -selectie en -goedkeuring. Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008

21


De werkwijze bij de projectverwerving en projectontwikkeling is veelal maatwerk. Er kan zowel sprake zijn van lokale/regionale initiatiefnemers als van speerpunten/actiepunten waarvoor door de PG trekkers worden gezocht. De PG en de projectleider nemen hierbij als ‘front-office’ een actieve rol in en bemiddelen en helpen initiatiefnemers. De ontwikkeling van idee of initiatief naar een concreet en geformaliseerd projectvoorstel, de doorgeleiding en het afgeven van de beschikking, doorloopt verschillende stappen. Het stappenplan wordt landelijk opgesteld in overleg met de plaatselijke groepen. Uitgangspunt is dat Dienst regelingen al vanaf de initiatieffase ondersteuning verleent om te toetsen of projectplan past binnen het EVF. De plaatselijke groep toetst het project beleidsmatig aan de ontwikkelingsstrategie. Indien beide toetsingen positief zijn kan het project worden ingediend. * In het hele traject kan de programmamanager helpen bij het stipt volgen van de benodigde procedure, het formuleren van de inhoud, het vinden van logische partners voor de uitvoering en bij het zoeken naar financiering.

5.4 Beheer van het programma en Communicatie De manier waarop de plaatselijke groep haar activiteiten heeft georganiseerd is uitgewerkt in taken en verantwoordelijkheden die zijn gebaseerd op de rollen en procedures zoals deze zijn uitgewerkt en beschreven in het OP Nederland (par. 6.4.4 en 6.4.5). De financiële en administratieve systemen zullen voldoen aan de regels en voorschriften zoals het EVF die stelt. Communicatie en PR Communicatie over EVF binnen het projectgebied zal thematisch of aan de hand van projectresultaten worden opgepakt. Vanuit de EU zijn de volgende voorwaarden gesteld aan communicatie: 1. Ten aanzien van de Ontwikkelingsstrategie. De PG is verantwoordelijk voor promotie en publiciteit van de uitvoering van de Ontwikkelingsstrategie: -

-

Uitdragen van de ontwikkelingsstrategie in de regio (bijvoorbeeld door seminars, voorlichtingsbijeenkomsten, promotiemateriaal, video/internet, cd-rom), Informeren potentiële begunstigden/geïnteresseerden over voortgang ontwikkelingsstrategie via jaarverslagen, tussentijdse resultaten, evaluatie projecten,

Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008

22


2. Ten aanzien van projecten. Projectaanvragers moeten bij uitvoering van projecten voldoen aan de Europese richtlijn voor promotie en publiciteit en hebben de volgende verplichtingen: Het voldoen aan de publiciteitsvoorschriften van de EU, Het plaatsen van borden bij openbare werken, Het plaatsen van een gedenkplaat bij openbare voorzieningen, Aangeven dat de EU medefinancier is in geval het communicatiemiddelen betreft gericht op externe contacten (werving afnemers, pers e.d.), - Het verstrekken van inhoudelijke informatie over het project t.b.v. communicatieactiviteiten van het projectbureau, Bij subsidieverstrekking worden initiatiefnemers hierover geĂŻnformeerd. -

Bovenstaande eisen worden vertaald in de volgende communicatie- en PRactiviteiten : - het Informeren en communiceren over de Ontwikkelingsstrategie naar de desbetreffende doelgroepen: wat houdt het plan in, voor wie is het bedoeld, wat zijn mogelijke projecten, wat is de werkwijze voor projectontwikkeling, wat zijn de criteria, welke voorbeeldprojecten zijn er? - Het bevorderen van uitwisseling tussen verschillende actoren uit de verschillende sectoren en deelgebieden, - Het verwerven van naamsbekendheid en bekendheid met de inhoud van de Ontwikkelingsstrategie bij met name nieuwe doelgroepen en gebieden, - Het vergroten van kennis over de specifieke mogelijkheden in de Ontwikkelingsstrategie, bijvoorbeeld de mogelijkheid om samen te werken met partijen in andere Leader gebieden, - Het faciliteren en adviseren van projectaanvragers en –uitvoerders m.b.t. promotie en publiciteit. Daarnaast kunnen de volgende activiteiten door de PG worden uitgevoerd: Thema-avonden en een doelgroepgerichte aanpak Vanuit de genoemde speerpunten en voorbeeldprojectideeÍn worden Informatie bijeenkomsten georganiseerd door een delegatie van de PG, gericht op specifieke doelgroepen, ter bevordering van een innovatieve en integrale projectontwikkeling. Resultaten presenteren Een presentatie van aanpak en projectresultaten kan op verschillende plaatsen in het gebied gedurende een bepaalde periode worden getoond om de betrokkenheid en de herkenbaarheid van de Ontwikkelingsstrategie te vergroten. Hiermee worden tevens Europese publiciteitsrichtlijnen bediend. Brochure Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008

