16 minute read

6. HET LEVEN IN EEN WILLEKEURIGE BRIGADE

Next Article
7. ONZE

7. ONZE

Voor dit hoofdstuk grijpen wij terug naar een Algemeen Reglement voor den Inwendigen Dienst der Nationale Gendarmerie van 1929

Omdat het paard een grote IIcompagnon JI was voor onze gendarmèn, ging er eerst en vooral aandacht naar het dier. De paarden moesten allen op hetzelfde uur gepoetst en gedrenkt worden: van oktober tot 1 maart om 7 uur IS morgens en tussen 1 maart en 1 oktober om 5 uur IS morgens. Uitzonderingen werden enkel toegestaan wanneer deze gerechtvaardigd waren door buitengewone diensten.

Advertisement

Het toezi cht bi j de IIpansagell ( het poetsen van de paarden) moes t gebeuren door de brigadecommandant. Hij moest ook toezien op het uitdelen van IIde rations fourages ll , in het bijzonder van de haver. Bij afwezigheid van de brigadecommandant diende de lIoudsten gendarmIl hem te vervangen. Die droeg dan ook dezel fde verantwoordelijkheid als de commandant. De brigadecommandant diende ook dagelijks een inspectie te houden van de paarden. Ieder aanwezig paard kreeg op het uur van de IIpansagell een IIcomplete ration fourage ll . De gendarmen op missie met hun paarden mochten een rantsoen haver en een rantsoen gesponnen hooi meenemen wanneer zij verplicht zouden zijn om elders te overnachten. Wanneer zij echter dezelfde dag terugkeerden naar de brigade mochten zij alleen een derde van het rantsoen meenemen.

In de stal diende er ook altijd plaats te zijn voor het onderbrengen van paarden van gendarmen die op .mi ssi e waren en dus i n een andere bri gade moesten overnachten. lij kregen een rantsoen eten tegen de ;nko·opprijs. Dit werd dan ingeschreven in een IIdagelijksen consomatie-staatll en ook moest erop vermeld worden hoeveel ontvangen werd voor het eten der paarden. Naar alle waarschijnlijkheid had iedere gendarm vroeger zijn eigen paard. Want een artikel zegt 11 Niemand zi jn peerd mag verkopen of verwi sse len, zonder voorkenni s zi jner chefs die op de gemotiveerde aanvraag daartoe, zulks goed vindende, de autorisatie zal verlenen.

47

Ieder officier of gendarm, die tegen de bepalingen van dien artikel handelt, zal volgens de wetten worden gestraft. JI

Iedereen moest dagelijks op de lIpansagell aanwezig zijn want dan gold nog de regel dat iedere onderoffi cter en gendarm yerpli cht was in de kazerne te wonen en te slapen, b.ehalve wanneer hij voor het uitvoeren van di.enstorders elders moest overnachten. ln de mate van het mogelijke diende dat in een andere brigade te gebeuren.

Er moest steeds een gendarm de wacht hebben in de kazerne, ten ware de gehele brigade voor de dienst buiten of in het garnizoen gebruikt wordt.

Dan krijgen wij één van de meest strikte huisregels van de kazerne: geen onderofficier of gendarm mocht zich van de brigade verwijderen zonder daartoe verlof bekomen te hebben en zonder te hebben opgegeven waar hi j naar toe gi ng. De bijkomende eis was dat 11geen van hen, hetzij hij in dienst is of niet, anders dan in uniform gekleed, goed geschoeid, gekamd en met zijn sabel gewapend zich buiten de kazerne mocht begeven. 1I IS Avonds diende ook iedereen binnen te zijn in de kazerne met uitzondering van diegenen die op ronde waren. Hij moest zich onmiddellijk na de taptoe in de brigade bevinden. Een brigadecommandant diende appel te houden. Iedere gendarm die nog binnenkwam na de taptoe moest worden opgesloten in de politiekamer tot de volgende morgen. Dan werd hij dan nogmaals gestraft voor 24 uur door de luitenant. Deze straffen dienden te worden ingeschreven in een Jlregister van tucht der compagnie ll •

De brigadecommandanten dienden erop toe te zien dat de kamers in de kazerne in "een zindelijke en gezonde staat" onderhouden werden; de trappen, kamers en stallen dienden dagelijks geveegd en gereinigd te worden. Of er dus indertijd gepoetst werd in de bri gade.:.

