Feministisch maandblad nr. 10 oktober 2011 39ste jaargang prijs 造 4,95
ENNIS MAAK KROUWEN V MET DE OPZIJ VAN
editie
Speciale
'Van loeders moet ik niets hebben'
'Ik wil geen zeikwijf zijn'
Een slimme meid vult haar vrieskist op tijd
in DEZE EDITIE
D e ve r h ale n va n Opzij Interview Sylvia Witteman Stephanie Bakker de TeaParty Margriet van der Linden Wel of niet je eicellen laten invriezen Mensje Melchior Interview Connie Palmen Els Quaegebeur
'Ik doe niet aan kleine liefdes, het moet groot' 'Ik houd gewoon niet zo van werken'
Mona Eltahawy twittert het Midden-Oosten naar vrijheid
D e co l um ns van Opzij Munttheemoeders Els Quaegebeur
Voorwoord Margriet van der Linden
Worldwidewomanweb Maaike Schoon
Claudia de Breij
De jongste profs Frieda Pruim
Inez Weski
Interview Mona Eltahawy Lynn Berger
Ser v i ce etc. van Opzij
Gerard Spong over de vrouwen in
Bestel de nieuwe agenda
zijn leven Anke Manschot
Een selectie uit de opzij.nl/webshop Abonnement met korting
Een jaar vol inspiratie
voorwoord Bij belangrijke of ingrijpende gebeurtenissen weten mensen vaak nog waar ze waren toen ze het nieuws hoorden. Ik was nog maar net terug uit New York, waar ik drie jaar had gewoond, toen vliegtuigen de Twin Towers binnenvlogen. Ik wist nog van niks, tot mijn oudste broer belde met de woorden: ‘Gebeurt er eens wat, ben jij weg!’ En eerlijk gezegd had ik dat gevoel ook even maar de verschrikkelijke televisiebeelden namen het onmiddellijk weg. De dood van Amy Winehouse kwam ik zelf op het spoor doordat ik op mijn laptop muziek uitzocht voor een avond met vrienden. Toevallig stond de nieuwssite huffingtonpost. com nog open en daar stond: ‘Amy Winehouse dead’. Ik las het wat achteloos voor: ‘Amy Winehouse dead…’ ‘Wáát???’ reageerde het gezelschap. ‘Ja, dat staat hier.’ En het klopte.
beeld
AN NE R EI N K E
Een dag daarvoor was ik teruggekeerd van vakantie en na de landing bekeek ik het nieuws op mijn telefoon. ‘Terreuraanslag in Oslo’, las ik. Het was een uur of acht, vrijdagavond. Een paar dagen later plaatste onze webredacteur een berichtje over de beweegredenen van de dader op opzij. nl. Uit diens 1500 pagina’s tellende ‘manifest’ bleek namelijk dat zijn diepgewortelde extreem-rechtse haat zich niet alleen richtte op moslims, marxisten en nog wat groepen waar extreem-rechtse mensen een hekel aan hebben, maar dat die haat ook vrouwen betrof, en meer specifiek: feministen. Het bericht stond er nog maar net op, of er kwam een reactie binnen: belachelijk dat wij de verschrikkingen in Noorwegen ‘weer zo nodig’ op onszelf moesten betrekken. Hierop ben ik toch maar dat ijzingwekkende manifest gaan lezen, om te achterhalen of het feit dat Breivik een hekel heeft aan feministen inderdaad moest worden afgedaan als niet ter zake doend. Een hekel aan moslims en moslimlovers dat snapt iedereen, maar aan vrouwen en feministen? Leg daar maar weer eens ‘zo nodig’ de nadruk op. Maar waarom eigenlijk niet? In het geschrift legt Breivik uit dat hij vindt dat de westerse maatschappij is vergiftigd door het moderne feminisme en de seksuele revolutie, en door de invloed van televisieseries als Sex and The City. Mannen zijn daarin geen mannen meer, maar metroseksuele en emotionele wezens. Verderop heeft Breivik het over ‘de feminisering van de Europese man’, die
volgens hem te wijten is aan een oprukkende matriarchale samenleving zoals die zich op dit moment volgens hem in West-Europa manifesteert.
Net zoals er grote groepen mensen bestaan die in de aanwezigheid van moslims een groot gevaar zien, en waarover in nagenoeg alle media openlijk wordt gedebatteerd, zijn er ook individuen die wijzen naar ‘de feminisering van de samenleving’ en die daarvoor waarschuwen; niet alleen Anders Breivik. Die in zijn manifest uiteraard wel ‘oplossingen’ aandraagt om deze tegen te gaan: vrouwen moeten zich beperken tot een bacheloropleiding, een fulltime carrière moet worden ontmoedigd, hun ‘nieuwe’ maatschappelijke rol (door onder andere een verbod op abortus mogen zij zich weer storten op het gezinsleven) moet worden opgehemeld in tv-series, films en commercials. En vrouwenrechten moeten worden ingeperkt. Uit alles blijkt dat zijn ideale wereldbeeld blank en mannelijk is, en dat dit ideaal in zijn stellige overtuiging wordt bedreigd door moslims, marxisten én vrouwen. Onze westerse maatschappij is de laatste decennia – gelukkig – veranderd. Vrouwen en mannen hebben en krijgen in toenemende mate gelijke rechten en kansen. Dat dit niet iedereen zint, is ook duidelijk. En zeer relevant om te bespreken.
Margriet van der Linden Hoofdredacteur Opzij www.twitter.com/mrsvanderlinden
West-europa is volgens Breiviks ijzingWekkende manifest vergiftigd door het feminisme
OPZIJ Nu verkrijgbaar! AGENDA 2012 IN DEZE AGENDA:
BESTELLEN MET KORTING?
Als abonnee ontvang je € 2 korting op de Opzij-agenda 2012, je betaalt slechts € 11,95 Niet-abonnees betalen € 13,95
....................................................
• praktische week- en maandplanners • extra veel notitieruimte • de menstruatiekalender • alle internationale (kleding)maten • een handig leeslint
‘Ik nam een jaar vrij nadat Romy geboren was... Ik wilde volledig ervaren hoe het is om een Parijse huisvrouw te zijn.’
d o n d e r d a g 10
*
EEN JAAR VOL
mei maandag 7
v r i j d a g 11
INSPIRATIE Met 70 inspirerende quotes
19
dinsdag 8
woensdag 9
z a t e r d a g 12
moederdag
GRATIS AGENDA?
Neem nu een halfjaarabonnement op Opzij voor maar € 25 en ontvang een Opzij-agenda 2012 naar keuze cadeau (t.w.v. € 13,95)
van beroemde vrouwen
z o n d a g 13
*regisseur sofia Coppola (20)
Ga naar www.opzij.nl/agenda OZ_agenda12_mei_augustus.indd 76
OZ_agenda12_mei_augustus.indd 22-04-2011 09:31:08 77
22-04-2011 09:31:09
Bestel nu! Je ontvangt de agenda t/m 31 oktober 2011 gratis thuis
*DE GRATIS VERZENDING IS GELDIG T/M 31 OKTOBER. DAARNA BETAAL JE PER BESTELLING € 1,95 AAN VERZENDKOSTEN. JE ONTVANGT DE OPZIJ-AGENDA ZOLANG DE VOORRAAD STREKT.
Kies r! je kleu grijs fuchsia •aux borde
Sylvia
窶連an loopbaanplanning
Witteman
interview
tekst Stephanie Bakker beeld wout Jan Balhuizen
heb ik nooit gedaan’
Sylvia Witteman is in korte tijd uitgegroeid tot een fenomeen, een veelgelezen columnist, met veel humor en harde statements. Hoe makkelijk het schrijven over alledaagse dingen haar ook lijkt af te gaan, het is een continue druk. ‘Het leukste werk van de wereld? Helemaal niet.’
Ben je trots?
‘Ik ben niet zo’n trots iemand. Ik ben altijd overwerkt. Ik heb het gevoel dat ik continu onder druk sta, dus er is geen tijd voor ijdeltuiterij. Bovendien, ik weet dat het nederig ploeterwerk is. Schrijven is een ambacht, geen gave. Maar waar een loodgieter weet hoe het afloopt als hij een pijp vast gaat lassen, heb ik geen idee welke kant het opgaat als ik begin met schrijven.’
L
et niet op de troep van die kinderen.’ Het klinkt nauwelijks verontschuldigend. Vliegers, schoenen, skates en andere vervoermiddelen blokkeren de ingang. Het is wat je verwacht van een entree bij columnist Sylvia Witteman. Als ze de steile trappen naar het bovenhuis op loopt, is het zwarte shirt net te kort om de rode string te verhullen die boven haar spijkerbroek uit piept. Ze pakt twee flesjes water in de keuken. Die ziet eruit als een doorsneekeuken van een druk gezin: klein en rommelig, met spullen op de bovenkastjes. Alleen het enorme fornuis verraadt dat dit het domein is van een kookfanaat. Er liggen nergens stapels vieze was, halflege wodkaflessen en ook de resten van ontplofte soufflés tegen de muur ontbreken. ‘De werkster is gisteren geweest,’ zegt Witteman, en ja, ze heeft een beetje opgeruimd. Dat heeft ze even daarvoor al getwitterd. Net als: ‘Zal ik zeggen dat ik dol ben op stofzuigen, ramen lappen en pijpen?’ Om vervolgens te melden dat ze wil gaan breien tijdens het gesprek – ‘dat moet ik faken, want ik kan helemaal niet breien’ – en om hulp te vragen bij wat ze moet aantrekken. ‘Ben jij zo’n rabiate feministe?’ vraagt ze. Dan spottend: ‘Als ze mij langs die meetlat leggen, scoor ik een 2.’ Deels heeft ze gelijk. De afgelopen twintig jaar reisde ze van Moskou naar Berlijn, via Den Haag naar Washington en terug naar Amsterdam. Altijd voor het werk van haar man: Philippe Remarque, sinds een klein jaar hoofdredacteur van de Volkskrant. In een tijd waarin vrouwen geacht worden hun eigen keuzes te maken geen modern besluit. Maar inmiddels is ze de favoriete columnist van de Volkskrant-lezer. Geheel ongepland draaiden de rollen om. De naam Sylvia Witteman is een gevestigde, die van Remarque is relatief onbekend. Ja, hooguit als man van.
Je zegt altijd dat je geen ambitie hebt. Hoe is het dan om uit te groeien tot fenomeen?
‘Ben ik een fenomeen? Er zijn zoveel goede vrouwelijke columnisten: Aaf Brandt Corstius, Renske de Greef en Daphne Deckers – de boeken van Daphne verkopen beter dan die van mij.
Het gaat niet vanzelf?
‘Mijn columns zien eruit of ik er in een uurtje mee klaar ben, maar het kost zeker vier uur en als het niet gaat nog langer. En het moet toch. Ik kan niet zeggen: “Vandaag lukt het niet.” Dat geeft druk. Mensen zeggen vaak: “Je hebt het leukste werk van de wereld.” Maar eigenlijk is het helemaal niet leuk. Het is elke dag weer alsof ik een harde drol moet uitkakken, zo’n worsteling.’ Waarom doe je het dan?
‘Voor het geld.’ Onzin. Philippe verdient toch genoeg?
‘Ik geef niet om meubels of kleren. En vrouwen die almaar serviezen kopen, daar snap ik niets van. Maar op drank, eten en reizen wil ik niet beknibbelen. En daarbij, ik vind het niet netjes om op iemands zak te teren. Nederlandse vrouwen zijn de enigen ter wereld die dat doen. Ze eisen wel van hun man dat hij totaal ontmand met zo’n draagzak gaat lopen, maar ze weigeren de helft van het inkomen te verdienen.’ In je columns wek je het idee liever lui dan moe te zijn.
‘Dat is een pose. Als het echt zo zou zijn, dan had ik nooit ja gezegd tegen vier keer per week een column in de krant. Ik kan ook voor de glossy’s schrijven, die betalen meer, maar dat wil ik niet. Ik denk altijd dat het niet zo is, maar ergens heb ik toch wel een bepaalde ambitie.’ Wat is die ambitie dan?
‘Daar worstel ik ook mee. Dit is het enige wat ik kan, de enige manier waarop ik een living kan maken. Het is handig. Ik kan voor mijn eigen kinderen zorgen en ik kan mijn eigen tijd indelen. Wat in de praktijk vooral betekent dat er veel niet kan omdat ik continu onder druk sta.’ Stel je wint 2 miljoen in de loterij.
Kom op. Er staan zes boeken op je naam, vier dagen per week een column, ruim 26.000 volgers op Twitter.
‘Dan stop ik er meteen mee. Er bestaat een kans dat ik na een paar maanden denk: ik wil weer, maar ik heb de afgelopen zeven jaar zo hard gewerkt dat het me een verademing lijkt. Echt, ik weet niet hoelang ik dit werk volhoud. Het is eenzaam en onzeker. Er komt een moment dat het niet meer gaat.’
‘Wow. Zoveel? Ik heb nooit een groter plan voor mezelf gehad. Ik stond liever in de keuken. Aan loopbaanplanning heb ik nooit gedaan. Het is gewoon zo gelopen.’
Zijn die stoere tweets een manier om je onzekerheid te maskeren?
SyLvIA wITTemAn
‘Zal ik zeggen dat ik dol ben op stofzuigen, ramen lappen en pijpen?’
‘Het is een bekend gegeven: de grootste schreeuwers zijn de meest onzekere mensen. Dat geldt ook voor mij. Humor is ook zo’n noodsprong. Bij mannen zie je dat vaker, vrouwen kruipen eerder in hun schulp. Ik heb de mannelijke variant van onzekerheid.’ Gaat onzekerheid over naarmate je ouder wordt?
‘Over mijn werk voel ik me nog steeds onzeker. De rest wordt langzaam minder. Eigenlijk is het flauw, ik heb me mijn hele leven onzeker gevoeld over hoe ik eruitzie. Pas nu ik oud en echt lelijk word, tob ik niet meer over mijn uiterlijk. Maar nu is het te laat. Dat zouden ze die pubermeisjes eens flink onder de neus moeten wrijven.’ De wortels van haar onzekerheid liggen in haar jeugd, toen ze als meisje uit een artistieke familie werd gepest in het bekakte Overveen waar ze opgroeide. ‘Ik was het slimste meisje van de klas. Iets te dik en met een brilletje, dat hielp niet mee.’ Ze was een buitenbeentje. ‘Ik zat altijd te lezen. Dagelijks haalde ik drie boeken bij de bibliotheek, het maximale wat je mocht lenen.’ Nog steeds lees ik alles wat los en vast zit. Ik vind het lekker om uit mijn eigen hoofd te stappen en de verbeelding haar werk te laten doen. Veel lezen is de beste manier om zelf te gaan schrijven.’ Haar vader was musicus, moeder huisvrouw en thuis heerste een sfeertje van niets moet, alles mag. ‘Mijn vader vond dat meisjes vooral lief moesten zijn, en muzikaal. Ik heb viool, gitaar en piano gespeeld, allemaal vreselijk. Mijn ouders scheidden op mijn 10de en toen mijn vader weg was, heb ik nooit meer een instrument aangeraakt.’ Er werd geen moeite gedaan om Sylvia en haar zus te stimuleren iets te bereiken in het maatschappelijk leven. Het idee was meer: een paar jaar studeren en dan een leuke student tegenkomen die de kost verdient. ‘Mijn vader zei altijd: “Een meisje heeft maar twee dingen nodig: mooi lang haar en het recept voor een goede gehaktbal.”’ Bijna werd het scenario van haar ouders werkelijkheid, want toen Philippe Remarque, met wie ze toen al een relatie had, door De Telegraaf als verslaggever naar Moskou werd uitgezonden, reisde ze hem achterna.
cv
Sylvia Witteman (45) woont en werkt in Amsterdam, na eerder haar man Philippe Remarque te hebben vergezeld tijdens zijn correspondentschappen in Washington, Moskou en Berlijn. Ze is culinair journalist en columnist van de Volkskrant en verschillende bladen en auteur van onder meer Pekingeend bij nacht, Ik verzin dit niet en Het lekkerste dier. Onlangs verscheen van haar Koken met Sylvia Witteman. De beste recepten & een beginselverklaring.
Waarom ging je mee naar Moskou?
‘Ik wilde stoppen met mijn studie Nederlands, maar ik had ook geen zin om te werken, dus toen Philippe vertrok, wist ik meteen: ik ga mee. Het was een fantastische tijd. Ik ging mee om foto’s te maken als hij op reis ging, en verder was het vooral feesten, slapen en boodschappen doen. Alle expats gingen naar de dollarwinkels, maar ik stond in de rij voor een sinaasappel. Ik leerde het land kennen door te koken. Dat ik toch ging schrijven, kwam doordat Philippe wilde dat ik ook iets anders deed dan met kookboeken in bed liggen. Ik maakte radiocolumns en nieuwsberichten, die Philippe moest tikken omdat ik er niets van bakte.’
SYLVIA WITTEMAN
Huisgenoot P figureert minder en alleen nog in milde vorm. Dat wil ik eigenlijk niet, ik ben meer van de harde statements.’
Toch kreeg je een eigen column.
‘Ik verwerkte grappige observaties uit het alledaagse leven steeds vaker in mijn radiocolumns. Trouw vond ze leuk en na onze terugkomst in Nederland maakte ik voor die krant reportages. Later schreef ik een proefstukje voor de Volkskrant, dat werd de Volkskeuken. Toen Libelle me een column aanbood, zei de chef van Volkskrant Magazine: “Dan krijg je die hier.” Ineens had ik een carrière als columnist en culinair journalist.’ Philippe heeft jouw pad bepaald.
‘En ik het zijne. Dat heb je als je getrouwd bent. Hoewel, zijn carrièrepad heb ik niet bepaald. Maar zonder mij was hij een ander iemand geworden. Ik heb hem ook geregeld in zijn gezicht gesmeten: “Waarom moet ik jou altijd achternalopen?” Hij zegt terecht: “Je hebt er ook veel voordeel van. Door het reizen en de grappige omstandigheden heb je veel stof om over te schrijven en daardoor ben je groot geworden.” Ik heb nooit ergens spijt van gehad. Hoogstens dat ik nu hier in Nederland zit. Daar baal ik van.’
H A A R & M A K E - U P EL LEN VA N EXTER M E T M E D E W E R K I N G V A N A B D O NK ER S,
FOR FAC E STO CK HO LM @ AN G EL I Q U E HO O R N T W I N-S ET EN J O HN EN VERA HA RTM A N N
STYLING
F RA N C ES L EV Ö L EG E R
Konden jullie niet in Amerika blijven?
‘Philippe wilde graag weer op de redactie gaan werken. Dan kun je als vrouw zeggen: “Ga maar wat anders doen.” Maar als je iemand fnuikt in wat hij het liefste doet, dan doe je iets verkeerd. Ik had nog wel een correspondentenpost willen doen. Madrid of zo.’ Hij of jij?
‘Hij. Ik kan het niet. Maar in zekere zin waren het voor mij ook correspondentschappen. Ik schreef alleen over de dagelijkse dingen. En de grap is: die lezen mensen liever.’ In Amerika was je onbekend. Hier staat je gezicht levensgroot op billboards. Heeft dat invloed op je columns?
‘In Amerika kon ik schrijven wat ik wilde, niemand daar las het. Hier zal ik niet snel schrijven over een klasgenoot of over mijn dochter zelf. Als je onbekend bent, is dat geen punt. Ik haal mijn inspiratie uit alledaagse dingen. Als mijn gezicht te bekend wordt, is het afgelopen met ongegeneerd gesprekken afluisteren bij de groenteboer.’ ‘Huisgenoot P’ is niet langer een anonieme correspondent, maar de hoofdredacteur van de Volkskrant. Verandert dat de manier waarop je over hem schrijft?
‘Ik heb hem altijd neergezet als een flat character, net als ik doe met mijn kinderen. Boelie heet geen Boelie, het is een fictief personage en een soort samenvoeging van alledrie de kinderen. Nu Philippe een publiek figuur is, ben ik voorzichtiger. Het is fictie, maar als ik opschrijf dat huisgenoot P dronken is geweest, dan ziet iedereen zijn gezicht voor zich.’ Dus?
‘Schrijf ik het niet meer op. Hij kan er last mee krijgen.
‘Pas nu ik oud en echt lelijk word, tob ik niet meer over mijn uiterlijk’
In Vrij Nederland zei je dat je niet schrijft over echte problemen.
‘Het lijkt of ik heel persoonlijk schrijf, maar 95 procent van wat er gebeurt, schrijf ik niet op. Echt persoonlijke dingen gaan niemand wat aan. Ik heb een paniekstoornis gehad, daar schrijf ik niet over.’ Omdat het te pijnlijk is?
‘Dat ook, maar vooral omdat het moeilijk is om er grappig over te schrijven. Ik wil geen zeikwijf zijn dat schrijft over wijvenproblemen. Als je gaat zaniken, kun je wel inpakken. Als ik in de menopauze kom, ga ik daar ook niet over schrijven.’ Heb je overwogen om weg te gaan bij de Volkskrant toen Philippe er hoofdredacteur werd?
‘Het Parool en NRC Handelsblad hebben me beide gevraagd, maar toen zei Philippe: “Dat kan ik niet maken, word ik eindelijk hoofdredacteur, gaat mijn belangrijkste columnist weg.” Mijn hart ligt ook bij de Volkskrant. Zij hebben me destijds een podium gegeven.’ Wel frappant dat je sinds zijn komst ook columns in de dagkrant schrijft.
‘Dat komt door lezersonderzoek waarbij ik werd aangewezen als favoriete columnist. Tot nu toe heb ik er juist geen profijt van gehad. Ik wilde meer salaris, maar dat heb ik niet gekregen, omdat Philippe me niet meer wilde geven dan andere columnisten. Een ander had ik veel meer onder druk kunnen zetten, maar ik wil niet het risico lopen dat zijn collega’s op de krant denken dat hij mij voortrekt.’ Hoe voed je je kinderen op?
‘Niet. Ze mogen bijna alles.’ Verwacht je iets van ze?
‘Ik zeg weleens voor de grap tegen mijn dochter van 13 dat ze neurochirurg moet worden. Ze is heel slim, en natuurlijk hoop ik dat ze het ver schopt, maar ik doe er niets aan om het te stimuleren. Mijn ene zoon leert minder makkelijk en ik help hem met zijn huiswerk. Niet omdat ik wil dat hij neurochirurg wordt, maar omdat ik het zielig vind als hij niet mee kan komen. Mijn schoonvader zegt altijd: “Je mag alles worden, al is het vuilnisman, als je maar gelukkig wordt.” Maar ik wil niet dat hij vuilnisman wordt, want dat is niet leuk. Ik zeg altijd: “Zorg dat je een goede baan hebt, want het is prettig om genoeg geld te hebben. Vuilnismannen hebben een modaal inkomen waar je niet van kunt gaan skiën.” Dat is de beste stok achter de deur. Ik maak het niet te moeilijk. Ze krijgen van hun vader wel het voorbeeld van ambitie.’
claudiadebreij Playboy. Leuk om te lezen, hoor. kom je er toch weer achter dat we gewoon een heel andere taal spreken, hè, mannen en vrouwen. Soms denk ik ook gewoon maar dat ik lesbisch word, hoor, haha!’ Auto, 1.16 uur. ‘Was wel leuk, hè?’ ‘Ja, gezellig. Gezellig feestje. ik vind het altijd wel leuk daar. Goeie catering ook. Jammer dat ze uit elkaar gaan. Ze gaven goeie feestjes.’ ‘Ja, ook echt iets voor hen, hè, om zo’n scheiding dan ook te vieren.’ ‘Wel zonde. Zo’n leuk stel.’ ‘Ja. uit elkaar gegroeid.’ ‘Jeetje.’ ‘Ja.’ ‘toch ook...’ ‘Ja. Je zou toch denken: geen Mars en geen Venus, die begrijpen elkaar.’ ‘Maar nee, hoor. Hebben we eerst met z’n allen een hoop heisa gemaakt voor de openstelling van dat burgerlijk huwelijk…’ ‘Ja. Het zijn net mensen.’
Claudia http://twitter.com/claudiadebreij
Claudia de Breij (1975) is cabaretier, radiomaker en publicist. In 2009 verscheen haar boek Krijg nou tieten!.
f ra nk ru i t er
Woonkamer, 0.23 uur. ‘Wat? Staat-ie in de keuken? O, weer te roken onder de afzuigkap natuurlijk. Heeft-ie gelezen dat nicotine helpt tegen dementie, gaat-ie gelijk weer staan paffen op ieder feestje. ik ben natuurlijk gestopt, toen met de zwangerschap. Hij ook. Vroeger een pakje per dag, hoor. “alleen na het neuken,” zei hij dan altijd voor de grap. Haha. nou, dan klopt het wel dat-ie d’r nog maar één rookt, per maand. Was bij mijn zusje ook wel zo, vertelde ze, dat haar man wel een jaar niet meer wilde. Maar ja, god, bij haar heeft haar man dan nog gezien dat ze uitscheurde en zo, hè, kan misschien ook daaraan liggen. Dat is toch heel traumatisch. Maar ik had een keizersnee, niks te lijden gehad. “Mevrouw, u hebt nog een olympisch onderkantje,” zei de gynaecoloog nog. Dus dat kan het niet zijn.
Maar nou las ik dat mannen tot wel een jaar na de bevalling een sterk verlaagde testosteronspiegel hebben. Dat dat een manier van de natuur is om zeker te weten dat ze voor hun jonkies zorgen. is onderzocht. Dat mannen toch niet gemaakt zijn om gelijk weer ergens anders flink aan het voortplanten te slaan, zeg maar. Mooi hè, ergens? Volgens mij las ik het ook in dat boek van Saskia noort en die jongen van de
beeld
‘Je zou toch denken: geen Mars en geen Venus, die begriJpen elkaar’
Verjaardagsfeestje. Keuken, 0.12 uur. ‘Gek is dat, hè? Sokken kan ik dus nooit vinden. Zij wel. komt doordat ik een jager ben. Sokken liggen stil. kijk, ik ben een man, jij ook, jij snapt dat wel. Wij zien dingen die bewegen. antilopen. Bizons. Die bewegen. Die zien wij. Daarom vinden jongens auto’s en treinen zo mooi. Zo zijn we gebouwd, evolutionair dan, hè? Jagers. kijk, zij, zij is een verzamelaar. Daarom kan zij wel altijd mijn sokken vinden. Snapt zij wel, gelukkig. We zijn laatst naar het theater geweest – weet je wel, we hebben zo’n abonnement – en toen zei Huub Stapel het ook. Wel gelachen, hoor. Mannen komen van Mars, vrouwen van Venus, mannen willen neuken, vrouwen willen praten. Mannen en vrouwen zullen elkaar nooit helemaal begrijpen. kunnen we niks aan doen. is allemaal onderzocht, wetenschappelijk ook. Ze onderzoeken veel hoor, tegenwoordig. Zo las ik vandaag weer dat ze er nou achter zijn gekomen dat het vrouwelijk orgasme helemaal nergens op slaat. Hier, op mijn telefoon, kijk, staat-ie: “Vrouwelijk orgasme nutteloos bijproduct evolutie.” Vond zij dan weer onzin. Maar ja, dat kan zij wel vinden, wetenschappelijk is het gewoon zo. Voor de voortplanting maakt het niks uit of zij klaarkomt. Wij zitten als man een potje tegennatuurlijk ons best te doen, de natuur heeft het echt niet zo bedoeld, hoor. nútteloos bijproduct. nou ja goed, dat maakt voor jou natuurlijk helemaal niks uit, hahaha!’
Michele Bachmann (boven) bij een Tea Party-bijeenkomst Onder: Sarah Palin, met vlak naast haar dochter Piper
Pittige theetantes I actueelI
hh
De aartsconservatieve powervrouwen Michele Bachmann en Sarah Palin noemen zichzelf trots feminist, en worden niet eens meteen als ‘bitch’ weggezet. Wordt een van hen de eerste vrouwelijke president van de Verenigde Staten?
>> tekst Margriet van der Linden
Sinds 2009 manifesteert Palin zich nadrukkelijk binnen de Tea Party; een conservatief-populistische beweging, die zich vooral laat voorstaan op het rebranden van oude, traditioneel Republikeinse waarden.
HH
r
uim 8 minuten duurde het applaus dat Geraldine Ferraro kreeg toen ze zich in 1984 tijdens de Democratische Conventie in San Francisco voorstelde als vicepresidentiële kandidaat. De gedelegeerden – en vooral de aanwezige vrouwen – waren uitzinnig: zou het er dan toch van komen? Het kwam er niet van. Volgens sommigen ging haar ferme pro-choice standpunt over abortus veel kiezers te ver. Ferraro ging de geschiedenis in als de eerste vrouw die het tot de op een na hoogste politieke nominatie schopte. Op 26 maart jongstleden overleed ze op 75-jarige leeftijd aan de gevolgen van kanker. In 2008 zei Ferraro in een interview over haar ziekte dat ze nog lang genoeg hoopte te leven om de inauguratie van de eerste vrouwelijke president van Amerika mee te maken. Op dat moment was Hillary Clinton met Barack Obama in een felle strijd verwikkeld om de Democratische nominatie. De afloop daarvan is bekend. Nog datzelfde jaar waren de Republikeinen zover een vrouw als vicepresidentskandidaat te nomineren. Sarah Palin, een onbekende gouverneur uit Alaska, dook uit het niets op naast John McCain. Inmiddels weet iedereen wie ze is. Legendarisch zijn de tv-interviews waarin ze niet wist te vertellen welke kranten ze las. Ze werd perfect geparodieerd door Tina Fey in het satirische programma Saturday Night Live, schreef boeken over zichzelf en er kwam zelfs een Palin-realityshow.
e
r gaat geen moment voorbij of Palin wordt gevraagd of ze mee zal doen aan de verkiezingsstrijd van 2012. Ze speelt nadrukkelijk met de gedachte. In een recent interview in Newsweek zei ze zeker te weten dat ze een kans maakt, mocht ze meedoen. Michele Bachmann, een andere TeaParty-prominent, heeft zich wel al gemeld als presidentskandidaat. Palin en Bachmann zijn een nieuw fenomeen: aartsconservatieve vrouwen, die met een trendy cocktail van familiewaarden, religie en patriottisme in de hand zelfbewustzijn en female power uitstralen, zonder dat daar in de media meteen een doodsklap op volgt. Palin en Bachmann worden, anders dan voorgangers als Hillary Clinton, niet gezien als ‘bitches’. Palin noemt zichzelf bij herhaling zelfs ‘feministisch’. Dat kon Clinton maar het beste uit haar hoofd laten. Zelfs verwijzingen naar haar vrouw-zijn vielen niet altijd goed en achter het tonen van haar zachte kant moest wel een lepe campagnetruc schuil gaan. De keer dat Clinton een dag voor de voorverkiezing van New Hampshire even iets dat leek op een traan in haar ogen kreeg, toen haar werd gevraagd hoe ze dat allemaal deed in die campagne, zou ze volgens pers en publiek expres emotioneel zijn geworden. Ze werd onomwonden een bitch genoemd. Talk-
Ferme opvattingen over het gezin worden alleen maar prachtiger als ze door een vrouw worden uitgedragen
showhost Glenn Beck zei het in zijn radioprogramma zo: ‘Ze is het stereotype van een bitch. En haar stem..., vingernagels op een schoolbord.’ Hoe anders vergaat het Sarah Palin. Zij noemt zichzelf keer op keer feminist. De combinatie van conservatisme en feminisme leidt tot duizelingwekkende gedachtenexcercities. Kunnen die twee überhaupt samengaan? Beslist niet, zegt traditioneel links-Amerika. Zelfredzaamheid, zelfstandigheid en zelfbewustzijn van vrouwen kún je bijvoorbeeld helemaal niet verenigen met een anti-abortusstandpunt. Michele Bachmann wil abortus het liefste verbieden, ook voor slachtoffers van verkrachting of incest. Ook heeft ze gezegd dat zwarte Amerikanen en ‘andere minderheden’ de financiële crisis hebben veroorzaakt en is ze naar eigen zeggen door God ‘gezalfd’ om te voorkomen dat homoseksuelen met elkaar kunnen trouwen. En nog steeds wordt ze door velen gezien als een moderne powervrouw.
