De toekomst is fantastisch! versie 19072017

Page 1

DE TOEKOMST
 IS FANTASTISCH!
 hoe Nederland beter kan
 Frank van Oirschot & Pieter Haasnoot

-1-


DE TOEKOMST
 IS FANTASTISCH!
 hoe Nederland beter kan

-2-


Frank van Oirschot & Pieter Haasnoot - 2017

-3-


MANIFEST
 
 
 We leven in een tijd van ongekende veranderingen.
 Oude structuren geven geen antwoord meer op de uitdagingen van vandaag.
 Nieuwe samenwerkingsvormen komen op.
 
 Dat geeft ons de mogelijkheden om
 met elkaar
 door een combinatie van 
 optimisme, technologie, netwerken, 
 een nieuwe visie op markt en ondernemerschap
 en een frisse politieke ambitie
 
 een samenleving te bouwen
 waarin voor iedereen
 van alles genoeg is
 en van niets teveel.

-4-


We leven in een fascinerende tijd.
 
 Een ecologische crisis lijkt dichtbij, vluchtelingen zoeken een veilig thuis en de financiële sector staat ter discussie. Oude zekerheden vallen weg. Alles verandert tegelijk. Toch is er nu - in de 21e eeuw - veel reden voor optimisme. Extreme armoede vermindert. Geweld neemt af. De gezondheidszorg van veel mensen verbetert. En steeds meer mensen hebben nu onbeperkt toegang tot informatie.
 
 Snelle ontwikkelingen in technologie en wetenschap leveren ons nieuwe kennis, producten en betere mogelijkheden tot samenwerking. Maar die ontwikkelingen veranderen ook de oude 19e en 20e eeuwse uitgangspunten van de maatschappij. En dat geeft spanning. We zitten in een tussenfase. We voelen dat structuren uit het verleden geen oplossingen meer bieden voor de problemen van vandaag. Maar we hebben nog geen zicht op nieuwe. De kansen zijn enorm, maar oude denkpatronen zitten ons nog in de weg. Daardoor gaan positieve ontwikkelingen langzaam. Té langzaam vinden wij. Daar moet verandering in komen.
 
 De wereld veranderen is geen ‘piece of cake’. Het vraagt denkwerk én praktische stappen. Er een boek over schrijven is al een stuk makkelijker, maar ook dat heeft heel wat voeten in de aarde. In de discussies over een betere wereld kun je elkaar kwijtraken, omdat je allebei met je eigen beeld van de toekomst in je hoofd zit. Dat geeft wel pittige discussies, maar je komt er niet echt verder mee. Een echte dialoog komt dan niet tot stand.
 
 Er kwam een moment dat Pieter bij het schrijven doorkreeg, dat de discussies met Frank een weerslag waren van de weerstand, die je ervaart als je échte diepgaande veranderingen nastreeft. Inhoudelijk en qua ‘moreel kompas’ zitten we duidelijk op één lijn. We denken allebei dat de snelle ontwikkelingen in technologie en wetenschap nu grote kansen bieden op een betere wereld. Voor iedereen.
 
 Maar over de manier waarop je die veranderingen in gang zet, konden we af en toe flink van mening verschillen. Zo hebben we veel gediscussieerd over de invloed van technologie. Frank ziet technologie als een middel om de samenleving

-5-


met praktische stappen te verbeteren. Pieter is het daar mee eens, maar wordt niet moe erop te wijzen, dat we daarvoor ook onze oude denkpatronen moeten veranderen. Deze schijnbare tegenstelling heeft het schrijven zelfs enige tijd stil gelegd. Frank zat niet te wachten op theoretische analyses en Pieter heeft een broertje dood aan lichtzinnige daadkracht, die niet leidt tot échte veranderingen. We hebben geleerd dat je die verschillende visies op verandering kunt overbruggen. Niet door te proberen elkaar te overtuigen, maar door te begrijpen dat beide visies van waarde zijn. Ze vullen elkaar aan. De een kan niet zonder de ander.
 
 Die twee benaderingen staan voor iets groters. Als we de wereld écht willen veranderen, hebben we denkers én doeners nodig. Einstein zei het al: we kunnen onze problemen niet oplossen met dezelfde manier van denken, waarmee we ze hebben gecreëerd. Daarom zijn we niet bang om hier en daar wat dieper te graven in geschiedenis, filosofie en economie. Geen zorgen: we houden het toegankelijk. 
 
 Tegelijkertijd is voor verandering daadkracht en ondernemerszin nodig. We maken ook duidelijk welke radicale stappen we nú kunnen zetten naar een betere wereld. Te beginnen in Nederland. Door een combinatie van optimisme, technologie, en een nieuwe visie op markt en ondernemerschap. En door een frisse politieke ambitie. Samen met geestverwanten - ondernemers, filosofen, economen en toekomstdenkers - starten we met het bouwen van een betere wereld. Met grotere stappen. 
 
 De toekomst is fantastisch!
 
 Frank van Oirschot
 Pieter Haasnoot

-6-


INHOUD
 
 01

HET KAN ANDERS

1.1

Van innovatie naar vooruitgang.

1.2

Grotere stappen.

1.3

De marsroute.

02

WAKE UP CALL

2.1

De snelheid neemt toe.

2.2

De technologische ontwikkelingen op een rijtje.

2.3

Wetenschap is mind blowing!

2.4

Wat gebeurt er de komende tien jaar?

2.5

De beloften van technologie.

03

USED TO BE DON’T COUNT ANY MORE - GEVOLGEN

3.1

Alles verdampt tot data.

3.2

Piramides worden netwerken.

3.3

De schaarste voorbij.

3.4

Op weg naar gratis.

3.5

Cijfers kloppen niet meer.

3.6

Eigendom in de steigers.

3.7

Talenten voor de toekomst.

3.8

Op naar een nieuwe cultuur?

04

A BUMPY ROAD AHEAD - UITDAGINGEN

4.1

Werken we straks nog?

4.2

Waarom het deze keer anders is.

4.3

Deel- of steel-economie?

4.4

Van wie zijn die data?/ Ethische vragen over AI

4.5

De gig economy middenklasse onder druk/ information asymmetrie

4.6

Wie koopt er straks nog een auto?

4.7

Hallo politiek, doen jullie nog mee?

-7-


05

DENKERS & DROMERS - VISIES OP DE TOEKOMST

5.1

Denkers met lef.

5.2

We hebben dromers nodig.

5.3

Oude denkers - met ideeën voor morgen.

5.5

Filosofie - de grote brokken (Mens/natuur - Emergentie opnemen)

5.6

Nieuwe stromingen. (biologien technologie / tijd / etc)

5.7

Onverschrokken wijsheid. (Het goede Skidelsky/Böll)

06

HOOFD, HART & HANDEN

6.1

De grote uitdaging.

6.2

Veranderingen hebben een taal - Sloterdijk/ Benedictus) Theory U

6.3

Langzaam kantelen of versnellen?/ Kunnen we goede veranderingen

versnellen? ? Ismael/ van Geest
 6.4

Think big - start small - fail fast/ Understanding Crisis/ Gedwongen

worden tot verandering/ Durf af te wijken - Whiplash (Joi Ito / Reid Hoffman)/ Durf door te vragen - 5 why’s/ Zet een grote stap - Black sky thinking/ Wanneer je moet beginnen - Second Curve/Gardner hype cycle
 6.5

Hugging the enemy - systeem denken en deep dialogue

6.6

Het leven als ontwerp - Design Thinking - Responsible innovation

6.7

Hoofd, hart en handen.

07

OPLOSSINGEN - ONDERNEMEN IN DE 21E EEUW

7.1

Mercator sapiens.

7.2

Classic value creation - nieuwe monopolies

7.3

Shared value creation.

7.4

Social enterprises.

7.5

Collaboratie value creation/crowd based capitalism.

7.6

Organisaties van de toekomst/ zie mail platform business + Carsten

stoecker
 7.7

Impact investing.

7.8

Circulaire economie.

-8-


7.9

Lokaal en globaal tegelijk.

7.10

The crypto-economy.

7.10

Eco modernisme - connecting ecology, technology and capitalism.

08

OPLOSSINGEN - DE BELOFTE VAN NETWERKEN

8.1

Samenwerken heeft een geschiedenis.

8.2

Tragedy of the commons. (klassiek en modern; waarom scalen plat-

forms niet?) 8.3

Deeleconomie - feit of fictie?/ ander eigendom.

8.4

Digital Commons.

8.5

New coöp platforms - disrupting the disruptors

8.6

Blockchain for dummies - wat is het en wat hebben we eraan

8.7

Blockchain bull shit

8.8

Ecosysteem services/nieuwe vormen van eigendom?

8.9

Van wie zijn die netwerken - de opkomst van de DAO.

8.10

Nieuwe vormen van collectief eigendom

8.11

Social physics - wat weten we van netwerken?

8.12

Incubators

09

OPLOSSINGEN - DE ROL VAN DE OVERHEID

9.1

Paradox van de moderne wereld.

9.2

Universele rechten van de - digitale - mens/ the right to know

9.3

Partner Staat.

9.4

Ecologische economy.

9.5

Ethische markt.

9.6

Naar nieuw geld.

9.7

Nieuwe vormen van democratie.

9.8

Holistische overheid.

10

SAMEN BOUWEN AAN EEN BETER NEDERLAND

10.0

Radicaal vooruit.

-9-


10.1

Kies Start Up Cities.

10.2

Vier keer een miljard.

10.3

Platteland of beste digitale regio?

10.4

Distributed energy landscape/ander energie landschap.

10.5

Scheiden van werk en inkomen - basis inkomen en basis banen.

10.6

Geoormerkte budgetten.

10.7

Van arbeidsmarkt naar kennismarkt/new operating system for work.

10.7

Altijd onderwijs - voor welk probleem is dat een oplossing?

10.8

Data wallets.

10.X

Geloven we nog in auteursrechten? (Let op: GEN IP meenemen)

10.9

Een coöp platform Bank

10.10

Een coöp platform Verzekeringsmaatschappij

10.11

Digitale democratie (David van Reybroeck)

10.12

Digitale staat (pax.org)/ De belofte van block chain voor de politiek

10.14

Inspirerende voorbeelden/scenarios

10.10

Voorbeeld I

: Smart cities.

10.1

Voorbeeld II : Finland/Zwitserland - Basic Income.

10.1

Voorbeeld III : Tunesië - Bitcoin.

10.1

Voorbeeld IV : Estland - Digital State.

10.1

Voorbeeld V : Oekraïne - a blockchain state.

11

WIE GAAT HET DOEN? WIJ!

11.2

Beweging - a movement of movements.

11.3

Media en educatie - leren van de toekomst.

11.4

Ideeën - incubator voor coöperative platforms.

11.5

Geld - een investeringsfonds.

11.6

Platform - sluit u aan en spread the word.

11.7

Vooruit dan maar, ook de politiek.

11.8

Wat kunt u doen?

12

ANDERE BOEKEN - LITERATUUR OVERZICHT

- 10 -


‘Het was de beste der tijden, het was de slechtste der tijden,
 het was de eeuw van wijsheid, het was de eeuw van dwaasheid,
 het was het tijdvak van het geloof, het was het tijdvak van ongeloof,
 het was het jaargetijde van het licht, het was het jaargetijde van duisternis,
 het was de lente van de hoop, het was de winter van de wanhoop.’
 
 A Tale of Two Cities - Charles Dickens - 1859

- 11 -


01 - HET KAN ANDERS - EN BETER
 
 1.1

Van innovatie naar vooruitgang.

1.2

Grotere stappen.

1.3

De marsroute.

1.1.

VAN INNOVATIE NAAR VOORUITGANG

We worden steeds slimmer. We hebben slimme telefoons, auto’s, huizen en steden. We leven in een tijd waarin technologie zich razendsnel ontwikkelt. Toepassen van die nieuwe technologie wordt gezien als ‘slim’.
 
 Politici en ambtenaren praten daarom graag over slimme oplossingen voor allerlei problemen. Ze bedoelen daarmee dat technologie grote kansen biedt op een betere wereld. Technologie zou het leven van miljoenen mensen kunnen verbeteren, terwijl we tegelijkertijd de ecologische en financiële crises oplossen. Als we nú de juiste stappen zetten, kunnen we mensen - overal ter wereld - van water, goede voeding en gezondheidszorg voorzien, zonder ons leefmilieu aan te tasten. We kunnen mensen onbeperkt toegang geven tot informatie, onderwijs en energie. We kunnen mensen zekerheid bieden over hun inkomen en we kunnen werk zinniger en prettiger maken. We kunnen reizen sneller en efficiënter maken. Als we technologie en wetenschap op de juiste manier gaan gebruiken zal vooruitgang meer dan ooit de menselijke geschiedenis bepalen.
 
 Maar om dat te bereiken hebben we niet genoeg aan die slimme technologie. We moeten streven naar ‘wijze’ technologie, die echte vooruitgang voor iedereen betekent. Dat vraagt de moed om oude ingesleten paden te verleggen. Als we vastberaden de kansen willen grijpen die technologie ons nu biedt, dan zullen we ook een geïnspireerd debat moeten voeren over onze economische, politieke, juridische, ethische en filosofische overtuigingen. Echte vooruitgang vraagt om een heel ander perspectief. En om optimistische toekomstbeelden.

- 12 -


Oude ingesleten paden verleggen hebben we eerder gedaan. Ian Golding - professor aan Oxford University - beschrijft de tijd waarin we nu leven als het begin van een nieuwe renaissance.1 In de westerse wereld hebben we zo’n renaissance eerder meegemaakt, van grofweg 1450 tot 1550. In heel korte tijd kwamen nieuwe ideeën op, die de visie op het menszijn en de samenleving ingrijpend veranderden. Tot die tijd leefden we in Europa in gesloten agrarische samenlevingen, waarin kennis was geconcentreerd binnen een kleine elite - de geestelijkheid en de adel. Het politieke systeem en de economie waren feodaal. Geboorte bepaalde je plaats in de rangorde. En de bijbel bepaalde je wereldbeeld.
 
 Dat begon te veranderden aan het begin van de veertiende eeuw. Dat was geen makkelijke tijd in Europa. De pest raasde over het continent. Landen waren verwikkeld in lange reeksen gewapende conflicten. Roversbenden terroriseerden het platteland. Maar tegelijkertijd herleefde de belangstelling voor de klassieke oudheid. Er werden belangrijke nieuwe uitvindingen in Europa geïntroduceerd, zoals papier, het kompas en buskruit. Ontdekkingsreizigers begonnen de werkelijke wereld te ontdekken. Continenten buiten Europa werden in kaart gebracht. Er ontstond uitgebreide internationale handel. De boekdrukkunst werd uitgevonden, wat zorgde voor snelle verspreiding van informatie. Steeds meer mensen konden zich ontwikkelen. Ze durfden daardoor zelfs hun vertrouwde godsdienst ter discussie te stellen. Dat leidde later tot ingrijpende hervormingsbewegingen zoals de Reformatie. De manier van kijken van mensen veranderde sterk. Ook letterlijk: in de schilderkunst begon een ander - realistischer - perspectief een rol te spelen.
 
 Nu - 500 jaar later - maken we volgens Golding opnieuw zo’n periode door. Ons bestaan is steeds meer digitaal. En straks zelfs virtueel. De beschikbaarheid van informatie neemt enorm toe. Deze keer niet door Gutenberg - die in het westen wordt gezien als de uitvinder van de boekdrukkunst - maar door mensen als Zuckerberg, de icoon van social media. Onze kijk op de werkelijkheid verandert opnieuw ingrijpend. We beleven door technologie een nieuwe renaissance.

1

‘Age of Discovery - Navigating the Risks and Rewards of our New Renaissance’ - Ian Goldin & Kris Kutama - 2016

- 13 -


Anderen maken de vergelijking met de industriële revolutie uit de 19e eeuw.2 Ook toen veranderde de manier waarop we werkten en leefden. Door allerlei uitvindingen - telefoon, telegrafie, elektriciteit en stoommachines - konden we steeds beter communiceren en op steeds grotere schaal produceren. Mensen trokken van het platteland naar de steden, waar arbeiders in fabrieken gingen werken. Vaak onder erbarmelijke omstandigheden. Die hebben we - in westerse landen - enigszins bijgeschaafd door ingrijpen van de overheid. Sociale wetgeving zorgde in de 20e eeuw voor balans tussen de voordelen en de nadelen van de liberale markteconomie.
 
 Jeremy Rifkin omschrijft dat we nu weer zo’n industriële revolutie doormaken. We ontwerpen - net als in de 19e eeuw - andere systemen voor energie, communicatie en productie. Die leiden volgens Rifkin tot andere economische machtsverhoudingen. Het World Economic Forum wijdde zelfs een Davos-meeting aan deze nieuwe industriële revolutie.3 
 
 Schrijvers als Goldin en Rifkin maken de vergelijking met perioden uit de geschiedenis, om te laten zien hoe ingrijpend de veranderingen zijn die we nú doormaken. De meeste mensen begrijpen wel dat technologische ontwikkeling leidt tot handige apps en leuke games. We delen de laatste jaren moeiteloos de details van ons leven op social media. We kunnen de weg niet meer vinden zonder Tom Tom.
 
 Maar dat nieuwe technologie ook leidt ook tot diepgaande veranderingen in economische en maatschappelijke systemen, dat is moeilijker te begrijpen. Terugkijken naar de geschiedenis helpt dan. Niet omdat het vroeger beter was, maar omdat we onze eigen tijd dan beter begrijpen. En daardoor kunnen we de toekomst beter vorm kunnen geven. Dit boek gaat daarom over ‘connecting the dots’. We brengen niet alleen de nieuwe technologische ontwikkelingen in kaart, we laten ook zien dat we al grote veranderingen hebben doorgemaakt. En welke kansen en de uitdagingen ons nu te wachten staan. Want veranderen gaat nooit zonder angst, verlies en pijn.
 2

‘The Third Industrial Revolution’ - Jeremy Rifkin - 2011

3

‘The Fourth Industrial Revolution’ - World Economic Forum - Klaus Schwab - 2016

- 14 -


Onze samenleving is nu nog gebouwd op fundamenten, die we grotendeels hebben gelegd in de 19e eeuw. Die passen niet meer bij deze tijd. We zien scherper dan voorheen dat onze lineaire manier van produceren - van nemen, maken en weggooien - enorme schade toebrengt. We gaan niet efficiënt om met grondstoffen en we beschadigen met ouderwetse productiemethoden het klimaat en de aarde. Er is grote behoefte aan een circulaire economie, die is gebouwd op nieuwe economische principes. 
 
 Het gaat bij het ontwikkelen van zulke nieuwe principes niet alleen om duurzaamheid en ecologie. Ons oude economische systeem zorgt ook voor steeds meer onzekerheid en sociale ongelijkheid.4 We zullen ons ook moeten afvragen of onze oude ideeën over de werking van de markt, schaarste, consumptie, geld en werk nog wel een goede basis zijn voor een mooie toekomst in de digitale wereld. En wat betekent nieuwe technologie voor het organiseren van de zorg, onderwijs, onze energievoorziening en voor de inrichting van buurten en steden?
 
 Op veel van die terreinen zijn nu al maatschappelijke bewegingen actief. Mensen voelen de mogelijkheden van verandering en het onvermogen van de overheid. Burgers zijn beter geïnformeerd en beter met elkaar verbonden dan ooit. Mensen wachten daarom overheidsbeleid niet meer af, maar organiseren zichzelf. Jan Rotmans omschrijft deze fase als een stilte voor de storm. De samenleving bevindt zich op een kantelpunt.5 Er is een sterke beweging van onderop, die steeds meer zal gaan botsen met de gevestigde orde.
 
 We hebben daardoor in deze tijd meer aandacht voor ‘coops’ - de gedachte dat activiteiten ook door burgers gezamenlijk kunnen worden ondernomen. En voor ‘commons’ - het idee dat sommige goederen niet één eigenaar hebben, maar ter beschikking staan van iedereen. Dat zijn geen nieuwe samenwerkingsvormen. We kennen commons van het gezamenlijk gebruik van bossen, viswater en landbouwgebieden. En coöperaties uit vroeger tijden van het gezamenlijk produceren, han4

Le Capital au XXIe siecle’ - Thomas Piketty - 2012

5

Jan Rotmans - ‘In het oog van de orkaan’ - 2012

- 15 -


delen en verzekeren. Zulke commons en coöperaties zijn nu weer actueel voor het gezamenlijk produceren en gebruiken van data, informatie en software. We gaan er daarom hierna uitgebreid op in.
 
 We zien nu overal zulke nieuwe initiatieven aan de basis van de maatschappij. Maar hun invloed is nog beperkt, want ze lijken zich nog niet altijd bewust van de mogelijkheden om snel sterker en groter te worden. Ze vieren kleinschaligheid soms als een doel op zichzelf. Dat kan nu snel veranderen. Nieuwe software die gezamenlijk produceren en ondernemen mogelijk maakt ontwikkelt zich razendsnel. Het gaat daarbij niet alleen om de bekende social media, maar ook om software die vertrouwen en handel tussen mensen ondersteunt.
 
 Zulke bottom-up bewegingen staan steeds vaker tegenover een centrale overheid, die allerlei taken wil afstoten, maar toch graag zelf de controle houdt. Dat leidt tot frictie en ontevredenheid. Zeker als die centrale overheid op allerlei terreinen lijdzaam en passief is, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid. Want Nederland mag dan een van de gelukkigste landen ter wereld zijn, als we ook de duurzaamheid van onze economie meewegen duikelen we op de ranglijstjes naar beneden.6 We zijn tevreden ten koste van de natuur en ten koste van anderen.
 
 Urgenda - een burgerplatform op het gebied van duurzaamheid - heeft samen met negenhonderd mede-eisers de Nederlandse Staat in een gerechtelijke procedure zelfs moeten dwingen tot een stringenter klimaatbeleid. Ook Milieudefensie is zo’n zaak tegen de overheid begonnen en eist schonere lucht. De lucht is tenslotte van ons allemaal. Volgens Milieudefensie kost luchtvervuiling burgers gemiddeld dertien maanden van hun leven, maar de overheid grijpt niet in.
 
 De rechter heeft de eisers in de Urgenda-zaak in het gelijk gesteld. De passieve Nederlandse overheid moet van de rechter meer klimaatacties ondernemen om ons aandeel in de CO2-uitstoot te verminderen. Een fantastische overwinning, maar de vraag blijft waarom de Nederlandse overheid eigenlijk zo passief is op het gebied van duurzaamheid. Waarom hebben we geen ambitieuze, vooruitstrevende 6

‘Meten van SDGs: eerste beeld voor Nederland’ - CBS november 2016 & happyplanetindex.org - 2016

- 16 -


overheid? Zijn rechtszaken tegen de overheid de enige manier om de politieke onverschilligheid te doorbreken?
 
 Naast actieve bottom-up bewegingen en een passieve overheid, zien we overal in de wereld nu golven van technologische innovatie. Sommige start-ups groeien razendsnel en creëren in korte tijd enorme beurswaarde. Ze leveren nieuwe services, waar mensen al snel niet meer buiten kunnen. Ondernemers in Silicon Valley maar ook daarbuiten - gaan ervan uit dat zulke innovatie zal leiden tot grote overvloed en een fantastische nieuwe wereld.7
 
 Moeten we voor een betere wereld dan maar vertrouwen op die tech-bedrijven? Dat zou naïef zijn. Om de grote platforms van deze tijd - Facebook, Google, AirBnB en Uber - hing lange tijd een romantisch sfeertje van start-ups, die in de ‘deel-economie’ het beste voor hebben met de samenleving. Maar we beginnen steeds beter te zien dat het eigenlijk ouderwetse ‘kapitalistische’ organisaties zijn. In een nieuw jasje: in plaats van arbeid verzamelen deze bedrijven nu onze data. De waarde daarvan komt tegen zeer lage kosten toe aan de top van die centraal geleide platforms, terwijl door hen geen enkele verantwoordelijkheid wordt genomen voor de maatschappelijke gevolgen van hun activiteiten. 
 
 Jaron Lanier noemt die tech-bedrijven daarom ‘sirene servers’.8 Zoals de oude Griekse halfgodinnen - sirenen - verleiden ze passanten met hun mooie uiterlijk en hun gezang. In de Griekse legende sloegen de schepen van die passanten vervolgens te pletter op de rotsen, waarna de sirenen alle levenskracht uit hun slachtoffers zogen. Een waarschuwing om ter harte te nemen.
 
 
 1.2

GROTERE STAPPEN

Zou het niet mogelijk al die krachten van verandering - bottom-up bewegingen, netwerken van mensen, de overheid en tech-ondernemingen - te verenigen in een 7

‘Abundance - The Future is Better than you Think’ - Peter Diamandis - 2012

8

‘Who Owns the Future’ - Jaron Lanier - 2013

- 17 -


‘movement of movements’? Vanuit de gedachte dat we samen - met de hulp van innovatieve technologie - de samenleving nu écht opnieuw kunnen ontwerpen?
 
 In praktijk blijkt dat best moeilijk. We lijken wel in verschillende werelden tegelijk te leven. Enerzijds een wereld van oude economische en politieke opvattingen - ‘zo zit de wereld nou eenmaal in elkaar’ - en anderzijds snelle technologische vernieuwingen, die de wereld ingrijpend veranderen. De ecologische en economische bedreigingen zijn donkerder dan ooit, maar tegelijkertijd zorgt nieuwe technologie voor een zonnig optimisme.
 
 De wereld is bovendien complex geworden. We worden in deze tijd steeds meer geconfronteerd met ‘wicked problems’ - uitdagingen, waarvan we de oorzaak, het einde en de omvang niet precies kennen. Problemen die de kern van het menszijn raken, maar die juist daardoor moeilijk zijn op te lossen. Dat zien we op het gebied van het klimaat, maar ook op het gebied van ons economische-, financiële- en politieke systemen nemen de zorgen toe en blijven oplossingen uit.
 
 Er worden nu op belangrijke terreinen wel mooie internationale afspraken gemaakt - dat geeft hoop. Maar dat betekent niet dat we nu ook de praktische maatregelen nemen die daar bijhoren. Zo heeft de Verenigde Naties in 2015 een nieuwe ontwikkelingsagenda vastgesteld met zeventien ambitieuze langetermijndoelen. Deze ‘Sustainable Development Goals’ moeten ertoe leiden dat in 2030 de wereld vrij is van armoede, honger en ziektes. En er moeten voor die tijd oplossingen zijn gevonden voor de problemen op het gebied van o.a. water, voedsel, sanitatie, klimaat en energie. 2030 - dat is over dertien jaar! Dat gaan we zo niet halen.
 
 Met betrekking tot het klimaat is in 2015 in Parijs een hoopvol akkoord gesloten, waarin bijna 200 landen afspreken de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen en de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 2 graden. Prachtige afspraken, het akkoord werd juichend ontvangen. Maar president Trump nam al snel afstand van de afspraken. En deskundigen rekenen ons voor dat in Nederland op korte termijn echt álles uit de kast moet worden gehaald om de uitstoot te laten

- 18 -


dalen.9 Zijn we dat al aan het doen?
 
 Nee. Bij doorrekening van de klimaatparagrafen van de programma’s van politieke partijen blijkt geen enkele partij voldoende maatregelen te nemen om te voldoen aan de afspraken, die in Parijs werden gemaakt. De doelen worden volgens experts - gedeeltelijk - omarmd, maar afdoende maatregelen blijven uit. 10
 
 Dat het veel te langzaam gaat begint steeds meer mensen op te vallen. Overal ter wereld. In Canada hebben burgers en organisaties zich verenigd in een ‘Leap Manifesto’ om duidelijk te maken, dat ze sterk de behoefte hebben om vanuit gedeelde waarden een grote sprong voorwaarts te maken.11 De verklaring werd in 2015 tijdens de verkiezingen gepresenteerd door een diverse coalitie van Canadese schrijvers, wetenschappers en activisten. Het manifest beschrijft een visie op de toekomst van Canada, die veel verder gaat dan wat de meeste bestaande politieke partijen willen. Het gaat uit van optimale duurzaamheid van de economie, terwijl tegelijkertijd het leven van de meeste Canadezen erop vooruit gaat. Klimaatverandering wordt gebruikt als een kans om oude overtuigingen opzij te zetten.
 
 Daar werd niet door iedereen meteen positief op gereageerd. Zeker niet door de politieke partijen. Vrijwel iedere politieke partij - in Canada, maar ook hier in Nederland - zal zichzelf presenteren als vooruitstrevend, inclusive en open-minded. Maar zodra goede ideeën van buiten het eigen partijkader komen, gaan mechanismes van concurrentie, onderhandeling en stemakkoorden werken. Échte verandering via de politiek blijkt niet zo makkelijk. In de pers in Canada werd al snel gesproken van ‘the overthrow of capitalism’ en ‘utopia’. Er zou een sociale revolutie nodig zijn om het te kunnen organiseren. Geen enkele pragmatische politicus zou het ‘manifesto’s madness’ kunnen ondertekenen, schreef een van Canada’s grootste nationale kranten.12 
 
 9

‘De klimaatdoelstelling van Parijs’ - Wim Turkenburg, Sible Schöne, Bert Metz en Leo Meyer - 2016

10

‘Geen enkele partij neemt het klimaatakkoord serieus’ - Gerard Reijn - Volkskrant - 29 november 2016

11

Zie leapmanifesto.org

12

The Globe and Mail - 15 september 2015

- 19 -


Maar is het Leap Manifesto wel zo radicaal? Passen de voorgestelde maatregelen respect voor minderheden, een debat over een basisinkomen, publieke controle op de energievoorziening, transitie naar een duurzame economie, investeringen in low-carbon sectoren zoals onderwijs en gezondheidszorg, het promoten van een duurzame agrarische sector, herziening van het belastingstelsel – niet gewoon binnen de grenzen van vrijwel alle klassieke politieke partijen? En laten wetenschappelijke rapporten niet keer op keer zien dat zo’n hervorming best mogelijk is?
 
