2 minute read

Dus ik doe het nog maar een keer

Stel je voor. Je bent oud en door dementie of een andere ziekte is je zelfredzaamheid ernstig aangetast. Je struikelt en valt. De telefoon heb je net even niet binnen handbereik. Uren lig je met pijn op de harde grond. Je krijgt het zo koud dat je beseft: als er niet snel iemand langskomt, ga ik dood aan onderkoeling. Inmiddels komen dagelijks meerdere ouderen met dit verhaal in het ziekenhuis terecht. Gelukkig kwam voor hen de hulp nog op tijd. Vanuit de langdurige zorg is hiervoor gewaarschuwd. Dit is het directe gevolg van kabinetsbeleid dat stuurt op ouderen thuishouden, zelfs wanneer dat niet meer verantwoord is.

aantocht. Inmiddels zijn we twee verkiezingen verder en opnieuw is de kaalslag ingezet. Terwijl de verpleeghuiszorg en de thuiszorg er nog slechter voor staan dan in 2017. Overigens zijn ook de jeugdzorg en de zorg voor chronisch zieken, verstandelijk gehandicapten en psychiatrische patiënten door de ondergrens heen gezakt.

Dan kun je onmogelijk volhouden dat het beleid het afgelopen decennium verstandig en doelmatig is geweest. Er komt geen protest uit de sector, zeggen ze in Den Haag. Vind je het gek? Zorgmedewerkers hebben jarenlang tevergeefs geprotesteerd en kregen ook nog eens de coronaepidemie over zich heen. Die kunnen het niet opbrengen een massale campagne te organiseren.

Wie nu nog steeds niet weet hoe, mag me bellen.

Alles wat de afgelopen jaren in de ouderenzorg is bevochten, wordt nu weer teruggedraaid. Terwijl het proces om de kwaliteit van leven en zorg te verhogen nog maar nauwelijks op gang is gekomen. Door een kabinet waarin dezelfde partijen zitten die in 2017 met de hand op het hart beloofden ons manifest Scherp op Ouderenzorg uit te voeren.

Toen waren er verkiezingen in

Het zorg-establishment beweegt ondertussen rustig mee met de kabinetsplannen. Natuurlijk zijn er zorgbestuurders, beleidsmakers, wetenschappers en zorgverzekeringsmensen die protest laten horen, maar de meerderheid weet donders goed dat de veranderingen die nodig zijn gevolgen gaan hebben voor hun positie en aanzien. Die zullen niet protesteren.

Dus doe ik het nog maar een keer. Namens alle mantelzorgers en zorgmensen die te moe en te murw zijn om weer een keer de strijd aan te gaan. Deze plannen duwen de langdurige zorg over de rand van de afgrond. Het personeelstekort is oplosbaar, maar dan moeten we het heel anders gaan aanpakken.

Er is nog iets dat mij zeer zwaar op het hart ligt. Het brandpunt van de strijd om vrouwenrechten ligt op dit moment in Iran. Na de moord op Jina Mahsa Amini afgelopen september hebben vrouwen en jongeren de leiding genomen bij het organiseren van massaal protest tegen de onderdrukking van vrouwen en lhbtiq+. De dictatuur reageert met willekeurig en extreem geweld op grote schaal. Bijna 20.000 arrestaties zijn verricht wegens ‘vijandschap tegen God’ of ‘verspreiden van corruptie’. Op het verbranden van een hijab staat de doodstraf. Er zijn al meer dan vijfhonderd dodelijke slachtoffers gevallen. Elke keer wanneer ik de beelden zie op televisie of YouTube denk ik: als mijn dochters in Iran waren geboren, hadden zij daartussen gestaan.

Via de internationale media vraagt deze protestbeweging om steun. Wat ze krijgen is Wopke Hoekstra die de Iraanse ambassadeur ontbiedt om zijn afschuw uit te spreken en twittert dat andere EU-staten hetzelfde moeten doen. Minstens zo verbijsterend vind ik het dat er in dit land, waar zoveel vrouwen zich feminist noemen, geen massale buitenparlementaire beweging op gang komt om forse internationale druk op de ayatollahs af te dwingen. En dat wij ons ook niet bekommeren om de schending van grondrechten van vrouwen in Afghanistan. Kom in beweging. Doe iets! Jin, Jiyan, Azadi. O

This article is from: