DE MACHINIST TILT ER ZWAAR AAN Veiligheid en arbeidsomstandigheden van kraanbestuurders onder druk
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD: EEN ZORGWEKKENDE ONTWIKKELING
04
INTERVIEW KRAANMACHINIST SJACK ROVERS
07
‘Ik wil het respect terug’ WELZIJN, VEILIGHEID EN COMMERCIE
11
Zoeken naar het juiste evenwicht INTERVIEW KRAANMACHINIST PETER BOEKEL
24
‘Hele dagen in een trombosehok’ INTERVIEW KRAANMACHINIST REMCO VAN DEN BERG
29
‘Vaak laat ik mijn brood expres in de keet liggen’ NAWOORD: WORDT VERVOLGD
32
De machinist tilt er zwaar aan
03
EEN ZORGWEKKENDE ONTWIKKELING Het is een mooi vak maar de lol gaat eraf als er niet veilig en fatsoenlijk gewerkt kan worden. Dat is de verzuchting van veel kraanmachinisten. Er is jammer genoeg veel mis met hun mooie vak. ‘De onvrede is groot’, zegt kraanmachinist Sjack Rovers verderop in deze brochure. En zijn collega Peter Boekel: ‘Hijsen is de gevaarlijkste klus in het bouwproces. Onvoorstelbaar hoe onverantwoordelijk daar vaak mee wordt omgesprongen.’ Remco van den Berg, die als kind al met ontzag naar de kranen op de bouwplaats keek en ze nu zelf mag besturen, maakt dikwijls lange dagen zonder behoorlijke schafttijd. Alle drie klagen ze over de gebrekkige communicatie met de collega’s op de grond. Dat is levensgevaarlijk want: ‘Een kraan is bij verkeerd gebruik een wapen’. Al langere tijd vragen kraanmachinisten aandacht voor hun positie en de werkomstandigheden waaronder zij op bouwplaats actief zijn. Veilig werken staat onder druk. Dat komt omdat de hoeveelheid werk groot is en het werktempo hoog ligt. Alles moet sneller en sneller. Daar komt nog bij dat de communicatie te wensen overlaat omdat er moet worden gewerkt met mensen op de grond die de taal niet goed spreken. Ook de deskundigheid van de collega’s die lasten aanslaan is vaak onder de maat. En ten slotte is ook de cabine van de machinist veelal niet comfortabel om van het gebrek aan beweging en sanitaire voorzieningen niet te spreken. De kraanmachinist wordt steeds meer gezien als een verlengstuk van de machine in plaats van als een collega met een zeer verantwoordelijke functie. Kraanmachinisten hebben daar genoeg van. Ze eisen hun respect terug. Een aantal van hen onderneemt actie, samen met FNV Bouwen & Wonen en Vakvereniging Het Zwarte Corps. Er is een werkgroep gevormd die het initiatief heeft genomen tot een groot onderzoek onder kraanmachinisten die op bouwplaatsen werkzaam zijn. Online is een enquête gehouden waaraan maar liefst 378 machinisten, werknemers zowel als zelfstandigen, hebben meegedaan. De antwoorden zijn opvallend eenduidig en tonen aan dat het goed mis is met dat mooie vak.
04
De machinist tilt er zwaar aan
De klachten betreffen onder meer: • hoge tot zeer hoge werkdruk; • lange werktijden: overwerk, werken in ploegen, werken op zaterdag/zondag; • onveiligheid: er gebeuren ongevallen en bijna-ongevallen; • gebrek aan vakbekwaamheid bij machinisten en aanpikkelateurs; • weinig respectvolle benadering van kraanmachinisten; • bedenkelijke werkomstandigheden, zoals gebrek aan pauze, aan sanitaire voorzieningen en aan kwalitatief goede hulpmiddelen. Om deze zorgwekkende ontwikkeling te stoppen is het van belang dat werkgevers, werknemers, bedrijfsverenigingen, politiek en ook het Nederlandse publiek zich daarvan bewust worden. Veiligheid op de bouw is voor iedereen letterlijk van levensbelang. Zeker als het om een risicovolle activiteit als verticaal transport gaat. Een recent ongeval waarbij een voorbijganger dodelijk werd geraakt door materiaal dat uit een kraan viel heeft dit helaas weer eens bevestigd. Deze brochure gaat over kraanmachinisten, hun werk, hun ervaringen, hun machines en hun klachten. Ze vormen voor FNV Bouwen & Wonen en Vakvereniging Het Zwarte Corps de basis voor de gesprekken die in de sector met alle stakeholders gevoerd gaan worden. Die gesprekken zullen gaan over veiligheid maar ook over de herwaardering van de kraanmachinist. Veilig en goed werk en een fatsoenlijke bejegening zijn rechten die gelden voor alle werknemers. En dus zeker voor hen die belast zijn met de gevaarlijkste klus in het bouwproces en elke dag opnieuw een enorme verantwoordelijkheid dragen. De kraanmachinist en zijn bond tillen daar zwaar aan. En terecht. Janna Mud sectorhoofd FNV Bouwen & Wonen René van der Steen voorzitter Vakvereniging Het Zwarte Corps
De machinist tilt er zwaar aan
05
FNV-kaderlid pleit voor brede discussie over arbo en veiligheid
