9 minute read

Suriname & zwarte bladzijden

Jeangu Macrooy (1993) verruilde Paramaribo voor Nederland in 2014 met maar één doel voor ogen: het maken in de muziek. Een platencontract, drie studioalbums en een songfestivaldeelname later is het niet overdreven om te concluderen dat het gelukt is. Opzij spreekt de soulvolle popzanger over queer zijn in Suriname, stappen met je moeder én zijn all-time favorite nummer van jeugdidool Taylor Swift.

Bij een uitzending van radioprogramma OVT hoorde ik dat jouw overgrootmoeder een vrouwendorp stichtte in het oerwoud van Suriname. Fascinerend, vertel.

“Ik speelde destijds mijn nummer Aisa bij de NPO, in het kader van de Maand van de Geschiedenis. Dat nummer is een ode aan Moeder Aarde. Ik droeg het op aan mijn overgrootmoeder. OVT vroeg om persoonlijke verhalen die een connectie hadden met vrouwengeschiedenis. Het verhaal van mijn overgrootmoeder is een oud familieverhaal. Niemand weet precies hoe het echt zit. Veel afstammelingen van tot slaaf gemaakten zijn vroeger gevlucht naar het oerwoud en vestigden zich daar. Zo zijn diverse Afrikaanse culturen in stand gehouden. Mijn overgrootmoeder woonde ook in het oerwoud. Het verhaal gaat dat zij samen met een aantal andere vrouwen is vertrokken uit haar gemeenschap – die uit mannen en vrouwen bestond – en een eigen vrouwengemeenschap oprichtte. Helaas is het onduidelijk waarom ze precies vertrokken is. Misschien wilde ze zich afzetten tegen bepaalde tradities en gendernormen. Maar dat blijft speculeren. Het dorp bestaat nog en heet Friman Gron. Ik ben er nooit geweest, maar zou er wel een keer naartoe willen.”

Naast die markante overgroot-moeder, wat zijn of waren belangrijke vrouwen in jouw leven?

“Ik ben opgegroeid in een huishouden met veel vrouwen. Er kwamen vaak vriendinnen van mijn moeder over de vloer. Dat waren eigenlijk allemaal tantes die een moederlijke rol vervulden. Een verlengstuk van mijn moeder. Ook op school had ik vooral vrouwelijke vriendinnen. Daar voelde ik me het meest op mijn gemak. Dat zal ook te maken hebben gehad met dat ik nog in de kast zat. Bij die vriendinnen voelde ik minder risico om afgestoten te worden. Als tiener kon ik diepere gesprekken met hen voeren. Nog steeds voel ik me comfortabeler bij vrouwen.”

Wat was je moeder voor vrouw?

“Gastvrij, heel eigenwijs. Ik ben liefdevol opgevoed. Mijn moeder maakte ons zingend wakker en ze bracht me zingend naar school. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik alles kon bespreken met mijn moeder. Wat ook bijzonder was: ik ging met mijn moeder uit. Ze houdt van dansen. Ik weet niet of er veel mensen zijn die dat gedaan hebben met hun moeder.

“Toen ik tien was, scheidden mijn ouders. Er veranderde best wat qua dynamiek in huis. Mijn moeder moest veel meer zelf doen. Ze ging ook weer studeren: Nederlands. Ze had haar studie eerder niet afgemaakt vanwege de kinderen. Ik denk dat het heel zwaar was voor haar. Ze moest opeens werken én studeren, ze maakte hele lange dagen. En ze had ons. Mijn tweelingbroer, mijn zusje en ik probeerden in die tijd te helpen in het huishouden. Maar geen van ons, inclusief mijn moeder, vond dat leuk om te doen. Dat was een punt van frustratie. Wat ik trouwens wel leuk vond om te doen was koken.

“Creativiteit is altijd gestimuleerd in huis. Er waren veel boeken om ons heen. Mijn moeder heeft ons veel voorgelezen. Tot mijn twaalfde moest ik op een sport, dat vond mijn moeder belangrijk. Maar daarna mocht ik ook iets anders kiezen. Dat werd gitaarles en zangles. Ik had ook een tante die muziek maakte, basgitaar en zang.

“Tekenen en schilderen waren mijn eerste liefde. Als je mijn schoolschriften opensloeg, zag je overal tekeningen. Er liggen bij mij thuis in Paramaribo nog steeds veel mappen met tekeningen en schilderijen. Toen ik naar Nederland kwam was het conservatorium óf de kunstacademie. Maar het conservatorium voelde urgenter. Ik had het gevoel dat ik sneller grote stappen kon maken in de muziek.”

Wij zijn even oud, dat wil zeggen dat je bijna dertig bent. Een moment van reflectie?

“Als iemand vroeger aan me vroeg: wat wil je over vijf jaar? Dan had ik een antwoord paraat. Nu leef ik meer in het hier en nu. Enerzijds voel ik wel de druk van het ouder worden. Wat wil ik nog meer doen? Maar ik wil er niet zomaar van uitgaan dat ik er over een paar jaar nog ben. Als je dat programma Over mijn lijk kijkt, zie je allemaal jonge mensen. Hun tijd is op. Je weet het dus nooit zeker.

“Maar: ik ben nu in een fase dat ik denk, misschien wil ik nog iets gaan studeren. Ik denk al langer na over filosofie. Ik wil ook meer gaan reizen en ik heb muzikaal gezien nog internationale ambities. Ik vind het wel lastig om te kijken naar het komende decennium. Ik kan me niet voorstellen dat ik straks veertig ben, ik vind dertig al best een ding.”

O ja?

“Het wordt wel minder eng nu het dichterbij komt. Ik zou ook geen twintig meer willen zijn, ik heb best veel geleerd in mijn twenties.”

Wat is de grootste les?

“Erachter komen dat veel clichés cliché zijn omdat ze waar zijn. Ik ken mezelf beter, ben zelfverzekerder geworden. Ik kan beter filteren waar ik mijn aandacht aan wil besteden. Beter nee zeggen, zonder dat ik me daar schuldig over voel. Ik ben nu op een mooi punt, dus in die zin kijk ik wel uit naar het komende decennium.”

Welke vrouwelijke artiesten hebben jou eigenlijk gevormd?

“Vrouwelijke artiesten spraken mij sowieso het meeste aan, meer dan mannelijke artiesten. Vrouwenstemmen vooral. Ik weet niet waarom. Mijn moeder luisterde naar de grote vrouwen van de nineties. Mariah Carey, Whitney Houston, Toni Braxton. Daar ben ik mee gebrainwasht. Maar als puber ga je ook zelf dingen ontdekken. Bijvoorbeeld het album Breakaway van Kelly Clarkson. Ik leerde zingen door met haar mee te zingen. Waar mijn ouders vooral naar soul en reggae luisterde, ontdekte ik ook rockmuziek. Van Paramore tot Evanescense. Maar later ook artiesten als Joni Mitchell. Ik ben ook fan van de muziek van Taylor Swift. Door haar album Speak Now werd ik echt fan, omdat ik las dat ze alle nummers zelf had geschreven. Toen dacht ik: wauw.”

Ook hier aan tafel zit een Swiftie. Wat is je all-time favorite nummer van haar?

“Ik denk All Too Well.”

Nee! Mijne ook. Door Rolling Stone eveneens gerankt als haar beste nummer.

“Toen ik dat nummer voor het eerst hoorde, tijdens een live performance bij de Grammy’s achter een piano… Het was net alsof je een boek las. En Taylors album Folklore heeft me ook weggeblazen. Een meesterwerk, echt heel tof.”

Staan er nog vrouwelijke artiesten op jouw lijstje voor toekomstige samenwerkingen?

“Het mooiste vind ik als dat op een natuurlijke manier gaat. Dat je iemand leert kennen en er organisch een samenwerking ontstaat. Mag ik ook mensen opnoemen die er niet meer zijn? Dan kan ik al mijn helden wel opnoemen, zoals Whitney Houston. Maar iets realistischer, mijn beste vriendin maakt ook muziek. We roepen al jaren dat we samen iets willen maken, maar het is nog steeds niet gelukt. Haar naam is A Mili. Ze rapt en zingt.”

Hoe kijk jij als artiest naar het feit dat er meer mannen dan vrouwen geprogrammeerd worden?

“Ik snap niet waar het vandaan komt. Omdat de programmeurs voornamelijk mannen zijn? Omdat er in de gehele industrie vooral mannen werken, en die de norm bepalen van wat goed is? Ook in zo’n Top 2000 bijvoorbeeld. Ik vind het wel heel leuk trouwens. Maar mensen kijken naar de Top 2000 alsof het de heilige graal is. Het is gewoon een lijst waar mensen op stemmen. Muziek is veel breder dan dat. En ik luister dus sowieso voornamelijk naar vrouwelijke artiesten.

“Als je kijkt naar de nieuwe generatie artiesten, dan was 2022 wel een girlpower- jaar. Met namen als S10, Bente, Maan en Meau. Dat vond ik wel heel tof.”

Je bent al jaren open over je seksualiteit en hoe lastig dit was in Suriname. Zit er een stijgende lijn in de lhbtiq+-acceptatie in Suriname?

“Wat mij nu het meest opvalt is de zichtbaarheid. Toen ik er nog woonde, had ik nog nooit een Pridevlag gezien en wist ik niet eens van het bestaan van een Surinaamse Pride af. Inmiddels is er een Pride Month en hangen bedrijven de vlag uit. De community is veel zichtbaarder. Waar dat precies door komt weet ik niet.

“Mijn laatste videoclip is in Suriname opgenomen, met Surinaamse queer mensen. Dat was heel fijn en ook voor mezelf een nieuwe ervaring. Toen ik er woonde heb ik me lang onzichtbaar gevoeld. Er werd niet over gesproken en als erover werd gesproken was het negatief.”

Vind je het nu makkelijker om zichtbaar te zijn met je seksualiteit in Suriname?

“Het is nog steeds een apart verhaal. Ik ben aan het verkennen of ik er dit jaar kan optreden tijdens de Pride Month. Het lijkt me heel mooi om zo bij te dragen aan zichtbaarheid. Het is een statement om in die samenleving als queer door de stad te lopen. Maar ik denk wel dat er nog veel moet gebeuren; homofobie zit in de cultuur. Ik voel me niet onveilig, maar ik zou er niet zo snel hand in hand lopen met mijn vriend. In Amsterdam ook niet altijd trouwens. Helaas, dat was voor mij wel een bubbel die uit elkaar spatte. Ook hier hoor ik verhalen van vrienden die dingen meemaken. Worden uitgescholden of erger, in elkaar geslagen.”

Hoop je een rolmodel te zijn voor jonge Jeangu’s in Suriname en in Nederland?

“Ik weet het niet. Ik vind het gek om te zeggen: ik ben een rolmodel. Maar ik ben me er wel van bewust dat mensen door mijn zichtbaarheid naar mij kunnen opkijken. Ik had dat soort mensen vroeger niet in Suriname, alleen in het buitenland. Iemand als Sam Smith bijvoorbeeld, die al vanaf het begin van zijn carrière uit de kast was. Ik keek ook naar series als Glee, dat was zo’n beetje waar je jezelf dan in herkende. Een voorbeeld in Suriname was er niet.”

We hebben het nu over lhbtiq+-emancipatie in Suriname, hoe ervaar jij vrouwenemancipatie daar?

“Ik vind het lastig om er iets over te zeggen nu ik er niet meer woon. Suriname heeft natuurlijk wel een machocultuur. Ik heb zelf ervaren hoe dat zich uit in homofobie en ik kan me voorstellen dat zich dat ook kan uiten in vrouwonvriendelijkheid. Dat gaat hand in hand. Als man kan je ook niet soft zijn en er zijn mannen die alles langs de lat leggen van hun masculiniteit. Alles wat queer of vrouw is, is daar vervolgens ondergeschikt aan.

“Een vriend van me liet de naam Andrew Tate vallen. Laatst heb ik een ochtend zitten kijken naar allemaal filmpjes van hem. Ik dacht: even kijken wat hij allemaal zegt. Ik werd er niet heel blij van. Heel macho. Ik kan me voorstellen dat dat indruk maakt op jonge jongens. Het gaat over geld, het gaat over vrouwen als bezit. Hij staat voor de alfaman. Iemand die roept: als er oorlog is, dan hebben jullie mannen als mij nodig. Terwijl ik denk: misschien zou er geen oorlog zijn als mannen als jij niet bestonden. Als er meer zachtheid was in het algemeen.”

Zie je jezelf als activist?

“Ik ben vooral een artiest. Zo kan ik ook bijdragen. Door bijvoorbeeld queer verhalen te vertellen. Want als een queer artiest dat al niet doet, wie dan wel? Daar ben ik wat radicaler in geworden. Er werd me weleens geraagd: wil je dit wel zo bewust uitdragen? Maar daar kies ik niet voor, dit is wie ik ben. Als ik ervoor kies om mezelf authentiek uit te drukken, dan wordt het in deze wereld vaak ervaren als een statement. Of ik dat nou wil of niet.”

Terwijl je gewoon ‘bent’.

“Precies. Ook op het Songfestival. Vier zwarte mensen op het podium. Dat was niet met opzet. Maar het wordt wel gezien als een statement, terwijl dat bij vier witte mensen niet zo wordt gezien. Ik wil zo authentiek mogelijk zijn. Ik realiseer me dat ik daarmee toch bepaalde normen bevraag. Het wordt ergens algauw activistisch.”

Hoe heb je de slavernij-excuses van Rutte ervaren?

“Ik heb het nog niet gezien. De hele aanloop was zeer respectloos. Ik heb wel begrepen dat de excuses inhoudelijk goed waren. Ik ga nog een moment pakken om ernaar te kijken. Maar ik heb even tijd nodig om me over die aanloop heen te zetten. Het is jammer om te merken dat het nog niet bij iedereen resoneert. Ik hoor ook positieve reacties, dat het mooi en betekenisvol was.”

Het is niet iets wat je even tussendoor kijkt.

“Het is een groot en betekenisvol statement. Ik was erbij toen burgemeester Halsema het in Amsterdam deed en zong tijdens de herdenkingsceremonie. Dat was zo’n mooi moment. Ik speelde daar mijn eerste single, Gold. Dat gaat over het koloniale verleden. Het speelde ook mee dat het in juli was, voor het monument. Dat soort dagen worden niet zomaar gekozen.

“Ik denk veel over slavernij na. Ik schrik af en toe van de emoties die ik voel als ik stilsta bij de geschiedenis. Om me te realiseren dat ik het resultaat ben van die geschiedenis.”

Weet je veel van de verhalen van je eigen voorouders?

“Ik wil het nog wel verder uitzoeken. Ik ben onder andere een nakomeling van Afrikanen die tot slaaf gemaakt zijn en van Chinese contractarbeiders. Ik heb ooit wel een DNA-test gedaan. Daar zat van alles tussen: Inheems, Zuid-Amerikaans, Afrikaans, een beetje Europees.

“Als ik nu nadenk over de geschiedenis, dan kom ik uit op pijn. Daarom heb ik behoefte aan meer menselijke verhalen, zoals dat van mijn overgrootmoeder. Wie waren die mensen? In het register van tot slaaf gemaakten dat online is gekomen vond ik ook de naam Macrooy. Van baby’s, peuters, tot bejaarde mensen. Doordat Nederland licht schijnt op de zwarte bladzijden, is er hopelijk de mogelijkheid om meer verhalen naar boven te halen. Of ik zelf iets wil betekenen dit herdenkingsjaar weet ik niet, ik wil het vooral gaan beleven.” O

Summer Moon

In november 2022 lanceerde Jeangu Macrooy zijn derde studioalbum Summer Moon. Een veelzijdige plaat, bomvol verrassende arrangementen die een inkijkje geven in de belevingswereld van de Surinaams-Nederlandse zanger. Van gevoelige nummers tot dansbare grooves, met invloeden van pop, soul en r&b.

This article is from: