Inspraakdossier
Speelterrein Fransenplaats -
voor opmaak van de projectdefinitie -
‘Hoe moet het nieuwe speelterrein van de Fransenplaats eruit zien?’
Inhoud
Inleiding In de periode van april 2015 tot en met mei 2015 organiseerde de stad Antwerpen in samenwerking met het district Antwerpen een eerste inspraakperiode voor kinderen en de (toekomstige) ouders van kleuters in kader van aanleg van het speelterrein Fransenplaats in Antwerpen-Zuid. De resultaten van deze inspraakperiode zijn verwerkt in dit inspraakdossier. De resultaten van deze inspraakperiode dienen ter ontwikkeling van een projectdefinitie voor de heraanleg van het kleuteren peuterspeelterrein. Tijdens de inspraakperiode konden: • kinderen en de (toekomstige) (groot)ouders van kleuters en kinderen hun mening geven via een digitaal inspraakinstrument: www.antwerpen.be/oor. o Met dit instrument kreeg de doelgroepen de kans om inhoudelijk hun mening te geven. Op dit instrument stond een bevraging met als doel: onderzoeken en oplijsten van ideeën en opmerkingen voor het nieuwe speelterrein aan de hand van stellingen, open vragen en meerkeuzevragen. o De resultaten staan in hoofdstuk 1, 2 en 3. De antwoorden van de kinderen, tieners, jongeren, (groot)ouders en gebruikers zijn verwerkt tot dit inspraakdossier. Hoe lees je dit inspraakdossier? • In het eerste hoofdstuk vind je de context, aanpak en uitvoering van het inspraakproject. • In het tweede hoofdstuk vind je de gegevens van de bevraagden. • Vanaf het derde hoofdstuk vind je de verwerkte resultaten.
Hoofdstuk 1 - Toelichting inspraaktraject 1.1 Projectgebied Het projectgebied waarover dit inspraakproject gaat, ligt binnen de rode lijnen van de afbeelding.
Deze zone bevindt zich in wijk Markgrave in het district Antwerpen tussen de Moonsstraat en Hof ter Bekestraat. Het speelterrein valt onder de bevoegdheid van het district Antwerpen. Het ontwerp bestaat uit 5 onderdelen: • glijbaan • 2 veerfiguren • fietsenstallingen • zitmogelijkheden • hekwerk
1.2 Timing inspraakfase Van 6 april tot en met 7 mei 2015 organiseerde de stad Antwerpen in samenwerking met het district Antwerpen een inspraakperiode. 1.2.1 Soorten inspraakfases Er zijn verschillende soorten inspraak op verschillende momenten. Hieronder zie je de 3 verschillende inspraakfases van een (her)aanleg van openbaar terrein zoals een centrum, speelterrein, een plein of een park. De 3 inspraakfases ontstaan door 3 tussenstops. Zo'n tussenstop betekent dat een college iets moet goedkeuren vooraleer het project naar de volgende fase kan gaan.
• • •
•
PD. o o
= een goedgekeurde projectdefinitie Dit is de definitie van wat het project moet worden.
o o
= een goedgekeurd conceptplan Dit is een voorlopig ontwerp waaraan nog veel kan veranderen.
o o
= een goedgekeurd voorontwerp Dit is een ontwerp waarin al enkele dingen in vastleggen zoals de zones en wat je in iedere zone kan doen.
CP.
VO.
D.O. o o
= een goedgekeurd definitief ontwerp Dit is het ontwerp met alles erop en eraan, het ontwerp is af. Na de goedkeuring van een definitief ontwerp is de inspraak afgerond. De voorbereidingen voor de werken starten.
1.2.2 Huidige inspraakfase Dit project bevindt zich in de vroegste inspraakfase vóór een goedgekeurde projectdefintie en conceptplan.
•
• •
De lijnen van het gele kadertje staan ver open. Dit betekent dat in deze fase inspraak super maximaal kan zijn: o Dit is de vroegste inspraakfase. o De beste fase om te starten met inspraak. o Er is nog niets beslist, we starten met een wit blad. o Dit betekent dat de projectdefinitie en het conceptplan zal worden opgemaakt op basis van de mening van burgers. De volgende inspraakfase is vermoedelijk in het voorjaar van 2016. Het speelterrein is vermoedelijk helemaal af in het najaar van 2017 of het voorjaar van 2018.
1.3 Doel inspraak Het doel van deze laatste inspraakfase is om: • mensen hun mening te laten geven over de invulling van het speelterrein. o Want op basis van al deze meningen zal de projectdefinitie worden opgemaakt. De resultaten van deze inspraakperiode dienen dus ter ontwikkeling van een projectdefinitie voor het toekomstige nieuwe speelterrein.
1.4 Methodiek
Op het digitale inspraakinstrument OOR op www.antwerpen.be/oor kregen de doelgroepen de kans om inhoudelijk hun mening te geven over de verschillende onderdelen van het ontwerp. •
Op dit instrument stond een bevraging met als doel: o Onderzoeken en oplijsten van ideeën voor de projectdefinitie aan de hand van open vragen en meerkeuzevragen.
De bevraging op OOR bestond uit: • persoonsvragen • open vragen • meerkeuzevragen
1.5 Inspraaktraject Het idee dat digitale inspraak gelijk is aan het online plaatsen van een bevraging zonder bijkomende acties, is voorbijgestreefd. Deze manier van werken is niet voldoende en past niet: • onder de doelstellingen van het beleidsdomein jeugd • en in de leefwereld van de verschillende doelgroepen. Digitale inspraak werkt wel in combinatie met vindplaats gericht werken. • De jeugddienst maakt voor inspraakprojecten steeds een plan van aanpak op om er voor te zorgen dat minstens 100 personen individueel hun mening kunnen geven.
• • • •
Dit betekent dat bij alle inspraakprojecten wordt nagegaan waar de verschillende doelgroepen zich in een brede straal rond een project bevinden. Daarna maakt de jeugddienst een overzicht van alle scholen, jeugdverenigingen, openbare gebouwen en openbare locaties. Met dit overzicht kan de jeugddienst concreet en efficiënt locatiebezoek plannen om er voor te zorgen dat minstens 100 personen hun mening kunnen geven. De jeugddienst gebruikt tablets en laptops om op locatie de mogelijkheid te creëren voor geïnteresseerden om hun mening te geven; zonder dat dit een grote inbreuk van hun tijd inhoudt.
Deelname aan inspraakmomenten: • Deelnemende scholen: o Lagere school De Zonnebloem gaf de leerlingen van het 5de leerjaar de kans om hun mening te geven. Van Trierstraat 28 2018 Antwerpen 03/237 77 73 • Deelnemende jeugdwerkingen: o KRAS Zuid gaf hun kinderen (6 tot 8 jaar) en tieners (9 tot 11 jaar) de kans om hun mening te geven. Coebergerstraat 35 2018 Antwerpen 03/248 90 08 • Andere betrokken voorzieningen: o Tehuis voor blinden en slechtzienden ‘De Markgrave’ werd betrokken bij de inspraak. 1 Begeleidster verzamelde de mening van de bewoners en vulde de bevraging op basis daarvan in. Markgravelei 22 2018 Antwerpen 03/237 60 51 •
Losse momenten: o Op 8 en 15 april kregen de gebruikers van de Fransenplaats in de namiddag (tussen 14u en 15u30) de kans op de bevraging ter plaatse in te vullen, onder begeleiding van medewerkers.
Rekening houden met: Dit inspraakdossier is niet representatief voor de jeugd van de stad Antwerpen. Het geeft wel zicht op de meningen van 50 personen die meewerkten tijdens deze inspraakfase. De afbeeldingen die gebruikt werden in de vragenlijst, worden ook getoond in dit dossier. Dit is een bewuste keuze om beeldverwarring uit te sluiten.