Z
owel Sarah Palin als Michele Bachmann worden in belangrijke mate gesteund door mannen. Volgens Gloria Steinem, mede-oprichter van Ms. Magazine – de Amerikaanse Opzij –, komt dat juist door de thema’s waar beide kandidaten zich sterk voor maken. ‘Ferme opvattingen over ethische kwesties en het gezin als hoeksteen van de samenleving, worden alleen nog maar prachtiger als ze worden uitgedragen door een vrouw,’ zei Steinem in een recent interview met ABC News. Daarmee wordt die vrouw namelijk een stuk minder bedreigend, minder bitchy. Immers: ze staat voor bescherming en veiligheid van ongeboren kinderen en een bloeiend gezinsleven. De deelname van Bachmann en wellicht Palin aan de presidentiële race is op voorhand absoluut geen verloren zaak. Bij de Tea Party wordt een bijzondere cocktail geschonken. De vraag is of de vrouwelijke kiezer er een slokje van wenst. Reageren op dit artikel? Ga naar www.opzij.nl/forum
de wereld van Opzij
Een slimme meid vult haar vrieskist op tijd
essAy
tekst Mensje Melchior beeld Van der schaaf & Hoogendoorn
Nederlandse vrouwen stellen het krijgen van kinderen lang uit. Nu biedt de diepvriesoptie nóg meer mogelijkheid die keuze voor zich uit te schuiven. Ook journalist Mensje Melchior (34) worstelt met haar kinderwens. Zal ze haar kop in het zand steken en hopen dat ze over een paar jaar nog spontaan zwanger raakt of extra tijd kopen door haar eicellen in te vriezen?
v
oor de buitenwereld lijkt het alsof ik alles voor elkaar heb om aan kinderen te beginnen. Ik ben tien jaar getrouwd, heb als journalist een goedlopende freelancepraktijk en sta vol zelfvertrouwen in het leven. Toch heb ik last van een knagende twijfel. Kan ik de zware verantwoordelijkheid van kinderen wel aan? En – nog belangrijker – wil ik ze eigenlijk wel? Het liefste zou ik nog een paar jaartjes wachten, maar ja, die vervelende biologische klok tikt vrolijk door. Wanneer ik mijn twijfel in mijn omgeving uit, heeft iedereen een gepeperde mening klaar. Mijn ouders laten fijntjes weten dat ze eindelijk weleens opa en oma willen worden. Een vriendin met een kersverse baby roept vol overtuiging: ‘Niet twijfelen, er is niets mooiers dan dit.’ Ik kijk naar de donkere wallen onder haar ogen en weet dat die schattige baby haar straks weer de hele nacht wakker zal houden. Een ander, een pittige carrièrevrouw van 45, komt met een praktisch advies: ‘Als ik jou was zou ik je eicellen laten invriezen. En wel nu meteen. Ik wou dat ik die kans had gehad. Nu ik de man van mijn leven eindelijk ben tegengekomen, kan ik geen kinderen meer krijgen.’ Het is het grote dilemma van mijn generatie. De wereld ligt aan onze voeten: we kunnen studeren, reizen en een carrière najagen. Maar settelen is een heel ander verhaal. De laatste twee decennia krijgen Nederlandse vrouwen steeds later kinderen. De
gemiddelde leeftijd waarop we onze eerste krijgen, is 29 jaar – bij hoogopgeleide vrouwen zelfs 34. In Europa zijn alleen Italiaanse en Spaanse vrouwen nog langzamer. In de media worden uitstelmoeders vaak afgeschilderd als egoïstische carrièrevrouwen die veel te lang hun kop in het zand steken. Maar feit is dat wij tussen ons 20ste en 35ste jaar een ware tour de force moeten volbrengen: studeren, carrière maken, de juiste man vinden, een huis kopen en zwanger worden. Veel te veel in korte tijd. Tel daarbij op dat in ons land van het vrouwvolk nog altijd impliciet wordt verwacht dat zij hun carrière op een laag pitje zetten zodra het grut er is en ik vind het niet zo vreemd dat vrouwen steeds later aan dat gezinnetje toekomen. Eicellen invriezen kan sinds kort een paar jaar respijt bieden. Vanaf 2011 kan het ook in Nederland. Meer dan een jaar geleden kondigde het AMC aan dat het vrouwen de kans wil bieden eicellen te laten invriezen om sociale redenen. Er brak een storm van kritiek los, vooral van de christelijke partijen. De argumenten? Wensgeneeskunde, de verkeerde oplossing voor een maatschappelijk probleem en ook nog eens hartstikke zielig, die kinderen met omamoeders. De staatssecretaris voor volksgezondheid vroeg de beroepsvereniging van gynaecologen, de NVOG, een standpunt in te nemen. Dit najaar deden zij dat: de bezwaren wegen niet zwaar genoeg om vrouwen deze techniek te ontzeggen. Nu zijn vrouwen die hun eicellen veilig willen stellen nog aangewezen op België. Zij kunnen sinds een jaar terecht bij het Universitair Ziekenhuis Brussel. Gynaecoloog Dominic Stoop heeft vijftig vrouwen over de vloer gehad, van wie ruim de helft Nederlands was. ‘Deze vrouwen nemen hun besluit niet lichtvaardig. Ze weten heel goed dat het geen garantie is. Meestal hebben ze geen relatie of vinden ze hun relatie nog te pril om met-
dIePvRIeskINdJe
We kunnen alles: studeren, reizen en een carrière najagen. Maar settelen is een ander verhaal OPZIJ de vrouwelijke opinie JANUARI 2011
27
DIePvRIeskINDJe
een al aan kinderen te beginnen. Ze voelen opluchting als hun eicellen de vriescontainer in zijn gegaan. Er valt een enorme druk van hun schouders nu ze weten dat ze niet meer zoveel haast hebben.’ Stoop meent dat eicellen invriezen veel ellende kan voorkomen. ‘Ik behandel ook veel vrouwen die met ivf zwanger proberen te worden en weet zeker dat een deel van hen beter af was geweest als ze een paar jaar geleden de kans zouden hebben gehad om hun – toen nog gezonde – eicellen in te vriezen.’
i
n zo’n Brusselse vrieskist liggen vijftien eicellen bij -196 graden Celsius op Shanta Singh (37) te wachten. Singh, jurist, ziet de biologische deadline naderen, maar heeft geen relatie. ‘Soms denk ik dat ik mannen afschrik omdat ik heel actief ben. Ik deed drie studies tegelijk, ben nu een eigen advocatenpraktijk begonnen en daarnaast ook nog deelraadslid voor D66. Het klinkt gek anno 2010, maar ik denk dat veel mannen actieve en ontwikkelde vrouwen nog altijd een beetje intimiderend vinden.’ Ze wil voorkomen dat ze later, wanneer ze misschien wel een partner heeft, geen kinderen meer kan krijgen. ‘Ik zou vast en zeker een goede moeder zijn. Natuurlijk heb ik erover nagedacht om alleenstaande moeder te worden. Maar ik vind dat een kind ook een vader nodig heeft.’ Voordat haar eicellen konden worden ingevroren, moest ze tien dagen hormonen spuiten. Dat stimuleerde de rijping van de eicellen. Last van bijwerkingen had ze niet. De eerste keer dat de arts met een naald door haar vaginawand heen prikte om de eicellen uit de follikels in haar eierstokken te zuigen, voelde ze er weinig van. Maar ze moest nog een keer om een betrouwbaar voorraadje te verzamelen. Die tweede keer was het wel pijnlijk. ‘Maar om nou te zeggen dat het een heel ingrijpende behandeling is, nee.’
Singh heeft zichzelf een deadline van 45 jaar opgelegd, ook al kan terugplaatsen in België tot je 47ste. ‘Ik zie niet in waarom ik dan te oud zou zijn. Mijn vader was ook 45 toen ik geboren werd. Als klein kind merkte ik niet dat hij ouder was dan andere vaders. Een “rijpere” moeder kan haar kind wellicht meer meegeven dan iemand die al op haar 22ste kinderen krijgt. Ik vind het vreemd dat veel mensen oudere moeders als een maatschappelijk probleem zien, terwijl niemand zich druk maakt om oudere mannen die door een tweede leg vader worden.’ Daar heeft Singh een goed punt. Vrouwen wordt verweten dat zij veel te laat moeder worden, maar de gemiddelde leeftijd waarop mannen hun eerste kind krijgen ligt nog hoger. Daar hoor je niemand over. Hoeveel mensen hebben verwijtend over Harry Mulisch gezegd dat ‘we dit met z’n allen toch niet moeten willen’
Een ‘rijpere’ moeder kan haar kind wellicht meer meegeven dan iemand die al op haar 22ste kinderen krijgt
toen hij op zijn 65ste nog vader werd van zoon Menzo? Spermacellen kunnen al meer dan vijftig jaar worden ingevroren. Fanatieke wielrenners laten dat vaak doen omdat deze sport hun vruchtbaarheid kan aantasten. Toch spreekt niemand in dat geval van wensgeneeskunde. Hoe kan dat toch? Rien Crooij heeft daar wel ideeën over. Hij werkt als gynaecoloog bij Medisch Centrum Kinderwens, een fertiliteitskliniek in Leiderdorp. Ook dit centrum zal vanaf begin volgend jaar eicellen invriezen van vrouwen die het kinderen krijgen nog even uitstellen. Achter alle ophef schuilt volgens Crooij de angst dat vrouwen massaal nóg later zwanger zullen worden. ‘Mensen hebben het gevoel dat er weer een technische mogelijkheid bij komt die het uitgestelde moederschap in de hand werkt. Die angst moeten we serieus nemen. Als gynaecoloog zou ik ook liever zien dat vrouwen jonger aan kinderen beginnen: dan hebben ze minder problemen met vruchtbaarheid en minder complicaties tijdens de zwangerschap. En hun kinderen lopen ook een kleinere kans om afwijkingen te krijgen.’ Maar, zo ziet ook Crooij, de realiteit is dat vrouwen later zwanger worden. Daarom vindt hij toch dat vrouwen de vrijheid moeten hebben voor invriezen te kiezen. ‘Zwanger worden met een 35-jarige eicel gaat nou eenmaal veel makkelijker dan met een 45-jarige. Deze methode is biologisch gezien second best, maar het is wel een goede oplossing voor vrouwen die niet op tijd aan kinderen kunnen beginnen.’
m
ij klinkt het steeds meer als muziek in de oren. Ik heb altijd geweten dat ik zo laat mogelijk aan de kinderen wilde: 35 leek me de ideale leeftijd. Maar nu die nadert, heb ik veel over voor nog een paar jaartjes uitstel. Ik ben er nog steeds niet van overtuigd of ik wel
EicEllEn invriEzEn, hoE En wat?
Waarom zou je het doen?
Mannen kunnen hun spermacellen al meer dan vijftig jaar laten invriezen. Toch spreekt niemand in dat geval van wensgeneeskunde
Bij oudere vrouwen is reageerbuisbevruchting (ivf) vaak minder effectief omdat hun eicellen van slechtere kwaliteit zijn. De kans dat een vrouw van 40 zwanger wordt en een gezond kind krijgt, is veel groter met een 35-jarige ingevroren eicel dan met gewone ivf. Maar het is zeker geen garantie: ook met ingevroren eicellen kan het zijn dat het niet lukt.
Hoe werkt het? De vrouw spuit tien tot vijftien dagen hormonen om de eicelproductie te bevorderen. Daarna gaat de arts met een naald door de vaginawand heen en haalt de eicellen uit het lichaam. Vervolgens worden de eicellen ingevroren bij -196 graden Celsius en in het ziekenhuis bewaard. Wanneer de vrouw zwanger wil worden, worden ze ontdooid en met behulp van ivf met een zaadcel bevrucht. Na lichte hormoonstimulatie plaatst de arts het embryo in de baarmoeder.
Is het veilig? Tot nu toe zijn er in het buitenland ongeveer duizend baby’s geboren via deze techniek; het aantal afwijkingen ligt bij hen net zo hoog als bij andere baby’s. Maar de kinderen zijn nog niet voor langere tijd gevolgd. De risico’s van de behandeling zijn voor de vrouw zelf klein, zegt hoogleraar voortplantingsgeneeskunde Jan Kremer. ‘Net zo klein als bij een normale ivf-behandeling. Ongeveer 1 procent van de vrouwen loopt kans op overstimulatie door de hormonen. Zij worden daar tijdelijk ziek van. Ook infecties en bloedingen door de punctie komen voor, maar dat is nog zeldzamer.’
Waar kan het? Naar verwachting starten het AMC en MC Kinderwens begin 2011 met het invriezen van eicellen om sociale redenen. Ook kun je terecht bij het Universitair Ziekenhuis Brussel. Vrouwen tussen 30 en 40 jaar komen ervoor in aanmerking; de maximale leeftijd waarop de eicellen worden teruggeplaatst, is in ons land straks 45.
Wat kost het? In Nederland zal het tussen de 2500 en 3000 euro per invriesbehandeling gaan kosten. Vaak zijn er meerdere behandelingen nodig om genoeg eicellen te oogsten. Voorlopig vergoedt de zorgverzekeraar het niet en moet je het dus zelf betalen. Het terugplaatsen valt onder de gewone ivf-behandelingen: daar krijg je er volgens de huidige regels drie van vergoed. Een Kamermeerderheid is tegen het kabinetsvoorstel dit aantal te reduceren tot één. OPZIJ de vrouwelijke opinie JANUARI 2011
29
DIePvRIeskINDJe
kinderen wil. Daar komt bij dat ik de komende twee jaar tussen de deadlines door in de avonduren en weekeinden aan een boek wil werken. Hoe krijg ik dat ooit af als ik ook nog tussendoor luiers moet verschonen? Vriendinnen die wel kinderen hebben, zijn voor mij niet de meest stimulerende voorbeelden. Een uitzondering daargelaten zijn ze allemaal parttime gaan werken. Hun baan wordt dan iets leuks voor erbij, en niet langer de uitdagende weg naar zelfontplooiing. Maar ik begrijp het wel: kinderopvang is duur en fulltime werkende vrouwen moeten opboksen tegen het beeld dat ze ontaarde moeders zijn. Ik kan natuurlijk struisvogelpolitiek toepassen. Nog een paar jaartjes uitstel en daarna op hoop van zegen alsnog proberen zwanger te worden. Maar zou het niet veel beter zijn om voor de zekerheid een noodvoorraadje eicellen aan te leggen? Gynaecoloog Crooij zegt dat ik dat best kan doen. ‘Ik vind het heel verstandig om als 34-jarige vrouw je eicellen in te laten vriezen als je om welke reden dan ook nog niet aan het moederschap toe bent. Het is geen garantie, maar je kunt er wel mee voorkomen dat je over vijf jaar in de molen van allerlei intensieve vruchtbaarheidsbehandelingen terechtkomt.’ De vraag is wat op de lange termijn de invloed zal zijn van deze nieuwe mogelijkheid. Zullen veel singles, twijfelaars en carrièrejagers liever voor een diepvriesbaby gaan dan op tijd een kind te krijgen? De deskundigen menen van niet. Crooij: ‘Ik denk dat slechts een handjevol vrouwen hiervoor kiest. Ze moeten het zelf betalen en als je drie keer een behandeling nodig hebt om voldoende eicellen te kunnen invriezen, zit je al gauw op 8000 euro. De meeste vrouwen zullen de “natuurlijke manier” prefereren. Het is natuurlijk ook veel prettiger om je in de slaapkamer te laten bevruchten dan bij mij op de
Vriendinnen die wel kinderen hebben, zijn voor mij niet de meest stimulerende voorbeelden. Ze werken nu bijna allemaal in deeltijd
behandelstoel. Maar we weten niet echt zeker of invriezen een zeldzaamheid blijft. Bij ivf dachten deskundigen aanvankelijk ook dat het niet zo’n vaart zou lopen; nu zijn er wereldwijd al ruim drie miljoen baby’s mee geboren. Wie weet blijkt over een paar decennia dat Nederlandse vrouwen toch massaal voor de zekerheid van een voorraadje gezonde eicellen hebben gekozen.’
e
en mooi bijverschijnsel van de vrieskistoptie is dat vrouwen nu misschien meer gaan nadenken over wanneer ze aan kinderen beginnen, hoopt Jan Kremer, hoogleraar voortplantingsgeneeskunde en gynaecoloog bij het UMC St. Radboud. Volgens hem zijn vrouwen niet doordrongen van de keiharde statistieken. ‘Op je 39ste is de kans dat je spontaan zwanger wordt nog maar 10 procent van de kansen die je op je 25ste had. Wanneer ik dat in mijn praktijk vertel, zijn vrouwen meestal verbaasd. De helft van de vrouwen is na haar 40ste onvruchtbaar en zal nooit meer zwanger worden.’ Kremer was voorzitter van de commissie van de gynaecologenvereniging die het standpunt over het invriezen van eicellen formuleerde. Hij
ziet de voordelen, maar wil toch waarschuwen dat het allemaal geen garantie is. ‘Eigenlijk weten we nog niet hoe groot de kans is dat je met ingevroren, jonge eicellen zwanger wordt. En hoeveel eicellen je nodig hebt om een goede kans te maken, is ook nog niet duidelijk. Zijn het er tien of dertig? Op dit moment worden twee op de drie mensen die ivf ondergaan uiteindelijk zwanger. De kans met jonge eicellen neemt wel toe, met hoeveel weten we alleen nog niet. Als je écht verstandig bent, begin je gewoon op tijd.’ Eén ding is duidelijk: ik moet binnenkort in ieder geval een beslissing nemen. Alle angsten en twijfels opzijzetten en in het diepe springen? Of toch maar opteren voor een diepvrieskindje? Wanneer ik mijn dilemma voorleg aan de Amerikaanse journalist Rachel Lehmann-Haupt, auteur van het boek Baby op bestelling, vindt zij dat ik maar beter het zekere voor het onzekere kan nemen. ‘Wacht niet te lang. Durf je het nu echt nog niet aan om kinderen te krijgen, koop dan extra tijd.’ Zij deed het op haar 37ste. Er ging een hele zoektocht aan vooraf naar wat ze als single met een gestaag doortikkende biologische klok kan doen om haar vruchtbaarheid veilig te stellen. Aanvankelijk zou ze de helft van de eicellen laten bevruchten met het zaad van een anonieme student. ‘Maar op het laatst bedacht ik dat ik de ware misschien toch nog zou tegenkomen. Dan laat ik die eicellen natuurlijk veel liever bevruchten met het zaad van mijn geliefde.’ Inmiddels is Lehmann-Haupt 41, nog steeds single, en de eicellen liggen nog altijd in de vrieskist. De klok tikt door. ‘Ik hoop dat ik voor mijn 45ste alsnog Mister Right ontmoet. Zo niet, dan ga ik het toch maar alleen doen. Ik weet namelijk zeker dat ik hoe dan ook een kindje wil.’ Reageren op dit artikel? Ga naar www.opzij.nl/forum
inezweski
beeld
fra n k ru i t er
Het ware beter geweest als mét Het trouwboeket ook de scHeiding vast was ingecalculeerd
Peinzend over ‘de keukentafel’ die Opzij deze maand in een nieuwe serie introduceert, realiseer ik me dat ik dit meubelstuk voornamelijk ken als stille getuige op de plaats delict, al dan niet met een mes of ander wapen in de buurt – net zulke huiselijke ingrediënten als de besmeurde jurken of kousen van stagiaires of kamermeisjes. in meer utopische zin staat de keukentafel meestal voor een beeld uit de jaren vijftig: het gezin glimmend van groene zeep, met brillantinehaar strak boven de gladde wangen, niet gehinderd door huwelijkse voorwaarden, begrippen als aDHD of zoiets onbespreekbaars als echtscheiding – een gezin waar moeder nog nederig het huishoudboekje ter controle aan vader toont. Sommige politieke partijen lijken daar hun programma op te baseren en verlangen, in hun angst voor de grootheid van de wereldhorizon, terug naar die geschiedvervalsende geborgenheid van de ellebogen op dat kriebelende tafelkleed. terug naar de moederschoot. terug naar af. Doch dit terzijde uiteraard. De nieuwe serie in Opzij richt zich op het voorkomen van de negatieve bijwerkingen in een relatie. als advocaat heb ook ik mij ooit wel beziggehouden met familierechtzaken rond ouders die elkaar, de kinderen en de theelepeltjes bevochten. Gelet op de gemiddelde scheidingskans van 1 op 3 ware het beter geweest als vóór dat huwelijk tezamen met het trouwboeket ook de toekomstige scheiding alvast was ingecalculeerd. Dat zou wellicht het toekomstige ongeluk dragelijker maken. Maar daarmee nog niet voorspelbaar. De bij aanvang van de relatie zo leuke bakkebaarden staan na tien jaar tegen of blijken een laffe inborst te verhullen. De mens verandert. Meningen, muziek, het leven doen iemand veranderen. en dat loopt soms nu eenmaal niet synchroon met de ander, die in wrok achterblijft of gewoon een andere horizon tegemoet is gegaan. en dan is het juridisch en ook voor eventuele kinderen wel handig als er nog wat op papier staat waarmee uitgezwaaid kan worden.