‘IK WIL HET RESPECT TERUG’ ‘Een kraan is bij verkeerd gebruik een wapen’, zegt torenkraanmachinist Sjack Rovers. ‘Daarom moet je daar voorzichtig mee omspringen’. Dat gebeurt de laatste tijd te weinig. De werkdruk loopt op en de risico’s nemen toe. Voor de machinist in zijn cabine wordt het er ook niet aangenamer op. Hij moet blijven zitten waar hij zit en eet op de wc. Sjack Rovers (57) is een optimistisch mens. Maar als het gaat over de veiligheid van het werken met hijskranen is hij somber. Het kraanongeluk in Alphen aan den Rijn in de zomer van 2015 drukte Nederland met de neus op de feiten. Maar het gaat volgens Rovers veel vaker mis dan we weten. Laatst was hij op een bouw locatie waar het vol lag met scherven. Toen hij daarnaar vroeg, hoorde hij dat er een hijsblok van een kraan los was gekomen en door het dak gevallen. Er was gelukkig niemand gewond geraakt. Dan gaat zo’n incident de doofpot in; daar kraait geen haan meer naar. Rovers: ‘Het kan ook anders uitpakken. Vorig jaar liep een kraanongeluk fataal af in Rotterdam. Er viel een last uit een kraan op een steiger en vandaar op straat. Daarbij werd een vrouw dodelijk getroffen. Ik zeg altijd: bij verkeerd gebruik is de kraan een wapen.’ ONVREDE IS GROOT En verkeerd gebruik is geen uitzondering vandaag de dag. Het is slecht gesteld met de veiligheid van het werken met kranen en met de arbeidsomstandigheden van de machinisten. Sjack Rovers, al meer dan tien jaar torenkraanmachinist bij TBI Materieeldienst, ziet het om zich heen. ‘Tijdens de crisis is het erger geworden. De werkdruk loopt op. Alles moet sneller en sneller. Dat gaat ten koste van de veiligheid. Er wordt gewerkt langs het randje van de wet. En met de torenkraanmachinist wordt steeds minder rekening gehouden. Je voelt je soms het verlengstuk van de machine. Je gaat ‘s morgens naar boven en komt pas ‘s avonds weer naar beneden. Wil je tussentijds naar de grond dan wordt dat misschien niet geweigerd maar ze zeggen al gauw: jij past niet in het team. De onvrede is groot. Om het allemaal hard te maken, zouden machinisten moeten praten. Maar die durven dikwijls hun mond niet open te doen.’
De machinist tilt er zwaar aan
07
Rovers zit als kaderlid van de FNV in het bestuur van de sectorraad Bouwen & Wonen en kaartte daar de problemen van de kraanmachinisten aan. Daarop besloot de FNV een grote enquête te houden onder bestuurders van kranen. Dat is ook een manier om de klachten die er zijn goed in kaart te brengen. De uitkomst van het onderzoek bevestigt het beeld dat Rovers heeft. Over de hele linie doen zich misstanden voor en machinisten voelen zich niet serieus genomen. ETEN OP DE WC ‘Wij willen’, zegt Rovers mede namens al zijn collega’s, ‘ons respect terug. De omstandigheden waaronder velen van ons moeten werken, zijn niet van deze tijd. Als ik het ordinair mag zeggen: wij pissen in een fles. Er zijn machinisten die de inhoud naar beneden kieperen. Dat doe ik niet, ik neem de fles aan het eind van de dag netjes mee naar beneden. Maar we moeten ook boven eten. Hoe moeten we onze handen daar wassen? Ja, we kunnen een doekje meenemen. Ik zeg weleens: ‘Ik zit op de wc te eten’. Rovers deed de machinistenopleiding en heeft een Soma-diploma en twee hijs bewijzen. ‘Maar’, zegt hij, ‘met één hijsbewijs mag je je ook al torenkraanmachinist noemen. En wat nog erger is: de man die onder de kraan staat, de aanpikkelateur, heeft helemaal geen diploma nodig. Soms is het perfect in orde hoor. Maar vaak staat er een jongen die, als het meezit, een cursus van een dag heeft gedaan. Dat volstaat echt niet. Tegenwoordig tref je ook aanpikkelateurs van een andere nationaliteit die de taal niet goed spreken. Daar kunnen de gevaarlijkste misverstanden door ontstaan.’ SPANNINGSVELD De werkdruk noopt de machinist de hele dag in zijn machine te blijven en ook nog eens als vanzelfsprekend over te werken als de baas dat nodig vindt. Maar daar komt nog bij dat er onverantwoorde risico’s worden genomen. Rovers: ‘Als ik een nieuwe auto koop, legt de dealer me eerst uitvoerig uit hoe alles werkt en op welke details ik moet letten. Als ik op een bouwplaats kom waar ik niet eerder heb gewerkt, wordt er tegen me gezegd: dáár staat de kraan. En dan wordt verwacht dat ik meteen productie draai, nog voor ik goed heb kunnen bekijken hoe dat ding in elkaar zit.’ Of, wat ook vaak voorkomt, dat te lang wordt doorgewerkt bij slechte weersomstandigheden. Rovers vindt het met windkracht 6 of 7 welletjes. ‘Maar’, zegt hij, ‘je hebt gasten die draaien nog
08
De machinist tilt er zwaar aan
door bij windkracht 9. Dat vertik ik; het is niet verantwoord. Dan ben je een lul. Dat is een spanningsveld.’ BREDE DISCUSSIE Sjack Rovers vindt dat hij een mooi vak heeft. Maar de lol gaat eraf als er niet veilig en fatsoenlijk gewerkt kan worden. Daarom hoopt hij dat de uitslag van de door de FNV gehouden enquête een houvast geeft om de arbeidsomstandigheden van kraanmachinisten te verbeteren. ‘We moeten nog bespreken hoe we nu verder gaan. Maar ik denk zelf aan het beïnvloeden van de publieke opinie en het op gang brengen van een brede discussie. Met werkgevers, met Aboma, met veiligheids instanties. Het resultaat zou moeten zijn dat er aangescherpte richtlijnen komen of wettelijke bepalingen. Waarom kan er geen rijtijdenwet komen voor machinisten zoals die er is voor vrachtwagenchauffeurs? En waarom niet het recht om tussentijds minimaal een keer per dag naar beneden te komen? En een verplichting om bij windkracht 7 de kraan stil te zetten? Dan voorkom je een hoop discussie en raken we af van dat stoere gedrag dat uiteindelijk funest is voor de veiligheid.’
De machinist tilt er zwaar aan
09
Mens en machine: welzijn, veiligheid en commercie
ZOEKEN NAAR HET JUISTE EVENWICHT MENS EN MACHINE Op vrijwel alle grotere bouwplaatsen zijn ze permanent of tijdelijk aanwezig: hijskranen. Zonder hijskranen zouden bouwvakkers zwaar bouwmateriaal en materieel met eigen spierkracht moeten verplaatsen. Heel zwaar en vaak ook onmogelijk. Hijskranen worden dan ook al eeuwenlang ingezet om verticaal en horizontaal transport mogelijk te maken. Waar vroeger menselijke spierkracht de hijskraan aandreef gebeurt dat nu mechanisch. Toch komt het in de kern nog steeds op de mens aan: de kraanmachinist is een van de belangrijkste spillen waar de productie op de bouwplaats om draait, een productieproces waarbij het aankomt op goede logistiek. De kraanmachinist is er verantwoordelijk voor dat soms heel zware lasten op veilige en professionele wijze over vele meters worden verplaatst. Hijswerk draait om het behouden van evenwicht. Veilig werken met hijskranen vereist aandacht voor zowel mens als machine. Het evenwicht daartussen dreigt zoek te raken. Op 27 september 2016 presenteerde Bouwend Nederland de zogeheten Richtlijn Torenkranen met als motto ‘veiligheid voorop’. De auteurs behandelen in de richtlijn alle aspecten die van belang zijn bij een veilige inzet van torenkranen. Directe aanleiding voor het opstellen van de richtlijn is een ernstig ongeval met dodelijke afloop in 2008. Toen stortte in Rotterdam een torenkraan ineen. In de jaren daarvoor hadden zich in Nederland ook al twee ernstige ongevallen met torenkranen voorgedaan. Onderzoek wees uit dat een ontwerpfout de achterliggende oorzaak was van het Rotterdamse ongeval. De Onderzoeksraad voor Veiligheid constateerde een gebrek aan controle bij het ontwerp, de bouw maar ook bij het in gebruik nemen van torenkranen. In het verhelpen van dat gebrek wil de richtlijn onder andere voorzien. FNV Bouwen & Wonen en Vakvereniging Het Zwarte Corps (HZC) vinden dat in de richtlijn maar vooral in de dagelijkse praktijk te weinig aandacht uitgaat naar de (arbeids)omstandigheden waaronder machinisten van hijskranen hun zeer verantwoordelijke werk moeten doen. De machinisten vinden dit zelf ook. Dat blijkt
De machinist tilt er zwaar aan
11
duidelijk uit een online enquĂŞte die FNV en HZC in het najaar hielden onder hijskraanÂmachinisten. MATERIEEL: VAST OF MOBIEL Op Nederlandse bouwplaatsen komen hijskranen in allerlei soorten en maten voor: kranen op wielen, op rupsbanden, op rails en vaste kranen. De meest toegepaste kranen zijn waarschijnlijk de torenkraan, de mobiele torenkraan, de telescoopkraan en de rupskraan. De meest zichtbare en indrukwekkende hijskranen zijn waarschijnlijk de torenkranen. Deze kranen kunnen tot wel 100 meter hoog zijn. De meest toegepaste torenkraan op Nederlandse bouwplaatsen is de loopkatkraan. Kenmerkend is de lange horizontale giek die bovenop de toren is bevestigd en 360 graden kan draaien. Daarin bevindt zich een loopkat of katwerk dat over de lengte van de giek heen en weer kan bewegen. Onder het katwerk bevindt zich de haak waaraan de last hangt. Bij sommige torenkranen ontbreekt een katwerk, maar beweegt de giek in verticale richting. Gaat de giek omhoog, dan komt de last naar de machinist toe. Dit heet optoppen. Bij aftoppen gaat de giek omlaag en komt de last verder van de machinist te hangen. Alles draait om evenwicht: hoe zwaarder de last en hoe verder de Een torenkraan en een telescoopkraan.
12
De machinist tilt er zwaar aan
Een rupskraan met vakwerkgiek en een mobiele torenkraan.
last zich ten opzichte van de toren bevindt (de ‘vlucht’) des te langer zal de contragiek moeten zijn of des te zwaarder de daarin bevestigde contragewichten. Torenkranen zijn meestal stevig verankerd aan een betonnen fundament. Het komt ook voor dat de torenkraan over rails (een kraanbaan) kan bewegen of dat de torenkraan horizontaal is verbonden met het bouwwerk, bijvoorbeeld bij hoogbouw. De mobiele torenkraan is feitelijk een torenkraan op wielen. Dit type kraan staat met een verwijzing naar de Nederlandse bedenker en fabrikant ook wel bekend als de ‘Spierings kraan’. De kraan kan zich op een ingenieuze wijze in- en uitvouwen. Om de stabiliteit te vergroten is de kraan voorzien van meerdere uitschuifbare stempels. Het contragewicht bevindt zich op de draaikrans die aan de wagen is bevestigd. Er is geen contragiek. Een mobiele torenkraan komt van pas bij het verplaatsen van kleinere of lichtere lasten of als het opbouwen van een torenkraan niet rendabel is. Dat laatste geldt ook voor de mobiele telescoopkraan. De grootste
De machinist tilt er zwaar aan
13
onder deze kranen kunnen in tegenstelling tot (mobiele) torenkranen zeer zware lasten hijsen (tot over de 1000 ton). Kenmerkend voor deze kraan is de telescopisch uitschuifbare giek die bestaat uit een aantal in elkaar te schuiven stalen kokers. Een of meer hydraulische cilinders duwen of trekken de giek omhoog of omlaag. De machinist haalt de last naar zich toe door de giek op te toppen. Hij verplaatst de last van zich af door af te toppen. Net als de mobiele torenkraan beschikt de telescoopkraan over stempels om de stabiliteit te vergroten en een op de draaikrans bevestigd contragewicht. De rupskraan staat op rupsbanden. De werking is gelijk aan die van de mobiele telescoop kraan. De meeste rupskranen hebben een vaste vakwerkgiek. Soms is deze verlengd met een beweegbare extra giek. Rupskranen met een telescopische, uitschuifbare giek komen ook voor. Een rupskraan heeft geen stempels voor extra stabiliteit. Net als bij de mobiele telescoopkraan is het contragewicht op de draaikrans bevestigd. MACHINIST: GROTE VERANTWOORDELIJKHEID Vanwege de grote verantwoordelijkheden die een machinist van een hijskraan heeft, mag niet iedereen een hijskraan bedienen. Als een hijskraan een bedrijfslastmoment heeft van meer dan 10 tonmeter moet de machinist beschikken over een zogeheten TCVT-persoonscertificaat voor dat type kraan. De Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport is eindverantwoordelijk voor de uitgifte van dit wettelijk voorgeschreven bewijs van deskundigheid. Het wordt verstrekt nadat is vastgesteld dat de machinist heeft voldaan aan de exameneisen. Door de stichting erkende opleiders en exameninstellingen verzorgen de opleidingen en examinering. De persoonscertificaten zijn vijf jaar geldig. Op dit moment zijn zo’n 5.800 geldige persoonscertificaten voor mobiele kranen in omloop, zo’n 850 voor torenkranen en ruim 2.200 voor mobiele torenkranen. Los van dit persoonscertificaat geldt geen verplichte, meerjarige vakopleiding. Veel machinisten hebben zo’n opleiding wel gevolgd. Bijvoorbeeld bij het te Harderwijk gevestigde SOMA College, een landelijke mbo-instelling. Kraanmachinisten werken doorgaans bij bouwbedrijven, kraanverhuurbedrijven, transportbedrijven of als zelfstandige. De kraanmachinisten bij bouwbedrijven werken meestal voor projecten van de eigen werkgever of het concern waartoe de werkgever behoort. Kraanverhuurbedrijven, (verticaal) transportbedrijven en zelfstandigen werken vrijwel altijd in opdracht van derden. De machinisten die hebben deelgenomen aan de enquête zijn doorgaans in vaste dienst of werken als
De machinist tilt er zwaar aan
15
zelfstandige. Werknemers die werken op mobiele toren- of telescoopkranen vallen meestal onder de cao Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen. Op werknemers die als machinist een torenkraan bedienen is de cao Bouw & Infra van toepassing. De torenkraanmachinist behoort tot het zogenaamde bouwplaatspersoneel. De functie wordt minimaal verloond volgens functiegroep D met een bijbehorend minimum uurloon van € 15,74. In deze loongroep valt bijvoorbeeld ook een zelfstandig werkend timmerman. Beschikt de kraanmachinist over een erkend machinistendiploma dan is functiegroep E van toepassing (minimaal € 16,52). De loongroepen D en E zijn bedoeld voor bouwplaatspersoneel met (zeer) gespecialiseerde vakkennis, leidinggevende kwaliteiten en het vermogen om zelfstandig te werken. De cao Bouw & Infra gaat uit van een 40-urige werkweek. Het minimumuurloon voor een voorman machinist op een mobiele (toren) kraan varieert afhankelijk van zijn ervaring van € 12,48 tot € 16,50 (loonschaal F van de cao beroepsgoederenvervoer, 40-urige werkweek). Een voorman machinist voert volgens de functiewaardering van de cao hijswerkzaamheden uit met praktisch alle voorkomende type kranen.
16
De machinist tilt er zwaar aan