Hoofdstuk 2- Gegevens bevraagden In totaal gaven 50 personen hun mening door de vragenlijst in te vullen op OOR. Via registratie en vragen over de deelnemers zijn er gegevens over de leeftijd, het geslacht, de woonplaats. Deze gegevens zijn gekoppeld aan de ingevulde open vragen, zodat we een overzicht hebben wie de personen zijn die antwoord gaven op de vragen. • De bevraging stond online van 5 april tot en met 7 mei 2015. • 50 personen gaven hun mening. • 19 personen gaven hun e-mailadres om op de hoogte te blijven van dit project.
2.1 Geslacht In deze tabel staat het aantal meisjes/vrouwen en jongens/mannen die de bevraging invulden.
gender meisje jongen onbekend totaal
Geslacht aantal 21 23 6 50
% 42% 46% 12% 100%
Bevindingen: • Van het totaal aantal bevraagden zijn minstens 42% meisjes/vrouwen ten opzichte van minstens 46% jongens/mannen. o Er zijn 2 jongens/mannen meer dan meisjes/vrouwen. o Minimum 1/3 van de bevraagden is wel van hetzelfde geslacht. Deze verhouding is een decreetregel en een maatstaf van de adviesraden. Bij alle openbare inspraaktrajecten voor kinderen en jongeren bekijkt de jeugddienst deze verhouding. De jeugddienst doet dit om na te gaan of er specifieke aandacht nodig is, indien een van beide geslachten zich onder deze 1/3-regel bevindt. o We kunnen praten over twee gelijke groepen omdat het verschil kleiner is dan 6% • 6 personen hebben geen geslacht opgegeven.
2.2 Leeftijd In onderstaande tabel staan de bevraagden ingedeeld volgens 5 leeftijdsgroepen. Het is te beperkt om de bevraagden in te delen twee groepen: ‘volwassenen’ en ‘niet-volwassenen’. De verschillende leeftijdsgroepen van jeugd hebben verschillende noden en behoeften. Dit heeft onder andere te maken met de cognitieve en biologische ontwikkeling en externe factoren zoals type opvoeding en omgeving. Daarom wordt er nagegaan hoe de aantallen zich verhouden bij de bevraagden. De leeftijdsgroepen van de jeugd zijn ingedeeld volgens de cognitieve en biologische ontwikkeling van deze groepen.
Leeftijdsgroepen groepen kleuters van 1 tot en met 5 jaar kinderen van 6 tot en met 9 jaar tieners van 10 tot en met 14 jaar jongeren van 15 tot en met 26 jaar ouder dan 26 onbekend totaal
aantal 2 15 16 1 9 7 50
percentag e 4% 30% 32% 2% 18% 14% 100%
Bevindingen: • De grootste leeftijdsgroep, 32 procent van de bevraagden, zijn tieners van 10 tot en met 14 jaar. • De tweede grootste leeftijdsgroep, 30 procent van de bevraagden, zijn kinderen van 6 tot en met 9 jaar. • De derde grootste leeftijdsgroep, bijna een vijfde van de bevraagden (18%) zijn personen ouder dan 26 jaar. • Kleuters zijn nauwelijks vertegenwoordigd. o Kleuters zijn cognitief nog niet rijp om hun mening te geven over een huidige toestand en toekomstperspectieven. Vaak zijn het de ouders van kleuters die de bevraging (samen) invullen. Ouders begeleiden meestal het speelgedrag van peuters en kleuters en kunnen een goede inschatting maken van hun speelbehoeften. In deze tabel staan de specifieke aantallen per leeftijd van de bevraagden. Van de doelgroepen kinderen, tieners en jongeren tot en met 26 jaar worden ook de nul-gegevens getoond. Vanaf 27 jaar worden enkel de cijfers weergeven van de effectieve personen die hun mening gaven. Hoe oud ben je? leeftijd aantal onbekend 8 1 0 2 0 3 1 4 0 5 1 6 5 7 2 8 4 9 3 10 3 11 2 12 7 13 2 14 2 15 1
% 16% 0% 0% 2% 0% 2% 10% 4% 8% 6% 6% 4% 14% 4% 4% 2%
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 30 35 45 52 55 74 totaal
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 2 1 1 1 1 1 50
0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 0% 2% 2% 4% 2% 2% 2% 2% 2% 100%
Bevindingen: • In totaal zijn er bevraagden uit minstens 20 verschillende leeftijden. o Er is een grote variatie in leeftijd. De personen die hun mening gaven zijn zowel kleuters, kinderen, tieners, jongeren, twintigers, dertigers, veertigers, vijftigers en zeventigers. • Alle aaneensluitende leeftijdsgroepen van 5 tot en met 15 jaar hebben hun mening gegeven. • De hoogste aantallen per leeftijd zijn bij de leeftijden 12 en 6 jaar. o 7 personen van 12 jaar o 5 personen van 6 jaar • 8 personen gaven geen leeftijd op.
2.3 Woonplaats Deze tabel bevat de woonplaatsen van de bevraagden. De lijst is alfabetisch gerangschikt. Woonplaats aantal % Antwerpen 41 82% *Antwerpen 2000 2 4% *Antwerpen 2018 35 70% *Antwerpen 2020 4 8% *Antwerpen 2030 0 0% *Antwerpen 2050 0 0% *Antwerpen 2060 0 0% Berchem 2600 1 2% Berendrecht-Zandvliet-Lillo 2040 0 0%
Borgerhout 2140 Deurne 2100 Ekeren 2180 Hoboken 2660 Merksem 2170 Wilrijk 2610 een andere gemeente onbekend totaal
0 0 0 0 0 2 0 6 50
0% 0% 0% 0% 0% 4% 0% 12% 100%
Bevindingen: • De bevraagden komen uit minstens 3 districten. • Er zijn geen bevraagden uit het district Berendrecht-Zandvliet-Lillo, Borgerhout, Deurne, Ekeren, Hoboken, Merksem en andere gemeenten. • De grootste groep (82%) woont in het district Antwerpen. • 70% van de bevraagden woont in Antwerpen-Zuid (postcode 2018). Verder zijn er vooral bevraagden uit het Kiel (2020) afkomstig. • 6 bevraagden gaven geen woonplaats op. • In onderstaande tabel staan de aantallen van de personen die in een andere gemeente wonen per opgegeven gemeente.
Hoofdstuk 3 – Resultaten van de bevraging De bevraagden konden via een gesloten vraag de frequentie aangeven van hun bezoek aan de Fransenplaats. Vervolgens werd via enkele open en gesloten vragen gepeild naar de invulling van het speelterrein. Ten slotte kregen de bevraagden de kans om hun mening te geven over zitmogelijkheden op het plein en andere voorzieningen.
3.1 Hoe vaak komen de bevraagden op de Fransenplaats? De bevraagden konden aanklikken hoe vaak ze het afgelopen jaar op dit plein kwamen. Hoe vaak kwam je het afgelopen jaar naar de Fransenplaats? antwoordmogelijkheid aantal % bijna elke dag (5 tot 7 dagen per week) 16 32% een paar keer per week (2 tot 4 keer per week) 15 30% verschillende keren per maand 4 8% verschillende keren per jaar 6 12% zelden tot nooit 1 2% geen antwoord 8 16% 100 totaal 50 %
Bevindingen: • 32% van de bevraagden verklaart bijna elke dag naar het plein te komen. 30% komt een paar keer per week. 62% van de bevraagden komt dus meer dan een keer per week naar het plein. • Slechts 1 persoon komt zelden of nooit naar het plein, de overige bevraagden komen verschillende keren per maand of jaar. • 8 personen gaven geen antwoord op deze vraag.
3.2 Wat vinden de bevraagden niet leuk aan de speelzone voor peuters, kleuters en kinderen? De bevraagden konden in een open tekstveld vertellen wat ze niet leuk vinden aan de speelzone voor peuters, kleuters en kinderen. De antwoorden van de bevraagden staan in onderstaande tabel. Per antwoord zie je: o de antwoorden staan gerangschikt per uniek antwoord en gerangschikt van hoog naar laag in mate van hoeveel keer een uniek antwoord werd gegeven. o de reden van de bevraagden, extra aanvullingen of aandachtspunten staan tussen ( ) • de leeftijdscategorieën en de aantallen van de bevraagden die dit antwoord gaven o voorbeeld in kolom ‘leeftijd’ 11 (4), 24 vier personen van 11 jaar en een persoon van 24 jaar gaven dit antwoord • de woonplaats van de bevraagden die dit antwoord gaven
bijvoorbeeld: 2610 (14) 14 personen die dit antwoord gaven, wonen in Wilrijk het geslacht van de bevraagden die dit antwoord gaven o aantallen kolom ‘totaal’ o dit is het totaal aantal personen die dat antwoord gaven o
• •
Wat vind je niet leuk aan deze speelzone voor peuters, kleuters en kinderen? Unieke antwoorden
Leeftijd
glijbaan (te klein, kinderachtig)
7 (2), 8 (3), 9 (2), 12 (4)
te weinig speeltoestellen (veel te weinig, te weinig 9, 10, 12 (2), 13, 14 (2), 28 speelmogelijkheden) te weinig plaats (te weinig plek om te voetballen, te klein 6, 11, 13, 28, 30 74 speelterrein) de veerfiguren (ze zijn saai) 6, 7, 8, 9, 10, 11 banken (te weinig banken, de eenpersoonsbanken zijn niet 7, 10, 12, 30 goed, er is geen picknickbank) alles (het hele speelterrein) 8 (2), 15 hondenpoep (op het plein, 6, 55 naast de bomen) er is geen schommel 6, 8, 30 gebrek aan gras 9, 12, 14 afval (veel sluikstort en 3, 7, 74 gevaarlijk glas, vuil, graffiti) Er is geen omheining rond het 30, 55 plein orde/rangschikking van de 74 fietsenstalling bijna alle speeltoestellen zijn 12 stuk de speeltoestellen zijn alleen interessant voor en bruikbaar 13 door kleuters gebrek aan toestellen voor volwassenen bv. voor fitness hangjeugd geeft slecht 35 voorbeeld aan kinderen de hekken rond het speelterrein het is onveilig 28
Leeftijd Onbekend Jongen Meisje onbekend geslacht
1
1
Onbekend district
3
1
7
3
3
2000 (2), 2018 (4)
6
4
2
2018 (6)
6
3
1
2018 (2), 2600, 2020
4
2
1
2018 (3)
3
1
1
1
3 2
2018 (2), 2020 2018 (3)
3 3
1
2018 (3)
3
2
2018, 2020
2
2018
1
1
2018
1
1
2018
1
1
1
2018 (7), 2020 (3)
Totaal
8
2
1
Woonplaats
1
1
2000 (2), 2018 (6)
2018 (2)
1
11 1
1
1
9
3
1
1
2018
1
1
2018
1
1
2018
1
3.2.1 Opmerkingen jeugddienst Er is sprake van 'hangjeugd' die het slechte voorbeeld aan kinderen geven. o Kinderen, tieners en jongeren hebben recht op rondhangen en privacy. Dit wordt al eens vergeten. Het is voor jongeren normaal om zich op de ze manier te gedragen, dit heeft te maken met de cognitieve ontwikkeling van jongeren. o Er moet wel nagegaan worden of er sprake is van normaal rondhanggedrag of er iets meer aan de hand is zoals bijvoorbeeld drugsgebruik.
3.3 Wat vinden de bevraagden leuk aan de speelzone voor peuters, kleuters en kinderen? De bevraagden konden in een open tekstveld vertellen wat ze leuk vinden aan de speelzone voor peuters, kleuters en kinderen. De antwoorden van de bevraagden staan in onderstaande tabel. Wat vind je leuk aan deze speelzone voor peuters, kleuters en kinderen? Unieke antwoorden
Leeftijd
de glijbaan (of het speeltoestel met 3, 5, 6 (3), 8, 10, de glijbaan, iemand wil er nog een 11, 12 (2) kleine bij) de veerfiguur (de rechtse, of beide omdat ze worden gebruikt om op te 5, 6, 7, 8, 9 12 zitten/hangen.)
Leeftijd Jongen Meisje onbekend 1
5
5
1
3
3
2
Onbekend geslacht
Woonplaats
Onbekend district
Totaal
2018 (8), 2610
1
10
2018 (4), 2020, 2610
7
3
2018 (4), 2020
5
4
1
2018 (4), 2020
5
1
veel groen op het plein (de bomen)
12 (2), 14 (2), 74
er is open ruimte (ik kan er hard lopen, voetballen (2) maar sommige buurtbewoners sturen de kinderen weg als ze dat doen)
7, 8, 9, 74
niets
8, 9, 13, 15
2
2
2018 (3), 2000
4
12, 14, 55, 74
1
2
2018 (4)
3
10, 13 7, 14 6, 28 35
1
1 2 1
2018 (2) 2018 (2) 2018 (2) 2018
2 2 2 1
1
2018
1
1
2000
1
6
1 1
2018 2610
1 1
10
1
2018
1
de banken (afwisselend naar binnen en buiten gericht is goed, het zijn er genoeg, maar ze moeten vernieuwd worden, ik kan er zitten) alles (of bijna alles) goede ligging (ik kom er na school) leuke plek sfeer in de buurt (buurtgevoel) de vorm van de glijbaan (een dinosaurus) de hekken (veilige hekken voor peuters) de muur (om tegen te voetballen) rustig samenkomstplek/hangplek (je kan er praten met je vrienden) er zijn speeltoestellen voor de kleinsten zachte ondergrond vanop het speeltoestel op de grond springen
1
1 1
12 11 1
30
1
2018
1
30
1
2020
1
8
1
2018
1
3.3.1 Opmerkingen jeugddienst
Zowel de veerfiguren als de glijbaan worden vaak vernoemd bij ‘leuk’ en ‘niet leuk’. De veerfiguur wordt bijvoorbeeld door 6 kinderen als saai bevonden en door 7 als leuk. Veerfiguren zijn net als kleine glijbanen bestemd voor kleuters en kleuters zelf niet hun mening hebben gegeven. Daarom raadt de jeugddienst aan om toch minstens 1 type veerfiguur te voorzien voor de allerkleinsten en ook een kleine glijbaan. Het feit dat er open ruimte is op het plein wordt als positief punt gesteld, al mag er zeker nog meer open ruimte vrij zijn (bijvoorbeeld door de banken verder uit elkaar te zetten). De jeugddienst raadt aan om de open ruimte op het plein optimaal te verbeteren zodat er meer ruimte is voor vrij spel.
De tolerantie van de buurt om het plein te gebruiken voor bijvoorbeeld voetbal is volgens enkele bevraagden laag. In een volgende inspraakfase kan verder worden onderzocht wat de mening van de buurtbewoners is over het eventueel voorzien van (kleine) voetbalfaciliteiten.
3.4 Welke speelvormen vinden de bevraagden belangrijk? De bevraagden konden aanklikken wat ze vinden van deze speelvormen voor peuters, kleuters en kinderen. Welke speelvormen vind jij belangrijk voor peuters, kleuters en kinderen? onderdelen negatief twijfel positief blanco totaal 25% klimmen en springen 18% 0% 58% 100% 24% glijden 19% 0% 57% 100% 26% hangbrug 18% 0% 56% 100% 29% stapparcours 18% 0% 53% 100% 23% evenwicht 23% 0% 55% 100% 21% draaien en zwieren 29% 0% 50% 100% 29% uitkijk 38% 0% 33% 100% 32% veerfiguur 27% 0% 41% 100%
kleur donker groen
Kleurlegende waarde
type
hoogste positieve score en laagste negatieve score
meest gemist
licht groen
hoge positieve score en lage negatieve score
veel gemist
oranje
positieve score en negatieve score gaan naar elkaar waarbij de positieve score het hoogste is
matig gemist
rood
Hoge negatieve score en lage positieve score OF positieve score en negatieve score gaan naar elkaar waarbij de negatieve score het hoogste is
minst gemist
3.5 Wat is er onmisbaar op het nieuwe speelterrein voor peuters, kleuters en kinderen? De bevraagden konden in een open tekstveld vertellen wat voor hen onmisbaar is op het nieuwe speelterrein voor peuters, kleuters en kinderen. De antwoorden van de bevraagden staan in onderstaande tabel. Wat moet er absoluut zijn op het nieuwe speelterrein voor peuters, kleuters en kinderen? Leeftijd Onbekend Onbekend Unieke antwoorden Leeftijd Jongen Meisje Woonplaats Totaal onbekend geslacht district 6, 8 (3), 10, 11, 12 glijbaan (grote, groter dan nu, meerdere) 1 7 5 1 2018 (11), 2000 1 13 (3), 13, 27, 74 schommel (eenpersoons en meerdere naast 3, 5, 6 (2), 8 (2), 10, 2018 (9), 2610 (2), elkaar, meer dan 1, tweepersoons, 1 8 5 13 12, 13, 15, 27, 30 2000, 2020 mandschommel (2)) veel ruimte (voldoende om te spelen en 10 (2), 14 (2), 27, 3 5 2018 (7), 2610 8 bewegen, meer, groter speelterrein) 28, 30, 35 voetbalgoal(en) 8, 10 2 4 2018 (4) 4 gras (bv. grasveld met hek rond zoals 8, 12, 14, 74 3 1 2018 (3), 2020 4 Marnixplaats) bank (meerdere met tafel, meer banken, niet allemaal onder de bomen omwille van 3, 30, 55 1 2 2 2018 (3), 2020 4 vogelpoep) klimspin, klimrek, klimparcours 8, 9 (2) 1 2 2 2018 (2), 2020 4 klimrek (meerdere) 7, 8, 9 1 2 2018 (2), 2020 3 omheining (aan weerszijden, waar het speelterrein langs de weg loopt.Aan de kant 28, 30, 45 3 2018 (2), 2020 3 van de brandgang moet het volgens 1 persoon ook blijven.) voetbalveld 7, 9 2 1 2018 3 speeltoestellen toegankelijk voor peuters en 3, 12 1 1 2018 (2) 2 kleuters (meer) meer speeltoestellen 10 1 2 2018 (2) 2 zandbak 8, 12 2 2020, 2018 2 bomen 3, 14 1 1 2018 (2) 2 Boomhut 7 1 2018 1 kabelbaan 6 1 2610 1 basketringen (voor grote en kleine kinderen) 6 1 2610 1 groot turntoestel 6 1 2610 1 avontuurlijk parcours 7 1 2018 1 toestellen om op te klimmen en af te springen
11
speelhuisje wipplank de grootte van het speelterrein is okĂŠ goede speeltoestellen stapparcours
12 27 74
1
1 11
1 1 1 1 1
2018
1
2020 2018 2018 2018 2018
1 1 1 1 1
3.5.1 Opmerkingen jeugddienst De jeugddienst suggereert om zeker rekening te houden met de vraag naar schommels en een glijbaan. De vraag naar voetbalgoals en een -veld komt in totaal 7 maal aan bod en hier dient dus zeker rekening mee te worden gehouden.
3.6 Welke zitmogelijkheden vinden de bevraagden belangrijk? De bevraagden konden aanklikken wat ze de zitmogelijkheden vinden. Welke speelvormen vind jij belangrijk voor peuters, kleuters en kinderen? onderdelen negatief twijfel positief blanco totaal 20% gewone bank 11% 0% 68% 100% 23% picknickbank 11% 0% 66% 100% 34% bank rond boom 16% 0% 50% 100% 29% zitblok 31% 0% 40% 100% liggende 32% boomstam 56% 0% 12% 100% 28% rots 55% 0% 18% 100%
kleur donker groen
Kleurlegende waarde
type
hoogste positieve score en laagste negatieve score
meest gemist
licht groen
hoge positieve score en lage negatieve score
veel gemist
oranje
positieve score en negatieve score gaan naar elkaar waarbij de positieve score het hoogste is
matig gemist
rood
Hoge negatieve score en lage positieve score OF positieve score en negatieve score gaan naar elkaar waarbij de negatieve score het hoogste is
minst gemist
3.7 Welke andere voorzieningen vinden de bevraagden nodig op het speelterrein? De bevraagden konden in een open tekstveld aanvullingen geven over welke voorzieningen er absoluut op het plein moeten zijn. De antwoorden van de bevraagden staan in onderstaande tabel. Zijn er nog andere voorzieningen die er absoluut moeten zijn? Leeftijd Onbekend Onbekend Unieke antwoorden Leeftijd Jongen Meisje Woonplaats Totaal onbekend geslacht district Banken (ze moeten recht staan zodat er meer plaats 5, 10, 2610, 2018 tussen is om te spelen of fietsen, 'chille banken', 14 27, 2 3 5 (4) picknickbanken, voldoende zitplaatsen, vaste banken) 28 Voldoende vuilnisbakken (zeker als er picknickbanken 7, 13, 1 1 2 1 2018 (4) 4 komen, meer vuilnisbakken (2)) 45, 55 Drinkfontein 6, 15 1 2 1 2018 (2) 3 Fietsparcours 10 1 2 1 2018 (2) 1 3 Afscheiding van het verkeer (groene in plaats van een hek, 7, 52 2 2018 (2) 2 omheining) Hangmat 7, 8 2 2018 (2) 2 Bomen (behouden) 7, 10 1 1 2018 (2) 2 Aanpak van sluikstorten 55 1 2018 1 Camera's voor toezicht 's nachts 55 1 2018 1 Fietsenstallingen (meer en extra grote voor bakfietsen) 1 1 1 1 Hardloopveldje 9 1 2018 1 Hondenweide 11 1 2000 1 Huidige gidslijnen voor blinden behouden 45 1 2018 1 Meer natuur met rotsen 6 1 2018 1 Struiken 7 1 2018 1 Uitleendienst voor fietsen 5 1 2610 1 Verfraaiing van de nutskast 7 1 2018 1
3.7.1 Opmerkingen jeugddienst De vraag naar voldoende vuilnisbakken en banken is groot. De jeugddienst volgt de suggestie om een groen alternatief te voorzien voor de hekken, bijvoorbeeld struiken of een hekwerk dat meer natuurlijk oogt, zoals hout. Of misschien kunnen de banken tactisch rond het speelterrein worden geplaatst om te voorkomen dat kleuters en peuters de straat of de brandgang op lopen? Uit losse gesprekken met ouders bleek immers dat er zeker rekening moet gehouden worden met het feit dat fietsers langs beide kanten van het plein, maar vooral langs de brandgang, het plein nogal roekeloos overrijden.