Tweede Kamer der Staten-Generaal
Zitting 1982-1983
2
Rijksbegroting voor het jaar 1983
17 600 Hoofdstuk XVII Departement van Volksgezondheid en Milieuhygiテォne
Nr. 20
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID EN MILIEUHYGIテ起E Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Leidschendam, 18 oktober 1982 In hoofdstuk XI van de Wet geluidhinder, te weten de artikelen 138-141, is de verplichting neergelegd om een jaarlijks voortschrijdend vijfjarenprogramma van de maatregelen voor de bestrijding van de geluidhinder vast te stellen. Dit programma dient elk jaar bij het ontwerp van Wet tot vaststelling van het begrotingshoofdstuk van dit departement te worden overgelegd. Dienovereenkomstig bied ik u hierbij het Indicatief Meerjarenprogramma Geluid 1983-1987 aan. Hierin is weergegeven het voorgenomen geluidhinderbeleid voor het begrotingsjaar 1983 en voorts geeft het een indicatie met betrekking tot het te voeren beleid voor de volgende vier jaren. Tevens bevat dit IMP een overzicht van de door de gemeentebesturen gepresenteerde plannen voor de jaren 1983-1987. Het gaat in dit geval om een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de maatregelen tot bestrijding van de geluidhinder, die door de gemeenten, zijn c.q. zullen worden genomen. Ik heb de Centrale Raad voor de Milieu hygiテォne verzocht over dit IMP-Geluid 1983-1987 advies uit te brengen. De Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiテォne, J. J. Lambers-Hacquebard
Tweede Kamer, zitting 1982-1983,17600 hoofdstuk XVII, nr. 20
Indicatief Meerjaren Programma Geluid 1983-1987 Inhoud Samenvatting en conclusies A. Algemeen Deel
12
1. 11. 1.2.
Inleiding Kader Reacties en commentaren
12 12 13
2.
Stand van zaken uitvoering IMP-Geluid 1982-1986 Verkeerslawaai Industrielawaai Luchtvaartlawaai
8.
9.
2.1. 2.2. 2.3. 3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4.
14 14 17 18
3.5. 3.6. 3.7. 3.8. 3.9. 3.10. 3.11. 3.12. 3.13.
Voorgenomen beleid Wegverkeerslawaai Toestellen Kleine Luchtvaart Gemotoriseerde glij- en zeilvliegtuigen Railverkeer Woongeluid Stiltegebieden Toezicht Geluidhinderdiensten Lawaai in het recreatiemilieu Recreatie-inrichtingen Lawaai op de arbeidsplaats Cumulatie van geluid
32 33 34 37 40 40 41 42 43 43
4. 4.1. 4.2. 4.3.
Integratie geluidhinderbeleid Algemeen Rijksoverheid Provincies en gemeenten
44 44 44 45
5. 5.1. 5.2. 5.3. 5.4.
Stille technologie Algemeen Geluidkeur WIR-milieutoeslag Milieuvriendelijk aankoopbeleid overheid
46 46 47 48
Opleiding en voorlichting Opleiding Voorlichting
53 53 54
6. 6.1. 6.2.
22 22 29 31
52
Internationale ontwikkelingen
55
Effecten van lawaai op de gezondheid
56
Onderzoek
66
10. 10.1 10.2. 10.3. 10.4.
Financiële aspecten Ontwikkeling uitgaven Verloop van middelen Stimulering bronbestrijding Bijdragen apparaatskosten lagere overheden 10.5. Bijdragen maatregelen wegverkeerslawaai 10.6. Bijdragen maatregelen industrielawaai 10.7. Bijdragen stiltegebieden
72 74
B.
Bijzonder Deel
75
Opgaven van gemeenten en provincies
77
BIJLAGEN I. Overzicht gereedgekomen en geplande uitvoeringsbesluiten Wet geluidhinder II. Ontwerp-besluit «uitzonderingslijst» stiltegebieden (uitvoering art. 123, tweede lid, Wet geluidhinder) III. Memories van toelichting met betrekking tot de Rijksbegroting 1983 van andere departementen IV. Referenties bij hoofdstuk 8 («Effecten van lawaai op de gezondheid») V. Onderzoekprogramma Geluidhinder. VI. Overzicht van in de periode 1 september 1981-1 september 1982 gepubliceerde ICG-rapporten, circulaires en (voorlichtings-)publicaties over geluidhinderbestrijding
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
67 67 69
69 70 70
184
189
202
208
216
224
1
SAMENVATTING EN CONCLUSIES
1. BELEID 1.0. Algemeen - Op 1 januari 1982 is het onderdeel «Zones langs wegen, nieuwe situaties» van de Wet geluidhinder in werking getreden. Gezien de sedert 1979 geschapen mogelijkheden om op deze inwerkingtreding te anticiperen, is voor de randvoorwaarden van een adequate uitvoering van de wet zorggedragen. In de afgelopen periode hebben hierbij de volgende activiteiten centraal gestaan: financiering apparaatsopbouw, opleiding en bijscholing van bestuursambtenaren en deskundigen en publikaties van brochures, handleidingen en draaiboeken. Met deze inwerkingtreding is het tot stand brengen van een regeling gericht op het voorkomen van nieuwe verkeerslawaaiknelpunten voltooid. - Op 1 september 1982 is het onderdeel industrielawaai (vergunningstelsel, zonering, en sanering) in werking getreden. Vanaf deze datum is voor lawaaiige bedrijven een vergunning krachtens de Wet geluidhinder vereist. Hieraan gekoppeld is een zonering van industrieterreinen waarop de vestiging van dergelijke bedrijven niet is uitgesloten. Een kader is geschapen dat is gericht op het voorkomen van nieuwe knelpunten, alsmede op de verbetering van bestaande industrielawaaisituaties. - Op 1 oktober 1982 zal naar verwachting de . 'et tot instelling van een heffing industrielawaai in werking treden, waaruit de kosten zullen worden bestreden als gevolg van schadevergoedingen voor inrichtingen en van andere maatregelen in het kader van de sanering van geluidhinder van inrichtingen als bedoeld in artikel 124, eerste lid, en 125, eerste lid, onder a, van de Wet geluidhinder. - Ten behoeve van een wettelijke regeling voor de voorkoming en bestrijding van spoorweglawaai zijn inmiddels uitgangspunten geformuleerd. Over een hierop gebaseerde regeling, die in de loop van 1983 zal zijn uitgewerkt, heeft overleg plaats tussen de departementen van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, van Verkeer en Waterstaat, van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de Nederlandse Spoorwegen. - In de loop van 1983 zullen met toepassing van artikel 108 Wet geluidhinder voor de in de Bondsrepubliek Duitsland gelegen vliegvelden Bruggen, Laarbruch, Wildenrath en Geilenkirchen in Nederland geluidszones worden vastgesteld. - Er wordt naar gestreefd om voor de in Nederland gelegen militaire en burgerluchtvaartterreinen vanaf 1985 geluidszones vast te stellen. Voor wat betreft de burgerluchtvaartterreinen zal eerst voor Schiphol een geluidszone worden vastgesteld. - Voor financiering van het geluidhinderbeleid zijn c.q. worden heffingen ingesteld. Het betreffen heffingen op motorbrandstoffen, de geluidproduktie van lawaaiige inrichtingen en de geluidproduktie van vliegtuigen, voor zover het om het gebruik van binnenlandse vliegvelden door de burgerluchtvaart gaat. Uit de hieruit ter beschikking komende middelen worden respectievelijk gefinancierd maatregelen ter voorkoming en bestrijding van wegverkeerslawaai, industrielawaai en vliegtuiglawaai met uitzondering van (privé- en zaken)vliegtuigen met een massa van minder dan 6000 kg. Voor de financiering van uitgaven waarvoor geen heffingen worden ingesteld, worden gelden uit de algemene middelen ter beschikking gesteld.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
2
- Voor de vergoedingsmaatstaven van de kosten die voor de lagere overheden zijn verbonden aan de uitvoering van die wet is krachtens artikel 135, eerste lid, onder d, van de Wet geluidhinder een regeling opgesteld die voor eind 1982 in werking zal treden. Het is de bedoeling, dat met ingang van 1985 de financiering van de permanent uit de Wet geluidhinder voortvloeiende taken van de gemeenten via het Gemeentefonds zullen geschieden. Nog geen oplossing is gevonden voor de discrepantie tussen de financiële gevolgen van het aangekondigde beleid en de in de meerjarenraming opgenomen budgettering. Bij de opgestelde financiële prioriteitstelling is voorrang verleend aan zogenaamd preventief beleid boven saneringsbeleid. Door verdere fasering van de sanering verkeerslawaai kunnen de financiële lasten van nieuw beleid worden opgevangen. - Voor de lagere overheden zijn met ingang van 1983 naast middelen voor verkeerslawaai en stiltegebieden, ook mogelijkheden aanwezig voor de financiering, krachtens de Wet geluidhinder, van saneringsmaatregelen op het gebied van spoorweglawaai, industrielawaai van A-inrichtingen en lawaai van buitenlandse vliegvelden. - Voor de financiering van presaneringsmaatregelen krachtens de Luchtvaartwet is in 1983 een bedrag van f28,9 min beschikbaar. Hiervan zal in 1983 door het Ministerie van Defensie naar verwachting een bedrag van circa f 17 min. worden besteed aan het baanverdraaiingsproject Eindhoven. - Voor de uitvoering van de saneringsmaatregelen wordt nagegaan of een verdere decentralisatie van de besluitvorming mogelijk is. Dit in relatie tot een voor de lagere overheden te scheppen mogelijkheid tot het instellen van eigen heffingen om saneringsmaatregelen te financieren. Het gaat hier om een onderdeel van het totale veld van de milieuhygiëne, over de mogelijkheden tot decentralisatie waarvan besluitvorming zal plaatshebben in het kader van het door de Regering ter zake te voeren beleid. - In het kader van de onderzoekprogramma's geluidhinder die zijn opgesteld op het gebied van de lawaaibestrijding zal nieuw onderzoek worden geïnitieerd naar met name de gezondheidsaspecten van lawaai. - Op 1 januari 1983 zullen in alle provincies provinciale geluidhinderdiensten zijn ingesteld. Deze diensten bestaan uit een meet- en een klachtenafdeling. 1.1. Wegverkeerslawaai Bronbestrijding - Op 1 februari 1982 is het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen in werking getreden als gevolg waarvan - overeenkomstig de hieronder genoemde verbijzondering - een aanscherping van de geluidseisen van nieuwe motorvoertuigen met 2-7 dB(A) van kracht is geworden: per 1 februari 1982 voor alle nieuwe typen, echter voor typen bussen voor meer dan 8 personen buiten de bestuurder en met een motorvermogen van ten minste 147 kW per 1 april 1982, en per 1 oktober 1982 voor alle nieuwe motorvoertuigen (inclusief bestaande typen). - Door de Europese Commissie is een ad hoe-groep geluidseisen motorvoertuigen ingesteld, die tot taak heeft een voorstel te doen voor een verdere aanscherping van de geluidseisen van motorvoertuigen in de periode 1985-1990. De bevindingen van deze ad hoe-groep zijn neergelegd in een rapport, dat is aangeboden aan de werkgroep motorvoertuigen van
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
3
de Europese Commissie. Dit rapport komt inhoudelijk niet tegemoet aan het door Nederland en de Bondsrepubliek Duitsland uitgezette geluidhinderbestrijdingsbeleid. Indien derhalve niet aan de door Nederland gewenste aanscherping van grenswaarden zal worden voldaan, is het denkbaar dat op middellange termijn geen daling van 5dB(A) van de totale geluidsbelasting langs wegen zal optreden en is er aanleiding de correctiefactor op basis van artikel 103 Wet geluidhinder aan deze situatie aan te passen. - Bij de periodieke autokeuring zal op basis van het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen aandacht worden besteed aan het geluidhinderaspect. - Om het belang van hinder bij de Wegenverkeerswette kunnen betrekken, heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat toegezegd een spoedige afhandeling van het mede met het oog daarop ingediende wetsvoorstel tot wijziging van de Wegenverkeerswet te zullen bevorderen, waardoor in voorkomende gevallen aan de behoefte van gemeentewege aan een nachtelijk rijverbod in geluidsgevoelige gebieden kan worden tegemoet gekomen. - In het kader van de reeds toegezegde Nota Milieuvriendelijk Aanschaffingenbeleid van de overheid zullen voorstellen worden gedaan om met ingang van 1983 bij de aanschaf door het Rijk van vrachtauto's en bussen de eis te stellen dat ten aanzien van de geluidproduktie wordt voldaan aan de geluidseisen die gelden voor de toepassing van de WIR-milieutoeslag. Aan de lagere overheden zal worden verzocht een zelfde beleid te voeren. Hierbij wordt mede gedacht aan het opnemen van deze eisen bij door de overheid op te dragen werkzaamheden bij voorbeeld in het kader van de bouwactiviteiten in de binnensteden. - In 1982 is een brochure uitgegeven waarin is opgenomen welke vrachtwagens en bussen onder de WIR-milieutoeslag vallen. Met ingang van 1 april 1983 zullen de hierbij aan te houden grenswaarden worden aangescherpt. Dit in verband met de nieuwe typekeuringsgeluidseisen, die op 1 oktober 1982 van kracht worden. - Voor de nieuwe generatie stads- en streekbussen zal een geluidseis van maximaal 78dB(A) worden aangehouden, waarbij het streven is te komen tot een lagere waarde. Met ingang van 1985 zal dit nieuwe materieel beschikbaar komen. In verband met de meerkosten bij de aanschaf van deze stillere bussen wordt naar analogie van de WIR-milieutoeslag jaarlijks een subsidie van f 1-2 min. ter beschikking gesteld. - Door DAF-Trucks B.V. is met overheidssteun een onderzoekproject afgesloten waarbij is gebleken dat een belangrijke vermindering van het motorgeluid (3-5 dB(A)) bij vrachtwagens mogelijk is. Binnen enkele jaren zullen met deze stillere motoren uitgeruste vrachtauto's op de markt worden gebracht. - Op 1 januari 1983 wordt een aanscherping met 4 dB(A) van de handhavingseisen voor de geluidproduktie van bromfietsen van kracht; zulks met uitzondering van bromfietsen voor het eerst aangeschaft voor 21 oktober 1977. - Op 1 oktober 1984 wordt het mogelijk om afzonderlijke typen van uitlaatsystemen - niet langer als onlosmakelijk onderdeel van het motorvoertuig of de bromfiets - een typekeuring te laten ondergaan. - In verband met de inhoud van de definitie van bromfiets in de wegenverkeerswetgeving kunnen bewijsproblemen ontstaan bij de vervolging
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
4
van bromfietsers. Thans wordt een wijziging van de definitie van bromfiets voorbereid, waarna een effectievere straatcontrole van bromfietsen mogelijk zal zijn. Zonering - Sedert 1 januari 1982 is een regeling van kracht voor de zonering langs wegen in nieuwe situaties. Indien de in de Wet geluidhinder opgenomen voorkeurswaarden worden overschreden, kan ontheffing worden verleend en dienen geluidwerende voorzieningen aan de woning te worden getroffen. - Voor de financiering van de geluidwerende voorzieningen bij de uitvoering van voor 1 januari 1982 vastgestelde bestemmingsplannen geldt een subsidieregeling. Deze regeling is tevens van toepassing voor stadsvernieuwingsplannen, die voor 1 januari 1982 zijn vastgesteld. - In 1985 zal de wettelijke regeling, gericht op bestaande situaties, van kracht worden. Sanering - In 1985 zal de wettelijke regeling, gericht op bestaande situaties, van kracht worden. - De Rijkswaterstaat zal de uitvoering van saneringsmaatregelen langs rijkswegen coรถrdineren. In een circulaire is hiervan aan de gemeenten en provincies inmiddels mededeling gedaan. 1.2. Spoorweglawaai - Aan de N.V. Nederlandse Spoorwegen zijn voorstellen gedaan voor geluidseisen bij de aanschaf van nieuw spoorwegmaterieel. - In 1983 wordt gestart met de financiering van het interimbeleid spoorweglawaai, waarvoor een bedrag van f 2 min. beschikbaar is op de begroting van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. - In 1984 zal eenwettelijke regeling voor het voorkomen en het bestrijden van spoorweglawaai van kracht worden. Op basis van recent belevingsonderzoek is thans overleg gaande over de te stellen grenswaarde. 1.3. Luchtvaartlawaai - Op 1 november 1981 is het Besluit geluidsbelasting grote luchtvaartterreinen in werking getreden. - Er wordt naar gestreefd om vanaf 1985 de geluidzones rond de in Nederland gelegen militaire vliegvelden en de civiele vliegvelden Schiphol, Eelde, Rotterdam en Zuid-Limburg vast te stellen. - De op Nederlands grondgebied gelegen geluidszones van de in de Bondsrepubliek Duitsland gelegen vliegvelden Wildenrath, Laarbuch, en Bruggen worden in 1983 vastgesteld. Ook voor Geilenkirchen zal in 1983 een op Nederlands grondgebied gelegen geluidszone worden vastgesteld; het betreffen regelingen ex artikel 108 (Hoofdstuk VIII) van de Wet geluidhinder. - Door de Ministeries van Verkeer en Waterstaat en van Defensie wordt er naar gestreefd in 1983 een aanvang te maken met de presanering in het
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
5
gebied rondom Schiphol met een geluidsbelasting met meer dan 55 Ke. Gestreefd wordt de (pre)sanering per veld voor de luchtvaartterreinen Schiphol, Eelde, Rotterdam en Zuid-Limburg binnen een periode van 10 jaar te voltooien. - De presanering van de in de nabijheid van de vliegbasis Teveren bij Geilenkirchen gelegen geluidsgevoelige bestemmingen op Nederlands grondgebied zal in 1983 door het Ministerie van Defensie naar verwachting worden voltooid. - In 1983 zal rond de vliegvelden Laarbruch en Bruggen een presaneringsproject worden uitgevoerd voor geluidsgevoelige bestemmingen met een geluidsbelasting van meer dan 55 Ke. - In 1983 zullen regelingen van kracht worden voor de berekening en het registreren van de geluidsbelasting ex artikel 25 Luchtvaartwet. Tevens wordt een regeling Geluidwerende voorzieningen ex artikel 26 Luchtvaartwet van kracht. - In 1983 zal een besluit inzake de grens- en bestemmingswaarden voor de geluidsbelasting rond de kleine luchtvaartterreinen worden vastgesteld. In het kader van het in het Structuurschema Burgerluchtvaartterreinen toegezegde beleidsonderbouwend onderzoek naar de kleine luchtvaart in Nederland wordt onderzoek gedaan naar regulerende maatregelen ter verdere beperking van de geluidsoverlast ten gevolge van de kleine luchtvaart. Onderdeel daarvan maakt uit of dergelijke maatregelen op basis van het Besluit Geluidhinder Luchtvaartuigen mogelijk zijn. - In 1982 zal een regeling tot stand komen op grond waarvan het verboden is te vliegen boven stiltegebieden, behoudens die gevallen waarbij door het aanhouden van een voldoende hoogte geluidhinder wordt voorkomen. - In 1983 zal een verbod worden ingesteld op het gebruik van gemotoriseerde glij- en zeilvliegtuigen buiten een hiertoe aangewezen terrein in de Noordoostpolder. Aan deze luchtvaartuigen zijn inmiddels stringente geluidseisen gesteld. - De Raad van transportministers van de EG heeft op 1 juni 1982 besloten tot uitbreiding van de bestaande EG-richtlijn ter beperking van de geluidhinder door subsone luchtvaartuigen. Deze uitbreiding houdt in, dat vanaf 1 januari 1988 in principe niet-geluidgecertificeerde vliegtuigen van niet EG-lid-staten niet meer op de luchthavens van die staten worden toegelaten. In de EG-richtlijn iseen dergelijke bepaling reeds voor vliegtuigen uit EG-lid-staten opgenomen. Voorts is internationaal overleg gaande in het kader van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) voor wijziging en, waar mogelijk, aanscherping van de bestaande geluidsnormen voor vliegtuigen. 1.4. Industrielawaai - Vanaf 1 september 1982 zijn de gemeenteraden verplicht rond elk binnen hun gemeente gelegen industrieterrein, waarop zogenaamde grote lawaaimakers zijn gevestigd, respectievelijk de vestiging daarvan mogelijk is, binnen 2-4 jaar een zone vast te stellen. Gedeputeerde staten zijn verplicht na overleg daarover met de gemeentebesturen een programma van maatregelen vast te stellen om de geluidsbelasting van woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen binnen de zone terug te brengen tot 55 dB(A) dan wel hogere waarden te verzoeken. Voor de uitvoering van deze maatregelen kan na 1 oktober 1982 - het tijdstip waarop verwacht wordt dat het wetsontwerp Heffing categorie A-inrichtingen van kracht
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17600 hoofdstuk XVII, nr. 20
6
wordt, hetgeen afhankelijk is van een tijdige afhandeling van dit wetsontwerp - een schadevergoeding ex artikel 124 Wet geluidhinder (bronbestrijding), dan wel een saneringsbijdrage ex artikel 125 (maatregelen in de zone) worden verleend. In het Indicatieve Meerjaren Programma (IMP) wordt hiervoor met ingang van 1984 jaarlijks een planning vastgesteld. - In de komende periode zal sterk de nadruk worden gelegd op de ontwikkeling van de stille technologie en de bevordering van de toepassing daarvan. Via TNO wordt onder het Nederlandse bedrijfsleven een enquête gehouden over de wensen en mogelijkheden voor de ontwikkeling van stillere installaties. Aan de hand van de resultaten van dit onderzoek zal worden nagegaan aan welke ontwikkelingen financiële steun zal worden verleend. In 1983 is daarvoor een bedrag van f3,5 min. beschikbaar. 1.5. Woongeluid - Uiterlijk 1 januari 1982 zal de algemene maatregel van bestuur ex art. 3 van de Woningwet in werking treden. Krachtens deze regeling worden eisen gesteld aan de geluidsisolatie van nieuw te bouwen woningen. Voor wat de geluidsisolatie van de buitengevel betreft staat deze regeling in relatie tot de regelingen voor de voorkoming en bestrijding van verkeerslawaai, spoorweglawaai, industrielawaai en vliegtuiglawaai. - Wijziging van de Bijdrageregeling interimbeleid geluidwering woningbouw tegen wegverkeerslawaai was noodzakelijk in verband met het per 1 januari 1982 in werking getreden hoofdstuk VI, afdeling 2 van de Wet geluidhinder. Als gevolg daarvan komen nieuwe situaties vanaf deze datum niet in aanmerking voor een bijdrage. In de met het oog hierop op 13 februari 1982 door mij vastgestelde Bijdrageregeling wegverkeerslawaai is subsidiëring slechts mogelijk van bestemmingsplannen en stadsvernieuwingsplannen, die zijn vastgesteld vóór het tijdstip van inwerkingtreding van het betreffende wetsonderdeel. Nieuw in deze bijdrageregeling is ook de subsidiëring van urgente saneringssituaties (geluidsbelasting in stedelijke gebieden hoger dan 70dB(A) en in buitenstedelijke gebieden hoger dan 65 dB(A)) en van reconstructies ingeval deze niet behoren tot het onderdeel nieuwe situaties van hoofdstuk VI. Bij de saneringsmaatregelen zal aan bron- en overdrachtsbestrijdingsmaatregelen een hogere urgentie worden toegekend dan aan maatregelen aan de woning. - De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft inmiddels via een daarop gerichte circulaire bekendgemaakt op welke wijze binnen bestaande en van toepassing zijnde subsidieregelingen wordt aangesloten op de Bijdrageregeling wegverkeerslawaai (Stcrt. 1982, nr. 46). - Voor bouwplannen rond vliegvelden, die voor het tijdstip van verzenden van de interimbeleidsbrieven in 1979 zijn vastgesteld, zijn afspraken met betrekking tot het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen gemaakt. - In het Bijzonder deel B. van dit Indicatief Meerjaren Programma Geluid is, mede op basis van advisering door gedeputeerde staten, aangegeven welke projecten in 1983 en volgende jaren voor een bijdrage ten behoeve van urgente sanering in aanmerking komen. 1.6. Recreatielawaai - Op 1 december 1982 zal het Besluit recreatie-inrichtingen Wet geluidhinder van kracht worden, op basis waarvan de gemeenten een vergunningplicht voor lawaaiige recreatie-inrichtingen kunnen invoeren.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
7
- De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft inmiddels een modelverordening vastgesteld waarvan de gemeenteraad kan uitgaan bij de krachtens artikel 11 van de Wet geluidhinder te stellen regels ter voorkoming en beperking van het geluid van recreatie-inrichtingen. In verband hiermede zal geen gebruik worden gemaakt van de in artikel 14 Wet geluidhinder gegeven mogelijkheid tot het op centraal niveau bij algemene maatregel van bestuur stellen van voorschriften. 1.7. Toestellen - Onlangs zijn mogelijke juryleden benaderd die gaan beslissen over de toekenning van het predikaat milieuvriendelijk aan produkten die relatief stil zijn. Aan suggesties voor produktgroepen die het geluidskeur kunnen gaan verwerven, wordt momenteel gewerkt. In ieder geval zullen daartoe dezerzijds worden voorgedragen vrachtauto's en produktgroepen uit de categorieĂŤn bouwmachines, hobby-apparatuur en huishoudelijke apparaten. - In 1982 zullen normen worden gesteld voor de geluidproduktie van motorcompressoren, stoomaggregaten en sloophamers. Ook aan andere bouwmachines zullen eisen gesteld gaan worden. - In 1983 zullen normen worden gesteld met betrekking tot de geluidproduktie van kettingzagen en buitenboordmotoren. - De aanschaf van stillere bouwmachines wordt bevorderd via subsidiĂŤring in het kader van de WIR-milieutoeslag. In 1983 zal hierover een voorlichtingsbrochure worden uitgegeven. 1.8. Stiltegebieden - Door provincies wordt het instellen van stiltegebieden voorbereid. - Voor de uitvoering van intentieprogramma's gericht op het beperken van het geluid in stiltegebieden is vanaf 1982 een subsidiemogelijkheid aanwezig. - De Staatssecretaris van Volksgezondheid en MilieuhygiĂŤne heeft in overleg met de Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk een ontwerp-lijst samengesteld van natuurgebieden waarvoor (nog) geen toepassing gegeven kan worden aan de aanduiding stiltegebied. Deze lijst heeft na vaststelling een geldigheidsduur van ten hoogste 3 jaar en kan telkenmale voor ten hoogste 3 jaar worden verlengd. - Het Interprovinciaal Overleg heeft een modelverordening vastgesteld in het belang van het voorkomen of beperken van geluidhinder in stiltegebieden als bedoeld in artikel 122, eerste lid, Wet geluidhinder. In verband hiermede zal vooralsnog geen gebruik worden gemaakt van de in de artikelen 121 en 122 Wet geluidhinder gegeven mogelijkheid tot het vaststellen van richtlijnen respectievelijk het geven van regels. 1.9. Lawaai op de arbeidsplaats - De Sociaal Economische Raad zal op verzoek van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een advies uitbrengen over beleidsvoornemens op het gebied van de bestrijding van gehoorschade als gevolg van hoge geluidsniveaus op de arbeidsplaats.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
8
- Tussen het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn afspraken gemaakt over de financiering van maatregelen gericht op het terugdringen van zowel het geluidsniveau op de arbeidsplaats als de geluidsbelasting bij nabijgelegen geluidsgevoelige bestemmingen.
2. ACTIVITEITEN PROVINCIES EN GEMEENTEN - De financiering van de apparaatsopbouw van de provincies zal in 1983 het niveau van een adequate vergoeding voor de uitvoering van de permanente taken van de Wet geluidhinder bereiken. - De provincies hebben adviezen verstrekt over de in het Indicatieve Meerjaren Programma opgenomen opgaven van de gemeenten op grond van artikel 141 van de Wet geluidhinder. - Door alle provincies worden vóór 1 januari 1983 geluidhinderdiensten ingesteld, zoals bedoeld in artikel 159 van de Wet geluidhinder. - Een groot aantal gemeenten heeft te kennen gegeven dat geen gebruik zal worden gemaakt van de in mei 1980 door de Werkgroep Geluidhinderdiensten geadviseerde provinciale of intergemeentelijke samenwerkingsmodellen. Door de provincies is gesignaleerd dat dit een efficiënte en adequate uitvoering van de Wet geluidhinder in gevaar zou kunnen brengen. Gezien de decentralisatie van het milieubeleid is afgezien van de mogelijkheid om door middel van de vergoedingsregelingen voor de apparaatsopbouw te trachten samenwerkingsmodellen aan gemeenten op te leggen. De uitvoering van de, op grond van de Wet geluidhinder, aan de gemeenten opgedragen taken wordt, tegen de achtergrond van de door het Rijk gegeven mogelijkheden voor het adequaat uitvoeren van deze taken, als een verantwoordelijkheid van de gemeente gezien. - Ter overbrugging van de aanloopkosten van samenwerkingsverbanden is een tijdelijke bijdragemogelijkheid geschapen.
3. OPLEIDING EN VOORLICHTING - In 1981 is de opleiding gestart van bestuursambtenaren voor de uitvoering van de Wet geluidhinder volgens een door de Coördinatiecommissie Opleiding Wet geluidhinder opgesteld raamleerplan. Aan deze opleiding is een vanwege dit departement erkend diploma verbonden. Ruim 300 cursisten hebben aan deze opleiding deelgenomen. - Gesproken kan worden van een bevredigend aanbod van nascholingscursussen op het gebied van de geluidhinderbestrijding. - Met het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen vindt overleg plaats over het inpassen van geluidhinderbestrijding als onderdeel van de milieuleer in basisprogramma's. - In de voorlichtingsprogramma's van de Nederlandse Stichting Geluidhinder zal grote nadruk worden gelegd op de aanschaf van stillere machines, voertuigen en toestellen.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
9
4. INTERNATIONALE ONTWIKKELING - Binnen het EG-overleg is het afgelopen jaar tot op dit moment nauwelijks voortgang geboekt op het gebied van de geluidhinderbestrijding. - De Nederlandse Regering zal slechts akkoord kunnen gaan met voorstellen voor EG-richtlijnen die met name op de middellange termijn tot een belangrijke verbetering van het milieu leiden. Ten einde deze doelstelling te bereiken heeft de Nederlandse Regering zich bij de bespreking van een aantal voorstellen voor richtlijnen voorstander getoond van een systeem waarbij de grenswaarden geleidelijk in drie fasen worden verlaagd. Aangezien de totstandkoming van EG-richtlijnen veel vertraging ondervindt, zullen krachtens artikel 2 Wet geluidhinder dergelijke regelingen tot stand worden gebracht. Dit laat onverlet dat Nederland zich onverminderd zal blijven inspannen om ook in EG-verband tot voortgang te komen. - De OECD zal een enquête houden over de doorwerking van de conclusies van de OECD Noise Conference van mei 1980 in de wetgeving van de lid-staten. - In december 1982 zal een OECD Ad hoc Group Noise Abatement Policies worden ingesteld die zal worden belast met de uitwisseling van gegevens over de geluidhinderbestrijding binnen de OECD-landen.
5 ONDERZOEK - Voor het onderzoek op het gebied van de lawaaibestrijding zijn momenteel twee onderzoekprogramma's opgesteld. Eén gericht op de voorkoming en bestrijding van geluidhinder in de omgeving van lawaaiige activiteiten (wegen, spoorlijnen, vliegvelden en industrieën) en één gericht op de lawaaibestrijding op de arbeidsplaats. De uitvoering van het eerstgenoemde programma geschiedt onder de verantwoordelijkheid van de Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne en het programma lawaaibestrijding op de arbeidsplaats onder verantwoordelijkheid van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ook andere departementen voeren onderzoeken uit met betrekking tot de bestrijding van geluidhinder. Afstemming van deze onderzoekprojecten zal plaatsvinden. In het volgende Indicatief Meerjaren Programma zal hiervan een overzicht worden gepresenteerd. - De onderzoekactiviteiten zullen worden uitgebreid en verbreed in dier voege dat meer nadruk zal worden gelegd op de invloed van geluidhinder op de gezondheid, de kosten en baten van het geluidhinderbeleid en de ontwikkeling en stimulering van de stille technologie. - Uit onderzoek blijkt dat geluidhinder een negatieve invloed kan hebben op hart- en vaatziekten. Onderzoek hiernaar wordt voortgezet. - Daar reeds lang bekend is dat de kosten van geluidhinderbestrijding relatief laag zijn indien men vanaf de aanvang bij het ontwerpen met geluidseisen rekening houdt, zal worden onderzocht hoe geluidsarm ontwerpen kan worden gestimuleerd. - Energiebesparing en geluidhinderbestrijding gaan veelal samen. Een milieuvriendelijk rijgedrag in steden kan tot belangrijke besparingen leiden op het gebied van brandstofgebruik, geluidemissie en luchtverontreinigingsemissies. - Geluidhinder heeft naast gezondheidsschaden belangrijke economische gevolgen in de vorm van waardedalingen van onroerend goed. Voorlopige schattingen leiden tot een schade van in de orde van grootte van een miljard of meer.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17600 hoofdstuk XVII, nr. 20
10
- Uit een vergelijking van de kosten van geluidhinderbestrijding met die in de ons omringende landen blijken deze kosten nauwelijks van invloed op de concurrentiepositie van het bedrijfsleven. De indruk bestaat dat met name een verdere uitbreiding van de stille technologie tot een verbetering van de concurrentiepositie aanleiding zal geven ofwel het concurrentienadeel als gevolg van een achterstand zal verkleinen. - Uitvoering van de saneringsmaatregelen op het gebied van de geluidhinderbestrijding heeft een belangrijke stimulerende invloed op de werkgelegenheid, met name in de bouw. - Het ligt in het voornemen dit jaar een onderzoek te starten naar de geluidemissie van een drietal verplaatsbare inrichtingen en mogelijkheden ter beperking van de geluidemissie. Tevens wordt onderzoek verricht naar mogelijkheden van geluidbeperkende maatregelen bij motorcrossterreinen. - Ook in het Structuurschema Militaire Terreinen zijn onderzoeken aangekondigd ter vermindering van geluidsoverlast en wel met betrekking tot de geluidsbelasting rond schietterreinen, de verplaatsing en inrichting KLu-schietranges, schietranges, de oefeningen op springterreinen en de eventuele baanverdraaiing vliegbasis Leeuwarden.
6. UITGAVEN EN MIDDELEN - In 1983 zal het uitgavenniveau van de Wet geluidhinderf 111,4 min. bedragen. - Voor de uitvoering van de zonering en sanering in het kader van de Luchtvaartwet is in 1983 f32 min. beschikbaar, te weten f 10 min. uit de heffingopbrengst civiele luchtvaart en f22 min. uit Defensiefondsen; uitgaande van de bijzondere wijze van presanering rond de vliegbasis Eindhoven, waarvan de projectkosten voor 1982 worden geraamd op circa f 17 min. - de bedragen die door de aanleg van de nieuwe baan worden bespaard op de kosten van het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen worden besteed aan het verdraaiiingsproject - resteert in totaal circa f 15 min. waarvan f 11,9 min. voor saneringsactiviteiten en f 3,2 min. voor de financiering van de kosten van extra geluidwerende maatregelen aan woningen, die worden opgericht in de nabijheid van luchtvaartterreinen. - In 1983 wordt gestart met de financiering van het interimbeleid spoorweglawaai, waarvoor een bedrag van f2 min. beschikbaar is op de begroting van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. - De kosten van de prĂŠsanering van de geluidsgevoelige bestemmingen op Nederlands grondgebied nabij de vliegbasis Teveren bij Geilenkirchen worden door het Ministerie van Defensie ten laste gebracht van het uit NAVO AWACS-infrastructuurfondsen ter beschikking gestelde bedrag ad f3,5 min. - De opbrengst van de verkeerslawaaiheffing zal in 1983 een bedrag van circa f 103,4 min. belopen. De heffing industrielawaai zal toenemen van f 10 min. in 1982 tot f 20 min. in 1983.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
11
INDICATIEF MEERJAREN PROGRAMMA GELUID 1983-1987
A. ALGEMEEN DEEL 1. Inleiding 1.1. Kader Het Indicatief Meerjaren Programma Geluid (IMP-Geluid) is een beleidsnota waarvan de totstandkoming bij de wet verplicht is gesteld. Eén van de belangrijkste functies ervan is de mogelijkheid te vergroten van de parlementaire controle op het beleid, zulks door het verschaffen van een planmatig overzicht van de beleidsvoornemens. Daarnaast is het IMP-Geluid van invloed op het beleid van de uitvoerende organen. Het vormt een referentiekader voor de provinciale en gemeentelijke uitvoerende activiteiten op het gebied van de geluidhinderbestrijding. Aangezien het IMP-Geluid moet dienen als een programma voor de uitvoering van maatregelen (sanering van geluidhinderlijke situaties) is de vraag gesteld of het IMP-Geluid zich qua karakter beperkt tot een uitvoeringsprogramma alleen. Wat het karakter van het IMP-Geluid betreft ben ik van mening, dat het feit dat dit een uitvoeringsgericht plan is niet betekent dat daarin geen hoofdlijnen en beginselen van beleid zouden kunnen worden vastgelegd. Hierdoor zou het plan zich beperken tot maatregelen, die de organen van Rijk, provincie en gemeente voornemens zijn te treffen. Juist met de structuur van de voortschrijdende meerjarenplanning lijkt het goed mogelijk recht te doen aan de behoefte aan een concreet beeld van wat op korte termijn zal gebeuren en aan de koppeling van die maatregelen op korte termijn aan het beeld voor de langere termijn. Bij de voorbereiding van dit IMP-Geluid is daarop met name gelet. In het Bijzondere deel B van dit IMP-Geluid is een schema opgenomen van de in de toekomst uit te voeren projecten op het gebied van de geluidhinderbestrijding. Hierbij is tevens de periode na de looptijd van het IMP-Geluid 1983-1987 in de beschouwing betrokken. In vergelijking met de opzet van het IMP-Geluid 1982-1986 is minder nadruk gelegd op de wettelijke uitvoeringsmaatregelen van de Wet geluidhinder. Dit samenhangend met het feit dat belangrijke onderdelen van de Wet geluidhinder (recreatie-inrichtingen, inrichtingen, zones langs industrieterreinen, zones langs wegen in nieuwe situaties en stiltegebieden) reeds in werking zijn getreden. In hoofdstuk 2 van het IMP-Geluid is de stand van zaken beschreven van de uitvoering van het IMP-Geluid 1982-1986. In het algemeen kan worden gesteld dat de voor 1982 geplande beleidsvoornemens tijdig zijn c.q. worden gerealiseerd. Vertraging ontstond bij de voorbereiding van het Heffingbesluit categorie A-inrichtingen en Heffingsbesluit burgerluchtverkeer. Deze vertraging heeft tevens gevolgen voor de uit deze heffingen te financieren maatregelen. Teleurstellend kan worden genoemd de voortgang die in EG-verband is gemaakt met de aanscherping van de geluidseisen van motorvoertuigen. Via geëigende maatregelen zal worden getracht het gebruik van met name stillere vrachtauto's te stimuleren. In het IMP-Geluid 1982-1986 is aangegeven dat een financiële vertaling van de geplande beleidsvoornemens een extra reservering van in totaal f40 min. in 1983, oplopend tot ongeveer f 70 min. in 1986 vergt. Voor deze discrepantie is nog geen oplossing gevonden. Voor de begroting 1983 diendete worden uitgegaan van de in het IMP-Geluid 1982-1986 opgenomen meerjarenraming. Om de uitvoering van aangekondigde beleidsvoornemens op het gebied van de buitenlandse vliegvelden en het railverkeerslawaai mogelijk te maken is tot het tijdstip waarop een oplossing voor deze discrepantie is gevonden gekozen voor het in belangrijke mate beperken
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17600 hoofdstuk XVII, nr. 20
12
van de uitgaven op het gebied van de sanering verkeerslawaai. Dit met uitzondering van de sanering langs rijkswegen. Nagegaan zal worden of het wenselijk is voor de lagere overheden mogelijkheden te scheppen tot het instellen van heffingen om saneringsmaatregelen langs de overige wegen te financieren. In het IMP-Geluid 1983-1987 is de samenhang verbeterd die bestaat tussen de toelichtingen op onderscheiden onderdelen van het geluidhinderbestrijdingsbeleid in de afzonderlijke begrotingen van de betrokken departementen. De tekst van het IMP-Geluid bevat op dit punt een samenhangende bijdrage, terwijl de desbetreffende toelichtingen als bijalgen zijn bijgevoegd. Op het gebied van de integratie bevat het IMP-Geluid, mede in het licht van het gestelde in artikel 174 van de Wet geluidhinder, een nadere beschouwing waarin wordt ingegaan op zowel de horizontale als de verticale aspecten daarvan. In het IMP-Geluid is voorts een overzicht opgenomen van de effecten van lawaai op de volksgezondheid. Geconcludeerd kan worden dat voortdurende blootstelling aan lawaai zowel in woon- als werkomgeving een ernstige bedreiging van de gezondheid vormt. Naast gezondheidseffecten heeft lawaai ook nadelige gevolgen op scholing. Lawaai heeft voorts belangrijke nadelige economische gevolgen. In de komende periode zal de bestaande kennis op deze terreinen nader worden uitgediept. 1.2. Reacties en commentaar op het IMP-Geluid 1982-1986 Op 18 januari 1982 bracht de Centrale Raad voor de MilieuhygiĂŤne advies uit over het IMP-Geluid 1982-1986. Daarin deelt de raad mede de conclusie te onderschrijven die het Instituut voor Bestuurswetenschappen trok, dat het IMP-Geluid zich ontwikkelt tot een programma van maatregelen voor de bestrijding van geluidhinder, waarbij de op korte termijn na te streven doeleinden bijzondere aandacht krijgen. Zoals hierboven uiteengezet, deel ik deze mening niet wanneer dit zou betekenen dat de aandacht voor het beleid op de langere termijn zou gaan ontbreken, wanneer met andere woorden het beleidsterrein van de geluidhinderbestrijding het zonder een algemeen beleidsplan met indicatieve werking en gericht op de middellange termijn za! moeten stellen. Dit zou overigens ook in strijd komen met het uitgangspunt, dat het IMP-Geluid het overheidsbeleid ter zake van alle aspecten van de geluidhinderbestrijding bedoelt te integreren, waardoor ook bestrijding van luchtvaartlawaai en lawaai binnen bedrijven aan de orde komen. In de Wet geluidhinder is vastgelegd dat de bevoegdheden ter zake van het voorkomen of bestrijden van geluidhinder op basis van andere wetgeving dan de Wet geluidhinder, niet worden uitgeoefend dan in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid en MilieuhygiĂŤne. Zulks in het belang van een goede onderlinge afstemming en samenhang met de toepassing van de Wet geluidhinder. Mede naar aanleiding van de opmerkingen die de raad daarover voor wat betreft het luchtvaartlawaai maakt, is afgesproken dat ik erop toezie dat een samenhangende uiteenzetting zal worden opgenomen over het beleid ter zake van de andere bij de bestrijding daarvan betrokken departementen. Hieraan is in dit IMP-Geluid voor het eerst uitvoering gegeven. Afgezien van de normstelling voor luchtvaartlawaai en de grensoverschrijdende geluidhinder als gevolg van buitenlandse vliegvelden, gebieden waarvoor ik primair verantwoordelijk ben, is ook een beschrijving gegeven van de zonering en sanering van de geluidhinder als gevolg van de binnenlandse vliegvelden, voor welke onderwerpen de eerste verantwoordelijkheid berust bij de Departementen van Verkeer en Waterstaat en van Defensie. De bijdragen zijn tot stand gekomen via een koppeling met de begrotingsvoorbereiding zodat ook veilig gesteld is, dat de begrotingen van de betrokken departementen plus de daarbij behorende memories van toelichting op het punt van de geluidhinderbestrijding een samenhangend beeld te zien geven.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17600 hoofdstuk XVII, nr. 20
13
2. Stand van zaken uitvoering IMP-Geluid 1982-1986 2.1.
Verkeerslawaai
Het onderdeel zones langs wegen nieuwe situaties is op 1 januari 1982 in werking getreden. In de circulaire die met het oog daarop aan de lagere overheden werd gezonden, is gewezen op het noodverband dat moet worden gelegd omdat het Besluit geluidwering gebouwen op basis van de Woningwet - hetwelk een brugfunctie vervult tussen geluidsbelastingnormen en de ter bescherming van geluidsgevoelige ruimten te stellen bouwkundige eisen - anders dan mocht worden verwacht, niet op dezelfde datum in werking kon treden. Ten einde de binnenwaarden, die ingevolge dit besluit in acht moeten worden genomen veilig te stellen, heb ik de colleges van gedeputeerde staten verzocht de toekenning van hogere gevelbelastingen, die ingevolge het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen mogelijk zijn - te weten 55 dB(A) in buitenstedelijke gebieden en 60 dB(A) in stedelijke gebieden met de mogelijkheid van uitloop in speciale gevallen tot respectievelijk 60 en 65 dB(A) - aan zodanige voorwaarden te binden, dat de binnenwaarden die in het bedoelde ontwerp-Besluit zijn genoemd, niet worden overschreden. Het Besluit zal uiterlijk 1 januari 1983 in werking zijn getreden. Een ander knelpunt dat zich bij de uitvoering van de Wet geluidhinder manifesteert, vindt zijn grond in de nauwe relatie die met de Wet op de Ruimtelijke Ordening, in het bijzonder met het bestemmingsplan, is gelegd. Wordt deze relatie - zoals het geval is in de zogeheten artikel 19-proceduredoorbroken, dan loopt het systeem van de zoneringsregeling gevaar. Deze procedure wordt toegepast om een bouwplan dat in strijd is met een geldend bestemmingsplan, maar anticipeert op een herziening van dat plan, reeds te kunnen realiseren voordat die herziening is voltooid. De wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening die reeds enige jaren geleden bij de Tweede Kamer is ingediend (1977-1978, 14889, nrs. 1-3) zou een belangrijke beperking inhouden voor de toepassing van deze anticipatiemogelijkheid. Bij de voorbereiding van de Wet geluidhinder is ervan uitgegaan dat deze wetswijziging thans kracht van wet zou hebben. Nu dit niet het geval is en bij het gewijzigd ontwerp van wet dat bij de memorie van antwoord van de wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is ingediend de juridische mogelijkheid blijft bestaan dat vrijstelling van een geldend plan wordt verleend, zonder dat hieraan een ter visie gelegde herziening van het bestemmingsplan ten grondslag ligt, heeft de zoneringsregeling van de Wet geluidhinder formeel geen aanknopingspunt met een zogeheten artikel 19-procedure. Gezien het feit echter dat gedeputeerde staten voor zo'n anticipatie op een herziening van een plan een verklaring van geen bezwaar moeten afgeven, terwijl dit college eveneens een coรถrdinerende rol speelt bij de toepassing van de Wet geluidhinder, meen ik dat in de praktijk geen ontduiking van de eisen van de Wet geluidhinder behoeft plaats te vinden. In mijn rondschrijven van 29 december 1981 met betrekking tot de inwerkingtreding van het onderdeel wegverkeerslawaai nieuwe situaties heb ik de provinciale besturen voor dit aspect speciale aandacht gevraagd. Dit probleem bestaat niet voor de aanleg of reconstructie van wegen buiten bestemmingsplanprocedures, omdat in de Wet geluidhinder daarvoor een speciale procedure is opgenomen. Inmiddels hebben de meeste provincies een circulaire uitgebracht over de inwerkingtreding van de Wet geluidhinder, waaruit blijkt, dat het provinciaal beleid erop gericht zal zijn de artikel 19-gevallen aan dezelfde geluidhindereisen te onderwerpen als de ontwerp-bestemmingsplannen. Overigens hecht ik eraan nog op te merken, dat ik de aandacht van de Minister van Verkeer en Waterstaat heb gevraagd voor een bijzonder probleem, dat zich voordoet met betrekking tot de Zuidelijke Flevopolders. In de reeks van maatregelen ter bestrijding van de geluidhinder is de beperking van de geluidoverdracht in de sfeer van de planologie en de
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
14
bouwtechniek van groot belang. Voor de effectuering daarvan is gekozen voor een koppeling met de Wet op de Ruimtelijke Ordening in dier voege, dat bij de vaststelling of herziening van bestemmingsplannen, voor zover deze betrekking hebben op gronden tot een geluidzone behorend, de ten hoogste toelaatbare waarden voor de geluidbelasting in acht moeten worden genomen. Daar dergelijke plannen voor de Zuidelijke Flevopolders niet worden gemaakt, zou de vraag kunnen ontstaan naar de gelding en effectuering van de Wet geluidhinder voor dit gebied. Ten einde ter zake mogelijke twijfel uit te sluiten, heb ik de Minister van Verkeer en Waterstaat verzocht de door hem ingevolge artikel 11 van de Wet Openbaar Lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders goed te keuren ruimtelijke ordeningsplannen te beschouwen alsof het om bestemmingsplannen gaat. Immers, deze plannen vervullen dezelfde functie. Op 1 februari 1982 is het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen (Stb. 1981, 741) in werking getreden waardoor de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot hun geluidproduktie in Nederland vanaf dat tijdstip plaatsvindt op grond van de Wet geluidhinder in plaats van op grond van de wegenverkeerswetgeving zoals voorheen. Tegelijkertijd werden van kracht het besluit waarin de Rijksdienst voor het Wegverkeer als keuringsinstantie wordt aangewezen en het besluit dat voor de te gebruiken meetmethode en grenswaarden verwijst naar de desbetreffende EG-richtlijnen. Inmiddels werd op 13 april 1981 de richtlijn van de Europese Commissie nr. 81/334/EEG vastgesteld die enkele wijzigingen voorziet ten aanzien van deze regeling, met name met betrekking tot de huidige meetmethoden voor personenauto's en vrachtwagens. Deze richtlijn zal in 1983 in de nationale wetgeving worden opgenomen door een wijziging van het Besluit geluidproduktie motorvoertuigen waarmee dan voldaan zal worden aan de eisen ter zake gesteld in de onderhavige richtlijn. Dit betekent, dat met ingang van 1 oktober 1984 voor nieuwe typen motorvoertuigen op meer dan 3 wielen zal moeten worden gemeten volgens deze gewijzigde meetmethoden. Voor motorvoertuigen van een type dat is goedgekeurd v贸贸r deze datum zal een overgangstermijn gelden tot 1 oktober 1985, tot welke datum dergelijke motorvoertuigen nog voor de Nederlandse markt mogen worden geproduceerd, typegekeurd volgens de huidige meetmethode. De voornoemde EG-richtlijn 81/334/EEG levert eveneens regels voor de typegoedkeuring van afzonderlijke uitlaten. Op 20 april 1982 werd het ontwerp-Besluit uitlaatsystemen motorvoertuigen en bromfietsen in de Staatscourant nr. 75 voorgepubliceerd. Op 1 oktober 1984 zal dit besluit van kracht worden waarmede het onderdeel voor deze richtlijn met betrekking tot de zogenaamde vervangingsuitlaten in werking zal treden. Daardoor wordt het mogelijk om afzonderlijke typen van uitlaatsystemen - en dus niet langer als onlosmakelijk onderdeel van een type motorvoertuig - een typekeuring te laten ondergaan. Uitgangspunt daarbij is dat vervangingsuitlaten tenminste een zelfde geluidreductie moeten verschaffen als het oorspronkelijk onder het voertuig gemonteerde uitlaatsysteem. Op 1 januari 1983 zal het eveneens op 20 april 1982 voorgepubliceerde ontwerp-Besluit geluidproduktie bromfietsen van kracht kunnen worden. Dit besluit brengt de onderhavige regelingen met betrekking tot de geluidproduktie van bromfietsen over van de wegenverkeerswetgeving naar de Wet geluidhinder. De enige inhoudelijke wijziging die zich hierbij voordoet ten opzichte van de eerdere regeling is, dat bij het gebruik op de weg de geluidproduktie van bromfietsen die reeds voldoen aan de typekeuringseisen van 1976 (Staatscourant 1976, 82) niet meer dan 2 dB(A) boven de typekeuringsgrenswaarden mag liggen. Het toelaatbare niveau bij gebruikscontrole bij de stilstandsmeting wordt voor deze bromfietsen verlaagd van 102 naar 98 dB(A). Voor oudere typen bromfietsen kan deze verscherpte handhavingseis redelijkerwijs niet worden gesteld. Op 1 mei 1982 zijn de tarieven van de bestaande brandstofheffing verhoogd. Deze verhoging was met name noodzakelijk ter uitvoering van de Bijdrageregeling wegverkeerslawaai. De werkingssfeer van deze
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
15
subsidieregeling, die vooruitloopt op de inwerkingtreding van het onderdeel bestaande situaties van de Wet geluidhinder, is met ingang van het begin van dit jaar uitgebreid met onder meer urgente saneringsgevallen. Onlangs is ook het ontwerp-Heffingbesluit geluidhinder wegverkeer 1982/1983 voorgepubliceerd. Dit besluit beperkt zich, evenals het Heffingbesluit geluidhinder wegverkeer 1981/1982, voor wat betreft de belaste brandstoffen tot benzine en dieselolie. In de afgelopen periode heeft onderzoek plaatsgevonden naar de verschillende mogelijkheden om ook LPG (autogas) aan heffing te onderwerpen. Zoals in de nota van toelichting bij het ontwerp-Heffingbesluit geluidhinder wegverkeer 1982/1983 is aangegeven bestaan er belangrijke bezwaren van uitvoeringstechnische aard tegen een heffing op deze brandstof. Deze bezwaren houden nauw verband met het onderscheid dat zou moeten worden gemaakt tussen LPG dat de bestemming motorbrandstof voor het wegverkeer (autogas) krijgt en LPG voor andere doeleinden. Het toevoegen van een herkenningsmiddel heeft daarbij geen nut, met name omdat de controle op de aanwezigheid van het herkenningsmiddel in het gas praktisch niet uitvoerbaar is. Melding kan nog worden gemaakt van een studie naar de mogelijkheden om de heffing geluidhinder wegverkeer nader te differentiĂŤren naarde geluidproduktie van de voertuigen. In de loop van 1983 zal aan de hand van de onderzoekresultaten hierover een standpunt worden bepaald. Voor de uitvoering van de saneringsmaatregelen wordt nagegaan of een verdere decentralisatie van de besluitvorming mogelijk is. Dit in relatie tot voor de lagere overheden te scheppen mogelijkheden heffingen in te stellen waaruit saneringsmaatregelen langs de niet-rijkswegen gefinancierd kunnen worden. Het gaat hier om een onderdeel van het decentralisatiebeleid waarover nog besluitvorming moet plaatsvinden. Over de voorbereiding en uitvoering van saneringsmaatregelen langs rijkswegen heeft op 18 mei 1982 overleg plaatsgevonden met de vaste Commissies voor Verkeer en Waterstaat en voor MilieuhygiĂŤne van de Tweede Kamer. Door de Minister van Verkeer en Waterstaat en mij werd toegezegd dat een nadere regeling getroffen zou worden over de betrokkenheid van de Rijkswaterstaat bij deze saneringsmaatregelen. De provinciale en gemeentebesturen ontvingen hierover onlangs een schrijven. De inmiddels opgestelde regeling gaat er vanuit dat gemeentebesturen, zoals in de Wet geluidhinder is opgenomen, voorstellen doen voor het terugbrengen van de geluidbelasting langs wegen indien de in de wet weergegeven saneringsgrenswaarden overschreden worden. De wet gaat er vanuit dat de gemeenten zullen bevorderen dat de door het Rijk goed te keuren saneringsmaatregelen worden uitgevoerd. Uitgangspunt is, dat voor voorzieningen die niet op het grondeigendom van de gemeenten getroffen dienen te worden de gemeente de wegbeheerder zal verzoeken deze aan te leggen. Betrokkenheid van de wegbeheerder bij de opzet van het plan is uiteraard noodzakelijk. De gemeente kan ook, na instemming van de wegbeheerder, besluiten de voorzieningen zelf te doen aanleggen. Hierover dient alsdan een overeenkomst gesloten te worden. De aanlegkosten van de voorzieningen zullen, binnen de Bijdrageregeling wegverkeerslawaai, door het Rijk worden vergoed. Voor wat de kosten van instandhouding van deze voorzieningen betreft wordt ervan uitgegaan dat deze kosten, indien sprake is van schermconstructies met lage onderhoudskosten en een lange levensduur, tot de normale onderhoudskosten van de weg gerekend kunnen worden. Ook bij de overige milieuwetgeving wordt deze lijn aangehouden. In gevallen waarin gemeenten extra eisen stellen die leiden tot hogere instandhoudingskosten wordt ervan uitgegaan dat deze kosten door de gemeenten aan de wegbeheerder worden vergoed. In de loop van 1981 en 1982 is aan 448 gemeenten een overzicht gestuurd van de saneringsknelpunten per gemeente (woningen met een geluidsbelasting boven de 65 dB(A) en bejaardenhuizen, ziekenhuizen en scholen met een geluidsbelasting boven de 60 dB(A)). Uit dit in het ICG-kader uitgevoerde onderzoek blijkt, dat er ca. 230 000 potentieel te saneren woningen zijn, die voor ca. 80% in stedelijke situaties zijn gelegen.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
16
2.2.
Industrielawaai
In het IMP-Geluid 1982-1986 is medegedeeld, dat het nieuwe tijdstip voor de inwerkingtreding van het onderdeel inrichtingen van de Wet geluidhinder (hoofdstuk IV), alsmede van het onderdeel zones rond industrieterreinen nieuwe en bestaande situaties (hoofdstuk V), op 1 september 1982 is gesteld. De daarvoor benodigde uitvoeringsmaatregelen zijn inmiddels tot stand gekomen, te weten - het Besluit categorie A-inrichtingen Wet geluidhinder; - het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen; - het Vergunningenbesluit categorie A-inrichtingen Wet geluidhinder; - het Besluit saneringsmaatregelen industrieterreinen Wet geluidhinder; - de Beschikking ter uitvoering van artikel 73, inzake het uit te voeren akoestisch onderzoek voor de zonering. Anders dan ten aanzien van de twee eerstgenoemde besluiten is in het IMP-Geluid 1982-1986 van de andere besluiten nog geen melding gemaakt. Het Vergunningenbesluit geeft regels voor de wijze waarop de aanvragen om een vergunning dienen te geschieden en voor de gegevens, die van de aanvrager kunnen worden verlangd; tevens worden daarin de overheidsorganen aangewezen, die bij de aanvraag dienen te worden betrokken, en worden bepaalde categorieën van wijzigingen of uitbreidingen van inrichtingen of van verandering van gebezigde werkwijze genoemd, waarvoor geen vergunningsplicht geldt. In dit verband is het van belang dat de wet die ertoe strekt de Wet geluidhinder onder de werkingssfeer van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne te brengen, onlangs door de StatenGeneraal is aanvaard. Daarmee wordt de noodzaak om vergunningenprocedures korte tijd na inwerkingtreding van de Wet geluidhinder te wijzigen, voorkomen. Op het punt van de vergunningenprocedures en het beroep is de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne met ingang van 1 september 1982 van toepassing verklaard. Volgens de Wet geluidhinder zijn gedeputeerde staten verplicht, na overleg daarover met burgemeester en wethouders, programma's op te stellen voor de sanering van aanwezige of in aanbouw zijnde woningen, die ten tijde van de vaststelling van een zone rond een bestaand industrieterrein een geluidsbelasting ondervinden van meer dan 55 dB(A). Het besluit saneringsmaatregelen industrieterreinen Wet geluidhinder regelt niet alleen de opzet van dergelijke programma's, maar geeft ook regels omtrent de aard van de maatregelen, die in dergelijke programma's kunnen worden opgenomen en omtrent de omstandigheden waaronder dit het geval is. Voor het akoestisch onderzoek, dat aan de vaststelling van de zones vooraf zal gaan, zijn voorschriften gegeven in de Handleiding meten en rekenen industrielawaai, die in de eerste helft van 1981 tot stand is gekomen. Deze handleiding is de basis van de beschikking ter uitvoering van artikel 73 Wet geluidhinder. In dit verband mag niet onvermeld blijven, dat wanneer de geluidszone rond een industrieterrein zich niet alleen uitstrekt over het grondgebied van meer dan één gemeente, maar bovendien gelegen is op dat van meer dan één provincie, zich vragen zijn gaan voordoen over de te volgen procedure. Zulks omdat de wet zich over deze situatie niet expliciet uitspreekt. Om mogelijke misverstanden ter zake uit te sluiten, merk ik op dat, conform het gestelde in artikel 64 Wet geluidhinder, in dergelijke gevallen uitgangspunt moet zijn, dat provinciale staten met de zonevaststelling zijn belast. Dit betekent, dat de provincie op wier grondgebied het industrieterrein ligt, het voortouw heeft, maar dat - om recht te doen aan de betrokkenheid van de andere provincies - het nodig is dat de zonevaststelling plaatsheeft door de betrokken provinciebesturen gezamenlijk. Immers, de planologische en milieuhygiënische gevolgen van de zonevaststelling zullen randvoorwaarden zijn bij de voorbereiding van bestemmingsplannen, die betrekking hebben op gronden die binnen de zone zijn gelegen. Kan niet binnen de wettelijke termijn van 2-4 jaar tot de zonevast-
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
17
stelling worden besloten, dan zal de vaststelling door de Kroon conform artikel 59 Wet geluidhinder plaatshebben. In verband met de mogelijkheden, die daarvoor zijn gegeven, hebben verscheidene gemeenten overigens inmiddels pre-zoneringsactiviteiten ontplooid. Op 4 augustus 1981 werd een ontwerp-Heffingbesluit categorie A-inrichtingen 1982-1983 in de Staatscourant gepubliceerd. De Tweede Kamer heeft vervolgens overeenkomstig artikel 173a Wet geluidhinder de wens te kennen gegeven dat de maatregel bedoeld in dit ontwerp-besluit aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onderworpen. Als gevolg daarvan is een wetsontwerp ingediend. Het systeem van dit inmiddels bij de Kamer ingediende ontwerp van wet wijkt niet af van de voorgepubliceerde algemene maatregel van bestuur, zij het dat de heffing betrekking heeft op 1982. Een niveau van inkomsten uit de heffing van f 10 min. was in het IMP-Geluid 1982-1986 voor dat jaar voorzien. Uitgangspunt is gebleven, dat vaststelling van het heffingbedrag dient te geschieden door metingen of door toepassing van een tabel met geluidcoëfficiënten. Met behulp van deze tabel met coëfficiënten kan het te betalen bedrag op eenvoudige wijze worden bepaald. Het is te verwachten, dat genoemd wetsontwerp op 1 oktober 1982 in werking kan treden. Dit betekent dat vanaf dat moment de kosten kunnen worden bestreden die voortvloeien uit schadevergoedingen voor inrichtingen en uit andere maatregelen in het kader van de sanering van geluidhinder als bedoeld in artikel 124, eerste lid, en 125, eerste lid, onder a, van de Wet geluidhinder. 2.3.
Luchtvaartlawaai
Binnenland Op 1 november 1981 is het Besluit geluidbelasting grote luchtvaartterreinen in werking getreden. Dit besluit regelt de normstelling voor de toelaatbare geluidbelasting rond luchtvaartterreinen met uitzondering van de zogeheten kleine sport- en zakenvliegvelden. De regeling geeft een uitwerking van de gewijzigde Luchtvaartwet (LVW), die op 1 oktober 1978 in werking is getreden. In het besluit zijn de grenswaarden aangegeven voor de toelaatbaarheid van woningbouw, alsmede die welke aangeven waarboven de woningbestemming dient te worden opgeheven. Tevens bevat het besluit bepalingen over de gronden en procedures om van de grenswaarden te kunnen afwijken. Overigens laat het besluit, dat pas bij de zonevaststelling formeel van toepassing wordt - hetgeen, gezien de krachtens de Luchtvaartwet vereiste overleg- en inspraakprocedures nog wel enkele jaren op zich zal laten wachten - het interimbeleid zoals verwoord in de brief van 1979 onverlet. Wel kan de inhoud van het besluit de interimbeleidsbrief eventueel verduidelijken. De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft in aansluiting op en ter ondersteuning van het te voeren interimbeleid besloten hieraan meer materiële inhoud te geven. In zijn Beschikking geldelijke steun inzake woningen nabij luchtvaartterreinen, die aan de gemeenten en provincies is gezonden, is bepaald dat woningbouw die niet voldoet aan de normstelling zoals neergelegd in vorengenoemd besluit, niet in aanmerking komt voor geldelijke steun op basis van de Beschikking geldelijke steun eigen woningen 1979 en de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975. Inmiddels zijn eveneens afspraken gemaakt tussen de direct betrokken bewindslieden over de financiering van kosten van krachtens het interimbeleid bij de nieuwbouw van woningen aan te brengen extra geluidwerende voorzieningen. Vooruitlopend op de definitieve zonevaststelling wordt ook in het kader van de presanering van bestaande woningbouw en de in dat verband aan te brengen geluidwerende voorzieningen van de normstelling die in het besluit is neergelegd, uitgegaan. Zoals eerder gezegd heeft mijn primaire
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17600 hoofdstuk XVII, nr. 20
18
verantwoordelijkheid op het gebied van de bestrijding van luchtvaartlawaai als gevolg van binnenlandse vliegvelden, betrekking op de normstelling en behoren zonering zowel als sanering tot de taak van de bewindslieden van Verkeer en Waterstaat en van Defensie. Over de door die departementen ontwikkelde activiteiten kan worden medegedeeld, dat is besloten dat aan de presanering van het gebied rond Schiphol voor wat betreft de daadwerkelijke aanpak absolute prioriteit zal worden gegeven, met het oog waarop inmiddels een projectprogramma is opgesteld. Met voorrang zal gewerkt worden aan maatregelen, die de zwaarst gehinderden op korte termijn verlichting kunnen geven. De meest betrokken gemeenten zijn geïnformeerd over de uitgangspunten, de uitvoeringsprocedure en de tijdsplanning daarvan. Het presaneringsgebied Schiphol omvat de onomstreden zone, waar de geluidbelasting zowel bij het huidige banenstelsel als bij het stelsel met de gedraaide vierde baan te allen tijde meer dan 40 Ke blijft. Vooralsnog is het gebied voor de eerste fase voor woningen beperkt tot de geluidbelastingscontour van 55 Ke binnen het presaneringsgebied bij een verkeersomvang en een vlootsamenstelling zoals deze in 1985 wordt verwacht. Met het verder beschikbaar komen van gelden kan de eerste fase worden verruimd tot de 50 Ke-contour, waarna een natuurlijke overgang naar de formele sanering moet worden verkregen. Aan de directie van de N.V. Luchthaven Schiphol is toestemming verleend binnen het zwaarst belaste gebied, dat wil zeggen hoger dan 65 Ke op basis van vrijwilligheid over te gaan tot de aankoop van woningen met als doel de woonbestemming daarvan te beëindigen. In het kader van dit zogeheten plan «Wegstapel», waarbij de daaraan verbonden kosten door de N.V. Luchthaven Schiphol worden voorgefinancierd, zijn van de circa 80 woningen er inmiddels 40 getaxeerd en is in ongeveer de helft van die gevallen een regeling getroffen tussen partijen. Aangezien na aankoop van de woningen die onderdeel uitmaken van het plan «Wegstapel» op dit moment in de praktijk niet anders dan tot sloop van de betrokken panden wordt besloten, is de vraag opgeworpen naar de toelaatbaarheid van alternatieve gebruiksbestemmingen voor de aangekochte woningen rond de luchthaven Schiphol. Beëindiging van de bewoning van een gebouw is een uiterste middel, waarvan gebruik zal worden gemaakt, indien ook door middel van het toestaan van hogere waarden de bestemmingen niet kunnen worden gehandhaafd. Burgemeester en wethouders zullen in deze optiek opstallen aan het bestand van de geluidgevoelige bestemmingen gaan onttrekken. Dat dit vanwege vormgeving en situering van de opstallen in de praktijk dikwijls zal betekenen, dat aan de eigenaar een sloopvergunning wordt afgegeven, betekent niet dat dit ook in alle gevallen noodzakelijk is. Dit afhankelijk van de medewerking die de gemeenten aan een gewijzigde bestemming in het bestemmingsplan willen geven. Het is de verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur hierover te beslissen. Evenals voor de burgerluchtvaartterreinen geldt ook voor de militaire velden dat de formele zonevaststelling nog geruime tijd op zich zal laten wachten en dat vooruitlopend daarop met presanering zal worden gestart. In dat kader worden in de zwaarst met geluid belaste gebieden, dat wil zeggen 55 Ke en hoger, geluidwerende voorzieningen aangebracht voor zover de budgettaire ruimte dat toelaat. De beschikbare budgettaire ruimte wordt mede bepaald door de bijzondere wijze van presanering rond de vliegbasis Eindhoven. Zoals bekend, is in 1978 beslist - zulks met het oog op de beperking van de geluidhinder die daardoor mogelijk werd - om de startbaan te draaien. De bedragen, die door de aanleg van de nieuwe baan worden bespaard op de kosten van het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen (circa f65,8 min.) worden door het Ministerie van Defensie besteed aan het verdraaiingsproject, na de uitvoering waarvan in plaats van 9500 woningen, tientallen scholen en enkele ziekenhuizen nog slechts 300 woningen binnen de zone vallen. Rekening houdend met de fasering in de uitvoering van de baanverdraaiing wordt uit de zoneringsfondsen aan het project Eindhoven bijgedragen. Dit betekent dat voor de presanering
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17600 hoofdstuk XVII, nr. 20
19
rond de overige militaire vliegvelden in de jaren 1982 tot en met 1985 respectievelijk f4,9; 5; 6,5 en f 16 min. resteert. Parallel aan interimbeleids- en presaneringsafspraken, heeft ook afronding plaats van de voorbereidingen die nodig zijn om tot formele zonevaststelling en sanering te komen. Procedureel is daarbij van belang dat, naast de ten behoeve van de zoneringswerkzaamheden rond burger- en militaire luchtvaartterreinen ingestelde Beleidsgroep en Centrale Projectgroep, thans ook Lokale Projectgroepen (LPG) in het leven worden geroepen (voor Schiphol, Volkel, Twente en Soesterberg reeds een feit) en dat het de bedoeling is voor elk luchtvaartterrein een LPG in te stellen. Deze ambtelijke werkgroepen hebben tot taak een voorstel voor de toekomstige zone-aanwijzing voor te bereiden op basis van de voor het ruimtelijk beleid relevante geluidbelastingcontouren en voor het binnen de zone gelegen gebied een gedetailleerde planologische milieuhygiĂŤnische inventarisatie te maken, daaronder begrepen de situatie met betrekking tot de bestemmingsplannen en de omvang van het geluidbelaste woningbestand. Daarna kan het bestuurlijk overleg met betrekking tot de definitieve vaststelling van de zone beginnen, wanneer het Structuurschema Militaire Terreinen de procedure van de planologische kernbeslissing heeft doorlopen. Voor de vliegbasis Leeuwarden is in de afgelopen periode onderzoek verricht naar de wijze waarop de gevolgen van de zonering rond deze basis kunnen worden beperkt. Uit het inmiddels afgesloten onderzoek blijkt, dat zodanige maatregelen kunnen worden getroffen, dat 124 woningen, die in de aanvankelijke opzet zouden moeten worden gesloopt, niet behoeven te worden afgebroken. Met de invoering van nieuwe maatregelen kan worden tegemoetgekomen aan de verlangens die in de regio Leeuwarden leven. Lopende dit onderzoek was voor deze vliegbasis nog geen Locale Project Groep (LPG) ingesteld. Naast een goede procesbeheersing is het ook noodzakelijk, dat een aantal regelingen tot stand wordt gebracht. In de Beleidsgroep en de Centrale Projectgroep zijn de volgende wettelijke uitvoeringsmaatregelen aan de orde gesteld: - Op grond van de gemeenschappelijke elementen, die de zone-aanwijzing als bedoeld in artikel 26, eerste lid. Luchtvaartwet voor elk luchtvaartterrein afzonderlijk heeft, is een model voor een ontwerp-aanwijzing voorbereid, waarover inmiddels interdepartementaal overeenstemming is bereikt. Dit model zal door de lokale projectgroepen nader worden uitgewerkt. Op basis van een dergelijke aanwijzing is de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening er verantwoordelijk voor dat de geluidzone in de streekplannen en de bestemmingsplannen wordt opgenomen. Hem staat daarbij het middel van de aanwijzing als bedoeld in de Wet op de Ruimtelijke Ordening ten dienste. - Ten behoeve van de sanering van de bestaande bouw is de Regeling Geluidwerende Voorzieningen als bedoeld in artikel 26, tweede lid, Luchtvaartwet afgerond. Zoals hiervoor is opgemerkt, wordt vooruitlopend hierop thans reeds het treffen van maatregelen - presanering - ter hand genomen. - Voor wat betreft de kosten van de zonering en sanering wordt ten aanzien van de burgerluchtvaartterreinen en burgermedegebruikte militaire luchtvaartterreinen voorzien in een terugvordering van de kosten via een heffing op het burgerluchtverkeer. Overeenkomstig dit uitgangspunt is op basis van artikel 26, derde lid, juncto artikel 77 Luchtvaartwet een ontwerp voor het zogeheten Heffingenbesluit geluidhinder Burgerluchtvaartuigen tot stand gebracht. Met ingang van de komende winterdienstregeling zal de heffing van kracht worden. Via het geĂŻntroduceerde heffingensysteem zullen de benodigde middelen voor de zonering en sanering ter beschikking moeten komen. Jaarlijks zal bij het vaststellen van de Rijksbegroting in het hoofdstuk Verkeer en Waterstaat worden vastgesteld welk bedrag in het begrotingsjaar voor zonering en (pre)sanering kan worden uitgegeven. Voor het begrotingsjaar 1983 is een heffingopbrengst van f 10 min. voorzien. Voor de verdere jaren zal de heffing aangepast kunnen worden aan het bestedingspatroon, waarbij verhogingen mogelijk zijn.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
20
Grensoverschrijdend
luchtvaarttawaai
De ontwerp-algemene maatregel van bestuur voor de bestrijding van de geluidhinder in Noord- en Midden-Limburg als gevolg van de buitenlandse vliegvelden Laarbruch, Bruggen en Wildenrath is inmiddels voor commentaar toegezonden aan het provinciaal bestuur van Limburg en aan de raden der betrokken gemeenten. Als gevolg van het feit dat deze regeling is gebaseerd op hoofdstuk VIM van de Wet geluidhinder, doen zich enkele afwijkingen voor van het regime dat is opgezet voor de bestrijding van geluidhinder als gevolg van binnenlandse vliegvelden en dat is gebaseerd op de Luchtvaartwet. In dit verband is van belang, dat in de algemene maatregel van bestuur de zones zelf zijn vastgelegd en dat - anders dan in de Luchtvaartwet - het Rijk niet rechtstreeks verantwoordelijk is voor de doorwerking van de zonering in het ruimtelijke ordeningsbeleid van de lagere overheden. De doorwerking van de zonering van het grensoverschrijdende luchtvaartlawaai heeft niet plaats via aanwijzingen als bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de Luchtvaartwet, maar via het in acht nemen van grenswaarden bij het vaststellen van een herzien dan wel nieuw bestemmingsplan. Dit is de consequentie van de onderscheiden trajecten waarlangs in de Luchtvaartwet en in de Wet geluidhinder de lawaaibestrijding wordt geĂŤffectueerd. Een ander verschil, dat niet de systematiek betreft maar inhoudelijke betekenis heeft, is dat hoofdstuk VIII van de Wet geluidhinder geen regeling geeft voor de categorie geprojecteerde woningen, met als gevolg dat rechtsonzekerheid dreigt ten aanzien van de ten tijde van de zone-aanwijzing binnen de zone geprojecteerde woningen of andere geluidsgevoelige gebouwen. Hierover heeft overleg plaatsgehad met Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Van die zijde is toegezegd dat bevorderd zal worden dat van de subsidieregelingen ten behoeve van de woningbouw alleen gebruik zal kunnen worden gemaakt wanneer is voldaan aan de normstelling die in de algemene maatregel van bestuur is neergelegd. Aangezien daardoor de vrije sectorbouw niet wordt afgedekt, is tevens toegezegd dat met betrekking tot de in deze sector geprojecteerde bouwactiviteiten die in strijd zijn met de normstelling op bestuurlijk niveau zo nodig initiatieven zullen worden ontplooid om realisatie te voorkomen. Overigens zij opgemerkt dat bij de in 1983 vast te stellen zones is uitgegaan van de thans ter beschikking staande gegevens over vliegveldbelegging en vliegoperaties behorend bij de genoemde bases. Indien concrete gegevens beschikbaar zijn over de vliegtuigvervanging op de betreffende basis zal een aanpassing van de geluidszones plaatsvinden. Ook voor Schiphol is een dergelijke ontwikkeling voorzien. In het Besluit zonering buitenlandse luchtvaartterreinen Noord- en Midden-Limburg is de mogelijkheid opgenomen om in het gebied tussen de 35 en 40 Ke op een te verwachten teruggang van de geluidsbelasting te anticiperen. Met de provincie heeft inmiddels overleg plaatsgehad met het doel zo spoedig mogelijk een start met de presanering te kunnen maken. Dit heeft ertoe geleid, dat met ingang van 1 september 1982 met de werkzaamheden, voor de gefaseerde uitvoering waarvan de provincie een coĂśrdinerende rol vervult, kan worden begonnen. Het betreft een presaneringsproject van 130 woningen en 2 scholen in de gemeente Roermond (Asenray) en 6 woningen in de gemeenten Boxmeer (Bergen). Het gaat hierbij om geluidsgevoelige bestemmingen met een geluidsbelasting van meer dan 55 Ke. Naar verwachting zal dit project nog in 1983 kunnen worden afgerond, waarna verdere saneringsprojecten kunnen worden uitgevoerd na de zoneaanwijzing in dat jaar, als onderdeel van de wettelijke zoneringsmaatregelen. Een bijzondere situatie doet zich voor met betrekking tot de vliegbasis Teveren bij Geilenkirchen die ten behoeve van het Airborne Early Warning and Control System (AWACS) is gereactiveerd en als gevolg waarvan de omgeving van Schinveld met een nieuwe geluidsituatie wordt geconfronteerd. Door het Ministerie van Defensie zijn de voorbereidingen voltooid om de geluidisolatie van de aanwezige geluidgevoelige bebouwing te
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
21
verbeteren. Dit presaneringsproject zal nog in 1983 gereedkomen. De kosten, ad f 3,5 min., zijn ter beschikking gesteld uit AWACS-infrastructuurfondsen. In de loop van 1983 zal een geluidzone worden vastgesteld. Dit krachtens een nadere regeling op grond van artikel 108 Wet geluidhinder. Overigens zij nog opgemerkt, dat de bespreking van de bestrijding van het luchtvaartlawaai in de vergadering in de vaste Commissie voor MilieuhygiĂŤne van de Tweede Kamer op 15 februari jl. een motie is aangenomen waarin, met het oog op de Kosten-berekening voor militaire vliegvelden, om verduidelijking gevraagd is over het hinderbelevingsaspect in de Ke-formule. Een afsluitende rapportage hierover zal in het najaar gereedkomen. Hierop vooruitlopend is door TNO een rapport uitgebracht waaruit blijkt dat op wetenschappelijke gronden kan worden gesteld dat de militaire luchtvaart bij gelijke geluidbelasting meer hinder veroorzaakt dan de civiele luchtvaart. In de Nederlandse wetgeving (Besluit geluidbelasting grote luchtvaartterreinen) wordt, evenals dit in het buitenland het geval is, rekening gehouden met een voor de militaire en burgerluchtvaart gelijke normstelling. 3. Voorgenomen beleid 3.1.
Wegverkeerslawaai
De sterke toename van het gemotoriseerde verkeer heeft geleid tot een situatie waarin op verschillende plaatsen het woon- en leefmilieu ernstig is aangetast. Het gaat hierbij met name om situaties in stedelijke centra, waar bij de stedebouwkundige opzet nauwelijks rekening gehouden is met het verkeerslawaaiprobleem. Inmiddels zijn steeds meer onderzoeken verricht, waaruit blijkt dat lawaai een ernstige aantasting van de gezondheid kan geven. In verscheidene landen is milieuwetgeving tot stand gekomen met als tweeledig doel: het in nieuwe situaties voorkomen van verkeerslawaai en het in bestaande situaties verminderen van verkeerslawaai. Uitvoerig onderzoek heeft hierbij aangetoond dat dit een gezamenlijke opgave is voor verkeerskundigen, planologen, stedebouwers, wegaanleggers en automobielconstructeurs. Ook de weggebruiker dient hieraan een bijdrage te leveren. Een belangrijk instrument om de aantasting van het woon- en leefmilieu door het gemotoriseerde verkeer te verminderen, is het verkeerscirculatieplan. Het tot stand brengen van grote verblijfsgebieden zonder doorgaande wegen, waarbinnen het gemotoriseerde verkeer hooguit een ondergeschikte plaats krijgt, kan bereikt worden door dat verkeer te concentreren op enkele hoofdwegen. Het treffen van verkeersbelemmerende maatregelen binnen die verblijfsgebieden zal daarvoor over het algemeen nodig zijn. Ook kan een belangrijke bijdrage worden verkregen door de verdeling van woongebieden in sectoren, die niet doorsneden worden door hoofdwegen. Dat hierdoor een positieve bijdrage wordt geleverd aan de beperking van de geluidhinder blijkt - naast de ervaringen in Groningen - onder meer uit het recent in Almelo gehouden verkeersonderzoek. Vanuit het oogpunt van geluidhinderbestrijding kan daarom de uitvoering van verkeersmaatregelen op basis van een verkeerscirculatieplan worden bevorderd, indien deze een belangrijke bijdrage leveren aan de vermindering van bestaande geluidhinder in saneringssituaties. In het geval dat daarmee de omvang van het saneringsprogramma in een bepaalde gemeente belangrijk kan worden beperkt, zal tot op zekere hoogte een medefinanciering van die maatregelen vanwege het Ministerie van Volksgezondheid en MilieuhygiĂŤne worden mogelijk gemaakt. Om het akoestisch inzicht in aard en effect van deze verkeersmaatregelen te verdiepen, zal in 1983 hiernaar verder onderzoek plaatsvinden. In de sedert 1 januari 1982 van kracht geworden regeling voor de aan te houden hoogst toelaatbare geluidsbelasting van het wegverkeer voor woningbouw en wegaanleg is bepaald, zulks op grond van de verwachting
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
22
dat het voertuigenpark binnen 10-15 jaar stiller wordt, dat bij de berekening en meting van de geluidsbelasting van de gevel van woningen of andere gebouwen dan woningen voorlopig een aftrek van 5 dB(A) mag worden toegepast. Hierbij is rekening gehouden met de verklaring van de Raad van de Europese Gemeenschappen uit 1977, waarin is vastgelegd dat op grond van de noodzaak van de verbetering van het leefmilieu getracht moet worden om tegen 1985 voor alle categorieën voertuigen een niveau van 80 dB(A) te bereiken. In dit kader is voorts van belang, wat in mei 1980 door de regeringen van de bij de OECD aangesloten landen ter gelegenheid van de «Conference on Noise Abatement Policies» is geconcludeerd: «De huidige normen voor nieuwe voertuigen zijn te ruim om de volksgezondheid en het algemeen welzijn naar behoren te beschermen. De technische kennis is beschikbaar om tegen redelijke kosten de toelaatbare emissieniveaus in de komende vijf tot tien jaar belangrijk te verminderen. De lid-staten van de OESO moeten voor deze voertuigen dus zodanige normen stellen, dat de laagst mogelijke emissieniveaus worden verkregen met gebruikmaking van een optimale technische uitrusting. Sommige landen zijn thans van plan te doen waartoe andere reeds hebben besloten: een verlaging van het toelaatbare emissieniveau met 4 tot 5 dB(A) voor auto's, met 3 tot 8 dB(A) voor motorfietsen en met 5 tot 10 dB(A) voor zware voertuigen (vrachtwagens en bussen) voor het tijdvak 1985-1990. In de toekomst zijn echter nog verdere verlagingen nodig om tot een bevredigend akoestisch leefmilieu te komen. Daarom moeten de lid-staten de voortzetting van het onderzoek en de ontwikkeling van de technologie op het gebied van de bestrijding van geluidhinder bevorderen en, waar nodig, financieel steunen, ten einde een verdere verlaging van deze emissieniveaus in de toekomst te vergemakkelijken. Ook zal er verbetering moeten worden gebracht in de procedures voor het meten van het door motorvoertuigen geproduceerde geluid, om het verschil tussen de vastgestelde normen en het werkelijk geproduceerde geluid zo klein mogelijk te houden». De Nederlandse Regering heeft in navolging van de Bondsrepubliek Duitsland in februari 1980 aan de Europese Commissie verzocht om voor 1 juli 1980 met het in onderstaande tabel weergegeven voorstel te komen voor de aanscherping van de grenswaarden. Tabel kolom 1 — huidige grenswaarden kolom 2 — in EEG-verband voor rond 1985 na te streven grenswaarden Categorieën
1.1.1.
1.1.2.
1.1.3.
1.1.4.
1.1.5. 1.1.6.
1.1.7.
Waarden uitgedrukt in dB(A) (decibel A)
Voertuigen, ingericht voor personenvervoer, voorzien van ten hoogste negen zitplaatsen, die van de bestuurder inbegrepen 80 Voertuigen, ingericht voor personenvervoer, voorzien van meer dan negen plaatsen, die van de bestuurder inbegrepen, met een toegestaan maximumgewicht van niet meer dan 3,5 ton 81 Voertuigen, ingericht voor goederenvervoer, met een toegestaan maximumgewicht van niet meer dan 3,5 ton 81 Voertuigen, ingericht voor personenvervoer, voorzien van meer dan negen plaatsen, die van de bestuurder inbegrepen, met een toegestaan maximumgewicht van meer dan 3,5 ton 82 Voertuigen, ingericht voor goederenvervoer, met een toegestaan maximumgewicht van meer dan 3,5 ton 86 Voertuigen, ingericht voor personenvervoer, voorzien van meer dan negen plaatsen, die van de bestuurder inbegrepen, met een vermogen van ten minste 200 D I N pk 85 Voertuigen, ingericht voor goederenvervoer, met een vermogen van ten minste 200 D I N pk en een toegestaan maximumgewicht van meer dan 12 ton 88
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
75
76
78
80 80
80
80
23
Op basis hiervan zou dan op de middellange termijn een verlaging van de geluidsbelasting van 5 dB(A) mogen worden verwacht. Om deze reden is op 27 mei 1981 bij beschikking ex artikel 103 van de Wet geluidhinder vastgesteld, dat bij de berekening en meting van de geluidsbelasting van de gevel van woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen op het resultaat een aftrek kan worden toegepast van ten hoogste 5 dB(A). Door de vertraagde besluitvorming ter zake in de EG is in het IMP-Geluid 1982-1986 al aangekondigd, dat indien voor juli 1982 door de EG-Commissie geen bevredigend voorstel mocht zijn gedaan, nadere maatregelen worden uitgewerkt, die op nationale schaal een gunstige uitwerking kunnen hebben op de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer. De nadruk zou in dit geval gelegd worden op de geluidemissie van vrachtwagens, omdat de geluidbijdrage daarvan gemiddeld genomen het 10-20-voud van die van personenauto's bedraagt. Toegezegd werd, dat deze inspanningen er alsnog op gericht zouden zijn om in 1985 te komen tot een aanscherping van de grenswaarden voor personenauto's tot 75 dB(A) en voor vrachtauto's en bussen tot 80 dB(A). Mede als gevolg van deze in het vooruitzicht gestelde inspanningen heeft de Europese Commissie in de vergadering van de EG-Milieuraad van december 1981 toegezegd een technische werkgroep ERGA-Noisete belasten met het voor 1 juli 1982 voorbereiden van voorstellen, op grond waarvan de EG-Commissie een ontwerp-richtlijn kan opstellen. De werkgroep, die tot taak had de nodige technische en economische gegevens te verzamelen en te ordenen, heeft inmiddels een eindrapport uitgebracht waaruit blijkt, dat een belangrijke aanscherping van de geluidseisen, zoals hiervoor bedoeld, zeer waarschijnlijk niet verwacht mag worden. De door de verschillende delegaties uitgebrachte standpunten lopen sterk uiteen. Een en ander is weergegeven in de hiernavolgende tabel. Hierin is de spreiding van de leadtime voor de verschillende voertuigcategorieĂŤn aangegeven, gebaseerd op de door de landenvertegenwoordigers naar voren gebrachte gewenste leadtimes met betrekking tot de grenswaarden die als haalbaar worden beschouwd. De in de tabel weergegeven grenswaarden en leadtimes zijn door de landenvertegenwoordigers genoemd als een eerste indicatie. Onder leadtime moet hier verstaan worden een termijn die begint te lopen na vaststelling van de richtlijn door de Raad van de Europese Gemeenschappen. Pas dan zullen de onderhavige grenswaarden voor nieuwe typen motorvoertuigen van kracht worden.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
24
Tabel Categorie-indeli ng
Grenswaarde in dB(A) voorstel Nederland en Duitsland
Personenauto's
overige
75 77 78
Bussen en vrachtwagens < 3,5 ton
76 (bus) 77
Vrachtwagens > 3,5 ton > 75 kW < 150 kW Vrachtwagens > 3,5 ton > 150 kW Bussen < 150 kW Bussen > 150 kW
5-onmogelijk 3-7 2-5
-
Huidige grenswaarden in dB(A)
80 80 80 81 81 81 81 81 86 86 86 86 86 86 86
83 85
4-onmogelijk 3-8 0-8 0-5 5-onmogelijk 4-8 2-8 0-5 5-onmogelijk 3-8 0-5
83 84 86
5-onmogelijk 3-8 0-5
(36) (86) (86) (86)
83
0-8 3-onmogelijk 0-8
82 85 85
78 (vra.)
Vrachtwagens > 3,5 ton < 75 kW
Lead-time in jaren
79 80 78 80 82 84 80
-
80
80 80
88 88 88 88
Uit de tabel en de grafieken blijkt dat grenswaarden die sommige landenvertegenwoordigers niet haalbaar achten, in de vorm van geproduceerde motorvoertuigen thans reeds op de weg te vinden zijn. In de discussie speelde ook mee, dat de meetmethode voor enkele categorieĂŤn van motorvoertuigen wijziging ondergaat, als gevolg waarvan voor deze categorieĂŤn in feite een geringe aanscherping van de grenswaarden kan ontstaan. Van de zijde van de Bondsrepubliek Duitsland, Denemarken en Nederland is herhaaldelijk gewezen op de huidige stand van zaken en op het feit dat de eis moet worden gesteld dat de voor te stellen grenswaarden van realiteitszin moeten getuigen. Deze landen blijven dan ook van mening dat een spoedige aanscherping tot stand dient te komen, die is gebaseerd op de Duitse en Nederlandse voorstellen. Overigens wordt de noodzaak daarvan ook onderbouwd door het rapport voor de ERGA-Noise groep zelf, waaruit blijkt dat slechts deze of lagere waarden het geluidniveau, veroorzaakt door het wegverkeer, op den duur voldoende omlaag brengen om de beoogde vermindering van de geluidsbelasting langs wegen met gemiddeld 5 dB(A) op middellange termijn te bewerkstelligen. In de EG-Milieuraad van 24 juni jl. is door mij bijzondere aandacht gevraagd voor een zeer spoedige besluitvorming over de aanscherping van de geluideisen van motorvoertuigen. Ik wees er hierbij op dat reeds gedurende 5 jaar in verschillende kaders (EG, ECE en OECD) hierover gesproken is, waarbij de indruk gewekt wordt dat eerder de klok wordt teruggezet. Gezien de hoge meerkosten voor woningbouw en wegaanleg indien niet tot de reeds in 1977 in EG-kader voorziene aanscherping wordt overgegaan, mag niet verwacht worden dat Nederlandse reacties uitblijven tot alle EG-landen een zelfde milieubeleid voeren. In een aantal landen buiten de EG heeft men reeds - of streeft men daarnaar - grenswaarden die strenger zijn dan die welke in de EG van kracht zijn. Voorbeelden hiervan zijn Zwitserland, Zweden en Japan. Zoals hiervoor reeds opgemerkt biedt de huidge stand van techniek de mogelijk-
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
25
heid daartoe. Ter illustratie daarvan kan ook gewezen worden op de in Nederland goedgekeurde typen personenauto's. Wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen Japans fabrikaat en andere fabrikaten, dan blijkt dat de meetwaarden van het Japanse produkt gemiddeld belangrijk lager liggen dan die van de overige voertuigen: zie navolgende figuur. Voorts heb ik erop gewezen dat, indien voldoende leadtime geboden wordt, de meerkosten zeer beperkt zullen zijn. Figuur 1. Cumulatief procentuele verdeling van de volgens de EG-richtlijn (7,5 m afstand langsrijdend) gemeten geluidsniveaus van personenauto's van Japans fabrikaat, vergeleken met personenauto's afkomstig uit de overige landen, typegekeurd in 1981 dB(A)
1
0
I
i ,
20
i
i
40
I
I
60
l
i
80
l
i _
100
»%
In het vorige IMP-Geluid is - zoals gezegd - er reeds op gewezen, dat ingeval van onbevredigend resultaat van het EG-overleg, maatregelen zullen worden uitgewerkt die op nationale schaal een gunstige uitwerking kunnen hebben op de geluidsbelasting door het wegverkeer. Tegen de achtergrond van wat hiervoor is gezegd, moet er rekening mee worden gehouden, dat niet aan de door Nederland gewenste aanscherping van de grenswaarden zal worden voldaan. Dit betekent dat het denkbaar is, dat op middellange termijn geen daling van 5 dB(A) aan de totale geluidsbelasting langs wegen zal optreden, als gevolg waarvan er aanleiding is de correctiefactor op basis van artikel 103 Wet geluidhinder aan te passen. Inmiddels is hierover met het Ministerie van Verkeer en Waterstaat contact opgenomen. Daarnaast wordt, zoals uit dit IMP-Geluid blijkt, gewerkt aan aanvullende maatregelen op het gebied van het overheidsaanschaffingenbeleid, de subsidiëring van stille vrachtauto's en bussen en het weren van lawaaiige vrachtauto's uit woongebieden. Verwezen kan worden naar hoofdstuk 5 «Stille technologie». Nachtelijk rijverbod in geluidsgevoelige
gebieden
Om het belang van de hinder bij de wegenverkeerswetgeving te kunnen betrekken, heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat toegezegd een spoedige afhandeling van het mede met het oog hierop ingediende wetsvoorstel tot wijziging van de Wegenverkeerswet te zullen bevorderen.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
26
Na aanvaarding en inwerkingtreding - waarvoor gemikt wordt op begin 1983 - van het bij de Staten-Generaal aanhangige ontwerp, zullen de gemeenten met gebruikmaking van de instrumenten van de wegenverkeerswetgeving tegemoet kunnen komen aan de groeiende behoefte aan een nachtelijk rijverbod voor lawaaiige motorvoertuigen in geluidsgevoelige gebieden. 3.1.1. Personenauto's De typekeuring van de personenauto's vindt plaats volgens de meetmothode beschreven in de Europese richtlijn van 6 februari 1970: 70/157/EEG. In figuur 2 is voor verschillende jaren de cumulatief procentuele verdeling van de bij typegoedkeuring vastgestelde meetwaarden weergegeven. Figuur 2. Cumulatief procentuele verdeling van de volgens de EG richtlijn (7,5 m afstand langsrijdend) gemeten geluidsniveaus van personenauto's
0
20
40
60
80
100
In de loop der jaren daalde het gemiddelde geluidsniveau van de aangeboden typen auto's. De daling is enerzijds een gevolg van de fabricage van stillere voertuigen Anderzijds hangt dat samen met de toepassing, meestal om energie-verbruiksredenen, van steeds meer vijfversnellingsbakken in plaats van vierversnellingsbakken. Als gevolg van de huidige meetmethode bij typekeuring heeft dit een positieve invloed op het gemiddelde geluidniveau ondanks de omstandigheid dat de feitelijke geluidproduktie in het stadsverkeer bij deze voertuigen daardoor niet wordt verlaagd. De eerder genoemde Europese richtlijn 81/334/EEG brengt hierin verandering aan waardoor voor de personenauto's voor wat betreft dit punt een meer representatief typekeuringsgeluidsniveau wordt verkregen. Een nieuwe voor de geluidproduktie voor personenauto's in steden ontwikkelde meetmethode is die volgens het ISO-voorstel ISO/DIS 7188. Uit metingen, in opdracht van dit ministerie door de Technisch Physische Dienst TNO-TH (TPD) uitgevoerd, blijkt dat de voorgestelde methode een significante verbetering geeft in vergelijking met de huidige meetmethoden. De resultaten van de metingen zijn vastgelegd in het ICG-rapport VL-HR-02-06 getiteld ÂŤGeluidemissie van personenauto's in stedelijk verkeerÂť. In samenwerking tussen ANWB en TPD zullen het komend jaar aan een reeks van auto's geluidmetingen worden verricht volgens deze methode. Het betreft hier auto's van de testreeks, waarvoor vrijwel wekelijks in de Autokampioen van de ANWB testresultaten worden weergegeven. Door het uitvoeren van metingen worden gegevens verzameld voor de mogelijke overname in EG-kader van de ISO-meetmethode.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
27
3.1.2. Vrachtwagens en bussen Ook de typekeuring van vrachtwagens vindt nog plaats volgens de meetmethode uit de Europese richtlijn 70/157/EEG van 6 februari 1970. In figuur 3 is de cumulatief procentuele verdeling van de volgens de EEG-richtlijn gemeten geluidsniveaus van deze categorie voertuigen weergegeven zoals vastgesteld bij de typekeuringen in 1981. In de grafiek zijn tevens de gegevens, zoals vermeld in het voorlopig IMP-Geluid 1980-1984, weergegeven. Figuur 3. Cumulatief procentuele verdeling van de volgens de EG richtlijn (7,5 m afstand langsrijdend) gemeten geluidsniveaus van vrachtwagens
92
/J
90 t
•
/
/
dB(A)
88
II
86
**
'76-'78 •
/ /
84
s
s
' '81
K
-* 82
/
80
*/
78
/
i i i
76 i
i
74 i
y
i /
•
%
72 20
40
60
80
100
DAF-Trucks B.V. heeft met overheidssteun een onderzoekproject afgesloten waarbij is gebleken dat een belangrijke vermindering van het motorgeluid (3-5 dB(A)) bij vrachtwagens mogelijk is. Binnen enkele jaren zullen met deze stillere motoren uitgeruste vrachtwagens op de markt worden gebracht. Reeds vanaf 1980 worden aan nieuw aan te schaffen bussen voor het openbaar vervoer (zowel stadsbussen als streekbussen) extra akoestische voorzieningen getroffen. Het programma dat voorziet in een akoestische aanpassing van de voor genoemde datum aangeschafte bussen vindt gestaag voortgang. Momenteel zijn ca. 550 bussen op kosten van dit departement omgebouwd, terwijl het programma nog voorziet in de ombouw van nog ca. 400 bussen. Uiteraard worden alleen die bussen omgebouwd die nog een redelijk technische levensduur bezitten. Inmiddels is ook een programma van eisen voor een nieuwe generatie maximaal 78 dB(A), waarbij het streven is te komen tot een lagere waarde. Met ingang van 1985 zal dit nieuwe materieel beschikbaar komen. In verband met de meerkosten van deze stillere bussen wordt naar analogie van de WIR-milieutoeslag jaarlijkseen subsidie vanf 1-2 min.ter beschikking gesteld. Ook de trolleybus mag in dit verband als milieuvriendelijk vervoermiddel niet onvermeld blijven. Ten behoeve van de invoering van de trolleybus van stadslijn 9 in Arnhem is een investeringssubsidie toegezegd waardoor het mogelijk werd deze milieuvriendelijke wijze van openbaar vervoer uit te breiden.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
28
3.1.3. Motorrijwielen Zoals reeds eerder werd opgemerkt is per 1 februari 1982 de Europese richtlijn 78/1015/EEG in de nationale wetgeving opgenomen. Deze richtlijn geeft de geluidmeetmethode met grenswaarden voor de typekeuring van motorrijwielen. Bij de vaststelling van deze richtlijn heeft de raad ook voor deze categorie motorvoertuigen in een verklaring vastgelegd dat gestreefd dient te worden naar een niveau van 80 dB(A) voor de zwaardere motoren vanaf omstreeks 1985. Tot nu toe zijn door de Commissie van de Europese Gemeenschappen in dit verband nog geen initiatieven ontplooid. In figuur 4 zijn de typekeuringscijfers van 1981 vergeleken met die uit het voorlopig IMP-Geluid 1980-1984. Figuur 4. Cumulatief procentuele verdeling van de volgens de nationale typekeurings methode (7,5 m afstand langsrijdend) gemeten geluidsniveaus van motorrijwielen 32 j = ^ = >
IdBIA) 80
1
78
\""
r
81
i
\
m>**m
â&#x20AC;˘
76-'78
76 74 72 70
~~
%
68 O
20
40
60
80
100
Hier blijkt dat een afname van de bij typekeuring in 1981 vastgestelde meetwaarde ten opzichte van de eerdere meetwaarden, zoals die zich voordoet bij personenauto's en vrachtwagens, niet optreedt. Eerder is sprake van enige toename van de geluidproduktie. 3.1.4. Bromfietsen Van de aanscherping met 4 dB(A) van de handhavingseisen voor de geluidproduktie, die op 1 januari 1983 van kracht zal worden, is reeds melding gemaakt. In verband met de inhoud van de definitie van bromfiets in de wegenverkeerswetgeving kunnen thans bewijsproblemen ontstaan bij de vervolging van bromfietsers. Voor wat betreft de aan bromfietsen te stellen geluidseisen is hiervan oorzaak de koppeling die met het Reglement verkeersregels en verkeerstekens is gelegd. In overleg tussen de Departementen van Justitie, van Binnenlandse Zaken, van Verkeer en Waterstaat en van Volksgezondheid en MilieuhygiĂŤne wordt een wijziging van de definitie voorbereid, waarna een effectievere straatcontrole van bromfietsen mogelijk zal zijn. Het is de bedoeling de afronding daarvan gereed te hebben voordat het Besluit geluidproduktie bromfietsen in werking zal treden. 3.2. Toestellen In het vorige IMP is melding gemaakt van de geringe voortgang die op dat moment geboekt werd met betrekking tot het tot stand brengen van EG-richtlijnen voor onder andere betonbrekers en trilhamers, motorconv pressoren en energie- en lasaggregaten. Een impasse was ontstaan omdat enerzijds enkele lid-staten bezwaren koesterden tegen de voorgestelde
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
29
gefaseerde geluidwaarden, met name tegen de uiteindelijk te realiseren waarden die naar hun opvatting te streng zijn, terwijl Nederland anderzijds deze waarden te soepel achtte. Ten einde de voortgang bij het tot stand brengen van deze richtlijnen te bespoedigen en de impasse te doorbreken is in 1981 door de Nederlandse delegatie voorgesteld een grenswaardestelling in drie fasen op te nemen. Zulks met het doel dat in de derde fase, die op een per richtlijn verschillend tijdstip in werking zou kunnen treden, een grenswaarde zou gaan gelden die overeenkomt met de wensen die Nederland naar voren heeft gebracht. De door Nederland voorgestane grenswaarden, die de overige lid-staten als te streng kwalificeerden, zouden dan 6 tot 10 jaar na het in werking treden van de richtlijn van kracht moeten worden, waardoor naar mijn mening de industrie voldoende tijd zou worden geboden om de noodzakelijke aanpassingen in het produktieproces aan te brengen. Dat dit reëel is, moge blijken uit het feit, dat er nu reeds typen zijn van de genoemde machines die voldoen aan de door de meerderheid van de EG-lid-staten voorgestane grenswaarden voor de tweede fase OV2 jaar na invoering van de richtlijn), terwijl er zelfs reeds typen van deze machines zijn die voldoen aan de zogenaamde «strenge» eisen die Nederland voorstaat (zie ook elders in dit IMP de opmerkingen over de WIR-milieutoeslag). Het is spijtig te moeten constateren dat er in het afgelopen jaar in Brussel, op het gebied van deze richtlijnen, opnieuw geen enkele voortgang is geboekt. De belangrijkste oorzaak daarvan is niet gelegen in de inhoud van de richtlijn zelf, maar in een probleem van meer algemene aard, nl. dat van de toepasselijkheid van de bepalingen van deze en vele andere richtlijnen op produkten afkomstig uit niet EG-landen. Doordat dit probleem nog niet is opgelost, zijn de overige onderwerpen en derhalve ook het Nederlandse compromisvoorstel nog nauwelijks besproken. Wel is gebleken, dat bij de overige lid-staten niet veel enthousiasme voor het Nederlandse voorstel bestaat. Ik heb besloten het tot stand komen van algemene maatregelen van bestuur op grond van artikel 2 van de Wet geluidhinder voor de eerder in dit hoofdstuk genoemde toestellen te zullen bevorderen. Deze algemene maatregelen van bestuur zullen zoveel als mogelijk is geënt zijn op de hiervoor genoemde in EG-kader gedane voorstellen. Inmiddels zijn onlangs ontwerp-algemene maatregelen van bestuur in de Staatscourant voorgepubliceerd. In de navolgende tabel is een overzicht van de voorgestelde grenswaarden gegeven: a. Motorcompressoren Nominaal debiet in m 3 /min
Toelaatbaar geluidvermogensniveau in dB(A) ref. IpW bij inwerking-
na 3,5 jaar
na 7 jaar
100 100 102 104
95 95 98 98
treding
5< 10 <
<5 «10 «30 > 30
101 102 104 106
b. Aggregaten Max. nom. stroomsterkte
Toelaatbaar geluidvermogensniveau in dB(A) ref. IpW Bij inwerkingtreding
na 3,5 jaar
na 7 jaar
< 200A >200A
104 101
100 98
95 95
Nom. vermogen «240kVA >240kVA
103 105
100 100
95 95
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
30
c. Sloophamers Massa in kg
< 20 > 20 en < 35 > 35
Toelaatbaar gelu idvermogensniveau
in
dB(A) ref. IpW
Bij inwerk ngtreding
na 3,5 jaar
na 7 jaar
110 113 116
108 111 114
105 108 111
Dat het op deze grenswaarden gerichte beleid onverminderd financieel zal blijven worden ondersteund via milieutoeslagen in de WIR, is hiermee in overeenstemming. Voorts heb ik het voornemen om algemene maatregelen van bestuur tot stand te brengen voor buitenboordmotoren en kettingzagen op grond van artikel 2 van de Wet geluidhinder. Beide soorten van toestellen komen steeds meer voor. Deze laatste worden niet alleen bedrijfsmatig maar in toenemende mate door particulieren gebruikt. De geluidproduktie van beide soorten van toestellen is, naar als bekend mag worden verondersteld, aanzienlijk. Voor buitenboordmotoren is bovendien van belang dat de recreatievaart met boten voorzien van dergelijke motoren vaak in gebieden plaatsvindt die als stil kunnen worden aangemerkt. Door eisen te stellen aan de geluidproduktie van buitenboordmotoren wordt de verstoring van dergelijke gebieden beperkt en kan het natuurlijke karakter daarvan zoveel mogelijk worden gehandhaafd. Bij de uitvoering van deze voornemens zal zoveel mogelijk aansluiting worden gezocht bij de wetgeving die in de Bondsrepubliek Duitsland in voorbereiding is. 3.3. Kleine luchtvaart Het overleg over de regeling hiervan is in gang gezet op basis van de eind 1981 uitgebrachte ICG-rapportage. Het ziet er naar uit dat in navolging van de grote luchtvaartterreinen ook van het zoneringsinstrument gebruik zal worden gemaakt, maar dan niet met behulp van de Kosten-eenheid maar van het equivalente geluidniveau-A. De aanleiding voor het gebruik van een andere geluidbelastingsnorm dan de Kosten-eenheid is in genoemd ICG-rapport te vinden. Hoewel de systematiek van zonering van het Besluit geluidbelasting grote luchtvaartterreinen een voorbeeldfunctie niet kan worden ontzegd, zullen er verschillen zijn. Gelet op de situatie die wordt aangetroffen in de omgeving van de kleine velden is een omvangrijke saneringsoperatie niet nodig, maar zal met een stelsel van preventie, dus gericht op de nieuwbouw, kunnen worden volstaan. Een ontwerp-regeling zal nog dit jaar worden voor-gepubliceerd. Uit het ICG-onderzoek is ook komen vast te staan dat ten behoeve van de geluidhinderbestrijding zonering alleen niet voldoende is, gezien de aard van het gebruik dat de sport- en zakenvliegtuigen van de kleine terreinen maken. Het is van belang dat in aanvulling daarop met name de zogenaamde terreinvluchten aan nadere beperkingen kunnen worden onderworpen. Daarbij kan met name worden gedacht aan de avond- en nachtvluchten en aan het gebruik in de weekeinden en op zon- en feestdagen. Voor de bedoelde aanvullende beperkingen wordt onderzocht of en in hoeverre doeltreffende maatregelen daarvoor op basis van het Besluit geluidhinder luchtvaartuigen mogelijk zijn. Voor verschillende luchtvaartterreinen vindt momenteel overleg hierover plaats. Voor het vliegveld Hilversum is inmiddels een concept-regeling opgesteld.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
31
3.4. Gemotoriseerde glij- en zeilvliegtuigen De belangstelling voor het vliegen met gemotoriseerde glij- en zeilvliegtuigen is gewekt. Deze ultra-lichte vliegtuigen (ULV's) zijn luchtvaartuigen in de zin van de Luchtvaartwet. Derhalve zijn in beginsel de bij of krachtens de Luchtvaartwet gestelde bepalingen en uitvoeringsmaatregelen op deze vliegtuigen van toepassing. Gelet op de bijzondere constructie en aard van deze vliegtuigen kunnen zij echter aan de meeste van deze wettelijke bepalingen niet voldoen, waardoor in feite het gebruik daarvan slechts bij wege van ontheffing mogelijk is. In het licht hiervan, zal een beleid met betrekking tot deze vorm van «pleziervaart» moeten worden uitgezet. Uitgangspunt daarvoor is dat een verantwoorde afweging van belangen plaats heeft. Vanwege de aard van het gebruik van de potentiële markt, zullen de motieven die tot een aanpassing van de Luchtvaartwet in 1978 hebben geleid, extra accent moeten krijgen. Dat wil zeggen dat bedreiging van het milieu, die deze activiteit met zich brengt en waarop de Hoofdinspecteur van de Volksgezondheid, belast met het toezicht op hygiëne van het milieu in zijn recentelijk aan de lagere overheden gerichte circulaire reeds wees, bijzondere aandacht verdient. Om een verantwoorde afweging van belangen mogelijk te maken, is een proefperiode ingesteld om ervaring op te doen met deze vorm van luchtvaart. De Rijksluchtvaartdienst heeft een model-ontheffingsbeschikking opgesteld, waarin onder meer voorlopige geluidseisen zijn opgenomen, terwijl in deze proefperiode door de Rijksluchtvaartdienst geluidmetingen zijn verricht aan een aantal verschillende typen gemotoriseerde glij- en zeilvliegtuigen. Voor de proefperiode geldt een normwaarde van 91 dB(A) en is het aantal te verlenen ontheffingen beperkt tot 4 stuks per individueel type en tot een totaal van maximaal 20 gemotoriseerde glijvliegtuigen en 20 gemotoriseerde zeilvliegtuigen. De bepaling van de maximaal toegelaten geluidproduktie sluit aan bij de reeds voor modelvliegtuigen gehanteerde meetmethode, dat wil zeggen een rondom-meting op de grond op 8 meetpunten op 10 meter afstand van het vliegtuig. De proefperiode die met ingang van 1 september 1982 zou aflopen is verlengd tot 1 januari 1983. Met ingang van 1 september geldt voor nieuw te verlenen ontheffingen binnen het contingent van 40 vliegtuigen een strengere geluidseis voor 1-zitters, te weten een grenswaarde van 85 dB(A) volgens de rondom-meetmethode. Voor 2-zitters blijft de grenswaarde van 91 dB(A) vooralsnog van kracht. In nauw overleg tussen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en mijn departement wordt aan de definitieve standpuntbepaling gewerkt, waarbij in nauwe koppeling tussen veiligheidsen milieu-aspecten de volgende uitgangspunten zullen worden gehanteerd: a. Ter voorkoming van geluidsoverlast zullen taakstellende normen met betrekking tot de maximaal toegelaten geluidsproduktie worden gesteld; b. Voor het vliegen met ULV's zal, uit hoofde van de noodzakelijke vliegveiligheid in het reeds door de kleine luchtvaart gebruikte luchtruim, een brevet worden vereist. Aan het verkrijgen daarvan dienen adequate eisen te worden gesteld; c. In principe zullen de ULV's dienen te stijgen en te landen op een beperkt aantal speciaal daartoe aangewezen terreinen. Daarnaast zal worden onderzocht in hoeverre en onder welke voorwaarden gebruik gemaakt zou kunnen worden van de aangewezen luchtvaartterreinen ten behoeve van de kleine luchtvaart; d. ..Afspraken gelden ten aanzien van wijze waarop wenselijke operationele en gebruiksbepalingen kunnen worden gerealiseerd. Niet onvermeld mag blijven dat ook in internationaal verband aan deze nieuwe vorm van luchtvaart aandacht wordt besteed. De Technical Committee van de European Civil Aviation Conference heeft dit onderwerp in zijn programma opgenomen en tracht tot een internationale afstemming te komen van de aan deze vorm van luchtvaart te stellen voorwaarden. Ook in België, de Duitse Bondsrepubliek en Zwitserland zijn proefperiodes ingesteld.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
32
3.5.
Railverkeer
Met het i n t e r i m b e l e i d s p o o r w e g l a w a a i is in feite een begin gemaakt bij de S c h i p h o l l i j n . Ten behoeve van de aanleg daarvan w e r d e n v o o r het eerst duidelijke contractuele afspraken gemaakt over maatregelen t e g e n te v e r w a c h t e n geluidsoverlast. Deze afspraken zijn u i t g a n g s p u n t geweest v o o r de circulaire s p o o r w e g l a w a a i v a n m e i 1979. Aangezien over de reikwijdte van het doel daarvan, te w e t e n a f s t e m m i n g op elkaar van zowel de b r o n als de o n t v a n g e r in die situaties w a a r i n dit nog redelijkerwijs mogelijk w a s , interpretatieverschil o n t s t o n d en de C R M H * adviseerde ernaar te streven dit i n t e r i m b e l e i d zo snel mogelijk te v e r v a n g e n d o o r een v o l w a a r d i g e wettelijke regeling, is aan de v o o r b e r e i d i n g daarvan meer prioriteit gegeven dan aanvankelijk in het IMP-Geluid 1982-1986 w a s g e p l a n d . De s p o e d i g e t o t s t a n d k o m i n g klemt te meer nu het t o e g e n o m e n s p o o r w e g v e r v o e r t o t een intensiever gebruik van het bestaande net noopt en capaciteitsverhogende maatregelen van infrastructurele aard actueel zijn. Het begin 1982 uitgebrachte belevingsonderzoek draagt de b o u w s t e n e n aan v o o r een regeling met betrekking t o t deze l a w a a i b r o n w a a r v a n , na het wegverkeer, het luchtvaartlawaai en het industrielawaai, de meeste mensen hinder o n d e r v i n d e n . Gewerkt is met een m e t h o d e die vergelijkbaar is m e t die, w e l k e bij de onderzoeken naar hinder als gevolg van w e g v e r k e e r is gebruikt. O p basis daarvan is de conclusie g e w e t t i g d dat enerzijds een e e n v o u d i g e r regeling dan v o o r de bestrijding van het wegverkeerslawaai in de w e t is neergelegd g e r e c h t v a a r d i g d is maar dat anderzijds t e r w i l l e van de effectiviteit ook in het geval v a n s p o o r w e g l a w a a i toch gebruik dient te w o r d e n g e m a a k t van de koppeling tussen het b e s t e m m i n g s p l a n en de zoneringssystematiek van de W e t geluidhinder. Uit de dosis-effectrelatie, die is vastgesteld, blijkt dat tot een e t m a a l w a a r d e van 55 dB(A) de effecten gelijk zijn aan die van het w e g v e r k e e r s l a w a a i en dat d a a r b o v e n , gerekend vanaf 60 dB(A), de hinderbeleving m i n d e r snel stijgt dan in geval van wegverkeerslawaai. Interdepartementaal overleg is thans gaande over de o p g r o n d hiervan te stellen g r e n s w a a r d e n . Door het d e p a r t e m e n t van V o l k s g e z o n d h e i d en Milieuhygiëne w o r d t uit dit belevingsonderzoek de conclusie getrokken dat v o o r railverkeer de v o o r k e u r s g r e n s w a a r d e op een zodanig niveau kan w o r d e n vastgesteld, dat hierbij geen hoger percentage g e h i n d e r d e n v o o r k o m t dan het percentage dat bepalend w a s v o o r de v o o r k e u r s g r e n s w a a r d e n v o o r wegverkeers- en industrielawaai. In de wettelijke regeling zal geen b o v e n g r e n s b e h o e v e n te w o r d e n o p g e n o m e n ; w e l i s w a a r begint de hinderbeleving van railverkeerslawaai vanaf 55 dB(A) e t m a a l w a a r d e , te stijgen, maar het effect van een extra dosis is vergeleken met w e g v e r k e e r s l a w a a i geringer dan bij industrie- en wegverkeerslawaai. Dit najaar zal het overleg over de te stellen g r e n s w a a r d e n , w a a r b i j een a f w e g i n g van milieuhygiënische, verkeerskundige, s t e d e b o u w k u n d i g e en financiële belangen plaatsvindt, w o r d e n a f g e r o n d .
* Centrale Raad voor de Milieuhygiëne (CRMH).
Het vorenstaande betekent in h o o f d l i j n e n dat een s p o o r w e g een geluidszone krijgt die is afgeleid van de v o o r k e u r s g r e n s w a a r d e en dat bij de vaststelling of herziening van een b e s t e m m i n g s p l a n dat betrekking heeft o p g r o n d e n tot de zone b e h o r e n d een ontheffing v a n deze v o o r k e u r s g r e n s w a a r d e kan w o r d e n gegeven. In stationssituaties zal een hoger geluidsniveau toelaatbaar zijn. Met de v e r d i c h t i n g van de b e b o u w i n g rond dergelijke k n o o p p u n t e n van openbaar vervoer w o r d t ingespeeld o p de g e w e n s t e afwikkeling van de verkeers- en v e r v o e r s s t r o m e n . Een subsidieregeling zal in afwachting van de i n w e r k i n g t r e d i n g van de a l g e m e n e maatregel van bestuur op basis van hoofdstuk VII van de W e t g e l u i d h i n d e r vanaf 1983 gaan g e l d e n , zulks naar analogie v a n de regeling die v o o r wegverkeerslawaai in 1981 van kracht w e r d . In 1984 zal de hierbedoelde regeling ex artikel 106 (hoofdstuk VII) van de W e t g e l u i d h i n d e r _ m e t uitzondering van de saneringsregeling w a a r v o o r de v o r m v a n een ministeriële beschikking zal w o r d e n g e h a n d h a a f d - operationeel w o r d e n .
3
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
33
Van een wettelijke saneringsregeling wordt vooralsnog in verband met het geringe aantal gemeenten waarvoor dit probleem actueel is, afgezien. In 1983 wordt gestart met de financiering van het interimbeleid spoorweglawaai, waarvoor een bedrag van f2 min. beschikbaar is, welk bedrag ter beschikking komt uit een prijsverhoging van reizigerstarieven. Afgezien is van het instellen van geluidheffingen op het spoorwegmaterieel, daar dit tot te hoge perceptiekosten aanleiding zou geven. Hoewel steeds gesproken is van treinverkeer, zullen ook metro's voor zover boven de grond gesitueerd onder de regeling kunnen vallen, omdat de geluiden daarvan even hinderlijk zijn als van treinen. Voor trams ligt dat anders. Zonder daarop tot in details in te gaan kan worden gezegd dat de bronbestrijding daarvan verder met vrucht verder gestimuleerd kan worden. Dit heeft, gevoegd bij de nu al relatief lage geluidsniveaus, tot de conclusie geleid dat naar alle waarschijnlijkheid geen wettelijke zoneringsregeling voor trams nodig is. Voorts zij opgemerkt dat gezien de trage voortgang die wordt gemaakt bij het stiller maken van nieuw trein- en metromaterieel een voorschot daarop in de vorm van een correctie van 5 dB(A) - anders dan nog in de circulaire het geval was - niet wordt overwogen. Daar komt bij de lange levensduur van het huidige materieel. Wanneer binnen korte tijd de produktie van treinstellen ter hand zou worden genomen die aanzienlijk stiller zouden zijn dan die welke momenteel gebruikt worden, zal het toch nog 20 a 30 jaar duren vooraleer er van een aanmerkelijke daling van het equivalente emissieniveau sprake kan zijn. Aangezien dit niet mag betekenen dat niet onverminderd alles in het werk wordt gesteld om tot de aanschaf van geluidarmer materieel te komen, is bij brief van 11 februari 1982 een voorstel van de zijde van het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne daartoe aan de Nederlandse Spoorwegen gedaan. Naar aanleiding van de in het kader van het ICG-onderzoek RL-04 verzamelde geluidsemissiegegevens en rekening houdend met de grote variatie van de geluidsniveaus van de verschillende treintypen (L-max) emissiegrenswaarden te hanteren: 82 dB(A) bij de ten hoogste toegestane snelheid van het betrokken materieel gemeten op 25 meter afstand volgens het voorschrift opgenomen in het ICG-rapport RL-HR-01-01. Met de gemeentelijke openbaar-vervoerbedrijven van Rotterdam, Amsterdam en Den Haag is overleg gaande om te komen tot de aanschaf van stille trams. Onderzoek wijst uit dat een geluidniveau van 65 dB(A) bij 40 km/h op 25 m afstand haalbaar is. Onderzoek naar de geluidemissie van trams wordt voortgezet. Inmiddels is in het ambtelijk overleg dat over de bestrijding van spoorweglawaai plaatsheeft tussen het Directoraat-Generaal voor de Milieuhygiëne, het Directoraat-Generaal van het Verkeer en de Nederlandse Spoorwegen, besloten een werkgroep «Stiller Materieel» in te stellen, waarin een meer gedetailleerde discussie over dit onderwerp mogelijk is, mede gezien tegen de achtergrond van de industriële mogelijkheden die de internationale spoorwegtechnologie biedt. 3.6.
Woongeluid
Hoewel bij geluidhinderbestrijding maatregelen aan de bron voorop staan en ook maatregelen in de overdrachtsweg een hoge prioriteit hebben, zal respectievelijk vanwege de termijn waarop daarvan effect mag worden verwacht en de beperktere toepassingsmogelijkheden daarvan, de bestrijding bij de ontvanger van grote betekenis zijn. Gebaseerd op de gedachte dat het mogelijk is geluidhinderbeleid te integreren in de besluitvormingsprocessen op andere beleidsterreinen, bij voorbeeld dat van de bouw, vormt de aandacht voor geluid één van de randvoorwaarden in een proces van zo breed mogelijke afweging van belangen. Dit ligt ook voor de hand gezien de directe relatie die er ligt tussen geluidhinder en gezondheid. Vanwege de invloed die het volksgezondheidsaspect, naast overwegingen van meer sociale aard, op onze
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
34
gebouwde omgeving heeft gehad respectievelijk heeft, is bedoeld afwegingsproces het juiste kader om de nader geformuleerde eisen op het gebied van het voorkomen en beperken van geluidhinder in te brengen. De uitwerking van de bouwkundige eisen voor de geluidwering heeft langer op zich laten wachten dan de bedoeling was. Met de regeling van de geluidwering van gebouwen op grond van de Woningwet, die voor 1 januari 1983 een feit zal worden, is ook deze integratie formeel tot stand gekomen. In dit verband stel ik er prijs op mijn waardering uit te spreken voor de manier, waarop gemeenten en provincies in voorkomende gevallen aan mijn verzoek zijn tegemoetgekomen om reeds vanaf 1 januari van dit jaar bij de bepaling van de geluidsisolatie-eisen rekening te houden met de 35 dB(A) binnenwaarde. De waarden voor de geluidwering van gevels en daken van woningen binnen geluidzones, waarvoor na de datum van het van kracht worden van het Besluit geluidwering gebouwen een bouwvergunning wordt afgegeven, moeten zodanig zijn dat de geluidbelasting binnen de woning een waarde van 35 dB(A) niet zal overschrijden. Voor luchtvaartlawaai worden de vereiste waarden voor de geluidwering bepaald door de geluidsbelasting in Kosten-eenheden. Voor nieuw te bouwen woningen - voor zover toegestaan - geldt een eis voor de geluidwering van 30 dB(A) bij 35-40 Ke en 33 dB(A) bij 41-45 Ke. Deze eisen zijn zodanig gesteld dat de geluidwering wordt bereikt, terwijl gebruik wordt gemaakt van de minimale ventilatiemogelijkheden zoals die in de Modelbouwverordening worden voorgeschreven. Daardoor zal het te rekenen vanaf een geluidwering van 20-25 dB(A) afhankelijk van de situatie noodzakelijk zijn geluidgedempte ventilatie-openingen in de gevels op te nemen. Voor zover er nog technische problemen zijn - aan een verdere perfectionering van de suskast wordt gewerkt - mag worden verwacht dat deze op korte termijn tot het verleden behoren, zodat de ventilatielucht via de geluidbelaste gevel tevens voor 100% geluidgedempt zal zijn. Van belang is voorts dat, naast waarden voor de geluidwering van gevels en daken in de regeling op basis van de Woningwet, ook waarden worden vastgesteld waaraan de geluidwering tussen en binnen woningen moet voldoen, een gebied, waartoe de Wet geluidhinder zich niet uitstrekt. Ook aan deze tegen overlast als gevolg van burenlawaai gerichte bepalingen moeten bouwvergunningen worden getoetst. Dat de gemeentelijke verordeningen aan het besluit moeten worden aangepast is in het vorige IMP reeds vermeld, evenals het feit, dat gedurende die tijd de regeling een rechtstreekse werking zal hebben. Vooruitlopend op de inwerkingtreding van dit onderdeel van de wet is, zoals bekend, met betrekking tot de bestaande situaties in 1981 een subsidieregeling voor de geluidwering van woningbouw tegen wegverkeerslawaai tot stand gekomen. Wijziging daarvan was nodig als gevolg van de inwerkingtreding per 1 januari jl. van het onderdeel zones langs wegen nieuwe situaties, omdat vanaf die datum nieuwe situaties als bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk VI van de Wet geluidhinder niet langer voor een bijdrage in aanmerking komen. Beoogd wordt bijdragen te verstrekken ter voorkoming van nieuwe knelpunten, dat wil zeggen voor die gevallen die anders - later - in het saneringsprogramma zouden moeten worden opgenomen. FinanciĂŤle steun is mogelijk voor - preventie, in geval van bouwplannen op grond van bestemmingsplannen vastgesteld voor 1 januari 1982; - gekoppelde sanering, waardoor bij het thermisch isoleren van woningen, renovatie- of onderhoudswerkzaamheden aan de gevel, tevens maatregelen voor de geluidwering kunnen worden getroffen; - urgente sanering, waarbij in als zodanig aangewezen projecten, gebieden of gemeenten in geval van een geluidsbelasting van 66 dB(A) in buitenstedelijke situaties of ten minste 70 dB(A) in stedelijke situaties, maatregelen ter beperking van de geluidhinder in de overdrachtsweg of met het oog op de geluidwering van de gevel kunnen worden getroffen;
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
35
- sanering bij reconstructie van een weg, waarbij vóór de reconstructie een geluidsbelasting van de gevel van ten minste 66 dB(A) heerst. Bij de drie laatstgenoemde categorieën zal tevens een beoordeling dienen plaats te vinden tegen de achtergrond van het ter beschikking staande begrotingsbedrag. Voor aanwezige woningen wordt in beginsel de eis gesteld dat na het aanbrengen van geluidwerende werken de geluidsbelasting binnen de woning niet hoger is dan 40 dB(A), omdat deze waarde voor de meeste situaties technisch haalbaar is en de in de Wet geluidhinder voor bepaalde situaties gestelde waarde van 45 dB(A) als uiterste maximum wordt aangemerkt. De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft inmiddels via een daarop gerichte circulaire bekendgemaakt op welke wijze binnen bestaande en van toepassing zijnde subsidieregelingen wordt aangesloten op de Bijdrageregeling wegverkeerslawaai, terwijl daarnaast ook wordt beschreven hoe gehandeld wordt ingeval sprake is van nieuwe situaties, dat wil zeggen situaties van wegverkeerslawaai die niet subsidiabel zijn in het kader van de Bijdrageregeling wegverkeerslawaai. Voor nieuwbouw van woningen op grond van bestemmingsplannen daterend van voor 1 januari 1982 wordt de bijdrage van het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne in mindering gebracht op de stichtingskosten. De subsidie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening bedraagt vanaf een geluidsbelasting van de gevel van 60 dB(A) de helft van de kosten voor geluidwerende voorzieningen tot een maximumbedrag gelijk aan de bijdrage van het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne. Voor huurwoningen wordt dat bedrag bij de vaststelling van het jaarhuurpercentage buiten beschouwing gelaten. Het vastgestelde percentage wordt daarna toegepast op de stichtingskosten exclusief de meerkosten voor geluidwerende voorzieningen. Voor gesubsidieerde eigen woningen wordt het subsidiebedrag buiten beschouwing gelaten bij de vaststelling van de eerste jaarlijkse bijdrage. In het kader van de Beschikking geldelijke steun warmte-isolatie worden de kosten voor warmte-isolerend glas genormeerd op f 200 per m 2 voor de vaststelling van de subsidie indien sprake is van een combinatie van warmte en geluidisolatie in het kader van de Bijdrageregeling wegverkeerslawaai. Ook de kosten van geluidwerende stedebouwkundige maatregelen zoals aarden wallen, schermen en afstand houden, kunnen in daarvoor in aanmerking komende gemeenten als onderdeel van de grondkosten worden gesubsidieerd ingevolge de lokatiesubsidie. Voor de situaties waarin aanspraak kan worden gemaakt op zowel de bijdragemogelijkheden van het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne als die van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening vindt overleg over en beoordeling van de subsidie-aanvragen plaats tussen beide departementen. In verband met de voorbereiding en uitvoering van isolatiemaatregelen zijn initiatieven ontwikkeld op het terrein van de samenstelling van isolatiepakketten en de gebruikmaking van kwaliteitskeuringscertificaten. Dezerzijds kan worden bijgedragen in de ontwikkelingskosten van gestandaardiseerde geluidgecertificeerde gevelelementen, waarmee tevens wordt ingespeeld op de in de innovatienota van oktober 1979 (paragraaf Bouwnijverheid) genoemde overheidstaak op het terrein van de bouw. Hierin ziet de overheid expliciet als haar taak het stimuleren van de verschuiving van ambachtelijke naar meer geavanceerde technieken. De vereenvoudiging van het gemeentelijke toezicht door gebruikmaking van certificaten is een initiatief van de Stichting KOMO. In het algemeen kan worden gesteld dat toepassing van kwaliteitscontrolesystemen met certificering op bouwprodukten en -materialen, waarin (mede) geluidwerend kwaliteit is opgenomen, niet alleen past binnen het beeld van optimale kwaliteitsbeheersing in bouwprocessen, maar tegelijk voor de gemeentediensten van bouw- en
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17600 hoofdstuk XVII, nr. 20
36
woningtoezicht kan leiden tot verlichting van taken. Daarmee wordt de nodige aandacht verzekerd voor de randvoorwaarden, die nodig zijn voor een gecoördineerd verloop van het woningbouwproces, te weten - eisen voor kwaliteit van de woning - eisen voor sterkte en stijfheid - certificatie van bouwmaterialen - voorwaarden voor de deskundigheid van participanten aan het bouwproces. 3.7.
Stiltegebieden
Hierbij gaat het om gebieden, waarin door de afwezigheid van externe geluidsbelasting het natuurlijke geluidskarakter min of meer onaangetast is gebleven. Het is de bedoeling de steeds schaarser wordende gebieden te beschermen, waarin het geluid van menselijke activiteit nog niet in volle omvang is doorgedrongen. In deze optiek zijn stiltegebieden functiebepaald. Ze komen tegemoet aan een groeiende behoefte van de mens aan rust, vertaald in termen van de Wet geluidhinder aan stilte. Dit betekent dat in de meeste stiltegebieden activiteiten van de mens wel mogelijk - zelfs bedoeld — zijn. De kernvraag is op welke wijze de relatie tussen de functie «stilte» en de aard van de activiteiten, die op basis van de bestemming van het gebied mogen plaatsvinden, uitgewerkt wordt. De wettelijke regeling voor stiltegebieden vestigt de aandacht op het probleem van de instandhouding van deze gebieden door dit belang meer gewicht te geven bij de beleidsbeslissingen in het kader van de ruimtelijke ordening. Anders gezegd, de instelling van stiltegebieden dient plaats te hebben in het kader waarin het belang van een dergelijke instelling wordt afgewogen tegenover andere bij het ruimtegebrek betrokken belangen. Dit is ook vanuit juridisch oogpunt van betekenis, omdat anders dan bij industrie- en wegverkeerslawaai in de Wet geluidhinder geen immissienormen zijn vastgelegd, en ook niet de verplichting tot het leggen van daarop gebaseerde zones. Het geluidsaspect is rechtstreeks in de belangenafweging die bij het maken van ruimtelijke ordeningsplannen plaatsheeft, betrokken. In verband met de schaalgrootte bij stiltegebieden is aangesloten bij het streekplan, waardoor het noodzakelijk zal zijn dat er nadere concretisering in het bestemmingsplan plaatsheeft. Tegen deze achtergrond bezien is het nieuwe element, dat de Wet geluidhinder in de provinciale en gemeentelijke ruimtelijke mogelijkheden beoogt te introduceren, de verplichting van gedeputeerde staten om na te gaan welke stille gebieden in Nederland nog voorkomen. Een intentieprogramma moet worden opgesteld, waarin door gedeputeerde staten aangekondigd kan worden, dat het streekplan gewijzigd moet worden op het vlak van de stiltegebieden. Alleen wanneer hieraan een voortvarende uitvoering wordt gegeven, zal aan de conserverende werking die van de regeling moet uitgaan, recht kunnen worden gedaan en zal een heen en weer gepraat over wat wel en geen stiltegebieden zijn kunnen worden voorkomen. De vrees daarvoor is reëel naarmate de functie die stiltegebieden moeten krijgen op de achtergrond geraakt en de theorie vragen gaat oproepen of bij voorbeeld hotels en campings kunnen worden toegelaten. Om saneringsmaatregelen in potentiële stiltegebieden te bevorderen zijn ten behoeve van tegemoetkomingen in de meerkosten van de aanschaf van geluidarme apparatuur en de verwijdering van lawaaibronnen gelden uitgetrokken. Naast de hierboven bedoelde, via het intentieprogramma te selecteren stiltegebieden kent de wet ook de zogeheten verplichte stiltegebieden, dat wil zeggen die gebieden die in elk geval in het streekplan als stiltegebied worden aangegeven. Behoren de stiltegebieden die via een inventarisatieonderzoek in het kader van het intentieprogramma een rol gaan spelen tot de competentie van de provincie, voor de verplichte stiltegebieden draagt het Rijk in eerste aanleg verantwoordelijkheid. Daarbij wordt aangesloten
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
37
op de bemoeienis die het Rijk heeft met de Natuurbeschermingswet, de Conventie van Ramsar en de Nationale Parken. Van de gebieden die in dat verband een rol spelen, veronderstelt de Wet geluidhinder - behoudens bewijs van het tegendeel - dat deze stil zijn. Dit in tegenstelling met de overige stiitegebieden. De gedachte die hierachter een rol speelt, is dat, wil het natuurbehoud effect hebben, ten aanzien van de natuurgebieden taakstellend moet worden opgenomen dat het ook stiitegebieden moeten zijn in het streekplan met alle consequenties van dien. Dit betekent niet dat geen enkel gebied meer als natuurgebied kan worden aangewezen. Dat zou de zaak precies omkeren. Wel betekent het dat echte natuurgebieden niet eerst stil behoeven te zijn om als zodanig te worden aangemerkt. Waar al veel geluid is, heeft het provinciaal bestuur er voor zorg te dragen, dat het geluidsniveau zo gering mogelijk wordt. Deze aanpak betekent, dat het stiltegebied rechtstreeks in het streekplan wordt aangeduid en dat dus ook bij de verdere ruimtelijke ontwikkeling rekening wordt gehouden met die bestemming tussen aanhalingstekens. Overigens is hetgeen in artikel 123 van de Wet geluidhinder staat - want daar gaat het over - niet zonder complicaties. Het gaat hier voor wat betreft de eerste twee categorieĂŤn van gebieden om besluitvorming, die in beweging is - de aanwijzing van nieuwe gebieden is mogelijk en wordt ook daadwerkelijk in overweging genomen - terwijl ook het stelsel van nationale parken, aangemerkt zoals beschreven, gefaseerd zal worden ingevoerd. De vraag is welke gevolgen dit moet hebben voor de uitzonderingenlijst, ten aanzien waarvan de wet eigenlijk de indruk geeft dat het om een momentopname gaat en dat uitbreiding niet de bedoeling is. Bij het opstellen van de lijst van uitzonderingen zal in het oog moeten worden gehouden, dat deze een controlefunctie op het standstill-principe heeft. Er mag geen misverstand bestaan over het feit dat vermelding op de uitzonderingenlijst niet automatisch een sanctioneren inhoudt van de bestaande situatie. Op basis van het taakstellende karakter is het zaak te streven naar een vermindering van de gemaakte uitzonderingen. Verder betekent dit dat uitbreiding in principe alleen betrekking kan hebben op gebieden die na vaststelling zijn aangewezen in het kader van de Natuurbeschermingswet, de Conventie van Ramsar of de Nationale Parken. Bij brief van 25 mei 1981 is aan de provincies en de Minister van Binnenlandse Zaken voor zover het de niet provinciaal ingedeelde gebieden betreft, verzocht om informatie te verstrekken over de vraag of zich op hun territoir gebieden bevinden die wel voldoen aan de omschrijving van artikel 123, eerste lid, maar die niet stil of nog niet stil zijn. In het overleg dat naar aanleiding van de reacties daarop eind vorig jaar is gestart, is nader toegelicht dat het om een eerste exercitie gaat. Daaraan mag nog geen absolute betekenis worden toegekend en daarin moet ook nog nader aandacht worden gegeven aan het feit dat, daar de verplichte stiitegebieden al in een ander kader vastgestelde grenzen hebben gekregen, het gevolg van partiĂŤle uitzonderingen daarop kan zijn, dat meerdere beheersregimes gaan gelden, naast elkaar en ten dele gesuperponeerd. Een ontwerp-lijst met uitzonderingen is als bijlage bijgevoegd. De kaartbijlagen bij deze ontwerplijst dragen overigens nog een voorlopig karakter. De besluitvorming hierover zal nog dit jaarworden afgerond, zodatartikel 123, Wet geluidhinder, met ingang van 1 januari 1983 in werking kan treden. Daarbij merk ik overigens op dat er van deze zijde van de Minister van Economische Zaken op is gewezen dat de uitzondering van gebieden - en niet van activiteiten problemen kan opleveren voor de delfstoffenwinning. Conform artikel 123, tweede lid. Wet geluidhinder, heeft deze lijst een geldigheidsduur van ten hoogste drie jaar. Gezien de eerdergenoemde taakstellende functie van stiitegebieden ten aanzien van natuurgebieden en gezien ook het feit dat volgens het tweede lid van artikel 123 op een nieuwe lijst slechts nieuwe uitzonderingsgevallen kunnen worden opgenomen als daarvoor dringende redenen bestaan, dient aan deze uitzonderingenlijst in beginsel een
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17600 hoofdstuk XVII, nr. 20
38
limitatief karakter te worden toegekend. Een dergelijke limitatieve uitzonderingenlijst zou de mogelijkheid van delfstoffenwinning in de Waddenzee ten principale uitsluiten, mede omdat niet vooraf valt aan te geven of, dan wel wanneer en waar de daarvoor noodzakelijke booractiviteiten zullen plaatsvinden. Ik heb daarvoor begrip getoond in dier voege, dat er gegronde redenen kunnen zijn om booractiviteiten in het kader van de delfstoffenwinning uit te zonderen door middel van opneming van het verstoorde gebied op de uitzonderingenlijst. Zoals gezegd zal daar waar al veel geluid is, dit moeten worden teruggedrongen, voor de effectuering waarvan tot nu toe voorschriften moesten dienen, gegeven in het kader van de ruimtelijke ordeningsplannen. Aangezien in dat verband gegeven regelingen evenwel ontoereikende mogelijkheden boden om beperkingen aan het grondgebruik te stellen, is in artikel 122 van de wet bepaald, dat provinciale staten in het belang van het voorkomen of beperken van geluidhinder een verordening vaststellen voor in het streekplan opgenomen stiltegebieden. Inmiddels is mij door het Inter Provinciaal Overleg (IPO) een concept-modelverordening toegezonden. Daaruit blijkt dat het geenszins de bedoeling is om door dergelijke bepalingen agrarische activiteiten, onderhoudswerkzaamheden en andere noodzakelijke handelingen binnen als stiltegebieden aangewezen territoria aan banden te leggen of zelfs onmogelijk te maken. Geluiden, voortgebracht in het kader van bij voorbeeld een normale uitoefening van een landbouwbedrijf, kunnen bezwaarlijk worden beschouwd als geluidhinderlijk voor die gebieden. In dat geval is sprake van activiteiten die overeenkomen met het verwachtingspatroon dat uit de bestemming van de grond of de aard van het landschap kan worden afgeleid. Voor andere activiteiten, meer in het bijzonder het gebruik van bepaalde toestellen, waarvoor dit niet geldt, kunnen door middel van ontheffingen mogelijkheden voor uitoefening binnen het stiltegebied worden gecreĂŤerd. Provincies die ieder voor zich concept-verordeningen hebben opgesteld, dienen deze aan mij ter goedkeuring voor te leggen. Met het oog op de hierboven genoemde actie van het IPO overweeg ik vooralsnog niet bij algemene maatregel van bestuur met betrekking tot de inhoud van de verordening regels te stellen. Zoals bekend is het niet mogelijk het vliegverkeer boven en in de nabijheid van stiltegebieden in het kader van de Wet geluidhinder te regelen. Met het oog daarop is een voorstel tot wijziging van artikel 11 van de Luchtvaartwet ingediend. De memorie van antwoord op het voorlopige verslag, dat de vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat op 24 februari 1981 heeft uitgebracht, wordt in overleg tussen de direct betrokken departementen opgesteld. Daarin zal de relatie tussen de luchtvaart en stiltegebieden worden verduidelijkt, zulks in navolging van wat daarover door de fracties van PvdA en D'66 in het Voorlopig Verslag is opgemerkt. Via het tweede lid van artikel 11 van de Luchtvaartwet zal het vliegen boven stiltegebieden worden verboden, tenzij het om de grote luchtvaart gaat, welke wordt afgewikkeld via het internationale luchtverkeersroute-systeem, waarbij de vluchten op grote hoogte worden uitgevoerd. In de nabijheid van de luchthavens Schiphol, Rotterdam, Eelde en Zuid-Limburg moeten de vluchten ten behoeve van de stijg- en naderingsvluchten van een naar deze luchthavens op lagere hoogte worden uitgevoerd, doch niet lager dan 600 m. Gezien de noodzaak van deze vliegprocedures acht de Regering het niet mogelijk om met betrekking tot stiltegebieden beperkingen aan dit luchtverkeer op te leggen anders dan de verplichting tot het volgen van de vastgestelde vliegroutes- en procedures voor de betreffende luchthavens, welke mede de basis vormen voor de geluidszones rond deze luchthavens. Anders dan voor wat betreft het commerciĂŤle vliegverkeer speelt de kleine luchtvaart zich hoofdzakelijk af buiten het internationale luchtverkeersroute-systeem in de lagere luchtruimte. De Regering acht nadere bezinning
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
39
nodig over de vraag hoe aan het uitgangspunt dat het niet is toegestaan te vliegen boven stiltegebieden vorm gegeven kan worden, alsmede aan de daarop te maken uitzonderingen bijvoorbeeld voor wat betreft de vlieghoogte. Wat betreft de militaire luchtvaart wijs ik op artikel 76, eerste lid, sub e, van de Luchtvaartwet, op grond waarvan de Minister van Defensie in overeenstemming met mij de hier aan de orde zijnde milieubelangen tot hun recht kan laten komen. 3.8. Toezicht Bij Koninklijk besluit van 16 maart 1982, Stb. 1982, 179, is bepaald dat de artikelen 148-156 van de Wet geluidhinder met ingang van 1 april 1982 in werking treden. Daarmee is de weg vrij om onder meer het toezicht op de naleving van de wet te effectueren. Voor zover het gaat om rijksambtenaren zijn in de algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van artikel 148, eerste lid, de ministers genoemd, in overeenstemming met wie de Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne de ambtenaren, belast met het toezicht op de naleving van de wet, aanwijst. De gedachte daarbij is dat vele raakvlakken met andere wetgeving bestaan en dat het, voor zover mogelijk, doelmatig is van reeds ontwikkelde deskundigheid gebruik te maken. Het toezicht op hoofdstuk IV van de wet (inrichtingen) zal bij voorbeeld in nauwe samenwerking met de Arbeidsinspectie moeten geschieden. Zulks wegens het directe verband dat bestaat tussen de geluidniveaus binnen en buiten de inrichting. Inmiddels zijn bij mijn beschikking van 1 juli 1982 behalve de ambtenaren van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, ook de onder de Ministers van Economische Zaken, van Verkeer en Waterstaat, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en van Financiën ressorterende ambtenaren voor wat betreft de onderscheiden onderdelen van de Wet geluidhinder, aangewezen. Aangetekend zij dat het toezicht uiteraard niet verder kan reiken dan de artikelen, c.q. de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten, die in werking zijn getreden. Ook voor de uitvoering van artikel 148, derde lid, waarin het om het specifieke toezicht gaat op de naleving van de Wet geluidhinder binnen een provincie of gemeente, zijn de eerste stappen gezet. In overleg met de Minister van Justitie is aan provincies en gemeenten verzocht hierover een opgave te doen. Gevraagd is bij de selectie ermee rekening te houden, dat de aan te wijzen ambtenaren in aanmerking komen om met opsporingsbevoegdheid te worden bekleed. Dat in dit kader de bemanning van de te creëeren geluidhinderdiensten een belangrijke rol zal spelen, is geen nieuw feit. Aangezien - anders dan in het geval van de provincies - vele gemeenten, zoals zal blijken, daarvoor nog geen structuur hebben, zal de specialistische kennis, die nodig is om de reguliere politie behulpzaam te zijn, nog op zich laten wachten. 3.9.
Geluidhinderdiensten
In aansluiting op de coördinerende bevoegdheid die de provincies hebben als het om het toezicht op de uitvoering van de Wet geluidhinder gaat, is hun gevraagd meer in het algemeen met de gemeenten overleg te voeren over de vraag op welke wijze de uitvoering opgezet zal worden. Daarbij is naar voren gekomen dat de bestuurlijk-juridische taken in het kader van de Wet geluidhinder door de meeste gemeenten zelf zullen worden vervuld. Een standpunt waartegen, zeker tegen de achtergrond van de gedachte van de gedecentraliseerde uitvoering van bestuur, geen bezwaar bestaat. Dit betekent dat in het overgrote deel van de gevallen het bestaande provinciale en gemeentelijke ambtelijke apparaat aan dit aspect zal worden aangepast. Voor wat betreft de technische taken is dit anders,
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17600 hoofdstuk XVII, nr. 20
40
vooral ook gezien de noodzaak ten behoeve van de uitvoering daarvan te beschikken over gespecialiseerde mankracht en apparatuur. Voor een zo doelmatig mogelijke opbouw en inzet van een geluidmeetdienst en een klachtendienst biedt de wet mogelijkheden. Zo kunnen de provinciale geluidhinderdiensten ook worden ingeschakeld ten behoeve van andere bestuursorganen die met een uitvoerende c.q. toezichthoudende taak zijn belast. Uit de terugkoppeling die daarover inmiddels heeft plaatsgehad blijkt dat een grote variatie van samenwerkingsvormen op dit punt mag worden verwacht. De bij de wet verplichte provinciale geluidhinderdiensten zijn in oprichting, terwijl enkele daarvan reeds enige tijd, zij het niet formeel krachtens de Wet geluidhinder, fungeren. Het antwoord op de vraag of hierbij zal worden aangesloten, is aan de gemeenten. Slechts de problematiek in zeer grote gemeenten rechtvaardigt de opzet van een dienst die qua omvang kan voldoen aan onder meer de eis van een voldoende draagvlak. Gebleken is dat de meeste gemeenten ernaar streven een deel van de taken zelf uit te voeren en een ander deel in samenwerking te verrichten, waarbij deze coöperatie meer gericht is op een regionale aanpak en de provincie niet anders dan in incidentele gevallen zal worden ingeschakeld. Enkele gemeenten wensen het gehele takenpakket zelf uit te voeren en zijn bereid diensten te verlenen aan nabuurgemeenten. Van de zijde van de provincies is in een daarover gevoerd ambtelijk overleg begin dit jaar medegedeeld dat de verordening waarbij regels worden gesteld betreffende de organisatie en de uitvoering van de te verrichten geluidmetingen en de behandeling van klachten begin 1983 zullen worden vastgesteld, zodat deze diensten vanaf die tijd ook in formele zin operationeel zullen zijn. De indruk bestaat, dat deze geluidmeetdiensten zullen worden ondergebracht bij de provinciale waterstaat en dus onder de leiding van de hoofdingenieur-directeur zullen gaan functioneren. Omdat - zoals gezegd - in veel gevallen het overleg over de te creëren vormen van samenwerking nog niet is afgerond, zullen soortgelijke verordeningen van gemeenteraden nog wel even langer op zich laten wachten. Daar voor een adequate uitvoering van de Wet geluidhinder de totstandkoming van samenwerkingsverbanden van elementair belang is en met name de participatie daarin van middelgrote en kleinere gemeenten doelmatigheidsbevorderend kan werken, is besloten in die gevallen, waarin aansluiting wordt gezocht bij de vorming van provinciale of intergemeentelijke geluidmeetdiensten, een startsubsidie mogelijk te maken. Indien sprake is van een samenwerkingsovereenkomst tussen meerdere gemeenten of met de provincie met daarbij in totaal een werkgebied van ten minste 66000 inwoners, is het mogelijk voor de duur van maximaal drie jaar 10% van het bedrag, dat de leden-gemeenten kleiner dan 50000 inwoners voor manjarenkosten toegekend krijgen, als startsubsidie te ontvangen. Van deze subsidiemogelijkheid, die op aanvraag rechtstreeks zal worden uitgekeerd aan het uitvoerend orgaan, is in een aantal gevallen reeds gebruik gemaakt. 3.10. Lawaai in het recreatiemilieu Het belang van bescherming van recreatiemilieus tegen geluidhinder is in het verleden niet voldoende onderkend. Inmiddels is echter het besef gegroeid, dat op relatief korte termijn normen gesteld moeten worden ter bepaling van een voor recreanten aanvaardbaar geluidniveau. Bij de lokatiebeslissingen met betrekking tot potentiële lawaaibronnen en met betrekking tot recreatievoorzieningen dienen dergelijke normen mede de afweging te bepalen. Ten einde tot normstelling te komen is onderzoek noodzakelijk. Dit onderzoekt moet dan behelsen zowel akoestisch onderzoek naar de beleving en aanvaarding van te onderscheiden lawaaibronnen en lawaainiveaus door de recreant. Onlangs heeft de Coördinatiecommissie
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
41
Openluchtrecreatie besloten nog in 1982 in dit kader een onderzoek naar de relatie tussen geluidhinder en openluchtrecreatie te starten. Dit onderzoek zal zich in eerste instantie toespitsen op de verblijfsrecreatie. De keuze van deze vorm van recreatie wordt met name ingegeven door het feit dat zich hier de meest urgente knelpunten voordoen. De beperking betekent echter niet, dat niet in een latere fase de aandacht mede gericht kan worden op de dag- en waterrecreatie. 3.11.
Recreatie-inrichtingen
Het Besluit recreatie-inrichtingen Wet geluidhinder richt zich op een drietal soorten geluidhinder die door recreatie kan worden veroorzaakt, te weten - geluid afkomstig van geluidapparaten; - eigen geluid, afkomstig van gebruik van apparaten, niet zijnde geluidapparaten en - geluidhinderlijk gedrag van komende of vertrekkende bezoekers. Zoals bij de behandeling door de CRMH van de ontwerp-algemene maatregel van bestuur reeds naar voren kwam, wordt beoogd regels te stellen voor activiteiten in gebouwen of op plaatsen, als gevolg waarvan min of meer regelmatig belangrijke geluidhinder optreedt. De regeling van incidentele activiteiten daarentegen, waarvan een bonte verzameling kan worden opgesomd zoals kermissen, braderieĂŤn en rally's, en dergelijke, kan met name vanwege dat gebrek aan regelmaat moeilijk een overkoepelend karakter krijgen en dient daarom aan de gemeenten te worden overgelaten. Bij brief van 7 september 1981 van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aan de gemeenten is nader ingegaan op de uit de Wet geluidhinder voor hen voortvloeiende verplichtingen om regels te stellen ter voorkoming of beperking van geluidhinder als gevolg van het gebruik van geluidapparatuur in inrichtingen die onder de Drank- en Horecawet vallen en als gevolg van de inrichting en het drijven van de categorieĂŤn van recreatie-inrichtingen, die in het besluit als zodanig zijn aangewezen. Aandacht is gevraagd voor artikel 180 van de Wet geluidhinder, waarin is bepaald dat in afwijking van artikel 194 van de Gemeentewet de bepalingen van gemeentelijke verordeningen betreffende het onderwerp waarin de Wet geluidhinder voorziet nog van kracht blijven tot twee jaar na de inwerkingtreding van dit artikel. Hoewel dit artikel van de wet op 1 februari 1980 in werking is getreden en de bepalingen van de gemeentelijke verordeningen mitsdien uiterlijk op 1 februari 1982 tot stand zouden moeten zijn gekomen, is erop gewezen dat dit voor wat betreft de inrichting en het drijven van als zodanig aangewezen recreatie-inrichtingen tot problemen aanleiding zou geven, omdat het Besluit recreatie-inrichtingen pas op 27 november 1981 in het Staatsblad is verschenen. Ervan uitgaande dat een wettelijke regeling pas dan in een desbetreffend onderwerp voorziet wanneer ook een daarvan onderdeel uitmakende algemene maatregel van bestuur in werking is getreden, heeft de VNG de gemeenten inmiddels medegedeeld, dat in nauw overleg met het departement van die zijde besloten is het zogeheten Besluit recreatie-inrichtingen op 1 december 1982 in werking te laten treden en dat tot die datum de gemeenten de gelegenheid zouden hebben hun bepalingen op dit punt aan te passen. Een dergelijk probleem deed zich met betrekking tot de aanpassing van de gemeentelijke bepalingen inzake de geluidhinder in drank- en horecainrichtingen niet voor, omdat een en ander rechtstreeks in de wet is geregeld en derhalve onverkort aan 1 februari 1982 kon worden vastgehouden. In overleg tussen de VNG en het departement zijn in mei 1982 modelbepalingen voor de eerderbedoelde gemeentelijke verordeningen uitgewerkt (Blauwe Reeks, nr. 64A). Over de inhoud daarvan kan worden gezegd dat gepoogd is een onderscheid aan te brengen tussen de in de algemene maatregel van bestuur genoemde categorieĂŤn van recreatie-inrichtingen. De qua geluidhinder als zwaar te kwalificeren gevallen zijn geselecteerd.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
42
Hieronder ressorteren terreinen voor het oplaten van modelvliegtuigen, cross-terreinen en sport- en pretparken, voor het inrichten en drijven waarvan een vergunning van burgemeester en wethouders is vereist. Aan dergelijke vergunningen kunnen voorschriften worden verbonden ter voorkoming of beperking van geluidhinder. Andersoortige regels - en in zoverre ook afwijkend van de model APV-bepalingen, die eerder waren opgenomen in de publikatie Gemeenten en Geluidhinder (Blauwe Reeks, nr. 64) - zijn gegeven voor aangewezen recreatie-inrichtingen die uit geluidhinderoogpunt minder bezwaarlijk worden gevonden. Voor deze lichtere gevallen is gekozen voor een andere opzet. De exploitanten van recreatie-inrichtingen moeten zich houden aan algemene regels. Bij gegronde klachten van geluidhinder voor de omgeving heeft de gemeente de bevoegdheid om via een aanschrijving, die kan variĂŤren van het stellen van andere openingstijden tot aan het staken van de exploitatie toe, de exploitant tot het nemen van maatregelen te verplichten. Voor de toepassing hiervan geldt in het algemeen dat het equivalente geluidniveau vanwege de recreatie-inrichting, vastgesteld volgens de Handleiding meten en rekenen industrielawaai, niet meer mag bedragen dan het heersende referentieniveau gedurende de tijd van openstelling en dat voor bestaande recreatie-inrichtingen waarden gelden die maximaal 5 dB(A) hierboven uitgaan. Tegen de achtergrond hiervan ligt het niet in de bedoeling gebruik te maken van de in artikel 14 Wet geluidhinder gegeven mogelijkheid tot het op centraal niveau bij algemene maatregel van bestuur stellen van voorschriften. 3.12. Lawaai op de arbeidsplaats Op verzoek van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bereidt de SER momenteel een advies voorover enkele beleidsvoornemens op het gebied van de bestrijding van gehoorschade als gevolg van hoge geluidsniveaus op de arbeidsplaats. De behandeling van de adviesaanvrage is door de SER opgedragen aan de Commissie Arbeidswetgeving, die voor de voorbereiding van het advies een werkgroep van deskundigen in het leven heeft geroepen. Verwacht wordt dat deze werkgroep in de tweede helft van 1982 rapport zal uitbrengen aan de Commissie Arbeidswetgeving. Tussen het Ministerie van Volksgezondheid en MilieuhygiĂŤne en dat van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn afspraken gemaakt over de afstemming van maatregelen, gericht op het terugdringen van zowel het geluidsniveau op de arbeidsplaats als de geluidsbelasting bij nabij gelegen geluidsgevoelige bestemmingen. Aan de financiering van saneringsprojecten waarbij beide aspecten spelen zal de nodige prioriteit worden toegekend. Het geluid op de arbeidsplaats is binnen de EG onderwerp van overleg vanuit twee verschillende invalshoeken. Reeds een aantal jaren wordt in het kader van het opheffen van technische handelsbelemmeringen gewerkt aan richtlijnen voor bepaalde categorieĂŤn machines of installaties. Momenteel wordt door de Europese Commissie een EG-richtlijn voorbereid inzake de bescherming van werknemers tegen lawaai op het werk. Daarbij is, voorafgaande aan de aanbieding van een voorstel van de commissie aan de raad, door de regeringsdeskundigen een concept-richtlijn behandeld. De benadering die in dat concept wordt voorgesteld, spoort niet met de Nederlandse beleidsvoornemens op dit terrein. Bij de Nederlandse beleidsvoornemens kan het geluidniveau op de arbeidsplaats als min of meer bepalend worden gezien, terwijl in de concept-richtlijn de ontvangen dosis als criterium wordt gehanteerd. 3.13. Cumulatie van geluid uit verschillende
bronnen
In de Wet geluidhinder zijn geen specifieke toerekeningsbepalingen opgenomen voor de gevallen waarin sprake is van cumulatie van verschillende bronnen. Artikel 157 van de wet biedt aan gedeputeerde staten de
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
43
mogelijkheid om voorstellen te doen, indien meerdere afdelingen van de wet gelijktijdig van toepassing zijn. In het kader van de uitvoering van artikel 157 van de Wet geluidhinder zal aan de colleges van gedeputeerde staten tevens worden verzocht op grond van artikel 141 een opgave te verstrekken van situaties waarin sprake is van een combinatie van saneringsmaatregelen krachtens regelingen van de Wet geluidhinder en de Luchtvaartwet. Gedeputeerde Staten kunnen hierbij aangeven op welke wijze aan dit gecombineerde probleem, gezien de specifieke plaatselijke omstandigheden, aandacht besteed kan worden onder toekenning van de hierbij aan te houden prioriteit. Deze opgaven zullen in het jaarlijks IMP-Geluid worden opgenomen. Op deze wijze zal het mogelijk zijn voor deze situatie tot een gecoĂśrdineerde aanpak te komen. De huidige stand van de wetenschap laat nog niet toe algemene richtlijnen te ontwerpen. Daarvoor is nodig, dat nadere analyse plaatsheeft van de grote hoeveelheid gegevens die in de afgelopen jaren zijn verzameld. Door de enquĂŞtes, gehouden in het kader van diverse ICG-projecten, onderling te vergelijken en de onderscheiden dosis-effectrelaties nader te bezien, kunnen wellicht conclusies worden getrokken. Het vermoeden bestaat dat er in de meeste gevallen sprake zal zijn van additie (het totale effect is gelijk aan de som van de afzonderlijke effecten), maar dat in sommige gevallen zich ook maskering (de ene bron wordt geheel overstemd door de andere) of synergisme (het totale effect is groter dan de som van de afzonderlijke effecten) voor zal doen. In het ontheffingenbeleid wordt hier overigens al rekening mee gehouden, getuige de invoering van het referentieniveau als ontheffingsgrond in het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen. Onderzoek zal moeten uitwijzen of het gehanteerde niveauverschil van 10 dB(A) inderdaad ongewenste cumulatie-effecten tegengaat, hetgeen uit akoestische overwegingen overigens wel de verwachting is. Bij het verzoek om een hogere grenswaarde in het kader van het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen moet op de kaart bij het verzoek de ligging aangegeven worden van de geluidzones langs wegen, rond industrieterreinen, rond luchtvaartterreinen, alsmede de stiltegebieden. Het college van gedeputeerde staten is dan in staat om bij de beoordeling van het verzoek om een hogere waarde rekening te houden met andere geluidbronnen. 4. Integratie van het geluidhinderbeleid 4.1.
Algemeen
In de Wet geluidhinder is een belangrijke plaats ingeruimd voor de integratie van het geluidhinderbeleid. Het bereiken van een grote mate van samenhang in de voorbereiding, vaststelling en uitvoering is voorwaarde voor de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het beleid. Niet alleen omdat deze wet in sterke mate decentraal wordt uitgevoerd is het van belang dat hieraan aandacht wordt besteed, evenzeer bestaat hieraan behoefte binnen de rijksoverheid daar belangrijke delen van het geluidhinderbeleid worden uitgevoerd onder de primaire verantwoordelijkheid van andere departementen. Per bestuurslaag zal hierop worden ingegaan. 4.2.
Rijksoverheid
De zorg voor de samenhang van de onderdelen van het geluidhinderbeleid en de consistentie van het beleid als geheel ligt bij de Staatssecretaris van Volksgezondheid en MilieuhygiĂŤne. Binnen de Wet geluidhinder is dit nader uitgewerkt zoals instrumenteel als bestuurlijk. In artikel 140 is opgenomen dat jaarlijks in het Indicatief Meerjaren Programma Geluid, bij het ontwerp van wet tot vaststellen van de begroting, een overzicht gepubliceerd wordt van de maat r egelen die de rijksorganen op het gebied
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
44
van de geluidhinderbestrijding voornemens zijn te treffen, en het daarvoor benodigde tijdsbestek. Voorts is in artikel 174 opgenomen dat indien op grond van of krachtens andere wetten dan de Wet geluidhinder aan andere ministers bevoegdheden op het gebied van de geluidhinderbestrijding toekomen deze, in het belang van een goede onderlinge afstemming en samenhang met de toepassing van de Wet geluidhinder, niet worden uitgeoefend dan in overeenstemming met de Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne. De eerstgenoemde bepalingen hebben concreet betrekking op de jaarlijkse begrotingsvoorbereiding. Zoals reeds in de inleiding vermeld is, is de presentatie van het samenhangend geluidhinderbeleid in het IMPGeluid 1983-1987 verbeterd ten opzichte van de reeds eerder uitgebrachte IMP's. Naast een beschrijving van een samenhangend en integrerend beeld is in het IMP een relatie gelegd met de bijdragen over het geluidhinderbeleid in de afzonderlijke begrotingshoofdstukken van de meest betrokken departementen. Dit door deze teksten als bijlagen bij te voegen. Vaststelling van het IMP-Geluid door de Ministerraad benadrukt deze integratie. De belangrijkste onderdelen waarvoor de zorg voor de samenhang van de taakvervulling door de rijksoverheid geldt, betreffen - uitvoering vliegtuiglawaaibeleid door de Minister van Defensie (militaire vliegvelden) en de Minister van Verkeer en Waterstaat (civiele vliegvelden) krachtens de Luchtvaartwet. Jaarlijks wordt over deze voortgang in het IMP-Geluid gerapporteerd. De in dit kader geldende regelingen zijn en worden opgesteld in overeenstemming met de Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne. Voorts is in dit kader actueel het opstellen van regelingen krachtens de Luchtvaartwet om middels vliegprocedures onnodige geluidhinder tegen te gaan. Met name voor stiltegebieden is dit van belang; - uitvoering geluidisolatiebeleid woningbouw door de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening krachtens de Woningwet. De binnenkort in werking te treden algemene maatregel van bestuur ex artikelen 3 en 85 Woningwet is hiervoor de basis. In hoofdstuk 3.6 van dit IMP is hierop nader ingegaan. Ook wordt via de beschikkingen geldelijke steun woningbouw aan het geluidhinderbeleid nader vorm gegeven. Als voorbeeld hiervan moge dienen de «Beschikking geldelijke steun inzake woningen nabij luchtvaartterreinen»; - beleid ten aanzien van de lawaaibestrijding op de arbeidsplaats door de Minister van Sociale Zaken. Onder 3.12 is hierop nader ingegaan; - vergunningverlening in het kader van de Mijnwet door de Minister van Economische Zaken. In zoverre bij vergunningaanvragen lawaaibestrijding aan de orde is, worden deze vergunningen afgegeven in overeenstemming met de Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne. Door geregeld overleg met de meest betrokken departementen vindt afstemming plaats. 4.3. Provincies en gemeenten Provinciale en gemeentebesturen zijn verplicht elk jaar een overzicht over te leggen van de door hen noodzakelijk geachte maatregelen tot bestrijding van geluidhinder in de volgende vijf jaren. Dit in het kader van het jaarlijks op te stellen Indicatief Meerjaren Programma Geluid. Deze overzichten maken het mogelijk tot een afstemming te komen van het geluidhinderbeleid van de drie bestuurslagen. Op rijksniveau worden deze overzichten betrokken bij de afstemming van geluidhinderbestrijdingsmaatregelen tussen de departementen. De overzichten van de gemeenten worden voorgelegd aan de provincies. Dit op grond van de coördinerende taak van de provincie (artikelen 155-157 Wet geluidhinder). Bij de vaststelling van het IMP-Geluid wordt met de door de provincie gemaakte opmerkingen rekening gehouden.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
45
Bij deze hier geschetste procedure ligt de nadruk op de uitvoering van het geluidhinderbeleid. De voorbereiding van nog uit te werken beleid vormt onderwerp van het geregeld overleg met IPO en VNG. Zonodig worden ontwerp-regelingen nog voor commentaar aan gemeenten en provincies toegezonden. Indien sprake is van een beperkt aantal instanties wordt deze procedure gevolgd. Als voorbeeld hierbij moge dienen het ontwerp-besluit zonering buitenlandse luchtvaartterreinen Midden- en Zuid-Limburg. In overige gevallen wordt volstaan met een algemene voorpublikatie zoals voorzien in artikel 173 van de Wet geluidhinder. Door de hierboven genoemde combinatie van bestuurlijke verantwoordelijkheid met het instrument bij uitstek van het geluidhinderbeleid, dat het IMP toch vormt, is een integratiekader geschapen voor het geluidhinderbeleid, dat functioneert als het «spoorboekje van de geluidhinderbestrijding». 5. Stille technologie De initiatieven waarmee de stille technologie zowel bij de producent als de consument kan worden gestimuleerd, zijn onverminderd voortgezet. 5.1.
Algemeen
De ontwikkeling van geluidarme produkten is in Nederland in tegenstelling tot enkele andere landen nog een verwaarloosd gebied. Nochtans zal de ontwikkeling van de geluidhinderbestrijding in de nabije toekomst sterk afhangen van de mogelijkheden om tot stillere constructies te komen. Dit is niet slechts vanuit een effectieve geluidhinderbestrijding, maar tevens om redenen van energiebesparing, kostenoverwegingen en versterking van de Nederlandse industriële structuur van groot belang. Vanzelfsprekend wordt bij de ontwikkeling van een beleid dienaangaande aansluiting gezocht bij het beleid van andere departementen die versterking van de positie van de Nederlandse nijverheid beogen. In die gevallen waarin een fabrikant een waardevol idee heeft voor een stiller produkt, doch de financiële reserves mist om de nodige ontwikkeling hiervan op afzienbare termijn te bekostigen, zodat het verbeterde produkt niet of veel later beschikbaar komt, bestaat sedert enkele jaren de mogelijkheid om uit de begroting van Volksgezondheid en Milieuhygiëne een rechtstreekse bijdrage in deze kosten in de vorm van een subsidie of van een krediet te verlenen. Hiervoor wordt in 1982 een bedrag van f 2 min. besteed; voor de komende jaren is hiervoor gereserveerd f3,5 min. voor 1983, oplopend tot f7 min. in 1986. Primair criterium daarbij is of het project uit oogpunt van geluidemissieverlaging voldoende interessant is, in het licht van de schaal van toepassing ervan en van de te verwachten reductie. Hierin verschilt dezefinancieringsmogelijkheid van de ontwikkelingskredieten van Economische Zaken die bedrijfs- of markteconomische merites primair stellen. Eerstgenoemd criterium maakt het mogelijk projecten in ontwikkeling te nemen die uit anderen hoofde niet voor financiering in aanmerking komen. Wel wordt ernaar gestreefd de overige randvoorwaarden van deze financiering zo veel mogelijk gelijkte laten zijn aan die van de ontwikkelingskredieten van Economische Zaken. Als gevolg hiervan betekent het hanteren van bovengenoemd criterium - de akoestische verdienste - niet, dat de afzetmogelijkheden geen rol zouden spelen bij de beoordeling; zonder afzetperspectieven is geen enkele ontwikkeling zinvol en ook is geen ondernemer bereid daaraan zijn tijd en ontwikkelingsfaciliteiten te wijden. Zelfs exportmogelijkheden verdienen in dit verband naast nationale afzetverwachtingen de aandacht want deze leiden tot grotere series en dus een lagere prijs. Met TNO is overleg gaande om na te gaan welke wensen en mogelijkheden er bij het Nederlandse bedrijfsleven zijn om de ontwikkeling van stillere apparaten en installaties met meer voortvarendheid ter hand te nemen dan op dit moment het geval is. Alhoewel financiële middelen beschikbaar zijn
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
46
om dergelijke innovatieve ontwikkelingen financieel te ondersteunen, moet toch geconstateerd worden dat het Nederlandse bedrijfsleven slechts in zeer beperkte mate van de geboden mogelijkheden gebruik maakt. Het overleg met TNO heeft tot doel om verklaringen voor deze geringe respons te vinden en tevens om op grond van de opgedane ervaringen een beleid in dezen beter te onderbouwen. Naast de genoemde rechtstreekse financieringen vanuit onderscheidenlijk Volksgezondheid en MilieuhygiĂŤne en Economische Zaken is onlangs in werking getreden de zogenaamde MVT-regeling (milieuvriendelijke technologie). Het betreft hier een gezamenlijke actie van de Departementen van Volksgezondheid en MilieuhygiĂŤne en van Economische Zaken, met als doel de begunstiging van financiering van investeringen in milieu-apparatuur. Voorts worden in het kader van het ICO (Interdepartementale CoĂśrdinatiecommissie Overheidsaanschaffingsbeleid) -overleg suggesties en projectvoorstellen voor de aanschaffing van relatief stille apparaten ingebracht. Met name wordt gestreefd naar verwezenlijking van een aanschaffingsbeleid van centrale en lagere overheidsdiensten dat aan leveranciers strenge eisen stelt op het punt van het geluidsniveau van het betrokken produkt, een en ander in lijn met het advies van de SER bij de Nota Aanschaffingsbeleid en innovatie. Bij de motorvoertuigen sub 3.1 is de voorbeeldfunctie reeds ter sprake gekomen, zulks in combinatie met de innovatieve stimulans. In gevallen dat de Nederlandse industrie niet in staat is om op korte termijn aan deze eisen te voldoen, kan - zonder de eisen te verlagen - langs een van de eerder in deze paragraaf genoemde wegen financieringshulp worden geboden bij de ontwikkeling van een produkt of versie van een bestaand produkt dat wel aan de eisen voldoet. De Nederlandse nijverheid krijgt dan tevens een impuls om met het vaak reeds stillere produkt uit het buitenland op gelijke voet te concurreren. Met het RIB is overleg gaande over het beschouwen van geluideisen als een normale kwaliteitseis, zodat niet bij een klein prijsverschil automatisch aan een standaard" of lawaaiige versie van een apparaat de voorkeur wordt gegeven boven een stillere versie. Eveneens wordt met het RIB overlegd over een mogelijke betrokkenheid van het RIB bij het stimuleringsbeleid van de ontwikkeling van stillere produkten die zich lenen voor aanschaffing door de overheid. 5.2. Geluidkeur In het vorige IMP is melding gemaakt van het voornemen in 1982 een regeling in te stellen voor het toekennen van een vignet aan produkten die bijzonder milieuvriendelijk zijn, dit in navolging van de Bondsrepubliek Duitsland waar een soortgelijke regeling reeds enige jaren van kracht is. Inmiddels is meer duidelijkheid ontstaan over de nadere invulling en uitwerking van een dergelijke regeling. In navolging van het systeem zoals dat in Duitsland is opgezet, zal het geluidkeur worden verleend door een jury. Onlangs zijn daartoe door mij personen benaderd, afkomstig uit milieu" en consumentenorganisaties. De jury zal zich gaan bezighouden met het inventaiseren van suggesties voor produktgroepen waarvoor verlening van het keur overwogen kan worden. Deze suggesties kunnen worden ingediend door particulieren, consumentenorganisaties, brancheorganisaties, overheidsinstanties, en dergelijke. Uit de ingediende suggesties zal de jury een door haar te bepalen aantal produktgroepen selecteren. De keuze zal worden voorgelegd aan technisch-wetenschappelijke adviseurs van de jury die onder meer tot taak hebben na te gaan wat binnen de gekozen produktgroepen de spreiding is in de optredende geluidemissie van de onderscheiden types, of er betrouwbare meetmethoden zijn en of er elders wetgeving bestaat met betrekking tot de geluidemissie van deze produkten. Deze informatie zal tot een beslissing van de jury leiden over de te hanteren criteria, op grond waarvan besloten kan worden het geluidkeur
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
47
aan individuele merken en typen toe te kennen. Deze criteria zullen eveneens gepubliceerd woren. Vanaf dat moment kunnen individuele fabrikanten en importeurs produkten ter keuring aanbieden, op grond waarvan beslist kan worden of al dan niet voor de betreffende produkten het geluidkeur verleend kan worden. Eén of meerdere malen per jaar zal een lijst gepubliceerd worden met artikelen waarvoor het geluidkeur is toegekend, waarbij ik ernaar streef alle keuringen en de organisatie daarvan centraal te laten plaatsvinden door één onderzoekinstituut. Naar mijn mening is conform de hierboven gekozen uitgangspunten sprake van een evenwichtige opzet, binnen de grenzen waarvan enerzijds voldoende mogelijkheden bestaan voor inspraak uit de bevolking en anderzijds de jury voldoende vrijheid heeft om, namens de consument, te bepalen wat milieuvriendelijk, in dit geval geluidarm, is. De jury moet zelf in staat geacht kunnen worden te bepalen welke produkten binnen een produktgroep relatief geluidarm zijn. Het spreekt vanzelf dat het succes van het geluidkeur voor een belangrijk deel zal afhangen van de publiciteit waarmee deze actie wordt ondersteund. Ik heb in dat verband de Nederlandse Stichting Geluidhinder (NSG) bereid gevonden deze belangrijke taak bij de verdere uitbouw van het milieuvriendelijk aankoopbeleid in het algemeen en van het geluidkeur in het bijzonder te gaan vervullen. 5.3.
WIR-milieutoeslag
Na een periode van trage voortgang is, met name sedert de publikatie van de tweede aanwijzingsbeschikking milieutoeslag-WIR in juli 1981, het aantal aanvragen dat betrekking heeft op investeringen in geluidwerende voorzieningen en met name geluidarme produkten, goed op gang gekomen. Dit heeft ertoe geleid dat vele geluidkeuringen van vrachtauto's, autobussen, verschillende soorten bouwmachines en landbouwtractoren zijn uitgevoerd. Hierna wordt van de uitkomsten daarvan een overzicht gegeven. Motorvoertuigen Ten einde voor een milieuverklaring in aanmerking te komen, was een ondernemer aanvankelijk genoodzaakt aan de aangeschafte vrachtwagen(s) een geluidmeting te laten verrichten (objectkeuringen). Met medewerking van de RAI, de Vervoerdersorganisaties en de Rijksdienst voor het Wegverkeer is in 1981 overgegaan tot het invoeren van typekeuringen voor geluid, waardoor de individuele investeerder in de meeste gevallen niet meer genoodzaakt is zijn auto te laten keuren. Hierdoor kan gebruik worden gemaakt van bestaande gegevens en kan het aantal individuele metingen worden beperkt. Typekeuring houdt in dat de voertuigen door de fabrikant/ importeur voor een geluidmeting beschikbaar worden gesteld. De ondernemer ontvangt bij aankoop van een zelfde type voertuig een gelijkvormigheidsverklaring, waarin de overeenkomst met het gekeurde type wordt gegarandeerd, waarvan het geluidniveau bekend is. In 1981 t/m het eerste kwartaal van 1982 werden 240 objectkeuringen verricht, en daarnaast 37 typekeuringen. Een en ander heeft ertoe geleid dat in januari 1982 een lijst gepubliceerd kon worden door de Dienst Investeringsrekening (DIR) van het Ministerie van Economische Zaken, waarop zichtbaar is gemaakt welke typen vrachtwagens en autobussen in principe voor 3%, dan wel 71/2% milieutoeslag in aanmerking kunnen komen. Deze lijst is sedertdien periodiek van aanvullingen voorzien (zie bijlage). De onderhavige subsidieregeling levert een aardige illustratie van de stimulans en ondersteuning die daarvan kan uitgaan om te komen tot stillere voertuigen. Uitgangspunt is dat de overheid een WIR-premie verleent voor voertuigen die stiller zijn dan de maximum waarden die op grond van de Wet geluidhinder gelden. Wil dit
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
uitgangspunt gehandhaafd blijven, dan zal op korte termijn een wijziging van de aanwijzingsbeschikking Milieutoeslag WIR noodzakelijk zijn. De daarin genoemde grenswaarden zullen moeten worden aangescherpt, omdat sedert het van kracht worden op 1 februari 1982 van het Besluit geluidproduktie motorvoertuig.i de wettelijke grenswaarden voor vrachtwagens en autobussen slechts 1 dB(A) boven de grenswaarde voor de 3% milieutoeslag is komen te liggen. Overigens is, ten einde de industrie voldoende ÂŤlead-timeÂť te geven om op nieuwe WIR-MT-grenswaarden in te spelen, reeds in november 1981 aan de RAI het voornemen tot aanscherping kenbaar gemaakt. Na wijziging van de aanwijzingsbeschikking zullen de volgende grenswaarden (gemeten volgens 77/212/EEG) voor de WIR-milieutoeslag gelden: WIR-MT cat. 24
a. vrachtwagens en niet-landbouwtrekkers met en een toegestaan maximumgewicht van meer dan 12 000 kg b. vrachtwagens en niet-landbouwtrekkers met een motorvermogen van ten minste 147 kW en een toegestaan maximumgewicht van meer dan 12 000 kg c. autobussen met een toegestaan m a x i m u m . gewicht van meer dan 3500 kg d. autobussen met een motorvermogen van ten minste 147 kW
Grenswaarden in dB(A) 3% toeslag
7Vi% toeslag
83
77
85
79
79
76
82
79
Zoals blijkt uit het eerdergenoemde, gepubliceerde overzicht zijn er typen die voldoen aan de criteria voor 7V2% milieutoeslag. Bouwmachines In de aanwijzingsbeschikking zijn motorcompressoren, elektrische aggregaten en luchtdrukhamers opgenomen. Van de zijde van fabrikanten/ importeurs werd medewerking verkregen voor typekeuring voor het geluidsniveau van deze machines. Tot nu toe zijn 32 typekeuringen van motorcompressoren verricht. Hoewel dit aantal op zich gering lijkt, is door het grote marktaandeel van een aantal typen van een bepaalde capaciteit (hoeveelheid lucht in m 3 /min), de geluidproduktie van meer dan 80% van de mobiele compressoren op de markt bekend. Motorcompressoren, ingezet bij bouw-en aanverwante werkzaamheden, worden in niet-gedempte uitvoering praktisch niet meer verkocht. De verkoop van exfra geluidgedempte typen, welke 5 dB stiller zijn dan de geluidgedempte van hetzelfde type, stagneert nog (premie maximaal 10%). Een illustratie van de verkregen meetuitkomsten van de motorcompressoren wordt gegeven in de hierna volgende figuur 1. In deze figuur is per onderscheiden debietklasse het aantal typen vermeld met bijbehorend geluidsvermogensniveau in dB(A). Het is interessant deze meetuitkomsten te vergelijken met de grenswaarden zoals die in Brussel voorgesteld worden in het kader van de opstelling van een EG-richtlijn voor dit toestel. Het blijkt dat nu reeds voldaan wordt aan grenswaarden die de meerderheid van de EG-lid-staten zich met ingang van ca. 1989 ten doel stellen.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
49
Figuur 1 . Motorcompressoren (diesel-aangedreven) Indeling naar debiet (m 3 /min.) Geluidsvermogensniveaus typekeuringen Stand van zaken per 1-4-1982 n (aantal typen) 5 Q > 10 m 3 / m i n .
90
100
95
105 dB(A) EG voorstel
_ "
5 < Q
-
I 90
95
< 10 m 3 / m i n .
,
I I 100
105 â&#x20AC;˘
dB(A)
EG voorstel
n
!
Q < 5 m3/min.
II 90
95
I I 100
105 EG-voorstel
Evenals met de motorcompressoren het geval is, zijn ook de aggregaten in de rubriek Bouwmachines typegekeurd. Tot 1 april 1982 geldt dit voor 16 verschillende elektrische typen. Het betreft in hoofdzaak aggregaten met grotere vermogens. Zoals uit figuur 2 blijkt, zijn ook de voor aggregaten in Brussel gedane voorstellen niet acceptabel voor Nederland. Zeker op de middellange termijn, waarbij gedacht kan worden aan 6-9 jaar na inwerkingtreding van de richtlijn, zal de normstelling meer taakstellend van karakter moeten zijn, daar nu reeds wordt voldaan aan de grenswaarden die de meerderheid van de EG-lidstaten zich met ingang van ca. 1989 ten doel stellen.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
50
Figuur 2. Elektrische aggregaten voor arbeidsvermogen < Geluidsvermogensniveaus typekeuringen Stand van zaken per 1-4-'82 n (aantal typen)
t
5
"
4 3 2 -
35
90
95
100
f
105 EG-voorstel
dB(A) Landbouwtrekkers Tot1 april 1982 zijneen 20-tal typekeuringen verricht. Door het beschikbaar zijn van OECD-meetresultaten is het geluidsniveau van praktisch alle merken en typen bekend. Slechts 5% hiervan komt voor WIR-milieutoeslag in aanmerking. Een verklaring voor de relatief hoge geluidsniveaus is wellicht het optionele karakter van de EG-richtlijn van 1974 ten aanzien van het externe geluidsniveau voor landbouwtrekkers die nog in geen enkele lid-staat in de nationale wetgeving verplicht werd gesteld. Daarentegen zijn de geluidniveaus op oorhoogte van de bestuurder sterk verlaagd (beneden de 90 dB(A)) door een éénmalige subsidiëring van geluiddempende cabines. In overleg met de importeurs zal worden getracht, op basis van een daartoe in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne verricht onderzoek door het IMAG* te Wageningen, akoestische voorzieningen aan landbouwtrekkers te treffen, zodat uitbreiding van het aantal typen voor premiëring mogelijk wordt. Wijzigingen in de
aanwijzingsbeschikking
Afgezien van de wijzigingsvoorstellen met betrekking tot de grenswaardestelling voor premiëring van vrachtwagens en autobussen, zoals hiervoor reeds is vermeld, wordt ook over andere mogelijke aanpassingen van gedachten gewisseld. Voorstellen zijn gedaan om de reikwijdte van bepaalde categorieën te verruimen, terwijl ook voorstellen zijn gedaan om onder de beschikking nieuwe toestellen te brengen; zo zijn onder andere voorstellen gedaan om met betrekking tot compressoren en aggregaten de beperking tot bouwactiviteiten te laten vervallen en om heimantels voor heistellingen, krakers voor koppen van heipalen en vorkheftrucks in de beschikking op te nemen. Tevens zou, om een groter effect van de regeling te krijgen, overwogen kunnen worden de franchise af te schaffen, terwijl ook de indieningsgrens voor investeringen zou kunnen worden verlaagd. Nadere gegevens met betrekking tot de milieutoeslag In het begin van dit hoofdstuk is gesproken over een toenemend aantal aanvragen om voor milieutoeslag in aanmerking te komen. Deze toename kan nader worden toegelicht aan de hand van de hierna volgende tabel 1. In deze tabel zijn de aantallen aanvragen over 1981 en 1982 (tot 1 juli) vermeld alsmede de met die aanvragen gemoeide investeringsbedragen en het vermoedelijke beloop van de milieutoeslag voor die investeringen. De tabel vermeld de gegevens voor de volgende categorieën uit de 2e aanwijzingsbeschikking milieutoeslag WIR (Stcrt. 16 juli 1981, nr. 133) (verkort weergegeven): a. Investeringen ter vermindering van het geluidsniveau in de omgeving: categorie 9 : investeringen in geluiddempers, omkastingen, ommantelingen, trillingsisolerende constructies e.d.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
51
categorie 10: investeringen in geluidschermen en wallen, categorie 11: verbetering van geluidsisolatie van gebouwen e.d. categorie 12: investeringen tot het aanbrengen van geluidsarme ventilatoren of tot omkasting van mobiele bronnen e.d. b. Investeringen ter beperking van de geluidproduktie categorie 24: investeringen in geluidsarme motorvoertuigen categorie 25: investeringen in geluidsarme landbouwtrekkers categorie 26: investeringen in versJ.illende bouwmachines categorie 27: investeringen in axiaalventilatoren (nader gespecificeerd) Tevens is het totaal van alle aanvragen om milieutoeslag (inclusief Geluid) vermeld. Tabel 1 . WIR Milileutoeslag (MT) (in guldens) Categorie
Ingediende verzoeken 1981
9 10 11 12
37 10 11 2
24 25 26 27 Totaal geluid Totaal WIR-MT
lnvesteringsbedrag
5 009 1 064 1 641 85
Vermoedelijke WIT
Ingedif ;nde verzoel <en 1982 (tot 1/71
700 863 772 099
723 152 238 11
705 230 017 265
22 2 4 4
556 140 40 3
130 740 333 8 199 841 6 363 772 82 228
3 838 224 445 3
810 996 464 862
1 438 166 31
799
153 187 608
5 638 349
1 986
283 569 954
24 017 276
lnvesteringsbedrag
1 546 204 671 333
Vermoedelijke MT
216 29 99 47
596 100 727 984
295 367 867 7 115575 4 047 602
-
240 115 260 098
8 645 336 192 768 272 833
-
-
1 667
309 287 451
9 502 650
2 842
412 844 613
23 996 865
Uit tabel 1 kan afgeleid worden dat over 1981 en 1982 (tot 1 juli) investeringen ter vermindering van het geluidsniveau en investeringen in geluidsarme produkten een zeer groot, en toenemend, deel uitmaken van het totale aantal aanvragen en de bijbehorende investeringsbedragen in het kader van de WIR milieutoeslag. In tabel 2 is aangegeven het relatieve aandeel van aanvragen, investeringen en de vermoedelijke MT met betrekking tot geluid ten opzichte van het totaal van de WIR-MT. Tabel 2 Percentage t.o.v. het totaal WIR-MT
Aantal aanvragen «geluid» Investeringsbedrag «geluid» Vermoedelijke MT «geluid»
1981
1982 (tot 1/7 '82)
40,2 54,0 23,5
58,7 74,9 39,6
Uit tabel 1 blijkt dat met name investeringen in geluidsarme motorvoertuigen sterke invloed hebben op dit resultaat. 5.4. Milieuvriendelijk
aankoopbeleid
overheid
Meer en meer wordt gepoogd door het aankoopbeleid van de overheid de technologische innovatie te bevorderen. Een van de aspecten die daarbij een belangrijke rol spelen is de zorg voor het milieu. Zie de Nota Aanschaffingsbeleid en Innovatie (kamerstuk 16 773, nrs. 1-2). In het najaar van 1981 werd bij het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne een departementale werkgroep ingesteld die tot taak heeft het bevorderen van een meer milieuvriendelijk aankoopbeleid van produkten en een meer milieuvriendelijk gebruikvan diensten door de (semi-)overheid; het voorbereiden van voorstellen ter zake en van een algemene Nota inzake milieuvriendelijk aankoopbeleid door de (semi-)overheid.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
52
In het onderhavige kader zal daarvan slechts het geluidaspect globaal worden genoemd. Uitgangspunt voor de aanschaf van produkten door de overheid, rekening houdend met milieuhygiënische aspecten, is dat ruimschoots wordt voldaan aan de ter zake gestelde wettelijke eisen. Als voorbeeld moge dienen de aanschaf van vrachtwagens. Aan vrachtwagens worden voor wat betreft de geluidproduktie eisen gesteld bij de typekeuring. In het kader van de Wet Investerings Rekening kunnen IB- en VB-plichtige investeerders een milieutoeslag krijgen op geluidarme vrachtwagens. Deze toeslag wordt gegeven op vrachtwagens met een toegestaan maximumgewicht van meer dan 3,5 ton waarbij uitgangspunt is dat de geluidproduktie van de desbetreffende vrachtwagen minstens 3 dB(A) onder de typekeuringsgrenswaarde ligt. Bij de aanschaf door de overheid van motorvoertuigen zou naar analogie hiervan tenminste de eis moeten worden gesteld, dat ten aanzien van de geluidproduktie wordt voldaan aan de geluidseisen, die gelden voor de toepassing van de WIR-milieutoeslag. De aanschaf van de overheid bevat slechts een beperkt deel van de goederenomzet. Een van de achterliggende gedachten in het streven naar de aanschaf van milieuvriendelijke produkten door de overheid is dan ook dat de overheid een voorbeeldfunctie dient te vervullen. Het beleid van de overheid op dit gebied verdient navolging. Dit zal plaatsvinden indien de investeerder gewonnen kan worden voor het idee het milieu op een of andere manier door de milieuvriendelijke aanschaf te verbeteren. Het geven van goede voorlichting hierover in een zo vroeg mogelijk stadium zal hier positief kunnen werken. Een andere mogelijkheid die de positieve instelling kan verstevigen is het geven van financiële ondersteuning. Naast de voorbeeldfunctie dient de aanschaf van milieuvriendelijke goederen door het Rijk ter stimulering van de innovatie van industriële produkten. Een innovatief overheidsaanschaffingsbeleid zal niet alleen voor het milieu gunstige gevolgen hebben, ook de concurrentiepositie van het desbetreffende bedrijfsleven zal hierdoor kunnen worden verbeterd. Zoals reeds eerder werd vermeld, zal mede in verband daarmede tegen het einde van dit jaar een nota van het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne verschijnen betreffende milieuvriendelijk aanschaffingsbeleid. 6. Opleiding en voorlichting 6.1.
Opleiding
Bij beschikking van 24 juni 1981 is de Coördinatiecommissie Opleiding Wet geluidhinder ingesteld. Zulks met name vanwege de behoefte die op het niveau van de lagere overheden bestaat aan deskundige mankracht om de Wet geluidhinder te kunnen uitvoeren en het belang dat de rijksoverheid daarbij heeft. De coördinatiecommissie heeft een tweetal belangrijke taken, enerzijds legt zij de bekwaamheden vast die voor de bedoelde uitvoering een rol spelen en anderzijds worden voorschriften gegeven voor de examens, bij inachtneming waarvan een vanwege de Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne erkend diploma kan worden verstrekt. Bij de formulering van de uitgangspunten voor de opleiding is rekening gehouden met de resultaten van het onderzoek naar de behoefte aan mankracht en apparatuur voor de uitvoering van de Wet geluidhinder op provinciaal en gemeentelijk niveau. Dit geldt zowel voor de indeling van de taken en bevoegdheden in die met een technisch en in die met een meer bestuurlijk/administratief karakter als voor het niveau van de opleiding. De doelgroep waarop in eerste aanleg wordt gemikt, wordt verondersteld te behoren tot het middelbaar kader dat onder meer technisch akoestische bijstand verleent bij het opstellen van bestemmingsplannen met het oog op de extra eisen die de Wet geluidhinder daaraan stelt en dat zich bezighoudt met de inventarisatie van en het toezicht op stiltegebieden en de vergunningverlening.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
53
Hoewel elke onderwijsinstelling (deze is en blijft verantwoordelijk voor het onderwijs) een cursus Wet geluidhinder kan organiseren - deze is en blijft verantwoordelijk voor het onderwijs - zal alleen aan die cursussen die aan de beoogde kwaliteitscontrole van departementswege zijn onderworpen een erkend diploma kunnen worden verbonden. Tussen het Centraal Instituut Vorming en Opleiding Bestuursdiensten (Civob), de Koninklijke PBNA en de Stichting Bijzondere Cursussen (SBC) is een samenwerkingsverband tot stand gekomen, waarbij PBNA en SBC het technisch gedeelte van de leergang voor hun rekening nemen en het Civob het juridisch/administratieve deel. Aangezien de Wet geluidhinder daarvoor specifieke voorzieningen nodig maakt, zal aan de organisatorische aspecten geïntegreerd in de te behandelen onderwerpen aandacht worden gegeven. Ten einde de cursus zo snel mogelijk te kunnen starten, dat wil zeggen in september 1981, was het nodig enkele aanloopproblemen te riskeren. Uit de eerste examens, die op 19 en 23 april 1982 zijn gehouden en waaraan in zeer groten getale werd deelgenomen, zullen ervaringen worden opgedaan die ongetwijfeld tot verfijningen zullen kunnen leiden. 6.2.
Voorlichting
Bij de aanvaarding van de Wet geluidhinder is onderkend dat: - geluidhinderbestrijding in brede lagen van de bevolking nog zal moeten gaan leven, en - politieke acceptatie nog niet betekent dat de oplossingen die de Wet geluidhinder aandraagt zonder meer zullen worden aanvaard. Met het oog daarop is besloten medewerking te verlenen aan inspanningen, die zijn gericht op de bevordering van geluidsbewust gedrag om vervolgens op basis daarvan de bereidwilligheid op te bouwen die nodig is voor de uitvoering van de nieuwe wettelijke regeling. Tegen deze achtergrond werd in 1977 positief gereageerd op een voorstel van de Nederlandse Stichting Geluidhinder (NSG) voor een campagne op basis van een meerjarenopzet. Besloten werd deze organisatie met de verantwoordelijkheid daarvoor te belasten. De start van de actie «Laten we zacht zijn voor elkaar» was aldus een feit. De afspraak werd daarbij gemaakt dat telkenjare een sociaal-wetenschappelijk onderzoek zou worden gedaan naar de resultaten, waarvan continuering afhankelijk zou worden gesteld en op basis waarvan ook tot koersbijstellingen zou kunnen worden besloten. Dit laatste punt is nader geconcretiseerd in de jaarlijkse effectmetingen, die het Instituut voor Sociale Kommunicatie en Marktonderzoek (ISK) sinds 1977 verricht. Zonder daarop in dit kader in extenso in te gaan is in de vijf jaar, die de campagne - met tussentijdse aanpassingen uiteraard - heeft geduurd een opmerkelijk resultaat bereikt. Met als peiljaar 1977 kan uit de laatste en vijfde effectmeting van de campagne in 1981 worden geconcludeerd, dat thans ruim 90% van de bevolking zich meer of minder bewust is van het onderwerp geluidhinder (was 56%). De gevoerde campagnestrategie kan op grond van de behaalde resultaten als geslaagd worden beschouwd. Gelet op de opbouw van de voorlichtingscampagne sinds 1977 en het daarmee behaalde succes is de NSG van mening dat thans het moment is aangebroken om de in 1977 reeds aangekondigde tweesporige aanpak ter hand te nemen. Dit betekent dat aansluitend aan de bevordering van het geluidsbewust gedrag thans ook de wetgeving en met name de uitvoering daarvan gepaard moeten gaan met goede voorlichting. De oplossingen die de wet voor de geluidhinderproblematiek aandraagt, moeten bij de mensen bekend worden, met andere woorden, de relatie moet worden gelegd met de regels en de controle daarop. De NSG omschrijft deze nieuwe aanpak in haar brief van 10 februari 1982 aldus, dat zij zich voorstelt te gaan inspelen op de consequenties die overheidsmaatregelen ter uitvoering van met name de Wet geluidhinder voor particulieren met zich
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
54
meebrengen. Dit betekent dat de campagne zich niet meer zal beperken tot het geluidhinderlijk gedrag en dan nog met name in en om de woning. Aldus kan een belangrijke dimensie aan de campagne worden toegevoegd, waardoor onder andere een actieve rol kan gaan worden gespeeld bij de stimulering van de aankoop van geluidsarme produkten en waardoor een niet onbelangrijke steun aan een door de overheid gepropageerd aankoopbeleid kan worden verleend. Ik heb - zoals inmiddels bekend zal zijn - met het door de NSG gedane voorstel ingestemd. Met name het evaluatieresultaat van de laatste campagne, waaruit een welhaast maximale bekendheid van de bevolking met het begrip geluidhinder blijkt, was daarvoor de aanleiding. Daar komt bij, hoewel dit zeker niet zo gepland was, dat niet kan worden gesteld dat de verdere uitbouw van de voorlichtingscampagne op een volstrekt willekeurig moment komt. Integendeel, het is plezierig te kunnen constateren dat een dergelijke actie kan samenvallen met het moment waarop een in dit verband wezenlijk te noemen tweetal onderdelen van de wet in werking zijn getreden, te weten het onderdeel wegverkeerslawaai nieuwe situaties en het hoofdstuk industrielawaai. 7. Internationale ontwikkelingen
* Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO'.
Bij de beschrijving van de voortgang van internationale ontwikkelingen op het gebied van de geluidhinderbestrijding kan onderscheid gemaakt worden tussen overleg in internationale kaders zoals OESO* en EG en ontwikkelingen in relatie tot afzonderlijke landen. Van de door de OESO ontwikkelde initiatieven kan met name de in 1980 gehouden Noise Conference worden genoemd. De toen bereikte conclusies vormen een belangrijke bijdrage tot verdere internationale discussies. Door de OESO wordt momenteel een enquĂŞte verricht onder de aangesloten lid-staten om na te gaan in welke mate de bereikte aanbevelingen zijn opgevolgd. In het IMP-Geluid 1984-1988 zal hierover worden gerapporteerd. Voorts besloot de OESO een Ad Hoc group on Noise Abatement Policies in te stellen. Het accent van deze werkgroep zal liggen op de bestrijding van verkeerslawaai. Nederland zal actief participeren. De voortgang in EG-verband kan als uiterst teleurstellend gekenschetst worden. In vergelijking met hetgeen hierover werd opgemerkt in het IMP-Geluid 1982-1986 is geen vooruitgang te melden. Onder ÂŤ2.1. Stand van zaken verkeerslawaaiÂť moest zelfs opgemerkt worden dat bij het overleg over de aanscherping van de geluidseisen van motorvoertuigen van een achteruitgang sprake is. Steeds meer kan bemerkt worden dat initiatieven tot het stellen van scherpere milieu-eisen van niet-EEG-landen uitgaan. Bij motorvoertuigen zijn dit met name Zwitserland en Zweden. Daar de meerkosten van deze eisen beperkt zijn indien voldoende lead-time aan de industrie geboden wordt, moet gevreesd worden dat deze ontwikkelingen de EG-landen in de toekomst in een ongunstigere concurrentiepositie plaatsen. De automobielindustrie in Japan heeft bewezen dat het tijdig stellen van milieu-eisen de concurrentiepositie verbetert. In EG-kader kan voorts bespeurd worden dat druk op niet-EG-landen wordt uitgeoefend om het stellen van scherpere milieu-eisen tegen te gaan. Op de EG-Milieuraad van 24 juni jl. is van de zijde van Nederland en van de Bondsrepubliek Duitsland sterk op een voortvarender geluidhinderbeleid aangedrongen. Voor wat het geluidhinderbeleid in de ons omringende landen betreft kan geconstateerd worden dat ons land zich op bepaalde terreinen in een achterstandsituatie bevindt. Zo is in de Bondsrepubliek Duitsland reeds voor 660 min. DM uitgegeven aan de bestrijding van het vliegtuiglawaai. In ons land is hiermede nog weinig voortgang geboekt. Ook in andere landen zoals Frankrijk, Engeland en de Duitse Bondsrepubliek worden reeds enige jaren saneringsprogramma's uitgevoerd, gefinancierd uit ingestelde heffingen op de burgerluchtvaart. In ons land zal met ingang van de komende winterdienst een dergelijke heffing gaan gelden.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
55
Voor wat de bestrijding van verkeerslawaai betreft worden in Engeland, Frankrijk en de Duitse Bondsrepubliek reeds gedurende meerdere jaren grootschalige saneringsprojecten langs autosnelwegen uitgevoerd. In Frankrijk is hiervoor 100 min. frank per jaar beschikbaar. In Engeland en de Duitse Bondsrepubliek worden bij de reconstructie van wegen geluidwerende maatregelen getroffen als onderdeel van de reconstructiewerken. In Engeland geldt hiervoor sinds 1973 een regeling. In ons land zal in 1983 een bescheiden begin gemaakt kunnen worden met de uitvoering van dergelijke projecten langs rijkswegen. De beschikbare financiële middelen laten ontwikkelingen zoals in de bovengenoemde landen voorshands niet toe. 8. Effecten van lawaai op de gezondheid Basis van de Wet geluidhinder is dat lawaai schadelijk is voor de gezondheid. Lawaai kan omschreven worden als geluid dat door de waarnemer niet gewenst wordt, omdat het hinderlijk is, het rust, slaap of communicatie verstoort, het gedrag en prestatie nadelig beïnvloedt of omdat het op andere wijze schadelijk is voor geestelijk of lichamelijk welzijn. Het begrip «gezondheid» dient hierbij, in navolging van de Wereld Gezondheidsorganisatie, niet alleen beschreven te worden als lichamelijk, maar tevens als geestelijk en sociaal welbevinden (lit. 1). Als men kan spreken van gemeenschappelijke factoren die de kwaliteit van ons leven omlaag halen, dan behoort de voortdurende blootstelling aan lawaai, thuis, op het werk en op openbare plaatsen daar zeker toe. Het advies van de Gezondheidsraad in 1974, dat de directe aanleiding was voor het ontstaan van de Wet geluidhinder, stipt deze hoofdlijn aan en komt op basis hiervan tot de aanbeveling dat normstelling voor maximaal toelaatbare geluidsniveaus in woon- en werkomgeving nodig zijn. Daarbij is onderkend dat ongewenst geluid niet zo ernstig zou zijn als het naar wens vermeden zou kunnen worden, maar dat de realiteit is dat daarvan in de westerse samenleving en zeker in ons dichtbevolkte land geen sprake kan zijn. Vooral de lagere inkomensgroepen wonen in lawaaiige omgevingen, terwijl hun economische omstandigheden de keuze voor een stillere woonomgeving onmogelijk maken. Dit is des te ernstiger voor de extra-gevoeligen zoals kinderen, zieken en ouden van dagen. Lawaai is bijna voortdurend en overal aanwezig, overdag of 's nachts, op het werk en in de woonomgeving. In de woonomgeving lijkt lawaai een «normaal» aspect te zijn geworden. Zo ondervindt de helft van de totale Nederlandse bevolking (van 16 jaar en ouder) in en om de woning in enigerlei mate geluidhinder van het wegverkeer; 30% wordt daardoor erg gehinderd, 40% ondervindt hinder van geluiden afkomstig uit de eigen woning of uit huurwoningen, 15% in ernstige mate. Ongeveer 30% wordt gehinderd door geluiden van het vliegverkeer, 10% in ernstige mate, en iets minder dan 10% door industrielawaai (lit. 6a). In de werkomgeving is lawaai, anders dan in de woonomgeving het geval is, dikwijls eigen aan het werkproces. Alarmerend is echter dat in veel gevallen de werkomgeving in sterke mate wordt gekarakteriseerd door zulke hoge geluidniveaus. Zo wordt bij voorbeeld bijna een kwart van de Nederlanders die werkzaam zijn in de industrie - te weten ca. 270 000 personen - op het werk blootgesteld aan equivalente geluidniveaus van 90 dB(A) of meer, terwijl ruim 20% daarvan liefst met meer dan 100 dB(A) te maken heeft (lit. 2). Wanneer geconstateerd wordt dat lawaai één van de meest verbreide milieuproblemen van deze tijd is, dan wordt dit bedoeld tegen de achtergrond van vorengenoemde context en dus vooral tegen de achtergrond van het causale verband met de volksgezondheid. Veel mensen menen nog steeds dat lawaai wellicht lastig is, maar dat je er aan went en dat het niet ongezond is. Anderen zien lawaai daarentegen wel als een probleem, maar vinden dat dit de prijs is die wij moeten betalen voor het leven in een moderne wereld. Het gevaar van dergelijke
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
56
onderschattingen moet worden onderkend. Met het oog hierop is hieronder een kort overzicht gegeven van de onderzoeksresultaten die momenteel op dit terrein bekend zijn. Daartoe zijn de negatieve effecten op de mens en op zijn functioneren in de samenleving gegroepeerd, in willekeurige volgorde. In de bijlagen is een compilatie van de voor dit doel geraadpleegde literatuur opgenomen, gegroepeerd naar onderwerp. Prestatie en gedrag Hoewel het nog niet goed mogelijk is de effecten van lawaai op de werken leerprestaties in een bepaalde situatie te voorspellen, staat wel vast dat lawaai in veel fabrieken, kantoren en scholen de prestaties verslechtert en het gedrag in negatieve zin beïnvloedt (lit. 7 en 37j). De negatieve gevolgen zullen groter zijn naarmate de taak meer geestelijk dan motorisch van aard is, moeilijker, complexer of meer afwisselend is, langer duurt, meer een beroep doet op geheugen, analytisch vermogen, concentratie en waakzaarrv heid en naarmate het lawaai meer onverwacht of vreemd is. Wat betreft typisch auditieve taken berust de werking van lawaai op het maskeren van het voor de taak van belang zijnde geluidsignaal. In een werkomgeving, waarin lawaai akoestische waarschuwingssignalen maskeert, komt bovendien de persoonlijke veiligheid in gevaar. Aangetoond is dat in bedrijven met veel lawaai het percentage ongevallen hoger is dan in die met minder lawaai (lit. 8 t/m 13). Wat betreft niet-auditieve taken, die ééntonig of motorisch van aard zijn, kan lawaai zowel de kwaliteit als de kwantiteit van het werk verminderen (lit. 14). Gebleken is dat in een lawaaiige arbeidsplaats de produktiviteit lager is en meer fouten worden gemaakt dan in een stillere arbeidsplaats (lit. 8, 9 en 15). Aangezien lawaai in bedrijven vaak gepaard gaat met andere negatieve invloedsfactoren, zoals stof, warmte en eentonig werk, is het overigens mogelijk dat de negatieve effecten niet volledig aan het lawaai zijn te wijten (lit. 3). Dat lawaai toch een belangrijke negatieve factor is, wordt bij voorbeeld duidelijk geïllustreerd met een onderzoek waaruit bleek dat het dragen van gehoorbeschermingsmiddelen tot een vermindering leidt van het percentage ongevallen en van het ziekteverzuim (lit. 13). Bij niet-auditieve taken van meer geestelijke aard zal in geval van lawaai een vermindering van de aandacht optreden (lit. 14 en 16) die alleen door een verhoogde inspanning kan worden gecompenseerd, maar dan ten koste van een toename in vermoeidheid en stress of ten koste van secundaire taken. Van gewenning blijkt slechts in zeer beperkte mate sprake. Verder heeft lawaai duidelijke negatieve invloeden op mensen en de sfeer in een lawaaiige werkplaats. Vermoeidheid en hoofdpijn zijn karakteristieke klachten, terwijl de mensen zowel op hun werk als erbuiten tot eenzelvige gesloten figuren worden (lit. 17). Zoals is aangetoond worden ook de prestaties in het onderwijs benadeeld door de aanwezigheid van lawaai. In Nederland wordt in naar schatting 20% van de scholen in meer of mindere mate geluidhinder ondervonden door geluiden van buiten (lit. 37k). Onder meer is gebleken dat bij een door het wegverkeer veroorzaakt equivalent geluidsniveau binnen van 40-44 dB(A) 70% van de docenten en 20% van de leerlingen geluidhinder zegt te ondervinden, 60% van de docenten zegt bij dit niveau vaak of soms totaal onverstaanbaar te zijn voor de leerlingen, terwijl 35% van de leerlingen zegt de leraren vaak niet kunnen verstaan (lit. 37i). Uit studies naar de effecten van vliegtuiglawaai bleek dat juist de kinderen met minder aanleg extra achterstand opliepen als gevolg van het lawaai en dat deze achterstand verergerde naarmate die kinderen langer op deze lawaaiige school zaten (lit. 18). Uit onderzoeken in leslokalen met uiteenlopende geluidsniveaus bleek het percentage zittenblijvers (lit. 19) toe te nemen met het geluidsniveau waarbij voor de invloed van andere factoren zoals sociaal-economische omstandigheden werd gecorrigeerd. Duidelijk zal zijn dat het akoestisch isoleren van schoollokalen positieve gevolgen zal hebben voor de leerpres-
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
57
taties in het algemeen en leesvaardigheid, spraakverstaanbaarheid, concentratie en zelfs verdraagzaamheid in het bijzonder (lit. 20, 21, 22, 23, 37m). Onderzoek naar de effecten van geluidwerende voorzieningen in woningen heeft aangetoond dat deze de hinder en verstoring door geluiden van buiten aanzienlijk kunnen terugbrengen (lit. 37n en 37o). Hoewel het onderzoek daarnaar nog in de kinderschoenen staat, lijkt op basis van de voorhanden zijnde gegevens te mogen worden geconcludeerd, dat de mens bij blootstelling aan lawaai eerder geïrriteerd raakt en dat zijn gedrag minder sociaal wordt (lit. 24). Zo is geconstateerd dat door lawaai de bereidwilligheid tot hulpverlening afneemt (lit. 25), de toegeeflijkheid vermindert (lit. 26) en dat sociale spanningen ontstaan (lit. 27 t/m 29). Wordt lawaai aanvankelijk alleen ervaren als ongerieflijk, bij langdurige blootstelling verandert de stemming en ontstaan irritatie, frustratie en andere negatieve effecten. Veel mensen richten deze gevolgen op hun omgeving (lit. 30). Incidenteel kan lawaai zelfs bijdragen tot gewelddadige acties (lit. 30 en 31). De effecten van lawaai op het gedrag zijn zodanig van aard en omvang, dat er ernstig rekening mee zal moeten worden gehouden dat lawaai in belangrijke mate de agressie en intolerantie in onze samenleving vergroot. Geluidhinder en geestelijk welzijn Uit, ook in Nederland verricht, onderzoek «in het veld» is gebleken dat het mogelijk is om goede voorspellingen te doen over de mate en aard van de geluidhinder die ondervonden wordt bij bepaalde omstandigheden en geluidniveaus, uitgedrukt in bij voorbeeld het equivalente geluidniveau in dB(A), al zijn door andere invloedsfactoren dan geluid de correlaties tussen geluiddoses en hindereffecten soms aan de lage kant. Vooral individuele verschillen in geluidsgevoeligheid, maar ook de houding ten aanzien van de geluidsbron en de mate waarin men een bepaalde situatie acceptabel acht, veroorzaken een groot deel van de spreiding in de reacties (lit. 38, 39, 56q t/m ij). Verder is ook de geluidkarakteristiek van invloed. Zo blijkt pulsachtig of tonaal geluid in het algemeen meer hinderlijk te zijn dan min of meer constant geluid zonder tonaal karakter met een gelijk equivalent geluidniveau (lit. 40 en 41). Ondanks diverse nog onzekere elementen zijn dosis-effectrelaties voor geluidhinder voldoende betrouwbare grondslag gebleken voor het stellen van wettelijke normen in vele landen. De soms verkondigde mening dat lawaai went en geluidhinder na verloop van tijd verdwijnt stemt hooguit in zeer beperkte mate overeen met de werkelijkheid. Bij enkele langdurige hinderonderzoeken is zelfs gebleken dat de hinder na verloop van tijd toenam (lit. 39 en 42). Er zijn aanwijzingen dat mensen die zich in spanningsvelden bevinden van welke aard dan ook (bij voorbeeld in verband met sociale relaties, levensfase, werksitutatie, gezondheid of financiële problemen) sneller en meer door geluid gehinderd worden. In dit verband kan een onderzoek genoemd worden dat verricht is nabij het vliegveld London Heathrow. Daar is gebleken dat mensen met symptomen van geestelijke verstoring zich relatief vaak «ernstig gehinderd» voelden door het vliegtuiggeluid (lit. 52). Hinder van lawaai vormt op zich zelf een ernstige inbreuk op het geestelijk welbevinden, maar kan bovendien een teken zijn van de aanwezigheid van bepaalde geestelijke spanningen en instabiliteit die verder kunnen reiken dan ergernis alleen. Bij onderzoeken in lawaaiige fabrieken zijn verschijnselen waargenomen als angst en emotionele spanning, welke toenamen met het geluidsniveau. Bij geluidsniveaus van 110 dB(A) deden zich zelfs zenuwklachten voor, hoofdpijn, misselijkheid en instabiliteit (lit. 4, 11 en 43). Diverse onderzoekers vermoeden dat lawaai bijdraagt aan de ontwikkeling van neurosen en andere geestelijke problemen (lit. 44 en 50). Met name bepaalde risicogroepen verdienen extra aandacht. Onderzoek is verricht naar de relatie tussen het aantal personen dat wordt opgenomen in psychiatrische inrichtingen en geluidsniveaus, maar hoe de causaliteit van
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17600 hoofdstuk XVII, nr. 20
58
de verbanden in elkaar zit is nog onvoldoende duidelijk (lit. 44 t/m 49 en 56z). Vooral de cumulatie met andere «stress-verwekkende» factoren geeft reden tot ongerustheid, zeker voor mensen die in dit opzicht extra gevoelig zijn, zoals mensen die «van nature» de neiging tot stress vertonen, mensen die voortdurend in «stress-verwekkende» omstandigheden verkeren, zieken (hart-, vaat-, ademhalingsafwijkingen), ouden van dagen, zwangere vrouwen en kinderen (lit. 62). De Nederlandse Hartstichting wijst ook op de verhoogde risico's voor hart- en vaatziekten bij bepaalde gevoelige groepen als gevolg van voortdurende stress en heeft in verband hiermee 1982 uitgeroepen tot Stress- en Hartjaar. Slaapverstoring Een groot aantal mensen ondervindt in toenemende mate slaapproblemen als gevolg van lawaai (lit. 57). Bij enquête-onderzoeken naar lawaaihinder blijkt slaapverstoring in zeer veel gevallen de achterliggende oorzaak te zijn (lit. 11, 37n, 37i, 56q, 56s, 83b en 83c); tevens blijkt slecht slapen door lawaai een sterk verbreid probleem (lit. 58). Er is duidelijk verband aangetoond tussen enerzijds lawaai en anderzijds slecht slapen of een toenemend gebruik van slaapmiddelen (lit. 51, 59, 60 en 61). Dit probleem verdient grote aandacht omdat onze samenleving de neiging vertoont steeds lawaaiiger te worden en omdat chronische slaapverstoring als een bedreiging van de geestelijke en lichamelijke gezondheid kan worden beschouwd. Lawaai kan de slaap op verschillende wijzen verstoren, zowel kwalitatief als kwantitatief. Het in slaap vallen kan worden bemoeilijkt, men kan wakker worden (en blijven) en de slaaptoestand kan worden beïnvloed; vaak vergeet men dat men 's nachts door lawaai wakker is geweest (lit. 4). In de gevallen waarin men door het lawaai niet wordt gewekt gaat de diepe slaap vaak over in lichtere slaap. Dit effect is niet direct merkbaar maar is wel degelijk nadelig omdat alle slaapstadia (zowel de lichtere als de diepere slaap) noodzakelijk worden geacht voor een goede geestelijke en lichamelijke gezondheid (lit. 62). Zo is bij voorbeeld gebleken dat ten gevolge van vliegtuiglawaai de duur van de lichte slaap toenam ten koste van de diepe slaap (lit. 63, 83d en 83e). Daarbij komt, dat van gewenning aan lawaai tijdens de slaap maar in zeer beperkte mate gesproken kan worden. Het aantal keren dat men wakker wordt en de duur dat men wakker is kan wellicht enigszins afnemen (lit. 64), de kwaliteit van de slaap daarentegen — ook bij lange-termijnblootstelling — niet (lit. 65). Wat betreft het geluidsniveau is gebleken dat slaapbeïnvloeding begint bij blootstelling aan omgevingsgeluid met een equivalent geluidsniveau van 35 dB(A). (Lit. 66 en 83f). De mate waarin het geluid fluctueert of de frequentie waarmee lawaaipieken optreden is daarbij van invloed. Zo kan het geluid van een rustige verkeersweg (met te onderscheiden lawaaipieken) meer slaapverstorend werken dan dat van een drukke verkeersweg (lit. 67). Voorts is gebleken dat lawaai van overvliegende luchtvaartuigen en passerende treinen met piekniveaus tot 60 dB(A) een zelfde mate van slaapverstoring veroorzaakt als constant geluid van 40 dB(A), waarbij de totale duur van dit vliegtuig- of treingeluid minder dan een half uur per nacht bedroeg (lit. 68 t/m 70). In een onderzoek is voorts gebleken, dat 5% van de onderzochten ontwaakten bij een piekniveau van 40 dB(A) en dat dit percentage toenam tot 30% bij een piekniveau van 70 dB(A). Verder bleek dat het percentage waarbij slaapverstoring optrad in termen van verandering van slaapstadia (meer lichte slaap ten koste van diepteslaap) 10% bedraagt bij een piekniveau van 40 dB(A) en 60% bij 70 dB(A) (lit. 71). Hoewel de lange-termijneffecten van voortdurende slaapverstoring door lawaai op de lichamelijke en geestelijke gezondheid nog niet precies bekend zijn, wordt toch algemeen aangenomen dat de gevolgen van chronisch slaaptekort of verslechtering van de slaapkwaliteit door welke oorzaak dan ook schadelijk zijn voor de gezondheid (lit. 62, 63 en 74).