 Het verlangen naar maatregelen die leiden tot een eerlijke, duurzame wereld komt nu uit heel verschillende hoeken van de samenleving. Het werd al lange tijd verkondigd door milieubewegingen en sociale protestbewegingen. Maar het wordt nu veel breder gedeeld. Zo deed paus Franciscus in 2015 een krachtige oproep om ons economisch systeem aan te passen, voordat het onze leefomgeving vernietigt. Hij schrijft dat de wereld op een afvalberg begint te lijken. 13 De paus roept op tot een nieuwe dialoog over de toekomst van de planeet. Hij doet een dringende oproep tot ‘ecologisch burgerschap' en tot een holistische visie op milieu, economie en sociale realiteit. Zijn encycliek zal vanwege de afzender wellicht niet voor iedereen inspirerend zijn, maar de inhoud en de timing zijn goed. Het maakt duidelijk dat het verlangen naar échte verandering breed wordt gedragen in de samenleving.
 
 Ook bij ons in Nederland begrijpen steeds meer mensen - van links tot rechts - dat een betere wereld vraagt om grotere stappen dan de politiek nu voor ogen heeft. Platforms zoals Urgenda en De Grote Transitie streven al langer diepgaande veranderingen na, teneinde de economie met mens en milieu in evenwicht te brengen.14 Ook ondernemers willen nu in Nederland grotere stappen in de goede richting, omdat we voor een groot aantal transities staan: ’Om een beter Nederland te kunnen bouwen – welvarend, duurzaam en met kansen voor iedereen – moeten we onze bedrijven, onze instituties en onze economie naar een nieuw niveau brengen. Doorgaan op de bestaande, vaak aan het einde van hun levenscyclus zijnde paden

13

‘Laudato Si’ - Encycliek Paus Fransiscus - 2015

14

degrotetransitie.nl - een initiatief van het Platform voor een solidaire en duurzame economie.

- 20 -


voldoet niet meer: er zijn grotere stappen nodig op tal van terreinen.’15 De ondernemers zijn ervan overtuigd dat een energietransitie moet plaatsvinden om klimaatverandering tegen te gaan. Ze zien het versnellen van die transitie als een kans voor het ontwikkelen van een nieuwe economie.16 
 
 Begin 2017 tekenden de jongerenorganisaties van tien politieke partijen een Manifest voor een Duurzame Toekomst. De jongerenorganisaties willen dat duurzaamheid één van de belangrijkste onderdelen van het regeringsbeleid wordt. Ze willen dat Nederland koploper wordt in het tegengaan van klimaatverandering. Het unieke aan het manifest is dat het zo breedgedragen is: van links tot rechts. Vrijwel alle jongeren zien het grote belang om nú actie te ondernemen - met grotere stappen tegen klimaatverandering.
 
 We moeten ons nú afvragen wat ervoor nodig zou zijn om binnen enkele jaren te leven in een land dat helemaal draait op duurzame energie. Een land met een economie, waarin we niets weggooien. Een land waarin producten die we niet meer gebruiken worden getransformeerd in nieuwe. Een land met fantastisch openbaar vervoer. Een land waarin werk bedoeld is om bij te dragen aan een betere wereld, die uitgaat van vrijheid en gelijkheid in kansen. Een land waarin mensen voldoende tijd hebben om zichzelf te ontwikkelen. Een land waarin de zorg voor elkaar en voor de planeet de snelst groeiende economische sector is. Een land waarin van alles genoeg is en van niets teveel.
 
 
 1.3

DE MARSROUTE

Grotere stappen dus. Ook in Nederland. Vanuit het besef dat bestaande maatschappelijke structuren en politieke overtuigingen geen antwoord meer geven op uitdagingen van vandaag. In deze periode van snelle technologische ontwikkelingen is leren van het verleden niet meer genoeg. We moeten gaan leren van de toekomst. En die toekomst zal op heel andere uitgangspunten zijn gebaseerd, dan 15

‘Next Level’ - VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO-Nederland - 2016

16

‘Nieuwe regering moet van energietransitie een prioriteit maken’ - Volkskrant - 26 oktober 2016

- 21 -


de ideeën die nu nog onze maatschappij, economie en politiek beheersen. 
 
 Bij zijn afscheid als hoogleraar in oktober 2016 benadrukte Herman Wijffels dat we met onze huidige manier van leven systematisch en structureel de basis van het leven aantasten. Om tot een houdbare manier van leven te komen zullen we op een nieuwe manier naar de wereld moeten leren kijken. Wijffels bepleitte een overgang naar een meer holistisch wereldbeeld, waarin niet de afzonderlijke delen en hun onderlinge strijd, maar samenwerking om de basis van het leven in stand te houden voorop staat. Ecologische, economische en sociale duurzaamheid zijn volgens Wijffels nauw met elkaar verbonden: ‘Waar mensen tekort komen is zorg voor de aarde geen prioriteit. En waar het leefmilieu degradeert komt uiteindelijk de mens in de problemen. Fossiele energie, klimaatverandering en vluchtelingenstromen hebben veel met elkaar te maken.’ 
 Volgens Wijffels zijn we toe aan het formuleren van een nationaal project waarin over kabinetsperiodes heen - kan worden gewerkt aan de economische, ecologische, sociale modernisering van ons land. Hij vergelijkt dat met de industrialisatie en opbouw van de verzorgingsstaat na de Tweede Wereldoorlog. Wijffels bepleit daarvoor de oprichting van een Nationale Investeringsbank - een idee dat zelfs in politiek Den Haag eerst enthousiast navolging kreeg. Het is tekenend dat het idee vervolgens door een lobby van de banken vakkundig de nek om werd gedraaid.17
 
 Wijffels wijst erop dat we wetenschap en onderwijs veel meer discipline-overstijgend zullen moeten organiseren, om vanuit samenhang bijdragen te kunnen leveren aan een betere wereld. Die samenhang ontbreekt nu nog. Zo zou technologische vernieuwing kunnen leiden tot een duurzame sociale wereld, maar oude economische en politieke uitgangspunten verdelen ons nu nog. Ze staan échte vernieuwing in de weg. Om vanuit samenhang naar de toekomst te kunnen zijn nieuwe uitgangspunten voor nodig. In dit boek gebruiken we er zes.
 
 DATA - Digitale technologie ontwikkelt zich nu razendsnel. De hoeveelheid data in de wereld neemt enorm toe. Die kunnen leiden tot betere informatie, tot meer 17

‘Kabinet schrapt fusieplan Nationale Investeringsbank’ - Ilse Zeemeijer, Alexander Weissink - FD februari 2017.

- 22 -


kennis en uiteindelijk tot wijsheid die ons allemaal verder brengt. Maar er ontstaan ook een andere - virtuele - realiteit, andere economische verhoudingen en uiteindelijk een digitale versie van het menszijn. De vraag hoe we moeten omgaan met die digitale realiteit is een van de belangrijkste maatschappelijke vraagstukken van vandaag.
 
 NETWERKEN - Mensen organiseren zich steeds meer in netwerken. Door de mogelijkheden van digitale communicatie kan dat steeds beter. Dat betekent dat we de maatschappij vorm moeten gaan geven met die netwerken als uitgangspunt. Veranderingen door ingrijpen van een centrale overheid zijn steeds vaker gedoemd te mislukken. Om werkelijke veranderingen teweeg te brengen zullen we de samenleving moeten besturen als een zenuwstelsel - een fragiel netwerk - en niet als een ouderwetse hiërarchie.
 
 ECOLOGIE - In eerdere perioden van ingrijpende veranderingen - de renaissance in de 15e eeuw en de industriële revolutie in de 19e eeuw - hebben we nooit hoeven nadenken over de schade, die we toebrachten aan ons eigen leefmilieu. Dat is nu wezenlijk anders. We betreden het Antropoceen, een tijdperk waarin de mens bepalend is voor de toestand van de aarde. Dat geeft ons de opdracht om nú manieren van energievoorziening, productie en consumptie te ontwikkelen, die geen schade meer doen aan natuur en klimaat.
 
 NEW ECONOMY - Door de snelle opkomst van technologie, nieuwe productiemethoden en een betere energievoorziening, doemt een wereld op waarin duurzaamheid vanzelfsprekend is en schaarste - aan eerste levensbehoeften, energie en informatie - minder absoluut is dan we ons ooit hebben kunnen voorstellen. Dit kan leiden tot een eerlijk, sociaal en duurzaam economisch systeem, maar dat gaat niet vanzelf. Daarvoor zijn radicale veranderingen nodig.
 
 ETHIEK - Technologie verandert de waarden van waaruit we opereren. En stelt nieuwe vragen over hoe goed te handelen. Het creëert als het ware ‘nieuwe mensen’, die niet meer goed passen in de oude religieuze, politieke en ethische stromingen. Verandering van de samenleving is daardoor nooit alleen maar een tech-

- 23 -


nologisch, economisch of ecologisch project. Het gaat ook om het opnieuw formuleren van de ethiek van waaruit we leven. 
 
 HOLISME - Veranderingen komen in deze tijd niet meer alleen van centrale overheden, van bottom-up bewegingen, of van innovatieve commerciële bedrijven. Ze komen uit al die hoeken tegelijk. En ze zijn diepgaand. Veranderingen gaan niet meer alléén over technologie, ecologie of economie. We zullen moeten leren te kijken naar de samenhang tussen deze terreinen. Dat vraagt om een holistische benadering. Holisme is veel meer dan een vaag new-age begrip. Holisme is het reageren op toenemende complexiteit door een gezamenlijke inspanning, die de oude grenzen van wetenschap, ondernemerschap, media en politiek overstijgt. Het vraagt om nieuwe denkmodellen, waarin intuïtie, inspiratie, creativiteit, inzicht in natuurlijke systemen en in de samenhang van dingen een grote rol spelen.
 
 De hierboven genoemde uitgangspunten komen voort uit de kansen en bedreigingen van deze tijd. Maar ze vormen op zichzelf nog geen marsroute naar een betere wereld. Snappen wat de rol van data en netwerken in de wereld is, brengt je nog niet bij een inhoudelijke politieke keuze daarover. Dat vergt een moreel kader. 
 
 Het denken vanuit een moreel kader is een van de grote uitdagingen van het huidige politiek discours. Vreemdelingenhaat, wantrouwen tegen zittende bestuurders en de opkomst van het populisme kleuren nu het politieke debat. Dit zou ertoe moeten leiden dat politieke stromingen hun morele kader opnieuw tot uitgangsput van hun toekomstvisie maken, maar dat gebeurt helaas nog nauwelijks. Technocraten krijgen alle ruimte. Er is een grote morele leegte in het politieke debat, die niet te vullen is met loos optimisme en lege maakbaarheid.
 
 Michael Sandel - hoogleraar politieke filosofie aan Harvard - is een van de leidende stemmen, die dit morele gebrek aan de orde stellen. Hij geeft aan dat het bij het ontwerpen van een nieuw moreel kader - afgezien van zorg voor de aarde - ook moet gaan om de volgende thema’s:18
 
 18

‘Progressive parties have to address the people’s anger’- Michael Sandel - Guardian 1 januari 2017

- 24 -


ONGELIJKHEID - Van alle kanten horen we dat ongelijkheid een steeds groter probleem aan het worden is. Overal in de wereld. De standaard reactie van bestaande politieke partijen is dat we moeten zorgen voor meer gelijke kansen door onderwijs. Maar voor velen is dit een holle belofte geworden. Overal ter wereld merken mensen dat vooruitgang niet meer vanzelfsprekend is. Progressieve krachten kunnen daarom niet meer alleen uitgaan van het verschaffen van de middellen tot ‘verheffing’, maar zullen zich daarnaast weer direct moeten gaan richten op verdeling van macht en welvaart.
 
 MERITOCRATIE - Het geloof dat ons maatschappelijk systeem inzet en talent beloont, moedigt winnaars aan te denken dat hun welvaart een maatstaf is voor hun eigen deugden. Het voortdurend zoeken naar een ‘level playing field’, leidt tot een meritocratie, waarin sociale posities alleen maar lijken af te hangen van inzet en talent. Maar steeds meer mensen merken dat zo’n gelijk speelveld er helemaal niet is. Het systeem is rigide, hun talenten en inspanningen worden niet beloond. Zij raken gedesillusioneerd. Enerzijds spreken politici als Obama en Clinton - en in Nederland Rutte en Pechtold - voortdurend over het belang van onderwijs. En anderzijds verdeelt Trump de samenleving voortdurend in ‘winners and losers’. Zo worden mensen aan de onderkant van de samenleving van beide kanten aangevallen: ze hebben geen opleiding en ze merken dat die ook niet zou helpen - ze worden er geen ‘winners’ mee. 
 
 ZELFRESPECT - Het verlies van arbeidsplaatsen door robotisering en kunstmatige intelligentie valt samen met het gevoel dat zinnig werk steeds minder respect krijgt. In de ‘diensten economie’ die we lange tijd hebben gepropageerd, is een groot deel van onze economische activiteit gericht geraakt op het ‘maken’ van geld in plaats van het zorgen voor mens en natuur. Mensen die geld maken verdienen daarmee exorbitante bedragen. Mensen die wel zinnig werk doen - in de zorg of het onderwijs - verdienen veel minder. Hun zelfrespect staat daardoor voortdurend onder druk. Als we niet oppassen versnelt nieuwe technologie dat verlies aan zelfrespect. Robotisering en kunstmatige intelligentie zullen grote aantallen banen overbodig maken. In dat verband wordt door velen het basisinkomen gepropageerd. Dat is zeker een van de mogelijke oplossingen voor het verdelen van inko-

- 25 -


men, maar hoe basisinkomen zal bijdragen aan het zelfrespect van mensen is een van de politieke vragen van de komende jaren.
 
 GEMEENSCHAP - Vrijhandelsverdragen en immigratie staan sterk in de belangstelling van populistische politici. Dat is eigenlijk verbazend, want dit zijn complexe uitdagingen, die een diepgaand en genuanceerd debat verdienen. Enerzijds bedreigen dragen vrijhandel en immigratie op korte termijn de banen van mensen, maar anderzijds dragen ze op langere termijn bij aan economische groei. Dat leidt terecht tot flinke discussies. Maar de felheid waarmee het debat wordt gevoerd wordt doet vermoeden dat er iets anders aan de hand is. Navolgers van populisten voelen zich verraden doorhun bestuurders. En dat laten ze vaak op een nare manier zien: vreemdelingenhaat, en criminalisering van moslims en andere ‘outsiders’. De grenzen dicht!
 
 Liberalen en sociaal democraten antwoorden daarop met het vasthouden aan de oude respectabele waarden, of door het overnemen van een deel van de populistische retoriek. Beide reacties missen de point. Het gaat erom de grote vragen te adresseren die verborgen liggen in de onvrede. Wat is de morele - of zelfs filosofische - belang van nationale grenzen? Is het logisch dat we meer solidariteit hebben met onze mede-burgers dan met mensen van elders? Bestaat er zoiets als een kosmopolitische ethiek, of is ethiek altijd lokaal? Is er een verband tussen ons verlangen naar klein en lokaal en solidariteit?
 
 Al deze vragen behoeven een diepgaand en vernieuwend politiek discours over ongelijkheid, meritocratie, zelfrespect en gemeenschap. Alleen als we de uitgangspunten voor de toekomst - data, netwerken, ecologie, nieuwe economy, ethiek en holisme - koppelen aan die vier morele kaders kunnen we komen tot een visie op een fantastische toekomst. Voor wie dacht dat politiek niet meer relevant is - en steeds meer mensen vinden dat - : er valt weer wat te kiezen.

- 26 -


02 - WAKE UP CALL
 
 2.1

De snelheid neemt toe.

2.2

Technologische ontwikkelingen op een rijtje.

2.3

Wetenschap is mind blowing!

2.4

Wat gebeurt er de komende tien jaar?

2.5

De beloften van technologie.

2.1

DE SNELHEID NEEMT TOE

Overal ter wereld ervaren mensen nu grote veranderingen door digitalisering, internet en mobile media. Die technologische vernieuwing gaat veel verder dan de laatste snufjes en gadgets. Het gaat om fundamentele veranderingen, met grote gevolgen voor de samenleving. 
 
 VERSNELLING - Die technologische vernieuwing gaat steeds snéller. De meeste mensen hebben intussen wel van Moore’s Law gehoord. Gordon Moore - een van de oprichters van Intel - voorspelde al in 1965 dat het vermogen van computers iedere twee jaar zou verdubbelen. 19 Dat is uitgekomen. 
 
 En meer dan dat. Die voortdurende verdubbeling in de kracht van computers - dat exponentiële karakter - is een van de belangrijkste kenmerken van deze tijd. En het is tegelijkertijd heel moeilijk te begrijpen. Want een eenmalige verdubbeling - van 19

Moore’s Law in ‘Cramming More Components onto Integrated Circuits’ - Gordon Moore - 1965

- 27 -


geld, afstand of tijd - is op zichzelf wel te snappen. Maar iets dat voortdurend verdubbelt lijkt buiten ons begrip te vallen. We zien namelijk niet waar het einde is. We kunnen als mensen maar moeilijk écht exponentieel denken.
 
 De legende over het ontstaan van het schaakbord maakt dat duidelijk. Een koning die zich verveelde - lang geleden, in Perzië of waar dan ook - had behoefte aan wat afleiding. Een oude monnik bedacht het schaakspe, dat de koning wel beviel. Hij vroeg hoe de monnik wilde worden beloond. Die dacht even na en vroeg vervolgens één graankorrel voor het eerste veld van het schaakbord, twee graankorrels voor het tweede veld, vier graankorrels voor het derde veld. En zo steeds het dubbele voor elk volgend veld, tot en met het vierenzestigste veld. De Koning stemde daarmee in, denkend dat het een veel te lage prijs was. Zijn schatbewaarder begon te rekenen en te rekenen. Er kwam geen einde aan. Het antwoord bestaat uit twintig achter elkaar staande cijfers: 18 446 744 73 709 551 615 graankorrels.
 
 Dit verhaal maakt ons iets duidelijk over de kracht van technologie. Volgens Moore’s Law ontwikkelt technologie zich op dezelfde exponentiële manier. Moore’s Law heeft betrekking op het aantal transistors - een klein aan-en-uit schakelaartje - op een computerchip. Fabrikanten van die chips bleken in staat dat aantal schakelaartjes ongeveer iedere 18-24 maanden te verdubbelen. De kracht van een chip verdubbelt daardoor iedere achttien maanden. De sprongen in ontwikkeling worden dus steeds groter. We zijn daardoor volgens sommigen nu al op de tweede helft van het schaakbord aangeland. De sprongen in ontwikkeling zullen de komende jaren zo groot zijn, dat we ze ons nu nog niet goed kunnen voorstellen. De kracht van computers neemt exponentieel toe. Ook de kosten dalen spectaculair. 20
 
 Er zijn critici, die beweren dat Moore’s Law in de toekomst niet meer zal opgaan, omdat op een gegeven moment de schakelingen op een chip simpelweg niet meer kleiner kúnnen. Moore schatte zelf in dat rond 2020 de versnelling tot een einde zou komen. Ook daarin lijkt hij gelijk te krijgen. In juli 2015 liet chipfabrikant Intel weten dat het steeds moeilijker wordt om het aantal schakelingen op een chip

20

’The cost of computing power equal to an iPad2’ - The Hamilton Project - Brookings Institute - 2011

- 28 -


te laten toenemen. 21 Maar vertraagt daardoor ook de snelle ontwikkeling van computers, die we de laatste tijd meemaken?
 
 Nee, die zal onverminderd - en wellicht nog sterker - doorzetten. Moore’s Law is namelijk niet de enige reden voor die versnelling. Er zijn nog vele andere wetmatigheden, die ervoor zorgen dat computers in hoog tempo - met steeds grotere sprongen - krachtiger en goedkoper worden. Zo neemt het energieverbruik van computers sterk af.22 En zo neemt het aantal bits dat op een harddisk kan worden opgeslagen enorm toe.23 Ook communicatietechnologie ontwikkelt zich in een razend tempo. Sinds Marconi in 1895 de eerste radioverbinding tot stand bracht, verdubbelt het aantal gelijktijdige verbindingen in een bepaald gebied van het radiospectrum iedere dertig maanden.24 En die verdubbeling zet voorlopig door. De hoeveelheid data in een glasverbinding verdubbelt zelfs iedere negen maanden. 25 Het versturen van de informatie door glasverbindingen wordt dus in theorie iedere negen maanden met de helft goedkoper. In theorie, want helaas komt deze prijsdaling veel langzamer bij de consument terecht.
 
 Naast bovengenoemde wetmatigheden in de ontwikkeling van computers zoals we ze nu kennen, zijn er binnen afzienbare tijd heel andere, nog grótere versnellingen te verwachten. Quantum computing en biochips zullen de werking van computers wezenlijk gaan veranderen. Het tempo van die ontwikkelingen is bij het schrijven van dit boek nog onduidelijk. Maar de belofte ervan is bijzonder groot.
 
 Ook de kracht van netwerken - die mensen en computers met elkaar verbinden neemt sterk toe. We laten steeds meer werk niet door één computer laten doen, maar door een groot aantal computers tegelijk, die samenwerken in een netwerk. En die netwerken nemen weer exponentieel toe in kracht, naarmate meer mensen of machines - er onderdeel van gaan uitmaken.
 21

Zie ook de International Technology Roadmap for Semiconductors.

22

Koomey’s Law - in ‘Implications of Historical Trends in the Electrical Efficiency of computing’ - Jonathan Koomey a.o. - 2010

23

Kryder’s Law - Walter Chip - Scientific American - 2005

24

Cooper’s Law - Martin Cooper - Chairman Emeritus of ArrayComm

25

Butter’s Law - Rich Tehrani - As We May Communicate - Tmcnet.com - 2011

- 29 -


COMBINATIES - Bovenstaande opsomming is zeker niet volledig. We zien nu op heel veel verschillende terreinen van de wetenschap dat zich grote sprongen in ontwikkeling voordoen. Bovendien combineren we nu die verschillende terreinen. Een expert op één bepaald vakgebied zal meestal wel kunnen voorspellen hoe snel een bepaalde technologie op zijn terrein zich zal ontwikkelen. Maar het is maar weinig mensen gegeven te overzien, wat er zal gebeuren als ontwikkelingen op verschillende vakgebieden worden gecombineerd, terwijl ze allemaal aan het versnellen zijn. 
 
 We zijn door ons streven naar specialisaties geneigd naar slechts één vakgebied te kijken. Zo zijn veel mensen kritisch over blockchain - een nieuwe netwerktechnologie - omdat het gebruik ervan nu nog langzaam is en veel energie vraagt. Maar combineren we die nieuwe technologie in gedachten met de mogelijkheden van kwantumcomputers, dan opent zich een heel nieuwe wereld. Hetzelfde geldt voor combinaties tussen internet-of-things, big data, kunstmatige intelligentie, data storage, nieuwe interfaces enzovoorts.
 
 De versnelling in technologie is onderdeel van een veel groter proces van de ontwikkeling van kennis. Dat proces is al gaande zolang de mensheid bestaat. De mensheid gebruikt als het ware iedere wetenschappelijke ontdekking, iedere technische uitvinding, om nog betere uitvindingen te doen. Voor iemand als Ray Kurzweil - een van de toekomstdenkers van Google - is technologie een onderdeel van de biologische ontwikkeling van de mens. Die ontwikkeling versnelt en zal volgens Kurzweil uiteindelijk leiden tot ongekende intelligentie, buiten de nu bekende biologische grenzen van het menselijk leven.26 Kurzweil voorspelde al jaren geleden dat in 2029 de intelligentie van machines die van mensen zal evenaren. Hij denkt dat we rond 2045 als mensen zullen samengaan met deze nieuwe vormen van intelligentie, die dan nog weer veel sterker zijn geworden. 
 
 Kurzweil krijgt steeds meer navolgers. De geschiedenis van de mens geeft hen gelijk. Al heel vroeg in de evolutie werd informatie vastgelegd in het DNA van de eer26

‘The Singularity is Near - when humans transcend biology.’ - Ray Kurzweil - 2005

- 30 -


ste primitieve levensvormen. DNA leverde een mogelijkheid om informatie over het succes - of falen - van evolutionaire experimenten vast te leggen. Daarna volgde de evolutie van cellen, weefsels en organen. En van een enorme hoeveelheid dierlijke soorten, die uiteindelijk leidde tot de menselijke soort.
 
 De mens slaagde er vervolgens in - door de combinatie van lichamelijke kenmerken en intelligentie - een technologische ontwikkeling te starten. De eerste simpele stappen - scherpe randen aan stenen, vuur, het wiel - duurden tienduizenden jaren. Mensen ervoeren zelf niet veel van die vooruitgang. Het leven was hard en we stierven jong. Er was in duizenden jaren nauwelijks vooruitgang te bespeuren. Zo’n 10.000 jaar voor onze jaartelling ging de vooruitgang al sneller. Ingrijpende veranderingen, zoals de landbouw, de steden, het schrift, en - veel later - de boekdrukkunst volgden elkaar steeds sneller op.
 
 Vanaf de 18e eeuw begonnen we steeds meer machines in te zetten om onze productiviteit te verhogen. Molens en drukpersen bereikten een hoge graad van technische perfectie. Zijdefabrieken, tapijt- en porseleinfabrieken waren in de 18e eeuw al vrij gewoon. In de 19e eeuw ontstond er een nog grotere versnelling in technologie, door de toepassing van stoommachines en elektriciteit. Allerlei uitvindingen begonnen het leven van mensen - thuis en op het werk - te beïnvloeden. In de eerste twintig jaar van de 20e eeuw werden meer uitvindingen gedaan dan in de hele eeuw daarvoor. 
 
 En die versnelling stopt niet. We maken in onze tijd grote doorbraken mee in technologische kennis. Is het niet onvoorstelbaar dat internet zo’n twintig jaar geleden helemaal niet bestond? Volgens Kurzweil staan we op de grens van een fascinerende fase in de menselijke ontwikkeling. Over niet al te lange tijd zal kunstmatige intelligentie de menselijke intelligentie overtreffen. Er breekt een fase aan, waarin we de ketenen van onze biologische oorsprong weten te doorbreken en waarin we ongekende intelligentie en materiële vooruitgang zullen kunnen bereiken.

- 31 -


2.2

TECHNOLOGIE OP EEN RIJTJE

Voordat we gaan kijken naar de kansen - en uitdagingen - van die snelle technologische ontwikkelingen, geven we er hieronder eerst een overzicht van. Een overbodige opsomming wellicht voor de enkeling, die er dagelijks mee bezig is. Voor alle andere lezers is het hopelijk een handig overzicht.
 
 Bij het lezen van het overzicht is het belangrijk dat we ons realiseren dat veel van die nieuwe ontwikkelingen ‘general purpose technologies’ zijn. Deze GPT’s zijn niet ontwikkeld voor één specifiek productieproces of één specifieke markt. Het vuur, het wiel, het schrift, de boekdrukkunst, de stoommachine, elektriciteit, de eerste computers en internet waren ook al GPT’s. Ook de nieuwe GPT’s gaan we tegenkomen in alle markten en alle onderdelen van de samenleving. In productieprocessen, het onderwijs, de financiële sector, mobiliteit, energievoorziening, de gezondheidszorg en zelfs in de kunsten. Overal zullen we de komende jaren toepassingen van deze technologieën zien. Iedereen krijgt ermee te maken.
 
 INTERNET of THINGS - Internet zal de komende jaren steeds meer in de dingen om ons heen - en in ons zélf - aanwezig zijn. Niet alleen onze i-phone en laptop zullen verbonden zijn met het internet, maar ook ons huis, onze auto, onze koelkast, en onze boodschappen. Geschat wordt dat in 2016 al meer dan zes miljard ‘dingen’ verbonden waren met het internet. Analisten vermoeden dat het aantal zal oplopen tot ruim twintig miljard ‘things online’ in 2020.27 
 
 Apparaten, dieren en mensen zijn niet alleen verbonden met internet, ze worden ook steeds meer uitgerust met sensors, die beweging, straling, druk, en temperatuur kunnen meten. In de biologie zouden we een sensor een zintuig noemen. Sensors zorgen ervoor dat computers hun omgeving voortdurend in data kunnen meten. In de afgelopen jaren is het aantal sensors enorm toegenomen. Zonder dat we het weten zijn ze in onze smartphone altijd aan. Sensors worden nu zelfs in levende wezens geïmplanteerd. Koeien die door sensors zijn verbonden met voeder- en melksystemen zijn geen uitzondering meer. 
 27

Gartner Inc. market insights

- 32 -


De aarde wordt daardoor overtrokken met een netwerk van data en informatie ‘the cloud’. We zijn ons er nog niet van bewust, maar zodra we tegen onze smartphone of auto praten zijn we zelf - naadloos - onderdeel van die cloud. Het zal niet lang meer duren of de meeste schermen, thermostaten, computers en auto’s zullen automatisch met ons - en met elkaar - verbonden zijn. Voegen we daar intelligente software aan toe, dan hoeven we geen bewuste beslissingen meer te nemen over het doen van de was, het instellen van de verwarmingen, het doen van boodschappen en over ons vervoer.
 
