Het belang van Sociale Innovatie

Page 1

Het belang van sociale uitvindingen Peter van der Wel

Sociale uitvindingen als basis voor welvaart en groei De mensheid heeft in de loop der tijd een aantal uitvindingen gedaan die ons het leven een stuk makkelijker of aangenamer hebben gemaakt. Bij uitvindingen denken we meestal alleen aan technische uitvindingen, zoals het vuur of de radio. De mensheid heeft echter ook andere uitvindingen gedaan, wat we sociale uitvindingen willen noemen. Denk aan het ontwikkelen van sociale systemen en instituties die het intermenselijke verkeer in de sociale systemen efficiënter regelen zoals onderwijs, rechtspraak of de markteconomie, met hun bijbehorende regels en gedrag. Deze sociale uitvindingen zijn voor het verhogen van onze welvaart en het efficiënt functioneren van een samenleving misschien nog wel veel belangrijker geweest dan de technische uitvindingen.

Sociale uitvindingen en de globaliserende informatiesamenleving Die sociale uitvindingen geven vorm aan onze sociale systemen. Maar ze moeten dringend worden verbeterd en aangepast aan de globaliserende informatiesamenleving. Daarvoor is meer kennis nodig over de werking van deze uitvindingen. Als we echt toe willen naar welvaart voor iedereen dan wordt het tijd voor herwaardering van de sociale wetenschappen. Al vele jaren gaat er veel meer geld naar de bètawetenschappen dan naar de sociale wetenschappen. Willen we voorkomen dat wij als mensheid ten onder gaan in een waterval van oorlogen, milieurampen, overbevolking, klimaatveranderingen, vreemdelingenhaat en tekorten aan water, voeding en essentiële grondstoffen, dan moeten we onze sociale systemen echt verbeteren. Daarvoor is meer inzicht nodig in de werking van die systemen. De klacht dat er te weinig aandacht is voor de bètawetenschappen en dat er te weinig studenten voor de bètawetenschappen kiezen, komt hierdoor in een heel ander daglicht te staan.

Sociale uitvindingen en de verhoudingen in de wereld De Britse historicus en socioloog Huntington beschreef in 1996 in zijn boek ‘The Clash of Civilizations’ hoe beschavingen met elkaar ‘botsen’. Hij voorspelt in zijn boek een verschuiving van economische, militaire en politieke macht naar de twee ‘uitdagerbeschavingen’: de Oost-Aziatische en de Islamitische. Steeds meer historici en politici delen deze voorspelling. Volgens verschillende auteurs zoals de Singaporese oud-diplomaat, politicus en filosoof Kishore Mahbubani en de Engelse historicus Niall Ferguson heeft het Westen zijn voorsprong te danken gehad aan ‘sociale uitvindingen’. Mahbubani noemt in zijn boek ‘The New Asian Hemisphere’ de volgende sociale uitvindingen ofwel de ‘seven pillars of wisdom’: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

meritocratie met gelijke kansen voor iedereen verplicht algemeen vormend onderwijs de rechtsstaat vreedzame conflictbeheersing pragmatisme wetenschap en technologie de vrije markteconomie

Inderdaad zijn, zoals Ferguson en Mahbubani stellen, deze sociale uitvindingen geperfectioneerd of zelfs ontstaan in West-Europa. Alle grote 17e eeuwse wetenschappelijke doorbraken in wiskunde, sterrenkunde, biologie, natuur- en scheikunde vonden hier plaats. In Europa werden in die tijd ook de eerste rechtstaten gevestigd, die niet alleen het particuliere eigendom beschermden, maar ook


conflicten op een vreedzame manier beslechtten en zo de bakermat legden voor de representatieve democratie. Ook de vrije markteconomie kwam voor het eerst in West-Europa tot ontwikkeling. De mondialisering die wij nu zien en het opkomen van landen als India, China en Brazilië kunnen we volgens bovenstaande auteurs zien als de adaptatie van deze sociale uitvindingen door deze opkomende naties. Zij hebben de kracht van de ‘sociale uitvindingen’ geleerd en krijgen hierdoor nu ook toegang tot de mondiale economische ontwikkeling en welvaart.