Door tenmi ns te twee man van de brigade moes.t dagelijks een toer gemaakt worden op de grote wegen tskr.uis.wegen, bi jwegen, pachthoeven en andere plaatsen van het arrondissement. Tijdens die tocht moesten zij, voornamelijk bij het begi n van de nacht, i nformeren i n pachthoeven en herbergen of er zi ch geen vagebonden, bedelaars of landlopers bevonden. Zij dienden ook de bossen en verdachte plaatsen te doorzoeken. Zij moesten z:kh ook heimelijk opstellen bij identiteitscontrole. Zij moesten zich tot de burgerlijke autoriteiten wenden , 48

om te vragen of die iets afwisten van verdachten. Terzelfdertijd ondertekenden deze burgerlijke overheden ook het journaal van den gewonnen dienst, die de gendarmen hen voorlegden. Zo werd indertijd nagegaan of een dienstronde gevolgd werd. De gendarmen moes, ten op vaste punten voorb5jkomen, zoals bi jvoorbee 1 d bij de burgemeester of het stadhuis, zodat de brigadecommandant, die hun ronde vastlegde, op hun journaal kon zien of zij er inderdaad geweest waren.

Er diende ook toezicht gehouden te worden op deserteurs, verdachte personen, en kwaadwilligen en bedelaars en op kermissen en markten. De gendarmen waren verplicht aanwezig te zijn op deze plaatsen.

De gendarme kon o.a. een tuchtstraf krijgen als hij zich buiten het arrondissement van zijn brigade begaf zonder toelating van zijn chef; hij de uren verzuimde waarop de paarden moesten worden gepoetst en eten krijgen; hij niet op tijd terug was in de brigade. Hij kon ook een tuchtstraf oplopen door te tvlÏsten. Artikel 127.6 bepaalt dat een tuchtstraf kon worden opgelegd wanneer een gendarm met zijn medegezellen twistte of op welke manier ook de rust, de orde en de welvoegelijkheid stoorde, die zowel in de kazerne als op de rondreizen, toeren en patrouilles moet heersen.

Ook het huisgezin moest zich voegen naar de huisregels van de gendarmerie want een reeks artikelen gaat ook over de vrouw van onze gendarm. Wanneer zij door een onbetamelijk gedrag, twist of onenigheid onder de gendarmen mocht doen ontstaan, dan zou zij uit de kazerne verdreven worden. Hetzelfde diende te gebeuren met vrouwen die zich inlieten met dienstzaken en wier onbescheidenheid of geschillen tussen de gendarmen veroorzaakte of de tucht of de gehoorzaamheid aan de orders van de oversten met de voeten traden. De namen van de gendarme die vertrouwe 1 i jke mededel i ngen had gedaan aan zi jn echtgenote di endenrJook in hét tuchtregister opgetekend te worden. Tijdens de "inspectiën" van de brigade werd door de officieren het tuchtregister ingezien. Wanneer een brigadecommandant notals had ingeschreven ten laste van een vrouw, kon door de officier worden beslist of zij diende verwijderd te worden uit de kazerne.

Geen enkele vrouw kon in de kazerne bij een gendarme wonen indien zij niet gehuwd waren. Over het huwelijk gesproken: men kwam ongehuwd binnen in de gendarmerie. Bij een huwelijksaanvraag werd een onderzoek gedaan omtrent de aanstaande echtgenote. Wie mocht trouwen met een gendarm moest een schenking doen aan de

Gendarmerie. Het brigadepers.oneel noemde dit het betalen van een "dotte". Het ging om tweedutzend frank, toen een klein fortuin. Dat bracht 2 % op. In Izegem is het gebeurd dat een rijks.wachter dat werk opgaf, omdat zijn bruid niet kon of wilde betalen. Natuurlijk moest er een logement vrij zijn in de brigade. Geen logement vrij betekende dus niet trouwen. De sobere meubels werden door de Staat betaald.

Al kon het leven in de brigade, ondanks de vele reglementen aangenaam zijn, de schrik sloeg iedereen om het hart als de officier voor de jaarlijkse inspectie naar de brigade kwam. Hiervoor citeren we de integrale tekst die verscheen in de Geschiedenis van de Rijkswacht, deel I, bl z. 299 onder de titelIlEen Inspectie" .

In het jaaJt 1912, toen de fwlonel ujn jaaJtUjk.6e iYL6pec.tie aanfwncügde, weJtd ;.11 de bJtigade aUef.J een week. .tang in Jtep en Jtoelt gezet. Ve k.olonel. Wal> een heel Jtec.h:U chapen man, Me uc.h zeeJt .6 teJtk hlel.d aan de lteglemen.ten, uite..JL6 t metic.ui.elL6 WlU zodaMg zel6.6 dat hlj .6tJteng .6 c.heen .te ujn en dat iedeJteen hem vJteef.Jde. Zo lee6den alle inwoneJt.6 van de kazeJtne, mannen, vJtouwen en in vJteef.J vOOlt de dag.

Ujn iYL6pec.;t[e gold ech.telt Met aU.een de gendaJtmen, maaJt aU.ef.J wat van veJt 06 van cüchtbij in vetr.band komt met het .m<litailt leven van ujn ondeJtgef.J c.hlk.ten. AUef.J wat een invloed kon hebben, op hun gedJtag, mOJLe. el , gezondhud en du.J.i ook op de goede 06 .6lech.te weeJtkttank van de uLtoe6eMng van hun cüeYL6t, weJtd eveneeYl..6 aan de iYL6pec.;t[e ondeJtWoltpen.

Ve lokalen vOOlt het algemeen gebltuik, buJtea.u.6, gangen, koeJten, gewoonlijk uLteJL6t Yl.etjef.J ondeJthouden, de wOMngen van de gendaJtmen, koJLt.o.m heel de kazeJtYLe van de keldeM tot de zoldeJt ondeJtging een even eneJtgieke a1..6 onnoMge ktU6beuJtt.

VOOltal de withou.ten paJtketvloeJten weJtden op een bijzondeJt doeltJte66ende wijze opgepoe:Ut. Hoeveel. keelt zag ik de mannen Met met bOMtel in de hand, hun vJtouwen helpe.nd bij de gJtOte .6c.hoonmaak, zwetend en badend o.m het paJtket met gJtOte. hoeveelheden bwne zeep en cuU: zand een .6.me.t.teloo.6 uLtuc.ht te geven. Eenmaal cüt JteAui.ta.a..t beJtukt, WlU. het iedelteen veJtboden de plaa-tAen met .6.c.hoenen te betJteden. Voolt de deuJten stonden panto66e16 klaaJt, die .men veJtpUcht Wal> te dJtagen. Ik heb meeltJrJCta.-t6een paaJt k.tappen gefur.egen omdat i.k. uit veMtJtOoidhud het c.oYL6igne gef.Jchonden had en het .6pOOlt van mijn gef.Jpijk.eJtde .6choenen op

de pa6 wit geknegen vloen had.

Ve Leuven6e .6m06 in zwaJLt pfaatijzen, de het oog .6,pn,[ngende ven.6ien,[ng van de keuken6, en teven6 de meMt onthuUende wat betne6t de hui.-6.houdelijke van de kIteeg haalt du6bele laag vaan uj wend opgepoe.t6t ze blonk aL6. een glanzende faaM.

Vana6 dat ogenblik wend en geen neken,[ng meen gehouden de bu-i..ten en Wa6 venboden en nog vuun in te maken u-i..t c.hn,[k de gfun6 vend066en.

&<..j vltUen van de de k..-i.ndenen hun hui.-6weJtk ven6de vingeM . Ve moedeM hen met de woonden : "heb geduld, na de in6pec.tie, binnen 1 06 2 dagen zuUen we vuun tenug aanóteken".

EeYL6 wenk gedaan, hielden de mannen van de bn,[gade zic.h beug zaken hun benoep. Ve en genec.htelijke wenden geheel helthaald en doolt iedeneen opgezegd.

dagen, d,[e de in6pec.tie voona6gingen wenden doon een koon.t6ac.tivitut. Wa6 men ni.e:t6 ? Wanen ltUe taken, de gewone ? Had men ltUe de:t:ai-t6 nagek.eken ? Had men aan de vMuwen en de Undenen vengeten zeggen gedunende de iYL6pec.tie n,[et doon de ven6teM

Ujken, en aan de .6c.hneeuwen en .6pelen ? Het wanen in 6ute .6lec.h.t6 moUlijke vaan iedeneen, en de tevnedenhud van de gnote c.he6 betekende vItede en vaalt een lange tijd, en dat Wa6 zeken de venplic.htingen en de zongen waand. Vaanna zou men ween kunnen u-i..tblazen, uc.h veltheugen al.6 oven een bevn,[jd,[ng. Zel6.6 de hond van m-i..jn vaden, VeMc.hn,[kt doon al oven en ween geloop wend aan de gelegd en moc.ht de ton d,[e hem ah, hok d,[ende' en waan,[n hij veM.cll.Ool, zijn onen omlaag en een du penate blik.

Eindelijk bneekt de dag aan. Reedt.. vana6 vij 6 uun Á.A iedeneen op. Ve tijd gaat vaanbij . Ac.ht uun !

Een banmhantige gebulln en vn,[end van de gendatz.men gevat op en zodlta hij de 0 6Muen op 200 meten van de kazenne komt hij na.aót mi.jn vaden gelopen en : IIPa6 op. hij komt enaan."

51

Ve. pooJLt van de. kaze.Jtne. woJuit dooJt e.e.n onuch.tbalte. han.d ge.ope.nd, wa.n..t:. he..t .6c.e.naM.o .6.taa.t goe.d oppun..t. Mijn vade.Jt .6c.hJtaapt ujn ke.el., we.np.t e.e.n laa;t1:..te. blik op ujn. ciJUe. ge.ndaJUne.n opgv.detd op de. koeJr., loe.Jt.t n.aalt de. pooJt.t, e.n p.to.:t6 me..t e.e.n pe.Jtfie.c..te. intonatie., bJz..u1...t hij : J/ In houding VOOIt de. Jte.vue.. Sc.houde.Jt gwe.e.Jt" e.n .te.Jtzet6deA:ti..jd gaa.t hij opmili.taJ..!Le. wijze. naait de. ko.tonet .toe., plte..ó e.n..te.e.Jt.t he..t wape.n e.n metd.t : J/Ie.de.lte.e.n aan.we.ug; kolon.et". "Goe.d zoon." an.;twooJui de. 06frLci..eA .te.twJij.t hlj uc.h vOOJt de. k.te.lne. .tJtoe.p p.taa.t.6.t die. hlj in. houding gJtoe..t. H e..t WQ..6 U j n. gwo 0 n..te. u j n maYl..6 c.happe.n. zo aan .te. .6 pJte.ke.n . MiM c.hle.n ko n hl j ge.e.n. uge.nna.me.n 0 n..tho u.de.n. Hij .6plta.k. zowet de. jo ng.6.te. de.Jt ge.ndatune.n aan. me..t zo 0 n a.t.6 de. oudge.die.nde., dooJzWin..te.Jtde. ge.ndaJUne. die. op he..t pun..t s.tond me..t pe.Yl..6ioe.n .te. gaan.. "Zoon, .taa.t de. oe.fie.nlnge.n van. he..t han..te.Jte.n de.Jt wape.Yl..6 van de. ge.ndaltme. .te. voe..t u,U:vo e.Jte.n" • En mijn. vade.Jt be.ve.e.1..t : "Sclioude.Jt gwe.e.Jt, ze..t a6 gwe.e.It, p/tue.n..te.e.Jt gwe.e.Jt ••• " E/t blijve.n o.f..tljd onvo.tma.a.k..the.de.n die. nle..t on..:t6nappe.n aan he..t oog van de. me.u.te./t, hoe. goe.d ze. die. bewe.ginge.n ook u,U:voe.Jte.n.

En. mijn vade./t be.ve.e1..t de. bewe.ging, die. .6a.me.n me..t ande.Jte. miMc.hle.n zal he.Jtha.a.td woJtde.n, 2 ma.a.t, 10 maal. Me.n.6 cha.k.el..t dan. 0 veJr. op de. maM ge.dU/te.nde. dewe..tll e. ve.Mc.hl.R..te.nde. bwe.gin.ge.n woMe.n uU:ge.voe./td. Ve. "opn.le.UW6" ujn nle..t uU: de. .tuc.h.t, de. mann.e.n. zwe..te.n. ove.Jtv.tcie.di.g in de. Waltme. unl60ltrne.n, onde./t de. 6e.lte.mu,Ue.n e.n onde.Jt he..t gwic.h.t van de. ZWalte. Jtan..6 et. Ze. ka me.n. e.n gaan a.t.6 a.u:to ma.te.n.. Mijn vade./t voe.1..t .6Waan. de. he.e..óhud opkomen maaJt hlj maak..t ge.b/tulk van e.e.n oge.nblik waa./tOp de. ko.tone1. zijn Mg naM he.m dJtaaJ...t om v.tug e.e.n. pllle..tje. c.h.tooJtkali in zijn mond .te. .6.toppe.n, waMbij hlj bijna .6tik.t. Ulrunde.lijk vind.t hlj .toc.h zijn kalmte. e.n. .6.tem .te.JtUg.

Ve. .ta.at6.te. "VOOfU.U..t e.n. pf1.ue.n..te.e.Jt gwe.e./t" we.e./tkUnke.n in de. hetde.Jte. mo/tge.n. "He.el. goe.d, mtjn. zoon., he.et goe.d : e.Jt l.6 n.og e.e.n ze.ke.Jte. aaltze.ling in. de. bwe.ginge.n, ook .te.ve.el. .tJtaaghud. Me.n. moe..t e.ne.ltg.ie.ke.Jt zijn, ja, Vaalt zal me.n moe..te.n. naM .6.tJte.ve.n in de. .toe.kom6..t. Nu, binne.n de. twe.e.minu.te.n naaJt he..t bU/te.® voo/t de. .the.oJt-i.e.."

Ve. kolo ne..R. me..t de. hande.n. op de. /tag, hou.d.t nl.e..t op uj n. kaJr.Wa..:t6 op zijn kui.te.n. .te. .6.ta.a.n. Hij 0 n.de.Jtzoe.k.t de. .6.ta, .6 etde./t.6, woJLtel.e.n, e.n ke.ltve..t die. g/to ue.n in de. rninl5 c.u.te. pe.JLc.ete.n 0 mge. vo ltrnd .to.t gM e.n..te.n:tuin. Van. be.me.Jtk.t hl j

52

de hond, nadeJLt ujn hok, maaJt Fox .:toon.:t hem dltugende tanden en :tJz.eLt uch veJtdeA te.Jw.g in ujn hok " wa.,t een i_ncti..vidu" denkt hij "zel.66 in uninoJtm kom:t hi j niet .6 ympa.,thiek 0 veJt" •

In he.t bUJte.au begin.:t e.en andeJr.. d'Lama. M<.jn vade.Jt en ujn dltie. mannen, cti..e. uc.h van hun Jtan6 el. 0 n.:tdaan hebben .6 :taan in houcti..ng, het hoo 6d Jtecht, de pink aan de naad van hun bJr..Oek .•.

Ve. kolo nel. kent ze. a.Ue.maa.t a.t he.el. lang e.n ke.n.:t ook hun 6a.mi.Y.J...a.te. .6ituatie., maaJt he.t JUWe.el. he.e.6t e.chte.Jt opnieuw p.taat.6. Hij nade.'L:t de oudtde, een oude wachtme.e.ó:teA me.t lJJ,{..;t;te. hMe.n. "Hoe. i.6 uw naam ? Goed zoon, be.nt u ge.tJr..Ouwd ? Hoe.ve.d unde.Jte.n ? NaaJt wel.ke. .6 choo.t gaan ze. ?1I

Ve. oude J{'_ ndaJtm he.e.6t dltie. unde.Jte.n, cti..e. .6ind6 fung ge.tJr..Ouwd ujn, e.1'!. cti..e. niu mee.Jt naaJt .6 c.hoo.t gaan. Hij an;(wo oJtd:t met e.e.n ge.b/wken el'!. bevende .6 tem Jtecht vOOJt uc.h uU6taJtel'!.d l'!.aaJt he.t poJr..:tJz.e.t val'!. pJUn6 Bo udwijl'!. , clie. he.m .6c.hijl'!.t .:toe. te. fu che.1'!. •

EI'!. de. ol'!.deAvJr..agil'!.g gaat ve.Jtde.Jt. Gel'!.daJtme M ••• hee6t gee.1'!. ul'!.de.Jte.1'!. el'!. gee.6t dat met eel'!. .6.:tllie el'!. veJt.tegw .6te.m .:toe.. Ve ko.tol'!.el. beveel.t hem ul'!.deJtel'!. ;te. hebbe.1'!. zoa.t6 ie.de.Jte.e.I'!..

" BegJr..e.pel'!., mi.-jn ZOOl'!." zegt hij he.m. "Goe.d, ko.tol'!.el.", 6.tui.6teJt:t hij "tot uw oJtdeM" •

Ge.l'!.daJtme B ••. hee6t ze.ó ul'!.de.Jte.I'!.. "He.el.goed,mi.-jn ZOOl'!., daaJt Ujl'!. zekeJt toe.kornótige. ge.l'!.daJtme.1'!. bij ?" "Ja, kolol'!.e.l, maaJt he.t ujl'!. ze.ó mwje.ó". "Je. zou el'!.kel.e jOl'!.gen6 moetel'!. hebbel'!., mijl'!. ZOOI'!." ze.gt de ko.tol'!.el. el'!. hij .6c.hake1.t oveA l'!.aaJt de theoJUe. I e.deJtew wOJtd:t 0 I'!.de.JtvJtaagd : wat beteken.:t op heteltdaad betJtapt wOJr..de.1'!. ? Wat be.te.ke.l'!.e.n de. teJtmel'!. : wape.l'!., va.t6e .6le.utel.6, oplic.hung ?

Ol'!.de.Jt:tu6.6 el'!. bidde.1'!. de. e.chtge.l'!.ote.ó il'!. de ke.uken vOOJt St. -Jo ze. 6 , opdat a.e..te.ó goed zou veJt.to p el'!.; ze zu.t.ten echteJt wel.dlta ook aan de beun;(:. kornel'!..

Gevo.tgd doolt mi.-jl'!. vade.Jr.. veJt.taat hij het bUJte.au e.1'!. be.tJr.-e.e.d:t de. e.e.lt6.te. WOOI'!.plaaX.6. He.t i.6 de. ke.uke.1'!. val'!. wac.htme.e..ó;te.Jr..M . •• Hij gJr..Oe.t MevJr..Ouw M .• e.1'!. vJr..aagt wat u j k.taaJt .maakt vo OJt hu .mLddagmaa.t.

"Soep, mi.-jl'!.heeA de ko.tol'!.e..t" zegt de VJr..ouw met e.en vwege.1'!. el'!. bal'!.ge. l:;te.m, " aaJtdappe..te.n, g/we.n.:te.1'!. e.1'!. vle.e.ó". Ve. ko.tol'!.e..t he.6t he.t de.k.6e.l val'!. de kookpot

op en .6ntUû.t at6. ee.n ec.h,te ke.nneJz. de onûnappende geMen op. "Ze.e.Jz. goe.d, Me.VMUW, ze.eJz. goe.d : een ee.nvoudig maM voedzaam en gezond maa..t. En wel.k bMod e.e..t u ?" "Wit bJwodvan bij de. bakk.è.Jz., :roi.jnhe.eJl. . de Elolone1.". " Ach, ik had het k.unne.n de.nk.è.n, dat iA nie;U waaJtd, u moe.t 6Ju.ii.n 6MOd e.ten, voikoJten6Jtood". VaMna wendt hij zich .to.t wa.c.h.tmeuteJl. M. •• " Uet ti. zoon, me.n moe.t bJu.Lin b/Wod e.te.n, want dat iA voik.oJtenfvLOod. He.t 6e.u.t 6e.paM.de. eigen.6c.happe.n die. gUYL6.tig djn vooJz. de. ge.zondheid. U 6e.gJtijp.t dat :toch; zoon ?" "Ja, kolonel.". "VM in de .toe.ko.m6.t ee.t Be bJttUn bMOd." En hij zet zijn bezoek. veJl.deJt, hij komt in een .s.iaapk.ameJz. en .6:toJun:t naM he.t 6ed da.t hij met ujn beide. vLU.ó.te.n bWeJl.k.t. "Te. ma.f.6., zoon, di.t be.d iA ve.e.l.te.maló ! Zo e.e.n zac.h.t be.d ve.Jtzwak.t de. pe.lL60on cUe wn .6iaap.t; om .6.te.1Lk. .te woJtde.n moet me.n op ie.û hMd6 .6iapen. VaM rooe.t ie:t5 aan ve.Jtande.Jtd wonden, zoon, want zo een bed moe.t hu on-twaken moeilijk make.n, en de iYl..6panning om tijdig op he.t appel. .te. zijn i.6 .te. gMO.t. VaaJte.nboven, 5.taa.t he.t veYl.5.teJt van deze kamelL nie.t ve.Jt genoe.g ope.n. Luc.h.t, zoon, e.1L moe..t rue.Jt lucht djn, ve.e.l luc.h.t. Ve. veMt:eJt.:s van de. -6laapkameJL6 moe.te.n wijd opeM.ta.an, zel.66, en vooJtal gedWLe.nde de nac.h.t, hou daM Jtekening mee., zo 0 n" •

Vie. dag had i.k peJl. ongel.uk. vJci.j, om e.en lLede.n die. i.k mij nie.t he.Mnne.lL, e.n za,t aan .taûe.l mijn hLU.ówe.Jtk. .te. nuEle.n. Toen hij binne.nkwam .6.tond ik. op e.n wac.h.t.te. ZJJJ.i.jgend. Pioû me.Jtk.te. hij mij op : IS, da,t uw jongen, zoon ?" " Ja, Iwione1.". "Hoe. oud i.6 hij ?" "Tie.n jaM koione1.". "Hij i.6 nogal magè.Jt, eet hij veel .6pek. ?" Op die. le.e.ntijd had ik. e.e.n he.kel. aan .6pe.k, ille.e.n de. ge.UIL al ontnam mij de. e.e..tlU.6.t. Mijn vade.Jt a.n;twooJtdde hem ee.JLUjfz. "Hij houdt nie.t e.Jtg van .6pe.k, koionel., maM wij zutte.n he..t hem wel. gwoon maken". "Goe.d, zoon, he.el goed".

Hij ble.e.n mij ve.ILde.IL onde.lLzoek.end aanlUjken e.n pio:tA me.Jtfz.te. hij mijn we.eldwge. haMdo.6 op. He1.aa-6., een we.eJrApannLge haaJLtok vie1. en óieeû ondeJt Jni..jn neM hangen. " MaM zoon", ze.g.t hij .to.t .mLjn vadè.IL, "hoe kan .u uW zoon met zo' n haMdo.6. la,te.n Mndtope.n ? Ujn haM iA .te. lang, veel . .te. lanB ! Sle.ch.t VOOIL he..t haM, nie.t hyg-<-.ëni.6.ch en veJWU.j M. VU haM moe..t e.Jt an en heel koJtt. La:te.1L zal hij djn haM" en óJto.6.6e " fwnnen dlLaBè.n, da,t iA .tenmtYl.-6.te v.uuel.. JI

54

VaaJtop g-i.ng ruj naaJt buLte.n e.n J/U...jn vade.1t ve.ltge.ze.lde. he.m :to:t aan de. pooJt:t van de. kaze.ltne., waalt ru j -i.n ho uding E-i.ng -6 :taan e.n -6 alue.e.ltde.. Ve.-i.n-6 pe.ctie. Wa6 voo.tW-i.j, oe.n !

T e.ltug -i.n de. ke.u.k.e.n, gan mi.. j n vade.Jt mi. j he.:t be.ve.l 0 rtrn-tdde..eLi. jk naaJt de. kappe.1t :te. gaan me.;{: zo'n pJte.Ue.-6.e. aarwijûnge.n da:t he.:t me. onmogelijk.-6 Wa..6 om de.ze. ke.e.ltd :te. -i.n:te.Jtplte.:te.Jte.n. Ik ge.hooltzaamde. me.:t ve.lt6.e.:te.n woe.de. e.n we.e.nde. bijna :toe.n -i.k de. moo-i.-6:te. haaltd0-6 van mijn tie.n le.n:te.-6. aan mLjn voue.n zag liEge.n. He.:t ve.ltgde. maande.n vaalt -i.k :te.Jtu.g mijn hand kon la:te.n glijde.n -i.n e.e.n mu ge.noe.ge.n ve.Jtn-i.e.uwde. haaJuio-6.

VaaJtna ging de. kolonel mu pe.n6-i.oe.n e.n ik. zou he.m n-i.e.:t me.e.1t :te.ltugue.n. Va:t bele.:t:te. mi..jn vJUe.ndju n-i.e.:tmi.j e.e.n ga.nAe. tijd "Kaltel de. Kale." :te. noe.me.n. Gelukkig be.n -i.k noo-i.:t Mcta:tOJt ge.woltde.n wan:t dan zou. ik we.n da:t ie.de.Jte. jonge.n kaal ge.-6 molte.n zou woltde.n.

Wachtmeester Jules Pauwels.

This article is from: