Speelweefsel linkeroever eindrapport@ks2016

Page 1

Speelruimteweefsel in Antwerpen Linkeroever Deel 1: Omgevingsanalyse Deel 2: Gewenste toestand en acties

Eindrapport augustus 2016 Onderzoeksrapport Speelruimteweefsel district Antwerpen Bestek nr. GAC/2013/1986 in opdracht van


Colofon

ONDERZOEKSRAPPORT SPEELRUIMTEWEEFSEL DISTRICT ANTWERPEN - LINKEROEVER Bestek nr. GAC/2013/1986 in opdracht van

Uitgevoerd door

Kind & Samenleving vzw Nijverheidsstraat10 1000 Brussel info@k-s.be

2


Inleiding

3


Opdracht De kernopdracht, zoals omschreven in het bestek, luidt als volgt:

Het voorwerp van de onderzoeksopdracht betreft een sterk visueel ondersteund onderzoeksrapport over het speelruimteweefsel in de wijk AntwerpenLinkeroever. Dit omvat een omgevingsanalyse, de gegevens in kaart brengen in GIS en het formuleren van beleidsvoorstellen en concrete acties. “ (Bestek nummer GAC/2013/1986, p. 15). Dit document omvat het onderzoeksrapport over de wijk Linkeroever.

OPBOUW DOCUMENT

ONDERDELEN

In de lijn met het bestek is dit onderzoeksrapport opgebouwd uit 2 grote delen:

De opdracht omvat 3 belangrijke deelopdrachten:

Deel 1: Omgevingsanalyse – p.6.

met o.m. een analyse van inspraak, GIS-analyse, terreinbezoeken, plananalyses,... 1. macro: het speelruimteweefsel van Linkeroever binnen een groter geheel (stadsniveau) 2. meso: het speelweefsel van Linkeroever op wijkniveau 3. micro: het speelweefsel van Linkeroever op buurtniveau

Deel 2: Beleidsvoorstellen en acties – p. 82

In dit onderdeel worden beleidsvoorstellen en acties voorgesteld

Coaching bij de inspraak: Concreet moet de opdrachtgever "voorstellen doen naar inhoud en methodieken voor de inspraak". "Een synthese geeft de algemene conclusies uit de bevraging en een beeld hoe de kinderen/jongeren zich op het openbaar domein voelen in de wijk." (Bestek p. 16 en 17) GIS-Analyse: "Het bestaande en gewenste speelruimteweefsel wordt visueel in kaart gebracht" d.m.v. GIS (p. 17). Beleidsvoorstellen:"In het sterk visueel ondersteund onderzoeksrapport worden voorstellen geformuleerd voor een steviger speelruimteweefsel om zo de zelfstandige mobiliteit van kinderen en jongeren te verhogen binnen de wijk. De voorstellen zijn aangepast aan de Antwerpse beleidscontext. Ze moeten haalbaar en concreet zijn, zowel ruimtelijk, politiek als financieel. De studie bevat tips en suggesties over hoe er op korte termijn zaken kunnen gerealiseerd worden, zodat de resultaten van het onderzoek snel visueel zichtbaar worden in het straatbeeld." (p. 17)

4


Proces

De uitwerking van de studie

5


DEEL 1: Omgevingsanalyse December 2015


Inhoudsopgave Deel 1 Omgevingsanalyse 1. MACRO

p. 8

2. MESO

p. 22

1.1. Planningscontext 1.2. Bovenlokale publieke ruimtes in en rond Linkeroever 1.3. Bovenlokale weginfrastructuur 1.4. Bovenlokale fietsinfrastructuur

2.1. Straten op mensenmaat 2.2. Stedelijk fietsnetwerk 2.3. Verkeersongevallen 2.4. Onderweg zijn 2.5. Luchtkwaliteit/geluidshinder 2.6. Demografische gegevens 2.7. Spreiding speelruimte en tekortzones 2.8. Draagkracht speelterrein per buurt 2.9. Algemene inrichtingswensen vanuit de inspraak. 2.10. Schoolspeelplaatsen op Linkeroever

3. MICRO

p. 43

4. CONCLUSIE

p.69

3.1. Centrum 3.2. Noordwest 3.3. Noordzuid 3.4. Zuid 3.5. Regatta

Vaststellingen Kaarten

7


1. MACRO Het speelruimteweefsel van Linkeroever binnen een groter geheel.

8


1.1. Planningscontext CONCLUSIE Voor de opmaak van het speelweefselplan is het nodig om de verschillende planningsdocumenten en concrete lopende projecten te screenen. Vanuit deze plannen kunnen ruimtelijke potenties mee gestalte geven aan het gewenste speelweefsel voor Linkeroever. Veel van deze plannen hebben een rechtstreekse invloed op de publieke ruimte en aldus op het speelweefsel en het publieke leven van kinderen en jongeren. De vele plannen hebben meestal te maken met de grote ruimten. Uit de screening van deze projecten kunnen we vaststellen dat er veel mogelijkheden en potenties zijn om het speelweefsel op Linkeroever te versterken. Deze grote projecten en ruimten bevinden zich hoofdzakelijk aan de rand van de verschillende woonwijken. Deze projecten hebben meestal een stedelijke functie waarbij het de bedoeling is om vele gebruikers van buiten Linkeroever gebruik te laten maken van de infrastructuur.

Overzicht gescreende planningsdocumenten en inrichtingsplannen • • • • • • • •

Groenplan [voorontwerp juni 2015] Ruimtelijke visie dijkwerken Linkeroever [juni 2014] Mobiliteitsplan Sint-Anneke voorontwerp Masterplan Regatta Inrichtingsplan Regatta wijk – specifieke publieke ruimteplannen Project Middenvijver Oosterweelproject

Een belangrijke bekommernis hierbij is dat de bestaande woonwijken maximaal moeten worden aangetakt aan deze projecten. Dit wil zeggen dat voor kinderen en jongeren de aantakking zo veilig mogelijk dient te gebeuren. Autoluwe verbindingen zijn aan de orde. Daarnaast moeten ook de noden van de bewoners worden opgenomen in deze grote projecten. Bij dergelijke grote projecten komt de stem van kinderen en jongeren nauwelijks naar voor. Niettegenstaande er in de verschillende projecten mogelijkheden worden voorzien voor kinderen en jongeren om zich te ontspannen, naar school te gaan…... Volgende documenten werden gescreend: Masterplan 2020, Mobiliteitsplan Antwerpen, Ruimtelijk structuurplan Antwerpen, Hoogbouwnota, Oosterweelverbinding, Voorontwerp Groenplan, Ruimtelijke visie dijkwerken Linkeroever, Nieuwe woonwijk en publieke ruimten Regatta en Galgenweel, project Middenvijver.

9


Groenplan [voorontwerp juni 2015] Inhoud • •

Een richtinggevend beleidsdocument voor wat betreft de gewenste kwantiteit en kwaliteit van het groen. Dit plan wordt uitgewerkt op het niveau van de ganse stad. Het behandelt de grensoverschrijdende kwesties en resulteert in een globale gewenste groenstructuur.

Potenties • • •

• •

Potentie van de Zandvlaktes Linkeroever (Sint-Annabos, Middenvijver, Het Rot…) als enorme mogelijkheden om te spelen, ontmoeten en sporten. Zand als spelelement is uitdagend ontwerpidee. Groenplan integreert nieuwe groene ruimte langsheen de grote lanen. Deze groene ruimte of parkstrips bieden mogelijkheden om spelen, ontmoeten en sporten te integreren, maar ook om de brede lanen veiliger (vb kortere oversteekbaarheid) en aangenamer te maken. In het voorontwerp wordt veel aandacht geschonken aan vogelsoorten. Ook dit kan een uitgangspunt zijn om te werken aan grotere belevingskansen (observatiehutten, verrekijkers,….) De groene sproeten die in de voorziene lokale groenplannen worden uitgewerkt als opstap voor meer spel en ontmoeting.

Knelpunten •

Spelen in de natuur en het groen is geen uitgangspunt van het groenplan. Dit zou sterker kunnen opgenomen worden (speelzones in het bos, bouwspeelplaatsen, ….). Het edu-creatie onderdeel biedt hiervoor een goede kapstok.

10


Ruimtelijke visie dijkwerken Linkeroever [ juni 2014] Inhoud • • • • •

Studieopdracht van de opmaak van een ruimtelijke visie voor de dijkwerken op linkeroever. Kadert binnen de realisatie van het Sigmaplan. Een ruimtelijke visie die creatieve oplossingen biedt voor het ophogen van de dijken. Opdrachtgever: Waterwegen en Zeekanaal nv. Opdrachthouder: Omgeving, SBE, Royal Haskoning.

Potenties

• Visie voorziet verschillende uitzichtpunten op strategische plaatsen. Hier kunnen sterke speel- en ontmoetingsfuncties aan gekoppeld worden. • Visie voorziet in een samenhangend recreatief netwerk. Dit biedt mogelijkheden om speel, sport en ontmoetingskansen te integreren. Het goed bereikbaar maken van de verschillende voorzieningen is belangrijk (fietsen, skaten, buggy’s, skeeleren,…) • Verschillende voetbalterreinen worden ingekleurd. • Er is veel aandacht voor ‘ruimte voor natuur’. Hier kunnen speel- en educatieve elementen aan gekoppeld worden.

Knelpunten

• In visie wordt de formele speelterreinen (nog) niet voorzien of besproken. Nochtans een wezenlijk onderdeel van een groot recreatief landschap. Speelruimten moeten ook strategisch worden ingeplant. En dus beter opgenomen in de uitgangspunten. • De ruimtelijke visie is sterk gebaseerd strakke lijnen. Hiermee dreigt het avontuurlijke karakter wat naar de achtergrond te verplaatsen. Er kan nog sterker worden ingezet op geborgenheid.

11


Sint-Anneke voorontwerp Masterplan Inhoud

• Toekomstvisie voor de verdere ontwikkeling van Sint-Anneke. • Visie op basis van de verschillende bestaande plannen en studies. • Uitwerking van een Masterplan – gewenste ruimtelijke structuur.

Potenties

Verschillende uitgangspunten van het masterplan bieden aanknopingspunten om het speelweefsel verder te integreren in het masterplan. • Het zandige landschap biet mogelijkheden om speelkansen te ontwikkelen. Denken we maar aan speelduinen, ravotzones, zand als speellandschap…. • Paviljoen architectuur kan op een speelse wijze worden ingezet zodat kinderen en jongeren hier ook gebruik van kunnen/mogen maken. • De voorziene panoramapunten zijn ideale ontmoetingsruimen. Pleintjes en speelruimten kunnen gekoppeld worden. • Het verder inzetten op een goed bereikbaarheid voor voetgangers en fietsers moet ook er ook voor zorgen dat kinderen en jongeren uit de omliggende wijken vlot aan het recreatiegebied geraken. (Vb De Thonetlaan is moeilijk oversteekbaar vanuit de wijk). • Verbeteren van doorwaadbaarheid en uitwerken van missing links. Hieraan kan een goed befietsbaar, beskatebaar parcours aan gekoppeld worden). • Beter integreren van Robinsontuin, sportvelden en skateruimte in zijn omgeving.

12


Regatta wijk – Algemeen Inhoud

()

• Zone tussen Blancefloerlaan en het Galgenweel: • Komende tien jaar : 400 eengezinswoningen en 1000 appartementen. (a) winkels • + Kantoren, (c) en een supermarkt

Potenties

Straatinrichting. De voorziene wegstructuur wordt volledig zone 30. De 7 grote bouwblokken zijn allemaal ingericht als autovrij binnengebied. Verschillende type publieke ruimten (pleinen en parken) worden voorzien. • Kleine buurtgerichte ruimten: groene binnengebieden in de wijk zelf). • Grote wijkgerichte ruimten (aan de school). • Wijk overschrijdende groene ruimten en publieke ruimte (aan het Galgenweel).

overzichtsplan

Projecten wordt in verschillende fase uitgewerkt. Sommige ruimten kunnen aldus tijdelijk worden ingericht in afwachting van definitieve inrichting.

Knelpunten

School en Galgenweelpark is gelegen aan de rand van de wijk. Dit zijn de grotere publieke ruimten met voorzieningen. Deze moeten dus goed bereikbaar zijn vanuit de wijken. • Extra aandacht voor veilige oversteekplaatsen van de hoofdstraten en veilige autovrije verbindingen. Vele percelen worden omzoomd met sterke grenzen en erfmuren. Dit zorgt voor een mindere sociale controle en kil aanblik. Bijkomende aandacht dient geschonken te worden aan het beleefbaar maken van de openbare ruimte.

13 Publieke ruimte plan (straten en pleinen)


Regatta wijk – publieke ruimteplannen binnen de Regattawijk. ()

Inrichting Buurtpleinen

(a)

Inrichting wijkterrein

Inrichting Galgenweelpark

(c)

Buurtterreinen

Wijkterrein

Potenties Vooral gericht op jongere kinderen. Geen uitdagende infrastructuur. Bijkomende toetsing nodig bij omwonenden.

Potenties Mogelijkheid om ruimte tijdelijk in te richten. Bereikbaarheid vanuit de wijk dient optimaal te zijn.

REGATTA VILLAGE Presentatie commisie openbaar domein 19 JANUARI 2015 Studio 015_ bernardo secchi & paola viganò

Uit: BPRO 11 08 Regatta/ bouw van gemeenschapsvoorzieningen, 26 februari 2013/ AG VESPA/ Antwerpen

Drie binnenpleinen worden voorzien: - Ruimte voor informeel spel en ontmoeting - Geen formele speelruimten. - Hoofdzakelijk grasvlakte met paden en siergroen. Eén groen plein • Ruimte voor formeel spel. • Ook wadi biedt speelkansen

Grotere groene ruimte aan de rand van de wijk. • Ruimte is gelinkt aan school (doet dienst aan schoolspeelplaats) • Ruimte voor spel, sport en ontmoeting • Ook ruimte voor oudere kinderen en jongeren. • Ruimte voor sport.

Wijk overschrijdende ruimte Galgenweelpark • Grote groene ruimte aan de rand van het Galgenweel. • Grotere infrastructuur. • Kan grote groepen ontvangen • Link met water.

14 Uit inrichtingsplan regattapark fase II.


Project Middenvijver. Inhoud

()

• Middenvijver wordt een groene ruimte met toegankelijke paden en een hondenvijver. • Er wordt een bufferzone aangelegd tegen verstoring van het natuurgebied. (a) (c) • Er wordt een stadscamping ingericht. • De inkomzones worden halfverhard en er wordt een zone aangelegd voor logistiek en opslag. • De bestaande grasoppervlakte is geschikt voor de organisatie van een festival. Potenties. De inrichting van de randen van het projectgebied kunnen lokale noden opvangen. Bijvoorbeeld de woonwijk Adolf Menystraat bezit weinig aantrekkelijke publieke ruimte en geen speelruimte.

Simulatiebeeld recreatiegebied Middenvijver, Antwerpen.be

De zandige ondergrond biedt mogelijkheden voor een avontuurlijk informeel speellandschap. De uitgestrektheid van het terrein biedt mogelijkheden om grote groepen te ontvangen ( jeugdwerk, festiviteiten,….)

15


Oosterweel De ontwikkeling van de Oosterweelverbinding heeft voor linkeroever () Op basis van een screening van de website verschillende gevolgen. www.oosterweelverbing.be kunnen we volgende relevante elementen voor deze studie naar voor schuiven. Heraanleg (a)Sint-Annabos (c) Tijdens de bouw van de Scheldetunnel (in functie van de Oosterweelverbinding) verdwijnt tijdelijk een groot deel van het SintAnnabos om plaats te maken voor de werf. Een strook van het bos blijft steeds behouden als groene buffer tussen de werfzone en de omgeving. Daarnaast blijft ook een strook met waardevolle natuur van ongeveer 6 hectare langsheen de Charles de Costerlaan behouden. Nog voor het einde van de werken wordt het SintAnnabos heraangelegd. Er worden inheemse bomen en struiken aangeplant, en er komt een slikken- en schorrengebied (12 hectare) en een overstromingsbos (6 hectare) langsheen de Schelde. Nieuwe wandel- en fietspaden en picknickbanken maken van het SintAnnabos een aangename plek om te ontspannen.

Simulatiebeeld Nieuw Sint-Annabos,bron: www.oosterweelverbinding.be

Betere fietsverbindingen Zwijndrecht, Linkeroever en de Scheldetunnel worden met elkaar verbonden via 9 km aan nieuwe fietspaden. Op verschillende plaatsen komen er fietsbruggen en –tunnels over en onder de autowegen, zodat je als fietser of wandelaar veilig kan oversteken. Aaneensluiting natuurgebieden van de linkeroever De nieuwe weginfrastructuur wordt aangelegd met respect voor de omgeving. Het Sint-Annabos, het Rot, Middenvijver, Blokkersdijk en het Vlietbos worden met elkaar verbonden via ecoducten, ecotunnels, beekjes en fiets- en wandelpaden. Dit heeft niet alleen voordelen voor de natuur, maar biedt ook nieuwe recreatiemogelijkheden.

16 Bron. Oosterweelverbinding.be


1.2. Bovenlokale publieke ruimtes in en rond Linkeroever.

Linkeroever wordt gekenmerkt door vele grote open ruimten en groene gebieden. Deze hebben duidelijk een bovenlokale functie en zijn sterk gericht op recreatie en haar voorzieningen. De verschillende grote ruimte projecten van de stad hebben ook betrekking op deze gebieden. Ze zijn van cruciaal belang om het speelweefsel in Linkeroever te versterken zowel op lokaal niveau als op bovenlokaal niveau. Het zijn vaak ook unieke ruimten ( zichten, grootte, inrichting, voorzieningen…) waardoor ze ook een zeer specifiek en uitgesproken karakter hebben.

SINT-ANNABOS SCHELDEBOORDEN AUGUST VERMEYLENLAAN CHARLES DE COSTER

MIDDENVIJVER FREDERIK VAN EEDENPLEIN

GALGENWEEL

17


macro > 1.2. Bovenlokale publieke ruimtes in en rond Linkeroever

SCHELDEBOORDE Potenties

• Langgerekte groene ruimte met verschillende speel, sport- en recreatiekansen. • Unieke zichten naar Antwerpen centrum en over de Schelde. • De combinatie van een opéénvolging van verschillende ruimten en sferen zorgt voor een aantrekkelijk karakter. • Verschillende recreatiemogelijkheden (zwemmen, horeca, natuur…) zijn gekoppeld aan deze zone. • De link met de Schelde kan sterk in de verf gezet worden. • Combinatie van een inrichting gericht op de omliggende woonwijken en recreatiemogelijkheden voor mensen uit de wijdere omgeving. • Deze omgeving heeft een sterke aantrekkingskracht voor mensen uit het centrum van Antwerpen.

Knelpunten

• Op lange termijn zullen de Scheldeboorden verhoogd worden. Dit zal een gevolg hebben voor de herinrichting van de Scheldeboorden. • De verschillende speelruimten hebben een zeer gelijkaardige sfeer en, karakter. • Nochtans biedt deze zone veel ruimte voor een sterker gedifferentieerd speelen sportkarakter. Het stedelijk karakter kan sterker in de verf worden gezet. • Er is weinig tot geen sportinfrastructuur aanwezig. • Deze bovenlokale ruimte verdient een sterkere identiteitsbepalende sport- en recreatieruimte. • Speel- en sportmogelijkheden dienen beter ingebed in unieke landschap. Momenteel blijven het speeltoestellen op een valbrekende bodem. Dit is te weinig voor dergelijke ruimten.

18


macro > 1.2. Bovenlokale publieke ruimtes in en rond Linkeroever

SCHELDEBOORDE

Wat zeggen de kinderen? Speelruimte – groot Sport (voetbal) Speelterrein - klein

Van de grotere sites op Linkeroever is de Scheldeboorde de meest bezochte door kinderen. Bijna iedereen kent deze plek (81%), en 1/3 van de ondervraagden komt hier meerdere keren per week. Nog eens 28% komt hier verschillende keren per maand. De meerderheid van de kinderen die deze plek kennen, komt hier te voet naartoe (51%), gevolgd door de fiets (19%) of de auto (18%). Dit doen ze het vaakst in gezelschap van vrienden, de ouders of alleen. De kinderen geven uitdrukkelijk aan hier in de eerste plaats te komen spelen, gevolgd door sporten, ontspannen of om er met vrienden af te spreken.

Speelterrein - klein Speelterrein - klein

Wat ze er leuk vinden is dat je er kan zwemmen, spelen en ook de speeltuin en de Vikingboot wordt gewaardeerd. Kinderen komen er echter ook voor de rust, de natuur en het mooie uitzicht aan de Schelde.

Speelterrein – groot

Wat kan beter? Nog méér speeltoestellen en een voetbalterrein.

Sport (trap en basketterreintjes, stenig)

Beste plek? 1) De zone met Vikingboot, omwille van de speeltuin en variatie aan speeltuigen, maar ook omdat er veel plaats is en omdat je er goed kan voetballen. Ook het zand om in te spelen wordt hier geapprecieerd. 2) Het Vikingdorp bij de jachthaven, omwille van de beschikbare speeltuigen, de vele ruimte en het zand om in te spelen.

19


macro > 1.2. Bovenlokale publieke ruimtes in en rond Linkeroever

SINT-ANNABOS Potenties

• Huidige inrichting zorgt voor avontuurlijke speelkansen. • Daarnaast biedt deze ruimte veel mogelijkheden voor recreatie (joggen, fietsen, paardrijden…). • Speel, sport en ontmoetingskansen kunnen terug worden geïntegreerd in het nieuwe her aan te leggen park.

Knelpunten • Sint-Annabos zal in de toekomst gekapt worden en heringericht. Dit proces zal een lange tijd duren. Dit wil zeggen dat deze grote groene ruimte een lange periode niet zal gebruikt kunnen worden. • Bij herinrichting moet er blijvend gewaakt worden op de integratie van het avontuurlijk karakter en voldoende speelkansen voor kinderen.

Wat zeggen de kinderen? Het Sint-Annabos is minder gekend bij de kinderen: 47% geeft aan deze plek niet te herkennen. Van degene die hier wel eens komen doet de meerderheid dit zelden of slechts een aantal keren per jaar. De meeste kinderen komen te voet (43%) of met de fiets (26%) naar het bos of worden gebracht met de auto (23%). Ze komen er het vaakst in gezelschap van de ouders, gevolgd door andere familieleden of vrienden. Sommige kinderen geven aan hier wel eens met de klas naartoe te komen. De kinderen vinden deze plek leuk omwille van de natuur, het vele groen, het bos als avontuur (bomen om in te klimmen, de vele verstopplekjes, etc). Wat kan beter? Méér speeltuigen en mogelijkheid om kampen te bouwen. Opmerking: de aantallen en

frequenties zijn hier vrij laag en in die zin dus niet zo betekenisvol.

20


macro > 1.2. Bovenlokale publieke ruimtes in en rond Linkeroever

MIDDENVIJVER Potenties

• Grote uitgestrekte ruimte. • Biedt mogelijkheden om aan de rand van dit gebied (aansluitend op de woonomgeving) bijkomende speel- en sportkansen te voorzien. • In het noordoosten bevindt er zich een kleine woonwijk (rondom de straat Adolf Menystraat). Deze wijk ligt gekneld tussen grote weginfrastructuur. Deze wijk heeft geen bespeelbare publieke ruimte of andere aangename publieke ruimte. Het aanpalende deel van de Middenvijver kan hier eventueel op inspelen. • Toeristische troef voor Linkeroever. • Open en vrije ruimte waar grote groepen (bijvoorbeeld jeugdwerk) eigen activiteiten kan organiseren. • Kan dienst doen als ‘tijdelijke’ avontuurlijke speelruimte ter compensatie van het Sint-Annabos dat tijdelijk een ander invulling zal krijgen. • Biodroom-project is aanpalend.

Wat zeggen de bevraagde kinderen? De Middenvijver is héél wat minder gekend bij de kinderen, slechts 49% van de ondervraagden geeft aan deze plek te herkennen en nog eens 26% komt hier zelden tot nooit. Van degene die hier wel eens komen is de frequentie bovendien eerder laag (jaarlijks) dan hoog. De meeste kinderen komen hier te voet (36%) of met de fiets naartoe (25%), gevolgd door de auto (18%) of het openbaar vervoer (14%). Ze komen hier het vaakst naartoe met vrienden, de ouders of alleen en dit in de eerste plaats om er te spelen De kinderen appreciëren er de ruimte en de vijver. De

aantallen zijn hier echter te laag om veel betekenis aan te hechten.


macro > 1.2. Bovenlokale publieke ruimtes in en rond Linkeroever

GALGENWEEL Potenties • Nieuw inrichtingsproject biedt bijkomende speel- en ontmoetingskansen voor de omliggende wijken en buurten. • Wijkoverschrijdend park wordt voorzien. • Grote groene ruimte aan de rand van het Galgenweel. • Grotere infrastructuur. • Kan grote groepen ontvangen • Link met water.

Wat zeggen de bevraagde kinderen? De Galgenweel is slechts gekend bij 46% van de ondervraagde kinderen, met ook hier relatief weinig frequentie bezoekers. Van degene die er wel eens komen doen de meeste dit eerder maandelijks, jaarlijks of zelden. Bijna de helft van de kinderen die deze plaats bezoeken komen te voet (en 23% komt met de fiets), wat laat vermoeden dat het hier om kinderen gaat die in de buurt van Galgenweel wonen. De meeste kinderen komen hier in gezelschap van de ouders of met vrienden. Ze komen er het vaakst om te ontspannen of om er te spelen. Geapprecieerd worden de speeltuigen en nabijheid van het water, de mogelijkheid om er te chillen en het feit dat je er goed kan lopen. Wat kan er beter? De speeltuigen.


macro > 1.2. Bovenlokale publieke ruimtes in en rond Linkeroever

FREDERIK VAN EEDENPLEIN Potenties • • • •

Grote uitgestrekte ruimte met twee sferen. Een stenige sfeer (vooral parking) en een groene sfeer vooral grasveld met verschillende bomen. Gelegen aan een belangrijke toegangspoort (openbaar vervoer) naar centrum Antwerpen. Gelegen nabij verschillende winkels en horeca. Grote ruimte waar verschillende mogelijkheden te ontwikkelen zijn.

Knelpunten

• Grote brede lanen omgeven deze publieke ruimten. De oversteekbaarheid van de verschillende lanen is moeilijk in te schatten door kinderen. • Het lijken wel eilanden in een zee van straten en lanen. • De inrichting van zowel het stenige plein als de groene ruimte is niet gericht op spel, sportachtig als ontmoeting.

GROENE RUIMTEN A. VERMEYLEN EN CHARLES DE COSTER Potenties

• Enorme grote ruimten. • Biedt de mogelijkheid om grote groepen te ontvangen en evenementen te organiseren. (o.a. Ten Miles) • Biedt de mogelijkheid om sterker in te zetten op sportachtige inrichting. • De vele bomen zorgen voor een zekere structuur en groen karakter.

Knelpunten • • • •

Weinig geborgenheid. Groots en weinig referentiepunten Omgeven door brede straten. Weinig sociale controle. De afstand naar de verschillende appartementsgebouwen is ver.


1.3. Bovenlokale weginfrastructuur GROTE LANEN ZORGEN VOOR BARRIERES Linkeroever kent een aantal zware verkeersbarrières (zie ook stadswegen, volgende slide) die de wijk in verschillende buurten opdelen. De barrièrewerking heeft te maken met de verkeersintensiteit, openbaar vervoer (o.a. tramsporen) en het autogerichte wegprofiel. • (1) De Charles De Costerlaan scheidt het noordelijk deel van Linkeroever van het centrumdeel. Deze drukke weg bestaat uit vier aparte lanen (2 in elke richting) die in het westen uitmonden in de E34. Anderzijds loopt hier een veelgebruikte buslijn naar centrum Antwerpen, via de Waaslandtunnel. • (2) De Blancefloerlaan isoleert de zuidelijke woonwijk van het centrumdeel. Hier loopt een tramlijn naar centrum Antwerpen. Beide drukke verkeersaders werken scheidend op wijkniveau, maar verbindend op stedelijk niveau (door de aanwezigheid van openbaar vervoer naar het centrum Antwerpen en andere wijken). Voor het speel- en kindweefsel zijn deze mobiliteitsassen sterk scheidend. Voor het tiener- en jongerenweefsel zijn ze eerder verbindend.

1

(1) Sint-Bernardsesteenweg

5 4

3 2

Daarnaast is er ook noord-zuid georiënteerde verkeersassen die scheidend werken, hoewel in mindere mate dan de oost-west verkeersassen. • (3) De Gloriantlaan isoleert de woonwijk grenzend aan Scheldeboorde van het centrumdeel van Linkeroever, maar deze scheiding is minder doordringend. • (4) De Halewijnlaan en (5) de Thonetlaan, waarbij vooral de Halewijnlaan als een drukke verbindingsweg fungeert die beide Oost-West verkeersassen met elkaar verbindt.

(1) Charles De Costerlaan

24


1.3. Bovenlokale weginfrastructuur STADSWEGEN Stadswegen vullen het netwerk van steenwegen verder aan, maar op een

iets lager niveau. Deze belangrijke lokale verbindingswegen hebben voornamelijk tot doel om de stadsdelen en centra bereikbaar te maken. Zo ontsluiten zij overwegend grootschalige stedelijke functies of activiteitenzones, zoals kantoren en winkel- en horecagebieden of evenementenlocaties. Door de overwegende verkeersfunctie wordt gestreefd naar een voldoende hoog niveau van doorstroming en een goede oversteekbaarheid voor het dagelijks traag verkeer dat zich vanuit en tussen de woongebieden begeeft van en naar de school, het werk, de winkel ... De maximumsnelheid is 50 km/u. Indien de ruimte het toelaat, blijven aparte fiets- en voetpaden en beveiligde oversteekplaatsen het uitgangspunt bij de inrichting.

(1) Sint-Bernardsesteenweg

Selectie Linkeroever: C. Decosterlaan, Halewijnlaan, Blancefloerlaan

Bron: Antwerpen 2020 / 2025 / 2030. Actief & bereikbaar

(1) Charles De Costerlaan

25


1.4. Bovenlokale Fietsroutes Grofmazig hoofdfietsnet

Doorheen Linkeroever bevinden zich verschillende Kernroutes. Kernroutes: Bovenlokale functionele routes die woonkernen, districtskernen en belangrijke functies met elkaar verbinden. Ze zijn de kortste en meest logische weg voor de fietser.

Lijst: deel van Frederik Van Eedeplein, Blancefloerlaan en Charles Decosterlaan, Beatrijslaan en rondom Galgenweel (oostelijk deel).

Stedelijk fietsnet

(1) Sint-Bernardsesteenweg

Naast de kernroutes bevinden er zich ook veel wijkroutes. Wijkroute: Belangrijke route in de stad (of binnen een district). Zijn op lokaal niveau de routes met meeste fietsintensiteiten en directe verbindingen binnen de wijk.

Voor Linkeroever: rondom Galgenweel, Thonetlaan, Gloriantlaan, Esmoreitlaan; August Vermeylenlaan en Halewijnlaan. Verfijningsroutes: Dagdagelijkse route waarbinnen een diffuus net waar alle straten fietsvriendelijk zijn ingericht. In principe alle straten waar de fietser zijn eigen route uit selecteert voor korte verplaatsingen. Voor Linkeroever: overige straten.

Vaststellingen Verschillende bovenlokale fietsinfrastructuren zijn aanwezig en worden verder ontwikkeld. Deze bevinden zich vaak op de scheidingslijn en lanen tussen de verschillende wijken van Linkeroever. Deze lanen met hun fietsinfrastructuur worden ook gebruikt door kinderen en jongeren voor de kortere afstanden (bijvoorbeeld van en naar school) vormen. De aansluiting van deze bovenlokale fietsinfrastructuren aan de wijken dient dus zeer goed, veilig en overzichtelijk te worden ontwikkeld. Bron: Antwerpen 2020 / 2025 / 2030. Actief & bereikbaar (1) Charles De Costerlaan

26


2. MESO Het speelruimteweefsel van Linkeroever op Stadsdeelniveau.

27


2.1. Straten op mensenmaat Het “Mobiliteitsplan 2020/2025/2030 Actief en bereikbaar” spreekt van het ontwikkelen van straten op mensenmaat. Vaak gaat het over de buurt en wijkgerichte starten. Aangezien de ruimtelijke structuur van dergelijke straten vaak weinig belevingsvol en overgedimensioneerd zijn, ligt hier een belangrijke opdracht: Hoe kunnen de klassieke woonstraten aantrekkelijker worden ingericht?

Straten op mensenmaat

De selectie van ontsluitingswegen (steenwegen, stadswegen en wijkwegen), bakent op districtsniveau woon- en verblijfsgebieden af. Hier staan het buurtleven en woon- en verblijfskwaliteit centraal. Deze gebieden worden zones 30, waar het STOP-principe van toepassing is (prioriteit gaat naar de meest kwetsbare verkeersdeelnemers, in deze volgorde: Stappers, Trappers, Openbaar vervoer en Privaat gemotoriseerd vervoer). Buurtwinkels, voorzieningen, pleintjes, zit- en speelplekken … moeten aangenaam en veilig te voet of met de fiets bereikt kunnen worden dankzij een fijnmazig netwerk van lokale straten. Dit zijn onze woon(erf)- of winkelstraten. Binnen een stedelijke context dient deze hiërarchie verder gespecifieerd te worden. Daarom maakt de stad voor deze lokale wegen een verdere onderverdeling in hoofdstraten, buurtstraten en woonstraten. We richten deze straten op mensenmaat in, zonder daarmee in te grijpen in hun functie in het verkeersnetwerk. (Bron: Antwerpen 2020 / 2025 / 2030. Actief & bereikbaar).

Bron: Antwerpen 2020 / 2025 / 2030. Actief & bereikbaar


2.1. Straten op mensenmaat Vaststelling Het grootste deel van de straten in Linkeroever hebben een ‘woonstraat’ karakter. Deze woonstraten hebben een zeer strak patroon, zijn vaak over gedimensioneerd en gericht op het gemotoriseerd verkeer. Ze stralen niet de sfeer uit van een woonstraat. Deze woonstraten zijn gelegen binnen verschillende andere hoger gecategoriseerde infrastructuur (stadswegen en hoofdstraten). Ook deze laatsten zijn breed, strak en weinig gericht op buurtbewoners. Ze zorgen voor een scheidend karakter.

Potenties

• Heel veel straten op Linkeroever hebben een breed en klassiek straatprofiel. Er is veel ruimte. (vb. Lode Zielenslaan en Jules Persijnsstraat). • Vaak brede voetpaden, hierdoor is er voor de voetgangers veel ruimte. .

Knelpunten

• Brede straten nodigen uit tot snel rijden. • Vele onoverzichtelijke situaties. • Autoverkeer en ruimte voor de auto neemt heel veel ruimte in beslag. • Weinig gezellige straten. • Straat heeft vooral een functionele verplaatsingsfunctie

Boven: Urbain Reniersstraat Midden: Jules Persijnsstraat Onder: Lode Zielenstraat

29


2.2. Stedelijk fietsnet Het “Mobiliteitsplan 2020/2025/2030 Actief en bereikbaar” werkt een stedelijk fietsnet uit. Verschillende van deze routes zijn gelegen in Linkeroever. Er wordt een opdeling gemaakt in wijkroutes en Verfijningsroutes.

Naast de kernroutes bevinden er zich ook veel wijkroutes. Wijkroute: Belangrijke route in de stad (of binnen een district). Zijn op lokaal niveau de routes met meeste fietsintensiteiten en directe verbindingen binnen de wijk. Voor Linkeroever: rondom Galgenweel, Thonetlaan, Gloriantlaan, Esmoreitlaan; August Vermeylenlaan en Halewijnlaan. Verfijningsroutes: Dagdagelijkse route waarbinnen een diffuus net waar alle straten fietsvriendelijk zijn ingericht. In principe alle straten waar de de fietser zijn eigen route uit selecteert voor korte verplaatsingen. Voor Linkeroever: overige straten.

Vaststelling Het stedelijk fietsnet is (1) hoofdzakelijk noord zuid gericht. (De August Vermeylenlaan, Halewijnlaan Thonetlaan….) (2) gericht op de recreatieve voorzieningen richting Sint-Annabos en Galgenweel.

Er ontbreken enkele dwarsverbindingen die de centrale wijken met elkaar verbinden en dit in een oost-westelijke richting.

Bron: Antwerpen 2020 / 2025 / 2030. Actief & bereikbaar


2.3. Verkeersongevallen

Ongevallen met actieve weggebruikers in Linkeroever (2012-2014) Legende Geel = aanrijding met alleen stoffelijke schade Rood = aanrijding met licht gewonden Blauw = aanrijding met zwaar gewonden Zwart = aanrijding met dodelijke afloop

Vaststelling Het is duidelijk dat langsheen de grote oostwest-assen (Blancefloerlaan en Charles de Costerlaan) de meeste ongevallen gebeuren. Het merendeel van de ongevallen zijn aanrijdingen met enkel stoffelijke schade. Deze gebeuren zowel langsheen de grote assen en in de verschillende wijken. De aanrijdingen met lichtgewonden gebeuren hoofdzakelijk langsheen de grote assen.


2.4: “Onderweg zijn” Tijdens de inspraakacties werden de verschillende routes die kinderen een jongeren nemen van en naar school in kaart gebracht. Daarnaast duiden de bevraagde kinderen ook de voor hun gevaarlijke kruispunten aan.

Vaststelling De kinderen duiden veel gevaarlijke kruispunten aan. De redenen die ze hiervoor opgeven zijn divers: auto’s rijden te snel, slechte zichtbaarheid, een te korte periode groen voor overstekende fietsers, geen verkeerslichten… .De gevaarlijke oversteken bevinden zich op verschillende plaatsen langsheen hun traject van of naar de school. Het feit dat kinderen zoveel gevaarlijke kruispunten aanduiden is een belangrijk signaal. Dit wil alleszins zeggen dat op weg van en naar de school de veilige beleving niet goed zit bij kinderen. Kinderen duiden in de directe nabijheid van hun school verschillende gevaarlijke kruispunten aan. Dit wil zeggen dat daar waar de meeste kinderen samen komen (van en naar de school) de verkeersveiligheid niet optimaal is. Werk maken van veiligere schoolomgevingen lijkt hierdoor een prioriteit te zijn. Kinderen duiden de evidente grote kruispunten aan (kruispunten op de Blancefloerlaan, Halewijnlaan, Frederik van Eedeplein). Daarnaast worden er kleinere, eerder onverwachte kruispunten (kruispunt Jan van Brabantlaan en Lodewijk van Velthemlaan…). Kinderen ondervinden op verschillende soorten kruispunten een zeker gevaar. Het gevaar kan hem in verschillende facetten liggen. Bij een herinrichting dient dus nauwkeurig de beleving en noden van kinderen en jongeren geïntegreerd te worden. Kinderen gebruiken de ‘rustigere straten’ in de verschillende wijkdelen, maar op een bepaald punt/ogenblik kruisen ze één van de grote wegen. Het zijn deze strategische punten die verder en beter dienen te worden aangepakt.

32


2.5. Luchtkwaliteit/Geluidshinder De luchtkwaliteit lijkt nergens problematisch te zijn, met uitzondering van de zone waar de E17 passeert, maar dit is geen woongebied. De omgeving van de Charles Decosterlaan en Halewijn laan zijn de meest problematische binnen het woongebied. Wat de geluidshinder betreft noteren we enkel hoge waarden op de oost-westassen (Blancefloerlaan en Charles de Costerlaan).


2.6. Demografische gegevens. Demografisch zijn er verschillen. De figuren rechts geven respectievelijk het totaal aantal kinderen (0 t.e.m. 17-jarigen) en het totaal aantal jonge kinderen (0 t.e.m. 5 jaar). Deze laatste is een goede indicator voor de speelruimtenoden binnen enkele jaren. • Verdeling van het aantal kinderen: o Het grootste aantal kinderen en tieners is terug te vinden in Centrum Linkeroever. Dit geldt ook voor jonge kinderen (0 t.e.m. 5 jaar). In deze buurt zijn dus de grootste noden. Merk op dat in deze wijk tevens 3 basisscholen en 3 secundaire scholen gevestigd zijn. Ten westen van de Gloriantlaan zijn amper kinderen terug te vinden, een bevinding die congruent is met de weinige woonfaciliteiten in dit deel van de wijk. o Ook in Noord-West woont een relatief groot aantal kinderen, waarvan veel jonge kinderen. Het is in deze wijk dat tevens een aantal grote appartementsblokken gevestigd zijn langs de zijde van de drukke verkeerswegen. o In de wijken Zuid en Noord-Oost (voornamelijk laagbouw) is het totaal aantal kinderen minder groot. o Het laagste aantal kinderen is te vinden in de nieuwere wijk Regatta. o Houden de cijfers reeds rekening met de nieuwbouw? Data GIS ? 2014?

Totaal aantal 0 t.e.m. 17-jarigen per statistische sector. (Bron: antwerpen.buurtmonitor.be)

Totaal aantal 0 t.e.m. 5-jarigen per statistische sector. (Bron: antwerpen.buurtmonitor.be)

basisschool secundaire school

34


2.7. Spreiding speelruimten en tekortzones. Theoretische Tekortzones buurt .

1

Op basis van een theoretische analyse (via GIS) over de afstand die kinderen afleggen tot een buurtspeelterrein, kunnen er verschillende buurten worden aangeduid waar er een tekort is aan buurtspeelruimte. Dit zijn de witte overblijvende zones. 1. Kleine buurt ten noorden van C. Decosterlaan In deze buurten woont het minst aantal kinderen en jongeren. Dus zal de vraag en noodzaak niet zo hoog zijn. Het is een kleine buurt. De groene ruimte aan de C. Costerlaan kan een oplossing bieden. 2. De Regattawijk (ten noorden van het Galgenweel). De Regattawijk is in volle ontwikkeling. De publieke ruimte rondom het Galgenweel zal bijkomende aantrekkelijke publieke ruimte voorzien. De speelruimten die hierin voorzien wordt, kan een deel van het tekort opvangen. 3. Woonwijk Hanegraefstraat. Woonwijk met duidelijk tekort aan speelkansen.

3

2

Ruimtelijke analyse

Naast de theoretische analyse is het ook noodzakelijk om te kijken naar 4. De kleine woonbuurt aan de Paul Housmanstraat is geïsoleerd gelegen en heeft nauwelijks publieke ruimte om te spelen, sporten of ontmoeten. 5. Hele zone parellel en ten noorden van de Blancefloerlaan heeft theoretisch geen tekort aan speelterreinen. Aangezien in deze hele zone het meest aantal kinderen wonen en aangezien de uitrusting van de buurtterreintjes minimaal is, is deze zone ook prioritair te behandelen. Ook de Lode zielenslaan en de Blancefloerlaan zorgen voor een grote barrière.

Achtergrond Tekortzones buurt De voorziening kent een bepaald bereik op basis van loopafstand, rekening houdend met belangrijke barrières (water, ring, snelweg, het spoor, ...) en veilige oversteekplaatsen voor zwakke weggebruikers (tunnels, bruggen, zebrapaden met verkeerslichten). Om de tekortzone weg te werken zouden nieuwe voorzieningen in de nabijheid van deze tekortzone ingeplant moeten worden. Het beleid kan hiermee een evenwichtige ruimtelijke spreiding van voorzieningen op basis van wandelafstand plannen.

4 5

35


2.8. Draagkracht speelterreinen per buurt. De draagkracht is een kenmerk van een statistische sector (buurt), en wordt uitgedrukt in termen van een verhouding van 2 variabelen. Concreter: Het zegt ons iets over het aantal m2 speelterrein er is per kind (woonachtig in die buurt) in de leeftijdscategorie 011 jaar. Een draagkracht van 12.5 betekent dan dat er voor elk kind in die statistische sector 12.5 m2 speelterrein is. Dit is relatief hoog. Vergelijk dit met een draagkracht van 1 (419m2/425kids), en dan weet je dat er voor elk kind in die statistische sector slechts 1 m2 speelterrein is. Dit is laag. Een kind laten spelen op slechts 1m2 is (theoretische gezien) niet zo comfortabel. Vaststelling De twee centrale buurten (tussen Blancefloerlaan en Esmoreitlaan enerzijds en Gloriantlaan en Halewijnlaan anderzijds ) zijn de buurten met het minste draagkracht. De zuidelijke buurten. Opvallend is dat de draagkracht in de zuidelijke buurten hoog is.

Opmerking: voor de woonwijk tussen Gloriantlaan en Thonetlaan zijn er geen gegevens beschikbaar.

36


2.9. Algemene inrichtingswensen voor speelruimte en Publieke ruimte voor Linkeroever Tijdens verschillende inspraaksessies werd er gepeild naar algemene inrichtingswensen van kinderen voor speelruimten. Op basis van een analyse van de verschillende voorkeuren, kunnen volgende krachtlijnen worden opgesomd.

Eerst en vooral is er de groep van spelvormen zoals schommelen, klimmen en springen, slingeren. Deze worden heel vaak gekozen. In al deze spelvormen zit een sterk bewegingsaspect. Daarnaast is er nog een tweede groep van spelvormen die te maken hebben met fietsen, skaten en steppen. Dit wil zeggen dat er hiervoor een goed berijdbare ondergrond noodzakelijk is. In het verlengde van deze spelvormen komt ook het balspel sterk naar voor. Hiervoor is een balvriendelijke ondergrond en inrichting nodig. Een derde vorm die heel vaak gekozen is, is ruimte om te chillen, zitten en rusten. Kinderen zijn dus op zoek naar een plek met ene zeker geborgen karakter, waar ze op hun eigen en in hun eigen leefwereld kunnen opgaan. Ook kinderen zoeken de rust op. Het valt op dat spelvormen die richting avontuurlijk spelen gaan niet zo vaak gekozen worden. (voorbeeld bouwen, griezelen, verstoppertje, spelen…)

De bevraagde kinderen konden een keuze maken van de terreinen die ze graag aangepast zouden zien. De terreinen waar het meest aantal pictogrammen werden voor geselecteerd zijn:  

  

In de eerste plaats komt het speelterrein aan de Euroblokken naar voor. De keuze voor dit terrein is overduidelijk. Voor de verschillende ruimten langsheen de Scheldeboorden worden vele voorstellen geformuleerd. Daarna komt het pas vernieuwde Robinson speelterrein en het pas aangepaste terrein aan de Julius Vuylsteckelaan naar voor. Ook voor de groene ruimte aan de Charles Decosterlaan worden veel pictogrammen gekozen. De overige ruimten krijgen met enkele keuzes , maar in mindere mate, allemaal nieuwe spelvormen toegewezen.

37


meso > 2.9. Algemene inrichtingswensen voor speelruimte en Publieke ruimte voor Linkeroever: gekozen pictogrammen (Vanuit inspraaksessies in het vierde, vijfde en zesde leerjaar) Sessie 24.06 Speelruimte en omgeving Europablokken

Bouwen (2) Klimmen en springen (2) Balspelen (2) Fietsen en steppen (2) Uitkijk Slingeren Draaien en zwieren Skaten en bladen

Julius Vuylsteckelaan

fietsen en steppen (3) bouwen (2) klimmen en springen balspelen skaten en bladen balspelen slingeren glijden balspelen Evenwicht Draaien en zwieren Bouwen

Speelterrein binnengebied Tijl Uilenspiegellaan

Omgeving waar nu manège staat

Slingeren Klimmen en springen Schommelen

Scheldeboorden ter hoogte van eerste reeks cafĂŠs (Plaasj kaffee)

Glijden Schommelen Verstoppertje

Scheldeboorden ter hoogte van Sint-Anneke

Klimmen en springen Slingeren Schommelen

Scheldeboorden ter hoogte van nr 10/11

Skaten en bladen Chillen en zitten Schommelen

Sessie 25.06 4 A school aan de stroom Klimmen en springen (4) Slingeren (4) Fietsen en steppen (2) Bouwen Uitkijk Evenwicht Schommelen Skaten en bladen

Sessie 29.06.2015

Sessie 16.06

Fietsen en steppen (3) Rustig zitten en chillen (3) Schommelen (2) Fietsen en steppen (2) Klimmen en springen Skaten en bladen Slingeren Draaien en zwieren Balspelen

Glijden (4) Schommelen (2) Balspelen (3) Draaien en zwieren (2) Rustig zitten en chillen (2) Bouwen Verstoppertje Griezelen Klimmen en springen Glijden Fietsen en steppen Evenwicht Slingeren

Balspelen Skaten en balden Klimmen en springen Gymnastiek Rustig zitten en chillen fantasiespel

Bouwen Klimmen en springen Rustig zitten en chillen Turnen

Klimmen en springen Rustig zitten en chillen (2) Balspelen Skaten en bladen Fietsen en steppen balspelen

Verstoppertje Schommelen Slingeren Balspelen Rustig zitten en chillen Balspelen Skaten Rustig zitten en chillen

Rustig zitten en chillen (2) Fantasiespel Draaien en zwieren (2) Glijden Schommelen Fantasiespel

38


meso > 2.9. Algemene inrichtingswensen voor speelruimte en Publieke ruimte voor Linkeroever (Vanuit inspraaksessies in het vierde, vijfde en zesde leerjaar)

Sessie 24.06 Groene ruimte Charles Decosterlaan

Fietsen en steppen Klimmen en springen fantasiespel

Ronbinson (zone sport)

Bouwen Draaien en zwieren Slingeren Schommelen Balspelen Schommelen Fantasie Verstoppertje Skaten en bladen Rustig zitten en chillen Evenwicht Klimmen en springen Slingeren evenwicht

Speelterrein Grasveld aan Jan van Brabantlaan

Klein binnengebied Arnaud en Willemlaan

Galgenweel

Robinson

Sessie 25.06 4 A school aan de stroom Verstoppertje (2) Slingeren Verstoppertje Glijden Schommelen Balspelen

Sessie 29.06.2015

Sessie 16.06

Slingeren Schommelen Klimmen en springen

Balspelen

Fietsen en steppen Vestoppertje Balspelen

Fantasiespel Fietsen en steppen

Klimmen en springen Skaten en bladen Fietsen en steppen Zwemmen Fantasiespel Rustig zitten en chillen

Rustig zitten en chillen Draaien en zwieren Slingeren Schommelen Fietsen en steppen Klimmen en springen Bouwen

Griezelen Fietsen en steppen Klimmen en springen Draaien en zwieren (2) Fietsen en skaten Skaten en bladen Verstoppertje Rustig zitten en chillen

39


meso > 2.9. Algemene inrichtingswensen voor speelruimte en Publieke ruimte voor Linkeroever (Vanuit inspraaksessies in het vierde, vijfde en zesde leerjaar)

Sessie 24.06 Boeien speeltuin

Woonwijk rondom Paul Housmansstraat

Bloementuin

Binnegebied Lode Lode Zielenslaan

Sessie 25.06 4 A school aan de stroom Slingeren Glijden Schommelen

Sessie 29.06.2015

Sessie 16.06

Balspelen Skaten en bladen

Rustig zitten en chillen Fietsen en steppen Klimmen en springen Balspelen

Galgenweel

Sint-Annabos

Binnengebied C. Decosterlaan en Gloriantlaan 7

Bouwen Griezelen (2) Fietsen en steppen Bouwen Verstoppertje en fantasiespel Schommelen Uitkijk Verstoppertje Fantasiespel

40


2.10. Schoolspeelplaatsen op Linkeroever Schoolspeelplaatsen en omgevingen Linkeroever heeft een zevental scholensites. Vaak gaat het over grote infrastructuren. De buitenruimten van deze scholen zijn vaak eveneens groot. Zeker in vergelijking met de vele andere scholen die Antwerpen centrum heeft. De schoolspeelplaatsen zijn vaak afgesloten eenheden. Nochtans zijn deze ruimten, zeker in wijken, met een tekort aan speel,- sport en ontmoetingskansen een potentie. Natuurlijk dient de structuur van het gebouw en de buitenruimte dit toe te laten.

Sommige speelplaatsen hebben een zeer stenig karakter (is dit het merendeel.??). Aangezien kinderen en jongeren een groot deel hun tijd op en rond school doorbrengen is een diverse schoolspeelplaats en omgeving noodzakelijk. Kinderen duiden ook in de directe nabijheid van hun school verschillende gevaarlijke kruispunten aan. Dit wil zeggen dat daar waar de meeste kinderen samen komen (van en naar de school) de verkeersveiligheid niet optimaal is. Werk maken van veiligere schoolomgevingen lijkt hierdoor een prioriteit te zijn. Lyceum Linkeroever

School Dobbelsteen

Sint-Annacollege

41


3. MICRO Het speelruimteweefsel van Linkeroever op wijkniveau. Dit wordt per wijkdeel besproken.

42


5 wijkdelen Voor de verdere analyse op microniveau wordt Linkeroever opgedeeld in verschillende buurten. Centrum (tussen de Blancefloerlaan en de C.de Costerlaan): Dit is een wijkdeel dat nog diverse buurten omvat: (a) Europark ten noorden van de E.Verhaerenlaan, met vooral appartementsblokken (o.a. Chicagoblok), openbaar groen en publieke ruimte. (b) Ten zuiden van de Lode Zielenslaan, een zone met bijna uitsluitend grote appartementsblokken. (c) De sociale woonwijk gelegen tussen de Lode Zielenslaan en de E.Verhaerenlaan, met in het centrum een basisschool. Ten noorden van de Gloriantlaan vinden we enkel openbaar groen, een stedelijke basisschool een paar appartementsblokken. Noordwest (ten westen van de Gloriantlaan): Hier is nog een verschil aan te duiden tussen: (a) Sociale woonwijk met laagbouw in het centrum en aan de zijde van de Gloriantlaan. (b) Grote appartementsblokken langs de C.de Costerlaan, A.Vermeylenlaan, en de Esmoretlaan. (c) Het westelijk deel van deze wijk, grenzend aan het Sint-Annabos, wordt gekenmerkt door een villawijk met een groot woon- en zorg complex.

Scheldeboorde ()

(a)

Noordwest Noordoost

(c)

(b)

Regatta

Centrum

Zuid

Noordoost: een woonwijk met laagbouw ten oosten van de Gloriantlaan. Op de kruising van de Gloriantlaan en de C. de Costerlaan staan enkele grote appartementsblokken.

Zuid: een woonwijk met laagbouw ten zuiden van de Blancefloerlaan. Regatta: een woonwijk in ontwikkeling ten noorden van Galgenweel

43


3.1 Centrum

44


3.1 Centrum TYPERING VAN HET WIJKDEEL Belangrijkste publieke ruimtes: • Verschillende grote groene ruimten tussen de appartementsgebouwen. Publieke ruimte rondom Dienstencentrum Linkeroever is uitgestrekt (noordelijk deel). • Groene ruimte aan Frederik Van Eedenplein. • Klassieke eengezinswoonwijk tussen Emile Verhaeren en Lode Zielenslaan beschikt over twee kleine buurtterreintjes. • Woonwijk ter hoogte van A. Van Cauwelaertlaan grenst aan Biodroom en Middenvijver. • In het oosten grenst de wijk aan de Scheldeboorden. Voorzieningen. • Wijkdeel met veel voorzieningen: dienstencentrum, verschillende scholen, winkels,….

Mobiliteit Wijkdeel wordt omgeven door vier grote wegen:

• Blancefloerlaan: (met tramverbinding en aansluiting op verkeerswisselaar Antwerpen –West en leidt naar F Van Eedenplein). • Gloriantlaan (noord-zuid doorheen Linkeroever). • Charles de Costerlaan. (drukke invalsweg en verbinding tussen tunnel en aansluiting R1.) • Halewijnlaan (noord-zuid doorheen Linkeroever). • Fietsinfrastructuur is hoofdzakelijk gelegen langs deze grote wegen. • In het noordelijk deel (tussen de appartementsgebouwen) is een grote zone autovrij.

45


3.1 Centrum Ruimte rondom Dienstencentrum

Potenties

• Veel grote open ruimte. • Groot gebied is autovrij. Goed doorwaadbaar gebied voor fietsers en voetgangers. • Er wonen veel kinderen en jongeren. • Een deel is heraanlegd (aan Louis Paul Boon straat): geeft een nieuw gezicht aan de wijk. • Verschillende soorten spel- en sportmogelijkheden worden reeds voorzien. Knelpunten • Grote open ruimten niet altijd overzichtelijk voor kleinere kinderen. • Aansluitingen vanuit de wijk op de grote wegen blijven gevaarlijk en een aandachtspunt. • Speelruimte. • Geconcentreerd op één specifieke plek. • Weinig aantrekkelijk en gezellige speelruimten. • Inrichting vooral gericht op lagere schoolkinderen. • Weinig geborgenheid, aantrekkelijke en gezellige speelruimten. Wat zeggen de bevraagde kinderen? De kinderen komen hier vaak en velen dagelijks. Deze plek wordt gewaardeerd omdat ze hier buiten kunnen spelen op de speeltoestellen, maar ook voetballen, of gewoon chillen en rondhangen met vrienden. Een pluspunt is de nabijheid van de bib. De kinderen geven aan dat de buren in de woonblokken soms etensresten naar beneden gooien en klagen wanneer een bal tegen de ruit botst. Een minpunt is dat de schaakpionnen op slot zijn en de kinderen weten niet waar de sleutel te halen. De dominantie van oudere kinderen maakt dat de kleinere kinderen moeilijk een plek kunnen veroveren. Beste speelplek: de meerderheid kiest voor de speeltoestellen en de heuvel en het voetbalterrein.

46


3.1 Centrum Mac Leodplein & Multatuliplein Potenties

• Twee terreintjes gelegen in een woonwijkje op wandelafstand van elkaar. • Gelegen aan de voorkant van huizen = goede sociale controle. • Ruimte om een leuk buurtterreintje te ontwikkelen. • Er is reeds een groene basisstructuur voorzien. • Aanpalende doorsteek (trage weg) naar Dienstencentrum. • Straten rondom kunnen heringericht worden naar woonerf, zodat de ruimte beter benut kan worden.

Knelpunten

• Omgeven tussen verschillende straten. • Kinderen moeten steeds een straat oversteken vooraleer ze op het terrein kunnen spelen. Plein is momenteel een eiland binnen het stratenpatroon.

47


3.1 Centrum Zone tussen Balcefloerlaan en Lode Zielenslaan. Potenties

Knelpunten

• Een deel van de appartementsgebouwen wordt afgebroken en heropgebouwd. Dit kan de aanleiding zijn om opnieuw te investeren in de publieke ruimte rondom de appartementsgebouwen. • Een gebied waar veel kinderen wonen. • Veel restruimten aanwezig waarmee dat verder ontwikkeld worden.

• Enorm veel kleine verschillende ruimten. Ze liggen versnipperd en verspreid tussen de verschillende appartementsgebouwen. • Veel siergroen. • Geen sport- en spelvoorzieningen in het gebied.

48


3.1 Centrum Achtergrondinfo. Zone tussen Balcefloerlaan en Lode Zielenslaan.. Eerste sociale woningbouwappartementen op Linkeroever- 1955 “De nieuwe woonwijk bevatte een aantal afzonderlijke appartementsblokken tussen de drie en de zes verdiepingen hoog, gegroepeerd rond een binnenplaats. Het grootse deel van deze binnenplaats werd in beslag genomen door een grote overdekte bovengrondse parking, maar er was ook ruimte voor grasveldjes, ontmoetingsruimtes en zelfs een plonsbad voorzien.� (website http://www.ethesis.net/antwerpen_linkeroever/ant_link_hfst_3.htm Plonsbad op de binnenplaats van de blokken langsheen de Lode Zielenslaan, de westelijke zijde van de Waterhoenlaan en de Blancefloerlaan. Bron: F. AUWERA, Kinderen uit de blokken. CV Huisvesting Antwerpen 1921-96, Antwerpen, 1996, blz. 49.

49


3.1 Centrum Biodroom Biodroom was een stedelijke gemeenschapstuin. Deze tuin is nu overgenomen door de buurtbewoners en heet voortaan Biodroom 2.0 Knelpunten • Verhuis van Biodroom wordt gepland. • Een nieuwe locatie dient gezocht? • ???

50


()

(a)

(c)

3.2 Noordwest (b)

51


3.2 Noordwest ()

TYPERING VAN HET WIJKDEEL Potenties

(a)

(b)

(c)

• Heel veel open en groene ruimte die momenteel niet gericht is op spel, sport en ontmoeting. • Centraal gelegen groene ruimte tussen Reinaartlaan en Jan Van Brabantlaan biedt veel ruimte. • Veel groene ruimte rondom hoogbouw. • Verschillende kleine binnengebieden bij de eengezinswoningen. • In het noorden en westen van de wijk veel groene en avontuurlijke ruimte.

Knelpunten

• Inrichting van de speelterreinen is minimaal en gericht op de jongere kinderen. Er is weinig aandacht voor oudere kinderen. • Inrichting van de speelterreinen is gericht op spel. Globaal genomen is er binnen deze wijk weinig ruimte voor sport (skate, voetbal, basket,…). • Verschillende drukke lanen omgeven de wijk. De oversteekbaarheid van deze lanen is op bepaalde plaatsen niet goed.

52


3.2 Noordwest Julius Vuylstekelaan ()

(a)

(b)

(c)

Potenties • • • •

Grote ruimte tussen verschillende appartementsgebouwen. Opnieuw ingerichte ruimte met een beperkt budget. Terrein werd aangelegd samen met de buurt. Er werd ingezet op een natuurlijke inrichting

Knelpunten

• De inrichting is gericht op de jongere kinderen. Oudere kinderen moeten in de buurt op zoek gaan naar speel- en ontmoetingsruimten. • Minder ruimte voorzien om te vertoeven.

Wat zeggen de bevraagde kinderen? Het terrein tussen de Julius Vuylstekelaan en de C. De Costerlaan is een vrij gekend terreinen, en velen komen hier dagelijks, in de eerste plaats met vrienden. De plek wordt als goed bevonden, je kan er van alles doen: voetballen, spelen op de speeltuigen, verstoppertje spelen. De kinderen zouden er wel liever een échte boom zien staan, in de plaats van een dode. Ze vinden het een goede plek om te chillen en rond te hangen. De kinderen geven aan dat de buren soms met etensresten of glas gooien (of de politie opbellen), als ze voetballen tegen de muur van het gebouw. De speeltoestellen zijn wel eerder voor jonge kinderen. Beste speelplek: in het bijzonder de klimboom en de speeltoestellen, maar ook het open grasveld tegen de C. De Costerlaan wordt gewaardeerd omwille van de weidse ruimte om te voetballen.

53


3.2 Noordwest Centrale groene ruimte

()

(a)

(b)

(c)

Potenties • Enorme groene ruimte voor verdere ontwikkeling. • Zeer centrale ligging. • Een deel van de zone heeft een avontuurlijk karakter (bosjes en struiken). Hier kan verder op ingespeeld worden. • Ook gelegen vlakbij een school. • Mogelijkheid om deze ruimte uit te bouwen tot een wijkplein en centrum voor verschillende leeftijden. Knelpunten • Weinig structuur in de groene ruimte. • Gebrek aan structuur en geborgenheid. • Sterk gebruik als hondenuitlaatzone.

54


3.2 Noordwest () tussen de eengezinswoningen Kleine binnengebieden Potenties

(a)

(c)

• Verschillende kleine groene ruimten met een goede groene basisstructuur. • Gelegen vlakbij de woningen. Voor jongere kinderen is er dus publieke ruimte vlakbij de woning. • Zal in de toekomst zeker behouden blijven. Zorgt voor ademruimte binnen een woningblok. • Ideale ruimte voor de buurt.

(b) Knelpunten

• Verschillende tuinen van woningen. Bij de uitwerking is het betrekken van de buurt een belangrijk onderdeel.

Wat zeggen de bevraagde kinderen? Het terrein aan de Tijl Uilenspiegellaan is minder goed gekend bij de ondervraagde kinderen. Dit terrein wordt als een veiligere speelplek beschouwd, waar vooral kleinere kinderen komen spelen. Ook de klimbomen en het klimrek zijn in trek. Het kan er soms druk zijn. De grotere kinderen passeren hier enkel op weg naar school en missen hier een eigen plek, bijvoorbeeld om dichter bij huis te kunnen voetballen.

55


3.2 Noordwest () Groene restruimten rondom hoogbouw Potenties

(a)

(c)

• Grote ruimten rondom appartementsgebouwen. • Aangezien ze gelegen zijn aan de ingangen van de appartementsgebouwen, zijn dit ideaal ruimte om publieke ruimte te ontwikkelen voor gezinnen en jongere kinderen.

Knelpunten

• Moeilijk om te werken aan een nieuwe inrichting, aangezien de stad vaak geen eigenaar is van de gronden. • Regelmatig zijn er ondergrondse parkeervoorzieningen.. Ingrepen kunnen niet al te groot zijn. • Momenteel zijn deze onderbenut en vormen ze geen aangename of uitnodigende ruimte. • Zorgen niet voor een positieve identiteit en sfeer aan de wijk. • Vaak een soort niemandsland.

56


3.2 Noordwest Voorzieningen

(a)

()

(c)

Potenties • Voorzieningen in de wijk zijn gebundeld rondom enkele straten (omgeving Willem Van Haechtlaan en Bouvaertlaan). • Brede voetpaden. • Pleintje ter hoogte van Bouvaertlaan biedt mogelijkheden om verder te ontwikkelen tot een ontmoetingsruimte en kern van de wijk. • De school heeft een grote buitenruimte, deels gelegen aan de staatkant. • Grote ruimte aan de school die verder kan ingezet worden in de ontwikkeling van het gewenste speelweefsel. Knelpunten • Straten zijn zeer autogericht en veel ruimte voor geparkeerde auto’s. • Er is geen echt ontmoetingspleintje aanwezig.

57


()

(a)

(c)

3.3 Noordoost

58


3.3 Noordoost ()

TYPERING VAN HET WIJKDEEL Potenties

(a)

(c)

• Wijkdeel met minder ruimtelijke potenties dan de andere wijkdelen van Linkeroever. • In het zuiden bevindt zich een grote groene ruimte (aan de C. Decosterlaan) die momenteel onderbenut is. • Enkele kleinere buurtpleintjes met mogelijkheden. • De aanpalende groene zone aan de Scheldeboorden kan veel van de speel- en sportnoden opvangen.

Knelpunten

• Ook deze wijk is omgeven door verschillende grotere lanen waarbij de oversteekbaarheid niet altijd optimaal is. • School in deze wijk is niet bevraagd geweest. Dit zou wel een goede aanvulling zijn van de resultaten van de inspraakacties. • Er is één klein buurtspeelterreintje aanwezig. (C Huygensstraat) • Aan de rand (aan de C. de Costerlaan) is wel een basketterrein gelegen.

59


3.3 Noordoost Groene zone Charles()Decosterlaan

(a)

(c)

Potenties

• Enorme grote ruimten. • Biedt de mogelijkheid om grote groepen te ontvangen en evenementen te organiseren. (o.a Ten miles) • Biedt de mogelijkheid om sterker in te zetten op sportachtige inrichting. • De vele bomen zorgen voor een zekere structuur en groen karakter. • De wijk ten noorden heeft een beperkt aantal speelmogelijkheden.

Knelpunten • Weinig geborgenheid. • Groots en weinig referentiepunten • Omgeven door brede straten. • Weinig sociale controle. De afstand naar de verschillende appartementsgebouwen is ver.

60


3.3 Noordoost Kleine binnengebieden () en buurtterreintjes. Potenties • Ook in(a)deze wijk zijn verschillende kleinere terreintjes aanwezig.

(c)

• Vaak zijn dit restruimten, die momenteel enkel met wat groenvoorzieningen zijn verfraaid. • Eén rondpunt heeft een speeltuin meegekregen. • Kleine terreintjes liggen aan de voorkant van verschillende huizen. Dus een goede sociale controle is mogelijk.

Knelpunten • Speeltuin aan de Visscherstraat op een rondpunt is geen ideale plek voor kinderen. Kinderen dienen immers steeds de straat over te steken.

61


()

(a)

(c)

3.4 Zuid

62


3.4 Zuid ()

TYPERING VAN HET WIJKDEEL

(a)

(c)

Potenties • Nabijheid van Galgenweel en Scheldeboorden zijn een recreatieve troef voor deze wijk. • Wijk bestaat uit verschillende type woningen. • Verschillende straten in de woonbuurten bieden de mogelijkheid om verder te maken van een autoluwe omgeving. • Grasveld aan de Edmond de Coussemakerstraat is een groot terrein en biedt mogelijkheden voor meer speel- en sportkansen. Knelpunten • Er ontbreekt een duidelijk wijkspeelterrein voor verschillende leeftijd. • De buurtterreintjes zijn aan vervanging toe. • klassiek stratenpatroon.

63


3.4 Zuid ()

Grasveld Edmond de Coussemakerstraat

(a)

(c)

Potenties • Veel ruimte om bijkomende speel- en sportkansen te voorzien. • Gelegen in een wijk waar momenteel geen formele speelruimte aanwezig is. (gelegen in een tekortzone, zie eerder). • Gelegen aan de voorkanten van de huizen en appartementen. Goede sociale controle is dus mogelijk. • Via aanpalende groene ruimten kan er naar Galgenweel gegaan worden.

Knelpunten

• Voor de inrichting van een kwalitatieve speel- en sportvoorziening is een landschappelijk uitwerking aan de orde. Aangezien het huidige terrein enkel uit een groot grasveld bestaat.

64


3.4 Zuid () Twee buurtterreintjes Potenties

(a)

(c)

• Twee kleine buurtterreintjes centraal gelegen in een woonwijk. • Vlaamshoofdlaan: groter terrein met één enkel speeltoestellen. • Pluvierstraat: Groen binnengebied met kleinschalig spelpotentie.

Knelpunten

• Vlaamshoofdlaan: Weinig aantrekkelijke publieke ruimte. • Speelterrein is grotendeels omgeven door een straat, zonder echte buffering. • Beide terreintjes zijn gelegen in een wijk waar weinig spelkansen zijn.

Wat zeggen de bevraagde kinderen? Weinig kinderen kennen deze terreinen, enkel buurtbewoners, en zeker niet dagelijks gebruik. Het terrein boven wordt amper gebruikt, er zijn te weinig speelimpulsen om aantrekkelijk te zijn. Ze komen wel soms tikkertje of voetbal spelen. Voetbal wordt als gevaarlijk beschouwd omdat de bal snel de straat op rolt. De hondenuitwerpselen in het park vinden de kinderen vervelend. Het onderste terrein vinden de kinderen leuk omwille van het groen, maar hier staan geen speeltoestellen. Ze komen hier vooral om te chillen of rond te hangen.

65


3.4 Zuid Kern van wijk zuid

(a)

() Potenties

(c)

• Grote ruimten aanwezig. Er kan sterker ingezet worden op beleefbare en gebruiksvriendelijkere publieke ruimte voor kinderen en jongeren. • Er is ruimte om meer spel, sport en ontmoetingsfuncties in op te nemen. • In de nabijheid zijn verschillende winkels en voorzieningen aanwezig.

Knelpunten

• Momenteel wordt er heel veel ruimte voorzien voor het gemotoriseerd verkeer. • Daarnaast is er ook veel ruimte voor siergroen. • Veel brede straten, waardoor overzicht en oversteekbaarheid ervan voor kinderen en jongeren niet evident is. • Weinig echt kerngevoel.

66


3.4 Zuid Schoolsite

(a)

()

(c)

Potenties • School heeft een grote eigen buitenruimte. • Een deel is heraangelegd als multifunctionele sportruimten. • Gelegen in een buurt met een tekort aan sportkansen.