Dat de torenkraanmachinist een verantwoordelijke functie heeft blijkt bijvoorbeeld uit zijn recht om naast het vierjaarlijkse Arbeids Gezondheidskundig Onderzoek ook aanspraak te maken op een tweejaarlijks Gericht Periodiek Onderzoek. Het recht op een GPO geldt ook voor bijvoorbeeld bouwplaatspersoneel dat veel met gevaarlijke stoffen werkt (asbest) met perslucht of overdruk. De cao Beroepsgoederenvervoer kent zo’n bepaling niet. ZORGEN OM DE VEILIGHEID Hijskranen die worden ingezet op de bouwplaats hijsen hun last vaak letterlijk over de hoofden van veel andere werknemers heen. Dit gebeurt geregeld onder grote tijdsdruk. Samen met de complexiteit van de machines maakt dit het gebruik van hijskranen tot een kritische component als het om de veiligheid gaat. Als gekwalificeerd deskundige is de kraanmachinist verplicht zijn hijswerkzaamheden te staken als hij doorgaan onverantwoord vindt. Hij heeft ook die bevoegdheid. Hoewel de respondenten in de enquête overduidelijk aangeven dat zij zich vrij voelen om collega’s en de leidinggevenden aan te spreken over zaken die anders, beter of veiliger moeten, komt bij hun aanvullende opmerkingen ook het beeld naar voren dat hen dit niet altijd in dank wordt afgenomen. Daarbij vrezen de FNV en HZC voor druk die vooral bij zelfstandigen en werknemers van (verticaal) transportbedrijven uit kan gaan van commerciële belangen: zij werken voor een klant en niet rechtstreeks voor hun baas. Hoe goed allerlei veiligheidsvoorschriften ook zijn vastgelegd en gecommuniceerd, waar het op aankomt is hoe de betrokken leidinggevenden en werkenden daaraan in de praktijk invulling geven. Naast deugdelijk materieel is goede communicatie tussen de kraanmachinist en de collega’s die hem bijstaan van het grootste belang. In het ideale geval werkt een kraanmachinist samen met een kundige en gecertificeerde aanpikkelateur. Een aanpikkelateur of hijsbegeleider heeft als belangrijkste taak om de te hijsen lasten op de juiste wijze aan de haak te slaan en de last samen met de machinist te begeleiden bij het verticaal en horizontaal transport. In de ideale situatie is sprake van een team dat elkaar goed kent. Die situatie lijkt eerder uitzondering dan regel te zijn. Een boodschap die uit de enquête nadrukkelijk naar voren komt, is dat kraanmachinisten zich grote zorgen maken over de bekwaamheid van de mensen die ‘onder de
De machinist tilt er zwaar aan
17
kraan’ de lasten aanslaan en de mogelijkheden om goed met hen te communiceren. Dat is zeer zorgelijk nu ongevallen met vallende lasten uit kranen nog steeds het dominante ongevalsscenario vormen en niet zozeer de ongevallen die hun oorzaak vinden in ondeugdelijke kranen. Over de periode 1998 tot en met 2009 komt de voorloper van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot een gemiddeld aantal van 47 slachtoffers door ‘contact met vallende voorwerpen’ uit kranen, waarvan vier met de dood tot gevolg en zeventien met blijvend letsel. Van de 327 respondenten die hebben aangegeven of de afgelopen zes maanden een last is losgekomen doordat deze onjuist is aangeslagen, gaf zo’n 42% aan dat dit ten minste een tot twee keer is gebeurd. Gelukkig hadden deze incidenten geen slachtoffers tot gevolg. Het is echter de vraag of dat verband hield met vakmanschap of toch gewoon een kwestie van geluk was. Slechts een kleine 7% van de 330 respondenten die een oordeel gaven over het vakmanschap van de mensen die de lasten aanslaan vond dat collega’s op de bouwplaats weten wat ze doen. Ruim 57% gaf aan dat het niveau van kennis en vaardigheden sterk wisselt en bijna 36% oordeelde dat deze bij de meeste collega’s te wensen overlaten. SUKKELS DIE ER NIKS VAN SNAPPEN Een greep uit de opmerkingen en aanvullingen van respondenten: ‘Als iedereen zich aan de wet zou houden was deze enquête overbodig. Hijswerkzaamheden worden slecht gepland en de voorbereiding is vaak niet of nauwelijks geregeld. Het niveau van de hijsbegeleiders is vaak bedroevend slecht.’ ‘Nogmaals, het communiceren met en het vakmanschap (aanpikken) van onder meer anderstaligen baart me zorgen.’ ‘Te veel mensen op de vloer die geen of heel gebrekkig Nederlands spreken en toch de kraan mogen aansturen.’ ‘Fatsoenlijke hijsbegeleiders met verstand van zaken. Die de organisatie op een bouwplaats regelen. Het is vaak degene die niet kan timmeren die de portofoon in zijn handen krijgt.’
18
De machinist tilt er zwaar aan
‘Er zouden meer gecertificeerde riggers onder de kraan moeten werken.’ ‘Ik ervaar dat er onveilige situaties ontstaan doordat er vaak een taalbarrière is. Omdat veel aannemers geen ‘duur’ personeel willen inzetten om aan/af te pikken. En dan als machinist hele onduidelijke aanwijzingen krijgen.’ ‘Veiligheid vaak in het geding door werkdruk en planning.’ ‘Te weinig communicatie. Te veel buitenlanders die de taal niet machtig zijn. Te veel sukkels die er niets van snappen.’ ‘Een prima opleiding als machinist; er zijn te veel belangen om dat volgens de geldende regels uit te voeren....’ Ook over de eigen beroepsgroep maakt men zich zorgen. Een verplichte vakopleiding is niet vereist en een TVCT-certificaat kan in betrekkelijk korte tijd worden behaald. Hoewel de respondenten daar niet over zijn bevraagd, uitten twee van
20
De machinist tilt er zwaar aan
hen hun grote bezorgdheid over de korte duur van de opleiding (soms 6 weken) waarmee aspirant kraanmachinisten zo’n certificaat kunnen behalen. STOP DE RACE NAAR BENEDEN Als het gaat om de arbeidsomstandigheden van vooral torenkraanmachinisten kan er nog veel verbeterd worden. Veel kraanmachinisten zitten vaak uren achtereen geconcentreerd te werken. Immers, als de kraan stilstaat, ligt de bouw stil en tijd is geld. Daarbij ontbreken voor torenkraanmachinisten nogal eens de tijd en ruimte om even naar beneden te gaan voor de schaft of een sanitaire stop. Het is dan lunchen in de cabine en het gebruiken van een emmer of fles. Een suggestie die een van de respondenten aandroeg: kraanmachinisten zouden in teams moeten werken: eerst werkt de één als aanpikkelateur terwijl de ander de kraan bedient en daarna wisselen zij van shift. Zo is er afwisseling in het werk en is deskundigheid gewaarborgd. Hoewel nieuwe kranen een vermogen kosten, oordelen de respondenten niet zeer positief over het materieel waarmee zij werken. Meestal volstaat het, maar onderscheidend goed is het niet. Het ontbreekt nogal eens aan camera’s in de giek. Veel ontevredenheid bestaat er over de werking van het warmtewerend glas en het ontbreken van een airco, een voorziening die tegenwoordig in de meeste lowbudget auto’s al beschikbaar is. Of zoals een van de kraanmachinisten het treffend zegt: ‘Als je met 30 graden in het terrarium zit is dat slopend.’ Het verbeteren van de deskundigheid van de mensen onder de kraan, het verbeteren van de werkomstandigheden van kraanmachinisten, het werkelijk ontwikkelen van een veiligheidscultuur zal uiteindelijk financiële investeringen vergen. Die investeringen zullen zich mogelijk terugverdienen, maar misschien ook de kostprijs verhogen. Dat laatste staat op gespannen voet met de doorgaans kostengedreven bouwpraktijk, maar mensenlevens zijn dat waard. FNV Bouwen & Wonen en HZC dagen werkgevers én opdrachtgevers uit om op dit concrete thema de race naar beneden te stoppen en te zoeken naar het juiste evenwicht tussen welzijn, veiligheid en commercie. OVER DE ENQUÊTE In samenwerking met Het Zwarte Corps heeft FNV Bouwen & Wonen een online enquête uitgezet onder kraanmachinisten. 378 machinisten hebben de enquête
De machinist tilt er zwaar aan
21
grotendeels ingevuld. Gelet op het aantal geldige TVCT-certificaten van de doelgroep (ca. 9.000) is de enquête representatief. De vragen die zijn gesteld zijn overwegend gesloten van aard, waarbij op enkele plaatsen de mogelijkheid bestond een antwoord toe te lichten. Bij de vragen waarnaar in deze tekst is verwezen is het aantal respondenten vermeld. Van de 378 machinisten waren 47 respondenten lid van de FNV, 204 van het HZC en 4 van het CNV. 103 respondenten gaven aan geen lid te zijn van een vakbond. 257 respondenten hadden een vast dienstverband, 21 een tijdelijk, 4 werkten er als uitzendkracht en 92 waren actief als zelfstandige zonder personeel. 4 respondenten geven aan meerdere soorten dienstverband te hebben. Over het algemeen zijn er geen significante verschillen aan te wijzen tussen de antwoorden van de machinisten, gelet op de aard van hun dienstverband of de toepasselijkheid van een cao. Dit geldt wel bij vragen over de type kranen waarmee de respondenten werken en de vraag of zij voor derden werken. Ook oordeelden de machinisten die als zelfstandige werken positiever over hun verdiensten dan de machinisten die vallen onder de cao’s Bouw & Infra en Beroepsgoederenvervoer. Ook verrichtten kraanmachinisten die vallen onder de cao Beroepsgoederenvervoer en zelfstandigen duidelijk meer overwerk dan kraanmachinisten op wie de cao Bouw & Infra van toepassing is.
Voor dit artikel is onder meer geraadpleegd: • Arbouw, Werken met torenkranen en mobiele kranen. Arbouw-advies voor de bouwnijverheid • Richtlijn torenkranen, www.richtlijntorenkranen.nl • P. Swüste, ‘Torenkranen. Een ongevalsanalyse van de Onderzoeksraad voor Veiligheid’, Tijdschrift voor toegepaste Arbowetenschap (2011) nr 1
De machinist tilt er zwaar aan
23
Kraanmachinist heeft het vaak zwaar op zijn eenzame hoogte
‘HELE DAGEN IN EEN TROMBOSEHOK’ ‘Hijsen is de gevaarlijkste klus in het bouwproces’, zegt Peter Boekel. ‘En het is onvoorstelbaar hoe onverantwoordelijk daar vaak mee wordt omgesprongen.’ De Noord-Hollandse kraanmachinist kwam de gekste dingen tegen op het gebied van veiligheid en arbeidsomstandigheden. Elke dag, zomer en winter, crost Peter Boekel (56) op de motor vanuit zijn woonplaats Warmenhuizen naar de bouwplaats. Daar neemt hij de lift, die er soms wel zeven minuten over doet om hem te brengen naar waar hij wezen moet: zijn cabine op 30, op 100 of zelfs wel op 160 meter hoogte. Over het uitzicht daar heeft hij niet te klagen. Op heldere dagen kijkt de kraanmachinist vanuit Amsterdam van het IJsselmeer tot aan de Noordzee. UITGEWOONDE CABINE De kraan waar zelfstandige Boekel nu op werkt noemt hij ‘een voorbeeldmachine’: groot beeldscherm, prima communicatie, comfortabele stoel, goede kachel. En ook nog eens vakkundige collega’s op de grond. Hij is in onderhandeling met zijn opdrachtgever om bij diens bedrijf in vaste dienst te komen. ‘Niet gek toch, als je op mijn leeftijd een baan voor onbepaalde tijd krijgt aangeboden!’, glundert Boekel. Hij heeft nu dan een perfecte werkplek op zijn eenzame hoogte. Maar hij heeft het ook anders meegemaakt. De afgelopen achttien jaar liet Boekel zich als zelfstandige torenkraanmachinist inhuren door bedrijven die tijdelijk iemand op de kraan nodig hadden. Hij boerde goed. In al die jaren is hij in totaal nog geen twee maanden zonder werk geweest. Maar hij kwam op de meest uiteenlopende projecten en bij allerlei bedrijven en maakte daar de gekste dingen mee op het gebied van arbeidsomstandigheden en veiligheid. ‘Je ziet het vaak al op afstand, zo’n kraancabine die helemaal is uitgewoond. De bekleding hangt erbij. Zo’n machine is gekeurd, dus ik zeg niet dat-ie onveilig is. Maar ik noem die cabines trombosehokken. En daar zit de machinist van ‘s ochtends