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
59
Extra-auditieve lichamelijke
effecten
Naast gehoorschade kan lawaai ook andere lichamelijke effecten veroorzaken. Deze zogenaamde extra-auditieve effecten van lawaai kunnen bestaan uit reacties van de bloedsomloop (bloeddrukverhoging, vernauwing oppervlaktevaten, wijziging polsfrequentie, toename in bloedstroom naar hersenen), verhoogde afscheiding van adrenaline, langzamere en diepere ademhaling, verminderde weerstand van de huid voor elektrische stroom, toename van de spierspanning, verminderde activiteit van maag- en darmspieren en van maag- en slijmklieren, afname van de huidtemperatuur en verwijding van de pupillen (lit. 46, 84 en 85). In het algemeen zijn de effecten groter naarmate het geluidsniveau hoger is (alleen effecten boven 60 a 70 dB(A), naarmate de expositieduur langer is (bij langduriger blootstelling duurt bovendien de herstelfase langer), naarmate het geluid onregelmatiger en onverwachter is en naarmate het geluid meer hogere frequenties bevat lit. 85). Deze effecten zijn overigens niet-specifiek voor lawaai maar vormen in essentie een algemene stress-reactie (lit. 86). Ons lichaam reageert alsof het geluid telkens weer een bedreiging vertegenwoordigt, ook al weten we dat dit niet het geval is. De reactie is automatisch en vindt min of meer onbewust plaats (lit. 4). In welke mate deze effecten in de praktijk voorkomen en in hoeverre ze van invloed zijn op de volksgezondheid is in het algemeen nog niet duidelijk. Uitgebreid onderzoek op dit gebied vindt nog niet zo lang plaats. Bovendien wordt het onderzoek in sterke mate bemoeilijkt door de mogelijkheid dat bij de waargenomen effecten ook andere factoren een rol spelen. Wat betreft lawaai op de arbeidsplaats is door middel van een groot aantal studies naar hart- en vaatproblemen aangetoond, dat industrielawaai (mede) oorzaak is van voor de gezondheid schadelijke effecten (lit. 27, 87 t/m 91). In bepaalde gevallen is duidelijk aangetoond dat werken in lawaai de bloeddrukregeling verslechtert, de bloeddruk verhoogt en de bloedvaten vernauwt (lit. 87, 92 t/m 95). Ook is gebleken dat langdurige blootstelling aan industrielawaai samengaat met hartziekten (lit. 10 en 96), een slechtere doorbloeding van de oppervlaktevaten (lit. 97) en een verhoogde cholesterolspiegel (lit. 98). Wat betreft de woonomgeving zijn in situaties met vliegtuiglawaai negatieve gevolgen voor het hart- en vaatsysteem aangetoond. Zo is in een epidemiologisch onderzoek nabij Schiphol naar voren gekomen dat de bewoners in gebieden met een hogere geluidsbelasting, in tegenstelling tot die in rustiger gebieden, eerder onder medische behandeling komen voor hartproblemen en hoge bloeddruk, vaker medicijnen naar aanleiding van hart- en vaatklachten gebruiken, eerder een hoge bloeddruk hebben en vaker afwijkingen in de hartvorm vertonen dan de mensen die in een rustiger omgeving wonen (lit. 61 en 99). In een studie onder schoolkinderen nabij het vliegveld van Los Angeles bleken de kinderen die in een gebied met hoge geluidsbelasting wonen een hogere bloeddruk te hebben dan vergelijkbare kinderen in een rustiger gebied (lit. 37). Soortgelijke effecten bij kinderen werden gevonden in een Russisch onderzoek rond 9 vliegvelden bij 9- tot 13-jarige kinderen. Afwijkingen in bloeddruk, polsslag en bloedvaten en een onvoldoende werking van het hart kon in verband worden gebracht met het vliegtuiglawaai (lit. 101). Over andere effecten dan die, welke samenhangen met het hart- en vaatsysteem, is tot nu toe te weinig bekend om algemene conclusies te kunnen trekken. Verschillende studies duiden er echter op dat men ten aanzien van diverse lichamelijke aspecten met een gezondheidsverslechtering door lawaai rekening moet houden (lit. 4, 102 en 103). Op een Poolse scheepswerf zijn in een lawaaiig gedeelte van de werf vijf maal zo veel maagzweren geconstateerd als in een rustiger gedeelte (lit.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
60
104). Evenzo bleek in een weverij dat in een werkomgeving met niveaus van 96 tot 116 dB (A) duidelijk meer gevallen van maagzweren, hoge bloeddruk en psychische problemen voorkwamen dan in werkomgevingen met niveaus van 84 tot 90 dB(A) (lit. 94). In een vijfjarig onderzoek in twee fabrieken werden onder arbeiders in lawaaiige werkomgevingen (95 dB(A) en hoger) veel meer lichamelijke aandoeningen zoals ademhalingsziekten (evenals overigens een groter ziekteverzuim en meer arbeidsongevallen) geconstateerd dan in minder lawaaiige omgevingen (80 dB(A) en lager) (lit. 12). Ten aanzien van vliegtuiglawaai is een toename in spijsverteringsproblemen (alsmede in zenuwziekten) met het lawaai in verband gebracht (lit. 101). Hetzelfde geldt voor het gebruik van slaappillen en het bezoek aan artsen (lit. 51) en het voorkomen van langdurige ziekten (lit. 105). Verder zijn ook verbanden gelegd tussen enerzijds vliegtuiglawaai en anderzijds zwangerschapscomplicaties, lager geboortegewicht en vermindering van de gezondheid en overlevingskansen van pasgeboren baby's (lit. 106 t/m 110). Ten einde te voorkomen dat een bestaande ziekte verergert is het naar de inzichten in medische en wetenschappelijke kringen volstrekt noodzakelijk dat men op geregelde tijden rust neemt en zich ontspant. De voortdurende blootstelling aan lawaai in onze maatschappij maakt dit voor veel mensen onmogelijk. Gehoorverlies Bij blootstelling aan hoge geluidsniveaus kan tijdelijk of permanent gehoorverlies ontstaan. Tijdelijk gehoorverlies ontstaat na een relatief korte blootstelling aan hoge geluidniveaus en verdwijnt vrij snel na afloop van het lawaai. Permanent gehoorverlies daarentegen, dat ontstaat bij langdurige blootstelling aan hoge geluidsniveaus, blijft aanwezig. Deze gehoorbeschadiging door lawaai treedt geleidelijk op en is gewoonlijk pas na jaren merkbaar. Geluidsniveaus hoog genoeg om gehoorbeschadiging te veroorzaken, komen tegenwoordig veelvuldig voor, niet alleen inde werkomgeving zoals in lawaaiige fabrieken, maar ook daarbuiten. Zo wordt ook gehoorbeschadiging vermoed als gevolg van bij voorbeeld schietlawaai, motorfietslawaai en het beluisteren van harde muziek via koptelefoons, en bij beroepsbeoefenaars van zowel pop- als klassieke muziek (lit. 62 en 120a). Uit de resultaten van de diverse onderzoeken naar gehoorverlies door lawaai is inmiddels veel op dit gebied bekend geworden (lit. 62, 113, 120 b en 120c). Bepalend voor de mate van gehoorbeschadiging zijn het (equivalente) geluidsniveau in dB(A), de duur van de blootstelling en de gevoeligheid voor gehoorbeschadiging. Over de gevoeligheid, die per persoon sterk kan variëren, is nog weinig bekend (lit. 113). Uitgaande van een grote aselecte groep mensen geeft de ISO-standaard 1999 (lit. 114) aan wat de kans is op gehoorbeschadiging bij blootstelling aan een bepaald geluidsniveau in de werkomgeving gedurende een aantal jaren (lit. 115). Gehoorbeschadiging is hierbij gedefinieerd als een gemiddelde gehoordrempelverschuiving van meer dan 25 dB bij de frequenties 500, 1000 en 2000 Hz, inclusief het «normale» gehoorverlies door ouder worden. Volgens deze standaard treedt gehoorbeschadiging door lawaai alleen op bij equivalente geluidsniveaus over 8 uur boven 80 dB(A). De kans op beschadiging bedraagt bij voorbeeld: 4% bij 90 dB(A) gedurende 5 jaar, 15% bij 90 dB(A) gedurende 45 jaar, 12% bij 100 dB(A) gedurende 5 jaar, 33% bij 100 dB(A) gedurende 45 jaar, 26% bij 110 dB(A) gedurende 5 jaar en 45% bij 110dB(A) gedurende 45 jaar. In Nederland wordt naar schatting bijna de helft van alle industriële werknemers (bijna 580 000 mensen) blootgesteld aan equivalente geluidsniveaus van hoger dan 80 dB(A), bij een kwart (270 000 mensen) aan niveaus van boven de 90 dB(A) en 5% (60 000 mensen) aan niveaus van
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
61
boven de 100 dB(A) (lit. 2). Bij een grote groep Nederlanders heeft dan ook ongetwijfeld langzaam maar zeker gehoorverlies plaatsgevonden als gevolg van lawaai (lit. 118). Gehoorverlies door lawaai vindt veelal geleidelijk plaats en wordt pas na jaren merkbaar. Men merkt dan dat bij een gesprek af en toe een woordje wordt gemist of dat men moeite heeft met het verstaan van wat er tijdens een telefoongesprek wordt gezegd. Het is dan te laat om de schade te herstellen. Bovendien zal de schade in de meeste gevallen verder toenemen, omdat de blootstelling aan lawaai doorgaans continueert en omdat bij het ouder worden bovendien de ouderdomsdoofheid er nog een schepje bovenop legt (lit. 120d). De schade aan het gehoororgaan is dan uitgegroeid tot een grote ongeneeslijke handicap die men vooral niet moet onderschatten. Mensen die door lawaai gedeeltelijk doof zijn geworden, leven niet eenvoudigweg in een stillere wereld (lit. 4). De nog hoorbare geluiden worden namelijk vervormd in luidheid, klankkleur, helderheid en herkomst. Omdat scherpe medeklinkers verloren gaan wordt spraak slecht verstaanbaar. Dat de psychische en sociale gevolgen vaak ernstig zijn, is bekend. Veelal voelt men zich geïsoleerd en buitengesloten. Communicatieverstoring Lawaai kan de spraakverstaanbaarheid verminderen en kan bovendien het waarnemen van waarschuwingsgeluiden belemmeren evenals andere akoestische signalen die voor een veilig en efficiënt verloop van de dagelijkse activiteiten van belang zijn. In fabrieken, kantoren, scholen en woningen, evenals buitenshuis, kan lawaai de communicatie in ernstige mate verslechteren of zelfs onmogelijk maken. Een goede communicatiemogelijkheid is van belang voor het lesgeven op scholen, voor het efficiënt uitvoeren van werk, voor een normaal sociaal functioneren en voor de kwaliteit van ontspannende conversatie. De mate van verstoring door lawaai wordt in belangrijke mate bepaald door het verschil in geluidsterkte van het gewenste geluidsignaal (spraak, muziek) en dat van het storende geluidsignaal (verkeers-, industrie- of bouwlawaai, lawaai van luchtverversings-, huishoudelijke of hobby-apparatuur, burengerucht, het spreken van anderen in de nabijheid, enz.). Het meest van belang is het geluidsniveau van het storende signaal in het frequentiegebied van ca. 250 tot 7000 Hz. Metingen tonen aan dat het geluidsniveau van ongedwongen spraak binnenshuis op 1 m afstand ongeveer 50 dB(A) bedraagt (lit. 123b). Bij een spraakstoor-verschil van 10 dB of minder zal de luisteraar een hoger geluidsniveau wensen en zal de spreker luider gaan spreken (lit. 123h en 123i). De spraakverstaanbaarheid neemt dan echter wel af omdat luider spreken onvoldoende compensatie brengt. Bij de wat lagere stoorniveaus zullen alleen elementen van woorden en zinnen worden gemaskeerd. Door de samenhang met de andere wei-verstaanbare elementen is de spraak in zijn geheel dan nog wel verstaanbaar, echter ten koste van extra inspanning van de luisteraar. Bij toenemend stoorniveau worden steeds meer woorden of zinnen onverstaanbaar en is conversatie tenslotte praktisch onmogelijk. Uitgaande van min of meer gemiddelde omstandigheden met ongedwongen spraak in een «normaal ingerichte woonkamer» waarbij de luisteraar zich op 1 meter van de spreker bevindt, kan men bij een constant achtergrondniveau van ca. 40 dB(A) verwachten dat de spraak volledig verstaanbaar zal zijn (lit. 123b). Bij een constant achtergrondniveau van ca. 65 dB(A) is de verstaanbaarheid in het algemeen slecht. In ruimten met meer nagalm dan in een normale woonkamer (dat wil zeggen nagalmtijden groter dan 0,5 s, zoals bij voorbeeld in schoollokalen) wordt de spraakverstaanbaarheid bovendien verslechterd door de nagalm. Berekend is dat in klaslokalen met een gevelbelasting van 50 dB(A) er een kans van 20% bestaat dat de door de leraar geproduceerde spraak door het lawaai van buiten wordt verstoord (lit. 123c).
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
62
In Nederland komen naar schatting 200 000 woningen voor, waarvan het equivalente geluidniveau ten gevolge van wegverkeer overdag op de gevel hoger dan 65 dB(A) is (lit. 123). Als men aanneemt dat, met ramen in ventilatiestand, de gemiddelde gevelisolatie 20 dB bedraagt, dan zou dit betekenen dat, alleen al door wegverkeer, binnen zo'n 200000 woningen geluidniveaus hoger dan 45 dB(A) heersen en dat in een belangrijk deel van de leefruimten in deze woningen conversatie wordt bemoeilijkt. Op balkons en in tuinen is dit probleem natuurlijk groter. Ook op straat en in voertuigen is het spraakverstaan vaak moeilijk. Voor bejaarden is spraakverstaan een nog groter probleem (lit. 122, 123d en 123g). Het gebruik van gehoorapparaten biedt hiervoor, in een lawaaiige omgeving, geen oplossing (lit. 123e en 123f). Wat betreft de werkomgeving is het probleem nog omvangrijker. Het grootste gedeelte van de industriĂŤle werknemers werkt in omgevingen waarin communicatie door middel van spraak moeilijk is. Bijna 600 000 van deze mensen werken bij geluidniveaus van meer dan 80 dB(A) en kunnen alleen op korte afstand of helemaal niet met elkaar spreken. Ook buiten de industriĂŤle sector is de werkomgeving vaak te lawaaiig voor redelijke spraakverstaanbaarheid. Overige effecten Naast de hiervoor genoemde effecten van geluid op de mens kan men nog enkele andere effecten onderscheiden, namelijk de effecten van infrageluid, ultrageluid en trillingen. Tevens is het van belang aandacht te besteden aan de effecten van lawaai op de gezondheid van dieren. Ultrageluid is geluid dat frequenties bevat die boven het voor de mens hoorbaref requentiebereik liggen (met ultrageluid worden tevens ultrasonore trillingen bedoeld in andere media dan lucht, zoals water of metaal). Voor jonge mensen met een gezond gehoororgaan strekt het hoorbare frequentiebereik zich uit tot ca. 20 000 Hz. Vele ultrasonore geluidsbronnen produceren evenwel naast geluid boven 20000 Hz tevens geluid tussen ongeveer 8000 en 20 000 Hz. Aangezien men vermoedt dat dit zogenaamde laagfrequente ultrageluid de oorzaak is van bepaalde, bij frequenties boven 20 000 Hz, waargenomen effecten, verdient het de voorkeur onder ultrageluid alle frequenties boven 8000 Hz te verstaan. Ultrageluid komt in onze maatschappij eigenlijk pas sinds 1945 voor als gevolg van de zich verder ontwikkelde techniek. Aanvankelijk kwam ultrageluid alleen voor bij straalvliegtuigen die naast het hoorbare geluid tevens in belangrijke mate geluid boven 20 000 Hz produceren. In de industrie hebben diverse technische ontwikkelingen geleid tot het optreden van ultrageluid. In de meeste gevallen betreft het apparatuur die specifiek voor ultrasonore toepassing is ontworpen, zoals ultrasonoor reinigen, lassen en boren, en ultrasonoor niet-destructief materiaalonderzoek. Verder worden ultrasonore trillingen toegepast in de medische techniek, zowel voor diagnose als voor therapie (lit. 124). Daar hoogfrequent geluid bij voortplanting door de lucht sterk wordt geabsorbeerd, zijn eventuele effecten van ultrageluid meestal alleen van belang voor afstanden in de orde van grootte van enkele meters. Waargenomen effecten zijn hoofdpijn, druk op de oren, gevoel van onbehagen, misselijkheid en duizeligheid. Verder zijn, vooral bij proefdieren, lichamelijke effecten geconstateerd zoals vertroebeling van de ooglens en evenwichtsstoringen. Bij direct contact met de trillingsbron kan verlamming optreden van vingers, handen en onderarmen (lit. 124). Hoe belangrijk de effecten van ultrageluid zijn, is nog onbekend. Van dosis-effectrelaties is vooralsnog geen sprake. Wel is het zeker dat bij hoge niveaus negatieve effecten zullen optreden (lit. 62). !n een aantal landen zijn dan ook, zo goed en zo kwaad mogelijk, normen voor ultrageluid gesteld. Ook in ons land is door het Directoraat-Generaal van de Arbeid een bepaalde normstelling voorgesteld (lit. 124).
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
63
Infrageluid is geluid met frequenties beneden het voor jonge mensen hoorbare frequentiebereik (dat wil zeggen beneden ca. 20 Hz). Voor frequenties van ca. 2 tot 100 Hz vindt de waarneming van infrageluid niet alleen via het oor plaats maar tevens via de rest van het lichaam. Zo kan bij voorbeeld infrageluid met een frequentie rond 10 Hz een gevoel van ongemak veroorzaken door het in trilling raken van de stembanden. Extreem hoge niveaus van infrageluid kunnen effecten veroorzaken die vergelijkbaar zijn met «lichte stress-achtige» reacties. Verschillende organen van het lichaam kunnen in resonantie geraken (lit. 126). De lange-termijngevolgen hiervan zijn nog onbekend (lit. 127). Trillingen kunnen effecten veroorzaken als hinder, gevoel van ongemak en soms angst, en verder resonanties van het evenwichtsorgaan (0,1 tot 0,2 Hz), van de inhoud van buik-borstholte (4 tot 8 Hz) en van de ogen in de kassen (40 tot 70 Hz) (lit. 128). Aangezien trillingen en (ultra)geluid vaak met elkaar gepaard gaan, is het in dergelijke gevallen niet duidelijk in hoeverre de effecten het gevolg zijn van trillingen of van geluid. Over de effecten van trillingen en ultrageluid is nog weinig bekend. In een Nederlandse literatuurstudie werd geconcludeerd dat er nog onvoldoende gegevens zijn voor het opstellen van dosis-effectrelaties voor trillingen (lit. 129). Wat betreft de werkomgeving kunnen trillingen behalve hinder ook slechtere werkprestaties veroorzaken (lit. 15). Voor de bediening of besturing van apparaten en voertuigen zijn, om gezondheidsredenen, normen gesteld voor maximaal te accepteren trillingen (lit. 131). Waarschijnlijk voornamelijk in verband metde veenachtigebodemgesteldheid van grote delen van het land is uit verschillende hinderonderzoeken in Nederland gebleken dat er, wat betreft de woonomgeving, aanzienlijke trillinghinder voorkomt van met name treinen en zware vrachtauto's (lit. 130 en 56s). Bij geluidsniveaus van 60 dB(A) wordt ca. 40% van de betreffende bewoners door trillingen gehinderd, terwijl hierbij een veel groter percentage dan 40% het trillen van de woning meldt. Niet alleen de mens maar ook de fauna kan negatieve effecten ondervinden van lawaai. Dit blijkt bij voorbeeld uit het gebruik van akoestische afweermiddelen tegen vogels die in de fruitteelt, de landbouw en op vliegvelden in gebruik zijn. Van uitgebreid dosis-effectonderzoek naar de gevolgen van geluid op de wilde fauna is nog nauwelijks sprake geweest. Bij proefdieren, die in laboratoriumsituaties blootgesteld werden aan lawaai, zijn toename van agressie, een verhoogde bloeddruk en tijdelijke of permanente gehoorbeschadiging geconstateerd; effecten die vergelijkbaar zijn met die op de mens (lit. 131b, 131c, 131f, 131 h t/m k). Bij muizen is aangetoond dat door lawaai de weerstand tegen bepaalde ziekten afnam en dat effecten optraden zoals vroegtijdige beëindiging van de zwangerschap, verhoging van het aantal doodgeboren en misvormde jongen en verlaging van het geboortegewicht (lit. 131f). In de natuur zijn onder invloed van geluid een aantal gedragsveranderingen geconstateerd zoals: stoppen van de activiteit, wegvluchten, opvliegen etc. In een aantal gevallen ontstaat hierdoor hinder of schade voor de betrokken dieren, bij voorbeeld het oplopen van verwondingen, sterfte van eieren en jongen (afkoeling, beschadiging, verloren gaan contact moederjong) en een algehele verzwakking (lit. 131d en 131e). Dieren waarvan bekend is dat zij in belangrijke mate hinder van lawaai ondervinden zijn: weidevogels, ganzen, sommige watervogels, korhoenders, roofvogels, reeën en herten (lit. 131e en 131g). In een studie is aangetoond dat de nestdichtheid bij weidevogels afneemt naarmate de nesten zich dichter bij een autoweg bevinden (lit. 131m). Met name de gevolgen voor kleinere dieren zijn echter nog in het geheel niet bekend. Het feit dat sommige dieren ultrageluid kunnen waarnemen (bij voorbeeld sommige knaagdieren en vleermuizen) doet vermoeden dat door nader onderzoek ook ten aanzien van de effecten van dit hoogfrequente geluid problemen zullen worden gesignaleerd.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
64
Hoewel bij bepaalde dieren een zekere vorm van gewenning kan optreden - broedende vogels op schietterreinen en vliegvelden - moet hierbij de kanttekening worden gemaakt dat het nog de vraag is of hier sprake is van werkelijke gewenning. De kans bestaat dat er meer sprake is van tolerantie, accepteren van lawaai om andere hinder veroorzakende factoren (bij voorbeeld recreanten, hoge overbezetting etc.) te vermijden. Dieren hebben per soort, per individu en naar omstandigheden (voortplantingstijd, trek) een verschillende gevoeligheid voor geluid, waardoor eenduidige normen ter voorkoming van hinder en/of schade moelijk te bepalen zijn. De normen die voor stiltegebieden gelden lijken in eerste instantie voor de fauna een redelijke beperking van het geluidsniveau, maar ook buiten deze gebieden dient steeds aandacht te worden geschonken aan de gevolgen van geluidhinder op de fauna. Economische
gevolgen
Naast de gevolgen van lawaai voor de gezondheid is het zinvol tevens aandacht te besteden aan de economische gevolgen. Als lawaai financieel kan worden gekwantificeerd is het mogelijk dit aspect te betrekken bij kostenbatenanalyses ten behoeve van het verkrijgen van een uitspraak over de maatschappelijke wenselijkheid van een beleidsactie. Dergelijke acties kunnen bij voorbeeld zijn het aanleggen van een weg of een luchthaven, het verdraaien van een landingsbaan, het uitvoeren van een verkeerscirculatieplan of het aanbrengen van geluidreducerende maatregelen als geluiddempers, geluidschermen en gevelisolaties. Een dergelijke economische waardering van lawaai kan tevens bruikbaar zijn bij het beoordelen van varianten van een zelfde beleidsactie, zoals verschillende tracémogelijkheden voor een aan te leggen weg, meer in het algemeen in het kader van de Milieu-Effect-Rapportage. Ook zijn dan wellicht betere vergelijkingen mogelijk tussen beleidsacties van verschillende aard, zoals bij voorbeeld bij de vraag of voorrang moet worden gegeven aan maatregelen tegen luchtverontreiniging of aan geluidreducerende maatregelen. In het kader van de lawaaibestrijding in Nederland is aandacht besteed aan de financiële consequenties van maatregelen gericht op het terugdringen van geluidhinder. Aan de baten hiervan is tot nu toe voornamelijk aandacht besteed in termen van volksgezondheid. De afweging van deze gezondheidsbaten tegen de kosten is een politieke zaak. Men zou echter eveneens de financiële gevolgen van lawaai, en de financiële besparing door lawaaibestrijding, kunnen beschouwen. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen bij voorbeeld kosten in verband met (voorkomen of genezen van) ziekte en arbeidsongeschiktheid, kosten in verband met verminderde produktiviteit en fouten bij uitvoering van taken (lit. 15), waardedaling van onroerend goed en economische gevolgen voor bedrijven zoals die uit de horeca-, hotel- en (stilte)recreatie-branche. Ook zou men zoiets als derving van leefkwaliteit kunnen beschouwen. Onder de financiële gevolgen in verband met ziekte en dergelijke kan men verstaan verzekeringsuitkeringen naar aanleiding van gehoorverlies en ongevallen opgelopen door lawaai in bedrijven, kosten van gehoorbeschermingsmiddelen in bedrijven, kosten samenhangend met toename in ziekteverzuim door lawaai en kosten van medicijngebruik en medische behandeling. Uitkeringen naar aanleiding van gehoorbeschadiging vormen bij voorbeeld in West-Duitsland een belangrijke kostenpost. Voor een belangrijke groep van verzekeringsmaatschappijen geldt dat gehoorbeschadiging in 1977 de helft van alle in het bedrijf opgelopen ziekten uitmaakt. De over dat jaar uitgekeerde verzekeringsbedragen omvatten een totaal bedrag van ca. een half miljard DM. Dit bedrag neemt tot nu toe jaarlijks sterk toe. Deze verzekeringsmaatschappijen zien industriële lawaaibestrijding als een belangrijke mogelijkheid om de uitkeringskosten in sterke mate te drukken (lit. 132).
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
65
Behalve gehoorbeschadiging kan lawaai ook ongevallen, en daarmee samenhangende kosten, tot gevolg hebben (lit. 8 en 12). Belangrijke kostenbesparing door lawaaibestrijding is ook op andere punten mogelijk, zoals bij voorbeeld is gebleken in een Oostenrijks bedrijf. Door geluidwerende voorzieningen van S 474000 werd het totaal uitkeringsbedrag voor gehoorverlies verminderd met S 373 000 per jaar, maar werd bovendien S 30 000 per jaar aan gehoorbeschermingsmiddelen bespaard (lit. 132a). In welke mate lawaai aan het ziekteverzuim bijdraagt, is (nog) niet bekend. Een bepaald oorzakelijk verband is echter wel waarschijnlijk (lit. 12 en 91). De hiermee gepaard gaande kosten zouden aanzienlijk kunnen zijn. In Nederland kan men van lawaaibestrijding op de arbeidsplaats belangrijke macro-economische voordelen verwachten voor het bedrijfsleven en de sociale zekerheidssector (lit. 133). Ook in verband met door lawaai veroorzaakte toename in medicijngebruik zoals slaap- en kalmeringsmiddelen en bloeddruktabletten en toename in het aantal medische behandelingen moet men met belangrijke kosten rekening houden (lit. 51 en 61). Een voorbeeld van het groeiende besef van de kosten van medische gevolgen van lawaai is wellicht het in 1982 ingediende bezwaarschrift van 7 huisartsen in Zuid-Limburg tegen de uitbreiding van het vliegveld Beek, met daarin genoemd een verwachting van de toename in kosten van gezondheidszorg (lit. 134). De uit enkele onderzoeken gebleken produktiviteitsvermindering door lawaai in bedrijven (lit. 8, 9 en 15) heeft ongetwijfeld ook grote financiële consequenties. De grootte hiervan is in het algemeen echter nog onbekend. De waardedaling van onroerend goed ten gevolge van lawaai is een duidelijk gegeven. Voor de kwantificering hiervan zijn verschillende methoden ontwikkeld (lit. 135). Deze methoden zijn tot nu toe niet echt bevredigend gebleken maar duiden wel op bedragen van grote omvang (lit. 136). Wat betreft de «derving van leefkwaliteit» zijn een aantal modellen ontwikkeld die gebaseerd zijn op de subjectieve inschatting van financiële compensatie voor het leven in lawaai (lit. 135). Ook dergelijke benaderingen leiden tot grote bedragen die overigens onderling sterk uiteenlopen, afhankelijk van het toegepaste model. Er bestaat echter twijfel of het vertalen van leefkwaliteit in geld wel reëel is (lit. 136). Een afweging tussen leefkwaliteit en bij voorbeeld kosten van geluidwerende voorzieningen is vooral een politieke zaak. Waarderingsmodellen van leefkwaliteit kunnen misschien wel van belang zijn om te voorkomen dat men de negatieve beleving van lawaai bij beleidsafwegingen niette gemakkelijk onderschat. Concluderend kan worden gesteld dat aan lawaai diverse financieel-economische gevolgen kunnen worden toegekend, waarvan een deel in principe wel kwantificeerbaar is en een ander deel niet. De desbetreffende kosten zijn waarschijnlijk hoog maar zijn (nog) niet goed bekend. 9. Onderzoek In het Indicatief Meerjaren Programma Geluid 1981-1985 is aangekondigd dat in 1982 de bestaande onderzoekprogramma's op het gebied van Verkeerslawaai, Woongeluid, Railverkeerslawaai, Industrielawaai, Toestellen, Luchtvaartlawaai en Bijzondere Geluidonderwerpen zullen worden samengevoegd tot één onderzoekprogramma. Het afsluiten van deze onderzoekprogramma's houdt verband met het feit dat de in voornoemde programma's opgenomen projecten grotendeels betrekking hadden op de onderbouwing van de Wet geluidhinder en op nadere uitvoeringsbesluiten. Daar een belangrijk deel van deze besluiten inmiddels is opgesteld, kwam de behoefte aan een groot aantal projecten te vervallen. Mede als gevolg hiervan is de onderzoekinspanning in belangrijke mate afgebouwd. Werd in 1980 nog voor 6 min. aan onderzoek opgedragen, voor de komende jaren zal, zoals in het IMP-geluid 1982-1986 is opgenomen, het jaarlijkse budget beperkt kunnen blijven tot f 4 min.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
66
In het voor de komende jaren opgestelde Onderzoekprogramma Geluidhinder is accent gelegd op - de invloed van geluid op de gezondheid, - geluidhinderbestrijding aan de bron, - beïnvloeding milieuvriendelijk gedrag, - voorlichting en scholing, - afscherming en geluidwering, - verdere beleidsontwikkeling, - toezicht en controle, - financieel-economische aspecten. Dit programma is afgestemd op het op voordracht van de Minister van Sociale Zaken vastgestelde onderzoekprogramma «Lawaaibestrijding op de arbeidsplaats». Het ligt in mijn voornemen per periode van 5 jaar over de voortgang van het onderzoek in het kader van beide onderzoekprogramma's verslag te doen, als onderdeel van het Indicatief Meerjaren Programma Geluid. Daar een dergelijk uitgebreid overzicht eerder werd gepubliceerd in het Voorlopig Indicatief Meerjaren Programma Geluid 1980-1984 zal de voortgang van het geluidonderzoek worden opgenomen in het IMP-Geluid 1985-1989. Het door mij vastgestelde Onderzoekprogramma Geluidhinder dat in de komende jaren nader uitgewerkt zal worden is opgenomen in een bij dit IMP behorende bijlage. 10. Financiële aspecten 10.1 Ontwikkeling van uitgaven In samenhang met de inwerkingtreding van enkele belangrijke onderdelen van de Wet geluidhinder heeft vanaf 1982 een structurele verhoging van de voor deze wet in de begroting opgenomen middelen plaatsgevonden. Het uitgavenniveau in 1982 zoals opgenomen in het IMP-Geluid 1982-1986, ad ca. f 109 min. impliceerde een stijging van ca. f70 min. ten opzichte van de begroting 1981. Door middel van deze stijging zijn de voorwaarden geschapen om de bij de lagere overheden levende behoefte tot aanpak van de geluidhinderproblematiekop enkele terreinen financieel te ondersteunen. Wel werd reeds in het IMP-Geluid 1982-1986 opgemerkt dat een volledige financiële vertaling van de verschillende in het IMP-Geluid opgenomen beleidsvoornemens een extra reservering op de diverse begrotingshoofdstukken zou vergen van in totaal ruim f40 min. in 1983 oplopend tot ca. f70 min. in 1986. Daar een vergelijkbare discrepantie eveneens kon worden geconstateerd bij andere milieuwetten is, als reeds bij de behandeling van de begroting voor 1982 medegedeeld, deze problematiek in gezamenlijk werkgroepverband met het Ministerie van Financiën nader bestudeerd. Geconstateerd werd dat uitvoering geven aan de beleidsvoornemens ter zake van industrielawaai, spoorweglawaai en geluidhinder van buitenlandse vliegvelden, welke voornemens in vorige IMP's onder voorbehoud van nadere budgettaire besluitvorming waren gepresenteerd, thans een iets beperkter extra beslag op kasmiddelen zouden vergen dan voorzien. Gegeven de budgettaire situatie is voor de begroting 1983 besloten door een verdere fasering van de sanering verkeerslawaai voor dit nieuwe beleid ruimte te scheppen.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17600 hoofdstuk XVII, nr. 20
67
Tabel 1. Raming van uitgaven geluidhinderbestrijding (in min.)' 1982 1982 te verw. (conform IMP 8 2 - 8 6 ) realisatie Beleidsonderbouwend onderzoek Stimulering bronbestrijding Bijdragen apparaatskosten lagere overheden 4. Bijdrage algemeen akoestisch onderzoek 5. Bijdragen stiltegebieden Bijdragen maatregelen wegverkeerslawaai' — preventie — gekoppelde sanering — sanering langs rijkswegen — overige urgente sanering Bijdragen maatregelen industrielawaai Bijdrage maatregelen spoorweglawaai Bijdragen maatregelen buitenlandse vliegvelden 10. Overige subsidies, voorlichting, scholing en educatie 1. 2. 3.
3 2,7 22
4 3,7 26
6,5 1
6,5
-
27,9 20,5
22 10,3
23,4
23
1983 (conform IMP 8 2 - 8 6 ) 3 3,5 26
105
193C 4 3,5 26
1984
'87
1985
1986
4 4
4 5
4 6
4 7
26
26
26
26
1987
5,5 1
5,5 1
—
28,1 23,4
20 10 15 7,4
18 10 15 13,9
16 10 15 19,6
14 10 15 25,5
12 10 15 31,6
10
15
15
15
15
18,9 3
109
Voorzient uitgaven '83
113,4
1
-
1
— 1
-
1
2'
-'
_>
_'
_
5
5
5
5
5
2
2
2
2
2
111,4
113,9
118,6
123,5
128,6
109,4
113,9
118,6
123,5
128,6
}
Opgenomen in de begroting van het Minister van Verkeer en Waterstaat
' De bedragen voor 1982 zijn gebaseerd op verplichtingenbasis, de overige jaren op kasbasis. V o o r 1982 gold conform de begroting een kasbasis van f 99 m i n .
:
Ten opzichte van het IMP-Geluid 1982—1986 is een andere onderverdeling van deze uitgavencategorie gekozen. De bedragen voor «projectopzet/begeleiding» zijn nu in de genoemde subcategorieën begrepen. Bijdragen maatregelen industnelawaai is afzonderlijk opgenomen.
' Voor maatregelen spoorweglawaai is in 1383 binnen de begroting van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat een bedrag van f 2 min. opgenomen. Zo nodig zal binnen de begrotingspost Wet geluidhinder nog voor een additioneel bedrag van maximaal f 2 m i n . compensatie plaatsvinden ter financiering van maatregelen spoorweglawaai.
Teneinde te voorkomen dat bij de lagere overheden langere tijd onzekerheid zou bestaan met betrekking tot de meerjarenplanning van in het bijzonder de uitvoeringsmaatregelen op het terrein van industrielawaai, spoorweglawaai en de geluidhinder van buitenlandse vliegvelden en een preventief beleid op deze terreinen niet van de grond zou komen, heeft binnen het beschikbare begrotingsbedrag voor 1983 en volgende jaren zoals is aangegeven in tabel 1 een herverdeling van de voorziene uitgaven plaatsgevonden. Bij deze herverdeling is met name het uitgavenniveau van «maatregelen wegverkeerslawaai» (in het bijzonder de saneringsmaatregelen) verlaagd ten opzichte van het in het IMP-Geluid 1982-1986 voorziene niveau. Door deze verlaging is ruimte geschapen voor maatregelen ten behoeve van onder andere industrielawaai, spoorweglawaai en de geluidhinder van buitenlandse vliegvelden. Door deze herverdeling kan de evenwichtige opbouw van het geluidhinderbeleid waarin prioriteit wordt gegeven aan preventie en urgente sanering worden voortgezet. De grootste knelpunten op de verschillende terreinen kunnen daadwerkelijk worden aangepakt. Dat daarmee evenwel een perspectief op de totale afronding van het saneringsproces op de verschillende deelterreinen binnen een redelijk te achten periode niet kan worden geboden, zal duidelijk zijn. Overigens heeft ook binnen het begrotingsbedrag voor 1982 een vergelijkbare herverdeling, zij het van beperkte aard, plaatsgevonden. Ten opzichte van de raming van uitgaven voor dit jaar in het IMP-Geluid 1982-1986 heeft een beperkte verlaging van de uitgaven ten behoeve van maatregelen
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
68
wegverkeerslawaai plaatsgevonden, ten einde voor enkele projecten op het gebied van industrielawaai, spoorweglawaai en de geluidhinder van buitenlandse vliegvelden ruimte te creëren. Het totale uitgavenniveau voor 1982 is in het kader van de Voorjaarsnota met f4 min. verlaagd, ter gedeeltelijke compensatie van de lagere heffingopbrengst in dit jaar. 10.2. Verloop van middelen In tabel 2 is een overzicht opgenomen van de middelen ter financiering van de voorziene uitgaven. Naast de heffingen ten behoeve van wegverkeerslawaai en industrielawaai is een structurele financiering uit de algemene middelen voorzien. Deze financiering strekt ten behoeve van uitgavencategorieën waartegenover geen heffingen geplaatst staan (stiltegebieden, buitenlandse vliegvelden, en dergelijke). De heffing wegverkeerslawaai is per 1 mei 1982 verhoogd tot f 1,42 per hl. Daar deze verhoging later dan de oorspronkelijk beoogde datum van 1 maart 1982 werd gerealiseerd ligt de opbrengst in 1982 ca. f 14 min. lager dan de oorspronkelijke raming van f99 min. Uitgaande van de inwerkingtreding van de heffing industrielawaai per 1 oktober 1982, hetgeen afhankelijk is van de tijdige afronding van de parlementaire behandeling ter zake, wordt in 1982 een bedrag van f 10 min. verschuldigd. Voor 1983 is een verhoging van de beide heffingen voorzien. De opbrengst van de heffing wegverkeerslawaai zal in 1983 f 103,4 min. bedragen; een hiertoe strekkend ontwerp-besluit is op 15 juli 1982 in de Nederlandse Staatscourant gepubliceerd. De tarieven zullen in beperkte mate worden verhoogd van f 1,42 naar f 1,49 per hl. Voor de heffing industrielawaai is in 1983 een opbrengst van f20 min. voorzien. Het verschil tussen het totale niveau van uitgaven en middelen dat bij vergelijking van de tabellen 2 en 3 naar voren komt hangt samen met de «aflossing» van voorfinanciering uit algemene middelen in 1979 en 1980 van uitgaven wegverkeerslawaai en industrielawaai, welke uit heffingen gefinancierd behoren te worden. Voor de jaren na 1983 komen uitgavenen middelenniveau overeen. Tabel 2. Verloop middelen Wet geluidhinder (in min.) 1982' (te verw. realisatie) Heffing wegverkeerslawaai Heffing industrielawaai Algemene middelen
85
103,4
10 10 105
1
1983
1984
1985
1986
1987
78,9
83,6
88,5
93,6
20 10
25 10
25 10
25 10
25 10
133,4
113,9
118,6
123,5
128,6
Verplichtingenbasis.
10.3 Stimulering
bronbestrijding
In het kader van de stimulering van bronbestrijding, waarop in hoofdstuk 5 reeds is ingegaan, worden onder andere subsidies en kredieten verstrekt ten behoeve van de ontwikkeling van stillere produkten en toestellen en dergelijke. Zo zijn projecten in uitvoering ter reductie van de geluidemissie van betontegelpersen, alsmede de reductie van de geluidemissie van vrachtwagens en tractoren.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17600 hoofdstuk XVII, nr. 20
69
Naast een stimulering van de ontwikkeling van stillere toestellen is van eminent belang dat zorg wordt gedragen voor de toepassing van de resultaten daarvan. Verschillende instrumenten zijn op de stimulering van de vraag naar stillere produkten en toestellen gericht (bij voorbeeld WIR, geluidkeur). In enkele gevallen wordt in de introductiefase een meer rechtstreekse financiële bijdrage ten behoeve van de aanschaf van stillere toestellen verstrekt (een voorbeeld hiervan vormen de meerkosten van de nieuwe generatie stads- en streekbussen). Op deze wijze wordt de kostendrempel bij het op de markt brengen van deze toestellen weggenomen. Met name de subsidiëring in het kader van het overheidsaanschaffingenbeleid leent zich hiertoe. 10.4 Bijdragen apparaatskosten lagere overheden De vergoeding van apparaatskosten vindt plaats via een gemengd systeem. Enerzijds vindt een algemene vergoeding plaats van algemene taken van administratief/bestuurlijk of technisch/bestuurlijke aard; dit vormt in wezen de noodzakelijke kernbemanning in een gemeente of provincie. Daarenboven vindt middels een systeem van project- of planfinanciering een vergoeding plaats van de specifieke projectgebonden werkzaamheden. In werkgroepverband wordt in overleg met vertegenwoordigers van onder andere de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het lnterprovinciaal Overleg (IPO) nagegaan welke maatstaven ten behoeve van de vergoeding van algemene taken dienen te worden gehanteerd. Voor wat betreft de gemeenten is daarbij de laatste jaren uitgegaan van het inwonertal. Aan deze maatstaf zijn een aantal bezwaren verbonden, welke bijvoorbeeld ook zijn gesignaleerd ten aanzien van de inwonersmaatstaf in het Gemeentefonds. Nagegaan wordt of en in hoeverre het mogelijk is om over te gaan op een bebouwingsmaatstaf. Op deze wijze kan het bezwaar dat onder andere van de zijde van de grote gemeenten tegen de inwonersmaatstaf naar voren is gebracht worden ondervangen. Voor wat betreft de provincies zijn verschillende maatstaven in onderzoek. Dit betreft naast de inwonersmaatstaf onder andere de bevolkingsdichtheid. De maatstven zullen worden opgenomen in een algemene maatregel van bestuur ex artikel 135, eerste lid onder d, welke in principe voor eind 1982 zal worden afgerond. Als onderdeel van het totale onderzoek naar decentralisatie op het terrein van milieuhygiëne wordt nagegaan op welke wijze en op welke termijn overheveling naar het Gemeentefonds en Provinciefonds kan plaatsvinden. Het ligt in de bedoeling om dit voor de vergoeding aan gemeenten met ingang van 1985 te doen. Bij circulaire van 15 januari 1982 is aan de lagere overheden mededeling gedaan van de mogelijkheid om van de zijde van het departement een subsidie toe te kennen in de aanloopkosten van samenwerkingsverbanden op geluidgebied. Vooreen aantal intergemeentelijke samenwerkingsverbanden c.q. andere samenwerkingsvormen is van deze mogelijkheid voor het verkrijgen van een zogenaamde «startsubsidie» reeds gebruik gemaakt. Voorts zijn nog een aantal aanvragen in behandeling. 10.5 Bijdragen maatregelen
wegverkeerslawaai
Als kader voor de toekenning van deze bijdragen fungeert de Bijdrageregeling wegverkeerslawaai. In onderdeel 3.6 is aangegeven dat een viertal categorieën van maatregelen vooreen bijdrage in aanmerking komen. Dit betreft: 1. preventie: bouwplannen op grond van bestemmingsplannen vastgesteld voor 1 januari 1982; 2. gekoppelde sanering: maatregelen ten behoeve van geluidwering in combinatie met thermische isolatie van woningen of onderhouds- of renovatiewerkzaamheden aan de gevel; 3. urgente sanering; 4. sanering bij reconstructie van een weg.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
70
In 1981/1982 is door gemeenten in grote mate gebruik gemaakt van de bijdrageregeling. Dit betreft in het bijzonder de categorie «preventie» en de urgente sanering langs hoofdwegen. Van de categorie «gekoppelde sanering» wordt in mindere mate dan werd verondersteld gebruik gemaakt; hierbij speelt een duidelijke aanloopproblematiek. Er wordt naar gestreefd om voor de categorieën «preventie» en «gekoppelde sanering» alle projecten die aan de gestelde criteria voldoen te honoreren. Afwijzingen op budgettaire gronden zou hierbij immers zonder meer tot hogere kosten in de toekomst leiden. Een zelfde opstelling kan niet voor de urgente saneringsprojecten worden gevolgd. Voor deze projecten is een prioriteitenstelling en meerjarenplanning onontkoombaar. In de bijdrageregeling is dit tot uitdrukking gebracht door de additionele voorwaarde dat van deze mogelijkheid alleen gebruik gemaakt kan worden voor door de Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne aangewezen projecten, gebieden of gemeenten. In 1982 zijn als zodanig vooralsnog de navolgende projecten onder de categorie «urgente sanering» gebracht. Gemeente
Project
Uitvoeringstermijn
Globale indicatie bedrag (min.)
Projecten langs de hoofdwegen volgens het structuurschema Verkeer en Vervoer Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg
A2 A2 A2 A2 A2 A2 A4
Neerijnen Vinkeveen Maarssen IJsselsteyn 's-Hertogenbosch Maastricht Leiderdorp
1984-1986 1983-1984 1982-1983 1982-1983 1985-1987 1981-1983 1982-1983
1* 4,5 1.8 0.4 1* 4 1,6
Rijksweg A 4 / A 9 Rijksweg A 7 / A 5 0
Haarlemmermeer/Badhoevedorp Haskerland
1982—1983 1985-1987
3,5 1*
Rijksweg A8 Rijksweg A9
Zaanstad Amstelveen
1983-1985 1982-1983
2* 9
Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg
A12 A12 A12 A12 A13 A13 A15 A16
Reeuwijk Driebergen Maarn Arnhem Delft Rotterdam, Overschie Sliedrecht Rotterdam, van Brienenoordcorridor
1983-1984 1983-1984 1983-1984 1985-1986 1982-1984 1982-1983 1983-1987 1985-1987
1,3 1 1,6 0,4 4 0,6 0,5 12*
Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg
A16 A19 A27 A27
Prinsebeek Rotterdam, Pernis Oosterhout Dussen, Hank
1985-1987 1983-1985 1983-1984 1983-1986
0,4* 2* 1,4* 1*
Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg
A27 A28 A28 A33 A67
Maartensdijk, Groene Kan Harderwijk Zwolle Rolde Waalre
1984-1987 1984-1987 1984-1986 1985-1987 1983-1984
1* 1* 6 1* 1
1983-1984 1983-1987
1,4 2,5
Projecten langs niet-hoofdwegen Rijksweg Rijksweg Rijksweg Rijksweg
* Deze met een sterretje gemerkte bedragen zijn slechts zeer globale schattingen.
222 222/ A12 260
Utrecht Utrecht, Hoograven Breda
1984-1986
3
Weg der Verenigde Naties Westelijke Randweg Westelijke Randweg
Groningen
1983-1984
1
Bloemendaal Haarlem
1983-1984 1983-1984
0,7 1
Provinciale weg S3 Provinciale weg Westelijke Randweg/ Rijksweg A76
Renkum Zaanstad Geleen
1985-1987 1985-1987 1985-1987
1* 1* 1*
Totaal saneringskosten over 1 9 8 3 - 1 9 8 7
78,6
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
71
Voor 1983 en volgende jaren zal binnen enkele maanden uit de in het Bijzonder deel B opgenomen aanmeldingen van gemeenten een aanwijzing van projecten plaatsvinden. Daarbij zal de nadruk worden gelegd op urgente saneringsprojecten langs hoofdwegen, waarbij middels geluidoverdrachtbeperkende maatregelen de bestaande geluidhinder wordt teruggedrongen. Deze nadruk vloeit voort uit de ernst van de geluidhinderproblematiek in deze situaties en de behoefte bij gemeenten en provincies om tot een daadwerkelijke aanpak daarvan te komen. In tegenstelling tot het binnenstedelijk gebied zijn maatregelen samenhangend met verkeersregulering in deze situaties in het algemeen niet mogelijk. Voor wat betreft het binnenstedelijk gebied dient in eerste instantie de nadruk te worden gelegd op verkeersregulerende maatregelen. Op deze wijze kan veelal op effectieve wijze een belangrijke reductie van geluidhinder plaatsvinden. De mogelijkheden worden onderzocht om ook in de kosten van deze verkeersregulerende maatregelen bijdragen toe te kennen. Deze bijdragen zouden zich beperken tot die situaties waarbij niet of in onvoldoende mate uit anderen hoofde financiering daarvan kan plaatsvinden. Gezocht wordt naar mogelijkheden om tot een meer gedecentraliseerde besluitvorming over de uitvoering van projecten te kunnen komen. Een eerste stap daarin wordt gevormd door een systeem van budgetafspraken met de vier grote gemeenten. In dit systeem wordt voor een belangrijk deel van de projecten afgezien van een gedetailleerde projectbeoordeling voorafgaande aan de start van de werkzaamheden. Voorts vindt de toekenning van bijdragen niet per project, doch voor het totaal quotum van projecten plaats. Op deze wijze wordt een grotere financiĂŤle verantwoordelijkheid bij de betrokkenen gelegd. De budgetafspraken belopen vooralsnog de navolgende totaalbedragen (preventie en gekoppelde sanering): 1982 Amsterdam Rotterdam 's-Gravenhage Utrecht
3 4,5 2 2
1983 min. min. min. min.
11,5 m i n .
6 6 4 2
min. min. min. min.
18 min.
In het kader van de decentralisatie van besluitvorming, waarbij de provincie een meer centrale rol in de projectbeoordeling kan krijgen, wordt tevens nagegaan of daarbij een passende financieringsstructuur middels eigen provinciale heffingen kan worden gecreĂŤerd. Het gaat hierom een onderdeel van het totale veld van milieuhygiĂŤne over de mogelijkheden tot decentralisatie waarvan besluitvorming zal plaatshebben in het kader van het door de Regering ter zake te voeren beleid. 10.6. Bijdragen maatregelen
industrielawaai
In het IMP-Geluid 1982-1986 is aangekondigd dat reeds vooruitlopend op de inwerkingtreding van de onderdelen industrielawaai van de Wet geluidhinder bijdragen kunnen worden toegekend ten behoeve van zoneringsonderzoek bij bestaande industrieterreinen. Voor circa 30 projecten is in de periode tot 1 september 1982 van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Deze projecten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Ten behoeve van een eenvoudige wijze van behandeling van aanvragen is een standaardformulier ontworpen en aan de gemeenten en provincies toegezonden.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
72
Tabel. Financiering akoestisch onderzoek zonering/sanering industrieterreinen (stand 1 augustus 1982) Project 1
Nederweert
2 3 4 5
Borculo Leeuwarden Amsterdam Drenthe (Gasselternijveen) Huissen Maastricht Breda Goirle Grave Meerloâ&#x20AC;&#x201D; Wanssum Best Maarheze Tilburg Veendam Hontenisse Druten
6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
1981 Eindhovensebaan/Nieuwstraat/Winnerstraat en industrieterrein Rijksweg Zuid Weiproduktenfabriek Industrieterrein Leeuwarden-Oost Stork Werkspoor Diesel A V E B E Oostermoer
f f
175 641 22 537 4 0 030
Industrieterrein Looveer Industrieterrein Boschpoort Industrieterrein Breda Noord Motorcrossterrein gelegen aan De Loopgraven Betonfabriek Savelkans Industrieterrein Wanssum Industrieterrein Noord Motorcrossterrein De Koekoek Industrieterrein Loven Industrieterrein Ommelanderwijk Industrieterrein Walsoorden Drie industrieterreinen en een motorcrossterrein
Totaal In behandeling zijn: 18 Axel 19 Rheden 20 Dinteloord 21 Vlissingen 22 Vianen 23 Tietjerksteradeel 24 Ruurlo
1982
20 000
f
258 208
f
1983
40 34 167 102
780 494 712 330
59 18 316 103 23 6 27 60 19 82 29 105 192
360 144 240 900 010 490 576 180 824 600 362 000 690
1 3 8 9 692
f
18 144 245 440
20 309 35 400
f
319 293
Motorcrossterrein Industrieterrein Haveland Suikerfabriek Dinteloord Industrieterrein Buitenhaven/De Schelde Industrieterrein Centrum Industrieterreinen Suameer en Bergum-Zuid Industrieterrein Schansekamp
Blijkens de door de gemeenten en provincies ingediende IMP's zullen in de komende jaren omvangrijke werkzaamheden ten behoeve van de zone-vaststelling en het onderzoek naar de te treffen saneringsmaatregelen noodzakelijk zijn. Mede door een recent inventarisatie-onderzoek dat in opdracht van mijn departement in overleg met provincies en gemeenten is uitgevoerd bestaat nu een redelijk totaalbeeld van de industrieterreinen die onder de zoneringsverplichting van de Wet geluidhinder zullen vallen. In de terugmelding op de door gemeenten en provincies ingediende IMP's zullen reserveringen voor de te verrichten akoestische onderzoeken worden opgenomen. In 1983en 1984zal een belangrijk deel van de uitgavencategorie ÂŤbijdragen maatregelen industrielawaaiÂť bestemd zijn voor deze onderzoeken. Daar waar blijkens het akoestisch onderzoek sprake is van een saneringssituatie en derhalve een saneringsprogramma wordt opgesteld, kunnen ten behoeve van de te treffen maatregelen, met inachtneming van bepaalde criteria, bijdragen worden verstrekt. Voor zover de maatregelen op het industrieterrein zelf worden getroffen (bronbestrijding) kan primair een schadevergoeding worden toegekend ex artikel 124, eerste lid, van de Wet geluidhinder. Algemene criteria die daarbij conform de tekst van dit artikel worden gesteld betreffen: 1. de kosten dienen rechtstreeks uit de sanering en het op basis daarvan te nemen vergunningbesluit voort te vloeien; 2. slechts kosten of schade die redelijkerwijs niet of niet geheel ten laste van de betrokken inrichting behoren te blijven, komen voor vergoeding in aanmerking; 3. een schadevergoeding wordt niet verstrekt voor zover op een andere wijze in een redelijke vergoeding is of kan worden voorzien; 4. een vergoeding wordt naar billijkheid bepaald.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
73
Recentelijk heb ik de provincies en gemeenten in algemene zin geïnformeerd over de toepassing van deze criteria bij de schadevergoedingsartikelen in de verschillende milieuwetten. Voor wat betreft de Wet geluidhinder is overleg gaande met vertegenwoordigers van het Bureau Milieu en Ruimtelijke Ordening van het VNO/NCW, ten einde tot een nadere concretisering en objectivering van met name de interpretatie van het tweede criterium, het begrip «redelijkerwijs», te komen. Op deze wijze zou een eenduidige toepassing kunnen worden gewaarborgd. Waar in het kader van de sanering besloten wordt tot maatregelen in de zone (gevelisolatie, overdrachtbeperkende maatregelen) is een vergoeding ex artikel 125 mogelijk. Het ligt voor de hand om hierbij normbedragen te hanteren zoals deze ook zijn opgenomen in de Bijdrageregeling wegverkeerslawaai. Over de toepassing van de artikelen 124 en 125 in het kader van de sanering van industrieterreinen zullen de lagere overheden bij de inwerkingtreding van deze artikelen nog nader worden geïnformeerd. 10.7. Bijdragen
stiltegebieden
Conform een suggestie van de Centrale Raad voor de Milieuhygiëne is in de begroting en meerjarenramingen van de Wet geluidhinder een bedrag gereserveerd ten behoeve van stiltegebieden. Deze gelden zouden bijvoorbeeld kunnen worden benutten behoeve van de uitvoering van provinciale intentieprogramma's (bij voorbeeld maatregelen gericht op het wegnemen van geluidsbronnen uit potentiële stiltegebieden). Mede samenhangend met de fase waarin de uitvoering van het onderdeel stiltegebieden zich bevindt is nog geen gebruik gemaakt van deze gelden.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
74
B. BIJZONDER DEEL Inleiding In dit onderdeel van het Indicatief Meerjaren Programma Geluid zijn voor zover tijdig ontvangen de door de gemeentebesturen gepresenteerde plannen voor de jaren 1983-1987 opgenomen. Tevens is een globale opsomming van de criteria die aan de toekenning c.q. reservering ten grondslag ligt gegeven. De betrokken lagere overheden krijgen binnenkort bericht waarbij waar mogelijk dieper op de aanvraag zal worden ingegaan. Bijdrage algemene taken lagere overheden De bijdrage in de apparaatskosten van de lagere overheden voor de uitvoering van de algemene taken Wet geluidhinder is voor 1983 conform het voorgaande programma f26 min. Het is de bedoeling dit niveau voor de komende jaren te stabiliseren. De verdeling over de provincie- en gemeentebesturen is met ingang van 1983 bepaald op respectievelijk f 10 min. en f 16 min. Hierdoor wordt een uitbreiding zoals vorig jaar aangekondigd van 84 manjaar naar in totaal 100 manjaar bij de provinciebesturen mogelijk. Het niveau 1982 ter beschikking gesteld voor het gemeentelijk apparaat wordt gehandhaafd, hetgeen betekent dat uitbreidingen van mankracht alleen plaatsvinden via het systeem van de planfinanciering. Wel is gebleken dat het berekeningssysteem, zoals vermeld in de brief van 15 januari 1982, nr. 56374, DGMH/G, op basis waarvan de gemeentebesturen hun opgaven voor 1983-1987 konden inzenden, niet de beoogde optimale benutting van de toegezegde middelen bevordert, zodat hierop individuele aanpassingen zijn doorgevoerd. Met dergelijke correcties wordt beoogd meer ruimte te scheppen om beter in te spelen op de omvang waarin de geluidhinderproblematiek op lokaal niveau zich manifesteert. Dit betekent dat de bijdrage van één gulden per basis-inwoner over 1982 ook voor 1983 is gehandhaafd, de afronding naar boven van het aantal inwoners per 1 januari voor alle betrokken gemeenten is teruggebracht op een veelvoud van 1100 inwoners (was 6600 of 66000); een opslag voor apparatuur- en overheadkosten van 25% voor alle betrokken gemeenten zal worden berekend (was 25% of 35%). Gemeenten groter dan 50000 inwoners ontvangen, indien door de berekening op basis van het vorenstaande een lagere vergoeding zou ontstaan dan over 1982 (exclusief compensatie 1981), éénmalig compensatie ter grootte van het verschil. Gemeenten kleiner dan 50000 inwoners en aangesloten bij een samenwerkingsverband, zoals beschreven in de brief van 15 januari 1982, nr. 56374, DGMH/G, kunnen voor 1983 het verschil tussen de bedragen volgens de huidige berekeningsmethode en die van laatstgenoemde brief op verzoek uit laten keren aan bedoeld samenwerkingsverband. Algemeen akoestisch onderzoek en projectgebonden kosten De minimumvergoeding van f5000 per gemeente voor de in 1983 aflopende regeling voor akoestisch" en verkeerscirculatieplan-onderzoek, dat in algemene zin wordt verricht, zal in het licht van het vorenstaande niet worden toegepast. De planfinancieringsgedachte is voor wat betreft de apparaatskosten van de lagere overheden versterkt door een verhoging per 1 januari 1983 met 3% van de opslagpercentages geldend voor de uitvoeringskosten van maatregelen in het kader van de Bijdrageregeling wegverkeerslawaai (van 12% naar 15%) en voorde kostenvergoeding akoestisch onderzoek rond bestaande industrieterreinen in het kader van de zonering A-inrichtingen (van 8% naar 11%). Door het thans nog ontbreken van echte meerjarentoezeggingen kan ik mij voorstellen dat bij de lagere overheden terughoudendheid bestaat om op basis van planfinanciering uitbouw van het ambtelijk apparaat te doen plaatsvinden. Bij gemeenten en provincies
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
75
welke met omvangrijke specifieke werkzaamheden geconfronteerd worden ben ik bereid hiervoor afzonderlijke voorzieningen te creëren. Zo wordt via een budgetregeling thans voor de vier grote steden een basis gecreëerd om de continuïteit van de werkzaamheden verbonden aan deze planfinanciering zo veel als mogelijk te waarborgen. In dit kader past ook, dat zo goed mogelijk gebruik wordt gemaakt van de aanwezige deskundigheid en dat voor zover deze bij het Rijk is geconcentreerd inschakeling met het oog op dienstverlenende activiteiten plaatsheeft. Het verheugt mij, dat de Rijkswaterstaat bereid is gevonden bij sanering langs rijkswegen de projectdirectie ten behoeve van de betrokken gemeentebesturen aan te bieden. Een soortgelijke concentratie zou ook bij de provinciale waterstaten voor wat betreft saneringsprojecten langs provinciale wegen tot stand kunnen komen. Preventie wegverkeerslawaai Het opstarten van bouwprojecten is zeker in deze periode van financiële onzekerheid moeilijk in te schatten. Als zodanig dienen de gepresenteerde plannen in sterke mate als indicatief te worden ervaren, waarbij ik bij met name de grotere gemeenten afhankelijk van de degelijkheid van de verstrekte gegevens voor 1983 bedragen heb gereserveerd voor de eventuele uitvoering ervan. In verband met het grote kostenvoordeel ten opzichte van sanering in een latere periode zijn tot op heden slechts enkele aanvragen voor een bijdrage in het kader van de Bijdrageregeling wegverkeerslawaai afgewezen. De afwijzing van deze gevallen is met name gebaseerd op zeer slechte lokatiekeuze of het vergevorderde bouwproces. Gekoppelde sanering De plannen inhoudende maatregelen ten behoeve van geluidwering in combinatie met thermische isolatie van woningen of onderhouds- of renovatiewerkzaamheden aan gevels vergen een redelijke voorbereidingstijd. Mede gezien de besparing van kosten en overlast voor de bewoners zullen aanvragen in deze richting binnen het kader van de Bijdrageregeling wegverkeerslawaai positief worden gehonoreerd. Afwijzingen zijn slechts voorgekomen in de gevallen waarbij geen voldoende technische voorzieningen met betrekking tot gestelde akoestische of ventilatie-eisen werden aangebracht. Urgente sanering De thans opgelegde financiële beperkingen nopen ertoe dat in 1983 zal moeten worden geëxperimenteerd om de meest efficiënte procedures en planmethodes te vinden. Hiertoe is in eerste instantie gedacht aan concentratie van ervaring en werkzaamheden. Zo is de directievoering door Rijkswaterstaat een mogelijkheid om de urgente geluidhinderproblematiek langs rijkswegen op adequate wijze op te lossen. Versnippering van projecten leidt in deze gevallen tot relatief hogere kosten. Aan de hand van de door de gemeenten ingezonden programma's zal in samenwerking met Rijkswaterstaat zoveel mogelijk in regionaal verband de aanpak van de saneringsstromen plaatshebben. Voor 1984 voorzie ik in soortgelijke vorm een samenwerking met de verschillende provinciale waterstaten. De sanering in binnenstedelijk gebied voor met name gevels, anders dan in combinatie met andere maatregelen, zal op een schaal van enige betekenis eerst in latere jaren effectief ter hand kunnen worden genomen, waarbij de concentratiegedachte wijst in de richting van de grote steden die over een redelijk technisch apparaat kunnen beschikken.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
76
Onderzoek industrielawaai In het kader van de sanering industrielawaai zal in enkele jaren tijd aanzienlijk veel zoneringsonderzoek m o e t e n plaatsvinden. Dit vergt veel externe d e s k u n d i g h e i d en overleg tussen gemeente- en p r o v i n c i e b e s t u r e n . De t e r u g h o u d e n d h e i d w a a r m e e de g e m e e n t e b e s t u r e n tot o p heden kostenvergoeding v o o r akoestisch onderzoek rond bestaande industrieterreinen aanvragen wettigt de o p v a t t i n g dat de beschikbare d e s k u n d i g h e i d en de alert handelende gemeentebesturen zonder vertraging aan de slag m o e t e n k u n n e n gaan. A a n v r a a g f o r m u l i e r e n terzake zijn bij de Directie Geluid van m i j n ministerie te verkrijgen. Verzamelstaat van planning activiteiten W e t geluidhinder volgens opgaven gemeenten Legenda: K o l o m aanleiding w e r k z a a m h e d e n : c o d e N N = n i e u w b o u w «Nieuwe situaties per 1-1-82» (niet subsidiabel) code NB = n i e u w b o u w geen « N i e u w e situaties» betreffend (subsidiabel) code RN = g r o o t o n d e r h o u d , zoals renovatie c o d e S T = stadsvernieuwing ( v e r n i e u w b o u w ) code TH = koppeling met t h e r m i s c h isolatieprogramma code RC = koppeling met g e l u i d w e r i n g uit hoofde van reconstructie van wegen code SA = urgente sanering of proefproject code ZO = zonering industrielawaai Kolom lawaaibron: c o d e V L = wegverkeerslawaai code IL = industrielawaai code RL = railverkeerslawaai code BL = luchtvaartlawaai buitenlandse vliegvelden Kolom v o r m maatregel: code G = gevelmaatregelen code O = bronbestrijding of overdrachtbeperking code C = c o m b i n a t i e Kolommen code = xxxx code = oooo code =
fase activiteit per k w a r t a a l : akoestisch onderzoek e.d. (vier kwartalen/jaarperiode) p l a n v o r m i n g , overleg b e w o n e r s e.d. (vier kwartalen/jaarperiode) uitvoering van de maatregelen (vier kwartalen/jaarperiode)
++++
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
77
PROVINCIE GEBEENTEN
GRONINGEN SITUATIE/BESTEMMINGSPL'N
KEPN KEPN
ADORP
AOUARD
APPINGEDAM
BEDUM
ADORP SAUWErD
VL VL IL IL IL VL VL
34
G
61 6 5
IL IL VL IL VL VL VL VL VL VL RL VL IL VL VL IL
50 30 2t
NB SA ZO ZO
INDUSTRIETERREIN KAPELSTRAAT/WALFRIDUSLAAN BOTEPDIEP 0.2.BEDUM STATIONSWEG PEDUM WILHELMINALAAN BEDUM KOM ONDERDENCAM WALDADRIFT EEMSHAVENWEG ELLERHUIZEN PARALLELWEG SCHOOL 2UIDW0LDE NOORDWOLDERWEG O O S T C R H E E R D III IND.TERREIN DOMO
zo zo
1 2 3 4 5 6 7 B 9 10 11 12 13 1<4
SA SA
RC
zo NN
zo
RL
BIERUM
1
BEDRIJVENTERREIN
zo
IL
DELFZIJL
1 2 3
HOUTWEG POSTERHORN 5UITENGEE1ED
RC ZO ZO SA
VL IL IL IL VL
4
DHV OVL-20-1
zo
IL
NB NE NB NE N° NB NB NE NB NB NB NB NB NB NB ST NP
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
2 3 4 5 6 7 8 9 IC 11 12 13 li« 15 16 17
L9S2
1983
71
X
XXXO o o * « • • • • XX 0 0 . . • • . . XX 00. . • • . . (XX. 0 ••• XXOO
XXXO
0X00
xxxx xxxx 17
te 45 55 120 6 6 15 Ml
00 • • • • XXOO
6 6 70 61 65 C
.XO»
• •..
c
• xxo
••..
• XX c o « » .XX 000» « . . . ..X x o o o • • . . ..X X X O O 0 • • • ..X X . . .
G G G G O
C G C 0 C 0
•
• •
xxo*
... x x o * xxo XX.
25
c
21
C
>
46 78 45 60 35 50
....
.xxo
0*. .
. . X X .00» . . . X X ... . ..X X . . .
• •..
.00 . 0 . ..
21
DEFLPLAN
7
XX . .
BEIJUM, DEELPLAN 5 ZONNELAAN/PLEIADENLAAN SCHUITENDIEP 8-14 TURFSING^L HORTUSBUURT BADSTRATEN 90TERDIEP/LANGFSTRAAT BLOEMSTRAAT MEEUWEPDFRWEG OOSTZIJDE OOSTERPOORT, RESTANT VERBETERINGSPLAN BINNENSTAD OOST VERB.PLAN EIN.STAD EN HET EILAND CAROLIEWEG MARTINIKERKHOF N O O R D E R H A V A N 17 BLOEMSINGEL
98
e 54 11 37 21 6 25 12 5Q 20 6 35 2B 20 2D
G G G G G G G 6 G G G G G G G G G
6G 62 62 63 56 67 65 65 61 62 65 65 65 65 65 65 61 65 65 61 62 65 70 60 62
00** . .XX XXXO .XXX .XXX XXX . .XX .XX . .XX. ..XX . .'X X ..XX . .XX
0,** 00»» 00*» ..03 00«*
• ... •...
XXOO « • . . . .XX 0*«. 0 •• .
IND.TEPR. PEUUM,
1984
. XX 00. . • • • • • XX 00. . • • • • 66
" O L I N G " IE F A S F OLING I KARTONFABR."DE EENDRACHT"wCLDWEG B R O N S M O T O R E N F A R M S U M E R .'EG D A M S T E R A U T O M I J I N D U S T R I E W E G II WONINGEN BESTAANDE SCHOOL BESTAANDE
1991
G G G G 6
1 2 3 4 5 6 7
zo
GLOBALE GELUIÜS BEL.
137
VL VL VL IL
1
00
VL RL VL RL
RN RN RN RN
GRONINGEN
• ^ 1
RN RN
KOM ADUARD CEN HA" D E N HORN IND.TEPR. ADUARD
1
O
AANTAL LA W<AI - « 0 0 N - S O O R T EENH. MAATR. BRON
1 2 3 1
EENRUM
N3
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
0 ••• 0«**
• •• •
0000 3 0 ••• 0000 . .03 • « • . ..33 • • • • . .33 • • • • . ..X 00*« . .XX 0000 X X X 3 0* * * X X . . ..00
PROVINCIE
GPON1NGEN
GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINCS°LAN
GRO N I N G E N
lb 19 20 21
22 23 21 25 26 27 26 29 30 31 32 33 3i* 35 36 37 38 39 "O 11 «2 13 11 15 1o 17 18 19 50 51 52 53 51 55 56 57 58 59 60 tl 62 63 61 65 66 67 66 69
HOOGrZAND-SAPPFMEER
1 2 3 1 5
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
DAMSTERSINGEL DE E R I N K 22 DE BRINK NZ VOORMALIG R.K. ZIEKENHUIS Z U I D E R D I E P 116 O U D E K I J K IN T JATSTRAAT MEEUWEREERWEG (SSH) WATERLOOLAAN/STERREBOSSTRAAT G E L K I N G E S T R A A T (SSH) NIEUWE SINTJANSTPAAT NZ Z O U T S T P A A T / HOEK N O O P D E R H A V E N VINKENSTRAAT RADESINGEL EELDERSINGEL ROTTEREAMMERSTRAAT N7/N.EBBINGESTR. AWEG/TACO "ESDAGSTPAAT Z U I O E R D I E P 65 PETRUS CAMPERSINGEL/TAMSTEPDIEP VISSFRSTRAAT (SSH) GELKINGESTRAAT 35-39 H O E K S T R A A T 1-1C OOSTERSTRAAT/BURfHTSTRAAT OOSTERKADE 9 HERMAN COLLENIUSSTPAAT O O S T E R H A V E N 2-2A ZAAGMULDERS»EG (N00RP) ZAAGMULOERSWEG (ZUIOI S U M A T R A L AAN FANKASTRAAT OLIEMULDERSKEG
VINKENSTRAAT ORANJEWIJK WICHERSTRAAT/MEEUWERPERBAAN CUPACAOSTRAAT, w.v. WATERLIILAAN P A T E R S W O L D S E W E G , W.V H O E N D I E P , W.V. Z O N N E L A A N , H.V. JAN S T E E N S T R A A T / H O E K F •» I E S R S S TR . U . V . E I K E N L A A N , U.V, PLEIADENLAAN,k.V. DE BRINK NZ (CENTAAL W O N I N C B E H E E R ) MAASLAAN/HCORNSEDIEP.W.V. LAAN VAN DE V R E D E , W . V . DIVEPSE PROJEKTEN.W.V. ZUIVELTABR.DE OM«ELANDEN,FPI:SESTRW. BETONMORTELCENTRALE INDTER.O.HAMPIKK SUIKERUNIE V.HEEMSKERCHSTR.BEETWORTL CENT.SUIKEP.VIERVERLATEN BEET.ORTEL. INDUSTRIETERPEIN HOOGKERK HOOGSPANNINGSSTATION ELEKTPIC1TEITS3 INDUSTRIETERREIN EUVELGUNNE H001TES BEUKEMA KRGPSkOLDE HOOFDSTRAAT NGORDEPSTRAAT KERKSTRAAT
NP NE NB ST ST ST ST NB NB NB ST NB NB ST ST ST ST NB ST NB NB ST ST ST ST RN RN RN RN RN RN Rf.' S« TH SA TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH ZO ZO ZO ZO
zo zo zo NB NB NB NB NB
LAWAAIBPON VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL RL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL IL IL IL IL IL IL VL VL VL VL VL
AANTAL WOON- SOORT EENH. MAATR. 2G 25 10 3 3 16 20 8 15 6 16 30 6 10 26 9 10 7 6 ?1 6 30 1 1 19 18 10 35 18 85 130 10 60 2 61 18 86 10 ICO 168 9 60 20
G G G G G G G G G G 6 G G G G G G G
B O
G G G G G G e G
S G G G 0 G 0 G G G
s G G G G G G 0 0 C
GLOBALZ GELUIDS BEL. 65 65 65
60 60
61
65 66 61 60
61
61 61 61 62 61 61 60 66 67 70 68
68 66 66
70 68 68 62 65 65 65 65 65 65 63 65 68 69 67 67 69 67 62 65 6C 66 65 66 66 63 63 65 61 65 65 66 70 70 66 69 72 66 70 66 66 7C 69 66 b9 55
193 1
193?
. .XX .003 . XX . . .00 • X X . ..00 . XX . ..03
xxoo o***
0 . .00 • • • • . X X . 00»» . X X . . .00
• xxo
• • • • • • • + • • + • • ••
•
• • • +
• + • •
xo«» . .XX
00** 00» • 00. .
. .XX
00*«
. .XX
00«»
. .XX
00»»
. .XX
00»<
. .XX
00»*
. .XX . .XX
. .XX
oc*«
. .XX
. .XX
00*» 0ü»« 00*« 00*«
. . XX
oo*»
00** 0000 . ..0
0 •« •
. .XX . .XX
• XX . .XX .
•••• •••.
• • • •
0000
••••
xo»« xo*« xxxx xxxx
x o c o »••• 000*
• •. .
xxxo o**» xxxx 0 0 * * .xxo 0 •• • . xxo 0 + • • . xxo 0 *• • • . xxo 0 • • • • XXO
, xxo ,xxo .xxo . xxo .xxo X
0 0
65 70 65 65 6b 70
1981
0 +++
c c
25 12 32 25 36
1933
0 •» • • 0 • • •
0 •• • 0 + • • 0 + • •
00» •
xxxx xxxx xxxx xxxx xxxx xxxx xxxx x x o o .•.. x x o o .•..
66
. . X .
0 . . .
. * . .
. . X.
0 . ..
.XX.
0 . . .
PROVINCIE GE«EENTEN
M
SITUATIE/6ESTE MINGSPLAN
LEEK
NB
VL
1 2 3
IND.PARK LEEK IND.PAPK OLDEBERT INDUSTRIE JAGER
ZO
4
AUWEMALAAN/SINTMAHEEDOT
IL IL IL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
!
I MA°U"
to CO 00
Ni
MEEDEN
s o> o o 3" O
NB
1 2 3 4 5
KEPN L0PP£PSUM KO" LOPPERSUM GARRELSWEER GARRELSUEEP W1PDUH
6
BUITENGEBIED A
7
9UITENCE6IED
NB NB NN NB NB NN NB
VL RL VL VL VL VL VL VL
1 2 3 4 5 6 7
BUITENGEB. KERN N00RDW1JK A7 GRIJPSKERK K E P N N U IS KERN MARUM KEPN NIE3E"T INR.CROSSTERR./ZUIVELFABP./IND.TERP.
NN NN NN NN NN NN ZO
VL VL VL VL VL VL IL
1 2 3 4 5 6 7 8 9
HOOFDZAAK "LEDEN VtENSLCTEN ONDEPDELEN MEEDEN PART .HERZ.1961 TUSSEN BAIDE MEULENS 1972 TUSSEN BAIDE MEULENS 1978 DORPSHUIS TEN N O O R D E N VAN T U S S E N B A I D E M E U L E N S KEPKHOF O N D E R D E L E N M E E D E N H E P Z . 19 6 4
NB ST ST SA NP
VL VL VL VL VL VL VL
en
10
ZEVENKOLD
c X
11
SPORTVELDEN
<
3
MEEDEN
NB ST NN RC
MIDrfOLDA
1
BUITEN
MIDKOIDA
NN
MUNTENDA"
1 2 3 4 5 6 7 8
DUUPKENAKKER BEBOUWDE KOM PUITERSHORN BETONFAEPIEK 6REDEWEG HORECA VERKEERSCIRCULATIEPLAN DOPPSHUIS E1EFKESTREEK
ZO NB NB SA SA RC SA NN
1
GP.V.PPINSTEPERSCH30L
SA
NJ O
§
II
zo zo NB
NIEUWE
PEr,rLA
RL
TOLBERTERSTRAAT LINDENSTEINLAAN EUROWEG OIEPS.AL CLDEBERTUES MIDwOLDEWRUEG HOOFDWEG HOOFODIEP/OUDESTPAAK DE H O L M DE H A S P E L P O D E N - L E E K - P U 43
5 6 7 8 9 10 11 12 13 11 15 LOPPERSu"
LAUAAIBRON
EOS-IJK
HOOGEZAND-GAPPEMEtR
CO
AA"LEIDING WERKZAAM" HEDEN
GRONINGEN
GEBIED
4ANTAL * O O N - SOOPT E E N H . MAATR,
GLOBALE GELUIDSBLL. 1981
87
65
65 65 65 65 65 60 60 60 65 6S 65 6C ^ L 60 50 60 50 t c 5C 5ü 50 50 55 50 50 50 50 5D 50 50
40 35 20 60 EO
VL VL VL
1983
1984
19 8 5
1986
1987
, xo. .XX X X . .
,xx ,xx XX
XX.. XX. . 00. XX. . .XX. . . XX
.xx ..X
X. .. XX . .
. X X.
66 66 71 67 60
XO, X. .
70
0. . X . .
. X. .
XXXX XX
20
.XX . . XX . X .00
IQ
VL VL
IL VL VL IL
195"
.XXX
83 117 6 30 17C0 30 150
G 5 G 0 G 0
60 t=c 60 80 60 65
XXX
XOOO
,X X 0 0 0 0
O»»•
.x. .xxo O o o *
• •• +
. .X .XX. 0000 o • • • . .X X X . 00. . .•• . XXXX XOOO 0000
,xxx xxxx xxoo oooo oooc oo»» XXXX 60 80 60 88
XOOO XXXX
0000 • • • • 0 0 0 0 0000 0000
O)
PROVINCIE GEMEENTEN Ni EUWE
PEKEL»
NIE UWESCHANS
OLDEKLRK
AANLEIDING
SPON1NCEN D
2 1 2 1
P E K E L A
! SCHEEMDA
STADSKANAAL
co
VL
RC N»
VL VL
TH
VL VL VL VL VL RL RL VL
9 t L .
B J M K .
12
Ï7J
1 <= b 2
1 9 S 3
1 9 6 K
19 6 5
1936
68
1«L
IL
19^1
61 61
7n 7:
... x .x. .
N.O.II
GRIJPSfECK-EOEEAKKER K E R K S T R A A T 65 2ER RIJKSWEG «2 SIEMENSPARK ZUIUBRCEK KERKSTRAAT 2UIDEP0EK SPCORSTRAAT ZUIÜfiROEK ST»TIONSSTD./ZUIOEROFK ACHTER DE W A L 2 U I Ü H 0 r K RIJKSWEG N7 ZUIDBROEK
PARALLELWEG
DORPSHUIZEN HORECA
TH TH TH SA SA
FuTU^AMA
NN SA
IL VL IL
1 2
IN^USTRIEH.AAI MAATREGELEN VLGS
1 2 3 M
WIEKEFLAT SCHLEPSWERFSTRAAT ATLANTISLAAN VEPL.öUINERMONP VEENSTPAAT A VEENSTPAAT b KANAALPEP.CEELDLAN VLEDDERMONC T ACHTEROM C A S S E L T E P S T P . AAT CROSSBAAN UIT.VLEDDERMOND
1 2 3 4
EENH.
t
U E K F P K
1 2 3
1 2 3 H 5 b 7 8 9
GLOBALE GELUIOS-
UDRINGA
ze
I u II WINSCHOTEN
SA
INO.TERR.ZUIDBROEK
6 7 8 9 10 11 12
O
ER C N
IL
5
VEENDAM
D
rufJCERPCCRT HOLLAND POORT
OLCtKEPK
1 2 3 M S 6 7
r
ORP5HUIS/KE= 'KST''./RON '.'EG/»Lr«T 3
3
9 10 11 OUOE
:
«Of
e
I
r-
2
q OOSTERBRCEK
HEDEN
,ITuATIE/fcESTC"MINGS LAr.
AA'.TAL .OO N - SOORT
INCUSTPIEuFGEN-nEST EESTAANDE INDUSTRIEËN
20
2P-1
51 60 63 70 70 65
69 7 1
NB NE
VL VL VL VL VL VL
6 1 65 66 56 59 56 58 59 59
20
IL
:o
IL
SA NP RN NB
•UC• ••.X
.xx .xx xx. ,<x xx. .XX X X .
.xx xx. .XX X X . • XX .XX .XX
KOO* xco» . xoo
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
• •» » X X . .
.XCC o • + . 0 0 » ••.X XX . 00** XX. 00** XX.
00»*
• • • •
.XX . XX .XX
X . . X. . X..
IL VL
ZO OVL
63
29 17 12 17
xo»« . o*» . o»»
V
ZONERING INDUSTRIE INDUSTRIE P RECREATIE INRICHTINGFN A RECREATIE INRICHTINGEN ? ALGEMEEN OVERSLAGTEPREIN A OVERSLAGTERREIN 5 ONDERZOEK BEST.SITUATIES S0R3HVLIFT I OMMELANDERWIJK
BUITFNWOFLLAAN INDUSTRIE V E R K r E P S EN VEPVOEPSPL'^ WILHELMINASINGEL A WILHEL"INASINDEL B
:c
:c 20 20 SA ZO SA VP ZO SA «P
NB NB NB
. .XX . .XX . .XX . .XX ..XX
IL IL IL IL IL
XXXX XXXX XXXX XXXX XXXX
xxoo • + • •
xxoo VL IL IL VL VL VL VL
XXXX
•••• ••••
xxoo • • • +
10 25
, XX
•XXX
0 0 * » ••«
• • • •
xx»«
• •..
x x o o *•.. ZO SA S» SA
IL VL VL VL
, .XX
39
66 75 71 75 66 7C
,.00
• • • •
, .XD O*** , ..X X O O O
• • • •
»•••
••.
XX. XX.
1967
PROVINCIE GEMEENTEN
S CD CD D. CD
3 CD
"1 N
§'
3 CO
co co
I X < o
cc
G°ONINGEN SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
WINSCHOTEN
5
REST.SANERING
WINSUM
1 2 3 14 5 6
KOM W I N S U H OBEPGUM-NOORD WINSUH ZUID RIPPERDA I R I P P E R D A ?A SCHOUWERZIJLSTERWEG
PM
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
LAWAATBRON
TH
VL
RN RN RN RN NB ZO
VL VL VL PL PL IL
AANTAL W00N- SOORT EENH. HAATR.
GLOBALE GELUIDSBEL. 1981
198Z
1983
66 7?
.xx.
oo»«
7D 70
. .XX
00*»
..xx
oo»« xxoo
66
RL RL VL
i.b
6b
70
XX. . XX. .
198<4
1985
1986
1987
PROVINCIE
FRIESLAND
GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEM^INGSDL4N
ACH TK ARSPELEN
1 2 3 1 5 6 7 8 9 10 11
A-INR. KOOTSTERTILLE GERKESKLOOSTER PUITENPOST SURHUISTERVEEN PUITENPOST OOST HAPKEMA 3ET0NWEI BOELENSLAAN JACHTFJILD/LANOE.YK T W I J Z E L Rn 9 OROGEHAM KOM SURHUISTERVEEN KOM
12
HARKEMA KOM
13
BUITENPOST
AMELAND
BAARDERAOEEL
BARRADEEL
DOKKUM
DONIAwERSTAL
FERwERDERADEEL
FRANEKER O
00 GO
AANLE I D I N G »ERKZAAMHEDEN
KCM
1
HOLLUM
2
NES
KCM
3 •4 5
BALLUM KERN HOLLUM KERN NES KOM
6 7 8
NESSERDUINLANDEN DE V L E Y E N PART.PLAN BUITENGEBIEDEN
KEPN
ZO
20 20 ZO ZO SA SA SA SA SA SA SA SA NB NB NB NB NB NN NN NN
LA WAAIBRON
IL IL IL IL IL VL VL VL VL VL VL VL VL
GLOBALE GELUIDSBEL. 1991
VL
RN ZO
VL IL
1 2 3
MJ.NNFRTSGA TZUMMAPUM HEGEBUORREN-MEINAPOSUEI
ST ST NB
VL VL VL
1 2 3 1 5 6
RONDWEG NOORD RONDWEG WEST VERKEERSLUSSEN BETTERWIRD HOGEDIJKEN D.R.CAMPHUYSENSTRAAT
TH TH TH
VL VL VL IL IL VL
1983
19B1
1985
1966
1987
. .xo ...X
O.. .
. .xo xo. . 75 82 7b 60 76 80
12 15 7
. .XX . ..X
• XXX . .XX
XX.. XXX. XXX. XXX. .XXX .XXX
xxxx xxxx
IL
0. . . XO. . . . . X 0.
X. . . X.. . X . . . XX
XX
xxxx X.. . X .. .
10
60 65 60 65 60 65
17 28 120
5b 60 5b 60 61 65
. X . . 00. . . X. . 00. . • X. . .00. . . X. . .00 . .X. ..00 .03. . .••
Sb 60
12
2 3 1
SCHARSTERBRUG:IND.TEPR. WEG J O U R E - S T .NIC ./SP .BURG A7;J0URE-SNEEK/A50:J0UPE-LEMMER/LEM,
ZO ZO RC SA
IL IL VL VL
530 M
0 0 G G
1 2 3 1
BLIJA-NOORD "ARRUM-NOORD TRANSPORTBEDR.S.DE VPIES TRANSPORTBEOP.D.BERG
NB NN SA SA
VL VL VL VL
13 20 25 20
G G 0 0
56 60 56 10 61 6'. 61 fcc.
1 2 3 1 5 6 7 8 9
'E F A S E HAMBURGERRAK/RIJKS.9 ME F A S E HAMBURCERRAK/DONGJUMERWEG SEXBIERUMERWEG 3 EN 5 SEXBIERUMERVAAPT/DONGJUMERWEG HARLINGERwEG 37 H A R L I N G E R W E G 2 T/M 1 fl LEEUWARDERWEG 3C HOCOUART HERTOG V.SAXENLAAN 2 T/M 36
NB NN RC RC SA RN SA ST RC
VL VL VL VL VL VL VL VL VL
50 21 2 22 1 5 1 11 19
G G G G G G G G
56 61 66 66 71 66 71 6b 66
ST.NICOLAASGA:IND.TEPR.
1932
xxxx
BELEIDSPROGRAMMA WIEUWERD OOSTERLITTENS
1
6
.X..
VL VL VL VL VL
1 2 3
TH
AANTAL « O O N - SOORT E E N H . MAATR.
66 66 56 66
70 70 60 70
bD
t;
. •• »
. . .X
«... . . . . .
.•• .•• .•• . •• .••
..xx xxoo •••• •••• •••• ,xx xxxx xxoo •••* •••• •••• ..XX
•XXX
XX.. ,X«»
XXOO ..xo
0000
• • • • . . • •
. .xx oo«*
ro 76
..XX
XX.O
0.••
00««
70
XX.O
76
ro
• • • •
•••»
70
70
•••• • • . .
xx*« . .XX
00«»
••.
PROVINCIE GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
FRANEKER
10 11 12 13 14 15
GAASTERLAND
HARLINGEN
I
HASKERLAND
I
I ? 1 vj
8 O O
HEERENVECN
-H Q. c/>
>-* c
HET
RILOT
7?
X
< O
2
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
FPIESLAND
IDAARDERADEEL
ZO
IND.TEPR.WEST INO.TERR.OOST IND.TERR.ZUID VIJF/ZEVENHUIZEN V L I E T EN T U I N E N UESTERGO
1 2 3
IND.TERR.RIJSENMAR TE GRASDROGERIJ HARICH GAAIKEMASTRAAT,S 9
1 2 3 4 5 6 7 8
BELEIDSPROGRAMMA INDUSTRIEHAVEN HAVENKWAPTIEP KONINGSBUURT HAITSMA M 1 D L U M R I J K S W E G 15 BOLSWARDERVAART 27 KON.WILHELMINASTR,/V.OLDENBA NEVELTS
1 2 3 14 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 1 2 1 2 3 "4 5 6 7 8 9 10 11 12
BALK
zo zo zo zo zo zo z o SA
AANTAL L A t, A A I • W O O N - S O O R T EENH. MAATP. BRON
IL IL IL IL IL IL
TH TH
12 7 20 7 100 10
5 1
NB NB SA SA NB NS SA SA ZO SA ZO ZO TH
N I J E H A S K E 2E F A S E SCHOTLANDSEWEG
NB SA
VL VL
200 33
ST.ANNAPAR.BEB.KOM. ST.ANNAPAR.Z-0 ST . A N N A P A R . W E S T V R O U W E N P A R . B E B .KOM VROUWENPAR.FASE 1*2 VROUWENPAR.1967-5 RERLIKUM N O O R D 1967 ST.JACOBIPAR.1967 ST.JACOBIPAR.BER.K. ST.JACOBIPAP.79/05/04 HEMMEMAyEG (KLEINE BEDH I ST.ANNAPAR.BFRD.TERR.
SA SA SA TH NB TH TH TH TH TH ZO ZO
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
DE
ST
VL
BAAI
N°
1984
XXXX XXXX XXXX XXXX XXXX XXXX
XXXX XXXX XXXX XXXX XXXX XXXX
XXXX XXXX XXXX XXXX XXXX XXXX
XXXX XXXX XXXX XXXX XX..
XXXX XXXX XXXX XXXX .00.
1985
IL
IL IL IL IL VL VL VL
3 72 20 200 50 50 100
NB SA NB NP SA ST
1983
VL
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL RL IL IL VL
UESTERMEER VII WESTERMEER ZUIDERVELD MOTEL WESTERMEERDERVELDWEG J O U R E KOM II J O U R E KOM III SEWEI S E W E I II U I T B R E I D I N G JOURE HOOFDVERKEERSWEGEN JOURE PIJKSwEGEN A7,A5C,E32 UITBREIDING ROTTUM UITBREIDING HASKEROIJKEN HOOFDVERKEERSWEG OUDTHASKE HOOFDVERKEERSWEGEN ROTTUM BUITENGEBIED HASKERDIJKEN/VEGFLINSOORD INDUSTRIETERREIN D.E. INDUSTRIETERREIN KANAAL WONINGSTICHTING HASKERLAND
1932
IL IL
VL
zo zo zo z o TH
GLOBALE GELUIDS1981 BEL.
IL IL
800 435 32 35 MO 15 56
3C
31
VL VL
15
66 66
72 68 70
61 61 61 61
6S 65 65 65
56 51 61 66 66 61 61 66 66 66
60 55 65 70 70 65 65 70 70 70
65
70
xx.. .oo. XX. . 0000 . .X. . .XX
,X
XXX,
•• x x xx«x XXX. .XX. ..XX • XX X. , XX.
. .XX
65 6' 66 64 66 69 6b 69 bt, 69 bt 69 56 60 66 b9 66 69 66 69 66 19 bt 69 59 5" 56 60
. . . . . . .
.XX .XX .XX ..X X . . . .XX X X . . ..X X . . . .XX XX. . XX. . XX. . XX. . XX . .
00.
1986
1987
PRDVTNCI
r
»INLEIDING
FRIESLAND
r
'ITUATIE/tESTEMMINGSPLAN
GEME NTEN
2 3 "4 5 6 7
IDAA"DERADEEL
IJLST
KULLUMERLANü
CA.
RC ST ZO ST ST ST
1 2 3 1 5
STRUKTUURPLAN IND.TCRW.NIJEZIJL-ROODHE NIJEZIJL-WOONGEB. STADSLAAN-NOORD STADSLAAN-ZUID
1 2 3 1 5
KOLLUM ALGEMEEN KOLLUHERZWAAG VEENKLOOSTER KOLLUM TIMMERWERF KOLLUMERZWAAG,H.SMID?WEI
NB NB NB ZO ZO
6
BURUM
zo
7
HORECA
3 LEEUWARDEN
GPOUW R O N D MINNE FINNE IND.GEBIEDEN OOSTERVELü W A P G A KERN «AFTCNA KEPN
rfE3KZ«AMHEDEN
1 2 3 1 5 fa 7 8 9 10 11 12 13
11 15 16 17 18 19 20 21 22 23 21 25 26 27 28 29 30 31 32 33 31 35 36
EN
zo TH
PECREATIE
LAWAAI' BRON VL VL IL VL VL VL VL VL VL VL VL
AANTAL HOON- SOORT EENH. MAATR.
IL
50
IL IL IL
200
GLOBALE GELUI0SPEL. 1931
8 1932 XXXX . .XX . .XX
1981
19»5
1986
1987
000. XXXX 0 0 . . ..xx 0 0 0 0 .XXX 0 0 0 .
.xxx cooo XXXX XXXX XXXX
IL IL
XXXX XXXX XXXX
20
VL VL VL IL IL IL VL RL
1983
11 170 15 10 20 12
70 66 70 70 60 65 65 70 60 65 68 72
, .XX ,XXX
55 89 26
65 71 60 55 60 60 65 5b 70 55 60
X.. X. . X..X .0** 00»« •... ..XX XXOO XX. . ..X XX.
. . . . . .
0000
. XX .XX .XX .XX .. X .XX
.XX . XX .XX
, • +
+ •• •
,••
••..
••••
KOLLUMERWAARD
no S T F R G O P L HU IZEM W E S T I SC H I L K A M P E N HU IZEM B O R NIA D TU L P E N E U P G / K L A N D E R I J S T . I D - T A N G E NT PKEERSLA WAAIKAART VE A R D A B U R E N UI N 6 E R S P A R K PF: M S T R A B U R E N - Z U I 3 CA E L E N P O L L E A WI E L F N P O L L E P wi D L A N O S D I JK 2 S C H O L E N AL L O D E W I J K S T R A A T U STERGOWE G 00 IZUM SIX MA HU I Z U M S I X *A S C H O O L HU M B U U P S T E R P A O CA D L A N - O O S T AL D L A N - W E S T Al. L I A N A L A A N JU L I C O N W E G HE L E R I U S S T P A A T VA O F . G E R B P A N D Y W E G PR C H I P E L W E G AR TER S T U Y V E S A N T W E G PE D . T E R R E I N H E M R I K IN S S E L S C H A D E S T P A A T TE E U W A R D E N - O O S T LE H E N K E N S C H A N S SC O O R D O K SP M M I N G H A B U R E N CA D E G A L I L E EN OL S T E I N D E VI S C H O O L WE STEINDE V WE S T E I N O E IV Ml
zu
RC NE RC NB ST RC NN NN NN RC NN PC RC RC RC RC TH TH TH TH TH TH TH TH TH ZO ZO SA SA SA NB NB NP NB NB
VL RL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL IL IL IL IL VL VL VL VL VL
92 300 50
15 50
100 100 100 100 132 97 257 112 190 130
VL
1500 10 100 130 50 50 50
65 65 55 bO 55 60 56 65 65 55 55 65 65 65
65 65 70 70 70 68 69 68 67 68 68
60 70
..X , .X
.xo* .xo*
••••
••••
XXXX XXXX XXXX
• ••• • ••• XXXX
••••
••••
...x ..oo
••••
..XX
••••
••••
. xxo
o + ••
••••
. .XX 0 0 * * . .0* + • • •
•*••
00** . ..X xo*• xo* • ...X 0 0 * * xoo •
•••• •••• •••• •••• •*•••
...X
.XX. ..X. •X*»
•••• ••••
••.. •••+
+•••
•••+ •••• •••• •••• ••••
XX.. XXXX
0000 XXOO
••+• •••• 4 4 4 4 • 4 • •• • • 4 4
xxoo •••• •••• 55 55 55 55 55
60 60 60 60 60
444 ,xx xxoo •••+ 4•••• . . XX ••.. XXXX •••• x** +
X0 + *
4444
4 4 44
PROVINCIE GEMEENTEN
SITUATIE/BFSTE"MINGSPL«N
LEEUWARDEN*
77
LEEUWARDERADEEL
LAWAAIBPON
CAMBUUR RONDOM GROTE KERK BLOKHUISPLEIN 30NIFATIUSKEPK A BONIFASIUSKERK B BREEDSTRAAT SCHOOLSTRAAT OVER DE KELDERS JACOBSTRAAT PEINDERSBUURT HURMANIASTRAAT/HERNIASTEEG HOFPLEIN/PERKSWALTJE V.SWIETENSTRAAT ZUIDFRSTRAAT CAMBUURSTERPAU MGLENPAD MOLENPAü,SCHOOL VEGELIN/ACHTER DC HOVEN ZEEHELDENBUURT INDISCHE BUURT WILLFM LORESTRAAT EMMAPLEIN 7AMENH0FPARK HUIZUM WEST I SANERING A SANEPING B SANERING C SCHOOL JULIANALAAN SANERING OVERIGE
ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST NB ST ST ST ST ST ST ST SA SA SA SA SA
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
1 2
S T I E N S IT S K I L SL L E E U W A R D E N / H O L W E R D
3
SL LEEUWARDEN/HOLwERD 9
NB SA SA
VL VL VL
ZO
VL VL IL VL
38 39 MO Ml 12 13 11 15 16 17 18 19 50 51 52 53 51 55 56 57 58 59 60 61 62 63 61 65
A
LEMMER KOM LEMMER WEST BUITENGAATS LANGS R.W.A r'i TRAMKOMPLEX LEMSTERVAART
LEMSTERLAND
MENALDUMAürEL
IL IL
DRONRIJP-wEST DRONRIJP-OOST DEINUMJWEG MARSSUM-B?LSWARD WEG BOKSUM-GOUTUM SCHOOL BOKSU" DIVERSE SITUATIES SANERING MELKFABRIEK
OOSTSTELLINGWERF
DRONRIJP
ORACHTEN-EMKEN
S5
OLDEBERKOOP-WOLVEGA HAULERWIJK
OPSTERLAND
AANLEIDING WERKZAAMHFDEN
FPIESLAND
1
S7
IND.TERR.
OOSTERWOLDE
IND.TERR.
OOSTERWOLDE
VCP
OOSTERWOLDE
KLZINGA
T
WFIKE-WEST
NP RC RC RC NN SA SA ZO
VL VL VL VL VL VL RL IL
TH TH ZO ZO RC NN
VL VL IL IL VL VL
AANTAL WOON- SOORT EENH. MAATR.
GLOBALE GELUIDS
BEL.
1981 193? 1983 1981 1985 1986 ..XX
30
55 56 56 56 56 56 56
17
56 60
65 12 150 100 50
C G G G G
50
65 60 60 60 60 60 60
1987
..33 »••» • ••• . .XX ••»• ..XX XO»» . .••
. .XX O»»» ••••
• • •.
••••
XX»* • •• •
. .X»
XX. . •. . . XX.. . . XX XX.. XX. . . .XX
56 60 55 60 55 60
20 80
.x«» XX»* X»»» XX. . ..XX
150 100
G
55 60 55 60
xo»» •«••
..XX
••..
.XX. . .XX
135 1518 101 17
25 75 50
G
e
G G G G 0 G 0
55 66 71 76
60 70 75 80 65 60
66 70 66 70 66 70
xo» • . .XX XXO» . . XX X O O »
•••• ••«•
•••• ••»•
..xx xoo» •••• •••• xo»» xxxx xxxx ...X
XOO. . . X X oo»» • • . . . .•• • • . .
xxo ..X
xoo. . . X X 00..
VL VL
IL VL
• xxo
0...
. . .X
xoo.
xoo.
xo»» xo«»
56 60 65 70 55
• X3 • • . .
xo»» ..X. XX
xo»» 110 20
G G
66 77 66 70
G 0
55 70 6C 65 58 59
. .3. ••0• XX.*
X.. a XX..
0 . •• 00••
••
PROVINCIE
FPIESLAND
GEMEENTEN
5ITUATIE/6ESTEMMINGSPLAN
OPSTf RLAND
2 3 1 6 7 8 9 10 11 12 13 11 15
AANLEIDING WERKZAAMHEOEN
AANZET INDUST°IETERP. AANV. INVERTARISATIE CORRFDIJK .HOOFDSTRAAT GORREDIJK,STATIONSWEG A GORREDIJK, STATIONSWEG B TRIJEHOEK OPPEP HAUDMARE WEINTEPP TOLLEANL SELMIEN CE WISPEL KOAIBOSK
ZO 20 SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA
AANTAL GLOBALE GELUIDSL A W A A I - W0ON- SOORT EENH. MAATR. BEL. 1991 1982 1983 1981 1985 1986 BRON IL II VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
RAUWEROERHEM
1 2 3
DEERSUM IRNSUM EUITENGERIED
SA SA SA
VL
SL O T E N
1 2 3
VEEVOEDERFABRIEK SANERING BELEIDSPROGRAMMA
20 SA SA
IL IL VL IL
1 2 3 1 5 6 7 8 9 10
VERKEEP EN VERVOERPLAN DE IRISKEN FASE III ZUIDERHOCEWEG FOLGERALAAN HET NOORD FOLGEREN KOMMISJEWEI GELUIDSPAR.BUITENGEBIED INDUSTRIETERREIN TOPENSTR./DE DRIFT RAADHUISPL.BER3LN OVERSTESINGEL EIKESINGEL NOORDERHOGEwEG DE DRAAI/DE TILLE
VP NB SA SA SA
VL VL VL VL VL VL IL VL VL VL
1 2 3 M 5 6 7 8 9 10 11 12 13 m 15 16 17 18 19 20 21 22 23 21
DUINTERPEN I DUINTERPEN II DUINTEPPEN III DUINTEPPEN IV HEMDIJK/DE HARSTE BUITENGEBIED ZWETTE II TEN WESTEN SPOORLIJN HET EILAND STADSKERN BADHUISGPACHT A BADHUISGPACHT P DE DOMP NORMANDIATERREIN PASVEER DE HEMMEN NIEUW INO.TEPR.AAN WEG EN WATER HOUKESLOOT 1 W.TJAARDASTRAAT E.B.A.-FLAT VCP ROUTE GEEUWBRUG/POUTE OUDE KOEMA LEMMERWEG/HOOGEND/SINGEL/GED.POORTEJOUSTERKADE/OPPENHUIZERWEG LEEUWAPDERWEG
SMALLINGERLAND
SNEEK
ZO NE SA SA NB NB NB NB NB RC NN NN NN NN NB RC NB NB ZO ZO ZO RC TH RC SA SA SA
VL VL VL VL VL VL VL VL RL IL VL VL VL VL VL VL VL IL IL IL VL VL VL VL VL VL
ItJ 1987
..XX XX . . ..XX XX.O 00.• • 5 1 3 16 11 3 2 2 2 1 13 75 6
G 6 G G G G G G G G
71 71 6b 66 66 66 66 66 66 6b
75 75 70 75 8.1 7S 70 70 70 70
• •XX
f • * •
. .XX
XOO*
••..
. ,.x xoo» ••.. . ..X
X O O • ••..
.xxo
o***
.XX . O**» ••.. XXOO .••. XXOO .••». XXOO .••.
xxoo .••. . .XX 00.• •.
67 71 65 70 65 7r
xxxx xxxx xxxx
150 50 30 108
16 17 12
61 6b 71 6b 5b 56 65 65 65
65 70 75 70 70 70 70 70 70
101 125 125
55 65 56 66 50 53
50 1 50
50 65 55 50 b2
50 20
50 59 67
30
66 70
'0*0
. XXX XX. . XXX. . .XX . .XX .XX. •XX.
00** ••.. 00»» ••.. 00*» ••.. XXXX XXOO .«••
. ,xx o o » « . .XX 00•* 00*» • • • • X.. . .00*
• • • •
. .00
xxxx .XX. .XX .
0000 . XXX 00. . X . .XXX 0000 . XXX XX 003* • • • •
xx ooo»
• • • »
• . . .
• • • 4 • • • •
• • • •
• • • •
. X. . • • • •
..03 xooo • • • • ...3 00. . 0000 0000 00. . .XXX 9b
70
12 7 2
70 75 70 75 70 75
XXOO XXOO XXOO
• • • •
• • • •
• • • •
4 • • •
• •• •
• +>••
• * • *
• • • •
• • • •
• • « •
• • • •
PROVINCIE
FRIESLAND
GEMEENTEN TERSCHELL ING
TIETJEPKSTERADEEL
i
CD Q. CD cu
3 <D
§ CD
—» 00 M CD
s § O 3" O O
UTINGERADEEL
2
§ c *r
WESTDONGERADEEL
X < O
WESTSTELL1NGWEPF
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
1 2 3 1 5 6
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
AANTAL GLOBALE LAWAAI' WOON- SOORT GELUIDSEENH. MAATR. B E L . 1991 BRON
1<5S2
1983
1981
... X
xoo«
•
• xo*
•
1985
1986
VL VL VL VL VL VL
WEST-TERSCHELLING KOM M I D S L A N D OELLEWAL MIDSLAND ZUID HOORN BUITENGEBIED BUITENGEBIED OUDE COMMISSIEWEG TUSSENDIJKEN SUAMEER OUDKERK RHALADIJK OENKERK.DOUWELAAN GIEKERK-OOST SCHUILENBURG-N O U D K E R K 2E FASE BENNEMA STATE IND.TEPR.A-INR.AANZET SUAMEER BEPGUM SCHUILENB.Z CENTRALE GIEKERK INO.EERD.TERR. HARDEGARIJP RIJKSSTR.W. HARDEGARIJP RIJKSSTR.W. NOORDBERGUM RIJKSSTR.W. EERTPUM PIJKSSTR.W. BERGUM 0.COMMISSIEWEG BERGUM tU.S GARIJP BU.S HARDEGARIJP BU.S RIJPERKERK BU.S NOORDBERGUM BU.S SUAMEEP BU.S EESTRUM 3 SCHOLEN BEJAARD.TEH./VERPLEEC.
NN NN NN NN NN NN NN NN NB TH ZO ZO ZO ZO ZO ZO SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA
VL IL VL VL IL VL VL VL VL VL VL IL IL IL IL IL IL IL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
1 2 3 1 5
BUITFNGE5IED KERN TERHORNE KOM AKKRUM DE H E M M £ N III KOM OLDEBOORN
RC RN RN NB RN
VL VL VL VL RL VL
1 2 3 1 5
BELEIDSPROGRAMMA BEDRIJFSTERREINEN INDUSTPIE TERNAAPD WEG H O L w E R D - D O K K U M
ZO SA RN RN
VL IL IL IL VL VL
1 2 3 1 5 6 7
WOLVEGA/EIKENLN./LINrELN. WOLVEGA/LYCKLAMAWEG WOLVEGA/HAUIERDWARSWEG WOLVEGA/HAULERUEG W0LVE6A/KEIUEG WOLVEGA/OPPERS WOLVFGA/HEERENVEENSEWEG (
1 2 3 "4 5 6 7 8 9 IQ 11 12 13 11 15 16 17 18 19 20 21 ?2 23 21 25 26 27 28 29 30 31
11
ZO ZO
zo zo zo zo
SA
IL IL IL IL IL IL VL
VL VL VL VL
.XXX
.x.x .XX. • XXX • X• • XX.. .XX.
•x•• 11 70
6 76 12 6 1 11 2 29 12 56 2 8
C G
6 G G G G G G G G G G G G G
55 60 66 70
76 71 71 71 71 66 66 66 66 66 66 66 61 61
• . .
• . .
. .XX XX . . . . XX . . XX X X . . . .XX X . . . ... X X. . . XX. . . .XX xxoo • • • • ..XX . • • • ... X x x x o • • • • . . XX o o » * « . . . . .XX 00** . . XX 00*« xxxx 000* • • . . xxxx 000* • • . . xxxx 000» • • • . xxxx 000» • • , . xxxx 000» • • • • x x x x 000* • • • • xxxx 000* • • . .
80 75 75 75 75 70 70 70 70 70 70 70 70 65
.... •.•. ... X XX.. . .XX . XXX
150 250 80 100
XX. .
xxxx xxxx
XX. .
xxxx G G 50 52 23 77 11 38 70
66 70
... X ... X ... X
53 66 69 58 65 71 65 69 65 69 66 72
.XX. .00. . XX. .00. . .XX . .XX . .XX . .XX 00. •
6o 70
xo«* xo»* xo»«-
. .00 000. 000 . 000. •
• • .
1987
RROVINCIE
FRIESLAND
GEMEENTEN
n
SITUAT I C / B E STEMMINGS LAN
UESTSTELLINEWERF 9
ia u 12 13 lt 15 16 17 18 19 ?0 21 22 23 2M 25
1 I 1 1 1 8 O 3" O
o
-* Q.
</> t-*
c
*X
<
WO^SERADEEL
1 2 3 14
5 6 7 8 9 WORKUM urMBPITSERADEEL
1 1 2 3 t 5 6 7 8 9 1D 11 12 13 1M
U'OLV EG A/H EER ENV E E N S EUE G (6 ) WOLV E G A / S T E E N W I J K E P . E G WOLV E G A / L Y C K L A M AWEG WOLV E G A / G R I N D W E 6 OLOE EN M I J E H O L TWOLOF DE B L E S S E / S T E E N w l J K E P w E G 1975 DE B L E S S E / S D 0 0 R LAAN LESSE /STEEN WIJKECU^G DE NOOR WOLD E/HOOF D S T P . C O S T A NOOR DWOLD E/HOOF D S T P . O O S T B NOOR D . O L D E/DP.M ULDERST9AA T NOOR CWOLD E / M E U WEWEG «EST NOOR DWOLD E/HOOF DSTRAAT O L D E EN N I J E H O L T P A D E O V E R IGE I N Z O N E H V E E N S E W E G S T E E NU IJK £ P W . STEL L I N G E N W E G O V E R IGE
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
SA SA RC RC SA SA TH SA ZO TH TH TH TH SA TH TH TH TH
ALF.BELEIOSPROGR. BUITENGEBEID FOLSGAPE HEEG-OSINGAHUIZEN HOMMERTS-JUTPIJP A HOMMERTS-JUTPIJP b NI JE Z I J L N1JLAND OFFINGAIUE OPPENHUIZEN-UITwELLINGEGA SCHARNEGOUTUM U O U Ü S E N D (A) WOUDSEND (P) IJSBRECHTUM
Tl 42 22
VL VL VL VL VL VL VL VL IL
GLOBALE AANTAL UOON- SOORT GELUIDSEENH. MAATR. B E L . 1981
105
VL
VL VL VL VL VL VL VL VL
18 66 29 22 39 13 36 58
5e 12 13 11 21 8C3
VL
66 66 66 61 66 66 61
73 73 69 66 71 73 65
66 51 61 61 61 61 67 61 61 61 61
71 65 65 65 65 65 69 65 65 65 65
SA
VL
zo zo SA
VL VL
12 19B2
1983
196t
. .00 . . • • 00. • • • • . . XX. • XX.
. .00 . .00 00..
. .00 XX. .
1985 •
1986
• . .
. .
••
• +
. . • • • •..
00..
• • • •
• •
00. . . . • • 00.. .. •• 00.. .. * • 00.. .. •• . .XX XX. .
• *
XX. . XX. . XX. . XX. . XX. .
XXXX XXXX
VL VL VL VL VL VL VL IL IL
PUITENGEP.WONSEFADFEL NOORD WITMARSUM AFSLUITDIJK/K0RNUEPDFR7AND ARUM KIMSWEPD BUITENGES.WONSERADEEL ?UID 2UPICH MAKKUM-ZUIDWAAPD MAKKUM-RONDwEC OOST/KROM MESLOOT BINNENSTAD
LAWAATBRON
0000 0000
• • • • •
•
»••• ••••
xxxx oooo »••• XXXX
0000
••••
xxxx oooo •••• XXXX XXXX
XXXX 0000 0000
0000 •••• »••«
• •
xxxx oooo •••• 23b
, . XX
XX.
xxoo
NB
NB SA ZO ST
xxxx xxxx xxxx
IL
VL IL VL VL VL RL VL VL VL
XX
66 5
6b 73 66 70
XXXX XXXX
XX XXXX
OOOO
• + ••
oooo
• •+ •
xxxx XXXX
XX
xxxx xxxx XX
XXXX
oooo
XXXX
VL VL IL VL VL
XXXX
XXXX XXXX
0000 XX
oooo •••• •• XXXX
XX..
••••
1*87
PROVINCIE GEMEENTEN
ASSEN
DRENTHE SITUATIE/BESTEMMINGSPL«N
1 2 3 "4
5 6 7 8 9 10 11 12 13 1* 15 16 17 18 19 20 21 22 23 2M 25 2b
27 28 29 30 31 32 33 3M 35 3b 37 38 BEILEN
1 2 3 <t
5 6 7 8 9 10 11 12 13 11 15 16 17
NIJLANDSTRAAT
M9K
MS
PITTELOO MAASTRAAT PITTEL00 SEINEPAO N O O R D E R P A R K - E U R O P A W E G M9K MS N O O R O - S T P O O M M9K MS S C H E P E R S M A A T M9K MS I N D U S T R I E T E R R E I N M9K MS P E E L O ES B M9K MS PEELO DIV. K A N A A L S T R A A T M9K MS KANAALSTRAAT H E T K A N A A L MMK MS MOLENSTRAAT RHEEBR.STR. SCHILDERSBUURT TROELSTRALAAN P E E L O DE K A M P E N M9K MS P E E L O V E L O C M9K MS M O L E N S T R A A T / K O R E N M O L E N M9K MS ASSEN COST RODE DORP ASSEN OOST WITTEDORP A ASSEN OOST wITTEDORP B SLUISSTRAAT-KANAAL SLUISSTR./TROELSTRALAAN NIEUWE HUI7EN OOSTERPARALLELWEG BROEKLAAN-WITTERST°AAT LANGEOIJK Z W A R T W « T E R S WEG P E L I K A A N S T R A A T O O S T II (A ) P E L I K A A N S T P A A T O O S T TI (P) P E L I K A A N S T R A A T O O S T II ICI P E L I K A A N S T R A A T O O S T II (D) GRONINGERSTRAAT EMBO G R O N I N G E R S T R A A T SWA G R O N T N G E R S T R A A T Z A A G « O L EN BACGELHUIZEN (UBFLSI STADSGEblED (DIV.) BUITENGEBIED (DIV.) BEILERSTROOM 2 CIERENASIEL MOTORCROSSTERREIN BEDRIJVENTERREIN NOOPD INVENTARISATIE A INVENTARISATIE B INVENTARISATIE C VAM A SPIER LIEVING ZUIDMATEN REGIONAAL SPORTCENTRUM VERKEER ALGEMEEN EURSINGERWEG REKREATIE-INPICHTINGFN WIJSTER VAM B
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
LAWAAIBRON
NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB ST RN RN NB NB NB ST ST ST ST ST NB ST NB NB NB RN RN RN RN NB NB NB NP NE NP
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
NB
ZO SA SA SA SA SA NB ZO
AANTAL WOON- SOORT EENH. MAATR.
G 5
70 60 60 65 65 55 65 60 65 70 70 70 65 65 65 60 55 65 55 55 55 65 65 55 55 55 55 S5 55 55 55 55 70 70 65 60 55 55
VL
0
57
IL VL VL RL VL VL RL IL
C G G C C C C
65 70 6b 70 65 65 65 65
VP NB
VL VL
NP ZO
RL IL
IL
55 60 2M 1 50 3 12
GLOBALE GELUI0SBEL. 1981
90 36 16 52 100 35 100 MO
RL
RL RL RL RL
MO M7 6 10 M 9 8 130
G G 0 0 G G G G 6 C C G G G
6b 56 56 61 61 5b 56 61 66 6b 66 55 61 61 55 60
61 55
G
96
78 8D 25 27 M 6 12 10
G G
66 6b
13 1982 1 9 8 3
198M
..XX
..XX ..XX ..XX
. x«» .XX. • •• •
. »•• 4 • • • • 4 4 • XO** • • • • ..03 0 0 * * • ••.
.X33
• •4 4
• x«*
4 44 4
.00.
• 44 •
>.XQ
4 44 4
• XX.
.xoo . XXD • • • 4 • XX3 • •• •
.XX. 00. . 4 4 4 4 . XX. ..00 0 0 . . 4 4 4 4
xxxx
.XX. . XX. .XX. .00. • XX. .00. . XX. .00.
4 444 4 4 44
.XX. .XX.
.XX. . XX . ...X
X... .X.. . .XX . XX. X.33 ..33 ... X . .XX . .XX . .XX
. ••. . 44. • • • • 4 44 4
00** 4 44 4 • •• •
00** 00»» 00*» 00»*
xxoo
0
X X . . 00«* XX. .
c
• XX. .00. .XX.
.GO. .XX. . XXX
c c
1985 1986
xxoo xxoo xxoo xxoo
• •4 •
4 444 4 44 4 4 44 4 4 44 4
°P0VINCIE GEMEENTE*'
DRENTHE SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
AA'JLE i n i N G JERKZAAMHFDEN
E N r. 5
1
P.W. Z4
COEVCRDEN
1 2 3 1 5 b 7 8 9
PEUKENLAAN/KRIMWEO GASTHUISSTRAAT I EN I WILHELMINASINGEL GAUTIERSINGEL/BURG.V. RAVELIJN IND.TERR.DE HAPL LEEuy.VELD DE G A L L A S T BESTAANDE UON.
NN NN NN NN NN ZO ZO
1 2 3 M 5 b 7
BUITENGEBIED A BUITENGEBIED B ROGAT A ROGAT B BUITENGEBIED KOEKANGE KOM D O R P DE WIJK. K O N K P E E T GEVAL
SA SA 20 SA TH TH NB
1
RIJKSWEG
HUK
DIE VER EELDF
EMMEN
GASSELTE
GIETEN
HA VEL TE
28
1951
P6 12a 32 24 57
66 70 66 66 72 6b b8 66 68
267
6b 75
VL VL IL VL PL VL VL
2 79 2 25 21 35 1
66
VL
21
VL VL
VL VL IL IL VL VL
IL KL
c
G
67 74
G G G G 6 G
55 65 60 70 70 60 65 65 70 65 70
VL VL VL VL VL VL
56 65 131 21 97 104
1 2 3 4
AVEBE OOSTERMOER VAN V L E L E N W E G GAS S E L T E R N I J V E EN V.VEELENWEG GASSELTEPNIJVEENSCHEMOND FA.ROSIEN
SA SA SA SA
IL VL VL IL
30 100 35 20
60 65 65 60
1 2 3
HERZ.KOMPLAN OELENBOOM BUITENGEBIED
NN RC SA
VL VL VL
25 10
56 70 70
NB SA SA SA SA SA SA SA S« SA SA SA
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
320
NB NB NB
VL VL VL
100 62 40
1 2 3
CURIESTRAAT DE B O E I E R / D E BOTTER ALTEVEERSTP./KORTEWIJKSTR.
.00 •
•••» .
,. .X
X XXO
XXOO •••• 4 4 4 . X«» « « 4 4 4 ..XX 00*» ••••
. X * *
.oo oo.
aso
NB NB NB NB NB NS
MEERKAMp
. X.
..xx oo«» ••••
3ARGERFS BPUNTINCEP6PINK VERLENGDE KLOKKENSLAGM WITHAAP OMVLEE VAN S C H A I K W E G NOORD VAN S C H A I K W E G ZUID
FRIESESTRAATWEG (9) RIJKSWEG (18) RIJKSWEG (2G) RIJKSWEG (21) R I J K S W E G 1231 RIJKSWEG (37/3B) RIJKSWEG (41) RIJKSEWGN.Z.(2) R I J K S W F G N . Z . (3) RIJKSWFG N.Z.(8) PIJKSWEG N.Z.(9/1U)
. X. . X.
6 60
1 2 3 4 5 6
1
. X.
XXX
5ü bO
SPIERVEEN-FELÜE KOMPLAN EELDE KOMPLAN PATERSWOLDE
(R33/P34)
1952 1983 1984 1985 1986 1V87
..xx oo*« ••••
1 2 3
2 3 4 5 b 7 8 9 10 11 12 HOOGEVEEN
A
BEL 61 7 5
VL
14
GLOBALE GELUIDS-
4Ü
VL
eORGEP
DE
AANTAL L AWAAI- W0ON- SOORT EENH. MAATR. BPCN
IGO 100 .44
+ •
XX*« • • • • XX« + 4 44 4
xx««
4 44 4
. . XX . . • • • 4*4 . . XX . . • • • 4 4 4
XXX XX XX XX
00 00 00 00
4 44 4 4 44 4
XO XD + X0«
70 b9 71 b9 69 b9 71 71 b9 71 69
2 G G G
68 60 b5 al
. ..X
X004
4444
. . . X
0044
4444
.XXO
0444
444
.
PROVINCIE
DRENTHE
AANLEIDING WESKZAAM-
H
eed Kame
? » ^
sa.
3. 1 (0 co 1983,
sV —»
--J
o o
hoo
o
2
i
k XVII
c
3 •1 N3 O
CO ro
GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
HOOGEVEEN
1 5 6 7 8 9 10 11 12 13 11 15 1b 17 18 19 20 ,?1 22 23 21 25 26 27 28 29 30 31 32 33 31 35 3b 37 38 39 10 Ml 12 13
n
MS 16 17 18 19 5C 51 52 53 51 55 56 57 58 59 60 61
HET HAAGJE/SCHOKLANDSTRAAT LAMANLAAN/DUBOISSTPAAT DE PLECHT HOOFDSTRAAT (BLO") SALKH0F KALFFSTRAAT SCHUTSTRAAT/ZUIDEPWEG HOOFDSTRAAT (STRIJKEN HOOFDSTRAAT/HET HAAGJE HOOFDSTRAAT (VAN ZUIDEN) GROTE KERKSTRAAT ZUIDWOLDIGERWEG (NEG.BANK) HET ROEFJE VERSRL'IDE WONINGEN STEE NBERGER WEIDEN-NOORD STEENBERGERWEIDEN-ZUID TICHELWEPKSTRAAT VERSPREIDE WONINGEN STEENBERGEPW-NOORD STEENBERGEPW.-ZUID DE BOEG TRASSELT (A) VERSPREIDE WON. TRASSELT (8) VERSPREIDE WON. KINHOLT-WEST VERSPREIDE wON. PEIGSHOOGTENDIJK EBBINGESTRAAT VERZFTBUURT I VERZETBUURT II VENESLUIS POEDERTOREN VENESLUIS VACUUMGEBOUW VENESLUIS ENERGIEGEBOUW ALTEVEER «LTEVEERSTPAAT ALTEVEERSTR./LOMANL./VEENLUYDENSTR./ VAN ECHTENSTP. GROTE KERKSTR. GR.KEPKSTP./PAADHUISSTR./HOOFDSTR. HET HAAGJE HET HAAGJE/KRUISSTP./ALTEVEERSTR. HOLLANDSCHEVELOSE OPGAANDE HOOFDSTRAAT HOOFDSTR./MC.DEET r ,STP./JHP.rE JONGE KRAKEELSDIJK SCHUTSTRAAT VAN LIM6URC STRIRU"STR,/SCHUTSTR./ZU OC VOS VAN STLENWIJKL./KANAALWEG KANAALWEG/HET HAAGJE/VPEDENLUSTSTR. DE VOS VAN STEENWIJKL./METEORENL./EI MELKWEG/SATURNUS/RCERDCMPLN. HOOFDSTRAAT SBBN HET HAAGJE (H«S) ALTEVEERSTRAAT/KORTEUIJKSTPAAT ALTEVEERSTRAAT/WE TH.PO BAARDSTRAAT NATHIJSENSTRAAT DIVERSE BESTEMMINGSPLANNEN A
HEDEN
NB NN NB NB NB NB NN NP NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NR NB NB NB NB NB NB RN RN RN RN SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA V
P
VP SA SA SA SA SA SA SA SA NN NN NN NN NN
zo
GLOBALE AANTAL LAWAAI- WOON- SOORT GELUIDS EENH. MAATR. BEL. BRON 1981 VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL IL IL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL VL IL
21 25 10 b 31 bl 11 1 21 8 32 2 60 13 1ü
G G G G G G G G G G G G G G G
100
5
6D 20 60 100 20 100 25 100 35 200 30 6 21 100 100 50 50 50 1 1 78 1 10 39 17 63 17 1 67 b 29 39 72 31 2b 33 60 20 38 50 20
G G G G G G G G G
5 G G G G G 0 0 0 G G G G G G G G 0 0 G G G G G 6 G O
G G G G
b5 55 bD 55 60 b5 55 65 55 60 60 60 55 60 60 60 55 60 55 60 55 55 55 55 55 55
60 60 65 65 65
65
65 6b 67 66 65 65 65 65 65 55 65
55
70 60 b5 bO 65 bO 70 bO 70 bO b5 65 65 60 65 bS b5 60 b5 60 65 6C 60 60 60 60 60 70 65 65 65 70 70 70 66 68 68 67 67 67 6b 68 70 67 b8 71 66 68 68 68 68 68 60 70 61 61 60
15 1982 198 3 1981 1985 1986 1987
XOOO o+* •
... X
xxoo
• • •
*
xxo» xoo» xo»« xo«»
****
• •• •
• •.
xo** x*«» x»«»
**** ****
X444
xoo* xoo» .xo» xo»*
• • • • • * •
•
• . .
•
• • • • . 4 4 4 •
• • • •
• • • •
4 4 4 4 • • • • • • • •
• • . .
4 4 4 4
. ..X 00»» . ..X xoo» xxoo 000*
xoo» xxo»
• 4 • •
•
• • • •
• • •
• • • •
•
• . . •
• • •
• • • • • • • •
. .XX 00»»
• • • • •
• •
xo»»
• • •
•
XO»»
• • •
•
xo»»
• • • •
xo»» xo»« ..xo * *** ... X xoo* 4 4 4 4 . . .X xoo* 4 4 4 4 . . .X xoo» .XXX xo** • • • • XXXX X00D ..XX XXXX
... X 00**
• 44
•
•
4 4 4 4 •
• • ••
4 4 4 »
X044
44 44
X044
44 44
• • • •
4 4 4 4
4 4 4 4
• 4 • •
XXO)
4 4 4 4
•
xxoo xooo
• • 4 •
4 4 4 4
» ... » • .
00»» 4 4 4 4 XXXX XXXX
» 4 » 4
4 4 4 4
• . .
.xo*
XXXX
+ 4 • •
4 4 4 4
XXXX 0000 • + • • ... 0 « . . . . . .0 » . . . . .00 . . .0 • . . . ..00 • • . . ..00 4 4 4 . .00 ..00 ...0 • • • ... 0 « . . . ... 0 • • • . ...0 0»»» .000 .000 .000 . .00 ..00 ..00 • • •
**
•
4 4 4 4
444.
444.
0 4 44
444. 4 4
4,
444. 444. 44 . . 444.
PROVINCIE GEBEENTEN
SITiJ£TIE/ErSTEw^'INtSpL«N
HGOGE VEEN
62 63 61
C1VEPSE BESTEMMINGSPLANNEN E KATTOUt 1 GGK 1931 PESSERHOF GGK 1968
1 2 3 •4 5 6 7 8 9 lü 11 12 13 1 "4 15 16 17 18 19 20
BELEIDSPPGGRAMfA TROENEVELD 79 OEVEPS 75 WATERTOREN 51 OUDE V A A R T 73 ESINGE 79 CENTRUM "EPPEL 72 NOORD (ONTWERP) OOSTERBOER V O O R M . Z W E M B A D L.SPRINGF.KLAAN RANDWEG HOFK B P O U w E R S S T P A A T RARALLFLWEG SWAENENBORG BLEEKERSEILAND CEINTUURPAAN V.LINSCHOTENSTFAAT DE V O S VAN S T E E N W I J K L A « N "ACKAVSTRAAT RANDWEG
21 22 23 21
PESEDASTRAAT WESTEINCE EN OMGEVING C.L.M.EOOMPJES,MOLFNHOt"K PARTICULIER W0NINGBE2IT
MEPPEL
NB NB NB NP NB NB TH TH TH TH TH TH TH TH SA TH
VL IL IL IL IL IL IL TL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL RL VL VL IL IL VL
ZO ZO
zo zo zo zo zo
NN NN 20
VL VL IL
1 2 3
EUITENGEB. KERN PEIZE INDUSTPIETERR.
SA SA SA
VL VL IL
1 2 3 1 5 6 7
DE D R I E H O E K R O D E N - W E S T N1ETAP <KE"N) KOMPLAN RODEN DE Z U L T H E I HEYS/V.D.BEND NIETAP HUIZING NIEUW-PODEN ZONERING
NB NB NB NB NN NN ZO
VL VL VL VL VL VL IL
ROLDE
1
OOSTERVELD-ZUID
SLEEN
1 2 3 1
HERZ.ERM SCHOONOORD VEENOORD-BEDRIJVENTERREIN VEENOOPD
ZO SA
VL VL IL RL
1 2 3 1 5
LEEMDIJK VERKEERSONDEPZOEK H O O F D W E G 60 DIV WONINGEN D I V W O N I N G E N 1 9 8 8 EV
ZO SA SA SA SA
IL VL VL VL VL
SMILDE
WOLVTNVEEN
RW 33
AANTAL WOCN- SOORT E E ' i H . MAATR.
RL VL VL
ZUIDVELDE N O R G , 1 EN 2 P E R S O O N S H . NORG,IMD.TERP.
RODEN
co
NOORDEINDE
zo
NB NB
L A WA A I 6PON
1 2 3 PEI ZE
(O
AANLE I D I N G WERKZAAMHEDEN
DRENTHE
6 G
GLOBALE 16 GELUIDSEEL. 1991 19e? 1903 1981 1985 1986 1937 6C 65 60 65
XXXX
IL
RL RL
RL
IL
XXXX XXXX XXXX XX0 ••• • XOOD 4444 ••..
66 70 61 65 6fa70 66 70 66 70 66 70 66 70 66 70 66 70 66 70 66 7C
«5 11 21 125 16 15 22 IQ 22 38 72 29 20 20
55 70 7Q 60
XXXX XXXX XXXX XXXX XXXX XXXX XXXX XXXX
XXXX XXXX XXXX XXXX XXXX XXXX XXXX
+ •••
4•••
.XXX
50 57 50
0 0 0 113 60 15 100
••••
..XX
••••
..XX ..XX
•••• ••••
+ **4
4444
••••
•+••
••••
x»*« 44*4
..XX 4444
.XX .XX
. . XX XX. . XX. . •*••
0 G
••••
XX*» . . XX » • . . . . X X •••• •••• ..XX
IL 1 32
••••
xx< • •»•..
•+••
. .XX . XX.
60
15 60 55 55 IC «0 50
55 65 65 60 50 50 55
.XX. . .X. .X.. . .X. XXXX . XX. . ..X XXX .
150
SA
• XXX 000» . ..X xxxo ooox . ..X X X X X xxoo . ..X xxoo 0* 106 1 89 237
66 80 76 71 75 66 70
XXXX XXXX
XXXX
ooo»
XXXX
PROVINCIE GEMEENTEN VLEDDER
VRIES
ZUIDWOLDE
I
f •D
CO
£ 1 CD
I 2 O
t
DRENTHE SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
LAWAAIBRON
1 2 3 t 5
DE R O L L E 2E FASE DORPSSTRAAT VLEDDEP INDUSTR.WILHELMINAOOPD Tl« F R E D E R I K S O O R O TIM N I J E N S L E E K
NN SA ZO SA SA
VL VL IL VL VL
1 2 3 1
O O S T E L I J K E RONDyEG UITBR.DORP VPIES HERZ.TYNAARLO INO.TEDR.VRIEZERRRUG
5 6 7 8
HERZ.DORP VRIES HERZ.KOMPLAN VRIES HERZ.BUITENGEBIED B E S T . D E F L E D D E P S II
RC NN BP ZO BP BP bP NB
VL VL VL RL IL VL VL VL IL VL
1 2 3
HOOFDSTRAAT P36.P37 RIOOLWATERZUIV.INST, S L A G E N W E G 10
SA ZO SA
VL IL VL
AANTAL GLOBALE W00N- SOORT GELUIDSEENH. MAATR. B E L . 1991
17 1 9 8 2 1 9 8 3 196"4 1 9 8 S 1 9 8 6 1 9 8 7 .X.. 0 . .• X... 0 . . • X... X . . . 0. .• X . . . 0 ..•
.XX 250
XX . XXOO
. •• .
. .••
20 150
61 65
1
61 65
. .XX oo** . .XX .00. . .XX .00.
. ••
..xx
. .•
..00
.xxo o»*. ... x x...
. ••
PROVINCIE GEMEENTEN
ALMELO
OVERIJSSEL
«
7 . I J . ? •
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
1
2 3 1 5 6 7 8 9 10 11 12 13 11 15 16 17 18 19 20
WEEZE-BEEKSINGEL
21
BUPGSTPAAT/SLUISKADE
22 23
WIERDENSESTR./AALDERINKSSINSEL DE R I E T
2"»
KERKELANDEN
ZO ZO ZO ZO ZO TH TH TH NB NB NB ST ST ST ST RN ST RN
IL IL IL IL IL VL VL VL VL VL VL VL VL RL VL RL VL RL VL VL
RC RC RC RC RC
VL VL VL VL VL
AANTAL WOON- SOORT EENH. MAATR.
BEL
1991
G G G
65 69 66 70 67 70
IS
G G G G G G G
56 60 6C 50 6S 65 61
65 65 65 55 69 69 65
60 56 56 56
65 6C 65 60
7
G
56 60
SA SA SA
VL VL VL
10 15
G G G
66 70 66 70 71 75
AVEREEST
1 2
INDUSTRIETERPEIN BALKBRUG
ZO TH
IL VL
5 10
BATHMEN
1 2
KERKMARS SANERING OVL 20-1
NN SA
RL VL
5
G
1 2 3 1 5 6 7 8 9 10
ZENOEREN CENTPUM BOPNE PRINS BERNHARDLAAN EUROPASTRAAT AZELOSESTRAAT RIJKSWEG 335 METAAL PERSW. DRAADVLECHTERIJ ZUIDU.V.D.SPOORL. 30PNERBR0EK
SA SA SA SA SA SA ZO ZO SA SA
VL VL VL VL VL VL IL IL VL VL
56 180 1C5 91 71 10
G
1 2 3 •4 5
DOPP VROOMSHOOP DORP DEN HAM NIEUWOORD III VRIEZENVEENSEWEG LINDERFLIER
TH TH NN
VL VL IL
250 2
ZO
IL
78
1 2
C O L M S C H A T E R FNK V.OLDENIELSTRAAT
NB TH TH
VL VL VL
70 33 62
DEVENTER
3
AMSTELLAAN
1981
1985
1986
....
»••«
1987
. .xo
• •..
. .XX 0 0 * * . XX. 0 • • • . .XX . .XX
VL VL
VL RL
1983
. .XX
19 113 131
VL VL
O
193?
. .XX X... . .. X X X X . XX. . . ..X X . . .
NN
DEN HAM
18
GLOBALE GELUIOS-
HENGEVELDE INVENTARISATIE ALGEMEEN A ALGEMEEN B ALGEMEEN C
DELDEN
BORNE
CO
SUMPEL
TURFKADE II/DOLLEGOOP ROSSMARK T E N CA TE BUITENHAVEN PIETSTRAAT VIOLIERSTRAAT/RIETSTPAAT SLUITEPSVELDSSINGEL/RRANDEDSWEG W I N D M O L E N B R O E K (VAK 2 3 ) KLUPPELSHUI2EN HAZELAARSTP. OOSTERES VIJVERSTRATEN PAVESLOOTSINGEL/SLIGTEGEBIED DlJKERSTERPEIN EUGEPIA-FLAT WIERDENSESTR./POHOFSTR. CHR.LYCEUM VCP/PROEFPROJEKT ALMELO
LAWAAIBRCN
1 2 3 1 5
AMBT
UI
DE
AANLEIDING WFRKZAAMHEDEN
• XX . XX. . .00. .XXX XXX.
0000 00**
+ •
00»*
«...
xo** ... X
... X X . . . XX. . . .XX
... X X • • • .XX. ..XX
xxo* xoo* ...X ...X
55 63 66 70
0000
75 70 70 70 65 70
....
..X.
65 67
70 65 65 65 60 65
• •..
x.o* x.o* x.o*
000. . .•• • •.. . .XX X 0 0 0 • •• • 0 •+ •
..X.
..X. 0 0 . . . . • • . . X.
. X. . . X. . . .X. ..X. X. . . X. . . . X. .
•*•• 55 50
60 62
. .XX . .XX 00..
xxoo xxoo
. .XX
xxxx 0 G G
56 60 66 70 66 70
. .xo ...» .XX.
• •..
00.»
• xo» « . . .
....
PROVINCIE
OVERIJSSEL
• •
z. I J.P.
GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
DEVENTER
t 5 6 7 8 9 10 11 12 13 11 15 16 17 18 19 20 21 22
DIEPENVEEN
ORONTEN
(ZIJP)
LAWAAIBRON
VELDPAPERWEG BLAUWENOORD IJSELKADE KEIZERLANDEN BORGELE PLATVOET ROESSINK RIVIERENWIJK V.HEEMSTRALAAN E.0 TUINDORP VOORSTAD OOST SCHELDEPL./OUOE BATHMENSEWEG PARALLELWEG DE W O R P KLEIN DOUWEL HET BRAMELT SWORMINK ESSENERVELD HOLTFRWEG
NB NB NB NB NN NN NN TH TH TH TH RN RN RN NP NN NN NN RC
VL VL VL VL VL RL RL RL VL VL VL VL VL
1 2 3 1 5 6
OERDIJK (SCHALKHAAR) KON.WILHELMINALAAN ORANJELAAN/DORPSSTRAAT U S S E L D I JK HOLTERWEG RAALTERWEG
SA SA SA SA SA SA
1 2 3
NN NB NN NB
5 6 7 8 9 10 11 12 13
KAMPWEG-SWIFTERBANT RAAN I I I - O R E E F B . H U I 7 E N KAMPWEG-WEST SWIFTERBANT WOONTOREN DRONTEN OE K O L K SWIFTERBANT D R O N T E N Z U I D II DE Z O O M SWIFTERBANT 3E U I T W . D R O N T E N - Z U I D I <(E U I T W . D R O N T E N - Z U I D I 5E U I T W . D R O N T E N - Z U I D I TERREIN REINWATERKELTER OLDENBROEKERWEG/PIDDINGHUIZEN 0 L D E N B R O E K E R W E G IE U I T W .
NN NN NB NB NB NN NN NN
1 2 3 t 5 6 7 8 9 10 11 12 13 lt 15 16 17
TERREIN SACHS LAGE BOTHOFSTRAAT V E L D K A M P S T P A A T II VELDKAMP STRAAT I H E L M E R H O E K 9 (A) H E L M E R H O E K 12 (A) HELMERHOEK WILHELMINASTRAAT V.DAMCOMPLEX OLDENZAALSESTRAAT WILH.-OLDENZ.-STPAAT GETFERTSINGEL FAZANTSTPAAT BENTSTRAAT BELTHOES RIJVANK/BENTELO HERTMEBRINK
NB NB NB NB NB NB NB NB NB NN NN NN NB NB NB NN NN
i*
ENSCHEDE
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
zo
VL RL VL VL VL
AANTAL «00N- SOORT EENH. MAATR.
29
G 0 G G G G 0 G G G G G G G 0 0 0 0 G
VL VL VL VL VL VL
130 90 130 11 28 30
G G G 6 C C
VL VL VL VL IL VL VL VL VL VL VL VL VL
80 20 25 70
G G G G 0 G G G G G G G G
VL
15 99 110
to RL
6"4 20 30 30
500
to 100 100 100 50 300 50
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
VL VL VL VL
15 119 88 262 115
l?«
IL
19 120 M2 30 ta 96 21 25 30 56
1" 1
GLOBALE GELUIDSBEL. 1991
1982
56 61 56 56
60 70 70 60
.XO» « . . . . .X3 . . • • . X X . . .00 0 • • • • . . . .xxo 0 • • •
61 61 66 56
70 70 70 60
..XX ..XX
55 55 55 5S 55 55 55 55 60 63 55 55 55
60 60 60 70 60 6C 60 60 55 70 70 65 60 60
55 60 55 60
1985 1986 198
00»» 00«« 0 ••• . X X . 00.» • • . .
. XX. • •.. .XXX .XXX . .XX
60 66 69 60 60 60 65 55 50
198M
xx.o
66 70
55 60 56 6 0 52 61 65
1983
. .XX 0 0 » * 0 0 0 . XX.. .XOX
X. . . XX. . .XX. . .XX • +• • • ••.
.oxo ...» ...» • • . . .xxo ... • • • • . ..xo
• •••
... X
ooxx ..•«
• ••
.xxo
0... .»••
• . .
. .•• • •..
. .xo
• •• •
. .XX ..•• . .XX 00.. •••.
xxoo . . . X 0.. . • • • •
xxxx xxoo xxoo
0000
xxxx xxxx
0000 0000
• • ••
• •• •
+ •+• 0 +• • . .XX 0 0 » * • • . .
.xxo
• •• • • •• •
. xxo 0* •• .xo* « . . . .xxo 0 • • • .XXD
0 •• • 0 •• • • XXD 0 + * +
.xxo
xxoo .XXX
• •• •
0000
• •• •
xxxx
0000
• •• •
• • .
•
7.U.P.
SITUATIE/BFSTEMMINCSPLAIS 18
BIJVANK/GEESS.
19
ZUNAERINK
20
MINKHAAT/LELIEST°AAT
2 1
ZAANST&AAT
22
BELTSTRAAT
23
2i* 25 2b 27 28 29 30 31 32 33 31 35 36 37 38 39 10 «1 12 13 11 15 1b 17 18 19 50 51 52 53 51 55 56 57 58 59 60 61 62 63 61 65 66 67 68 69 70 71 72 73 71 75
OLDENZAALSESTRAAT
BENTVELD SANDER UAALSTPAAT POTiWEC WETH.NIJHUISSTPAAT BIJVANK/GEESSINK PIJPENSTRAAT BUURDESTR./EROEKH. BOURDONSTRAAT H E L M E R H . 1 E FASE E0NTWEVEP1J ZUIDMOLEN PAPALL./V.LOCHEH STROINK N R D . X I HELMERHOEK-1 H E L M E R H O E K 1-5 HELMERHOEK 7 H E L M E R H O E K 9 (P) H E L M E R H O E K 10 H E L M E R H O E K 11 H E L M E R H O E K 12 (B) H E L M E R H O E K 13 H E L M E R H O E K 11 CLDENZ./HEURNE EMMASTRAAT STROINKSL.NRD.XB PIJLHOVENSTR VLEEPTERR. DE KLOMP LAARES STEVENFENNE C.V.HOUT»ANSTRAAT HETH.BEVERSTR. J.V.DEINSELAAN VENUSSTRAAT PATHMOS V ROOMV.'NW.LUSTP. TUBANTIA DOLPHIA VARVIK LAARES-U HOGELAND VELVE TWEKKELERVELD MEKKELHOLT DORPLONNEKER WILGERBEPSTR, VOORSTUEG LAARES HOGELAND BOSW./V.VEENL. M E K K E L H O L T 1*11
PROVINCIE GEMEENTEN ENSCHEDE
1 ! 3
i
!
Ë
g
OVERIJSSEL
•
2 . U . P .
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
76 77 78 79 80 81 82 83 81 85 8b 87 88 89 90 91 92 93 91 95 96 97 98 99 100 1D1 102 103 101 1C5 106 107 1C8 109 110 111 112 113 Ut 1 15 116 117 1 18 119 12C 121 122 123 12* 125 126 127 128 129 130 131 132 133
LOUWESTR LAARES VLIERSTR «T T RIBPE T I BEJ.C.DE POSTEN LINDENHO BUITENPI G '< VAPVIKSI G E L HOGELAND ING EL VOLKSPAR SIN GEL PATH«0SS NGE L OLIEMILE SNG HAAKSBER ERW E G / H E L E N A S T R A A T L.BUDDES R . UETH.NIJ U I S S T R A A T GOOLKATE WEG WESTERVA ZUID.INV W.I ZUID.INV W II ZUID.INV W. III GEESSINK EG OOSTUEG OOSTWEG I HENGELOS S T R . KUIPERSD J K 4 P E R I K W E G GRONAUSE E G - E S M A R K E R W E G TER KUIL S T R A A T LIPPERKE K - S T R . I LIPP.KER S T R . I I SNELLIUS T R . VELVEUEG GETFERTS N G . BLEEKWEG BRUOGENM O R S W . DEURNING E R S T R . HENGELOS E S T R . HOFST.WE G HOGELAND SNG . OLDENZ.S E S T R . RICHTERS WEG RIPPERDA S T R . TUBANTIA S N G VOLKSPAR K S N G VOORTSWE G GRONAUSE S T P . HAAKSBER G E R S T R . HENGELOS E S T R . I HENGELOS E S T R . I I LOSSERSE S T R . OLDENZAA L S E S T R A A T 1 OLDENZAA L S E S T R A A T II WEERSELO S E W E G HAVENGEB IEO HAVENGEE I E D - U S S E L E P H . MASSTEDE N PARKWEG SCHUTTER V E L U BAMSHOfV E
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN TH TH TH TH TH TH RC RC RC RC RC RC RC RC PC RC RC RC RC RC RC RC RC RC RC RC RC RC RC RC RC RC SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA ZO ZO ZO ZO
zo zo
LAUAAIBPON
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL IL IL IL IL IL
IL
IL
IL
IL IL
GLOBALE AANTAL WOON- SOORT GELUIDSEENH. MAATR. BEL. 1931 1982 1983 198* 1985 1986 98 35 100 72 225 170 13
2 1 1 56 1 3 10 1 3 6 7 3M 30 10 3 2 10 29 6 1
60 65 60 60 60 60 55 6U 65 65 60 60 60 55 55 60 60 60 60 60 55 60 60 65 60 60 55 55 55 55 55 60
70 67 66 68
65 75 65 70 65 7Q 75, 7C 75 75 70 70 75 65 65 70 70 70 70 70 65 70 70 70 70 70 65 65 65 65 65 70 70 70 70 72 70 73 71 7* 70 7* 70 72 69 7C 70
71
75
70
21 1987
xo» xo» xo* xo» xo* xo» 00» • • . . .XX 0000 .XX 00»*
• • 4 4
XXXX
oooo
4 4 4 4
XXXX
0000
4444
xxxx oooo .XX 0000
• • • •
xxxx
0000
.XX 0000
• 44 4
xxo
4 44 4
0 +• • XXXX
0000
0000 .XX 0000 .XX 0000
oooo
4 4 44
4 4 44 4 44
4
oooo
4 4 4 4
xxxx
0000
4 4 4 4 4 4 4 4
xxo oxxx
XX3 0 • • •
xxxx xxxx
0000 0000
XX3 0 * • • .XX 0000
4 4 4 4
xxo xxo
4 4 4 4 4 4 4
4
0 •• • 0 •• •
xxxx
0000
0000
4 4 4 4
oooo oooo oooo
4 4 4 4
oooo oooo
4 4 4 4
4 4 4
4 4 4 4
oooo
4 4 4 4
4444
oooo oooo cooo oooo 0000 0000
4
4 4 4 4
4 4 44 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
4 4 4 4 4 44 4 4 44 4
0000
67 69 66 70 71 75 72
cooo oooo
4 4 4 4 4 4 44
4 4 4 4
0000 0000 0000 4 4 4 4
.XX .XX .XX .XX
XX. . XX. . XX. . XX. .
4 4 4 4
oooo
4 4 44
4444
PROVINCIE GEBEENTEN ENSCHEDE
GOOR
GRAMSBERGEN
HAAKSBERGEN
HARDENBERG
HE INC
OVERIJSSEL
•
Z.IJ.P.
«ANLE I D I N G W E R K Z AA*"" HEDEN
SITUATIE/BESTE-MINGSPLAN 134 135 116 137 139 1 39 140 14 1 142 143 111 115 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155
LAWAAIBRON
AANTAL *00N- SOORT EENH. MAATR.
GLOBALE GELUIDSBEL. 1951
ZO ZO ZO
NB NB NB RN RN RN NB NE NB RN RN RN RN
IL IL IL IL IL IL IL IL IL IL IL IL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
1 2 3 4 5 6 7
BUITENGEBIED DE W H E E OMGEVING CENTRUM DE W H E E 1 B DE W H E E 11 GOOR OMGEVING KLOOSTERLAAK
TH TH TH SA SA SA NB
VL VL VL IL IL IL VL
6 36 135
1 2 3 4 5 6
DE K R I M A DE K R I ^ F! DE K R I M C GRAMSBERGEN GRAMSBERGEN LOOZERMARS
TH TH ZO TH ZO N3
VL VL IL VL IL VL
150 100 50 33 15 4ü
66 66 71 71 61 61
1 2 3 4
HET S A A L M E R I N K MOTERCROSSTERREIN M0LKEN30ER-TEN HOOPEN T VARK W E S T
NB ZO ZO
VL IL IL IL
60 40
133
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 1 1 2
(A) (B)
SPOORS
zo
STOEL NIEUWE HAVEN BRUCHTERWEG GGK. Dt B R I N K BRUCHTERWEG COEVORDERWEG HERENSTRAAT JACHTHUISWEG OMMERwEG POSTHOORNWEG OVERIGE WEGEN
NB ZO
IND.TEPR. R I J K S W E G 335
ZO
zo SA SA SA SA SA SA SA SA
VL IL IL VL VL VL VL VL VL VL VL IL VL
198?
1983
1984
1985
1986
XXXX XXXX
COMPLEX ERLOSCH HULS"AATWEC N-ESHARKERWEG Z-INVALSWECEN KOTMAN WETH.BEVERSTR. PIOOL-ATERL. G.J.V.HEEKSTR. SLEKERSTRAAT TERR.BAURICHTEP H.B.BLUDENSTEINL. BT H A A P S T R A A T LIPPERKERKSCHOOL WEST I N D I E S C H O C L EONAI'ESTR. LAARESSCHOOL ROOZENSTR. SCHuOL LIJSTERSTR. JOHANNESSCHOOL FLORAPARKSTR. ST.JANSSCHOOL DE Z E S S P R O N G K O T T E N D I J K JULIANASCHOOL FRANKLINSTR. BLINKSCHOOL OLIESLAGUEG PESTALOZZISCHOOL BULTSWEG
zo zo zo zo zo zo
22
XXXX XXXX • •XX X X • * • •XX XX.» XX. . . XX. XXXX
• xoo
102 12
••••
• • • •
. XOD • • • + . .XX . .XX . ..X . .XX ...X . ..X . ..X . ..X
65 75 65 73 65 70
X.. . X. . . X. . . X.. . X. . . XX. . XX. .
00 00
.XX. . XX . .XX .
000.
xxxo o«»« xxxo 0 + • • xxxo 0 • • • 50
VL
RL
12 20 65 13 9 35 29 20
..XX
00*»
70 70 75 75 65 65
.XX .XX
00«« 00»»
.XX
XXOO ..XX
61
70 69
XXD. . .XX ...X . ..X
66
70
G G G G G G G G
66 66 66 66 66 66 66 66
7 il
C G
48 5 3 66 75
•• •• 00«* •••• 00**
••.. •••• ••
xx oo*« •••• •••• 00.. XX.. XXOO . . . X X. XX. . • •XX
7H 70 70 75 75 70 75
• •• • • •• • + •• • • •• • • •• •
• XXX
1987
PROVINCIE
OVERIJSSEL
•
Z . U . P .
AANLEIDING WERKZAAM"
GEMEENTEN HELLENDOORN
0>
o. CD 7S
3
3 CD CD 00 NJ I
HENGELO
CO 00
co CD O O
zr o o
X
< o HOLTEN
o o
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
HEDEN
LAWAAIbRON
1 2 3 1 5 6 7 8 9 ID 11 12 13 11 15 lfa 17 18 19 20 21 22 23 21 25 26 27 28 29
N DAL RIJSSENSESTR.BI J SPOPTHAL RI J S E N S E S T R . / W . A L E X A N D E R S T R . FABRIEKSSTR./SPOORSTP. GROTESTR.PODT GROTESTR./SCHOTHANS SPOORTRACE ZUEEGEPS BLOKKENDUK KRUISPUNT A.H GROTESTRAAT DE B L O K K E N T MANDJE (JONCHEEPELN ) JONCHEERELAAN NINABEPLAAN KEPKSTPAAT WONINGINVULLING IE F A S E H U L S E N HULSEN HELLENDOORN EVERSBER&yEG T GAT H E L L E N D O O R N DE H O F T E NOTTER GELUIDKAART SANERING A SANERING B ONDERZOEK N O T T E R IV
NN NB NB NN NN NN NN NN NN NN RC NN NN NN NN NN NN NN NN NB RC NN NN ZO 20 TH TH VP ZO
VL VL VL VL VL VL VL VL IL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL VL VL VL VL IL
1 2 3 1 5 6 7 8 9 10 11 12 13 11 15 16 17 18 19 20 21 22 23
S L A N G E N Ü E E K OOST IE D E E L P L A N OOST-TANGENT HEEMAFSTRAATJE WEIDEDORP K L E I N O R I E N E (A) WEIDEDORP WEIDEwEG A WEIDEDORP WEIDEWEG B K L E I N O R I E N E IB) NIJVERHEID.OFLERWEG VCP W.TEN CATESTRAAT E . 0 . OUDE M O L E N W E G E . 0 . VL 2 0 B O R N S E S T R . / E N S C H E D E S E S T R ,/OLDE ALGEMEEN A ALGEMEEN k ALGEMEEN C ALGEMEEN D 3 A-INPICHTINGEN 6 A-INPICHTINGEN 2 A-INRICHTINGFN THIEMSBRUG NOORD MEAO-SCHOOL DRIENE INDISCHE BUURT WEST
N3 NE NB NB TH TH TH RN RN SA SA SA SA SA SA SA ZO ZO ZO ST NB ST
VL VL VL RL VL VL RL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL IL IL VL VL RL VL
DORP HOLTEN DE KOL DE HAAR SEUSEBERG
RC ZO ZO NB
VL IL IL VL
1 2 3 1
AANTAL GLOBALE WOON- SOORT GELUIOSEENH. MAATR. BEL. 1931
50 26 10 17 21
23 1932 1983 1981 1985 1986 ..XX XXO 0»*
65 66 69 66 69
xxo 6*» . XX. XXXX
65 66
xxxx XX. . XXXX .XXX X .XXX X . .XX X XX XX .XXX X . XXX X . . X X XX
66 69 66 66 66
xxxx xxxx . XXX XXX . ..X . ..X . .XX .XXX
66 69
33 158
66 70 65 60
. X. . . ..X X
X X X X X X XX
xoo* xxxx
XXXX XX
30 35 5 8 ID 20 18 12 11
.00
xxxx 66 55 70 66 66 65 68 66
70 65 75 71 70 70 70 68
•XD
••••
xo*« xoo. xxoo .xo«
• ••, • ••.
xo«»
•••«
• •..
. .XX 26 10 27 100 50 100 103
55 55 71 71 71 66 66
70 70 75 75 75 70 70
.xo xo«* . .XD 00-x . . X i
o. • • .X.0 ..X . 0 .
.XX
xxxx 1D0
60 80 75
55 70 55 60 6ü 65 66 66 66 66
70 70 70 70
,xoo
XXXX
XX. . ••«•
0000 0000 •••• XX 000» • • XX 000» ••
xxoo o««»
1987
PROVINCIE
OVERIJSSEL
HOL TEN
IJSSELHAM
(ZIJP)
LOSSER
NOORDOOSTPOLDER
OL DENZAAL
•ANLEIDING
.IJ.P.
SITbATIE/BESTEMMINGSPLAN
GEBEENTEN
LELYSTAD
•
WERKZAA"" HEDEN
AANTAL „00N- SOORT EENH. MAATR. 0 0 G C
5
KOMPLAN
6
KOMPLAT
7
BUITENGEBIED
8
HOLTERPEPG
zo
VL IL VL IL VL RL IL VL
1 2 3 1
KUINRE A KUINPE E OSSENZIJL OLDEMARKT
TH NB NB TH
VL VL VL VL
1 2 3 1 5 6 7 8 9 10 11 12
OMGEVING SPOORLIJN CENTRUMGEBIED GORDIAAN CENTRUMGEBIED LELYCENT&E G E B I E D 3.1 GEeiED 1.1 GEBIED 1.2/1.3 LELYSTAD HAVEN HOUTPIEHOOGTF ZONERING 00STEPV6AP1 ZONERING NOORDERSLUIS ZONERING ZUIDERVELD VERKEERSCIRCULATIEPLAN
NP NB NB
RL VL VL
NE ZO ZO ZO NB
VL IL IL IL VL
1 2 3 1 5 6 7 8 9 10 11 12 13
IMENHOF I M E N H O E 3E H E R 7 . BROEKHOEKWEG/VOSUINKELWEG GRONAUSESTRAAT IND.TEPR.DE POL IND.TEPR.DE ZOEKER ESCH DENEKAMPERSTPAAT ENSCHEDESESTPAAT HOOFDSTRAAT OLDENZAALSESTRAAT OVERCINKELSESTRAAT LOSSER KOM T E R R F I N V . M . S C H O O L O V E R D I N K EL
NB NB SA SA ZO ZO SA SA SA SA SA SA NN
VL VL VL VL IL IL VL VL VL VL VL VL VL
15 12 2 30
ZUIDERVAART 2.EMMEL00RD ESPELERLAAN EMMELOORD CENTRUM 2 ZUIDERV.1 NAGELERW.1 NAGELERWEG 2 MARKNESSE
NB RC ZO ZO ZO ZO ZO
IL VL IL IL IL IL IL
15 33 27
DE ESSEN GEBIED 5 TN 7 D E E S S E N G E B I E D 6 E N 11 DE E S S E N G E B I E D 8 E N 11 OP DEN KOEM (A.HEIJN) OP D E N KOEM (BADHUIS) BURG.WALLERSTRAAT HENGELOSESTR.IVELDBOFR) DR.NOLENSESTRAAT E . 0 . HAERSTRAAT/STATIONSWEG III DENEKAMPERKRUISING NIEUWSTRAAT ( O P D E N K O E M II NIEUWSTRAAT ( O P D E N K O E M 11 ZIJDE STEENSTRAAT/BERKSTR.1
NB NB NB ST ST TH TH TH ST RC NB NB NB
VL VL VL VL VL VL VL VL RL VL VL VL VL VL
1 2 3 1 5 b 7 1 2 3 1 5 b 7 8 9 10 11 12 13
ZO ZO
LAWAAIBRON
NOORD
wE S
GLOBALE GLLUIDS1981 BEL. 71 75 71 75 66 in 66 70
XXXX XXXX
2<4 1932
1983
0030 OOOD
0000 •••< 0000 »••<
66 70 56 60 56 65
2 15 5
1985
1986
1987
0000 0000 0000 0000
**** • •••
• •• +
X0«*
xxo»
66
0
1981
XX
. X . . ,0** . •« . i X ..33
• xoo
0 G 0 0
56 6D 66 69
66 66 6b b6 66 66 36
15 12 1 11 29 1 10 G G
75 70 70 70 70 70 60
.. X ..X .. X , .X
>.x ,.x .. X
. .xx o o . . »••• xxoo • ••• xxoo .xx. o o . .
66 70
..XX 0 0 . . ...X XOO.
xxoo 1C8 198 186 56 31 70 11 85 10 10 25 8 9
0 0
G G G
60 60 60 66 66 71 66 66 60 60 65 65 65
65 65 65 70 70 75 70 70 65 65 70 70 70
.XX .XX .XX .XX .XX .XX
...» •••. • ••X X X • * ..••••.. XX.. . • • • • • . . ..••••.. .••• XX.. .XX» • • . .
.XX ..X
••«• XX** XXXX
X.•• • • . . ..••
XX..
•• ..
•••.
PROVINCIE GEMEENTEN OLDENZAAL
OLST
RA AL T E
STAD
DELDEN
STAPHORST
STEENWIJK
TUBBERGEN
o
o
OVERIJSSEL
•
Z . I J . P .
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN 11
BLEEKSTRAAT
15 16
INDUSTRIESTRAAT ONDEPZOEK
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
1
NB NB ZO
AANTAL GLOBALE LAWAAI• WOON- SOORT GELUIDSBRON EENH. MAATR. BEL. 1981 198? 1983 198M VL RL IL
8
lt
BUITENGEBIED KOM OLST IND.MEENTEWEG IND.OLBA EENEDENDIJK T E P STEGE KLEISTPAAT
1 2 3 it 5 6
WESTDORPLAANZHARTKAMPWEG WESTDORPLAANZDE MATEN BRUGSTRAAT ACACIALAAN IND.TEPR.DE ZEGGE IND.TERR.OE HOVO
ST TH SA TH ZO ZO
VL VL VL VL IL IL
M6 83 25 30
1 2 3 <t 5
DELDEN-CENTRUM MULDERSWEG HERZIENING 1977 BUITENGEBIED INDUSTRIETERREIN
TH TH TH TH ZO
VL VL VL VL IL
76 25 27 5
1 2 3 t 5 6
STAPHOPST NOORD STAPHORST NOORD SCHOOL STAPHORST ZUID PLAN IN HOOFDZAAK PUITENGEBIED A BUITENGEBIED B
TH TH TH TH TH SA
VL VL VL VL VL VL
26
1 2 3 <) 5 b
WOLDMEENTHE BINNENSTAD VENDELWEG IRISFLAT GROOT VERLAAT DOLDERKANAAL SANERING
NN TH TH ZO ZO SA
VL RL VL VL IL IL VL
2750 150 50
GROTESTR./TUBBERGEN OOTMARSUMSEWEG/HOOFDSTR.ZALBERGEN FLERINGEN DE HAAR TUBBERGEN HINVERTSWEG/ALBERGEN LEUVINKSVELDZMARIA P A R . RADIATORENFAB./BPUGMAN ZUIVELFAB.DE EENDRACHT AANNEMERSBEDR.PLEGT LANGEVEEN PUITENGEBIED TUBBER6EN HAPDENBERGERWEG OLDENZAALSEWEGZRICHTING WEERSELO
TH TH NB NB NB NB ZO ZO ZO
90 100 11 11 20 50 3 27 22
TH TH
VL VL VL IL IL IL VL IL IL IL IL VL IL VL VL
ZO
IL
10
NB NB NB SA
VL VL VL IL
6 7 15
1 2 3 il 5 6 7 8 9 1D 11 12
URK
1
DOMINEESWEG
3E F A S E
VRIEZENVEEN
1 2 3 1
BAKKERSVEEN SLUISKADE E L Z E N H O E K II VRIEZENVEEN-WEST
zo
60 65 60 b5
XX, XX. ,XX XX.
1985 1986 1987
• •• • • •..
VL VL IL IL VL RL RL
1 2 3 t 5 6 7
ZO ZO
G 6
25
11 Ml M7 M
55 bS 65 70 65 7 0 55 bS
G G G G 0
6b 66 bb 6b 5b
70 71) 70 70
G G G G G G
66 70
0 G G 0 0 G
60 65 60 60 60
10
. .XX
.••• .X** .XXO . .XX X... ...X XXXX .XXO 00»»
• 4 • • •••• »••• •••• »••• 00»» ••.. • •••
0000 00»« . .00 ..00 •• . . XXXX
•••• •«.. »• . • •••• 00»* ••..
.XX. ..X. . . 0 . ..•. .XX. .X.. .00. .XX. 0000
IS 6b 7 0 66 75 6b 75 76 an
..x.
.oo. . . « .
75
ri
6 5
O 00
xo xo»* xo»
70
00 00 O 00
7 0
61 75
61 65
xoo»
•• .XXO O * * . .XX . . XX XX XX03 •• XX XX XX XX XX XX
6 G G 0
5b 61 61 71
65 65 65 75
XXXO 00»* • XXX xooo ••• X X X X O 0*** XX xxoo ••
•.
PROVINCIE GEMEENTEN
Z . I J . P .
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
zo zo zo
VL VL VL IL IL IL
1 2 3 i| 5 6
HERZ.KOMPLAN HERZ.BUITENGEBIED B I S S C H O P S S T R A A T / A B D I J W E G / S T I F T S T R. R. D E U R N I N G E R S T R . / L E M S E L O S E S T R . / O U D E WE H E N G E L O S E S T R . / W E I J I N K S W E G / Z A N D S T EEENW ENW HERZ.KOMPLAN ROSSUM
NN NN SA SA SA NN
VL VL VL VL VL VL
1 2 3 14 5
DE H O O I L A N D E N HEPZ.BUITENGEBIED HERZ.HET LOO KOMPLAN K L U I N V E E N EN H E T L O O
NN NN NN NN NN
VL VL VL VL VL
1 2 3 t 5
TERR.GEMEENTEWERK EN/TERR.HAMBURG PEPERKAMP IND.TEPR.ENKWEG WIJHEZICHT WIJHE-WEST
NB NB NB NB NB
RL PL RL VL VL
ZWARTSLUIS
1
MEPPELERDIEP
ZO
IL
ZWOLLE
1 2 3
ZWOLLE-ZUID 3AI26) ZWOLLE-ZUID 3AI28) Z W O L L E - Z U I D 3A ( 2 5 ) Z W O L L E - Z U I D 3B ( 3 8 ) Z W O L L E - Z U I D 3B ( 3 1 - 3 3 Z W O L L E - Z U I D 3B ( 3 2 ) Z W O L L E - Z U I D IA ZWOLLE-ZUID 2 ZWOLLE-ZUID 5 WILLE8PANDSLAAN ZWARTEWATERALLEE ZAMENHOFSINGEL VEERALLEE R I J K S W E G 35 W I J T H M E N R I J K S W E G 23 WEHT.ALFERINKWEG GROTE VOORT WESTENHOLTE GASTHUISANDEN VROLIJKHEID MARSLANDEN I M A R S L A N D E N II STATION INDUSTRIEWEG E . 0 .
NB NB NB NB NB NB NB NB NB NN NN NN RC RC SA RC ZO ZO ZO ZO
RL RL VL RL RL RL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL IL IL IL IL IL IL IL
WIEROEN
WIJHE
!
5 6 7 8 9 10
"4
~J
8 O
1 C
o
s
AANLE I D I N G WERKZAAM- LAWAAI H E D E N 8R0N NS TH NP
WEERSELO
I
«
DORPSSTRAAT J DORPSSTRAAT E OMGEVING WANDELPARK 5ERD.TERR.ALMEL0SEUEG-O0ST VINKENWEG-SIBCULOSEWEG SCHUINEWEG
VRIEZENVEEN
I
OVERIJSSEL
5 b 7 8 9 10 11 12 13 1« 15 16 17 18 19 20 21 22 23 2X
zo zo zo zo
AANTAL GLOBALE W00N- SOORT GELUIDS19S1 EENH. MAATR. B E L . 5 100 9
G G G
2b 1 9 8 2 1 9 8 3 198<4 1 9 8 5 1 9 8 6 1 9 8 7 X X X X O 0»«» •
61 bS 66 70 56 70
xxxo ooo* •••
, .X. .XX. «M 28 21
.xxo o » * .
6 6 G
.xxo
o**.
.xxo o * « . 58 .XX .XX XX. . . .XX
20 65 3 3 17
50 50 50 60 55 100 160 250 153 15 10 30 tb
21 80
, XXX
,xxx , XXX 0000 0000
70 70 61 70 67 67 69 69 69 66 60 6<4 66 65 70 62 63
xxoo
68 68 59 68 65 65 67 67 67 6"* 58
60
4 44 4
4 444
0000
4 44 4
xxoo xxoo xxoo XXOO
444 4 4 44 4
4 44 4
. .XX 000* 4 4 4 . • XXX 0 0 0 0
xxoo
• •• •
XX XX . .XX
oooo xxoo xxxx
XXXX ..XX 00««
.
444 4
• 4• • • 44 4
• •..
.XX. . .XX ..XX ..XX XX. . .XX. ..XX . .XX
4444
PROVINCIE GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
AALTEN
i 2 3 1 5 6 7 8 9 10
AMMEPZODEN
APELDOORN
O
2
GELDERLAND
1 2 1 2 3 1 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 21 25 26 27 28 29 30 31 32 33 31 35 36 37 38 39 10 11 12 13
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
LAWAAIBRON
OINXPERLOSESTPAATwEG SMEES/SLAA KOSTERSWEIDE/BOCHOLTSESTRAATWEG KRAAIENBOOH I N D U . T E R R . " HET BROEK" SREDEVOORTSESTPAATWEC NIJVERHEIDSWEG/AALTEN' ZUID N I J V E R H E I D S W E G KEMENA AD*.DE RUYTERSTRAAT BOCHOLTSESTRAATwEG/PLEIN ZUIO/AALTEN
SA NB SA NN ZO SA TH TH TH TH
VL VL VL VL IL VL VL VL VL VL
A-INRICHTINGEN OE D P E C H T
zo
IL VL
RI N G W E G Z E V E N H U I Z E N CO B E R C O T E R R E I N BR U M M E L H O F ST A D H O U D E R S M O L E N DE V L I J T KA Y E R S M O L EN BR O U W E P S - MOL EN "A L K E N - S C HOT EN KU I P E R S V E LD au IM NA KT RL AA LA AN PW A - L A A N AN SU EKBERGE N BE O F D S T R A AT MO VE R B I N D I N G S S TRA AT 1 , '03 R I A P A R O CHI E 1 .226 PU A - L A A N - KAL VER S T R A A T 1 . 2 0 5 . 3 NI J V E R H E I DSS T R . 1 . 1 0 8 . 2 VE R B I N D I N G S S T R . 1 . 1 2 2 VE R B I N D I N G S S T R . / T U I N S T R . 1 . 5 C 1 VE R B I N D I N G S S TR. / E L S W E G 1.5C3 ru 1I NN KS LT ARA.N 1.5 01 1 508 9R UWHOF-N BO S T E N E N K OOR D WE S E L S E S T AR NHE M S E W E t AS F S T R A A T RAA T 1 . 201 HO A-LAAN PN N T G E N S T H O O FDS T R A A T 1 . 2 0 1 . 1 R . l .30 2 PO T L O O Z HE L G E L E G E WOL SEW EG WE I E H U I Z E N-N OOP D S C H O L E N W O N I N G E N DR F S T R . / N N HO A - L A A N / IEU W S T R . 1 . 2 0 2 PW A - L A A N / KAL V E R S T R . 1 . 2 0 5 . 1 PM D H U I S W E KAL V E R S T R . 1 . 2 0 5 . 2 PA O M P S T R A 6 1 .103 KL A - L A A N AT 1 . 1 0 P . H 1 . 1 0 8 . 2 PW U W H O F - N 1 .5 06 BO L G E L E G E OOR D WE V E N W E G N - Z U I D PA R C H A N T S N/| Y E R S D I J T R A A T KA N I N G I N N K KO ELAAN
NB NB RC ZO ZO ZO ZO ZO
NB
ze NB NE NB NB NR NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB RN RC NB NB NB NB NB NB NB NB NB RN RC RC RC
VL VL PL IL IL IL IL IL IL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL RL VL VL VL VL VL RL VL VL VL VL
IL
AANTAL WOON- SOORT E E N H . MAATR.
12 25 20 22 60 33 30 62 50
21 15
25 23 IQ 11 110 10 50 50 20 10 111 93 30 12 20 8 15 6 30 12 15 60 30 170 53 60 80 60 28 53
G G G C C
G G G G G
G G
G G G G G G
S G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G
1 10
G
GLOBALE GELUIDSBEL. 1991
61 61 61 61 61 61 61 61 61
61 56 61 61 61 61 61 66 66 66 66 66 56 61 61 61 61 61 66 60 66 56 61 66 61 61 61 61 56 66 66 61
X X
70 65 65 65 65
65 60 65 65 65 65 65 70 70 70 70 70 60 65 65 65 65 65 70 65 70 60 65 70 65 65 65 65 60 70 70 65
61 65
1982
1983
1961
0000
4 44 4
X xxoo X XXOO X XX3D
65 65 65 65
61 65 56 60
27
xxoo xxoo XX XX XX XX
• X.
. XX.
XXXX
000. 000. XXX X X
xxxx
X
• •• 4 • •• •
X X X X030 XOOD XXOO XOOD
XXX XXX XXX XXX XXX XXX 4 44 4 4 44 4 4 4 4 4 4 44 4
xoo* xoo» xoo* xxoo xxoo
4 44 4 • 44 •
. . . .
00*4 00** 00*4 0044 0000 000. 0000 0000 0000 XXOO
. XX .XX .XX .XX
X X X X X
xxxx
xxoo xxoo xxoo xxoo
4 44 4 4 44 4 4 44 4
X.03
444 .
003
.444
4 4., 44. . 4 4.. 44. . 4 44 4 4 44 4 4 4 44 4 44 4 4 44 4 4 44 4
. . .X 0 .•• • • . .
XX xooo XX 000» XX 000»
xxo» xoo* 0000
4 4 44
XXX
X
X XXX
4 44 4 4 44 4 4 4 4 4 4 4 4 44
XXOO
4 44 4
00 XXX
000
XXX XX 4 4 4
1985
1986
1987
PROVINCIE GL ME ENTEN
GELDERLAND SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
TH TH RC SA SA SA
1 2 3 1
DE V A L L E I T E R S C H U U R II ( N I E U W ) TERSCHUUR DOPP (BESTAAND) TERSCHUUR DORP (BESTAAND Z U I D )
ZO NB SA SA
IL VL VL VL
1 2 3
STEENFABRIEK ANGEREN KERKSTRAAT ANGERFN INDUSTRIETERREIN KARSTRAAT
SA RC ZO
IL VL IL
IS lb 1 7 18 19 20 21 22 23 21 2S 26 27 28 29 30 31 32 33 31 35 36 37 38 39 MO 11 12 13
§ O
3" O </>
MM
X
15 1b 17 18
< BARNEVELD
o
BEMMEL O UI
RL VL VL VL VL VL VL VL RL RL VL VL VL VL VL PL VL PL VL VL VL VL RL VL VL RL VL VL VL VL VL RL VL RL RL VL VL VL VL IL IL IL IL IL VL VL RL VL VL VL RL VL RL
11
^1
BRON
NB NB NB NB NB NB N? NB RN ST ST RN ST ST ST ST ST SA NN NN ST ST NN NB NB NN ST ST ST NN NB NB NB RC NN ZO NN
3 1 5 6 7 8 9 10 11 12 13
I
LAw«AI-
A R N H E M I A ZU I D . P A P A L L E L W E G " W I L H E L M I N A AMSTERO A«SE HEG/ f A K F N P E R G S E W E G E L D L P H 0 F FL A N P E L D E R H C F PL ANNFN C 2 , T 3 E'I CM DE L A A R XV DE L A A R KPO O N S E WAL O O S T K R O N E N 0 URG 2E D E E L OVERMAA T O N D E R S T UK K L A R E NDAL 2E F A S E B E R I E D P U T S TPAA T O N D E R S T UK K L A R E N D A L 2E F A S E O N D E P S T UK K LARE NDAL SE F A S E W E E R D J E S C- NOOR D G E K . G S 1981 W E E R D J E S B -O O S T W E E R D J E S OV E P I C E D E L E N S P O O P H O EK T EN O O S T E N N O O R D - Z U I D S T R . S P O O R H O EK N UYLW I J K S T R A A T S P 0 0 ° H 0 EK O VERI GE D E L E N STADSBL OKKE N UOONWAG ENST ANDP LAATS H U I S S E N S E S T R . A M S T E R D AMSE W E G - S W E E R T S DE L A N D A S S T R . S P I J K E R KWAP T I E R / R I E T E B E E K DE M O N C H Y P L E I N N O O R D E L IJKE PAR A L L E L W E G / L O G E G E B O U W M A L 6 R U G EN C E N T P U M / M I D D E L G R A A F P A D W I L L E M S P L E I N - O U DE S T A T I O N S T R A A T M C L E N B E KE AAT BERGSTR E .0. RTEN S I N T MA SPA E N S T R A A T - H 0 M 1 E L S E W E G ENST WOONUAG ANDP L . M E R W E D E S T R A A T XIV DE LAAR A VII DE LAAR I A OOS OE L A A R T IE F A S E Z U I D EL E PIJNHOT .0. HOER PIJKERS D WOER RIJKERS D-B. P L A N UlD ELDEN-Z ZIEK E N H U IS UID ELDEN-Z BEDP I J F S T E R R E I N IED IND.GEB RIJN W l J K / C O B E R C O • NOO IND.GEB RD/B E T O N C F N T R A L E S / B I L L I T O INR. KEMA A ANZS TOFF A - I N P . ENKA GL AAN KLAVERL 1C-1 32 N A DIVERSE G 12 R I J K S W E J E N O /KEM P E R B E R G E R W E G TE S C H A A O U D HEI N B O R D B U R G E " E E S T E R K W A R T I E R DIVERSE N C DIVERSE
ARNHEM
1
AANLEIDING HERKZAAMHEDEN
zo zo zo zo zo
AANTAL »00N- SOORT CENH. MAATR.
GLOBALE GELUIDS PEL.
28 1931
193?
1983
60 23 200 197 80
G G G 0 0
60 65 56 56 55
75 70 70 70 60
. .XO . ••• • XO. • • • • . .XO
60
G C G G
6b 61 65 66 55 66 55 6b
70 65 75 70 bC 70 60 70
.XX . X03» • • • • XX . . • • • • ».. . XO»» . .XO 0 • • •
70 66 65 61 61 66 56 71 60
75 70 75 65 65 70 60 75 65
. XO. * • • • • X. . . .03 X X . «
1D0 11 25
6G 25
SQ
G G G G G
125 12 150 61 18 91 35 50 11 10 58 236 12 150
0 0 G G G
0 0
1981 198
• + • •
• • • •
. .xo . .xo
00. .
..
•»
« •.
• . .
.
»••• •
• . .
. . XX 0 0 » » ...
X
XOO»
•
• • .
xxoo xxoo
55 55 55 65 55 60 55 65
60 60 60 70 60 65 60 75
xxxx .X. . . . . 0 «... ... X XXOD . . .X
.
. • •
•
• . .
• • •
• • • •
xxoo xo..
. xoo
+ •.
. .XX
. • • .
.xo» . .xo
• • • •
.
... X • •.. .. • •
... X
•
.xo. . .xo
• • . .
. • •
•
• . .
. »X3
.
. • •
«
• . .
.
. • •
• + •
... X XX.. .XX. XX. . XX.. . .XX . . . X xxxx ... X
XX.
• . .
.
. . .X 0*» .
X
IL
xxoo
. .X
21 200 10 380 100 2D0
70 75
X»**
65 70 60 75
X XX»*
X
G
•
.XXX XX»»
X
•
00»» •
...X
56 65 60 70 60 70
200 200
65 65
.0»» .0»» .0»»
X. . .
• • • + • • • •
»»»»
• XX. .0»» .XX. ...X X. . .
• •
» »»
• . .
XX»»
1 29 9
X
• • ••••
»...
•
• .
PROVINCIE GEMEENTEN
GELDERLAND SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
AANLEIDING AANTAL GLOBALE WERKZAAM- LAWAAI- WOON- SOORT GELUIDS1981 1982 1983 1981 1985 1986 HEDEN BPON EENH. MAATR. BEL. TH TH NB
70 98 100
DRIEHEUVELENWEG NOORD D R I E H E U V E L E N WEG ZUID L O V E R I N G B O S II VCP S-HEERENBERG VCP ZEDDAM INDUSTRIETERREIN
ZO
VL VL VL VL VL IL
BERGHAPEN
1
LOFFERTwEG
NB
VL
56 60
BEUNINGEN
1 2 3
TINNEGIE-6IETER-BLANKENBURGH DE HOEVE BEUNINGEN-WEST
q 5 6 7 8
VORDING III VOSSEKUIL DE BONGERD A-INRICHTINGEN SANERING
NB NB NB NB NB NB 20 SA
VL VL VL VL VL VL IL VL
75 75 75 75 75 75
1 2 3 1 5
WEIPROOUKTENFABRIEK POPCULO RONDWEG NOORD WEST NIEUW INDUSTRIEGEBIED WOONUAGENERF HAARLOSEWEG
SA NN NN ZO NB
IL VL VL IL VL
1 2 3
SCHEEPSWERF DE MAAS SCHEEPSWERF HOWA BETONINDUSTRIE NEOERHEMERT VEEVOEDERBEDRIJF SCHOUTEN VAN HEEMSTRAWEG
ZO ZO ZO
IL IL IL IL VL
90RCUL0
BRAKEL
1 5
BRUMMEN
1 2 3 1
5 6 7 8 9
10 11 12 13 1<4 15 16 17 18 19 BUPEN
1 2 3
<<
5 6 7
TUYVE NBURC HSTR. EERBEEK OENEN SEWEG EERB EEK IJKSW EG 19 EMPE IJKSW EG 18 BRUM MEN OLDEN HOVE EERBE EK E HOO P/DE ZEEUW EERBEEK PE/SC HUT/H ENS E ERBEEK RUMME NSEWE G EER BEEK (A) HIEND EREN BRUMM EN ARDER WIJKE RWEG EEPBEEK TUYVE NBURC HSTR. A EEPBEEK TUYVE NBURC HSTR. B EEPBEEK OENEN SEWEG EERB EEK RUMME NSEWE G EER EEK (B ) IJKSW EG 19 EMPE RNHEM SESTP AAT B RUMMEN UTPHE NSEST RAAT BRUMMEN AR.V. SYTZA MASTR AAT BR . URG.D E WIJ SLAAN BRUMMEN DE TOEREN 1990 S.W.1G1 BUREN S.W.101 KERK-AVEZAATH S.W.101 ASCH S.W.101 BUREN INDUSTRIETERREIN BUREN BEUSICHEM
zo NB SA SA SA SA
NB NP NB NE NB NB NB NB NB RN
VL VL VL VL IL IL IL IL IL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
NB SA SA SA SA SA SA
VL VL VL VL VL IL IL
zo zo zo zo zo
G G C
XO* XO» X0« XD XO
62 67 63 68 60 65
1 2 3 1 5 6
BERGH
xo
xxxx xxxx ,XXX
XXQO
00.
20 180
. .XX .X. . XX.X XX. X .XX. X . . .
35 9 18 17
11 21 5 1 1 2 1
2 19 8 9
C G G 6 0
72 66 67 66
77 71 71
XX. .
. . . XXX. . . . . XXX. . X. . . X. . .
0 0 G G G G G G G G G G G G G G G
.XX . 00.» • , . . . .X. . 0 . • • . . . ..XX .00. • • . . ...X xoo. • • . .
68
• X . i
x.::
55 56 58 55
58 60 62 56
.33 • • . . .XX 00. . .XX 00.. • XX 00. . XX. . 0 0 . . ..XX 00.. . .XX 00. .
• •. . •»•..
• • • •
••• •.. •.. •• •
29 1987
PROVINCIE
WERKZAAMSE M E E N T E N
AANTAL
AANLFIDING
GELDERLAND SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
HEDEN
GLOBALE
LAWAAI-
WOON-
SOORT
BRON
EENH.
MAATR.
BEL.
1 2
A-INRICHTINGEN INVENTARISATIE
ZO TH
IL VL
DOESBURG
1 2 3 1 5
BEINUM VLEK F OOIPOORT OOI MOLENVELD BEINUM VLEK F EN
NB RC ZO TH NE
VL VL IL VL VL
30
55
1 2 3 1 5 6 7
TERREIN HORSTING DIV.WONINGEN RW 15 DICHTEREN HUET ME FASE INDUSTRIE-TERREINEN GAANDEREN
NB RC RC NN NB ZO ZO
VL VL VL VL VL IL IL
80 25 50
60 60 65
100 100 25
55 50 50
1 2 3
VP
VL
5 6 7
DRUTEN-KOM LAWAAIKAART DRUTEN-ZUIO A DRUTEN-ZUID B BUITENGEBIED DEEST DRUTEN-KOM ZUID-KLEPPERH.BUITENGEB
NB NB ZO ZO
VL VL IL IL VL
1
DE
2 3 1
A-INRICHTINGEN IND.TERR.IJZENDOORN INVENTARISATIE
NN ZO ZO TH
VL IL IL VL
RIETKAMPEN EDE W.STRUNT.WBC ETC.LUNTEREN VLAANDERENG«HIEKELUMROUTE L TREN POSTWEG L TREN KLOMPERWEG L TREN DORPSSTRAAT B KOM HALDERBRINK EDVEEN HOOFDWEG/SCHENS WEKEROM EDESEWEG EDE V.STEENBERGEN WEG TIETKAMPEN NW.WIJDEWEGEN L TREN DORPSSTRAAT ZUID EDE VEENDERWEG WEST EDE BEVKENLAAN EDE VEENDERWEG OOST EDE J.THTOOROPLAAN EDE BENNEKOMSEWEG EDE GALVANESTRAAT B KOM DORPSSTRAAT B KOM MOLENSTR./PR.BERNHARDHLAAN B KOM KINZK W/HEELSUNEWEG EDE WEST BEBR.TEPC. BUITENGEBIED SU.A3D BUITENGEBIED RW.321 EDE KERN MOLENSTRAAT EDE KEPN HRSTR ./KUIKA.W EDE KERN STATUNSWEG
NB RC NB SA SA SA NB SA SA NB NB SA SA RC SA SA SA SA SA SA SA NB SA SA SA RC SA
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL VL VL VL VL VL VL
DOE T I N C H E M
DRUTEN
*
ECHTELD
EDE
1 2 3 1 5 6 7 8 9 10 11 12 13 11 15 16 17 18 19 20 21 22 23 21 25 26 27
HOEF
1931
198?
1983
196<4
1985
1986
1987
XXXX XXXX XXXX
DODEWAARD
CENTRUMVLEK
3 Li
GELUTDS-
XX. XX.
.. ••
XO
• •• •
«...
. .••
• •. .
...»
• •• •
...X 00»*
«... • •..
«...
. .XX 00»» ...X 00«« • • . .
•
•»..
• •..
00
• • ••
XX. . ..XX XX. . 10 6
C G
xoo» . xo.
61 65 56 60
• ••. • •..
..XX XX. . XXXX XX.. 0
0 60 70 70 180 50
100 150 20 100 120
150 150 50
190 100 80
c 0 G G G G G G 0 0 G G G G C 0 0 G G G 0 0 0 G G G
XXX 0000 XXX XXXX XXX XXXX XXXX
56
X X
00
• •• •
XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX
• •
00 00 00 000
XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX
XX
0 0
• • •
• • • •
0 0 0 0 0
• •
0 XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX 0 XXX
• •
• • • • • •
0 0 0
0 • •
0
• • • • • • • • •
PROVINCIE
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
GELDERLAND
LAWAAIBRON
AANTAL WOON- SOORT E E N H . MAATR.
GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
EDE
?8 29 30 31 32 33 31 35 36 37 38 39 1D 11 12 13
EDE KERN TELEFOONHEG CM VELOM.VEENDERWEG VELOM.SLOTLAAN VELDM.KASTELENLAAN HARSKAMP DORPSSTPAAT HARSKAMP EBESEUEG OTTERW-ARNHEMUEG OTTERW-DORPSSTRAAT OE K L O M P EDE KRAAMHEG/PE.O.V.HEG EDE OUDE DEN H-HEG EDE N H . U A G E N W A S E U E G DIV.A.INRICHTIN6EN JULIANA SCHOOL L TPEN J U L . V . S T O L B . S C H O O L EDE DIV.SCHOLEN GEM.EDE
RC NB SA SA SA SA SA SA SA NB NB NB ZO SA SA SA
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL VL VL VL
201
1 2 3 1 5 6 7 8 9 10 11 12 13 11
GROENLOSEWEG/BURG.WILHELMHEG RUURLOSEWEG NEEDSEHEG LARIKSWEG/BR0NBEEKSTP./VOGEL2ANGSTP. GROTESTR./NIEUHSTR./BELTRUMSEHEG GROLSEWEG/MEESTER NELISSESTR./ZWARTE T SIMMELINK BELTRUM PEKKEN ZWOLLE REKKENSE INRICHTINGEN H E R Z I E N I N G PLAN S U I T E N G E B . DORP E I B E R G E N UITBR.IND.TERR.DE KIEFTE
SA SA SA SA SA SA NN NN NN NN NB NB NB NB
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
18 28 21 217 132 81
15 16
DE JUKKENBARG DE MORS
VL IL VL VL VL VL VL
EIBEPGEN
ELBURG
ELST
1 2 3 1 5 6 7
T HARDE-OOST RIOOLWATERZUIVERINGSINSTALLATIE DORP DOORNSPIJK T HARDE-OOST OOSTEN-DORP-OOST ONTSLUITINGSWEG INDUST°I E TERREIN KNELPUNTEN
NN ZO NB NB NN NN TH
1 2 3 1
GREVEHOEK HAYDNSTR.ELST NOORD VISVELD DORPSSTRAAT-RIJKSWEG
5
BRIENENSHOF
NB NB NB NP NN RC ZO ZO SA SA
6 7 8 9 10 EPE
1 2 3 1 5
NOORD
AAMSESTRAAT B E D R I J V E N T E R R . ELST BEDRIJVENTERR.LENT B U I T E N G E B I E D + D O R P LENT BUITENGEBIED»DORP ELST EPE EN V A S S E N A-INRICHTING VULCANUS ASStLTSEHEG-HOOFDSTRAAT VEGTLARIJ OOSTERHOF
A52
EN
GRIFTD
SA 20 NB NB NB
IL IL IL
VL IL VL VL VL
1983
1981
1985
1986
XXX XX XX XXX
62
15
3 3 3
61 61
65 67
66 66 66 66 66 66
VL
•
•
•
•
75 70 70 70 70 70 65 65 65 65 65 65 65 65 65 65
xxxx xxxx xxxx xxxx xxxx
0 0 00 00
4 •
56
•XOO
56 56
•XDO
4444
, .XX
00. .
4444
XQ4 4
4444
66
RL
RL
58 53 186 16 9C0 ?D
55 65 55 67
70
0.44
4
4
4 4 4
4 4 4 4 4 4 4 4
44 . .
.
... X
xxxx xxxx XX
4 4 .
X . .4 . XX.
4 4 4 4
XX. .
xo«» .00.
56
4 4 4 4 4 44
4 4..
. .X. 4 4 .
65
4 44 4
4444
4
3 600 50
• 4
X.. . X.. . .X. .
65 65
RL RL
•
..03 ..03 . .03
X04 4
2 150
0000 0000 0000 0000 0000 0000
• 44
4 4 4 4 4 4 4 4
4 4 44
• 4 4 4
1987 • .
4 444
000 XX X3 0 •« X3 0 •• XX 00
65 65 65
VL IL IL VL VL
1982
XX XX XX XX
VL VL VL
31
100 210
VL VL
GLOBALE GELUIDSBEL. 1931
4 4 4 4
• • 44
PROVINCIE
GELDERLAND
GEMEENTEN
ER1ELO
GELDERMALSFN
GENDPINGEN
GENOT
GORSSEL
GROENLO
HARDERWIJK
SITuATIE/BESTEMMINGSPLSN
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
LAWAAIBRON
1 2 3 1 5 6 7
K O M NOORD BUITENGEBIED HEIDEHOF SCHOOLWET, II S-HEEPENLOO K O M NOORD JULIANALAAN/SOPHIALAAN TELGTEPHOEK/HAMBURC-ERWEG
TH NB NB NB NB NB RC
VL VL VL VL VL PL VL
1 2
fOTORCROSSTERREIN SANERING
20 SA
IL VL
1 2 3 4 5
DE L E E M K U U L G E N D R I N G E N W O O N G E B . 3 - 1 P R A E S T I N G S V E L D II U L F T DE S C H I M M E L S E T T E N NIEUW IND.TERR.DE RIEZE ULET NOORD BONGERSSTR.DEURVORSTSTR.IR.SASSENSTR
NB NN ZO TH
VL VL IL IL VL
1 2 3 4
L O O T A K K E R S II DORPSKERN A DORPSKERN E BUITENGEBIED
NN NB SA ZO
VL VL VL IL
1 2 3 1 5 6 7 6 9
BEEKWEIDE EEFDE WESTRONDE GORSSEL RUSTOOPDL./V.D.HOEVENL.EEFDE VERSPREID GELEGEN BOUTERR. T JOLINK EEFDE VERKEERSREG.PL.EEFDE WEGEN 1.000 MV/ETM. W E G E N 21150-4000 M V / E T M . WONINGEN LANGS SPOORLIJNEN
NB NB NB NB NB VP SA SA NB RN ZO
VL VL VL VL VL VL VL VL RL VL IL
RC NB
INDUSTRIETERREIN NOORD DEKEN HOOIJMANSINGEL DIVERSE WONINGEN INDUSTRIETERREINEN VOGELWAAPD WEIDEWAARD A NACHTHOK WEIDEWAARD B ZIEKENH.TEPR. KAPITTELSTRAAT TOUWBAAN/HOEKSEPAD SL INGE R B O S/N I E U W B . S C H O L E N C O M P L E X STROKEL VULDERSBRINK NONNENSTRAAT KOMPLAN 1961 3INNENSTAD:REN0VATIE KOMPLAN 1961 IND.TERP.HAVEN ZEEBUURT/INO.TERR.HAVEN
10 11 12 13
KAPPERALLE-BOELDELHOFW. BEST.INDUSTR.TERREINEN K A R T I N G - E N MOTORCROSSTERR. T ELFUUR
11
DE B R O K E L
1 2 3 •4 1 2 3 <4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 11 15
GORSSEL
RL
AANTAL GLOBALE WOON- SOORT GELUIDS1991 EENH. MAATR. B E L .
6b 6b 66 56 56 61 66
70 70 70 60 60 65 70
65
75
61 61 5b
65 65 60
120
G G G C G
66
70
75 30 25
0 G G
56 56 71
6S 60 75
10 5 15 30 9 1 131
G G G G G G G
32 193? 1 9 8 3 1981 1985 1986 1987
. •• .
. .XX . »• • ..XX . . • • . XXX • • • . . .XX . • • . .XX. .••> ... X X X . . • XX.
69 32 40 20
.000 . .••
X.. . . X. .
«... 00. • • • • • . ••. X XXO
• •..
XX.0 .X.. 0003
• •• •
...X 33 1 30 20 9
G G G G G
61 66 61 56
7C 70 70 70
16
G
61
70
00«» • • • • .X.. . X. . . X. . . X.. .X.. .X.. . X. . . X.. . X. .
VL VL
10 70
G G
66 56
75 70
.X.. . X. . .X..
NN RC SA ZO
IL VL VL IL
15 18 13 30
0 G G C
56 66 56
60 71 66
NB NB NB NB NB NB NB
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL IL
200 200 5 50
0 0
20 50
G G
NB NB NB NB ST NB ZO
• •••
IL
5 100 20 20 20
60 60 60 60 60 62 62 65 60 60
XX..
..03 ..33
00»« • • . . 00»* • • . . .. » • • • • •
. .XX
XX«* • • • 4 • • • •
ooox ooox
»••• X***
x.oo X.00
xoo» ...0 ...3
... 3 . . .3 . ..3 . . .3 ...3 . .XX
0. . •
• ••.
0 . . •
»••.
0... 0.. . 0 .. . 0... 0.. .
XX. .
PROVINCIE
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
GFLPEPLAND
GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
HARDERWIJK
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 3it 35 36 37
HATTEM
1 2 3
KNARDIJK/HIERDENSEWEG FLEVOWEG/VERKEERSWEG FRANKRIJK (GLOBAAL) FRANKRIJK (UITWERKING! BOULEVARD PIUSCOMPLEX BETHELCOMPLEX KAATSBAAN BADWEG DRIELANDEN (GLOBAAL» STADSDENNEN(VONDELLAAN) BUITENGEBIED RW 28 W O N I N G E N EN 6 S C H O L E N RW 3 1 3 BURG.DE MEESTERSTRAAT UITVOERING VCP.VITRINGASINGEL IND.TERR.STADSDENNEN IND.TERR.WITTENHAGEN IND.TERR.HAVEN IND.TERR.LORENTZ IND.TERR.WEIBURG
NN NN NN NN RC RN RN NN NN NN NN NN SA SA NB E
LAWAAIBRCf>1
RC
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
zo zo zo zo zo
IL IL IL IL IL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 1 2
SCHEEPSWERF HEERMAMS B E A T R I X S T R . / B L A N K E N S T E I N / V O O P S T R . ./AM /AM
ZO NB
IL VL
HEEREwAARDFN
1 2
SCHEEPSWERF HEEREWAAPDEN B.V U I T B R E I D I N G S P L A N IN O N D E R O E L E N
ZO NB
IL VL
HERWEN EN
1 2 3 4
S C H E E P S W E R F DE H O O P INDUSTRIETERREIN LOBITH INDUSTRIETERREIN HERWEN INDUSTRIETERREIN BUITENGEBIED
ZO ZO ZO ZO
IL IL IL IL
HE TEREN
1
DE
HEUMEN
1 2 3 4 5 6 7
BUITENGEBIED A A N L E G S 110 HEIDEZOOM NEDERASSELT R I J K S W E G 271 S 110 INDUSTRIE
HEDEL
AERDT
BEEMD
1975
TE
20
IL IL RL IL
GLOBALE GELUIDSBEL. 1981 64 65 60 60
G
1S0D
SA
VP TH NB NB NB
HETEREN
SA NN NB NB SA SA ZO
33 198?
1983
198T4
198 5
1986
1987
• •• •
• ••• 1
• •••
* * * *
•• ••
• ••«
••••
• • ••
••••
••••
••••
* * * *
••••
••••
i X X0.. XXX
.X X .XXX X...
IL IL
, ..X 25C0
xxxx
300 90 30 15 60
65 65 65
70 70 58 70
r
N I E U W E W E G EN B E V R I J D I N G S W E G PARKL.EN VERL.PARKLAAN WAAWFG (A) K R U I S P . A P E L D O 0 R N S E W . / P A R K L . / S L L E E E/NI /NI HESSENW.(WAAW.-VIERAKK.) GRIFTPLAN NIEUWEWEG HESSENWEG(WAAW.-VECHTSTR.I VECHTSTRAAT DORPSWEG APELDOORNSEWEG BOERTJESLAND GRIFTPLAN WAAWEG IB)
il
AANTAL WOON- SOORT EENH. MAATR
47 33 28 10 40 20 47
G
43 32 95 40 120 20 28
68 65 60 68
72 68 63 72
62 60 68 64 60 63 65 5 60 60
66 65 72 68 65 67 70 86 65 63
XXXX
XXXX
..3 003 00»
••••
••••
xxo
• •• •
• •• •
• * * A
A A A A
•••X
XXXX
•••X
XXXX
.XX , .XX. . X.
• ••.
. X • i
XXXX
VL
170
VL VL VL VL VL VL IL
16 12 19 8 56 52
65 G G G G G
51 bb 51 b5 56 56 66 78 66 75
•••4
• •• •
.XX
X .X . .X • • • X*
xooo
00** XX. 00. . • X<
• •• •
.XX
• •• •
xxo*
• •.. . .••
• •• •
xxo*
xxo» « . . .
•••.
PROVINCIE
AANLEIOING
GFLDE=L*ND
WERKZAAMSITUATIE/BESTE
GEMEENTEN
M
MINGSPLAN
HFDEN
LAWAAI" SRCN
1 2 3 4 5 6 7 8
"ECRVELD KLEIN MIDDELAAP KLEINHOVEN CENTR.KANTEMARS KRUISING WESTERDORPSSTR./KONINGINNEWEG BESTAANDE WONINGEN BESTAANDE WONINGEN B U I T E N S T E ? . PEN.SCHIMMELP.V.DOrESCHOOL
NN NN N" NR RC SA SA RN
VL VL VL VL VL VL VL VL
1 2 3 "4 5 6 7 8 9
LOOVEEP SANCTA MARIA BINNEVELD POLSEWEG ZANDSE V I E R K A N T IR.MOLSWEG/NIELANT KRUISPUNT VEENHUIS KRUISPUNT GRAVENKAMP INVENTARISATIE
ZO NB Ne NB NB RC RC RC
IL VL VL VL VL VL VL VL VL
KERKWIJK
1 2
MOGELIJKE VESTIGING A-INRICHTINGEN WALDERWEG/VAN HEEMSTPAWEC
ZO NP
IL VL
KESTEREN
1 2 3 4
WESTEINDE A-INRICHTINGEN I N V E N T A R I S A T I E («) I N V E N T A R I S A T I E (B)
NN ZO TH TH
RL VL IL RL VL
LICHTENVOORDE
1 2 3
INVENTARISATIE T ZAND LICHTENVOOPDE-W HERZ.VIII C E N T R U M P L A N (Al C E N T R U M P L A N (B) INDUSTRIE
SA NB NB NR NB ZO
VL VL VL VL VL IL
ZO
zo zo
HOE V E L A K E N
HUISSEN
i»
5 6 LIENDEN
LOCHEM
MAASDRIEL
HA U R I K
MILLINGEN
A/D
RIJN
GLOSA AANTAL »00N- SOORT GELUI EENH. MAATR. BEL.
50 60 10 16 5 53 44
50 5G 55 55 66 66 66 6b
60 60 65 65 70 70 30 70
55 55 60 55 50 60 60
65 65 70 70 65 70 70
34 1931 199? 1983 1984 1985 1986
• •• + 4 •• •
. .XX 31 50 5 5 20 3ü 20
G 0 G G G G G
0000
••••
,XXD 0 0 » « .XX. 0 0 0 0
••.. ••••
. ..X
,.xx oooo •••• • X X X
14 20 20
G G G G
65 55 60 55 60
XXX XXX
.XX.
XXXX »•••
O . • • •••« xxo* • •••
xxoo
I * ••
XXXX
.xx
o o . . ••,
.XX ..X
0 0 . . ••, X . . . 0 0 . . ••, ..XX 0 0 . . ••, . .XX 0 0 . . ••.
S
S.H.103
SA SA
IL IL IL VL VL
1 2 3 4 5
LAREN-BAKKERIJ WEST I I I - R O N D W E G DIV.KOMPLANNEN OOST I - S T I J G O O R D LOCHEM-NOORD
NN NN NB ZO ZO
VL VL VL IL IL
1 2 3 4
MOGELIJKE VESTIGING «"INRICHTINGEN PROVINCIALE WORDENSEWEG VELDDRIELDORP PROVINCIALEWEG GROTE I P P E R A K K E R E N K E R K S T R A A T
ZO NB NB NB
IL VL VL VL
. XX. .XX. .XX.
1 2 3
STEENFABRIEKEN INDUSTRIETERREIN S.W.101
ZO ZO SA
IL IL VL
...X ...X ...X
ZO
IL IL
zo
0 0 0 0 »••• XXXX X X X X XXXX XXXX XXXX
.XX. O » * *
STEENFABRIEKEN ASFALTINSTALLATIF AUTOSLOPERIJ S.W.1D1
MILLINGEN A/D PIJN SCHEEPSWERF GR.VAN BYLANDSTRAAT
X . • .
,x xxxx 56
1 2 3 1
MAUPIK
XX . .
.o*»
50 50
.
55 65 55 65
. XXX . .XX . .XX
xxoo xxoo . .XX . X . .
X. . . . 0 0 . X.. . .00. X... .00. . XXX .XXX
o*** 0 •• •
• • ••
1987
PROVINCIE
GELDERLAND
GEMEENTEN MILLINGEN NEEDE
MEERIJNEN
NIJKERK
NI JMFGEN CD CD Q. CD 7^
3 CD
CQ CD 00
r CD
00
CO
O) O
o O
o
2 X
< O
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN A/D
"IJN
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
LAWAAIBRON
MOLENVELD
ZO
IL
1
ROODLAND
2
DORP
NB ZO
IL IL
SA NP NB NN
VL RL RL RL RL VL RL
3
1
NFEDE
WAARDENBURG
AANTAL WOON- SOORT EENH. MAATR.
GLOBALE GELUIOSBEL. 1991
35 1982
1993 i XXX
VL
1981
1985
1986
••••
••••
»•»•
O»»»
100 xxxx
HOO 91 6 2 200
0 0 0 G
66 70 70
.xx
xxoa
oooo
oo»<
.XX .00 .xx .XX
XX33 0003 ooo» XX33
0000 »••• «... 000*
»••<
2 3 1 5 6
DE K O R T E KOERDEN WOONWAGENERF STEENWEG NIEUWE LOKATIE IND.GEB.KEPKWAARD
1 2 3 4 5
BINNENSTAD VETKAMP/WALLERSTR, AMTRSFOORTSEWEG WATEPGOOR KLETERSTR./LANGESTR. BARNEVFLDSEWEG
TH NB NB NB NB
VL VL VL VL VL
91 38 2 1 1
6b 66 71 6b 66
71 75 75 70 70
• •• •
1 2 3 "• 5 6 7 8 9 10 11 12 13 1M 15 16 17 18 19 20 21 22 23 21 25 ?6 27 28 29 30 31 32 33 3<4 35 36 '7 38 39 MO
BLOK 26 E A . B E N E D E N S T A D PIJKESTRAAT B E N E D E N S T A D FASE 2-6 PIDDERSTRAAT V . G O O R S T P . / D E R U Y T E R S T R . / P I El TROMPSTRAAT BRONSGEESTSTR. DODDENDAAL VOORSTADSLAAN NIJMEEGSE YZERGIETERIJ BLADERCROENSCHOOL DE P U N T DIKKE BOOMWEG/M.WEG BREDESTRAAT ROZENBUURT D0B6ELMANWEG(KL00STER> HEIDEPARKSEWEG OPAALSTRAAT TRAVERSE ST.JACOBSL./SLOT.B OUDE HAVEN/BOTTELSTRAAT KRONENBURGERS DERDE WALSTRAAT UBBERGSEWEG A.S.W.DR.J.BERENDSTR. KRAYENHOFLAAN GRAAFSERINGWEG BOUwUNIE/GRAAFSEWEG MULDERSHOEK GRAAFSEWEG NOORD GRAAFSEWEG ZUID GROENESTRAAT N.GRAAF V.BROECKNUYSENSTR. H.HOOGERSTP./BULEV. STARINGSTR./BIJLEVELD. PR.HENDERIK/PIJLEVELD. THIJMSTRAAT/ST.ANNASTRAAT ST.ANNASTR,/e.ENJANSEN H E S E V E L D FASE 2 KONINGINNELAAN I
NB NB
VL VL
139
61
ts
...X
XXOO
••••
••••
»•••
NB NB NB NB
VL VL VL VL
200 31 70
6b 70 66 5b 60 61 65
...X ...x ...X
XXOO xxoo XXOO
•••« • ••• »•••
»••• •••• ••••
••••
NB NE NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NP NB NB NB NB
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
63 30 33 21
66 66 61 66 66 61 61 71 61 61 61 71 61 6b 66 61 61 61 61 71 66 6b 66 6b 61 61 61 61 61 5b
•••• ...X . .XX ...X
••.. XXXO 00«» 00»• •••• XXO • » • • •
••.. ••.. •••.
NB RN RN
VL VL VL
NN NN
HEINST
IL
G 0
6t 6C
RL 91 21
ia 10 15 23 1b 72
ma
c
RL RL
73 95 16 2o 25 31 50
bb 66 70
0
70 70 br> 70 70 65 65 75
•••
XX
ra
31 RL
70
, •
4 •••
• ,
br-
65 br. 75 65 70 70 bS
x««* •••. ...3 •••• ••.. X . . . 0000 »••« ••.
ts bS 65 75 70 70 70 70 bS 65
frS
65 65 bP bb 70
,•••
X .3»
•••• . • • •
• +• i
••••
»••<
X003 . . • • • • • • xooo . • • • » • • • . . .X 0 0 * • • • • . X . 0 0 • • • • •< . xo» « • • . .xo» • • • • ...X
••••
••.,
1987
PROVINCIE
:ELDEPLAND
GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
NIJMEGEN
"4 1 12 13 11 15 16 17 18
NUNSPEET
1 2 3 1 5 6 7 8 9
OLDERROEK
AANLEIDING WERKZAAMHFDFN
AANTAL L At.4 A I - « 0 0 N - S O O R T EENH. MAATR. BRON
K O N I N G I N N E L AAN II KONINGINNEKAAN IV-V U E U R T I T/M V JAVASTRAAT WILLEMSKWART 5 W O L F S K U I L II T/M V GENESTETLAAN r;ROENESTRAAT
RN RN RN RN RN RN RN RN
VL VL VL VL VL VL VL RL VL
FREITHENHOF-INC.TERR. T HUL-ZEEyEG VEPLENGDE BRINKERSWEG DE B R A K E DE U I T L E G HULSHORST ELSPFET P,EPD.TERR. N U N S P E E T T HUL (2E»3F F A S E )
ZO RC RC NE NB NB RC ZO RC
IL VL VL VL VL VL VL IL VL
WEZEP
NN NN
VL VL RL
zo
IL
WEST
I I
HATEMEPBROEK PANNERDEN
1
PUTTEN
1 2 3 1
eEGRAAFPL.SCHOOTSMANSGOED DIVERSE A-INRICHTINGEN PUTTERENG-U ELIM
NN NB NN
VL IL VL VL
RENKUM
1 2
PENKUM-HEELSUM S 3 RENKUM
NP SA
VL VL
RHEDEN
1 2 3 1 5 6 7 8 9 10 11 12 13 11 15 16 17 18 19 20 21 22 23 21 25 26
F|L A T S N D . P A R A L L E L W E G AlR N H E M S E S T P A A T W E G R H F D E N VA L E R I U S L A A N D I E P E N
NB NB NB
PL VL RL VL VL VL RL VL RL
INDUSTRIETERREIN
(1I E R E N - Z U I D RH E D E N - O O S T 61R I N T A K K E R S S T E N F E R T I/II RH E D E N - W E S T VIE L P II V ELP III D IEREN SP A N K E R E N DE STEEG L AAG S O E P E N EL L E C O M 0VERBEEK IVFLP) DAALHUI2EN (VELP) 0 UDE JAN ( V E L P ) V ELP C E N T R U M DE S T E E G L AAG S O E P E N STEEGSE HAVEN GR I N T A K K E R S (VELP) R H E D E R ENK eCHERPENHOF (RHEDEN) E:L L E C O M W E S T
zo
GLOBALE GELUIDS BEL.
53 63
66 70 56 60
50 53 20
61 65 66 70
150 16 27
100 3 75 15 IQ 15 25
C C C 0 0 G
63 65 60 56 56 50 55
c c c
60 65 63 65 60 65
36 1991
198?
1983
1981
.XXD ,..x
»••• oo«»
•••• *•••
..XX .XX.
XX.
1985
• •..
. .XX
••••
• oxx
xxxx XX
60 10 150 25 32 55
56 5o
65 65
55 60
65 75 50 50 50
..XX
XXX . 00*• »••«
•• ••
.XXD X
0... XX.O
•... 0.*<
. X. .
VL VL VL VL VL
. .X.
VL RL VL RL VL RL VL VL
.X.
,x.,
1986
1987
PROVINCIE
GELDERLAND
WERKZAAHGEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
RHEDEN
27 28 29 30 31 32 33 34 35
ROSSUM
RUURLO
TIEL
UBBEPGEN VOORST
VOROEN
HEDEN
MOGELIJKE VESTIGING VAN HEEMSTRAWEG
1
SCHANSEKAMP
A"INRICHTINGEN
RIJKSWEG MARKTSTRAAT 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
INDUSTRIETERREIN
37
GLOBALE
LAWAAI-
WOON-
SOORT
GELUIDS-
BRON
EFNH.
MAATR.
BEL.
ZILVERAKKER (DIEREN) BEVERODE (DIEREN) KANAALSTROOK (DIEREN) BEEKHUIZEN (VELP) ROZENBOS (RHEDEN) VELDKUIL (DIEREN) SPANKEREN RHEDEN-OOST DIEREN-NO
1 2
SCHEPPENZEEL
STEENDEREN
AANTAL
AANLEIDING
1981
198?
1983
198*
1985
1986
1987
• •X•
NB
IL VL
ZO
IL
13
TH TH
VL VL
:oo
ZO
IL
30
60
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
2 1 1 9 3 152 55 9 1 2 3 1 2 1 18 23 1 28 33
64 61 65 67 62 66 66 66 66 67 67 66 67 67 66 66 66 66 67
32
58 6D
ZO
JONGE SCHUTSKOOI/NIEUWE T1ELSEWEG GRAAF WALTGERLAAN MEOELSESTRAAT STATIONSSTRAAT PR.BEATRIXL./R0ZENSTR./SCHEERIN3LAAN ESDOORNSTR./G.BRUGSE G°INTW£G/HAVEND DE HENNEPE.WESTRIJENSESTRAAT BEVRIJDINGSLAAN BINNENHOEK RURG.HASSELMANPLEIN HOGESTRAAT HOGEWEIDSEWEG HOVENIERSWEG KIJKUIT LINGEDIJK NIEUWE TIELSEWEG SPORTPARKLAAN VINKFNSTRAAT VOOR DE KIJKUIT BEEK I
NB
TWELLO (A) TWELLO (B) VOORST (A) VOORST IB) WILP IA) WILP (B) TEUGE KLARENBEEK VCP TWELLO KOM TWELLO A PONDWEG TWELLO VERBINDINGSWEG Al-TWELLO RIJKSSTRAATWEG 103 TWELLO KOM TWELLO B
TH TH TH TH TH TH TH TH TH NN NN NB TH
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL RL
HOETINKHOF
NB
VL
65
• XXX
20
32 191 27 86 20 14 42 23
5 1 7 394
G G G G G G G G G
66 66 66 66 66 66 66 66
73 71 72 70 74
70 72 71
.00 •••• XX . .03 00. . XX. . .X XX 0000 XX XX . .00 XX XX XX X.
• •• •
0000 .. ••
• •..
..00 00.. 00.. • • • • ..00 0000 . . • • ..00 00..
• • ••
• •.. • • ••
65 70 G G G
. .XX 67 65 75 56 60
xxoo ••• xxxx xxoo oooo ••••
PROVINCIE GEMEENTEN VORDEN
WAGENINGEN
WAMEL
UARNSVELD
WESTERVOORT
WIJCHEN
WINTERSWIJK
WISCH
o
ZAL TBOMMEL
GELDCRLAND SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN 2 1 5 6 7
I N D U S T R I E N KOM V O R D E ^ ADDINKHOF INDUSTRIETERREIN VERKEERSPLAN-KOMPLAN HORSTEPKAMP
SA NN
1 2 3 1 5 6 1 2 1 2 3 1 5 6 7 8 9 10 11 12
LAWAAIBRON
AANTAL WOON- SOORT EENH. MAATR.
GLOBALE GELUIDSBEL. 1931
RC RC
20
60
HAAGSTEEG/GRUTTOWEIDE GEN.FOULKESyEG STATIONSSTRAAT/BERGSTRAAT GERDESSTRAAT STADSBRINK BUITENSTEDELIJK GEBIED
NB NB NB NB NB SA
VL VL VL VL VL VL
31 2 11 10 55 63
56 65 56 60 66 70 56 61 65 65
VAN H E E M S T R A W E G INDUSTPIETERREIN
SA ZO
VL IL
100
65 69
NN NB NN NN NN NN NN NN NN SA SA SA
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
11 30 2
NB NB NB NB
VL VL VL VL
78 68 18 112
BEN-L
REVELHORST KOMPLAN RIJKSSTRAATUEG/OOSTZIJDE BIESHORST WICHMOND WOONWAGENPLAN O U D E KOM BUITENGEBIED T POPPINK. OOIJERHOEK LOCHEMSEWEG/VORDENSEWEG/ALBEMAPLEwFG EMMERIKSWEG/RIJKSSTRAATWEG (GLD.) RIJKSSTRAATWEG (GED.)
ZO
LUDGERUSLAAN HOOGEIND
3 1 5
STEENDERENS EN HOOGEIND VERKEERSCIRCULATIEPLAN LEIGRAAF
1 2 3 1
ZUID PLANDEEL ZUID PLANDEEL ZUIO P L A N D E E L VEENHOF
1 2 3
VEPKEERSPLAN A-INRICHTINGEN DE B A T A V I E R
SA ZO NB
VL IL VL
1 2 3 1 5 6
STRUCTUURPLAN D E N FS VOORBROEK WALSTRAAT IND.TERR.TERBORG-SILVOLDE ONDERZOEK
SA NN NN RC ZO SA
VL VL VL VL IL VL
1 2 3
S C H E E P S W E R F DE WAAL VAN H A T T U M B . V . S C H E E P S W E R F DE V E R G T
ZO ZO NB NB
IL IL VL VL
NB ZO
VL VL IL
I II III
ZANDKAMPEN-OOST
DEN HANENHOEK GELUIDMETINGEN
38 193? ,X
IL VL IL VL VL
1 2
1
ZELHEM
AANLEIDING WERKZAAM" HEOEN
1983
1981
1985
XX.
56 60
xxoo
i•XX , .XX
*• » . X... ••••
••• , .XX ,xo* , .XX >.00
«... ••• ..00 ••••
••• ••••
xxxx . .•• ••. XX.
xxoo , ..x o . . •
56 bC 65 70
72
G 6 G
56 66 66 66
60 7'J 70 70
Sb 5t, 56 Sb
b'. 65 65 bS
60 75
i ..X
0.<«
i .XX
x x o o ••.. . .XX
00»»
xxoo • •.
X
•••<
X 00«< .XX. 00»» ••.. .XXX 0 0 . . ••.. ..XX 0000 »••• XXXX
xxxx xxxx 20
59 72
XXXX
0*«» ..XX
XX
xxxx . XX. • XX. .XX • XX
61 65
xxxx
1986
1987
PROVINCIE GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
ZEVENAAR
1 2 3 1 5 6 7 8 9 10 11
DOESBURGSEUEG DIDAMSESTRAAT/STADSGPACHT BERGVREDE/DIDAMSEUEG VONDELLAAN NOOROEINDE METHEN KAMPAKKERS DE HORST CENTRUM 3A3BERICHSEtaEG DIVERSE WEGEN
SA SA NP SA SA NB NB NB SA SA
VL VL VL VL VL VL RL VL RL VL VL VL RL
1 2 3 1 5 6 7 8 9 10 11 12 13 11 15
BULT VAN KATJEN BERKENSINGEL KATTENHAVENSTRAAT WEG NAAR VOORST TOEKOMSTIGE PROJEKTEN INDUSTRIETERREIN DE MARS DIJKSTRAAT 2 KANONSDIJK 7PA T/M 8? KANONSDIJK 81 T/« 121 UEG NAAR VOORST 106A WEG NAAR VOORST 106 T/M 120 2 SCHOLEN SANERINGSREGELINGI2E T/M 10E SANEPING SCHOLEN *3EJ.TEH. INDUSTRIETERPEIN DE MARS
NB NP NB NB NB ZO SA SA SA SA SA SA SA SA SA
VL VL VL VL VL IL VL VL VL VL VL VL VL VL IL
ZUTPHEN
I
I
O
O)
39 AANLEIDING AANTAL GLOBALE «ERKZAAM- LAWAAI- yOON- SOORT SELUIDS HEDEN BRON EENH. MAATR. BEL. 1981 198? 1983 1981 198S 1986 1987
GELDERLAND
J.)
21 52 318 39 30 600 700 100 10 11 57 33
es 18
G C C C G C C C C C
66 70 71 75 66 70
G G G G G
66 66 66 71
. .XX . .03 0000 .X. . .XXO 0000
.... • xo*
XXXX
xxxx
..X. . .X. ... X
G G G G G G G G
xxxx . .XX
. .XX . XX. 66 70 66 70 70 70 70 75
xxxx .... xxxx — xo«» xo*» xo**
xo*» xxxx
1 1 25 1 8 2 113 6 10
• •• •
66 66 61 61
69 66 69 71 73 70 70 65 65
XXO» 0000
• •• •
xo«* xo«* xo»» xo** xo«* xo«« X0«* xo«»
X0»«
• ••• ••••
PROVINCIE GEMEENTEN
SITU»TIL/3ESTE
AMERONGEN
1 2
AMERSFOORT
1 2 3 1 5
BAARN
AA'ILEIDING WERKZAAMHEOEN
UTRECHT
1 2 3 1 5 6 7 8 9 1D 11 12 13
w
MINGSPLAr:
SC 20
VCP EETONFABRIEK JULIANA VAN STCLEERG JUL.V.STOLBERG DEELPLAN JUL.V.STOLRERG DEELPLAN JUL.V.STOLBEPG DEELPLAN SCHOTHORST N.0
LAW« AIBRON
NR NB NB NB
VL VL VL
AMALIAPARK CENTRUMPLAN HOEK BCSSTP.-STATIONSWEG CENTPU";BEJ.EN JONG.HUISV. FEM.EG T BEUKENOOTJE OOSTERHEI EEMDAL IE D E E L P L . E E M D A L 5E D E E L P L A N V.HEEMSTRALN./FERD.HUrCKLN. ZUIDEREIND 21 EEETHOVENLN.37-5 9/HAYDNLN.7-29/SWEEL INDUSTRIETERREIN
NN NN
NN NN NN NN NB NN SA TH ZO
VL VL VL VL VL VL VL VL RL VL VL VL IL
GLOBALE GELUIDSBEL. 1991
«O 193?
10 b 7B 70 69
\» G G 3
68 6C 61 65 61 65 56 60
23
56 60
52 61 16
61 56 57 56
65 65 59 6C
.o oo.. , .xx ..XX XX. .
160 50
XXOO
66 75 56 60 72 66
1 36
xxoo o*«< .XXX
BUITENGEBIED CORP
NB NR
VL VL
56 73 56 73
XX.. XX. .
BREUKELEN
1 2 3 "4 5
RIJKSSTRAATWEG OPRIT BRUG A DAM RIJNK. UITBR.PLAN BREUKELEN Z UITBR.PLAN BROEKLAND N I E U W E P T E R AA
TH
VL VL VL RL VL RL VL
68 71
. . . .
BUNSCHOTEN
1 2 3 1 2 3 1 5 6 7 8 9 10 11 12 13 11 15 16 17
COTHEN
1
DE
1
BILT
DALENOORD PROVINCIALEwEG DIVERSE BUN.-ZUID OOSTS.ZUID.GED. OOSTS.MIDDEN GED.VASTST. BLOKH.W.BUURT 2*1 BLOKH.W. BUUPT 3 BLOKH.W.BUURT 5 BLOKH.W. BUURT 7 RECREATIEGEB.EEMMEER SPAKENBURG-NOOPD BROERSWET.II HERZ. SPAKENBUPG OOST BROERSWET I.HERZ. BILLERSVAART INDUSTRIEGEB.DE KRONKELS BEDRIJFST.ZUIDWENK HFRZ. INO.GEB.HAARBURG HERZ. KOENRAADS-WETERING RIJNSLOOT III WELTEVREDEN
HERZ.
1986
••• ••• . XX. . . • • •«. ..X XXX. • . .
1 2
BU N N I K
1985
•••
BENSCHOP
NB NB
1983 1981
0 0
VL VL VL
IA ÏA 2
AANTAL W0ON- SOORT EENH. MA ATR
65 60 60 56
68 65 65 60
NB NE NB
VL VL VL RL
650 18
NB RC RC NP NB NB NB
15 103 61 7 lüOD
NB NB NE NB ZO ZO ZO NB
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL VL IL VL IL VL VL
NN
VL
56 60
VL
56
moo 1120
6 1 12 25
6 G G G
.XX .XX ..X .XO
...0 0 0 . . • • • • . .00 0... . • • . 00. . . • « .
55 60 63 65 60
.0.. . • • . . • • . . • • . . • • . • •..
6b 61 61 56 56 56 66
70 65 65 60 60 60 70
X... •••• X... ...0 •••« X. . . ...0 • • • ,.•• • • • • • • . . ...0 • • • • ••• • 0000 X X
56 56 56 56
60 60 60 60
X. . . ... X *••• x . . . X««* X• • • x• • • X* • .
•XOO OOXX XXXX
XXXX
1987
PROVINCIE GEMEENTEN DE
BILT
UTRECHT SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN 2 3 1
HEPELLAAN DE G E E R - K L O O S T E R P A R K SPOOPLIJN UTPECHT-AMERSFOORT
LAWAAIBRON
AANTAL GLOBALE W O O N - SOORT GELUIDSE E N H . MAATR. B E L . 1931
RC NN SA
VL VL RL
NB
IL
5G
NB
VL VL RL VL VL VL VL VL RL VL VL
• • • •
56
xxoo
•••.
5t
65
2t 50
55 55
.00 ,xx , . x xxxo , x x oo«» ,.x xxx. 0000 ,.x xxx. 0000
•••• ••••
1 2 3 14 5 6 7 8 9
E N G w E G KORTE DREEF S P O R T L A A N DRIFT LOOLAANKWARTIER UITW.HOENOERDAAL ZONES B I N N E N - S T E D E L I J K DE B L A U W V O E T BORNIA CENTRUMPLAN DRIEBERGEN-NOORD
1 2 3 M 5 6 7 8
NOOROBUURT WAKKERENOIJK IND.TERR.EEMBRUGGE RINGSTRUCTUUR 2UIDBUURT HEIDEHOEK LANDELIJK GEBIED HERZ.OOST WAKKERENDIJK/WAAG
NB NB ZO SA NN NB NB RN
VL VL IL VL VL VL VL VL
61
1 2 3
D0RPSSTRAAT/LEIDSESTPAATWE5 NIEUWE BOUWLOKATIE R I J K S W E G A 12
TH NN RC
VL VL VL
69 100
S C H O N E N B U R G I EN II WEERWOLF POORTGEBOUW DE GEER I N C L . 1 P O O R T O E R . R I J N S B U R G INCL.3 P O O R T G E B . G.B.H.GELUIDSCHERM SPOORLIJN R I J K S W E G 27 P R O V I N C I A L E WEGEN G.B.H.AANLEG RCNDWFG-WEST IND.TERR.DOORNKADE KRUISING RONDWEG-ZUID CENTRUM-TUNNEL T I F L L A N D T (INCL.M P O O R T G E B O U W E N WULVEN (INCL.2 P O O R T C E B O U W E N I
NB NB NB NB NB NP NB RC ZO RC RC NB NB
VL VL VL VL RL VL VL VL IL VL VL VL VL
30 20
1 2 3 1 5 6 7 8
RIJKSWEG A 2 UTPECHTSEWEG A C H T E R V E L O 2E FASE H F R Z . HAZENVELD A C H T E R V E L D 3E FASE HOGEBIEZEN (GED)/ACHTERSLOOT WEG I J S S E L V E L D / A C H T E R V E L D LUCHTSCHEIOINGSBEDRIJF
RC RC NB ST NB SA RC ZO
VL VL VL VL VL VL VL IL
LANGBROEK
1
COTHERWEG
LEUSDEN
1 2 3 1
MIDDENWEG CENTRUMWEG GROENHOUTEN CLAEVERENBLAD/WILDENPURG
HARHELEN
HOUTEN
IJSSELSTEIN
1 2 3 * 5 6 7 8 9 10 11 12 13
ST
VL VL VL VL
1987
•XX
XXOO
iXX
31
..XX XXXO
ITO 56 60 60 65
•XX.
56 60 56 66
9 t 1
O.••
.XX. • •XX
000<
•••« 4444
X X ••
XXXX
65 60 65 65 70
. .00
66 70 61 65 55 60
..XX
XXOO . . • •
00.. • • . .
••••
00••
••
. .xx
. .oo
..••
XX..
0 0 . «
• • • •
. .XX
60 X
XXXX XXXX XX
X
XX
XXX XXXX XXXX
XXX
X XXXX XXXX XXXX XXXX XXXX
66 61 56 56 56 66 55 51
200 1^0
100 200 HO 2 10 13
NB NB NB NB
1986
XXXX 00»»
DRIESERGEN
NB
1932 1983 1981 1985
XXXX
1
ST NB
tl
XXXX
DOORN
EEMNES
KAMPOWARSWEG
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
120 50 25 200
. .••
70 65 60 60 60 70 60 65
.
. . XX X . . .
66 63 63 68 65 70
• • • •
• • • •
. . . X
X»»«
00*4
• • . .
,xxo 0030
66 70 0 0 G C
• . . .
.XX
X
o***
• • • •
00»»
x oo«» X X
00
X00*
•
4444
4 444
44
PROVINCIE
AANLEIDING WESKZAAMHEDEN
UTRECHT
GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
LEUSDEN
5 6 7 8 9 10
RAVOORT/WATEPLOC TANKWEPKPLAATS POSSEN BERG GROEN HOUTEN-OOST CENTPAAL-BUITENGEblEP RUIGE VELT
LAUAAIBRON
N9 ZO NN NN NN NN
VL IL VL VL VL VL
ZO
IL
zo
IL IL
AANTAL GLOBALE WOON- SOORT GELUIDSEENH. MAATR. BEL. 1981 1982 1983 1981 1985 1986 50
G
65 70
X
00** • xoo »•
90 100 10 200
G G G G
65 65 65 65
X O X
O*** 00***
70 70 70 7C
x X
LOENEN
1
A-INPICHTINGEN
LOOSDRECHT
1 2
HALLINCKVELD TER S Y P E
LOPIK
VL VL VL VL VL VL VL VL VL
SA
VL
3E»1E D E E L P L A N MAARSSENBROEK STRAATWEG-GASLAAN INDUSTRIETERREIN BINNENUEG-FRIE7ENBUUPT BREEDSTRAAT/RAADHUISSTRAAT SwESERENGSEHEG-PLESMANLN.MEERENHOEF PINNrNWEG-FRIEZENBUUPT/STRAATWEG NA3 NASSAUSTPAAT/DR.PLESMANLAAN 3E*1E DEELPLAN M BROEK
NB NB RN NB NB SA TH NB
VL VL IL VL VL VL VL VL RL
MENNONIETENPUURT ANSELMUSSTRAAT 1-13 ANSELMUSSTRAAT 2-12 A N S E L M U S S T R A A T 2 3-15 ANSELMUSSTRAAT 32-38 MIDRETHSTRAAT 17*18 V.WASSENAERSTRAAT 11*17 B.V.MONTZIMASTR.11*15 BOZENHOVEN 101*103
NN TH TH TH TH TH RN TH TH RN TH RN ZO
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL
SA SA SA SA SA
VL VL VL VL VL
NN NN NN NB
VL VL VL VL
U I T 3 R . P L A N IN H O O F D Z A A K VOGELZANG 1976 JAARSVFLD 1 SCHOOL REQRUFSTEPREIN DE W I E L LOPIK-OORP-OOST LOPIK-CORP-WEST BEDRIJFSTERREIN U I T B R . P L A N IN H O O F D Z A A K
MAARN
1
PIJKSWEG
MAARSSEN
1 2 3 1 5 6 7 8 9 1 2 3 1 5 6 7 8 9
MIJDPECHT
10 11 12 13 MONTFOORT
NIEUWEGEIN
A
BOZENHOVEN
3
12
107*111
DR.SCHAEPMANPLS.W6 PR.MARGRIETL.1+7 INDUSTRIE
1 2
TABAKSHOF HEESWIJK
3 1 5
HEULEsTEIN-aULVEPHORST BINNENSTAD HOFLAND
1 2
JUTPHAAS-WIJKERSLOOT PLETTENBURG-DE UIERS
3 1
GALECOP STADSCENTRUM
KAVEL 9
zo
00
»••••• . .XX
NB NB NB NB NB NB NR SA SA
1 2 3 1 5 6 7 8 9
oo« •«
XX. .
15 15
ino 21 122 50 70 1000
76
>0**
61 61 61 6b 61 61 6b 61 61
65 65 70 70 65 65 75 70 70
XXXX XX** . .XX • • . .
5b 6b 6b 6b 6b 66 56 61 66 66 61 6b
60 70 70 70 70 70 60 75 70 70 65 7C
5b 5b 56 56 56 56 56
5 30 15 10 2 1
21 10
62 59 61 65 60 61 62 72 70
XXX. XXX. XXX. XXX. 0... XXX. XXX. XXX. XXX.
C G G G G G G G 0
21 7 6 12 1 2 2 2 2 3 2 1
••••
«...
. .XX X X X X
. xxo
•••+
x x x . oooo ••
• •. .
XX. • • • • . . . XX X. ••
*...
X X X X 0000 •••• . .XX 0 0 « « • • . . XX. .
. .*•
. . . .
.XX . • • . .XX • • . . .XX . • • . .XX . • • .
. xo.
«•..
.X3.
• •. .
.xo. .xo. .xo.
• *.. . ••. .••.
. .XD . . • • . .XX . « • .
XXXX XX XXXX XXXX XXXX XXXX XXXX
G G G G G 2500 2000 1500 57
62 69
X X X X
000* 000« 000» 00*» 0000
• •• • • •• • • •• • • • • • • •
12 1987
PROVINCIE
UTRECHT
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
NIEUWEGEIN
5 6 7 8 9 10
HERZ.BATAU SECTIE 15-17 H E R Z . B A T A U WIJKCENTRUM BATAU WOONWAGENCENTRUM UlTw.BATAU SECTIE 18-Z2 UITW.OOOPSLAG SECTIE Z LEKBOULEVARD
11 IZ 13 1* 15 16 17 18
L H N O - S C H O O L HUIS Df GEER P L E T T E N B U R G L A A G R A V E N OE W I E R S - Z UUID ! GELUIOWAL LANGS A 2 ZUILENSTEIN: SYMFONIELN. LANGS A2 N E O E R E I N D S E W E G RAILLIJN N GEIN-UTRECHT WEGEN S 1 5 / T 2 0 POORT V.NWG
OUDEWATER
RENSWOUDE
RHENEN
SOEST
UTRECHT
NN NB NN NB NB NN NN
VL VL VL VL VL VL VL
ZO
IL VL VL VL RL
NN
1 2 3 1 5 6
GOUDSE STRAATWEG UTRECHTSE STRAATWEG REGELINKSTR. T38 OUDE S I N G E L OUDE S I N G E L 11 SCHOOL HEKENDORPERWEG 2 BEJ.HUIS
TH TH TH
1 2 3 1
DORP S A N E P I N G WON.RW 12 S A N E R I N G WON.RW 2 2 1 INVENTARISATIE
1 Z 3 1 5 6 7 1 Z 3 1 5 6 7 8 9 10 11 IZ 13 1 Z 3 1 5 6 7 8 9
LAWAAIBRON
AANTAL W0ON- SOORT EENH. MAATR.
600
13 198?
1983
1981
xxxx xxxx
60 61
100
XX
8
xxxx
1000
XX
60 150
xxxx x x x x XX
x x x x xxxx 0 100 100
0 0
+ 4* +
60 67
• •• •
xxxx x x x x xxxx x x x x xxxx
50
VL VL VL VL VL VL
IZ 17 1 1
NN SA SA SA
VL VL VL RL
22 1 71 10
LANG.GEBIED CENTRUM BINNENSTAD E L S T - N Z Z 5 EN T 13 R E M M E R D E N (1ND . TERRE IN> DE V O R C E L K O E R H E U V E L IN 6 ) GREBBEKWARTIER
TH TH TH ZO TH NN NB
VL VL VL IL VL VL
125 112 115 12 88 170 50
INDUSTRIETERREINEN 5 VERSPREID A-INRICHTINGEN P A R K L N . EN B E E T S L N . O V E R H E E S III EN IV AMERSFOOPTSESTRAAT OVERHEES 11,2 DALWEG VERKEERSPLAN OSSENDAMWEG SMITSVEEN NIEUWEWEC/VRIJHEIDSWFG APOLLO K E R K P A D 22
ZO ZO NB NN NB NN NN RC SA NB TH NB NN
IL IL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
LAUWERECHT-N. HEREWEG MALBA JUTFASEWEG ANTON C E E S I N K S T R A A T J.V.SCORELSTRAAT ST.JOSEPHLAAN BURG.NORBRUISLAAN MAPNIXLAAN-GEM.
NB NB NB NB TH TH RN RN TH
VL VL VL VL VL VL VL VL VL
VL
G G G 0 0 G
66 66 66 66 61 61
XX XX XX XX
70 70 70 70 65 65
XX.. . .XX • X..
G G G
66 66
• •• •
XXXX XXXX
68 70 70 70 68 66 67 61 61 61 56 71 56 61 61 66 61 61 61 61
20 100 38
IOC <t63
8"4 192 13 21 60 90 25 16 18 163 155 51
• + • • • •• •
• •••
58 67
VL VL
IL
GLOBALE GELUIDSBEL. 1981
G G G G G G G G S
65 65 65 60 75 60 65 65 70 65 65 65 65
... 0 0003
0000 . . .0 ..00 0003 .003
... ...
OXX ..0 .XX ..X ..X
• •• • • •• •
ooox x * « * « . . . .•••
0003
• •• • • •• •
XX..
.00 00.»
• 4*
•
X.. . X...
68 69 66 70 66 70 67 69 75 65 70
.XXX .XXX
• ••• • •••
«...
00..
. .••
• •
00.
• ••.
. . 0 0.**
00. • • . . 000 . * • • .00 • • . . .00 . . • •
PROVINCIE
AANLEIDING
UTRECHT
WERKZAAMGEBEENTEN
SITUATIE/BESTEHMIN6SPLAN
UTRECHT
10 11 12 13 11 15 16 17 18 19 20 21 22 23 21 25 2b 27 28 29 30 31 32 33 31 35 36 37 38 39 MO 11 t2 13 11 15 16 17 18 19 50 51 52 53 51 55 56
VEENENDAAL
1 2 3 1 5 6 7 8 9 10
HEDEN
MA P N I X L AAN - K 7 7 K A A T S T R AAT I K E1PISWEG TH GR V . R O G G E N y F G K. NIEUW STRAAT DE L E S S E " S T R A A T LA AN V . " I N S W E E R D IA) LA AN V. M I N S W E E » D ( B ) CE N T R A L SOYA DE MKA V C P HO OGRAV EN P W 2 2 2 / R W 12 6 0 0 0 M 2 LAWAAI /O N E R I N G IN D . ER A S M U S L A A N (A) ER A S M U S L A A N (B) RW 2 2 2 O V E R IGE S A N E R I N G Dl V E R S E N .0 N I N G E N 5 0 P / J A A R 00 S T E R S P O O R B A A N D. V . M O L L U M S T R A A T Dl V E R S E N WO N I N G E N 2 0 H / J A A R LA NGE J A N S S T R A A T NO B E L S T R A A T AL B A T R O S S T P AAT HA R N I X L AAN ( P A R T . ) BI L T S T P AAT O R S T R AAT T T E V R OUWE N S T R A A T UI S T E R D AMSE S T R A A T W E G AM S T E R B UURT 00 S T E R B U U R T (B ) 00 211 RW 2 8 Rh P T U N U S S T P AAT NE A R T S C HE B U U R T VA CHT-/ HULS TSTRAAT JA NKAD E « .R ENUMA LST RAAT ME AADT V. R O G G E N W E G GR O E S E L AAN CR E V E N H OUTS EDIJK LO E K - L O HO TRI OS PKAD MR H O O L S TRAA SC U I S S T RAAT KW ANT O N I U S T E R R E I N ST N O N S T RAAT KA N S S T R AAT r,A D U S T R IE-D IVERSEN IN
TH ST TH TH NB TH SA SA SA SA
ST ST NB ST TH ST NB ST ST ST NB RC SA
V E E N E N D A A L - W E S T FASE 2 NOOPD A VEENENDAAL-WEST FASE 2-N00RD B SIB-FLATS,KLEINE BEEP UESTERSINGEL 1-91 II IND.TERR. I - U RONDWEG-WEST 2ANDSTRAAT 88-98 II GROENEVELDSELAAN 16-38 DUIVENWEIDE DE GROTE PEKKEN
NB NB TH TH ZO TH TH TH ST TH
va
UI
SA 20 SA SA SA TH SA RN ST SA SA SA SA SA SA SA SA NR RN NB NB NB
LAWAAI-
8RON VL VL VL VL VL VL VL VL IL IL VL VL IL VL VL VL VL RL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL RL VL RL VL RL VL
AANTAL WOON- SOORT EENH. MAATR, 56 100 100 130 23 26 65 35
GLOBALE GELUIDSBEL. 1931
66 66 66 66
69 69 75 75 70 70 75 75
66 70 75 75 66 70 66 75 30 200 30 10 76 50 160 70 30 800 60 20
67 56 75 75 73 71 71 71 71 71 71 65 65
27 89
68 56 71
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL
10 8 30 60
65 65 65 70 66 68
33 72 12 75
61 65 61 65 68 65
60
65
VL VL VL VL IL VL VL VL VL VL
58 18 115 152
11 1932
169 18 12 131 10
65 65 65 70 70 70 70 72 65 65
1961
1985
00 . . • • .0 00.. .0 00»» 000»
..o
O . . •
.30 0.*« ,00 O**. . .•• ..03 ..33 XXX. ..33 •XX XXXX .00* .00»
»••• »•.. .••. XXXX •... «...
..xx oo.« .003
••••
•xxx o o * * ...o o . » • •••• •••» .00» « . . . ..00
«•• •
..oo
o***
...3
00»» 00. • 00.» .000 •...
00.*
... o
o***
. .00
O.•• .00. . 00* .00» . ..)
•••« «... •. . . 0«»« 00** •...
..03 . » • • ...3 O*** • . . .
o*** »... ..03
••••
..00
0... »•••
56 70 61 61 61 66 66 66 66 66 56 60
1983
0000
«...
••••
• •• •
... o
o***
•O** ••.. •X.0 0000 ..03 ...o ox». X33 .03 .X. X.00 00«*
••.. XXOO OO*» •••• •... O . . «
•••«
1966
1987
PROVINCIE
UTRECHT
GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
VEENENDAAL
11 12 13 11 15 16 17 18 19 2D
VINKENVEEN/W.VEEN
VLEUTEN
WIJK
DE
BIJ
DUURSTEDE
WILLESKOP
WILNIS WOUDENBERG
ZEIST
MEERN
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
DE S C H A N S RECREATIE-INRICHTINGEN DRIEHOEK-BOSLAAN FASE 2 B O O M P J E S G O E D 1 1 5 - 2 1 5 1-7 JAN R O E C K P L . / S C H R I J V E R S P . BOERSSEL./ENGELSE STAD VEENENDAAL-WEST FASE V ONDEPZOEK GELDERSE BLOM VCP (HERZIENING)
LAW BRO
AANTAL WOON- SOORT EENH. MAATR.
NB
VL
NB TH TH NB NB SA RC VP
RL VL VL VL RL VL VL VL
23 60 50 100
180 85
300 tl 300
GLOBALE GELUIDS1981 BEL.
C
60
65
G G G
60 66 66 61
65 70 70 65
G G G G
1983
00** ..XX • XOO
• XXXX ••. .
SA SA
zo
VL VL IL
1 2 3
WOONWIJK NYEVELT BEDR.TERR.STRIJKVIERTEL TOEKOMSTIGE DORPSUIT.
NB SA NN
VL IL RL
1 2 3 14 5 6
DE H O R D E N ENGDIJK DE H E U L BINNENSTAD/FRANKENWEG/STEENSTR./ZANO D E H O R D E N I E N II IND.TERR.BROEKWEG HAVEN TERP.BETONCEN
NB TH TH VP NB ZO
VL VL VL VL VL IL
1 2 3
VOORMALIGE STEENFABRIEK VOGELZANGH BUITENGEBIED
SA NB SA
VL VL VL
1
INDUSTRIE
ZO
IL
DOPP BUITENGEBIED OMGEVING STATION
SA SA ZO
VL VL IL
26 11
G G
66 80 66 ia
M O N T A U B A N S T R AAT ST.JOZEF MOOI ZEIST SANATOROUM MA R E T R A I T E SCHAERUEIJDELAAN KRAKELINGEN JULIANALAAN VOLLENHOVE/A-28 DIJNSELBURG/A-28 LONKHUIZEN MOTORCROSSTERREIN CENTRUMPLAN GEBIED 18-19-20 GEBIED 26-27 GEBIED 28-29-30 GEBIED 13-11-15-16 GEBEID 22-23-21-25 G E B I E D 17 NOORDWEC CEN D O L D F R ( N O O P D )
NB NB NB NP NB NB NP NB SA SA NB SA ST ST ST ST ST ST ST NE NS
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
20 30 100 100 30 8 10 20
61 58 6C 56 62 61 56 58 5b 56 62
67 b5 69 61 67 65
181 75
G G G G G G 6 G 0 0 G
11 36 70 107 13G S5 62 80
G G G G G G G C
60 61 60 58 60 58 62 56
61 63 62 62
0 0
1981
1985
1986
1987
. o** .xoo .••. XX • . 0000 •••• »••«
••••
GROENLANDSEKADE/VINKENKADE/PLASWIJK FUTENLAAN/DODAARSLAAN S21 A-INRICHTINGEN
1 2 3 1 5 6 7 8 9 10 11 12 13 11 15 16 17 IE 19 20 21
1982
xxoo ••.. ..xx • •xx • •xx • •xx ••xx xxoo ooo^ ••••
1 2 3
1 2 3
. ..X
15
68 68
72 72
xx^ +
••..
••. .
oooo •••• XXXX
60
65 • XX.
0 .xxo . .03
0 G G 0 G
•••• ••• .
. .xo ooo• •••. 0000 ••..
.x.x 10 67 150
19
63
XXXX 0000
xxxx oooo •••• , XX ,
1511
.000 .000 «XX* . .••
•XX. . .••
12 61 71 71 65
••.. XX.. XX. . ..XX ...• •• . . .XX . .XX. ..•• •••• ..XX ..XX
• •XX
X X• •
,»••
•••• ••••
62 bC 65 65
.••. .••. • X X•
..•• . .••
••.. ••.. ••••
•••. ...» . . .• •••• •••• ..••
•••• •••• • +• + .»• •
•••. •••. ••.. ••.. ••..
••.« ••• + ••••
••••
+•*•
•*,,
••••
••••
xx • •
•. ••
••••
•••.
XX • •
• ••+
•*• +
••, ••,
PROVINCIE GEMEENTEN
NOOPD-HOLLAND SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
AANLEIDING WE3KZAAMHEDEN
LAHMIBRON
1 2 3 4 5 6
FLAT GERANIUMSTKAAT STEDELIJK GEBIED BUITENSTEDELIJK GEBIED P R O O S D I J VLEK E*F P R O O S D I J VLEK C*D RANDWEG - RONDWEG
TH SA SA NB NB SA
VL VL VL VL VL VL
AKERSLOOT
1 2
BUITENGEBIEDEN BUITENGEBIEDEN
SA ZO
VL IL
ALKMAAR
1 2 3 "4 5 6 7
DAALMEER T35-GALGENDIJK WORTELSTEEG OMMERING TOORENBURG GROTE KERK E . 0 . INDUSTRIETERREINEN
NB SA ST SA ST ST ZO
OU OE D O R P BOU W F O N D S O U DE D O R P - SME D E M A N P . OU DE D O R P - VRE D E V E L D OU DE D O R P - AMS TELLAf^D Hl D D E N H O V E N IA WA A R D H U I Z E N ZUI D III WA A R D H U I Z E N 1 1 / III "1 D D E N H O V E N 1B V O O R B E R E I D I N G S B E S L U I T Hl D D E N H O V E N IC V O O R B F R E I D I N G S B E S L U I T HE N E G O U W S E L A AN KE IZER K A R E L WEG "I D D E N H O V E N 3. 2 F A S E N "I D D E N H O V E N 4 FA R M E N L A A N / B OVE N K E R K CA MERA O B S C U RAL AAN ST A D S V E R N I E U WIN G O V E R I G WE S T W I J K WO O N W A G E N L O K A T I E (25 S T A N D P L A A T S E N ) HO G E L I J K E PR O J E K T E N : P E M B R A N D T W E G GEM OU D E R K E R K E R L AAN I GEM E E N T E W 0 N I N G E N 1 JA A R L I J K S 11 O WON ING EN A 9 P R O J E K T M E A N D E R H O O G B O U W IA T Y P . J «v P R O J E K T M E A N D E R 1 B TYRE H A9 P R O J E K T M E A N D E R 1 C . T Y P E G A9 P R O J . M E A N D E R F IDE L I O L . P . V I S S E R S L . A9 P P O J . F I D E L I O L . DE P . V I S S E R S L A A N A9 P R O J . F I D E L I O L . 2 P E R S . H U I S H O U D E N S A 9 P P 0 J . 4 . 0 V E R I G E DE E L P R O J . W O N I N G E N A 9 P R O J . O V E R IGE B EBO U W I N G G E L U I D G E V . VC P B E N E L U X B A A N - Z UID VC P A M S T E R D A M S E W E G
ST ST ST ST NB NB NB NB NB NB NB NB NB NN NN ST NB
AALSMEER
AMSTELVEEN
AMSTERDAM
1 2 3 4 5 6 7 8 9 ID II 12 13 1*1 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 1 2 3 4 5
VC P vt P
(A) (5)
B E N E L U X B A A N - N OOR O V E R I G E P L A N N EN
ST0RK-WERKSP00R/WITTEN3URG NSM BEFFERS KROMHOUT K.WILLIAM
TH TH TH SA SA SA SA SA SA SA SA RC RC RC RC SA ZO
zo zo zo
AANTAL HO0N- SOORT EENH. MAATR.
70
GLOBALE GELUIOS1981 BEL.
G
110
67 69 72 52 52
c
66 67 46 46
13 6
G
66 69
VL VL VL VL VL VL IL
172 4 12 262 9 2U
G G G G G G
55 71 65 66 61 66
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
100 8 1DD 24 25 40 60 54 120 12 24
VL
13 C
XXXX XXXX XXXX .XXX
46 198?
180 10J
96 15
•...
XX. . XX. . . .XX ..00
• • •• • •..
XXX.
144 117 100
RL
G G G 0 G G G G 0
303
1987
. .00 .. • •
60 73 7D 70 70 70
66 70 68 66 75 66 70 55 60 56 60 56 60 56 60 56 60 56 60 65 70 56 60 56 60
0000 • •XX . XX. . .XX 0 0 0 0 .XXX . . . • . XX. . . . X ...X . .XX
..»«
• •• • • •..
•... . .» • • • . . • ••• • ... + •• •
X..*
xxo*
• •• •
XXXX
XXXX
...X 0 0 * * . . .X 0 0 « *
xxoo
• •• •
. .XX 0 0 * * ... X
x.o» xxo* .xo»
. ..X X00 + ...X X X O D . .XO ..XD ... X ...X
•...
• •. . • •.. •
•...
0** . • •. . • •..
xxoo
• •00 • • . . xxoo • • 0 0 • • . . • •..
. .XX 0 0 « *
xxoo
• •..
xxoo ..XX
71 71 68 71 71 70
66 67 70 75 75 75 73 73 71 76 76 65 69 67
55 75 55 55 55 55
• • ••
. .XX 0 • • • • . • •
xxo* xxo» XXXX XXXX XXXX
0003 OOOD OOOD xxxo 0 0 » * X . . . XXXX X . . . XXXX X.. . . .XX X . . . XXXX XXXX
• ••. • •• .
xxoo
• •00 • •00 • •00 • • 0 0
.••. .••.
.••. . •• •
. ••. . ••. • •..
0000 0000
. ••. . ••.
xxoo
0000
. ••. . ••.
0000 . • • . 0000 • • • • XXXX 0 0 0 0 XXXX
VL IL IL IL IL IL
1986
XX. .
65 132 72 72
1985
. .XX 0 0 * *
43
G G G G G G G G G G G 0 G G G G G 0 G 6
1983 1 9 8 4
xxxo xxo»
• •• •
. .XX X X . . .XX. .XX. .XX.
.••.
.••.
.••. • •• •
0000 XXXX
• • ••
0000
0000
ND SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN b 7 8 9 10 11 12 13 11
DUBA MINERVA WESTEROOK AKZO JOH.V.HASSELTKANAAL ZIJKANAAL I BERNHARO CRUQUIUSWEG ERTSHAVEN
15
SCHINKEL
16 17 18 19 20 21 22 23 21 25 26 27 28 29 30 31 32 33 31 35 36 37 38 39 «O "41 12 13 11 15 16 17 18 19 5G 51 52 53 51 55 56 57 58 59 60 61 62 63
(WEST)
NIEUUPOORTKADE RANGEERH.KRUISL. TRAFO HOOGTE KADIJK P O M P S T A T , WATEN IBM ACAD.ZIEKENHUIS BULLEWIJK AMSTEL I WEESPERTREKVAAPT CROSSTERR.ADS NOORD I N O U S T I E G E B I E D W E S T GS K I N K E R S T R A A T WB S C H A L K B U R G E R S T P HL K L . H O U T S T R A A T BS H A A R L E M M E R H O U T T U I N E N BR V A N . H A S S E L T W E G JU 2E N A S S A U S T R A A T YI A M S T E L V E E N S E w E G EY P O S T J E S W E G CT F E R D . B O L S T R A A T ZZ M E E U W E N L A A N HA MEEUWENLAAN JT P.CALANDLAAN IG W I B A U T S T R A A T ZR L I N N A E U S S T R A A T DC SUMATRASTRAAT XP R O Z E N G R A C H T WE G E L D E R S E K A D E OJ C Z A A R P E T E R S T R A A T AT A D M - T E R R E I N AL IE J . V . D . H E I J D E N S T R A A T ZV P A T R I A T E R R E I N IY WETERINGSCHANS Z A A N S T R . / S P A A R N D . D I JK WERENGOUW SCHOORLSTRAAT/EGMONDENSTRAAT BEEMSTERSTPAAT/GROFTSTRAAT VOLENDAMMERWEG AMBERWEG VIFRMASTERSTPAAT BANNE BUIKSL00TLN.2-82 BANNE 6UIKSL00TLN.R1-116 STATENJACHTSTR.382-556 STATENJACHTSTR.180-356 CRACK STATE PUITENVELDERTSELN. DODDENDAAL IA.W.V.) D O D D E N D A A L (HET O O S T E N )
PROVINCIE GEMEENTEN AMSTERDAM
BENNFBROEK
BERGEN N . H
BEVEPWIJK
NOORÜ-HCLLANO SITUATIE/EESTEMKINGSPLAN 61 65 66 67 68 69 70 71 72 73 71 75 76 77 78 79 80 81 82 83 81 85 86 87 88 89 90 91 92 93 91 95 96 97 98 99 100 101
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
"OERM O N D TER B O E D E A.J.E R N S T S T R A A T GROTE R U W E N B E R G / V . B O S H U I S E N S T R . ZUIDf W I J N / V . B O S H U I Z E N S T R A A T JOH.H U I Z I N G A L N . / A B P A H A " S T A L P E R T P L . JOH.H U I Z I N G A L A A N PLESM A N L N . ? - 1 1 O BEJAA R D E N T E H U I S O E R K I N D E R E N S T R A A T DERKI N D E R E N S T R . / T H O R N P R I K K E S T R . J.TOO R O P S T R / J . M A N K E S T R . / W . N A K K E N S T R KLARE N B U R G PAKIN G H O F WOL&P A N D S K E R K W E & FEROL S P I T S T R . 6 1 0 - 8 5 C J.V.D • T E M P E L E R S T R . 5 5 C - 5 6 J TH.DE G R O O T WEG 1 OOKME E R W E G SEEMS T E R S T R .61D-85C BEEMS T E R S T R •55C-F68 PETTE N S T R A A T
GANZC N V E L O S TRAAT
UAALE NBURGS INGEL ARDSTRAAT A N D S T R AAT BALGZ S L O O T D O R P S T RAAT E R W E G OOKME MEER EN VAA RT O S D O R P E R B A N 121-139 O S D O R P E R B A N 101-119 P I E T E R CALA NDLAAN 171-189 R CALA NDLAAN 191-209 PIETE T E O E S T RAAT HEFMS RSESTR J.EWE AAT 201-171 TSZSTP BAREN AAT 1-99 TSZSTR BARAN AAT 182-211 NDAMME RPLANSOEN SPAAR TRAAT 51-61 ZAANS
HIER1 N G E R W A
1 2 3 1 5
MEERWIJK VERKEERSSTRUKTUURPLAN STELPOSTBOUWAANVRAGEN SANERING WEGVERKEERSLAWAAI MEERWEG
1 2 3 1 5
BERGEN CENTRUM CONINCXWEGH BERGEN AAN ZEE BEBOUWDE KOM UITBREIDINGSPLAN
1 2 3 1 5 6 7
ROND DE W I J K E R T O R E N ALKMAARSEWEG RAAMVELD WESTERTUINEN(HEEMSWIJK> EUROCASA WESTERTUINEN(NOORD) RED ACAD BAANSTRAAT
TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH
LAWAAI• BRON
AANTAL WODN- SOORT EENH. MAATR. G G G G G 6 G G G 6 6 G G G G G 6 6 G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL RL VL RL Vi_ VL VL
60
VL
50
NB NB NB NB
VL VL VL VL VL
31 173 100 20 19
NB NB NB NB NB NB ST
VL VL VL VL VL VL VL
81 10 20 30 55 25 30
NB SA TH
GLOBALE GELUIDSBEL. 1991
18 1982
1983
66 66 71 66 66 66 66 71 71 71 66 66 66 71 61 61 66 66
1981.1985
• •
• • • * • + • •
+ +
66 72 66 66 66 66 66 66 66 66 66 66 68 66 71 71
• •
o»» o»» o** o** 0«« o** X 0*« X 0»« xo*« xo»« xo»* xo*«
55 65
, XX. 30
G G G G
(T
61 61 66 61 66 61 66 71 75
60 68 61 67 61 66 63 63 bS 59 66 60
. •••
..00
•••• . XXX . .XX 0000 0000 ..00 0 0 . .
. .XX
xooo X.00
x..o • XX
X X• •
..XX
XXXX XX**
1986
1987
PROVINCIE
AANLEIDING
NOORD-HOLLAND
GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
BEVERWIJK
8 9 10 11 12 13 IM
BLARICUM
BLOEMENDAAL
BUSSUM
HELDER
WOONEENH.
20 80 20 60 25 100 100
63 65 62 65 58 61 60 60 60 67 65
VL VL
18
65 70 61 65
1 2 3 "4 5 6
VOGELZANG OOST VOGELZANG OOST WIMBLEDON KWEEKDUIN OOSTERDUIN III P.M.NIEUWBOUWPLANNEN
NB NB NB NB NB NB
VL RL RL VL VL
1 2 3
HOOFDWEGENSTRUCTUURPLAN LANDSTRAATPLAN AAB LANDSTRAAT PLAN CROES
1
LANDSTRAAT
5
CENESTETLAAN
VP NB NB NB NB ST ST ST NB ST ST NB TH TH TH TH
VL VL VL VL VL VL RL VL VL VL RL VL VL VL VL VL VL VL
NB
VL
37
NB NB RC TH SA NN NN NB NB NB NN ZO
VL VL VL VL VL VL IL VL IL VL VL VL VL IL IL IL IL IL
21
1 1 2 3 t 5 fa 7 8 9 10 11 12 13 11 15 lfa 17 18 19
7
PROFIMARKT E.V.
VEERSTRAAT/BRINKLAAN
OUDE RAADHUISGPONDEN LANDSTRAAT PLAN AMBACHTSCHOOL G E N . D E LA R E Y L A A N / K R O M M E ENGLAAN VAN OEVEREN CERESLAAN E . 0 . H U I Z E R W E G / T H E A T E R DE B A K B E A T R I X P L A N T S O E N 18 E . V . CEINTUURBAAN 91-109/HUURMANL.2 E.V. CEINTUURBAAN 20-70 59-89/LAARDERWEG KOEKOEKL.LEEUWERIKL."ERELHOF BRINKLAAN 155-331 KOOIWEG-N00R0 FABRIEKSGRACHT DROOGHE WEERT FABRIEKSGRACHT DE S C H O T E N SANERINGSPROGRAMMA S DE SCHOTEN CE KORTE VLIET "ONRUST" DROOGHE WEERT-ZUID DROOGHE WEERT-NOORD L DROOGHE WEERT-OOST INDUSTERREIN -OOSTOEVER INDUSTERREIN-WESTOEVER INDUSTERREIN-RIJKWERF INDUSTERREIN-CPOSSTERREIN INDUSTERREIN-DE KOOY STATIONSPLEIN KIEVITSTRAAT/FAZANTE^STRAAT JAN VERFALLEWEG
GLOBALE GELUIDS1981 1932 BEL.
VL VL VL VL VL VL VL
SA SA NB
PLAN
SOORT MAATR.
NB ST NB ST ST ST NB
KOM/DORP KOM/DORP (BEJAARDENTEHUIS) ZIEKENHUIS HOOG-LAREN OOSTERMEENT-BIJVANCK
7 8 9 10 11 12 13 IH 15 16
DEN
GPONDGE
AANTAL LAyAAIBRON
1 2 3 1
fa
CASTRICUM
OVERBOS OMGEVING PEPERSTRAAT HET BOLLENVELD ZEEVANC WIJK AAN ZEE PATERSWIJK STADSCENTRUM GED. WIJKERBROEKPOLDER/BEVERwUKS
JERKZAAMHEDEN
• •XX
1933 198« 1985 1986 X X• •
xxxx
.XX X X . . • •XX
RC RC RC
X X 4
..XX
VL
zo zo zo zo
1987
50 220 37 b 100 20
61 65 6165 61 65 61 65 61 58 61 61 61 60 56 66 60 61 64 61
72 66 67 66 67 70 65 72 68 71 69 65 66 66 68 68 72 66
20 27 2<4 8 60 70 2M 20 30 20 IM 33 129 100 64
t52
XXXX 00*» ..XX XXXX 00»» ..XX XX.. 0000 . .XX 0000 ..XX 0000
••. ••, ••. ••. •••
. XXX xoo*
.xo*
..xo o*** *... ...x oo«» ••.. ••••
X.03
••••
••••
. ..X 0*** •••. ... X XOO* •••< . .X3 0««* . xo* • ••» ...X X.0 O*** •, •X03 •••. .xo* •...
o***
. .xo
... X 00»» ...X 00«»
65 70 G 0 G G
63 55 60
xoo.
. ••*
•
... X . 0.» XX.. XX.. XXXX
155 4 MO 300 3000
G
5fe 60
..X3 . .X3
• • • • • •• • 4 •• •
56 60 56 5b 65 56
..xo • xxo
• +• • • ••• • • • • • • • • • • • • • •• •
..XX XX XX XX XX XX XXXX XXXX XXXX
• •• •
..XX 0000 0000 XXXX XXXX XXXX XXXX
xxxx 00*« 00»» 00**
• •• • • ••• • •••
****
!••••
• • •<
PROVINCIE GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
DEN
20 21 22
HELDER
EGMOND
ENKHUIZEN
GRAVELAND
HAARLEM
AANLEIDING WERKZA AMHEDEN
NOORD-HOLLAND
('S)
WADDEN7EESTRAAT "ARSDIEPSTPAAT PAPALLELWEG/KIEVITSTRAAT
RC RC RC
1 2
VOORSTPAAT/EGMONGSFSTRAAT DORP-WEST LuILAANTJE
3 1
SLOT II ZEEWEG-AD-MIPAAL
SA NB NB RC
5 6
B E G R A A F P L A A T S EGMOND AAN ZEE POTENTIËLE BOUULOK.EGMOND A.D.HOEF
7 1 2 3 "4 5 6
AANTAL W 0 0 N - SOORT E E N H . MAATR.
162
HERENWEG-SLOTUEG
NN SA
GOMMERWIJK-WEST VISSERSHOEK-HAVEN (ENK.JACHTWERF I K R A B F E R S P L A A T GS LANDELIJK GEBIED A.NOORD LANDELIJK GEBIED 6.ZUID OVERIGE BESTEMMINGSPLANNEN (3ES.SIT)
NB ZO ZO NB NB NB
VL IL IL VL VL VL
90D
TH TH TH ZO
VL VL VL IL
131 ISO 33 20
D.RUYTERWE3-P.HEND.
1
ZUIDEREINDE
NOORDEREINDE LOOD IJK/LEEUWENL./KO^TENH.DIJK/HEREN BEDRIJVENTERREIN DE SLENK
1 2 3 1
A DAMSE BUURT ME FASF A DAMSE BUURT 5E FASE BAKKERS HOUTHANDEL ROZENPRIEEL RESTPERCFLEN
5
POZENPRIEEL
6
ROZENPRIEEL 6E FASE
7 3 9
BLOEMHOFSTRAAT KOOLSTEEG E, . 0 . HAAS-8EERKENS-C00PER
5E
ST
FASE
KLAVERBLAD
11 12
BOTERFABRIEK LANGE MARGARETHASTRAAT
13 11
W.HERENSTRAAT GED.OUDE GRACHT/RAAKS
15 16 17 18 19
W .HERENSTRAAT TUINSTRAAT P.KRUGERKADE (DE JULIANAKERK ZIJLWEG KIMMAN
VOSI
20
ZIJLWEG/DELFTSTRAAT
21
SPAARNDAMSEWEG
22 23 21 25 26 27 28
IDEM/BANTAMSTRAAT KORTEWFG/RIJKSSTPAATWEG RIJKSSTRAATWEG/EEMSTPAAT JAN CAMPERTSTRAAT P.C.BOUTENSTRAAT JAOUES PERKLAAN A.VAN SCHELTEMAPLANTS.
29 3D 31
DELFTwEIOE/GRIONWEG JOHAN G I M P E R T P L A N T S . DE B U N K E R T (BEJ.EENH.)
32 33 31
WESTERHOUTPARK DRILSMAPLEIN ZOMEPKADE/P.BFPNHARDL.
(VOMAR)
(A)
ST ST ST NB NB NB NB NB NB NB NB NB ST NN
GLOBALE GELUIDSBEL. 1931
50 1932
1983
1981
1985
XXXX 00*» •••• XXXX 0 0 * * »••« XXXX 00»» »•••
VL VL VL VL VL VL VL
2 3 1
10
LAWAAIBRON
22 12
G O G G
. .XX XXO» •••• . .00 • • « •
66 71 56 60 56 60
xooo •• + • • ••< XXXX . .XX
56 153
IQ 200
12 10 60 51 39 29 32 28 11 20 15 20 1 15 15 6 30 11 56 19 29 30 8 33 23 22 22
15 130 125 63 11 6 62
60 70 65 55 55 60
. .XX
67 70 67 70 67 70
XXXX 0000 XXXX 0000
55 66 66 56 66 66 56 56 61 61 56 56 56 66 56 56 56 56 66 56 71 66 66 66 61 56 56 56 56 56 51 56 56 61
• X.» ,X0. . ••• XO . . • • X. .• X 0..» X o+*• XO
50 50 50 50 50 50 G 6 G
60 70 70 60 70 70 60 60 65 65 60 60 60 70 60 60 60 60 70 70 75 70 70 70 65 60 60 60 65 65 55 60 60 65
• XX .XX
. .••
XXXX XXXX XXXX XXXX
XX• • XXXX XXXX •••• •••• 0000 XX.. 00«*
• ••. • •• , • •.. • •. I • •• ,
X..» . • • < .XO. o • • < • •••
• ... + •• <
o**. ..XO X. X. X XO
X .•• . .•• • •. .
»••. • •• % XO.» . ••• XO.»
xo.. 0..» XO.» X.»» X..» X..» X»»» o .•• X.»» .X. . .X .XO
***.
•... • • • » • ••.
• ••. •...
• ••. • •«. • •..
• ••. • •• I • •. .
.•••
• •.
1966
1987
o SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
35 36 37 38 39 MO tl t2 t3 tt M5 t6 11 t8 t9 50 51
52 53 5t 55
56 57 58 59 60
Z O M E R K A D E / P . B E R N H A R D L . (B) MIDDENGEBIFD MOLENWIJK BEJAARDENCENTRUM MOLENWIJK WESTLOB STADSDEELCENTRUM II HAZEPATERSLAAN WAGENWEG/DREEF BOEPHAVELAAN TUBBERGEN PARNASSIAKADE ZIJLWEG/WEST.RANDWEG ZIJL WEG WON.BIBLIOTHEEK DONKERE SPAARNE SMEDESTRAAT EUPOPAWEG/ITALIELAAN/POLENS SPAARNDAMSEWEG
KLEVEPLAAN WESTERGRACHT DE RUITERWFG PIJLSLAAN
EINSTEINSTRAAT PARTIKULIEPE AANVRAGEN SPAARNE/ANTHONIESTRAAT AMSTERDAMSEVAAPT-SCHAEPMANS PARKFERGARAGE RAAKS
61
TRANSVAALBUURT
62 63 6t 65 66 67 68 69 70
BURGWAL LEIDSEEUURT ZUIDERPOLDER VIJFHOEK HEILIGELANDEN KROCHT FRANS HALSBUURT WAARDERPOLDER MOSKOUSTRAAT
71
STRUKTUUPPLAN
72 73 7t 75 76 77 78 79 80
BAKENES SPOORWEGDRIEHOEK EINDENHOUT SPAARNDAM SCHEEPMAKEPSDIJK RAMPLAAN/KWATIER INDISCHE BUURT-ZUID GARENKOKERSBUURT CHR.HUYGENSSCHOOL
81
WEGEN
82 83 9t 85 86 37 88 89 90
WEGEN ZUID-KENNEMEPLAND RAAKS-OOELEN AMSTERDAMSEPOCPT ZI JL ;t)RUG/RA»KSaPUGGEN PARKEREERGARAGE DAMSTRAAT OOSTEN DE BRUINSTRAAT OUDE AMSTERDAMSE BUURT PRINS BERNHARDLAAN SPAARNDAM
91
FRANS
92
WESTERCRACHT
NAAR
VIJFHUIZEN
HALSBUURT
PROVINCIE GL M E E N T E N
SITUATIE/BESTEMMINGS
HAA R L E M
93
OUTE
94
R I J K SS T R A A T „ E G
95
EGELANTIERLAAN
9fa
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
1 2 3 "4
5 6 7 8 9 10
1 1 12 13 11 HARENKARSPEL
SPAARNDAMSEWEG PUSTENBURGERLAAN HOUTPLEIN
SPAAPNDAM-ZUTD HAARLEMMERLIEDE HOUTPAK/DIJKLAND/MOOIE HAARLEMMERMEERSTRAAT D U B B E L E BUURT H A L F W E G 1974 SPAARNDAM SUIKFRFABRIEK HAARLEMMERSTRAATWEG HALFWEG
PC RC RC RC RC RC RC RC RC RC RC PC RC RC RC RC RC RC RC RC
NN NEL NB RC NN SA SA SA
OVERBOS-NOORD OVERBOS-ZUID WELGELEGEN-NOORD LISSERBROEK-ZUID B A D H O E V E N D O R P IE W I J T . H O O F D D O R P KALORAMA ZOPG EN VLIJT LANDELIJK GEBIED N I E U W - V E N N E P CENTRUM HOOFDDORP-NOORD RINGVAART VIJFHUIZEN-OOST
IL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
NN NN NN NN NN
VL VL VL IL
3 1
CENTRUM OOST WARMENHUIZEN IND.TERR.WARMENHUIZEN
1 2 3
DIVEPSE PLANNEN (A) DIVERSE PLANNEN (B) MEERESTEIN HOOGDORP
NN RN RN
VL VL VL
1
MERLENHOVEN GLIP I
NB NN
VL VL
2
DIRKSHORN
OOST
SCHOORLDAM
I
A.
52 1991
193? 1 9 8 3 1984
1985 1986 1 9 8 7
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
NB NN NB NB NN NN NN NN
VIJFHUIZEN-ZUID CRU0UIUS-.1E WIJZIGING
AANTAL GLOBALE LAWAAI - W O O N - SOORT GELUIDS 3R0N E E N H . M A A T R . BEL
NN NN NN ZO
1
2
HEEMSTEDE
SCHUEIT2ERLAAN
AUTOVERKEER BINNENSTAD PAPKEEPKONCENTRATIES PAVILJOENSLAAN SPAARNF/MELKBUPG DAMSTRAAT NASSAULAAN SCHALKWIJKERSTPAA T DREEF/FLORAPARK SCHOTEPWEG/RIJKSSTRAATWEG VONDELWEG KRUISSTRAAT G E D E M P T E OUDE GRACHT TURFMARKT
110 11 1 112
HAARLEMMERMEER
wr&
101 1C2 103 104 105 108 109
CS
LAN
"UIDERSLOTWEG
107
HAARLEMMERLIEDE
ALBERT
D
97 98 99 100
106
HEEMSKERK
AAVLEIOING «ERKZAAMHEDEN
NOORD-HOLLAND
• xoo RL RL IL RL RL IL IL IL IL
70
170
XXOO
O**
...X
XO
.xxo o « » ... X XO . . .X X O ... X X X O O
60 73 3200 1000 726 HOS
RL
sao •470
RL
50 100
IL
XXOD . .XX ...X
20 50 2000 4500
70 65 70 70
0 C G 0
66 61 66 66
0
61 65
• •03 .••• •••• X... .00. .XXX • + • + • • • X ..00 •••• •••• XX. . >.X0 0,*+ • + +• ..••
c
• ••• •••• 00.. +••• +••• •••• •••• •••• + • . ,
.X. . 66 70 66 70
. X• . . .X• ... X XX
IL 20 20 150 8
46 50 61 65
.. *X . . . . . X
..XX X X . . . .XX X X . . XX.. . X X . 000. 0 0 0 *
• ..
520 240
XX . . . • • .XX XX..
. •• .
X.
•• •••• •••• + + +*
PROVINCIE
N O O R O - H O L L AND
GEMEENTEN HEEMSTEDE
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN 3 U 5 6 7 8 9
ia
u 12 13 11 15 lb 17 18 19 20 21 22 23 HEERHUGOWAARD
1 2 3 14
5 6 7 8 9 10 11 12 HILVERSUM
1 2 3 1 5 6 7 8 9 10 11 12 13
14 15 lb 17 18 19 20 21 ?2 23
AANLEIDING WERKZAAMHFDEN
LAWAAIBRON
BLEKERSVAARTWEG BINNENWEG E.0. GR.PAUWLAAN E.0. GLIP II RIVIERENWIJK OMGEVING HAVEN VOORM.METAALGIETERIJFN IND.CRUQUIUSWEG INDISCHE WIJK WESTZIJDE STATION 7ANDV00RTSELAAN E . 0 . CRUOUIUSWEG BROEDERHUIS HEPEWEG SCHILDERS",COMP.WIJK OMG.VAN MERLENLAAN WESTZIJDE LEIDSEVAARTW SITUATIE CRUOUIUSWEG SITUATIE HERENWEG OOSTERZIJDE SPORTPARKLN. HERZ.MERLENHOVEN BIJSTELLING GELUIDHINDERNOTA
NN SA SA SA SA SA NB ZO ST SA SA ST ST SA SA SA SA SA SA SA
STATIONSPLEIN HOOFDCENTR.E VLEKKEN H*K DE FRANS 1979 UITWERKINGSPLAN G VLEK BEVELAND ZANDHORST II OOSTERTOCHT POLDERSTRAAT INDUSTRIESINGEL STADSTUINEN/PRIMULASTR. PLAN OOST
NB NB NB NN NB NN ZO NN NB NB RN TH
VL VL VL VL VL VL IL VL VL VL VL VL
ANTHONY BROUWERSTRAAT SCHOOL SCHAPENKAMP LANGESTRAAT/KAPELSTRAAT VEERSTRAAT/HERENSTRAAT HOGE DREUVIK GE UZEN WEG/NOORDER WEG DIEPENDAALSELAAN/HOLLEWEG IDEM WOONWAGENKAMP RUlTERSwEGTERREIN EMMASTPAAT ROOSENDAALSTRAAT 3EDRIJVENTERREIN KERKELANDEN-OOST ANTHONY FOKKERWEG V.C.P. LANGESTRAAT/LAANSTRAAT HUYGENSSTRAAT/LEEUWENHOEKSTRAAT STATIONSPLEIN KONINGSSTRAAT/LUITGARDEWEG SCHAPENKAMP/KAMPSTRAAT KERKBRINK GROEST 71/75/77 KAMPSTRAAT/T.O.BIERSTEEG "BEIERSDORF" OUDE «MEROFOO?TSEWEG
NB NN NN ST
VL VL VL VL VL RL VL VL
ST NN
NN ST ZO RC
VL VL VL VL VL VL VL IL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
AANTAL WOON- SOORT EENH. MAATR.
GLOBALE 53 GELUIDSBEL. 19S1 1932 1 9 8 3 198M 1985 1986 1987
300
IQ
lb 16
66 75 66 70
. . .X XX.. XX. . ... X XX.. ... X X... ... X X. . . . . .X X.. . X.. . . . X. ...X . ..X . .XX ...X . ..X
XXX. XX. . X.. .
x.oo
• •• •
X.00 .XXX . .X . . .XX . .XX ..XX
• •• •
.XX. . .XX ...X XX.. RL
IL RL
to IL
NN
VL RL VL VL VL VL
NN ST NN ST ST ST SA
VL RL VL VL VL VL VL PL
72 175 200 7b 35
0 0 0 0 0 G
60 60 60 55 55 60
70 65 65 65 60 70
0 G C G G
55 66 58 66 66
65 69 65 75 70
55 70 68 67 69 68
...X
xoo.
. ..X X. . . • X. . . ..X x o o . . .XX 0 0 * * .XX. . .X . . ..X 0«» .
• •..
• •..
. »•«
«...
xxxx
• •• •
..XX 000*
• •• •
.XXX
. ••.
. .• • • • . . ... •
• •• •
.00»
•.. . • •• •
000» • • • • ...0 X . . . 0000 00..
700 12 60 "4
67 66 69
66 69 65
000.
. .XX 0 0 * * . .X .
«...
+ •• •
..XX . .XX .000 66 69
XX. . .XXX
5 21
61 66 68 70 61 62 65
. .XX XXXX . . .X XXXX
xxxx
PROVINCIE
1
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
HILVERSUM
21 25 26 27 28 29 TO 31 32 33 31 35 36 37 38 39 «0 tl 12 13
STATIONS^TPAAT/SCHAPTNKAMP OUDE A M E R S F O O R T S E W E G (VOORfi.) CENTR.GEO.HILVERSUMSE MEENT (V00P3.) 70UTMANLAAN/SWEERSLAAN (V0CR3.) KLOOSTERLAAN (VOORE.) V A A R T W E G 85 "VAN DER LINDENLAAN" NOORDSE BOSJE K O N I N G S S T R A A T / N E G WEG KONINGSSTRAAT/HAVENSTRAAT MELKPAP 25/2SA OOSTERSTRATEN/NIEUW STRATEN VENETATEPREIN INCL.OOSTERENG-WEST KONINGINNEWEG/GR.FLOPISLAAN HOGE NAARDERWEG 7 PEETHOVENLAAN 13 G R O E S T 95 MARANATHAKERK OOSTERENGWEG TURFSTRAAT
NN NN NN NN NN NN NN NN NN NB RN ST NB NN RN ST NB NN NN NN
VL VL
1 2 3 1 5 6 7 8 9 10 11 12 13 11
G R O T E W AAL 1 9 7 9 G R O T E U AAL 1 9 7 3 KERSENB OOGER FASE KERSENB OOGER FASE KERSENB OOGER FASE KERSENB OOGER FASE KERSENP OOGER D FASE D FASE KERSENB OOGER FASE KERSEN? OOGER FASE KEPSENB OOGER FASE KERSENB OOGER FASE KERSEND OOGER FASE KERSENB OOGER KERSENB OOGER D FASE
HOORN
I HUIZEN
§ 3O
c *X < O
CO
HEOEN
AANTAL LA.A A I - W 0 0 N - S O O R T BRCN EENH. MAATR.
GEMEENTEN
I
I
AANLE I D I N G WrRKZAAM-
NOCD-HOLIAND
LANGEDIJK
MEDEMBLIK
1.1 * 1 AGV 1 .2 .A.5 AGV ,B 7 AGV ,8 20 AGV 21 AGV 8 AGV ,A.10 AGV .A 11 AGV ,B 10AGV 16AGV 9 AGV 11 AGV
VL VL VL
. .XX 4 4 4 4 • •••
15 12
61 66 50
VL VL VL VL VL VL VL
107 15 3 10 27 23 12 36
NB SA NB NB NB NB NB NR NB NB NB NB NB NB
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
17 107 25 31 81 27 35 15 13 12 10 25 31 25
0 0 0 0 G 0 0 0 G G G G 0 G
51 61 61 56 61 56 61 56 61 61 61 61 56 61
SA SA
3 20
G 0
66 70 66 75
5
G
66 75
NB
1 2 3 1
CENTRUM UEST CENTRUM UEST CENTRUM WEST KOOG ZUID
NB NB NB NN
VL VL VL VL
20 30 80 50
NB NB NB NB NB NB TH TH TH ST
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
65 96 56 58 11 39 115 211 131 171
GILDEWIJK GILDEWIJK GILDEWIJK GILDEWIJK GILDEWIJK GILDEWIJK RANDWIJK ZUID-B PARKWIJK OOSTELIJK
FASE FASE FASE FASE FASE I
A B C D E
STADSDEEL
68 61 70 65
3 31
VL VL VL VL VL VL
1961
1985
1986
XOOD . ..X + +4 •
...X
. .0» 4 4 . . 4 44 4
15 31
SA
1933
59 98 30
6 20
RL
1982
68
NWE.BUSSUMMERWEG 187.187A 216 R I J K S W E G Al B O V E N M A A T II EN III N A T U U R G E B I E D 1971 BOVENWEG-NOOPD O O S T E R M E E N T HUIZERMAAT N R D . DELTA
1 2 3 1 5 6 7 8 9 10
1931
20
1 2 3 1 5 6
1 2 3
BEL
VL VL VL
VL
51
GLOBALE GELUI0S-
. .XX 4 4 4 4 . . .X . . 4 4 ...X . 4 4 4
69
00 + 4
61 60 61 55 69 55
XX. . ... X 4 4 4 4 . .XX .XXX • XXX .X03 4 4 4 .XX3 4 4 4 4
65 70 65 60 65 60 65 60 65 65 65 65 60 65
66 70
..00
0044
4 4
4 4..
. .44
44 . .
. .44 . .44
•4. . 444 .
. .44
4 44 4
. .•»
4 44 4 .444
444.
.444
444.
. .44
4 44 4
• •••
4 44 4 .444
...»
4 44 +
. . • • 4 4 44 4 44 4 ..44
4 44 4
.XX 0 0 4 4 .XX . .00 0 4 4 4 .XX .XX 0 0 * » . .XX . .XX
. . . .
xo**
56 60 56 60 56 60
X 000 X 000
. .XX X . 4 4 XXX. ..XX
00
X . .XX X . . . X XX
..xx
XXX .
4444
4 4 . • 44 4 4 . 444
4
..XX
X
4 4 44
. XXX ..XX
4 4 44
4 4
4 4
PROVINCIE
AANLEIDING WERKZAAMHEOEN
NOORD-HOLLAND
GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
MEDEMBLIK
11 12 13 11 15 16
WESTEREILAND PLAN WEST WESTELIJK STADSDEEL VOOREILANO E . 0 . OVERLEEK DERDE INDUSTRIETERREIN T SPIL
(ONTWEPP-PLAN)
LAWAAIBRON
TH ZO ST ST ZO ZO
VL VL IL VL VL IL IL
89 270
NN
VL
109
NN BP BP
VL VL VL
300
RC SA SA NB
VL VL VL VL
MONNICKENDAM
1
OSDAM
1 2 3
B I N N E N W E E R E II OBDAM 70 H E N S B R O E K 70
00 S T Z A A N
1 2 3 <4
K E R K S T R A A T T . P .V . V I A P U K T KERKSTRAAT ZUIDEINDE KOLKSLOOT
OPMEER
1 2 3
P A O E - B R E E S T R A A T FASE INDUSTRIETERREINEN SANERING
NB ZO SA
VL IL VL
OUDER-AMSTEL
1 2 3 •I 5
BESTEMMINGSPLAN ACHTFRDIJK E . 0 . ZONERING A-INRICHTINGEN I N V E N T A R I S A T I E K N E L P U N T E N <A) I N V E N T A R I S A T I E K N E L P U N T E N (BI B E S T E M M I N G S P L A N OUD E P - K E R K E R P L A S E.0
NN ZO SA SA NN
VL IL VL RL VL
1 2
GORS-NOORD 11-11-1980 OEVERLANDEN
NB NB
VL VL
MUGGENBURG I M U G G E N B U R G II M U G G E N B U R G III U I T V O E R I N G A P T . 1 9 IV M U G G E N B U R G VA MUGGENBURG V6*VI M U G G E N B U R G VIIA L A G E D I J K / W I T T E PAAL BEPNHARDSTP./HANDELSTR./ZUIDERWEG C.BREGMANSTRAAT E.V. A.MAUVESTRAAT
NB NB NB NB NB NB NB ZO SA SA RC
VL VL VL VL RL RL VL IL VL VL VL
1 2 3 14 5 6 7
"SCHOORL 1 9 5 2 " RIJKSWEG A "SCHOORL 1 9 5 2 " RIJKSWEG B "SCHOORL 1 9 5 2 " DAMWEG "AAGTDORP" DUINWEG "SCHOORL 1 9 5 2 " HEEREWEG "SCHOORL 1 9 5 2 " VOORWEG "SCHOORL 1 9 5 2 " CATRIJP HEEREWEG
SA TH TH TH TH TH NB
VL VL VL VL VL VL VL
1 2 3 "4 5
SPOORLIJN ALKMAAR-DEN BOVENWEG A BOVENWEG B CENTRUMPLAN KOEDIJK NOORDHOLLANOS
6
PLAN
PURMEREND
SCHAGEN
SCHOORL
ST.
PANCRAS
1 2 3 14 5 7 8 9 10 11 12
NOORD-OOST
COENTUN.W.
GGK GS
HELDER TH SA KANAAL
AANTAL WO0N- SOORT EENH. MAATR.
TH NE
RL VL VL VL
VL VL
GLOBALE 55 GELUIDSBEL. 1931 1982 1983 1981 1985 1986 1987 XXX . XXX. . . .X XX
•400
. . XX X
67 . .XX X ..XX X
56 57
. ..X
.003 . . • •
XX. .
0 0 0 0 93 70 19
75 68 69 64
. .XX • • • . • •. .
. XX .
60 65 55 60 66 70
. ..X
• xoo
xxxx .... •••• xxxx
66 63
.00»
• •• .
61 61 61
...x ooo»
• •..
.XX3
0 .• •
«...
.xoo
• •• +
56
IL IL IL
28 "43 50
C
ilJ
0
30 70 20 15 S 38
c
0
56 56 56 56 66 56 56 66 61 66 55
70 70 60 75 65 70 65
G
71 66 66 66 66 66 66
75 70 70 70 70 70 70
c c
G
•4
27
56 1
m
. ••.
.X.. .X.. . .X.
66 70
IL
.0»» X. . .
xxxx
56
•42
• • •• • • • • + • ••
000.
XO** »•. .
. .XX
se
.xoo • ••.
• xoo xxxx X X » » 000» • • • • ..00 0 0 * »
X.. . XX. . ...X
«... • •• •
x«*. . .XX . 0 0 .
• ••.
xxxx X. . . .XX.
xxxx . ..X
17 25 180
66 70 71 75
.0..
66 66
.00.
101 27
66 70 56 60
70 70
+ •• •
..03
xxoo
• •• •
..X.
. .0.
.••.
. ••. .0. . . ••• . ••• .00 . • X. . 0. . .
PROVINCIE GEMEENTEN UITGEEST
UITHOORN
N O O R Ü - H C L L A ND ND
5 1 TJA T I L / B E S T E M M I N G S P L A N
LAtaAAI" BRON
1 2 3
BUITENGEBIED B E B O U W D E KCM S P O R T EN B E D R I J V E N T E R R E I N
SA SA
1 2 3
T H A M E R D A L IV INDUSTRIETERREIN STRIJLANDTERREIN S T R I J L A N D - D E RIJK ZIEKENHUISTERREIN PR.CHRISTINALAAN KAREL DOORMANLAAN RECREATIENR. NOORD-ZUID-ROUTE MEERWIJK 3UURT K VERKEERSCIRCULATIEPLAN A VEEN/UITHOORN LUCHTVAARTLAWAAI INDUSTRIETERPEIN
NN ZO NN ST NN RN NN
VL
RC NN RC
VL VL VL RL BL IL
PLEIN 1945 SCHIPBROEKEN
NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB SA SA SA TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH RC SA SA SA SA SA SA SA ZO SA SA
4
5 b 7 8 9 10 1 1
12 13 14 VELSEN
SANLE 1 D 1 N G WE3KZAAMHEDEN
1 2 3 4 5 b 7 8 9 1D 11 12 13 14 15 lb 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 3b 37 38 39
HOOFDSTRAAT/ANTILLENSTRAAT H O O F D S T R A A T 262 ( V . D . V E L D E N ) KON.WILHELMINAKADE LADDERBEEKSTRAAT MERCURIUSSTRAAT KONINGSPLEIN(AFHANKELIJK V . S P O O R 6.1 VELSERPROEK RW 6/RW 9.VELSERBR0EK SPOORGEUL/JULIANAKADE RIJK DE U A A L W E G WOONWAGENCENTRUM OUDE P O N T W E S DE N O O S T R A A T 159-173 WILLEBORDSTRAAT 8b-116 ORIONWEG 164-174 GRIJZENVELTPLANTSOEN 1-15 MOERBERGPLANSTOEN 18*-197 LANGE NIEUWSTRAAT 424-594 G I L D E N L A A N 2-2 9 / 4 9 - 5 7 / 9 2 - 1 3 5 / 3 1 7 - 3 5 9 GILOENLAAN 367-379 GILDFNLAAN 381-435 DE N O O S T R A A T 1-157 VAN B R O E K H U Y S E N S T R A A T 24-28 DE N O O S T R A A T 2 - l b 7 LANGE NIEUWSTR.12-178/252-420 L . N I E U U S T R . 2 4 5 - 3 7 9 / 3 8 5 - 3 9 1 / 3 9 5 - •399-3 LANGE NIEUWSTRAAT 11-177 SANTPOORTSE DREEF J.CAMPERTSCHOOL DA C O S T A S C H O O L W.KRIJGERSCHOOL PR.BEATRIXSCHOOL DEL C O U R T V . K R I M P E N S C H O O L PLEIAOENSCHOOL NOORDERL.DE L E T H S T R . V . N I D E K S T R ,.GULDt HOOGOVENS.MOKOG,PEN-CENTR.PILOTPLAN HAGELINGERWEG HOOFDSTRAAT
VL VL
AANTAL WO0N- SOORT EENH. MAATR.
GLOBALE GELUIDSBEL. 1991
66 66
24 14
70 70
5b 1932
1983
1964
XXX
0 • • •
• •• •
XXXX
XX
SA SA
RL
IL VL
IL
VL VL VL VL
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL IL VL VL
67 65 66 61
59
349 60
RL
VL VL VL
...X
1U 40
VL VL
70 143 103 14 310 36 7
IL
38 23 8 12 60 37 9 1000
179 8 16 6 8 8 171 46 7 28 78 3
es
169 75 84 142
60 61
1985
XXXX
XXXX
...X . ..0 O C O O
.X.. X ... . X X . • ODD ..XX ... 0 0 . . . . . *0 . •• . . .03 ... X
45 G G G G G G G G G 0 0 0 0 G G G G G G G G G G G G
fa G G G
67
t>8 58
.X. . .X..
60 68 63 61
. .xo .... x... . x.« .x.» • X.»
61
65
.X. . .OXX
57 68
65
. X X . . .XX
63
X...
. .X3
•.• •
. .•• . .«•
70 66 66 66 66 70 66 66 6b 70 66 70 70 70 70 63 65 65 65 65 65 65
71 70 68
70 68 71 68 68 68 71 70 71 71 71 71 67 70 70 70 70 7C 70
112
. •• . • •• • + •• •
• •.. • •• •
.... .... . .•• ....
• •••
..XX
....
...»
.. *•
• ...
....
. .«•
. .•• . .•• • •• • • •• •
X ... • ••• • •• +
. .X.
• ••• • •••
. X. .
• ••»
. •••
... X
XXO»
• •• •
.••.
x»«. . . X. . • • . . .X. . • • . . . X. . • • . . . .X • O » * • • • • XXXX XXXX
G G
66 6b
72 72
+ ••• • •••
PROVINCIE
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
NOORD-HOLLAND
GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
VELSEN
40 11 12 43 11
45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55
LAUAAIBRON
BROEKBERGENSTRAAT VONDELLAAN ZEEyEG PLEIN 1945 STATIONSWEG IJMUIOERSTRAATUEG HAVENKADE KENNEMERLAAN/JULIANAPRIJ6 KANAALSTRAAT/KERKSTRAAT GEO.LANGE NIEUWESTRAAT RIJKSWEG SANTPOORT WIJKERSTRAAT STRATINGSPLANTSOEN WENCKEBACHTSTRAAT G R O T E H O U T OF K O N I N G S W E G BEECKSANGHLAAN
SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
ZO
IL
G G G G G G G G 6 G G G G G G 6
WERVERSHOOF
1
ZONERING
WIERINGEN
1
RW 9
SA
VL
21
WORMER
1 2 3 4
MIDDENTIL FASE 1 M I D D E N T I L FASE 2 MIDDENTIL FASE 3 W E S S A N E N C A C A O , W O R M EPV EER
NB NB NB ZO
IL IL IL IL
229 117 270
NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB ST ZO TH TH TH SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA NB RN
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL VL VL VL VL IL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
72 62 253 90 32 30
ZAANSTAD
1 2 3 4 5 6 7 8 9 1U 11 12 13 14 15 16 1 7 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32
RZI
GLOBA AANTAL WOON- SOORT GELUI EENH. HAATR. BEL.
GS
V I S S E R B O UW OE Z E T T E R WORMERVEER P L A N KAL F . N O O R D R A N D P L A N KAL F , C E N T R U M Z V H M . L . K I N G W E G Z DAM Z V H . P R O V I N C I A L E W E G Z DAM AMRO-PRO JECT ZEEMANSSTR. WESTERWA TERING WILLIS A S S E N D E L F T - N O ORD WESTZIJD EVELD .ZAANDIJK DE H E M M E S ASSENDEL FT-CE NTRUM V PLAN DON KER WESTZANE RDIJK FASE E-l S T R U C T U U R S C H E TS NOORDERV ELD-W ESSANEN W I B A U T S T R A A T CWB W I B A U T S T RAAT ZVH K E P P E L E R STRAA T Z V H W . Z I J L S T P A S C H OOL W V E E R A - 8 . W E G V AK 35 O A - 8 . W E G V AK 36 O P R O V . W E G .WEGV AK 30 P R O V . W E & • W E G V AK 6 0 P R O V . W E G , WEGV AK 13P P R O V . W E G . W E 6 V AK 1 5 0 P R O V . W E G ikEGV AK 160 P R O V . W E G .WEGV AK 2 2 0 P R O V . W E G .WEGV AK 2 7 0 550 THORPECK EWEG WEGVAK M O B I E L B O UW VIJFHOEK
RL IL RL RL IL IL
2950
550 5500 1300
300 370 179 150
IL 750 54 117 200 1 162 219 24 45 155 61 76 2 2 1 110 72
66 66 66 66 66 66 66 66 66 66 66
57 1931
1984
72 72 72 72 72 72 72 72 72 72 72
1985
1986
• ••• • ••• • «••• • «•• • ••• • •4 • • ••• • • •• • • •• • ••• • •• •
XX..
74
56 6 0 56 to 56 tn
G G
1983
• •••
66
G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G
1982
66 56 56 56 66 66 56
• AA
A A a i
XXXX
70 60 60 60 70 70
te
.XX i ..
50 55 61 65 61 65 66 70 66 7 il 66 70 66 70 67 66 75 66 75 69 66 70 66 72 66 70 66 70 66 67 67 66 70 66 73
XXOO
0000
••••
..•• 0000 . . • • XXXX X X X X ..XX
••. . XXXX
XXXX XXX.
xxxx (XX
.••• . .•»
.... ••..
.••» ,••• • •• • • •4 + • •• • • • •• • •• • • •• • • •• •
•»•••
••••
1987
PROVINCIE
AANLEIDING
NOOPD-HOLLAND
ME3KZAAMGEMEENTEN ZAANSTAD
ZANDVOORT
I !
I 00
ï
co
8 § o 3"
o
I X
< O
Cd
UI
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN 33
KRUISSTRAAT
31
MEIDOORNSTRAAT
35 36 37
LEVEPKPUIDWEG INVENTARISATIE KROMMENIE-OOST
1 2 3 •4 5
ZEESTRAAT-BURG.ENGELPEPTSSTRAAT MESTERPAPKSTRAAT/H0GFUE3 HOGEUEG/EREDEROOESTR.(STERRE DER ZE: ENGELBERTSTRAAT 2ANDV00RTSELAAN
6
HOGEWEG
HEDEN
LAWAAI" BRON
RN RN RN ZO ST
VI
NP NB NB SA SA SA
VL VL VL VL VL VL
101 59 190
VL VL IL IL
AANTAL GLOBALE 56 WOON- SOORT G E L U I D S EFNH. MAATR. B E L . 1981 1932 1983 1981 1985 1986 1987 G G G
66 70 66 7D 66 70
+ • • • . . ••
••.
..••
••.
xxxx xxxx VL
160 13 16 17 13 57 20
XXXX 66 66 66 66 68 66
AANLEIOING WERKZAAMHEDEN
D 5ITUATIE/BESTEMMINGSPL«N
1 2 3 1 2 3 4 5 b 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 ?0 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 r .2 53
T U N N E L P O U W RW 15 PLAN ALBLASOEVERS BESTEMMINGSPLAN EDISONWEG R I C O E R V E L D II P I D D E R V E L D II R I D O E R V E L D II RIDDF.RVELD II P I D D E R V E L D II R I D O E R V E L D II P I D D E R V E L D II P I D D E R V E L D II P I D D E R V E L D II P I D D E R V E L D II R I D O E R V E L D II P I D D E R V E L D 11 R I D O E R V E L D II CONCERTWEG P I D D E R V E L D II LEERHOEV'-LAM
D 0 0 0 0 D D E F F F F F
RC ST (UITB.IND.
O L Y M P I A P L A N 31 OLYMPIAPLAN 32 OLYMPIAPLAN 33 O L Y M P I A P L A N E4 O L Y M P I A P L A N 35 ELTMENTUM C KENNFDYLAAN HERENWEG-WEST F E I T E N H O W E RL . W E S T E G H J
1
F PE J A A R D E N T E H U I S
PR.BERNHARDL./CONRAüSTR./wBV ALPHEN PR.BERNHARCL./CONRADSTR./PARTICULIER PR.BERNHARDL./CONRADSTR./WBV ALPHEN PR.BERNHARDL./CONRAGSTR./wBV ST.JOZï PR.BFRNHARDL./CONRADSTP./PART. PR.3ERNHARDL./CONRA0STR./LANGEWERK R U I S D A E L S T P A AT wP-V A L P H E N PRrS.KENNEDYL.BRILJANTSTRAAT P R E S . K E N N E D Y L N . w B V . A L P HEN IVFNUSSTR. PR . B E A T R I X L A A N P A R T . W.DE Z W I J G E R L A A N 1-36 W.DE Z W I J G E R L N . . 3 V 1 ?LE I J E N B E R G S T R . ) VAN E I J C K S T R . W 3 V ALPHEN LIJSTERLAAN 1 F A Z A N T S T R . 1 1 4-184 ) IRENELN.WBV ALPHFN E I K E N L A A N WBV A L P H E N EISENHOWERLN.(MARSDirp) ANNA VAN B U R E N L N . ( P E A T R I X L N . ) W E S T E P H PUISDAELSTR.50-94/45-85/98-110 STEEKTERWEG BUITENDOPPSTR.BREDERODES G E S A R D D O U S T P A A T WSV A L P H E N O O S T K A N A A L W E G (Al O O S T K A N A A L W E G (BI W.DE ZWIJGERLN.IFEPD.HENDRIKSTP.I W.DE ZWIJGERLAAN W.DE ZWIJGERLN.A-30NSTRAAT STEEKTERWEG A STEEKTERWEG S STEEKTERWEG C LIJSTERLN./THORSECKEST". IRENELAAN EIKENLAAN WOUB D UCSEWEG/OUDHOORNSrwEG/G.DOUSTR. WOUBRUGSEw./GNL'PH./OUDHOORNSEW./G.DO GNEPHOEK HOORN/VAN FOPEESTLAAN HOORN
LAWAATBRON
ZO
VL VL IL
NP N3 NB NB N3 NB NB NP. NB NB NB NB NB NB NB ST TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH RN RN RN RC RC SA S» SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
AANTAL WOON- SOOPT EENH. MAATR.
80 IL
GLOBA GELUI BEL.
C
2D0
28 53 70 64 70 34 22 87 45 34 72 38 50 12 50 9 66 7 84 74 31 33 47 168 12 72 3b 36 18 36 42 56 30 176 51 21 3 20 8 6b 17 16 32 42 33 151 78 62 48 19 1 37 27
G G G G G G G G 3 G G G G G G G G G G G G G G G G G G G 6 G G G G G G G 6 G G G G
6 G G G 6 G G G G G G G
60 60 60 60 55 55 55 55 55 55 55 55 55 60 55 65 70 70 65 65 65 65 65 65
65 65 65 65 65 65 60 60 60 60 60 60 60 65 60 70 75 75 70 70 70 70 70 70
65 65 65 65 65 65 65 65 61 65 65 65 65 7Q 65 70 65 65 70
70 70 70 70 70 70 70 70 65 70 70 70 70 75 70 75 70 70 75 75 70 70 70 70 75 75 70 75
65 65 65 65 70 65 70
59 1911
1982
1983
1984
XXX XX
XXOO XXOO
»•
1985
1986
1987
XO»» XO»» X»»» O • •• xo»» xo»» • • . . .xo» • • . . .. xo • • • • xo»» » • xo»» • • . .XO • • • • . .XO » • • • •XOO O»»»
..XO »•••
••••
..XX . .0» • . . . xo«» . .X) • « • • xo»» xo»» . . XO » • » • ..xo • • . . xo»» . .xo o » » » xo»» . .xo « • • . .. xo • • • • ..xo •••• ..xo « • • • xo»» ..xo • • • • ..xo •••• . .XO • • » « ..xo «••• . .xo • • • • . .xo • • • • ..xo •••• ..XD O • • • .XO O » » » .xxo .xxo
XXOO «••• ••••
.xo» .xo» . xo» xxoo
.xo»
•••• XXOO XXOO XXOO XXOO XXOO XXOO
•••• •«•» •••• •••• •••• ••»•
PROVINCI<" GEMEENTEN ALPHEN
AAN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN DEN
RIJN
5t
55 56 57 58 59 60 61 62 63 6"4 65
!
DRIEHOOPNE
67 68 69 70 71 72 73 Tl 75 76 77
VERLENGDE " « 9 M X S T A . 1 0 * 1 2 * 1 * 1 G E Z I N S V VERLENGDE "ARNIXS T P . u G E Z I N S V E R . T E H . DELFTZICHTWEG 2 V E P P L . T E H . ZIEKENHUIS RIJNOO RD 0 . N A S S A U 5 C H 0 0 L / S T EEKERHEG TIMOTHEUSSCHOOL/L I J S T E R L N . / W . Z W I J 3 E ? NIJVCRHEIDSCHOOL/ PP.?ERNHAPDLN. K O N . E M M A S C H O O L / O NASSAUSINGEL S.WILLY6R0PDUSSCH OOL/PR.BEPNHARDLN. STAPTSLEUTEL PP.K ENN r DYLAAN CHP.LYCEUM M.DE Z WIJGEPLAAN S K I P P Y T H O P B E C K E S TRAAT KO GOUWSLUIS STEE KTERWEG DE VISSERSCHOOL S TEEKTERWEG K O " D E K L E I N E P A S IS" STEEKTEPwEG LO SAMEN OP WEG P R. IRENELN.öEATRTXLN KEMPERS SCHEEPS E N JACHT WERF B.V.DE HOOPN 6ET0 NFAPR IEK SETONINDUSTRIE VE RWO B.V 9.V POS EN ZOON B ET0NFA3RIEK ASFALTCENTPALE "O E VPIJE MOLEN"
79 80 81 82 33 8t 85 S6 87
I
E M M A L N . / W l L H E L M I N ALN./JULI'NASTR. HOOFDSTRAAT EUPOPASINGFL KERNGEBIED ROSKOOPSEwEG/NIEU WKOOPSEWEG/«KER2001 NIEuWKOOPSEWEG O .NASSAUSINGEL A O R f N J E N A S S A U S I N G EL E O.NASSAUSINGEL/HE R E w E G / B U I T E N S T R . A 0.NA5SAUSING r L/HF R E N W E G / 9 U I T E N S T R . P K W A R T E L S T R A A T 2-1 \t (DE W I E L E w A A L I 60SPARKWEG 1-125 ( P I J N Z A T E l
66
78
!
§
AANLF I H I N G WERKZAAMHEDEN
Z U I D - H O L L AND
LAWAAI B°ON
GLOBAI AANTAL GELUII WOON- SOORT EENH. MAATR. BEL.
SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA S« SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA ZO ZO ZO ZO ZO
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL IL IL IL IL
113 171 23 tt
3 1 115 6 37 75 57 63 37 3 1 1 1
G G G G G 6 G 6 G G G G G G
s G G G O
G G G G G G G G G G
65 65 65 65 65 70 65 70 65 70 66 61 65 66 61 61 65 66 66 66 66 66 61 61 61 66 71 66 66
NN
VL
230
G
56 b "
BERGAMBACHT
1
DOPPSKERN
ST
VL
30
G
61 b?
BERGSCHENHOEK
1
WEG EN
SA
VL
0
63 b9
BERKEL EN RODENRIJS
1 2 3 q 5 6 7
NOORDEINOSEwEG NIEUW PLAN WESTERSINGEL ROOENRIJSEWEG CORP NOORDPOLDER LANDSCHEIDINGSWEG
SA NN NN SA SA RC PC
VL VL VL VL VL VL VL
153
6
66 72
NB TH SA
VL VL VL
8 100
NB ST SA SA SA
VL VL VL VL VL
30C 65 200
BLEISWIJK O BODEGRAVEN
1
KOMPLAN A
2 3
KLAPPOLDER/OVERbUURTSE KOMPLAN B
1 2
BROEKVELDEN OUDE KOM
3 <4
DRONENWIJK RUN-OOST
5
KERN NIEUWERBRUG
ZUID
POLDER
I I I F A S E j/6
,X3
00
• • ••
xo«» xo». xo-i
XX.•
•••.
XXOO
•••«
XXOO XXOO
.... ....
. X03 .XX3 . . . .
0 G G
66 70 65 65
• •••
G G C G G
56 bS 70
XX*.
65 65
^ • ••
xo»*
66 71 6b 71
h^
• • ••
co cc
.xo»
xo»» xo«*
••••
••••
xxxx ••••
XX.. . .XX
xxxx xxxx
....
• • •+ • • ••
«•• •
X0»«
•••+
00
• •••
,X 0 . . .
G G
• • 4
XX co XX co XX cc . .X3 XO». XO».
1987
.... ....
XX cc XX 00
.XO. 68 16
• •• +
, X3D •••• .XDO ....
.XXX
BENTLANDEN
X <
XXOO XXOO XXOO XXOO
xxxx xxxx
1
!
1931 1932 1983 198^ 1985 1986
70 70 70 70 70 75 70 75 70 75 70 65 70 70 65 65 70 70 70 70 70 70 65 65 65 70 75 70 70
BENTHUIZEN
LAND
60
X0<
.• • •
PROVINCIE GEMEENTEN
AANLEID1NG WERKZAAM" HEDrN
ZUID-HOLLAND
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
LAWAAIBRON
AANTAL WOON- SOORT EENH. MAATR.
6 7
BODEGRAVEN NOORD-OOST ZONE-VASTSTELLING A-INR.
NN ZO
VL IL
150 1
1 2 3 14
BEST .PL.DORPSKERN-CENTRUM BEST.PL.DORPSKERN-B BEST.PL.DORPSKERN-A BE S T . P L . D 0 R P S K E R N - 7 U I D - K A D E
NN NN NB NN
VL VL VL VL
lSd 35 150 90
1 2 3 14
"HONPERT MARGEN" IND.TERR.LIERUEG LANDELIJK GEBIED IA) LANDELIJK GEBIED (3)
ZO ZO SA NB
IL IL VL VL
DIRKSLAND
1
DOORGAANDE
DORDRECHT
1 2 3 •4 5 t 7 8 9 10 11 12
S T A D S P O L D E P S S,T EN U S T A D S P O L D E P S 0,R EN S KRISPIJNSEWEG 207-279 COMPLEX A KRISPIJNSEHEG 53-101 VOGELBUURT COMPLEX UZ 1 (DUBBELPAMSEWEG) C O M P L E X WZ II ( B R O U U E R S D I J K ) BLEKERSHOF/VRIESVEG TRANSVAALSTRAAT G ACHTERHAKKERS PRINSENSTRAAT VISSTRAAT
13 II
NOORDENDIJK SPUIWEG
15 16 17 18 19
HAVENSTRAAT DIVERSE PROJECTEN (A) DIVERSE PROJECTEN (E) TULPSTRAAT/V.HOUWELINGENSTRAAT IND.DORDRECHT WEST
20
OVERIGE
BODEGRAVEN
BOSKOOP
DE
LIEP
ROUTE
DOOR
GORINCHEM
1 2 3 <4 5 6 7
IE « E S T 2E WEST GORINCHEM Z.U BINNENSTAD BESTAANDE WONINGEN ARKLLSE ONDERWEG ARKELSEDIJK
8
BATAAFSEKADE
9 10 11 12 13 1*4 15 16 17 GOUDA
UAARDEP
KEUPD
GS
29-44-69
GROTE HAARSEKADE KENNELWEG KLEINE HAARSEKADE MEPuEOEKANAALDIJK PARALLELWEG PIJLSTRAAT SCHIMMELPENNINCKLAAN TAPPERSTRAAT VALKENIERSWEG
1
PLOEMENCAAL N.0
2
BLOEMENDAAL
(VLEK
15,NOORD)
198?
56 56 56 56
RL
VL VL VL VL VL VL
1985
XXXX
0000
••••
1966
1987
XXXX . XX.
60 60 60
•XX.
6D
.XX.
65 75 65 70
27 5
VL VL VL VL VL VL VL VL VL
198"4
xxxx
4444
. . 00 0 0 0 . ... o ..•. ...D
NB NB RN RN RN RN ST ST SA SA SA ST RN SA SA TH RC SA ZO ZO
1983
55 55
250 120 36 25 100 5J 75 15 30 IJ
to 20 15 «40 RL
VL VL RL IL IL
NB
1
G
61
65 50 S5
DE KFRN
IND.GEB.
DRIERRUGGEN
G
GLOBALE GELUIDS9EL. 19S1
uo «00
4ca
G G G G 6 G G G C G G G G G 6 G C C
VL IL VL IL VL IL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
NB NB
VL VL
65 6S 67 6')
71 b.? b? 7S 70 M
XX»*
..XX . X. • • • . . ..X. »•• . ..X» . X» • ..X* • • • • ...» ...3 0 0 0 » ..o» . .OX
bt,
66 7! 68 70 73 55 1? 55 70 73
»••• 4444
..••
••••
•••• «... «4 •, •••. • .. . •. 0»«* . . X»
•••.
... X
4444
000* ••.. .000 .••• •... 4444
4444
4444
4444
4444
4444
4444
4444
4444
4444
XOOO 4 4 4 . •••n X •• *
. .xx xooo o .••» •••. 30
SA SA ZO SA TH SA SA SA S« SA SA SA SA SA SA SA SA
55 55 60 6ö 67 62
000•
. ••<
150 103 300 257
C C C G
13 6 52 17 15 15
G G G 6 G G G G G G G G
28 "45
G G
55
60
60 60 60 6ü 66
75 75 75 75 70 b8 70
.XX.
4444
.X44
4 4..
xxoo ..•• ..XX
.. ••
.0».
72 68
. ••.
tO
0 + *.
66 66 fa9 08 66 73 66 69 69 7 1 66 56 60. 56 60
00»»
xxoo ••.. ,x*« xo«» xo«* xo«* xo«* x o « *
o» •.
044. 044.
o**. 0»«. 0*«. 0*«,
o**. 4 4 4* . .44
4 44
PSOVINCir
ZUID-HOLLAND
GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
GOUDA
3 H 5 b 7 8 9 ID 11 12 13 14 15 16 17 18
GOUDERAK GRAVENDEEL
C S )
HARDINXV-GIESSENDAM
56 61 56 66 66 66 61 66 56 66 66 66 66 66
60 65 65 70 7C 70 65 70 60 70 70 70 70 7C 70
IL VL IL VL
DIVERSE
SA
VL
150
G
66 70
NB NN NN ZO
VL VL VL IL
30
0
66 70
HEERJANSDAM
1 2 3
"DORP EN DIJKEN" 3E HERZ. "DORP EN DIJKEN" 2E HERZ. RAADHUIS
1 2 3 4 5 b
KROKMEUEG DE U I T E R D I J K ANTONIAPOLDEP OOSTERDAM CREZEEPOLDER KRUISWIEL
1
OLYMPIAwEG A
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
OLYMPIAWEG B BETONFABRIEK CHAPCON WEERLAAN/WEERESTEINSTR. HILLINENWEG OLYMPIAWEG (SAVIO-SCHOOL) BEEKLAAN V.D.FNDELASN HAARLEMMERSTRAAT HOOFDSTRAAT LEIDSESTRAAT MEERLAAN WEERESTEINSTRAAT WILHELMINALAAN HAARLEMMERSTRAAT 132-144
• •
• + • •
.•
« . . .
• •
• • • •
+•
+ • • •
• , ,
.•
• • • •
• . ,
, •
• • + •
0000 • • + •
• • • •
. • • •
• . . .
. . • •
• • ..
NB NB RN
ZO
zo zo zo SA NB ZO RC RC SA SA SA SA SA SA SA SA
s « SA
50
55
20
55
0000 0000 • • • • + • • •
• • • 4
... X XX03 XXXX CO»*
0 • • •
XX X003
• •••
.. • •
xxoo xxoo xxxx 36
0
RL VL VL
20 44
G G
VL VL IL IL IL IL
250 40
VL VL IL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
• • . ,
xxxx
NN ZO NB
20NNEVELD
1931 195? 1983 1984 1985 1986 1987
IL
"MULPOLDEP" "wEST"
PLANNEN
62
xxxx xxxx
"SCHURINGEN"
1
HILLEGOM
G 0 G G G G 6 G 6 G 6 G G G G G
1
HAZERSWOUDE
AMBACHT
223 9b 30 43 132 31 132 170 200 15 14 60 100 50 48
2 3
WIELWIJK V A * VIII OIESSENDAM-wEST TIENMORGEN LANGS DE MERWECE
IDO
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL
A-INPICHTING
1 2 3 4
HENDRIK
NB NB NB ST 148 ST NB NB N3 ST ST ST ST TH SA 20
1
1
HAASTRECHT
GROENHOVEN PARK DE MAMMOET (A) DE MAMMOET (P) KARNEMfLKSLOOT ALB.PLFSMANPLEIN BAANSTRAAT (WESTHAVEN) DEN UITERT u bLOE ENDAAL-WEST BLOE"ENDAAL-OOST NIEUWE PARK (KATTENSINGEL KAPNEMELKSLOOT CAANST°AAT PINNENSTAD-wEST DIVE°SE PLANNEN URGENTE SANERING 6A-INRICHTINCEN
GLOBA AANLEIDING AANTAL WERKZAAM- LAWAAI- WOON- SOORT GELUI EENH. MAATR. BEL. HEDEN BPON
6b 70 XXXX 0000 XXXX 0000 XXXX 00»» XXXX 0000 XXXX 0000 xxxx xxxx xxxx xxxx
C C
65 70
121
.XXX .XX . xo«* ••• • • • A A
10 22 27 65 42 27 207 63 142 52 7
G 0 0 G G G G G G G G G
65 60 65 65 65 65 65 65 65 65 65 7U
70 70 70 75
r a 75 70 75 70 75
ro
75
X • • •
..xo ••3. 0 0 . . •••• 4 • • • ... X .•• . ..X. 00.» •••• ...X ..x. oo.» •••• ...x ..x. oo.» ••»• .. .x ..X. 00.» •••• ...x . . 0 . »•. .
••.. ••,, ••.. 00.* ••.. oo.• ••.. oo.• ••.. oo.»
•••• •••• •• •» ••••
PROVINCIE
:UID-HOLLAND
GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
HILLEGOM
16 17
KATWIJK
KOUDEKERK
KRIMPEN
A/D RIJN
A / D LEK
LEIDEN
LEIDERDORP
SANLEIDING WE3KZAAMHEDEN
I.AWAAIBRON i
AANTAL WOON- SOORT EENH. MAATR.
GLOBALE GELUIDS BEL.
V . D . E N D E L A A N 6"4 ( S C H O O L ) HOOFDSTRAAT 133 (SCHOOL)
SA SA
VL VL
1 2 3 1 5 6 7
RIJNSOEVER BAPON V . W A S S E N A A R L N . C O M M A N D , URSLN COMMANDEURSLAAN RIJNSTRAAT HYACINTSTRAAT J.W.FRISODREFF SCHOUTHOF
NB SA SA NB SA SA SA
VL VL VL VL VL VL VL
30 65 1 17 ?1 6 52
5b 60 68 69 68 66 70 68 66 66
1 2 3 •4
HONDSDIJK » HONDSDIJK B HONDSDIJK C IND.TEPR.BCK.E.A.
SA
VL
20 15 10
6b 70 71 75 7b 80
1 2 3
DORP HOOFDSTRAAT ? A-INRICHTING
RC TH ZO
VL VL IL
MERE N u l J K / G O O I M E F R L A A N MERE NWlJK/K E T E L M E E P L A A N LANG EGRACHT / P E L I K A A N S T R A A T KOOI LAAN/RI NGKADE HOGE MORSWE G LEVE NDAAL O O S T E R K E P K S TPAAT NOOR D E I N D E / R F M B R A N D S T R . IR.D PIESSEM STRAAT HOOI GRACHT LANG EGRACHT (DIGPOS) LAMM E R M A P K T (KAVEL L .3 . F . ) OUDE S I N G E L / H O U T M A P K T VERV E R S T R . / O U D E H E R E N G P . W A S S E N A A R 3 F WEG (FLANORP.) B U R G G R A V E N L AAN SC HU T T E R S V E LD LEEU WENHOEK W.DE ZWIJGE RLN./KONINCSTR. W.DE ZWIJGE RLN./LWS 6 W.DE ZWIJGE RLN./O.B.7 U.DE ZWIJGE RLN./EENDP.6 U.DE ZWIJGE RLN./EENDR.9 U.DE Z W I J G E R L N . / O . B .« W.DE ZWIJGE RLN./EENDR.7 W.DE 0 ZWIJGE R L N . / O . ? . ANTI AtT/O.D.9 ZIJL L L E U S T R EENDR.1 DR.L S I N G E L / N/TUINSTR.5 STOR ELEILAA GSTR./TUINSTR.5 OPAA M B U Y S I N DR.L LSTRAAT 17-3D1 V I E R E L Y L A A N 2-90 P A R T L I N G S T R AAT P A P T I C U L I E P E W O N I N G E N (A) I C U L I E P E W O N I N G E N (BI
NB NB NB NB NB NB NB NP NB NB NS NB NB NB NB NB NB NB RN TH RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN PC RC RC SA SA
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
BUITENHOT-ZUID BUITFNHOF-ZUID
NB NB
VL VL
1 2 3 1 5 6 7 8 9 10 11 12 13 1M 15 16 17 18 19 20 21 22 23 2>4 25 26 27 28 29 30 31 32 33 31 35 1 2
FLAT
G G
63 1981
1992
65 70 60 65
..XO . . XO
G G
. .
1985 1 9 8 6
• .
. . • .
. ••• • • • • • •
XX** • ••• • • • • • • • •
. XX. 0..• ••.. . .XX . .00 • • • . . .XX
IL 30 69
1 9 8 3 198"»
61 65 66 70
. .XX • • • •
• • + •
xxxx RL
RL
RL RL
100 50 57 157 10 17 23 22 16 12 11 t8 20 85 63 150 170 10q 11 28 72 18 57 33 6"4 12 22 30 13 113 «5 50 3"» 233 31 26
G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G 6 G G G G G G G G G G
G G
71
65 65 69 60 60 b8 65 70 68 70 69 66 69 67 66 65 69 70 70 67 67 67 67 67 67 66 67 70 70 70 70 70 70 81 73
6b
61 70
66
66 6b 66 69 66 6b 6b 66 66
..33 0 0 * * . .33 0 * * • 000* • • • • 000» • • • • ... 0 003» 000» . . .0 003» .003 .0»* .003 ..03 . .XX .030 0003 .03» .033 ..XX ..03 ..XX . . .3 .X3» • XO» .0»» .003 .003
» • • .
«...
*... • • • • • • • . • • • •
0 •••
• . . .
**. • 0 • • •
0** • 000* 00** 0***
«... «... • • • •
• • . . • • . .
• • • •
000* 0000 000*
• ••. 0 •••
• • . .
• • • •
• • . .
• • • •
• • • • • • • •
0* • • • •4 . 0 • • •
.033
«...
• • • •
... 0 »•«.
.00*
xo»«
00**
• • . .
xxoo *... xxoo xxoo xxoo xxxx xxxx
• • • •
• • • • • • • • • + • •
00«» 00**
• •. .
xxoo
• • •
•
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
PROVINCIE
AANLFIPING
.'UIO-HOLLAN
WERKZAAMGEMEENTEN
LEIDERDORP
LE I D S C H E N G A M
CS CD D. CD 7Z Q)
LEKKERKEPK
SITUATIE/8ESTE"MINCSPL«N
HEDEN
LAWAAIBRON
AA'.TAL GLOBALE «00N- SOORT GELUIDSEENH. MAATR. BEL. 1981
3 M
BUITENHOF-ZUID FLAT STUDENTEN 3UITENH0F-ZUIC BEJAARDENTEHUIS
N3 NE
VL VL
50 69
G G
66 70 66 7D
5
CLNT"UM.ACAC!ALA«N
SA
VL
8
G
66
6 7 8 9 {Z
BEPKENKADE LOEVESTEIN ENGELENDAAL(30SÜPLEF/WILDDPEiF/MEREL CENTRUM RIJKWEG AM IND.TERR.DE PAANDE°IJ
SA SA SA SA ZO
VL VL VL VL IL
1 2 3 lt 5 6 7 8 9 10 11 12
T LIEN V00RRURGSEWEG SCHCORUIJCP A-IN".FOKKER,YPENBURC "0UTE Z MEER-L DAM G E L E N L A N G S P.W.M LANGS WESRVL.WEG, PESTAANDE SITUATIES NOORDSINGEL HEUVELUEG HOFPLEIN-SPOORLIJN SCHI"H0LLIJN
NP ND RN ZO SA SA SA V" TH TH SA
VL VL VL IL VL VL VL VL VL VL RL RL RL
1 2
T1ENDH0EK-1 2A-INRICHTINGEN
H 12 1050 152
G G G O
66 66 65 69 6 5 7M
61 193?
1983
1981
XXOO
»•••
1985
1986
• • • •
0000 oooc 0000 xooo
•••• •••• ••••
XXDD .••• < l .
91 MO B5
G G G
618 651 6M
VL IL
M5C
NB NB
M 1 2 23 2 25 25 3M 25 25 25 25 25 25 25 28 5 22 5 5
•xx .XX
56 6Q
o*** 0***
..xo . . . » .xo. , • • • .0»* •••. 00** •••• 00*+ • . . .
66 69 66 7° 66 78 55 65 65 65 65
27 17 27
NN ZO
56 65 56 60 61 65
xxxx xxxx XXOO XXOO
»••• •••• XO** XXOO
.XX XXXX
3 CD
LISSE
-* §; 3 CO
_»
CO 00
ro
_^ co
s o o o 3" o o
a co r-f
C
*X
MAASLAND
< O
MIDUELHARNIS
V.BONNINGHAUSENLAAN A V.BONNINGHAUSENLAAN P VUUR S T E E G L N . / V . B O N N I N G H A U S E N L N . MEFRrN8UR6H-2UI0 POELPOLDER-WEST HEEREWEG A HEEREWEG b HEEREWEG C HEEREWEG D HEEREWEG E HEEREWEG F HEFREwEG G HEEREwEG/ORANJELN./GRACHTwEG KANAALSTRAAT A KANAALSTRAAT B OVERIGE WEGEN STATIONSWEG LEIDSEVAART GREVFLINGENSTR./BROEKWEG GREVELINGENSTR./BROEKWEG SCHOLEN/BEJAARDENOORDEN
N? NB SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA ZO SA SA
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL RL RL IL IL VL
1 2 3 M 5 6 7 8 9
D I J K P O L D E R OOST H U I S TER L U C H T C O M M A N D E U R S P O L D E c II UU VA 2E F A S E OUDE C A M P S P O L D E R C O M M A N Ü E U R S P O L D E P II UU Vb POSTLAAN-KLUISUEER COMMANDEURSPOLDER I REG."EDR.TERR.MAASLAND NOOPD KONINGIN JULIANAHEG
NB NB NB NB NB NB NB NN RC
VL VL VL VL VL VL VL VL VL
10 5 M9 3
1
SOMMELSDIJK
NB
VL
1 2 3 M 5 6 7 8 9 10 11 12 13 1M 15 16 17 18 19 20 21
7UID
I
S«
56 56 66 56 56 71 71 71 66 66 66 66 66 66 66 66 71 66 66 66 61
6? 60 70 60 40 75 75 75 70
• •• • • •+ • • • • • • •+ •
• •••
ra 70
• •• •
70 70 70
• • • • • •• • + •• • • • + •
ro 70 75 70 XX. .
r o 70 65
.XX X X . . • XX X X . . .XX X X . .
0 0
« • A A
X * » •
xxxx
60 0
• XXX
96
0
xxxx
X•• • • • X X X X• • oooo ••••
82
0
XXX .
0 . * «
56
,.X
« . . .
1987
PROVINCIE
GEMEENTEN MIODELHARNIS
ZUIP-HOLLAND
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN 2 3 1 5 6 7 8 9 10 11
MOERKAPELLF MONSTER
MOORDRECHT
NAALDWIJK
ro o
6
1 2 3 1 5 6 7 8 9 10 11 12 13 1 2 3 1 2 3 1 5 6 7 8 9 10 1 1 12 13 11 15 16 17 18 19 20 21 22 23 21 25 26 27
AANLEIDING WERKZAAMHEDFN
LAWAAIBRON
ROTTENBURGSEWEG/LANGF WEG MIPDELHARNIS N I E U U E TONGE OOSTDIJK/O.KRAKEELSTP. IND.TERR.MIODELHARNIS IND.TERR.SOMMELSDIJK I N D . T E R R . N I E U W E TONGF I N D . T E R R . S T A D AAN T H A R I N G V L I E T
NB NB NB VP VP TH ZO 20 ZO ZO
VL VL VL VL VL VL IL IL IL IL
GRAANHANDEL-ERE DE WEG
ZO
TL
HERENSTRAAT/ERICA STRAAT PRINSENKWATICR INVENTARISATIE BEDRIJVEN ZWARTENHOEK FASE B-l ZUARTENHOEK FASE 6-2 ZWARTENBROEK FASF B-3 ZWARTENHOEK FASE B-1 KERKPAD NAMTERREIN IRENESTRAAT NIEUWEWEG VERBURGHLAAN VERKEERSCIRCULATIEPLAN
NB NB ZO NB NB NB NB ST NN ST NB NN NN
VL VL IL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
LANDELIJK GEBIED-OOST DIVEPSE PLANNEN A DIVERSE PLANNEN B
SA SA SA
VL VL VL
MAASDIJK (KOM) ORANJESLUISWEG SURG.ELSENWEG HONSELERSDIJK (KOM) MOLENLAAN A MOLENLAAN B MIDDEL BROEKWEG NIEUWE WEG DIJKSTRAAT ANJERLAAN GALGEWEG NAALSWlJK KO" BUPG.ELSENWEG VERSPYCKLAAN VERSPYCKLN./VERBURGLN. VERSPYCKLN./VEPBURGLN.n SECR.VERHOEFFuEG A SERC.VERHOEFFwEG B KRUISWEG A KRUISWEG GEESTWEG A GEESTWEG 6 FR.HENDERIKSTR./GROTE WOERDLN.A FR.HENDERIKSTR./GROTE WOERDLN.B GALGEBLOK A GALGEBLOK B GALGEBLOK C
VP TH TH VP RC TH TH TH TH TH TH VP TH NB RC TH RC TH RC TH RC TH RC TH NB NB NB
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
DE STAVER B E J . F L A T S "DE G O E D E P E E "
AANTAL W O O N - SOORT E E N H . MAATR. 82 30
O G
10
G
GLOBALE 65 GELUIDSBEL. 1931 193? 1 9 8 3 1981 1985 1986 1 9 8 7 56 61 61 .XX
71
• xxx o . . • xo**
••..
•XX.
00»*
XX. . . .XX
xo** • . X • • •X . ... X ... X
xxxx 56 60 56 60
00»* 00** ... X
30 25 80 80 5b 25 30 35 50
G G 0 G G G G G G o C G
56 56 56 56 56 56 66 66 56
..xo oo*»
30 6 28
C G G
66 70 7C 66 70
10 35
G G
68 72 68 68
30 70 10 35 90 10
0 G G G G G G
66 66 66 66 66 67 66 66 67
72 70 68 68 71
66 66 6b 66 66 66 66
72 67 67 67 71 71 68
5 15
60 60 60 60 60 60 70 70 60
*•..
00**
• •..
. .xo xooo
. XOD • • • • .X.. 000*
. xoo
00**
• •..
..xo
00** • «
• •+ • * •• •
• ••.
... X 00**
«•..
..XX XX. . • +•• + •• •
• •• •
XXXX
30 17 35 15 10 90 50
G G 0 G 0 G 0 G 0 G 0 G C 0 0
. .XX XXXX 0 0 . . XXXX . .XX 00»* • • . . 0 0.. . .xx
xxoo
• •
• • ••
• • •• • • • •
..XX XX.. .XX.
. .xo
..X. 0 0 . . XXXX ... X oo** • •••
• •• • • •• •
oo** • + ••
• X.0
.••. • •••
... X 0.» + • •••
xxo. .•
67 68
• •
66 66 60 70 60 70 60 70
xxo «... . .0.
• +• •
.XXX 0... . .••
.••.
PROVINCIE
ZUÏD-HCLLAND
GEMEENTEN
SITUATIE/3ESTEMMINGSPLAN
NAALDWIJK
28 29 ra 31 32 33 31 35 36 37 38 39 10
NIEUW
LEKKERLANO
NIEUWERKERK
A/C I J
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
GALGE6L0K D KRUISBPOEKWEG/BROEKWEG MIDDEL V.DOORTOGESTR./V.D.HOEVENSTR.A V.DOORTOGENSTR./V.D.HOEVENSTP.B VERDILAAN PIJLE TUINEN III IE FASE P.T.III PIJLF TUINENWE6 IE FASE PIJLE TUINENWEG P.T.III R 2E FASE P.T.III DIJKWEG (A) 2E FASE P.T.III DIJKWEG IB) 3E FASE P.T.III EURG .ELSENWEG (A) 3E FASE P.T.III BURG.ELSENWEG (B) IE FASE P.T.III P.RCEKwEG/PI JLE TUIN:
LAWAAI BRON
N9 TH TH RC RC NN RC NN RC NN NN NN NN
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
AANTAL WOON- SOORT EENH. MAATR. 10 10
100 80 53 50 110
1 2
DOPPSLAAN-WEST LEKDIJK
NP ST
IL VL
20
1 2 3 1 5 6 7
S GRAVENWEG 1911 C E D . D O R P EN S G R A V E N W E G UITBP.PL.IN HOOFDZAAK BEST.PL.IN HOOFDZAAK D I V E R S E P L A N N E N (A) D I V E R S E P L A N N E N (B) ZONE-VASTST.A-IN".
RC RC RC RC SA SA ZO
VL VL VL VL VL VL IL
ito 12 10 600 85 13 3
NOORDWIJK
1 2 3 1 5 6 7 8 9
VINKEVELD FASE 1 VINKEVELD FASE 3 GRASHOEK,PLAN INTERKPUIS PLAN PLAATHOUT N O O R D B O U L E V A R D S (PLAN P A L A C E ) MIDDENGEBIED NOORD VAN DE MORTELSTRAAT OUDE ZEEWEG DE GPENT O.VAN UFFOROSTRAAT
NB NB NB NB NB NB TH SA SA
VL VL VL VL VL VL VL VL VL
1 2 3
LANDELIJK GEBIED HAVENSTRAAT O O S T II
BP ST BP
VL IL VL
H A A S W I J K IE D E E L H A A S W I J K 2E D E E L GEZINSVERV.TEHUIS LANGS HAARL.STR.WEG A LANGS HAARL.STR.WEG B LANGS HAARL.STR.WEG C BEST.PLAN CENTRUM GEP . DORDPSTR. D LAN PRINSENWEIDE A PLAN PRINSENWEIDE 3 PLAN PRINSENWEIDE C PLAN P R I N S E N W E I D E D PLAN P R I N S E N W E I D E E PIJNZICHTWEG V.D.PLAS B U I T E N L U S T EN BE RL I C U M S T R A A T
NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
4 21 1 7 16 31 3 1 12 5 3 24 1
VL VL
2 1
O
OOSTFLAKKEE
1 2 3 t 5 b 7 8 9 IQ 11 12 13 11 1 2
ACHTERDIJK
FISENHOWERLAAN EMMASTRAAT
TH TH
60 66 69 69 63 66 66 66
70 67 70 70 68 71 70 70 67 67 66 71 66 71 66 70
66 1981
1982
1983
bS bc> b5 bS 70 66 70 50 SS
60 60 60 60
1985
200 100 26 28 18 36 32 10 110
C 0
s G G G G
56 61 61 61 61 56 66 66 6b
kS 6S
XXXX
00.. • • • • • • • • ..XX 0 0 . . • • • • .00. »•••
• X. .
,.XX
XX..
i • X X
X X • •
••••
i •xx x x • • ,.xx x x . . ,,••
•••• ••••
•+•• ••••
, .XX
XXXX
XXXX
<x*
•••. .XX. . . X« XX*» X*** .XX* .XX* ••. . X . **
*••• . • •< ••..
k5 .X»
***. *. . . *. . .
XXXX 0000 XXXX 0000 . .XX ..00
100
0 G G
60 60 60 60 60 60 66 60 60 60 66 66 66 66
65 65 65 65 65 65 70 65 65 65 70 70 70 70 66 66
1987
xxo* • • • . 0.» • *1 ,xxo .•+• . . • • •• .. .XX. 00. . ** »• ..00 »••« . . XX
65 6S b'70 75 75
1986 • •• •
0000 xxxx G G G 0 G G G
1981
•+++ ••••
60 70
1
OEGSTGEEST
c
G 0 6 0 G C
PL
NIEUWLAND
NUMANSDORP
G 0 G 0 0
GLOBA GELUI BEL.
.XX
••. .
.••
••..
.••
••..
.+•
••••
••.
,••
••••
••.
• •• • ...»
••.
. .••
•••
.. ••
• •.
. . ••
, X. .
••.
PROVINCIE
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
GEMEENTEN OOSTFLAKKEE
3
FOROSTRAAT
1
GROENEWEG
5 6 7 8 9 10 11 12 13 OUDERKERK
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
ZUID-HOLLAND
A/D
PAPENOFECHT
PIJNACKER
USSEL
JULIANASTRAAT L A N G E WEG MAGDALENADIJK ( I . 2 . M .5 . 7 ) MAGDALENADIJK (3.9) S C H I N K E L W E G 2.M STATIONSWEG (A) STATIONSWEG TONISSFWEG PLAN C A P E L L E w E G
1
MENGCOMBTNATIE
1 2 3 1 5 6 7
W I L G E N D O N K VLEK 1 0 / F A S F 2 WILGENDONK WOONWAGENKAMP OMGEVING EDELWEISSLAAN BUITENWAARD O M G E V I N G CITY LEEUWERIKSTRAAT OOSTEIND/OOSTPOLDER
1
NB NN NB ZO
IL
TEN N O O R O E N VAN A 1 2 TEN Z U I D E N VAN A 1 2 A TEN Z U I D E N VAN A 1 2 B T E N Z U I D E N VAN A 1 2 C LANDELIJK GEBIED
RC SA SA SA RC
VL VL VL VL VL
CENTRUM CENTRUM CENTRUM CENTRUM CENTPUM CENTRUM CENTRUM
NB NB TH TH TH TH TH
VL VL VL VL VL VL VL
RC RC RC RC RC RC RC SA SA RC
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
REEUWIJK
1 2 3 t 5
1 2 3
1 2 3 <4 5 6 7 8 9 1D
RC
ZO
"OUDE
EN
WESTLAAN
LAND'
II II II II II II II
A B C D E F ü
A K T I E P L A N VCP MAPCISSENLAAN WESTERSTRAAT PARKLAAN, IE G E D . P A P K L A A N 2E G E D . KRUISPUNT NOORD HOOFDSTRAAT PROGPAMMA R . W . t t / D E K O O I / V I J F M E I WEG SANERINGSPROGRAMMA
66 69 69 67 68 71 6 7 68 71 6 6 69 66 61
1 1 1 5 2 2 17 2 1 373
VL VL VL VL VL VL IL IL
1
SASSENHEIM
N8 NB
VL
OOST
GLOBALE AANTAL GELUIDSWOON- SOORT EENH. MAATR. BEL. 1981
67 198?
1983
198t
1985
. X. « . X. • . X . . .•,
..x
o*.. .0. • .o.. . xo»
.•. •..
150 10 70 3D0 200 80
0 0 G
55 b,1 70 75 66 70
xoo»
•...
c c c
55 6C 55 öü
• •..
%s
• •..
XX.. 0 0 . . • •« • •.. • •• X
31
G
55 60 71 75
13 12 56 30
0 0 6 G G
66 70 70 70 66 70 66 70
6 1 220 220 58 60 50
G G G G G G G
66 66 66 66 66
70 66 75 75 75 70 70
0 0
65 70 72 72 75 77 55 75 55 75
VL
375 375
••AA
.XX 0000 ••••
•••4 • •• •
•+•• •••• ••+•
•••+
••••
••••
(XX. ...O
•• • , ••
XX.. XX. i ..O. . . 0 .
• •• • • •• •
.33 •+••
•+••
+•4 •
•xxo
s
SCHOONREWOFRD
1 2
ZUIVELFABRIEK DORPSSTRAAT
ZO SA
IL VL
130 63
0 G
60 75 61 71
SLIEDRECHT
1 2 3
OOSTWIJK WESTWIJK TOLSTEEG
NN NN NN
VL VL RL VL
100 100 30
G C G
65 55 60 51 65
••••
xxxx
O
IA/IIA-ZUID III
1986
IL
166
SA
PUTTERSHOEK
5 6 7
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
ZO
DELFSESTPAATWEG
1
IJSSELDIJK
INDUSTRIETERREINEN
2
RIJNSBURG
TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH N9
LAWAAIBRON
iX.0 ,X.0 . .xx o o » « , ..X ...X . . 0 0 ,.X. ...X 0 0 . .
...» ...» ••.. . .••
•••• ••••
»•%. ••••
o*«»
1987
PROVINCIE
ZUID-HCLLANT
GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
SLIEDRECHT
4 5 6 7 3 9 10 1 1 1 2
STOLWIJK
STRIJEN
VALKEN3UP&
VOORPURG
VOORHOUT
VOORSCHOTEN
WADDINXVEEN
l?H)
AANTAL GLOBALE AANL r IOING GELUIDSWERKZAAM- LAWAAI- WOON- SOOPT EENH. MAATR. BEL. 1981 HEDEN BRON
OOSTWIJK III STATIONSWEG 8AANH0EK PIJKSWEG IS THORRECKELAAN INDUSTRIE LANGS OIJK KERKERAK NIJVERUAAPG
NN SA TH TH TH ZO ZO ZO
VL VL VL VL VL IL IL IL
700 400 ••DO 1150 600
DORPSKERN-KERKEWIJK VEEVOEDERBEDRIJF
NB zo
VL IL
20
C G G G G
5b 60
ST ST
VL VL
1 2 3 4
DORP 1974 LANDFLIJK GEPIED DORPSKERN MARINE VLIEGKAMP
SA SA SA SA
VL VL VL LL
132 27 13
6b 70 68 70 69 71
KON.UILHELMIANLAAN 1 OUDE DORPSKERN (CENTP) KON.WILHELMINALAAN II CORBULOSCHOOL REMfRANDTLAAN KON.JULIANALAAN PRINS BERNHARDLAAN KON.WILHELMINALAAN III ZWARTE LAAN OUDE DORPSKERN I•II V00RH0ESTRAAT WESTEINDE LAAN VAN MIDDENBURC PR.MARIANNELAAN I DR.MARIANNELAAN II RRINCKHORSTLAAN OUDE DORPSKERN III
TH NB TH RN NN TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH TH
VL VL VL VL RL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
79 36 293
66 67 67 66 70 60 61 59 61 66 70 66 70 66 74 72 73 6b 68 66 72 66 69 66 70 66 70 66 69 67 69 66 67
SPOORLAAN II OOSTHOUT A OOSTHOUT B INDUSTRIETERREIN
NB NB NB
PL RL RL IL
NASSAU/BLOEMENWIJK ADM.DE RUYTERSINGEL VAN DULMPLEIN VEURSEWEG/ROUKOOPLAAN VAN BEETHOVENLAAN LEIDSEWEG K.B.O.SCHOOL C.C. K.DOORMANLN./GEN.SPRLN. LEIDSEWEG-NOORD DIV.GELUICGEVOEL.OBJECT , KONINGIN JULIANALAAN DIVERSEN
RC NB NB
SA SA
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
BRUGCENTRUM/REHORST RRUGWEG/HENEGOUwERUEG
NB SA
VL VL
1 2
••••
+•••
o***
XXXO 00»« XXXO
••.. 00**
XX*» • XX. XXOO XXOO
OUDE HAVEN
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
.+••
xxxo
ROSMOLEN
1 2 3 4
1987
.XXX XXX .
1
1 2 3 4 5 b 7 8 9 1D 11 12 13 11 IS 16 17
193? 1983 1984 198S 1986 . ..X X. . . ..XX XOOO XXOO 00»* ••..
66 71 6b 71 6b 71
2
VALKEN3URG
68
200 1 <+ 3
88 84 3<4 72 35 76 25 13-4 55 32 68
.xoo ..xo , X. . ,.xo
I ••.
i • X •
• • + 4
,.x ..X ..X ..X
75
o. •• o .•• xoo. • • • • xoo. • • + • . .xo o.•• . .xo o. • • ..xo . .xo
•XO* «... . .xo •••• ••••
63
• •..
. .xo o»*«
84 17
51 67 57 59
XX. . .XX . . XX. .XX. .XX. . .XX .XX. XX . .XX XXX
66 75
16 68
61 65 71 75
o**
xxoo
..••
»• •• 0.«< o. •< xoo.
• •. • • 4
PROVINCIE GEMEENTEN
ZUID-HOLLAND SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
RRUGCENTRUM W.DE ZWIJGERLAAN CHOPINLAAN NOORDKADE ZUIOKADE A-INR.
SA RC RC SA NB SA SA SA SA SA ZO
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL
85 60 20 10 100 15 60 50 30 100
G G G G 0 G G G G G
71 61 61 61 61 66 61 61 61 61
75 65 65 65 65 70 65 65 65 65
1 2 3 1 5
TER WEER RIJKSTPAATWEG,BUURT HS NR.165-175 RIJKSSTRAATWEG BUURT KERKEHOUT RIJKSSTRAATWEG DEN DEIJL HOFCAMP WIEGMANWEG
NB SA SA SA NB
VL VL VL VL VL
7 6 29 61 91
0
60 66 70 70 66
70 75 75 75 67
WATERINGEN
1 2 3
SECONDAIRE WEG SW 11 TERTIARE WEG TW 56 (NIEUW) WEGEN A T/M O
WOERDEN
1 2 3 1 5 6 7 8 9
MOLENVLIET (VAK T) MOLENVLIET (VAK 0) RIETVELD MOLENVLIET-WEST I MOLENVLIETBAAN BARWOUTSWAARDER DIVERSE PLANNEN A DIVERSEN PLANNEN B 3A-INRICHT.
NB NB NB NB NB NB SA SA ZO SA
VL IL VL VL VL VL VL IL VL VL IL IL
15 93 23 ISO 88 53 32 28
G 3 G G G G G G G
WADDINXVEEN
3 1
JULIANA V.STOLBERGLAAN SNIEPWEG
5
KANAALSTRAAT
6
BEETHOVENLAAN
7
8 9 10 11 12 13 WAS SF NA AR
i ï
3 CO
I r
8 O
I 2 Ni O
&
GLOBA AANTAL AANLEIOING WERKZAAM- LAUAAI- WOON- SOORT GELUI EENH. MAATR. BEL. HEDEN BRON
10
ZUIDPLAS
CMC/MELKUNIE
WOE°DEN
WOUBPUGGE
1
Ai»
ZEVENHUIZEN
1 2
BURG.KLINKHAMERwEG/N SWANLA
SA NN
VL VL
155
1 2 3 1 5 6
DE LUS A VS DE LUS B DE LUS C VEILINGTERPEIN NOORD ORANJEPAPK
NB NB NB NB NB NB
VL VL VL VL RL VL RL VL
121 10
ZWI JNDRECHT
VL
KERKSTR.,H006MADE/KERKWEG,WOUBRUG
IVIGI
0
69 1991 199? 1983 1981 198S 1986 ••••
••••
4 44 4
4 444
XX.. XX. . . .XX XX. . XX. . XX. . XX. . ..XX . .XX XXXX 0000 0000 0000
4444 • •• •
• • • •
60 60 70 60 60 60 70 66 70 56 56 66 56 56 56
4 44 4 . .•• . .••
• •.. • •• • • •.. .. • •
4 444 . .••
• •• •
. .•• • • • • • •• • • •• • • •.. • • • • • •• •
xxxx xxxx 6Q 75
XX. .
..00 00»»
4 444
.000
4 444
66 70 XX.
138 1 68
G 6 O G G
56 56 56 56 61 61
70 65 70 70 65 65
.00. ..44 4 4 4 . ...3 0.44 ..444... ..X. .004 4444 ...X ..X. ...3
44.. 4... 0.44 .444
1987
PROVINCIE
AANLEIDING
RIJNMOND
WERKZAAM"
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
GEMEENTEN
BERNISSE
BRIELLE
CAPELLE
A/D
IJSSEL
HELLEVOETSLUIS
JBHVEFJKB;
BRON
KERN ZICDEwIJ (A) ZIEDEWIJ (B) ZIEDEWIJ (O BUITENGEBIED BINNENLAND SMITSHOEK MOLENVLIET ORANJEWIJK
NN NN
NN NB TH NN TH
RL VL VL
1 2 3 4 5 f. 7 8 9 10
ZUIDLAMD STATIONSWEG A ZUIDLAND STATIONSWEG B ZUIDLAND HOOFD SIMONSHAVEN/MOLENDIJK/GARSDIJK/BEVER SIMONSHAVEN -RING GEERVLIET DORP O U O E N H O O P N CORP ZUIDLAND-KERCKHOEK V GEERVLIET-NOORDDIJK INTERGEMEENTELIJK
SA SA SA SA SA SA NB NB NB ZO
1 2 3 4 5 6 7 8 9 1D 1 1
HEENVLIET-GROENE KRUISWE G/KANAALD. ZWARTEWAAL OSSEWEI ZWARTEWAAL MOLENDIJK VIERPOLDERS GROENE KRUISWEG GROENE KRUISWEG VEILINGTERREIN/G^OENF KRUISWEG ZUURLAND OOSTVOORNSEWEG MOLENWATER/ANG.MERULAPL./A.VERHUELLS OOSTVOORNE SCHRIJVERSDIJK BOOGERDWEG/RIJKSSTRAATWEG EN DE RIK INTERGEMEENTELIJK
1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 6
1 2 3 4 5 6 7 8 9
BARENDRECHT
HEDEN
LAWAAI-
AANTAL WOON- SOORT EENH. MAATR.
GELUIDS-
BEL
1981
70 70 7C 7C 80
32 12 25 8 47 10 9 «1 25
G G G G G 0 G C G
66 66 66 66 66
VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL
17 1 1 15 2 7 60 50
6
70 66 66 6b 70 66
NB NB NB NP NB NB NE N3 NB RC ZO
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL
15 48 1 18 6 1 2 25 7
G
SCHOLEN WONINGEN A.V.PIJCKEVORSSEL S-GRAVELAND IJSSELWERF VUIJK VAN D E R G I E S S E N VEPKEERSLAWAAIONDERZOEK
SA SA TH NB ZO ZO ZO VP
VL VL VL VL IL IL IL VL
45 8 174
G G
65 71
G C
65 65 65 65 60
CRUYSENHOEK LANGENHOEK NIEUW H E L V O E T ZUID NIEUW H E L V O E T WEST O O P P EN H O O N A A R T DE K U L C K
TH TH TH TH TH
VL VL VL VL VL VL
10 54 80 6 5 6
1.STORMPOLDEP 2.ST0RMPOLCER K O R T L A N D A. KORTLAND B. LANGELAND A LANGELANO B
ZO SA ZO SA NB ZO
IL VL IL VL VL IL
4 4
VL VL IL RL
VL
RL
G
65
66 75 60 65 65 75 75 70 70 70 75 70
6J 65 60 65
ia
G G G G G G G G
70
GLC 3 A L E
66 66 66 66 66 66 66 66 61 50 50
70 70 70 70 70 70 70 70 65 65 60
1932
1983 1984 1 9 8 5
xxxx
00**
• •• •
XXX XXX XXX XX •••• • •.. ... X xxoo • • X X . . 00. . • •
.XXX
xxoo
• •• • +
XX. . XX. .
xxxo xo*«
000»
• ••.
. .XX X . . • • XXO 0 . . . . XX3 0 . . .
. . . . .
.xxo
.XX .XX . XX .XX .XX
0 •• +
. .XX
xooo 0 * • • xooo 0 • • • xooo o*** xxoo 0 • • • xooo 0 • • • «... xooo 0 • • •
...X x x x o 000* »••. . .XX X X O O 00** • • . . . .XX XX. . . ..X X X O O 00. . .0*» » • • . .00» • • . . . .0* • •« . XOO* XXO*
xxo» xxo*
• •• + • •.. • •. • • •..
XX.. 0 0 0 . 71 66 66 71 71 71
75 70 70 75 75 75
55 60 55 65 60 55
60 65 60 70 65 60
XXX XXX XXX XXX XXX XXX
000 000 000 000 000 000
000 000 000 000 000 000
34
O KRIMPEN
51
A/D
IJSSEL
1 2 3 4 5 6
75 150 56
0 G 0 G G 0
1986
.XXX 0 0 0 0 . XXX 0 0 0 0 . XX. .XX. . .XX 0 0 0 0
xxoo
• •• • • •..
0000 0000 00** 0000
• +• + • ••. • •• • •
•... • ... •... •... •... • ...
PROVINCIE GEMEENTEN KRIMPEN
A/O
MAASSLUIS
POORTUGAAL
RH O ON
RIDDERKERK
a> a>
O. (0
;* 3 CD N
§ 3 CQ
I <£>
3 § O 3" O
I I 2 O
ê
ROT T F R D A M
AANLEIDING WERKZAAM HEDEN
RIJNMOND SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN IJSSEL
7
INTERGEMEENTELIJK
LAWAAIBRON
ZO
IL
AANTAL WOON- SOORT E E N H . MAATR
GLOBALE GELUIDSBEL. 1951 55
ZWALUWSTPAAT P. V . A N P O O Y L A A N P.C.HOOFTLAAN
TH TH TH
VL VL VL
126 63 126
G G G
66 69 66 69 66 69
1 2 3 1 5
ROOMGAARDSHOEK PROEFPROJECT METROBAAN ZUID-C POORTUGAAL-NOORD
NB SA NB
221
G 0 0 0 0
55 65 69 71
ZO
VL VL PL IL IL
1 2 3
NOORD-WEST NOORD-OOST-MIODEN CENTRU"-ONTwERP
NB NB NB
VL VL VL
1 2 3 N 5 6 7
VERKEEPSCIPCULATIE A-INPICHTINGEN RIDDERKERK-WEST KONINGINNEWEG V.STOLPERGLAAN DONKERSLOOT T-ZAND AUTOSNELWEGEN
ZO NN RN SA NB SA
VL IL VL VL VL VL VL
1 2 3 1 S 6 7 8 9 10 11 12 13 11 15 16 17 18 19 20 21 22 23 21 25 26 27 28 29 30 31 32 33 31
zo
EN
OUD-REIJER*
.GROENEN DAAL (WITSTOK) .GROENEN DAAL (WITSTOK) R O E N E N D A AL ( LEO DE J O N G E ) R O E N E N D A AL ( LEO DF J O N G E ) R O E N E N D A AL ( LEO DE J O N G E ) R O E N E N D A AL ( S P A A N S F K A D E - B L O M ) R O E N E N D A AL ( S P A A N S F K A D E - B L O M ) L A A K O V E R BOUW (BLOM) IPHOF ROENENDA AL-ZUID/OOST A R I N G V L I ET (STUD.HUISVESTING) OOMPJES- HERTEKADE ROENENDA AL ( S H E L L ) HURCHILL PLEIN UDE H A V E N / OOSTPLEIN ERTEKADE AAGSEVEE R / POMPENBURG O U D S E WA GENSTRAAT ENDRACHT S T R A A T VAN BRAKELSTRAAT CHOUWBUR GPLEIN (V.NIEROP) PENGATEN ENDRACHT COOL (A12) DE W I T T S T R A A T ACOBUSST STRAAT WARTEPAA RAAT / M A U R I T S S T R A A T CHIEDAMS RDENSTRAAT SEENA -(C EVEST / V A S T E L A N D EES DAM ) OK A JEENA uJEENA OK B OK Cl rfEENA O K A T I E D3 JEENA OKATIE E JEENA O K A T I E D2 wJEENA ROCHUSSEN STRAAT / NISS LOKATIE
w
. u u
NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NP NB NB NB NB NB NB NR NB NB NB
tQ 15 RL RL RL
97 95 10
1985
1986
«... .•0»
XX X X J O . ..X
• ...
00»«
• •
xxoo
0 0 . . •••.
.XXX
xxoo xxoo 60 79 60 79 60 65
XOOO 0 • • • . .XX 000 . . • • . ..X X X . . 000.
••..
G G
xxxx xxxx
65
0***
XXX
. .xo xxxx
66
60 100 80 80 230 226
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
0000
.•• .
• XO»
5C0
VL VL VL VL VL
VL
1981
XXOO
. .XX
10 18
120 50 110 6 18 150 10 38 210
VL
1983
xxxx
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
VL
193?
60
1 2 3
30
71
100 146
RL
29 12 85 19 90
15 55 15 72 120 210 100 150 210 280 210 223
••+•
••+•
G G G G G G G G G G
66 66 66 66 66 66 66 71 66
70 70 70 70 70 7C 7C 75 70
66 55
70 55
G G G G G G G
71 66 66 66 66 66
75 70 70 70 70 70
66 55 55 66 55
70 55 55 70 55
.xxo
• •• •
,XD*
• •..
66 66 61 66 66 66 66 66 66 66 66 66
70 70 65 70 70 70 70 70 70 70 70 70
.xo»
• •. .
..XX ...X
00*» • • . . 0* • • • . . . . . X X 0 0** ••• •
xo«»
• •• •
G G G 6 G G G G G G G G G
. . . . . . . .
.XX .XX .XX . XX .XX .XX .XX .XX
00.» 00.» 00.» 00.* 00.» 00.» 00.* 00.» ..XX . XX.
• xxo
..XX
.XXD . .XX • XX. . .XX 0 •• •
• •• + • •• • • +• • • •• • • •• • • 4• •
• •+ • • • • •
oo«*
• •• +
00**
• •..
0•• • 0 •• • 00«* ...0
• •..
00. .
••••
• •.. • •.. . . ••
••.. ••».
• •• •
... X x o o * . ..X x o o * . . .X x o o * ..XX 0 •• •
• •• * • •• • • •• • + •• •
..XX ..XX . .XX
0.»«
• •• •
0** 0*«
1987
JITUATIE/BESTE^MTNGSPLAN 35 36 37 38 39 4 0 41 "42 13 14 <l
45 «6 M 7 18 'i9
50 51 S2 53 5t 55 56 57 SS 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69
10 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80
°1 32 H i
84 85 86 87 88 89 90 91 92
AANLEIDING WERK Z A A M - L A W A A I HEDEN BRON
GEE DRIEHOEK O P E N G A T E N OUDF W E S T E N OMEG A (ANNA P A U L I W N A S T R A A T ) SAFF E L P L E I N A R T H O T H E E K (GOUV E P N E S T R A A T ) ( COOLSESTRAAT,WEENA) H E N L GOUWERLAAN S C H O OL A ( G I R O D I - O U O F W E S T E N S C H O OL E ( C U I S T ) - O U E E W E S T E N KRUI SPLEIN VIER A M B A C H T S T R A A T / M A T H E N E S S E R L A A N WEST Z I E K E N H U I S ( C L A E S DE V R I E S E L A A N ) ouiv E N O O R D E S T R A A T V.D. P O F L S T R A A T / J .V .D . V U C H T S T R A A T H E E M R A A D S S I N G E L / C L A F S OE V R I E S E L A A N B U I T E N D I J K S IE F ASE B U I T E N D I J K S 2E F ASE HAVE N S T R A A T B U I T E N D I J K S 3E F ASE (WILTONHAVEN) B U I T E N D I J K S ME F ASE (V. W I J N G A A R D E N ) O P E N G A T E N (SCHA N S ) GEUZ ENBLOK MULL ERPIER ( A B P ) wu ( A B P ) PK *ULL ERPIER ( A B P ) VS MULL E R P I E R SCHO O N D E R L O O L.DI JKSTRAAT B I N N E N D I J K S («AA L D I J K ) BELL AMYSTRAAT Z E S T I E N H O V F N S E K A DE ( B U R G . B O S S T R A A T I T H E A DORA J A C O B A L AAN OPEN GATEN AGNIE SEBUURT (E1511E RINS NOOR D S I N G E L AGNI E S E S T R . / H E E M S T E E S T R . / W A T E R I N G S T R S C H E V E N I N G S E S T R A AT R E G I NA ( S T A T I O N S S T R A A T ) STAT I O N S S I N G E L S P O O R S I N G E L (PUS ) V.D. S L U Y S S T R . / V . W A F R S C H U T S T R A A T H A R D D R A V E R S T R A A T / KL . C O O L B E N T I N C K P L E I N (H E R V . S T . B E J . I B E N T I N C K L A A N /VA N A E " S S E N L A A N B E N T I N C K P L E I N (P W S ) H O G E L I M I E T (APE E L W E G ) ABEE L W E G / C Y P R C S L A A N ZWAA N S H A L S 2 7 2 - 2 74 K O G P ON I A r J A C O B C A T S S T R A A T NOOR DSINGEL K O G P ON III : BOEZ EMSINGEL H O P P E S T E I J N (UIT B R . B O E Z E M S I N G E L ) VAN R E Y N - / P L E R E T S T P A A T L I N K ER R O T T E K A D E VAN R E Y N S T R A A T / C R O O S W I J K S E S T R A A T SL AC H T H U I S T E R R E I N 3 E - 4 E F A S E GOUD SEUIJK KEPK / G O U D S E R I J W E G ( S T . H U I S V E S T I N G » CROO SWIJKSEWFG / PLERETSTRAAT JAFF A . F U I K S T R . , 0 M M O O R D S E S T R
NE NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NP NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB " NB NP NB NB NB NB NP. NB NB NB NB NB NB NB NB NS
AANTAL WOON- SOORT EENH. HAATR.
VL VL
200
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
13 ?D 75 50 20 120 8 35 80
24 28
TO
150 200 133 44 200 100
ia 35 80 150 100 20 21
VL VL VL
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
RL
72
GLOBALE GELUTDS
BEL
1991
1932
6b 70 61 55
65 55
. .XX 0»* •
G G S G G G G G G G G G
66 56 66 5b 56 71 71 66 56 56 61 6b 61 61 61 bl 5b 56 61 61 61 61 5b
70 60
. .XO . * • • . .XO • • • • . . .X 0***
6 G G G G G G G G G G
7n
200 14
B
61 65 55 55
100 13 86 20 100 20 45 15 36 50 30 70 70 76 68 34 4 41 5 181 60 60 25 200 40 ISO 80 150 40 57
G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G
56 56 61 71 61 5b 61 61 61 5b 5b 66 6b 66 61 61 66 66 71 61 61 61 56 66 61 61 61 61 61 66
60 60 65 75 65 60 65 65 65 60 60 70 70 70 b5 65 70 70 75 70 65 65 60 70 65 65 65 65 65 70
198
. .XX 0**
G G
60 60 75 75 70 60 60 65 70 65 65 65 65 60 60 65 65 65 65 60
1984 1985
1983
t ••• . • • • • . • •
• • • •
xo*»
• • •
• • • •
.••
• • • •
•
0 • • •
• • • +
.xo* o***
• * * *
•
• • .
• • • •
•
• * .
. .XX
0 • • •
* • •
.xo»
• • • •
.
. .XX
.
.••
.
• . .
•
. X X . 0***
• • • •
xo** . .xo
• • •
+
..XD
• + •
*
.. xo . .xo
• • • •
• XO*
• • • *
xo»* ...» . .XI ... X .
..
.•• ••
.XO* . .X)
.xo* . .xo
•
• • •
xo»* . .xo
•
• • •
. .XD
. .xo
• • • •
xoo» xoo*
• •*
xo»»
+ • ••
•
• • • •
. .xo • • • • . .xo * * ** • * .
.
• • • • • • • •
•
• . .
0 • • +
•
• • .
• ••
.
• •.
.
• • • •
•
* . .
• •• +
•
• • .
* + •
•
• . .
•
• • .
+
* • • . • • •
•
• • •
+
• • • •
• xo» * * * •* • . . •
+ • •
X0+*
• • • •
xo** xoo* • xo* • xo» xo»»
• • • • • • •
•
• • • •
•
• . .
• • • •
•
• • .
•
• • .
..XX 0 0 » * . .XO • • • • ..XO • • • •
• xo»
• • • •
...X ...X XO»»
00*» 0»» • • • • •
• • •
•
•
• • .
• • • •
•
• • .
• • •
•
• . .
•
•
• . .
• * * .
+* *
PROVINCIE
AANLEIDING
RIJNMOND
WERKZAAMGEMEENTEN ROTTERDAM
CD CD Q. CD
7s CU
3 <T> J-I
N
§; 3 CQ
r
3" O
i I N3 O
g
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
93 91 95 96 97 98 99 100 101 102 103 101 105 106 107 108 109 110 111 112 113 111 115 116 117 118 119 120 121 122 123 121 125 126 127 128 129 130 131 132 133 131 135 136 137 138 139 110 Hl 112 113 111 115 116 117 118 119 150
J A F F S II VL 1 E T K . , S C H I N K E L S T R . , G O U D S E B U R G . LEF DE M O N T I G N Y L U S T H OF III B ( C U I S T I L U S T H OF III C n.u.L .(HONI N G E R D I J K ) BUIZE NGAT / TOLEDO K R A L l N G S E V E ER H E I J D N A H O F {ABP - G R O O S M A N ) Z E V E N K A M P I I I . J E L L E S WW Z E V E N K A M P I I I . J E L L E S H VAT Z E V E N K A M P I I I , J E L L E S PH ZEVEN KAMP I V . M I D D E N /ZELFBOUW ZEVEN KAMP I V . H O U T S K L L E T ZEVEN KAMP, MIDDEN ZEVEN KAMP, ABP VASTGOED Z E V E N KAMP , M I D D E N M U L T I ZEVEN KAMP I II.ST.ONZF WONING ZEVEN KAMP I V, H A Z E W I N K E L Z E V E N K A M P I V, H A Z E W I N K E L O O S T E R F L A N K P, A P O N V . D . 9 E P G OOSTf RFLANK B, WEEDA OOSTE RFLANK B, WEEDA OOSTE RFLANK E , PUS /SIGMOND OOSTE RFLANK A , S T . H U M A N I T A S O O S T E RFLANK B, E L E M E N T U M OOSTE RFLANK B, PWS NEMAG S M I T F O P T (K A T E N D R E C H T S E L A A N 1 C I T E X (IE K A T E N D R E C H T S E H O O F D ) KATEN DRECHT SELAAN IE KA T E N D R E C H T S E H A V E N 2 E KA T E N D R E C H T S E H A V E N 2E KA T E N D R E C H T S E H O O F O PUTSE LAAN , MAASHAVEN OPENG ATEN T I 0 R A N J E B 0 0 M S T R . S T E V E N H C 3 ORANJ E B O O M S TRAAT 7 1 - 1 3 3 ORANJ E P O O M S TRAAT 383-113 PRINS HENDR IKLAAN E ZOOM . W I L G E W EERD GROEN EIDE PAASW PLEIN KREEK WAARD I I , WW BEVER WAARD I I , H VAT BEVEP WAARD I V , G R O O S M A N UW BEVER NBURGH ,PH SONNE VEN,WW DOKHA OLDERS ZUIDP OENSES TRAAT,WW BOERG LEIN W TRAAT,PH Z U I D D LEIN ( w Z U I D P S I A G E B B A M ) "H IED GEROE NGAT BUIZE SLAAK L U S T H OF III JAFFA I "OTOR STRAAT / DORDTSFSTRAATWEG SANDE LINGEN PLEIN P E P E R K L I P 5 19
HEDEN
NB NB N9 NB NB NB NB NB NB NB NE NB NB NB NB NR NB NB NR NB NP NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NP NB NB NB NB NP NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB N9 NB NB
AANTAL
GLOBALE
LAWAAI-
W00N-
SOORT
BRON
EENH.
MAATR.
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL VL VL VL VL VL VL VL VL PL RL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
RL
85 1 50 13 300 70 30 100 220 16 92 100 10 52 10 53 250 280 100 210 200 50 280 80 100 75 18 60 60 19 80 180 160 32 70 70 10 18 21 37 39 200 18 50 71 215 21 23 500 60 285 19 80 22 10 82 52 209
73
GELUIDSBEL.
66 61 66 66 66 61 56 56 61 61 61 61 61 61 61 61 61 61 61 66 66 66 61 61 61 61 61 61 61 61 61 61 61 56 61 71 71 61 61 66 66 61 61 61 66 61 61 66 66 66
1991
70 65 70 70 70 70 60 60 65 65 65 65 65 65 65 65 65 65 65 70 70 70 65 65 65 65 65 65 65 65 65 65 65 70 75 75 75 65 65 70 70 65 65 65 70 65 65 70 70 70
1932
1983
»••• ••.. •••• •• •• xoo* xo • • • • • • ..xo • •« • x o * * • ••« .xo* • • • • .xo* • • • • .xo* • • • • xo*» • • • • xo** • • * . xo** • • • • XO»» • • • • .xo» • • • • X0»+ xo** xo* + .xo* • + •• ,XO* • • • • .xo» * • • • xoo* • • • • .xo» • • • • .xo» • • • • .xo» • • • •
198<4
1985
1986
1987
xo** .xo* xo** • XO*
..xo ..xo ..xo
• • • • •••. • •• • • «.. ••.. •••• •... •••. ••.. ••.. +••• ••.. •... •••• + * * . *•+• •+•. • ••« • • . . ++•• • +•• • •.. • ••• • •.. «... ••.. «••• •••• *••• •••«
.. xo .xo* .xo* .xo* .xo* .xo* .xo* .xo* ...X .xo* .xo* . xo* .xo* .xo* .xo* xo**
• •• •
• •••
• •• •
• •• •
• •• 4
• •••
• •• • • •• • + •• • • ••• • • • • • •• • • •• • • ••• • 4 • +
*«**
•••• •••• •«•• •••• *••* •••• •••• O*** •••• •••• •••• «••• •••• •«•• •••. xoo* xoo*
• •.. ••.. • •.. .xo* •••• ..xo * • • • • « • • • • • ••«
•... * *.. ••.. •»•• •••• •••• •+•* •••• ••.. •••. ••••
•••• ••«•
•••• ••..
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN 151 152 153 1514 155 15b 157 158 159 160 161 162 163 161 165 166 lb7 168 169 170 171 172 173 171 175 176 177 178 179 180 181 182 183 181 185 186 187 188 159 190 191 192 193 191 195 196 197 198 199 200 201 202 203 201 205 206 207 208
AANLEIDING WERKZAAMHEOEN
OPEN GATEN OUDE WESTEN SLACHTHUIS CROCSWIJK JAMIN O U D - EN N I E U W C R O O S W I J K JONKER FRANSSTRAAT VASTELAND V O N D E L W E G , WARANDA ZEVENKAMP,DEELPLAN I Z E V E N K A M P , D E E L P L A N II O O S T E R F L A N K , DE H O E K S T E E N SENTINCKPLEIN / STATENWEG SCHIEOAMSESINGEL 227 TRAMREMISE N.BINNEN WEG/SCHONEBERGERw ZWAANSHALS 290-311 ZAAGMOLENKADF 3-6 Z A A G M O L E N D R I F T 1-12 N O O R D S I N G E L 3-9 Z W A A N S H A L S 236-216 ZAAGMOLENKADE 1-6,21-31 ZWAANSHALS 290-318 ZAAGMOLENSTRAAT 20-6? CROOSWIJKSEWEG 83-99 LINKER ROTTEKADE 37-39,38-10 CROOSWIJKSEWEG 126-112 PIJPERSTPAAT 12-61 P I J P E R S T P A A T 1-33 CROOSWIJKSESTRAAT 108-122 SOPHIAKADE 1-71,2-70 VEERLAAN 58-72 VEERLAAN 71-91 PUTSELAAN 5-15 PRETORIALAAN 77-105 PUTSELAAN 119-213 PUTSELAAN 223-253 ORANJEBOOMSTRAAT 215-311 ROSESPOORSTRAAT 21-31 E N T R E P O T S T P A A T 7-11 STIELTJESPLEIN 1-13 STIELTJESSTRAAT 2-16 GROENE HILLEDIJK 331-310 3REE 110-206 LANGE GEER 8 9 - 1 0 3 CHARLOIS (P 7it) WESTDUELSTR .2-18.21WOLPHAERTSBOCHT 36-16 H E T N I E U W E WERK ( A 1 8 I W E S T Z E E D I J K FEIJENOORD (K87) POORTGEBOUW HENDPIK DE KErZERSTR./LINK.ROT TEKADE R I J K S W E G 1 3 , FASE 2 W O N I N G . » 2 SCHP RW 13 G E L U I D S C H E P M A / D B E C R A M M I N G RW 13 W O N I N G E N A / D B E C R A M M I N G MAASTUNNELPLEIN HAVENSPOORLIJN GELUIDSCHERM HAVENSPOORLIJN, WONINGEN RW 16 B R I E N E N O O R D C O R R I D O R A A R D E N WAL Rw 16 B R I E N E N O O R D WONINGEN RIJKSWEG 19, PERNIS S C H A N S W E G , R I J K S W E G 20
NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB N? RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN RN SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA
LAWAAIBRON VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL RL VL RL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL RL RL VL VL VL VL VL
AANTAL «00N- SOORT EENH. MAATR. 21 195 68 87 87 72 38 92 70 197 128 1 13 16 1 5 5 9 12 18 22 9 1 9 12 16 9 61 11 21 10 32 10 18 10 6 18 7 8 6 60 8 70 8 18 28 22 156 36 131 1600
200 28
G G G G G G G G G G G G 5 G G G G G G G G G G G G G G G G G G G 3 G G G 6 G G G G 9 G G G G G G 0 G G 0 G 0 0 G 0 G
GLOBALE GELUIDS BEL
66 66 66 66 71 71 66 66 71 66 66 66 66 66 71 71 66 66 6b 66 66 66 66 71 71 66 71 66 66 71 66 66 66 66 66 66 66 71 66 66 6b 66 66 66 71 71 71
71 1991
1932
4 44 4
• •••
•
• • •
• •• •
• •• •
• + ••
• * 4 4
4 * 4 4
4 44
4
• •*••
4 4 4
4
75 70 70 70 70 70 70 70 75 75 70 75 70 70 75 70 70 70 70 70 70 75 75 75 75 75 75 75 75 75 75 77
4 4 4 4
4 4 4 4
• •• •
4 44 4
• •• •
4 44 4
•
4 + • 4
4 4 4 4
4 * *
. X3» .XO* . .XX . .3» . ..X ... X ...X . ..X ...X XO** . .X3 ..X3 ..X3 ... X • X3* ..X» • XO* . .X3 ..X» ,.X3 • X3* • XO* ..X3 .XO* .XO* • X3* . .X3 ..X3 .X3* • X3* • XO* . XX* • XO* • X3* XX** 0030
1 9 6 1 1<
• + + •
• •• •
70 70 70 70 75 75 70 70 75 70 70 70 70 70 75
1983
•
• • . . * * 4 *
0 44 4 4 4 .
.
00+* 00** 0 •• •
4 . . .
0 +• •
4 4 . .
00**
4 44 4
• • . . 4 4 4 4 4 4 4
.
4 4 4 4
0 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
4 4 .
.
4 4 4 4 4 4 4
.
4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
4
4 4 4 4
4 4 . .
4 4 4 4 4 4 4
.
4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
.
4 4 4 4 4 4 4
4 4 .
.
.
4 4 4 4
**. .
4 4 4 4
4 4 4 ,
• • •
0*** 0*** 0 •••
. . .0 0 • • • ..33 ..33
. .XX
4 4 4 4 4 4 4 4
4 44 4
4 4 4
4
4 44 4
4 4 4 4
4 4 4 4
4 4 4 4
4 4 4 4
44 4 *
4 4 4 4
Q 4 4 4
4
4
PROVINCIE GEMEENTEN ROTTERDAM
ROZENBURG
RIJNMOND SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
209 210 211 21Z 213 21* 215 216 217 218 219
1 2 3
*
5 6 7 8 9 10 11 12 SCHIEDAM
1 2 3
*
5 b 7 8 9 10
1 1
N3 O
UI
12 13 11 15 16 17 18 19 20 21 22 23 2* 25 26 27 28 29 3D 31 32 33
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
LAWAAI BRON
S -GRAVENDIJKWAL HENEGOUWERLAAN STATENWEG STREVELSUEG BREE, BREEWEG DORPSWEG STADHOUDERSWEG PLEINWEG DOKLAAN SCHIEKADE SCHIEWEG
SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
7E U I T . W - B O U L E V A P D P-H 9E U I T . W - B O U L E V A R D 9E U I T . W - B O U L E V A R D W-W B 9E U I T . W - B O U L E V A R D W-W C 9E U I T . W - B O U L E V A R D W - W D 9E U I T . W - B O U L E V A R D W - W E PREMIE-KOOPWONINGEN A 9E U I T . W - B O U L E V A R D B 9E W - B O U L E V A R D PK C 10E U I T . W - B O U L E V A R D W . w 8E U I T W . W - B O U L E V A R D V.W A-INRICHTINGEN
NB NB NB NB NB NB NB NS NB NB NB ZO
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL
MOZARTLAAN ORELIOSINGEL SCHUTTERSVELD M A R I A S T R A A T FASE 1 BLOK 2,8,9 M A R I A S T R A A T F A S E 2 S L O K 1 EN 20 NIEUWE HAVEN VELLEVEST S C H I E N O K O FASE 1 WESTVEST STATIONSTRAAT WATTSTRAAT L A N D VAN R I S BOERHAAVEPLEIN ROTTERDAMSEDIJK WILLEMSKADE WILMA WILLEMSKADE MUWI G.T.3.TERREIN HOOFDSTRAAT HOOFDSTRAAT ZUID HOOFDPLEIN NIEUWE MAASSTRAAT BETHELKERK WOUDHOEK-NOORD 2C*20**B1 WOUDHOEK-NOORD *A«3B*3A WOUDHOEK-NOORD 3C**B2 W O U D H O E K - N O O R D 2B SLACHT HUISBUURT/VIJFSLUIZEN WIJK OOST H O G E N B A N W E G O V E R S C H I E S E W E G WEGVAK 650*630 SINGEL-OOSTERSTRAAT STATIONSPI. ORANJESTR.WEGVAK 350**O0 BURG.KNAPPE RTL.WFGVAK 3 00/310/3*0/29 BUR6.KNAPPERTLN.WEGVAK 270
NB NB NB ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST NB ST ST ST ST ST ST ST ST NB NB NB NB RC RC SA SA SA SA SA
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
AANTAL WOON- SOORT EENH. MAATR.
200 121 50 223 205 *S7 130
G
<406
G G G G
50 255 320 IL IL IL IL IL IL IL IL IL IL IL
IL IL RL
IL RL IL IL IL IL IL IL IL IL
IL IL IL IL
IL
72 77 77 27 50 5* 23 25 25 60 38
75
GLOBA GELUI BEL. 7* 7* 73 73 71 72 72 72
1981
1982 1983 198* 1985 1986 ..XX
75 7* 7* 7* 7* 7* 73 73
O*»• ..XX
•••• XO** XXOO XXO»
**** ••••
. .xx o*** XX
+ • • » +••4
+ • ••
• xxo
• •• •
.xxo xxxo xxo»
72 72 71
73 72
50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 *0
60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 70
60 55 50
G C
**
3* 10 10 5Q MO 1D0 25 50 30 15 70 80 100 15 100 80 15 *5 620 75 200 235 556 9*6 2*
G G G G G G G C G G G G G G G G G G G G G G G G G C
66
70
89 118 93
C
63
70
c c
67 69 68
66
70
70
68
1987
. .XX .XX. ..XX .XX.
XX. .
XX. XXXX . .XO « • • • ...X 0 * * * ..XO • • • • ,xo* ••• .xo» XO** • • . . ...x o * * * ...X O * * * XO** • • . . •XO* ..XO • • * • ...x o * * * • XO* • • • . ,.xo • • • • ..XO • « • • . .XO • • • • •XO* ... X O*** « . . .
. ..X
O*** xo** .XO*
*
••• •... •... •••. •
•*•.
..XO ..XO * .. . • •.. •••. ..xo • •••
*••• ••••
. .xo . .xo
• «••
.xo
•••« xo** xo**
••. ••,
PROVINCIE
RIJNMOND
AANLEIDING WERKZAAMHEUEN
GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
SCHIEDAM
34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71
°URG.K N A P P E R T L N . WEGV AK 25 O ROTTER D A M S E O I J K W E G V AK 57 O POTTER C A M S E O I J K WEGV AK 58 O 9R0EPV E S T WE GVAK 4 1 0 S-GRA V E L A N D SE WEG WE C V « K 4 3 0 TOKKER S T R A A T WEG VAK 64 O PIJPER S T P . / S WEEL INCK S I N 6 E L / J . » A G E N A A EGVA K 6 0 0 S C H O O L FAHREN H E I S T R .4 H.OE G R O O T S T R . 4 WEGV AK 64 O S C H O O L RURG.V . H A A P E N'LN 87 1 WEGVA K 1 7 0 S C H O O NIEUWE DAMLN . 7 6 2 «EG VAK 1 90 S C H O O L L.RAEM AEKERS TR.1 O WE GV AK 6 4 0 S C H O O L SCHOOL S T R . 8 WEGV AK 3 70 SC H O O L VALERI U S S T R . 29 W EGVA K 9 0 S C H O O L PARKWE 6 19 3 EN 1 9 5 W F G V A K 4 5 0 S C H O O L T L N . 25 W E G V A K 2 9 0 V E R P L . BURG.K NAPPER LN 2 WEG VAK 7 O 3 E J . T E H . W.ANDR I E S S E N H A R G L E I N 1 0 0 WEG VAK 50 BE J . T F H . B U R G . K NAPPER TLN . 59 w F G V A K 2 7 C B E J . T H N I E U W E DAMLA AN N R . 7 5 9 W E G VAK 190 S T . L I D U I N A S T P. 1 O WE GVAK 310 O V E R S C H I E S E S TRAA T (P R O V E N I F R S H U I S ) S-GRA VENLAN OSE EG W Z.GE D . P L E I N 4 0 D E L F L A NDSEWE r; S - G P A VELAND SEW C 0.7 G E O . S P O O R L I J N L . R A E M AEKERS TP.G E D . S P O O R L IJN P L . 4 0 - 4 V . H A A R E N L N . G E D . J V . Z U T P H E N S T R .PL . 4 0 N . D A M L N . 0 . 7 . GED N I E U W L A N D S P L . S T A T I O N V . H A A R E N L N . 2 .Z.N I E U W L A N O P L E I N N I E U W L ANOPLE IN Z .W V . H A A R E N L N . N . Z . N . O A M L N .V H O G E N D O R P S T O U I JN V . M A A S D A M S T R . L I M B U R G S T R I R U M S T OE BLA UWE BR UG S-GRA VELAND /SPA A N S E P O L D E K W I L H E L MINA E N WI L T O N H A V E N N I E U W MATHEN E S S E H O L L A N D I A DE L F L A N D S E W E G S C H I E N OKO
SA SA SA SA SA SA SA SA
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 1 3 14 15 16 17 18 19 20
GROENE KRUISWEG HEKELINGSEWEG-NIJVERHEIDSSTR. HE K E L I N G SE WE G - O R A N J E L A A N HEKELINGSEWEG-ZEEHELTENBUURT HEKELINGSEWEG-VOGELBUUPT H E K E L I N G SE W E G - M E P C A T O R L A A N HEKELINGSEWEG-WATERLAND HEKELINGSEWEG-CENTRUM 2 HEEMRAADLAAN-GROENEWOUD HEEMPAADLAAN-WATFRLAND HEEMPAADLAAN-STERRENKW. SCHENKELWEG-MOLENWEI VREDEHOFSTRAAT STATIONSSTRAAT VEERWEG ZIJLSTRAAT/IE HEULBRUGSTR. MARREWIJKLAAN A.M. DE JONGSTRAAT SLAUERHOFSTRAAT
RC RC RC RC RC RC RC RC RC RC RC RC RC RC RC RC RC ST ST
SPI jKENissr
SI SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA RN SA TH SA SA SA TH SA SA TH TH SA SA SA SA SA SA
LA.AAIBPOM VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL IL IL IL IL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
IL IL
IL
AANTAL «00N- SOORT EENH. MAATR 146 357 107 148 74 152 20
IL
RL RL RL RL RL RL
RL RL
15 166 105 72 72 26 100 9 47 36 60
4 1 1 48 30 20 60 60 30 50 60 7 2 5 1 2 20 1 2
C C C C C C C C C G C C G G G C 6 G C C C C
c G
GLOBALE GELUIDSBEL. 1991
193?
67 68 66 67 66 67 67 63 64 63 62 63 63 63 61 67 62 61 68 63 62 69 71 67
1983
1984
1985
XO**
+ •. .
1986
1987
XO**
•• ..
xo** • • xo* • • • . . X0»<
• •.. .X.0
XO** ••, xo** xo* •
•••* xo** • • . .
XO** • • . .XO X0 + * • • . . xo** • • . . xo**
••. xo** ••..
xo*< ..xo • • • • xo** • • . . xo** * * . .
67 61 61 68 68 62 65 65 65 65 65 66 66 67 72 67 68 62 62
••••
xo.* • * • . xo.» • • • . xo»* xo** • • . . xo** • • . . xo** xo** • • . . xo** xo** • • . . xo*• • • . . xo** • • . .
xo**
G G G G G G G G
G G G 0 G 0 G 0 G G G 0 G G G G G G G
76
xoo. xoo. xoo. •xoo • • . . xoo. xo** .XX. .00* * . . . .XX. • XX. .XXO .0** .xoo .xoo
••.. ••.. ••.. ••.. 00.. •*.. 00.. * * . . 00. . •«.. •«..
«*.. ««.. x... oo.. . * * . .xoo • • . . .x.. o o . . * * . . .xoo . • • . •xoo . • • .
••••
PROVINCIE GEMEENTEN SPUKENISSE
VLAARDINGEN
! !
1 WESTVOORNE
s
RIJNMOND SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
AANLEIOING «ERKZAAMHEOEN
LAWAAIBRON
AANTAL WO0N- SOORT EENH. MAATR.
21 22 23 21 25
WILLEMSHOEVELAAN PARALLELWEG VOGELZANG SCHIEKAMP HOOGWERF SPUKENISSE NOORO-GS
ST RC NN ZO
VL VL VL IL
1 20
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27
WEST 2 P.UNGALOWGEBIEO WEST 1 EMAUS ZOMERSTR./IE V.LEYDEN GAELSTR. MAASSTRAAT NESTLE/V.D.KOOY TOUWBAAN AFROL STADHUIS PUIZENGAT ZEEHELDENBUURT NIEUWELAAN A NIEUWELAAN B MARATHONWEG HOLY PABBERSPOLDER CENTRUM OOSTELIJK HAVENGEBIED BUITENDIJK-WEST VAN H O G E N D O R P L A A N KETHELWEG C E N T R U M W E S T LA C E N T R U M W E S T 10 PLANNING 19-8-1980 A 2740 W PLANNING 19-8-1980 B 1963 W PLANNING 19-8-1980 C 2454 W
NB NB NB ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST RC RC RC RC ZO ZO TH TH TH TH TH TH TH
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL IL VL VL VL VL VL VL VL
566 32 522 119 30 75 110 130 38 95 70 200 53 165
NN
VL
1
OUDEWEG
VL
RL
65
240 500 600
60 66 125 86
63
GLOBALE GELUIOS1931 BEL.
77 1982
62 70 65
G G
60 50 55 50 50 55 6U 55 55 60
0
60 60 60
65 60 65 65 60 60 60 60 65 60 60 65 65 65 71 65 70 75
66 70 63 65 65 70 67 55 65 55 65 55 65 60
1983
1984
1985
1986
,X0O .••. .X.. 0 0 . .X.. 00« .X. .
XXX 000. . ..3 0 0 0 . XX.. 003. 000. 000. 000. 0000 0003 0000
ooxx XXX. ..33 0003 XXX. XXX. . . .X . ..X . ..0 . ..3 0003 0003
00.. 000.
XX. . XX. . 00.. 00. .
• ••• • •• • • •• i
1987
PROVINCIE GEMEENTEN
ARNEMuIDEN
SITUATIE/BESTEMMINGSpLAN
1 2 3
AXEL
LAWAAIBRON
3ERD .TERR.TUINDORP T POLDEPTJE BUITENGEBIED
SA TH ZO
NOORDPOLDER SMITSSCHORRE VAARTWlJK ZUIDDORPE OUDE MOLEN
NB ZO NB NB
IL VL VL
GOESESTRAATwEG PONDWEG S-GRAVENPOLDER R O N D W E G HOE D E K E N S K E R K E VCP H E I N K E N S Z A N D WEGEN ALGEMEEN 3EDR.TERR.MAAIKLINKH0EK BEOR.TERR. S-GPAVENPOLOER BEDR.TERP.NOOROLANDSEWEG SEDR.TERR.HEINKENSZANOSEWEG
TH TH TH TH TH ZO ZO ZO
VL
11 12 13 11
COOLEWIEGEHOEK CALISHOEK LEWEDORP-WEST COUDORP
NB NP NB
1 2 3 1 5
KAMPEERTERREIN KOM DOMBURG VCP D O M B U R G / O O S T K A P E L IE ROOSJESWEG B U I . S T E D . G E B . L A N G S S 16
TH RC ZO SA
VL VL VL IL VL
DUIVELANO
1
PLAN
GOES
1 2 3 1 5 6 7 8
GRENADIER WESTS. ORANJE ZUIDWEST.BINNENST.ONTSL.WEC OOST.BINNENSTAD ONTSL.WEG FOKKERSTR.OELTAWEG HAVENIND.TERREIN HAVENIND.TERR.IND.TERR.POEL
1 2 3 1 5 b 7 8 9
WALSOORDEN HULSTERWEG P R O V I N C I A L E WEG TERHOLE I N D U S T R I E EN K E R N E N INOUSTRIETERR. TOEVOER W O V N I E U W E P R O V I N C I A L E WEG RONDWEG TERHOLE
HONTENISSE
O HULST
NWK
S
PAD-SUIKERHEUL
zo z o NB
100
65
5 64
65 70 65
•XX.
78 1982
1983
1984
..XX .XX.
.00 . .• •. 00»* ••••
,xx. .oo. . x x . . .XX
68
1
TRAGEL/ST.JANSTEEN ABSDAALSEWEG.HOGEWEG TOLWEG
4
A B S D A A L S E W E G . P L A T T E N D I JK
I
NOORD EN
RUITENGEB.
70UTESTR./IJZERENHANDSTR.
35
4 5 5
55 55
1985
1986
1987
oooo
00»»
G 3 G G G
. XX3 X X0»« ... X 0 » « .
60 60
65 65 65 65 65 65 65 65 65 65 65 65 65 65
5 5 8 5 8 10 10 10 5
.X. .X. .X. X. . .X. X. . X. . X • • i
.xx. o.
0 00
65
G 0 0
.XX. X..3
. «
65
20 70
TH TH ST RC RC RC ZO ZO
VL VL VL VL VL VL IL IL
8 10 4 45 26 7
G G G G G G
66 66 66 66 66 66
SA RN RN NN ZO ZO
IL VL VL VL IL IL
40 150 18 48 60 25
0 G G 0 0 0
60 7C 60 60 80 55 55 r ,b
NB ZO SA SA SA
VL IL VL VL VL
.xx. oo.,
70 70 70 70 70 70
•c
..XX XX.. .XX. . XX. ..XX . .XX XXX3 ..O* XX3» . .X3 X XX»» X XX»»
.XXX •XXX
.X. 66 73 67
00»» 00»» .00. 00»» 00»» XX. . XX. . 00. . • • • • • •• + • + •• • • • • • ••» • • • • • • • • • • • • • • • • • ••« XX»» XX«»
XX*» XX»»
XX»» XX»»
.33 • XX
2 6 2
0.
.xx. o.
VL
I-IA
2 3
5
GL03ALE GELUIDSBEL. 1981
• xxo
BEOR.TERR.CLARA
DOMBURG
RL
25
1D
1 2 3 4 5 6 7 8 9
AANTAL WOON- SOORT E E N H . MAATR
20
IL VL
VL VL VL VL VL IL IL IL IL IL VL VL VL VL
80RSELE
CJ1 CJ1
AANLEIDING «ERKZAAMHEDEN
ZEELAND
00.
,x oo»» ,X
00»»
. . . x o.»»
XX«« XX»«
XX««
PROVINCIE
ZEELAND
GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
AANLEIDING WFRKZAAMHEDEN
LAWAAIBRON
GLOBALE AANTAL WOON- SOORT GELUIDSEENH. MAATR. BEL. 1981 198? 1983 198<t 1985 1986
6 7
KAPELLEBRUG ZUID I (STATIONSWEG)
SA SA
VL VL
tl 1
KAPELLE
1 2 3 <4 5 6
SMOKKELHOEK <BE DR IJFSTERR) KOM KAPELLE-BIEZELINGE KOM KAPELLE-BIEZ./W.DINGE/SCHOPE VERSPREIDE BEDRIJFSTERR. KOM W.DINGE/NIEUUENDIJK GEMEENTEWON.
ZO
ZO ST RN
IL RL VL IL VL VL
23 31*
1 2 3 M 5
HAVEN KATA KORTGEENSEWEG/PRINSENDIJK HAVEN KORTGENE BUI.GEB. BEOR.TERR.OOSTZEEOIJK
ZO ZO ZO ZO ZO
IL IL IL IL
.XX. 0000 •••• .XX.
MAPIEKERKE
1
UITB.BEDR.TERR.MOLENSTPAAT
ZO
IL
XX. O
REIMERSWAAL
1 2
RIJKSWEG 7ANDDIJK
SA SA
VL VL
37 9
0 0
66 70 66 70
SAS VAN GENT
1 2 3 1
WEST BEBOUWDE KOM A BEBOUWDE KOM B INDUSTRIETERREIN
NB ST ST
IL IL RL IL
60 2<t
G G 0
61 61 61 66
1
BEDR.TERR.KRUISWEG
ZO
IL
RC NB NN ZO ZO
VL VL VL IL IL
TH ZO ZO ZO ZO ZO
IL IL IL IL IL IL IL IL IL
SINT
PHILIPSLAND
TERNEUZEN
THOLEN
VALKENISSE
O
VEERE
s
VLISSINGEN
1 2 3 t 5 1 2 3 1 5 G 7 8 9 10
KRUININGEN A58
NOO°DEN
ZELDENRUST III TORENBERG ZAAMSLAG JAVA DOW CHEMICAL IND.TERREIN SLUISKIL NIEUWE RONDWEG POOPTVLIET SPORTLAAN T.B.I.MAARTENSDIJK NOORD SLABBECOORNPOLDER PAASDIJKWEG/POORTVLIET VEERDIJKSEWEG/SCHERPENISSE SPORTLAAN/NIJVERHEIDSWEG M A A P T E N S D U PILOOTWEG STAVENISSE VEILINGWEG/GEDEMPTE HAVEN ANNALAND MOLENWEG 0UD-V0SSE u EER
1 2 3 1 5
BRAAMWEG/KOUDEKERKE MOLENWEG TE ZOUTELANDE MIDOELBUPGSESTRAAT (S15) BIGGEKERKSEwEG (S15) TOEKOMSTIGE ( Sl<<)
1 2 3 t 5 1
zo zo zo zo zo SA SA SA
IL IL VL VL VL
KADETWEG SEROOSKERKE KOM VROUWENPOLDER ZANDDIJK BUITENGEBIED OOSTERSCHELDEwEPKEN
RC NN SA SA ZO
VL VL VL VL IL
ZEEwIJKSINGEL
NB
69 66
. ..X , ..X , XX.
. ..x o
20 5
61 70
.00 00** .00 00«*
xxxx x xoox ••••
65 68 68 75
.X.0 100 60 200 100 500
0 0 C C
65 60 50 50 50
70 65 55 60 60
..X .X»» ••. . XX.. X ...
••••
.XX XXXX XXXX .XX XXXX XXXX
60 66
XXXX XXXX
.X. . . . 0 . .••. . .XX ..X.
,x . X X.
.x. 10 15
5 25 50 75
0 0 G G 0 G 0 G G
. .XX .00. . .XX .00. 66 70 66 70
66 61 66 66
70 65 75 75
. XX. .00. .XX. .00. • •• • .XX. . 0 0 . •••• ..XX . 0. . * • • .XX. .0.. . .XX .c.. • • • • .XX. .000 .XXX
55
56 60
1987
,x xooo •••• . ..x . .oo •<
HULST
KORTGENE
79
.XDO
PROVINCIE
ZFELAND
GEBEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
VLI
2 3 1 5 6 7 8 9 10 11 12 13 11 15 16 17 18 19 20 21 22 23 21 25 26 27
SSINGEN
WESTERSCHOUwEN
WESTKAPELLE
WISSENKERKE
ZIERIKZEE
K A A S K A D E S T R AAT MOLENSTRAAT KOUDENHOEK/ONDERSTRAAT TER R E E D E B E J . T E H U I S B A D H U I S S T R A A T P L A N AMRO SPUISTRAAT HERCULES SEGHERSLAAN GROENEWOUD/VLAMINGSTFAAT RELLAMYPARK BOULEVARD LAMMEREN3RUG ROSENBURG OOST ROSEPURG ZUID SCHELDESTR./SCHELOECENTRALE S P U I K O M - N I E U H E WEG 3L0EMENLAAN NIEUWE VLISSINGSE WEC/PAUL CENTRAAL WONEN P R O J E C T I R I S L A A N EN O M G E V I N G LAMMERENBURG ZIEKENHUIS A A N L E G SW 11 KRUISP.KEERSLUIS KRUISP.BEATRIXL.PR.R.LAAN A A N L E G NW V E E R H A V E N w F G BUITENH. DE S C H E L D E
AANLEIDING WFRKZAAMHEOEN
.STR.
ST NP RN NB ST NB RC ST ST NB RC NE NB ST RC RN NB NB RN NB RC RC RC RC ZO ZO
LA.AAIBRON VL VL IL VL VL VL VL IL VL VL VL VL VL VL IL VL VL VL RL VL VL VL VL VL VL IL IL
HAAMSTEDE KOM H A A M S T E D E Z.W PURGH HOGEWEG B U I T E N G E B I E D OOST SEROOSKERKE
1 2 3 1
CARTINGBAAN T VROON NOORO-UEST REC.ZEEWERING WEG (S 15)(S 16) BUITENGEBIED BEDPIJVFNTERR.
ZO RC SA ZO
IL VL VL IL
1 2 3
HAVENS KAMPERLAND BUITENGEBIED KOM KAMPERLAND II
ZO SA ZO
IL VL IL
HOOFDPOORTSTRAAT BINNENSTAD NOORDWEST
11 10 10 50 16 68 76 53 20 100 100 300 15 32 50 35 11 50
RC SA
VL VL IL
G G G C G G G G G G G G G C G G G G
71 71 56 56 71 71 6b 61 71 71 66 61 66 71 61 6b 76 56 6o 61 61
75 75 60 60 75 75 70 65 75 75 70 65 70 75 65 70 80 60 70 65 65
80 193?
1983
.XO* .X03 . .XX XXO* • XO* .00»
• •• •
0 G
1985
1986
• •• •
• •• • • •• • •
«...
• •• • • • •• 8 0 ••• • • • •
.00» • • • • . .XX 0 0 * * • • • • • • . . X.00 . • • • • • . . . X. . . . .0 0 • • • • • . . . . . X 000. X...
xooo ... X ... X 00.. X. . . X. . . X.. .
• •4 •
• ••.
xxxx xxxx .XX . 0 . .• • . . . . XX. 0 . . * « . . . . X X . 0. . •
«...
.XX. 0 • XX. 0. . « • .XX. 0 . . • • 66 70 66 75 66 75
. XX. 0. • • .XX. 0 . • • . X X . 00.*
• . •.
xxxx 0 2 25
0
58
c
1987
0 •• • + • • • •• 1
.xo» xxoo . .xo
0 0 0 C 0 0 5 35 10
1981
XXXO 0 • • • . .XX 0 0 * * • + • •
. ..X . ..X
VL VL VL VL VL VL
1 2 3 1 5 6
1 2
AANTAL GLOBALE WOON- SOORT GELUIDSEENH. MAATR. BEL. 1931
66 65 66 70
...X X . 3 0 . .XX . 0 . . • • . . . .XX . 0 0 . .XXX
.•••
PROVINCIE
WERKZAAMGEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
HEDEN
UOON-
SOORT
BRON
EENH.
MAATR.
MEEUWEN (KERN) EETHEN (KERNI PLAN HERREBEUGEL (A) PLAN H E R R E B E U G E L (P ) POLSTRAAT
SA SA SA NB SA
VL VL VL VL VL
20 20 30 30 103
AARLE-RIXTEL
1 2
SANERING WON.BUITENST.GEB. DORPSSTRAAT-ZUID
SA
VL
6
ALPHEN
1 2
KOMPLAN KOMPLAN
TH TH
VL VL
7 113
EN
RIEL
RIEL ALPHEN
APPELTERN
1
INDUSTRIETERREIN
ZO
IL
BAARLE-NASSAU
1 2 3 * 5
BREDASEwEG/CHAAMSEWEG/ENZ. ALPHENSEWEG-ST.ANNAPLEIN MOLENSTRAAT/TURNHOUTSEWEG-GRENS INDUSTRIE HOOGBRAAK/ULICOTEN
TH TH TH ZO ZO
VL VL VL VL IL
1
"DE HOEVE"
BEER5 BERGEN
OP ZOOM
BERGEYK
BERGHEM
1 2 3 t 5 6 7 8 9 10 11 12 13 11 15
BERKEL-ENSCHOT
0 C
BEL.
60 6U 60 60 65
76 80 66 75
115 63 62
19S?
1983
198M
1985
1986
X X . . . .00 • • . . . .XX 00.. . .XX ..00 . • • • . XX. 00-f* . XXX 000. ..•• XX 0003 XXX
1987
* •
• •• •
..XX ...0 00. . • • . . . .XX .00. 0 0 . .
61 65
VL VL IL VL VL
66 70
NB NN NB NB ST NN ST ST ST TH NB ZO RC NB
VL IL VL VL VL VL VL VL IL VL VL
) 2 3 <t
AANLEG HOEK/LIJNT DMV-CAMPINA DE BUCHT HOEK-OOST
SA ZO NB NB
VL IL VL VL
1 2 3 1 5 6 7
BUITENGEBIED ZUIP, ONTW. WOONGEBIED ZUID, ONTW. BUITENGEBIED N00"D BERGHE" DORP (A) BERGHEM DOPP DANENHOEP, ONTW. CROSSTERREIN ZEVENBERGEN
ZO NN ZO NB TH ZO ZO
IL RL IL RL RL VL IL IL
1 2 3 1 5 6
BOSSCHEWEG HEUKELOMSEWEG KERKSTRAAT ENSCHOTENSEBAAN ENSCHOTSEB.DE KRAAN/KERKSTR. MOLENSTRAAT ST.WILLIPRORDSTRAAT
SA SA SA SA RC RC
VL VL VL VL VL VL
OXXO OXXO
70 75 70 75
VL
VL
1981
65 65 65 65 70
68 73
G G
81
GELUIDS-
•+•.
•••.
XXOO
RANDWEG NOORD,WEST,DEEL AUGUSTAPOLDER OLYMPIALAAN NOORDGEEST OUDE WOUWSEBAAN P L E I N 13 KLOOSTERSTRAAT DE STRIENE STAOSKERN N . 0 . WILMAFLATS HEININGEN RANDWEG NOORD VASTGESTELD VCP "BERGEN OP ZOOM" ZONERING INDUSTRIEGEPIEDEN WEGDEK STALENBPUG RANDWEG OOST
o
GLOBALE
LAWAAI-
1 2 3 tl 5
AALBURG
s
AANTAL
AANLEIDING
N00RD-BRA8ANT
•••• •••.
oxxo •••• ooxx •• xxoo XXX. . . • • • • • • • • . . XXOO . X X X X O O O O * » * » • • • • •XX X X • •
60 65
• •••
RL
••••
•..
••+•
• •XX X X • < • •XX X X « » .XX
.•••
• •XX X • • • •••X X X » ) 120
66 70 66 70
• • ••
••••
• XXX
X* • •
xxxx xxxx xxxx 66 70
116
66
60 8
56 65 56 65
XXXX
..XX XX..
XXXX ••.. • •XX X X • •
0033 ••XX
•••• •••• X X• • • •00 ••••
xxxx oooo •••• •••• •XXX X • <
.xxx x.,
,xx.
. .xx .XX. 51 13 1 29 2J 15
66 66 66 66 66 66
70 75 70 70 70 70
.XX. 0.
.xx. o. .XX. 0.
***<
•4**
•+••
PROVINCIE
NCOPD-BDABANT
AANLEIDING WERKZAAM"
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
GEBEENTEN
BERLICUM
BEST
HEDEN
LAWAAI" BRON
1 2 3 1 5
BEEKVELD PROVINCIALE WEG RIJKSWEG 266 WESTERBROEK HOOGSTRAAT KERKWIJK
NB TH TH NN
VL VL VL VL
1 2 3 1
CENTPU"PLAN IND.TERR.*SKELTERB.•WINGERDST, DE LEEUWERIK SANERING
NB 20 N9 SA
1
PROV.WEG
AANTAL WOONSOORT EENH. MAATR.
GLOBALE
123
G G
66 80
VL IL VL RL VL
150
G
65 70
VL VL IL
100 230 20 19
23 362
56 7n 56 71 55 ta 61 6S
..XX XXOO 00*» ••. . .XXX xooo .••• •••• . .XX xxoo ooo. »••• xxxo 000. ••••
1 5 6
RECREATIE-HORECA SITUATIE BLADEL KOM BLADEL
TH TH
VL VL
BOEKEL
1
LAGE
NB
VL
BOXMEER
1 2 3 1 5 6 7 8
UITBPEIDING IND.TERR.SAXE GOTHA LUNEVEN IE FASE LANGE HEGGEN VERKEERSCIRCULATIEPL.BGN. VERKEERSCIPCULATIEPL.BOXM. VERKEERSCIRCULATIEPL.SMB. LUNEVEN 2E FASE LANGE HEGGEN
ZO NB NB RC RC RC NB RC
IL VL RL VL VL VL VL RL VL
10 500 10
1 2 3 1 5 6 7 8 9 10
BOXTEL-WEST ZUIDELIJKE HOOFDWEG INDUSTRIETERREIN 1 (1976) INDUSTRIETERREIN 2 (1978) DUINENDAAL BRUGSTRAAT KAPELWEG IE ONTSLUITING WEST VCP-BOXTEL STATIONSTRAAT E . 0 . (JORDAAN)
NN NN ZO 20 ST ST
VL RL VL RL IL RL IL VL VL RL
80 15
20 20
G G
57 58 66 75
ST
6
G
70 75
ST
VL RL VL RL
13
G
72
1 2 3 1 5 6 7 8 9 10 11 12 13 11 15 16 17
ZUIDELIJKE RONDWEG INDUSTRIETERR.BREDA NOORD SPOORBUURT-WEST FASE 1 SPOORBUURT-WEST FASE 2 ACADEMIESINGEL STADSVERN. V.COOTHPLEIN "ROND DE MOLEN" NASSAUSTRAAT BARONIELN./GR.ENGELBFRTLN. BARONIELAAN VLASZAK/CHASSEVELO 1979 VLASZAK/CHASSEVELD 79/KLOOS TERLN. OUDE VEST/MOLENSTRAAT NIJVERHEIDSSINGEL FASE 1 BLOK III NIJVERHEIDSSINGEL FASE 3 BLOK VIII NW.PRINSENKADE FASE 3 BLOK IX HAAGDIJK/NW.HAAGOIJK HOGE STEENWEG/DOORNBOSLN.
SA NB NB NB RN ST NB NN ST NB NB NB NB NB NB NB NN
VL IL VL VL RL VL RL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
138 81 66 50 60 30 11 30 10 170 10 30 58 37 77 12 35
C C G G G G G G G G G G G G G G G
78 80 65 70 65 65 66 70 70 75 5b 59 75 80 66 70 61 63 56 60 66 70 56 60 61 65 61 65 61 65 66 69
BOXTEL
BREDA
00**
50 10
B G 5 G G G G G
••••
••.. ••••
xxxx xxxx oooo oooo
6 50
1986
.XXX ,.XX XX33 00»» ••.. •XX 0000 XX. . ..XX XX..
+•••
IND.TERREIN
SCHOENSE
G G 0 0 G
1935
. .X3
3
71
1981
65 70 66 8'1
NB TH 20
NETEPSEL
1983
••••
SNIEDEPSLAAN/BLEIJENHOEK
EN
193?
.XO. • • • • • • • • . .XX xxxx
2
BLADEL
82
GELUIDSBEL. 1931
56 60
..XX 0003 00*« • • • +
56 60 61 65 61 65
xo..
• xoo xo.. X003
xo.. XO.. XX03
61 65 61 65 55 65 55 75
• •• •
• •• • • + • +
xxoo .X03 X.00 3...
. •• • • • • • • + •• • • • • • ••. • 4 • • • •• • • •• • • •• • • •• •
. .•• • •.. ... •
• •..
. ..X XXX. ... X XXX. . ..X 000» • • • . ...X 000. ... • • .X33 0 . . . ..XX 0 0 0 * • ...X XXX . • X*» • • . . .XXX X ..0 00*»
oooo
• •••
XX XX
oooo
•.. • .•
••..
• •• •
• •
oooo oooo
• t •• • •••
• •
... 0 00»* •
xxoo •••• XX 0033 • • • • XX 0003 *** • 00*» • • • • 00«» • • • • XX oooo • • XX*» XX03 4 • • • XX03 • • • •
xxoo
• •• •
• •• •
1987
PROVINCIE
N00RU-8PABANT .
GEBEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
BREDA
13 19 20 21 22 23 21 ?5 26 27 28 29 30 31 32 33 31 35 36 37 38 39 10 11 12 13 11 15
CHAAM
PRINS HENDERIKSTPAAT DUIVELSBRUGLAAN MASTBOSSTRAAT L E L Y S T R . / J A C O b ROMANST=>. GROENEDIJK ADR.V.BER6ENSTR./PRINSENKADE OUDE VEST/HOUTMARKT NIJVERHEIDSSINGEL/N..DIESTSTP. NIJVFRHEIDSSINGEL/SCHORSMOLEN ORANJEBOOMSTPAAT UEERIJSSINGEL DELPRATSINGEL KESTEREN/BROEK III,FLAT KESTEREN/BROEK III.EFNGEZ. KESTEREN/BROEK II,VRIJE SECTOR KESTEREN/HAM I KORTESTRAAT (ZANDBERG) SLUISSINGEL/FELLENOOPDSTR. FELLENOORDSTRAAT BISSCHOPHOEVE/BERGSCHOT LELYSTRAAT IGNATIUSSTRAAT GROTE SPIE HANDELLAAN MARIALAAN ZUIJNSBERGENSTRAAT DR.STRUYCKENSTRAAT ALLERHEILIGENUIEG
1
ROODE
1 2 3
HEESWIJKSE VERLEGGING ST.MAAPTEN
1 2 3
KOM D I E S S E N KOM D I E S S E N KO" DIESSEN
1 2 3 1
BUITENGEBIED KOM MOLENKREEK BUITENGEBIED
1 2 3 1 5 6 7 8 9
DONK
DUSSEN
CUlJK
EN
ST.AGATHA
DIESSEN
DINTELOORO
DONGEN
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN NB NB NB NN NN NB NB NB ST ST ST NB NB NB NB NB NB ST TH TH TH TH TH TH TH TH TH
LAwAAI" BRON VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
RL RL
AANTAL GLOBALE WOON- SOORT GELUIDSEENH. MAATR. BEL. 1981 20 11 20 60 250 100
65 66 66 66 55 61
70 70 70 70 60 65
30 10 15 10 30 125 23 15 60 36 101 13 288 193 62 160 85 160 110 119 81
56 61 61 61 65 61 61 56 56 66 60
60 65 65 65 70 65 65 60 60 70 65 67 70 70 70 70 70 70 70 70 70
66 66 66 66 66 66 66 66 66
83 193? 1993 1981 1985 1986 X 00+» X 00*»
••
XX XOOO XXOO XX33
•••• •••• XXOO XXOO
•••• »•••
xx oo-» + XXOO XXOO XXOO
00** 00»» 30 XX3
• • • • • •
•••« O**»
xxoo XX
o*«»
0000 • • • • XXOO 0 0 » * XXOO • • • » • XXOO • • • • XXOO » • • • XX 0 0 » » XXOO XXOO •••• XX 0 0 » *
BEEK KAMPEN MOTORCROSSTERREIN VASTGFST.21-12-1931
NB PC NB
VL VL
113
(BEST.INDUSTPIE) (WOONWAGENCENTP.I
SA ZO ZO
VL IL VL
55 20
zo zo zo zo
IL IL IL IL
MIDOENLAAN STOOMUEIDE SLUISWEG MIDDENLAAN/ANJERSTRAAT INDUSTRIETFRREIN EUROPAPLEIN PROCUREURWEG LAWAAISPORTEN BUITfNr,E3IED UITBREIDINGSPLANNEN
NB NB NB NB ZO SA NB
1 2
BOSSCHEWEG/ORANJELAAN VOORPEEMD NOORD
1
HANK
VLEK
(SU I K E R - U N I E)
A/B.1
200
0 0 G
61 65 56 60 66 70
• XO. ..00 3...
G
..33
G
70 75 70 75 70 75
3 10 50 7
G G G 0
66 66 66 71
70 70 70 75
..33 . .33 ..03 ...3
VL VL VL VL IL IL VL
3 61 9
G G G G 0 0 G
61 71 61 61
65 75 65 65 63 60 60
TH NB
VL VL
9 150
71 75
NB
VL
190
65 70
9 1 15
••••
• •• • • •
. .X OXXO 00X0
0«*
.oox
•
•
.oxx XO» .oxx XO* .oxx xo« ooxx 0 • •
. ..X XXX. XXX. X.. . ..33 0 0 . . .•..
XX..
.003 O,
• ••••
•••« • • • • «•» •• ••••
1987
PROVINCIE GLMEENTEN DUSSEN
EERSEL
EINDHOVEN
NOOPU-bRABANT SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN 2 3 4 5 6
VLEK KE 5 N PLAN PLAN KERN
B-l/B-2/6-3/ HANK GROOT-ZUIDEVELD ZEEDIJK U'OONUArE'lCENTRU»U DUSSEN
GLOBALE AANLEIDING AANTAL WERKZAAM- LAWAAI- W30N- SOORT GELUIDS EENH. MAATR . BEL. 1981 193? 1983 1 9 8 M HEOEN ERON NB SA NB NB SA
VL VL VL VL VL
74 106 M5 11 150
VL VL VL VL VL IL
650
1 2 3 4 5 b 7 8 9 10 11
DE DIJKEN WEST-TANGENT W. W.-CENTRUM,OALEMSEDIJK KORTKRUIS STEENSEL HAAGDOORN RECREATIE-INRICHTINGEN SITUATIE EERSEL SITUATIE DUIZEL SITUATIE STEENSEL SITUATIE EERSEL C.«.