Knelpunten • In het verleden werd dit sportterrein opengesteld voor de buurt, maar na misbruik en inbraken in het schoolgebouw, werd het terrein terug afgesloten. • Het sportterrein is heraangelegd, maar er is te weinig werk gemaakt van de inplanting, toegang, sociale controle, zichten…. • Het sportterrein is bijvoorbeeld nog volledig omgeven door een groenbuffer. Hierdoor is er weinig sociale controle. • Het sportterrein is ingericht, maar niet ingebed in zijn omgeving.

67


3.5 Regatta-wijk Algemeen

(a)

()

(c)

Buurtgerichte groene ruimten Brede school en recreatie Parkstrook midden Galgenweelpark en omgeving insteekdok

Potenties Verschillende type publieke ruimten worden voorzien. • Kleine buurtgerichte ruimten: groene binnengebieden in de wijk zelf ). • Grote wijkgerichte ruimten (aan de school). • Wijk overschrijdende groene ruimten en publieke ruimte (aan het Galgenweel).

68


4. CONCLUSIE Hieronder wordt een synthese geformuleerd aan de hand van 11 vaststellingen. De vaststellingen staan niet in een volgorde van belangrijkheid. Ze geven een synthese van voorgaande onderdelen. En ze zijn een eerste aanzet tot een gewenste toestand. Het is ideaal als ze samen gelezen worden met: -

Kaart bestaande toestand

-

Kaart knelpunten en potenties

69


1.Linkeroever verdient aantrekkelijkere speelruimten. De inplanting van de verschillende grotere speelruimten op Linkeroever zijn vaak goed. Ze zijn een onderdeel van groen ruimten en gelegen in de nabijheid van voorzieningen. Ook de buurtterreintjes zijn vaak centraal gelegen in de buurt. Toch zijn er bij sommige terreinen bijkomende acties nodig (moeilijke oversteekbaarheid van de straat rondom, speelterrein is gelegen op een eiland tussen verschillende straten, meer buffering en geborgenheid nodig….). Er zijn enkele zones waar er een tekort is aan speelruimten. We stellen vast dat in de nabijheid van de grote appartementsgebouwen weinig aantrekkelijke speelruimten zijn voor de allerkleinsten en hun familie. De publieke ruimte en speelterreinen rondom deze hoogbouw geven weinig identiteit aan de plek. De inrichting van de verschillende speelterreinen is eerder klassiek. Vele terreinen hebben een ‘speeltoestellen op een valbrekende bodem’ karakter. Toch is ook de tendens van meer landschappelijke kenmerken te betrekken in de speelruimten merkbaar. Uit de inspraaksessies zijn volgende globale inrichtingswensen naar voor gekomen. • Eerst en vooral is er de groep van spelvormen zoals schommelen, klimmen en springen, slingeren. Deze worden heel vaak gekozen. In al deze spelvormen zit een sterk bewegingsaspect. • Daarnaast is er nog een tweede groep van spelvormen dat de te maken heeft met een fietsen, skaten en steppen. Dit wil zeggen dat er hiervoor een goed berijdbare ondergrond noodzakelijk is. In het verlengde van deze spelvormen komt ook het balspel sterk naar voor. Hiervoor is een balvriendelijke ondergrond en inrichting nodig. • Een derde vorm die heel vaak gekozen is, is ruimte om te chillen, zitten en rusten. Kinderen zijn dus op zoek naar een plek met een zeker geborgen karakter, waar ze op hun eigen en in hun eigen leefwereld kunnen opgaan. Ook kinderen zoeken de rust op. • Het valt op dat spelvormen die richting avontuurlijk spelen gaan niet zo vaak gekozen worden (voorbeeld bouwen, griezelen, verstoppertje, spelen…)

70


2.Er is een inhaalbeweging nodig voor de sportterreinen. [vrije toegankelijke ruimten] Verschillende sportterreintjes zijn aanwezig op Linkeroever. Soms zijn ze gekoppeld aan speelruimten. Op andere plekken staan ze alleen. De sportterreintjes zijn hoofdzakelijk gericht op voetbal en basket. De inrichting is vaak gericht op één bepaalde doelgroep. Andere sportachtige activiteiten zijn weinig voorzien in de publieke ruimte (vb.formele skate ruimte, parcours, looppistes, fit-o-meter, volleynet,….). De inrichting van de meeste terreinen lijkt de laatste jaren minder aandacht gekregen te hebben. De inrichtingen van de sportterreintjes zijn vaak louter gericht op de sportinrichting zelf. Ze maken niet altijd deel uit van een geïntegreerde publieke ruimte waar ook andere speel- en ontmoetingskansen aan verbonden kunnen zijn. Waar andere doelgroepen gebruik van kunnen maken. Er zijn enkele zones die een tekort aan sportruimten hebben. Aangezien de beschikbare ruimten op Linkeroever en het hoog aantal kinderen en jongeren is hier zeker nog meer potentieel voor verdere ontwikkeling. Linkeroever beschikt over enkele grote ruimten die op bovenlokaal niveau werken. Binnen deze ruimte zouden ‘grotere’ sportvoorzieningen mogelijk zijn.

71


3.De directe omgeving van de hoogbouw verdient meer aandacht. Verschillende wijken van Linkeroever kampen met een niet zo positief imago. Vooral de publieke ruimten rondom de grote appartemensgebouwen zijn vaak schraal en weinig beleefbaar. Er bevinden zich grote ruimten tussen de appartementsgebouwen die onderbenut zijn. Het zijn groene ruimten, daken van ondergrondse parkeergarages, stenige tussen ruimten de gebouwen, restgebiedjes,….. Veel van deze ruimten kunnen we beschouwen als niemandsland. Er is ook weinig structuur. Verder ontbreekt het ook aan gezellige ruimten en ruimten met een zekere geborgenheid. Deze ruimten kunnen alleszins ingeschakeld worden om het verbeteren van een positief imago en het versterken van de identiteit van Linkeroever als een ‘leefbare’ omgeving. Speelruimte, sportruimte, ontmoetingsruimten kunnen hier een plek in krijgen, en om zo te werken aan een beter speelweefsel.

72


4.De verschillende kleine binnengebieden en pleintjes dienen kleine ademruimten te zijn om te spelen en te ontmoeten. Naast de verschillende grote onbenutte ruimten, zijn er verschillende binnengebiedjes aanwezig op Linkeroever. Vaak zijn deze gelegen binnen een huizenblok (zowel van eengezinswoningen als van kleinere appartementengebouwen). Deze gebieden zijn gelegen aan de achterkanten van de huizen en zijn dus potentiĂŤle speel-, sport- en ontmoetingsruimten voor de buurt. Ook voor kleine kinderen zijn dit ideale ruimten om vlakbij huis toch ruimte te hebben om te spelen. Verschillende binnengebiedjes hebben reeds een goede basis groenstructuur. Hierop kan verder gewerkt worden. De binnengebiedjes zijn vaak verbonden via kleine wegeltjes (trage wegen tussen de bebouwing door). Deze zijn belangrijk voor het versterken van het speelweefsel. Het concept van de binnengenbiedjes wordt doorgetrokken in de ontwikkeling van de Regatta-wijk. Een strategie om van deze klein ‘ademruimten’ ook aangename plekken te maken voor kinderen en jongeren is noodzakelijk.

73


5.Linkeroever heeft veel “onaantrekkelijke en in zich gekeerde� schoolspeelplaatsen. Linkeroever heeft een zevental scholensites. Vaak gaat het op grote infrastructuren. De buitenruimten van deze scholen zijn vaak eveneens groot. Dit zeker in vergelijking met de vele andere scholen die Antwerpen centrum heeft. De schoolspeelplaatsen zijn vaak afgesloten eenheden. Nochtans zijn deze ruimten, zeker in wijken, met een tekort aan speel, sport en ontmoetingskansen een potentie. Natuurlijk dient de structuur van het gebouw en de buitenruimte dit toe te laten. Sommige speelplaatsen hebben een zeer stenig karakter (is dit het merendeel.??). Aangezien kinderen en jongeren een groot deel hun tijd op en rond school doorbrengen is een diverse schoolspeelplaats en omgeving noodzakelijk. Kinderen duiden ook in de directe nabijheid van hun school verschillende gevaarlijke kruispunten aan. Dit wil zeggen dat daar waar de meeste kinderen samen komen (van en naar de school) de verkeersveiligheid niet optimaal is. Werk maken van veiligere schoolomgevingen lijkt hierdoor een prioriteit te zijn.

74


6.Enkele wijken en buurten missen een duidelijke kern waar ontmoeting en spel centraal kan staan. Door de vele barrières en ruimtelijke structuur van Linkeroever zijn er verschillende deelwijken/deelgebieden. Deze wijken missen vaak een eigen kern of centrale ruimte waar ook kinderen en jongeren hun plek krijgen en welkom zijn. In het centrale deel (wijkdeel centrum) is zo’n dergelijke kern in volle ontwikkeling. Er zijn bijkomende functies voorzien en ook de publieke ruimte wordt opgewaardeerd. In andere wijkdelen is dit minder het geval. Nochtans zou elke wijk en haar bewoners er wel bij varen om een dergelijke wijkversterkende publieke ruimte te hebben. De verschillende wijken hebben wel een kern met enkel winkels en voorzieningen. Maar de publieke ruimte hierbij is vooral gericht op parkeerbenodigdheden en minder op ontmoeting.

75


7.Linkeroever heeft een probleem met het verbinden van de verschillende wijken. Uit de inspraaksessies in gebleken dat kinderen zich verplaatsen van de ene wijk naar de ander wijk. Vaak moeten ze hiervoor gebruik maken van de grote lanen. Deze vormen barrières en vele gevaarlijke kruispunten bevinden zich langsheen deze routes. Uit de inspraaksessies kunnen we volgende conclusies trekken: • De kinderen duiden veel gevaarlijke kruispunten aan. De redenen die ze hiervoor opgeven zijn divers: auto’s rijden te snel, slechte zichtbaarheid, een te korte periode groen voor overstekende fietsers, geen verkeerslichten… .De gevaarlijke oversteken bevinden zich op verschillende plaatsen langsheen hun traject van of naar de school. Het feit dat kinderen zoveel gevaarlijke kruispunten aanduiden is een belangrijk signaal. Dit wil alleszins zeggen dat op weg van en naar de school de veilige beleving niet goed zit bij kinderen. • Kinderen duiden de evidente grote kruispunten aan (kruispunten op de Blancefloerlaan, Halewijnlaan, Frederik van Eedeplein). Daarnaast worden er kleinere, eerder onverwachte kruispunten (kruispunt Jan van Brabantlaan en Lodewijk van Velthemlaan…). Kinderen ondervinden op verschillende soorten kruispunten een zeker gevaar. Het gevaar kan hem ook in verschillende facetten liggen. Bij een herinrichting dient dus nauwkeurig de beleving en noden van kinderen en jongeren geïntegreerd te worden. • Kinderen gebruiken ook de ‘rustigere straten’ in de verschillende wijkdelen, maar op een bepaald punt/ogenblik kruisen ze één van de grote wegen. Het zijn deze strategische punten die verder en beter dienen te worden aangepakt. Door wijken beter met elkaar te verbinden kan de actieradius van kinderen en jongeren vergroot worden. Zo kunnen ze ook meer gebruik maken van andere publieke ruimten, speelruimten en sportruimten.

76


8.Linkeroever heeft een zee aan ruimte in de woonstraten. Vele straten in Linkeroever hebben een klassieke inrichting en een breed profiel. Er is veel aandacht voor parkeermogelijkheden en het gemotoriseerd verkeer. Dit maakt dat er weinig aangename verblijfsruimten aanwezig zijn in de verschillende straten. Door het brede profiel van de straten is er vaak wel aandacht voor brede voetpaden. In verschillende kleinere buurten is er haast geen doorgaand verkeer. De straten in deze buurten hebben de potentie om omgevormd te worden tot woonerf.

77


9.Fietsverbindingen op maat van het lokale fietsverkeer zijn nodig. Langsheen de grote lanen bevinden zich verschillende goed uitgeruste fietsinfrastructuren. (vaak afgescheiden van de rijloper). Uit de inspraaksessies blijkt dat de deze bovenlokale fietsverbindingen (zo worden ze vermeld in het mobiliteitsplan) ook voor lokaal fietsverkeer gebruikt wordt. Hierdoor zijn goede aansluitingen met de vele buurten en wijken noodzakelijk. Op twee noordzuid verbindingen (Gloriantlaan en Halewijnlaan) bevinden de fietsinfrastructuren zich in de middenberm. • Dit is vaak onhandig voor fietsers die deze verbinding gebruiken om van de ene wijk naar de ander wijk te geraken. De verbindingen worden dus ook gebruikt voor korte afstanden. • De begin en eindpunten van dergelijke middenbermfietspaden eindigen abrupt op een kruispunt. • De middenberm wordt vaak doorkruist door overstekende auto’s. Langsheen de rustigere straten en woonstraten zijn er nagenoeg geen fietsinfrastructuren voorzien.

78


10. De grote ruimten en zichten op en rond Linkeroever. Verschillende grote publieke ruimte bevinden zich op Linkeroever. Deze hebben een natuurlijke en groen karakter. Door hun inrichting en uitrusting hebben ze een sterk recreatief karakter voor bewoners en Antwerpen en omgeving. Ook de bewoners van Linkeroever maken gebruik van deze grote ruimten. De grote ruimten bevinden zich rond de verschillende woongebieden. Een goede aansluiting van en naar de woongebieden is nodig, omdat…… De grote ruimten op Linkeroever brengen enorme ‘zichten’ met zich mee: zicht op Antwerpen, zicht de Schelde, Zicht op grote torens, zicht op groene ruimten…. Dit biedt mogelijkheden om met bijkomende inrichtingen hierop meer in te spelen.

79


KAART BESTAANDE TOESTAND

:

80


KAART Knelpunten en potenties

81


DEEL 2: Gewenste toestand en acties Augustus 2016


Inhoud gewenste toestand en acties

3.POSITIEVE UITSTRALING ONTWIKKELEN ROND DE BUURT- EN WIJKSPEELRUIMTEN......................................................................................... 121

Inleiding .................................................................................................................. 85

Vaststelling ................................................................................................. 121

Synthese ................................................................................................................. 87

Doelstelling................................................................................................. 121

Werkthema’s en acties voor het gewenst speelweefel ......................... 92

Actie 6. Centrale wijkterreinen als belangrijkste ruimte voor de wijken. ........................................................................................................... 122

1.ONTWIKKELEN VAN LEVENDIGE WOONSTRATEN IN BUURTEN EN WIJKEN. ................................................................................................................... 94 Vaststelling. .................................................................................................. 94 Doelstelling. ................................................................................................. 94 Actie 1.Ontwikkelen van pilootprojecten woonstraten. .............. 96 Actie 2. Implementeren van kindgerichtheid bij een definitieve inrichting van woonstraten. ................................................................... 98 2.ONTWIKKELEN VAN VEILIGE VERBINDINGEN TUSSEN BUURTEN EN WIJKEN VOOR KINDEREN EN JONGEREN TE VOET OF MET DE FIETS. ...................................................................................................................... 103 Vaststelling ................................................................................................. 103 Doelstelling ................................................................................................ 103 Actie 3. Veiliger en gebruiksvriendelijker maken van de brede lanen. ............................................................................................................ 104 Actie 4. Lokale kindroutes tussen de verschillende wijken. ..... 115 Actie 5. Uitwerken van veilige en cruciale kruispunten tussen de verschillende wijken. ......................................................................... 120

Actie 7.Optimaliseren van de buurtterreinen als aanvulling op de wijkterreinen. ....................................................................................... 134 Actie 8. Verdere ontwikkeling en goede bereikbaarheid van grootschalige terreinen. ........................................................................ 139 4. ELKE WIJK ZIJN LEVENDIGE KERN.......................................................... 140 Vaststelling ................................................................................................. 140 Doelstelling................................................................................................. 140 Actie 9. Opwaarderen van de kernen. .............................................. 141 5.GROTE GEBIEDEN: BEREIKBAAR EN UNIEK......................................... 150 Vaststelling ................................................................................................. 150 Doelstellingen............................................................................................ 150 Actie 10. Verdere uitwerking grote gebieden. .............................. 151 6. DE STEM VAN KINDEREN EN JONGEREN. .......................................... 156 Vaststelling. ................................................................................................ 156 Doelstelling................................................................................................. 156


Actie 11. Kinderen en jongeren betrekken bij ruimtelijke projecten. .................................................................................................... 156 7. ONTWIKKELEN VAN EEN FIETSCULTUUR IN LINKEROEVER ........ 160 Vaststelling ................................................................................................. 160 Actie 12. Promotie van fietscultuur. .................................................. 162 Doelstelling ................................................................................................ 162

Uitgevoerd door:

Kind & samenleving vzw - Nijverheidsstraat 10, 1000 Brussel Francis Vaningelgem – fvaningelgem@k-s.be Marlies Marreel – mmarreel@k-s.be

In samenwerking met:

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

84


Inleiding Werken aan een speelweefsel Linkeroever Voor u ligt het document “Speelweefselplan gewenste toestand Linkeroever”. Aan de basis liggen 10 vaststellingen, geformuleerd op het einde van de omgevingsanalyse van fase 1. Deze werden in fase 2 verder uitgewerkt door terreinbezoeken, inspraaksessies en verder onderzoek. Het werken aan een speelweefsel voor Linkeroever is in eerste instantie gericht op het bevorderen van de autonome en actieve verplaatsingen van kinderen en jongeren. De verplaatsingen van kinderen staan onder druk door verschillende factoren (drukke verkeersassen, meer nadruk op veiligheid in onze samenleving, ouders die hun kinderen minder buiten laten spelen, grote impact van het gemotoriseerd verkeer op de andere verplaatsingsvormen,…). Tijdens verschillende gesprekken met kinderen in Linkeroever blijkt bijvoorbeeld dat er bijna geen fietscultuur bestaat. Hierdoor zijn veel kinderen en jongeren genoodzaakt om hun verplaatsingen te laten afhangen van het gemotoriseerd verkeer. Zo kunnen kinderen en jongeren niet altijd gebruik maken van de voorzieningen in andere buurten en wijken. Daarnaast is het werken aan een speelweefsel gericht op het verbeteren van de speel, ontmoetings- en ontdekkingskansen van kinderen en jongeren in hun eigen buurt, wijk of stad. Linkeroever heeft een groot aanbod aan ruimten. Er is zeker een inhaalbeweging nodig. In

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

bepaalde buurten is er een andere spreiding noodzakelijk van de verschillende terreinen. Daarnaast moet de focus voor de komende jaren liggen op het aantrekkelijk maken van de buurt- en wijkterreinen. De inrichting van de verschillende ruimten moet diverser. Daarom werd er samengewerkt met Carve. Zij ontwikkelden inrichtingsconcepten voor twee verschillende ruimten. Dit speelweefselplan is uitgewerkt op basis van 7 werkthema’s. De 7 werkthema’s zijn kapstokken voor de verdere ontwikkeling van de acties van het speelweefsel. Dit speelweefselplan kwam tot stand op basis van overleg- en inspraakmomenten met de stadsdiensten, externen en kinderen. In december 2015 werd er een mobiliteitsworkshop georganiseerd. Er werd met stadsdiensten en enkele externe deskundigen gewerkt aan mogelijke mobiliteitsoplossingen. De resultaten van de overlegmomenten en inspraakacties zijn verwerkt in deze studie. In blauwe kaders worden bepaalde aspecten van de inspraak met kinderen verdere uitgelicht. In deze studie worden verschillende voorstellen geformuleerd en dit voor verschillende gebieden en terreinen. Dit wil zeggen dat bij de ontwikkeling van projecten deze studie als richtlijn kan dienen en verder overleg nodig is met de verschillende eigenaars en ontwikkelaars van de gronden (stad, privé-eigenaars, huisvestingsmaatschappijen,…).

85


In deze tweede fase voerden de stadsdiensten verscheidene inspraaksessies met kinderen uit.

Proces

3 klassessies.

De volledige studie volgde een proces in 2 fasen.  

Fase 1: Omgevingsanalyse (afgerond in 2015). Fase 2: Gewenste toestand Linkeroever (voorliggend document).

Overleg en inspraak fase 2

Inspraaksessies in school de Spits Klas 6de leerjaar – 7 meisjes en 8 jongens. Klas 5de jaar - 7 jongens en 8 meisjes. Klas 4de leerjaar - 8 jongens en 9 meisjes. De klassessies werden opgebouwd rond het thema ‘het imago van Linkeroever, woonstraten en brede lanen’.

17 december 2015: Mobiliteitsworkshop met stadsdiensten Antwerpen, Kind & Samenleving en externen (Stad Gent, Vectris en Fietsberaad vzw). 14 januari 2016: Stuurgroep. Terugkoppelmoment en voorbereiding van tweede inspraakfase. 25 januari 2016: terreinbezoek en overleg met ontwerpbureau Carve voor de verdere uitwerking van twee geselecteerde ruimten. Periode maart en april 2016: inspraaksessies met kinderen door de stadsdiensten (zie kader hiernaast). 21 maart 2016: Stuurgroep. Voorstellen en bespreken van eerste inhoudelijk voorstel fase 2. 24 mei 2016: Voorstellen van fase 2 aan uitgebreide stuurgroep. 16 juni 2016: Bijkomend overleg met medewerkers van de mobiliteitsdienst. Augustus 2016: voorstellen fase 2 aan Districtscollege.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

Oor-bevraging. In het totaal werden er 57 kinderen bevraagd. (leeftijd tussen 9 en 14 jaar). De verhouding jongens/meisjes was ongeveer gelijkwaardig verdeeld. De oor-bevraging werd opgebouwd rond het thema fietscultuur. De resultaten van de digitale bevraging werd uitgevoerd, zodat verschillende kinderen hun individuele mening konden geven. Het aantal kinderen dat bevraagd werd was niet voldoende om van representativiteit te spreken, maar de antwoorden zorgen zeker voor bepaalde inzichten en zicht op enkele tendensen.

86


Synthese De studie is opgebouwd uit verschillende onderdelen. Het startpunt voor de gewenste toestand en acties zijn de 10 vaststellingen die zijn gemaakt op het einde van de omgevingsanalyse (fase 1). Op basis hiervan zijn er 7 werkthema’s ontwikkeld. Aan elk van deze werkthema’s zijn verschillende acties verbonden. De verschillende onderdelen worden begeleid met bijhorend kaartmateriaal. De kaart gewenste toestand geeft het toekomstig wensbeeld weer van het speelweefsel in Linkeroever. De verschillende kaarten met acties zorgen voor een verdere verduidelijking van de gewenste toestand.

7 werkthema’s voor de gewenste toestand Speelweefsel 10 Vastellingen

(fase 2)

(fase 1) Acties voor de gewenste toestand Speelweefsel (fase 2)

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

87


1.Overzicht: Van omgevingsanalyse tot acties 10 Vaststellingen uit de Omgevingsanalyse [fase 1].

7 Werkthema’s voor een Gewenste speelweefsel [Fase 2]

13 Acties voor een gewenst speelweefsel [Fase 2]

1.

1.Ontwikkelen van levendige woonstraten in buurten en wijken.

Actie 1.Ontwikkelen van pilootprojecten woonstraten. Actie 2. Implementeren van kindgerichtheid bij een definitieve inrichting van woonstraten.

2.Veilige verbindingen tussen verschillende wijken voor kinderen en jongeren te voet of met de fiets.

Actie 3. Veiliger en gebruiksvriendelijker maken van de brede lanen. Actie 4. Lokale kindroutes tussen de verschillende wijken. Actie 5. Uitwerken van veilige en cruciale kruispunten tussen de verschillende wijken

3.Positieve uitstraling ontwikkelen rond de buurt- en wijkspeelruimten.

Actie 6. Centrale wijkterreinen als belangrijkste ruimte voor de wijken. Actie 7. Optimaliseren van de buurtterreinen als aanvulling op de wijkterreinen. Actie 8. Verdere ontwikkeling en goede bereikbaarheid van grootschalige terreinen.

4.Elke wijk zijn levendige kern.

Actie 9. Opwaarderen van de kernen.

5.Grote gebieden: bereikbaar en uniek.

Actie 10. Verdere uitwerking grote gebieden. [subacties 10.1 t.e.m. 10.4]

6.De stem van kinderen en jongeren

Actie 11. Kinderen en jongeren betrekken in de verschillende ruimtelijke projecten [subacties 11.1 t.e.m. 11.4] Actie 12. Promotie van fietscultuur [subacties 12.1 t.e.m. 12.4.]

Linkeroever verdient aantrekkelijkere speelruimten. 2. Er is een inhaalbeweging nodig voor de sportterreinen. [vrije toegankelijke ruimten] 3. De directe omgeving van de hoogbouw verdient meer aandacht. 4. De verschillende kleine binnengebieden en pleintjes dienen kleine ademruimten te zijn om te spelen en te ontmoeten. 5. Linkeroever heeft veel “onaantrekkelijke en in zich gekeerde” schoolspeelplaatsen. 6. Enkele wijken en buurten missen een duidelijke kern waar ontmoeting en spel centraal kan staan. 7. Linkeroever heeft een probleem met het verbinden van de verschillende wijken. 8. Linkeroever heeft een zee aan ruimte in de woonstraten. 9. Fietsverbindingen op maat van het lokale fietsverkeer zijn nodig. 10. De grote ruimten en zichten op en rond Linkeroever.

7.Ontwikkelen van een fietscultuur in linkeroever

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

88


2.Kaart Gewenste Toestand

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

89


3.Kaarten Acties

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

90


Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

91


Werkthema’s en acties voor het gewenst speelweefsel Linkeroever bezit veel en uitgestrekte publieke ruimte. Deze ruimten zijn voor kinderen en jongeren van uiterst belang, omdat ze via deze ruimten elkaar kunnen ontmoeten, zich ontspannen en hun buurt, wijk, stad ontdekken. Toch is de inrichting van deze publieke ruimte zeer grootschalig en niet op kind- of jongerenmaat uitgewerkt. Er is weinig geborgenheid en gezelligheid, grote afstanden dienen overbrugd te worden, veel niemandsland,… . Voor het gewenste speelweefsel en acties worden 7 werkthema’s geselecteerd. Hierbij wordt er veel aandacht besteed aan het versterken en verbeteren van het autonoom, zelfstandig en actief kunnen verplaatsen van kinderen en jongeren. Een tweede belangrijke focus ligt op het aantrekkelijker maken van de verschillende buurten, terreinen, wijken, grote gebieden.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

92


Troeven van Linkeroever volgens kinderen. Voor kinderen heeft Linkeroever verschillende troeven. Grosso modo kunnen de geformuleerd troeven van de kinderen onderverdeeld worden in drie categorieën. 

Vrienden: “vrienden wonen dichtbij en er zijn veel mensen die ze kennen,…”

Activiteiten en voorzieningen: “jeugdhuis, citypirates, wandelen, bowlen, sporten, rustig wandelen,…”

Specifieke plekken: “boeienweide, skatepark, sint-Anneke, veel speeltuinen, bibliotheek, bloementuin, Euro-blokken,…”

Het gewenste speelweefsel en acties moet aldus inspelen op deze toeven en waar nodig verbeteren en/of verbinden.

Tijdens de inspraaksessies werden ook verschillende referentiebeelden getoond van hoe Linkeroever er zou kunnen uitzien. Hieronder wordt een selectie getoond en becommentarieerd.

“Je kan er goed voetballen”

“Dat kan werken, een smalle straat dan spelen er veel kinderen.

Verkorten van voetpaden: goed idee

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

Gezellig , als je iets nodig hebt kan je gewoon naar binnen gaan. Niet goed want als de bal wegrolt, komt hij op straat

Breed voetpad: een grote brede voetpad, waar je veilig kunt fietsen, rolschaatsen, springtouwspelen.

93


voetgangersgebied… Ook hier geldt een maximumsnelheid van 30 km/u (of 20 km/u voor woonerven) en delen fietsers de rijbaan met het overige verkeer.”. Kijken we in de praktijk naar deze verschillende straten dan zien we verschillende problemen. De aangeduide woonstraten zijn vaak te breed gedimensioneerd en bezitten een zee aan geasfalteerde ruimte. Het doorgaand verkeer krijgt vaak prioriteit. Daarnaast bieden de woonstraten weinig geborgenheid en zijn deze zeker niet uitgewerkt op kindermaat. Elkaar ontmoeten, spelen in de straat en je buurt ontdekken op eigen houtje worden hierdoor niet gestimuleerd. Nochtans biedt de brede dimensionering van de vele straten mogelijkheden om verder in te zetten op kindgerichtere straten.

1.ONTWIKKELEN VAN LEVENDIGE WOONSTRATEN IN BUURTEN EN WIJKEN.

Doelstelling. 1.Stimuleren van drie functies in de woonstraten: 

Vaststelling. In het mobiliteitsplan worden verschillende straten in Linkeroever aangeduid als woonstraten. “Woonstraten zorgen voor de toegang tot en bereikbaarheid van de individuele percelen en/of functies. Die percelen worden ingevuld met woningen, winkels, recreatie… De verblijfsfunctie is hier uitermate belangrijk. Verkeer dat geen herkomst- en/of bestemming heeft in de straat of de onmiddellijke omgeving, is daarom niet gewenst. Deze straten kunnen ingericht worden als een woonerf, winkel(wandel)straat,

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

Ontmoeten: Kinderen en jongeren moeten elkaar kunnen ontmoeten op straat. Ze moeten dit kunnen in een veilige en aangename sfeer. Ontspannen: Kinderen en jongeren moeten kunnen spelen en bewegen op straat. Formele inrichtingen zijn hiervoor niet altijd de oplossing. Een ander gebruik en vermindering van verkeer kan het ontspannen verbeteren. Ontdekken. Kinderen en jongeren moeten via hun woonstraat de straat, buurt en wijk kunnen ontdekken. Ze moeten (afhankelijk van de leeftijd) zelf op stap kunnen gaan, steppen, fietsen….

94


Woonstraten en kinderen: Hoe zien zij inrichting van woonstraten?

Tijdens enkele inspraakacties met kinderen [vierde en vijfde leerjaar], werd er gepeild naar welke inrichting zij als goed bevonden voor een woonstraat. Kinderen bedenken hoofdzakelijk ontwerpoplossingen op de stoep en aan de rand van de straat. Het inpalmen van een volledige straat om te spelen en ontmoeten wordt niet vaak naar voor geschoven. Er zijn weinig plaatsen in Linkeroever waar kinderen ook vrij zijn om op straat te spelen (autoluw, woonerf,…). Volgende inrichtingsvoorstellen werden door de kinderen vaak naar voor geschoven. Ze werden gebundeld volgens verschillende thema’s.

Kinderen kiezen vaak (de meest gekozen pictogrammen) om in de straat te kunnen zitten en rondhangen. Ook hier mag de uitwerking divers zijn. Bovenstaande pictogrammen zijn populair.

Veilig kunnen oversteken is tevens een belangrijke bekommernis van de kinderen. Bovenstaande pictogram werd vaak gekozen.

Kinderen kiezen speelaanleidingen (patronen, lijnen, stapstenen, paaltjes, water, iets beklimbaar….).

Een vaak gekozen spelvorm die kinderen graag in de straat willen doen, heeft te maken met fietsen, skeeleren, skaten,…. Dit vergt een goede ondergrond, een veilige en ruime autovrije of autoluwe omgeving.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

Daarnaast zijn klassieke spelvormen zoals balspelen, touwtje springen en klimmen nog steeds populair

Vergroeningselementen (grasperkje, platenbank, muurplaten, bomen,….) worden af en toe gekozen. Ze zijn voor kinderen zeker geen prioriteit in een straat.

95


Actie 1.Ontwikkelen van pilootprojecten woonstraten. Aanpak en selectie

Optie 2: stad zorgt zelf voor initiatief. Hieronder wordt een selectie gemaakt van vijf straten en hun directe omgeving. Deze selectie gebeurde omdat ze gelinkt zijn aan een pleintje, een publieke functie, een centrale ruimte in de buurt. Er wordt voorgesteld om in elk wijkdeel ten minsten één pilootproject op te starten.

Het is niet altijd evident om een straat op korte termijn her in te richten. Daarom kan er geëxperimenteerd worden met tijdelijke inrichtingen, testoplossingen. Deze kunnen aanzien worden al een testfase en leerschool om in een latere fase een straat definitiever in te richten.

Optie 1: Stad lanceert een oproep. Jaarlijks kan er een oproep gelanceerd worden bij bewoners en verenigingen voor het tijdelijke inrichten van Leefstraat, Toekomststraat,…. Bij het lanceren van een dergelijke oproep zijn volgende elementen belangrijk:   

Focus op straten waar er een breed draagvlak voor dergelijke projecten zijn. Focus op straten waar reeds een speelstraat wordt ingericht. Focus op woonomgevingen met woningen die een kleine tuin hebben.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

Selectie straten 1 2 3 4 5

Bouvaertlaan en Melis Stokelaan. Roemer Visscherstraat en Constantijn Huygensstraat. Multatuliplein. Hanegraafstraat en Paul Van Ostaijenlaan. Gustaaf Wappersstraat

96


Bouwstenen voor pilootprojecten woonstraat. 1.Tijdelijke afsluiting van de straat. Door de straat gedurende een korte periode af te sluiten, kan een ander gebruik ontwikkeld worden. Een inrichting die meer toestaat om te kunnen ontmoeten, ontdekken en ontspannen. Voorbeelden zijn toekomststraat, schoolstraat. speelstraat, leefstraat, andere varianten… 2.Creatieve oplossingen in de straat. Daarnaast kan er aan de slag gegaan worden met kleine en goedkope ingrepen die de beleefbaarheid van de straat kan verhogen. Buurtbewoners kunnen dit doen met eventueel ondersteuning van de stadsdiensten. Voorbeelden zijn: kleine groenprojecten, pocketparkjes, tegeltuintjes,…. 3.Tijdelijke oplossingen parkeren en verkeer. De organisatie van het parkeren is van cruciaal belang voor het gebruik van de straat. Voor kindgerichtere straten is het nodig dat het parkeren gebundeld wordt. Hierdoor kan er plaats vrijgemaakt worden voor meer beleefbare publieke ruimte. Met enkele eenvoudige ingrepen (belijning, hekken, blokken…) kan dit bekomen worden. Naast oplossingen voor parkeermogelijkheden is het nodig dat er bijkomende initiatieven genomen worden om de verkeersnelheid te doen dalen in de woonstraten. Boven: schematische weergave van tijdelijke herinrichting. Midden: tijdelijke inrichting: Leefstraat [www.leefstraat.be]. Onder: Project toekomststraat/tijdelijke frivole belijning/ Onder rechts speelstraat in Oostrozebeke.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

97


Actie 2. Implementeren van kindgerichtheid bij een definitieve inrichting van woonstraten. Aanpak en selectie Zoals eerder (fase 1) aangehaald zijn er in Linkeroever heel veel straten met een klassiek inrichtingspatroon. Het implementeren van meer kindgerichtheid in de woonstraten dient gepaard te gaan met een verdere verfijning van bepaalde wegencategorisering uit het Mobiliteitsplan beleidsplan1. De wegcategorie ‘woonstraat’ lenen zich hier het best voor. In het mobiliteitsplan worden bijna alle straten aangeduid als woonstraat. Enkel de straten Charles De Costerlaan, delen van de Halewijnlaan, Blancefloerlaan, Beatrijslaan. Deze maken deel uit van het bovenliggend wegennet en hoofdstraten.

“Woonstraten zorgen voor de toegang tot en bereikbaarheid van de individuele percelen en/of functies. Die percelen worden ingevuld met woningen, winkels, recreatie… De verblijfsfunctie is hier uitermate belangrijk. Verkeer dat geen herkomst- en/of bestemming heeft in de straat of de onmiddellijke omgeving, is daarom niet gewenst. Deze straten kunnen ingericht worden als een woonerf, winkel(wandel)straat, voetgangersgebied… Ook hier geldt 1

een maximumsnelheid van 30 km/u (of 20 km/u voor woonerven) en delen fietsers de rijbaan met het overige verkeer.” [Antwerpen 2020, 2025,2030, Actief & bereikbaar]. Antwerpen 2020 │2025 │2030, Actief & bereikbaar

98

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving


Bouwstenen voor kindgerichtere inrichting van woonstraten in Linkeroever. Voor het inrichten van verschillende woonstraten worden er algemene inrichtingsprincipes naar voor geschoven. Afhankelijk van de straat kan er gekozen worden voor één van de drie voorgestelde inrichtingsprincipes voor straten.

Basisprincipes o o o o

Doorgaand verkeer vermijden. Indien autoverkeer aanwezig, is een maximum snelheidsregime van 30 km/h noodzakelijk. Het bundelen van de parkeermogelijkheden. Vergroenen en verminderen van harde ondergrond/verharding zodat er ruimte vrijkomt voor zachter en rustiger spel, ontmoetingsruimte, natuurlijke inrichting,…..

Drie inrichtingsprincipes Woonerf (type 1).

Klassiekere straat met autoluw karakter (type 2).

Een autovrije straat (type 3).

! Voor de verdere uitwerking van deze actie is verder onderzoek nodig naar welke woonstraten een nieuwe inrichting vergen. Om dit te ontwikkelen is een verfijning van het huidige mobiliteitsplan nodig.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

99


Type 1.Woonerf Uitgangspunten voor het ontwerp. Wegen met louter lokale erfontsluiting worden bij voorkeur ingericht als woonerf met gelijkvloerse aanleg. Bij inrichting als woonerf mogen kinderen formeel op straat spelen. Dit principe is toepasbaar in volgende contexten: schoolomgevingen, ter hoogte van publieke (kind)voorzieningen: bibliotheek, speelruimte, op of nabij een plein. De parkeerdruk op straat moet verlicht worden het beperken van het parkeren in de straat en het ontwikkelen van buurtparkings.

Ontmoetingsruimte en spelprikkels

Links boven woonerf Delft Onder woonerf Sint-Andries Antwerpen

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

In de regel zijn vele types spelprikkels mogelijk op woonerven. Binnen straten met een woonerf-statuut mogen kinderen immers van de wegcode op straat spelen. Voetgangers mogen de ganse breedte van de openbare weg gebruiken. Mogelijkheden zijn:  Fietsparkeervoorzieningen met een ludiek karakter.  Spelprikkels in, aan en rond bomen, plantvakken, verharding zijn mogelijk.  Groene ‘lovergangen’ over het wegprofiel: Constructies met klimplanten (is rustgevend, groene beleving) eventueel aangevuld met kunstige elementen.  Diverse zitelementen en banken (zowel publiek als privaat),  Gebruik van kleinschalige en veelkleurige materialen.  Zone voor woning kan op een ludieke manier worden toegeëigend.  Gebruik van kleurrijk stratenpatroon.

100


Type 2.Klassieke straat met autoluw karakter

Uitgangspunten voor het ontwerp. Wegen met een autoluw karakter worden bij voorkeur ingericht met een zo smal mogelijke rijloper. - Inrichting zodanig dat de auto zijn snelheid automatisch aanpast: bv. as verschuivingen als snelheidsbreker, aanplant van bomen op kruispunten, ... - Belang van trottoir:  Zo breed mogelijk voetpad. 'Zonnestoep' (enkel verbreding aan zonnekant) indien te geringe breedte.  Stoep loopt door over zijstraten van lagere wegcategorie.  Verbrede stoep ter hoogte van voorzieningen. - Bijzondere aandacht voor fietsers: extra aandacht voor de kruispunten en andere conflict situaties en eventueel ook fietssuggestiestroken op strategische fietsverbindingen. - Straathoekpleintjes maximaliseren waar mogelijk. - Oversteekvoorzieningen ter hoogte van belangrijke voorzieningen. - Parkeerdruk op straat verlichten door buurtparkings: Een belangrijke factor voor de verblijfskwaliteit, beleefbaarheid en bespeelbaarheid van de straat is het beperken van het parkeren op straat. Ontmoetingsruimte en spelprikkels.

Boven: straat op het Java-eiland in Amsterdam: brede stoepen en aantrekkelijke groenaanplantingen / onder : pleintje aan de Drie Koningenstaat – Antwerpen.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

Op dit type weg zijn spelprikkels mogelijk. Dit is bij voorkeur het geval: (a) ter hoogte van aanpalende pleinen of groene ruimtes van buurt- of wijkniveau, (b) indien de weg samenvalt met een 'strategische kindverbinding' (c) indien de profielbreedte de creatie van (straat)pleintjes toelaat. Op dit type weg zijn alle types spelprikkels mogelijk: patronen, beschilderingen en kleuren in de verharding, aankleding gevels, groen in de straat, speelse zitelementen, speelse kunst, wegafbakening.

101


Type 3.Autovrije straat of autovrije delen van de straat. Uitgangspunten voor het ontwerp: Autovrije straten of autovrije delen van straten zijn types bij uitstek om te werken aan kindgerichtere straten. Dit type straten kunnen verschillende type inrichtingen meekrijgen.  

Wezembeek-Oppem: voorkant huizen grenzen aan groene ruimte

Stenig: de autovrije straat krijgt meer een pleinfunctie. Groen karakter: de straat krijgt een groenere inrichting (parkje, grasveld en groen….). Combinatie van steen en groen.

Belangrijk is bij dit type is dat er een kwaliteitsvol basisontwerp wordt gemaakt. De integratie van spelprikkels zijn de kers op de taart. Ontmoetingsruimte en spelprikkels In deze straten kunnen spelprikkels maximaal renderen. Op dit type weg zijn alle types spelprikkels mogelijk: patronen, beschilderingen en kleuren in de verharding, aankleding gevels, groen in de straat, speelse zitelementen, speelse kunst, wegafbakening. Er zijn zelfs formele speelruimten mogelijk. Er kan dus een stap verder gegaan worden. Indien er gekozen wordt voor een speelruimte mag deze dienen voor de buurt.

Een deel van de straat wordt een straatparkje. uit Adaptive streets, Jordan Lewis and Mike Schwindler

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

102


2.ONTWIKKELEN VAN VEILIGE VERBINDINGEN TUSSEN BUURTEN EN WIJKEN VOOR KINDEREN EN JONGEREN TE VOET OF MET DE FIETS. Vaststelling Uit de ruimtelijke analyse en de inspraaksessies in gebleken dat de actieve verplaatsingen van kinderen en jongeren met de fiets of te voet tussen de verschillende wijken niet evident is. Vaak moeten ze hiervoor gebruik maken van de grote lanen. Deze vormen barrières en vele gevaarlijke kruispunten bevinden zich langsheen deze routes. De kinderen duiden veel gevaarlijke kruispunten aan (zowel grote kruispunten als kleine kruispunten). Er wordt gefietst in Linkeroever. Maar dit gebeurt vooral op de grote lanen en door doorwinterde fietsers die een langere afstand afleggen. De fietsinfrastructuur is ook vooral gelinkt aan deze grote lanen.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

(vb. brede fietspaden…). In de woonbuurten zelf wordt er niet zoveel gefietst. Er werden weinig kinderen en jongeren gezien op fiets. Er staan weinig fietsen gestalt in de publieke ruimte. Nochtans biedt de ruimtelijke structuur van Linkeroever (veel ruimte, weinig hellingen, nabijheid van verschillende voorzieningen) de mogelijkheid om sterk in te zetten op fietscultuur.

Doelstelling 

  

Door wijken beter met elkaar te verbinden kan de actieve actieradius van kinderen en jongeren vergroot worden. Zo kunnen ze meer gebruik maken van andere voorzieningen, publieke ruimten, speelruimten en sportruimten. Het uitwerken van veiligere verbindingen tussen de verschillende wijken. Ontwikkelen van betere lokale fietsinfrastructuur. Kinderen en jongeren met de fiets naar school laten gaan en promoten.

103


Actie 3. Veiliger en gebruiksvriendelijker maken van de brede lanen. Aanpak en selectie

Wegcategorisering van de brede lanen. Kijken we naar de brede lanen dan kunnen we verschillende type brede lanen onderscheiden. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de verschillende brede lanen waar op korte termijn en lange termijn bijkomende maatregelen mogelijk zijn. Afhankelijk van het type brede laan (getypeerd volgens het mobiliteitsplan) zijn er andere aandachtspunten nodig.

De verschillende brede lanen vormen een typisch karakter voor Linkeroever. Op basis van de ruimtelijke analyse, maar ook uit de gesprekken met de kinderen blijkt dat deze brede lanen niet op kindermaat zijn bedacht en ingericht. Deze lanen zijn vaak zeer breed bemeten, bieden weinig structuur en houvast voor kinderen en jongeren. De tijd die nodig is om over te steken is vaak te groot. Hierdoor kunnen de wachttijden om over te kunnen steken vaak oplopen. Het gemotoriseerd verkeer heeft heel vaak de prioriteit. Daarenboven nodigt de rechtlijnigheid van de vele lanen uit tot snel rijden. Nochtans zijn vele van deze brede lanen in het mobiliteitsplan aangeduid als woon of buurtstraat. Straten die dus vooral ten dienste moet zijn van de woonomgeving en buurt. Veel van deze lanen hebben vaak een twee maal twee rijrichting met brede voetpaden en vaak een grote groene weinig gebruiksvriendelijke middenberm (met of zonder afgescheiden fietspad). Deze brede lanen zorgen tevens voor een scheiding van de verschillende wijken. Het is niet evident om zich op een actieve manier van de ene wijk naar de andere wijk te verplaatsen. Dit zorgt voor een verkleinen van de actieradius van kinderen en jongeren.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

Typering uit mobiliteitsplan Stadsweg Hoofdstraat Buurtstraat Woonstraat

Charles De Costerlaan, Halewijnlaan en westelijk deel Blancefloerlaan. Oostelijk deel Blancefloerlaan Beatrijslaan. Gloriantlaan en Thonetlaan. Esmoreitlaan, Emile Verhaerenlaan, Lode Zielenslaan.

104


Bouwstenen Brede lanen Het is duidelijk dat de brede lanen een belangrijk onderdeel vormen om zowel op korte termijn als op lange termijn te werken aan kindvriendelijke publieke ruimte. Ze vormen een barrière en scheiden de verschillende wijken van elkaar, waardoor kinderen en jongeren niet altijd zelfstandig op pad kunnen. Daarnaast blijven ze een mobiliteits-as die ook voor kinderen en jongeren veilig en vlot dient gebruikt te kunnen worden. Bij de herinrichting of aanpassing van de brede laan is het verder onderzoeken en in vraag stellen van het huidige mobiliteitssysteem en afwikkeling in Linkeroever nodig. Onderstaande vragen zijn dan aan de orde:      

Is er doorgaand verkeer nodig op alle brede lanen? Kunnen bepaalde rijstroken omgevormd worden tot meer publieke ruimte? Kunnen fietsstraten geïntegreerd worden in Linkeroever. Waar kunnen meer pleinen geïntegreerd worden?... Welke zones kunnen autovrij/autoluw worden ontwikkeld? Hoe kan de snelheid van het gemotoriseerd verkeer naar beneden?

Hieronder worden verschillende uitwerkingen voorgesteld voor het kindgerichter maken van de brede lanen. Vele voorstellen kunnen op korte termijn gerealiseerd worden met een beperkt budget en eenvoudige ingrepen. Dezelfde principes kunnen daarnaast toegepast worden op lange termijn bij een vernieuwde heraanleg.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

De oplossingen focussen zich op vier principes:    

Het verminderen en vermijden van conflictsituaties en jongeren zelfstandig onderweg met gemotoriseerd verkeer. Het laten dalen van de werkelijk gereden snelheid op deze brede lanen. Toegankelijker en veiliger maken van de fietsinfrastructuur. Het anders gebruik van de brede lanen.

Kinderen over de brede lanen Op verschillende momenten werd met kinderen gesproken over de brede lanen. In een eerste fase duidden de kinderen hun route van en naar school aan. Hier kwam duidelijk naar voor dat deze kinderen de brede lanen vaak gebruiken. Ze volgen de lanen of kruisen ze. Ook de door kinderen aangeduide gevaarlijke kruispunten liggen aan deze brede lanen. (zie fase 1, omgevingsanalyse). In een tweede fase werd er getoetst naar oplossingsmogelijkheden voor deze brede lanen. Dit was niet evident om dit samen met kinderen te bespreken. Inspraak bij inrichting van brede lanen. Het is aangewezen om bij ingrepen op de lanen kinderen en jongeren te blijven betrekken. Dit gebeurt best vanuit een zo concreet mogelijk context en er dient vooral gepeild te worden naar beleving, comfort en verkeersveiligheid. Samen met hen op het terrein gaan is een goede manier om hierover meer te weten te komen. De technische oplossingen moeten niet uitdrukkelijk bevraagd worden bij kinderen. Het is voor hen een te abstract gegeven.

105


1.Conflictsituaties vermijden. 1.1.Verminderen van de terugdraaipunten voor het gemotoriseerd verkeer. De middenbermen van verschillende brede lanen hebben vaak terugdraaipunten voor het gemotoriseerd verkeer. Deze kruisen de fietspaden in de middenberm. Door het verminderen van de terugdraaipunten wordt de veiligheid van de kinderen en jongeren (maar natuurlijk ook van de andere kinderen) op de fiets aanzienlijk groter.

Inzaaien van de terugdraaipunten kan gerealiseerd worden met een beperkt budget.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

1.2.Verkorten van oversteektijd. Om de oversteekbaarheid van de brede lanen te verbeteren, dienen de oversteekplaatsen zoveel als mogelijk ingekort te worden. Hierdoor ontstaat een kortere oversteektijd, waardoor kinderen en jongeren beter kunnen inschatten of ze al dan niet kunnen oversteken. Op deze manier moeten de verschillende fietspaden in middenberm of aan de andere kant van de brede laan beter toegankelijk worden gemaakt. Op de meest cruciale plaatsen kan een verkeerslicht (met vraag gestuurde regeling ) een bijkomend hulpmiddel zijn.

Door het uitbreiden van voetpaden ter hoogte van een oversteekplaats (de zogenaamde oortjes) wordt de oversteektijd verkleint.

106


1.3.Conflictvrije verkeerslichtenregulatie. Langsheen de brede lanen bevinden zich verschillende kruispunten met verkeerslichten. Toch ontstaan ook hier gevaarlijke situaties, aangezien afdraaiende auto’s en overstekende voetgangers en fietsers vaak op hetzelfde moment groen hebben. Het loskoppelen van beide verkeersstromen is een oplossing. Hierdoor hebben afdraaiende auto’s en overstekende fietsers en voetgangers niet meer op hetzelfde moment een groen licht.

2.Vertragen van het gemotoriseerd verkeer. Vele brede lanen lenen zich tot het snel rijden. Kinderen geven aan dat er vaak snel gereden wordt (zie verder oor bevraging). Enkele brede lanen zijn in het mobiliteitsplan opgenomen als een laan, waar een verkeersregime 30 km/h geldt. Dit geldt voor volgende lanen:  

Om de snelheid van het gemotoriseerd verkeer te doen dalen, is het nodig om verkeer remmende maatregelen uit te werken. Eén van de mogelijkheden is het ontwikkelen van een duidelijk poorteffect. Deze kunnen ludieke, kleurrijke en toch technische ingrepen zijn. Op deze manier kan er duidelijk gemaakt worden dat de omgeving van de brede lanen woonbuurten zijn. Het kan gaan van het verbreden van het voetpad, aanleggen van verkeersdrempels,…. 2.2. Asverschuivingen en versmallen van de rijweg. Door het versmallen van de rijweg en het invoegen van asverschuivingen kan er gewerkt worden aan het daadwerkelijk laten dalen van snelheden op de brede lanen.

Gloriantlaan en Thonetlaan ingedeeld als buurtstraat (met voorgesteld verkeersregime 30 km/h) in mobiliteitsplan. Esmoreitlaan, Emile Verhaerenlaan, Lode Zielenslaan als woonstraat (met voorgesteld verkeersregime 30 km/h) mobiliteitsplan.

2.1. Ontwikkelen van duidelijke poorten.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

107


3.Verder ontwikkelen van fietsinfrastructuur In de analyse is gebleken dat er geen fietscultuur heerst in Linkeroever. Wil er ingezet worden op een fietscultuur, dan is het herbekijken van de huidige fietsinfrastructuur nodig. Volgende oplossingen worden voorgesteld. 3.1.Fietsstraat als oplossing om het fietsen te stimuleren. Onderzoeken of fietsstraten een mogelijkheid zijn om de brede lanen meer en veilige ruimte te voorzien voor fietsers.

woon-school- en woon-werkverkeer) door een hoge ruimtelijke dichtheid of door hun ligging langs (een aaneenschakeling van) belangrijke attractiepolen. De fietsinfrastructuur van een fietscorridor moet grote fietsstromen kunnen opvangen.” Ontwerpkenmerken fietscorridors:  Hoog comfortniveau, allure, uitstraling;  Leesbaarheid – herkenbaarheid – continuïteit als hoofdroute;  Maximale scheiding fietser / auto / voetganger;  Aantal conflictpunten tot een minimum beperken, accentueren en fietsvriendelijk oplossen;  Korte reissnelheid: zo weinig mogelijk omwegen en wachttijden aan kruispunten;  Hoge kwaliteitseisen inzake vormgeving Uit Vademecum: Fietsvoorzieningen; Mobiel Vlaanderen.

Fietsstraat als onderdeel van verder onderzoek.

Dit moet natuurlijk verder onderzocht worden en bekeken worden in functie van het hele mobiliteitssysteem in Linkeroever. 3.2.Ontwikkelen van fietscorridors. Fietscorridors zijn trajecten met een sterke concentratie aan bestaande of potentiële functionele fietsstromen (vooral dagelijks

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

3.2.Maximale aansluiting (toegankelijk en comfortabel) bij de omliggende buurten en wijken. Op strategische plaatsen moet de fietsinfrastructuur maximaal aansluiten bij de verschillende wijken en buurten. Fietspaden dienen verlengd te worden tot in de buurten en wijken. Op deze manier kan er een vlotte doorstroming ontstaan van fietsers vanuit de buurten naar de bovenlokale fietsinfrastructuur.

108


4. Anders gebruik van de brede lanen 4.1.Pleinen integreren: betere beleving van brede lanen Op strategische plaatsen zijn deze brede lanen gelinkt aan de kernen van de omliggende wijken. Op deze centrale plekken wijken kunnen meer beleefbare plekken ontstaan. Dit kan onder de vorm van pleinen, shared spaces, invoegen van bijkomende functies (horeca,….)…

Rambla- model uit Barcelona, de horeca en winkels zorgen voor dynamiek.

4.2.Tijdelijk ander gebruik.

De brede lanen bezitten enorm veel ruimte. Er is zelfs vaak teveel ruimte. Van deze overtollige ruimte kan gebruik worden gemaakt om delen van de brede lanen ten dienste te stellen van de buurt, kinderen en jongeren. Dit kan een tijdelijke inrichting worden. Een voorbeeld kan zijn om een tijdelijk fietsparcours te voorzien, parkje, zitruimte,…. Ook op lange termijn zijn oplossingen nodig om een ander en beleefbaardere publieke ruimte te ontwikkelen langsheen de brede lanen.

Plein en shared space om de verschillende wijken aan elkaar te lnken. Tijdelijke initiatieven op straat: Brusselse voetgangerszone (links)/ Pocketpark (Columbia Tribune (rechts).

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

109


4.3.Vergroeninng en parkstrips. In het groenplan wordt het principe van parkstrip naar voor geschoven. Dit wil zeggen dat een deel van de brede lanen verder wordt uitgewerkt tot park en/of groene ruimte. Het speelweefsel van Linkeroever kan hier verder aan gekoppeld worden. Speel, sport en ontmoetingskansen voor kinderen en jongeren kunnen gekoppeld worden aan deze parkstrips. Dergelijke groene ruimten zijn immers ideale dragers voor een beleefbare publieke ruimte.

o o o o o

Educatieve parcours. Moestuinen. Tijdelijke initiatieven,…. Integratie van water Goede befietsbaarheid van het geheel.

Voorbeeld Oude spoorlijn wordt park langsheen de Groene wandeling in Brussel (Sint-Pieters-Woluwe).Combinatie van natuurontwikkeling, spelen en fietsverkeer.

Boven: impressie uit het Groenplan van de stad Antwerpen.

Bij de uitwerking van dergelijke parkstrips zijn volgende principes aan de orde: 

Het is belangrijk dat de parkstrips goed aansluiten bij de omliggende buurten en wijken. Parkstrips moeten vooral een verbindende functie krijgen tussen de verschillende wijken. De parkstrips kunnen moeten opgeladen worden met bijkomende formele en informele plekken voor kinderen en jongeren. Deze kunnen diverse vormen aannemen: o Ontmoetingsruimte voor de buurt.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

110


Synthese: Toepassing van de bouwstenen op de selectie van brede lanen. CONFLICTSITUATIES VERMIJDEN

VERTRAGEN SNELHEDEN GEMOTORISEERD VERKEER

TYPERING UIT MOBILITEITSPLAN

Verminderen van terug draai punten

Verkorten van oversteektijd

Hoofdstraat en stadsweg. Delen van de: C. de Costerlaan Helewijnlaan Blancefloerlaan Beatrijslaan

*

*

*

*

Buurtstraten. Gloriantlaan Thonetlaan Brede lanen getypeerd als woonstraat. Esmoreitlaan, Emile Verhaerenlaan, Lode Zielenslaan.

* *

* *

* *

* *

Conflictvrije verkeerslichten

Poorteffect

FIETS INFRASTRUCTUUR Asverschuivingen

regulatie

Versmallen van de rijweg

Fiets corridor

ANDERS GEBRUIK

Fietsstraat

*

* *

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

* *

Toegankelijk en comfortabel

Pleinen

Anders gebruik

*

*

* *

Park strips

*

* *

* *

*

111


CASE GLORIANTLAAN

De Gloriantlaan is een brede lanen die verschillende buurten en wijken doorkruist. Zijn brede structuur, rechtlijnigheid en moeilijke oversteekbaarheid maakt het voor kinderen en jongeren echter niet eenvoudig om deze veilig te gebruiken. De Gloriantlaan kan symbool staan voor de andere brede lanen die met dezelfde problematiek te kampen hebben (zie ook analyse van de brede lanen). Naar de toekomst toe dient deze laan vlot en veilig gebruikt te kunnen worden voor kinderen en jongeren. De brede structuur van de laan zorgt er zelfs voor dat een aangenamer en belevingsvolle plekken kunnen worden uitgewerkt. In wat volgt worden twee concepten voorgesteld op basis van het uitgewerkte afwegingskader (zie eerder). In beide concepten staat het verkeersveiliger maken, het zelfstandig kunnen gebruiken van de lanen voor kinderen en jongeren en het beleefbaarder maken van deze lanen voorop.

Bestaande toestand Gloriantlaan


Concept 1: Optimaliseren en veiliger maken van de huidige structuur. Het eerste concept gaat uit van het grotendeels van de bestaande structuur. Mits ingrepen in voetpaden, oversteekplaatsen,‌ wordt er gezocht naar een veiligere structuur. Dit concept (of onderdelen ervan) dient eerder voor op korte termijn. Belangrijk uitgangspunt is dat de brede voetpaden optimaal kunnen gebruikt worden door kinderen en jongeren. Aanpassingen aan de kruispunten zijn hiervoor heel belangrijk. Dit dient gekoppeld te worden aan het verbeteren van het verkeerslichten systeem (vb. conflictvrije regulatie) op strategische plaatsen.

Scheldeboorden

Door het ontharden (vergroenen) van de delen van de brede voetpaden kan er een aangenaam en beleefbare ruimte ontstaan. Dit kan gekoppeld worden door het uitwerken van meer pleinfunctie langsheen de brede lanen. Een laatste belangrijk uitgangspunt is het verbeteren van de oversteekbaarheid aan strategische ruimten. Strategische ruimten zijn bijvoorbeeld de toekomstige parkstrip (cfr. Groenplan), schoolomgevingen en plein aan de Bouvaertlaan. Hierdoor kunnen verschillende voorzieningen in de buurten beter met elkaar gekoppeld worden en betere bereikbaar voor kinderen en jongeren.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

113


Concept 2: Hertekenen van hele Gloriantlaan in functie van een beter en veilig gebruik voor kinderen en jongeren. Het tweede concept is een uitwerking op langere termijn. Hierbij wordt er grondiger gesleuteld aan de structuur van de laan. Er wordt meer en veiligere ruimte vrij gemaakt voor voetganger, fietsers, ‌ Een nieuw park ontstaat. Door een groot deel van de overbodige verharding om te vormen tot een groene ruimte, ontstaat er een veel grotere gebruikswaarde van de publieke ruimte voor kinderen en jongeren. De verschillende buurten en wijken komen zo letterlijk dichter bij elkaar te liggen. Dit concept is een verdere uitwerking van het idee van de parkstrips geformuleerd in het Groenplan. Het ontwikkelen van een nieuwe wijkgerichte groene ruimte dient natuurljik gepaard te gaan met het herbekijken van de verkeercirculatie en het organiseren van het gebundeld parkeren in dit gebied. Het voordeel van een omgeving met hoogbouw is dat er maar een beperkt aantal toegangen nodig zijn voor het gemotoriseerd verkeer. Een aanpassing van de circulatie en parkeermogelijkheden is hier dus zeker mogelijk. Ook binnen dit concept dient het verbinden van de verschillende buurten en wijken voorop te staan.

Scheldeboorden


Actie 4. Lokale kindroutes tussen de verschillende wijken. Aanpak en selectie Om de verschillende wijken en haar lokale voorzieningen, parken, scholen, speelruimten, sportruimten beter met elkaar te verbinden zijn aangepaste lokale wegen en verbindingen nodig. Er zouden als het ware kindroutes kunnen worden uitgewerkt. Belangrijk is dat de kinderen en jongeren de verkeerssituatie goed en veilig kunnen inschatten zodat ze zelfstandig en actief op pad kunnen gaan. Deze dienen hoofdzakelijk op de meest strategische plaatsen worden ingeplant. 

Deze lokale wegen moeten in de eerste kinderen en jongeren uitnodigen om zelfstandig te voet, met de fiets hun buurt en wijk te ontdekken. Op deze verbindingen moeten de kinderen en jongeren die onderweg zijn voorrang krijgen. Mogelijke inrichtingen zijn: o zone 20/30 km/h, o autoluw karakter, o regulering van het verkeer met verkeerslichten, o Verkeersplateaus, o Autoluw karakter, o Korte oversteektijd voor voetgangers en fietsers. Ludieke en kleurrijke aankleding van deze assen is mogelijk. Maar dit komt pas op de tweede plaats.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

1 2 3 4 5

Lokale kindroutes Bouvaertlaan en Roemer Visscherstraat. F. Van Eedenplein en E. Verhaerenplein C de Costerlaan (tussen de A. Vermeyelenstraat en Gloriantlaan). Blancefloerstraat en Waterhoenlaan Pluvierstraat richting Galgenweel.

115


Knelpunten

Bouwstenen

 Kindroute 1: Kruispunt Bouvaertlaan en Roemer Visscherstraat.

Twee grote verkeersbarrières over te steken. (Gloriantlaan en Thonetlaan). Omgeving van tennisclub en school (Goethestraat) hebben een gesloten structuur.

Voorstellen Korte termijn. 

  Groene ruimte Tijl UIlenspiegel Plein aan de

Lange termijn

Gloriantlaan Tennisclub

School

Scheldeboorde

Bouvaertlaan

Potenties    

Veiliger maken van de cruciale oversteekplaatsen. (Kruispunt Gloriantlaan en Kruispunt met Thonetlaan). Mogelijkheden zijn verkeersplateau en verkeerslichten. Tijdelijke inrichting van groene ruimte aan de Tijl Uylenspiegellaan. Opstarten gesprekken voor inrichting Schoolstraat in de Goethestraat

Route die de twee noordelijke wijkdelen van Linkeroever beter met elkaar verbinden. De mogelijkheid om de Scheldeboorde beter toegankelijk te maken voor de omliggende wijken. Verschillende publieke ruimten onderweg zijn zeer divers. Dit kan zorgen voor een gebruik van verschillende doelgroepen. Plein aan de Bouvaertlaan kan een centrale plek worden.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

    

Herinrichting van plein aan Bouvaertstraat (kindroute + Pleinfunctie) Herinrichting woonstraten (vb. Melis Stokelaan en Goethestraat) volgens kindgerichte woonstraat principes (zie eerder). Integreren van voorkant school in de publieke ruimte. Uitwerken tot een gedeelde publieke ruimte. Het kleurijker en aangenamer maken van de verschillende doorsteekjes en trage wegen. Herinrichting van groene ruimte aan Tijl Uilenspiegellaan.

116


Kindroute 2: F. Van Eedenplein en E. Verhaerenlaan.

Knelpunten 

 

Momenteel zorgt deze weg (E. Verhaerenlaan en F. Van Eedenplein) voor een scheidend karakter tussen de wijk ten noorden en ten zuiden van deze as. Deze straat heeft een onduidelijke inrichting met verschillende rijlopers. Ook de verbinding van en naar de Scheldeboorde is niet evident.

Voorstellen Korte termijn

Speelterrein Europablokken

School

Speelterrein

F. Van Eeden plein

Scheldeboorde

Potenties   

Routes die verschillende wijken met elkaar en met de Scheldeboorde kan verbinden. Gelegen langsheen een weg met veel ruimtelijke mogelijkheden. (brede weg, groen structuur) aanwezig. Zeer kindrijke omgeving (zowel ten noorden als ten zuiden).

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

Uitwerken van veiligere verkeerssituaties ter hoogte van de grote en gevaarlijke kruispunten (F. Van Eedenplein en Halewijnlaan). En dit richting de Scheldeboorde en het Galgenweel. Verkleinen van de ruimte voor het gemotoriseerd verkeer. Dit kan met een beperkt aantal middelen gebeuren. Aanduiden van een duidelijkere structuur voor fietsers op het bestaande wegsysteem.

Lange termijn 

Integreren in voorziene parkstips (uit groenplan).

117


Kindroute 3: C. de Costerlaan (tussen de A. Vermeyelenstraat en Gloriantlaan). Groene ruimte aan de T.Uilenspiegellaan. Speelruimte Groene ruimte aan de Blancefloerlaan.

De nabijgelegen kruispunten aan de Halewijnlaan en Gloriantlaan blijven te grote verkeersassen voor kinderen en jongeren. Er is een bijkomende veilige en gescheiden route noodzakelijk.

Voorstellen Korte termijn: olifanten paadjes naast tunnel formaliseren en oversteekbaarheid ventwegen verbeteren. Lange termijn: Integreren in de parkstrips (groenplan).

Kindroute 4: Blancefloerstraat en Waterhoenlaan.

Sportterrein.

School en speelplaats

Speelterrein.

Binnengebieden van woongebieden.

Potenties    

Route biedt mogelijkheden om wijken die momenteel niet met elkaar verbonden zijn in de toekomst aan elkaar te linken. Route biedt de mogelijkheid om verschillende interessante publieke ruimte beter met elkaar te verbinden. De toekomstige uitwerking van de parkstrips zorgt voor een meerwaarde en aanknopingspunt om deze route uit te werken. Deze as kan de nieuwe langzaam verkeer as worden voor verschillende wijken in Linkeroever.

Knelpunten 

Het veilig overbruggen (voetgangers- en fietsersbrug) van de C. De Costerlaan is een must voor de verdere uitwerking van kindroute en parkstrip.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

Blancefloerlaan

Plein, school, parochiezaal

Potenties  

 

Verbindende lokale route tussen de wijk ten noorden en ten zuiden van de Blancefloerlaan. De straatprofielen zijn voldoende breed om aanpassingen te doen in functie van kinderen en jongeren die actief en zelfstandig onderweg zijn. Scholen, publieke functies kunnen op een betere manier worden verbonden met elkaar. Aanwezigheid van siergroen en kleine groene ruimte bieden mogelijkheden om de straten een aangenaam karakter te geven.

118


Knelpunten 

Potenties

Blancefloerlaan heeft een functie als een invalsweg voor het gemotoriseerd verkeer richting Ring en Scheldeboorde en tramhalte F. Van Eedenplein anderzijds en haar oversteekbaarheid.

Voorstellen. Korte termijn  

Route doorheen de meest zuidelijke wijk die verschillende wijkvoorzieningen uit de wijk met de nabijgelegen interessante ruimten kan verbinden. De grote aantrekkelijke groene ruimte rondom het Galgenweel sterker betrekken bij deze wijk.

Knelpunten

Tijdelijke opwaarderen van plein aan de Hanegraefstraat. Betere en duidelijke aanduiding van hoe en waar fietsers kunnen fietsten langsheen dit traject.

Oversteekbaarheid van de Galgenweellaan ter hoogte van de Pluvierstraat en de Hanegraefstraat.

Voorstellen

Lange termijn   

Inpassen in gedeeltelijke inrichting tot fietsstraat. Uitwerking van plein aan de Hanegraefstraat. Integreren van deel van schoolspeelplaats (aan de G. Eekhoudlaan) in de publieke ruimte en kindroute. Uitwerken van verschillende zones siergroen tot gebruiksvriendelijk buurtgroen.

Kindroute 5: Pluvierstraat richting Galgenweel.

Korte termijn   

Tijdelijke initiatieven rondom het plein aan de Hanegraefstraat. Oversteekbaarheid van de Galgenweellaan aan de Hanegraefstraat en/of Pluvierstraat door verkeerslichten. Integreren van sportterrein op schoolsite (Pluvierstraat) in een opener en publiek toegankelijker groene publieke ruimte. (zie ook ontwikkeling buurtterrein).

Lange termijn: Integreren van route in fietsstraat richting Galgenweel en Regatta. Plein, school, parochiezaal

Schoolspeelplaats en sportterrein Richting park Galgenweel

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

119


Actie 5. Uitwerken van veilige en cruciale kruispunten tussen de verschillende wijken. Aanpak en selectie Daarnaast is het nodig om de verkeersveiligheid van verschillende kruispunten te verbeteren. Het veiliger maken van deze kruispunten moet ervoor zorgen dat de actieradius van kinderen en jongeren om zelfstandig onderweg te gaan vergroot. Om de verschillende kruispunten en cruciale oversteken op een zo kindgerichte manier te ontwikkelen is verder onderzoek en technische uitwerking nodig. Conflictvrije verkeersregulatie dient op de meest cruciale kruispunten verder bekeken worden.

Kruispunten Gloriantlaan en Thonetlaan en Esmoreitlaan. Gloriantlaan en Bouvaertstraat. Verschillende kruispunten langsheen de C.de Costerlaan. Verschillende kruispunten langsheen de E.Verhaerenlaan. Verschillende kruispunten langsheen de Blancefloerlaan. Kruispunten langsheen de Galgenweellaan.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

120


In tweede instantie moeten de kleinere buurtterreintjes ondersteunend werken. Voor deze terreintjes worden diverse oplossingen voorzien. De speel- en sportruimten op een meer stedelijk niveau zijn vaak op een betere manier geïntegreerd in deze publieke ruimte. (vb. Robinsonspeelruimte, speelslinger).

Doelstelling 

3.POSITIEVE UITSTRALING ONTWIKKELEN ROND DE BUURT- EN WIJKSPEELRUIMTEN. Vaststelling De speelruimten op wijkniveau is een inhaalbeweging nodig. Deze centralere ruimten zijn vaak goed gelegen voor kinderen uit verschillende buurten. De specifieke ruimten op wijkniveau verdienen een aantrekkelijke uitstraling die kan wedijveren met de grootschaligheid van zijn publieke en bebouwde omgeving. Een kwaliteitsvolle uitwerking van dergelijke plekken is noodzakelijk.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

     

Het ontwikkelen van: o Centrale terreinen als belangrijkste ruimte voor de kinderen en jongeren uit de verschillende buurten en wijken. o Buurtterreinen als aanvulling op de wijkterreinen. o Integreren van spelpikkels in pleinen en parken o Stedelijke speel- en sportruimten in de grote gebieden. Werken aan een positiever imago van de speel, sport- en ontmoetingsruimten in de wijken van Linkeroever. Ontwikkelen van ruimten waar kinderen en jongeren fier op zijn. Ruimten die ook meer op meisjes gericht is. Ruimten die een zekere uitgesprokenheid en uniek karakter hebben voor buurt en wijk. Ruimten waar spel, sport en ontmoeting samen komen. Werken aan meer geborgenheid, zodat er gezelligere ruimten kunnen ontstaan.

121


Actie 6. Centrale wijkterreinen als belangrijkste ruimte voor de wijken. Aanpak en selectie Voor Linkeroever is het belangrijk om goed uitgeruste wijkterreinen te ontwikkelen. Dit zijn de centrale speel-, sport- en ontmoetingsruimten waar de kinderen en jongeren uit de wijk naar toe kunnen komen. Hier zijn verschillende spel– en sportvormen aanwezig. Zowel gezinnen, jongere kinderen als jongeren vinden hier hun plek. Deze terreinen dienen de centrale plek te worden in elke wijk waar verschillende leeftijdsgroepen kunnen samenkomen. Er worden vier terreinen geselecteerd die verder uitgewerkt kunnen worden tot centrale en aantrekkelijke wijkterreinen.

1

Wijkterreinen Emiel Verhaerenlaan

Type Wijkterrein met verschillende speel & sport en ontmoetingsvormen.

2

Ernest Claesstraat

Sportgerichte terreinen.

D

Grote groene ruimte – Willem van Haechtlaan

Groene natuurlijke en avontuurlijke ruimten.

G

Hughes c. Pernathlaan

Tijdelijk gebruik

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

122


Bouwstenen wijkterreinen

Referentiebeelden voor het terrein aan de Emiel Verhaerenlaan.

Voor Linkeroever worden er vier verschillende wijkterreinen naar voor geschoven.

1.Emiel Verhaerenlaan (1), Wijkterrein met verschillende speel, sport en ontmoetingsvormen.

Stedelijke uitstraling van een speelruimte voor de E. Verhaerenlaan. (foto Bonneviepark, Molenbeek).

Huidige inrichting is zeer schraal, onaantrekkelijk en er is weinig gezelligheid.

Dit terrein moet ontwikkeld worden tot een alomvattend wijkterrein. Er moet ruimte zijn voor verschillende spel, sport- en ontmoetingsvormen en dus voor (a) verschillende leeftijdsgroepen. In ideale omstandigheden is dit gebied volledig (b) landschappelijk ontworpen en volledig geĂŻntegreerd in de publieke ruimte. De uitstraling van dit terrein moet zorgen voor een (c) positief imago en uitstraling naar zijn omgeving.

Sport, spel en ontmoeting gecombineerd (Carve, Van Beuningenplein, Amsterdam)

Speelruimte voor de jonge kinderen vlakbij de toegang van de appartementsgebouwen. (Berlijn)

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

123


Willem van Haechtlaan (d), Groene natuurlijke en avontuurlijke ruimten.

Referentiebeelden voor de groene ruimte aan de Van Haechtlaan.

Ruimte voor nieuw wijkterrein

Nieuwe woonontwikkeling

In deze wijk is geen centraal wijkterrein aanwezig. Een verdere ontwikkeling van een dergelijk terrein is dan wenselijk. De aanwezige groene ruimte lenen zich uitstekend om avontuurlijke en natuurrijke speelkansen te ontwikkelen. Aandachtspunten  

 

Goede bereikbaarheid van wijkterrein vanuit de verschillende omliggende woonwijken. Nieuwe woonontwikkeling moet voorzien worden van een publieke ruimte die aansluit aan het wijkterrein en tegelijkertijd van een goede doorwaadbaarheid. Aansluiten op lokale kindroute langsheen Melis Stokelaan. Ruimte voor avontuur, spel, en ontmoetingsruimte.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

124


Hughes c. Pernathlaan (g) Op dit terrein wordt op langere termijn een publieke ruimte voorzien. Het is een strategische ruimte dat dient uit te groeien tot een belangrijke ruimte voor de wijk en toekomstige school. Voor de toekomstige ontwikkeling bestaan reeds inrichtingsvoorstellen (zie schets).

Uit: BPRO 11 08 Regatta/ bouw van gemeenschapsvoorzieningen, 26 februari 2013/ AG VESPA/ Antwerpen

Tijdelijk gebruik Toch is het noodzakelijk om op korte termijn kinderen en jongeren uit de wijk (er is immers geen wijk terrein aanwezig) een formele plek te geven waar ze zich kunnen ontspannen: Tijdelijke ingebruikname, activiteiten en installaties kunnen op een éénvoudige manier een functie geven aan dit terrein. Dit zorgt er ook voor dat kinderen, jongeren en buurtbewoners het terrein al eigen kunnen maken.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

Bouwspeelplaatsen: speelruimte, skateruimte, moestuinen (foto’s Ostcollective en ADK, Brussel en DOK Gent ).

125


CASE WIJKSPORTTERREIN Ernest Claesstraat (2) Hieronder wordt een case uitgewerkt voor een wijkgericht sportterrein. De keuze voor dit terrein werd ingegeven door het feit dat het gelegen is in een zone waar veel kinderen en jongeren wonen. De ruimte zelf is ook aan opwaardering toe. Daarnaast heeft Linkeroever ook nood aan aantrekkelijke en sportgerichte pleinen in de buurten en wijken die een positieve uitstraling hebben naar hun omgeving. Dit kan een voorbeeld zijn voor andere ruimten. Het ontwerpbureau Carve zorgde voor de uitwerking.

Ernest Claesstraat (2), Sportgerichte terreinen.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

126


Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

127


Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

128


Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

129


Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

130


Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

131


Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

132


Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

133


Actie 7. Optimaliseren van de buurtterreinen als aanvulling op de wijkterreinen.

Behouden en optimaliseren van bestaande Buurtterreinen

Aanpak en selectie

3

Nieuwe Initiatieven in de bestaande publieke ruimte

Formele speel inrichting af te bouwen

A

Naast de belangrijke centrale terreinen wordt het speelruimtebeleid in Linkeroever ondersteund met kleinschaligere buurtterreinen. Linkeroever beschikt over verschillende van dergelijke buurtterreinen.

B C

Spreiding en aantal buurtterreintjes

4

Sommigen zijn aan opwaardering toe. Andere (in de nabijheid van centrale wijkterreinen) kunnen afgebouwd worden. We stellen drie strategieën voor om bestaande en nieuwe buurtterreinen verder te optimaliseren.

5

  

Behouden en optimaliseren van bestaande buurtterreintjes. Nieuwe initiatieven in de bestaande publieke ruimte. Terreinen waar de formele speelinrichting kan afgebouwd worden.

D

6 7

E

8

-

9 F

Inrichtingsprincipes

10

-

Voor de verdere uitbouw van de buurtpleintjes worden drie inrichtingstypes voorgesteld.

11 12 13

-

  

Type 1. Directe omgeving van de hoogbouw. Type 2. Buurtterreintjes zonder formele speelinrichting. Type 3. Buurtterreintjes met formele speelinrichting.

Bij de drie types buurtterreintjes geldt dat een degelijk landschappelijk basisontwerp nodig is. Speeltoestellen zijn niet altijd nodig. Er wordt voorgesteld om verschillende terreintjes met speeltoestellen af te bouwen en enkel de ontmoetingsruimte te behouden.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

14 15 16

-

17 18

-

Naam.

Type

Multatuliplein & Mc Leodplein Binnengebied L. Zielenslaan 1 Binnengebied L. Zielenslaan 2 Omgeving appartementsblokken Omgeving P Housmansstraat Julius Vuylstekelaan

type 2

Tijl Uilenspiegellaan Willem Klooslaan Groene ruimte Jan Van Heelulaan Busken Huetstraat

type 2 type 2 type 2

Theophile Gautierstraat Walter Scottstraat Jonker Van Der Nootplein Akkerwindestraat Pluvierstraat Edmund Coussemakerstraat Galgenweel (gepland) Beatrijslaan Beatrijslaan-wandeldijk 1e Beatrijslaanwandeldijk 2e Beatrijslaan – wandeldijk 3e

type 2

type 1 type 1 type 1 Type 3 type 1

type 2

type 3 type 2 type 2 type 3 type 3 type 3 type 2 type 3 type 2 type 2

134


Bouwstenen Type 1. Directe omgeving van de hoogbouw. Deze terreintjes zijn in de eerste plaats gericht op de kinderen en jongeren van de appartementsgebouwen. De inrichting van deze terreinen moet spel, sport en ontmoeting stimuleren, maar het formeel inrichten tot een speel- of sportterrein is niet altijd nodig. Maar het kan wel. Belangrijk is dat er een basis groenontwerp wordt gemaakt en dat kinderen en jongeren deze ruimten mogen gebruiken. Inrichtingsvoorstellen  

  2

Ontwikkelen van multifunctionele ruimten in een basis groenontwerp. Aangezien het ruimten zijn die vlakbij het eigen appartement bevinden, is het aangewezen dat deze ruimte uitermate goed ontworpen worden voor kleine en jongere kinderen en hun gezin en begeleiders. Het is immers van groot belang dat deze groep vlakbij de eigen woning een plek hebben om zich te ontspannen. Ontwikkelen van goede padenstructuur. Zodat bewoners van buiten de buurt hier kunnen spelen, sporten en ontmoeten. Er mag geen misverstand ontstaan door de aanleg van de open ruimte rondom, de positionering van de torens, het openbaar domein, het ontwerp van de plint, de inplanting van de toegangen 2 De toegangen van de appartementsgebouwen moeten een directe toegang verlenen tot de ruimten errond. Ontwikkelen van gezelligheid en geborgenheid rondom ruimte.

Uit Hoogbouwnota Stad Antwerpen.

135 Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving


Een vaak voorkomend punt van kritiek bij bewoners en gebruikers is het beheer van het gebouw en de omgeving. Dit dient vastgelegd te worden in de nodige overeenkomsten.3

Omwille van de nabijheid van grotere wijkgerichte terreinen zijn specifieke speeltoestellen niet nodig. Voor deze ruimten wordt voorgesteld om de speeltoestellen stelselmatig af te bouwen en volgende pistes toe te passen: Ruimte voor buurtbewoners voor eigen initiatief. Deze kleine en vaak groene ruimten geven ademruimte voor de buurt. Buurtbewoners, kinderen en jongeren kunnen bijvoorbeeld zelf aan de slag gaan met tijdelijk straatmeubilair, moestuinen, festiviteiten. Eventueel kan het stadsbestuur bijspringen met kleinschalige spelprikkels of tijdelijke infrastructuur (vb. een rondreizend panafield in de zomermaanden).

Bestaande herinrichting van de ruimte rond de appartementsgebouwen aan de J.Vuylstekelaan gebeurde samen met de buurt en beperkte middelen.

Omgeving rond hoogbouw biedt een zeker geborgenheid en gezelligheid.(foto’s Berlijn).

Type 2. Buurtterreintjes zonder formele speelinrichting. Verschillende kleinere ruimten (zowel groene parkjes als meer pleintjes) zijn aanwezig in linkeroever. Sommige van deze terreinen zijn voorzien van enkele toestellen zonder echt een kwaliteitsvolle publieke ruimte te zijn. 3

Uit Hoogbouwnota Stad Antwerpen.

136 Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving


Bij de een volledige heraanleg van dergelijke pleintjes moet een beleefbaar plein worden gemaakt met ruimte voor kinderen en jongeren. Dit kan op een informele manier ontworpen worden, zonder dat er speeltoestellen aan te pas komen. Spelprikkels kunnen geïntegreerd worden in de publieke ruimte. Een plein kan autovrij gemaakt worden zodat er automatisch meet speel- en ontmoetingskansen ontstaan.

Voorbeelden van spelprikkels geïntegreerd in de publieke ruimte.

Type 3. Buurtterreintjes met formele speelinrichting. Vooral in

Ploegsteertplein (Groenenhoek): een autovrij pleintje

speelkansarme wijken kunnen deze terreinen behouden blijven en na verloop van tijd vernieuwd. Kleine speeltoestellen of spelprikkels zijn hier op hun plaats. Om kwalitatieve buurtterreintjes te ontwikkelen is het nodig om volgende stappen te volgen. Stap 1: Zoneringsplan Op het zoneringsplan worden de verschillende speelzones aangeduid en hoe ze met elkaar verbonden zijn. Enkele zones zijn buffer tussen de speelzones onderling, maar ook naar de omgeving. Stap 2: Grondwerken Met grondwerken krijgt het zoneringsplan concreet vorm als een landschap. De heuvels geven een avontuurlijk karakter en creëren ook geborgenheid. Er wordt gespeeld met verschillende hoogtes. De heuvels dienen eveneens om de verschillende sport- en spelzones van elkaar te scheiden. De aarde die wordt uitgegraven voor de zandbak, dient voor de heuvels.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

137


Stap 3: Groenaanplantingen Verschillende groenaanplantingen maken het zoneringsplan concreet. Er worden groenbuffers aangeplant aan de aanpalende woningen en tuinen. Daarnaast geven enkele bomen het geheel een meer parkachtige sfeer. Ze zorgen voor schaduw en geborgenheid. Stap 4: Sport- en speeltoestellen

Speelterrein/Buurtterreintje + mogelijkheid tot uitlenen van speelmateriaal

Eenvoudige sport- en speelvoorzieningen zijn de kers op de taart. Het voorzien van toestellen zijn op maat van de buurt. Spectaculaire toestellen zijn dus niet nodig. Toestellen kunnen gekocht worden, maar ook gemaakt door stad, buurt en zelfs door de kinderen.

Buurtsportterreintje in een groene omgeving en langsheen een fiets- en wandelpad.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

138


Actie 8. Verdere ontwikkeling en goede bereikbaarheid van grootschalige terreinen. Aanpak en selectie Linkeroever heeft momenteel vier formele terreinen die een grotere uitstraling hebben. Algemeen dienen deze terreinen dienen gericht te zijn op lang verblijf, toerisme en goede bereikbaarheid voor de omliggende wijken. De inrichting zelf mag heel verschillend zijn. Voor de verschillende terreinen geldt dat een goede bereikbaarheid vanuit de omgeving nodig is. Ook kinderen en jongeren uit de buurt moeten zoveel mogelijk op eigen houtje naar deze terreinen kunnen gaan. Drie (nrs. 18,20,21) van de vier terreinen zijn recent heraangelegd en zullen de komende jaren hun functie goed vervullen. De Boeienweide (nr. 19) dient naar de toekomst toe een centraal terrein te worden. Een grotere en stedelijke schaalniveau en uitstraling wordt voorgesteld. De inrichting hiervan kan mee opgenomen worden bij de herinrichting van de Scheldekaaien (zie thema 6, Grote gebieden). 18

Galgenweelpark

Stedelijk schaalniveau, recent aangelegd

19

Boeienweide

Stedelijk spel en sport, her aan te leggen en te integreren in masterplan Scheldeboorde.

20

Sport en skate

Stedelijk, recent aangelegd

21

Robinsoneiland

Stedelijk, recent aangelegd.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

139


4. ELKE WIJK ZIJN LEVENDIGE KERN. Vaststelling Linkeroever kent verschillende wijken. Deze wijken bevinden zich tussen grotere wegbarrières die niet altijd op een eenvoudige manier oversteekbaar zijn. Binnen elke wijk bevindt er zich een centrum. Vaak gaat bundelt z’n kern van enkele voorzieningen. (school, gemeenschapsvoorzieningen, enkele winkels,…). De publieke ruimte in dergelijke kernen is echter niet aangepast aan kinderen en jongeren. Er is niet zoveel te beleven. De ruimten worden vaak gekenmerkt door siergroen, veel ruimte voor het gemotoriseerd verkeer en brede voetpaden. Hier ligt dus zeker een kans om in de kernen meer beleefbare publieke ruimten te ontwikkelen. En dit ook op maat van kinderen en jongeren.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

Doelstelling Ontwikkelen van een beleefbare kern voor kinderen en jongeren in elke wijk van Linkeroever. -

Ontspannen, ontdekken en ontmoeten moeten centraal staan. Meer kinderen en jongeren zichtbaar in de kernen van de verschillende wijken. Meer ruimte voor fietsende kinderen en jongeren.

140


Actie 9. Opwaarderen van de kernen.

Bouwstenen

Aanpak en selectie

Actie 9.1 Kern Goethestraat

Er worden vijf centrale kernen geselecteerd. Deze dienen in de toekomst een grotere beleefbaarheid uit te stralen.

Langsheen deze straat bevinden zich een school en een sportclub. De straat is een belangrijke toegangsweg naar de wijk, maar ook richting de Scheldeboorde. Het is geen echte kern van de wijk, maar wel een straat die voor kinderen en jongeren een belangrijke functie heeft. Momenteel is de straat vooral gericht op het gemotoriseerd verkeer. Mits enkele ingrepen kan deze straat omgevormd worden tot een betekenisvolle en belevingsvolle straat voor kinderen en jongeren. Met meer ruimte om elkaar te ontmoeten, voetgangers en fietsers. Zelfs de schoolspeelplaats kan geĂŻntegreerd worden in de publieke ruimte.

1.kern Goethestraat 2.kern Bouvaertlaan 3.kern Louis Paul Boonstraat 4.kern Hanegraefstraat 5.kern H.C. Pernathlaan

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

141


Actie 9.3. Kern H.C. Pernathlaan.

Actie 9.2. Louis Paul Boonstraat en Carel Van Manderstraat. Deze zone is recent heraangelegd. Delen van deze straat is autovrij en autoluw gemaakt. Voorlopig zijn hier geen acties nodig.

Op dit terrein wordt op langere termijn een publieke ruimte voorzien. Het is een strategische ruimte dat dient uit te groeien tot een belangrijke ruimte voor de wijk en toekomstige school. Voor de toekomstige ontwikkeling bestaan reeds inrichtingsvoorstellen. Toch is het noodzakelijk om op korte termijn kinderen en jongeren uit de wijk (er is immers geen echt wijkterrein aanwezig) een formele plek te geven waar ze zich kunnen ontspannen: Tijdelijke ingebruikname, activiteiten en installaties kunnen op een éénvoudige manier een functie geven aan dit terrein. Dit zorgt er voor dat kinderen, jongeren en buurtbewoners het terrein al eigen kunnen maken (Voor een verdere uitwerking zie thema kernversterking).

E

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

142


CASE - kern Hanegraefstraat Hieronder wordt een wijkpleintje aan de Hanegraefstraat uitgewerkt als case om er een meer buurt- en ontmoetingsplein van te maken. Dit is momenteel typisch pleintje waar weinig te beleven valt. Nochtans is het centraal gelegen. Deze conceptmatige uitwerking kan een voorbeeld zijn voor andere pleintjes in Linkeroever.

Het ontwerpbureau Carve zorgde voor de uitwerking.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

143


Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

144


Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

145


Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

146


Âľ

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

147


Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

148


Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

149


De grote ruimten op Linkeroever brengen enorme ‘zichten’ met zich mee: zicht op Antwerpen, zicht de Schelde, Zicht op grote torens, zicht op groene ruimten…. Dit biedt mogelijkheden om met bijkomende inrichtingen hierop meer in te spelen.

Doelstellingen. Veilige oversteekbaarheid naar de grote gebieden belangrijker dan doorgaand verkeer.

Op cruciale plaatsen is het nodig dat de oversteekbaarheid van de omliggende straten prioriteit krijgt op het doorgaand verkeer. Enkel hierdoor kunnen kinderen en jongeren op een veilige en actieve manier de grote gebieden bereiken.

Lussensysteem voor fietsers

Het is noodzakelijk dat wandelaars, fietsers…. komende uit de verschillende wijken een bepaald parcours kunnen volgen. Op deze manier kunnen de gebieden goed aansluiten bij de wijken en kunnen kinderen en jongeren vlot gebruik maken van de grote gebieden. Ook conflictsituaties met doorgaand fietsverkeer in dergelijke grote gebieden moet vermeden. De grote gebieden lenen zich uitstekend om speel- en sportvoorzieningen te integreren. Wanneer er wordt gekozen voor een formele speel- en sportinrichting dan dient die een

Foto: Toerisme Diksmuide

5.GROTE GEBIEDEN: BEREIKBAAR EN UNIEK. Vaststelling Verschillende grote publieke ruimte bevinden zich in Linkeroever. Door hun inrichting en uitrusting hebben ze een bovenlokaal recreatief karakter voor Antwerpen en omgeving. Ook de kinderen en jongeren van Linkeroever maken natuurlijk gebruik van deze grote ruimten. Een bijkomende vaststelling is dat de kinderen en jongeren uit de verschillende wijken in Linkeroever telkens een grote wegbarrière moet oversteken en overwinnen. Om ervoor te zorgen dat nog meer kinderen en jongeren begeleid of zelfstandig de grote ruimte kunnen gebruiken, is een goede oversteekbaarheid van deze barrières nodig.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

Speel- en sport inrichting.

150


voldoende grootschalige en stedelijke allure te hebben. (Dit kan een stenige en/of een meer natuurlijke inrichting zijn). Bijkomend dient er aandacht te zijn voor een diverse inrichting. Ontwikkelen van een divers aanbod. Niet alle grote ruimten moeten op eenzelfde manier worden ingericht. Natuurlijk en avontuurlijk.

Deze grote gebieden hebben een groen en natuurlijke basisstructuur. Dit dient zoveel mogelijk behouden te blijven. Informele speelmogelijkheden kunnen geïntegreerd worden.

Actie 10. Verdere uitwerking grote gebieden. Aanpak en selectie Voor de uitwerking van het gewenste speelweefsel wordt er een selectie gemaakt van 5 gebieden waar verder op ingezet moet worden om te werken aan een beter speelweefsel:     

Sint-Annabos, Galgenweel, Scheldeboorde, Parkstrips en Frans Van Eedenplein.

Voor elke van deze gebieden wordt in wat volgt verschillende richtlijnen uitgewerkt. Open en vrije ruimte

De grote gebieden hebben vaak grote ruimten (gras, zand…..). Dit biedt unieke mogelijkheden om grote groepen te ontvangen (van concerten tot activiteiten van jeugdwerking). Ook deze mogelijkheid moet behouden blijven.

Zichten en hoogten. De unieke zichten in deze grote gebieden zijn ook voor kinderen en jongeren een meerwaarde. Ontwerpen kunnen hierop inspelen.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

151


Bouwstenen Actie 10.1. F. Van Eedenplein. Dit is het grootste plein van Linkeroever, maar is totaal versnipperd en biedt weinig beleefbare publieke ruimte. Bij heraanleg dient het totaal concept bekeken te worden. Hieronder worden enkele uitdagingen:  

Hoe kan van dit plein een beleefbaar plein worden gemaakt? De omliggende wijken dienen maximaal aan te sluiten bij het plein. Dit wil zeggen dat kinderen en jongeren zoveel mogelijk en zelfstandig naar dit plein kunnen komen. Hoe kan er van de uitgestrektheid van dit plein een gezellig en geborgen ruimte gemaakt worden.

Actie 10.2. Scheldeboorde Hieronder worden er aanbevelingen opgesomd voor de verdere ontwikkeling van de Scheldeboorde. Als basis voor de aanbevelingen wordt het document: “Ruimtelijke visie Dijkwerken Linkeroever” (visierapport waterwegen en Zeekanaal nv, 2014) gebruikt. Dit visiedocument kadert binnen de realisatie van het geactualiseerde Sigmaplan en heeft betrekking op de dijkwerken in Linkeroever. 7 principes voor kind- en jeugdgerichtere Scheldeboorde. 1.De kinderen en jongeren uit de omliggende wijken moeten een veilige toegang hebben tot dit gebied. Dit wil zeggen dat de oversteekbaarheid van de Beatrijslaan en Thonetlaan zeer veilig moet zijn en op verschillende plaatsen duidelijke voorrang moet krijgen op het doorgaand gemotoriseerd verkeer. Bijkomend moet de padenstructuur vanuit de Scheldeboorde rechtstreeks en veilig aansluiten op omliggende wijken. Op die manier kunnen kinderen en jongeren op een éénvoudige manier hun weg vinden.

Links: oversteekpunt, versmalde rijweg en pleintje. Rechts: afgescheiden fietsstraat.

Parc Bercy Parijs als referentie.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

2.Dit grote gebied leent zich uitstekend om bovenlokale speel- en sportruimten te huisvesten. Op strategische plaatsen kunnen deze ingeplant worden. Het voorzien van kleinere buurtspeelruimten is niet nodig. Wel is het belangrijk dat de verschillende natuurlijke en

152


avontuurlijke landschapselementen door kinderen en jongeren kunnen gebruikt worden als ruimte om te spelen, ontmoeten, ontdekken

voor een meerwaarde in het spelgedrag van kinderen en jongeren.

Links: Vlonder aan water, contact met water en attractieve verblijfsplek. (Fris in het Landschap). Rechts: uitkijkpunt aan water. (Les Berges du Rhône).

Links: Een beetje woestheid en wanorde als ideale speelruimte. (Speeldernis Rotterdam) Rechts: Zuiderpark Rotterdam.

3.Het visiedocument voorziet verschillende rustpunten langsheen de Schelde. Deze zijn vooral bedoelt als uitkijkpunt om te genieten van de Schelde. Deze punten kunnen belangrijke ankerpunten zijn voor kinderen en jongeren. Het kan zorgen voor een betere oriëntatie, contact met de Schelde en een ontmoetings- en speelplek. Ze bieden de ideale omgeving om te werken aan meer formele en informele speelkansen, educatieve ruimten, interactie met het water…..

5. In het visie-document wordt een recreatief pad voorzien doorheen het gebied. Dit pad wordt voorzien op 3,5 meter. Voor kinderen en jongeren die zich op een actieve manier willen bewegen doorheen een dergelijk groot gebied is het noodzakelijk dat een dergelijk pad niet alleen gericht is op het snelle doorgaand fietsverkeer. Er moet ruimte zijn om te leren fietsen, stappen, leren lopen, skaten, steppen, in groep te rijden…… Het pad moet gebruikt kunnen worden door de tragere bewegers.

4.Het contact met water is belangrijk. Niet alleen het kijken naar is belangrijk, maar het werkelijk voelen en aan de slag gaan met water zorgt

Ruimte voor de ‘tragen’ en ruimten voor de ‘snellen’ gecombineerd in één pad. Ideaal om te slenteren, te leren fietsen….(Les Berges du Rhone).

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

153


6. Het visie- document gaat uit van een eerder strak en esthetisch ontwerpprincipe. Nochtans biedt wanorde en een meer organisch en spontaan karakter ruimte voor geborgenheid en gezelligheid. Dit zijn basisvoorwaarden om te werken aan kindgerichte publieke ruimte. 7. De Scheldeboorde is een groot bovenlokaal recreatief gebied. Bij een verdere inrichting dient er ook overdekte ruimte te worden voorzien waar jongeren kunnen samenkomen. Dit moeten ruimten zijn om creatief aan de slag te gaan, elkaar te ontmoeten, activiteiten te organiseren. Deze ruimte moet de jeugdcultuur een plek kunnen geven. Sanitair en drankgelegenheid kunnen hier aan gekoppeld worden.

Links: Parckfarm Brussel: ruimte voor creativiteit en ontmoeting. Rechts: Een creatieve plek voor jongeren. (Transit Town).

Actie 11.3. Middenvijver. De Middenvijver is een groot recreatiegebied. De stad Antwerpen voorziet een verdere ontwikkeling van dit gebied. Er is een inrichtingsplan in opmaak om deze ruimte om te vormen tot een bovenlokaal recreatief gebied. Op 1 maart 2016 werd een eindrapport 4 hierover opgemaakt. 4

“MASTERPLAN LANDSCHAPSPARK MIDDENVIJVER, EINDRAPPORT, 1

Aanbevelingen voor een verder afstemming op kinderen en jongeren. 1. De wijk ten noordoosten van Middenvijver is een woonwijk (omgeving Adolf Menystraat) zonder aantrekkelijke publieke ruimte (speel- en sportruimten en algemene publieke ruimte). De ruimte in Middenvijver kan hier deels aan tegemoet komen. Dit kan in de vorm van formele avontuurlijke spelinrichting (in de voorziene toegankelijk duinzone) tot het ontwikkelen van meer pleinfunctie (met bijvoorbeeld kleinschalige sportinfrastructuur) aan de toegang van het landschapspark. Ook de kinderen en jongeren van de stadscamping zullen nood hebben aan aantrekkelijke publieke ruimte.

Avontuurlijke speelruimte aan het begin een natuurgebied (Gent)/Pleintje aan Lousbergpark (Gent).

2. Ruimte voor tijdelijke activiteiten. Het masterplan voorziet ruimte voor tijdelijke initiatieven. Ook tijdelijke initiatieven voor kinderen gericht op spel, sport en ontmoeting kunnen hier plaatsvinden. Er kan gedacht worden aan bouwspeelplaats, vuurplaatsen, fietsparcours, overnachtingen voor jeugdverenigingen……

maart 2016, Cluster, Witteveen en Bos, “.

154 Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving


lanen Linkeroever doorkruisen. De bedoeling is om meer natuur, leefkwaliteit en verblijfskarakter te brengen binnen deze brede lanen. Dit biedt perspectief voor kinderen om enerzijds de oversteekbaarheid van dergelijke lanen veiliger te maken, maar ook om de ontspanningsmogelijkheden binnen de wijk voor kinderen en jongeren te verbeteren. Voor het uitwerken van dergelijke parkstrips is het integreren van de noden, behoeften en beleving van kinderen essentieel. Tijdelijke bouwspeelplaats (Tour & Taxis, Brussel)

3.Het plan voorziet de ontwikkeling van een Ruige Duinzone. Deze zone heeft een toegankelijk en een niet toegankelijk karakter (ter afscherming van een achterliggend natuurgebied. Twee pistes kunnen verder onderzocht worden:  Om een interactie te voorzien tussen het toegankelijk en niet toegankelijk deel kunnen er op specifieke plekken uitkijkpunten worden ingericht. Deze kijken uit richting het natuurgebied. Het worden dan voor kinderen en jongeren educatieve plaatsen waar ze van alles kunnen leren over de fauna en flora.  De voorziene heuvel kan verder aangekleed worden met informele spelprikkels.  Meerstammige bomen en struiken. Bij de keuze van de aanplantingen dient gekozen worden voor meerstammige bomen en struiken. Dit bevordert het klimmen en spelen in de natuur.

Actie 10.5. Sint-Annabos Het Sint-Annabos is een ideaal bos om te spelen, ravotten, samen te komen met de jeugdbeweging. Na de herinrichting moet dit avontuurlijk karakter opnieuw worden ontwikkeld. Formele speelinrichtingen zijn niet nodig. Wel dienen de groenaanplantingen zo te gebeuren dat spelen, ravotten… wordt gestimuleerd en mogelijk gemaakt wordt.

Actie 12.4. Parkstrips Het Bovenlokaal Voorontwerp Bovenlokaal Groenplan Antwerpen voorziet verschillende park strips, daar waar momenteel de verschillende grote

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

155


Doelstelling 1.De beleving, noden en behoeften van kinderen en jongeren integreren in het plannings- en inrichtingsproces van:   

grotere ruimtelijke projecten. mobiliteitsprojecten. de ontwikkeling van buurt- en wijkterreinen.

2.Kinderen en jongeren op een actieve manier betrekken bij de uitwerking en uitvoering van specifieke initiatieven (tijdelijk gebruik, buurtinitiatieven, zelf constructie maken….).

6. DE STEM VAN KINDEREN EN JONGEREN.

3.De stad engageert zich om de inzichten te integreren in de verschillende ruimtelijke projecten.

Vaststelling.

Actie 11. Kinderen en jongeren betrekken bij ruimtelijke projecten.

De stem van kinderen en jongeren worden vaak geïntegreerd bij de ontwikkeling van verschillende type speel- en sportruimten. Dit dient zeker behouden worden. Linkeroever is rijk aan verschillende grote ruimten. Voor veel van deze ruimten bestaan ideeën en plannen voor een verdere ontwikkeling. Het gaat vaak over grote inrichtingsplannen en mobiliteitsprojecten. De uitvoering van deze plannen hebben een invloed op het publieke leven van kinderen en jongeren en op hun actief verplaatsingsgedrag. Kinderen en jongeren worden niet altijd gehoord of betrokken bij de ontwikkeling van dergelijke plannen. Nochtans is hun perspectief, beleving en noden noodzakelijk om te werken aan toekomstige publieke ruimte.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

Actie nr. 11.1 Uitvoeren van inspraakmomenten bij de verdere uitwerking van de Scheldeboorde. Op lange termijn worden de Scheldeboorde verder ontwikkeld. Voor de verfijning van de deze plannen moet de stem van kinderen geïntegreerd worden in de huidige plannen. Thema’s die hierbij verder bevraagd moeten worden zijn:

156


 

De bereikbaarheid van de Scheldeboorde vanuit de vele buurten rondom. Hoe kunnen kinderen veilig en wel aan de Scheldeboorde geraken. Hoe de Scheldeboorde ook een fietsnetwerk kan integreren voor beginnende fietsers, grote groepen,… Hoe kinderen en jongeren de Schelde percipiëren. Hoe kan het water een rol spelen in goede beleefbaarheid van de Scheldeboorde. De verdere inplanting en inrichting van speelkansen en speelruimten.

o o

3.Verschillende uitgangspunten (die eerder in de studie werden opgenomen) betreffende de woonstraat integreren tijdens de inspraakmomenten. o o

Acties 11.2. Kinderen en jongeren worden betrokken bij de herinrichting van woonstraten. Bij infrastructuurwerken aan straten en pleinen wordt de stem van kinderen en jongeren geïntegreerd in de uitwerking van de ruimtelijke plannen. 1.Opstarten van de pilootprojecten (zie eerder) samen met kinderen en jongeren. Selectie straten voor pilootprojecten: o o o o o

Bouvaertlaan en Melis Stokelaan. Roemer Visscherstraat en Constantijn Huygensstraat. Multatuliplein. Hanegraafstraat en Paul Van Ostaijenlaan. Hughues C. Permathlaan.

Bij uitbesteding: opname van inspraaktraject in bestekken. Door eigen diensten: betrekken van jeugddiensten bij de heraanleg van straten.

o o o o

o

Uitwerken van een (a) woonerf, (b) klassiekere straat met autoluw karakter of een (c) een autovrije straat. Indien autoverkeer aanwezig is een maximum. snelheidsregime van 30 km/h noodzakelijk. Doorgaand verkeer vermijden. Het bundelen van de parkeermogelijkheden. Integreren van ludieke elementen. (groen, stenig, zit- en speelelementen….). Verminderen van harde ondergrond/verharding zodat er ruimte vrijkomt voor zachter en rustiger spel, natuurlijke inrichting,….. Een goed berijdbare ondergrond voor fietsers, skeelers, skaters,…..

3.Gebruik makend van volgende inspraakmethoden kan er gewerkt worden aan de herinrichting van straten. Hierbij kunnen twee onderstaande methoden gebruikt worden.

2.Bij de heraanleg van straten (voetpaden, rijbaan, hoekjes) dient een inspraakproces te worden geïntegreerd met kinderen en jongeren.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

157


Methode 1. Wandeling + Lomap: Het in kaart brengen van gebruik en beleving van de straat.

Acties 11.3. Blijvend investeren in inspraak kinderen en jongeren bij aanleg van de verschillende speel- en sportterreintjes… . Het betrekken van kinderen en jongeren is en blijft een must bij de inrichting van speel- en sportterreinen. Enkele aandachtspunten: Voor de buurtterreintjes:   

Meer betrekken van de 12 tot 16 jarigen. Vaak wordt deze groep minder bereikt bij het herinrichten van kleinere terreintjes. Inspraaksessies meer richten op het samen bouwen aan een buurtterreintje (voorbeeld Vuylsteckelaan). Ruimte laten om eigen initiatieven van kinderen en jongeren mogelijk te maken (voorbeeld: kampen bouwen,…..)

Voor wijkterreinen Methode 2.Gebruik maken van picto-play, voor het bepalen van inrichtingsthema’s en elementen voor de straat.

 

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

Betrekken van verschillende leeftijdsgroepen. Bij de planning en inrichting zijn minstens twee fase nodig. o Eerste fase: onderzoek naar beleving, noden en behoeften o Een tweede fase: toetsen van inrichtingsideeën en eerste ontwerp Ruimte laten om eigen initiatieven van kinderen en jongeren mogelijk te maken (voorbeeld: kampen bouwen, graffiti, eigen skatetoestellen,……..)

158


Actie 11.4. Opstarten van tijdelijke initiatieven en inrichtingen (als onderdeel van de inspraaktrajecten). Tijdelijke initiatieven en inrichtingen dienen in de toekomst veel meer deel uit te maken van een inspraaktraject. Door de publieke ruimte tijdelijk in handen te geven van bewoners, kinderen en jongeren kunnen er bepaalde initiatieven gestimuleerd worden en kan de publieke ruimte ook opnieuw worden toegeëigend. Na afloop van het project kunnen de inzichten en ervaringen mee opgenomen worden in een definitieve inrichting. Inspraaktrajecten en tijdelijke initiatieven kunnen geïntegreerd worden bij;    

Pilootprojecten woonstraat. Tijdelijke inrichtingen aan de brede lanen. Levendige kernen in elke wijk. Inrichting van wijk en buurtterreinen.

STAPPENPLAN TIJDELIJKE INITIATIEVEN Tijdelijke inrichting en activiteiten in de publieke ruimte. Inzichten worden meegenomen in een verdere heraanleg. Opmaak Inrichtingsschets Tweede Inspraakronde. Afwerking plannen

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

159


Uit de eerste fase (analyse) haalden kinderen volgende werkpunten inzake veiligheid in Linkeroever. De kinderen duiden veel gevaarlijke kruispunten aan. De redenen die ze hiervoor opgeven zijn divers:    

auto’s rijden te snel, slechte zichtbaarheid, een te korte periode groen voor overstekende fietsers, geen verkeerslichten.

De gevaarlijke oversteken bevinden zich op verschillende plaatsen langsheen hun traject van of naar de school. Het feit dat kinderen zoveel gevaarlijke kruispunten aanduiden is een belangrijk signaal. Dit wil alleszins zeggen dat op weg van en naar de school de veilige beleving niet goed zit bij kinderen.

7. ONTWIKKELEN VAN EEN FIETSCULTUUR IN LINKEROEVER Vaststelling Tijdens deze studie werd op verschillende momenten de focus gelegd op fietsen. Er werd immers van uitgegaan dat er in Linkeroever niet zoveel gefietst wordt en dat hier gezien de ruimtelijke mogelijkheden zeker potentieel is om een sterkere fietscultuur te ontwikkelen.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

Kinderen duiden de evidente grote kruispunten aan (kruispunten op de Blancefloerlaan, Halewijnlaan, Frederik van Eedeplein). Daarnaast worden er kleinere, eerder onverwachte kruispunten (kruispunt Jan van Brabantlaan en Lodewijk van Velthemlaan…). Kinderen ondervinden op verschillende soorten kruispunten een zeker gevaar. Het gevaar kan in verschillende facetten liggen. Bij een herinrichting dient dus nauwkeurig de beleving en noden van kinderen en jongeren geïntegreerd te worden. Kinderen gebruiken ook de ‘rustigere straten’ in de verschillende wijkdelen, maar op een bepaald punt/ogenblik kruisen ze één van de grote wegen. Het zijn deze strategische punten die beter dienen te worden aangepakt.

160


Resultaten uit de bevraging van kinderen In de tweede fase werd tijdens een digitale bevraging de fietscultuur onder de loep genomen. In het totaal vulden 57 kinderen de bevraging in. Op zich geeft dit geen representatieve resultaten, maar ze zorgt voor enkele inzichten die we mee opnemen in de studie. De inzichten geven duidelijk weer dat er geen fietscultuur aanwezig is. Een andere vaststelling is dat het ook hier moeilijk is om een eenduidige antwoord te verkrijgen over technische oplossingen. Fietsen is leuk. Het overgrote deel van de bevraagde kinderen vind fietsen leuk. Ze doen het graag, omdat ze het o.a. samen met vrienden kunnen doen, het is sportief en goed is voor je conditie. De meeste bevraagde kinderen kunnen ook fietsen. Enkel een minderheid (5%) geeft aan dat ze niet kunnen fietsen. Eigendom van fietsen. Iets meer dan de helft van de bevraagde kinderen geeft aan dat ze een eigen fiets hebben. Daarnaast is er toch een grote groep kinderen die zelf geen fiets heeft of een fiets die stuk is. Tegelijkertijd geven ze aan dat het lenen van fietsen (velo Antwerpen, andere) niet meteen hun voorkeur uitdraagt. Stallen van fietsen en fiets herstellen. Ongeveer de helft van de bevraagde kinderen geeft aan dat er te weinig plaats is om de fiets te stallen. En dit zowel aan hun huis als in de straat. Ongeveer een vierde van deze kinderen geeft aan dat hun fiets stuk is en dat die daar maar wat staat. Gebruik van de fiets. De bevraagde kinderen gebruiken de fiets niet veel. Het gebruik van de fiets zowel binnen Linkeroever als erbuiten is gelijklopend. Ongeveer de 7 op 10 van de bevraagde kinderen gebruikt de fiets nooit, zelden (enkele keren per jaar) of af en toe (enkele keren per maand). Aanvullend hierop is dat een grote groep kinderen aangeven dat ze graag meer zouden fietsen. Ouders beslissen heel vaak dat de kinderen niet mogen fietsen. Kinderen geven aan dat hun ouders hen verbieden om te fietsen. Het zou interessant zijn om een verdere bevraging te doen naar de reden waarom hun kinderen niet mogen fietsen. Kinderen spreken zich op een diverse manier uit over de relatie tussen fietsen en onveiligheid. Tijdens bevraging werd op verschillende manieren gepeild naar de relatie tussen fietsen en veiligheid. De grootste groep kinderen vind het niet te onveilig om te fietsen (deze vraag werd gesteld in een rijtje van andere vragen). Kijken we aansluitend naar de verschillende vragen die over veiligheid gaan, kunnen we het volgende opmerken. De bevraagde kinderen vinden de fietspaden op zich wel veilig. Het zijn vooral de snel rijdende en teveel geparkeerde wagens die een probleem zijn voor de kinderen. Over het aantal fietspaden. Dit is moeilijk om in te schatten voor kinderen. Deze vraag kwam op twee manieren terug en tweemaal werd een uitéénlopend antwoord geformuleerd. Een eerste maal werd aangegeven dat er geen tekort is aan fietspaden. Een tweede maal werden ‘meer fietspaden’ aangegeven als de belangrijkste oplossing om meer te kunnen fietsen. Welke oplossingen reiken de kinderen vaak aan om veiliger te kunnen fietsen. De meeste beschreven oplossingen door de kinderen ging de richten uit van: auto’s die minder snel rijden, beter en meer fietspaden, minder auto’s. Daarnaast zijn er veel oplossingen die éénmaal aangehaald zijn (o.a. dragen van een helm, beter kijken, meer camera’s, straten beter maken fluo-hesje,…) Fietsen en crossen in de wijk. Zeer concreet wordt het wanneer er gevraagd wordt naar hoe de publieke ruimte beter zou zijn om ‘gewoon wat rond te fietsen in de wijk of te crossen.’ Kinderen geven hierbij aan dat ze vooral hellingen, op en af en bergjes interessant vinden.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

161


Actie 12. Promotie van fietscultuur.

 

Screenen van welke straten en kruispunten de komende jaren zullen worden heraangelegd. Ontwikkelen van een inspraaktraject in functie van de heraanleg.

Doelstelling   

Het laten stijgen van het aantal kinderen op de fiets voor dagdagelijkse verplaatsingen. Het aanpakken van de verschillende kruispunten die door de kinderen worden aangehaald. Sensibiliseren van ouders, zodat kinderen sneller al dan niet begeleidt de fiets mogen nemen.

Actie 12.1. Betrekken van ouders bij sensibiliseringscampagnes omtrent de fiets. Hierbij zijn twee facetten noodzakelijk.  

Ouders dienen gestimuleerd te worden om samen met hun kinderen vaker de fiets te nemen. Daarnaast is er verder onderzoek nodig naar de beweegredenen waarom ouders hun kinderen niet vaak laten fietsen.

Actie 12.2.kinderen en jongeren betrekken bij herinrichten straten, lanen en andere mobiliteitsprojecten. Uit de bevraging is gebleken dat kinderen zich op een diverse manier uitspreken over fietsen en veiligheid. Tijdens een dergelijke algemene bevraging is het niet evident om concrete oplossingen te toetsen. Daarom is het belangrijk dat bij concrete projecten (heraanleg straten, lanen, andere mobiliteitsprojecten) kinderen en jongeren betrokken worden. Een aangepast participatietraject voor kinderen en jongeren is nodig.

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

Wandelingen, observaties en gesprekken met kinderen ter voorbereiding van een herinrichting van straten, lanen, kruispunten….

Actie 12.3. Verbeteren van de fietsstandplaatsen en mogelijkheid tot herstelling van eigen fiets. Kinderen geven aan dat er niet altijd evenveel plaats is om de fietsen te stallen (in de publieke ruimte, maar ook in huis). Bijkomende fietsparkings zijn daarom aangewezen. Er kan gezocht worden naar collectieve fietsparkings. (vb. fietstrommels). Belangrijk om aan een fietscultuur te werken is dat er een centrale plek is waar kinderen en jongeren terecht kunnen om hun fiets zelf of te laten herstellen. Zo’n plek dient meer te zijn dan een herstelplek voor de fiets. Het kan een ontmoetingsruimte worden, een educatief project, een plek waar kinderen, jongeren en bewoners graag komen.

162


Tijdelijke fietsvelodroom op plein (link) en bmx parcours (rechts), een bergje om op te fietsen doet wonderen (onder).

Waar? 1.

Centraal wijkterrein aan de Chicago appartementen.

2.

Centraal wijkterrein aan de H.C. Permathlaan.

Bij voorkeur is deze fietsherstelplaats centraal gelegen in de wijk.

Waar? 

Centraal wijkterrein aan Emiel Verhaerenlaan

Actie 12.4. Integreren van ludieke ingrepen in de publieke ruimte om de fietscultuur te bevorderen. Om het ludieke karakter van fietsen in de verf te zetten, kunnen er verschillende speelsere fietsinrichtingen voorzien worden in de publieke ruimte. Belangrijke aandachtspunten voor de verschillende publieke ruimten: 

Befietsbaarheid (maar bij uitbreiding voor skates, rollerblades,….) van verschillende publieke ruimten;

Integreren van verschillende ludieke elementen (voorbeelden zijn heuvels, putten, rails,….

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

163


Geraadpleegde literatuur.

Adaptive streets, Jordan Lewis and Mike Schwindler, Green Futures Research & Design Lab, University of Washington Vademecum fietsvoorzieningen, Mobiel Vlaanderen, 2002, Brussel Sterk Fietsbeleid, handbook voor locale actie, Fietsberaad Vlaanderen, Brussel, 2015. Duurzame Mobiliteit en Ruimte voor K.i.d.S (Kinderen in de Stad) Auteur: mevrouw C.L.C.M. SpapĂŠ Instelling: SOAB adviseurs voor woning en leefomgeving Email: i.spape@soab.nl

Studie kindvriendelijk publieke ruimte Mortsel, 2016 Kind & Samenleving

Linkeroever Gewenste toestand speelweefsel – eindrapport fase 2- 2016 - Kind & Samenleving

164


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.