23


Een brochure om de Ontwikkelingsstrategie op een overzichtelijke en toegankelijke wijze onder de aandacht van een breed publiek te brengen. Website Via de website www.nhn.nl is informatie te vinden over het EVF . Deze site wordt ge-updated en aangepast. Hierin kunnen bijeenkomsten en actuele zaken worden opgenomen. Nieuwsbrief Het is wellicht een goed idee om eenmaal per kwartaal een nieuwsbrief te vervaardigen om de verschillende doelgroepen te informeren over actuele zaken en de stand van zaken van de uitvoering van de Ontwikkelingsstrategie. Artikelen over projecten en relevante achtergrondinformatie over het programma zijn interessante nieuwsrubrieken. Persactiviteiten Om de Ontwikkelingsstrategie in de publiciteit te brengen, zal een actief persbeleid gevoerd worden door de PG. De lokale media zijn daarbij de belangrijkste doelgroepen. Jaarverslag Een goed geschreven, kort en bondig jaarverslag is een goed middel om relaties jaarlijks op een toegankelijke manier te informeren over de voortgang van projecten. Het jaarverslag kan de vorm krijgen van een extra editie van de nieuwsbrief. Communicatie- en PR-activiteiten zullen jaarlijks in een werkplan worden vastgelegd.

5.5 Beheersautoriteit Het beheer van het programma wordt in nauw overleg met de provincie en DR van het ministerie van LNV.

5.6 Relatie met het Platform van Visserijgemeenschappen Vanuit het Platform van Visserijgemeenschappen zal onderzocht worden of een Nationaal Netwerk gevormd kan worden die ook de contacten met het Europees Netwerk worden ontwikkeld.

5.7 Monitoring en evaluatie In bijlage 5 is aangegeven welke indicatoren zullen worden gehanteerd bij de beoordeling en uitvoering van de projecten. Ontwikkelingsstrategie EVF Noordwest Holland 2009-2013, november 2008

24


6. Financiering In de financieringsopzet van de Ontwikkelingsstrategie is uitgegaan van drie verschillende financieringsbronnen: het EVF / EU, de nationaal publieke co-financiering en de regionale co-financiering. Voor as 4 geldt dat het vaste co-financieringspercentage van het EVF van 50%. Dit dient structureel te worden geco-financierd met 50% aan nationaal publieke middelen. Totaaltabel per financieringsbron en per jaar (in Euro’s) Financieringstabel noordwest Holland

2010-1

2010-2

2011-1

2012-2

totaal

EU EVF

166.238

221.651 221.651 221.651

831.190

Nationaal Publieke bijdrage = provinciale cofinanciering

141.667

188.889 188.889 188.889

708.335

Nationaal Publieke bijdrage = gemeentelijke cofinanciering

25.000

33.333

33.333

33.333

125.000 833.335

Regionale bijdrage

166.667

222.223 222.223 222.223

Totaal

499.572

666.096 666.096 666.096 2.497.860

Na de eerste tender wordt in overleg met Dienst Regelingen bezien of de uitvoering kan worden versneld door de jaarlijkse bedragen te verhogen en het aantal tenders terug te brengen. De financiële tabel kan hiervoor worden aangepast. Het budget wordt voornamelijk ingezet voor investeringsprojecten. Daarnaast is er Max € 240.000,- beschikbaar voor directe en indirecte beheerskosten (maximaal toegestaan 10% van het totaal budget). Zie onderstaande tabel. Financiële verdeling per maatregel en speerpunt (in Euro’s) Maatregel/speerpunt Investeringsprojecten - speerpunt samenwerking - speerpunt innovatieve voorbeeldprojecten - speerpunt economische diversificatie Totaal