N3 RC NB NN NN ZO SA SA SA TH
VL VL VL VL
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
ROSC HDI JK JERO EN BOSCHLAAN SPAA IHOEF 3 (A) SPAA IH0EF B IB) PAPE NLAND HANE VOET LEEN DERbEG STPA TUMSEDIJK AALS TERWEG ROCH USBUURT STRA TUMSEDIJK OOIE VAARSNEST ENGE LBERGEN BLIX EMBOSCH GR IJ ZENROOI ACHT ACHT (UAA LSTRAAT) ACHT SE BA RRIER (A) ACHT SE BA RRIER IR) II H EESTE ZEEL STERS RAKKER HAGE NKAMP TPAAT STRI JPSES WEG HOEV EN B TRAAT MECK LENBU LISM ORTEL RGSTRAAT C T USSEL KE IPSDO PHIL RP/ T SCHOOT LEOS TRAAT /VERSANTVOORTSTR. PIK D HE ND E KEIJZERPL. MEID OORNP LEIN EMAAN HALV STRAAT DE B ERGEN ROCH USBUU RT BOTE NBUUP T / H A S T E L K E G BOTE NBUUR T/BOTENLAAN LIMB EEK A BOSC HOIJK OOST GEND ERBEE MD/GENDERHOF GEND ERBEE MD/STERKENEURG
NB NB NN NP NR NP NB NE NB NB NB NR NB NB NN NN NB NN NB NN NN NP RN NB NB NB NB RN ST RN RN RN ST ST ST ST NB ST NB NB
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL PL VL VL VL VL
16 17 18 19 20 21 22 23 2M 25 26 27 28 29 30 31 32 33 3M 35 36 37 38 39 MO
b
10
65 65 5Q 55 60 G G 0
70 70 55
32
16
4 55 160 100 70 70 12 90 6 60 16 125 100 2685
M2 103 1Ï0 50 3 32 23 100 20 75 11 230 55 58 70 MO 25 25 97 88 250 150 15 67
0 0 G G G
. .00 • • . .
70
. . XX
55 60 60 73
XXXX XXXX 0000 XXX . 0000 + • • • XXX . . .3. ....
G G G G G C G G G G G 0 G C G C C G C G G G G G G G C G G G G G G G C C G G G
66 80 66 80 66 80
62
60 60 60
60
69 68 66 65
62 70 69 61 67 72 72 73 69 71 73 61 6M 70 70 70 65 61 61 68 68 62 62 61 67 61 63 75 72 70 62 70 71 71 70 72 75 65 60 62
1985 1986
• •• • . •• • . •• .
6 5
75 11 M9
. .3.
84
.XX. XXXO .XXX 000. X.. . 0003 0000 X . . . .... 0000 X.. .
xxoo
00..
XXXX 0000 • ••• ••+ •
0000 • • • • 0300 ocoo XXXX xxxx
»••+
•••• oooo
. .XX 0***
xxoo . .XX 00*» XX03 ..XX 00»» . .XX 0 • • • XX33 .XX3 X0*«
.xxo XX33
. .XX 0 0 » »
xxoo
4 •••
• +• • • •• • • •• • • ••• 0 • • • • •.. 0 • • • • •• • • •+ • • •• •
. .XX . .XX . .XX
.. •• . .•• . .••
xo»« ..XX
• •.. 00*« • • . . xxoo 4 • • • xxoo • • • •
. .XX 00» + • •
xo»«
•»•..
..X} • • • • XXXX 0000 • • • •
xo«* xo*« ..XX X 0 + »
xo«* ..XX
xooo
. ..X 0 • • • XX33
xxoo . .XX . ..X 00»» . ..X 00«»
• •.. • •• + • •.. • •• • • oo*» • •••• xxoo • xxoo • xxoo • xxoo •
•• • ••• ••• ••• ••+ •• •
«... • *4 • • •• • 0 •• •
«... «...
«...
PROVINCIE
NOORD-BRABANT
AANLEIDING WERKZAAM-
GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
EINDHOVEN
tl 12 t3 11 t5 tb t7 t8 t9 50 51 52 53 5* 55 56 57 58 59 60 61 62 63 6t 65 66 67 68 69 70 71 72 73 71 75 76
HEDEN
NB ST NN NB NB NN NB NN NN NN NN NN NN NB NB NN NN NN NN NN NB NB NN NB NN ST
AANTAL LAUAAI-
MOON-
SOORT
BRON
EENH.
HAATR.
WOENSELSE WATERMOLEN DEEBERCEN/TREFFINA LIEVFNDAAL/WELSCHAPSEDIJK ENGELSBERGEN/LIMBUPGLN. WINKELCENTP.ACHTSE 6ARRIER NOORD TRAMSTPAAT CROCUSSTR./LEENDERWEG FELLENOORD KOEN^AADKERK WILLEMSTR./ANTONIUSSTR. KANAALSTR./VESTDIJK MAURITSSTRAAT SMALLE HAVEN/VESTDIJK RAPENLAND/EUROPALAAN HOEVEN A TONGELRESESTR./W.V.KONIJNENBURGLN. SIBELIUSLAAN FAZANTLAAN/MONTIGEBOUW BERGEN E/WAL EDENSTPAAT TONGELRESESTR./ZANDSTR. HOOGSTRAAT TONGELRESESTR. MOLENWATER A7J.SMITZLN. VESTDIJK AALSTEPUEG AANPASSING VERKEERSMODEL LIMBEEK BEUKENLN. SPAAIHOEF B IC) KALVERSTRAAT BREDALAAN BOSCHDIJK OOST BLOEMENBUURT OFFENBACHLAAN HEMELRIJKEN/KRONEHOEFSTRAAT
SA SA SA RC RN RN RN RN RN
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL RL VL VL VL VL VL VL VL VL
200 15 130 72 70 10 19 100 50 90 50 50 50 10 60 21 100 30 160 11 27 1
71 57 9 18
G G C G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G G
GLOBALE GELUIDSBEL. 1981
55 60
60
60
67 68 65 70 61 60 68 65 70 65 70 68 68 60 61 67 63 59 70 68 68 70 67 66 70 69
100 30 160 71 ia 20 100 112 10
75 75 69 56 60 65 60 75 63 72
F.RP
1 2
BUITENGEBIED INDUSTRIETERREIN
TH 20
VL IL
11
66 70
ETTEN-LEUR
1 2 3 1 5 6 7 8
HOOGHUIS HOOGHUIS 2E UITWERKING PLANTIJNLAAN E.O RRANDSEwEG DIV.PLANNEN AANLEG SCHOONHOUT BRABANTLAAN E.O. WOONWAGENC.
61 65
HOOGHUIS
RL VI. VL VL VL VL VL RL PL VL VL VL VL RL IL VL VL RL VL
90
9
NB NB NB NN NN NB NB NB NB NB SA
10
3E
UITWERKING
ELISABETH-HUIS
11
MARKT
12 13 11 15 16 17 18
AANSLUITING RW/SCHO&NHOUT SCHERM SPOORLIJN HOOGHUIS VOSDONK WAL RIJKSWEG HOOGHUIS WAL LAGE VAARTKANT WAL BRABANTLAAN GELUIDSBELEICSPLAN
NB ZO NB NB NB
85 1982 1983 1981 1985 1986
X 00»» X 0»»»
. .xo
4 44 4 • ... 4 4• 4
X 00»» • • . .
xxoo xxxx
4 444
00»» • • . .
xxoo xxoo
4444 4 444
. .XX 00»» • 4 • 4 . .XX XX 0000 4 4 4 4 00»» 4 •
XXOO XO»»
xxoo
• •.. 4 44 4
X
xxo» xoo»
4 4 4 4 4 44 4
XXO) xxoo •••• •.. x xxoo oo»» •••»
. . . X
XX
0044
.xo» .xo»
••.. ••. •
..XD
• • • »
X003
. .xo
44..
XXOO
• • • •
•»•• xxoo ••»»
00»» xxxx xxxx xxxx xo»» ••.. xo»» ••.. xxoo •••• ,.XX
. .XX 0 0 » • 4 4 4 4 OOXX 4 4 4 4 4 4 4 4
xxoo
•••• 00«»
444
XXX XXX XXX XXX 444
.XX .••
85
1987
.XX .XX ..X .XX .«•
4 44 4 44 4 4
0000
• • • «
4 4
PROVINCIE
AANLEIDING
NOORL-PPABANT
WRKZAAMGEMEENTEN ETTEN-LEUR
SITUATIE/BESTEMMINGS
19
20 21 22 23 21 25 26 27 28 29 ZO
31 32 33 31 GEERTRUIOENbERG
GELDPOP
CHERM RIJKSWEG ISSCH OPSMOLFNS CHOON HOUT CHTER E L I S . H U I S ISSCH CPSMCLENSTRAAT AGE V A A R T K A N T ICHTT ORrNHOOFD OEVEN SEWEG ANGE B R U G S T R A A T ORTE B R U G S T R A A T NNA V AN B E R C H E M L A A N REDASEWEG UDE P O O R L AAN C H T E R DE M O L E N R A B A N TL AAN I J K S W EG
6 7 1 2 3
SPOORLIJN NIJM-DEN LEIWEG HEESTERSEWE6
BOSCH
1
DOMMELDALSEWEG
2
VERKEERSLAWAAIKAART
3
BOGARDEIND
1 5 6 7 8 9 10 11 12 13 11 15 16 17 GEMEPT
LAN
O U D E KOM PROVINCIALEwEG/wEST STRUCTUURSCHETS DONGE-OEVER/AMERKANT S P O O R W E G E N P L A C E ME NT WEST 1977 NOORC
1 2 3 1 b
GEFFEN
D
CENTRUM-OOST ( 3-7-791V«STG. H U L S T F A S E IV GRIJ2ENR00I 121-6-90) DAFCOMPLEX U.".COEVERING (12-10-65) GROTE BOS (9-3-71) AANPASSEN BESTEM.PLAN.TAV INDUSTRIE C R O S S T E R R E I N G R O T E BOS CROSSTEPREIN MIERLO GIJZENROOI DIVERSE WONINGEN HORECABEDRIJVEN URGENTE SANERING (A) URGENTE SANERING (3)
1 2 3 1
V.C.P.DORPSKERN INDUSTRIETERREIN PAASHOEF BUITENGEBIED
GOIRLE
1
MOTORCROSSTERREIN
GRAVE
1 2 3
KOMPLAN SCHEEPSWERF DE Z I T T E P T
HEOEN
SOORT
GELUIDS-
BRON
EENH.
MAATR.
BEL.
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
NB RC 20 20 20 RN RN
VL VL VL IL IL IL IL
20 20 20
RL IL IL
zo zo TH SA SA RC ZO NB
GOIRLE
WOON-
NB SA NB NB SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA
SA NB NB NS ZO NS NB ZO ZO
GLOBALr
AANTAL LAW«AI-
IL IL IL VL VL VL
IL
TH ZO NB
VL IL VL
193?
1983
1981
1985
1986
1987
82 I2Ü 95 1 11 65 76 10 5 21 53 1 19 93
61
65
75
676 20
66 56
83 60
53 179 100
61 66 66 61
65 70 70 65
4444 •4*4
65 55
•••• 4444 4 4 4 4 4 44 4 4444 4 444 4 44 4
66 67 66 65 65 66 66
4 44 4 4 444 4 444 44 44 4 4 44 4 4 44 44 4 4 . . . O
3XX3
. . . .
OOXX
0000
OOXX 33 30
4444
44
0444
XXXO OOXX 00 3 OXXO
44 X X O O 444< X X O O 444< 4444
XXXX XXXX XXXX
2^3 100 120 16 500
G 0 0 0 0 0
65
X044
7D
71 71 65 71
XXOO XX34
444 4
XXXX
XXXX
..XX
0044
44..
4444 4444 XX04
44. .
XXXX
63 20
0 0
60
X044 X04 4
4 4..
xo XXOO
. .44
..oo 200 17 75
VL RL
ZO
1991
XXXX XXXX
VL VL VL VL RL VL IL VL VL IL IL IL IL VL
VL IL VL VL
86
G C
70 71 75 55 75 50 70
50 IL
113 100 20
XXOO
44..
..XX
XX*.
X044
G 0 0
4 44 4 XXOO
4444
.XXX
0000
4444
4444
4444
4444
. ..X • X X X XXXX . X O O
0000
4444
4444
4444
4444
444 4
4 444
••XX
0000
4444
4444
4444
4444
XXOO
,44
4444
44..
X X X XX
55 55
65 75
56
60
XXXX
66 56 61
70 60 65
• •XX
X • • •
X003
4444
PROVINCIE
NOORD-BPABANT SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
GEMEENTEN GRAVENMOER
H.EN
(*S)
L.MIERDE
HAAREN
HALSTEREN
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
LAWAAIBRON
AANTAL WOON- SOORT EENH. MAATR.
GLOBA GELUI BEL.
1 2 3 1 5 6 7 8 9
"DEN BIESELAER" JULIANALAAN (A) JULIANALAAN (B) WILHELMINALAAN HOOFDSTRAAT WASPIKSEWEG VAARTWEG MOLENDIJK KOM S GRAVENMOEP
ZO NB RN RN RN RN RN RN ZO
IL VL VL VL VL VL VL VL IL
26 3 37 22 86 27 85 58 21
1 2 3 1 5
RECREATIE/HORECAINRICHTINGEN KOM HOOGE MIERDE KOM LAGE MIEPDE KOM HULSEL P R O V I N C I A L E W E G S 11
TH TH TH TH
VL VL VL VL
3 42 55 31 11
0 G G G
1 2 3 1
HAAREN-NOORD SPOORLIJN TILBURG-EINDHOVEN MENGVOEDERFABRIEK RIJKSWEG 65
NN SA ZO SA
VL RL IL VL
25 10
G G C G
51 65
66
70
DE SCHANS DE NIEUUMARKT DE VLIJT RAEMDONCK VOGELENZANG THEODORUSHAVEN PLAMETHA HALSTERSEwEG STEENBERGSFUEG THOLENSEWEG NO0RDEPKREEKWE& SLIKKENBURGSEWEG POOE BEUK
NN NN NN NN NB ZO ZO SA SA SA S« SA NB
VL VL VL VL VL IL IL VL VL VL VL VL VL
0 0 0 0 G
61 56 56 56 56 56 51 71 66 66 66 66 56
65 60 60 60 60 60 55 75 75 75 70 70 60
VL VL VL
69
G G
66
80
VL VL VL VL VL VL VL VL VL RL VL RL VL VL VL RL VL VL VL
186 171 50 130 10 10 60 19 12
G G G G G 0 G G G C
56 61 56 56 56 66 56 56 61
c c
5b 60
1 2 3 1 5 6 7 8 9 10 11 12 13
HEESWIJK-DINTHER
1 2 3
PR0V.WEG 9AR0N V.D.BOGEARDLAAN "KOMPLAN"
TH TH NN
HELMOND
1 2
B.P ZUIDENDE GANZENWINKFL J APOSTELHUIS KROON-KROLLAAN ZUIDENDE UITB.AMFIDE FL HERZIENING CITY Nw OMGEVING MOLENSTRAAT MOLENSTR./V.HOUTLAAN BIJSTEPVELD3R0EK PIJPELBERG «ALSCHERM STATIONSKWARTIER SPOORLIJN ENGELSEwEG ALGEMEEN BELANG VOLKSBELANG DEURNESEWEC (HATS)
NB NB NB N8 NB NB NB NB NB NB NB NB RN RN RN RN NB PC RC
7
1 5 6 7 8 9 10 11 12 13 11 15 16 17 18 19
H O U T S E wev ZUI0ENDE OOSTENDE UITVERLAAN
10
93 70 10 12 10 20 52 73 9 2 1 18
a
G G G G G
56 71 71 71 71 71 71 71 66
60 75 75 75 75 75 75 75 70
56 56 56 S6
65 65 65 70
1981
1982
1983
OOXX
••••
ooxx OOXX OOXX
1981
1985
1986
•• 00** 00**
•• ••
ooxx oo** •• OOXX
00**
••
ooxx oo** •• OOXX
00**
••
ooxx oo** •• .XX. 0 0 0 . .•«• * . . .
•xxx xxoo oooo •••• •••• .XXX
XXOO
0000
••••
••••
•xxx xxoo oooo •••• «•«• ..xx xxoo o o . . •••• « • . . ,xxo 00*» • • . . .XXX « • • • ..XX • • . .
, .XX
. .XX ..XX . .XX . .XX
. .••
..00 . .00 ..00 . .00 ..00 .XX. XX
• •• • • •• • • •• • • ** * • •• •
X.03 0 . • • • • . . . .XX xxoo 0 0 . .
xxxx
VL RL VL RL RL
50 27 9b 20 60 85 108
1987
71 66 6b 56 56
60 65 60 60 60 70 60 65 65
75 70 70 60 60
xx*«
• •
XX** • • . .XX • • • • • •• •
. .XX • * * * . .XX • • • + XX**
oooo . .X* + • • ..XX • • • • XX** • •• • • • • • • • • • . .XX • • • • K X XX»* • • • •• • . .••
. .•• • •..
• •..
XX** • •• • + •• •
• •..
PROVINCIE
NOORC-BRABANT w
GE*Ef"NTEN
SITu«TIE/BESTE MINGSPLAN
HELMOND
20 21 22 23 2M 25 26 27
HERTOGENROSCH
('S)
AANLEIDING WERKZAAM" HEDEN
LAWAAI" ERON
HORTSEDIJK HOUTSDONK TRACÉ KANAALTGT. ZONERING IND.TERR. INO.PLAN ZUID 1960 DE W E Y E R RIETPEEMD PIJPELBERG
RC NE NB ZO ZO ZO ZO NB
VL VL VL IL IL IL IL VL RL
MAASPOORT < 3-4-5 FASE) MAASPOORT-E-NOORD MAASPOORT-E-WEST MAASPOORT-F MAASPOORT-H fc M A A S P O O R T - K / B A L K H E G 7 MAASP00RT-K/HAM6.WE6 MAASPOORT-L/ZWARTBR.W. 9 MAASPOORT-L/HAMb.WFG MAASPOORT-M 1U ORTHENPOORT 11 GREVELINGEN/PIJNSTRAAT 12 13 CREVELINGEM/MERWEDELAAN GREVELINGEN/MAASSTP.WEG HET W I E L S E M 15 16 PRINS PERNHAPDSTRAAT 17 BEURDSESTRAAT/ZUIDwAL 18 VOLDERSTPAATJE 19 3RUSSELSEP00RT 20 MAASPOORT-E-ZUID 21 T ZAND 22 T ZAND-EKP 23 VUGHTERORIEHOEK 2M HAVENKWARTIER 25 ZUID-WILLEMSVAART-AA 26 HERPENSWEIDE 27 HINTHAKEPPOORT 28 ORTHENPOORT 29 OUD-NIEUW DEUTEREN 30 PARADE 31 ZUIDWAL 32 BASELAAR HINTHAMERDPIEHOEK 33 3M BOSCHVELD 35 DE V L I E R T 36 DE MUNTEL 37 GRAAFSEWIJK 38 AAWIJK 39 ZUID DE KRUlSKAMP MO Ml NOORD M2 CANDACOMPLEX-A M3 CANDACOMPLEX-B MM CANDACOMPLEX-C KAP.KOOPMANSPLEIN M5 LEPELSTRAAT/VISSTRAAT M6 M7 NIEUWSTRAAT M8 ROUPPE V.D.VOORT M9 KROMMEWEG
NB NB NB NB NB NP NB NB NB NB NB NS NB NE NB NB NB N3 NB NB ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST ST
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
1 2 3 M 5
e
m
GLOBALE AANTAL WOON- SOORT GELUIDSEFNH. MAATR. BEL. 1931
88 1932
70 55 15
1983
198M
1985
+ •• •
?9M
56 60
210 6M 27 33 50 27 56 MM 33 MO 210 MO MO 50 20 20 6
6M 61 63 61 63 62 63 63 62 66 66 66 65 6M 65 63 72 53 58 65 61 6M
117
XX XX XX XX XX XX XX XX XX»» • + + • • * * 4 XXXD
0000
oo«*
• • •
00*»
• •+
0 •••
• + •
00*» • • • 0030 • • • • 0003 0000 0003 0000 0003 0000 0003 0000 X33 0000 00» • • + 03» • • • 00* • • •
xoo*
• • • •
00*» XXO
• • •
0000
• •+ • ••• • •• • • •• • • •• • • •• •
•••
x xooo ••• xxoo ••• • •• •
XX XX XX XX XX XX XX XXX XX
XX XX XX XX XX XX XX XXX XXX 58 38 32 30 30 M5 60 60
G G 3 G G G G 3
71 67 63 65 68 63 68 65
xoo» xoo»
•••• ••«•
X03»
•••»•>
000* • • • XX 0000 • • • • XX30 0 0 * * 0003 0000 0000 • • • • XXOO 0000 0000 • • « •
1986
1987
o
—
•
• • • • O O
*-* O O O
• • • O
• •
o o o o o o o o o o o o
o x o • o x o • o o o o o o
o O X X
o O X X
rt O X X
r> O X X
x X
o o o o
•
o
o o o o
• • • o
o o o
o
o x • • o n * • • o o o r > o n o o o r > o r > o o X X O O O O * • + O O O O O O O X X X X X X X X O O X X G O O X X X X X X X X X X X X X X X X X X X O O X X X X X X X
CD O CO f\J JD f*« *0 «O O J ID
O O O lO
CO " 1 O O -+ Pi co *
H
N
o o o o
o o o o
o o o o
o o x x
o o x x
o o x x
o o x x
o o o o o x o x x x x x x x x x x x
x x
o o r > o x x x x x x X X X X X X X X X X X X X X X X X M
O O i-D
a 3* <M CM
o CL
J) o •"• O
- J _ i - J - l - J - J _ J - J _ J _ l _ j _ J _ J - J
I Z X U < a « ui
o o o o
ÜiLP«£>«O-O»£)-£iND^)f^fi-r^-4)f^^DJ3sD>0
10 O 1 9 18
O Z M C
o o o o
3-{\joocoinrom^)ODj)of-ho o t/i h- h- ir a- f-i o KI f-- f*» F-- f— J ) J N vO ïO >ö sD sO t~- •& •& -D >43 -D X> <£) JD >J3 ~0 J3 <£t
- J _J U I UJ LD CD
_ l CO
r > o r > X X X X X X X X
o o o o
_ J _ J
>>>>>>>>=*
>>>>>»>>>>>>>>> t / i t / i t / i i / i i / i i / i t / i t / i t / i i n i / t t / i z t / i i / i z t / i t / i i / i L O t / i i / i t / i i / i i / i i / t t / t i / i t / t i ^
I
U J at
_J CL
o
—<M — 19 D: D or cc -J o
< > I <i
u-i
:>
?-H
UJ t/l UJ «I V. -J Z u. 1 2 _l ^ j .—t LJ CZ ut 3 -J 1 2 0 . a UI . / i M D u_ UJ Z) L^J O M Z I o
— •
3 N. _J
_l UI h4 f t t-» O EK 3 CD
— •. > -= z^ UI
M
er •:
«i
_J
O cc 3 CD Z UJ • ^
NH Z2 D
- H
o z e »H UJ w l/t - l UJ O LD U I 1 9 Cr n h - .Z D Q: l/t UJ i a^ X _ l _J z> c O Cc 3 •- •on x
— — ^
Z UJ UJ Zt— t— U I « 1 ac
<
UJ
O
•-
z
•a
»-t
i/t oc H- t / l CD i/i l/l o r z t O f- X c—• Hi/' X Zl i/>
— • <
e u UJ O
h II K <ï •c; _i _J t/l UJ H-t or at ^ j 3 O o Ct CL. X z
*
— * ^-
_> -* «=
b_ </t 3C •4 t / t De i n UJ UJ L ^ z: U I _ i o E O • J X. UJ t-* 1-4 r i o t*\ K» K t DC C z <t O
<; <: —. — "> ^ • ^ ^ (J
*:
O ^ (N( inu>ifiu3U3inipirinin^o>fl>oo<£i
*-* -^ < 1/1 t / l t / l X
f
r\; ^•1
U i U i UJ UI UI UI _ l O O O Uj
U I I - O L O O U J
a
« O J H h l m CO CO < 3 > o» o a. <x cc co 3 X U J O Z Z UJ UJ i/l t/1 I 3 O. O N i/l l/l OT O: I >» ^v v . L J U > > « X < « « I «t Dr Or cc er c t »— > -
Z «t
4
••H
H L j u y c Z X U J 3 3 j t O ui u j Or ui O X I O O 13 3 Cr Z O UJ U J U J UJ 0 0 3 0 3 3 3 0 0 £ O O UI UI Li UI H <\l t/> i/l trt 3 3 UJUjf\j Z Z Z C f c N i O O < UI UI UI u i I *t X X X H- O ^«^ • o n i a
0
3 M fSilSj>-t— I z z C O O UJ U> a CC CC O O M M a 3 » - I » - I » - I C 3 0 0 o o z z » • - I _ l _ l 3 0 0 o o < «t i ^ t n O r a > > > > Z Z z z »- »-
«I I
<
-J
• i
,<< <
H
«I
«< cc cc * - t— t/t t / i Z Z
UI UI >- *- t— z UI I i Ü ( I z < ' i
N i O _J _ I _J _ l I UJ U I Ui < < Q O O Q O Q < < Ü O l O Ü LCD 3 ui BC OCtalUJ »- >- 3 3 3 t/l t/l Z Z L D O C D l D l UI UI UI I I— K Z _J - J - l UJ UJ UJ UI Ui UJ KD CD O Q O o z Z Dr Or Dr O. «t < O O O o h h LO ÜO LD
H
_l . U I UJ UJ UJ O Q L D O L 3 u U UI 3 D O u i t UI UJ O I J UI o O: o LD
sO*ON04>r^^r-f^r^r*f^^i^r-cococococococücocoaj0^o^^ao^a
Ui > d y o H-« LD O"
o a
M
J
S
33-
UJ U I UJ O O te J t~- Z UJ LD LD U O / t t / l I 3 *~ Z Z O U I CC UI U I H l/l U I J l </) L/> *~ U I i/l fr- • • D 3 < t/i a cc a < u t ^ CT. CD X LD « - J —I i
i U j :
J
Z UI O O >CC UI X t/l t— cc ** <i
*-i
O
«1 X UI C UI O —I UI >
t */i u 3 I LD _J UJ « t 3 «I ac I - I _J o ^ < CT Cr
t N tO K i
LD UI 3 ad z _i < < > CD
o c h o o o o o o c i i
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
166
PROVINCIE
NOORÜ-BRABANT SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
GEMEENTEN
HERTOGENBOSCH
('S)
HOOGELOON
HUUBERGEN
SA
1 2 3 1
S.2 HEESBEEN VESTINGSTRAAT OUDHEUSDE INDUSTRIETERREIN HEESBEEN INDUSTPIETERREIN BAKKERSDAM
SA SA SA SA
VL VL IL IL
36 10 3
1 2 3 1
HOOFD-OORP "BOVENDONK" "SEMINARIE BOVENDONK" ONTSLUITING KERN HOEVEN
NB NB NB RC
VL VL VL VL
10 12 10
1 2 3 1 5 6
KOM HAPERT I N D . T E R R E I N HAPEPT R E C R . * HORECAINR. PROV.WEG S 17 PLAN "DE HOEVEN" PLAN VENBROEK W.
TH ZO
VL IL
SA TH NB
VL VL VL
1 2 3 1
WEG WOUW-PUTTE HOLLANDSEwEGCWALSESTRAAT) STAALCONSTRUCTIEBEDRIJF TIMMERFABRIEK
SA SA ZO ZO
VL VL IL IL
ELAUWE HOEF SCHANSWEG
NB
B U I T E N DE KOM KEEFHEUVEL 1 9 8 0
NP NB
1 2
zo zo
GLOBALE GELUIOSBEL. 1931
61 66 65 67 b ! 69 63 6b 67 66 68 6S 67 60 61 61 66 bb 75 6.' 73 63 65 66 60 60 60 64 70 66 66 70 58
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL RL RL RL RL VL IL IL IL IL IL
KLUNDERT
LIEMPDE
AANTAL WOON- SOORT E E N H . MAATR.
SA SA SA SA SA SA SA RC RC RC RC RC RC RC RC RC RC RC RC RC SA SA SA SA RN ZO ZO
111
HOEVEN
LAI.AAIBPON
RADIAAL-WEST 16 RADIAAL-WEST 17 RADIAAL-WEST 8 RADIAAL-NOORD 36-37 RADIAAL-NOORD 50 RADIAAL-NOORD 55 RADIAAL-ZUID 83-81 ZESDE HAMBAKEN GRAAFSEWEG COMM DE OUAYLAAN ADMIPALITEITSLAAN AARTSHERTOGENLAAN WILLEM V.NASSAULAAN ZEVENDE DONK ACHTSTE DONK NEGENDE DONK LAGELANDSTRAAT HELFTHEUVELWEG CITADELLAAN ZEVENDE REIT AK.ONDERZOEK SANERINGSSIT. MAATREGEL UITVOERING CITADELHOFJE VOORBEREIDING LAWAAI-CONTUREN GELUIDZONES OVERLEG VOMIL/PROV. SANERINGEN
138 109 110 111 112 113 115 116 117 118 119 120 121 122 123 121 125 126 127 128 129 130 131 132 133 131 135 136 137
HEUSDEN
AANLEIDING WERKZAAM" HEDEN
90 1932 1983 1981 1985 1986 XX XX XX XX XX XX XX XXX 0000 4 4 4 4 XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX XXX X XXXX 00 0000 000 00 4 4
15 20 200 16 105 13
50
G G G G
0000 Q444
4444
0044
•xx. oo*« • • XX O • • • • •*• ..XX X X O O 0 0 * 4 4 4 4 4 • • • X
X . • .
XX04 XX04 ...X
4... 4... X004
4...
..XX
XXOO
0 0 . . 4444
XXXX XXXX
0000
4444
...x xxxo o o o . .••• •••. 56 70
G G
xxxx xooo 0000 0000 . ..3 0000 .XX.
65 70 65 70 50 bS
G 0 0
4 444
00*» 4 4 0000 00. . XXXX X
75
15
1987
..XX
XXXX
00«*
4444
56 7U
. .XX
0044
4444
70 7S 70 75 65 70 65 70
...O ...3 ...3 ...3
OXXO XXOO X044 X044
4444 4444
44..
xxxx xxxx oooo
X XXOO O
..XX
PROVINCIE
N O O R D - iRABANT
GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN 3 1 5 6 7
CATTESTRAAT POPULIERENLAAN ?UITENGEBIED KOMPLAN R A P P O R T OHV
LIESHOUT
1
MUGGENBERG
LITH
1 2 3 •4
BETONFABR.LITHOIJEN W A T E R Z U I V E R I N G OIJEN Z A N D W I N N I N G LITHSE HAM P R O V I N C I A L E WEGEN
LIEMPDE
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN NB NB SA
ZO
...X X... ... X X. . . . .XX XX. .
zo
20 ZO
IL IL IL IL
NN
VL
«8
G
55
21
C 0 G C
61 65 61 65 66 75 70
MAARHEEZE
1 2 3 14 5 6
BRUINE AKKERS HAGELKRUISCHE AKKEPS O.EN H£°Z.3 RIJKSWEG 268 MOTORCROSSTERREIN DR.A.F.PHILIPSWEG/DEN ENGELSMAN I N D U S T P I E T E R R E I N 7-UP
SA SA SA SA ZO ZO
RL PL VL IL IL IL
1 2 3 <4 5
BEDRIJVENTERREIN DE H O E F K F N S B U I T E N G E P I E D PAPENACKER KOM BUITENGEBIED BOERENBOND
ZO
zo zo
VL IL VL IL VL IL VL IL
25 200 15
1 2 3 <4 1 2
"T H O E K S K E " KOMPLAN ULVENHOUT DE BUNDER S A N E R I N G VL BUI TE NS TFDEL I JK KLEINWIJK N I S T E L P O D E NOORD
VL VL VL VL
33 1 200 5
zo zo
IL
1 2 3 "4 5
O M L E I D I N G ROND GERWEN AANSLUITING BROEKDIJK LANGAKKER/TOMAKKER WOONBEBOUWING EENEIND OOSTELIJKE ONTSLUITINGSWEG
RC RC NB RC RC
VL VL VL VL RL VL
1 2 3 4
P I J K S W E G 55 HOOGSTRAAT/DORPSTRAAT SPOORBAAN DEN BOSCH-NIJMEGEN INDUSTRIESTRAAT
TH TH TH ZO
VL VL VL IL
1 2 3 "4 5 6 7
ST.JOZEFSCHOOL IND.TER.STEENFORD P R O V I N C I A L E WEG S 15 WILLIBRORDUSSTR./WESTELBEERSrDIJK C.A.V. KUIKEINDSEWEG/DOORNBOO»STRAAT RECREATIE/HORECAINRICHTINGEN
SA ZO TH TH SA TH
VL IL VL VL IL VL
1 2 3
SCHOOLSTR./OORPSSTRA«T KERKSTPAAT-ZUID BEUGENSEWEG/T-KRUISING
NB NB RC
NISTELRODE NUENEN C A
NULAND
O.W.M.BEERS
O
OEFFELT
..03 0 0 . .
96
1
NIEUW-GINNEKEN
66 72
1<4
LOON OP ZAND
MOERGESTEL
MARKTSTRAAT/KAATSHEUVEL
AANTAL GLOBALE 91 LAWAAI- » O O N - SOORT G E L U I D S BRON E E N H . MAATR. B E L . 1991 193? 1 9 8 3 1984 1985 1 9 8 6 1 9 8 7
SA
zo
VL VL VL
%a IQ
. .XD
4 •• •
. .00 0 • . • . . • • . .XX xxoo 0 • • • . .00 000. • • • • ..XX XX. .
• •. • ..
xxxx xxxx
G
65 65 65 70 70
70 70 70 75 75
55 71 55 71
60 75 60 75
oxxo oxxo oxxo
00. . 00. . 00. . 0 . . . • o x x o 00** • .0X0 • •
• •
•
+ ••
•• •
X X 0 0 XX 0 0 XX. .
28 3 500 "45 137
G
70
0 0 0 0 0
66 67 69 73 71 75 66 75
. .•• • . . .
. .XX xooo .XXX X03D ... X xoo» .XXX 00*» .xxo 0***
105 65
G 0 G
14 70 25
• •• • • *4 • • •• •
• •+ •
. XX.
•. xxxx
xxxx
56 70 56 70
0 33 15
. .••
•... • •+ • • •• •
. XXX 0000 .XXX 0000 .XXX 0000 . .XX
G G
1
«... ...»
• XXX 0000 56 70
0 61 65 66 70 61 65
xoo.
.XX.
000.
. .••
• • . .
. .00 00.. 0003
xooo
. .00 0000 0000 • • • •
xxxx oooo * ** • •• • xxxx 0000 • • • . ••« • . . .
• • • • • •.. .. • •
• ••
• •..
PROVINCIE
MOO"D-BRABANT
GEBEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
OIPSCHOT
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 1 12
OISTERWIJK
1 2
OOSTERHOUT
OSS
OSSENDRECHT
s
OUD
EN
MLUU
GASTEL
AANLEICING WERKZAAMHEDEN
LAwAAI' BRON
BUITENGEBIED B U I T E N G E B I E D IV BUITENGEBIED V DEN HEUVEL DEN H E U V E L I INDUSTRIETERREIN DE K E M M E P DE K E R N D E E L 1*11 DE L E P E L A E R MOORLAND N O T E L IV PEPERSTRAAT/GIJZELAAR
SA SA ZO SA NB ZO SA SA NN SA NN NN
VL IL IL VL VL IL VL VL VL VL VL VL
T-31 BEBOUWDE
RC SA
VL VL
N9 NB SA NB NB NB NN NB NP NB NB NB NN NN NN NN NN SA ZO SA
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL VL VL RL VL VL IL VL
KOM
1 2 3 4 5 b 7 8 9 10 11 12 13 14 IS 16 17 18 19 20
WATERLOOSTP./DONKERSTR.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 1 12 13 14
COMBI-BAD OSS-NOORD HESCHEPAD CENTRUM-WEST SCHADEWIJK HEIHOEKSINGEL CENTRUM-OOSTWAL ROZENSTRAAT-ZUID MOLENSTRAAT-ASTERSTRAAT LOOVELT-OOST AMSTELEIND-NOORO DUINLUST-OOST LOOVELT-WEST ROZENSTRAAT-NOORD
NN NN NN NN NN SA NB NB NB NB NB NB NB NB
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
1 2 3
UITBREIDINGSPLAN PUTSEWEG PEEBERG
ZO ZO ZO
IL VL VL
1
STRUCTUURPLAN
ZO
VL
RULSTRAAT-NOORD (A) RULSTRAAT-NOORD (B) HOEK 3REDASEWEG/RIDDERSTRAAT MATHILDASTP.E.O. B R E D A S E WE G / N W E . B O U L I N G S T R . HOOGEIND LEIJSENSTP./MULDERSTFEG SCHILDERSBUURT AANLEG G E L U I D W A L / S C H E R M A-27 G R O T E EN K L E I N E BRAAKBUURT ARENDSHOF-NOORD DOMMELBERGEN-NOORD LOEVENSTEINL./PR.POELSSTRAAT JAN LUUKENSTRAAT BAARSCHOT EUROPAWEG/LOD.NAPOLEONL. SANERINGSPROGRAMMA INDUSTRIETERREIN VERKEERSCIRCULATIE
5E ,"493
AANTAL I.OCN- S O O R T tENH. MAATR.
GLOBALE GELUIDSBEL. 1991
66
18
92 193?
76
1983
1981
.00
00.,
1985
1986
. .XX . .XX
b 21
G G
66 70 65
. .00 0 0.. i XX
IL
68 70 73
00. . XX. . . .XX
260 309
60 65
65 75
000. . ..X XXX.
425
50
60
oc.
.00 00.
6'
52 58 63 69 59 64 61 60 65 53 64 50 55 50 65 50 65
26 40 80 26 177 900
.X
oo*» + • • • xooo • • . . xoo* • • . . xo«» « . . .
. X 000) • • • • XX 0000 .X 00*» • • . . .0 K * * * • • + • . X 0* • • • • + • .X 00DX 00*» 0X00
VL
VL
• X • •
66 64 61 66
2 67
60 3000
50 65 55 63
12 65 60
60 75 53 59
IL
.0 • . • • OX 0000
• •• • •
.0X0
0 •• •
«... «...
+ ••
•
.X 0 0 . . X... . .XO 0+ • •
. .••
G G G
70 75 70 75
...0
G
• • •
•
xxxx
• • .
• • • • • •
• •
• • • •
XX..
.
.XXX • . . .
.XX. .XX. . XX. .XX. .XX . . XX*
• • •
•
oxxo
• • • •
0* • •
•
...3 0X0. 65 70
. . .
«... • • 4 •
61 61 55 56 60 57 57 58 57 57
IL
•
«...
xooo
. XXX .XXX .XXX .XXX • XXX
85 10
• • • +
• • • •
. .XO 0 • • •
0 G G G G
•... • X. .
• • • •
• xo*
42 40 39 2 23 21 4 18 15
• •..
..XX 00*«
•
• • •
• • • •
•
• • •
1987
PROVINCIE
AANLEIDING
NOORD-BRABANT
WERKZAAMSITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
GEMEENTEN OUD
EN
NIEUW
GASTEL
BESTAANDE SITUATIES MENKEN STAALUNIE BAKX AKKERMANS VAN S P R U N D E L SPOORWEGLAWAAI
ZO
Z A N D E WEG ( S P U I ) MARKT . S T . P E R N A E R T S T R . S O S S C H E D . B E S T . P SPUIL N . B E S T . P L A N SPUI GGK GS 1 9 7 7 BOSSC HENDIJK (PAGNEVAART-WEST) BOSSC HENDIJK (UITER.PAGNEVAART) BOSSC HENDIJK (ZOUAVENLAAN) BOSSC H E N O I J K ( P A G E V . / V E L L E T R I . G G K GS BOSSC HENDIJK (VELLET°I I BOSSC HENDIJK (PAGNEVAART) BOSSC HENDIJK (BUITENGEPIED) ALBAN O LOB.A ALBAN O LOB B MOLEN STRAAT INDUS TRIEWEG I N D . W EG G R O E N E W O U D M O E R D I J K S E 5 T P . KERKE TIEND/ST.PIETER/F.DE VRIENDSTR. ROMEL AAN/MOERDIJKSFSTRAAT
PRINSENBEEK
1 2
PUTTE
70 80 70 70 70 70
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL RL RL RL RL RL RL RL
23 89 2 12 IQ 1 2 13 27 11 90 130 18 5 35 133 3
G G G G G G G G G G G G G G G G G
66 66 66 66 66 66 66 66 66 66 66 66 66 66 66 66 66
70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70
VL VL
72
ZONE LANGS A - 1 6 VELSGOED E C T .
SA SA
1
KOM
SA
2
CENTRUM
PUTTE
HAZELAARLAAN HOOIPOLDER NOORDWEST(A) HOOIPOLDER NOORDWESTO) H O O I P O L D E R 8 E T/M 1QF C L . VERKEERSCIRCULATIEPLAN CENTPUM R VEER
RAVENSTEIN
)
KOP V.D.WEEM
REUSEL
1 2 3 1 5
DENESTRAAT I N D . T E R R E I N 11 ( V O O R O N T W E R P ) P R O V I N C I A L E WEG S 1 7 « S l t H A V E R A K K E R S II HORECAINRICHTINGEN
1 2 3 1
. . . X XX3X
70 75
O
1 2 3 14 5 6
O..• •. . . 0 0 ••••
.X ..03 0 0 . . ..•• •••<
ANTWERPSEWEG ST.BAVOSTRAAT BREEMDSTPAAT PREDASEWEG
ZO
IL
32
G
65 70
NB ZO NB
VL IL VL
100 96 200
0 ö
55 70
597
C
71 75
60 60 56 65 61 65
55
VL
5 35
0
NB
IL IL VL VL
19D 50 20
G G
SA SA SA SA
VL VL VL VL
<t7 73 1 51
SA SA SA
VL VL VL VL VL VL
110 25 108 30 5 2
ZO ZO
zo
, ..o xxo. .XX XX.» XXOO . .XX .XXO
GRAAFSEBAAN/HINTHAM GELUIDWAL MOLENHOEK-OOST WONINGEN STEDELIJK GE3IED SCHARRELROUTE BERNADETTESTRAAT DORPSSTRAAT
..XX
71 66 66 61 61 6<t
75 70 75 67 6<( 67
* i
••.. 00»» •••• X 0 0 0 0 ••••
X X . . 0000
<••••
..xx oooo ••••
66 75 66 75 71 66 78 0 0 G G G G
, • •
..xx xx.. oo*+ •••• xxxx
0000
.••• »••«
oooo .••• •••, oooo .••• oooo .••• • ••.
O ROSMALEN
XX0« O X X O 0* •• OXXO • •.. OXXO • •..
0000 • • + • 0000 • • • • 0000 • + • • 0000 • • • 4 0000 • • • • 0000 • • • • 0000 • • • • 0000 • • • + 0000 • • • • 0000 • • • •
.X X G
19
• •••
oxxo • • . . oxxo • • . . .... oxxo ••
66 8D
163
93
ZO
1 2 3 1 5
RIJNSBERGEN
60 15 13 25 8
65 75 65 65 65 65
SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA NB NB
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 11 15 16 17
zo zo zo zo zo zo
GLOBALE GELUIDSBEL. 1 9 3 1 1 9 3 2 1 9 8 3 1984
G G G G 6 G G
215
3 RAAMSDONK
BRON
AANTAL WOON- SOORT EENH. MAATR.
VL IL IL IL IL IL RL
2 3 5 6 7 8
OUDENBOSCH
HEDEN
LAWAAI
. O 0003 .0.. . . .3 XX.. . .33
...• •••• • ••»< ••. . .••O .»• . 0«»« ••«. 0. . •
• • •
* *
*<
PROVINCIE
GEMEENTEN ROSMALEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN 7 6
MICHIELSGESTEL
SINT-OEOENRODE
SOMEREN
SON
EN
SPRANG
BPEUGEL
CAPELLE
STEENBERGEN
TERHEIJDEN
LAWAAIBPON
VL VL
C.V.ROESTELLAAN FLATS A2/A55 CROSSTERPEIN
SCHAIJK SINT
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
NOCRÜ-D&ABANT
ZO
IL
NB
VL VL VL VL VL
SA
VL VL VL VL VL
NN NN NN
VL VL VL
6 550
20 50 20 70 50
CENTRUM STOKHOEK SCHIJNDELSEWEG M A A S K A N T JE VENKANT
1 2 3 1 5
SINT-OEDENRODE SINT-OEDENPODE NIJNSEL 30SKANT HET KOFFEREN
1 2 3
BESTEMMINGSPLAN S L U I S XI LIEROP
1 2 3 1 5 6 7 8 9
EKKEPSRIJT GENTIAAN NOORD GENTIAAN HEUVEL PIET HEINLAAN T EIGEN SON W E S T KOM SON DE V L O E D
ZO NN RC ZO NB RC RC RC RC
IL VL VL VL IL VL VL VL VL VL IL VL
1 2 3 1 5 6
BEDRIJVEN TERREIN CAPELLE BEDRIJVEN TERREIN SPRANG T I L B U R G S E WEG KERKSTR./V.D.DUINSTR . 2WEMBAD ZIDEWINDE DIV.RECREATIE INRICHTINGEN
ZO ZO
IL IL VL
1 2 3 1 5 6 7 8 9 IQ 11 12 13 11 15 16 17 1 2
WATEPDAEL
KOMPLAN BREDASEWEG MOLENPOLDER
1992
1983
1981
1985
1986
1987
61
.00
71 66 66 6b 66
75 70 70 70 70
X.. .
71 75 Uo 70 bo 70 56 60
XX.. .XX.
75
X..0
10
O .••
O**.
X X X
IL IL
65 12 28 235 21 186 31
66 66 66 66 61 61 61 66 66
70 70 70 70 65 65 65 70 70
X X X
X X X
X X X
. XX. , .XX , .XX .XX. .XX , XX , XX
.XX .33 0 0 . . .03 0 0 . . .XX .0. .XX .0. ..XX
TH TH
(FNZ)
61
1991
.xx. . o o . NB SA
KOMPLAN OOST MOLENWEG OOSTWAL REINIERPOLDER OOSTDAM MOLENWEG OOST PART.HERZ.WELBERG KRUISLAN/ T HOOGJE STADSCENTRUM NOORD OOST OMLEIDING KRUISLAND P R O V I N C I A L E WEG S9 KOM K R U I S L A N D V.C.P. ZEELANDWEG OOST NW.WOONGEBIEDEN GELUIDSOVERLAST
G G
91
xxxx
1 2 3 1 5
CENTRUM OVERIG
GL03ALE AANTAL GELUIDS «OON- SOORT EENH. MAATR. P E L .
IL VL VL
7
IL
61 68
6
.03 . .XX . .XX
VL IL VL
TH TH TH
VL VL
TH TH RC TH
VL VL VL
RN NB
17
VL
. .XX . XX
182
VL VL
VL VL IL
VL IL VL IL
.000
... X X
75 75 75
..XX ..XX . .XX ...X ..XX
77 500 32
75 75 75
xxxx xxxx xxxx xxxx xxxx xxxx XXXX . .XX XX
IS 6
71 75 6b 70
. .X. . X . .
o.xx
0«*.
PROVINCIE
NOORD-BRABANT
AANLEIDING WERKZAAM-
GEMEENTEN TERHEIJOEN
TETERINGEN
TILBURG
O. CD
3
3 ia
ir
s o o Q. U> r+ C TT
X
< O
^J M
HEDEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
LAWAAIBRON
GLOBA AANTAL WOON- SOORT GELUI EENH. MAATR. BEL.
3 "4 5 6 7 8
ZEGGE I Z E G G E II Z E G G E III KOMPLAN WAGENBERG KOMPLAN LANGEWEG M O L E N P O L D E R OOST
NB NB TH NB RN NN
VL VL VL VL VL VL
12 18 11 23 8 27
1 2 3 1 5
00STERH0UTSEWEG HOEVENEIND HOOLSTRAAT MOLENEIND SPOORLIJN TILBURG-BREDA
TH TH TH TH SA
VL VL VL VL RL
175 75 65 10 6
NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB N3
1 27 10 10 10 70 11 17 20 175 25
NN NN NN NN NN NN NN
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
NN NN NN NN
VL VL VL RL VL
1 2 3 1 5 6 7 8 9 10 11 12 13 11 15 16 17 18 19 20 21 22 23 21 25 26
VAN B A L E N S T R A A T HOEFSTPAAT-HOPMAN ACHTER DEN HEUVEL TILBURG NOORD-HEIKANT QUIRIJNSTOK WINKELCENTRUM BESTERD KA) HOEK HOEFSTRAAT/PAST.SMITSSTRAAT PROF.WICHMANSTRAAT B R O E K H O V E N II HOEK N O O R D H O E K R I N G SPOORLAAN LANCIERSKAZERNE G R 0 E N E W 0 U 0 II STUIVESANT GROENEWOUD I REESHOF I GESWOREN HOEK REESHOF/HUIBEVEN NOORDHOEKRING/HOEK SCHOUWBURGRING TILBURG NOORD OUIRIJNSTOK HET ZAND MARIAZIEKENHUIS OERLE BUURTAANPAK DE B L A A K KASTEEL MIDDACHTENSTRAIT KERK G R O E S E I N D GOIRKES7RAAT NOORD LIVOLI I
27
DE HEUVELSE
28 29 3D 31 32 33 31 35 36 37 38 39 10 11 12
ELISABETH-ZIEKENHUIS DE H I N D E VAN C A S T E R E N DE G R O E N E L O N G HET KUIPERKE OUDE H E I K A N T SCHOOLSTRAAT HOOGVENNE I H O O G E V E N N E II LANGE NIEUWSTRAAT (GEBI LANGE NIEUWSTRAAT/THERESIA LANGE N I E U W S T R A A T / T H F R ^ S I A LANGE NIEUWSTRAAT/CA"PINA CENTRUM KONINGSPLEIN-ZUID
13 11 15
VARKENSMARKT-NOOPDZIJDE REESHOF II TILBURG NOORD
AKKER
I II
NB NB NN NN NN NN NN NN NN NN NN
RL
IL
212 15 30
G
G G G G
61 61 61 66 71 66
65 65 65 70 75 70
70 70 70 70
75 75 75 75
95 1991 193? 1983 1981 1985 1986
....
. .X. • • . . 3 .0 .X
IL IL
RL
RL
15 70 279 18 56 60 210 116 150 20 100 70 100 12 160 160 10 60 61 75 231 91 70 500
....
...3 ...3 . ..3 ...3
oxxo oxxo oxxo oxxo
.•..
0.•• .«•.
• ••• • ••. • ••. • •..
. ..0
56 56 56 67 66 56 60 56 56 55 56 56
xo*« • • . . x«»« « . . .
63 68 60 65 60 68 70 70 68 70 60 68 72 60
. .XX 000
xo.. • • • . »... xo.. • » . . • •.. xo»» » . . . » »» » xxoo • • • • X X . . 00.. »»»» XX..
70 65 65 60 70
56 65
• •••
xxoo • • • • x o . . • • • »... »... • • • • »... xo»» » » » « xo.. • • • • • •• .
56 60 60 56 65
00. .
• •• • • •.. • +• • • •• •
XX33
xo»»
• •..
• •..
• •..
XXOO
xo»» » . . . • ••. »... xc». • • • • ..
0 . ..
• •••
•••.
xoo.
• •«.
XX03 XX03
• •• •
xo..
• •• •
XXX3
000.
xo..
• •.. • •..
«... • •• •
0. . . • • • • 0000 • • • • XXXX
xxoo
00.. X X X . 0000
xo»» • • . . xoo. xxoo « . . . xxxx xxoo xo»» • • . . xxoo • • . . XX. . x o o o XX33
»...
xo»»
• •..
0000 • ••• + •• •
• ••.
0000 • • ••
• •.. •
«..
1987
. .•• ••..
• •.. •...
..XX X . . . 00». • . • . .••. • X » . .... 00.. • •.. • . X X . .... • • . . • • . . . • ..
xxoo 51 190
...X
• •..
• •• .
XXOO
xoo.
• • ••
*.0* ••••
PROVINCIE
AANLEIDING WERKZAAM" HEDEN
N90RD-BRAPANT
LAUAAIBRON
GEMEENTEN
SITUATIE/PFSTEMMINGSPLSN
TILBURG
16 "47 18 19 50 51 52 53 51 55 56 57 58 59 60 61 62 63 61 65 6b 67 68 69 70 71 72 73 71
R E E S H O F II D E E L P L A N CONSER VATCR I U M L A A N / C 0 S 3 E N H A G F N L A A N CUNERA TOREN STRAAT CONSER VATOR I U M L A A N / P R O F . G I M B R E » E L A A N GEMEEN TEMER F T E R R E I N ELI SABETH-mKENHUIS P S Y C H . Z I E K E N H U I S JAN M I E R BESTER D I ( B) L O V E N I EN II P . N . E . M - S T A TION K A L V E R S T R A A T AFVALT ATERZ UIVERING NOORD ATERR AFVALT EININGING OOST EN KRAAIV T E X T I E L F A B R IEK P U I J E N B R O E K H E T LA AR I A A B E F A B R I E KEN V C P TI L b U R G V C P ZU I D - 0 0 ST N O O R D T A N G E NT T R A C É R E C O N S T R U C T IE R R E D A S F U E G DE VPE D E B U R CHT B R O E K H OVEN M E R O D E P L E I N E.O DE K A T T E R U G S T A D H U I S P L E I N SOEY 2 WATE R H O E F S T R A A T DE H E I K A N T 6 HASSEL T 3 JERUSA LEK ( G . W . D ) MASCAG NISTR AAT/BELLINISTRAAT R I N G B A AN WE S T / K E L D E R M A N S S T R .
NN NN NN NN NN
VL VL VL VL VL IL
NN NB ZO ZO ZO ZO ZO ZO ZO
VL RL IL IL IL IL IL IL IL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
1 2 3 1 5 b 7 8 9 10 11 12 13 11 15 16 17
HOEVEN (KRIJTEN) VIJFHUIS NONNENVELD VOLKEL ZOGGEL HELLE LOOPKANT/LIESSENT MOTORSPORTTERREIN VCP C E N T R U M - G E B I E D BUITENGEBIED GOORKENS UITBPEIDING ZUID H E R Z I E N I N G M E L L E (I NIEMESKANT HERZ.MOLENEIND MELLE (RAAMPARK) GROENEWOUD
NB NB NB NN NN NB ZO SA ST RN ZO NN NN NN
UOEN
UDENHOUT
VALKFNSWAARD
1 2 3 1
BUITENGEBIED INDUSTRIETERREIN INDUSTRIETERREIN KOMPLAN
1 2
BELLEMAN BELLEMAN-NOOPD
3 1 5
SCHEPELWEIJEN-B BROUWERSHOF-NOORC WOONGEBIED D
I II
T/M
1X1
zo RC RC NN RC RN TH TH TH TH TH TH TH TH
AANTAL WOON- SOORT EENH. MAATR.
GLOBALE GELUIDSBEL. 1931
10 60 12 10
96 19S?
1983
1981
XO..
• *• a • •• •
«...
xo.. XX03 X...
VL
xoo. • •• +
• •• •
xxo. VL
XX.. XX..
VL IL 200 68
58 21 115 12 b 21 16 51 15
72 69 6b 67 68 69
...» xooo xooo xooo
xoo« xoo»
• ••.
••••
• ••.
60
C G G
50 60 55 70 66 76
5D00
C
360
0
. . X X 0000 . . . X X...
200 200
0 G
..XX ..XX
SA
VL IL IL IL
7 10 10 35
G G G 0
NB NB NB NB NB
VL VL VL VL VL
95 61 300 115 291
zo
50 65
• • •• • • • • ••• • • •
••..
• •..
«...
10
65 75 50
••••
• •• •
6b 66 60 66 55 55
SA ZO
70 70 65 70 70 60
XX33 X .. . X... X...
0 0 G 0 C G
NN NN
1987
+ •• •
15 lb 25 10 100 7
VL VL VL VL VL VL IL IL VL VL IL VL VL VL VL VL VL
1986
• •• •
X03. X*** « . . . • •• • 00.. XX.. 00. .
67 6S
70
1985
X0«« XO**
xxoo . .xo
. ••. 00*» • • . . . .XX X X O ) 0 • « • . ..X . 0 0 * «... .X. . . X X . .00. . XXX 0 • • • .XXX X... XXXX
... 0 . ..X ... X ..00
• ••• • •••
••••
. • •« • • • • • • •• • • + •
«••••
• • ••
* • ••
....
•••«
0000 0000
• •• • • •••
000» 00. . 00««
••••
«... • •••
PROVINCIE GEMEENTEN
VALKENSyAARD
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
VEGHEL
VELDHOVEN
CA.
VIERLINGSBEEK
VLIJDEN
VUGHT
s
WAALRE
LAWAAIBRON
71 75
... X
70 75 65 70 58 60
xxxo o xxoo o
20 199
56 65 56 65 76
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 11 15 16 17
M A R I A H E I O E (A) M A R I A H E I O E (B) IEPENLAAN EIKELKAMP B U N D E R S HOEK LAARBUNDERS RW.DEN B O S C H / H E L M O N D DORSHOUT/RIJKSWEG DE D U B B E L E N KOLENKAMPEN IEPENLAAN HOOGSTRAAT/SLUISSTRA«T BEUKELAAR I SCHOLEN DE L E E S T ZUIO VIJVERWIJK
SA NB NB NB NN NB TH ZO ZO NN NN NN NN TH NN NN NN
VL VL VL VL VL VL VL IL IL VL VL VL VL VL VL VL VL
1 2 3 1 5 6 7 8
ZIEKENHUIS PROVINCIALEWEG DORPSTRAATA WESTERVELDEN D I V E R S E P L A N N E N 4 T/M 20 HEIKANT DEELPLAN IV HEIKANT DEELPLAN V H E I K A N T O E E L P L A N VI
NB SA SA SA SA NB NB NB
VL VL VL VL VL VL VL VL
1 2 3 4 5
KOM VESSEM KOM K N E G S E L KOM W I N T E L R E REC./HORECA-INR. DE L E E N H O E V E N
TH TH TH
VL VL VL
1 2 3 1
MOTORCROSSTERREIN GROENINGSEVELD PASVELD GROENINGEN
SA NB NB NB
1 2 3
OMGEVING MAASROUTE VLIEDBERG PARALLELWEG
SA ZO
1 2 3 4 5 6 7
HELVOIRTSEWEG HELVOIRTSEWEG/RIJKSW.65 LAAGSTRAAT/REPELWEG LAAGSTRAAT/REPELWEG ONTWERPPLAN ESSCHEWEG ZEEDRAAIERSTPAAT KAMPDIJKLAAN
1
A-INRICHTINGEN
GESTELSESTR./SCHOONOORDSTR.
1981 1932 1983 1984 1985 1986
60 10 10
OVL 20
AANSL./EURO
97
125 100 200 730
11
WOONGEBIED C CENTRUMPLAN I CENTRUM II ZUIDELIJKE RANDWEG/NOORD
AANTAl GLOBA WOON- SOORT GELUI EENH. MAATR. BEL.
VL VL VL VL IL VL
NB NB NB RC ZO SA
6 7 8 9 10
VESSEM
AANLEIDING WERK2AAMHEDEN
NOORD-BRABANT.
65 70 70 75 65 70
..XO . .XO
1987
• ••• • •••
.X.0
• • • •
X X X . 00»» XXX. X X X . oo»
• • «
••••
•+•<
xo»« o •• +
.X30 ..XX XX
xxxx xxxx xxxx xxxx
60
o •• •
xxxx xxxx xxxx 23 7 2 386 15 35 22
71 75 66 56 56 56 G G G G G
56 65 56 65 56 65
IL RL VL VL
3 250 100 10
0 G G G
61 56 61 66
233
zo
VL IL IL
NB SA SA NB PC SA SA
VL RL VL VL VL VL VL VL
100 19 11 tl 55 2 75
NN
VL
66 71 66 55 55 66 55
. . .X O O Q • • . . . XXXX 0 0 0 0 • • • • • • . . ..XX 0 0 * * ..XX 0 0 * * ..XX 0 0 » *
70 60 60 60
50 32 30 20 115
54
00. . 000* 000*
•XXX .XXX
XXOO XXOO
0000 0000
•••• ••••
•••• ••••
56
•xxx xxoo oooo •••• »••• xxxo o o o . .••• • ••. .xxo
65 60 65 70
00.. . ••. XXOO • • • • XX.3 0 0 » » ..X. 0 • • +
80
.XX3 .XX. .XX.
70 75 70 70 70 70 70
.xxo
56
• •. • • ...
• ••.
000. • • • • . ..X X * * * • • • • ...X X X . . ...X xx«« 0 0 » » XX.. 0000 •••. , XX.
XXOO
PROVINCIE GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
WAALRE
2 3 1 5 fa 7 3 9 10
WAALWIJK
I
NB SA SA SA NB NN SA NB NN
VL VL VL VL VL VL VL VL VL
DE HOEF L A N VAN RAREN *ARGPIETSTRAAT ROEFSVEN
NB NN NN NN NN ZO
VL VL VL VL VL IL VL
D
5
BUITENGEBIED
6 7
H A V E N I N D U S T R I E T E P R E IN SANERING
8
NOORDSTRAAT
1
DE B E E T E N
1
SPOORSTRAAT
WASPIK
2
BEDRIJVENTERREIN
I
3
BENEDENKERKSTRAAT
1
WASPIK-KOM
5
OE
1 2
MUGGENSCHANS NIEUWENDIJK KERN
3 1
CENTRUM WEPKFNPAM INDUSTRIETERREINEN
WILLEMSTAD
1
ELIM
WOENSDRECHT
1 2
VAN DER MEULENPLEIN PUTSEWEG ZUID
WERKENDAM
KEIZER
N.GED.EN EN
r v AA BEST.PLAN
INDUSTRIETERREIN ONDERSTAL
5
DHV PAPPORT
6
ONDERZOEK
900 113 123 200
s 0
5b 66 66 66 56 67 56 70 66 75 56 56
193?
1983
.0**
+••• ..00
1981
••• . .ox
1985
1986
1987
••••
••••
»•••
» •••
.o«*
•«.. xo..
••••
xxoo •••• . xo» . .X3
XX
700 32
• •.. »•••
XX»*
•• •••4
66
zo zo zo zo zo
VL IL VL IL IL
65 80 70 80 75
IL
1981
66 b6
G G
56 60
10 190 30
ZONES
zo
VL VL VL IL
NN NB ZO NB SA SA
VL VL IL VL VL VL
30 15 20 10 123 573
SA SA SA SA
80 50 20 200 10 30 63 30 10
ST
KERN
GIESSEN
KERN KERN
RIJSWIJK OUDENDIJK
1
KERN
WOUDRICHEM
5 6 7 8 9
GIESSEN EN ANDEL OUDE BAN ALMKERK/DEN DOORN KERN WAARDHUIZEN DE BIJL G I E S S E N
zo NB SA SA NB
VL VL VL VL IL VL VL VL VL
WOUW
1
8 WONINGEN
SA
VL
ZEELAND
1 2 3
KERKSTRAAT-NOORD HERZIENING KOMPLAN UDENSEWEG-eRAND WEST
NB NB NB
VL VL VL
TORENVELD
70 11 76 25 70 MO 60
G G G 0 G 0 G
98
70 85 75 85 80
• •» • •
• •• •
...0 xoo. •••• . .03 xoo OXX» o * * * •••• ..03 o x x o o»»» • 0X« • •
»•
SCHARLO
3 1
1
3Q
VL
1
ZEVENBERGEN
10
NB
2 3
WOUDPICHEM
-J CJl
1 Z 3 1
HEUVELSE AKKERS O.L.VROUWEDIJK WAALRE 1«70 VOLDIJN 71 CENTPUM AALST GESTELSESTPAAT-OOST C E N T P U M A A L S T (RW ? 6 « 1 UITBREIDINGSPLAN AALST LAARSTPAAT/GESTELSESTRAAT
WA N R O I J
I
O
AANTAL GL()?4 AANLEIDING WERKZAAM- LAWAAI- WOON- SOORT GELUI EENH. MAATR. BEL. HEDEN BRON
NOORD-BRABANT
LANGS A-17
SA
65 70
G G 0 G G G
66 70 66 70 50 55 60 60 56 65
XX. . XXXX XX. . XX. .
75 75 75 75 50 60 65 55 70 55 60 70
XX. . .000 . »•• . XX. 00.. . • • • .00. .. »• . . XX XX.. .000 • • • •
..00 . .XX
65 65 65 65
G
67 71
XX. .
.XO* . .XX
xooo
...3
00**
.XX.
XXXX XX. .
XXXX 39
61 70
• ••.
..XX 0 0 . . . X X 3 0. ••
.00
••••
«...
«••.
PROVINCIE GEMEENTEN ZEVENBERGEN
ZUNDERT
I 1
I O
I
O
O)
N00RD-6RABANT SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
AANTAL GLOBALE LAWAAI- WOON- SOORT GELUIDS" BRON EENH. MAATR. BEL. 1991 1982 1983 1981 1985 1986
2 3 t 5 6
LINKDONK LANGEUEG-WEST DE MOLEN I EN II DE KOEKOEK SCHANSDIJK
NN NB NR 20 ZO
IL VL VL VL RL IL IL
50 56 500
61 75 61 70
1 2
RIJKSWEG GROKO
SA
ZO
VL IL
395 30
66 76 60 66
251
003. ••••» 0000 •••• XXXX 0000 ..XX 0000 •••• ..XX XXXX ..XX
99 1987
"ROVINCIE SE MEEN TEN
LIMBURG SITüATIE/BESTEMMINGSPLAN
TH NB
VL VL
55 6
ALGEMEEN BESTEMMINGSPLAN A ALGEMEEN BESTEMMINGSPLAN B HEERSTRAAT/BEEGDERVELD O.A.SCHOOL HET LEUKEN
SA ZO SA NB
VL IL VL VL
6 160 15
BEATPIXLAAN/NOCRD MAASTRICHTERLAAN KERN/DORPSTRAAT NEERBEEK bEG D AAFPLAATS BEEK N.I.P. BEEK INDUSTIE
NB NB NB
IQ 15 20 13
TH SA ZO
VL VL VL VL VL VL IL
2 3 M
OFFENBEEK ZUID II LEEUWEN OFFENBEEK ZUID III BEESEL RIJKSWEG
NB NB NN SA
VL VL RL VL
50 20 MO
1 2 3 M 5 6
KOMPLAN FASE 1 BROEKPLAN BUITENGEBIED GS 1975 DRIEHOEK GS 1971 GELOERVELD HOOFDZAKENPLAN
RN NB RN NB ZO NB
VL IL VL VL RL IL VL IL
36 130 50
1 2 3 M 5 6 7 8 9
NIEUW BERGEN I NIEUW BERGEN II NIEUW BERGEN III SIEBENGEWALD BUITENGEBIED A BUITENGEBEID (S RIJKSWEG N271 WELL WELLERLOOI
NB NB NE NP NB RC TH NN NN
8L BL VL BL BL VL VL
9 2 110 3M 20
1 2 3 M
BEEK
BEESEL
BELFELD
BERGEN
BRUNSSUM
ECHT
AA\TAL GLOBALE WO0N- SOORT GELUIDSEFNH. MAATR. PEL. 1931 193? 1983 198M
RIJKSWEG UORPSTR./ST«TIONSTR . KERKVELD II
BAEXEM
BEEGCEN
AANLE IDING WERKZAAM- LAWAAIHEDEN faPON
1 2 3 M 5 6 7 8 9 10 11 1 2 3 1 5 6 7
SW 18 KLINGBCMDEN BEXDELLE KLINGELSBEPG/BUITENGEBIED SW 21 OP DE VOS BEXDELLE BUITENGEBIED SW 26 BEEKSTRAAT DORPSTRAAT MAASTRICHTERSTPAAT LINDESTRAAT CITYRING VERLENGDE KENNEDYLAAN INDUSTRIE
NB NB NB NB NB NB NB NB ZO
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL IL
LITTERSVEN RIJKWEG LITTERSVEN,HOUTSTRAAT BERKELAARS,BERKELAARSWEG BEPKELWEG MAASBRACHTERWEG BERKELWEG.OIEPSTPAAT BEPKELWEG,JORISSTRAAT DE KLOMPENMAKER KERKVELDSwEG
NB NB NB NB NB NB NB
VL VL VL VL VL VL VL
6b 73 56 60
100 1985 1986
1987
00. . X.
71 66 66 6b
75 70 75 70
XXX
56 56 5b 61 65 65
60 66 70 65 75 75
..XX ..XX
56 60 56 60 61 65
..XX ..XX
X... OOOC .... . ..X XXX. XXXX • • * '
A /l J( •
.O»* ••. . . .0. ••. . XXOO
••«
xxoo •••• ..XX
. .00 »••• .. • •
.XX .
914
3M 570
G G G
00** 00*»
xxoo ..••
66 70 60 66 75 65 75
.000 .XX . XXX .XX . .XX .XXX
60 75
120
35 35 35 35 35 50 50
MO MO M5 MS MS 75 75
HO 500 60 196 80 213 35 30 130 110 30
57 57 58 65 60 65 65 65 65 60 55
62 62 63 70 65 70 70 70 70 65 60
M 9 32 25 8 11 9
66 60 60 66 66 61
70 70 70 70 70 70 65
XXXX XXX3 O»
xxxx xxxx xxxx xxxx xxxx xxxx xxxx xxxx
xxxo o» xxoo o»** xxxo oo«» xxxo •... xxxo «... xxxo o*** ..XX X000 •••
xxoo xxoo xo»*
+ •• •
. .XX 00**
. .xo « « . . . .xo . .XX xxoo xxxx .00. .0..
xo.. xo.. xo.. xo.. . .xo
.xxx oooo •••• •••«
• •••
• • •
• •.. • •..
00«*
• •..
• •• •
. .••
.. •• ..•• . .•• ..•• . .••
0.. .
PROVINCIE
LIMBURG
GEMEENTEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
ECHT
8 9 10 11
OE KLOMPEMAKER ALGEMEEN HOOGVELD N R D . R I J K S W E G HOOGVELD N R C . E C H T E R S T R J A T KERKVELD PEYERSTPAAT
12 13 11 15 16 17 18 19 20 21 22 23 21 25
KERKVELD WILHELMINALAAN KERKVELD KFRKVELDSEWEG KERKVELD STATIONSWEG ECHT Z U I D / O O S T R E Y E R S T R A A T ECHT N O O R D W I L H E L M I N A S T R . ECHT N O O R D Z I L V E R S P A P S T R . SCHILBERG T HINGEN PEY DE LOOP KONINGSBOSCH ECHT C E N T R U M / B O Y E N S T F S T R A A ECHT CENTRUM PLATS BUITENGEBIED
GELEEN
GENNEP
1 L A N D G R A A F II 2 DASSENKUIL 3 FORTUNASTADION 1 MIDDENGEBIED I 5 M I D D E N G E B I E D II 6 WESTELIJKE RANDWEG 7 GELEEN Z. 8 KAMPSTRAAT 9 AANVULLING VCP 10 PLAN " S T A T I O N S T R A A T " 11 FINIGHAUSERWEG 12 R I J K S W E G Z U I D / K E » E N S H 0 F W E G 13 W E T R . 0 . A P T . 1 9 11 EUROPALAAN 15 B E S T A A N D E W O N I N G E N 16 BORREKUIL 17 KAMPSTRAAT 18 IL D E M Y 19 D S M 2D S A N E R I N G V . L . 1 GENNEP-WEST 2 HEIVELD-WEST 3 VLASROOT 1 SMELE 5 GRENS 6 OMGEVING ZWAPTEWEG 7 MILSEEEK 8 PICAPDIE I 9 OTTERSUMSEWEG/KLEINEWEG IC LOGTERBERGE 11 P I C A R D I E II 12 A L G E M E E N B E S T E M M I N G S P L A N 13 G R O O T E H E E Z E
GRATHEM
1
SANERING
GRUBBENVORST
1 2
LOTTUM GRUBBENVORST
WONINGEN
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
NR NB NR NB NB NB NB NB N8 NB NR NB NB NR NB NE NB NB NB NB NB NB NB SA SA SA SA NB NB NB NB NP TH ZO ZO ZO
zo
AANTAL L AWAAI- WOON- SOORT EFNH. MAATR. BRON
30 3
IL VL VL VL VL VL RL VL VL RL VL
113 17 63 51 Mü 10 15 RL
VL VL VL VL VL VL VL
Mü 8
VL VL VL VL VL VL VL VL VL RL VL VL
200 ICO 190 S6S 700
G G G C G 0
101 1981
61 70 66 70 65 61 61 61 61 61 61 61 61 61 61 65 66
70 65 65 70 70 65 65 70 65 70 65 70 70
66 65 65 65 7D 70 70
1983
IL
100
G 0 G
IL
39 100
G
86
58 62 55 60 58 70 56 65 66 70
IL IL IL IL
1981 1985 1986
. .XQ • + • • .0.. . X. . .X.3 .X.3 . X.3 • X.3 . . . X X.00 • X.3 . •. .
.•.. • •• • • • •• 4ttt • • •• • •• •
. X.3 .X.3 .X..
61 65 55 56 56 56 56 61 61
198?
• 4• •
... X
• X03 00.* XX03 XXOO
. .XX
xxxx
0000
6
• •• • • •..
0** • • • . . • •• • • •• . * «•+
xoo»
• •• •
• • ••
. .XX
XXOO
IL VL VL
0 G G G G G G G G C C C G C C G G C
GLOBALE GELUIDS BEL.
• •• • • •• •
... X X X . . . .XX 0 • • • X X O O o***
«... xo«» • • . . xxxx xxxx xxxx x x x x xxxx xxo« • • • . . .XX . ..X
00** 00** x x x x XX. . x x x x XXX.
..XX
xxxx xxxx x x x x xxxx xxxx . .•• • • ••
NN NN NN NN NN NN NN NN NN NN NN NN NN
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
SA
VL
SA SA
VL VL
201 22
63 58 60 62
1116
111 70 210
60 67
X03»
• ••
XX x x o o • • • • X XXOO • • • • XX 0 0 » » XX 00*» XX 000» XX 00»« XXOO . .XX XXOO . .XX . . XX
ID
150 16C
6 G
• •..
«...
• •..
00** • •..
00»* 00*»
60
. .XX 00**
65
xxoo
65 70 65 70
xooo
• ••.
XXOO 0 0 . .
• •»•.
•f • • +
PROVINCIE
LIMBURG
GEMEENTEN GRUB9ENVORST
GULPEN
HAELEN
HEEL
EN
PANHEEL
HEERLEN
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
AANLEIDING WERKZAAMHFDEN
AANTAL «00N- SOORT EENH. MAATR.
VL VL RL
70 6
NN TH TH
VL VL VL
530 115 100
OP D E N TOUM NAPOLEONSWEG (A) NAPOLEONSUEG (BI MAASCENTRALE P.L.E.M. ROERMONDSEWEG
NE TH SA ZO SA
VL VL VL IL VL
GLOBAALPLAN WONINGEN
TH SA
VL VL
13C 1D0
VERSILLIENBOSCH BEKKERVELD GOUVERNEURSTRAAT SCHAESBERGERWEC DOUVE WEIEN VAK E L A A N D E R S T R A A T GEERSTRAAT KEMPKENSWEG Z E S W E G E N - R O O D 18 Z U I D KLOOSTERKOOLHOF/SCHAESBER GIESEN BAUTSCH/AKKERH. OOUVENRADE CENTPUM ZUID I C E N T R U M ZUIO I G E B . C PARALLELWEG CENTRUM ZUID I CORIOVESTE C E N T R U M Z U I D II HEERLERBAAN eAUTSCHERWEG GELEIN GRASBROEK MOLENBER RENNEMIG ONIII FRANKENLAAN TICHELBEEKSTRAAT DABEKAUSEN AKERSTR.NOORD-DEMSTR. AKERSTR.NOORD-PATERSW. AKERSTR.NOORD.-KINGLAAN C E N T R U M 79 V.C.P. INDUSTRIELAWAAI STILTEGEBIEDEN
RN RN NN SA NB NB NB NB NB NB NN NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NN
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
200 88 130 135 113 86 114 228 108 20 110 88 100 150 29 224 178 6 6 85 250 88 135 54 30 90 42 92 34 21
NB
VL
SA SA NB
3 4 5
S U I T E N S T E D E L I J K GEBIED LOTTUM Z U I D ONDERZOEK RAILLAWAAI
SA SA
1 2 3
GULPEN-WEST RIJKSWEG GULPEN P R O V I N C I A L E r f ^ G WIJLRE
1 2 3 4 5 1 2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 26 29 30 31 32 33
LAWAAIBRON
HELDEN
1
KERN
HEYTHUYSEN
1
PROVINCIALEWEG
HORN
1 2
HELDEN
SANERING BEST.GEBOUWEN KLOPPEVEN
s»
RL
18
50 BL
35
G G G
G G G
GLOBALE GELUIDSBEL. 1981 65 62 60
70 66 70
65 65 60
70 70 65
• X. .
61 6b 66
65 75 75
. .XX
6b
10
102 1932
X..3
,xo»
70
xxo» • xo»
G G G G
G
66
70
VL
G
66
VL VL
G 0
6b 66
BL
53
20
0 G G G G G G G C G G G G
0** + *•..
... •
...X 00..
xxoo
. ••. . ••.
X . .. • ... .00*
.0»* . .00 . • • •
00**
... »
• •..
• •• •
..XX 00*» . .XX 0 0 » »
•... • •. .
. xxo
0 •••
«...
. xxo
• •• •
..XX
00*» 00*»
• •..
xxxo .xxo
0. . . 0.. .
•• . .
..00 ..00 . .XX ..XX
60 60 70 75 70 70 70 70 65 70 65 65 70 70 70 70 70 65 65 70 65 65 65 65 65 65 69 65 69 69
G G
XXOO
X...
56 56 66 71 66 6b 66 66 61 66 61 61 6b 66 66 6b 6b 60 60 66 60 60 60 60 60 60 65 60 65 65
c
1985
XX..
.XX.
C C
1984
XOOD
65 65
G
1983
• •..
• •..
. ..X ... X
• xo»
xo»* «... xo*» • . . . •...
xxoo
• •..
. .XX 0 0 « »
• xo« . XD* . .XX
..XX • XXD ..XX . .XX
0**
o*». xxoo
• •..
. .XX
o*».
.
• •..
00»* 00..
xo»« xxo» «... xo** ..XX
0 •• •
xxoo
• •• •
70
.X..
00. . . • • •
70 70
• XX. 00. . • • • • .XX. . 0 0 .
...X
PROVINCIE GEMEENTEN
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
LIMBURG
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
LAWAAI" BRON
AANTAL GLOBALE 103 WO0N- SOORT GELUIDSEENH. MAATR. BEL. 1991 198? 1983 1984 1985 1986 1987
1 2 3 4 5 6 7 8 9
SPOOPWEGLAWAAI DHV ONDERZOEK HORST-CENTRUM INDUSTRIETERREIN NIEUW INDUSTRIETERREIN WESTTANGENT GEVOLGEN R73 ONDERZOEK VOERTUIGEN MEERDAL
SA SA NB ZO NN NN
SA
RL VL VL IL IL VL VL VL VL
1 2 3 4
NAPOLEONSWEG A2-WEG MARGARETHASTPAAT ZONERING
SA SA SA ZO
VL VL VL IL
50
KESSEL
1 2
BAARSKAMPSTRAAT MOLENSTRAAT/RIJKSWEG
SA SA
VL VL
9 32
G G
66 70 71 75
o»*. o**.
MAASBRACHT
1 2 3 4 5 6
KERNPLAN 1 T/M 6 BUITENGEBIEC BRACHTERBEEK ST.JOOST A-INRICHTINGEN HAVENCOMPLEX
NB NB NB NB ZO ZO
VL VL VL VL IL IL
50 10 32 7 133 150
G C G
66 60 66 66
70 75 70 70
•00. ..XO .XXO ... X ...x xoox • XXO
1 2 3 4 5 fa 7 8
KOMPLAN BAARLO ACHTER DE HOVEN CRAYELHEIDE AUTOSPEEDWAYCIRCUIT TRACÉ PW 73 RW 273 E3 PROVINCIALEWEG
NB NN ZO
VL VL IL IL IL IL VL VL VL
105 120
HORST
HUNSEL
MAASBREE
MAASTRICHT
MARGRATEN
1 2 3 4 5 6 7 3 9 1D 11 12 13 14 15 16
BSLO
zo zo SA SA SA
STRUCTUURPLAN BINNESTAO PR.BISSCHOPSSINGEL BOSCHPOORT KERN-LIMMEL CENTPUM-HEER RANCWYCKHEER AMBY-ZUID/TERBLIJTERWEG AKERSTEENWEG TONGERSEWEC R.NAFZGERSTRAAT RAVELIJN/HOGE t LAGE FRONTEN INDUSTPIEGEB. RUTTENSINGEL/FLORASINGEL ALF.ARIENSSTRAAT NOORDEPBRUGTRACE KAST LIEBEEKSTR./TERWORN
ST SA ST ST ST NB NB SA SA SA ST
1 2 3 1
VENDELVOETPAD T HOVELKE JONGE HAGEN PROJECT M.
5 fc
RIJKSWEG IND.TEPREIN
NB NB NB RN SA
zo ST TH SA SA
zo
VL VL IL VL VL VL VL VL VL VL VL IL VL VL VL RL VL VL VL VL VL IL
35
G G G
65 55
..XX XXXX
XXXX XXXX . .XX .XXX
66 66 66 66
ia 20
so 50
.0 . . .0.. .0.. 0...
65 50 65
66 76 68 66 7D
63 2 26
30 130 39 200
G G C G C C
100
c c
250 80
G G
RL
IL
..XX 71 75 65 70 66 70
66 75 66 75 71 75
c 154 59 180 90 19 6 8 10 147
C C G C C 6 G G G
60 70 66 71 66 72
56 56 56 66 66
60 60 60 70 70
00.* 00»» 000* 000* oo«» 0..0
•••• **** »••« ••.. •••• ••.. *••• •••« • < ••. . ••••
ox.. ••.. X. . . ..XX XXOO .••• . .XX o o . . •••. oo.. «... 0 0 . . ••..
50 30
IL VL
70 70 70 70
XXXX ..XX 00«* 0.. . «... xxx ooo XX • • ..•• •••• xxxo o*** XXOO O*** XXXO 00»» .XXX XXXX XXXX O»»* ••••
XXX . ..X X0«* . ..x «•XX ...X XXXO . ..x ..XX ... X ...X ...X ...X ..XX xxoo .••• XX.. ..00 0 0 * * •••• XXXX .xo. ••.. .xo. ••.. . XO. ••. . X0*« XXXX »••• . .X.
••..
•••• •••• •••• .••. •••• »••« ••••
•••• ••..
XXXX
PROVINCIE
LIMBURG
GEMEENTEN MEERLO-WANSSUM
HOOK
EN
MIDDELAAP
NEER
ROERMOND
SITUATIE/BESTE"MINGSPLAN
SEVENUM
1 2 3
HORECA MAASVELO A-INRICHTINGEN
SA NN
ZO
IL
1 2 3 1
HANSSUM VISSEBERGH II NAPOLEONSWEG R.73 SANERING
SA NB SA NN
IL VL VL RL
8 10 100 250
0 G G
"47 56 60 66 70 MO 15
..X.
1 2 3
BREDEWEG ROER-ZUID KARTHUIS VENLOSE-POORT
VL VL VL VL VL VL VL VL
118 lb 18 16 100 27 17 30
6
1
TH NB ST ST NB ST ST NB
66 56 56 66 56 61 61 61
.X.. .0.» .X.. . X. . 00** . .X. 00»» . .X.
1 2 3 1 2 3 1
HEIBLOEM VERKEERSLAWAAI MOLENVELD II OP DEN HACKERT KERN SEVENUM OMGEVING HORSTERWEG OMGEVING MAASBREESEWEG
ZO
IL
SA
VL
NB SA NB NB NB NB NB
70 60 60 70 60 65 65 65
33
56 60
LEDDERKEN E . 0 . CRUPELL BRAMERT ZUID DRIGELEN E . 0 . A-INRICHTINGEN WONINGBOUW OVL-20 NIEUWE POSTBAAN
NB NB NB NB 20 SA NB
VL VL RL VL RL VL IL VL VL
1 2 3 D 5
BEJAARDENTEHUIS KERN HEISTRAAT III KERN SWALMEN DE MORTEL LAAKBERG ZONERIN6S0NDERZOEK
NB NB NB NB NB ZO
IL VL IL RL IL VL IL IL
IN DE BERG MAASVELD DRINK-HAANDERT RIJKSWEG VENLO-ROERM BROEKLAAN KALDFNKERKERWEG
RC ZO NB TH RC TH
VL IL VL RL VL VL VL
IL
• • ••
• •• •
«...
. .X. 0*. . . .XX 00*»
xoo.
• •..
• •..
. .XX 00»» . .XX 00*» .X. . ..03
VL VL VL VL
1 2 3 1 5 6 7
00*»
• •• •
+ •• •
ooox xx» +
56 60
61 61 61 61
STEIN
1 5 6
G G G
00»»
50 10 1 2
NB
1 2 3
G G
..XX
65 70 65 70
5
T 2ITTART FASE I
i
0 G 0
VL VL BL
1
TEGELEN
. .XX XX.0 0 . .• . .00 • + • • XX. . ..XX
ZO SA ZO
ST.ODIL1ENBERG
SWALMEN
50 75 66 70
80 33
WANSSUM KERN WANSSUM MEERLO TIENPAY
HOOGVONDERENIDEELPLAN 1/5) PESTEM.PLAN LAURENTIUSPLEIN BESTEM.PLAN TEGEL ARIJEVELD DONDERBERGWEG 5 INDUSTPIETERPEINEN SANEPING GEBOUWEN
IL VL VL VL IL VL
GLOBALE AANTAL WOON- SOORT GELUIDSEENH. MAATR. BEL. 1981 193? 1983 1981 1985
1 2 3 1
5 6 7 8 9 10 ROGGEL
AANLEIDING WERKZAAM- LAWAAIHEDEN BPGN
35 10
1
65 65 65 65
G G C G
61 56 56 56
0
65 70 56 60
78 22 72 11 10
G G C G G
35 35 51 35 51
10 10 65 10 55
70 105 30 268 11 55
G C G G G C
66 56 66 66 66 66
70 65 70 30 70 70
101 31 75 85
65 60 60 60
xxoo
.••.
..00
• •..
.xxo
. »•.
x. .x
X..X ... X . . .X .X.X
..XX
00<
xxo»
• •. .
• XO»
«... XO»»
.xo.
.••.
XX. .
xxoo ...»
• + ••
0.»»
..xo ••••
xo»» ...x o**» xo»» ..X3
• ••• • • • • • • •• • • • • • •• • • •• •
..XX 00. . .XX. . XX. ..33 00»» . ..3 0 • • •
••••
•...
...0 0»»«
101
PROVINCIE GEMEENTEN VAALS
VENLO
VE N R A Y
MEERT
LIMBURG SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN 1 2
1 2 3 1 S 6 7 8 9 1D 11 12 13 11 15 16 17 18 19 20 21 22 23 2t 25 1 2 3 t 5 6 7 1 2 3 •4
5 6 7 8 9 10 11 12 13 1M 15 16 17 18 WESSEM
1 2
AANLEIDING WERKZAAMHEDEN
LAWAAIBRON
AANTAL GLOBALE WOON- SOORT GELUIDSEENH. MAATR. BEL. 1991
BLOEMENDAL WONINGEN RIJKSWEG
NB RN
VL VL
36
TEGELSEWEG POERMONDSESTRAAT NIJMEEGSEWEG KREFELOSEWEG PURG.V.RIJNSINGEL K0NING1NNESINGEL KALDENKERKERWEG ANTONIUSLAAN PONTANUSSTPAAT BAARLOSESTRAAT MAASKADE URBANUSWEG EINDHOVENSESTRAAT V.C.P.ALGEMEEN DR.MATTHIJSSENSTRAAT KLINGERBERG HAGERHOF-wEST SROENEVELD GELDERSEDRIFT RIJBEEK-NOORD VEEGTES GENOOIERBEPGEN GROOT BOLLER H A V E N EN I N D U S T R I E G E B I E D WOONGEBIEDEN
SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA SA
VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
NB NB NB NB NB NB ZO 20 ZO ZO ZO
SMAKT OOSTSINGEL OEURNESEWEG J.POELSWEG PUTTEWEG STATIONSWEG INDUSTRIETERREIN
66
69 69
200 60 120 200 60 95 225 80 MO 200 130 70 190
71 75 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70 70
76 76 75 75 75 75 75 75 75 75 75 75 75
.XX
VL VL VL VL VL VL IL IL IL IL IL
156 600 183 200 •45 70
70 55 65 55 60 55
72 60 75 60 65 65
xxoo xoo. oo»x
SA SA SA SA SA SA ZO
RL VL VL VL VL
30 «0 3M M 20 80
65 67 66 66 67
hl 71 69 69 73
55
67
IL
GRASWINKEL VERKEERSCIRCULATIEPLAN BOSHOVERBEEK LOZERWEG FATI-A LEUKEN NOORD BOSHOVERHEIDE KEENT LEUKEN GROENEWOUD OOA I OOA II O D » III STADSKERN PARALLELWEG WILHELMINASINGEL MOLENAKKER LEUKFN-OOST
NB
VL VL
RL
ZO ZO ZO ZO ZO NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB NB
IL IL IL IL IL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
VI
OUDE KERN WESSEM ALG.REST.PLAN
SA ZO
VL IL
180
G C G G G G 0
.X
10b 198?
1983
XOO*
»•••
1981 ••..
. »••
••••
••••
1985
1986
00.
.xx oo. .XXO
0.. 0.. • XXD 0 . . .XX3 0 . . ..XX 0 0 .
.xxo
..xx o o . ..XX ..XX ..XX
00. 00. 00.
..xx o o . ..XX ...X
00. XXXX
• ••• • •••
• •• •
»••• • . . . . .XX 0 0 . . • • . . .XX. .XX. .XX. .XX. .XX. • XX. .XX.
.XXO ..00
• •XX
..00
0.•• O**.
.XX. •. . . •••• 00«» ..00 0*«*
.••.
.X .X
vi VL VL RL RL
.X. .X. . X. X.. X. . .X .X .X • X
RL . .X. • • •• • • ••
XXXX
0000
••••
1987
PROVINCIE GEMEENTEN
LIM?UPG
WESSEM WITTEM
o
8
AANLEIDING AANTAL SL03ALE »ERKZAA»- LAWAAI- WCON- SOORT GELUIOSHEDEN SPON EENH. MAATR. BEL. 1981 193?
SITUATIE/BESTEMMINGSPLAN
1 2 3
KOEWFIOE
20
IL
SINZELBEEK RIJKSWEG VAALS-MAASTPICHT RIJKSWEG VAALS-MAASTPICHT
NB SA
VL VL
(A) (B)
33 "48 5
G G G
61 65 6b 70 71 75
106 1983 1981» 1985 1986 1987
••••
••••
••••
. xxo •••• •••• oo+* •••• ••••
BIJLAGE I (IMP-Geluid 1983-1987) Overzicht gereedgekomen en geplande uitvoeringsbesluiten Wet geluidhinder Artikelen Wgh
Omschrijving besluit
Voorpublikaties (Stcrt.)
1, lic* 1
Besluit geluidsgevoelige ruimten in een woning
1, lid 3
hoofdstukken of onderdelen van de wet van toepassing op trillingen en trillinghinder
2 t/m 7
toestellen: regels m.b.t. het vervaardigen, invoeren, in voorraad hebben en het gebruiken anders dan in particuliere huishoudens nadere regels: Besluit geluidproduktie motorvoertuigen Uitvoeringsbesluiten krachtens Besluit geluidproduktie motorvoertuigen Besluit geluidproduktie bromfietsen motorcompressoren energie-en las-aggregaten Besluit geluidproduktie sloophamers
Voorgenomen Inwerkingtreding
Inwerkingtreding (Stcrt./Stb.) 24-6-'81 (Stcrt. 1 9 8 1 , 116)
na 1986
1-2-1982 (Stb. 1981, 741)
16-1-1981, nr. 10
1-2-1982 (Stcrt. 1982, 19) 20-4-1982, nr. 75
1982 1983 1983 1983 1983 1983 1983 1983
20-4-1982, nr. 75
1984
huishoudelijke apparaten landbouwtrekkers buitenboordmotoren etikettering toestellen, verbod o m bij AMvB aan te wijzen toestellen te verhandelen anders dan met inachtneming voorschriften etikettering materialen, verbod o m bij A M v B aan te wijzen materialen te gebruiken als geluidwerende voorzieningen of te verhandelen anders dan met inachtneming voorschriften 10
Besluit uitlaat systemen motorvoertuigen en bromfietsen
11,subb
Besluit recreatie-inrichtingen Wet geluidhinder
13, lid 1
vaststelling ten hoogste toelaatbare geluidsniveau binnen (bij A M v B aangewezen categorieĂŤn) recreatie-inrichtingen
14
regels ter bevordering eenheid recreatieverordeningen
16, lid 1
Besluit categorie A-inrichtingen Wet geluidhinder
18, lid 1
algemene regels voor inrichtingen, aanwijzing overheidsorganen bevoegd tot het stellen nadere eisen over bij AMvB te bepalen onderwerpen
18, lid 2
algemene regels voor verplaatsbare inrichtingen; aanwijzing overheidsorganen bevoegd t o t stellen nadere eisen over bij AMvB te bepalen onderwerpen
2 1 . 2 5 , lid 3, 36, lid 3, en 39, lid 1
Vergunningenbesluit categorie A-inrichtingen Wet geluidhinder
1-12-1982 (Stb. 1981,687) 1984
13 en 17-2-81, nrs. 3 0 - 3 2
1-9-1982 (Stb. 1982,671)
1-9-1982 (Stb. 1982,474)
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVll, nr. 20
184
Artikelen Wgh
Omschrijving besluit
28, lid 2
regels m.b.t. verplichte metingen in omgeving v/d inrichting, ter beschikking stellen meetresultaten en evt. vergoeding
39, lid 2
aanwijzing categorieĂŤn wijzigingen, uitbreidingen en veranderingen werkwijzen waarvan in vergunning (art. 17, lid 1 , sub a) kan worden bepaald dat verbod (art. 17, lid 1, sub b) niet geldt
40
bindende aanwijzing aan GS, indien het algemeen belang dat gebiedt
47, lid 1,49,
Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen
50, lid 1, 66, lid 1, 68, leden 1 en 2
Voorpublikaties (Stcrt.)
Voorgenomen Inwerkingtreding
Inwerkingtreding (Stcrt./Stb.)
1-9-1982 (Stb. 1982,465)
7 1 , lid 2
verplichting tot opstelling alternatieven voor saneringsprogramma industrielawaai
7 1 , lid 4
Besluit saneringsmaatregelen industrieterreinen Wet geluidhinder
1-9-1982 (Stb. 1982,485)
73
Meet-en Rekenvoorschritt hoofdstuk V Wet geluidhinder
1-9 1982 (Stcrt. 1982, nr. 161)
74, lid 2 sub a
Besluit ondergrens zones van wegen
1-1-1982 (Stb. 1981,626)
74, lid 2, sub b
ondergrens zonering m.b.t. andere categorieĂŤn van wegen
74. lid 3, en lid 5, sub b,en 75, leden 2 en 3
Besluit bepaling geluidszones langs wegen
82-86
Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen
89, lid 4
regels omtrent de aard van de wegverkeerslawaaisaneringsmaatregelen die in aanmerking komen, in welke omstandigheden; opzet saneringsprogramma
1-1-1985
90, lid 3
in bij AMvB aan te geven gevallen en daarbij te stellen regels kan een hogere grenswaarde (vanwege een weg) voor woningen worden vastgesteld (saneringssituaties)
1-1-1985
1-1-1982 (Stcrt. 1981, nr. 116) 4-2-19! nr. 23
1-1-1982 (Stb. 1981,688)
102
Reken-en Meetvoorschrift Verkeerslawaai
11-6-1981 (Stcrt. 1981, nr. 107)
103
bepaling aftrek resultaat berekening en meting geluidsbelasting vanwege een weg
24-6-1981 (Stcrt. 1 9 8 1 , nr. 116)
104, lid 1
105
106
stellen van regels, overeenkomstig de artt. 89 t / m 1 0 1 , m.b.t. andere gebouwen dan woningen en andere geluidsgevoelige objecten
1985
stellen van eisen m.b.t. aard, samenstelling, wijzen van aanleg van spoorof trambaan (ter voorkoming van geluid- of trillinghinder)
1984
bij AMvB kunnen onderwerpen geregeld in hoofdstuk V I (zones langs wegen) van overeenkomstige toepassing worden verklaard (danwei geregeld) voor spoor- en tramwegen; toerekening kosten
1984/1985
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
185
Artikelen Wgh
Omschrijving besluit
Voorpublikaties (Stcrt.)
Voorgenomen Inwerkingtreding
108, lid 1
aanwijzing andere geluidszones; vaststelling max. toelaatbare geluidsbelasting voor woningen, en andere gebouwen dan woningen en andere geluidsgevoelige objecten; regels m.b.t. toerekening van de kosten (indien hogere geluidsbelasting dan 50 dB ( A l toelaatbaar voor woningen) tevens waarde geluidwering gevel
116, lid 1
wijze vaststelling geluidsniveaus en wijze waarop de geluidsbelasting w o r d t afgeleid (andere geluidszones)
116, lid 2
wijze uitvoering akoestisch onderzoek (andere geluidszones)
121
vaststelling richtlijnen omtrent wijze waarop voor stiltegebieden inventarisatie-onderzoek w o r d t verricht en resultaten worden weergegeven
122, lid 2
regels m.b.t. inhoud provinciale verordening voor stiltegebieden
123, lid 2
vaststelling lijst van uitzonderingen stiltegebieden
1-1-1983
124
stellen nadere rebels ter zake van te hanteren maatstaven (i.v.m. schadevergoedingen) (inrichtingen en toestellen)
1-10-1982
128, Md 3
stellen van nadere regels ter zake van de te hanteren maatstaven voor vergoedingen (bestaande situaties, wegen)
1985
131, lid 1
instelling regulerende heffingen voor toestellen
132, lid 1
instelling bestemmingsheffingen: — Heffingbesluit geluidhinder wegverkeer ( 1 9 8 1 / 1 9 8 2 ) ; — Besluit houdende wijziging van het Heffingbesluit wegverkeer 1 9 8 1 - 1 9 8 2 — Heffingbesluit geluidhinder wegverkeer 1 9 8 2 - 1 9 8 3 — Heffingbesluit A-inrichtingen Wet geluidhinder (zie noot 1)
Inwerkingtreding (Stcrt./Stb.)
1983
24-3-1980
1-12-1981
1-12-1981 (Stb. 1 9 8 1 , 6 2 7 )
22-9-1981 nr. 181
1-3-1982
1-5-1982 (Stb. 1982, 226)
15-7-1982 nr. 133 48-1981, nr. 146
1-12-1982 1-10-1982
135, lid 1
maatstaven voor vergoeding uitvoeringskosten van de Wet geluidhinder aan lagere overheden
137, lid 1,4 en 7
aanwijzing ministers en ambtenaren i.v.m. heffingen invordering van geluidhinderheffingen (regeling per heffingbesluit)
conform art. 132, lid 1
137, lid 2 en 4
stellen van regels omtrent de van toepassingsverklaring van algemene belastingwetten op een heffingbesluit
conform art. 132, lid 1
148, lid 1
aanwijzing rijksambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de Wet geluidhinder
7-4-1982 (Stb. 1982, 180)
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
186
Artikelen Wgh
Omschrijving besluit
Voorpublikaties (Stcrt.)
Voorgenomen Inwerkingtreding
148, lid 3
stellen van regels ter zake van de uitoefening van het toezicht
152, lid 2
regels m.b.t. evt. vergoedingen i.v.m. opneming en onderzoek van goederen door toezichthoudende ambtenaren
163, lid 1
het stellen van regels die in acht moeten worden genomen bij het verrichten van metingen van overheidswege (niet zijnde metingen als bedoeld in hoofdstuk V , V I , V I I of V I I I )
1983
163, lid 3
regels omtrent bereikbaar maken meetgegevens
1983
163, lid 4
stellen nadere regels m.b.t. onderwerpen geregeld in art. 163
166, lid 1
gegevens omtrent geluiduitstraling kunnen worden verlangd van (beheerders van) bij A M v B aan te wijzen categorieĂŤn van verplaatsbare inrichtingen en toestellen
166, lid 3
regels omtrent bepaling en vastlegging geluidsbelastingen in het belang een goed overzicht te verkrijgen over het gehele land
167, lid 2
regels omtrent de bepaling en de vastlegging van de geluidsbelastingen
170, lid 1, sub a
Vrijstellingsbesluit geluidproduktie motorvoertuigen landsverdediging
172, lid 1
bij AMvB w o r d t bepaald dat de voordracht voor AMvB's van de hoofdstukken I I , I V , I X , X, X I I I , X I V , X V I I I , of ex art. 74, lid 2, sub a, w o r d t gedaan in overeenstemming met bij A M v B eangewezen ministers
172, lid 2
bij AMvB w o r d t bepaald dat de voordracht voor AMvB's krachtensartt. 1 1 , 13, 14, 4 7 , lid 1, 66 en 8 2 , lid 2, worden gedaan na overleg met bij A M v B aangewezen ministers
174, lid 2
indien onderwerpen in het belang van een goede uitvoering van de wet nadere regeling behoeven kan dat bij AMvB
179A
regels omtrent de waarden waaraan de wering van geluid afkomstig uit de buitenlucht, aangrenzende gebouwen, dan wel rle wering van geluid tussen onderdelen van tot bewoning bestemde gebouwen ten minste moeten voldoen; bedoeld in artikel 3, zevende lid. Woningwet (Besluit geluidwering gebouwen)
eind 1982
179E
regels omtrent de uitoefening van het toezicht op de naleving van de voorschriften, bedoeld in art. 85, lid 2 van de Woningwet (Besluit geluidwering gebouwen)
eind 1982
Inwerkingtreding (Stcrt./Stb.)
1-2-1982 (Stb. 1981,8221
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
187
Artikelen Wgh
Omschrijving besluit
Voorpublikaties (Stcrt.)
Voorgenomen Inwerkingtreding
1 8 1 , lid 9
bij AMvB wordt geregeld voor het geval dat art. 17 voor een categorie van inrichtingen ophoudt te gelden
â&#x20AC;&#x201D;
182
regeling voor het geval dat ten gevolge van een wijziging van het inrichtingenbesluit inrichtingen gaan behoren tot A-categorie; de wijze en binnen welke termijn vaststelling zone
â&#x20AC;&#x201D;
184
regels m.b.t. gebieden die geen deel uitmaken van een provincie
186
tijdstip in werking treding Wet geluidhinder (de verschillende art. en onderdelen kunnen op verschillend tijdstip in werking treden)
Inwerkingtreding (Stcrt./Stb.)
1982 (Stb. (Stb. (Stb. (Stb. (Stb.
1980, 4 1 ) ; 1980,607) 1 9 8 1 , 533) 1982, 179) 1982,486)
Noot 1. Wordt bij Wet geregeld middels het wetsontwerp Regelen inzake het instellen van een heffing ten aanzien van categorie A-inrichtingen als bedoeld in het Besluit categorie A-inrichtingen Wet geluidhinder (Tweede Kamer, zitting 1 9 8 1 - 1 9 8 2 , nr. 17 504).