Bij keukentafels, huwelijken en huishoudboekjes kan ik het ook niet laten te denken aan dat gezelschap vergaderende europese leiders, die met scheve blikken elkaars eurohuishoudboekje narekenen en tot op het miljard precies en met de kaarten dicht tegen de borst hun eigen inleg berekenen.
Welk land mag nog aan de keukentafel aanschuiven? Wie mag niet meer meeeten? Wie moet voortaan de eigen boontjes doppen? De gevolgen van een europees verstandshuwelijk, maar dan eigenlijk zonder verstand en zonder dat men elkaar, laat staan elkaars liefhebberijen, ook echt kende. en vooral zonder het besef dat er echtgenoten zijn met een gat in de hand. Ondertussen laten de zwermen speculanten rond de euro zich niet wegslaan en keuvelen de wereldleiders door over wie welk land met welk leger mag vertegenwoordigen en binnenvallen – met nu weer op de achtergrond de naklank van het noorse drama, haat tegen het linkse gedachtegoed en een noor met een wapenvergunning.
Natuurlijk hoopt de gemiddelde burger zich slechts te hoeven bekommeren om het plannen van zijn leven van verloving tot begrafenis, liefst in dezelfde gezinssamenstelling en met dezelfde buren en nooit een onvertogen woord. een reallife Truman Show, die statistisch gezien weliswaar vroegtijdig zal eindigen maar hopelijk gepaard met slechts klein voorspelbaar leed. terug bij die wereldleiders is mijn wens dat zij de huishoudboekjes, de richtlijnen voor helm en driepuntsgordel en de verfijning van teksten als Smoking can kill you even terzijde leggen en in plaats daarvan de slogan Guns can kill you bespreken alsmede de vraag waar die dingen eigenlijk vandaan komen. kennelijk vooralsnog geen gepast internationaal keukentafelgesprek.
Inez
Inez Weski is een van Nederlands bekendste en opvallendste strafpleiters. Samen met haar zus, zwager en zoon runt zij advocatenkantoor Weski Heinrici Advocaten in Rotterdam. Ze zit al 32 jaar in de advocatuur.
OPZIJ de vrouwelijke opinie SEPTEMBER 2011
49
‘Ik doe niet aan kleine liefdes. Het moet groot’
opZiJ inTeRVieW ReeKS
wereldvrouwen [22] tekst els Quaegebeur beeld Joost van den Broek
Twintig jaar geleden verwierf ze zich met haar debuut De wetten in één klap een sterrenstatus die destijds ongekend was in de nederlandse literaire wereld. Die roem is nooit meer verbleekt – ze is een van de grote schrijvers van deze tijd. maar aan een nieuwe roman moet ze voorlopig niet denken. een logboek over de rouwperiode na de dood van haar man Hans van mierlo, nu bijna een jaar geleden, is momenteel het hoogst haalbare. ‘Rouw maakt krachteloos en slap.’ in de serie Wereldvrouwen deze maand: connie palmen.
Hoe doet iemand open voor bezoek dat wordt verwacht maar toch vreemd is? Schrijver Connie Palmen (55) blijft een beetje achter de voordeur staan; ze verschijnt niet meteen in het zicht van het monumentale grachtenpand in de Amsterdamse binnenstad. Palmen woonde hier samen met haar man Hans van Mierlo, tot hij overleed op 11 maart 2010 – vier maanden na hun huwelijk dat werd gesloten op de elfde van de elfde, elf jaar en elf dagen na hun eerste ontmoeting. Naast het huis is een lagere school. Hij gaat net uit. Een ongeordend koor van kinderstemmen danst over de gracht. Palmen steekt haar hoofd even naar buiten: ‘Het is mooi, al dat jonge leven, maar het is ook fijn dat ik het zo weer kan buitensluiten.’ Ze doet de deur dicht, met een glimlach. Op het eerste gezicht lijkt ze maar niet ouder te worden. Haar frêle gestalte, het verwarde piekhaar, de grote heldere ogen. Haar gezicht laat duidelijk zien dat ze heeft geleefd, dat is het niet, maar toch oogt ze jong, soms bijna meisjesachtig. Het is drie uur in de middag. Op de tafel bij de bank in de woonkamer staat een thermoskan met kruidenthee en twee theeglazen, naast een pakje Marlboro, een asbak en de afstandsbediening van de televisie. De schrijver schenkt thee in en steekt een sigaret op. Dan gaat ze voorover zitten met de ellebogen op haar knieën en de schouders hoog opgetrokken in een grote harige bodywarmer. Bent u aan het schrijven? ‘Jawel, maar niet aan een roman over Hans van Mierlo, zoals in de pers wordt beweerd. Ik zou nu niet aan een roman moeten denken. Volgend jaar ook niet. Het jaar daarna, misschien. Wel werk ik aan een logboek, sinds vijftig dagen na de dood van Hans. Het is een term uit de scheepvaart. Een logboek meet de snelheid van iets en daarmee tot in detail de plaats waar je bent; in dit geval mijn plaats in een zee van pijn. Ik vind het een stomvervelend genre, hoor, maar ik ben ermee begonnen omdat ik weet, uit ervaring helaas, dat je veel vergeet tijdens en over een periode van rouw. Ook het geheugen is zichzelf niet.’ Hebt u daar een verklaring voor? ‘Niet wetenschappelijk, maar ik heb er natuurlijk einde-
loos over nagedacht. Ik denk dat de amnesie van het verdriet na de dood van een geliefde functioneel is. Het brein drukt de deleteknop in. De pijn is namelijk zo verschrikkelijk erg. Je móét het vergeten. Als mensen zouden weten, zouden onthouden, hoe erg het is iemand te verliezen van wie je zoveel houdt, zou niemand zich meer hechten aan een ander. Ze zouden niet meer willen liefhebben of zich overgeven, geen vriendschappen meer willen aangaan. Zoals vrouwen ook de pijn van het baren vergeten. Zo, denkt het brein dan: hier moeten we even wat gelukshormonen in gooien, anders doet dit vrouwtje het nooit meer en dan sterft het menselijke ras uit. Eeuwig zonde.’ Voelde u met de functionele amnesie ook uw grip op de liefde een beetje wegsijpelen? ‘Nee, dat had er niets mee te maken. Ik ben een logboek begonnen niet zozeer om over onze relatie te schrijven, maar omdat ik niet wilde vergeten wat ik dacht en voelde over mijn verdriet. Dat zou weer een soort afscheid zijn en ik wilde even geen afscheid in mijn leven. De eerste ziekmakende en gruwelijke weken na het overlijden van Hans bracht ik door in een staat van opperste helderheid, net als destijds bij Ischa. Na vijftig dagen voelde ik paniek. Ik merkte dat ik al zoveel kwijt was, ook dingen die ik in de zuivere scherpte van de eerste dagen had ervaren. Ik zocht een manier om dat vast te houden. Vlak na het overlijden van Ischa kon ik geen pen vasthouden, letterlijk niet. Deze keer ook niet maar nu heb ik gelukkig een computer. Tikken op een toetsenbord is fysiek makkelijker dan echt schrijven als je verdrietig bent. Rouw maakt zo krachteloos en slap dat ik mijn eigen handschrift niet eens kan teruglezen.’ Is schrijven op zo’n moment ook een redding, desnoods in een genre dat u eigenlijk niet aanstaat, zoals een logboek? ‘Als een schrijver een dood meemaakt, is dat een lange tijd het enige waarover hij kan schrijven, of het nou voor Adri (van der Heijden, EQ) het verlies is van zijn enige zoon, voor Frans Thomése de dood van zijn jonge kindje of voor mij het wegvallen van een grote liefde. Schrijvers kunnen niet anders, zelfs al liepen we rond met een romanidee dat elk ander boek overbodig maakt – vooral ons eigen werk natuurlijk. Dat is allemaal onmiddellijk aan de kant geschopt, meegezogen in de rivier van vergetelheid. Goed, elke kunstvorm is altijd een overlevingsmechanisme, ook in zijn oervorm. Een overlevingsvorm die verder reikt dan overleven. Om het bij schrijven te houden: natuurlijk gaat niet elke schrijver mank aan hetzelfde tekort, maar wat ze gemeenschappelijk hebben, is dat iets in hun leven niet goed gaat.’ Kunnen flierefluitende zondagskinderen geen goede schrijvers zijn? ‘Nee. Er moet iets mis zijn. Niet eens zozeer met dat leven of met die jeugd maar met het vermogen om bepaalde as-
connie palmen
pecten van dat leven aan te kunnen. Ik probeer bij andere schrijvers altijd te ontdekken aan welke mestvaalt van onvermogen hun talent ontsproten is.’ Wat ziet u als u dit oog op uzelf richt? ‘De mesthoop van onvermogen waar ik nooit van afkom, is dat ik iemand van weinigen ben. Dat betekent dat ik me verschrikkelijk hecht aan één iemand. Die ene wordt allesbetekenend en de rest doet er niet meer toe. Ik doe niet aan kleine liefdes. Het moet groot.’ Wat bedoelt u daarmee? ‘Een grote liefde kenmerkt zich voor mij door afhankelijkheid. Dat is de belangrijkste voorwaarde voor een relatie, anders is het geen liefde. De meeste mensen geven de voorkeur aan een bepaalde mate van afstand in hun relatie. Ik zou dat niet kunnen verdragen. Ik ben altijd beschikbaar voor die ene en mijn hang naar symbiose is overheersend in mijn leven. Ik heb het zelfs met vriendinnen. Mijn vriendschappen moeten ook meer zijn dan gewoon.’
‘Een logboek meet tot in detail de plaats waar je bent; in dit geval mijn plaats in een zee van pijn’
Kunt u goed alleen zijn? ‘Afhankelijkheid heeft weinig te maken met een onvermogen tot afzondering. Ik kan goed alleen zijn, dat hoort ook bij mij als schrijver. Alleen, als ik een grote liefde in mijn leven heb, kan ik hem slecht missen. Hans heeft als minister van staat nogal wat reizen gemaakt. Dat vond ik erg moeilijk. Hij gelukkig ook. Maar ik moet zeggen, hij leed er minder onder dan ik. Dat heeft ermee te maken dat hij meer van verlangen hield dan ik. Hij was romantischer. Immens veel bellen als we een paar dagen gescheiden waren, weten dat we elkaar over drie, over twee, over één dag weer zouden zien. Hij genoot van dat romantische lijden. Ik niet. Ik ben bang voor honger. Zeer onplezierig. Ook letterlijk. Er moet altijd genoeg in huis zijn.’ Hebt u een radar voor mensen die ook zo in elkaar zitten? ‘Ja. Alleen zo iemand zal net zoveel van mij houden als ik van hem. Bovendien verdraag ik iemand niet die het met minder doet.’ En iemand die meer ruimte nodig heeft, verdraagt ú niet. ‘Nee, wij zijn onduldbare personen voor iets normalere mensen in de liefde. Juist omdat ik het zo nodig heb, heb ik een intuïtie voor mannen die niet alleen mijn afhankelijkheid verdragen maar die ook zo zijn, ook al weten ze dat misschien van zichzelf niet. Pas in de loop van mijn leven ben ik dat aspect van mijn karakter beter gaan begrijpen. En misschien ben ik er gek genoeg wel het meest van gaan begrijpen door dit logboek.’ De telefoon gaat. Haar ringtone is een nummer van James Brown: I Feel Good. ‘Ironisch hoor, dit. Ironisch bedoeld ook.’ Ze neemt op. Het gesprek gaat over de aankomende televisieserie waarin schrijver Abdelkader Benali zes col-
‘Hans genoot van dat romantische lijden. Ik niet’
Het wordt pas interessant als je dingen gaat duiden en interpreteren, als je onvermoede verbanden blootlegt of suggereert. Toen Hans doodging, was ik al drie jaar bezig met het bestuderen van de bijbelse figuur Judas, de verrader van Christus. Na Lucifer zou dat de titel zijn van mijn volgende boek. Het onderliggende gedachtengoed bij beide romans is dat het goede het kwade nodig heeft. Judas krijgt een rol in het logboek. Hoe precies weet ik nog niet, daar gaat straks het denkwerk in zitten. Wat ik wel weet, is dat het allemaal met elkaar te maken heeft: verraad, hechting, vriendschap, schrijven.’ U hebt binnen betrekkelijk korte tijd twee van uw grote liefdes verloren. Ziet u de dood als een verrader? ‘Nee. Daar is de dood te willekeurig voor. En vrij noodzakelijk, helaas. Hij hoort zo bij het leven, daar kan ik echt niet boos op zijn.’ Bent u beter bestand tegen verlies omdat u het hebt meegemaakt en probeert de achtergronden te doorgronden? ‘Nee, dat maakt me helemaal nergens bestand tegen. Het enige wat ik denk is: ik doe het nooit meer, nooit meer. Wat er van die stelligheid zal overblijven, weet ik niet. Daar is het nog te vroeg voor.’ Ze kijkt de kamer rond, alsof ze zoekt naar iets. Dan gaat ze verzitten, haar benen zijdelings op de rode bank, kin in de palm van haar hand. ‘Weet je wanneer de grootste doodsangst geboren wordt? Met de geboorte van een kind.’
lega-schrijvers, onder wie Connie Palmen, aan het woord zal laten over de bron van hun vak. Precies twintig jaar geleden werd Palmen in één klap van onbekende filosoof en debutant tot de sensatie van de nieuwe Nederlandse literatuur met haar debuutroman De wetten. Ze verwierf in korte tijd een sterrenstatus die destijds ongekend was in de Nederlandse literaire wereld. Palmen zegt goed te kunnen omgaan met roem, ondanks dat ze aan het begin van haar carrière bereid was tot een ‘haast kloosterlijk bestaan’. ‘Frans Thomése vroeg laatst aan me: “De schrijver als rockster. Is dat met jou begonnen?” Ik denk dat dat wel een beetje zo is. Voor mij was het verbijsterend in het begin. Inmiddels vind ik het wel fijn, ja. Althans, ik vind het minder erg dan je zou denken van mij. Roem is theater. Dat heeft leuke kanten. Ook op een wetenschappelijk vlak heb ik roem altijd interessant gevonden. Ik ben erop afgestudeerd in de filosofie. Het publieke evenbeeld als personage, dat boeit me zeer.’ Krijgt u niet altijd eindeloos veel vragen over autobiografische aspecten in wat u schrijft? ‘Jawel. Maar met die ontwikkeling hebben alle schrijvers te maken. Literaire critici zijn daar te veel mee bezig. Waarheid of onwaarheid zijn bij uitstek falende kenmerken om te definiëren wat een roman is. Feiten zijn saai.
Hoe weet u dat? U hebt geen kinderen, toch? ‘Nee, maar ik denk dat ik het weet omdat ik zo’n zorgzame en overbezorgde moeder heb. Panisch bezorgd over ons alle vier – mijn drie broers en ik. Altijd geweest.’ Heeft ze het nooit erg gevonden dat u kinderloos bent? Verstoken gebleven van die levensbepalende bezorgdheid? ‘Slechts een van ons heeft kinderen. We hebben het er nooit over gehad, maar volgens mij heeft ze dat niet erg gevonden. Mijn moeder is een wijze, intelligente vrouw en tegelijk een aandoenlijk wezen. Erg geestig ook. Als oudste van twaalf kinderen mocht zij niet studeren. Ze vond het een verbazingwekkende gewaarwording dat ze vier van zulke bollebozen heeft gebaard. Soms bedenk ik me wat mijn vader en zij hebben gemist. Lezen, studeren; wij kregen dat cadeau, van hen, en zij kunnen niet meer bij dat genot, nooit meer. Hou het dan maar eens droog. Of voel je dan maar eens niet schuldig, of niet mededogend, of niet verwend. Aan de andere kant, er is ze ook een hoop zwaarte bespaard gebleven. Kennis doet pijn, ook.’ Was uw vader haar grote liefde, op de manier waarop u dat begrip definieert? ‘Het was wel echte liefde. Ze heeft veel van hem gehouden. En hij adoreerde haar. Hij vond haar grappig, mooi,
connie palmen
leuk – met al haar neuroses en gekkigheden. Ik lijk wel op mijn moeder maar hierin niet. Om zo lief te hebben zoals ik... nee, zo’n kamikazetrut is ze niet. Dat is daarbij ook een liefde die je je moet kunnen permitteren. Of willen. Er passen bijvoorbeeld geen kinderen bij, door de allesoverheersende absorptie en de uitsluiting.’ Zijn uw vriendschappen veranderlijk? ‘Ik heb oude vriendschappen verloren en ik heb er grandioze vriendschappen bij gekregen. Van Hans heb ik geleerd om andersoortige vriendschappen aan te kunnen. Hans was een aimabele, warme man die met veel mensen langdurige vriendschappen onderhield. Hij was van nature barmhartig en tolerant. Bij mij is dat aangeleerd gedrag. Ik zie het kwaad onmiddellijk, en kan er nog sympathie voor hebben ook. Ik ben niet zo bang voor vijandschap, woede, afkeer. Er is niets mis hoor, met een vijand die de moeite waard is. Het scherpt je zelfinzicht. Ik heb, denk ik, het meest geleerd van mijn weerzin tegen bepaalde types.’ Welke zijn dat? ‘De grootste afkeer heb ik van manipulatieve mensen. Of nee, van de masochisten. Serviele masochisten. Die zijn namelijk altijd boos, meestal onderhuids. Jezus, wat is dat erg. Er zelf voor kiezen om slaafs in de schaduw van anderen te staan maar uithalen daar waar ze de kans krijgen, door misbruik te maken van hun zogenaamde bereidwillige nederigheid.’
Het blijft zich lang gedragen alsof er wel nog iemand is die je kunt vastpakken en liefhebben. Het is soms angstaanjagend dat er geen garantie is dat het zal ophouden, zoals de vorige keer. Ik ben vijftien jaar ouder. De liefde was drie keer zo lang. En veel stabieler. Minder neurotisch. Of nee, dat zou suggereren dat ik op een gezonde manier liefhad en dat is gewoon niet waar.’ Misschien een minder neurotische man waardoor het minder opviel? ‘Nou... Hans was ook gek in de liefde. Maar wel minder neurotisch, ja. Het was een kalme man. Veel meer onder controle, maar zeker niet vrij van angsten. Hans ontroerde me erg. Ik kon ook na elf jaar nog in tranen uitbarsten als ik hem zag. Hoe hij liep, hoe hij de zolen van zijn schoenen versleet aan de buitenkant. Hoe weinig gewapend hij was, in tegenstelling tot ikzelf. Hoe onschuldig hij kon zijn.’
‘Het lichaam blijft zich lang gedragen alsof er wel nog iemand is die je kunt vastpakken en liefhebben’
Viel u daar op? ‘Tuurlijk. Bange mannen zijn de enige die de moeite waard zijn. Al die zelfverzekerde types, daar heb ik niets mee. Ik ben goed met bange mannen. Nog zo’n zin uit het logboek. Zoals je honden- en paardenfluisteraars hebt, ben ik een bangemannenfluisteraar. Ik word van de weeromstuit dapper als iemand nog banger is dan ik. En ik heb erover nagedacht waarvoor ik bang ben dus ik kan dan lekker gaan sleutelen aan de ander.’
Vermijdt u deze mensen of gaat u de confrontatie aan? ‘Soms voel ik de drang om zo iemand weer te ontmoeten, een beetje zoals je bij een te gênante scène in een film wel wilt maar niet kunt wegkijken. Rouw maakt trouwens hondseerlijk, is mijn ervaring. Het ontbreekt je een behoorlijke tijd aan het vermogen de schijn op te houden. Voor sommigen van mijn liefste vrienden ben ik onaanraakbaar geworden. Dat valt hun en mijzelf zwaar. Eigenlijk gaat het vooral daarover in mijn logboek: de analyse van wat ik allemaal nog meer kwijt ben, behalve die ene. Hans, mijn vader, Ischa, vrienden die zijn gestorven. Ze hebben allemaal iets van mij meegenomen, onder andere omdat zij een verschillend geheugen hadden dan ik voor gedeelde momenten. Dat is een van de dramatische kanten van de dood van een ander: het zelfverlies.’
Voelt u zich, bijna een jaar later, ook soms weer een beetje gelukkig? ‘Rouw heeft bitter weinig te maken met geluk of ongeluk. De eenzaamheid is verschrikkelijk maar ik voel me ook rijk. Ik ben geen bestolen iemand. Met die elfenhalf jaar. Dat ik deze tol moet betalen, is fair. Alles wat de moeite waard is, heeft een hoge prijs. Ik betaal een hoge prijs voor veel geluk en veel liefde. Dat geldt ook voor mijn leven als schrijver. Het is geen makkelijk leven, maar van alle levens die ik had kunnen leiden, vind ik dit het mooiste.’
Wat heeft Hans van u meegenomen? ‘“Mijn liefste ik,” schrijf ik in mijn logboek, dus dat zal wel waar zijn. De dood maakt radeloos en jakkerig als je, zoals ik, gewend bent je te verheugen in het bestaan van de ander, ook in het totaal verschillend zijn. Die liefde verdwijnt nooit. Het erotische, het verlangen naar iemands fysieke aanraking, het grootste gemis in de eerste maanden en zelfs jaren na de dood van een geliefde, moet op den duur wegkwijnen, want daar word je gek van. Het lichaam krijgt pas laat in de gaten dat hij er niet meer is.
Wat trekt u er zo in aan? ‘Het heeft te maken met hechting aan de personages die steeds terugkomen. Het is de vertrouwdheid van een dagelijks ritueel. En ik was nieuwsgierig naar wat verslaving aan zo’n soap nou kon zijn. Ik ben gaan kijken toen ik Geheel de uwe schreef. Om vijf uur was ik bekaf. Ik ben toch bang dat hoe slechter de karakters zijn hoe leuker ik ze vind. Carly, Craig. Lucinda. Tuurlijk, dol op. Emily, ook zo door en door slecht. De soap gaat verdwijnen, ik zal ze missen straks.’
De afstandsbediening wordt erbij gepakt. Het is iets voor vijf uur. As The World Turns kan elk moment beginnen, de Amerikaanse soapserie waar Palmen al jaren een licht verslaafde verhouding mee heeft.
# Logboek van een onbarmhartig jaar van Connie Palmen verschijnt in november 2011 bij uitgeverij Prometheus
Trend
tekst els Quaegebeur beeld Frank ruiter
MunttheeM
Je
ziet ze op ieder terras, achter een kopje heet water met groene takken erin. De munttheemoeder is hoogopgeleid, maar werkt niet en besteedt de opvang van haar kinderen uit. Zodat ze tijd heeft voor zelfontplooiing of uitgebreide yogasessies. Schamen doet ze zich wel een beetje, voor het fulltime nietsdoen op kosten van haar kerel.
Annemieks oma heeft zeven kinderen grootgebracht. Zonder hulp. Nou
oeders
ja, niet helemaal. Haar man kwam tussen de middag altijd thuis lunchen en deelde dan hier en daar een corrigerende tik uit. En als hij ’s avonds laat uit zijn werk kwam, maakte hij een rondje langs zijn slapende kroost om te controleren of ze het wel braaf deden, dat slapen. Dat was het voor Annemieks oma, wat betreft de mogelijkheden tot het delegeren van de zorgtaken. Knap hoor, vindt haar kleindochter, een tot in de puntjes verzorgde blondine van eind 30 uit AmsterdamZuid. Ze snapt niet hoe vrouwen uit die tijd het allemaal voor elkaar kregen zonder totaal overspannen of krankzinnig te worden. Ze geeft grif toe dat ze geen enkele behoefte voelt om ook maar in de buurt van oma’s voetsporen te komen met haar eigen drie kinderen: twee jongetjes van 5 en 3 en een meisje van negen maanden. Annemiek heeft een oppasmoeder op maandag en vrijdag. De resterende dagen gaan de jongste twee naar een kinderdagverblijf. De oudste zit al op de lagere school. Een baan heeft Annemiek niet. Na een studie kunstgeschiedenis werkte ze een paar jaar bij een galerie, maar dat vond ze saai. ‘Verlangend stond ik voor het raam naar het drukke leven
woord plaatsje in de buurt van een grote stad heeft ze in haar gelederen. Dat komt omdat daar het aantal inwoners met een hoog inkomen sterk is vertegenwoordigd. Die groep brengt praktisch alle munttheemoeders van Nederland voort. Alleen als beide partners werken, komt een huishouden immers in aanmerking voor de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst. Als maar één ouder buitenshuis aan de slag is, moet je de volle mep betalen voor kinderdagverblijf of oppasmoeder. Alleen eenverdieners boven aan de voedselketen kunnen zich dit veroorloven. Tot zover de demografisch-financiële kant. Opvallend is dat bijna geen en-
op straat te kijken. Ik miste de ruimte om mijn eigen tijd in te vullen.’ Dat gevoel van vrijheid heeft ze nu volop. Gekocht welteverstaan, door haar echtgenoot. ‘Ik weet dat je het als jonge vrouw niet mag zeggen, maar ik hou niet van werken. Ik wil niet.’ Ze trommelt met gelakte nagels op het tafelblad. ‘Ik verveel me nooit.’ Ze
doet de administratie voor het gezin, houdt van ingewikkeld koken en er is altijd wel een vriendin die tijd heeft voor een lunch. Zoals Margje – de oude studievriendin met wie ze al de hele middag op het terras van Vertigo in het Amsterdamse Vondelpark zit, na een partijtje tennis. Margje werkt twaalf uur per week in het bedrijf van haar vader en heeft sinds kort een au pair. Hiervoor gingen haar kinderen – een tweeling van 3 – naar de crèche. Dat werkte niet goed. De tweeling heeft zwakke luchtwegen en was doorlopend ziek door alle bacillen die er ronddwarrelden. Dit komen we allemaal te weten van Annemiek want Margje heeft de tafel verlaten om rustig te kunnen bellen met de au pair. Ze wil zo namelijk langs de slager en moet weten hoe het staat met de voorraad gekookte worst in de ijskast. Leg dat maar eens
uit aan een meisje van 23 dat net uit de Filippijnen komt. Cooked sausage anyone? Fiets op een zonnige doordeweekse ochtend of middag maar eens van de Amsterdamse Jordaan naar de Cornelis Schuytstraat en je ziet ze op praktisch elk terras welig tieren achter bosvruchtenshakes met sojamelk en Ceasar Salads: hoogopgeleide vrouwen zonder baan, die hun kinderen wel naar de crèche brengen of een andere vorm van kinderopvang hebben geregeld. Een au pair, een oppasmoeder, naschoolse opvang, peuterspeelzaal. Het zijn de munttheemoeders. Naar de kop thee met groene takken die op het punt staat de eeuwige latte te verdrijven als populairste drankje voor mensen die op doordeweekse dagen veelvuldig de horeca frequenteren. Directe cijfers zijn niet voorhanden maar uit een tijdbestedingsonderzoek van 2010, uitgevoerd door Intomart, blijkt dat 35+-vrouwen aanzienlijk minder tijd besteden aan het huishouden en het verzorgen van kinderen dan in 2008. De vrijgekomen tijd wordt niet gestoken in haar baan, maar in internetten en andere vrijetijdsbestedingen, waarbij huisvrouwen meer dan werkende vrouwen aan ontspanning zijn gaan doen. Munttheemoeders zijn zeker niet uitsluitend een grachtengordelfenomeen. Bloemendaal, Aerdenhout, Wassenaar, Laren, Oegstgeest, Bilthoven... Elk esthetisch verant-
‘Ik ben leuker, lIever en geduldIger als Ik elke ochtend kan sporten’
kele vrouw onder eigen naam haar verhaal wil vertellen aan Opzij. Annemiek en Margje heten bijvoorbeeld niet echt zo. Schamen ze zich? Misschien. ‘Annemiek’ gaf het al een beetje aan. Vrouwelijke veertigers en de generaties daaronder worden geacht een carrière te willen, zodat ze economisch onafhankelijk zijn, een bijdrage leveren aan de maatschappij en, als het even meezit, niet sterven met nul hits op Google. Talent, hersencellen en kennis wegspoelen met muntthee is nauwelijks acceptabel. 83 procent van de hoogopgeleide moeders werkt. 77 procent omdat ze zelfontplooiing belangrijk vindt, 74 procent omdat ze financieel onafhankelijk wil zijn. Liesbeth Kastelein (wel haar echte naam) uit Muiderberg beaamt dat schaamte waarschijnlijk een rol speelt. ‘Fulltime moederen én fulltime werken roept al impertinente vragen op. Laat staan dat je fulltime lekker de hele dag doet waar je zin in hebt, op kosten van een kerel.’ Kastelein – moeder van vier jongens onder de 10 – heeft sinds drie weken een au pair. Juist nu ze even niets doet, na de verkoop van haar succesvolle softwarebedrijf enige tijd geleden. ‘Niets’ is in dit geval onder andere een opleiding tot mediacoach volgen en ontelbaar veel boterhammen smeren voor haar zonen. ‘Ik loop niet de hele dag te shoppen nee,
MUNttheeMOeders
De geportretteerDen in Deze proDuctie komen niet voor in het verhaal
TalenT, hersencellen en kennis wegspoelen meT munTThee is voor velen nauwelijks accepTabel maar ik geef wel aardig wat uit. Ik heb net een Mini gekocht en we laten ons huis verbouwen.’ Ze komt er rond voor uit en dat heeft ongetwijfeld te maken met de wetenschap dat haar levensstijl (deels) wordt bekostigd met zelf verdiend geld. Dat ze haar aandacht niet meer hoeft te verdelen tussen het runnen van twéé bedrijven (uit en thuis) vindt ze een uitkomst, voor nu. ‘Ik wilde genieten van mijn succes en niet alleen maar stressen om alle ballen in de lucht te houden.’ De extra paar handen van de au pair maakt dat ze af en toe ook echt tijd heeft voor zichzelf. ‘Maar ik gebruik de uren dat ik op haar kan rekenen ook voor een-op-eencontact met een van de jongens. Dat is superbelangrijk voor ze.’
De moeders die helemaal geen leuke baan willen, staan
niet alleen. Van de 333.000 vrouwen die niet willen werken omdat ze een gezin hebben, zou 12 procent dat onder geen enkele voorwaarde doen. Ook niet als ze leuker werk of betere kinderopvang zouden kunnen vinden. Toch voelen deze moeders geregeld afkeuring als mensen informeren naar ‘hoe het allemaal geregeld is thuis’. Zoals Maria, een niet-werkende moeder uit Kudelstaart die de zorgtaken uit handen geeft aan twee Braziliaanse schoonheden van 19, terwijl ze zelf geen cent bijdraagt aan de huishoudpot. Shame on her. Volgens haar is deze afkeur mede ingegeven door het good old Nederlandse calvinisme: wie geen zin heeft in een loopbaan dient zich met volle overgave op de kinderen te storten. Ook als de verdienende partner genoeg poen heeft om vrijheid te kopen voor zijn of haar geliefde. We moeten vooral niet denken dat een au pair of oppas ouders ontslaat van enige verantwoordelijkheid. Maria:
‘Die meisjes zorgen voor je kinderen maar ze voeden niet op. Het overdragen van normen en waarden blijft onze taak.’ Zij vindt het juist ‘heel geëmancipeerd’ dat ze niet alleen maar met de kinderen wil tuttebollen en al zeker niet de hele dag gaat staan strijken en stofzuigen. ‘Daar zou ik echt heel ongelukkig van worden. En het is ook niet meer van deze tijd. Trouwens, onze oma’s uit de hogere klassen hadden ook allemaal dienstmeisjes.’ Ze heeft een punt: vrouwen zonder baan met hulp in de huishouding en kinderopvang zijn geen nieuw fenomeen. Munttheemoeders zijn er altijd geweest maar tegenwoordig lopen ze in de gaten, nu het steeds abnormaler is als vrouwen geen werkend leven en een eigen inkomen nastreven.
Veel munttheemoeders noemen zelfontplooiing als reden dat ze (soms tij-
delijk) niet werken en hun kroost meerdere dagen uitbesteden, zo blijkt uit rondbellen onder vriendinnen van Annemiek, Margje, Liesbeth en Maria, die in een vergelijkbare situatie zitten. Geen van hen zit de hele dag haar nagels te vijlen. Ze doen cursussen: architectuur, fotografie, marketing, literatuur. Sommigen zeggen er serieuze plannen mee te hebben, anderen weer niet. Hier en daar doet iemand aan vrijwilligerswerk, maar het houdt niet over. Yoga is daarentegen wel heel populair. Geen van hen zegt bang te zijn hoe het verder moet, mochten ze er alleen voor komen te staan. Ze hebben niet alleen vertrouwen in het Nederlands alimentatierecht, ook in zichzelf en hun relatie. Margje (klaar met bellen met de Filippijnse au pair): ‘Ik dacht vroeger dat ik heel ambitieus zou worden. Het is anders gelopen en mijn man heeft daar alle begrip voor. Mijn moeder zei altijd: ik ben leuker als ik werk. Nou, ik ben anders. Ik ben leuker, liever en geduldiger als ik elke ochtend kan sporten.’ Meepraten over dit onderwerp? Ga naar www.opzij.nl/forum
WORLD
ACHTERGROND
tekst Maaike Schoon beeld Frank Ruiter
@thenextwomen
@Marjolijn
MAART 2011 de vrouwelijke opinie OPZIJ
WIDE WOMENWEB @10inc
Vrouwen rulen het internet: ze schrijven de meeste blogs en ook op facebook en twitter zijn ze ruimschoots in de meerderheid. Daarbij gaat het om meer dan tijdverdrijf alleen, zo laten de verhalen van drie online topvrouwen zien.
OPZIJ de vrouwelijke opinie MAART 2011
N
iet lang nadat de film The Social Network in de bioscopen draaide, klonk er gemor uit Amerikaans-feministische hoek. De filmhit van dit afgelopen najaar vertelt het verhaal van Facebookbedenker en ietwat wereldvreemde einzelgänger Mark Zuckerberg. De kritiek: in de film kwamen te weinig vrouwen voor. En als er al een vrouw door het beeld liep, dan fungeerde ze slechts als rekwisiet, als beeldvulling. Of de kritiek terecht is of niet, het is in elk geval opmerkelijk dat juist een nerdige mannenman als Zuckerberg op de proppen kwam met Facebook. Want er mogen in de film dan weinig vrouwen rondlopen, op Facebook zijn ze juist oververtegenwoordigd. Vrouwen vormen Zuckerbergs grootste klantenkring. En niet alleen Facebook heeft een vrouwenoverschot. Op heel internet zijn vrouwen in de meerderheid, zo blijkt uit onderzoek van het Amerikaanse bureau comScore. Hun conclusie: women rule the internet. Want: vrouwen e-mailen vaker dan mannen, gebruiken vaker chatprogramma’s als MSN-messenger, winkelen vaker online en als er gezamenlijke onlineaankopen gedaan worden, is het de vrouw die beslist. Hoe het internet zich ontwikkelt, wordt daarom in toenemende mate bepaald door hoe vrouwen het gebruiken. Zij zijn immers de belangrijkste klant. Vrouwen gebruiken het internet vooral sociaal. Ze bloggen meer, discussiëren meer op internetfora en bezoeken vaker Facebook en Hyves, waar ze ook langer blijven hangen.
Vrouwen zijn online vaker bezig met contact maken dan mannen; net als in het echte leven. Dat geldt ook voor microblogsite Twitter, zo blijkt uit hetzelfde onderzoek van comScore. Het aantal vrouwelijke en mannelijke Twitteraars is weliswaar ongeveer gelijk, maar het Twittergebruik van mannen draait vooral om ‘zenden’: mannen blijken het vaakst hun eigen tweets te schrijven, in plaats van te retweeten. Vrouwen gebruiken Twitter vooral om beroemdheden te volgen en als chatprogramma met anderen. Mannen spenderen hun tijd op het internet vaker bluffend bij een online pokerspelletje of schietend in een virtuele oorlogsgame. Het leggen van online contacten heeft zo z’n voordelen want Facebook en Twitter bieden een enorm potentieel netwerk. Dat is handig als je een fijne
vakantielocatie zoekt – één Twittervraag de lucht in, en hop, tientallen antwoorden – maar ook ideaal als je iets aan de man wilt brengen. Jezelf, bijvoorbeeld. Of je bedrijf. Anna-Maria Mantel-Giannattasio (@ puur), directeur van het Amsterdamse evenementenbureau Puur en zelfbenoemd Twittergoeroe, is een goed
maal meer in de kijker als je online zichtbaar bent.’ Niet alleen snelle zakenvrouwen krijgen een gezicht dankzij social media.
De pas 24-jarige Mascha Feoktistova bereikt een miljoenenpubliek door te bloggen over beautyproducten. Elke dag weer klikken duizenden pubermeisjes én volwassen vrouwen door op haar site. Dankzij dat enorme bereik kan ze een beautyproduct maken of breken met een negatieve review en de inkomsten uit advertenties op haar site zorgen er inmiddels voor dat bloggen Feoktistova’s baan is geworden. Een ander voorbeeld van een slimme blogger/ondernemer is Petra de Boevere, oftewel het ‘Meisje van de slijterij’. De Boevere: ‘In 2003 begon ik met mijn blogje. Anoniem, zoals iedereen. Tot ik op een dag veertig klanten in de winkel had, en maar liefst duizend op mijn weblog. Ik dacht: ik zou wel gek zijn als ik die twee niet naar elkaar toe zou proberen te halen.’ En dus blogde ze, naast haar dagelijkse beslommeringen, ook over haar slijterij en de producten die ze verkocht. Gevolg: een aanzienlijk verhoogde omzet in haar
Mannen gebruiken twitter vooral oM te zenden; vrouwen oM te chatten voorbeeld van hoe je sociale media gebruikt voor je bedrijf. Middels haar blog maar vooral via Twitter (waar ze 7324 volgers heeft), genereert ze naamsbekendheid voor haar bedrijf. Giannattasio: ‘Jarenlang werd ik toch een beetje uitgelachen op verjaardagen: dat bloggen, dat was toch zonde van mijn tijd. Of Twitter, nog erger. Maar ik pluk er nu de vruchten van. Harde cijfers heb ik niet, want je weet nooit helemaal zeker hoe mensen je hebben gevonden, maar ik weet wel dat mijn omzet is gegroeid sinds ik actief Twitter. Je speelt jezelf nu een-
winkel in Zeeland, de lancering van een webshop – op nadrukkelijk verzoek van de lezers van haar blog –, lezingen in het land over de voor- en nadelen van social media voor bedrijven en een boek over haar weg naar succes. De Boeveres raad voor een succesvol sociaal online netwerk: ‘Gebruik je echte naam, plaats een foto van jezelf. In het begin is dat eng, maar het is wel belangrijk. Je kunt wel een logo gebruiken, maar dat vergeten mensen zo weer. Met een foto onthouden ze je beter en bezorgen ze je misschien zelfs werk.’
InTeRneT
@thenextwomen Simone Brummelhuis (44) bedacht samen met Iens Boswijk in 1999 de pionierswebsite iens.nl, en richtte twee jaar geleden thenextwomen.com op, een online magazine voor zakenvrouwen.
met social media kun je een veel breder potentieel netwerk aanboren
‘I
ens.nl is achteraf bekeken misschien wel een van de eerste sociale netwerken: internetgebruikers die anderen aanraden waar te eten en waar niet. Maar toen wij er in 1999 mee begonnen, hadden we daar natuurlijk geen idee van. Social media, user generated content; die termen bestonden gewoonweg niet, al zijn ze wel van toepassing op die site. Wij wilden vooral de gevestigde orde van Michelin-inspecteurs doorbreken. We pakten het stad voor stad, stapje voor stapje aan. Facebook is ook op een dergelijke manier begonnen.
In 2008 trad ik terug als directeur bij Iens, en niet veel later begon ik thenextwomen.com. Een website voor zakenvrouwen. Het is een online tijdschrift, maar tegelijkertijd ook een plek waar vrouwen kunnen netwerken. Want ik merk wel dat vrouwen minder snel gebruikmaken van hun netwerk, en misschien deden Iens en ik dat ook wel te weinig in het begin. Terwijl je met social media nu juist een veel breder potentieel netwerk kunt aanboren. Vroeger had je clubs als de Rotary, waar je als vrouw moeilijk tussen kwam. Dat is niet meer zo. Ik ben naast thenextwomen.com ook nog directeur bij astia.org, een zakelijk netwerk waar vrouwen vooral gebruik van maken om hun bedrijf sneller te laten groeien en investeerders aan te trekken. We bieden bijvoorbeeld weekprogramma’s aan waar vrouwen advies krijgen over het vinden van investeerders. Op zulke dagen zijn er ook investeerders aanwezig met wie ze kunnen spreken. Astia.org is een gemixed netwerk, voor mannen én vrouwen. Een netwerk met alleen vrouwen biedt uiteindelijk niet dezelfde hoeveelheid kansen als een netwerk waar ook mannen in zitten. Er zijn bijvoorbeeld nog altijd meer mannelijke investeerders dan vrouwelijke.’
OPZIJ de vrouwelijke opinie MAART 2011
INTERNET
Twitterrevoluties
Marjolijn Kamphuis (29) is oprichter
gaat verder dan gezelligheid
van OKGO, een bedrijf dat zich speci-
alleen, zo bleek de laatste weken maar weer eens. Dankzij social media wisten demonstranten tegen het regime van president Mubarak in Egypte elkaar te vinden en iets soortgelijks gebeurde juni vorig jaar in Iran. Die – neergeslagen – revolutie in Iran wordt daarom ook wel de Twitterrevolutie genoemd. Dankzij social media was het oog van de wereld tijdens de opstand vrijwel exclusief op Egypte
&
M A KE U P
EL LEN VA N EXTE R VOO R FACE STOC K HO LM @ A N G EL I Q U E HO O R N .CO M
STYLING
M A A RTJ E VA N D E N B RO E K
MMV
IKEA
gericht. Hoewel in het land zelf
HAAR
@Marjolijn
De rol van Twitter en Facebook
maar een beperkt aantal mensen daadwerkelijk een Twitteraccount én toegang tot internet heeft, oefenden correspondenten ter
aliseert in online marketing door middel van social media. Ook is ze hoofdredacteur van dutchcowgirls.nl, een groot weblog over gadgets en media. In 2009 werd ze uitgeroepen tot online mediavrouw van het jaar.
‘E
r zijn nog steeds mensen die denken dat social media een hype is. Ik hoor weleens na een lezing: dat Twitter is leuk en aardig, maar dat waait toch wel weer over? Dat mensen dat denken, is ergens wel te begrijpen: de socialenetwerksites die we vroeger gebruikten, zoals CU2, zijn stuk voor stuk verdwenen. Maar daarmee is nog niet gezegd dat Facebook bijvoorbeeld ooit verdwijnt; dat is inmiddels tig keer groter dan al die netwerken bij elkaar ooit waren. Het draait eigenlijk alle-
maal om één concept: dat je 24 uur per dag alles met je vrienden deelt. En dat idee, dat verdwijnt niet meer. De site dutchcowgirls.nl ontstond eigenlijk toen ik schreef voor het grootste Nederlandse marketingblog, dutchcowboys.nl. Ik realiseerde me dat er heel veel vrouwen net als ik werkzaam waren in online marketing, maar dat er geen blog voor hen was. Online marketing draait om het maken van reclame op internet. Met mijn eigen bedrijf doen we dat via social media, dus wij verzinnen bijvoorbeeld reclamecampagnes die we verspreiden via Facebook of Twitter. Net als bij dutchcowboys.nl gaat het op dutchcowgirls.nl over de nieuwste ontwikkelingen in de media en de nieuwste gadgets, maar dan met een wat vrouwelijker invalshoek. En het grappige is: de helft van onze lezers is man.’ Voor veel vrouwen die werkzaam zijn in de internetbranche is Marissa Mayer denk ik een voorbeeld; zij is vicepresident van Google. Jong, een verzorgd uiterlijk, maar ook: geeky, enorm slim en succesvol. Een aantal jaar geleden had men het over de “metroman”; ik denk dat je nu kunt spreken van de “metrovrouw”. Slimme vrouwen die houden van kleding, maar ook van internet, techniek en voetbal. Die komen nu bovendrijven.’
plekke en twitteraars elders in de wereld via dat medium hun invloed uit. De invloedrijke Egyptische columnist Mona Eltahawy bijvoorbeeld hield vanuit haar woonplaats New York haar volgers middels tweets en retweets van minuut tot minuut op de hoogte. Dat vrouwen een grote rol spelen in de demonstraties wordt ook dankzij social media duidelijk: zo is er een Facebookpagina voor ‘Women of Egypt’, waarop elke dag dat er gedemonstreerd werd, foto’s werden geplaatst van demonstrerende vrouwen. Het bijschrift: ‘For everyone who has been asking where the women of Egypt are!’
Reageren op dit artikel? Ga naar www.opzij.nl/forum Volg ons ook op twitter @opzijredactie
DE “METROVROUW” HOUDT VAN KLEDING, MAAR OOK VAN INTERNET, TECHNIEK EN VOETBAL
ADVERTENTIE
@10inc Martine de Jong (35) is medeoprichter van recensiekoning.nl en door de stichting Dutch Bloggies genomineerd als blogger van het decennium met haar blog 10e.nl. Daarnaast is ze mede-eigenaar van ontwerpbureau buro RuSt.
‘E
ind jaren negentig was ik een van de eerste bloggers. Ik schreef altijd al dagboeken, maar internet gaf me een publiek. Toen ik begon met bloggen begrepen mensen daar weinig van. Ze vroegen zich bijvoorbeeld af waarom ik mijn mobiele telefoonnummer online zette; daar trok je stalkers mee aan, toch? Ik denk dan: als ik opdrachten binnen wil krijgen, moeten mensen me wel kunnen bereiken. En in al die jaren hebben misschien twee jongens zonder echte reden gebeld. Ze hingen heel verlegen na een kort ge-
sprek weer op. Nieuwe media en de reacties erop komen altijd in golfbewegingen. Mensen vinden het eerst raar dat je iets als Twitter gebruikt – “wat heb je daar nu aan” – en daarna gaan ze het zelf gebruiken. Zodra recensiekoning.nl er was, hebben we het nieuws op Twitter gegooid en meteen ging het heel hard met de belangstelling. Het gebruiken van social media is een beetje een tweede natuur voor me. Je wilt iets zo snel mogelijk en op de juiste plek neerzetten. Recensiekoning.nl draait niet om “echte” recensies. Het zijn licht satirische, persoonlijke stukken over van alles en nog wat. Je gaat niet naar onze site om te kijken welke tandenborstel goed is, je gaat om vermaakt te worden – hoop ik. We verdienen er nu nog niet echt geld mee, maar wellicht komt dat nog. Ik geloof dat social media werken. Als iemand die jij kent en hoog hebt zitten op Twitter zegt: dit product moet je kopen, dan ben je sneller geneigd dat ook te doen. Ik denk dat dat het enige is wat over een paar jaar nog werkt.’
IETS ALS TWITTEREN VINDEN MENSEN EERST RAAR EN DAARNA GAAN ZE HET ZELF DOEN
De mooiste romans om heerlijk bij weg te dromen www.orlandouitgevers.nl ‘Een buitengewoon mooie roman.’ – Publishers Weekly
‘Een werkelijk prachtige roman!’ – The Washington Post
‘Kleurrijke en indringende roman.’ – esta
‘Een onvergetelijk literair eerbetoon.’ – Booklist
Dossier onDerwijs
tekst Frieda Pruim beeld Martin Dijkstra
De jongste
profs van nederland Meisjes scoren dus goed in het onderwijs, maar dat geldt helaas niet voor vrouwen aan de wetenschappelijke top. Met 12 procent vrouwelijke hoogleraren bungelt ons land onderaan de Europese ladder. Dat het beter kan, bewijzen de twee jongste vrouwelijke professoren van Nederland: Eveline Crone en Janneke Gerards (beiden 34). ‘Doen wat je interessant vindt en je profileren als een man.’
JOngSTE PROfS
Eveline Crone
hoogleraar psychologie
‘ik vind mijn werk héél leuk, dAAr kAn niets tegenop’
O
p de middelbare school had nog niemand in de gaten dat ze later een uitblinker zou worden. ‘Ik was met andere dingen bezig dan met school en ik haalde zesjes en zevens. Daarna ging ik psychologie studeren omdat ik geïnteresseerd was in wat mensen beweegt, maar ik wilde vooral graag naar Amsterdam. Daar stortte ik me in het studentenleven. Maar tot mijn verrassing begon ik ook mijn studie al snel waanzinnig leuk te vinden. Ik verslond boeken en haalde hoge cijfers.’ Toch drong nog niet meteen door dat wetenschap haar roeping was. ‘Ik herkende mezelf niet in de, in mijn ogen, saaie onderzoekers die in een kamertje maar wat aanrommelden. Toen mijn zus zei: “Jij bent echt zo’n aio-typje,” stond ik versteld. Het zette me wel aan het denken, want ik vond studeren inderdaad heerlijk. Tijdens mijn stage in Pittsburgh ontdekte ik dat daar iets heel vernieuwends gebeurde, wat ik razend interessant vond. De hersenen van kinderen werden gescand terwijl ze een computertaak uitvoerden. Daardoor kon je voor het eerst zien wat er in een puberbrein gebeurt bij het maken van een keuze. Na mijn promotie ben ik teruggegaan naar de Verenigde Staten om me die techniek eigen te maken.’ Crone promoveerde in recordtijd cum laude en ontving daarvoor drie prijzen. Op haar 29ste lukte het haar in
Leiden de handen op elkaar te krijgen voor haar ambitieuze plan zélf een laboratorium op te zetten waar ze de hersenen van pubers kon bestuderen. In dat lab werken inmiddels
elf mensen. Drie jaar later schreef ze de bestseller Het puberende brein (55.000 verkochte exemplaren). En hoewel ze nauwelijks te onderscheiden is van de studenten in het faculteitsgebouw als ze zich sms’end tussen hen beweegt, is ze sinds vorig jaar hoogleraar in Leiden en een dag in de week bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. O ja, en in 2008 kreeg ze ook nog een dochter, Sascha. Ze maakte dus een enorme carrièrespurt in een land waar vrouwen maar moeizaam doordringen tot de wetenschappelijke top. ‘Toen ik het plan opvatte om in Nederland een laboratorium op te zetten, waren er nog maar weinig wetenschappers die neurologie en psychologie met elkaar verbonden. Ik was ervan overtuigd dat het goed zou worden en heb mijn idee aan verschillende universiteiten voorgelegd. In Nederland is het gebruikelijker om af te wachten wat je aangeboden wordt, zeker als vrouw, maar mijn aanpak werkte wel. De interesse was groot. Leiden vond ik het leukst, omdat hier nog niks op dit terrein bestond. Mijn afdelingshoofd geloofde erg in mij en gaf me veel vrijheid. Ik heb talentvolle medewerkers om me heen verzameld, waardoor mijn lab nog meer aanzien kreeg en ik dus ook.’ Ze is bijna altijd aan het werk. ‘Als ik
in het weekend twee uur in de tuin zit, denk ik: ik heb zin om een artikel te lezen. Ik vind mijn werk héél leuk, daar kan niets tegenop. Mijn man Menno werkt drie dagen buitenshuis en zorgt samen met de oma’s voor Sascha. Maar als ze me nodig heeft, ben ik er meteen. Daar voel ik me naar mijn collega’s toe nooit schuldig
‘Als ik twee uur in de tuin zit, denk ik: ik heb zin om een Artikel te lezen’
over, want ik maak mijn werk waar. Mijn moeder, die kinderarts is, heeft me laten zien dat je fulltime kunt werken en toch een prima moeder kunt zijn.’ Dat in Nederland maar 12 procent van de hoogleraren vrouw is, komt volgens haar onder meer doordat selectiecommissies nog grotendeels uit mannen bestaan. ‘Uit onderzoek blijkt dat zij de neiging hebben om voor mannelijke kandidaten te kiezen omdat die op hen lijken. Er moeten dus meer vrouwen in sollicitatiecommissies komen. Zelf ben ik daar trouwens de dupe van, want ik word gek van alle commissies waar ik in moet zitten!’ Ze is – als opvolger van mede-‘jong-hoogleraar’ Janneke Gerards – ook voorzitter van De Jonge Akademie, een club van uitblinkende jonge wetenschappers. ‘Onze selectiecommissie voor nieuwe leden bestaat bewust voor de helft uit vrouwen,’ vertelt ze. ‘De universiteiten nomineren voor De Jonge Akademie nog steeds meer mannelijke dan vrouwelijke kandidaten, maar de vrouwelijke kandidaten zijn opvallend goed, dus de helft van onze nieuwe leden is vrouw. Dat is belangrijk, want als lid van de Akademie val je extra op in de universitaire wereld; de leden van de eerste lichting zijn nu bijna allemaal hoogleraar.’ Ambitieuze, jonge vrouwen die snel de wetenschappelijke top willen bereiken, adviseert ze zich te profileren als een man. ‘Als ik bijvoorbeeld voor een interview word gevraagd, vraag ik me geregeld af: wat zou een man doen? Dan neem ik de uitnodiging vaak aan, want het is belangrijk om uit te dragen wat je presteert. Verder pakt in mijn geval dicht bij mezelf blijven goed uit. In colleges draag ik uit: ik was vroeger ook geen hoogvlieger, maar als je iets interessant vindt, kun je het.’
Janneke Gerards
hoogleraar staats- en bestuursrecht
‘in het begin stond het zweet voortdurend in mijn hAnden’
A
ls kind droomde ze ervan om ballerina te worden. Al haar vrije tijd stak ze erin, totdat duidelijk werd dat ze niet de juiste bouw had. Ze ging niet bij de pakken neer zitten maar stortte zich op haar schoolwerk, waar ze ook van genoot. ‘Achteraf gezien is het prima dat het zo is gelopen, want het alternatief is zó leuk!’ In de bovenbouw begon Gerards uit te blinken. Haar vader, bedrijfsjurist aan de Universiteit Maastricht, bracht haar op het idee om rechten te gaan studeren. ‘Toen ik begon, wist ik meteen: dit is het! Al snel werden we met de eerste fascinerende ethische dilemma’s geconfronteerd, zoals: mag je stelen als je niks te eten hebt?’ Ze promoveerde in Maastricht op hoe rechters beslissen over soms bot-
sende grondrechten, zoals godsdienstvrijheid en het recht op gelijke behandeling. Het lidmaatschap van vrouwen van de SGP is daarvan een goed voorbeeld. ‘Het is lastig om objectief te bepalen welk recht zwaarder weegt, maar rechters moeten wel een oordeel geven. Ik heb een beslissingsmodel ontwikkeld dat daarbij houvast kan bieden en daar borduur ik in mijn huidige onderzoek op voort. Ik geniet ervan om daarover met collega’s in debat te gaan en zelf juridische discussies op gang te houden door er artikelen over te schrijven.’ Net als bij Crone werd ook Gerards’ uitmuntende promotie in 2002 beloond met drie prijzen. Twee jaar later werd ze als hoofddocent in Leiden overvallen door de vraag van maar liefst drie andere universiteiten om daar hoogleraar te worden. Zelf bleef ze het liefst waar ze was. Ze besloot het slim uit te spelen en wist de Universiteit Leiden zover te krijgen een leerstoel voor haar te creëren. En dus zat ze op haar 29ste al op de positie die de meeste wetenschappers pas als veertiger of vijftiger bereiken. ‘Dat kan ik niemand aanraden,’ zegt ze vijf jaar later. ‘Ik had het gevoel dat ik van première naar première ging, voortdurend met het zweet in mijn handen. Bijeenkomsten voorzitten, promovendi begeleiden, subsidie aanvragen… nergens had ik mee geoefend.’ Hoogleraar worden is niet voor iedereen weggelegd, benadrukt Gerards.
‘Je moet echt een duizendpoot zijn, heel goed in je vak, heel efficiënt, je moet mensen kunnen aansturen, financiële mogelijkheden zien, zelfdiscipline hebben, wilskracht, doorzettingsvermogen. En je moet accepteren dat je minder met eigen onderzoek bezig kunt zijn doordat je veel tijd kwijt bent met het begeleiden van anderen.’ Allemaal eigenschappen waar vrouwen net zo goed over kunnen beschikken als mannen, maar dat is niet het hele verhaal. ‘Mannen domi-
‘Als ze me een pAAr jAAr geleden met prof AAnsprAken, keek ik Achter me wie ze bedoelden’
neren nog steeds de universitaire top en verzamelen soortgenoten om zich heen. In mijn vijfkoppige sollicitatiecommissie zat één vrouwelijke student-assistent. Ik dacht: zie je wel. Maar gelukkig wisten ze van tevoren al dat ze mij wilden hebben.’ Daarbij speelde haar specialisme een belangrijke rol. ‘Er zijn weinig goede promoties in staats- en bestuursrecht. Als jonge vrouw viel ik extra op, dus in mijn geval was mijn vrouw-zijn geen nadeel. In de juridische wereld gaat het er relatief gemoedelijk aan toe en ik voeg me gemakkelijk. Studenten vinden het geweldig om een jonge hoogleraar te hebben. Ik ga gelijkwaardig met ze om. Als ze me in het begin met prof aanspraken, keek ik achter me wie ze bedoelden.’ Ze zit in allerlei commissies, waaronder de Staatscommissie Grondwet, maar het verbaast haar dat ze nog nooit
voor een selectiecommissie voor een hoogleraarspost is gevraagd. ‘Het heeft effect als die commissies voor de helft uit vrouwen bestaan, dus daar ben ik voor. Quota voor hoogleraarsfuncties vind ik geen goed idee, want dan wordt al snel gedacht dat je bent benoemd omdat je vrouw bent in plaats van omdat je de beste bent.’ Het moederschap kan volgens Gerards ook een barrière zijn. ‘Zelf heb ik geen kinderwens. Dat komt goed uit, want hoogleraar zijn betekent heel hard werken, in mijn geval 60 à 70 uur per week. De meeste moeders willen meer tijd overhouden voor hun kinderen, hebben geen partner die minder wil werken of lopen aan tegen gebrek aan goede opvang.’ Vrouwelijke collega’s probeert ze te stimuleren. ‘Ik heb laatst nog een onzekere, zwangere collega aangemoedigd een onderzoekssubsidie aan te vragen. En als lid van redacties van wetenschappelijke tijdschriften wijs ik erop dat vrouwen over het hoofd worden gezien als auteur. Maar mannen letten er tegenwoordig ook weleens op. Dat is het mooiste.’ Inmiddels is het vijf uur, maar Gerards’ werkdag zit er nog lang niet op. Ze heeft nog een hele stapel leesvoer voor de
boeg. ‘Koken heeft weinig prioriteit,’ lacht ze. ‘Ik heb brood met kaas en een tomaat bij me, dan heb ik alle noodzakelijke ingrediënten weer binnen.’
opzij interView reeks
wereldvrouwen [24] tekst Lynn Berger beeld Virginie Blachère
Mona Eltahawy ‘Er zijn nog duizend revoluties nodig’
OPZIJ de vrouwelijke opinie MEI 2011
19
H
Ze zit 24 uur per dag op Twitter en geeft talloze interviews over de omwenteling in de Arabische wereld. Want al woont ze sinds jaren in de VS, ze is als Egyptische hartstochtelijk betrokken bij wat er nu gebeurt in haar geboorteregio. ‘De Egyptische revolutie was een revolutie tegen het patriarchaat.’ In de serie Wereldvrouwen deze maand: publicist Mona Eltahawy.
et Harlem van Mona Eltahawy (43) is koud maar zonnig – een lente die zich al wel laat zien maar nog niet doet voelen. De eigenaar van Chez Lucienne, een restaurant op Lenox Avenue waar Eltahawy afgelopen zomer de wereldcup volgde, veert op als ze binnenstapt. ‘We zagen je op tv! Vanochtend!’ roept hij. Eltahawy lacht, knikt, en legt hem uit dat ze het druk heeft. ‘Je weet dat we van onze dictator af zijn? Hij is weg, opgehoepeld! Nu moeten we nog van het leger zien af te komen. Het is een fantastisch gevoel, maar er zijn nog duizend andere revoluties nodig.’ Vanochtend was ze nog in Washington, om in het ABCprogramma This Week commentaar te geven op het vliegverbod in Libië (waar ze vóór is, want ‘Libiërs worden afgeslacht met wapens die westerse landen aan Kadhafi hebben verkocht, dus nu ingrijpen is het minste wat ze kunnen doen’) en de strijd aldaar (‘Ik ben ervan overtuigd dat de revolutionairen zullen winnen’). Nu is ze even terug in New York en morgen spreekt ze op een universiteit in New Jersey over de rol van vrouwen en sociale media in de Egyptische revolutie. Eltahawy – een 43-jarige schone met veel sieraden, een opvallende bril en een bos glanzende krullen – bestelt een hamburger en een glas Merlot: ‘Ik heb honger.’ En moe is ze ook: ‘De afgelopen nacht heb ik amper vier uur geslapen.’ Sinds op 25 januari de opstand in Egypte uitbrak, schie-
ten zaken als eten, slapen en schrijven er wel vaker bij in voor de Egyptische, in New York woonachtige columnist en publicist, wier stukken over de Arabische wereld, islam, feminisme en nieuwe media in onder meer The New York Times, The Guardian, The Toronto Star, The Jerusalem Report en het Deense Politiken zijn verschenen. Het is gaan, gaan, gaan: ‘Ik zit 24 uur per dag op Twitter.’ Eltahawy heeft ruim 44.000 volgers en plaatst honderden tweets per dag. In de televisie- en radiostudio’s van BBC, CNN, ABC en NPR geeft ze commentaar op de ontwikkelingen in Tunesië, Egypte, Libië en Syrië. Ze spreekt er met de passie en stelligheid van iemand die haar vrijheid van meningsuiting zwaar heeft bevochten, en er daarom nu volop gebruik van wenst te maken, thank you very much. Toen ze eind januari bij CNN Live verscheen, sprak ze de nieuwslezer vermanend toe: ‘Wanneer,’ vroeg ze, ‘houden jullie op van “chaos” en “onlusten” te spreken, en gebruiken jullie de woorden “revolutie” en “opstand” om te beschrijven wat er in mijn land gebeurt?’ Natuurlijk was ze op dat moment liever in Egypte geweest, in Caïro, op het Tahrirplein – om écht deel uit te maken van de revolutie waar ze al zo lang op hoopte. Eltahawy: ‘Mijn hart stond in brand. Maar ik voerde hier mijn eigen opstand, een mediaopstand. De manier waarop de Amerikaanse media over dat deel van de wereld be-
MOna Eltahawy
‘Ménsen hebben deze revolutie tot een succes gemaakt, niet het internet’ richten is zó kortzichtig. Niemand geloofde dat het Tunesië zou lukken, dat het Egypte zou lukken. Dus ik greep het moment aan om in de media te zeggen: “Luister, het feit dat vijf van jullie presidenten Mubarak hebben gesteund ten koste van mijn waardigheid en de waardigheid van mijn volk wil niet zeggen dat het ons nu niet zal lukken hem omver te werpen.”’ Toen Mubarak op 11 februari inderdaad aftrad, huilde ze in het populaire radioprogramma van Brian Lehrer van geluk, en sprak van de mooiste dag van haar leven. Hoe mooi die dag ook was, de geschiedenis raast sindsdien onverbiddelijk door. De strijd in Libië is vele malen grimmiger dan die in Egypte en Tunesië, en ook de regimes van Syrië en Bahrein geven vooralsnog niet toe. Anderhalve maand na de euforie van Tahrir komen er uit Egypte verontrustende berichten over de groeiende macht van het leger en de Moslimbroederschap. ‘Egyptenaren hebben het leger heilig verklaard omdat het weigerde het vuur te openen op de demonstranten,’ zegt Eltahawy. ‘Maar de militaire politie heeft mensen opge-
pakt en gemarteld, ook tijdens de opstand. Na het aftreden van Mubarak zijn hierover verschrikkelijke feiten naar buiten gekomen.’ Ze noemt het bericht van die ochtend, over Salwa Gouda, een 20-jarige Egyptische die tijdens de demonstraties door het leger werd opgepakt, zogenaamd op verdenking van prostitutie. Soldaten kleedden haar uit, mishandelden haar en ‘onderzochten’ of haar maagdenvlies nog intact was. Eltahawy: ‘Het is heel moedig dat ze met haar verhaal naar buiten komt. Egyptenaren willen niet inzien dat het leger fout zit en geven haar de schuld. Iedere Egyptische vrouw die ik ken is weleens seksueel geïntimideerd, ikzelf ook. Maar als we er iets van zeggen, worden we voor leugenaars uitgemaakt, of krijgen we te horen dat we te uitdagend gekleed gingen.’ Vandaar de ‘duizend revoluties’ die Egypte volgens Eltahawy nog nodig heeft. Niet alleen moet worden voorkomen dat het leger of de religieus conservatieven nu de macht grijpen; vrouwen moeten bovendien een eind maken aan hun onderdrukking. ‘De Egyptische revolutie was een revolutie tegen het patriarchaat,’ zegt Eltahawy. ‘Egyptische mannen zijn blij
omdat ze van Mubarak af zijn, maar voor vrouwen zijn er nog heel veel Mubaraks om omver te werpen.’
volgens Eltahawy noodzakelijk voor de ontwikkeling van individualiteit en, uiteindelijk, emancipatie.
In de wereld van Eltahawy moeten ongelijkheid en onder-
Soedi-Arabië was, ironisch genoeg, het land dat van
drukking voortdurend bestreden worden. Haar levensverhaal is net een boek waarin de hoofdpersoon steeds een stukje vrijer en onafhankelijker wordt: de conservatieve moslima verandert in een liberale feminist die haar hoofddoek afdoet; de ietwat naïeve journalist (‘het leek me leuk om popsterren te interviewen’) wordt een politiek geëngageerd verslaggever. Daarna wordt die verslaggever columnist, activist en docent – op Amerikaanse universiteiten geeft ze les over het Midden-Oosten, in Egypte traint ze burgerjournalisten in het gebruik van sociale media. De tweets van diezelfde burgerjournalisten hielden Eltahawy op de hoogte van wat er op het Tahrirplein gebeurde. De sociale media stemmen haar dan ook
Eltahawy een feminist maakte. Haar familie verhuisde erheen toen ze 15 was. Het was ‘alsof iemand het licht had uitgedaan’. De onderdrukking van vrouwen was overal: haar tantes mochten niets, haar ooms alles. De conservatieve interpretatie van de islam betekende dat je als vrome vrouw nauwelijks bestaansrecht had. Eltahawy: ‘In Saoedi-Arabië had ik mijn eerste depressieve periode. Ik ging een hoofddoek dragen, als deal met God: “Ik draag een hoofddoek, U zorgt ervoor dat ik niet gek word.”’ Maar hoe goed ze zich ook bedekte, ze werd overal betast en seksueel geïntimideerd, en deuren die voor mannen wagenwijd open stonden bleven voor haar gesloten. Op een dag was het op: ‘I just snapped.’ Ze was toen 19. In de universiteitsbibliotheek ontdekte ze feministische tijdschriften en boeken. Schrijfsters als Nawal El Sadaawi, Leila Ahmed en Fatima Mernissi waren een inspiratie en een bevrijding. De hoofddoek ging uiteindelijk weer af. Na Saoedi-Arabië verhuisde Eltahawy naar Egypte, waar ze tien jaar als journalist voor onafhankelijke media werkte. Ze interviewde mensenrechtenactivisten en besefte wat Mubaraks regime voor haar land betekende. Ze werkte een jaar als Reuterscorrespondent in Israël omdat ze met eigen ogen wilde zien hoe het er in het land aan toe ging dat een aartsvijand van Egypte was. Weer terug in Egypte werd ze verliefd op een Amerikaan. Hoewel ze had gezworen nooit te zullen trouwen, accepteerde ze zijn aanzoek en verhuisde met hem naar Seattle. Het contrast tussen deze vriendelijke, beleefde stad en het grote, ruige, levendige Caïro was geen recept voor geluk – en het huwelijk met de Amerikaan al evenmin. Eind 2002 verhuisde Eltahawy in haar eentje naar New York, een stad die zijn wonden likte na de gebeurtenissen op 11 september.
‘Als we de mannen niet veranderen, komen we nergens’ optimistisch over de duizend revoluties van de toekomst. Over die sociale media en de Egyptische revolutie is al veel geschreven. Internetoptimisten spreken van een Facebookrevolutie, en zeggen dat Mubarak zonder internet nog gewoon op zijn plek had gezeten. Sceptici wijzen erop dat slechts 20 procent van de Egyptenaren toegang tot internet heeft, en slechts 5 procent op Facebook zit. Eltahawy: ‘Ik zou dit nooit een Twitterrevolutie noemen. Moed, doorzettingsvermogen en mensen hebben deze revolutie tot een succes gemaakt, niet het internet.’ Maar het internet was wel degelijk een cruciaal organisatie- en communicatiemiddel voor Tahrir. En belangrijker nog, zegt Eltahawy, is het feit dat ‘jonge Egyptenaren sociale media niet alleen gebruiken om te netwerken en contact te houden; het helpt ze ook de kracht van het “ik” te erkennen’. Wie een stem heeft op Twitter of Facebook beseft dat die stem telt: ‘In een cultuur waar altijd de gemeenschap, de groep, de familie is benadrukt, maken sociale media het individu sterker.’ Het besef dat een individu bestaansrecht heeft en een verschil kan maken, lag volgens Eltahawy aan de Egyptische revolutie ten grondslag. Het democratiserende potentieel van internet is wat haar betreft enorm. ‘Kijk naar de manier waarop het gebruikt wordt in Saoedi-Arabië, een land waar de scheiding der seksen een van de sterkste ter wereld is. Online maakt het niet uit of je een man of een vrouw bent, mannen en vrouwen kunnen er vrijelijk communiceren.’ Die vrijheid om te zeggen wat je wilt, is
11 september was voor Eltahawy de dag waarop ‘de objectiviteit stierf’. In de verslaggeving van die dag en de periode daarna zag ze haar opvattingen, als liberale moslim in Amerika, als feminist, nergens terug. Moslims die in het nieuws kwamen, waren óf radicaal en conservatief, óf boden voortdurend hun excuses aan. Eltahawy: ‘Ik ben uit de journalistiek gestapt. Ik had geen zin meer om mensen om hun mening te vragen en zelf zogenaamd objectief te blijven. Ik wilde zélf mijn mening geven. Waarom zou ik mijn excuses moeten aanbieden? 9/11 was een aanval op ons allemaal, ik was ook een slachtoffer.’ Ze ging opiniestukken schrijven, lesgeven en lezingen houden. Eltahawy’s doel is ervoor te zorgen dat ook de liberale, gematigde moslimgemeenschap wordt gehoord. Eltahawy voelt zich, ondanks haar individualistische inslag, onderdeel van deze gemeenschap, die in 2005 het eerste vrijdagmiddaggebed organiseerde waarbij een vrouw, Amina Wadud, voorging en mannen en vrouwen samen baden.
MOna Eltahawy
haar 21ste verhuist Eltahawy terug naar Caïro waar ze journalistiek studeert aan The American University 1990-2000 Journalist voor onder meer Reuters en the Guardian in Caïro; werkt ook dertien maanden als Reuters correspondent in Jeruzalem 2000 Verhuist naar Verenigde Staten, Seattle 2002 Verhuist naar New York 2002 tot heden Columnist en opinieschrijver. Gastdocent aan diverse Amerikaanse colleges 2009 Ontvangt van de EU de Samir Kassir Award for Freedom of the Press Eltahawy woont in Harlem. Ze heeft een vriend met wie ze niet samenwoont, en ze heeft geen kinderen.
Over biologie gesproken: op een lege maag en te weinig slaap is het lastig actievoeren. De hamburger is op, het wijnglas leeg, en buiten blijkt het avond. Eltahawy zegt Chez Lucienne gedag en loopt naar haar huis, een half blok verderop. De volgende dag komt er, tussen de onophoudelijke stroom tweets over Libië, Syrië en seksueel geweld, een huishoudelijke mededeling voorbij: ‘My list of things to do: go to the gym, pick up dry cleaning. So I took a shower and made some pasta instead. I need a holiday.’
met dank aan
en op haar 15de naar Soedi-Arabië. Op
agata s m en te k
verhuist naar Londen als Eltahawy 4 is
m a ke u p
ouders zijn allebei arts. De familie
&
Geboren in Port Said, Egypte. Haar
haar
Mona Eltahawy (1967)
Minstens zo gepassioneerd is Eltahawy over vrouwenemancipatie. Ze omschrijft zichzelf als ‘moslim en feminist, niet als feministische moslim, want ik gebruik geen religieuze teksten om feminisme te verantwoorden’. Bovendien, feminisme gaat niet alleen moslima’s aan: ‘Overal ter wereld worden vrouwen onderdrukt.’ Dubbel irritant vond ze dan ook de ophef die ontstond toen CNN-journalist Lara Logan op het Tahrirplein seksueel werd geïntimideerd door een groep mannen. Eltahawy: ‘Het was net of zoiets voor het eerst gebeurde. Maar ik heb het al jaren over seksueel geweld tegen vrouwelijke journalisten, en andere Arabische schrijfsters ook. Blijkbaar is er een blonde vrouw voor nodig om het op de radar te krijgen. En er wordt gedaan of zoiets alleen in dat deel van de wereld voorkomt, alsof het hier nooit zou kunnen gebeuren. Maar in de Verenigde Staten wordt elke twee minuten een vrouw verkracht. En in conservatieve Amerikaanse staten tekenen meisjes een contract waarin ze hun vader – hun vader! – beloven maagd te blijven tot hun huwelijk. Het is daar net het Midden-Oosten.’ Natuurlijk, er zijn verschillende gradaties van onderdrukking. Eltahawy: ‘Als je hier in Amerika wordt verkracht, of het slachtoffer bent van seksediscriminatie, zijn er instituten waar je je beklag kunt doen. In Egypte of SaoediArabië kan dat niet. Maar vrouwen hebben overal ter wereld een ongelijke positie, en door te doen alsof het alleen in het Midden-Oosten zo is, komen we hier niet verder. Feminisme is een zaak voor Oost en West.’ En voor man en vrouw. Eltahawy: ‘Jonge Egyptenaren hebben een organisatie opgericht, Nazra, die onderzoek doet naar vrouwenrechten. Zowel mannen als vrouwen zijn erbij betrokken. Daar ben ik heel blij om, want als we de mannen niet veranderen, komen we nergens.’ Noem het biologisch pragmatisme: ‘Anders krijg je straks in Egypte allemaal vrijgevochten vrouwen, maar dan is er geen man die met ze wil trouwen, want die zal nog steeds voor de brave, dociele maagd kiezen.’
ca fe g i ta n e i n t he jan e h ot e l n ew yo r k
Eltahawy: ‘Conservatieven hebben altijd een grotere bek. Conservatisme wordt geassocieerd met authenticiteit, terwijl de tolerantie van liberalen vaak wordt gezien als een gebrek aan overtuiging. Maar we staan wél ergens voor. Dus als liberalen moeten we heel’ – haar stem gaat een octaaf omlaag – ‘overtuigd, stellig, en gepassioneerd zeggen dat we goddammit gelijk hebben.’
SH P
OPZIJ.NL/WEBSHOP
Opzij selecteert vanaf nu elke maand speciaal voor jou een reeks prachtige producten. Abonnees hebben een streepje voor en ontvangen op de meeste artikelen korting.
cadeapu ti
Deze prachtige Burkely tas is gemaakt van 100% gewassen rundleer. De tas is afsluitbaar met een magneetdrukker en heeft een formaat van 45x36 cm. Verkrijgbaar in: blauw, grijs en taupe. Prijs: € 119,95 Abonneeprijs: € 79,95
In Therapie seizoen II geeft een spannend inkijkje in het leven van een psychotherapeut, met in de hoofdrollen o.a. Peter Blok, Jacob Derwig, Jeroen Krabbé en Monic Hendrickx. Prijs: € 24,95 Abonneeprijs: € 19,95
BOEKENSTANDAARD
Bestel het extra dikke Opzij top-100 nummer online! In dit nummer de lijst met de honderd meest invloedrijke vrouwen van Nederland. Een interview met Eva Jinek. En humor is macht. Prijs: € 4,95 (incl. verzendkosten)
Alles over de liefde van Lisa Appignanesie beschrijft het hele spectrum van de liefde en de wijze waarop zij met al haar tegenstrijdigheden ons leven lang een rol speelt. Prijs: € 24,90
BOEKEN
ALLES OVER DE LIEFDE BOEKEN
DIVERSEN
OPZIJ TOP-100 NUMMER
De agenda bestaat uit praktische week- en maandplanners, extra veel notitieruimte, de menstruatiekalender en een handig leeslint. Verkrijgbaar in: fuchsia, bordeaux en grijs. Prijs: € 13,95 Abonneeprijs: € 11,95.
IN THERAPIE II DVD’S
OPZIJ AGENDA 2012 BOEKEN
ACCESSOIRES
BURKELY TAS
Voor schone kookboeken of aan tafel ontspannen een boek lezen. Verstelbaar, inklapbaar en gemaakt van Canadees elzenhout. Prijs: € 29,90 Abonneeprijs: € 24,90
Bestel nu via www.opzij.nl/webshop
Beslis snel, want sommige items zijn beperkt op voorraad. De verzendkosten verschillen per product.
sERIE
>> tekst Anke Manschot beeld Károly Effenberger
Over vrOuwen
gerard
Hoewel hij al jarenlang een vaste relatie heeft met een man, kan hij vrouwen wel erotisch aantrekkelijk vinden. Hij houdt van wijze vrouwen en ontwijkt krengen, wat één keer in zijn leven misging. Welke vrouwen beïnvloedden topadvocaat Gerard Spong (65)?
Spong topadvocaat
gerard spong
over de vrouwen in zijn leven
bij ons huis tante Nora, een oudere Surinaamse dame, een ver familielid. Zij leerde me dat je in Nederland twee dingen nodig hebt: je mond en je portemonnee. Een wijze les.’
De moeder Anita Thijn: ‘Mijn ouders leven allang niet meer. Mijn moeder, een huisvrouw, bracht me met succes bij dat je goed voor jezelf moet zorgen, ook financieel. Zij deed de declaraties van mijn vader, die psychiater was. Hij was daar te laks in. Ik blink niet uit in zelfkennis, maar ik denk dat ik toch meer op mijn vader lijk, een wat zwijgzame, oersaaie en keihard werkende man met vaste gewoonten. Je kon de klok erop gelijk zetten. Dat geldt ook voor mij. Zo ging ik tot de dood van mijn moeder altijd op zondagavond bij haar eten, van zes tot tien uur. Mijn partner vond het weleens irritant dat die avond zo vastlag. Ik kom niet uit een knuffelfamilie. Als kind was ik een beetje het zwarte schaap in ons gezin van twee jongens en twee meisjes. Onder meer omdat ik op school een keer bleef zitten en eerst een jaar politicologie studeerde, “de studie van dat linkse tuig”, voor ik omzwaaide naar rechten. Mijn moeder en vader stonden evenmin te juichen toen ik hun op mijn 22ste vertelde dat ik meer op mannen viel. Mijn vader vermoedde het al, maar vond het beter dat ik dat zelf ontdekte. Jammer, want dat had mij misschien een hele zoektocht bespaard. Al weiger ik om me in het hokje homo of biseksueel te laten stoppen, ik houd niet van hokjes. Mijn grootmoeder van moeders kant was de eerste vrouw aan wie ik onthulde dat ik meer van jongens hield. “Als je maar gelukkig bent,” antwoordde ze.’
De eerste liefde Indra: ‘Een studiegenote en een van de twee vrouwen op wie ik als jongeman razend verliefd ben geweest. In het tijdperk vóór de homoliberalisatie had ook ik het ideaal van man, vrouw en kinderen. Met Indra heb ik ruim twee jaar een relatie gehad, met die andere vrouw een half jaar. Ja hoor, ik had seks met hen, al ging ik ondertussen ook stiekem met jongens naar bed. Inmiddels ben ik alweer 22 jaar met dezelfde man. Maar ik kan vrouwen nog steeds erotisch aantrekkelijk vinden, zij het niet in dezelfde mate als een man. En ik sluit een relatie met een vrouw niet uit wanneer ik weer alleenstaand zou zijn.’ De feeks De moeder van zijn zoon: ‘Een kreng. Haar enige verdienste is dat ik een geweldige zoon van haar kreeg: Xander, een getalenteerde tennisprof, 21 jaar oud. Pas nog kreeg ik een sms’je van hem: “Pap, ik houd van je. Kus.” Dat soort dingen heb ik zelf nooit tegen mijn ouders gezegd, ook al werd ik op latere leeftijd het oogappeltje van mijn moeder. Mijn zoon vliegt me nu nog steeds om de nek, mijn vriend is een tweede vader voor hem. Ik had enkele onenightstands met zijn moeder. Het was een geplande zwangerschap wat haar betreft, meer wil ik er niet over kwijt. Ja, er zitten een hoop loeders tussen vrouwen, de kunst is uit hun klauwen te blijven. Jarenlang had ik een omgangsregeling met Xander, zag ik hem in het weekend. Sinds acht jaar hebben mijn zoon en ik geen contact meer met haar. Mijn zoon was toen een paar jaar doordeweeks bij pleegouders.’
‘Van loeders en springerige snolletjes moet ik niets hebben’
De zus Het zijn er twee, Carmen en Helen: ‘Allebei zelfverzekerd zoals ik. Maar ik weet niet wat hen bezielde om na de geboorte van hun kinderen hun man de kost te laten verdienen. Ik heb Helen, afgestudeerd als socioloog, ooit voor de voeten gegooid dat ze haar maatschappelijke plicht verzaakte om geld terug te verdienen voor de Nederlandse staat die haar studie had betaald. Toen is ze flink boos op me geworden. Dat is gelukkig allang weer bijgelegd.’ De tante Tante Nora: ‘Nadat we met ons gezin in 1962 vanuit Suriname naar Oegstgeest waren geëmigreerd, bezocht ik een paar keer per week in het verzorgingshuis vlak
De wijze vrouw ‘De vrouwen met wie ik al jarenlang bevriend ben – zoals “zomergast” Lilian Gonçalves, Noraly Beyer en Rosemarie Currie, een notaris in Suriname – zijn uitgebalanceerd, innerlijk beschaafd en onafhankelijke denkers. Want ik moet behalve van loeders ook niets hebben van springerige snolletjes. Op mijn kantoor werken naast mannelijke ook vier vrouwelijke juristen. Ik heb niet alleen gelet op hun juridische bekwaamheid, maar ook of het innerlijk wijze vrouwen zijn.’
Laat je 40% inspireren door de vrouwen van Opzij! Trakteer jezelf of een ander op een jaar Opzij en ontvang 11 nummers voor maar € 29 (i.p.v. € 48,50)
Abonneren? Ga naar www.opzij.nl of bel 0800 - 0220 660
HET ABONNEMENT IS TOT WEDEROPZEGGING. HEB JE ZELF VRAGEN OVER HET ABONNEMENT? BEL DAN GRATIS 0800-0220660. WEEKBLADPERS TIJDSCHRIFTEN GAAT ZORGVULDIG OM MET JE GEGEVENS.
KORTIN G