24
De machinist tilt er zwaar aan
vroeg tot laat in de middag. Vaak zonder te klagen, want hij heeft angst om zijn mond open te doen.’ Boekel zelf is niet op zijn mondje gevallen. Als iets hem niet zint of hij acht een klus te gevaarlijk, dan weigert hij het werk. Dat wordt hem niet altijd in dank afgenomen want het houdt de productie maar op. Boekel: ‘Ik zeg dan: jullie wilden toch een vakman? Ik laat nu zien dat ik een vakman ben’. HOE DOM KUN JE ZIJN! Het is Peter Boekel een doorn in het oog: onvakkundige collega’s op de grond. Hij zegt: ‘Ik moet die gasten voor 100 procent kunnen vertrouwen. Anders werken we niet veilig. Hijsen is de gevaarlijkste klus in het bouwproces. En het gekke is: een kraanmachinist moet een opleiding hebben maar de man onder de kraan niet.’ Aanpikkelateur ben je niet zomaar, betoogt hij. Daar moet je aanleg voor hebben. Je moet beschikken over een mbo-denkniveau. En je moet een vooruitziende blik hebben. Al twee dagen tevoren moet je kunnen aangeven waar materialen het
26
De machinist tilt er zwaar aan
best kunnen worden gelost die straks door de kraan moeten worden verplaatst. Boekel: ‘Een goede aanpikkelateur werkt niet alleen veilig maar levert meer productie. Dat is in het voordeel van de werkgever.’ Veel werkgevers snappen dat niet. Boekel: ‘Die zeggen: deze jongen kan verder niks, zet hem maar onder de kraan. Dan heb je dus een kraan die is gekeurd, je hebt hijsmateriaal dat in orde is, je hebt een vakman in de cabine en dan ga je enorme risico’s lopen door een vent onder de kraan te zetten die je bij wijze van spreken zo van de straat hebt geplukt. Iemand die nog niet weet hoe een portofoon werkt. Hoe dom kun je zijn!’ Tegenwoordig zijn het op de bouw vaak buitenlanders die als aanpikkelateur worden ingezet. Dat is linke soep. Boekel: ‘Die collega’s denken dat ze veilig bezig zijn omdat in hun land van herkomst de lat een stuk lager ligt dan bij ons. Daar komt bij dat ze het Nederlands onvoldoende beheersen. Eén woord dat verkeerd wordt verstaan is levensgevaarlijk als je een last van tien, twintig ton aan het hijsen bent. Je kunt het die mannen niet kwalijk nemen. Petje af dat ze hier komen werken om een boterham te verdienen. Maar een werkgever moet wijzer zijn. Hij is verantwoordelijk. Het is me ooit overkomen dat ik bij een werk ben weggestuurd omdat ik geen genoegen nam met de aanwijzingen vanaf de grond. Zo gek is het soms.’ IN HUN HOK Peter Boekel ziet ook hoofdschuddend aan hoe kraanmachinisten vaak worden behandeld. Van hen wordt verwacht dat ze de hele dag boven in hun hok blijven zitten. Beneden zie je een wisseling van de wacht maar de machinist moet op zijn post blijven. ‘Jij zit er tóch’, zeggen ze dan. Boekel: ‘Ik vraag weleens: als jouw dochter met de bus naar Spanje gaat, mag de chauffeur dan zonder te worden afgelost in één ruk doorrijden? Nee, dat vinden ze niet. Maar een kraanmachinist, die toch met risicovol werk bezig is, mag rustig de hele dag doorhalen. Daar klopt iets niet.’
De machinist tilt er zwaar aan
27
Kraanbestuurder is een mooi vak maar de hele dag zitten is de slechtste houding
‘VAAK LAAT IK MIJN BROOD EXPRES IN DE KEET LIGGEN’ Hijskranen. Als kind keek Remco van den Berg zijn ogen al uit: dat vond-ie mooi. Nu zit hij dagelijks in de cabine van zo’n machine. Hij heeft plezier in zijn werk en weinig te klagen. Maar twee knelpunten zitten hem dwars: de vaak lange dagen zonder behoorlijke schafttijd en de taalbarrière als gevolg van verschillende nationaliteiten op de bouwplaats. Wat hij als jochie graag wilde, heeft Remco van den Berg (34) uit Julianadorp dik voor elkaar. Hij is kraanmachinist en bedient vrijwel elke soort kraan die op Nederlandse bouwplaatsen te vinden is. ‘Mijn vader zat in de bouwwereld’, vertelt hij, ‘en als jonge jongen ging ik weleens met hem mee. Ik keek dan vol ontzag naar die enorme machines en het leek me machtig om die ooit te kunnen besturen.’ Hij deed een opleiding tot timmerman en ging werken in de bouw met een voorkeur voor klussen waar een kraan aan te pas kwam. Al gauw liet hij blijken dat zijn ambitie toch eigenlijk lag bij die gevaartes. Hij deed een opleiding en werd kraanmachinist. Na een tijd in dienst te zijn geweest bij een verhuurder van mobiele kranen, werkt hij sinds vijf jaar voor zichzelf. Hij heeft diverse opdrachtgevers. Soms voor een dagje; meestal voor langere tijd. Dat gaat goed: zijn orderportefeuille zit voorlopig vol tot mei 2018. HELE DAG ZITTEN Toren of rups, een echte voorkeur heeft Van den Berg niet. ‘Als er maar een haak aan hangt’, is zijn devies. Al heeft een rupskraan soms wel zijn voordelen omdat je als bestuurder dichter bij de grond zit. Want een keerzijde van het machinistenbestaan zijn de vele uren die je op grote hoogte moet doorbrengen. Van den Berg: ‘Ik heb een mooi vak maar een probleem is wel dat de opdrachtgever het liefst ziet dat je je broodje meeneemt naar je cabine en pas aan het einde van de dag weer naar beneden komt.’ In de bouw is het nu eenmaal vaak: ‘We moeten dóór!’ En de kraanbestuurder is de spil van het bouwproces. Hij is onvervangbaar.
De machinist tilt er zwaar aan
29
Van den Berg: ‘Dat is niet goed voor een mens, de hele dag zitten. Het is de slechtste houding. Je moet af en toe even je benen kunnen strekken. Iedereen op de bouwplaats heeft, vind ik, recht op schafttijd. Ik wil eigenlijk minimaal een half uur om even te lopen, een hapje te eten, naar het toilet. Ik claim ook vaak het recht om tussentijds een keer naar beneden te komen. Maar dan vinden ze je een zeikerd. Vaak laat ik mijn brood expres in de keet liggen, zodat ik om te eten wel uit de kraan moet komen.’ TWEE UUR DOOR Hij heeft geen hekel aan zijn cabine, benadrukt Van den Berg. En als het niet anders kan, blijft hij wel op zijn post. Maar dat moet goed tevoren gecommuniceerd worden, zodat hij weet waar hij aan toe is. ‘Niet dat ze halverwege de dag er nog eens mee aankomen dat er geen tijd is voor pauze. Dat als het beton weg is, meteen de kozijnenboer weer op het werk verschijnt en zijn spullen gelost wil hebben. En dan komt het ook nog voor dat je om vier uur ‘s middags te horen krijgt dat je nog twee uur door moet om een karwei af te maken.’ Met een rupskraan is het leven op de bouwplaats voor een machinist wel wat eenvoudiger. Daar spring je makkelijker even af om een rondje te lopen of naar de wc te gaan. En ook kunnen de jongens op de grond je beter even een kop koffie aanreiken. VEILIGHEID ROND DE KRAAN Over het materieel heeft Van den Berg over het algemeen weinig te klagen. Soms treft hij een stoel die niet lekker zit of een defect zodat bepaalde functies niet meer ingesteld kunnen worden. Maar dat soort problemen komt hij vooral tegen als hij ergens een of twee dagen draait. Op de werken waar hij langer zit is het materieel meestal goed in orde. Steeds vaker is er ook een beeldscherm in de cabine, zodat de machinist niet de hele tijd naar voren hoeft te hangen om naar beneden te kijken. Over de veiligheid op en rond de kraan is Van der Berg te spreken. ‘Ik kom weleens iets tegen wat niet goed is geregeld. Maar mijn ervaring is, dat het doorgaans snel wordt opgelost als ik dat signaleer.’ LASTIG WERKEN Wat de Noord-Hollandse kraanbestuurder als het belangrijkste knelpunt op zijn werk ervaart, zijn de gevolgen van de vele nationaliteiten die momenteel op de bouwplaats rondlopen. ‘Daar prik ik moeilijk doorheen.’ Voor de grondcollega’s, zoals de aanpikkelateur, is de kraanmachinist nu eenmaal afhankelijk van de
30
De machinist tilt er zwaar aan
opdrachtgever. De een zet een gecertificeerde kracht in voor dit secure werk; de ander duwt de eerste de beste een portofoon in handen. Dat laatste is al niet fijn maar als het ook nog iemand betreft die de taal niet machtig is, dan wordt de communicatie - cruciaal voor goed en veilig werken - een probleem. ‘Daar kan zo’n jongen niks aan doen, die krijgt ook maar een opdracht. Maar het is lastig werken. Mijn Pools is niet zo goed en een portofoon kraakt toch al’, aldus Van den Berg.
De machinist tilt er zwaar aan
31
WORDT VERVOLGD In deze brochure is een beeld geschetst van de omstandigheden waaronder kraanmachinisten tegenwoordig hun werk moeten doen. Dit ooit zo prachtige vak dreigt te bezwijken onder werkdruk, gebrekkig materiaal, slechte communicatie, onprofessionele collega's op de grond en een weinig respectvolle bejegening. Een enquĂŞte van FNV Bouwen & Wonen en Vakvereniging Het Zwarte Corps bevestigt dat. Met het uitgeven van deze brochure is het werk niet klaar. Dat begint pas. De enquĂŞte en de uitkomsten ervan vormen de basis voor gesprekken die gevoerd gaan worden met alle betrokkenen in de bedrijfstak. Want het is duidelijk dat er snel verandering moet komen in de arbeidsomstandigheden en de benadering van kraanmachinisten. Voor henzelf. Maar ook voor iedereen op en in de buurt van de bouwplaats die in gevaar verkeert zolang de kraanmachinist zijn verantwoordelijke werk niet op een professionele en veilige manier kan doen. FNV Bouwen & Wonen en Vakvereniging Het Zwarte Corps gaan daarmee in alle breedte aan de slag. De klachten van de machinisten zijn daarbij de leidraad. Werkdruk, lange werkdagen en pauzes komen aan de orde. Evenals de eisen die gesteld moeten worden aan materieel en materiaal. En ook de rol van de aanpikkelateur en de kwalificaties waaraan hij moet voldoen. Sommige kraanmachinisten opperen de mogelijkheid om kraanmachinist en aanpikkelateur te laten rouleren. Iets om te bespreken. Volop werk aan de winkel dus en... wordt vervolgd. Net als alle werknemers op de bouwplaats, kunnen machinisten altijd bij de bond terecht. FNV Bouwen & Wonen kent sinds enkele maanden een meldpunt voor werknemers om onveilige situaties op het werk aan te kaarten: www.fnvbouw.nl/meldpuntveiligheid. Het melden van misstanden kan met naam en toenaam maar eventueel ook anoniem. Werknemers die graag eens verder praten over hun situatie of gewoon hun verhaal kwijt willen, zijn daarvoor van harte welkom bij FNV Bouwen & Wonen. Een mailtje naar projectbouwkolom@fnv.nl is voldoende. De bond neemt dan contact op. Leden van Het Zwarte Corps kunnen terecht bij de servicedesk 030 600 60 70 of info@hzc.nl.
32
De machinist tilt er zwaar aan
De machinist tilt er zwaar aan
33
COLOFON Uitgave Stichting FNV Pers Tekst Peter van der Aa, Derk Jansen Eindredactie Peter van der Aa Concept & Branddesign BTM | Bataafsche Teekenmaatschappij, Rotterdam Opmaak Zippa grafisch ontwerp, Bussum Fotografie Martin de Bouter Order 62001 Maart 2017
fnvbouw.nl