het internet over 10 jaar

Page 1

Het internet over 15 jaar. Door Peter van der Wel: 15 jaar is een mooie periode om vooruit te kijken naar de toekomst van het Internet. Want de echte doorbraak van het internet zoals wij dat kennen (dus het World Wide Web) is nu al weer zo’n 15 jaar oud. Dat betekent dat bijna alles wat we nu zien op het internet, nog geen 15 jaar oud is. Konden we ons dat allemaal 15 jaar terug ook al voorstellen? Bijvoorbeeld alle satellietfoto’s van over de hele wereld. Denk aan Google Earth met de mogelijkheid in te zoomen tot op straatniveau. Alle patenten online. Alle telefoonnummers wereldwijd online, het weer en de weersvoorspellingen van over de hele wereld, duizenden radiostations van over de hele wereld, alle filmrecensies en theaterprogramma’s, de beurskoersen in real time, buienradar, een online routeplanner, nieuwssites, al je vrienden op een website als Facebook of je professionele relaties op Linkedin. Datingsites, Marktplaats waar bijna alles te koop is. Funda voor de huizenmarkt, online winkels, online veilingen, zelfhulpgroepen online, internetbankieren en in effecten handelen ga zo maar door en ga zo maar door. En dan heb ik het eigenlijk alleen nog maar over het traditionele internet. Sinds de smartphone kennen we ook al die handige Apps. Voor bankieren, voor treinreizen, voor heel veel games, voor uitzending gemist, voor twitter en skype, voor treinreizen en filekaarten, soundcloud en de Whatsapp. Allemaal zaken die in ons gedrag wezenlijk veranderen en soms diep in het leven van alledag ingrijpen. Onvoorstelbaar eigenlijk dat dit allemaal binnen 15 jaar is ontstaan. Eigenlijk is het onvoorstelbaar en wat misschien nog het meest verbazingwekkend is…………… we zijn kennelijk helemaal niet verbaasd dat dit nu allemaal mogelijk is. Als ik 15 of zelfs 10 jaar voorspelde dat er zoiets aan zat te komen, werd ik meestal niet geloofd. Men kon zich dat gewoon niet voorstellen. De mensen wierpen tegen dat dit technisch onmogelijk zou zijn, maar bovenal dat dit niet te betalen zou zijn. Dus als ik u toen zou hebben gezegd dat het ook nog eens allemaal gratis zou zijn, zou u mij voor een fantast, een dromer, of op zijn best een idealist hebben uitgemaakt. En toch is het er nu allemaal. Dat brengt mij bij de eerste les van het internet. We moeten leren meer te geloven in het onmogelijke. Dan de tweede les. Ook als ik als deskundige 10 jaar terug over internet sprak, zag ik dat vooral als een soort TV, maar dan interactief. Dat was het model. Als we het internet toen zouden hebben vergeleken met een soort Wikipedia zou iedereen hebben gezegd dat zoiets niet zou kunnen bestaan. Het zou niet alleen praktisch onmogelijk zijn, maar ook sociaal. Welke idioten zouden samen gaan werken aan zulke producten? En wie zou dat moeten organiseren? En dan al die mobiele Apps. Werkelijk voor elke toepassing is er wel een app. Voor het meten van mijn bloeddruk tot aan dermatologisch onderzoek. En toch is dat er nu allemaal. Ik heb daarom een simpele boodschap. Als we over de komende 15 jaar van het internet denken dan moeten we niet denken aan een verbeterde vorm van het bestaande internet. Natuurlijk moeten we wel denken aan netwerk van computers. Verspreid over de hele wereld. Een netwerk van desktops, laptops, servers, smartphones, allerlei soorten tablets en handhelds, allerlei andere draagbare apparaten, allemaal met elkaar verbonden. Eigenlijk is het internet één grote virtuele machine. Al onze apparaten, telefoons, handhelds, laptops, moeten we dan zien als in- en uitgangen naar deze machine. Het internet is dan wel de meest betrouwbare machine ooit gemaakt. Sinds zijn ontstaan is het internet altijd in gebruik geweest. Nog nooit 1 seconde buiten gebruik. Niet voor reparatie, voor onderhoud, voor pech, nooit gecrasht…… Geen enkele machine door de mens gemaakt, heeft dit ooit eerder gepresteerd


Over 15 jaar is die machine verder doorgeëvolueerd. Het internet is nu al één grote, de hele wereld omvattende machine. Hoe moeten we ons die machine dan over 15 jaar voorstellen? Hoe groot wordt die machine? Hoeveel apparaten hangen er in dan in deze machine? Wat kan die machine allemaal? Laat ik proberen u een beeld te geven. Laten we beginnen met het internet van nu. Alle informatie loopt nu via knooppunten, met een enorme snelheid en wordt op heel veel plaatsten opgeslagen. Je zou het internet kunnen zien als één grote vibrerende, pulserende machine. De getallen waarmee deze machine werkt zijn nu al zo gigantisch dat ze ons eigenlijk niet veel meer zeggen. Het dataverkeer bijvoorbeeld: dat is 50 X de totale inhoud van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag per seconde (!) en dat verdubbelt nog jaarlijks. Deze machine verbruikt nu al 5% van de hele wereld elektriciteitsproductie. Of nog een ander beeld. Vergelijk deze machine eens met onze hersenen. We zien dan dat het aantal verbindingen op het internet het aantal verbindingen (synapsen) in de menselijke hersenen al is gepasseerd. Enigszins versimpeld zouden we kunnen zeggen dat het internet nu wat rekenkracht betreft, al meer capaciteit heeft dan de hersenen van een mens. Van uw hersenen bijvoorbeeld. Maar uw hersenen verdubbelen niet elke jaar! Die machine heeft dus nu al ruim de capaciteit van de menselijke hersenen. Over 15 jaar komt de processingpower van De Machine overeen met 6 miljard menselijke hersenen en in 2040 zal de geesteskracht van De Machine die van de mensheid verre overstijgen. Maar die machine zal over 15 jaar een andere zijn dan nu. Op de eerste plaats krijgt De Machine geleidelijk aan steeds meer een fysieke representatie. We hebben nu al allemaal schermen thuis, aan de muur, in onze hand. Zoals ik al zei, is elk scherm een venster, een raam, een toegangspoort naar die machine. Maar internet heeft allang niet meer alleen schermen als toegangspoort. Overal zijn nu ook al camera’s, microfoons, luidsprekers en allerlei soorten sensoren met het internet verbonden. De Machine heeft steeds meer zintuigen, ogen, oren en sensoren gekregen. Dat zet zich in de toekomst nog veel verder door. In steeds meer producten komen immers chips te zitten, die met elkaar en via het internet communiceren. Voorwerpen, mensen, producten en apparaten worden daardoor niet alleen traceerbaar, maar ze krijgen ook een geheugen en een stukje ingebouwde intelligentie. Via hun verbinding worden ze als het ware in het internet ‘gehangen’. We krijgen dan het internet der dingen. Uw auto geeft zelf aan dat hij naar de garage moet voor een reparatie of een servicebeurt. De garage wordt automatisch gewaarschuwd dat u er aan komt. U bent nooit meer uw bril of uw sleutels kwijt want u kunt ze ‘googelen’. Uw huis weet wat uw wensen zijn. Uw huis anticipeert op u met de verwarming, het licht, uw oven etc etc. De mogelijkheden zijn onuitputtelijk. Dat gaat allemaal via internet. Dat geldt natuurlijk niet alleen voor voorwerpen en mensen. Het geldt ook voor informatie. Nu al wordt steeds meer informatie webbased. Foto’s, documenten, spreadsheets worden steeds meer onderdeel van het web, of de cloud zoals we dat nu noemen. Denk aan toepassingen als Flicker, Googletalk, Google word, Gmail etc. Informatie zal steeds minder los van het web blijven staan. Niet alleen elk voorwerp, maar ook elk document, alle foto’s, alle muziek alles wat digitaal is, krijgt een stukje van het web in zich. Alle media, Tv, film, video. Telefoon, podcasts, kranten, boeken, muziek, e-mail, blogs, websites, tijdschriften, radio etc, zullen steeds meer elementen van elkaar overnemen, zullen elkaar onderling versterken, zullen onderling verbonden zijn. De Machine is dan echt overal om ons heen. Omgekeerd vindt er ook virtualisatie plaats. We gaan allemaal de computerkracht (de rekenkracht) van ‘De gehele Machine', van het gehele net gebruiken. Het maakt niet meer uit of je je pc gebruikt, je notebook, je pc, je horloge of de chip in je schoen. Als je ingelogd bent op internet heb je toegang tot je eigen informatie en gebruik je de rekenkracht van het hele netwerk. 'Computing power' wordt daarmee steeds meer losgekoppeld van de hardware. Dat is een slag waar we nu al middenin zitten, vooral een bedrijf als Google is daar goed in. Niet meer een eindig aantal servers, maar gebruikmaking van processorkracht waar die beschikbaar is. Systemen als Bittorrent en andere peer-


to-peer toepassingen zijn daar voorbeelden van, of Usenet (al veel ouder). Ook de informatie wordt dan opgeslagen en verdeeld over het hele net. De Machine wordt intussen ook steeds slimmer. Allerlei hulpprogramma’s worden ingebouwd in het web. Niet alleen zoekprogramma’s, maar ook beslissingsondersteunende programma’s en persoonlijke databases. De Machine kan dan steeds beter anticiperen, zaken in verband brengen, De Machine kent ons steeds beter, onze voorkeuren, onze gewoonten. De Machine wordt alom tegenwoordig, gaat onze gehele omgeving omvatten, als een wolk om ons heen. Dit alles zal leiden tot een soort omdraaiing. Machines zijn niet langer extensies van de mens, maar ook omgekeerd worden mensen extensies van De Machine. Om dat te verduidelijken zal ik u meenemen in de tijd. We kunnen in de ontwikkeling van het internet 5 fasen onderscheiden. Fase 1 was de fase waarin de computers met elkaar werden verbonden. Dat waren de begin dagen van het internet. Informatie ging van computer naar computer. In die tijd, misschien kunt u zich dat nog herinneren, zag het computerscherm er zo uit. Donkere schermen met groene of bruine lettertjes. Daarna kwam fase 2. Het Wereld Wijde Web ontstond. In deze fase werden geen computers meer verbonden maar pagina’s. De pagina’s zijn verbonden via links. Die fase begon nu zo’n 20 jaar terug en dat is de fase die nu op zijn eind loopt. Als u een vliegtuigstoel boekt bij KLM verbindt u uw zoekpagina, met de pagina in het boekingssysteem van de KLM. Web 1.0. Daarna kwam fase 3 en ontstond Web 2.0. ; het sociale netwerk. Internet verbindt daarin vooral mensen met elkaar. Via sociale websites, ontstaan “communities” van gebruikers die informatie delen. Welke restaurants zijn goed, welke concerten waren goed, welke boeken zijn aan te raden. Nog weer een stap verder gaan de sites als Linkedin of Facebook. Hier heb je letterlijk al je vrienden of professionele relaties bij elkaar en dus altijd met één klik op je notebook of smartphone. Via Twitter, Tripit of Whatsapp kun je desgewenst zelfs van minuut tot minuut volgen wat ze doen of met ze van gedachten wisselen. Web 2.0. bracht ons ook Wikipedia, webblogs, Youtube en vele andere peer-to-peer producten. Wereldwijd werken soms massale aantallen gebruikers samen aan het samenbrengen van enorme hoeveelheden data, films, informatie en foto’s. We zitten nu in de overgang naar de vierde fase. Web 3.0. Hierin worden data (gegevens) met elkaar verbonden. We verbinden geen pagina’s meer met elkaar, maar gegevens en informatie. Niet alleen informatie wordt hierdoor gelinkt, maar indirect ook personen en voorwerpen. Het Net “weet” welke gegevens met elkaar verbonden zijn. Ze kent het begrip Amsterdam (daar woon ik) en kan dat koppelen aan voorwerpen en mensen die iets met Amsterdam te maken hebben. Ook voorwerpen en mensen krijgen dus unieke herkenningsgegevens. Via RFID of wat voor techniek dan ook kan De Machine deze zaken identificeren. Mijn vliegtuigstel is dan verbonden met mij, met mijn voorkeuren, voor voedsel, met mijn vliegreis etc etc. Deze fase van het internet noemt men wel Web 3.0. of ook wel het Semantische Web of het internet der dingen. Je deelt dan je gegevens met De Machine, en daardoor ook met anderen. Wil je dat wel? Web 3.0 is in ieder geval veel persoonlijker en dat betekent een veel grotere stap dan alleen maar het verbinden van je computer of van webpagina’s. In web 3.0. gaat het namelijk niet alleen om dingen, maar om voorwerpen met daaraan toegevoegd allerlei soms heel persoonlijke informatie. De Machine is dan ook een database der dingen. Alles specifiek, uniek en met elkaar verbonden. Web 3.0 heeft veel voordelen. De machine “weet” bijvoorbeeld dat ik verbonden ben met mijn vrienden. Een aantal daarvan woont ook in Amsterdam. U weet dat er nu tientallen sociale websites zijn. Linkedin, Facebook, Plaxo etc . In web 30. hoef ik niet steeds weer al die gegevens bij te houden of op te geven. De Machine doet dat voor mij. Denk aan de voordelen die dit kan bieden, niet alleen bij het boeken van een vliegtuigstel. Denk ook aan het EPD. Maar er zitten ook andere kanten aan web 3.0. Privacy en machtsvragen bijvoorbeeld. Maar we zijn er nog niet. Dat was fase 4. De komende 15 jaar komen we in fase 5 van het internet. Wij (De Machine en wij mensen) worden wederzijds afhankelijk van elkaar. Een voorbeeld: ik hoef


me bijvoorbeeld mijn eigen telefoonnummer of bankrekeningnummer niet meer herinneren. Ik vraag het gewoon aan Google. Of nog eenvoudiger, het net herkent mij aan mijn stem, of uiterlijk en vult die gegevens zelf wel in. Ik hoef dan steeds minder te onthouden. Alles zit in het Net, in De Machine. Is dat zo erg? Laten we het eens vergelijken met de bestaande afhankelijkheid van een andere oudere technologie: het schrift. Ook die afhankelijkheid heeft de wereld veranderd. We kunnen ons nu de wereld zonder het schrift niet meer voorstellen. De vraag is hoe de wereld er uit gaat zien in fase 5 van het internet. Sommige mensen zien in de toekomst een soort virtuele digitale wereld naast de reële, fysieke wereld. Ik geloof daar niet in. Ik denk dat de wereld van de atomen en de bits met elkaar zullen versmelten. Denk aan de bestaande voorbeelden van augmented reality, maar dan veel ingrijpender. Dat roept een aantal zeer wezenlijke vragen op. Hoe zou je nu de fase daarna kunnen noemen, de fase waarin de netwerkwereld en de reële wereld samensmelten? En, misschien nog veel belangrijker, kun je je nog als individu hiertegen verzetten? Al je computers uit het raam gooien helpt niet meer, als iedereen om je heen meedoet, als alles om je heen voor een groot deel al gevirtualiseerd is. Je leeft in een connected World, een wereld waar je allang onderdeel van bent geworden, of je dat nou wilt of niet. Zou je je daar nog aan kunnen ontrekken? Is het nog mogelijk om dat te ontkennen? (allemaal haarlak op je nummerbord, geen telefoon, aluminiumfolie op je hoofd ;-) ) In fase 5 zijn wij dan zelf onderdeel van het web, het net, De Machine. Dus denk aan de komende 15 jaar. Die machine wordt niet het WWW, maar dan beter. Net als het web niet gewoon TV is, maar dan beter. Het wordt iets heel anders. Het web wordt slimmer, persoonlijker en (bijna) alomtegenwoordig. Het kan anticiperen, zaken in verband brengen. Het kent ons, onze voorkeuren, onze gewoonten. Het is alom tegenwoordig, gaat onze gehele omgeving omvatten, als een wolk om ons heen. Het wordt iets nieuws, iets totaal anders. De Machine wordt wereldwijd. Het wordt een nog grotere machine. We kunnen het ook zien als één groot organisme. Het is de ene (we zoeken nog wel een beter woord). Wij zijn De Machine, De Machine zijn wij. Ik dank u voor uw aandacht

Over de auteur Peter van der Wel houdt van de toekomst en van organisaties. Hij heeft als futuroloog dan ook al vele organisaties begeleid op weg naar hun toekomst in vele soorten opdrachten. Van fusies tot verzelfstandigingen en van strategie- tot aan kerntakendiscussies. Zijn kracht ligt in zijn brede ervaring, zijn open blik en zijn vaak onconventionele oplossingen. (Mede) van zijn hand verschenen vele boeken, ondermeer de uitgaven: "De Gemeente van Morgen", "Achter de Internetsite", "Economie voor Wereldverbeteraars” "Sneller, Beter, Goedkoper, Gemakkelijker, Gelukkiger" en onlangs "Infotopia".(januari 2013)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.