 Al die apparaten hebben goede draadloze verbindingen nodig. De kosten daarvan dalen nu snel. In Amsterdam is in 2015 in zes weken tijd het The Things Network aangelegd, een netwerk - met beperkte capaciteit - dat zich specialiseert in contact met apparaten. Normaal gesproken is het uitrollen van zo’n netwerk slechts voor grote telecombedrijven weggelegd, maar The Things Network had zich zich helemaal in overeenstemming met de mogelijkheden van deze tijd - als missie gesteld dit als kleine nieuwkomer via crowdfunding te doen. Dat is gelukt. Het decentrale netwerk rolt nu uit in heel de wereld.
 
 BIG DATA - De hoeveelheid data neemt door al die sensors enorm toe. Dat is moeilijk te bevatten. Een paar getallen helpen wellicht. Onderzoekers van Berkeley University hebben onderzocht dat de mensheid tot de komst van computers wereldwijd zo’n 12 exabyte aan data en informatie moet hebben verzameld.28 Een exabyte staat ongeveer gelijk aan de hoeveelheid data op een video van 50.000 jaar lang. Vanaf de introductie van computers hadden we in 2006 al zo’n 1.600 exabytes verzameld.29 We hebben zelfs nieuwe eenheden nodig om die ongelooflijke hoeveelheden data uit te drukken. Daarom wordt nu gesproken van zetabytes, een eenheid die gelijk staat aan 1.000 exabytes. In 2015 had de wereld al 8 zetabytes aan informatie. De verwachting is dat de wereld in 2018 de beschikking zal hebben over een veelvoud daarvan.
 
 28

‘How much Information’ - Lyman and Varian - 2003

29

‘Extracting value from chaos’ - Gantz and Reinsel - 2011

- 33 -


Die enorme hoeveelheden data, de diversiteit ervan en de steeds grotere snelheid waarmee die data kunnen worden verwerkt, maken steeds meer statistische analyse mogelijk. En die analyse kan steeds beter in relevante informatie worden omgezet. Of het nu gaat om wetenschap, openbaar bestuur, misdaadbestrijding, gezondheidszorg, energievoorziening of advertising, alle markten veranderen door datagedreven conclusies en besluitvorming. We vatten dat samen als ‘big data’.
 
 Alex Pentland - professor en directeur van Human Dynamics Lab van MIT - houdt zich al jaren bezig met big data.30 Hij laat zien dat we bij big data niet alleen moeten denken aan het vastleggen van gegevens over gedrag van mensen en apparaten in het verleden. We kunnen door big data ook steeds betere conclusies trekken over gedrag in de toekomst. We zijn namelijk veel voorspelbaarder dan we denken.
 
 De verwachtingen rondom big data zijn daarom al jaren hooggespannen. Data verzamelen neemt een grote vlucht. Ons gedrag op telefoons en computers wordt nu al - vaak zonder dat we dat weten - vastgelegd. We laten ook al een constante data-stroom achter bij het wonen, werken, reizen, winkelen en reizen. Het is nog steeds niet makkelijk die grote hoeveelheden data om te zetten in bruikbare informatie. Toch zijn in verschillende sectoren nu grote doorbraken gaande. 
 
 In de gezondheidszorg bijvoorbeeld. Het bedrijf Human Longevity Inc. wil de grootste database ter wereld aanleggen op het gebied van erfelijke materiaal en gegevens over ziektes. Het bedrijf is in staat de 3.2 miljard ‘letters’ uit ieders persoonlijk erfelijk materiaal specifiek vast te leggen. En dat vervolgens voor miljoenen mensen, waardoor een enorme database ontstaat die kan worden gebruikt voor datamining in de gezondheidszorg. Het doel van Human Longevity is de volkomen personalisering van de behandeling en medicatie van ziektes. Door te personaliseren verbetert de diagnose en de behandeling. Daardoor zou zo’n dertig jaar kunnen worden toegevoegd aan ieders levensverwachting. Voor dit bedrijf is een leeftijd van 100 het nieuwe 60.
 
 30

Sandy Pentland - ‘Social Physics: How Social Networks Can make Us Smarter’ - 2014

- 34 -


Het verlengen van levens is op het eerste gezicht een mooi doel van big data. Maar het verzamelen van die grote hoeveelheden data heeft ingrijpende gevolgen voor de economie, voor privacy en voor de relaties tussen de overheid, bedrijven en burgers. 
 
 Dat bedrijven als Facebook data over consumenten leveren aan adverteerders vinden we niet zo schokkend. Dat is tenslotte het doel van Facebook. Het gaat om relatiestatus, lokatie, aantal vrienden en het gedrag online. Dat een sociaal netwerk weet dat we jarig zijn, daar zijn we al aan gewend. Die gegevens leveren we immers vaak zelf. 
 
 Maar Facebook gaat nu een stap verder. Uit interne documenten van Facebook blijkt dat het commerciële netwerk in staat - en bereid - is emoties van teenagers uit data af te leiden. Het bedrijf kan door het analyseren van posts zien of iemand zich gestrest, onzeker of een mislukking voelt. Die data - en de conclusies - werden aan adverteerders geleverd, omdat mensen juist op die momenten ontvankelijk zijn voor de advertenties.Begin 2017 trok Facebook zulke vergaande persoonlijke conclusies over gebruikers van het netwerk ten behoeve van een commerciële presentatie aan een bank in Australië.31 Uit nader onderzoek blijkt dat Facebook zulke data bijhoudt van miljoenen jonge mensen. Het bedrijf doet dit overigens zonder de mensen die het betreft daarvan op de hoogte te stellen.
 
 De kans is groot dat onze emoties ook op andere manieren al worden gemeten en geanalyseerd. Ook in Nederland. Call centers - voor verzekeringsmaatschappijen en andere commerciële organisaties - onderzoeken nu software die emoties kan herkennen op basis van de frequentie van de stem. Als dat leidt tot betere service is dat mooi. Maar als het leidt tot een hogere prijs, omdat het systeem u ‘kwetsbaar’ vindt, dan zult u er minder blij mee zijn.
 
 KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE - Computers zijn steeds beter in staat grote hoeveelheden data te analyseren. Dat gebeurt door de ontwikkeling van algoritmen, die analyses kunnen maken en problemen kunnen oplossen. Een algoritme is een 31

‘Facebook targets insecure young people’ - The Australian - 01.05.2017

- 35 -


reeks van regels, die de computer in de juiste volgorde moet doorlopen om een bepaald resultaat te bereiken. Een beetje zoals we onszelf ’s morgens bij het aankleden hebben aangeleerd om eerst een broek en dan pas schoenen aan te trekken. Andersom werkt niet goed.
 
 Al sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw wordt geprobeerd om computers zelf algoritmen te laten ontwikkelen. Dat lukte niet meteen. Vooral het beperkte vermogen van computers complexe wiskundige berekeningen te maken bleek in de jaren tachtig een obstakel. Nu de laatste jaren de kracht van computers zo exponentieel toeneemt, gaan ook de ontwikkelingen op het gebied van kunstmatige intelligentie steeds sneller. Software benadert het menselijke vermogen tot redeneren en probleemoplossen.
 
 Spelletjes en denksporten zijn een leuke manier om te meten hoe intelligent die systemen nu al zijn. In 1997 werd de eerste mijlpaal bereikt doordat een computer de schaakkampioen Kasparov versloeg. Toen de grootmeester Jan Hein Donner daarna werd gevraagd wat hij zou doen om zich voor te bereiden op een wedstrijd met een schaakcomputer, zei hij: ‘Ik zou een hamer meenemen’. Winnen zat er niet meer in.
 
 In 2011 versloeg de IBM computer Watson de menselijke winnaars van het bekende tv-spelletje Jeopardy. Een leuk grapje - te zien op youtube - maar de technologie erachter was een mijlpaal. Watson begrijpt niet alleen taal en metaforen, maar gebruikt ook bewijs, analyses en hypotheses. IBM heeft de technologie van Watson intussen via apps toegankelijk gemaakt voor iedereen. Watson kan bijvoorbeeld artsen helpen om individuele patiënten te diagnosticeren. En ook daarin verslaat technologie nu al de menselijke beoordeling. Dat zal ook in andere sectoren gaan gebeuren. Het zal door kunstmatig intelligente systemen mogelijk worden om relaties met klanten, patiënten en studenten op grote schaal te personaliseren. Op basis van onze persoonlijke data kunnen steeds betere conclusies worden getrokken.
 
 Begin 2016 zette Google een belangrijke stap in de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie. Het AI-systeem Alpha-Go versloeg de Koreaan Lee Sedoll met het

- 36 -


spel Go. Dat spel werd lange tijd gezien als dé te kraken standaard op het gebied van kunstmatige intelligentie. Alpha-Go is gebaseerd op de principes van ‘deep learning’: computers leren zichzelf te leren. Deep learning - dat ook wel ‘neural networking’ of ‘machine learning’ wordt genoemd - gaat om het trainen van computermodellen, zodat ze zichzelf zonder menselijk ingrijpen verder ontwikkelen.
 
 Taal speelt daarin een belangrijke rol. Computers was al eerder geleerd om menselijke taal te begrijpen, maar dat gebeurde altijd binnen de context van één document. Nu er de laatste jaren online zoveel content beschikbaar is, kunnen computers leren op basis van die grote hoeveelheden informatie. Zo hebben de onderzoekers van Deepmind - een dochteronderneming van Google - miljoenen berichten van de Daily Mail en CNN aan een computersysteem ter beschikking gesteld. Om ervan te leren.
 
 Het bedrijf is van plan het algemene principe van intelligentie te ontrafelen en machines te ‘leren te leren’. Tot voor kort ging het bij AI met name om het programmeren van systemen voor specifieke taken. De intelligentie van het systeem ligt dan toch meestal in de slimme man of vrouw, die het systeem programmeert. Dat heeft tot gevolg dat zo’n intelligent systeem één specifieke taak heel goed kan, maar moeite heeft nieuwe taken te leren, of zich aan te passen aan de omstandigheden.
 
 Deepmind kiest nu een andere weg. De onderzoekers combineren verschillende krachtige, algemeen inzetbare algoritmes. Daardoor ontstaan algemene ‘AI-agenten’ die niet tevoren voor één bepaald doel zijn geprogrammeerd. De AI-agenten leren zelf van informatie en van de situatie waarin ze zich bevinden. Dat maakt zo’n systeem geschikt voor een heel groot aantal taken. Zelfs taken waarvan je bij het bouwen van het systeem nog geen idee hebt.
 
 Om de AI-agenten te testen heeft het bedrijf ze Atari-games uit de jaren zeventig laten spelen, zonder ze tevoren te programmeren. Ze werden verbonden aan de game-knoppen en kregen alleen de raw-pixel input - bijna zoals menselijke spelers naar het scherm kijken - en de scores. De AI-agenten ondernamen vervolgens zelf acties in de game-omgeving en leerden van de feedback van die omgeving. Niets

- 37 -


werd tevoren geprogrammeerd.
 
 De resultaten waren verbluffend. Ze haalden in 2014 de voorpagina van het wetenschappelijke tijdschrift Nature.32 In de klassieke Space Invaders game schoten de AI-agenten eerst in het wilde weg, zonder te weten wat de bedoeling van de game was. Maar al snel slaagden ze erin hoge scores te halen. En zoals gezegd slaagde Deepmind er in 2016 in met deze vorm van kunstmatige intelligentie de beste menselijke Go-spelers te verslaan.
 
 Begin 2017 verbaasde een kunstmatig intelligent systeem de pokerspelers in een casino in Pittsburgh. Het systeem Libratus versloeg de beste spelers in een moeilijke vorm van poker. Opnieuw een mijlpaal, omdat het pokerspel - in tegenstelling tot schaken en Go - imperfecte en verborgen informatie bevat. Bluf, intuïtie en tactiek gaan dan een rol spelen. Ook daarin blijkt kunstmatige intelligentie nu al beter dan mensen.
 
 Dat zijn maar spelletjes. Maar ook op andere terreinen ontwikkelen kunstmatige intelligente systemen nu zichzelf. Zonder menselijk ingrijpen. Al in 2016 reed in New Jersey een zelfsturende auto rond van chipmaker Nvidia, die anders was dan alle anderen. We zijn intussen al gewend aan proeven met zelfsturende auto’s. Ze vinden zelfs al plaats op de ringweg van Amsterdam. Maar de Nvidia auto is anders: de auto was niet geprogrammeerd door instructies in software. De auto had zichzelf leren rijden door te observeren hoe mensen auto rijden.
 
 Dat was een zeer indrukwekkende prestatie. Maar het maakt ons ook ongemakkelijk. Want het is wetenschappers niet helemaal duidelijk hoe de auto beslissingen neemt.33 Informatie uit de sensors van de auto gaan rechtstreeks in een netwerk van kunstmatige neuronen, die de data verwerken en dan de commando’s leveren aan het stuur, het gaspedaal en - hopelijk - de remmen. Het systeem is zo gecompliceerd, dat zelfs de technici die eraan werken niet weten hoe het beslissingen neemt.
 32

‘Human-level control through deep reinforcement learning’ - Nature - July 2014

33

‘The dark secret at the heart of AI’ - Will Knight - MIT Technologie Review - April 2017

- 38 -


Computers nemen niet meer alleen data tot zich, die ze geleverd krijgen door sensors of verbinding met andere systemen. Ze zijn ook begonnen op andere manieren informatie uit de buitenwereld tot zich te nemen. Het niveau van beeldherkenning door computers is al vergelijkbaar met de menselijke vermogens op dat gebied. Lezen van teksten door computers wordt daardoor mogelijk, niet alleen digitaal, maar gewoon in de buitenwereld. Google gebruikt nu al meer dan zestig vormen van spraakherkenning, het herkennen van handschriften, straten, beelden en vertalingen. Boeken, tijdschriften, verkeersborden, gebruiksaanwijzingen, bijsluiters en menu’s in restaurants hebben binnenkort geen geheimen meer voor de ‘AI-agents’ van Google. Ze kunnen worden gelezen én begrepen.
 
 Google is erop uit kunstmatig intelligente systemen zichzelf te laten ontwikkelen, door gebruik te maken van al die informatie. Zoals de auto van Nvidia leerde auto rijden door naar een mens te kijken. Hetprobleem dat daarbij ontstaat is dat we niet precies weten hoe deep learning-systemen tot hun conclusies komen. Dat klinkt gek en het is een ongemakkelijke waarheid.
 
 Dit mysterieuze karakter van de laatste ontwikkelingen in kunstmatige intelligentie wijst op een opkomend maatschappelijk probleem. De invloed van algoritmen in de samenleving neemt namelijk snel toe. Ze nemen nu al beslissingen over oorlogshandelingen, geld lenen, beleggen en sollicitaties. Deep learning is een fundamenteel andere manier van programmeren dan we gewend zijn. De geruststellende gedachte, dat het altijd een mens is die de computer programmeert gaat hier niet meer op. Serieuze wetenschappers zoals Nick Bostrom en Stephen Hawking en ondernemers zoals Elon Musk en Bill Gates wijzen daarom op de gevaren van kunstmatige intelligentie op lange termijn - we komen daar later op terug. 
 
 Maar banken, werkgevers en overheidsinstanties kijken al verder. Met grote belangstelling nemen ze kennis van de complexere deep-learning systemen. Die zijn nu nog deels in een experimentele fase, maar de ontwikkelingen gaan heel snel. Zeker nu bedrijven als Google en IBM zwaar investeren in die nieuwe vormen van kunstmatige intelligentie. De komende jaren kost kunstmatige intelligentie nog heel veel menselijke denkkracht. En hoofdbrekens. Maar de ontwikkelingen gaan

- 39 -


nu weer heel snel. Door experts als Ray Kurzweil werd aan het begin van deze eeuw geschat dat binnen 25 jaar de intelligentie van computersystemen de menselijke intelligentie zou hebben geëvenaard.34 Dat gaf de laatste jaren veel discussie. Als maatstaf voor de intelligentie van systemen werd ooit de Turing-test bedacht: wanneer slaagt een computer erin ons voor de gek te houden door zich voor te doen als een mens? Er zijn nu serieuze inschattingen dat het binnen enkele jaren zover zal zijn. 35 Het systeem dat zelfstandig uw hypotheek aanvraag beoordeeld is niet meer ver weg.
 
 En dat is dan nog maar het begin. Het zal niet lang meer duren, voordat wij als mensen intensief gaan samenwerken met die kunstmatig intelligente systemen. Onze capaciteiten zullen daardoor fysiek en mentaal enorm toenemen. We zullen veel efficiënter kunnen leven dan we nu doen, wat zal kunnen leiden tot een wereld waarin schaarste en vervuiling een steeds kleinere rol gaan spelen. Kunstmatige intelligentie zal een rol gaan spelen in de bestrijding van de opwarming van de aarde, in herontwerp van onze energievoorziening, de economie, de gezondheidszorg, het onderwijs en de democratie. Kunstmatige intelligentie zal kunnen helpen de grootste uitdagingen van de mensheid op te lossen. We zullen straks laten zien dat het ook de nodige problemen oplevert. 
 
 KWANTUMCOMPUTERS - Internet-of-things, big data en kunstmatige intelligentie vragen veel van computers. Het vermogen van digitale computers neemt nu al heel snel toe, maar op allerlei plaatsen in de wereld zijn nu bovendien kwantumcomputers in ontwikkeling. Een kwantumcomputer rekent niet met 'simpele' digitale nullen en enen zoals de computers die we nu gebruiken, maar met qubits volgens de wetten van de quantumfysica. Daardoor kan de rekencapaciteit van een computer exponentieel toenemen.
 
 Maar een kwantumcomputer maken is niet zo makkelijk. De theoretische basis ervan is al vrij ver ontwikkeld. En wetenschappers zijn een heel eind met het maken van de eerste bouwstenen van de computer, de zogenaamde ‘qubits’. Die bouw34

‘The Singularity is Near’ - Ray Kurzweil - 2012

35

CMO of IBM Watson Stephen Gold -Singularityhub.com - 2016

- 40 -


stenen kunnen zelfs al samenwerken. Maar er is nu - in 2017 - ondanks de snelle ontwikkelingen zeker nog geen volledig werkende kwantumcomputer.
 
 Een van de uitdagingen is het realiseren van algemeen inzetbare algoritmes. Aanvankelijk koerste men op het ontwikkelen van gespecialiseerde quantum-algoritmes. Een bekend voorbeeld is het Shor-algoritme, een manier om delingen van grote getallen efficiënt op te lossen. Dat kost zonder kwantumcomputers nog jaren rekentijd, maar wanneer je dit algoritme op een quantum apparaat laat draaien gaat dat veel sneller.
 
 Het ontwerpen van kwantumcomputers vanuit zo’n vast algoritme heeft z’n nadelen. Computers die zijn ontworpen met dit systeem zou je immers steeds weer moeten vervangen, wanneer je een nieuwe toepassing wilt installeren. In mei 2016 liet IBM weten daarom te werken aan een programmeerbare kwantumcomputer. Die zal voor iedereen toegankelijk zijn op het internet, net als hun huidige supercomputer IBM Watson.
 
 Het zal niemand verbazen dat Google veel tijd en geld steekt in het ontwikkelen van een kwantumcomputer. Google is er immers op gericht de steeds grotere hoeveelheden data in de wereld om te zetten in informatie. Dat is begonnen met het ‘simpele’ doorzoeken van web-pagina’s, maar zoals we hiervoor omschreven investeert Google de laatste tijd zwaar in de ontwikkeling van intelligente systemen, die zelf kunnen leren door taal en beelden te begrijpen. En die zelf kunnen redeneren en conclusies kunnen trekken.
 
 Ook op allerlei terreinen van de wetenschap zullen kwantumcomputers voor versnelling gaan zorgen. Op terreinen waar zich nu nog problemen met enorme berekeningen voordoen - bijvoorbeeld in de geneeskunde en in de sterrenkunde gaat de kwantumcomputer voor grote sprongen zorgen. Quantum computing zal bijvoorbeeld van grote betekenis zijn, als we willen gaan berekenen hoe de 20.000 proteïnen in menselijk DNA zich gedragen, wat - op termijn - zal leiden tot grotere kennis over kanker en andere moeilijk te bestrijden ziekten. Ook in onderzoek naar klimaatverandering, energiesystemen, chemie, en in de ontwikkeling van nieuwe

- 41 -


materialen, en in nano technologie zullen quantum computers een grote rol gaan spelen.
 
 Zoals we al hebben benadrukt; een werkende kwantumcomputer is er nog niet. De meeste wetenschappers waarschuwen dat te groot optimisme niet terecht is: het zal nog lang duren. Maar wat is lang? In Nederland wordt door de TU Delft gewerkt aan een kwantumcomputer, die men over 15 jaar werkend denkt te hebben. Google (in partnership met NASA) verwacht al rond 2025 de eerste werkende kwantumcomputer te hebben. Ook D-wave en INM werken al aan prototypen. Ten tijde van het schrijven van dit boek lieten twee bedrijven ons weten dat het binnen 12 tot 18 maanden zover zal zijn. 36 Fascinerend om dat goed te volgen.
 
 DATA STORAGE - Ook de mogelijkheden van opslag van data ontwikkelen zich nu exponentieel. De huidige harde schijven gebruiken nog miljarden atomen om enkele tientallen bits aan data te kunnen opslaan. Door de enorme hoeveelheden data in de wereld, hebben we dus enorme datacentra nodig voor de opslag ervan.
 
 Dat is nu snel aan het veranderen. Steeds grotere hoeveelheden data kunnen op steeds kleinere oppervlakten worden opgeslagen. Recente ontdekkingen aan Harvard hebben zelfs al datastorage in DNA mogelijk gemaakt. Zo zijn in 2013 - als proef - de 154 sonnetten van Shakespeare in kunstmatig dna opgeslagen en foutloos gereproduceerd.37
 
 Wetenschappers proberen al jaren losse atomen in dataopslag in te zetten als bits: de enen en nullen die de basiseenheden van computerinformatie vormen. In juli 2016 publiceerden onderzoekers van de TU Delft over zo’n nieuw data-opslagsysteem, dat ze samen met IBM hebben ontwikkeld.38 Onder leiding van onderzoeker Sander Otte hebben de Delftenaren een systeem ontwikkeld, dat losse atomen gebruikt als computerbits. Het systeem heeft nu nog grote praktische tekortkomingen. Het werkt bijvoorbeeld alleen bij een zeer lage temperatuur. Bij een hogere 36

Rigetti Computing and Google - ‘Abundance Insider’ - October 2016

37

Nature Magazine - January 2013

38

Nature Nanotechnology - July 2016

- 42 -


temperatuur gaan de atomen samenklonteren. Daarnaast is het geheugen bijzonder langzaam en foutgevoelig. Maar ook dat zal ongetwijfeld over enkele jaren zijn opgelost.
 
 Dan zal het mogelijk zijn om een petabyte – oftewel een miljoen gigabyte – aan gegevens op te slaan in een kubus met een doorsnede van slechts 0,1 millimeter. Zo’n geheugen bevat 8128 bits (1 kilobyte) en is slechts 96 bij 126 nanometer groot – een duizendste van een mensenhaar! Die getallen zeggen misschien niet zoveel. Maar we vallen stil van verbazing als duidelijk wordt dat we in de toekomst álle boeken die ooit door mensen zijn geschreven, zullen kunnen opslaan op een oppervlakte ter grootte van een postzegel.
 
 INTERFACES - De manier waarop we computers gebruiken verandert nu snel. De bril Google Glass was een eerste aanzet, die niet de verwachte doorbraak bracht. Maar de ontwikkeling van andere interfaces zet door. We gaan computers bedienen door ertegen te praten, door oogbewegingen, handbewegingen - of doordat de computer onze gezichtsuitdrukking en onze emoties herkent. Die mogelijkheden worden nu al in commerciële producten verwerkt. 
 
 Dat binnenkort onze kleding een computerinterface wordt is niet meer ondenkbaar. Aan een universiteit in Korea is een transparante ‘tweede huid’ ontwikkeld, die dienst doet als touch screen. Met de tweede huid kunnen we drukken, swipen en zoomen. Ook aan de Universiteit van Tokyo wordt gewerkt aan dunne polymeren, die de rug van je hand in een digitaal scherm veranderen. Op verschillende plekken in de wereld wordt bovendien gewerkt aan projecties van een computer display op het lichaam. In de ontwikkeling van directe verbindingen tussen computers en ons lichaam - en zelfs onze hersenen - worden nu grote stappen gemaakt. 39 
 
 Onze interactie met computers wordt door deze nieuwe interfaces ‘flowless’. We geven voortdurend data af aan computers en we nemen voortdurend data tot ons. Binnen enkele jaren zal dat leiden tot een steeds grotere integratie tussen mens en machine. En tot diepgaande veranderingen in onze opvattingen over het menszijn.
 39

‘Fully Implanted Brain-Computer Interface in a Locked-In Patient with ALS’ - NEJN.org - 12 november 2016

- 43 -


ROBOTS & DRONES - Robots, zelfrijdende auto’s en drones zijn niet meer uit de media weg te slaan. Er is veel discussie over wat een robot precies is. Voor het gemak vatten we het hier samen als een computer met een fysiek lichaam, die zijn omgeving kan waarnemen en die op grond daarvan zelfstandig beslissingen kan nemen.
 
 Sommige mensen vinden een robot nog steeds iets uit een science fiction serie, maar robots zijn al overal om ons heen. Vaak zelfs zonder dat we het merken. Onze auto’s zijn al gedeeltelijk robots geworden. Ze weten waar ze zijn, stippelen de route uit, parkeren beter achteruit dan wij en ze houden het verkeer voor ons in de gaten. In de zorg wordt al uitgebreid met robots geëxperimenteerd. En we geven onze kinderen al drones voor hun verjaardag. Drones zijn steeds beter bestuurbaar. En doordat ze nu ook met camera’s zijn uitgerust, hebben ze ook nog iets zinnigs te doen. Makelaars maken er al graag gebruik van.
 
 De drone van Blokker neemt nu wellicht nog geen zelfstandige beslissingen, maar de drones die dat wel doen bestaan al. We zullen zulke robot-drones in veel meer vormen gaan zien. In zwermen, zo klein zijn als een insect. Of juist veel groter dan we ons nu kunnen voorstellen. Ze zullen zelfstandig kunnen opereren, of in groepen. Robots en drones zullen intelligenter worden en veel meer gaan communiceren. Met ons en met elkaar. We staan aan de vooravond van een revolutie in robotisering, doordat we zelfstandige robots combineren met kunstmatige intelligentie, sensors, netwerken en andere communicatiemogelijkheden. Die combinatie wordt al intensief gebruikt in militaire operaties. Andere toepassingen volgen nu snel. We gaan daardoor de komende jaren grote doorbraken ervaren in logistiek, zorg en andere vormen van dienstverlening.
 
 Veel mensen denken dat het niet zo’n vaart zal lopen met de intelligentie van robots. Hij (of zij?) doet toch alleen maar waarvoor hij is geprogrammeerd? Maar zoals we hiervoor hebben gezien, kunnen kunstmatige intelligente systemen steeds beter zélf leren. Dat geldt dus ook voor robots. En dat doen ze niet alleen. We gaan meemaken dat robots - net als onze smartphones - altijd in de cloud verbonden

- 44 -


zullen zijn, waardoor ze data kunnen delen over hun ervaringen. Dat gaan we bijvoorbeeld merken in het gebruik van auto’s. Die nemen binnenkort constant data tot zich, niet alleen over hun eigen rijgedrag, maar ook van andere robot-auto’s en van de omgeving. Als de ene auto een obstakel of een file tegenkomt, weten daardoor alle anderen dat op dat moment ook, waardoor ze er meteen op kunnen reageren, ook al maken ze het zelf niet mee.
 Intelligente en verbonden robots zullen niet alleen werk van mensen overnemen dat zwaar, vies, gevaarlijk of eentonig is. Ze zullen ook beter zijn in alle taken, die zijn gebaseerd op het organiseren en analyseren van data. We realiseren het ons nog niet, maar het gaat dan ook om het werk van bijvoorbeeld juristen, accountants en artsen. Ook in hun werk worden robots beter dan mensen. De sociale, economische gevolgen daarvan zullen ongelofelijk groot zijn. Daarover straks meer. 
 
 Intelligente robots zullen binnen afzienbare tijd in alle aspecten van ons leven aanwezig zijn en met ons samenwerken. Van ‘bedroom-to-boardroom’.40 Dat is niet iets van de toekomst, de eerste robots in de bestuurskamers in grote ondernemingen zijn al gesignaleerd. Al in 2014 benoemde het Japanse bedrijf Deep Knowledge het kunstmatig intelligente systeem Vital als volwaardig lid van de Raad van Bestuur. In verschillende landen maken robot-agenten nu deel uit van het politiekorps. Dubai streeft er naar dat in 2030 een kwart van de politieagenten robots zijn.
 
 3D-PRINTING - In steeds meer markten neemt 3D-printing nu al een grote vlucht. Printers kunnen ter plekke maatwerk produceren, waardoor de manier waarop we goederen produceren en leveren verandert. Daardoor kunnen producten veel dichter bij de consument worden gemaakt. Maatwerk wordt voor iedereen bereikbaar. Als individuele consument koop je nu voor een paar honderd Euro al een redelijke 3D printer. 
 
 Wat verandert 3D-printing? We zijn eraan gewend Ook gezamenlijk produceren we steeds meer in gedeelde productie-centra, die gebruik maken van 3D printers. 40

Newsletter Robots & Technology Convergence - Peter Diamandis - March 2016

- 45 -


zoals 3D Hubs. (uitbreiden collective productivity - deling individu/collectief/markt)
 
 Maar ook de industrie maakt steeds meer gebruik van 3D-printen. Industrieel 3Dprinten gaat nu met veel grotere nauwkeurigheid en bovendien met veel hogere snelheden. Ook wat afmetingen betreft wordt steeds meer mogelijk. Er worden nu al hele gebouwen geprint. In heel andere vormen dan de recht-toe-recht-aan vormen, die we uit de saaie seriebouw gewend zijn. Architecten zoals Enrico Dini en de Nederlander Janjaap Ruijsenaars laten zien dat 3D printen niet alleen het bouwproces beïnvloedt, maar ook een rijkere vormentaal beschikbaar maakt, die onze leefomgeving ingrijpend zal kunnen gaan veranderen.
 
 Naast heel groot kan er nu ook heel klein worden geprint. Er wordt geprint met allerlei materialen, zoals metaal, plastics, biologisch materiaal, keramiek en zelfs levende cellen. Nanoprinting en bioprinting maken allerlei nieuwe medische toepassingen mogelijk. Er worden nu al delen van schedels vervangen door geprinte kunststof. En de eerste stappen worden gezet in het printen van kunstmatige spieren op basis van veerkrachtige polymeren. Er worden nu zelfs proeven gedaan met het printen met levende cellen, die zichzelf na het printen in een bepaalde vorm organiseren. Er bestaan ook al technieken om met speciale coating volledig kunstmatige 3D-geprinte bloedvaten acceptabel te maken voor het lichaam.
 
 Ten tijde van het schrijven van dit boek is er in Nederland enige discussie over het gebrek aan orgaandonoren. Een nijpend serieus probleem, dat nu wat onhandig wordt opgelost met wetsvoorstellen, om mensen te bewegen organen ter beschikking te stellen. Maar is het daarnaast - of in plaats daarvan - niet de taak van de overheid om nu tegelijkertijd alles op alles zetten om tissue engineering - het opkweken en printen van organen - naar een hoger plan te brengen?
 
 4-D-PRINTING - Hiervoor zagen we dat er met steeds meer materialen kan worden geprint. Fascinerend onderzoek richt zich nu op het meegeven van dynamische eigenschappen aan die materialen. Die materialen reageren dan op de omgeving, bijvoorbeeld op licht, temperatuur of vochtigheid. Een materiaal dat geprint is en dan in water wordt gelegd, neemt bijvoorbeeld als vanzelf een andere vorm aan.

- 46 -


Ook met verandering van materiaal door licht en geluid worden nu experimenten gedaan. Eindhovense en Amerikaanse chemici hebben een kunststof folie ontwikkeld dat als een rups naar een lampje kan kruipen. Engineers van MIT en Singapore University of Technology and Design hebben onlangs materiaal ontwikkeld dat z’n oorspronkelijke vorm onthoudt. Praktische toepassingen van informatie in materialen worden verwacht in de zonne-energie sector - panelen kunnen dan de stand van de zon volgen doordat ze reageren op warmte - en de medische sector pillen die pas bij koorts hun werkende stoffen afgeven.
 
 AUGMENTED REALITY - Onze fysieke - de échte - en de digitale wereld vloeien nu ook op andere manieren steeds meer in elkaar over. Bijvoorbeeld doordat we informatie en beelden aan de werkelijkheid toevoegen. Onze mobiele telefoon of ipad kan - door de camera - specifieke objecten of plekken herkennen. Door augmented reality kunnen we daar vervolgens een laag informatie of beelden overheen leggen.
 
 Augmented reality leek lange tijd een rustig bestaan te lijden, maar dat verandert nu snel. Winkelbedrijven ontwikkelen al enige tijd virtuele showrooms. De AR-app van Ikea maakt het mogelijk om thuis te bekijken of een bank wel in je huiskamer staat. Ook in het onderwijs, de gezondheidszorg, en de architectuur neemt AR nu een steeds grotere plaats in. Ook het grote publiek begint AR nu te ontdekken. Met de komst van Pokemon Go, een game die het bestaande spel Pokemon combineert met AR en GPS wordt duidelijk dat we de buitenwereld en de gamewereld kunnen mengen. Ink Hunter maakt het mogelijk om te kijken of de tattoo die je wilt laten zetten wel zo leuk is als je denkt. Met WallaMe kun je je eigen boodschappen voor anderen achter laten op een plaats waar je bent geweest. Star Chart geeft informatie over het deel van het heelal waar je je telefoon op richt. De app is ontwikkeld voor het onderwijs, maar is zo mooi dat ook mensen daarbuiten hem willen gebruiken. Wikitude World Browser is een van de beste AR-browsers van dit moment. Je richt je telefoon op een gebouw en de app geeft je informatie, routeaanwijzingen en zelfs deals en coupons voor winkels in de buurt.
 
 Het wordt steeds makkelijker om je eigen VR-toepassingen te maken, ook als je

- 47 -


niet zo’n handige developer bent. Apps zoals Cinema 4D, Sketchup en Maya maken het mogelijk om je eigen 3D beelden te maken. Die kun je vervolgens met de app Augment zelf tot leven brengen.
 
 VIRTUAL REALITY - Zoals met augmented reality informatie kan worden toegevoegd aan de zichtbare realiteit, zo verplaatsen we ons bij virtual reality door hulpmiddelen in een andere realiteit. Daar heb je nu nog een dure bril voor nodig, maar consumenten zullen de komende jaren de beschikking krijgen over steeds betere headsets, tegen steeds lagere prijzen. Iedereen kent intussen de cartonnen brillen, waar je een smartphone in stopt om van VR-apps te genieten.
 
 De komende tijd zal daarvoor steeds meer content op de markt komen, waaronder live content. Je kunt je dan live in een voetbalstadion of in een concerthall bevinden, terwijl je in werkelijkheid in een ander stad of een ander land bent. De ontwikkeling van steeds betere camera’s helpt daarbij. VR-technologie wordt nu snel volwassen en wordt al lang niet meer alleen gebruikt in de gamewereld.
 
 In 2016 presenteerde Mark Zuckerberg - de ceo van Facebook - de eerste prototypes van social virtual reality. De presentatie maakt duidelijk dat de nabije toekomst van virtual reality niet slechts gaat om een individuele speler die alleen in een virtuele wereld vertoeft. De toekomst van virtual reality zal ook gaan om mensen die samen - door hun eigen persoon of als avatars - een andere realiteit beleven en die mengen met de reële wereld. Het zal daarbij niet meer alleen gaan om games, maar juist ook om sociaal contact, samen leren en samen werken.
 
 Over niet al te lange tijd hoef je daar wellicht niet eens meer een rare bril voor op te zetten. Hologrammen en 3D imaging maken een een steeds belangrijker deel uit van virtual reality. Zo introduceerde een Israelisch bedrijf in 2015 een 3D-tool, waardoor chirurgen in real time tijdens de operatie het hart van patiënt voor zich geprojecteerd zien. Andere nuttige toepassingen van VR volgen ongetwijfeld. 
 GAMIFICATION - Het omgaan met grote hoeveelheden data vormt dé uitdaging van de toekomst. Dat geldt voor individuele burgers, consumenten en patiënten

- 48 -


net zo goed als voor bedrijven en de overheid. Gamification - het toepassen van game-principes voor andere doelen dan het spelen van de game zelf - is een van de antwoorden. Game-principes maken omgaan met data gemakkelijker, maar kunnen ook worden ingezet in het onderwijs en bij gedragsverandering.
 
 BLOCKCHAIN NETWERKEN - In onze digitale samenleving maken we steeds meer gebruik van netwerken. We koppelen mensen en computers aan elkaar. Dit leidt tot meer actuele data, die op hun beurt weer kunnen leiden tot betere informatie en betere samenwerking. Dat kan bijvoorbeeld leiden tot decentrale opwekking en efficiënter gebruik van energie, op het niveau van individuele apparaten, woningen en bedrijven. Ook in andere markten beginnen we de potentie van al die netwerken te zien.
 
 Maar we organiseren die netwerken nu eigenlijk nog altijd op een heel ouderwetse manier. We denken dat zo’n netwerk altijd een centraal punt - een organisatie of een overheid - moet hebben, die het initiatief neemt en via centrale servers alle transacties in het netwerk regelt. We zijn gewend aan zulke centrale autoriteiten de ‘trusted third parties’ - die transacties tussen leden van een netwerk regelen. 
 
 Onze samenleving zit er vol mee. De overheid is er natuurlijk een, maar ook een notaris of een bank regelen het vertrouwen bij een transactie tussen twee partijen. En de mobile operator, die een gesprek tussen twee mensen tot stand brengt. Maar ook de Facebook-server die uitwisseling van content tussen mensen mogelijk maakt. Overal vinden we centrale autoriteiten en -servers, die transacties en vertrouwen in netwerken tot stand brengen. Die centrale organisaties doen natuurlijk veel goeds. Maar ondanks de term ‘trusted third parties’ vertrouwen we ze steeds minder. Er zijn steeds meer kritische geluiden te horen over de schade die ze veroorzaken in de samenleving. De lijst van schandalen bij banken, woningbouwverenigingen en verzekeringsmaatschappijen is eindeloos. Ook bij coöperaties, die toch van origine zijn bedoeld om de belangen van de aangesloten leden te behartigen.

- 49 -


Waarom gaat het nogal ’s mis? Er zijn allerlei redenen voor die schandalen, maar er is wel een patroon zichtbaar. Vaak heeft het te maken met de combinatie van deregulering en het gecentraliseerde karakter van organisaties. Wij zijn er de afgelopen twee eeuwen aan gewend geraakt dat we gezamenlijke activiteiten steeds meer in centrale hiërarchische organisaties regelen XXX
 
 Maar stelt u zich eens voor dat er een technologie zou zijn, die de potentie heeft om zo’n centraal punt in een netwerk grotendeels overbodig te maken. Een technologie die mogelijk maakt dat de mensen in een netwerk zélf regelen of een contact tot stand komt, geld is overgemaakt, of een transactie geldig is. Door het netwerk zélf in de plaats te stellen van de centrale autoriteit. Dat zou de manier waarop we de samenleving organiseren behoorlijk op zijn kop te zetten. Die technologie is er nu: blockchain technologie. De maatschappelijke veranderingen die ervan worden verwacht zijn zo groot, dat we er hierna een heel hoofdstuk aan wijden.
 
 
 2.3

WETENSCHAP IS MIND BLOWING!

De wetenschapsbijlage van de krant las je vroeger niet voor je plezier. De specialistische kennis van wetenschappers kon het grote publiek niet erg boeien. Dat is de laatste jaren snel veranderd. De constante stroom wetenschappelijke ontwikkelingen - waarvan de toepassingen ons dagelijks leven nu rechtstreeks beïnvloeden kan rekenen op een steeds grotere publieke belangstelling. Wetenschap haalt zelfs De Wereld Draait Door. Mensen beginnen in de gaten te krijgen hoe snel de wetenschappelijke ontwikkelingen op dit moment zijn.
 
 Door de toenemende rekenkracht van computers, de snelheid van het internet en de enorme hoeveelheden data komen stappen in de wetenschap in beeld, die tot voor kort onvoorstelbaar leken. Bovendien raken wetenschappelijke terreinen geïntegreerd: specialisten in de ene discipline profiteren steeds meer van ontdekkingen in andere disciplines. Hieronder noemen we een aantal terreinen in de wetenschap, die nu misschien voor de meeste mensen nog wat minder bekend zijn, maar die over enkele jaren ons leven ingrijpend zullen gaan beïnvloeden.

- 50 -


NANO TECHNOLOGIE - De wetenschap op het gebied van het werken met nano deeltjes is enorm in ontwikkeling. Die nano-deeltjes zijn net iets groter dan atomen en eenvoudige moleculen. Het idee dat alle materie is opgebouwd uit kleine bouwstenen leefde al bij de oude Grieken. Rond 400 voor Christus bedacht Democritus dat materie moest bestaan uit ondeelbare deeltjes: de atomen. De Romein Lucretius bedacht 50 voor Christus hetzelfde. Ook bij Descartes en Newton staan de kleine deeltjes waaruit de wereld is opgebouwd centraal in hun denken.
 
 Pas in de negentiende eeuw ontwikkelde de kennis over die kleine deeltjes zich verder. De wetenschapper John Dalton ontdekte dat atomen in steeds dezelfde patronen moleculen vormen. Dit leidde in de twintigste eeuw tot de ontdekking dat op het niveau van moleculen sprake is van ‘moleculaire machines’. In de jaren vijftig ontdekten biologen hoe moleculen bewegen, zich aan elkaar binden en allerlei functies uitvoeren. Tegenwoordig kennen we tienduizenden van die bio-moleculaire structuren, waaronder allerlei eiwitstructuren en de structuur van DNA. 
 
 In de jaren vijftig bedacht de Amerikaan Richard Feynmann dat het mogelijk zou moeten zijn om op moleculaire schaal allerlei structuren bewust samen te stellen. Hij schetste daarmee toen al het principe om op nano-schaal machines te gebruiken, die met atomaire precisie kunnen produceren. Dat nieuwe terrein lag daarna lang braak.
 
 De bio-moleculaire wetenschap ontwikkelde zich in de tussentijd wel heel snel. Ontwikkelingen in genetische modificatie en moleculaire biologie openden voor Eric Drexler de deur naar nano technologie. In een fascinerend boek omschrijft hij hoe hij zichzelf de vraag stelde welke machientjes we met de onderdelen van Moeder Natuur zouden kunnen bouwen.41 En wat we vervolgens weer met die machientjes zouden kunnen bouwen. Hij onderscheidt daarbij twee gebieden: de ontwikkeling van nieuwe grondstoffen en van nieuwe productieprocessen. 
 
 Schaarste van grondstoffen in de wereld is een reële en snel naderende uitdaging. 41

‘Radical Abundance - How a revolution in nanotechnology will change civilization’ - Eric Drexler - 2013

- 51 -


Hoe houden we bijvoorbeeld de moderne wereld draaiende, zonder de grondstoffen die nodig zijn voor een nieuwe mobiele telefoon of voor allerlei andere intelligente systemen? Nano wetenschappers leggen een interessante claim: uit de beschikbare atomen op aarde kunnen in principe alle mogelijke materialen worden gemaakt. Die claim wordt gaandeweg ook hard gemaakt: er worden nu nano materialen met heel verschillende eigenschappen ontwikkeld. Materie kan bij afmetingen op nano-meterschaal bijzondere eigenschappen krijgen. Niet-geleidende stoffen worden bijvoorbeeld geleidend, ondoorzichtige materialen transparant. Enkele jaren geleden is bijvoorbeeld het nieuwe materiaal grafeen ontwikkeld, dat kan worden voorgesteld als een vlak kippengaas met de dikte van één koolstofatoom. Fascinerend en tegelijk heel praktisch: grafeen blijkt een van de snelste - en goedkoopste - halfgeleiders, die worden gebruikt in chips van computers.
 
 Het tweede terrein binnen de nano technologie - dat zich enige tijd meer onder de radar ontwikkelde - is 'Atomically Precise Manufacturing’. Binnen APM wordt nano technologie niet gebruikt voor de ontwikkeling van nieuwe materialen, maar voor revolutionaire productiemethoden. Het principe van APM is in theorie verbluffend simpel: laat productiecentra op nano niveau atoom voor atoom objecten opbouwen. Uit beschikbare atomen kunnen dan in principe niet alleen nieuwe materialen, maar ook nieuwe producten worden gemaakt.
 
 Dat schrijven we hier makkelijk in een paar zinnen op, maar de praktijk is natuurlijk razend ingewikkeld. Toch maakt het onderzoek nu grote vorderingen. De praktische toepassingen van nano technologie zijn fascinerend. Wetenschapper Jinxing Li van de University of California in San Diego heeft onlangs bijvoorbeeld een nano-vis ontwikkeld, die honderd keer kleiner is dan een zandkorrel. Door magnetische velden kunnen kop en staart van die nano-vis slingeren. Door die golvende beweging wordt de vis voortgestuwd. Snelheid en richting kunnen worden beïnvloed door het magnetische veld te veranderen.
 
 De Nederlandse wetenschapper Ben Feringa won in 2016 de Nobelprijs voor de scheikunde, voor zijn onderzoek naar moleculaire nano technologie. We hebben het dan over apparaatjes die 1000x kleiner zijn dan chips. Het gaat om een miljard-

- 52 -


ste van een meter. Feringa wist deze kleine moleculen aan elkaar te koppelen en door middel van licht te laten draaien: kleine autootjes op nanoschaal. De nano-vis en de nano-auto kunnen op termijn van pas komen bij medicijntransport in het lichaam, operaties waarbij niet meer hoeft te worden gesneden in het lichaam en bij het bewerken van individuele cellen.
 
 Eric Drexler omschrijft in zijn boek hoe nano technologie zal kunnen leiden tot een wereld waarin allerlei grondstoffen en materialen - maar bijvoorbeeld ook bruikbaar zoet water - door nano technologie in principe onbeperkt beschikbaar zullen zijn. Ook de opwekking van energie zal veel efficiënter kunnen gebeuren. Zonnecellen zullen uit zeer dunne, zeer lichte folies gaan bestaan, gemaakt van atomair zeer precieze structuren. Drexler voorziet daardoor een enorme toename in de efficiency van die zonnecellen, waardoor onze energie-economie ingrijpend zal veranderen.
 
 Naast een veel efficiëntere opwekking van energie, zal ook het gebruik van energie door APM dalen. Praktisch alles wat we gebruiken kan volgens Drexler veel sterker, goedkoper, lichter en energiezuiniger worden gemaakt. De kosten van energie, arbeid en grondstoffen in productieprocessen zullen daardoor in de toekomst enorm gaan dalen. Ook het dagelijks gebruik van allerlei producten en machines zal veel minder energie gaan kosten. Drexler voorziet een wereld waarin door nano technologie het economisch begrip ‘schaarste’ een steeds kleinere rol zal spelen. Hierna zullen we zien hoe ingrijpend die overgang van schaarste naar overvloed zal zijn voor ons huidige economisch - en zelfs filosofisch - denken.
 
 Op heel veel gebieden wordt nu de praktische toepassing van nano technologie onderzocht. Van de productie van consumentengoederen tot medische toepassingen. En van efficiënte energievoorziening tot waterzuivering. In principe zullen alle productieprocessen waarbij grondstoffen, fysieke producten en energie een rol spelen op termijn door nano technologie kunnen worden verbeterd.
 
 Zover zijn we nu nog lang niet. Ook Drexler is nuchter in zijn boek. Hoewel de potentie van nano technologie volgens hem niet kan worden overschat, ziet hij ook

- 53 -


de nodige uitdagingen. Er zijn nu al wel allerlei toepassingen van nano materialen, maar grootschalige toepassing van APM zal nog wel enige jaren op zich laten wachten. Over de ontwikkeling van nano technologie is bovendien maatschappelijk veel discussie. Niet alleen over het tempo waarin de beloften kunnen worden waargemaakt. Ook de veiligheid en de ethische aspecten roepen veel discussie op.42 
 
 NIEUWE MATERIALEN - Niet alleen nano technologie gaat leiden tot nieuwe materialen. Ook op andere manieren worden nu materialen ontwikkeld die lichter, sterker, duurzamer en eenvoudiger voor handen zijn. Verschillende nieuwe materialen maken betere opslag van energie, 3D- en 4D printing mogelijk. Bovendien worden steeds meer onbekende eigenschappen van bekende materialen ontdekt. Er worden steeds meer kunststoffen ontwikkeld op basis van natuurlijke materialen zoals zetmeel, cellulose, melkzuur of eiwitten. Wereldwijd zijn er allerlei ontwikkelingen op het gebied van bioplastics. Deze materialen zijn composteerbaar en soms ook bio afbreekbaar.
 
 We leren ook op andere manieren steeds meer van de natuur. Hybride materialen afgekeken van de draad die spinnen gebruiken voor hun web - zijn zowel vloeibaar als vast en kunnen zich aanpassen aan de lengte die nodig is. Ze bieden uitzicht op ‘zachte robots’, robots die veel meer op een menselijk lichaam lijken dan nu het geval is. Spinnen worden ook ingezet bij de ontwikkeling van nieuwe materialen. Wetenschappers hebben voor elkaar gekregen dat spinnen met grafeen - een nano materiaal - aan het werk gingen. Ze produceerden draden die tot wel 3,5 keer zo sterk waren dan de gemiddelde natuurlijke spinnendraad. En draden van spinnen behoren sowieso al tot het sterkste materiaal dat we kennen. Maar het record ligt nu bij een zeeslak. De schaalhoornslak produceert het materiaal goethiet, een materiaal dat zo sterk is dat je er auto’s, boten en vliegtuigen van kunt maken. Als je die slakken zover krijgt er genoeg van te maken natuurlijk. 
 
 BIOTECHNOLOGY - In de evolutie heeft de natuur door eindeloos experimenteren geweldige resultaten behaald, die ons blijven verbazen. Door eeuwenlange erva42

‘Verantwoord verder met nanotechnologie’ - Commissie Maatschappelijke Dialoog Nanotechnologie - 2011

- 54 -


ring hebben mensen - de koks en de boeren onder ons - geleerd hoe ze de natuurlijke materialen en processen uit de natuur kunnen gebruiken. Om lekker eten, drank en wijn te maken, of om een goede oogst te halen. Zo wordt bier gebrouwen door gisten de aanwezige suikers te laten omzetten tot alcohol. Alcohol geeft smaakt en conserveert. Yoghurt wordt gemaakt door de melkzuurbacterie toe te voegen aan melk, brie is bedekt met schimmels. 
 
 Dat is allemaal biotechnologie. Wetenschappers weten nu steeds meer van de complexiteit van zulke biologische processen. En zij leren die steeds beter te gebruiken. Die technologie - het toepassen, veranderen en zelfs creëren van biologische systemen - ontwikkelt zich nu razendsnel. We beleven een exponentiële groei in biotechnologie, synthetische biologie en bioinformatica.
 
 We kunnen nu bijvoorbeeld DNA-fragmenten wegnemen, veranderen en opnieuw combineren. Deze techniek bestond al in de natuur, maar kan nu door mensen worden toegepast. Een ander belangrijk onderdeel van de biotechnologie zijn processen om micro-organismen stoffen te laten omzetten ten behoeve van de voedingsindustrie en afvalwaterzuiveringsinstallaties. Ook wordt het kweken van algen bestudeerd ten behoeve van de voedselproductie. Biotechnologie wordt al toegepast om eiwitten, peptiden en vaccins te produceren. En biotechnologie heeft zijn intrede gedaan in de moderne voedselbereiding. Biotechnologie wordt toegepast voor onderzoek naar de werking van het menselijk lichaam, het veranderen van grootte of groeisnelheid van dieren, het kweken van organen, of de bescherming van gewassen.
 
 NAAR NIEUW LEVEN - In de synthetische biologie gebruiken wetenschappers genetisch materiaal als bouwstenen voor het ontwerpen van nieuwe biologische systemen. Dat biedt een wereld aan mogelijkheden. Een goedkoop malariamedicijn dat wordt geproduceerd door kunstmatige bacteriën, genetisch gemodificeerde superalgen die biobrandstoffen maken, het terugbrengen van uitgestorven diersoorten, of zelfs het creëren van kunstmatig leven.
 
 Synthetische biologie gaat nu al veel verder dan het aanpassen van bestaand bio-

- 55 -


logisch leven. Een aantal Nederlandse laboratoria heeft een bijzondere missie omarmd: kunstmatig leven maken. Dat gebeurt door het bouwen van synthetische cellen en door experimenten met de voortplanting en de evolutie daarvan. De eerste puzzelstukjes van dat onderzoek beginnen op hun plaats te vallen. In 2015 kreeg TU Delft 2,5 miljoen Euro Europese subsidie om ‘binnen 5 jaar kunstmatige celdeling’ aan de praat te krijgen. Er wordt gesproken van de dageraad van een nieuw tijdperk. 
 
 Als synthetische biologie zich zo voorspoedig blijft ontwikkelen, heeft dat - net als nano technologie - enorme gevolgen voor de manier waarop we materialen en zelfs goederen produceren. De maakbaarheid van het leven neemt enorm toe. Een zaadje planten om een huis te bouwen lijkt nu nog een onzinnige gedachte, maar in de toekomst kan het mogelijk worden. Duidelijk is dat ’full-blown genomic engineering’ ons in de toekomst ongekende mogelijkheden en extreme productiviteit kan verschaffen.43
 
 Maar er zijn natuurlijk ook zorgen. De ontwikkelingen gaan snel en ook over dit onderwerp is maatschappelijke discussie gewenst.44 Door het ombouwen van bestaande bacteriën of virussen kunnen nieuwe ziekteverwekkers ontstaan. En synthetische biologie kan ook worden gebruikt om biologische wapens te maken. De ontwikkelingen roepen bovendien vragen op over intellectueel eigendom en ethiek. Kun je patent aanvragen op een nieuw organisme? Is het ethisch verantwoord om kunstmatig leven te maken? 
 
 In wetenschappelijke kring is het proces van meningsvorming in volle gang. Maar in de samenleving is dit debat nog niet echt gestart. Dat komt misschien omdat synthetische biologie nog in de kinderschoenen staat en buiten laboratoria nog weinig grote concrete resultaten laat zien. Toch laat synthetische biologie nu al zien veel zien over de toekomst die ons te wachten staat. Of we het nu hebben over het lichaam, het brein of over leven in het algemeen, in al deze domeinen draagt de wetenschap door synthetische biologie bij aan nieuwe vormen van maakbaarheid. 43

‘How Synthetic Biology will reinvent Nature and Ourselves’ - George Church and Ed Regis - 2012

44

In Nederland werd in 2001 een breed maatschappelijk debat 'Eten en genen' georganiseerd door de commissie-Terlouw.

- 56 -


Een maatschappelijk - en politiek - debat daarover zou nú moeten plaatsvinden.
 
 BIODESIGN - Toepassen, veranderen en zelfs creëren van natuurlijke processen zien we nu ook in kunst en design. We zien steeds meer ontwerpers en kunstenaars die levende biologische processen gebruiken in hun werk. Het levert fascinerende praktische resultaten op, zoals een tafel met algen, die licht geeft. En schimmels die textiel-materiaal vervaardigen. Ook biomimicri - het imiteren van biologische processen in design neemt nu een grote vlucht. Ontwerpers en wetenschappers realiseren zich steeds meer dat we heel veel kunnen leren van de natuur. We leren van hersenonderzoek hoe we betere computers kunnen bouwen, van kevers hoe we water kunnen opvangen in de woestijn en van mieren hoe we steden kunnen bouwen. Als we de blik van een ontwerper combineren met die van een bioloog kunnen we van de natuur veel leren over de werking van complexe netwerken.
 
 
 2.4

WAT GEBEURT ER DE KOMENDE TIEN JAAR?

‘Voorspellingen doen is altijd moeilijk, zeker als ze over de toekomst gaan’ - In deze tijd van snelle veranderingen is het bijna niet meer te doen om voorspellingen af te geven. Vooral de timing is moeilijk. Er is wél iets te zeggen over de aard en de vorm van de veranderingen. Vrijwel alle universiteiten hebben nu instituten, die zich bezig houden met de effecten van de snelle ontwikkelingen op de toekomst van de mens en de wereld. Ook commerciële instituten doen hun best. Befaamd is het zogenaamde Gartner Institute, dat jaarlijks de ‘Hype Cycle’ uitbrengt, waarin een groot aantal technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen in de tijd worden geplaatst. Ook Gartner schat het tempo van veranderingen niet altijd goed in, maar de vorm van de cyclus is interessant.
 
 Technologische veranderingen hebben vrijwel altijd de vorm van een golf, die eerst heel sterk zichtbaar is, zich dan enigszins terug trekt en dan opnieuw zeer krachtig, zij het iets langzamer, tevoorschijn komt. Steeds weer blijkt dat veranderingen zich in eerste instantie als een hype voordoen. Iedereen spreekt erover, wil er alles van weten. Nu gaat de wereld écht veranderen!

- 57 -


Vaak valt dat na verloop van tijd wel mee. Er is meer nodig voor de acceptatie van een nieuwe technologie dan de uitvinding ervan. Zo moet er na de eerste innovatie meestal zwaar worden geïnvesteerd, organisaties moeten worden opgebouwd en de introductie van de nieuwe technologie op de markt moet nog plaatsvinden. 
 
 Dat leidt ertoe dat het belang van technologische innovatie op de korte termijn meestal wordt overschat - de hype - en op de lange termijn wordt onderschat. Politici en bestuurders zien we daar voortdurend mee stoeien - en over struikelen.
 
 2-10 JAAR - Uitgaande van dat tempo van veranderingen verwacht de Gartner hype-cycle dat we er de komende jaren rekening moeten houden, dat we als individuele mens veel productiever en ‘slimmer’ worden, dat internet overal om ons heen aanwezig zal zijn en dat we computers heel anders gaan bedienen. Kunstmatige intelligentie krijgt een veel grotere rol in ons leven. Alles wordt meetbaar in data, zelfs onze emoties en verlangens. Virtuele realiteiten gaan een grote vlucht nemen.
 
 Op de iets langere termijn verwacht de versie van de hype cycle dat ingrijpende technologieën als nano technologie, blockchain netwerken, intelligente robots, emotional computing en virtuele persoonlijke assistenten een grote plaats in ons leven gaan innemen.
 
 OVER 10 JAAR - Printing met 4D materialen, general purpose machine learning en ‘smart dust’ - grote hoeveelheden kleine sensoren - krijgen over een jaar of tien een plek om ons heen. Wij zullen ons als mensen verplaatsen in voertuigen zonder chauffeur. En er zal een versmelting gaan plaatsvinden tussen mens en machine. We krijgen naast onze lichaam van vlees en bloed allemaal een digitale én een virtuele persona, die we nu al zien opkomen.
 
 Over een tiental jaren zal sprake zijn van ‘augmented humanity’. Michio Kaku hoogleraar in de Theoretische fysica aan de Universiteit van New York, gelooft dat we de komende tien jaar een geleidelijke transitie zullen zien van het internet naar

- 58 -


een ‘brain-net’, waarmee gedachten, emoties, gevoelens en herinneringen kunnen worden verspreid, zoals we nu data verspreiden.45 Wetenschappers zijn nu al bezig te onderzoeken hoe we onze hersenen kunnen koppelen aan het internet. Ze beginnen voorzichtig herinneringen en gedachten te decoderen. We zijn al begonnen emoties te meten en te beïnvloeden. Die koppeling tussen hersenen, emoties en het internet staat nu nog in de kinderschoenen, maar het zal uiteindelijk een revolutie betekenen in communicatie en in menselijke vermogens. 
 
 We zijn hard op weg naar een verbeterde versie van onszelf.
 
 
 2.5

DE BELOFTEN VAN TECHNOLOGIE

In de vorige hoofdstukken hebben we laten zien hoe snel technologie zich nu ontwikkelt. En dat leidt niet alleen maar tot handige smartphone apps en leuke spelletjes. Die snelle ontwikkelingen in technologie en wetenschap kunnen leiden tot een veel betere wereld. Een wereld waarin iedereen op aarde op duurzame wijze in de eerste levensbehoeften - water, voeding, gezondheid, energie, informatie kan voorzien.46 De kansen daarop zijn groot. 
 
 Maar die combinatie - technologische innovatie, duurzaamheid en overvloed - is nog niet voor iedereen logisch. We begrijpen nu zo langzamerhand wel dat duurzaamheid de basis moet worden voor de manier, waarop we met de aarde en met elkaar moeten omgaan. Onze mindset is echter nog vaak die van kleinschaligheid, beperking en bezuiniging. Dat is begrijpelijk, want onze oude manier van produceren en consumeren - van nemen, gebruiken en weggooien - heeft grote schade toegebracht aan het klimaat en de aarde. Logisch dat we daar een rem op willen zetten.
 
 Maar is het niet de moeite waarde te onderzoeken of we door innovatie nu een duurzame samenleving kunnen bereiken, terwijl we tegelijkertijd op grote schaal 45

‘The Future of the Mind’ - Michio Kaku - 2015

46

‘Abundance’ - Diamandis & Kotler - 2012

- 59 -


overvloed realiseren voor iedereen? Op allerlei gebieden beginnen we nu de contouren van te zien.
 
 WATER - Laten we ’s beginnen te kijken naar de allereerste levensbehoefte. Aan water geen gebrek in de wereld zou je zeggen. Onze wereld bestaat er immers voor een groot deel uit. Toch is maar 2,5 procent daarvan bruikbaar zoet water. En minder dan 1 procent daarvan is beschikbaar, de rest zit opgesloten in ijskappen. 
 
 Genoeg water in de wereld dus. Toch hebben jaarlijks hebben nog ruim 1,6 miljoen kinderen last van diarree door gebrek aan schoon drinkwater en gebrek aan fatsoenlijk sanitair.47 Ook voor de landbouw en de industrie is de beschikbaarheid van bruikbaar water wereldwijd een uitdaging. Er is wel genoeg water, maar er is onvoldoend toegang tot bruikbaar water. Wetenschappers zijn druk bezig daarvoor oplossingen te vinden. Door zoet water uit de zoute oceanen te winnen en door ervoor te zorgen dat we het beschikbare zoete water - bijvoorbeeld in de landbouw - veel beter gaan gebruiken. Ook waterwinning uit de lucht - met flesjes en schermen die waterdamp opvangen - lijkt mogelijk te worden.
 
 Een van de belangrijkste innovaties is het toepassen van nano technologie op de productie van schoon zoet water. Wetenschappers van het Indian Institute of Technology Madras in India hebben ontdekt dat nano deeltjes ervoor kunnen zorgen dat microben, bacteriën en andere ongewenste stoffen uit water kunnen worden verwijderd. Hun werk gaat levens redden. Binnen afzienbare tijd kan een familie voor slechts $2.50 een jaar lang van gezond water worden voorzien.
 
 Overal in de wereld gaan nu nog iedere dag grote hoeveelheden bruikbaar water verloren door lekken in gebrekkige distributie netwerken. In sommige landen kan het verlies wel oplopen tot 60 procent van de waterproductie! Nieuwe technieken die gebruik maken van druk- en akoestische sensors in waterleidingen maken het mogelijk dat lekken sneller worden opgespoord en opgelost. 
 
 Zo’n zeventig procent van het zoete water in de wereld wordt nu gebruikt door de 47

Noot nazoeken - World Health Organization - 2016

- 60 -


landbouwindustrie. We beginnen nu de eerste resultaten te zien van het toepassen van watermanagement gebaseerd op heel nauwkeurige irrigatiesystemen, die gebruik maken van computermodellen en algoritmes. Nieuwe technologie heeft hier een verandering in mindset tot gevolg. Heel precies ‘meten en weten’ leidt hier tot grotere beschikbaarheid van water op de juiste plaats op het juiste moment. 
 
 LANDBOUW - Na water is onze voedselproductie het tweede terrein waar we schaarste kunnen elimineren door betere toegang tot de overvloed in de wereld te realiseren. Ontwikkelingen in de hardware, software en ‘lifeware’ - de biotechnologie - van de landbouw, zorgen voor meer winstgevendheid voor de boer en meer productiviteit voor de landbouwsector. In westerse landen zul je een boer zonder computerkennis niet vaak meer tegenkomen. Boerderijen beginnen steeds meer op high-tech fabrieken te lijken. Productieprocessen worden steeds nauwkeuriger. Smart farming en biotechnologie maken van kweken en fokken precieze processen, waarin vrijwel niets aan het toeval wordt overgelaten.
 
 Een van de eerste voorbeelden van smart farming was de beslissing in 2001 van John Deere - de grootste fabrikant van landbouwmachines ter wereld - om alle nieuwe tractoren uit te rusten met een heel precies ‘global-positioning-system (GPS) Sindsdien heeft smart farming een grote vlucht genomen. Analyse van monsters van steeds kleinere delen van landbouwgronden maken het mogelijk om veel preciezer landbouw te bedrijven. Zaaien, poten, en bevochtigen worden begeleid door sensors, die data genereren waardoor landbouwmachines nu met grote nauwkeurigheid werken. Dit maakt het mogelijk om zuiniger, preciezer en veel effectiever om te gaan met water, meststoffen en onkruidverdelgers.
 
 Natuurlijk spelen grote ondernemingen als Dow, DuPont, Monsanto op deze ontwikkelingen in. Dat leidt tot het nodige maatschappelijke wantrouwen en discussie. Terecht, de bedrijven waar we van afhankelijk zijn voor onze voedselproductie verdienen alle aandacht en controle. Als we een stapje terug zetten en kijken naar de grote lijnen van deze ontwikkelingen dan zien we dat die overeenkomen met vrijwel alle andere sectoren in de samenleving. Ook in de landbouw wordt - net als in andere sectoren - innovatie gedreven door data en netwerken.

- 61 -


Door de toename van sensors verzamelen individuele boeren grote hoeveelheden data en waardevolle informatie. Van wie zijn die data en de informatie eigenlijk, van de eigenaar van het platform, of van degene die de data levert? Dit is een vraag die we niet alleen in de landbouw, maar overal in de samenleving gaan tegenkomen. We gaan er daarom straks uitgebreid verder op in. 
 
 Er ontstaan naast de traditionele boeren met een stuk land, machines en zaden nu ook steeds meer agrarische netwerken. Deze variëren van coöperaties voor lokaal en gemeenschappelijk produceren tot netwerken met farm-managementsystemen, multisided farms, cloud farms en platforms voor productie en distributie.
 
 ACRO-ECOLOGIE - Holisme is een thema dat veel boeren niet vreemd is. In de niet-gangbare landbouw - van biologisch tot antroposofisch - wordt allang gekeken naar de ecologische aspecten van het landbouwsysteem. Maar het belang ervan neemt nu snel toe. In de agro-ecologie worden in een holistische benadering ecologische problemen, economische vraagstukken én sociale onderwerpen tegelijkertijd en in samenhang bekeken. De uitstoot van broeikasgassen, watergebruik en vervuiling, voldoende en efficiënte productie en de positie van boeren en hun gemeenschappen kunnen niet meer los van elkaar worden gezien.
 
 Agro-ecologie is daardoor tegelijkertijd een wetenschap, een praktische methode en een maatschappelijke beweging. Ook zo bezien is de landbouw een spiegel voor allerlei andere ontwikkelingen in de samenleving. De energiesector bij voorbeeld. In die belangrijke markten botsen nu oude zienswijzen op nieuwe mogelijkheden. Niet iedereen is overtuigd van de nieuwe mogelijkheden die het samengaan van technologie en een holistische benadering ons bieden. Veel pleidooien voor agro-ecologie belichten bijvoorbeeld alleen maar de negatieve kanten van de gangbare landbouw. En we moeten erkennen dat er ook veel goeds is gebeurd. Hoe hadden we anders voldoende voedsel kunnen produceren voor zeven miljard mensen? Met beter voedsel dan ooit? Dat is een enorme prestatie.
 
 ENERGIE - We beginnen het ons langzaam te realiseren: het energielandschap zal

- 62 -


de komende jaren onherkenbaar veranderen. De opwekking van duurzame energie neemt een grote vlucht. Landen als Marokko, Dubai, Azerbedjan en de US strijden de laatste jaren om de eer van het realiseren van de grootste solar plants ter wereld. Ook andere vormen van opwekking van duurzame energie - en de mogelijkheden van opslag van energie - ontwikkelen zich nu steeds sneller.
 
 Zonne-energie zal de komende tijd sterk in prijs dalen, tot het de goedkoopste vorm van energie opwekking is geworden. Het zal op den duur zo goedkoop worden, dat het concurrerend zal zijn voor de reguliere - nieuwe en bestaande - fossiele energie centrales. Dit is geen wensdenken, volgens onderzoekers zal zonneenergie al in 2026 dé concurrerende vorm van energie zijn in het grootste deel van de wereld.48
 
 Zoals voor technologie de Wet van Moore bepalend is - in het kort: computers worden in ruim een jaar steeds twee keer zo krachtig - zo is de Wet van Swanson dat voor de opwekking van energie. De kosten van de zonnecellen die nodig zijn voor de opwekking van zonne-energie, zijn de afgelopen veertig jaar spectaculair gedaald. Nobelprijswinnaar Steven Chu - jarenlang adviseur van de regering Obama - beweerde al in 2011 dat zonne-energie binnen tien jaar concurrerend zou worden met fossiele energie, zoals olie en gas. We beginnen nu - halverwege de door Chu geschatte termijn - al de eerste duidelijke tekenen in die richting te zien.
 
 Het lijkt misschien moeilijk voorstelbaar in een wereld van smartphones, flat screens en airconditioners, maar de vraag naar energie zal wereldwijd afnemen. We worden simpelweg veel efficiënter dan we nu zijn. Dus hoewel overal ter wereld mensen zich verheffen uit extreme armoede naar de middenklasse - waardoor hun energie gebruik sterk toeneemt - zal het totale energieverbruik naar verwachting in de komende 25 jaar wereldwijd nog maar enkele procenten per jaar groeien. Het lijkt erop dat landen energie-efficiënter worden, naarmate ze zich economisch beter ontwikkelen. Om de wereldeconomie draaiende te houden zijn we de komende jaren nog aangewezen op vervuilende olie, kolen en gas.
 48

‘New Energy Outlook - global power markets to 2040’ - Bloomberg - 2015

- 63 -


Maar de vraag daarnaar neemt nu al minder toe dan verwacht. Ook in landen met een opkomende economie. Durven we daar al conclusies aan te verbinden? Is het voorstelbaar dat grote fossiele ondernemingen - zoals Shell - al merken dat het energielandschap verandert? De wens kan natuurlijk de vader van die gedachte zijn, maar er zijn nu - anno 2017 - wel een paar duidelijke signalen. De olieprijs daalt. Laten we niet te vroeg juichen. Die daalt wel vaker. Maar er lijkt iets bijzonders aan de hand. Analisten durven geen voorspellingen meer af te geven over de ontwikkeling van de olieprijs in de komende jaren. Die zal flink gaan fluctueren, als teken van de ingrijpende veranderingen. Het Britse instituut Carbon Tracker voorspelde al in 2013 dat de $674 miljard die jaarlijks wordt uitgegeven aan rechten op fossiele energie voorraden, in feite ‘unburnable’ zijn.
 
 Die trend wordt bevestigd door de veel strengere milieu-wetgeving, waarvoor de aanzet is gegeven tijdens de klimaattop in Parijs in 2015. Daar is afgesproken dat de temperatuurstijging op aarde onder de 2 graden Celcius moet blijven. Alleen al daardoor kan 80 procent van de fossiele voorraden van de oude oliemaatschappijen niet meer worden opgemaakt. Oude oliereuzen komen daardoor met ‘stranded assets’ te zitten: te hoog gewaardeerde voorraden aan licenties op fossiele brandstof, die waardeloos zouden zijn geworden. 
 Dat levert enorme financiële risico’s op, waar overheden en beleggers nog geen rekening mee houden. Er is een ‘carbon bubble' aan het ontstaan. De daling van de waarde van beursgenoteerde bedrijven in fossiele brandstoffen zullen volgens onderzoekers een financiële crisis veroorzaken, waarbij vergeleken de crisis van 2008 kinderspel was. Volgens het rapport van Utrecht Sustainability Institute wordt geschat dat alle Europese pensioenfondsen samen €260-330 miljard euro hebben aan activa in fossiele brandstoffen, voor banken wordt dit bedrag geschat op €460480 miljard euro. Bij verzekeringsmaatschappijen komt het uit op €300-400 miljard. Check actuele reseach - dit komt van wikipedia!
 
 Ook overheden hebben zich lang rijk gerekend met de opbrengsten van fossiele

- 64 -


energie. Wist u dat om die reden in Zeeland nu al sportcentra en zwembaden gesloten worden? Niet vanwege de energiebesparing die dat oplevert, maar omdat overheden zich rijk hebben gerekend met de opbrengsten van de verkoop van het energiebedrijf van Zeeland. In de overeenkomsten zijn dividenden voor de verkopende overheden opgenomen, die zijn gebaseerd op vaste energietarieven. Op het oude niveau. Die tarieven dalen nu, maar de verkopende overheden proberen vast te houden aan de oude - hogere - afspraken. Het energiebedrijf komt daardoor in de problemen. En daarmee ook de gemeentelijke en provinciale overheden, die zich rijk hebben gerekend met toekomstige opbrengsten op basis van hoge energieprijzen. 
 
 Het verschil tussen de kosten van duurzame energie en oude fossiele energie wordt nu snel kleiner. Er worden de komende jaren prijsdalingen verwacht van 59 procent voor zonne-energie en 35 procent voor windenergie in 2025.49 De dalende olieprijs blijkt nu nauwelijks meer effect te hebben op de investeringen in duurzame energie. Die blijven gewoon op peil. En ook dat is nieuw. Grote investeerders beginnen blijkbaar rekening te houden met het veranderende energielandschap. De komende 25 jaar zullen daardoor miljarden worden geïnvesteerd in nieuwe energiebronnen, waardoor de markt voor duurzame vormen van energie zich nóg sneller zal ontwikkelen. 
 
 In december 2016 rapporteerde het World Economic Forum dat wind- en zonneenergie in meer dan dertig landen net zo duur - of zelfs goedkoper - is te produceren als fossiele energie.50 De verwachting is dat binnen enkele jaren tweederde van de landen in de wereld dat punt zal hebben bereikt. In een groot deel van de wereld is duurzame energie dan voor investeerders de betere optie.
 
 Ook geopolitieke redenen spelen een rol bij de afkalvende machtspositie van de oude fossiele energiereuzen. Overal ter wereld willen landen nu hun eigen energievoorziening regelen en niet meer afhankelijk zijn van de traditionele olieleveranciers uit de OPEC- landen.
 49

‘The Power to Change’ - International Renewable Energy Agency - 2016

50

‘Renewable Infrastructure Investment handbook’ - World Economic Forum - December 2016

- 65 -


Laten we niet te vroeg juichen. Er is nog veel verschil van mening over de mogelijkheden van duurzame energie, over het nut en de noodzaak van kernenergie, en over de gebrekkige mogelijkheden tot opslag van energie. En in 2015 was het aandeel duurzame energie nog geen 20 procent van de energievoorziening in de wereld. Maar dat verandert nu wel snel. In sommige delen van de wereld héél snel. 
 
 Duitsland zat in 2014 al op 30 procent. Denemarken wekte in 2015 al 42 procent van de benodigde energie op uit wind. Uruguay zit al op 90 procent duurzame energie. De inschatting is nu dat wereldwijd zonne-energie in 2040 een derde van de energievoorziening voor z’n rekening nemen. De veranderingen gaan nu zo snel dat eerdere verwachtingen over het percentage duurzame energie de komende tijd waarschijnlijk drastisch - in positieve zin - zullen worden bijgesteld.51
 
 Zweden leidt deze ontwikkeling met het doel om het eerste land te zijn dat geheel op duurzame energie draait. Of dat gaat lukken is de vraag. 
 
 We gaan bovendien ‘mooiere’ dingen zien in energieopwekking. We willen allemaal duurzame energie, maar laten we eerlijk zijn; het ziet er nu nog lelijk uit. Er is discussie over de windmolens in het landschap en de zonnepanelen op daken zijn weliswaar functioneel, maar ook erg lelijk.
 
 Maar wat als opwekking van energie er prachtig uit gaat zien? Als een dak dat energie opwekt een gebouw niet lelijker maakt, maar mooier? Als we in staat zijn om alle straten en parkeerterreinen energie opwekkend te maken? Het lijkt toekomstmuziek, maar de eerste dakpannen die energie opwekken zijn al gesignaleerd. En het eerste fietspad dat energie opwekt wordt al gelegd.
 
 INPUT TEKST FRANK INVOEGEN - CONCRETE ONDERDELEN WAAR FRANK VROLIJK VAN WORDT:
 
 INFORMATIE & ONDERWIJS - 
 51

World Energy Outlook - International Energy Agency - Bloomberg oktober 2016

- 66 -


WONEN - XXX
 
 
 GRONDSTOFFEN - XXX
 
 
 LOGISTIEK - XXX
 
 
 MOBILITEIT - XXX
 
 
 ZORG & GEZONDHEID - XXX
 
 
 BESTAAT GELD STRAKS NOG? - XXX

- 67 -


03

USED TO BE’S DON’T COUNT ANYMORE

3.1

Alles verdampt tot data.

3.2

Van piramides naar netwerken.

3.3

De schaarste voorbij.

3.4

Op weg naar gratis.

3.5

Cijfers kloppen niet meer.

3.6

Eigendom in de steigers.

3.7

Talenten voor de toekomst.

3.8

Op naar een nieuwe cultuur?

‘It used to be so natural
 To talk about forever
 But 'used to be's' don't count anymore
 They just lay on the floor
 'Til we sweep them away’
 
 Neil Diamond - 1978
 
 3.1

ALLES VERDAMPT TOT DATA

De hiervoor omschreven ontwikkelingen in wetenschap en technologie staan niet op zichzelf. Ze hebben veel met elkaar gemeen en ze versnellen elkaar. Samen veranderen snelle computers, robots, kunstmatige intelligentie, internet of things, big datanetwerken en virtuele werelden de belangrijkste aspecten van ons leven.
 
 Zo zetten we steeds meer fysiek producten om in software en data te worden. Alles verdampt tot data. Dat hebben we de afgelopen jaren al gezien in de mediawereld. Jaren geleden hadden we nog beeld- en geluidsdragers nodig - papier, boeken, - 68 -


platen, cd’s - om kennis, verhalen, kunst en muziek met elkaar te delen. Nu is een data stream van Spotify of Youtube voldoende. Die verandering van dingen naar data zien we nu ook op andere terreinen. Je kunt het zo gek niet bedenken - van medisch onderzoek tot winkelen en digitale oorlogsvoering - steeds meer kennis, producten en activiteiten worden omgezet in software en digitale data.
 
 Uit onderzoek blijkt dat die ‘digitalisering’ nu vrijwel alle markten sterk beïnvloed.52 Geschat wordt dat in de zeven grootste economieën - In de G7 landen Canada, Frankrijk, Duitsland, Italië, Japan, de UK en de VS - is 70% van het bruto nationaal product nu al op enigerlei wijze afhankelijk van software en data. In Nederland is dat niet veel anders. En dat stopt niet - integendeel - de ontwikkeling van dingen naar data is nog maar net begonnen. Ook onze persoonlijke voorkeuren, gezondheid en karaktereigenschappen ontsnappen er niet aan. Zelfs onze emoties en onze hersenactiviteit zijn digitaal meetbaar geworden. We laten als mensen nu al een constante stroom van data achter in de digitale ruimte. De gevolgen hiervan zien we nu overal. Op min of meer dezelfde manier: digitalisering verandert de snelheid, de schaal en de vorm van vrijwel onze menselijke activiteiten. 53 SPEED - Een kenmerkend aspect van de ontwikkeling van dingen naar data, is dat de snelheid in het leven er enorm door toeneemt. Wie oud genoeg is om zich de postbode en de fax te herinneren snapt waar we het over hebben. Vroeger vroeg het bezorgen van informatie tijd en fysieke inspanning. Ook een reactie erop kostte dan weer tijd. Dat is veranderd. Het uitwisselen van data en informatie is nu altijd en overal mogelijk. Snel. Real time. 24 uur per dag.
 
 Ook bedrijven merken dat. Niet alleen doordat de snelheid van communicatie toeneemt, ook concurrentieverhoudingen en organisaties veranderen voortdurend. In het bedrijfsleven is die dynamiek dé grote uitdaging voor bestaande bedrijven - en is voortdurende innovatie het antwoord.
 
 Die behoefte aan snelle innovatie leidt tot waardering van andere talenten van 52

‘The case for digital reinvention’ - McKinsey Quarterly - February 2017

53

Robert Tercek - ‘Vaporized’ - 2015

- 69 -


medewerkers. Terwijl vroeger stabiliteit, functionaliteit en efficiency van medewerkers grote waardering kregen, gaat het in onze tijd veel meer om creativiteit, intuïtie en empathie. En om het vermogen om te veranderen, te experimenteren, in netwerken te functioneren en om samenhang te zien. Het zou wel’s kunnen zijn, dat het juist díe menselijke talenten zijn, waardoor we ons - vooralsnog - staande kunnen houden in de snel veranderende wereld en waardoor we ons in de toekomst kunnen blijven onderscheiden van robots en kunstmatige intelligente netwerken.
 
 SCALE - Een tweede aspect van het veranderen van de fysieke wereld naar een wereld van data, is de toenemende schaal en het bereik van digitale activiteiten. Digitale producten hoeven niet te worden verscheept. Data bereiken gemakkelijk de hele wereld. Digitale markten zijn daardoor nog nauwelijks van elkaar gescheiden, al bestaan er natuurlijk nu nog wel verschillen in taal en cultuur. Maar dat maakt niet heel veel uit voor platformen als Facebook, Spotify, QQ en WeChat. Op data gebaseerde bedrijven kunnen overal in korte tijd een enorme omvang bereiken.
 
 SHAPE - Als producten uit de ‘echte’ wereld worden vervangen door digitale varianten, kunnen die producten verrassende nieuwe vormen en business modellen aannemen. Die we bovendien snel kunnen aanpassen. Een digitale service is over het algemeen sneller, goedkoper, energie-efficiënter en flexibeler te leveren, dan de analoge variant uit de fysieke wereld. De productiekosten van digitale producten dalen, maar ook de winsten nemen daardoor af. Vergaande innovatie strategieën zijn het devies voor bedrijven - en andere organisaties - die willen overleven.
 
 3.2

PIRAMIDES WORDEN NETWERKEN

Mensen werken graag samen. De Romeinen kenden al verenigingen voor mensen met hetzelfde beroep. Vanaf de middeleeuwen bestonden overal in Europa gilden, waarin ambachtslieden informatie uitwisselden, prijzen vaststelden, leerprogramma’s opstelden en hun belangen behartigden. Die gilden hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de economische en sociale ontwikkeling van Europa. 54 
 54

‘De beknopte geschiedenis van Nederland’ - James Kennedy - 2017

- 70 -


Onder invloed van de opkomst van de steden en de kooplieden met hun internationale handel, ontstonden er in de vijftiende eeuw veranderingen in die eeuwenoude manier van organiseren. Eerst begonnen ambachtslieden zelf - buiten het gilde om - vaste afspraken te maken met kooplieden. En nog weer later ontstonden er ambachtelijke bedrijven en kleine handelshuizen.
 
 In de zeventiende eeuw maakten we weer een flinke sprong in het organiseren van samenwerking tussen mensen. Door de ontdekking van nieuwe werelddelen begon men - ook in de Nederlanden - steeds intensiever te handelen, over de hele wereld. Het risico van die handelstochten werd in het begin door één of enkele privépersonen gedragen. Dat liep natuurlijk nogal’s fout. Er ontstond daardoor behoefte aan een nieuwe organisatievorm. Toen men langere reizen ging ondernemen zag men in dat varen, handelen en het opbouwen van een netwerk van lokale vestigingen - aan de andere kant van de wereld, in een tijd van oorlog met de grote koloniale machten Spanje en Portugal -, beter konden worden ondernomen door een grote sterke onderneming, dan door de bestaande kleine handelshuizen.
 
 Die nieuwe grote ondernemingen moesten voldoende kapitaal kunnen verschaffen en risico’s kunnen spreiden. Daarom bedacht men daarvoor een geheel nieuwe vorm. Iedereen kon deelnemen in één grote sterke organisatie, waardoor planmatig kon worden geopereerd en risico’s konden worden gedeeld. Kooplieden namen aandelen, maar ook gewone mensen deden dat. Alleen al in Amsterdam legden meer dan duizend investeerders geld in, waaronder dienstmeiden en kleine ambachtslieden. De eerste vennootschap - de Verenigde Oostindische Compagnie - was geboren. De West Indische Compagnie volgde niet veel later.
 
 GROTERE ORGANISATIES - Dat zoeken naar het verbeteren van organisaties zette zich door in de 18e en de 19e eeuw. Door de uitvinding van stoommachines en later de elektriciteit werd het mogelijk productieprocessen te mechaniseren. Dat leidde tot standaardisatie en lineaire productieprocessen. Er ontstond enorme schaalvergroting. Naast de kleine ambachtelijke organisaties ontstonden fabrieken in de vorm van strakke hiërarchische organisaties.

- 71 -


In het begin van de 20e eeuw bereikte die standaardisatie een hoogtepunt. De inzet van menselijke arbeidskrachten werd daardoor een steeds grotere uitdaging. Ondernemers begonnen zelfs te klagen dat hun arbeiders niet efficiënt waren. Frederick Taylor ontwikkelde daarop het eerste 'scientific management’ - een wetenschappelijke benadering voor het inzetten van mensen in bedrijven. We gingen menselijke activiteiten zo efficiënt mogelijk organiseren, door ze in taken en functies op te knippen. We hoeven maar naar het grappige filmpje ‘Modern Times’ van Charlie Chaplin te kijken om te leren dat we de mens toen ondergeschikt hebben gemaakt aan dat streven naar efficiëntie in bedrijven.
 
 Dat werken in hiërarchische organisaties had grote maatschappelijke gevolgen. We creëerden een administratieve middenklasse. Er ontstonden nieuwe beroepen, zoals typistes, boekhouders en telefonistes. Er waren mensen nodig voor het verspreiden van informatie en voor het leidinggeven aan anderen. Management werd uitgevonden. Dat gebeurde niet alleen in de fabrieken van die tijd. We gingen daarna ook andere terreinen van ons leven - zoals het onderwijs en de overheid op dezelfde hiërarchische manier vormgeven. We gingen in de twintigste eeuw de talenten van mensen benadrukken, die pasten bij die nieuwe manier van organiseren. Er ontstond een ’nieuwe mens’.
 
 We vinden het werken in die 20e eeuwse grote hiërarchische organisaties nu zo logisch, dat we ons nauwelijks nog afvragen waarom we dat eigenlijk zo doen. Ronald Coase deed dat wel. Deze Nobelprijswinnaar heeft de opkomst van bedrijven uitgebreid bestudeerd.55 Hij laat zien dat bedrijven niet alleen ontstaan omdat productie in fabrieken wordt gemechaniseerd. Bedrijven zijn ook nodig om de ‘transactiekosten’ van handel en productie zo laag mogelijk te houden. Transactiekosten zijn de kosten van het regelen van arbeiders, het onderhandelen over prijzen, het sluiten van contracten en het controleren van de uitvoering daarvan. Een bedrijf is volgens Coase eigenlijk een middel om lange-termijn contracten te sluiten, als kortlopende afspraken teveel gedoe worden. 
 
 55

‘The Nature of the Firm’ - Ronald Coase - 1937

- 72 -


Naast spreiden van risico, werkzaamheden efficient uitvoeren in functies en het beheersen van transactiekosten is ook het realiseren van vertrouwen volgens Coase een reden waarom bedrijven ontstaan en groeien. Ondernemingen regelen vertrouwen in transacties liever zelf - of in bekende netwerken - dan er voortdurend naar te zoeken in korte relaties met onbekende externe personen of bedrijven.
 
 NIEUWE ORGANISATIES - De manier waarop we samenwerking in bedrijven organiseren is vanaf begin 20e eeuw eigenlijk min of meer hetzelfde gebleven. Maar we zien daarin nu - in de 21e eeuw - ingrijpende wijzigingen. Doordat we door internet optimaal verbonden én geïnformeerd zijn, kunnen we ook buiten hiërarchische organisaties de kosten van transacties laten dalen, de risico’s verdelen en vertrouwen organiseren. Daar vinden we nu nieuwe organisaties voor uit: netwerk-organisaties en platformen. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat die 21eeeuwse organisaties niet net zo succesvol zullen zijn als indertijd de oude gilden, de 17e eeuwse VOC en de 19e-eeuwse industriële ondernemingen.
 
 We zien nu bijvoorbeeld al dat door digitalisering en netwerken de kosten van arbeid enorm dalen. Natuurlijk zochten bedrijven al langer naar de goedkoopste arbeid. Bijvoorbeeld door hele fabrieken naar lage-lonen-landen te verplaatsen. Maar er is nu meer aan de hand. Het is door goede digitale communicatie steeds beter mogelijk om bepaalde taken af te splitsen en te ‘outsourcen’. Die taken worden dan door derden - buiten de organisatie - uitgevoerd. Het kan dan gaan om complexe software ontwikkeling, maar ook om een eenvoudig klusje. Voor het luttele bedrag van een paar dollar vinden we tegenwoordig op Fiverr.com - of soortgelijke sites - een freelancer uit Macedonië of Indonesië, die even iets voor ons iets photoshopt, een logo ontwerpt, software ontwikkelt of een mooie keynote maakt. Hetzelfde geldt voor het maken van contracten, het vinden van klanten, het produceren, het leveren van producten en voor het controleren van betalingen. Al deze activiteiten vinden efficiënter, sneller en goedkoper plaats in de nieuwe digitale netwerken, dan in de oude 20e eeuwse organisaties. We kunnen daarbij kiezen uit aanbieders van over de hele wereld. Contact verloopt via de aanbodsite of via Hangout, of Skype. Vertrouwen tussen aanbieder en afnemer wordt digitaal geregeld door ratings, die aangeven hoe goed de aanbieder met z’n klanten omgaat.

- 73 -


Als de transactiekosten voor bedrijven nu al sterk dalen - en we zelfs vertrouwen, transacties en betalingen ook al digitaal kunnen organiseren - waarom zouden we dan die ouderwetse piramide-organisaties nog in stand houden? Die noodzaak is er steeds minder. Andere organisaties zijn nu vaak al succesvoller. Zo zien we nieuwe kleine ondernemingen ontstaan, die met weinig vaste medewerkers in staat zijn in korte tijd grote waarde te creëren. Hun succes hangt samen met lage transactiekosten, beperkte flexibele organisatievormen, internationale softwareontwikkeling, het verzamelen van data, algoritmen om die data te gebruiken, en gebruik van digitale tools om de organisatie te sturen.56
 
 Bovendien zien we steeds meer platformen ontstaan, die taken afstoten aan kleine zelfstandige aanbieders. Het platform houdt de kern - de technologie, de marketing en de geldstromen - stevig zelf in handen en levert services aan zelfstandige, kleine aanbieders. Het gaat vaak om transactiekosten: marketing, contractering, betaling, de controle en eventueel zelfs de verzekering. Kleine aanbieders worden zo in staat gesteld content te publishen, woonruimte te verhuren, of taxi diensten ter beschikking te stellen.
 
 Dat verandert allerlei markten nu al ingrijpend. Het grootste mediabedrijf - Facebook - maakt dus zelf geen media, maar geeft kleine aanbieders de mogelijkheid daarmee actief te zijn. De grootste taxibedrijven ter wereld - Uber en Lyft - bezitten zelf geen taxi’s, maar bieden een platform aan individuele taxichauffeurs. De kleine zelfstandige chauffeur verricht uiteindelijk de basisservice, maar is niet per se in dienst van het platform. 57 Ook de grootste hotelier ter wereld - AirBnB - heeft zelf geen hotels, maar maakt het mogelijk dat kleine zelfstandige aanbieders woonruimte aanbieden op een groot internationaal platform. 
 
 Kenmerkend aan al deze platformen, is dat het aanbod niet meer plaatsvindt door klassieke organisaties, zoals we die kennen uit de 20e eeuw. Het zijn transacties

56

‘Exponential Organizations’ - Salim Ismael - 2014

57

Over het arbeidsrechtelijke karakter van die relatie worden nu in de VS en de UK juridische procedures gevoerd. Met name de

chauffeurs van Uber worden door de rechter steeds vaker wél gezien als werknemers, in dienst van het platform.

- 74 -


tussen privépersonen - kleine aanbieders en afnemers - die worden gefaciliteerd door een groot platform, dat zelf geen producten of diensten levert.
 
 De lijst van zulke platforms is eindeloos. De laatste tijd verschijnen ze in steeds meer markten. En het eind is nog lang niet in zicht. De ontwikkelingen gaan nu razendsnel. Je kunt nu investeerder worden via Kiva, Lending Club en Funding Circle. Een tijdelijk verblijf in een appartement kon je al regelen via AirBnB, maar nu ook via Coachsurfing, Kozaza of Tujia en vele anderen. Ambachtelijke producten koop je via Etsy en Quirky. Luxe producten via Eleven James of Style End. Je kunt je laten vervoeren door Uber en Lyft, maar je kunt ook even in je eigen buurt een auto huren bij een platform als SnappCar. En als je iemand voor een klusje nodig hebt, dan huur je iemand via Fiverr, Werkspot of MrFix. En thuis laat je het huishouden runnen door Washio, Luxe, Eaze of Drizly. 
 
 WINNER TAKES ALL - Met die platformen is iets bijzonders aan de hand. Ze hebben de neiging heel groot te worden. Niet allemaal tegelijk, maar bij concurrentie in dezelfde markt is er altijd één die uiteindelijk de grootste wordt. Er ontstaat een monopolist. Economen beginnen te zien dat die omvang van de winnaar niet alleen een voorwaarde is voor succes. Het is er ook het gevolg van. Er ontstaat een ‘winners-takes-all’ effect, waarbij het leidende bedrijf in een bepaalde markt sneller groeit dan anderen en daardoor al snel als monopolist domineert. 58
 
 David Reed - professor aan MIT - ontdekte dat platformen en netwerken zo snel groeien, doordat de groei niet alleen wordt bepaald door het aantal leden van het aangesloten netwerk, maar ook door het aantal transacties tussen de leden van dat netwerk.59 En dat aantal transacties neemt exponentieel toe - daar is het woord weer - naarmate er meer leden bijkomen. Het is voor leden of klanten nu eenmaal interessanter om bij een groot netwerk te zitten. Zou een netwerk de waarde 100 hebben bij tien leden, dan is de waarde bij een verdubbeling naar twintig leden niet 200, maar 400. Straks zullen we bekijken wat de gevolgen zijn van deze platformen op onze samenleving. Die zijn veel groter dan we ons realiseren.
 58

‘Increasing Returns and the New World of Business’ - Harvard Business Review - W. Brian Arthur -1996

59

‘The Law of the Pack’ - David Reed - Harvard Business Review - 2001.

- 75 -


3.3

DE SCHAARSTE VOORBIJ.

De hiervoor in hoofdstuk 2 besproken ontwikkelingen in wetenschap en technologie lijken heel verschillend. Ze worden dan ook zelden in een gezamenlijke context bekeken. Maar ze hebben een ding gemeen: ze leiden - op zichzelf of samen - tot extreme productiviteit. Ze voeren ons van een wereld van schaarste naar een wereld van overvloed. 
 
 Door Internet-of-things, 3D & 4D printing, robotisering en kunstmatige intelligentie en straks door nano technologie en synthetische biologie, komt een wereld in zicht waarin we productie en consumptie optimaal kunnen organiseren. Natuurlijk zijn er op veel plaatsen nu nog tekorten aan water, voedsel, energie, en grondstoffen. Maar er doemt een wereld op, waarin schaarste minder absoluut en veel meer contextueel is, dan we ons ooit hebben kunnen voorstellen.60 Overal ter wereld. En dat heeft belangrijke gevolgen.
 
 DE GESCHIEDENIS VAN SCHAARSTE - In een fascinerend boek laat de Nederlandse filosoof Hans Achterhuis zien hoe ons economisch denken door de eeuwen heen is beheerst door schaarste.61 De verschillende economische- en politieke theorieën over het verdelen van waarde zijn vanaf de 19e eeuw de basis geworden van de belangrijkste politieke stromingen, zoals het marxisme, het socialisme en het kapitalisme. En die politieke stromingen vormen de wortels van onze hedendaagse maatschappij.
 
 Maar het denken over schaarste is ouder dan de 19e eeuw. Achterhuis omschrijft hoe schaarste door de 16e eeuwse Thomas Hobbes werd gezien als 'de natuurlijke toestand van de mens’. Op veel punten brak Hobbes daardoor met het middeleeuwse verleden. Het harmonieuze wereldbeeld van Aristoteles had lange tijd het denken bepaald. Rust en harmonie werden gezien als de natuurlijke toestand van alle verschijnselen in de natuur - ook van mensen.
 
 60

‘Abundance - The Future is Better Than You Think’ - Peter Diamandis - 2012

61

‘Het Rijk van de Schaarste, van Hobbes tot Foucault’ - Hans Achterhuis - 1988, 2003

- 76 -


Onder invloed van nieuwe inzichten - onder meer van zijn tijdgenoot Galileo Galileï, die aantoonde dat natuurlijke lichamen voortdurend in beweging zijn - introduceert Hobbes andere kernthema’s. Het menszijn wordt volgens hem niet beheerst door rust en harmonie, maar door voortdurende beweging. Mensen bedreigen elkaar voortdurend. Om winst te behalen, om veilig te leven of om hun reputatie hoog te houden. Geluk is voor Hobbes geen toestand van rust, maar een nooit eindigende beweging - ‘een onophoudelijk voortgaan van de begeerte’. Schaarste is voor hem een natuurlijk fundament van zo’n samenleving. Voor Achterhuis ligt daarmee de oorsprong van de moderne samenleving bij deze 16e eeuwse denker.
 
 De 18e eeuwse filosoof John Locke dacht er anders over. Hij gaat ervan uit dat er in de natuurlijke toestand van de wereld juist voor iedereen genoeg is. Iedereen mag zoveel van de aarde in bezit nemen als hij kan gebruiken, als hij maar genoeg voor anderen overlaat. Locke is van mening dat er een einde aan deze natuurlijke toestand is gekomen door de uitvinding van het geld. Geld bederft niet en je kunt het zonder schade oppotten. Geld verandert daardoor volgens hem de waarde van de dingen: ’… het gebruik van het geld heeft het land schaars gemaakt.’ Anders dan Hobbes ziet Locke schaarste dus niet als een natuurlijke toestand, maar als een economisch verschijnsel, veroorzaakt door de uitvinding van het geld. Sindsdien willen mensen uit eigenbelang meer hebben dan ze kunnen gebruiken. En dat werkt schaarste in de hand. Een heel actueel standpunt.
 
 Voor Adam Smith - de 18e eeuwse vader van onze hedendaagse economie - is dat eigenbelang de motor van de welvaart. Individuen die hun eigenbelang nastreven creëren volgens Smith - door de befaamde ‘onzichtbare hand’ - de welvaart waar uiteindelijk iedereen voordeel van heeft. Najagen van eigenbelang en concurrentie leidt ontegenzeggelijk tot de drive om te ondernemen, wat uiteindelijk weer leidt tot innovatie en welvaart. Maar leidt dat dan ook tot meer welvaart voor iedereen, zoals Smith beweert? Karl Marx - en in zijn voetsporen ook Achterhuis zelf - was ervan overtuigd dat het zo niet werkt. Volgens Marx wordt schaarste niet bepaald door de natuur, maar door maatschappelijke verhoudingen. Maar ook die zijn dwingend. Het kost moeite - of een revolutie - om daar uit te stappen.

- 77 -


We zitten volgens Achterhuis gevangen in dat maatschappelijke denken over schaarste. We zijn dan ook niet bezig de schaarste te overwinnen. Integendeel, we brengen haar kunstmatig voort en bevestigen haar steeds. In de consumptie-maatschappij kennen wij geen 'natuurlijke verzadiging', maar een door voortgaande concurrentie met anderen aangedreven verlangen naar steeds meer - en vooral steeds nieuwere objecten.
 
 Blijft dat zo? Heeft Achterhuis gelijk dat we niet aan schaarste kunnen ontsnappen? Laat onze tijd - de technologische 21e eeuw - niet juist de contouren van een heel andere ontwikkeling zien? De grote Keynes - een van de belangrijke economen van de twintigste eeuw - had daar al mooie bespiegelingen over. Hij schreef mismoedig dat onze economische ontwikkeling ‘de meest verachtelijke menselijke eigenschappen tot de hoogste deugden had verheven.’62 De economie haalt volgens Keynes het slechtste in mensen boven. Maar hij had ook hoop. Het zou weliswaar nog zo’n honderd jaar duren, maar dan zou er een fase aanbreken, waarin overvloed de boventoon zou voeren. In die fase van overvloed kunnen we dan volgens Keynes onze individuele deugden weer verbinden met het algemeen belang.
 
 VAN SCHAARSTE NAAR OVERVLOED - We zijn nu bijna honderd jaar verder. Zou het kunnen zijn dat Keynes gelijk had? Dat er nu een fase aanbreekt van overvloed in plaats van schaarste? Waarin schaarste niet meer bepalend is voor de menselijke verhoudingen? Een fase waarin menselijke deugden de ruimte krijgen?
 J. Bradford DeLong - een gerespecteerd Amerikaans econoom - omschrijft treffend dat we door digitalisering en extreme productiviteit schaarste langzaam uitbannen.63 Maar hij betwijfelt of dat er wel toe leidt dat we nu betere menselijke deugden nastreven, zoals Keynes voorspelde. Bradford licht dat toe aan de hand van de voedselmarkt. Hij omschrijft bijvoorbeeld dat voedselschaarste in westerse landen in theorie geen probleem meer is. We produceren steeds meer voedsel met steeds minder mensen.
 
 In de Verenigde Staten werkt nog maar één procent van de beroepsbevolking in 62

‘The General Theory of Employment, Interest and Money’ - John Maynard Keynes - 1936

63

‘Economics in the age of Abundance’ - J. Bradford DeLong - project-syndicate.com - 2016

- 78 -


de landbouw. Die ene procent is in staat voldoende calorieën en voedingsstoffen te produceren voor de hele bevolking. Er zijn vervolgens nog wel mensen nodig om dat voedsel te distribueren, maar dat is ook maar één procent. De totale voedingsindustrie houdt echter behoorlijk veel meer mensen aan het werk, zo’n veertien procent. Maar het grootste deel daarvan is niet bezig met productie of distributie van gezonde voeding, maar met marketing, gemak en smaak van eten. Die banen hebben volgens Bradford meer te maken hebben met entertainment dan met voeding. En als we kijken naar het deel van de beroepsbevolking van de VS dat bezig is met de gevolgen van overgewicht - zoals artsen, verpleegsters, apothekers, coaches en onderwijzers - dan kunnen we nog’s zo’n vier procent optellen bij het aantal mensen dat in die entertainment-eetindustrie werkt. 
 
 Per saldo werken dus veel meer mensen aan de gezondheidsproblemen door teveel en slechte voeding, dan het aantal mensen dat werkt aan de productie en distributie van goede voeding. De uitdagingen waar we nu voor staan, hebben volgens Bradford de Long dan ook meer te maken met overvloed dan met schaarste. Ze hebben meer te maken met het kiezen van de deugden die we willen nastreven, dan een met een gebrek aan productiviteit.
 
 Ook in de rest van de wereld - zij het op een andere manier - is de voedselproblematiek meer een probleem van overvloed dan van schaarste. In de VS wordt de helft van het geproduceerde voedsel weggegooid. In andere delen van de wereld is dat ook altijd nog een derde. Voor alle duidelijkheid: een op de zeven mensen in de wereld is nog steeds niet goed gevoed. Maar uit studies blijkt steeds dat honger en ondervoeding geen probleem zijn van schaarste aan goede voeding, maar een probleem van armoede, ongelijkheid en gebrek aan toegang tot goede voeding.64 We zijn in staat alle mensen op aarde te voeden, maar we verdelen voedsel simpelweg niet goed genoeg.
 
 Datzelfde lijkt ook op te gaan voor water. We beschreven het hiervoor al: er is in de wereld geen schaarste aan water. Er is wel gebrek aan toegang tot schoon zoet water. Ook op het gebied van energie zien we ontwikkelingen in de richting van over64

‘Comparing the yields of organic and conventional agriculture’ - Seufert, Ramankutty and Foley - Nature - 2011

- 79 -


vloed. De zon biedt in één uur voldoende energie, om de hele aarde een jaar lang van energie te voorzien. Toch is minder dan 0,5 procent van de energie voorziening nu gebaseerd op zonne-energie. Wetenschappers die laten zien hoe weinig oppervlakte van de aarde nodig is om die energie te ontsluiten komen tot verbluffende kaartjes: dat is slechts een heel klein oppervlak!65 Naast voeding, water en energie is ook informatie in onze 21e eeuw overvloedig aanwezig in de wereld. De hoeveelheid data en informatie neemt niet alleen enorm toe, steeds meer mensen hebben via hun smartphones ook toegang tot die grote hoeveelheden informatie.
 
 Laten we niet naïef zijn: er is in allerlei delen van de wereld natuurlijk nog steeds gebrekkige toegang tot zoet water, goede voeding, energie en informatie. Ook gebrek aan goede gezondheidszorg en aan veiligheid komt nog in grote delen van de wereld voor. En die problemen lossen niet zomaar vanzelf op. Maar het besef dat niet schaarste er de oorzaak van is, maar een slechte verdeling van overvloed, zou een echte verandering in ons denken teweeg moeten brengen. Dat besef moet ertoe leiden, dat we door een combinatie van optimisme, technologie, een nieuwe visie op markt en ondernemerschap een duurzame samenleving bouwen, waarin voor iedereen van alles genoeg is en van niets teveel.
 
 OVERVLOED & ECONOMEN - Toekomstige productietechnieken - zoals XXX - zullen gaan leiden tot veranderingen in consumptie, het afnemen van schaarste, extreme productiviteit, onbelemmerde energievoorziening en betere toegang voor iedereen tot de overvloed in de wereld. Dat klinkt als een geweldig toekomstbeeld, maar het stelt ons ook voor een paar grote uitdagingen.
 
 Allereerst leidt die overvloed niet per se tot grotere ‘klassieke’ economische groei. Alan Greenspan - de voormalig voorzitter van de US Federal Reserve, die niet bepaald bekend stond om zijn progressieve opvattingen - wees er jaren geleden al op dat de groei van het bruto binnenlands product in de VS steeds minder gedreven wordt door consumenten die nieuwe spullen kopen. Mensen in de middenklasse raakten steeds meer geïnteresseerd in digitale communicatie en informatie.
 
 65

‘Surface area required to power the world’ - landartgenerator.org - 2009

- 80 -


Mensen willen niet méér spullen, maar de juiste spullen voor een leuk leven. Een grote nieuwe auto is al lang geen statussymbool meer. Een auto delen delen met je buren is veel efficiënter, dan zelf ieder jaar het laatste model kopen. Klein wonen is cool, maar dan wel met een snelle internetaansluiting. De diensten die een consument gebruikt op z’n smartphone, kosten vaak niet meer dan de aanschaf van die telefoon en een paar abonnementen. Waar vroeger nog een encyclopedie nodig was voor het vergaren van kennis, is nu Google op je smartphone genoeg. En de meeste mensen vinden dat hun smartphone net zulke mooie foto’s maakt als die prijzige digitale reflexcamera van vroeger. Trendsetters consumeren veel minder fysieke spullen en vervangen ze door digitale services, die veel goedkoper en vaak zelfs gratis zijn. 
 
 Greenspan had gelijk. Dat verandert de economie. Digitale communicatie en informatie zijn simpelweg veel goedkoper dan fysieke spullen. Die digitale services hebben natuurlijk grote toegevoegde waarde, maar die komt steeds minder tot uiting in economische groei. Die verandering van consumptie van fysieke producten naar digitale services vraagt om nieuwe economische modellen met andere uitgangspunten. En het maakt de voortdurende roep van politici om meer oude economische groei op zijn minst twijfelachtig.
 
 
 3.4

OP WEG NAAR GRATIS

Hiervoor hebben we laten zien dat digitalisering leidt tot nieuwe organisatievormen, zoals platformen en netwerken. Wat zijn daarvan de gevolgen voor onze economie? Jeremy Rifkin heeft een aantal van die gevolgen voor ons in kaart gebracht.66 Hij trekt een aantal trends door, die leiden tot grote veranderingen in ons economisch systeem.
 
 Allereerst wijst hij op de trend van decentralisatie van productie. Hij durft het aan de consequenties te trekken van de opkomst van 3D printers, kunstmatig intelligentie en zonne-energie. Productie van allerlei goederen zal de komende tijd mo66

‘The Zero Marginal Cost Society’ - Jeremy Rifkin - 2014

- 81 -


gelijk zijn in netwerken, die intelligentie, productie en energie combineren. XXX aanvullen. 
 
 Een tweede reden waarom we volgens Rifkin met ander ogen naar onze economie moeten gaan kijken is de decentralisatie van energie-opwekking. XXX aanvullen door individuele leden van een netwerk. We zullen rond 2050 zo veel meer energie opwekken, dan de huidige centraal georganiseerde energiesector. Tegen veel lagere kosten. Rifkin denk dat het om 80% van de energiebehoefte zal gaan, die tegen het midden van deze eeuw vrijwel gratis zal worden opgewekt. We zullen die energie ook nog’s veel efficiënter gaan gebruiken.
 
 Een derde trend die ons huidige economisch systeem zal ontwrichten is volgens Rifkin de vergaande robotisering van werk, XXX aanvullen waar we elders in dit boek uitgebreid op terug komen. 
 
 PARADOX IN HET KAPITALISME - Decentrale productie, decentrale energieopwekking en robotisering zullen ons oude economisch systeem sterk ondermijnen. Aan de basis van dat systeem ligt de overtuiging, dat concurrentie altijd zorgt voor stijging van de productiviteit en daling van de marginale kosten. Dit zijn de kosten die - na ontwikkeling van een product of een dienst - nodig zijn om extra stuks te produceren. Bedrijfseconomen hebben altijd gewezen op het belang van het zo sterk mogelijk laten dalen van die kosten. De tucht van de markt maakt efficiënt. Maar dat die marginale kosten ooit naar nul zouden kunnen dalen, dat heeft vrijwel niemand voorzien. Toch is dat precies wat nu in allerlei markten gaande is. Zodra software en data deel uitmaken van productieprocessen - of zelfs fysieke producten vervangen - dan dalen de marginale kosten. Soms zelfs naar nul.
 
 Dat zien we nu al in de media industrie, waar de productie van content natuurlijk nog wel kosten met zich meebrengt, maar waar de kosten van de verspreiding naar vrijwel nul zijn gedaald. Er zijn nog wel wat kosten voor organisatie, en marketing en dergelijke, maar of een film via Youtube of Netflix naar 100 of naar 100.000 mensen wordt verspreid maakt geen verschil. Digitale producten zijn in principe oneindig reproduceerbaar. Rifkin beschrijft het als een paradox in het hart van het

- 82 -


kapitalisme. Het streven naar zo laag mogelijke marginale kosten heeft er enerzijds voor heeft gezorgd dat ons economisch systeem tot grote hoogten is gestegen, maar zorgt er anderzijds nu voor dat kapitalisme als economisch systeem wellicht z’n laatste fase beleeft. Traditionele bedrijven zullen sneller in problemen gaan komen dan we nu denken, vooral als hun winstmarges laag zijn. Daardoor is een geringe verschuiving van marktaandeel - van traditioneel bedrijf naar digitaal platform - al voldoende om de oude mastodonten in problemen te brengen. Ook dat hebben we in media al zien gebeuren.
 
 Maar Rifkin komt tot een optimistische conclusie. De zelfstandige energie- en productienetwerken die hij in de toekomst ziet, zullen veel efficiënter opereren dan het kapitalistische systeem zoals we dat nu kennen. Daardoor zijn steeds minder grondstoffen en arbeid nodig. Hij voorziet een wereld van overvloed, waar we als individuele mensen toekomen aan een beter leven dan nu. Een leven waarin aan de eerste levensbehoeften van mensen - water, voedsel, energie, gezondheidszorg en informatie - zal zijn voldaan. Die eerste levensbehoeften zullen niet heel veel kosten en steeds vaker zelfs gratis zijn. We zullen in die gratis samenleving volgens Rifkin veel meer op zoek gaan naar sociaal kapitaal, vrij van de noodzaak om te strijden om eerste levensbehoeften, vrij om samen te werken - in evenwicht met de aarde en met elkaar.
 
 
 3.5

DE CIJFERS KLOPPEN NIET MEER

(volgt/ BNP, maar ook True Pricing & externalities)
 
 
 3.6

EIGENDOM IN DE STEIGERS

GESCHIEDENIS VAN EIGENDOM -
 (volgt)

- 83 -


ACCESS BEATS OWNERSHIP - Door digitale netwerken is toegang tot een fysiek object - een boormachine, een auto, of een lichtinstallatie - belangrijker geworden is dan het eigendom ervan. Sterker nog: eigendom is in veel gevallen eigenlijk een inefficiënte juridische constructie. Waarom hebben we eigenlijk een boormachine in het berghok liggen, terwijl we die maar een enkele keer per jaar gebruiken? Waarom staat de auto zo lang geparkeerd? We beginnen te ontdekken dat voor het genot van een object eigendom eigenlijk helemaal niet nodig is. We kunnen tegenwoordig door digitale communicatie een auto - of een boormachine - altijd ter beschikking hebben op het moment dat we die nodig hebben. 
 
 Deze ontwikkeling stelt het oude 19e eeuwse verlangen ter discussie, om binnen de context van het schaarstebegrip zoveel mogelijk eigendom te verzamelen. Door onze efficiënte digitale connecties kunnen we nu het gebruik van een object of een service veel beter organiseren dan door eigendom. Bovendien is het organiseren van ‘access' als service de basis van de circulaire economy, omdat de verantwoordelijkheid voor het fysieke (rest-) product niet meer door overdracht van eigendom bij de consument komt te liggen, maar bij de producent blijft. En dat werkt veel beter dan eigendom bij de consument. Kortom: ‘access beats ownership’.
 
 3.X

DISTRUBUTED OWNERSHIP

(volgt)

3.7

TALENTEN VOOR DE TOEKOMST

In dit hoofdstuk wezen we erop dat snelle technologische ontwikkelingen de uitgangspunten van economie - die lange tijd vast leken te staan - veranderen. Zo worden steeds meer kennis, producten en activiteiten omgezet in software en digitale data. En data gedraagt zich heel anders dan fysiek goederen. We organiseren ons steeds minder in 19e eeuwse organisaties en steeds meer in platformen en netwerken. En we zijn op steeds meer terreinen de schaarste voorbij. We zijn op weg naar gratis. Belangrijke economische en sociale principes - zoals eigendom -

- 84 -


zijn aan herziening toe.
 
 Maar technologie leidt niet alleen tot veranderingen in organisaties en de economie. De snelle technologische veranderingen leiden ook tot andere waarden en normen. Op het niveau van de samenleving én op persoonlijk niveau. Sommige mensen hebben daar moeite mee. Vooral ouderen - en daar rekenen we iedereen toe die voor 1995 is geboren - zijn kritisch. Zij ervaren de invloed van technologie soms als vervreemdend. Of ze zien de diepe veranderingen al snel als culturele verarming. Maar mensen die nu opgroeien met internet en social media ervaren die nieuwe waarden en normen als vanzelfsprekend. Zo zit de wereld nu in elkaar. Zo zitten zij nu in elkaar. De generatie die nu opgroeit met internet heeft de waarden van het internet al geïnternaliseerd. Voortsnellende technologie leidt tot een ‘nieuwe mens’ met andere kennis, vaardigheden, talenten en waarden.
 
 De eisen die we stellen aan basiskennis zullen de komende jaren veranderen. Niet iedereen zal een wetenschapper worden, maar zoals we nu min of meer weten hoe een auto werkt, zo zal binnen afzienbare tijd fundamentele kennis van informatietechnologie, nano- en biotechnologie, ecologie en systeemtheorie tot de basiskennis gaan behoren. En het behoeft geen betoog dat ook het digitale ambachtswerk - coding, programmeren en data analyse - veel belangrijker zal worden. 
 
 Daar is nogal wat werk aan de winkel. Ons onderwijs is nu nog niet ingericht op de datasamenleving (XXX aanvullen met laatste stand van zaken)
 
 Naast verandering in de basiskennis die in de toekomst nodig is, veranderen ook de talenten, die we in kinderen en volwassenen waarderen. In de 19e en 20e eeuw werden talenten gewaardeerd, die pasten bij het idee dat mensen moesten gaan werken in de gestandaardiseerde processen, in hiërarchische ondernemingen. Die ondernemingen veranderen echter in hoog tempo. Nu en in de toekomst zijn binnen die ondernemingen heel andere vaardigheden en talenten nodig. Wat gisteren nog een talent was, is morgen een handicap. En andersom.
 
 Daniel Pink omschrijft mooi dat we in een tijd terecht komen, waarin de rechterher-

- 85 -


senhelft - onze creatieve kant - meer voor ons gaat betekenen dan onze linkerhersenhelft - onze logisch denkende kant.67 Die conclusie is misschien wetenschappelijk niet helemaal verantwoord. Er is veel te zeggen over het verschil tussen de linker- en de rechterhersenhelft. We weten er in feite nog maar weinig van. Maar het beeld is sterk. In deze tijd waarin robots en kunstmatig intelligente systemen veel sterker worden in logisch denken dan wij, is het belangrijk dat we andere menselijke talenten gaan benadrukken. Dat zijn de talenten die we ‘losjes’ associëren met de rechterhersenhelft.
 
 Zo wordt het belangrijker dat we als mensen ons talent voor empathy beter ontwikkelen, zodat we beter herkennen wat er om ons heen in een netwerk gebeurt. We beginnen ons te realiseren dat prestaties meestal voortkomen uit een netwerk. Aanvoelen hoe dat netwerk zich manifesteert en de kracht daarvan mobiliseren is een van de voorwaarden voor succes in een snel veranderende omgeving. Het woord ‘eco-systeem’ is niet voor niets een van de modewoorden van deze tijd. We zien jonge ondernemingen overschakelen op systemen van zelforganisatie - zoals ‘holacracy’ en andere modellen - om veel meer ruimte te geven aan informele netwerken, die zich snel kunnen aanpassen. XXX uitbreiden
 
 Ook het vermogen om samenhang te creëren en de som meer te laten zijn dan de individuele onderdelen wordt een belangrijk talent. Daniel Pink noemt het symfonie. Ook storytelling en zingeving zijn typisch talenten die passen bij het plaatsen van een activiteit in een groter geheel.
 
 Creativiteit en design worden als talenten onmiskenbaar steeds belangrijker. Design is veel méér dan zorgen dat iets er gelikt uit ziet. Design gaat naast het uitdenken van nieuwe producten ook om het bedenken van nieuwe materialen, het vormgeven van processen en het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. Het leven is een design-proces geworden. 
 Design Thinking is steeds minder de activiteit van één creatieve ontwerper, die een 67

‘A Whole New Mind, why right brainers will rule the future’ - Daniel Pink - 2010

- 86 -


esthetisch product aflevert. Vaker zien we dat multidisciplinaire teams in een korte design-sprint verantwoordelijk zijn voor een volledig herontwerp van processen, operating systems en producten. In het herstel van vertrouwen in financiële sector en de omschakeling van de lineaire naar de circulaire economie is dat van groot belang. Zelfs grote gevestigde ondernemingen - zoals consultancy bureau McKinsey, groot geworden in het zo efficiënt mogelijk laten opereren van oude 20e eeuwse ondernemingen - zien nu in dat design thinking een van de belangrijkste menselijke activiteiten voor de toekomst is. 
 
 
 3.8

OP NAAR EEN NIEUWE CULTUUR?

We zien de veranderingen in talenten niet alleen op persoonlijk niveau. Ook in de samenleving als geheel zien we andere culturele principes, die leidend zijn geworden voor onze maatschappelijke en economische verhoudingen.
 
 RADICALE TRANSPARANTIE - De 21e-eeuwse samenleving is radicaal transparant aan het worden, doordat informatie overal, altijd en voor iedereen beschikbaar is. Dagelijks kunnen we lezen over het laatste nieuws in grote transparantie zaken en services, zoals WikiLeaks en Publileaks.nl. Ook afluisterschandalen en de recente software schandalen in de autoindustrie zijn hier exponenten van.
 
 Dit is maar het topje van de ijsberg. Transparantie is een autonome kracht in de samenleving, die een uitdaging vormt voor onze oude verhoudingen, systemen en organisaties. We verwachten dat onze service providers - banken, verzekeringsmaatschappijen, energiemaatschappijen, commerciële bedrijven, maar bijvoorbeeld ook artsen en politici - optimaal transparant zijn in hun analyses, conclusies en acties. Kleren van de keizer hebben geen zin meer, wie zien dat onze organisaties naakt zijn. Ze functioneren helemaal niet zo als we dachten. Dat inzicht komt hun functioneren ongetwijfeld ten goede. Maar radicale transparantie heeft natuurlijk ook een andere kant. Vinden we het goed dat de overheid - of Google - alles van ons weet?

- 87 -


TRACEABILITY - Tracebility is een cultureel principe dat van transparantie kan worden afgeleid. Ook weer een moeilijk woord, maar makkelijk uit te leggen. Doordat we alles - mensen, reizen, handelingen, producten - in data omzetten, zijn we ook in staat alles te volgen. We zijn in staat de bijdragen van mensen en bedrijven aan de totstandkoming van producten en diensten naar de bron te herleiden. Dit leidt niet alleen tot een groter moreel besef over de herkomst en het productieproces van goederen en diensten, het zal ook gaan leiden tot nieuwe oplossingen voor waardecreatie in netwerken (op grond van een nieuwe auteursrecht) en tot nieuwe businessmodellen voor social media.
 
 QUANTIFIED SELF - Quantified Self is een beweging waarin technologie wordt geïntegreerd in het dagelijks leven, door menselijk handelen meetbaar te maken. Door sensors of handmatig verkregen data - over lichaam, medische toestand, gedrag en emoties - kunnen worden opgeslagen, geanalyseerd en gedeeld. Gebruikers van ‘self control software’ kunnen hierdoor meer informatie over zichzelf en anderen verkrijgen. Hierdoor leert men zowel van zichzelf als van anderen.
 
 EMPOWERMENT - Mensen hebben bovendien steeds meer data en informatie tot hun beschikking. Niet alleen alle informatie, die beschikbaar is op internet. Mensen hebben ook steeds meer informatie over zichzelf en hun omgeving. Dat leidt tot empowerment van patiënten, leerlingen, burgers, werknemers en klanten. Die kunnen steeds beter hun eigen boontjes doppen. Voordat je een bezoek brengt aan je huisarts heb je tegenwoordig zelf al op internet gekeken, een examen kun je ook met Google maken en als je iets wilt kopen kun je eerst alle prijzen vergelijken - tot in China.
 
 De rol van vroegere autoriteiten zoals artsen, leraren, politici, ambtenaren en leidinggevenden verandert daardoor sterk. In veel gevallen zijn dit soort functionarissen nu nog informatiedragers, die kennis verzamelen en die volgens protocollen toepassen. Dat kunnen kunstmatig intelligentie systemen beter. Menselijke autoriteit, die is gebaseerd op schaarste in informatie bestaat niet meer.
 
 Er wordt veelmeer gedacht vanuit de autoriteit vanuit het netwerk, vanuit de com-

- 88 -


binatie van autoriteit en peers. De peers en communities van consumenten worden belangrijker. Autoriteit wordt bepaald aan de hand van de mate waarin iemand of een instantie wordt aangeraden door anderen. Autoriteit op basis van in het verleden behaald aanzien is passé. De autoriteit van de toekomst kan weleens het algoritme zijn.
 
 Door informatie neemt niet alleen neemt het vermogen van het individu om te leren, te vergelijken en te kiezen enorm toe. Mensen verbinden zich ook gemakkelijker in groepen en netwerken, al verloopt dat wel veel minder geïnstitutionaliseerd dan we gewend waren. Die netwerken zijn - ad hoc of permanent - steeds beter in staat de rol van grote instituties en gevestigde autoriteiten over te nemen.
 
 SMALL BEATS BIG - Door empowerment, gecombineerd met ontwikkelingen als 3D printing, ontstaat bovendien veel meer samenwerking en een sterke do-ityourself beweging. Dat gebeurt nu al op grote schaal in productie, wetenschap en media. En op steeds meer andere terreinen van de samenleving. Overal ter wereld zijn individuen en kleine groepen - doordat ze onderdeel zijn van informatienetwerken - in staat wetenschappelijke ontdekkingen te doen, nieuwe services te ontwikkelen, en bedrijven te starten.
 
 Kleine nieuwe marktpartijen - black swans - kunnen zich in de digitale samenleving snel met grote groepen consumenten en burgers verbinden. Zo kunnen ze in een exponentieel tempo grote waarde creëren, waardoor de machtsverhoudingen in markten sterk kunnen veranderen. Dit leidt tot een toenemende concurrentiedruk op gevestigde ondernemingen - hyper competition -, die niet altijd in staat zijn zelf te innoveren.
 
 ‘Small beats big’ heeft ook in wetenschap en cultuur een fascinerende kant. Er is een verkenning gaande van de waarde van de kleinste onderdelen van ons bestaan - en van de netwerken waarin die kleine onderdelen samenwerken. Dat zien we in de quantum fysica, biotechnology, nano technologie en neuroscience. De kennis die daarin wordt opgedaan, vindt als het ware z’n weerslag in onderzoek naar andere aspecten van de samenleving, zoals de opkomst van netwerken en de

- 89 -


kracht van systeembenaderingen.
 
 3RD SPACE - Door internet-of-things, sensors en robotisering, andere interfaces, quantified self en steeds krachtiger datanetwerken, zullen mensen steeds meer gaan switchen tussen hun werkelijke fysieke ruimte en de digitale ruimte waarin ze zich bevinden. Die twee zullen ook steeds meer vloeiend in elkaar over gaan lopen. Privé en werkomgeving - vroeger strikt gescheiden - lopen ook steeds meer in elkaar over. Er ontstaat een ‘3rd space’.
 
 SPEED - Snelheid van technologische ontwikkelingen is niet langer een abstract begrip, maar een dagelijkse realiteit. Een groot verschil met de eerdere industriële revoluties, is dat de huidige zich in een veel hoger tempo voordoet. In financiële markten heeft dat nu al snelle en hevige fluctuaties tot gevolg. Voor allerlei beursfondsen is de snelheid waarmee kan worden geanalyseerd (door algoritmen) en gereageerd (door snelle fysieke dataverbindingen) hét maatgevende competitive advantage geworden. In het bedrijfsleven dwingt het tempo van technologische ontwikkelingen organisaties om veel sneller te leren en te innoveren, op een manier die constante aanpassingen mogelijk maakt. Niet alleen tech start-ups, maar ook grote ondernemingen beginnen dat te zien en veranderen hun leer- en ontwikkelmethoden en hun organisatie. ‘Accelerating change' en ‘hyper competition' zijn de belangrijkste thema's op de agenda van de ceo’s van grote ondernemingen.
 
 Nog los van de discussie of de ontwikkelingen in technologie wel of niet exponentieel - volgens de wet van Moore - zullen blijven toenemen, is de ‘state of mind’ van de snelle, exponentiële ontwikkelingen nu al heel belangrijk. Groei en innovatie komen nu eenmaal niet voort uit het defensief managen van de status quo, maar uit het visualiseren van een betere toekomst, ook door politici en bestuurders. Dat hoge tempo van verandering kan gaan leiden tot spanningen, omdat we leven in een samenleving die nog grotendeels is gebaseerd op ideeën, stromingen en instituties, die hun oorsprong vinden in de eerste helft van de vorige eeuw.
 
 ON DEMAND - We zien een on-demand wereld opdoemen, met biologische soft-

- 90 -


ware upgrades, personalized medicijnen en persoonlijke AI-assistenten. Medische zorg wordt altijd oproepbaar op het moment dat we het nodig hebben, zonder wachttijden. Net als andere openbare services, zoals transport en onderwijs. Een dienstbare wereld, direct oproepbaar met een touch of swipe op je smartphone.
 
 REAL TIME - Onderzoekers hebben nu al onderzoeksmethoden ter beschikking die rechtstreeks in ons lijf en onze hersenen kunnen kijken, zodat ze ons gedrag en houding beter kunnen begrijpen. Een paar jaar geleden lieten onderzoekers van Harvard University zo zien dat leiders minder stress ervaren dan niet-leiders. En de Ben-Gurion University in Israel toonde aan dat rechters een strenger oordeel vellen vóór hun lunch. Als ze nog honger hebben. Inspirerend onderzoek, dat ongetwijfeld zal leiden tot groter begrip over het menselijk functioneren. Inzicht in de mechanismen van liefde, vertrouwen, ruzie en haat zal kunnen leiden tot instrumenten, die bruikbaar zijn voor beleidsmakers om de service aan burgers te vergroten.
 
 VAN STATISCH NAAR DYNAMISCH - Een fascinerende ontwikkeling die de uitgangspunten van ons denken op een heel diep niveau treft zien we in de experimenten om fysiek objecten programmeerbaar te maken. Zodra we materialen metaal, hout, plastics, nieuwe materialen kunnen programmeren, worden statische objecten een deel van het verleden. We kennen dat natuurlijk uit de natuur - planten bewegen zich naar de zon, proteïnen vouwen zich in complexe structuren in reactie op hun omgeving, en moleculen organiseren zichzelf om kristallen te vormen. Deze wonderlijke natuurlijke processen worden niet van buitenaf gestuurd; de structuur en vorm is onderdeel van het materiaal. Zou het kunnen zijn dat we in de nabije toekomst in staat zijn om materialen te produceren die reageren op hun omgeving? Kunnen we over niet al te lange tijd materialen, technologieën, producten, en infrastructuren ontwikkelen, die zich reageren op omgeving? Stel je ’s voor dat slimme materialen medicijnen door je lichaam kunnen vervoeren, meubels die zichzelf in elkaar zetten, of autobanden die zich aanpassen aan de omstandigheden op het wegdek. Het lijkt allemaal science fiction, maar er wordt in laboratoria druk geëxperimenteerd met die overgang van statisch naar dynamisch.
 
 DIVERSITEIT - In de 20e eeuw waren eenvormigheid en zekerheid de basis voor

- 91 -


efficiency en effectiviteit in bedrijven en in de samenleving. Daardoor ontstond angst voor alles wat afwijkend was van de noodzakelijke standaard. Dat verandert nu in hoog tempo. In de 21e eeuw leiden de noodzaak van creativiteit, innovatie en internationalisering ertoe dat diversiteit veel meer wordt gewaardeerd en zelfs wordt nagestreefd. Diversiteit is een voorwaarde voor creativiteit, creativiteit is een voorwaarde voor innovatie, en innovatie is een voorwaarde voor groei.
 
 FEMINIMITY - Samenhangend met een sterke tendens naar samenwerking en verbondenheid in netwerken, is de toenemende feminisering van de samenleving. Natuurlijk zien we door emancipatie steeds meer vrouwen in topfuncties, ook in regeringen, maar het gaat om meer dan dat. Het gaat ook om talenten die we van oudsher als ‘vrouwelijk’ zouden labelen, zoals zorg voor continuïteit en zorg voor het geheel, in plaats van de ‘mannelijke’ individuele competitie tussen afzonderlijke onderdelen. In netwerken zijn die vrouwelijke talenten meer nodig en het is niet verwonderlijk dat ze in deze tijd meer worden gewaardeerd. 
 
 SYSTEEM DENKEN - Een interessant verschijnsel in de 21e eeuw is de belangstelling voor systeemdenken. Op allerlei wetenschappelijke gebieden - met name in de biologie, de fysica en de medische wetenschap - zien we dat wetenschappers steeds meer de werking van het geheel van een systeem onderzoeken, in plaats van zich alleen te concentreren op de afzonderlijke onderdelen zoals we deden vanaf de verlichting. We gaan van reductionisme - aandacht voor de opsplitsing van verschijnselen - naar holisme - aandacht voor de verbondenheid van verschijnselen. In grote woorden: we gaan ’from Newtonian thinking to Quantum Thinking’. Dit holisme zien we nu overal terug in de samenleving. Het leidt tot een multidisciplinaire benadering van maatschappelijke uitdagingen en tot een grotere aandacht voor de werking van netwerken en systemen.
 
 NEW REALITIES - We zullen in de toekomst veel tijd doorbrengen in virtuele en augmented realities. Pokemon Go is nog maar het begin. Over enkele jaren zullen we elkaar virtueel kunnen bezoeken, ook als we ver uit elkaar wonen. Dit gebeurt overigens nu - in 2016 - al in Nederland. Door live virtual reality kunnen kinderen die in een ziekenhuis verblijven tegelijkertijd thuis bij hun ouders in de keuken zijn.

- 92 -


Sommige mensen zullen zo’n bezoek liever als avatar afleggen. Avatars die vrijwel niet meer te onderscheiden zijn van mensen zijn volgens Ray Kurzweil rond 2030 mogelijk. Tegen die tijd zullen we ongetwijfeld veel ouder worden dan we ons nu kunnen voorstellen. Maar mochten een van onze dierbaren onverhoopt toch overlijden, dan kunnen we daar een avatar van maken, gebaseerd op analyses van de data die hij of zij heeft achtergelaten.  

- 93 -


04

A BUMPY ROAD AHEAD - DE UITDAGINGEN

4.1

Werken we straks nog?

4.2

Van wie is de toekomst?

4.3

Het midden onder druk.

4.4

Hallo politiek, doen jullie nog mee? 
 
 'De politieke crisis zit hem in het feit dat het oude afsterft
 en het nieuwe nog niet geboren kan worden.
 In deze tussenperiode verschijnt een grote variëteit aan morbide symptomen.’
 - Antonio Gramsci

4.1

WERKEN WE STRAKS NOG?

Ondanks alle berichten over robotisering en kunstmatige intelligentie hebben veel mensen moeite zich een beeld te vormen van de invloed ervan op de samenleving. Een van de aspecten die wel in het oog springt is de kans op stijgende werkloosheid. Toch komt ook die discussie maar langzaam op gang. Er was de laatste jaren wel een kleine opleving, naar aanleiding van onderzoek van Frey & Osborne van het Oxford Martin Institute. De studie voorspelt dat in de Verenigde Staten de komende twintig jaar bijna de helft van het huidige aantal banen zal worden beïnvloed door toenemende robotisering en kunstmatige intelligentie.68
 
 Dat was even schrikken. Deloitte projecteerde in 2014 de resultaten van Frey & Osborne op de Nederlandse situatie en kwam tot vergelijkbare resultaten. 69 De Brusselse denktank Bruegel berekende de cijfers voor heel Europa. Ook dat onderzoek wijst erop dat in Nederland bijna de helft van de banen de komende twintig jaar ‘gevoelig’ is voor robotisering. Dit percentage is vergelijkbaar met dat van andere Noord-Europese landen en de Verenigde Staten.
 68

‘The Future of Employment: How Susceptible Are Jobs to Computerization? - Frey & Osborne Oxford Martin Institute 2013

69

‘De impact van automatisering op de Arbeidsmarkt’ - Deloitte - september 2014

- 94 -


Gevoelig is natuurlijk niet hetzelfde als de totale vervanging van menselijke arbeid door robots. Maar de getallen over het verdwijnen van banen zijn ook alarmerend. Het OECD heeft uitgerekend dat in Nederland meer dan een kwart van de banen de komende jaren ingrijpend zal wijzigen en dat zo’n 10% geheel zal verdwijnen.70
 
 Toch ebde de discussie na wat krantenberichten snel weg. Het Rathenau Instituut kreeg in 2015 nog wel de opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om een onderzoek te doen naar de bestaande wetenschappelijke kennis over de invloed van technologische ontwikkelingen op de werkgelegenheid.71 Anders dan graag door sommige politici wordt beweerd, concludeert het Rathenau rapport niet dat het wel mee zal vallen: ‘Hoewel hun voorspellingen over de evolutie van de technologie grotendeels overeenkomen, zijn de experts diep verdeeld over hoe robotisering de economie en werkgelegenheid in het komende decennium zal beïnvloeden. Van deze experts voorspelt 52 procent een optimistisch pad voor de toekomst en is 48 procent juist bezorgd over die toekomst. De onrust onder burgers en de verdeeldheid tussen experts vraagt om een open en fundamentele denkexercitie over de betekenis van innovatie voor de toekomst van de Nederlandse economie en arbeidsmarkt.’ De conclusie is dus niet dat het wel meevalt, maar dat we er veel beter over moeten nadenken. Het Rathenau Instituut: ‘Beleidsmakers en politici worden uitgedaagd om op een tijdige en intelligente wijze in te spelen op deze gehele met IT samenhangende set aan ontwikkelingen.’
 
 Ondanks deze waarschuwing houden politieke partijen zich nog maar nauwelijks bezig met de maatschappelijke gevolgen van technologie. Een veelgehoorde reactie op die gevolgen - ook van politici en beleidsmakers - is dat we niet hoeven niet bij te sturen; veranderingen zijn er altijd. We hebben het in het verleden ook meegemaakt en dat ging toch ook vanzelf goed? Is het niet een kwestie van wennen en herschikken? Die gemakkelijke - en intellectueel wat luie reactie - ziet belangrijke perspectieven over het hoofd.
 
 70

‘Future of Work’ - OECD - 2016

71

‘Werken aan de robotsamenleving’ - Rathenau Instituut - juni 2015

- 95 -


GING HET VROEGER VANZELF GOED? - Nee, in het verleden ging het helemaal niet vanzelf goed. Dat is een idee-fixe. Vanaf het verbod op kinderarbeid in 1874 tot en met de Bijstandswet in de jaren zestig van de twintigste eeuw, heeft de Nederlandse overheid een zeer actieve centrale rol gespeeld bij het reguleren van de negatieve gevolgen van de industriële revolutie, die in de 19e eeuw de samenleving ingrijpend veranderde. We hebben de uitwassen daarvan gereguleerd en de welvaart verdeeld in de verzorgingsstaat. Dat is met betrekking tot de digitale revolutie waarin we ons nú bevinden opnieuw nodig. En sneller dan we denken.
 
 De overheid heeft nu veel minder tijd om negatieve effecten van technologische ontwikkelingen bij te sturen dan in het begin van de 20e eeuw. De ontwikkelingen gaan nu veel sneller. Ze zijn bovendien exponentieel: we zijn in een fase aangeland, waarin de sprongen in ontwikkeling steeds groter zullen zijn. Dat tempo is onvergelijkbaar met de 19e eeuw, of het midden van de 20e eeuw.
 
 GENERAL PURPOSE TECHNOLOGIES - Bovendien vinden de ontwikkelingen nu in alle markten tegelijk plaats. Dat is een belangrijk verschil met eerdere perioden van mechanisering en automatisering. Vroeger ging het om vervanging van spierkracht en repetitieve taken door machines in een bepaalde sector, de landbouw bijvoorbeeld. Landarbeiders konden na mechanisering soortgelijk werk vinden in andere sectoren, bijvoorbeeld in de opkomende fabrieken van de negentiende eeuw. Of in de opkomende dienstensector van de twintigste eeuw. Dat is nu wezenlijk anders. Om drie redenen.
 
 Allereerst moet worden begrepen dat robotisering en kunstmatige intelligentie maar ook 3D printing, big data en andere technologieën - zogenaamde ‘general purpose technologies’ zijn. Ze worden niet ontwikkeld voor één doel of een bepaalde markt. Ze gaan er in vrijwel álle sectoren voor zorgen dat er steeds minder mensen nodig zijn. Wat dat betreft zijn ze vergelijkbaar met de uitvinding van stoommachines en elektriciteit.
 
 De komende robotisering is ook anders dan eerdere industriële revoluties, omdat het niet meer alleen gaat om de vervanging van de spierkracht van de mens en

- 96 -


routinematige taken. Het gaat nu al om de vervanging van onze denkkracht en binnen afzienbare tijd wellicht ook van onze creativiteit en emoties. Robots zullen steeds vaker worden gecombineerd met kunstmatige intelligente systemen. Ze kunnen daardoor straks ook de werkelijkheid waarnemen, data analyseren, op basis daarvan leren, conclusies trekken, voorspellingen doen en zichzelf aanpassen. Robots vervangen dus straks niet alleen de lopende band medewerker, ze kunnen ook gaan werken als artsen, accountants en juristen.72
 
 Een derde verschil met vroeger is dat het traditionele antwoord op mechanisering en automatisering niet meer werkt. Vroeger werden onderwijs en de zogenaamde ‘skills ladder’ nog gezien als oplossingen. Mensen gingen zich door scholing bekwamen in andersoortig werk, waarmee ze aan de slag konden in andere markten. De dienstbode werd administratief medewerkster. Zo kwam door opleiding vanaf het begin van de 20e eeuw een sterke opwaartse sociale mobiliteit op gang. Grote aantallen arbeiders uit de landbouwsector bekwaamden zich in fabrieksproductie en in administratieve taken. Er ontstond daardoor een grote middenklasse.
 
 Zulke traditionele scholing helpt nu niet meer. Als vervolg op het onderzoek uit 2014 publiceerde Deloitte in 2016 - na verder onderzoek - dat 286.000 studenten nu een studie volgen, die opleidt tot werk dat binnen enkele jaren wel’s zou kunnen verdwijnen.73 Met name banen in administratieve, financiële en technische richtingen worden geraakt. In totaal bedreigt robotisering de toekomstperspectieven van een kwart van alle huidige studenten. Het gaat daarbij om ruim 42 procent van alle mbo-studenten. Hbo’ers en universitaire studenten staan met 19,3 procent en 10,4 procent iets minder onder druk.
 
 Veel mensen stellen zichzelf gerust met het idee dat het gaat om een tijdelijke mismatch tussen bestaande opleidingen en de arbeidsmarkt. Er kwamen vroeger na mechanisering en automatisering - altijd weer nieuwe banen bij. Vooral in de innovatieve sectoren, die toekomstgericht zijn. Er zal in die sectoren nieuw werk

72

‘The Rise of the Robots; Technology and the treat of a jobless Future’ - Martin Ford - 2015

73

‘State of the State - thema onderwijs en arbeidsmarkt’ - Deloitte - 2016

- 97 -


komen dat we nu nog niet kennen. Daar kunnen we het onderwijs op laten aansluiten. Zo is het immer altijd gegaan? 
 Wellicht. Maar het tempo van de ontwikkelingen is nu zo hoog dat we nú al moeite hebben het onderwijs te laten aansluiten op de veranderingen die al plaatsgevonden hebben op de arbeidsmarkt. Bij het vermogen van het onderwijs om aan te sluiten op de veranderingen die gaande zijn, mogen we dus gerust een paar vraagtekens plaatsen. Ook zijn de berichten niet geruststellend over de innovatieve sectoren, waar die nieuwe banen zouden moeten ontstaan. Foxconn - het bedrijf dat voor Apple en Samsung smartphones maakt - vervangt in de fabrieken in China nu al in hoog tempo productiepersoneel door robots. In één fabriek alleen al daalde het aantal werknemers in 2016 van 110.000 naar 50.000.74 Foxconn heeft honderden van zulke fabrieken.
 
 Serieuze inschattingen uit de praktijk druppelen nu binnen. Ook dichterbij huis. Zo is berekend dat de transitie naar elektrische auto’s in Duitsland vele banen gaat kosten. Robotisering is natuurlijk al langer gaande in de autoindustrie, maar we zien nu ook andere effecten van voortschrijdende technologische ontwikkeling. Het verbieden van de verbrandingsmotor per 2030 zeker gepaard zal gaan met een verlies van 130.000, maar wellicht zelfs met circa 620.000 arbeidsplaatsen. Als dat laatste scenario uitkomt, verdwijnt 10% van alle banen in de Duitse industrie, zo blijkt uit een studie van het gezaghebbende Ifo-instituut.75Reden is het simpele feit dat de nieuwe technologie van de elektromotor maar uit zo’n tweehonderd onderdelen bestaat, terwijl een ouderwetse benzine- of dieselmotor zo’n tweeduizend onderdelen telt. Een e-auto is veel simpeler en goedkoper te produceren.
 
 De Groenen zien graag een verbod op oude verbrandingsmotoren per 2030. Zo’n maatregel zou de transitie naar elektrische auto’s enorm versnellen. Volgens de autoindustrie kan dit niet anders dan een faillissementsgolf in de sector betekenen. In de Duitse auto-industrie werken tussen de 800.000 en 900.000 mensen. In Duitsland rijden nog betrekkelijk weinig elektrische auto’s (nog geen 30.000) en hybride 74

‘Rise of the Robots - 60.000 workers culled from just one factory’ - South China Morning Post - 21 mei 2016

75

‘Auswirkungen eines Zulassungsverbots für Personenkraftwagen und … ’ IFO - juni 2017

- 98 -


auto’s rond. Maar grote producenten als Volkswagen, BMW en Daimler hebben wel al gezegd de komende jaren sterk in te zullen zetten op de productie van elektrische auto’s. Topmannen van Volkswagen en Daimler gaven ook al aan dat daarvoor veel minder personeel nodig is.
 