Borgende en dynamiserende sociale uitvindingen De mensheid heeft dus in de loop der tijd een aantal sociale uitvindingen gedaan die sociale systemen efficiënter laten functioneren en zo de welvaart verhogen. Sommige van deze sociale uitvindingen, bijvoorbeeld de rechtspraak, de rechtstaat, de overheid en het onderwijs zorgen voor extra stabiliteit in de sociale systemen. Het zijn borgende instituties die een stabiliserende functie vervullen en er voor zorgen dat onze sociale systemen niet vervallen tot sociale chaos. Hieronder een kort, maar zeker niet volledig overzicht van borgende sociale uitvindingen, waarbij bedacht moet worden dat zij soms ook innoverend of dynamiserend kunnen werken. Het schrift Waarschijnlijk werd het schrift zo’n 5300 jaar geleden in het oude Sumerië uitgevonden. De oudste kleitabletten bevatten vooral voorraadlijsten, lijsten van producten met getallen in pictogramvorm. Hieruit ontstond enkele eeuwen later het klankschrift. In een klankschrift worden begrippen niet meer in pictogrammen weergegeven, maar in symbolen die de spraakklanken weergeven. Het schrift is bij uitstek geschikt om ideeën vast te leggen en vast te houden en door de zee van tijd mee te dragen. De (doel)organisatie Een organisatie is een doelgerichte langdurige samenwerkingvorm van meer mensen die kennis, vaardigheden en arbeidskracht samenbundelen om een bepaald doel te bereiken. Binnen een doelorganisatie is sprake van taakverdeling en coördinatie. In de loop der tijd zijn er vele verschillende organisatievormen ontstaan, van kleine jachtgroepen tot voetbalverenigingen Een samenwerkingsverband maakt arbeidsverdeling en specialisatie mogelijk en dit kan de productiviteit aanzienlijk verhogen. Het geld Algemeen worden de Chinezen gezien als de uitvinders van het (papier)geld. Alexander de Grote was waarschijnlijk de eerste die in het Westen van overheidswege goud muntte, d.w.z. een stempel op het goud aanbracht om daarmee de kwaliteit en het gewicht te garanderen. Voor de uitvinding van het geld werd handel gedreven door goederen en diensten te ruilen. Ruilhandel heeft grote nadelen. Je moet iemand vinden die precies wil hebben wat jij wilt ruilen en precies wil aanbieden wat jij nodig hebt. De uitvinding van geld bood nog meer voordelen dan alleen een algemeen geaccepteerd ruilmiddel. Geld is ook bruikbaar als een rekeneenheid, waarmee je de waarde van verschillende producten kunt vergelijken en geld is ook een opslagmiddel voor waarde. Geld is makkelijk te bewaren. Het strafproces Zo’n 2500 jaar terug werd in Griekenland ontdekt dat het strafproces, volgens vaste rechtvaardige procedures, bescherming biedt tegen de destructieve kracht van eerwraak en eigenrichting. (Religieuze) tolerantie Ergens in de 16e, 17e eeuw in Europa (ondermeer in de Nederlanden) ontdekte men dat het maatschappelijk voordeel biedt om ketters en andersdenkenden niet met het zwaard maar met het woord te bestrijden. Algemeen vormend (verplicht) onderwijs


Onderwijs is natuurlijk al heel oud, maar algemeen vormend (verplicht) onderwijs niet. Tot de invoering hiervan werden belangrijke groepen (bijvoorbeeld vrouwen en bepaalde sociale klassen) buitengesloten en daarmee werd belangrijke bron van menselijk kapitaal ongebruikt gelaten. Algemeen toegankelijk onderwijs is een geweldig middel om cultuur over te dragen en om te komen tot spreiding van kennis, inkomens en macht. Geweldloze conflicthantering Oorlog en geweld leiden tot bloedvergieten en vernietiging van geld en goederen. Geweldloze conflicthantering voorkomt dat conflicten en belangentegenstellingen uit de hand lopen. Geweldloze stakingen werden voor het eerst toegepast in het Zuid-Afrika van het begin van de 20e eeuw en bleken daar zeer effectief om de gewenste doelen te bereiken. De rechtsstaat In een rechtsstaat worden burgers tegen de macht van de staat beschermd door wetten. De rechtsstaat beschermt ieders belangen en geeft stabiliteit. De rechtsstaat reguleert de macht van absolute heersers of een alles overheersende overheid. De rechtsstaatgedachte is ontwikkeld in de tijd van absolute vorsten, zoals Lodewijk XIV en was bedoeld om willekeur te voorkomen en rechtszekerheid en rechtsgelijkheid te bevorderen. Bij veel van de hiervoor genoemde sociale uitvindingen is een belangrijke rol weggelegd voor een rechtvaardige overheid, bijvoorbeeld bij de zorg voor een eerlijke bureaucratie, eerlijke rechtspraak of geweldloze conflictbeslechting. Nietfeodale staten zoals wij die kennen, ontstonden pas na de Verlichting met het ontstaan van de Republiek der Verenigde Nederlanden. De overheidsbureaucratie Ook ergens in de 16e, 17e eeuw (ondermeer ook in de Nederlanden) ontstond het besef dat een rechtvaardige overheid, vrij van corruptie, ook een rechtvaardig overheidsapparaat nodig heeft. De bureaucratie werd geboren. Veel mensen denken bij bureaucratie aan negatieve eigenschappen als stroperigheid of een overdaad aan regeltjes en papierwerk. Zij hebben het dan over uitwassen van een bureaucratisch systeem. Een goede bureaucratie zorgt voor Stabiliteit, Zekerheid, Veiligheid, Eerlijkheid en Betrouwbaarheid en voorkomt bovenal corruptie en nepotisme. Naast deze borgende sociale uitvindingen zijn er ook dynamiserende sociale uitvindingen, zoals het internet, de wetenschap en het marktmechanisme. Sociale uitvindingen zoals het onderwijs, het schrift, de massamedia en het internet kunnen zorgen voor een snelle verspreiding of vermenigvuldiging van kennis en nieuwe inzichten. Deze sociale uitvindingen zorgen daarmee ook voor dynamiek en vernieuwing. Hieronder een kleine greep uit wat wij noemen dynamiserende sociale uitvindingen: Democratie Letterlijk volksheerschappij. Ook een uitvinding uit het oude Griekenland. Deze bestuursvorm is gebaseerd op het menselijke gelijkheidsideaal. Als iedereen gelijk is, heeft niemand meer recht dan een ander om bepaalde wetten vast te stellen of beslissingen te nemen. Democratie draagt daardoor bij aan gelijke kansen voor iedereen. Wetenschap ofwel het zoeken naar toetsbare waarheid Ergens in de 12e eeuw in Midden Europa (her)ontdekte men de kracht van de toetsbare waarheidsvinding. Deze bood ontsnapping uit de dogma’s en overleefde tradities van het verleden. Dit leidde vervolgens tot de bloei van wetenschap en technologie en een toename van praktische en bruikbare kennis. De (naamloze) vennootschap Een bijzonder soort doelorganisatie. Een aantal ondernemers sluit zich aaneen om gezamenlijk een onderneming te beginnen. In de Verenigde ProvinciÍn ontwikkelde men een bijzondere vorm, de Naamloze Vennootschap, waarbij de aandelen via de aandelenbeurs konden worden verhandeld. De


VOC was de eerste multinational in de wereld waarvan de aandelen op de beurs werden verhandeld. Sommige ondernemingen zijn al honderden jaren oud (bijvoorbeeld Nokia), en we kennen allerlei soorten ondernemingen. Van eenmans BV’s tot grote multinationals. Vrijhandel en de vrije markteconomie Vrijhandel en een vrije markt bevorderen dat producten gemaakt worden op de plaats en op de wijze waarop dat het meest efficiënt is. Deze gedachte werd ontwikkeld door Engelse economen zoals Adam Smith en John Stuart Mill. Een vrije markteconomie is een politiek-economisch systeem dat onder andere gekenmerkt wordt door privé-eigendom van de productiemiddelen (zoals: machines, grond, gebouwen, grondstoffen en arbeid). Het is daarmee sterk gerelateerd aan de liberale staatsfilosofie, die uitgaat van de individuele (politieke en economische) vrijheid, het eigendomsrecht en vrije marktwerking. De markt is een belangrijke dynamische kracht, omdat zij voortdurend streeft naar creative destruction. De massamedia Onder de massamedia verstaan we alle gedrukte of elektronische media die grote groepen mensen bereiken. Hieronder vallen kranten, tijdschriften, radio, tv, film en websites met vele bezoekers. Deze massamedia vervullen een belangrijke functie, omdat zij zorgen dat bepaalde onderwerpen in de aandacht komen. Daarnaast hebben de massamedia ook een waakhondfunctie. Zij doen verslag over zaken die in de wereld spelen en controleren zo (tot op zekere hoogte) het bedrijfsleven, de politiek en andere instituties. Zeker zo belangrijk is de socialiserende functie. De lezer, kijker en/of luisteraar krijgt via de massamedia continu een breed palet van normen en waarden voorgeschoteld waar deze zijn of haar keuze uit kan maken. Het Internet We hebben getwijfeld of internet een technische of een sociale uitvinding is. Het internet maakt duidelijk wel gebruik van allerlei technische uitvindingen, zoals computers en datacommunicatie, maar dat doet bijvoorbeeld het schrift ook. Daarom zijn we toch tot de conclusie gekomen dat de manier waarop wij deze technieken gebruiken een sociale uitvinding is. Zeker web 2.0. waarbij sprake is van communities, social media en 1001 culturele en sociale toepassingen is een sociale uitvinding, die in de korte tijd van haar bestaan al een enorme impact heeft gekregen op de sociale systemen.

Waarom neemt niet iedereen succesvolle sociale uitvindingen over? De sociale uitvindingen, met al hun gebreken, worden nog lang niet overal op aarde optimaal benut. Er is nog lang niet overal sprake van democratie en voor iedereen toegankelijk algemeen vormend onderwijs. Ook corruptie is in grote delen van de wereld de normaalste zaak van de wereld. Dat brengt ons bij de vraag waarom nu niet alle landen in de wereld de succesvolle sociale uitvindingen overnemen. Er zijn een paar voor de hand liggende antwoorden. Deels komt dat bijvoorbeeld door de weerstand van groepen en individuen die hun machtspositie in gevaar zien komen door sociale innovaties. Deels komt dat ook door de algemeen menselijke weerstand tegen nieuwe inzichten. Deels komt dat ook doordat bepaalde sociale uitvindingen niet zo maar kunnen worden overgeplant in andere sociale systemen. Sociale systemen zijn als het ware organisch gegroeid en ‘verzetten’ zich tegen krachten van buiten. Zonder algemeen onderwijs is het bijvoorbeeld moeilijk om democratie in te voeren. En in een sociale systeem waarin corruptie is ingebakken, is een betrouwbare overheid of betrouwbare rechtspraak niet eenvoudig in te voeren.

Waarom is het veranderen van grotere sociale systemen zo moeilijk? Sociale uitvindingen hebben ingebouwde stabilisatoren die proberen de bestaande situatie in stand te houden. Dat is ook logisch anders zouden deze sociale systemen immers geen lang leven beschoren zijn. Dat inzicht helpt ons beter te begrijpen waarom het zo moeilijk is om grotere sociale systemen te veranderen en te verbeteren. Die stabilisatoren zitten in de geschreven en ongeschreven wetten en regels binnen deze systemen. Toch is het hoognodig om de sociale


uitvindingen (ook in Nederland) verder te verbeteren. Wij willen er hier als voorbeeld drie grotere systemen uitlichten. Niet omdat zij zo uitzonderlijk slecht functioneren. Internationaal gezien functioneren zij zelfs gewoon goed. Maar wel om te laten zien dat er veel mankeert aan deze systemen en dat zij niet aangepast zijn aan de eisen van de moderne informatiemaatschappij. Wij accepteren de gebreken in deze systemen nu eenmaal, omdat wij er aan gewend zijn geraakt.

De gezondheidszorg Allereerst het gezondheidszorgsysteem. Dat is nog steeds voor een groot deel gebaseerd op het paradigma van de industriële samenleving. Patiënten zijn in dit paradigma producten waaraan iets mankeert en die moeten worden gerepareerd. Een ziekenhuis is dan een fabriek, waarin de te behandelen mensen zo efficiënt mogelijk moeten worden behandeld. Dit uit zich in ziekenhuizen die steeds grootschaliger worden en die steeds bedrijfsmatiger worden gemanaged. Zo’n fabrieksmatig systeem is niet gericht op flexibiliteit, maatwerk, keuzevrijheid en kleinschaligheid. Het gezondheidszorgsysteem is daarom nog moeilijk in staat om te gaan met mondige patiënten die zelf via het internet alle informatie over hun kwaal of aandoening al hebben opgezocht, of gebruik willen maken van moderne hulpmiddelen zoals zelfdiagnose, thuistesten en telemedicinetoepassingen. Eigenlijk is het onbegrijpelijk dat wij niet veel beter gebruikmaken van al die allang beschikbare technische middelen en dat wij verouderde behandelwijzen en duizenden onnodige doden accepteren. Want eigenlijk zou Nederland de beste gezondheidszorg van heel Europa moeten hebben. Juist in een klein, rijk en op ICT-gebied vooruitstrevend land als Nederland zijn alle voorwaarden voor succes aanwezig. De lijnen zijn kort, we zitten allemaal dicht bij elkaar en we zijn rijk genoeg om te investeren in kwaliteitsverbeterende en kostenbesparende ICT. Maar voorlopig accepteren we de steeds verder uit de hand lopende kosten en een niet optimale zorg nog.

Het onderwijs Een soortgelijk verhaal geldt voor ons onderwijssysteem. Scholen zijn georganiseerd als leerfabrieken, gebaseerd op het principe van de lopende band en het paradigma van de industriële samenleving. Leerlingen worden als gansjes volgepropt met kennis. Scholen werken veelal met verouderd lesmateriaal en met methodieken van heel lang terug. Dit leidt niet alleen tot ongemotiveerde leerlingen, maar ook tot een eenzijdige nadruk op bepaalde soorten (overdraagbare) kennis. Net als bij de gezondheidszorg weten we al lang, dat dit niet meer het meest effectieve onderwijssysteem is, maar we accepteren het nog wel steeds. Het onderwijssysteem kraakt intussen al lang in al zijn voegen. We zien kosten die steeds verder de pan uit rijzen. We zien grote aantallen ongemotiveerde leerlingen en steeds meer drop-outs. We zien leraren met burn-out, vervroegde uittreders en grote aantallen WAO-ers. We zien veel ouderwetse en sterk verwaarloosde schoolgebouwen. We zien een onderwijsaanbod dat steeds minder aansluit op de maatschappelijke behoeften. We zien een voorbereiding op het verleden in plaats van de toekomst. Honderdduizenden leerlingen worden hier goed beschouwd beroofd van hun kansen op een optimale toekomst.. Het is de vraag of we over 20 jaar niet moeten constateren dat het huidige onderwijssysteem eigenlijk een toetsing aan de Rechten van de Mens niet had kunnen doorstaan. Leerlingen worden maar geacht te accepteren dat ze iets moeten doen wat ze niet willen doen. Ook in het onderwijs is te weinig sprake van maatwerk en flexibiliteit en een te beperkt gebruik van de nieuwste ICT.

Het politiek stelsel Het derde voorbeeld is wellicht nog schrijnender. Ergens heel ver achteraan komt ook het politiek systeem nog aangehobbeld. Dat is nog steeds georganiseerd alsof Nederland stil is blijven staan in de 19e eeuw. Het huis van Thorbecke van 150 jaar terug is hier nog steeds de leidraad, terwijl we tegenwoordig toch echt in heel andere huizen wonen, met veel meer luxe en voorzieningen. Eenmaal per vier jaar naar de stembus sluit al lang niet meer aan bij de wensen en mogelijkheden van de


informatiesamenleving. Dat heet wel democratie, maar het wordt allang niet meer als zodanig ervaren. Je mag je stem uitbrengen, maar die verdwijnt daarna in een soort flipperkast en dan komen er ministers of wethouders uit waar je echt niet op hebt gestemd. En er komt een regeringsakkoord of een coalitieprogramma uit met allemaal zaken waarover de burger zich nog niet heeft kunnen uitspreken. Het is daarom niet vreemd dat stemmen tegenwoordig vooral tegenstemmen is geworden. De kiezer voelt zich steeds minder vertegenwoordigd door politici die ongetwijfeld van goede wil zijn, maar gevangen zitten in een systeem dat ook niet meer van deze tijd is.

Wat kunnen we doen om een echt goed functionerende kennissamenleving te worden? Dit essay is een oproep tot meer wetenschappelijk onderzoek in de sociale wetenschappen. Het wordt tijd dat we nu eindelijk de echte orde in het sociale domein gaan ontdekken. Alleen dan zijn we in staat ons verder te ontwikkelen tot een echte kennissamenleving. Al eeuwen gaat er veel meer geld naar onderzoek in de natuurwetenschappen dan in de sociale wetenschappen. Zoals al eerder betoogd zijn de sociale uitvindingen echter minstens zo belangrijk voor de ontwikkeling van onze beschaving als de technische uitvindingen. Daarom is er ook behoefte aan meer ruimte voor maatschappelijke innovatie en meer ruimte voor experimenten met verbeteringen in de sociale uitvindingen. Alleen in de praktijk kun je echt ontdekken hoe iets daadwerkelijk uitpakt. Wij pleiten daarbij voor veel kleinschalige experimenten, met proefmarkten en ‘modelboerderijen’. Probeer op kleine schaal nieuwe sociale uitvindingen uit voordat wordt besloten tot grootschalige uitrol over het hele land of heel Europa. Dit essay is ook een pleidooi tot betere samenwerking tussen politiek en wetenschap. Sociale wetenschappen kunnen ons echt gaan helpen om onze wereld beter te organiseren. Nu gaan we bij gebrek aan beter maar al te vaak uit van onze vooroordelen of van algemeen geaccepteerde ‘waarheden’. Dat wreekt zich vooral in het politieke domein. Het valt tot nu toe nauwelijks te bewijzen waarom de ene politieke opvatting beter is dan de andere. Het gevolg is dat politici van mening blijven verschillen. Onze bestuurders staan daardoor feitelijk zonder betrouwbaar kompas aan het roer. Sturen zonder kompas brengt ons niet waar we heen willen. Als we niet weten welke gevolgen onze politieke besluiten zullen hebben, is er ook alle ruimte voor belangengroepen en hun lobbyisten om veranderingen tegen te houden. De gevestigde machten en belangen houden alles maar al te graag bij het oude. Tot slot is dit essay ook een oproep aan de sociale wetenschappers zelf. Zij moeten onze beleidsmakers veel vaker een kompas naar de toekomst aanreiken. Helaas houden de meeste sociale wetenschappers zich nog veel te weinig bezig met wat er in het maatschappelijk debat speelt of gaat spelen. Ze reageren meestal pas nadat duidelijk wordt waar de politiek heen wil. Dan is het moeilijk om de al in de maak zijnde compromissen nog bij te sturen. Wetenschappers zouden zich daarom meer op het verbeteren van de sociale uitvindingen moeten richten. En ze zouden eenvoudiger of in ieder geval begrijpelijker daarover moeten communiceren. Wetenschappers bedienen zich nu nog te vaak van moeilijke taal en begrippen en ingewikkelde redeneringen. Wetenschap is soms ook niet eenvoudig te begrijpen. Maar er zijn genoeg wetenschappers die er wel in slagen om de inzichten uit hun wetenschap voor een breder lekenpubliek toegankelijk te maken. Dit is belangrijk omdat in de politiek en het maatschappelijk debat niet alleen argumenten tellen. De verpakking is van minstens even groot belang.


Over de auteur Peter van der Wel is sinds 2006 als futuroloog en organisatieadviseur verbonden aan het adviesbureau Rijnconsult. In die rol begeleidt hij organisaties bij visietrajecten en strategiekeuzes. Van 1998 tot 2006 was Peter directeur van de stichting Electronic-highway Platform Nederland (EPN). Een non-profitorganisatie waarin organisaties en prominente personen uit overheid, bedrijfsleven, wetenschap, politiek en maatschappelijk middenveld met elkaar samenwerkten om te komen tot: ’een evenwichtige maatschappelijke inbedding van ICT’. EPN stond onder andere aan de wieg van de Kenniswijk te Eindhoven, het Kennisnet voor het Nederlandse onderwijs en het Nederlands Instituut voor Telemedicine.

Referenties Samuel P. Huntington (1996). The Clash of Civilizations and the Remaking of World Order. New York, Simon & Schuster. Kishore Mahbubani (2008). The New Asian Hemisphere: The Irresistible Shift of Global Power to the East. PublicAffairs. Niall Ferguson (2011). Civilisation. The West and the rest. Penguin Press


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.