Totaal

497.860 880.000 880.000 2.297.860 240.000

Directe en indirecte beheerskosten maximaal Totaal

2.497.860

Ontwikkelingsplan EVF Noordwest Holland 2009 – 2013 november 2008


Bijlagen Bijlage 1. Samenstelling Plaatselijke Groep M/ V

Naam

Leef-tijd < 40j J/N

Deskundigheid/achtergrond

Woonplaats

Privaat/pu bliek

Voorzitter PG , LTO noord Vice-voorzitter PG, gedeputeerde Visserij Provincie Noord-Holland Stichting Landschapszorg Wieringen, Wonderlijk Wieringen Zeeverse Vismarkt Wieringen Wethouder Visserij gemeente Texel Provincie Noord-Holland Directeur Visafslag Hollands Noorden (ook namens de Product Organisatie Visserij) Agrarische Natuur Vereniging de Lieuw, Texel Wethouder Visserij Gemeente Enkhuizen Directeur Wageningen IMARES

Wognum

Privaat

Volendam

Publiek

Wieringen Wieringen

Privaat Privaat

Texel

Publiek

Haarlem Den Oever

Publiek Privaat

Texel

Privaat

Enkhuizen

Publiek

Den Helder

Privaat

(2009)

Evert Lassche

N

Jaap Bond

N

Baukje de Kock Hayke Burghout

♀ ♀

N J

Nico Kikkert

N

Stephan Melis Pim Visser

♂ ♂

N N

Corrie Heijne

N

Jan Franx

N

Martin Scholten

N

4 publiek / 6 privaat = 40% / 60%

Verhouding publiek/ privaat

Ondersteuning plaatselijke groep Vera van Vuuren

Secretaris/programmamanager

Den Helder

N.v.t.

Marieke Endert

Projectmedewerkster

Den Helder

N.v.t.

Bijlage 2. Huishoudelijk reglement en spelregels SAMENSTELLING PLAATSELIJKE GROEP Artikel 1 1. De Plaatselijke Groep is conform Europese regelgeving samengesteld. De Plaatselijke Groep bestaat uit een evenwichtige en representatieve vertegenwoordiging van de verschillende sociaal-economische partners uit het gebied. Ontwikkelingsplan EVF Noordwest Holland 2009 – 2013 november 2008


2. Over eventuele vervanging van de leden wordt met een meerderheid van de stemmen besloten. 3. a) Teneinde de onafhankelijkheid en integriteit te waarborgen dienen de leden van de Plaatselijke Groep zich te onthouden van alle activiteiten die tot een verstrengeling van belangen zouden kunnen leiden. b) Indien individuele leden van de Plaatselijke Groep met mogelijke projectvoorstellen worden geconfronteerd verwijzen zij de eventuele aanvrager naar de gebiedscoördinator. In zulke gevallen zorgt de programmamanager voor een doorgeleiding naar de Plaatselijke Groep. c) De leden van de Plaatselijke Groep dienen betrokkenheid bij projectvoorstellen te melden. Eventueel onthouden de leden zich van stemming ten aanzien van een ingediend project.

WERKWIJZE PLAATSELIJKE GROEP Artikel 2 1. De Plaatselijke Groep vergadert circa 3 keer per jaar. 2. De leden van de Plaatselijke Groep kunnen de voorzitter verzoeken een vergadering uit te schrijven. 3. De vergaderingen worden uitgeschreven en de agenda wordt samengesteld door de voorzitter in overleg met het secretariaat van de Plaatselijke groep. 4. De te behandelen projectvoorstellen voor de vergaderingen van de Plaatselijke Groep worden minimaal één week vóór de vergaderdatum aan de leden toegezonden. 5. Om tot besluitvorming te kunnen overgaan dient de helft plus één van het aantal stemgerechtigde leden van de Plaatselijke Groep bij de vergadering aanwezig te zijn. 6. De Plaatselijke Groep beslist bij meerderheid van stemmen. 7. De adviserende leden en de gebiedscoördinator van de Plaatselijke groep zijn niet stemgerechtigd. 8. De voorzitter is belast met de leiding van de vergadering. 9. Het secretariaat van een Plaatselijke Groep wordt vervuld door de programmamanager. In voorkomende gevallen draagt de programmamanager zorg voor vervanging bij ziekte en verhindering. 10.Het secretariaat is belast met de voorbereiding en de organisatie van besprekingen binnen een Plaatselijke Groep. 11.Over zaken waarover in dit document geen regeling is opgenomen, of over wijzigingen van de in dit document opgenomen regelingen wordt met tweederde meerderheid van stemmen besloten indien dit zaken betreft die van invloed zijn op het functioneren van de plaatselijke groep.

TAKEN EN BEVOEGDHEDEN PLAATSELIJKE GROEP Artikel 3 Onverminderd het terzake bepaalde in het programmadocument van het Europees Visserij Fonds het operationeel programma, heeft de Plaatselijke Groep de navolgende taken: a) opstellen en/of aanpassen van de Ontwikkelingsstrategie; b) toetsen of de projecten passen binnen de Ontwikkelingsstrategie van de Plaatselijke Groep; c) ontwikkelen van LEADER-waardige ideeën en dynamisering van de lokale bevolking in relatie tot de doelstellingen; Ontwikkelingsplan EVF Noordwest Holland 2009 – 2013 november 2008


d) ter finale beoordeling voorleggen van de projecten (met zwaarwegend advies) aan de provincie; e) voeren de Europese voorschriften uit inzake voorlichting en publiciteit zover dit als verplichting voortvloeit uit het operationeel programma en het EVF.

INDIENING VAN PROJECTEN Artikel 4 In het kader van de vereiste functiescheiding, kan een lid van een Plaatselijke Groep, als privé persoon, niet de indiener of begunstigde van een project zijn. De organisatie die hij vertegenwoordigd kan wel een indiener of begunstigde zijn. WERKWIJZE SELECTIE PROJECTEN Artikel 5 1. Programmamanageren Dienst Regelingen a) Alvorens de projectaanvragen aan de Plaatselijke groep voor te leggen toetst de programmamanager als loket voor de Lokale Groep en Dienst Regelingen de ontvankelijkheid van de projectvoorstellen aan de volgende criteria: - de in de Ontwikkelingsstrategie geformuleerde speerpunten; - budget; - vormeisen; - co-financiering; b). Tevens beoordeelt de programmamanager of er evidente verbeteringen zijn aan te brengen vanuit het gezichtspunt van: - afstemming met lopende projecten en met Europees Visserij Fonds - efficiënte benutting van het arsenaal van mogelijke financieringsbronnen incl. andere regelingen in het kader van het EVF. c). Bij eventuele aanleiding vindt overleg met de indiener van het projectvoorstel plaats. 2. Kwalificeren projecten De beoordelingen worden ter voorbereiding van de vergadering aan de leden van de plaatselijke groep verzonden. Na toetsing aan het in deze Ontwikkelingsstrategie bijgevoegde toetsingskader geven de individuele leden de volgende kwalificaties en een projectscore: A. positief oordeel, subsidiabel B. positief oordeel, subsidiabel mits aan bepaalde expliciet genoemde voorwaarden met betrekking tot de voorwaarden wordt voldaan C. negatief oordeel, niet subsidiabel. D. onthouden van stem 3. Besluitvorming en budget In de vergadering van de Plaatselijke Groep wordt met betrekking tot de beoordeling en kwalificatie van de projectvoorstellen met meerderheid van stemmen besloten over de score van het project. In geval van mogelijke overschrijding van het budget bepaalt de projectscore zoals bepaald in de Ontwikkelingsplan EVF Noordwest Holland 2009 – 2013 november 2008


Plaatselijke Groep de rangorde van de projecten op basis van de classificatiesystematiek zoals opgenomen in het toetsingskader, bijgevoegd in bijlage 4 bij deze Ontwikkelingsstrategie.

Ontwikkelingsplan EVF Noordwest Holland 2009 – 2013 november 2008


Bijlage 3. Aanvraagformulier projecten De benodigde formulieren worden opgesteld door Dienst Regelingen.

Ontwikkelingsplan EVF Noordwest Holland 2009 – 2013 november 2008


Bijlage 4. Toetsingskader voor de beoordeling van projecten Toetsingskader voor de beoordeling van projecten Titel project: Omschrijving: 1. Past binnen een van de speerpunten ?

Score Nee Ja

Toelichting Project is niet subsidiabel Naar volgende

Binnen welk van de genoemde speerpunten past het project? (vink aan) 1. Samenwerken en verbinden 2. Innovatie in de sector via voorbeeldprojecten 2a. Versterkt het concurrentievermogen van een visserijgebied 2b. Herstructurering en herorientering van economische activiteiten (m.n. ecotoerisme) mits activiteiten niet leiden tot verhoging visserijinspanning 3. Economische diversificatie 3a. Diversificatie van activiteiten, door gecombineerde beroepsactiviteit voor vissers te bevorderen 3b. Biedt meerwaarde aan visserijproducten 3c. Ondersteuning infrastructuuur voorzieningen voor kleinschalige visserij en toerisme

1 1 1

1

1 1

3d. Beschermt milieu in een visserijgebied zodat deze aantrekkelijheid behoudt / ontwikkelt kustdorpjes met visserijactiviteiten / beschermt en verbetert natuurlijk en architecturale erfgoed

1

Heeft naar verwachting een economische positieve spin off

4

Veel

1 0

Matig/ Onzeker Geen

3

Veel >5

1 0

Enkele 2-5 Geen

CreĂŤert naar verwachting nieuwe arbeidsplaatsen of draagt bij aan behoud van werkgelegenheid blijkens het projectplan 3. Gebiedsbepalende criteria Komt voort uit EVF begrensd gebied Betreft de gemeente(n) Andijk Den Helder Enkhuizen Texel Volendam/Edam Wieringen

Nee Ja

Project is niet subsidiabel Naar volgende

1 1 1 1 1 1

Ontwikkelingsplan EVF Noordwest Holland 2009 – 2013 november 2008

Score project ---


Wieringermeer Omschrijving 4. Leidende criteria uit ontwikkelingsplan Het project heeft een experimenteel karakter * Het project is duurzaam** Het project heeft een multi-sectoraal karakter 5. Gezond project? Heeft het project een realistische doelstelling? Ja Nee Is de aanvrager afkomstig uit de visserijsector of oefent een met de sector verbonden beroep uit? Ja Nee Is er een geschikte trekker aanwezig? Ja Nee Is er een geschikte uitvoerder aanwezig? Ja Nee Is het beheer goed geregeld? Ja Nee Omschrijving Organisatiegraad Degelijk: er zijn duidelijke afspraken, toedeling van taken en bevoegdheden, go not go’s momenten, faseringen, aangegane verplichtingen, etc. ingebouwd Nauwelijks: veel organisatorische aspecten zijn niet duidelijk geregeld Zijn de vereiste indicatoren gedefinieerd ?

6. Financiering Is het project naar verwachting financieel haalbaar? Subsidiabele kosten bedragen minder dan € 100.000 De subsidiabele kosten bedragen tenminste € 100.000 Weging eigen bijdrage van begunstigde

Omschrijving

1 Score

Toelichting

Score project

2 2 2

Prima, naar volgende Niet subsidiabel

Prima, naar volgende project is niet subsidiabel Prima, naar volgende project is niet subsidiabel Prima naar volgende project is niet subsidiabel

Score

Prima, naar volgende Project is niet subsidiabel Toelichting

Score project

Prima, naar volgende

Niet subsidiabel Ja Nee

Ja Nee 0

Naar volgende Dan moet dit nog gebeuren; of project is niet subsidiabel

Naar volgende Project is niet subsidiabel

4 0 1 2 Score

Indien co-fin < 40% Indien co-fin 40-50% Indien co-fin > 50% Toelichting

Ontwikkelingsplan EVF Noordwest Holland 2009 – 2013 november 2008

Score project


7. Overige karakteristieken Draagt het project bij aan de oplossing van een knelpunt of vult het een leemte in waardoor het veel andere partijen er van profiteren.

Verwacht multiplier effect

Is de geleverde informatie volledig (financiering, vergunningen, offertes, deelnemers, planning)?

Stimulering samenwerking

4

Het project is de missing link in de gehele keten/gebied het vervult een latente behoefte of lost een knelpunt op.

0 4

Het project staat op zichzelf Het project vormt een voorbeeld, een pilot, en is overdraagbaar op de gehele regio

2

Naar verwachting zal er weinig navolging komen door bijvoorbeeld grote risico’s of marktverzadiging.

0

Overdracht naar anderen binnen de regio is niet te verwachten door bijvoorbeeld grote risico’s of marktverzadiging.

Nee

Dit volledig maken of het project is niet subsidiabel

Ja

Naar volgende

2

Een aantal organisaties/ particulieren werkt samen ter uitvoering van het plan

0

Er is 1 belanghebbende organisatie / particulier die het plan wil uitwerken zonder samenwerking.

Totale score (max. 43) 0 * Nieuw is analoog aan experimenteel. Met nieuw wordt 'nieuw voor het gebied' bedoeld. Nieuwe producten of diensten, nieuwe methoden, nieuwe combinaties van en verbindingen tussen economische sectoren, originele vormen van organisatie en betrokkenheid plaatselijke bevolking bij besluitvormingsprocessen. ** In de zin dat het gebruik van de hulpbronnen zodanig geschied dat aan de mogelijkheden door de toekomstige generaties geen afbreuk wordt gedaan.

Ontwikkelingsplan EVF Noordwest Holland 2009 – 2013 november 2008


Bijlage 5. Outputindicatoren Prioriteiten en maatregelen uit het EVF

Omschrijving vanuit EVF

EU-indicator

Streef waarde

Art 44: Duurzame ontwikkeling van visserijgebieden

Duurzame ontwikkeling van visserijgebieden

- Investeringen (privaat t.o.v. overheid) - Aantal projecten - Aantal deelnemers per project

1:2 30 5

Kernthema’s uit de Ontwikkelingsstrategie Kernthema 1: Samenwerking

Kernthema 2: Innovatie in de sector via voorbeeld projecten

Kernthema 3: Economische diversificatie

Pilotprojecten die laten zien hoe de samenwerking tussen vissers, ketenpartijen, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen gestimuleerd kan worden en tot duurzaam economische activiteiten kan leiden. (internationale) samenwerking tussen vissers (of vissersgroepen) en kennisinstellingen (Imares, NIOZ) om innovatieve voorbeeldprojecten voor een duurzame visserij te ontwikkelen, zoals productvernieuwing, de ombouw van bedrijven naar andere activiteiten of vangsten, nieuwe productiemethoden als aquacultuur, nieuwe, innovatieve technologieën, efficiëntieverbetering door samenwerking tussen vissers, verbetering van het visstandbeheer, het ontwikkelen van selectiever vistuig, maar ook het ontwikkelen van nieuwe markten;

- Investeringen (privaat t.o.v. overheid) - Aantal projecten - Aantal deelnemers per project

1:2

- Investeringen (privaat t.o.v. overheid) - Aantal projecten - Aantal deelnemers per project

1:2

Modernisering, verbreding en verduurzaming van bestaande bedrijven in de richting van productvernieuwing, kostprijsverlaging, verbreding met nieuwe economische activiteiten (inclusief infrastructurele voorzieningen), projecten op het gebied van een versterking en verduurzaming van de locale of regionale sociaal-culturele identiteit van vissersdorpen.

- Investeringen (privaat t.o.v. overheid) - Aantal projecten - Aantal deelnemers per project

1:2

Totaal aantal projecten

Ontwikkelingsplan EVF Noordwest Holland 2009 – 2013 november 2008

6 6

11 5

12 6

30


Bijlage 6. Begrenzing plangebied Noordwest Holland Het projectgebied Noordwest Holland is ruim 500 km2 groot en bestaat uit de visserijgemeenten Texel (13.617-162 km2), Den Helder (58.038-45 km2), Wieringen (8.705, 27 km2), Enkhuizen (17.811, 14 km2), Edam-Volendam (28.492, 16 km2), Wieringermeer (12.700, 207 km2) en Andijk (6.529, 46 km2), waardoor het gebied in totaal 145.982 inwoners telt en een gezamenlijke oppervlakte (exclusief water) van 517 km2.

Gemeente

Inwoners op 1-1-2008 (bron: CBS) Oppervlakte (km2) 13.617

162

Wieringen

8.705

27

Den Helder

58.038

45

Enkhuizen

17.811

14

Edam-Volendam

28.492

16

Texel – totaal

12.700

207

Andijk

6.529

46

Totaal

145.982

517

Wieringermeer

Ontwikkelingsplan EVF Noordwest Holland 2009 – 2013 november 2008


Bijlage 7. Werkgelegenheid in de visserij (januari 2008) januari-08 BIK

BIK

385 448 462 400 388 463 366

Noord-Holland

050

Gemeente (in N-H)

aantal vest. bedr.

Edam-Volendam Texel Wieringen Den Helder Enkhuizen Wieringermeer Anna Paulowna

sortering

BIK

Visserij, kweken van vis en schaaldieren

Visverwerking

Groothandel in vis, schaal- en weekdieren

152 aantal aantal aantal wpft wppt vest. bedr.

aantal aantal wpft wppt

10 33 50 23 3 2 1

21 121 114 100 8 2 2

4 16 21 12 0 0 1

6 2

98 5

4 1

1

5

0

122

368

54

9

108

5

Bron: Regiobase kamer van koophandel / Jaarstand Num: K37/06-05-2008/MBOR-7EDH6M

Ontwikkelingsplan EVF Noordwest Holland 2009 – 2013 november 2008

totaal visserij

51382 aantal vest. bedr.

aantal aantal aantal vest. wpft wppt bedr.

aantal aantal wpft wppt

35 1 8 5 6 1

366 7 14 10 51 1

82 0 17 6 1 0

51 36 58 28 10 3 1

485 133 128 110 64 3 2

90 17 38 18 1 0 1

56

449

106

187

925

165


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.