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17600 hoofdstuk XVII, nr. 20
188
BIJLAGE II (IMP-Geluid 1983-1987)
Ontwerp besluit «Uitzonderingenlijst» stiltegebieden {uitvoering artikel 123, tweede lid. Wet geluidhinder) CONCEPT d.d. 22 JULI 1982 De Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne; Gelet op artikel 123, tweede lid, van de Wet geluidhinder (Stb. 1979, 99); In overeenstemming met de Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk; Besluit: Artikel 1 Artikel 123, eerste lid, van de Wet geluidhinder is niet van toepassing op de gebieden, genoemd in de artikelen 2 tot en met 12 van dit besluit. Artikel 2 Voor wat betreft de Provincie Noord-Holland: a. Gooikust bij Naarden (B.N. 12). Akoestische verstoring door Rijksweg A1 en Rijksweg A6. b. Slingerduin (S.N. 21). Akoestische verstoring door spoorlijn HaarlemAlkmaar en industriegebied Umond. c. Balgzand (S.N. 75). Akoestische verstoring door militaire vliegkamp de Kooy, als aangegeven op de in bijlage 1 bij dit besluit gevoegde kaart. d. Hargergat (B.N. in overweging sinds 14-4-1981). Akoestische verstoring door weg naar Kamperduin. e. Het gedeelte van de Schorre van de Eendracht (B.N. 94 in overweging sinds 24 juli 1981), als aangegeven op de in bijlage 2 aangegeven kaart, akoestische verstoring door militaire luchtvaart. f. Naardermeer (Trb. 1975, 84; Stb. 1979, 482). Akoestische verstoring door RW1, provinciale weg S22, spoorlijn Amsterdam-Hilversum. Artikel 3 Voor wat betreft de Provincie Zuid-Holland: a. Esscheplaat, Zeehondenplaat en Sasseplaat (B.N. 50/S.N. 49). Akoestische verstoring door industrieterrein Moerdijk en luchtvaartlawaai. b. Het gedeelte van Groote Gaf (B.N. 4, S.N. 12) langs de weg Piershil Zuid Beyerland, zoals aangegeven in bijlage 3. (NB De kaartbijlage is nog niet voorhanden.) c. Oeverlanden langs de Giessen (S.N. 5). Akoestische verstoring door verkeerslawaai. d. Huis ten Donck (B.N. 36). Akoestische verstoring door industrielawaai, verkeerslawaai en waterverkeerslawaai. e. Ventjagersplaat (S.N. 44); Akoestische verstoring door RW18 en RW19. Artikel 4 Voor wat betreft de Provincie Zeeland: a. De gedeelten van de Kop van Schouwen (B.N. 33, S.N. 40 en B.N. 86) zoals aangegeven op de in bijlage 4 bij dit besluit gevoegde kaart met perceelnummer H 72 en het gedeelte langs de weg Renesse-Haamstede en langs de weg Haamstede-Nieuw Haamstede. Akoestische verstoring aldaar door verkeerslawaai. (NB De kaartbijlage is nog niet voorhanden)
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
189
b. Het gedeelte van Het Verdronken land van Saeftinge (B.N. 16), zoals aangegeven op de in bijlage 5 bij dit besluit gevoegde kaart. Akoestische verstoring aldaar door het op de rechter Scheldeoever gevestigde industrieterrein. Artikel 5 Voor wat betreft de Provincie Utrecht: a. Moerasterrein langs de Bijleveld (B.N. 29). Akoestische verstoring door de spoorlijn Utrecht-Den Haag. b. Moerasterrein langs de Bijleveld (S.N. 39). Akoestische verstoring door de spoorlijn Utrecht-Den Haag. c. Schoolsteegbosjes (B.N. in overweging sinds 28 september 1981). Akoestische verstoring door kern Leusden. d. Raaphofse bos (S.N. 84). Akoestische verstoring door A12 en T36. Artikel 6 Voor wat betreft de Provincie Noord-Brabant: a. De Kavelen (S.N. 3). Akoestische verstoring door rijksweg 264. b. Hildsven (B.N. 25). Akoestische verstoring door rijksweg 58. c. Het gedeelte van de Bult (B.N. 84), zoals aangegeven op de in bijlage 6 bij dit besluit gevoegde kaart. Akoestiche verstoring door militair vliegveld De Peel. d. Het gedeelte van de Deurnese Peel (S.N. 74), zoals aangegeven op de in bijlage 7 bij dit besluit gevoegde kaart. Akoestische verstoring door raiiverkeerslawaai en wegverkeerslawaai e. Ventjagersplaat (S.N. 44). Akoestische verstoring door RW19 en RW18. f. Markiezaatsmeer-zuid (B.N. 81). Akoestische verstoring railverkeer en wegverkeer. g. Kortenhoef (B.N. 37). Akoestische verstoring wegverkeer. Artikel 7 Voor wat betreft de Provincie Limburg: a. De Rouwkuilen (S.N. 38). Akoestische verstoring door de verkeersweg Venray-Helmond. b. Sint Pietersberg (B.N. 31). Akoestische verstoring bebouwde kom Maastricht. c. Het gedeelte van de Mariapeel (S.N. 15) langs de spoorlijn Eindhoven-Venlo, zoals aangegeven op de in bijlage 8 bij dit besluit gevoegde kaart. Artikel 8 Voor wat betreft de Provincie Gelderland: a. Het gedeelte van De Wildenborch en het Bosket (B.N. 39), zoals aangegeven op de in bijlage 9 bij dit besluit gevoegde kaart. Akoestische verstoring aldaar door de provinciale weg Vorden-Lochem. b. De Leemputten bij Staverden (B.N. 11). Akoestische verstoring door de provinciale wegen S 7 en T 18. Artikel 9 Voor wat betreft de Provincie Overijssel: a. Kievitsbloemterrein langs de rechteroever van het Zwarte Water (B.N. 14/S.N. 32). Akoestische verstoring aldaar door het industrieterrein ten zuiden van Hasselt.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
190
b. Het gedeelte van het Kievitsbloemterrein langs de Overijsselse Vecht (B.N. 38/S.N. 41), zoals aangegeven op de in bijlage 10 bij dit besluit gevoegde kaart. Akoestische verstoring aldaar door het industrieterrein ten zuiden van Hasselt en door verkeerslawaai van RW 28. c. Staartweg Urk (S.N. 69). Akoestische verstoring door industrielawaai Urk. d. Antjeskolk (B.N. 22, S.N. 33). Akoestische verstoring door wegverkeer en industrielawaai. Artikel 10 Voor wat betreft de Provincie Friesland: a. De gedeelten van de Waddenzee (S.N. 75), zoals aangegeven op de in bijlage 11 bij dit besluit gevoegde kaart. Artikel 11 Voor wat betreft de Provincie Groningen: a. Het gedeelte van de Waddenzee (S.N. 75), zoals aangegeven op de in bijlage 12 bij dit besluit gevoegde kaart. Akoestische verstoring aldaar door de Eemshaven en militaire laagvliegroute. b. Het gedeelte van de Waddenzee (S.N. 75), zoals aangegeven op de in bijlage 13 bij dit besluit gevoegde kaart. Akoestische verstoring aldaar door het industrieterrein Lauwersoog en het militair oefenterrein Marnewaard. Artikel 12 Dit besluit wordt gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant. Leidschendam, De Staatssecretaris voornoemd,
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17600 hoofdstuk XVII, nr. 20
191
Bijlage 1 VOORLOPIG
Uitzonderingsgebied
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
192
Bijlage 2 VOORLOPIG
/ 'S.
f
1
,.., ,,»(,.„,
!
.,..P
« ill, il,..,.1 Vj
il
R^Siyyl Uitzonderingsgebied |
13
j Grens staatsnatuurmonument
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
193
Bijlage 5 VOORLOPIG
Grens uitzonderingsgebied — — _ Uitzonderingsgebied
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
194
Bijlage 6 VOORLOPIG ,
f •
L*£ !
ft
^ , ^
ft
<
s^.C*
'
4
5' 1 • - "
il
/
f
Uitzonderingsgebied
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
195
Bijlage 7 VOORLOPIG
i ^ ^
Uitzonderingsgebied Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
196
Bijlage 8 VOORLOPIG
§§j§i$^ Gebied uitgezonderd van de aanwijzing tot stiltegebied Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
197
Bijlage 9 VOORLOPIG
^ ^
Uitzonderingsgebied Grens staatsnatuurmonument
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
198
Bijlage 10 VOORLOPIG
Uitzonderingsgebied
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
199
Bijlage 11a VOORLOPIG
KWERK
^ ^
Uitzonderingsgebied
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
Bijlage 11b VOORLOPIG
^
^
Uitzonderingsgebied
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
201
BIJLAGE lil (IMP-Geluid 1983-1987)
Memories van toelichting met betrekking tot de Rijksbegroting 1983 van andere departementen. Onderdeel geluid van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.
HOOFDSTUK V §2.1.9 NS Spoorweglawaai Op 1 mei 1979 is de Circulaire Spoorweglawaai van kracht geworden. Bij de aanleg van nieuwe spoorlijnen zijn en worden de grenswaarden uit deze circulaire in acht genomen. De extra-kosten welke hieruit voortvloeien komen ten laste van de begroting van Verkeer en Waterstaat. Ter nadere uitwerking van hoofdstuk VII van de Wet geluidhinder (Spoorweglawaai) dienen ook regelingen tot stand te komen voor de bestrijding van geluidhinder in andere dan nieuwe situaties. Hierover vindt thans ambtelijk overleg plaats tussen Volksgezondheid en Milieuhygiëne, de Nederlandse Spoorwegen en Verkeer en Waterstaat. Daarbij wordt gestreefd naar parallelliteit met de regelingen voor wegverkeerslawaai rekening houdend met de specifieke aspecten van railverkeerslawaai, naar milieuhygiënische acceptabele grenswaarden en, gezien de krappe budgettaire situatie, financieel haalbare regelingen.
HOOFDSTUK IX Burgerluchtvaart 7. Geluidhinder 7.1. Ontwikkeling van de geluidsbelasting De geluidsbelasting rondom Schiphol heeft zich in de afgelopen jaren verder in gunstige zin ontwikkeld. Deze gunstige ontwikkeling is met name toe te schrijven aan de geleidelijke afname van het gebruik van oudere lange-afstandsvliegtuigtypen als de Boeing 707 en de Douglas DC-8 en een vermindering van het aantal vliegtuigbewegingen. Dit leidde ertoe dat de door de 35 en 40 Kosteneenhedencontouren omsloten oppervlakken van 1978 op 1981 terugliepen met 15,5% respectievelijk 16,9%. Wel hebben zich vrij grote lokale verschuivingen van de geluidsbelasting voorgedaan, welke een gevolg waren van het groot onderhoud aan de banen 01L-19R en 09-27, in respectievelijk 1980 en 1981. Deze verschuivingen waren evenwel van tijdelijke aard. De ontwikkeling naar een gunstiger vlootsamenstelling zal zich in de komende jaren in versterkte mate doorzetten. In 1983 zal mogelijk door de KLM een aanvang worden gemaakt met de vervanging van de DC-8 door de Airbus A-310 op de middellange routes en zal Britisch Airways de Boeing 757 in dienst gaan nemen, o.a. op de route Londen-Amsterdam. Verder heeft Martinair in 1981 een aanvang gemaakt met de introductie van de DC-9 Super 80 en wordt dit nieuwe vliegtuigtype vanaf 1981 ook door Swissair en Austrian Airlines op vluchten naar Schiphol ingezet en zal door de Lufthansa in toenemende mate gebruik gemaakt worden van een nieuwe versie van de Boeing 737, waarvan de motoren 3 a 4 decibel minder geluid produceren dan de standaard B-737. De verwachting is dat, ten gevolge van de huidige recessie, het aantal vliegtuigbewegingen omstreeks 1985 niet of nauwelijks boven het niveau van 1980 zal liggen en aangenomen mag dan ook worden dat de geluidsbelasting in de komende jaren merkbaar zal afnemen.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
202
Daar staat echter tegenover dat ook ten gevolge van de recessie en ten gevolge van het zich niet verder doorzetten van een stijging van de brandstofprijzen, de ingebruikneming van geheel nieuwe vliegtuigtypen voor de korte en middellange afstanden met een zitplaatscapaciteit van ca. 150 vertraging ondervindt. Een duidelijke aanwijzing in deze richting is het stopzetten van de gezamenlijke ontwikkeling door Fokker en McDonnell Douglas van het MDF-100-project. Daar verwacht mag worden dat het aantal vliegtuigbewegingen ook omstreeks 1990 nog zal achterblijven op de prognose, zoals weergegeven in het Structuurschema Burgerluchtvaartterreinen, behoeft de vertraging in het op de markt komen van vliegtuigen van de nieuwste technologie er niet toe te leiden dat de in het SBL uitgesproken doelstelling van het beleid, te weten een reductie van de geluidsbelasting, ten opzichte van de prognose voor 1985 met 5 Kosteneenheden, wordt vertraagd. 7.2.
Geluidhinderbestrijding
Reeds in 1979 had de Raad van transportministers van de EG een Gemeenschapsrichtlijn aangenomen krachtens welke, in de registers van de EG-lid-staten ingeschreven vliegtuigen die niet aan de eisen voor geluidscertificatie van de Internationale Burgerluchtvaart Organisatie (ICAO) voldoen, in principe na 1 januari 1987 niet meer gebruikt mogen worden op het grondgebied van de lid-staten. Thans zal de toepasselijkheid van de bepalingen van bovengenoemde richtlijn uitgebreid worden tot vliegtuigen van niet-EG-lid-staten, welke binnen de EG opereren. Geruime tijd is in samenwerking met het NLR gewerkt aan de ontwikkeling van een systeem dat een systematischer en vollediger toezicht op het naleven van de voorgeschreven vliegprocedures rondom Schiphol mogelijk maakt. Dit systeem, bekend onder de naam FANOMOS (Flight Track and Monitoring System), kon in de zomer van 1982 in gebruik worden gesteld. Met behulp van dit op radar gebaseerde systeem worden in principe alle vliegbanen van de op Schiphol opererende vliegtuigen geregistreerd en vergeleken met de voorgeschreven procedures. Vliegbanen die de toegestane marges te boven gaan, worden er met behulp van een computer uitgelicht en in een direct hanteerbare vorm afgedrukt. Hierdoor is het mogelijk de betreffende luchtvaartmaatschappijen zeer snel van de gemaakte overtreding te verwittigen, waardoor een meer efficiĂŤnt onderzoek naar de oorzaak van de geconstateerde afwijkingen kan worden ingesteld en op effectievere wijze corrigerende maatregelen kunnen worden genomen. Het FANOMOS-systeem behoort tot de modernste geluidbewakingssystemen ter wereld. 7.3. Zonering Met de voorbereiding van de zonering van Schiphol worden goede vorderingen gemaakt. Het veelomvattende technische overleg met de afzonderlijke gemeenten die in een volgend stadium de vast te stellen geluidzones in hun bestemmingsplannen zullen moeten verwerken nadert zijn voltooiing. Daarom mag worden verwacht dat uiterlijk in het begin 1983 het bestuurlijk overleg over de voorontwerpaanwijzing met betrekking tot de zonering van Schiphol zal kunnen plaatsvinden; in het kader daarvan kunnen ook de openbare hoorzittingen over het voorontwerp worden georganiseerd. De aanpak en voortgang van de zonering van de regionale velden is in sterke mate afhankelijk van de behandeling van het Structuurschema door de Kamer; zo staat bij voorbeeld de zonering van de luchthaven Zuid-Limburg duidelijk onder invloed van de besluitvorming over de door de provincie voorgestane oost-westbaan. Van de milieucommissies, in te stellen krachtens artikel 28 van de Luchtvaartwet, zijn thans die voor de luchtvaartterreinen Rotterdam,
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
203
Zuid-ümburg en Teuge officieel geïnstalleerd. De Stichting Geluidhinder Schiphol zal na enige modificaties zeer binnenkort als milieucommissie gaan functioneren. Voor het vliegveld Hilversum is een voorlopige commissie reeds enige tijd werkzaam. Achtereenvolgens zullen ook voor de overige velden dergelijke commissies worden geïnstalleerd. Voor het treffen van maatregelen voortvloeiend uit de zoneringsartikelen van de Luchtvaartwet komen de gelden beschikbaar op grond van het Heffingenbesluit Burgerluchtvaartuigen, dat thans voor advies bij de Raad van State ligt. De voor de zoneringsmaatregelen voorgenomen uitgaven bevatten de volgende onderdelen: a. interimbeleid; dit betreft de kosten van geluidwerende voorzieningen die moeten worden getroffen aan nieuwbouwwoningen die worden opgericht in gebieden waar nog gedurende een beperkte periode een geluidbelasting van meer dan 35 Kosteneenheden zal bestaan. Van de voorzieningen die als extra in het ontwerp moeten worden opgenomen om een gevelisolatiewaarde van 30 dB(A) te bereiken, zullen de kosten - voor zover het gesubsidieerde bouw in goedgekeurde bestemmingsplannen betreft - op 50/50-basis worden gedragen door de Ministeries respectievelijk van Verkeer en Waterstaat en van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Op jaarbasis staat een bedrag van ten hoogste f2,3 min. uit deze begroting ter beschikking en komt ten laste van de uit heffingen ter beschikking komende middelen. Deze regeling is van kracht tot de aanwijzing van de geluidszone. Het grootste deel van het genoemde bedrag zal ten goede komen aan woningbouw in de gemeenten rond Schiphol. b. Sanering; hierin kunnen worden onderscheiden het opheffen van de woonbestemming van woningen in de zwaarst belaste gebieden en het aanbrengen van geluidsisolatie aan woningen. Met het eerste onderdeel is in 1982 een begin gemaakt, waarvan de financiering door de NV Luchthaven Schiphol is verzorgd, op basis van de afspraak dat de daarmee gemoeide bedragen met voorrang door het Rijk zullen worden gerestitueerd wanneer de Heffingenregeling van kracht is geworden. Dientengevolge is een groot deel van de te innen heffingen ook in 1983 voor dit doel gereserveerd. Daarbij wordt rekening gehouden met een continuering door het Rijk van de door de NV Luchthave Schiphol geïnitieerde transacties met omwonenden. De hierboven genoemde, als verplichtingen te beschouwen posten leggen op korte termijn beslag op verreweg het grootste deel van de uit de heffingen ter beschikking komende middelen. Aangezien het hier gaat om woningen in gebieden met de allerzwaarste geluidsbelasting past zulks ook in het beleid dat erop is gericht in de eerste plaats te voorzien in de meest urgente gevallen. Dit houdt echter in dat de ruimte voor het uitvoeren van de eerste geluidsisolerende maatregelen in minder zwaar belaste sectoren op korte termijn beperkt is. Niettemin wordt gestreefd naar een zo spoedig mogelijke aanvang van de woningisolatie; dit zal geschieden op basis van de Regeling Geluidwerende Voorzieningen (ex art. 26, tweede lid, Luchtvaartwet). De procedurele aanpak van deze maatregelen is uitvoerig beschreven in het «Projectprogramma presanering» dat in de UCV van 15 februari 1982 aan de vaste Commissie voor Milieuhygiëne werd overgelegd. Een eerste overleg met de betrokken gemeenten rond Schiphol heeft reeds plaatsgevonden.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
204
Memories van toelichting met betrekking tot de Rijksbegroting 1983 van andere departementen. Onderdeel geluid van het Ministerie van Defensie
HOOFDSTUK VI. RUIMTELIJKE ORDENING, MILIEU EN DEFENSIE Ruimtelijke ordening Op 17 maart 1981 is het Structuurschema militaire terreinen (SMT), als beleidsvoornemen van de regering, verschenen. Dit structuurschema vermeldt de behoefte aan militaire terreinen. Het beleidsvoornemen is een element van de procedure van een planologische kernbeslissing. In deze procedure is ook de inspraak geregeld van belangengroepen ten aanzien van de beleidsvoornemens van de regering. De uitkomsten van de inspraak worden door de Raad van advies voor de ruimtelijke ordening (RARO) samengevat. Inmiddels heeft de RARO advies over het SMT uitgebracht. Na het bestuurlijk overleg met provinciale en gemeentelijke overheden over het SMT kan het kabinet naar verwachting begin 1983 een afgerond beleidsvoornemen aan de Kamer voorleggen, waarin de resultaten van de inspraak zijn verwerkt. Zolang de procedure in het kader van de planologische kernbeslissing over het structuurschema nog niet is afgerond, zal het beleidsvoornemen richtinggevend zijn voor het te voeren beleid. Ook de Raro heeft in zijn advies over het SMT in meerderheid aanbevolen, de cultuur- en civiel-technische inrichting van de Marnewaard als oefenterrein voort te zetten. Hierbij is onder meer rekening gehouden met de bestuurlijk-juridische situatie en met de stand van zaken bij de uitvoering. Indien een bevredigende oplossing kan worden gevonden voor de geluidhinder en een vaargeul buiten de onveilige zone kan worden gewaarborgd, heeft een meerderheid van de Raad ook tegen het aanleggen van een gecombineerd oefen- en schietterrein in de Marnewaard geen bezwaar. Het wordt dan ook noodzakelijk geacht, de algemene civiel-technische en cultuur-technische werkzaamheden in de Marnewaard te hervatten. Het oefenen in het buitenland vergt steeds grotere uitgaven. De gedachte elders in West-Europa, bijvoorbeeld in Denemarken, oefenmogelijkheden te zoeken, blijkt bij nadere informatie niet de oplossing te bieden waaraan de krijgsmacht behoefte heeft. In de Defensienota zal een nadere afweging op grond van de financiële gevolgen moeten worden gemaakt in samenhang met andere prioriteiten, waardoor een verantwoorde tijdsplanning mogelijk is. In de nota Harmonisatie Noordzeebeleid is vastgesteld dat Defensie coördinerend zal optreden bij de afstemming van militaire activiteiten op de Noordzee op die van visserij en pleziervaart. Ten aanzien van mijnbouwactiviteiten in defensie-oefengebieden wordt geregeld overleg gevoerd met mijnbouwmaatschappijen en met andere departementen. De Dienst der Hydrografie is betrokken bij het vasstellen van verkeersleiding- en verkeersscheidingsstelsels en scheepvaartroutes op het Nederlandse deel van het continentaal plat. Deze werkzaamheden hebben een verband met de militaire beveiliging van de scheepvaartroutes in crisis- en oorlogstijd. Milieu Defensie onderkent het belang van een goed milieubeleid. Ter voorkoming van bodem-, water- en luchtvervuiling worden maatregelen genomen. Zo zijn op veel militaire terreinen rioolzuiveringsinstallaties geïnstalleerd. Ook krijgt het op deskundige wijze behandelen van de tijdelijke opslag van afgewerkte stoffen en de afvoer daarvan grote aandacht.
Tweede «3mer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
205
Op korte termijn zal de Coรถrdinator ruimtelijke ordening defensie (Crod) worden belast met het coรถrdineren van het milieubeleid bij Defensie. In die functie zal hij ook betrokken zijn bij de interdepartementale coรถrdinatie. Het beheer van het milieu hangt nauw samen met de zorg voor de natuur op en het doelmatig beheren van de militaire terreinen. Defensie besteedt grote aandacht aan fauna, flora, landschapstructuren en natuurmonumenten, en aan de aanwezigheid van cultuurhistorische elementen. Uit ervaringen blijkt bijvoorbeeld dat, door gebruik van militaire terreinen aan nauw omschreven eisen te binden, veel voor het behoud van de natuur kan worden gedaan. Op schietterreinen, onveilige zones van schietterreinen en de oefenterreinen wordt fauna en flora aangetroffen die elders is verdwenen. In mei 1981 werd het wetsontwerp over de Milieu-effectrapportage (Mer) ingediend bij de Tweede Kamer. Daarmee werd het interim-beleid op gang gebracht dat moet leiden tot een aantal Mers voor projecten van de rijksoverheid. Defensie zal in deze interim-periode een Mer voor de Ginkelse heide opstellen. Deze kan worden gebruikt bij de milieu-verantwoorde inrichting en gebruik van het terrein tot Compagnies-oefenterrein (Cot). Ook internationaal, met name binnen het kader van de Navo, wordt bekeken hoe militaire terreinen zรณ kunnen worden gebruikt dat milieuzorg harmonieert met het militaire belang de strijdkrachten zo goed mogelijk te oefenen. Door uitwisseling van ervaringen kan een bijdrage worden geleverd aan een zo goed mogelijk beheer van onze militaire terreinen. Het zoveel mogelijk beperken van geluidhinder is voor Defensie een belangrijk aspect van haar milieubeleid. Het gaat daarbij vooral om het militaire wegverkeer en de militaire luchtvaart. Ook in het SMT, met name in het vliegveldbeleggingsplan, wordt daaraan veel aandacht geschonken. Op grond van de Luchtvaartwet wordt gewerkt aan de Aanwijzingsbeschikking ex. art. 26. Doel van deze aanwijzingsbeschikking is het opnemen van geluidcontouren, en zonering, rondom de militaire luchtvaartterreinen in streek- en bestemmingsplannen, waardoor de maximale geluidsbelasting per gebied wordt vastgelegd. Het opstellen van de aanwijzingsbeschikking geschiedt door lokale projectgroepen (LPG'n), waarin ambtelijke vertegenwoordigers van alle betrokken gemeenten, van het provinciebestuur en van het Rijk zitting hebben. Het Ministerie van Defensie wijst de voorzitter en secretaris aan. De eerste LPG (Volkel) heeft haar werk voltooid. De LPG'n voor Soesterberg en Twenthe zijn inmiddels met hun werkzaamheden begonnen. Het is de bedoeling het werk van alle LPG'n binnen twee jaar af te ronden. In 1984 kan dan het bestuurlijk overleg worden gevoerd. Daarna hebben de gemeentebesturen een jaar de tijd om de bestemmingsplannen waar nodig aan te passen. Spreiding defensie bedrijven In december 1983 zullen de Directie dienstplichtzaken en de secties geneeskundige aangelegen worden overgeplaatst naar Kerkrade. De nieuwbouw aldaar is dan gereed. Inmiddels is te Emmen een klein deel van de Topografische Dienst gevestigd. Hier wordt in de regio geworven personeel opgeleid dat na de overgang van de dienst zelf (medio 1984) aldaar zal worden tewerkgesteld.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
206
BIJLAGE III
Memories van toelichting met betrekking tot de Rijksbegroting 1983 van andere departementen. Onderdeel geluid van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Bij de voorbereiding van de zonering rond luchtvaartterreinen ter uitvoering van de Luchtvaartwet worden per luchtvaartterrein lokale projectgroepen ingesteld. Deze ambtelijke groepen zullen voorstellen doen voor de zonering, die vervolgens als basis zullen dienen voor het bestuurlijk overleg met de lagere overheden. Enkele lokale projectgroepen hebben inmiddels hun werkzaamheden afgerond. Een belangrijk onderdeel van het werk van een lokale projectgroep is het opstellen vaneen concept-aanwijzing ex art. 26 eerste lid van de Luchtvaarwet over het inrichten van de zones. Deze aanwijzing is de basis waarop bij het definitief vaststellen van de zone rond een luchtvaartterrein zal worden aangegeven op welke wijze de inrichting van die zone dient te geschieden. Belangrijke uitgangspunten bij de zonering zijn het structuurschema Burgerluchtvaartterreinen, het structuurschema Militaire Terreinen en de in 1981 definitief geworden Algemene maatregel van bestuur (ex art. 25 van de Luchtvaartwet) over de normstelling voor de toelaatbare geluidbelasting rond luchtvaartterreinen. Vooruitlopend op het formeel vaststellen en effectief worden van de geluidzones hebben de meeste provincies een overleg over het interimbeleid bij nieuwbouw rond luchtvaarttereinen op gang gebracht. Dit overleg zal voortgezet worden totdat het zoneringsproces zal zijn voltooid.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
207
BIJLAGE IV (IMP-Geluid 1983-1987)
Referenties bij hoofdstuk 8 (Effecten van lawaai op de gezondheid) Inleiding 1. 2.
3. 4. 5. 6. 6.a.
W H O - 1 9 4 8 : «Constitution of the World Health Organization», 1948, W. H O . • office of Public Information, 1211 Genève 27. Passchier-Vermeer, W: «Industrielawaai, schatting van het aantal personen werkzaam in de Nederlandse industrie, die op arbeidsplaatsen een lawaai zijn geëxponeerd», Delft, IMG—TNO rapport B 347, 1976. Kryter, K.D.: «The effects of noise on man», New Y o r k , Academie Press, 1970. Miller, J.D.: «Effects of noise on people», J. of the Acoustical Society of America, 1974, 5 6 , blz. 7 2 9 - 7 6 4 . Burns, W: «Noise and Man», William Clowes and Sons L i m i t e d , London and Beccles, 1968. Krichagin, V. J.: «De gevolgen van blootstelling aan lawaai voor de gezondheid». Geluid en Omgeving, 1978, 2 ( d e c ) , blz. 6 8 - 7 2 . Jong, R. G. de: «Inventarisatie van geluidhinder in Nederland», ICG-rapport BG-HR-18-01,aug. 1 9 8 1 .
Prestatie en gedrag 7.
8.
9. 10.
11.
12.
13.
14. 15.
16.
17. 18.
19.
20. 21.
22. 23.
24.
Loeb, M: «Noise and Performance: do we know more?» Proceedings Third Intern. Congress on Noise as a Public Health Problem, Washington DC, American Speech and Hearing Ass., 1980. Weston, H. C. en Adams, S.: «The effect of noise on the performance of weavers», Industrial Health Research Board Report 65, part I I , L o n d o n , H. M. Stationary Office (in: Broadbent, 1979). Broadbent, D. E. & L i t t l e , E. A . J.: « Effects of noise reduction in a work situation», Occup. Psychol. 34, 1960, blz. 1 3 3 - 1 4 0 . Raytheon Service Company: «Industrial noise and woi ker medical, absence and accident records», National Institute of Occupational Safety and Health Contract report T R L - N I D S H RR-17, 1972. Cohen, A.: «Effects of noise on psychological state». In W. Ward and J. Fricke (Ed), Noise as a public health hazard, Washington DC American Speech and Hearing Ass., 1969. Cohen, A : «Industrial Noise and medical absence and accident record data on exposed workers». In W. Ward (Ed), Proceeding of the International Congress on Noise as a Public Health Problem. Washington DC Govern. Printing Office 1973. Cohen, A . : «The influence of a company hearing conservation program on extra-auditory problems in workers». Journal of Safety Research, 1976, 8. p. 1 4 6 - 1 6 2 . Broadbent, D. E.: «Decision and stress», New York, Academie Press, 1 9 7 1 . Junghans, R.: «Leistungsminderungen durch Larm und andere physikalische Einflussgrössen an spezifischen Arbeitsplatzen im Bergbau», 12e A I C B kongress Association Internationale Contre Ie Bruit, Proceedings blz. 57—60, Wenen, 1982. Cohen, S.: «Environmental load and the allocation of attention». In A . Baum, et.al (ed) Advances in Environmental Psychology, vol I. Hillsdale, NJ. Lawrence Erlbaum Ass., 1978. Stemerding-Bartens, J.: «Communicatievelstoring door bedrijfslawaai», IMG-TNO-rapport D16 (1960). Maser.A. L.: e.a. «Effects of intrusive sound on classroom behaviour: Data from a successful lawsuit». Paper presented at the Annual Meeting of the Western Psychological Ass., San Francisco, 1978. Green, K. B.: «The effects of c o m m u n i t y noise exposure on the reading and hearing ability of Brooklyn and Queens school children». Dissertation submitted to the Program in Environmental Health Se.NY.Univ. 1979. Bronzaft, A . L. & Mc Carthy, D. P.: «The effects of elerated train noise on reading ability», Environment and Behaviour, 1975, blz. 517—527. Cohen, S. e.a.: «Aircraft noise and children: longitudinal and cross-sectional evidence on adaptation to noise and the effectiveness of noise abatement». Journ. of Personality and Sociac Psychology, 1 9 8 1 , V o l . 2, p. 3 3 1 - 3 4 5 . Erp, M. van: «Geluid en stilte in Marssum», Geluid en Omgeving, 5e jaargang nr. 1 , maart 1982, blz. 1 3 - 1 5 . Moch-Sibony, A.: «Study of the effects of noise on the personality and certain psychomotor and intellectual aspects of children after a prolonged exposure», Travail Humain, 1981. Sharp, L. F. e.a.: «Behavioral and physiological correlates of varying noise environments: annotated bibliography», Washington DC, office of health and ecological effects, US. Environmental Protection Agency, dec. 1976, p. 2 (verkrijgbaar bij National Technical Information Service, Springfield, Virginia 22161).
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
208
25.
Mathews K. E. e.a.: «Environmental noise level as a determinant of helping behaviour». Journ. of Personality and Social Psychology, 1975, 3 2 , p. 571-577. 26. Page, R. A.: «Noise and helping behaviour», Environment and Behaviour 1977, 9 , blz. 3 1 1 - 3 3 4 . 27. Jansen G.: «Adverse effects of noise in iron and steel workers», Stahl und Eisen, 1 9 6 1 , 8 1 , p. 2 1 7 - 2 2 0 . 28. EPA-1972: «Report to the president and congress on Noise», Washington D.C., U.S. Environmental Protection Agency, feb. 1972, blz. 1—6. 29. Woodcock, L.: «It destroys more than just your hearing», voordracht voor Department of Labor van de USA, 7 juli 1975, p. 2. 30. Weinstein, N. D.: «Personal and family adjustment to urban noise», U. S. Environmental Protection Agency paper 1 mei 1976. 31. Berland: «The fight for quiet», blz. 4 9 . 32. Dongen, J . E . F , van: «Geluidhinder in schoollokalen met name veroorzaakt door het wegverkeer», ICG-publicatie VL-DR-24-07, maart 1981. 33. Ward, L. M. en Suedfield, P: «Human response to highway noise», Environmental Research, 1973, 6, blz. 306—326. 34. Mc Croskey, R. L. en Devens, J. S.: «Effects of noise upon student performance in public school classrooms», Proceedings of the Technical Program, National Noise and Vibration Control Conference. Chicago, Illinois, 1977. 35. Crook, M. A. en Langdon, F. J.: «The effects of aircraft noise in schools around London A i r p o r t » , Sound and V i b r a t i o n , 1974, 34, p. 2 2 1 - 2 3 2 . 36. Cohen, S. e.a.: «Apartment noise, auditory discrimination and reading ability in children», Journal of Experimental Social Psychology, 1973, p. 4 0 7 - 4 2 2 . 37. Cohen, S. e.a.: «Psychological, motivational and cognitive effects of aircraft noise on children: Moving from the laboratory to the field», American Psychologist, 1980, 35, p. 2 3 1 - 2 4 3 . 37.a. Broadbent, D. E.: «Human performance and noise», Handbook of noise c o n t r o l , New Y o r k , Mc Graw - H i l l , 1979. 37.b. Cohen, S.: «The aftereffects of stress on human performance and social behaviour: A review of research and theorry», Psychological Bulletin, 1980, 8 7 , p. 5 8 7 - 6 0 4 (b). 37.c. Cohen, S.: «Cognitive processes as detei minants of environmental stress», In Sarason, e.a. (Ed), Stress and A n x i e t y , vol II Washington D.C. Hemisphere Press, 1980 (a). 37.d. Cohen, S. e.a.: «Environment and health», In H. Freeman, e.a. (ed) Handbook of medical sociology, Englewood Cliffs, NJ: Prentice Hall Inc. 1979. 37.e. Glass, D. C. en Singer, J. E.: «Urban stress: Experiments on noise and social stressors», NY Academie Press, 1972. 37.f. Poulton, E. C : «Composite model for human performance in continuous noise», Psychological Review, 1979, 8 6 , blz. 3 6 1 - 3 7 5 . 37.g. Slater, B. R.: «Effects of noise on pupil performance», Journ. of Educational Psychology, 1968, 59, p. 2 3 9 - 2 4 3 . 37.h. Weinstein, C. S. en Weinstein, N. D.: «Noise and Reading performance in an open space school», Journal of Educational Research, 1979, 72, p. 210—213. 37.i. W o h l w i l l , J. L. e.a.: «Behaviour offects of a noisy environment: task involvement versus passive exposure», Journal of Applied Psychology, 1976, 6 1 , blz. 67—74. 37.j. Sanders, A . F.: «Effecten van lawaai op een aantal vaardigheden», ICG-rapport VL-DR-24-09, 1981. 37.k. Huysman-Rubingh, R. R. R.: «Informatieverwerking van de meldingen van scholen met geluidhinder», T. Soc. Geneeskunde 58 (1980) nr. 15/16, blz. 552-557. 37.1. Dongen, J. E. F. van: «Geluidhinder in schoollokalen, met name veroorzaakt door het wegverkeer», ICG-rapport VL-DR-24-07, 1981. 37. m. Hockey, G. R. J.: «Effect of loud noise on attentional select ivity», Quarteriy Journal of Experimental Psychology, 1970, 22, blz. 28—36. 37.n. Bitter, C. en Willigers, L. H. J.: «Beleving van geluidwerende voorzieningen tegen vliegtuiglawaai in de woonsituatie — een vergelijkende studie», ICG-rapport LL-HR-14-03, 1980. 37.o. Dongen, J. E. F. van: «Beleving van geluidwerende voorzieningen tegen snelverkeerslawaai in de woonsituatie — een vergelijkende studie», ICG-rapport V L - H R - 1 4 - 0 1 , 1982.
14
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
209
Geluidhinder
en geestelijk
welzijn
38.
Grif f iths, I. D. en Delauzun, F. R.: «Individual difference in sensitivity to traffic noise: A n empirical study», Journal of Sound aand Vibration, i g 7 7 , 55, p. 9 3 - 1 0 7 . 39. Weinstein, N.D.: «Individual difference in reactions to noise: A longitudinal study in a college d o r m i t o r y » , Journal of Applied Psychology, 1978, 6 3 , p. 4 5 8 - 4 6 6 . 40. Smoorenburg, G. F. e.a.: «Effects of impulsive noise on human beings: a pilot study on annoyance ratings in the laboratory». Instituut voor Zintuig Fysiologie-TNO, Soesterberg, mei 1981. 41. Kleinhoonte van Os, G. J. e.a.: «Karakterisering en beoordeling van industrielawaai», ICG-publicatie IL-HR-09-01, januari 1978 en IL-HR-09-02 (verschijnt in 1982). 42. Jonsson, E. en Sorensen, S.: «Adaptation to c o m m u n i t y noise: A case study», Journal and V i b r a t i o n , 1973, 2 6 , p. 5 7 1 - 5 7 5 . 43. Granati, A. e.a.: «L'influenza dei rumori sul sitema nervoso». Folio Medica 1959, 4 2 , p. 1 3 1 3 - 1 3 2 5 . 44. Herridge, C. F.: «Aircraft noise and mental hospital admissions», Sound 1 9 7 2 , 6 , p. 3 2 - 3 6 . 45. A h r l i n , U. en Ohrström, E.: «Medical effects of environmental noise on humans», Journal of Sound and Vibration, 1978, 59, blz. 79—87. 46. McLean, E. K. en Tarnapolsky, A.: «Noise, discomfort and mental health: A review of the socio-medical implications of disturbance by noise», Psychological Medicine, 1977, 7, p. 1 9 - 6 2 . 47. Abbey-Wickrama, I. e.a.: «Mental hospital admissions and aircraft noise», Lancet, 1969, 2, blz. 1 2 7 5 - 1 2 7 7 . 48. Gattoni, F. en Tarnopolsky, A.: «Aircraft noise and psychiatrie m o r b i d i t y » , Psychological Medicine, 1973, 3, p. 5 1 6 - 5 2 0 . 49. Hand, D. J. e.a.: «Relationschips between psychiatrie hospital admission and aircraft noise: A new study», in JV Tobias (Ed) The proceeding of the third International Congress on Noise as a Public Health Problem, Washington DC American Speech and Hearing Ass. 1980. 50. Francois, J.: « Effect of aircraft noise on the equilibrium of airport residents», NASA-rapport no. TM-75906, mei 1 9 8 1 . 51. Grandjean, E.e.a.: «A survey on aircraft noise in Switserland», In W. Ward (Ed) Proceedings of the International Congress on Noise as a Public Health Problem, Washington DC: US Govern. Printing Office, 1973. 52. Tarnapolsky, A . e.a.: «Effects of aircraft noise on mental health», Journal of Sound and V i b r a t i o n , 1978, 59 (1), blz. 8 9 - 9 7 . 53. Borskey, P. N.: «A new field-laboratory methodology for assessing human responds to noise», (NASA CR 221), Washington DC, Nat. Aeronautics and Space A d m . , 1973. 54. Tracer, Inc.: «Community reactions to airport noise», vol. I, (NASA CR 1761), Washington D C , National Aeronautics and Space A d m . , 1971. 55. Sorensen, S.: «On the possibilities of changing the annoyance reaction to noise by changing the attitude to the source of annoyance», Nordisk H y g i e n i s k T i d s k r i f t . S u p p . 1 , 1970, 1 - 7 6 . 56. Cederlöf, R. e.a.: «Studier over Ijudnivaer och hygienska olangenheter av trafikbuller samt förslag till atgarder», Nordisk Hygienisk Tidskrift, 1961, 42, p. 1 0 1 - 1 9 2 , 56 a. A u z o u , S. en Lamure, C : «Le bruit aux abords des autoroutes», Cah. Cent. Sci. Tech. Batim., 7 8 , blz. 1 - 7 , 1966. 56.b. Borskey, P. N.: «Research on community response to noise since 1973», Proceedings of the ghird international Congress on Noise as a public health problem, 1980. 56.c. Bruckmayer, F. en Lang, J.: «Disturbance of the population by traffic noise», Osterreiche Ing.-Z. no. H 8 , H9, H10, blz. 3 0 2 - 3 0 6 , 3 3 8 - 3 4 4 , 376-385. 56.d. Cassel, J.: «Psychologcal processes and 'stress': Theoretical formulation», Intern. J. of Health Services, 1974, 4 , p. 4 7 1 - 4 8 2 . 56.e. Cederlöf, R. e.a.: «Annoyance reactions to noise f r o m motor vehicles: an experimental study», Acustica, 13, blz. 270—279, 1963. 56.f. Coblenz, A . e.a.: «Enquête sur le bruit autour des aeroports», Paris, Laboratoire d'Anthropologie Appliqué, 167 pp (Doe. A A A / 1 6 / 6 7 ) . 56.g. Deutsche Forschungsgemeinschaft: «An interdiscriplinary investigation of the effects of aircraft noise on man», Boppard, Harold Bold Verlag, K G . , 1974. 56.h. Griffiths, I. D. en Langdon, F. J.: «Subjective response to road traffic noise», Journal of Sound and Vibrations, 1968, 8, p. 16—32.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17600 hoofdstuk XVII, nr. 20
210
56.i.
ISO (1971): Acoustics — «Assessment of noise w i t h respect to community response», Genève, International Organization for Standardization, 10 pp, ISO R 1996. 56.j. Mc Kennel, A . C. en H u n t , E.A.: «Noise annoyance in central London», British Central Office of Information (UK Government Survey Report SS 332, 1 9 6 1 . 56.k. Mc Kennel, A.C.: «Aircraft noise annoyance around L o n d o n (Heatrow) A i r p o r t » , Central Office of Information, UK Government Social Survey SS, 337, L o n d o n , Her Majesty's Stationary Office, 1 963. 56.1. Mc Kennel, A.C.: «Psycho-social factors in aircraft noise annoyance», In W. Ward (Ed) Proceeding of the International Conference on Noise asa Public Health Problem, (EPA 550/973-008) Washington DC US Government, Printing Office, 1973. 56.m. Nishonomiya, G.: «Significant characteristics of social response to noise and vibration», J. Accoust. Soc. of Japan, 32:3, 1976. 56.n. Schultz, T.J.: «Synthesis of social surveys on noise annoyance», Journal of the Acoustical Society of America, 1978, 64, blz. 377—405. 56.0. S e l v e . H . : «The stress of life», NY McGraw-Hill, 1956. 56.p. Lamure, C. en Bacelon, M.: «La gêne due au bruit de la circulation automobile», Cah. C e n t r . S c i . Batim., 8 8 : 762, 1967' 56.q. Dongen, J . E . F , van: «Bejaardenoorden en geluidhinder, met name afkomstig van het wegverkeer», ICG-rapport VL-DR-24-06, M i n ' van V & M , Leidschendam (1980). 56.r. Jong, R. G. de: «Community response surveys and the Dutch Noise Abatement», Proceedings inter-noise 1 9 8 1 , Amsterdam (1981). 56.s. Peeters, A . L. en de Jong, R. G., Tukker, J. C. en Kaper, J. P.: «Onderzoek naar de dosis-effectrelaties voor treinen», IMG-TNO, rapport D 60, Delft (1982). 56.t. Dongen, J. E. F. van, de Jong, R. G. en van den Berg, R.: «De gewenning aan de nieuwe spoorlijn te Zoetermeer», IMG-TNO, rapport D 50 (nog niet gepubliceerd), Delft (1982). 56.u. Groeneveld, Y . : «Karakterisering en beoordeling van industrielawaai. Fase 3c: de mondelinge enquête», I M G - T N O , concept rapport D 54 (nog niet gepubliceerd), Delft (1981). 56.v. Jong, R. G. de en Beers, C. S.: «Geluidhinder rond militaire vliegvelden», Band 1 : tekstgedeelte - ICG-rapport L L - H R - 1 6 - 0 1 . Band 2: bijlagen - ICG-rapport LL-DR-16-02, M i n . van V & M , Leidschendam (1980). 56.w. Jong, R. G. de: «Militaire en burgerluchtvaart: de geluidhinder vergeleken», IMG-TNO, rapport D 5 3 , Delft (1981). 56.x. Roo, F. de. Bakker, G. L. en Atzema, J. A . : «Geluidisolatie tussen eengezinshuizen en de beleving van buurgeluiden», Rapport nr. 6077, Bouwcentrum, Rotterdam (1981). 56.ij. Schreurs, L. J. M.: «Wegverkeer, verkeerslawaai en de predictie van geluidhinder». Instituut voor Milieuvraagstukken, Vrije Universiteit, Amsterdam, september 1980. 56.z. Bitter, C : «Onderzoek naar de geluidgevoeligheid van psychiatrische ziekenhuizen», I M G - T N O , rapport D 36, Delft, 1976. Zie verder tevens lit. 4 en 1 1 . Slaapverstoring 57.
58. 59.
60.
61. 62. 63.
64.
Griefahn, B. e.a.: «On the problem of noise-induced sleep disturbances, a review of sleep literature», Berlin, Unweltbundesamt, report nr. 4 , 1976, 251 pp. Alexandre, A . : «Decision criteria based on spatio-temporal comparison of surveys of an aircraft noise», 1973. Böhmer, O.: «Uber den möglichen Einfluss des Strassenverkehrslarms auf den Verbrauch von Hypnotika unter gesonderter Darstellung des Einnahme verhaltens' Eine epidemiologische Untersuchung in Mainz», Diss. Mainz, aangehaald door Griefahn in lit. 74. Feuerhahn, G. D. e.a.: «Uber die Verbreitung nervöser Störungen in Berliner Wohngebieten, vorlaufige Mitteilung», Psych. Neurol. Med. Psychol. (Leipzig), 20. 1968, blz. 2 8 1 - 2 8 6 . Knipschild, P. G.: «Medical effects of aircraft noise», International Archives of Occupational and Environmental Health, 1977, 40, p. 185—204. WHO-1980: «Environmental Healt Criteria», no. 12: «Noise», World Health Organization, Genève, 1980. EPA-1978: «Noise a health problem», US Environmental Protection Agency, Office of noise abatement and c o n t r o l , Washington DC 20460, augustus 1978. Lukas, J. S.: «Effects of aircraft noise on human sleep», A n n . I n d . Hyg. Assoc. J. 33, blz. 2 9 8 - 3 0 3 , 1972.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17600 hoofdstuk XVII, nr. 20
211
65.
Thiessen, G. J.: «Noise interference w i t h sleep», Ottawa, National Research Council of Canada, 1972, 10 pp. 66. Beland, R. D. e.a.: «Aircraft noise impact-planning guide lines for local agencies», South Pasadena, Wiley & Ham, 1972, blz. 36—44. (report no. 9 7 9 1 , H U D contr. no. H-1675). 67. Mery,e.a.: i n : W H O , (lit. 62), blz. 55. 68. Osada, Y e.a.: «Sleep impairment caused by short time exposure to continuous and intermittent noise». Buil. Inst. Public Health ( T o k y o ) , 18 ( D . b l z . 1 - 9 , 1969. 69. Osada, Y. e.a.: «Influence of sex and age on the physiological response to intermittent noise», Buil. Inst. Public Health (Tokyo), 21 (1), blz. 1 4 - 1 9 , 1972. 70. Osada, Y. e.a.: «Experimental study on sleep interference by train noise», Buil. Inst. Public Health ( T o k y o ) , 22 (3), blz. 1 7 1 - 1 7 7 , 1974. 71. Thiessen, G. J . : «Effects of noise f r o m passing trucks on sleep», 77th Meeting of Acoust. Society of America, Phylidelphia, april 1969, Ac. Soc. of A m . (report Q1). 72. Jurriens, A . A . : «Lawaai en slaap», Polytechnisch Tijdschrift — Geluid en Trilling 35 (1980), nr. 1, blz. 1 4 - 1 8 . 73. Jurriens, A . A . : «Slaapverstoring door lawaai», ICG-publicatie VL-DR-24-02, 1981. 74. Gnefahn, B.: « Research on noise-disturbed sleep since 1 973», Proceedings of the Third International Congress on Noise as a Public Health Problem, pp. 377—390, 1978. 75. Meijer, H. e.a.: «Hinder en slaapstoring door verkeersgeluid», Coronellamoratorium. Universiteit van Amsterdam, dec. 1 9 8 1 . 76. Steinicke, G.: «The impact of noise on sleep in man». Research Report of the economie and transport ministry of North Rhine-Westfalia, no. 416, K ö l n , W. Duitsland, West Deutscher Verlag, 1957, 33 pp. 77. Wilson, W. P. en Zung, W. W. K.: « A t t e n t i o n , discrimination and arousel during sleep», Arch. Gen. Psychiatr. 15, blz. 5 2 3 - 5 2 8 , 1966. 78. Lukas, J. S. en Dobbs, M. E.: «Effects of aircraft noise on the sleep of women», Washington DC, National Aeronautics and Space Administration, 130 pp ( N A S A C R - 2 0 4 1 ) , 1972. 79. Dobbs, M. E.: «Behavioural responses to auditory stimulation during sleep», J. Sound V i b . 20, blz 4 6 7 - 4 7 6 , 1972. 80. Kramer, M. e.a.: «Noise disturbance and sleep; the relationship of noisedisturbed sleep to post-sleep behaviour: an exploratory study», F. A . A . report no. 7 0 - 1 6 , 1 9 7 1 . 81. Thiessen, G. J . : «Effects of noise on man», N.R.C. Publication no. 15383, 1976. 82. Miller, J. D.: «Effects of noise on people», US Environmental Protection Agency, N T I D , 300.7, 1971, 153 p. 83. Murphy, K. P.: «Differential diagnosis of impaired leaming in children», Dev. M e d . C h i l d . Neurol., 1 1 , 1969, blz. 5 6 1 - 5 6 8 . 83.a. Osada, Y. e.a.: «Experimental study on the influence of noise on sleep», Buil, Inst. Public Health ( T o k y o ) , 17 (3), blz. 2 0 8 - 2 1 7 , 1968. 83.b. Langdon, F. J. en Bul Ier, I.B.: « Road traffic noise and disturbance to sleep», In J. of Sound and Vibr., 1977, 50 (1). 83.c. Dongen, J. E. F. van «geluidgevoeligheid van ruimten in woningen», IMG-TNOrapport D 6 1 , Delft, 1981. 83.d. Jurriens, A . A . , Kumar, A., Hofman, W. F. en van Diest, R.: «Sleeping at home w i t h different sound insulation», Proceedings Inter-noise 1981, Amsterdam, 1981. 83.e. Jurriens, A . A . : «Sleeping twenty night w i t h traffic noise: results of laboratory experiments», ASHA reports, nr. 10, 1980 (IMG-TNO-publicatie no. 745, Delft, 1980). 83.f. Eiff, A . W. von, e.a.: «Beeintrachtigung des Schlafes durch Larm, Zeitschrift für Larmbekampfung 29, 1 3 - 1 6 , 1982. Zie verder tevens lit. 4 , 7, 11 en 5 1 . Extra-auditieve 84. 85. 86. 87.
88.
lichamelijke
effecten
Davis R. C. e.a.: «Autonomie and muscular responses and their relation to simple stimuli», Psychol. Monographs 69, no. 405, 1955. Ettema, J. H.: «Het lichaam als klankbord: fysiologische gevolgen van lawaai». Polytechnisch Tijdschrift, Special: Geluid en Trilling 1978, 1, 1 6 - 1 8 . Glorig, A.: «Non-auditory effects on noise exposure», Sound and V i b r a t i o n , 1 9 7 1 , 5, p. 2 8 - 2 9 . Parvizpoor, D.: «Noise exposure and prevalance of high blood pressure among weavers in Iran», Journ' of Occupational Medicine, 1976, blz. 730-731. Meinhart, p. en Renker, U.: «Untersuchungen zur Morbiditat an Herz und Kreislauferkrankungen durch Dauerlarm Exposition», Z' Ges. Hyg., 1970, blz. 8 5 3 - 8 5 7 .
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
212
89.
Jansen, G. e.a.: «Untersuchungen zur Wertigkeit des Larms zu anderen Belastungsfaktoren am Arbeitsplatz», Forschungsbericht Universitatsk l i n i k u m , Essen, 1978. 90. Verbeek, J, e.a.: « Industrielawaai en gezondheid», T. Soc. Geneesk. 5 7 , 1979, suppl. 1,blz. 3 2 - 3 6 . 91. Welch, B. L.: «Extra-auditory health effects of industrial noise: Survey of foreign literature», Aerospace Medical Research Lab. Airforce Systems Command, Wright-Patterson, june 1979. 92. Porkrouskii, N. N.: «On the effect of industrial noise on the blood pressure level in workers in machine building plants (Russian)», Gigiena Truda i Professional 'nye Zabolevaniya, 1966, 10, p. 44—46. 93. A n d r i u k i n , A . A.: «Influence of sound stimulation on the development of hypertension»,Cor. Vasa 3 (4): 2 8 5 - 2 9 3 , 1961. 94. Cieslewicz, Z. J. e.a.: «Attempt to evaluate the extra-auditory effects of noise on vveaving rnill workers in a textile industry factory», Medycyna Pracy X X V I I , 1977, blz. 5. 95. Blazekova, L.: «Effect of noise on vegetative reactions of sawyers», 12th congress of the Association Internationale Contre Ie Bruit, Proceedings blz/ 8 7 - 9 0 , Wenen 1982. 96. Capellini, A . en Maroni, M.: «Clinical survey on hypertension and coronary disease and their possible relations w i t h the environment in workers of a chemical plant (Italian)», Medicina del Lavora, 1974, 65, p. 297—305. 97. Jansen, G.: «On the origin of functional vegetative change due to working under noise (German)», Archiv für Gewerbepathologie und Gewerbehygiene, 1959, 17, p 2 3 3 - 2 6 1 . 98. K h o m u l o , L. P. e.a.: «Changes in blood lipid metabolism of man owing to the prolonged effects of industrial noise on the central nervous system (Russian)», Kardologia, 1967, 7, p. 3 5 - 3 8 . 99. Knipschild, P. G.: «Medische gevolgen van vliegtuiglawaai» (Doctoraal thesis, English summary), pp. 127—129, Amsterdam Coronel Laboratorium, 1976. 100. Flos, E. F.: «Veranderungen pshysiologischer Funktionen bei latmexponierten Schülern», Z. Ges. Hyg. 10, 1964, nr. 2, blz. 8 1 - 9 6 . 101. Karagodina, E. L. e.a.: «Effect of aircraft noise on the population near airports», Hyg.Sanit. 34 ( 4 - 6 ) , blz. 1 8 2 - 1 8 7 , 1969. 102. Kangelari, S. S. e.a.: «The effects of noise and vibration on morbidity rates (Russian)», Gigiena Truda i Professional 'nye Zabolevaniya, 1969, 34, 1 9 8 2 - 1 8 7 . 103. Dokukina, G. A. e.a.: «On the non-specific effect of noise and vibration», Vrachneboe Delo, 1972, 2, blz. 1 3 4 - 1 3 6 . 104. Pilawsl.a, H. e.a.: «The effect of the acoustic microclimate in the shipyard on disturbances in the workers state of health», Medycyna Pracy X X V I I I , 1977, p. 5. 105. Cameron, P. e.a.: «Sound pollution, noise pollution and health: Community parameters», Journal of Applied Psychology, 1972, 56, p. 67—74. 106. A n d o , Y . en Hattori, H.: «Effects of noise on human placental lactogen, HPL-levels in maternal plasma», British Journal of Obstetrics and Gynaecology, 1977, 8 4 , blz. 1 1 5 - 1 1 8 . 107. Edmonds, L. D. e.a.: «Airport noise and teratogensis», Archive of Environmental Health, 1979, 34, blz. 2 4 3 - 2 4 7 . 108. Jones, F. N. en Taucher, J.: «Residence under an airport landing pattern as a factor in teratism», Archives of Environmental Health, 1978, 32, p. 10—1 2. 109. Knipschild, P. G. en Salie, H.: « Road traffic noise and cardiovascular disease: A population study in the Netherlands», Intern. Archives of Occupational and Environmental Health, 1979, 4 4 , p. 5 5 - 9 9 . 110. Knipschild, P. G. e.a.: «Aircraft noise and birth weight», Coronel Lab., University of Amsterdam, 1979. 111. Jansen, G.: «Effects of noise on physiological state», In W. Ward, et.al, (Ed), Noise as a public health problem, Washington, American Speech and Hearing Ass., 1969. 11 2. Ising, H. e.a.: «Zur Gesundheitsgefahrdung durch Verkehrslarm», Z. Larmbekampfung, 27, 1 - 8 , 1981. 11 2.a. Carosi, e.a.: «Fertility of couples working in noisy factories», Folia Medica, 1968, p. 2 6 4 - 2 6 8 . 11 2.b. Frerichs, R. R. e.a.: «Los Angelos Airport Noise and Mortality-Fault Analysis and Public Policy», A m . Journ. of Public Health, 1980, 7, blz. 3 5 7 - 3 6 2 . 11 2.c. Meecham, W. C. en Shaw, N.: «Effects of jet noise on mortality rates», British Journal of Audiology, 1979, 13, p. 7 7 - 8 0 . 11 2.d. Peterson, E. A . : «Some issues and investigations concerning extra auditory effects of noise», paper presented at annual meeting of the American Psychological Association, N Y , 1979. 11 2.e. Rövekamp, A . J M.: «Invloed van lawaai op de bloedcirculatie en de adenv haling van de mens». Polytechnisch Tijdschrift, Geluid en Trilling, 35, 1980, nr. 3, blz. 7 4 - 7 9 . Zie verder tevens lit 4 . 10, 12, 27, 28, 3 7 , 4 6 , 5 1 , 61 en 62.
15
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
213
Gehoorverlies 113.
Dixon Ward, W.: «Noise-induced hearing loss: research since 1973», T h i r d International Congress on Noise as a Public Health Problem, Proceedings, blz. 6 4 - 7 6 , Freiburg 1978. • • 114. ISO-1975: «Acoustics — «Asessment of occupational noise exposure for hearing conservation purposes», 1 st edition, 1975-08-01, ISO-standaard 1999. 115. Ver wij meren, M. A . P.: «Het lawaai op de arbeidsplaats: de omvang van het probleem en de bestaande wettelijke bepalingen». Polytechnisch Tijdschrift Special, Geluid en Trilling, nr. 2, 1978, blz. 5 3 - 5 6 . 116. EPA-1974: « I n f o r m a t i o n on levels of environmental noise requisite to protect public health and welfare w i t h an adequate margin of safety», Washington DC, US Environmental Protection Agency (550/9.74.004). 117. Martin, A.: «The equal energy concept applied to impulse noise», in: Henderson, D., Hamernik, R. P., Dosanjh, D. S., Mills, J. H.: effects of noise on hearing, New Y o r k , Raven Press, 1976, blz. 4 2 1 - 4 4 9 . 118. Graaf, L. de: « Lawaai op de arbeidsplaats». Geluid en Omgeving, september 1979, tweede jaargang nr. 3, blz. 1 2 9 - 1 3 1 . 119. S u t e r , A . H . : «Hearing ievel and speech discrimination in noise», Third Internat. Congress on Noise as a Public Health Problem, Proceedings, blz. 2 0 3 - 2 0 9 , Freiburg 1978. 120. Silverman, S. R. e.a.: «Hearing and deafness», ed. Hallowel Davis rev. ed. (New Y o r k : H o l t , Rinehart and Winston, 1966), p. 265. 120.a. Lindeman, H. E. en Stekelenburg, M.: «Lawaai», Stafleu, Alphen aan den R i j n , 1981. 120.b. Passchier-Vermeer, W.: «Popmuziek: blijvende gehoorschade door expositie aan popmuziek? Een afdoend a n t w o o r d » , IMG-TNO rapport B 4 7 1 , Delft, 1981. 120.C. Rabinowitz, J. e.a.: «Etude des effects de la musique de forte intensité chez les musiciens de l'orchestre de la Suisse Romande», I n : Médicine et Hygiëne, Genève, 40e année, no. 1 4 7 1 , mei 1982. 120.d. Plomp, R. en Mirnpen, A. M.: «Speech-reception threshold for sentences as a function of age and noise level», ICG-rapport VL-DR-24-03, Min. van V & M , Leidschendam, 1 9 8 1 . Zie verder tevens lit. 2, 4 en 6 2 . Communicatieverstoring 121.
Pearsons, K. S. e.a.: «Speech levels in various environments», Washington DC, Office of resources and development, US Environmental Protection Agency (Bolt, Beranek and Newman Inc. report 3 2 8 1 ) , 1976. 122. Plomp, R.: «Bejaarden en geluidhinder», Geluid en Omgeving, juni 1 9 8 1 , 4e jaargang nr. 2, blz. 81 - 82. 123. D H V : « Inventarisatie woningen sanering wegverkeerslawaai» ICG-project O V L - 2 0 . 1 , Dwars, Heederik en Verhey Raadgevende Ingenieurs B.V., vermoedelijk te publiceren in 1982. 123.a. French, N. R. en Steinberg, J. C : «Factors gover ning the intelligibility of speech sounds», J. Acoust. Soc. A m . 19 (1), 1947, blz. 9 0 - 1 1 9 . 123.b. Pols, L. C. W.: «Effect van omgevingslawaai op het ongestoord spreken en verstaan», ICG-rapport VL-HR-18-05, februari 1 9 8 1 . 123.c. Houtgast, T.: «The effect of ambient noise on speech intelligibility in classrooms», ICG-rapport V L - D R - 1 8 - 0 4 , M i n . van V & M , Leidschendam, 1 9 8 1 . 123.d. Plomp, R. en Duquesnov, A . J . : «Room acoustics for the aged», J. Acoust. Soc. A m . , 68 ( 6 ) , d e c . 1980, blz. 1 6 1 6 - 1 6 2 1 . 123.e. Plomp, R.: « A u d i t o r y handicap of hearing impairment and the limited benefit of hearing aids», J. Acoust. Soc. A m . , 63 (2), febr. 1978, blz. 5 3 3 - 5 4 9 . 123.f. Plomp, R.: «A model for the speech-reception threshold in noise w i t h o u t and w i t h a hearing aid», Tenth Danavox Symposium, june 8 - 1 1 , 1 9 8 1 , Denmark, Scand. A u d i o l . Suppl. 15, 1982. 123.g. Plomp, R. en M i m p e n , A . M.: «Speech-reception threshold for sentences as a f u n c t i o n of age and noise level», J. Acoust. Soc. A m . , 66 (5), nov. 1979, blz. 1 3 3 3 - 1 3 4 2 . 123.h. Heusden, E. van, e.a.: «Effect of ambient noise on the vocal output and the preferred listening level of conversational speech», Applied Acoustics (12), 1979, blz. 3 1 - 4 3 . 123.i. Pols, L. C. W.: «Preferred listening level for speech disturbed by fluctuating noise», Applied Acoustics 13, 1980, blz. 2 6 7 - 2 7 9 . Zie verder tevens lit. 3, 22 en 62.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
214
Overige
effecten
124.
Blok, J. A . M,: «Invloed van ultra sonore trillingen op de mens». Polytechnisch Tijdschrift - Geluid en Trilling, 34, 1979, nr. 1 , blz. 2 - 6 . 125. Acton, W. I.: «A review of hearing damage risk criteria», A n n . occup. Hyg., 10, blz. 1 4 3 - 1 5 3 . 126. Roure, L.: «Effects des vibrations sur l'homme», Revue d'acoustique, no. 60, 1982, blz. 5 5 - 5 8 . 127. Johnson, D.: «Various aspects of infrasound», In: Colloquium on Infrasound, Paris, Centre National de la Recherche Scientifique, 1973, blz. 337—358. 128. Francken, A. J.: «Invloed van trillingen op de mens», lezing voor het Nederlands Akoestisch Genootschap, Delft, publ. nr. 3 1 , 1975, blz. 1 e.v. 129. Francken, A . J.: «Trillinghinder, een literatuurstudie», ICG-publicatie IL-HR-120 1 , december 1 9 8 1 . 130. ICG: 1. Concept rapport RL-03/1 «Beleving van geluid aan de nieuwe spoorlijn in Zoetermeer». 2. Concept-rapport RL-02/2 «Hinder door spoorgeluid in de woomomgeving». 3. ICG-rapport VL-HR-14-01 «Beleving geluidwerende voorzieningen in de woonsituatie langs RW 16 in Dordrecht», augustus 1978. 4. ICG-rapport VL-HR-14-02 «Beleving geluidwerende voorzieningen in de woonsituatie langs RW 10 in Amsterdam», februari 1 9 8 1 . 131. ISO-1978: «Guide for the evaluation of human exposure to whole-body vibration», ISO 2 6 3 1 , 1978. 131.a. Guinee, F.: «Invloed van mechanische trillingen op de mens». Polytechnisch Tijdschrift Special: Geluid en Trilling, 1978, 2, blz. 4 6 - 5 0 . 131 ,b. A n t h o n y , A . en Ackerman, E.: «Biological effects of noise in vertebrate animals», Wright A i r development centre, Wada tech. rep. 57—647, 1957. 131 .c. Benitez, L. D., Eldregge, D. H. en Templer, J. W.: «Elektrophysical correlates of behavioural temperory tresholdshifts in Chinchilla», Paper presented at the 80th meeting of the Accoust. Soc. of A m . , Houston, 1970. 131 .d. Blok, A . A . : «Enkele gegevens over de militaire oefeningen en de verontrusting van de avifauna op Vlieland», RIN-rapport 283, Leersum, 1964. 131 .e. Bouterse, M. C. G.: «De invloed van lawaai op fauna», Doet. verslag 144, Natuurbeheer Wageningen, 1974. 131 .f. Conti, A . en Borgs, M.: «Behaviour of cy-tochrome oxidase activity in the cocklea of the guinea pig following acoustic stimulation, Acta Oto-Laryngologica 58: 3 2 1 - 3 3 0 . 131 .g. Fransen, J.: «Stiltegebieden een dringende noodzaak», Geluid en Omgeving ( 3 ) , 4 - 1981. 131 .h. Ishu, O., Takahaski, T. en Balogh, K.: «Glycogen in the inner ear after acoustic stimulation», Acta Oto-Laryngologica 6 7 : 573—582. 131 .i. Monaenkov, A . M.: «Influence of prolonged stimulation by sound of an electric bell on conditioned — reflex activity in Manmals», Zhur. Vyssh. Nerv. Deital 6 , 8 9 1 - 8 9 7 , 1956. 131 j . Osinsteva, V . P., Push kina, N. N., Bonashevskaya, T. J. en Kaverina, V . F.: «Noise induced changes in the adrenals», Hygiëne and Sanitaition 34: 1 4 7 - 1 5 1 , 1969. 131 .k. Ward, W. D. en Nelson, D. A . : «ceduction of permanent tresholdshifts through intermittency». Paper presented at the 80th meeting of the Accoust. Soc. of A m . , Houston, 1970. 131.1. Dufour, P.A.: «Effects of noise on wildlife and other animals», Environmental Protection Agency, U.S., juli 1980. 131 .m. Veen, J.: «De verstoring van weidevogelpopulaties», Stedebouw en Volkshuisvesting 54 (1975), blz. 1 6 - 2 6 . Zie verder tevens lit. 15 en 62. Economische
gevolgen
132.
Schütz, A . : «Activities of the industrial injuries insurance institutes with research relating to practice of noise at the work place», Third Intern. Congress on Noise as a Public Health Problem, Freiburg, 1978, proceedings, blz. 9 - 1 3 . 132.a. Langer, G.: «Betriebslarmbekampfung in Osterreich durch die A U V A » , X I I AICB-congress-Association intern, contre Ie Bruit, Proceedings, blz. 2 7 1 - 2 7 6 , Wenen 1982. 133. Bruin, D. R. de: «Lawaaibestrijding op de arbeidsplaats, enkele macro-economische aspecten». Geluid en Omgeving, 3e jaargang, december 1980, nr. 4, blz, 196—199. 134. WGZ: Weekblad Gezondheids Zorg, 25 maart 1982. 135. Opschoor, J. B.: «Economische waardering van milieuverontreiniging». Academisch proefschrift, V . U . Amsterdam, 1974, Van Gorcum, Assen. 136. Jansen, H. M. A . e.a.: «Verkeerslawaai in Nederland», Coutinko, Muiderberg 1977. Zie verder tevens lit. 8, 9, 12, 15, 5 1 , 6 1 en 9 1 .
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
215
BIJLAGE V (IMP-Geluid 1983-1987)
ONDERZOEKPROGRAMMA GELUIDHINDER Inleiding In de periode 1973-1976 werden onderzoekprogramma's opgesteld voor de volgende bij de geluidhinderbestrijding te onderscheiden probleemvelden. Verkeerslawaai (27 projecten), Luchtvaartlawaai (26 projecten), Industrielawaai (18 projecten), Railverkeerslawaai (14 projecten), Woongeluid (16 projecten), Toestellen (16 projecten) en Bijzondere Geluidsonderwerpen (19 projecten). Het in voornoemd kader opgedragen onderzoek had grotendeels betrekking op de onderbouwing van de Wet geluidhinder en de nadere uitvoeringsbesluiten krachtens deze wet, alsmede de gewijzigde Luchtvaartwet. In de afgelopen periode werd in 164 ICG-rapporten verslag gedaan over het afgesloten onderzoek. De bereikte resultaten zijn inmiddels grotendeels in de vorm van wetgeving verwerkt. Met de inwerkingtreding van de onderdelen recreatie-inrichtingen, inrichtingen, zones rond industrieterreinen, zones langs wegen (nieuwe situaties) stiltegebieden v^n de Wet geluidhinder, alsmede het Besluit geluidsbelasting grote luchtvaarttereinen van de Luchtvaartwet, is de bestrijding van de geluidhinder een nieuwe fase ingetreden, te weten de uitvoering van krachtens wetgeving vastgestelde regelgeving ter voorkoming en bestrijding van geluidhinder. Dit gegeven, naast de voortgang die inmiddels bereikt werd op andere terreinen van de geluidhinderbestrijding zoals spoorweglawaai en lawaai van de kleine luchtvaart, maakte een heroriëntatie op het geluidonderzoekbeleid gewenst. Voorts werd de noodzakelijke bezuiniging op de overheidsuitgaven een klemmender randvoorwaarde. Om voornoemde redenen werd in het kader van het Indicatief Meerjaren Programma Geluid 1982-1986 besloten tot het afsluiten van de afzonderlijke onderzoekprogramma's op het gebied van de geluidhinderbestrijding. In het inmiddels vastgestelde onderzoekprogramma «Geluidhinder» zijn nog lopende onderzoekprojecten opgenomen. Het programma is afgestemd op het onderzoekprogramma «Lawaaibestrijding op de arbeidsplaats» en op het door het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk gestarte onderzoek naar de gevoeligheid voor geluidhinder van bepaalde vormen van recreatie. In het onderzoekprogramma is het oorspronkelijke aantal onderzoekprojecten (136) van de afzonderlijke programma's beperkt tot 20. Bij het verstrekken van onderzoekopdrachten in het kader van het onderzoekprogramma zal de prioriteit worden bepaald door het beschikbare budget en de baten die met het onderzoek naar verwachting zullen kunnen worden verkregen. Nader onderzoek naar de invloed van geluid op de gezondheid en onderzoek op het gebied van de geluidhinderbestrijding aan de bron zullen hierdoor de hoogste prioriteit verkrijgen. Voor wat het publiceren van de onderzoekrapporten betreft, zal voortaan worden aangesloten op de gebruikelijke publikatiewijze van andere in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne uitgevoerde onderzoeken namelijk via de Staatsdrukkerij (D.O.P.) in de reeks geluidhinder.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17600 hoofdstuk XVII, nr. 20
216
OVERZICHT VAN DE PROJECTEN IN HET KADER VAN HET ONDERZOEKPROGRAMMA GELUIDHINDER A. Invloed van geluid op de gezondheid Bij het beoordelen van de gevolgen van lawaai dient rekening te worden gehouden met de mogelijke hinder van geluid alsmede de schade voor de (lichamelijke, geestelijke en sociale) gezondheid die hiermee gepaard kan gaan. De ervaring leert dat veelal slechts wordt stilgestaan bij de subjectieve hinderaspecten van geluid waarbij, gezien de persoonlijke verschillen die daarbij optreden, nogal eens wordt geconcludeerd dat de geluidhinder in een situatie meevalt. Hierbij wordt volledig voorbijgegaan aan èn de gezondheidsschade die geluidhinder, ook zonder dat betrokkenen dit op de kortere termijn kunnen waarnemen, kan veroorzaken èn het feit dat individuele verschillen ten aanzien van de hinderbeleving vooraf niet voorspelbaar zijn. Hiermede wordt bedoeld dat bij nieuwbouwprojecten nabij bestaande lawaaibronnen een zelfde percentage gehinderden wordt aangetroffen dan in reeds langdurig bestaande situaties. Dit kan slechts worden verklaard door de moeilijke individuele voorspelbaarheid van hinder. Om deze reden zal voor voorspellingen moeten worden uitgegaan van geobjectiveerde onderzoekresultaten. In het tot nu toe in Nederland verrichte beleidsonderbouwende onderzoek in het kader van eerdergenoemde onderzoekprogramma's is nadruk gelegd op de hinderbeleving van geluid. Voor de onderbouwing van grenswaarden voor de toelaatbaarheid van geluidsgevoelige besterrv mingen zijn de resultaten van deze onderzoeken gecombineerd met de resultaten van onderzoeken naar de medische schade als gevolg van lawaai. Deze onderzoeken hebben zowel in het buitenland als in ons land plaatsgevonden. In Nederland betreft dit met name onderzoek van het Coronel Laboratorium te Amsterdam, het Instituut voor Milieuhygiëne en Gezondheidstechniek TNO te Delft en het Instituut voor Zintuigfysiologie TNO te Soesterberg. In het Voorlopig Indicatief Meerjaren Programma Geluid 1980-1984 is gerapporteerd over de effecten van geluid op de gezondheid. In het IMP-Geluid 1983-1987 zijn deze gegevens geactualiseerd. In 1980 waren de gezondheidseffecten als gevolg van lawaai voor mijn ambtsvoorganger aanleiding tot het uitbrengen van de brochure «Lawaai: probleem voor onze gezondheid». Alhoewel het voor de onderbouwing van wettelijke grenswaarden noodzakelijke onderzoek goeddeels is afgesloten, blijkt dat het permanente karakter van de blootstelling aan lawaai aanleiding geeft tot nog onvoldoende onderzochte gezondheidsgevolgen. Zo kan worden gewezen op de invloed die bijvoorbeeld stress of slaapverstoring kan hebben op bepaalde ziektebeelden. Het in het kader van de invloed van geluid op de gezondheid te verrichten onderzoek heeft betrekking op de volgende projecten. 1. Belevingsonderzoek De tot nu toe verrichte onderzoeken naar de beleving van geluidhinder hebben betrekking op verkeerslawaai, industrielawaai, spoorweglawaai en vliegtuiglawaai. Hierbij werd tevens bezien in hoeverre door het aanbrengen van geluidwerende voorzieningen aan de woning de beleving van geluidhinder kan worden beïnvloed. Verder onderzoek zal worden verricht naar de beleving van trillingen en impulsgeluid. Dit laatste onderzoek vindt in EG-verband plaats. Tevens zal een verdieping van de bestaande kennis worden nagestreefd naar verschillen in beleving tussen lawaai van de militaire en civiele luchtvaart en lawaai in stedelijke en niet-stedelijke gebieden. 2. Invloed op hart- en vaatziekten Lawaai kan naast gehoorverlies ook andere lichamelijke effecten veroorzaken. Het gaat hierbij met name om effecten op het hart- en vaatsysteem.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17600 hoofdstuk XVII, nr. 20
217
In geluidsbelaste gebieden is aangetoond dat bewoners, in tegenstelling tot die in rustiger gebieden, eerder onder medische behandeling komen voor hartproblemen en hoge bloeddruk. De tot nu toe bereikte onderzoekresultaten tonen aan dat de gezondheidseffecten als gevolg van langdurige blootstelling aan geluidhinder nog onvoldoende zijn onderkend. Nader onderzoek zal worden uitgevoerd naar de gevolgen van lawaai voor het hart- en vaatsysteem. 3. Slaapverstoring De effecten van lawaai op de slaap zijn afhankelijk van de karakteristieken van het geluid. Wat betreft het geluidsniveau is gebleken dat slaapbeïnvloeding begint bij een blootstelling aan omgevingsgeluid met een equivalent geluidsniveau van 35 dB(A). Met name piekniveaus zijn hierbij van belang. Lawaai kan de slaap zowel kwantitatief (moeilijk in slaap vallen, wakker worden) als kwalitatief (lichtere slaap) beïnvloeden. De vermindering van de kwalitatieve slaap is voor de betrokkene meestal niet direct merkbaar. Hierdoor kunnen echter wel degelijk nadelige gezondheidseffecten optreden. Onderzoek naar het effect van geluid op slaap zal worden voortgezet. 4. Gehoorschade In het kader van het onderzoekprogramma «Lawaaibestrijding op de arbeidsplaats» vindt onderzoek plaats naar optredend gehoorverlies als gevolg van blootstelling aan hoge geluidsbelastingen (80dB(A) en hoger) tijdens het werk. In het onderhavige onderzoek zal worden ingegaan op de oorzaken van gehoorschade die optreedt als gevolg van langdurige blootstelling aan lagere geluidsniveaus dan 80 dB(A) in de woonomgeving en nabij verkeerswegen alsmede hoge geluidniveaus bij het gebruik van huishoudelijke apparaten en hobby-apparatuur. Het kan hierbij als verontrustend worden genoemd dat bij jeugdigen een belangrijk gehoorverlies is geconstateerd zonder dat aangegeven is kunnen worden door welke specifieke geluidsbronnen dit veroorzaakt werd. Een mogelijke combinatie van bronnen (verkeer, hobby-apparatuur en luide muziek) zou invloed op dit gehoorverlies kunnen hebben. 5. Andere fysiologische effecten Recentelijk zijn gegevens beschikbaar gekomen die wijzen op de schadelijkheid voor de volksgezondheid als gevolg van ultrageluid en infrageluid. Ultrageluid ligt hierbij boven het voor de mens hoorbare frequentiebereik. Infrageluid ligt beneden dit bereik. Hierbij is niet altijd een duidelijk onderscheid te maken met trillingen. Daar optredende effecten mede het gevolg zijn van blootstelling op de arbeidsplaats zal het onderzoek worden uitgevoerd in relatie tot het onderzoekprogramma «Lawaaibestrijding op de arbeidsplaats». 6. Invloed op gedrag en prestatie Naast lichamelijke effecten kan lawaai psychische spanningen en minder sociaal gedrag veroorzaken, die zich uiten door extreem gedrag. Verder worden ook leer- en werkprestaties benadeeld door lawaai. Op lawaaiige scholen lopen juist kinderen met minder aanleg gevaar voor achterstand in ontwikkeling. In dit onderzoek zal getracht worden dit probleem nader te kwantificeren. B. Geluidhinderbestrijding aan de bron Bij het ontwerpen van apparaten, voertuigen en installaties werd tot voor kort nauwelijks rekening gehouden metgeluidseisen. Het achteraf aanpassen van deze geluidsbronnen is technisch veelal mogelijk, maar kan tot hoge meerkosten aanleiding geven. De ervaring heeft geleerd dat bij het tijdig in het ontwerp-proces rekening houden met scherpe geluidseisen de meerkos-
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
218
ten van stillere produkten zeer laag zal kunnen houden. Vaak kan worden gecombineerd met eisen op het gebied van de energiebesparing. Als voorbeeld kan worden genoemd de Japanse auto-industrie die stillere, zuinigere en ook vaak goedkopere personenauto's produceert in vergelijking met de Westeuropese en Amerikaanse automobielindustrie. Bij het onderzoek zal nadruk worden gelegd op produktontwikkeling van Nederlandse bedrijven met betrekking tot stillere motorvoertuigen, bouwmachines en installaties. 1. Stillere motorvoertuigen In de afgelopen periode is nadruk gelegd op de ontwikkeling van stillere vrachtwagens en bussen voor het openbaar vervoer. Dit onderzoek zal in combinatie met energiebesparing en het terugdringen van de luchtveronireiniging worden geïntensiveerd. 2. Stillere bouwmachines en andere toestellen Naast algemene research die tot doel heeft bedrijven in staat te stellen een stillere technologie toe te passen zal nadruk worden gelegd op steun aan bedrijven die willen inspelen op een in de toekomst te verwachten grotere vraag naar stillere bouwmachines en andere toestellen. Subsidies bij het aanschaffen van stillere machines zullen kunnen worden verstrekt in combinatie met andere subsidie-regelingen. 3. Stillere installaties In de afgelopen periode bleek het nauwelijks mogelijk te komen tot grootschalige research op dit gebied door het ontbreken van gerichte aanvragen uit het bedrijfsleven. Gezien het grote belang, ook uit economische overwegingen, van geluidsbestrijding aan de bron zal onder het bedrijfs leven een enquête worden gehouden om na te gaan welke categorieën van lawaaiige installaties in aanmerking komen voor gerichte research. Aan de hand van de resultaten van dit onderzoek zal met de betrokken bedrijven worden nagegaan welke steun aan verdere technologische ontwikkeling zal worden verleend. Het kan hierbij gaan om zowel installaties die dienen voor de eigen produktie als installaties (-onderdelen) die voor de verkoop zijn bestemd. C. Beïnvloeding milieuvriendelijk gedrag De Wet geluidhinder bevat geen bepalingen die gericht zijn op een milieuvriendelijk gedrag. Dit omdat een meer milieuvriendelijk gedrag via de weg van de voorlichting moet worden gestimuleerd. Het hierbedoelde onderzoekonderdeel is gericht op de onderbouwing van mogelijkheden om tot een meer milieuvriendelijk gedrag te komen. 1. Milieuvriendelijk rijgedrag Een belangrijke mogelijkheid om de geluidhinder van het wegverkeer te verminderen is een meer aangepast rijgedrag. Te denken valt hierbij aan matiging van de snelheid, minder snel optrekken en bevorderen van een doorstromend wegverkeer. Onderzocht zal worden in welke mate hierdoor de geluidproduktie in samenhang met luchtverontreiniging en energieverbruik kan worden beïnvloed. De onderzoeksresultaten zullen gebruikt worden bij de ontwikkeling van voorlichtingsprogramma's. 2. Milieuvriendelijk aankoopgedrag Bij vele produkten blijkt dat er een belangrijk verschil in de geluidproduktie van toestellen bestaat. Bij de aanschaf van deze produkten in de vorm van voertuigen, bouwmachines en huishoudelijke apparaten ontbreekt voor de consument goeddeels een inzicht in de geluidproduktie. Vaak blijkt, achteraf, een bereidheid om tegen eventueel redelijke meerkosten, een stillere uitvoering aan te schaffen. Het onderzoek is gericht op de stimulering van een op stillere produkten gericht aankoopgedrag. Het in te stellen geluidkeur zal middels het onderzoek worden geëvalueerd.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17600 hoofdstuk XVII, nr. 20
219
3. Proefacties inzake geluidsbewustmaking In het kader van het onderzoek zal naast proefacties, gericht op de in de projecten 1 en 2 beschreven onderzoeken, ook bredere acties inzake geluidsbewustmaking worden gevoerd. Te denken valt hierbij onder andere aan gedrag in recreatie- en stiltegebieden en met betrekking tot burengerucht, (voorlichting aan bewoners en overheden). D. Voorlichting en scholing Evaluatie leert dat er sprake is van een duidelijk succes van de gekozen voorlichtingscampagnes van de Nederlandse Stichting Geluidhinder. Tweede element van voorlichting betreft scholing om voldoende deskundige mankracht beschikbaar te hebben voor het slagen van het geluidhinderbeleid. Voortzetting van lopende voorlichting en scholing is belangrijk. 1. Ontwikkeling voorlichtingsprogramma's. Bij de tot nu toe gevoerde voorlichtingscampagnes van de Nederlandse Stichting Geluidhinder is aangetoond dat bij bepaalde doelgroepen via publicatie het belang van geluidhinderbestrijding versterking behoeft. Verdere acties zullen worden gericht op mensen die onnodige geluidhinder veroorzaken. Voorts zullen acties worden gevoerd ter stimulering van een milieuvriendelijk aankoopgedrag. 2. Ontwikkeling scholing inzake geluidhinderbestrijding. Naast de kwaliteitscontrole op de ingestelde «Opleiding Wet geluidhinder» in het kader van de «Coördinatiecommissie Opleiding Wet geluidhinder» wordt scholing en nascholing op het gebied van de geluidhinderbestrijding gestimuleerd. In de komende periode zal, naast de reeds verschenen themaboeken, over geluid en geluidhinder verder lesmateriaal worden ontwikkeld. E. Geluidoverdracht en geluidwering In vele situaties blijkt dat in gevallen waarin geluidhinderbestrijding aan de bron onmogelijk of ondoelmatig is door het aanbrengen van afscherming de geluidsbelasting nabij geluidsgevoelige bestemmingen kan worden beperkt. Geluidwerende voorzieningen aan woningen geven slechts een gedeeltelijke vermindering van de geluidhinder. 1. Overdracht
algemeen
Fundamenteel onderzoek is gaande, naar de overdracht van geluid en de meteorologische invloeden daarop. Onderzoeksresultaten zullen worden vertaald in voor het geluidhinderbeleid relevante termen. 2. Afschermingen Uitvoerig onderzoek is verricht naar de afschermende werking van aarden wallen en schermen langs wegen en spoorwegen. De resultaten hiervan zijn grotendeels reeds gepubliceerd. In verband met het gecompliceerde karakter is nadere verdieping van de kennis gewenst, vooral ten aanzien van de meteorologische invloeden op het effect van afschermingen, alsmede het effect van beplantingen en bijzondere afschermingsvormen. 3. Geluidwerende voorzieningen aan woningen en andere gebouwen In de afgelopen periode heeft nadruk gelegen op het verdiepen van de kennis op het gebied van het effect van geluidwerende voorzieningen door middel van het uitvoeren van proefprojecten. Voor de komende periode zal onderzoek worden verricht om de geluidsisolatie-eigenschappen van bouwelementen en bouwsystemen te certificeren.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
220
F. Beleidsontwikkeling Beleidsontwikkeling op het gebied van verkeers-, industrie- en luchtvaartlawaai heeft reeds vorm gekregen. Het is wenselijk de toepassing van dit beleid op effectiviteit te evalueren en zo mogelijk bij te stellen. Voor nog verder te ontwikkelen terreinen zoals spoorweglawaai, geluidhinder door toestellen zal onderzoek noodzakelijk zijn. 1. Ontwikkeling geluidhinderbeleid Voor de onderbouwing van de onderdelen van het geluidhinderbeleid die verder worden ontwikkeld zal verder onderzoek worden verricht. Het zal hierbij met name gaan om de geluidhinderbestrijding aan de bron. De bestaande publicatiereeks IL-3zal met nieuwe publicaties worden uitgebreid, waarin een overzicht zal worden gegeven van de geluidproduktie van toestellen en installaties en de mogelijkheden om ze stiller te maken. Hierbij zullen ook de kostenconsequenties aan bod komen. In nauwe samenwerking met de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk zal onderzoek worden gestart naar de vraag of en in hoeverre vormen van recreatie vanwege de overlast die wordt ondervonden van geluidhinder, bescherming tegen de omgeving behoeven. Zulks, omdat met name de verblijfsrecreatie in de open lucht een steeds belangrijkere vorm van vrije tijdsbesteding gaat worden. Tevens wordt onderzoek gedaan naar de geluidproduktie van motorcrossterreinen en de mogelijkheden om door maatregelen aan de motoren en aan de indeling van het terrein de door deze activiteiten veroorzaakte overlast te verminderen. 2. Evaluatie effect en toepassing bestaand beleidsinstrumentarium Door de Centrale Raad voor de MilieuhygiĂŤne is in diverse adviezen gewezen op de noodzaak om het reeds ontwikkelde geluidhinderbeleid te evalueren, met name gezien de brede beleidsmarges die in de Wet geluidhinder zijn opgenomen. Een eerste evaluatie zal in 1987 gereed kunnen zijn. Een eerdere evaluatie is niet wenselijk omdat de belangrijkste onderdelen van de wet in 1982 in werking zijn getreden. Een tijdvak van minimaal 5 jaar is nodig om in dit kader de nodige evaluatie-ervaringen op te doen. G. Toezicht en controle 1. Ontwikkeling regels en systemen voor geluidbewaking Zonder effectieve controle op de uitvoering zal het geluidhinderbeleid weinig optimaal zijn. In de betreffende wettelijke regelingen zijn ter zake dan ook bepalingen opgenomen. Naast de ontwikkeling van geluidbewakingssystemen bij lawaaiige bedrijven en rond vliegvelden zijn met name toezichtregels noodzakelijk in gevallen waar geluidhinderbestrijding aan de bron of in de overdrachtssfeer niet of onvoldoende mogelijk is. In het onderzoek zullen verdere controle en toezichtmethodieken voor de akoestische controle op bouwkundige ontwerpen en bouwwerken worden ontwikkeld. Voor mobiele bronnen zal onderzoek plaatsvinden naar eenvoudige controle-methoden. H. Financieel-economische aspecten 1. Kosten en baten van het geluidhinderbeleid Bij de besluitvorming rond het geluidhinderbeleid is een sterke relatie gelegd met de kosten die dit beleid met zich zal meebrengen. De in 1975 in dit verband opgestelde kostenopstellingen blijken reĂŤel te zijn geweest. Voor wat de baten-kant van het beleid betreft zijn tot nu toe weinig gegevens ter beschikking gekomen. Gewezen kan hierbij worden op de samenvattende studie naar baten en lasten van het milieuhygiĂŤnisch beleid (Tweede Kamer der Staten-Generaal, zitting 1980-1981, 16625, nr. 22). Bij discussies over de kosten van geluidhinderbeleid blijkt veelal onvoldoende
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
221
inzicht en ook begrip voor de baten van dit beleid te bestaan. Dit hangt mede samen met het feit dat de gevolgen van de geluidhinder tot op heden zijn «afgewenteld» op de bewoners rond lawaaiige bronnen. Veelal is hierbij sprake van woningen in de laagste inkomenscategorieën. Geluidhinderbestrijding was nauwelijks een kostenpost bij investeringen. Door de ontwikkelde wetgeving wordt dit rechtgetrokken. Verder inzicht in de baten is echter noodzakelijk om tot een verdere stimulering van de geluidhinderbestrijding aan de bron te komen. Als een recent voorbeeld in deze kan worden genoemd de kostenafweging tussen stillere motorvoertuigen en geluidhinderbestrijding door andere maatregelen. Geluidhinderbestrijding aan de bron bleek hierbij jaarlijks ruim f200 min. «voordeliger» dan andere maatregelen. Voor wat de batenkant betreft blijkt dat als gevolg van een ruimere huizenmarkt de waardedaling van onroerend goed als gevolg van lawaai sterker dan enkele jaren geleden werd ingeschat. Verder onderzoek in dit verband zal worden verricht. Voorts zal in relatie tot de gezondheidsschade als gevolg van lawaai een monetaire kwantificering hiervan worden nagestreefd. Voor wat betreft de kosten en batenkant van het geluidhinderbeleid, zal meer dan voorheen aandacht moeten worden geschonken aan de produktiviteitsdaling en het optreden van arbeidsongeschiktheid van werknemers als een gevolg van hoge geluidsniveaus. In 1982 is een onderzoek gestart om het inzicht te verdiepen in de mogelijkheden van de instelling van een heffing gebaseerd op de geluidproduktie van motorvoertuigen. Naast de thans geldende brandstofheffing welke in zekere zin een relatie kent met de tijdsduur van de geluidproduktie, zou een heffing kunnen worden ingesteld die een zekere relatie heeft met het geluidsvermogen van een bepaald voertuigtype. Het is van groot belang dat een dergelijke heffing, ter beheersing van de perceptiekosten, op een bestaand administratief systeem van heffing en invordering wordt «aangehaakt». Over dit aspect zal het onderzoek in ieder geval uitsluitsel geven. Bij het onderzoek naar de kosten en baten van het geluidhinderbeleid zal tevens aandacht worden geschonken aan de innovatieve werking die uitgaat van het ontwikkelen van stille toestellen en installaties door de Nederlandse industrie en de invloed daarvan op de economische positie van het Nederlandse bedrijfsleven. I. Lawaai op de arbeidsplaats In de loop van 1981 is gestart met de uitvoering van een aantal projecten ter ondersteuning van het uitvoeringsbeleid. De onderzoekprojecten, gericht op het ontwikkelen van methoden voor het meten en beoordelen van het lawaai op de arbeidsplaats zijn zover gevorderd, dat concept-rapporten zijn aangeboden ter behandeling in een begeleidingscommissie van de Interdepartementale Commissie Geluidshinder (ICG). Verder zijn opdrachten verleend voor een viertal onderzoeken ter inventarisatie van de stand van de techniek met betrekking tot lawaai op de arbeidsplaats voor apparaten en werkzaamheden. Deze inventarisatie-onderzoeken hebben de volgende onderwerpen: geluidsarm construeren, geluidsarm installeren, houtindustrie (als voorbeeld van een bedrijfstakgerichte inventarisatie) en persluchtsystemen (als voorbeeld van een inventarisatie gericht op een bepaald type werktuigen). Reeds geruime tijd was er sprake van voorbereidingen vooreen proefproject in een regio, waarbij vanuit een bedrijfsgeneeskundige dienst door een technisch-medisch team een zo volledig mogelijke aanpak wordt ontwikkeld. Het betreft hier een zogenoemd «action research» project, hetgeen inhoudt dat het onderzoekwerk steeds kan worden bijgesteld aan de hand van de bevindingen. Eind 1981 is een deelopdracht verleend voor dit Project Preventie Gehoorschade.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17600 hoofdstuk XVII, nr. 20
222
Verder is een opdracht verstrekt op het gebied van de «stille technologie». Het betreft in eerste instantie de inventarisatie van knelpunten en het aangeven van mogelijke oplossingen daarvoor. Voor de coördinatie van het onderzoekprogramma binnen het kader van de Interdepartementale Commissie Geluidhinder is door de Directeur-Generaal van de Arbeid op 19 november 1981 de ICG-subcommissie «Lawaai op de arbeidsplaats» geïnstalleerd. Het voorzitterschap van deze ICG-subcommissie berust bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Directoraat-Generaal van de Arbeid. Deze subcommissie heeft voor elk van de onderzoekprojecten, waarvoor reeds opdracht is verleend, een begeleidingscommissie ingesteld waarin ter zake deskundigen zitting hebben. Het volledige onderzoekprogramma zal na vaststelling in de sub-commissie medio 1982 worden gepubliceerd. In de loop van 1982 zullen de eerste conceptrapporten door de desbetreffende begeleidingscommissies in behandeling worden genomen. Naar verwachting zullen de eerste onderzoekresultaten in 1983 in hun definitieve vorm als ICG-rapport worden gepubliceerd.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
223
BIJLAGE VI (IMP-Geluid 1983-1987)
Overzicht van in de periode 1 september 1981-1 september 1982 gepubli ceerde ICG rapporten, circulaires en (voorlichtings-)publikaties over geluidhinderbestrijding
Hieronder is een overzicht opgenomen van A. de in de periode 1 september 1981-1 september 1982 gepubliceerde ICG-rapporten B. circulaires C. (voorlichtings-)publikaties over geluidhinderbestrijding A. Overzicht ICG-publikaties (aanvulling op bijlage IV van het IMP Geluid 1982-1986) Code
Rapport titel
Datum publikatie
Onderzoekprogramma bijzondere geluidsonderwerpen BG-HR-07-02
Popmuziek. Blijvende gehoorschade door popmuziek? Een afdoend antwoord Samenvatting Wet Geluidhinder
BG-HR-05-01
mei 1982 herdruk april 1982
Onderzoekprogramma industrieiawaai IL-HR-03-01
IL-HR-03-02
IL-HR-03-03
IL-HR-03-04
IL-HR-05-01
IL-HR-12-01
Geluidemissie van ventilatoren en mogelijkheden tot vermindering Geluidemissie van kompressoren en mogelijkheden t o t vermindering Geluidemissie van dieselmotoren en mogelijkheden tot vermindering Geluidemissie van stookinstallaties en mogelijkheden tot vermindering Inventarisatie van het optreden van trillinghinder door inrichtingen; Fase 1: een verkennende enquĂŞte onder gemeenten Trillinghinder; een literatuurstudie
december 1981
maart 1982
maart 1982
maart 1982
december 1981 december 1981
Onderzoekprogramma railverkeerslawaai RL-HR-04-01 RL-DR-06-01 RL-DR-13-01
Studie van rolgeluid van NS-reizigersmaterieel Emissiemetingen trams Consequenties voor voorgenomen woningbouwplannen van het aanhouden van grenswaarden m.b.t. spoorweglawaai
mei 1982 mei 1982
mei 1982
Onderzoekprogramma verkeerslawaai VL-HR-02-06 VL-HR-12-02
Geluidemissie van personenauto's in stedelijk verkeer Basisrapportage saneringsprojecten wegverkeerslawaai van snelwegen. Algemeen
maart 1982
maart 1982
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
224
Code
Rapport titel
VL-WR-12-03
Basisrapportage saneringsprojecten wegverkeerslawaai van snelwegen. D1 deelproject 1 — Dordrecht, Admiraal de Ruyterweg Basisrapportage saneringsprojecten wegverkeerslawaai van snelwegen. D2 deelproject 2 — Dordrecht, Douwe Aukesstraat Basisrapportage saneringsprojecten wegverkeerslawaai van snelwegen. A 1 deelproject 1 — Amsterdam, Leeuw van Vlaanderen^ straat Basisrapportage saneringsprojecten wegverkeerslawaai van snelwegen. A 2 deelproject 3 — Amsterdam, Jephtastraat Basisrapportage saneringsprojecten wegverkeerslawaai van snelwegen. A 3 deelproject 4 (laagbouw) — Amsterdam, Ch. Leickerstraat 6 t / m 44 en Waldorpstraat 50 t / m 69 Basisrapportage saneringsprojecten wegverkeerslawaai van snelwegen. A 4 deelproject 4 — Amsterdam, A n t o n Waldorpstraat/Marius Bauerstraat Basisrapportage saneringsprojecten wegverkeerslawaai van snelwegen. A 5 deelproject 5 — Amsterdam, Willy Sluiterstraat/Willem Nuyenstraat Basisrapportage saneringsprojecten wegverkeerslawaai van snelwegen. A 6 deelproject 7 — Amsterdam, Jan Voermanstraat Basisrapportage saneringsprojecten wegverkeerslawaai van snelwegen. A7 deelproject 8 — Amsterdam, James Rosskade 17—26; Erasmusgracht 6 3 - 6 5 Basisrapportage saneringsprojecten wegverkeerslawaai van snelwegen. A 8 deelproject 9 — Amsterdam, James Rosskade 1 - 1 6 Basisrapportage saneringsprojecten wegverkeerslawaai van snelwegen. A 9 deelproject 13 — Amsterdam. Admiraal de Ruyterweg Basisrapportage saneringsprojecten wegverkeerslawaai van snelwegen. A 1 0 deelproject 24 - Amsterdam, Naaldwijkstraat/Voorburgstraat
VL-WR-12-04
VL-WR-12-05
VL-WR12-06
VL-WR-12-07
VL-WR-12-08
VL-W^-12-09
VL-WR-12-10
VL-WR-12-11
VL-WR-12-12
VL-WR-12-13
VL-WR-12-14
Datum publikatie
maart 1982
maart 1982
maart 1982
maart 1982
maart 1982
maart 1982
maart 1982
maart 1982
maart 1982
maart 1982
maart 1982
maart 1982
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
225
Code
Rapport titel
VL-WR-12-15
Basisrapportage saneringsprojecten wegverkeerslawaai van snelwegen. R1 deelproject 1 — Rotterdam, Oost-Sidelinge Basisrapportage saneringsprojecten wegyerkeerslawaai van snelwegen. R2 deelproject 2 — Rotterdam West-Sidelinge Basisrapportage saneringsprojecten wegverkeerslawaai van snelwegen. R 3 deelproject 2 — Rotterdam, West-Sidelinge Basisrapportage saneringsprojecten wegverkeerslawaai van snelwegen. R4 deelproject 2 — Rotterdam, Graswinckelstraat Basisrapportage saneringsprojecten wegverkeerslawaai van snelwegen. R5 deelproject 2 — Rotterdam, Graswinckelstraat Basisrapportage sanenngsprojecten wegverkeerslawaai van snelwegen. Akoestiek Deel III Wet geluidhinder en stadsvernieuwing
VL-WR-12-16
VL-WR-12-17
VL-WR-12-18
VL-WR-12-1S
VL-WR-12-20
VL-HR-20-03
Datum publikatie
maart 1982
maart 1982
maart 1982
maart 1982
maart 1982
maart 1982 september 1981
Onderzoekprogramma woongeluid WG-HR-05-03
WG DR-08-02
WG-DR 09-02
WG-HR-10-02
WG-DR-11-01
WG-DR-11-02
WG-DR-11-03
WG-HR-14-01
Luchtgeluidisolatie; Ontwikkeling van een vereenvoudigde meetmethodiek ten behoeve van controledoeleinden Deel A : Samenvattend rapport Deel B: Evaluatierapport Onderzoek naar de akoestische kwaliteit van nieuwbouwwoningen. 2e interimrapport over de periode tot 31-12-1980 Maatregelen met betrekking tot de geluidwering bij renovatie Geluidwerende ventilatieopeningen in de gevel. Onderzoek naar de geluidsisolerende eigenschappen van geluidwerende ventilatieopeningen onder praktijk" en laboratoriumomstandigheden Geluidwering bij renovatie; de gevolgde procedure en de aandacht voor het aspect geluidisolatie in drie projecten Geluidwering bij renovatie; geluidisolatie voor en na renovatie in drie projecten Geluidwering bij renovatie; kostenconsequenties voor de verbetering van de geluidisolatie van houtenvloerconstructies in drie projecten Geluidisolatie en beleving van buurgeluiden uit gerenoveerde etagewoningen
maart 1982
mei 1982
maart 1982
februari 1982
mei 1982
mei 1982
mei 1982
mei 1982
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
226
B. Circulaires 1. Circulaires uitgebracht door de Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne - Brief aan de provinciebesturen en gemeentebesturen dd. 28 augustus 1981 nr. DGMH/G, 53777, over de inwerkingtreding van enkele onderdelen van de Wet Geluidhinder. (Stiltegebieden en zones langs wegen, nieuwe situaties). - Brief aan de provinciebesturen en gemeentebesturen dd. 28 augustus 1981 nr. DGMH/G, 53790, over de Wet Geluidhinder en stadsvernieuwing - Brief aan de gemeentebesturen dd. 29 december 1981 nr. DGMH/G, 55930, over de inwerkingtreding Wet geluidhinder; interimbeleid reconstructie van wegen. - Brief aan de gemeentebesturen dd. 15 januari 1982 nr. DGMH/G, 56374, over de opgave voor het Indicatief Meerjaren Programma Geluid 1983-1987. - Bijdrageregeling wegverkeerslawaai. Besluit dd. 13 februari 1982 nr. DGMH/G, 156066, Circulaire aan de gemeentebesturen dd. 19 februari 1982 nr. DGMH/G, 156066. - Brief aan de gemeentebesturen en provinciebesturen dd. 19 juli 1982 nr. DGMH/G, 161293 over de zonering industrieterreinen en de mogelijke financiering van akoestisch onderzoek in dit kader. - Brief aan de provinciebesturen en gemeentebesturen dd. 20 augustus 1982, nr. DGMH/G162145, over de inwerktreding van de hoofdstukken IV en V van de Wet geluidhinder (industrielawaai). 2. Eerder door de Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne uitgebrachte circulaires - circulaire spoorweglawaai van 1 mei 1979 - circulaire schietlawaai van 1 augustus 1979 - circulaire industrielawaai van 1 september 1979 - circulaire stiltegebieden van 13 mei 1980 - circulaire bouwlawaai van 2 maart 1981. Deze circulaires zijn gratis verkrijgbaar bij het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne. C. Andere belangrijke (voorlichtings-)publikaties inzake geluidhinderbestrijding Publikatie
Bestelwijze
Ministerieel Besluit (zonder bijlagen) Reken- en Meetvoorschrift Verkeerslawaai (incl. bijlagen)
Staatsuitgeverij' Staatscourant 1 9 8 1 , nr. 107 Staatsuitgeverij' bestelnr. 250-147-00
Brochure Stedebouw en Geluid (incl. rekenschuif), 2e dr.
Staatsuitgeverij D.O.P. 2 ISBN 90 346 0013 0
Brochure Berekening van Wegverkeersgeluid
Staatsuitgeverij' bestelnr. 250-125-00
Nomogrammenboekje Schermwerking Wegverkeersgeluid
Staatsuitgeverij, D.O.P. 1 ISBN 90 346 0039 4
Handleiding bij de serie Draaiboeken zonering geluidhinder
Staatsuitgeverij, D.O.P. 2 ISBN 90 346 0008 4
Draaiboek zonering langs wegen 1, zoneringsprocedure van «nieuwe situaties» langs wegen binnen een bestemmingsplan
Staatsuitgeverij, D.O.P. 2 ISBN 90 346 0009 2
Draaiboek zonering langs wegen 2, zoneringsprocedure van «nieuwe situaties» langs wegen buiten een bestemmingsplan
Staatsuitgeverij, D.O.P. ISBN 90 346 0010 6
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20
227
Toepassing Wet geluidhinder in bestemmingsplannen
Staatsuitgeverij, D.O.P. 2 ISBN 90 346 0012 2
Wegverkeerslawaai, wat kan de verkeerskundige eraan doen
K I V I , Prinsessegracht 23, 's-Gravenhage (1980) postgironummer 26209 t.n.v. Penningmeester van het K I V I Den Haag
Gezocht: de Stilte Themaboek over geluid en geluidhinder voor kleuteren lagere scholen
Staatsuitgeverij' bestelnr. 250-118-00
Gemeente en Geluidhinder Blauwe reeks nr. 64
Vereniging van Nederlandse Gemeenten. 's-Gravenhage (1980)
idem, nr. 64.a
idem
Rapport B 4 2 8 , Achtergronden van NEN 1070, geluidwering in woongebouwen
IMG-TNO, Schoemakerstr. 97 Delft (1980. Tel.: 015-569330
Lawaai: een probleem voor onze gezondheid
Ministerie van V en M (1981) zie bestelwijze ICG-rapporten
Verkeerslawaai en woningen, handreiking voor plattegronden en gevelconstructies
Bouwcentrum, Weena 700, Rotterdam (1981). Tel.: 010-116181
Geluidhinder in en om de woning (deel I I ) . Bouwstenen voor een AMvB als bedoeld in artikel 179 van de Wet geluidhinder
IBW, Nassaulaan 15, 's-Gravenhage, tel.: 070-637970
Noten bij overige
publikaties.
1. Publikaties zijn bij de Staatsuitgeverij te bestellen onder vermelding van het bestelnummer en de titel. Adres: Chr. Plantijnstraat 2, 2515 T Z 's-Gravenhage. Tel.: 070-789479 2. D.O.P.: Distributiecentrum voor Overheidspublikaties; bestellingen door overmaking van het genoemde bedrag op postgirorekening 751 t.n.v. D.O.P., postbus 20014, 2100 EA 's-Gravenhage onder vermelding van het ISBN-nummer en de titel.
Tweede Kamer, zitting 1982-1983, 17 600 hoofdstuk XVII, nr. 20