 CREATIVE ROBOTS - Laten we er voor onze gemoedsrust ’s van uitgaan dat er oud werk verdwijnt, maar dat er nieuw werk bijkomt, wordt dat dan door mensen gedaan? Waarschijnlijk niet. De combinatie van robots en intelligente systemen - AIrobots - zullen waarschijnlijk dat nieuwe werk gaan doen. Al het werk dat te maken heeft met communicatie, analyse en voorspellingen op basis van data kan sowieso beter worden gedaan door intelligente systemen dan door mensen. Ook creatief werk wordt nu in praktijk al overgenomen. Vertalingen van teksten door computers worden steeds beter. Artikelen in kranten en tijdschriften kunnen nu al worden geschreven door robots. Robots componeren al muziek en maken nieuwe recepten.
 
 Ja maar, al die robots moeten toch worden geprogrammeerd? Dat is toch ook nieuw werk? Inderdaad, maar ook het schrijven van software en het programmeren van robots is niet meer per se menselijk werk. Robots zijn nu al bezig zichzelf te programmeren. Kunstmatig intelligente systemen worden ontwikkeld met nieuwsgierigheid en met het vermogen om vragen te stellen, conclusies te trekken en op basis daarvan zichzelf te ontwikkelen. Het zal niet lang meer duren voordat robots zélf gaan bedenken welk nieuw werk ze eigenlijk moeten doen.
 
 GAAT WERK OOK BUITEN ONS OM? - Een fascinerend essay van Nick Bostrom de filosoof die leiding geeft aan het Future of Humanity Institute van Oxford University - deed in 2016 het nodige stof opwaaien.76 Het essay gaat ervan uit dat de opdracht aan robots om iets zo efficiënt mogelijk te produceren - bijvoorbeeld paperclips - uiteindelijk altijd zal leiden tot het einde van de mensheid. Een fascinerend gedachtenexperiment, dat leidde tot veel discussie over de morele kanten van kunstmatige intelligentie. Het aantal wetenschappers en succesvolle ondernemers dat zich uitspreekt over de potentiële gevaren neemt dan ook toe, met de bekende fysicus Stephen Hawking, en de ondernemers Elon Musk en Bill Gates als 76

‘Ethical Issues in Advanced Artificial Intelligence’ - Nick Bostrom - 2016

- 99 -


voortrekkers. Elon Musk noemde kunstmatige intelligentie ‘potentially more dangerous than nukes’.
 
 Het essay van Bostrom is ook om andere redenen interessant. Bostrom maakt duidelijk dat kunstmatige intelligentie totaal onvergelijkbaar is met eerdere ontwikkelingen in de technologie, zoals de mechanisering in de 19e eeuw en de automatisering in de 20e eeuw. Bostrom somt op dat: 
 - intelligente systemen beter zijn in wetenschappelijk onderzoek dan mensen.
 - intelligente systemen ontwikkelingen op andere gebieden zullen versnellen.
 - intelligente systemen tegen zeer lage kosten zijn te kopiëren.
 - intelligente systemen plotseling zullen opkomen.
 - intelligente systemen nu al potentieel autonoom zijn.
 
 Om al deze redenen waarschuwt Bostrom dat we de opkomst van kunstmatige intelligentie niet moeten beschouwen als ‘gewoon’ weer een nieuwe technologie, die we ook wel weer zullen overleven. Hij stelt het probleem scherp; het zou kunnen zijn dat het einde voor de mensheid nabij is. Die dreiging is niet alleen een goede start voor een morele, filosofische discussie. Het maakt ook duidelijk dat we praktische afwegingen op het gebied van technologie niet meer kunnen maken op basis van het verleden. We moeten gaan leren van de kansen - en van de bedreigingen - van de toekomst.
 
 
 4.2

VAN WIE IS DE TOEKOMST?

Nick Bostrom stelt zich met zijn filosofische essay de vraag aan wie de toekomst is. Van mensen of van intelligente robots? Dat is niet alleen een vraag voor stoffige geleerden. Het gaat daarbij niet alleen om - hoe belangrijk ook - ethische en filosofische kwesties. De vraag van wie de toekomst is ook een belangrijke economische en politieke vraag op korte termijn.
 
 Bij het lezen van het scenario van Bostrom komt namelijk de belangrijke vraag op

- 100 -


van wie al die data, algoritmen, robots en intelligente systemen eigenlijk zijn. Zijn ze van ons gezamenlijk? Van de overheid? Van een kleine groep mensen? Of van zichzelf? Dit is een van de belangrijkste vragen van de hedendaagse economie, waar nog maar heel weinig mensen mee bezig zijn. En de meeste politici horen daar helaas niet bij.
 
 Laten we die vraag ’s toelichten aan de hand van de oude Marx. Hij ging nog uit van de 19e eeuwse productiefactoren arbeid, natuur en kapitaal. Door het creatief organiseren en combineren van die drie ontstaat waarde, die op de markt te gelde wordt gemaakt. Dat noemen we ondernemen en daar is op zichzelf helemaal niets mis mee. Sterker nog, ondernemen is een van de kurken waarop een welvarende en progressieve samenleving drijft.
 
 Marx was er echter van overtuigd dat een groot deel van de bevolking daarbij aan het kortste eind trekt. Hij vond dat het proletariaat - degenen die arbeid leveren veel te weinig meedeelt in de meerwaarde van de productie. De 19e eeuwse kapitalisten bezaten de machines, fabrieken, grondstoffen, energiebronnen en de grond. Daarmee hadden ze volgens Marx een machtspositie. Door ‘uitbuiting’ verdeelden ze de winst op een oneerlijke manier. Marx vond dat het proletariaat daartegen in opstand moest komen, om zo de politieke en economische macht weer bij het volk als geheel neer te leggen. Daar zou een revolutie voor nodig zijn, waardoor de proletariërs de macht zouden kunnen overnemen van de kapitaalbezitters. 
 
 We weten hoe het afgelopen is met de revolutionaire experimenten die in naam van Marx zijn ondernomen. Vrijwel niemand is uit op een herhaling ervan. Dat was ook gaandeweg niet meer nodig. Het kapitalisme werd ‘gered’ van de revolutie door de sociaal-democratie, die in de 20e eeuw opkwam. Die haalde in de eerste helft van de twintigste eeuw de scherpe kantjes van het harde kapitalisme. De verzorgingsstaat zorgde in West-Europa vervolgens voor redelijke welvaart voor iedereen. Het socialisme maakte het kapitalisme als het ware acceptabel. Een communistische revolutie werd daardoor iets uit de geschiedenisboekjes.

- 101 -


Toch is het interessant - en belangrijk - om Marx nog’s uit de kast te halen. Zijn argumenten zijn heel actueel en zijn denken is dan ook aan een revival bezig. Hoe zou hij aankijken tegen de wereld van vandaag? Een wereld waarin robots en kunstmatige intelligentie de plaats van de arbeider innemen? Een wereld waarin het niet meer alleen gaat om arbeid, natuur en kapitaal, maar ook om internet, software, data en algoritmen? Hij zou zich waarschijnlijk omdraaien in z’n graf. 
 
 Het lijkt er namelijk op dat we niets van Marx hebben geleerd. Opnieuw ontstaat er in de wereld spanning tussen productiefactoren arbeid en kapitaal. De ongelijkheid neemt weer toe en de sinds de jaren negentig is de verzorgingsstaat op haar retour.
 
 Maar er is meer aan de hand. In de Dow Jones-ranking - de lijst van ondernemingen met een grote omzet - is de stijging van tech-bedrijven zeer opvallend. Stonden in 2006 nog bedrijven als Exxon Mobil en General Electric in de top 5. Nu zijn Apple, Alphabet (de eigenaar van Google), Amazon, Facebook en Microsoft leidend. De oude basis van succes verandert blijkbaar. Een van ’s werelds rijkste mensen, Bill Gates, bezit - heeft nauwelijks nog klassieke productiefactoren nodig. Dat geldt ook voor Jeff Bezos (Amazon), Mark Zuckerberg (Facebook), Larry Ellison (Oracle) en vele anderen. De rijkste mensen van de wereld verdienen hun geld niet meer voornamelijk met arbeid natuur en kapitaal, maar met internet, software, data en algoritmen. Dat zijn de nieuwe productiefactoren van deze tijd.
 
 Die verschuiving gaat niet van de ene dag op de andere. Maar de kaarten worden nu - in deze tijd - wel opnieuw geschud. Natuurlijke grondstoffen zijn nog steeds heel belangrijk. Er ontstaan zelfs allerlei tekorten. Sommigen leggen weliswaar de claim dat we in de toekomst door nanotechnologie en biotechnologie alle nodige grondstoffen zelf kunnen maken, maar zover is het nog lang niet.77 Wel zien we al verschuivingen van ‘dingen naar data’ - de ontwikkeling dat steeds meer producten worden vervangen door digitale diensten
 
 Het belang van arbeid in de mix van productiefactoren neemt wel al gestaag af. 77

‘Radical Abundance - How a revolution in nanotechnology will change civilization’ - Eric Drexler - 2013

- 102 -


Door automatisering is menselijke arbeid steeds minder nodig voor de productie van goederen en diensten. Door robotisering en kunstmatige intelligentie zal dat versneld doorzetten. Ook het belang van energie als productiefactor neemt af. Niet omdat we geen energie meer nodig hebben, maar omdat is te verwachten dat energie efficiënter gaan gebruiken en de kosten ervan sterk zullen blijven dalen. 
 
 Ook het belang van kapitaal neemt af. Door digitalisering is steeds minder kapitaal nodig. Digitale diensten zijn tegen veel lagere kosten - eindeloos en grenzeloos te ontwikkelen, te reproduceren en te distribueren. Steeds lagere investeringen leiden tot steeds grotere resultaten. Kapitaal klotst dan ook tegen de plinten op. De start-up bootcamps die leiden tot een pitch van goede ideeën voor een forum van kritische investeerders, zouden tegenwoordig eigenlijk omgekeerd moeten plaatsvinden: wat moeten investeerders doen om in een goed idee te ‘mogen’ investeren?
 
 De klassieke productiefactoren arbeid en kapitaal nemen dus in belang af. Maar er komt een nieuwe productiefactor bij. Internet, software, data, algoritmen en informatie - we vatten het voor ’t gemak even samen als ‘data’ - nemen nu snel in belang toe. Dat gebeurt niet alleen in de nieuwe technologie bedrijven. Ook de oude industriële- en handelsondernemingen veranderen van aard. Er is vrijwel geen industrie of markt meer denkbaar, waarin data geen grote rol speelt. 78 Data zijn - naast arbeid, natuur en kapitaal - de nieuwe productiefactor van deze tijd.
 
 War heeft dat te maken met de analyse van Marx? Jaron Lanier geeft een helder antwoord. Lanier is een gerespecteerd en succesvol pionier in de digitale wereld. Hij maakt duidelijk dat we een grote misstap begaan bij het digitaliseren van de economie.79 Door digitalisering zetten we onze intellectuele, artistieke en fysieke prestaties om in data. Ook ons gedrag, voorkeuren en emoties worden nu omgezet in data. We laten nu al zoveel waardevolle informatie achter over onze interesses, koopgedrag, demografische omstandigheden, reizen, vriendenkringen, enzovoorts, dat allang sprake is van een digitale persona buiten ons fysieke lichaam. 
 78

‘The case for digital reinvention’ - McKinsey Quarterly - February 2017

79

‘Who owns the Future’ - Jaron Lanier - 2013

- 103 -


En dat digitale deel van onze persoonlijkheid geven we nu meestal weg. Gratis. We laten onze digitale persoonlijkheid als 19e eeuwse seizoensarbeiders exploiteren in ruil voor een handvol gratis services. Dat is niet iets van de verre toekomst. Het gebeurt nu al. Ook gewoon in Nederland.
 
 De onderzoeksjournalisten Martijn en Tokmetzis omschrijven in een belangrijk boek hoe veiligheidsdiensten, belastingdiensten en andere overheden intussen heel veel meer van ons weten dan we ons realiseren.80 Zij verzamelen ‘metadata’. Bij metadata gaat het niet om de inhoud van een boodschap. Metadata zijn bijvoorbeeld de gegevens, die nodig zijn om een mail van afzender naar een ontvanger te krijgen of de telefoonnummers, het tijdstip en de locatie van de zendmast. Die metadata zijn niet anoniem, zoals overheden ons graag doen geloven. Integendeel, ze vertellen bij uitstek alles over ons menselijk gedrag. Ze zijn te koppelen aan databases, waardoor ze onze persoonlijke identiteit en gedrag blootgeven. En dat werkt zelfs beter dan afluisterapparatuur.
 
 Niet alleen overheden maken graag gebruik van data die iets vertellen over onze persoonlijkheid en ons leven. Er is daarnaast een enorme economische macht aan het ontstaan, gebaseerd op onze data. Social media platformen, zoekmachines en kunstmatig intelligente systemen van grote commerciële ondernemingen en datamakelaars zijn uit op kennis over ons leven zonder dat we daar erg in hebben. Daardoor staan niet alleen onze privacy onder druk, maar ook onze mensenrechten, onze democratie en onze veiligheid, zoals Martijn en Tokmetzis terecht benadrukken. 
 
 Het is dan ook goed dat de Europese Gemeenschap de regie naar zich toe heeft getrokken. In 2016 is nieuwe wetgeving gemaakt voor het gebruik van data, die in alle EG-landen direct werkt vanaf mei 2018.81 Er zijn strengere regels gemaakt voor het bijhouden van data. En een betrokkene heeft nu ook recht op inzage, op recti-

80

‘Je hebt wel iets te verbergen - over het levensbelang van privacy’ - Maurits Martijn en Dimitri Tokmetzis - 2016

81

Officieel heet de privacy verordening De Algemene Verordening Gegevensbescherming - in het engels: General Data

Protection Regulation - EU - april 2016.

- 104 -


ficatie en het recht om vergeten te worden. Goede wetgeving, maar de effecten van digitale data in het economische verkeer gaan intussen veel verder. 
 
 HUMANISTISCHE DATA ECONOMIE - Naast schending van privacy leidt de dataeconomie nu al tot onacceptabele economische verhoudingen. Lanier betoogt dat in de eerste fase van het internet - de afgelopen 15 jaar - de nadruk zo heeft gelegen op gratis services, kennisdelen en open access, dat we zijn vergeten te letten op een reële verdeling van gecreëerde waarde binnen rechtvaardige economische modellen. Gratis services maken ons volgens Lanier tot informatieslaven. We zijn een verhandelbaar product geworden. ’If you are not paying, you are the product’. Lanier bepleit dat we niet alleen moeten letten op privacybescherming, maar ook op de eigendom van onze data en op de waarde ervan. Hij ontwikkelt daarvoor een visie op een ‘humanistische data economie’, waarin de waarde die wij allemaal aan datanetwerken toevoegen ook daadwerkelijk wordt beloond. Zijn concept voor zo’n economie is gebaseerd op een aantal principes.
 
 PROVENANCE - De eerste is ’provenance’ – het vastleggen van de oorsprong van waarde. Als data een menselijke oorsprong hebben, behoren ze tot het onvervreemdbare eigendom van de mensen, die zulke data hebben gecreëerd. Ze zijn een onvervreemdbaar onderdeel van hun persoonlijkheid. Zo kijken we nu nog niet naar data. We beseffen nog niet dat onze data - net als ons lichaam - onlosmakelijk zijn verbonden met onze persoonlijkheid. We zien data nog steeds als informatie over onze persoonlijkheid. Niet als onlosmakelijk onderdeel daarvan. We verbinden data niet met onze menselijke waardigheid.
 
 De lichamelijke en biologische aspecten van ons leven worden beschermd door de mensenrechten, zoals het recht op leven, het verbod op slavernij, het verbod op foltering, onmenselijke of vernederende behandeling. De bescherming van de lichamelijke integriteit wordt tot de kerntaken van de overheid gerekend. Artikel 11 van de Grondwet zegt: ‘Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam.’ We zijn ons heel goed bewust van de noodzaak om onze lichamelijke integriteit te beschermen. We hebben de slavernij afgeschaft. Dolle Mina’s riepen in de jaren zestig: ‘Baas in eigen

- 105 -


buik!’. En we stellen allerlei regels aan medische ingrepen en aan strafrechtelijke maatregelen, die inbreuk zouden kunnen maken op onze lichamelijke integriteit.
 
 De verbondenheid van de mens met zijn lichaam is evident. Het recht op lichaam en leven is een van de belangrijkste onderdelen geworden van onze rechtsorde. Het is onvoorstelbaar dat een ander als eigenaar over een deel van ons lichaam kan beschikken.
 
 Bij data is dat heel anders. Stelt u zich's voor dat de slager zegt dat u een gratis stukje worst kunt krijgen, maar dat u daarvoor wel een stuk van uw hersens moet inleveren. Dat is onvoorstelbaar. Toch is dat precies wat er nu met onze data gebeurt. Die worden niet gezien al onlosmakelijk verbonden met onze menselijke waardigheid, maar als waarde die je via onduidelijke voorwaarden aan mensen kunt ontfutselen. Waarna je er - binnen de strenge regels - mee kunt doen wat je wilt.
 
 Dat we een verschil maken tussen ons ‘meat body’ en ons ‘data body’ heeft grote consequenties. Het leidt ertoe dat overheden het gebruik van data willen reguleren, terwijl het er natuurlijk om moet gaan dat het vergaren ervan aan banden wordt gelegd. Dat moet veranderen. De overheid moet - in wetgeving en in services - ons data body bescherming bieden. Dat betekent allereerst dat op het niveau van mensenrechten, Europese wetgeving en nationale wetgeving de integriteit van ons data body serieus wordt genomen. En dat de overheid moet regelen dat we met ons data body op een gezonde en veilige manier aan het openbare digitale leven kunnen deelnemen. Gezondheidszorg, veilig verkeer en openbaar vervoer zou niet meer alleen over ons meat body gaan, maar ook over ons data lichaam. Waarom bestaat er eigenlijk geen digitale Rijkswaterstaat?
 
 Maar als we het verzqmelen van data door anderen aan bnaden leggen missen we dan geen enorme ontwikkeling in de maatschappij?
 Ook als met de gezamenlijkheid van die data - big data - conclusies worden getrokken en waarde wordt gecreëerd. Die waarde is dan van ons ieder individueel, of van ons gezamenlijk. Maar niet van iemand die ons die data handig heeft ontfut-

- 106 -


selt. Bart van der Sloot!!
 
 SYMMETRIE - Het tweede principe van Lanier is ‘symmetrie’. Er is moet gelijkwaardigheid zijn bij het aangaan van transacties over data. We zijn zo afhankelijk geworden van platformen en netwerken, dat die ons - individuele burgers - nu de baas zijn. Wij stellen daar als consumenten geen gelijkwaardige partner tegenover. Facebook is een monopolist geworden. Een nutsbedrijf zonder concurrenten. En zonder democratische controle. In de tijd van Marx ontstonden stakingen en revoluties over minder.
 
 Een digitale consument is volgens Lanier nu geen volwaardige consument. Als voorbeeld geeft hij het verschil tussen het kopen van een boek en het verkrijgen van rechten tot lezen van een digitaal boek. Een digitaal boek is slechts een toegang tot informatie, niet de informatie zelf. Daarmee is niet gezegd dat we terug moeten naar papieren boeken, maar het zegt wel iets over de manier waarop we ons uitleveren aan databedrijven. Als die besluiten je abonnement af te sluiten verlies je je de toegang tot de informatie, die je gekocht dacht te hebben. De data van het boek zouden onvervreemdbaar eigendom moeten zijn van de koper. DIT KLOPT NIET
 Het realiseren van werkelijke symmetrie in de datamarkt kan alleen maar als we een onvervreemdbare ‘digitale identiteit’ hebben, waarmee we als volwaardige burgers de markt kunnen betreden. Digitale identiteiten worden nu ad hoc vastgesteld. Door anderen wel te verstaan. De Nederlandse overheid doet halfslachtige pogingen om een algemene digitale identiteit tot stand te brengen, maar die is vooral bedoeld als controle van de burger. En niet als bruikbare individuele ‘data wallet’, die we als burger en consument kunnen gebruiken en ons macht geeft. 
 
 Zoals gezegd neemt de EU nu goede maatregelen op het gebeid van privacy bescherming, maar ook dat heeft nog weinig uit te staan met het creëren van een digitale identiteit, waarmee we als volwaardige burgers en consumenten kunnen functioneren.

- 107 -


De enige manier waarop we over onze eigen data op een gelijkwaardige manier transacties kunnen aangaan, is door vast te stellen waar die data vandaan komt, en hoe die kan worden beschermd, of vanuit gelijkwaardigheid vrijwillig aan anderen ter beschikking kan worden gesteld. Het wachten is een beschermde data wallet, die
 
 Daar is nogal wat werk te doen. Zeker voor overheden, die de plicht hebben mensenrechten, de democratie, en onze veiligheid te beschermen. Maar ook marktpartijen en coöperatieve netwerken kunnen services ontwikkelen, die burgers de mogelijkheden geven om ook digitaal een menswaardig te leiden. We zullen er hierna verder op door gaan.
 
 
 4.3

HET MIDDEN ONDER DRUK

Een van de belangrijkste maatschappelijke veranderingen van de laatste jaren is de veranderde positie van de middenklasse. Het verplaatsen van werk naar lage-lonen en de automatisering aan het eind van de twintigste eeuw, hebben in westerse landen de banen van de middenklasse onder druk gezet. In andere delen van de wereld heeft dat juist geleid tot de opkomst van een nieuwe sterke middenklasse.82 ‘Fair deal’ zou je daarvan kunnen zeggen, het is goed dat we de welvaart over de wereld verdelen. Maar in de westerse wereld beginnen we nu de effecten te zien van een verzwakte middenklasse. En dat ziet er niet goed uit.
 
 EEN LEUKE KLUS? - Het is nog niet eens zo heel lang geleden dat ‘klussen’ in Nederland vooral iets was voor doe-het-zelvers, freelance cameramensen, musici en andere creatieve zelfstandigen. Anderen probeerden zo snel mogelijk een vaste baan te vinden en de meeste mensen lukte dat ook. Dat is sterk aan het veranderen. Nederland kent nu een groot aantal freelancers in allerlei beroepen en dat aantal zal de komende decennia alleen maar toenemen.
 
 Die zelfstandigen vormen voor de 20e-eeuwse sociale zekerheidswetgeving een 82

‘Global Inequality’ - Branco Milanovic - 2016

- 108 -


uitdaging. We hebben in Nederland werkende mensen ingedeeld in een aantal categorieën, die ook een hiërarchie vormen. Aan de top van de piramide staan de medewerkers voor onbepaalde tijd - met alle voordelen van het systeem - , iets lager op de ladder staan de medewerkers voor bepaalde tijd - met enkele voordelen - en nog lager de freelancers. Die freelancers noemen we om onduidelijke redenen de laatste tijd opeens zzp’ers - zelfstandigen zonder personeel. Een vreemde negatieve definitie, alsof ze de boel bedotten door ‘onechte’ ondernemers te zijn. 
 Sociale zekerheidswetgeving, fiscale wetgeving, ontslagrecht, maar ook personeelsbeleid in ondernemingen nemen deze drie categorieën nog altijd als uitgangspunt voor regels en beleid. En dat past niet meer in deze tijd. Maar net als op veel uitdagingen van deze tijd reageert de politiek nogal onbeholpen. In plaats van de positie van zelfstandigen te versterken heeft minister Asscher van Sociale Zaken een poging gedaan om de markt met wetgeving te dwingen hun flexwerkers eerder een contract voor onbepaalde tijd aan te bieden. Iedereen die wel’s in praktijk een bedrijf heeft geleid trok meteen de wenkbrauwen op. De reactie van de markt was voorspelbaar. Het ene na het andere bedrijf - ook overheidsbedrijven - zette z’n flex-werkers juist eerder op straat. Het is voor veel werkgevers niet op te brengen om mensen voor onbepaalde tijd in dienst te nemen.
 
 Asscher zal het goed hebben bedoeld. Maar het is tegelijk een treffend voorbeeld van een overheid, die het zicht op de veranderende samenleving kwijt is. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zelfs als de werkloosheid daalt, - wat in 2016 en 2017 het geval was - de kloof tussen werknemers en freelancers groter wordt. Drie serieuze instituten plaatsen zeer kritische kanttekeningen bij deze ontwikkelingen op de Nederlandse arbeidsmarkt: de Europese Commissie, het IMF en De Nederlandsche Bank.
 
 De Europese Commissie stelde in een rapport over de Nederlandse economie dat de kloof tussen werknemers en het groeiende aantal zelfstandigen snel groeit.83 Tussen 2005 en 2014 nam het aantal zelfstandigen met 35 procent toe, de grootste stijging in de Europese Unie. De Commissie ziet het risico van ‘arbeidsmarktseg83

Landverslag Nederland 2016 - Europese Commissie - 2016

- 109 -


mentatie’. Zelfstandigen zijn vaker onderverzekerd tegen arbeidsongeschiktheid en werkloosheid en bouwen vaker te weinig op voor hun oude dag. Dat kan ten koste gaan van de houdbaarheid van het sociale zekerheidsstelsel op lange termijn. Eind 2015 signaleerde ook het Internationaal Monetair Fonds de uitzonderlijk snelle stijging van het aantal freelancers in Nederland. Het IMF vindt dat de Nederlandse overheid maatregelen moet treffen voor de sociale zekerheid van zelfstandigen. Ook de Nederlandse Bank waarschuwt. Het aantal vaste banen nam in 2016 voor het eerst sinds het uitbreken van de financiële crisis weliswaar weer toe. Maar doordat het aantal werknemers met een flexibel arbeidscontract een nog forsere stijging liet zien, zette de flexibilisering van de arbeidsmarkt zich per saldo door.84 Of de flexibilisering de komende jaren volledig tot stilstand komt dan wel wordt omgekeerd, lijkt echter vooral afhankelijk van nieuwe wetgeving. En die ontbreekt.
 
 WAARDEDALING - Steeds meer banen worden intussen flexibele klussen. Alsof de uitdagingen daarvan nog niet groot genoeg zijn, daalt door digitalisering bovendien de waardering voor die prestaties van de middenklasse. Dat is op zichzelf begrijpelijk. Waarom zou een bedrijf redelijk betalen voor een beroepsfotograaf, als de buurjongen met Instagram dezelfde prestatie levert? Waarom betalen voor een consultant met een MBA, als een zondagmiddag googelen vrijwel hetzelfde resultaat oplevert? Waarom een boekhouder inhuren, als software hetzelfde kan? Waarom betalen voor de intellectuele eigendomsrechten van een creatieve prestatie, als die prestatie ook voor een grijpstuiver op internet wordt aangeboden? Door robotisering en kunstmatige intelligentie zullen de prestaties van de ‘oude’ middenklasse in de toekomst nog minder waard worden - als ze al niet al zijn weg geautomatiseerd.
 
 MIDDENKLASSE IS DE BASIS - De geschiedenis leert ons dat een grote stevige middenklasse belangrijk is voor het voortbestaan van de democratische rechtstaat. De middenklasse financiert door belastingen belangrijke overheidsservices, zoals infrastructuur en onderwijs. Ook eist een sterke middenklasse belangrijke maatregelen van de overheid, die het vertrouwen waarborgen van mensen in elkaar en in de overheid. Samenlevingen met een sterke middenklasse zijn over het algemeen 84

‘De flexibilisering van de arbeidsmarkt onder de loep’ - DNB Bulletin - 11 mei 2017

- 110 -


ook ‘high-trust societies’, waarin de economische ontwikkeling is gebaseerd op een goed functionerende rechtstaat.
 
 De opkomst van nieuwe middenklassen - overal ter wereld - werd in de jaren negentig gezien als een triomf van het neo-liberale kapitalisme, de economische groei en de globalisering. We zien nu dat dat een fragiele overwinning was. Voortdurende economische groei is niet zeker. Dat is niet alleen slecht nieuws voor alle mensen die knokken voor een plaatsje in die nieuwe middenklassen. Het leidt ook tot zorgen over de democratie. We zien overal ter wereld dat slechtere perspectieven van de middenklasse terrorisme en populisme in de hand werken.
 
 MAATSCHAPPELIJK MIDDENVELD - Niet alleen de maatschappelijke middenklásse, ook het maatschappelijk middenvéld is belangrijk voor een democratische rechtstaat. En ook daarover bestaan nu grote zorgen. Wie goed nadenkt over het belang van het maatschappelijk middenveld, ontmoet als snel de Normandische edelman Alexis de Tocqueville. Hij reisde in 1831 een jaar lang door de Verenigde Staten en Canada. Hij schreef over zijn bevindingen een politicologische en sociologische studie.85 Het boek wordt nog steeds geciteerd, want De Tocqueville wees op een heel belangrijk punt.
 
 Met zijn Franse achtergrond was De Tocqueville zeer bevreesd voor centralisatie van macht door politieke meerderheden. Twintig jaar na de Franse Revolutie zag men ook de verwoestende kracht daarvan. Amerika beschikte volgens hem over een aantal maatschappelijke tegenkrachten om dit democratische onheil in toom te houden. Hij was getroffen door het enorme aantal verenigingen, dat in Amerika de maatschappelijke functies vervulde, die in de oude wereld waren toebedeeld aan de aristocratische klasse of de politieke bureaucratie.
 
 Juist in een democratie bestaat volgens De Tocqueville een grote behoefte aan zulke intermediaire instituties en organisaties, die bemiddelen tussen de individuele burgers en de staat. Enerzijds verschaffen die de burger een toevluchtsoord, waardoor hij niet onder gaat in de anonieme massa. Anderzijds vormen zij een bar85

‘De la démocratie en Amérique’ - De Tocqueville - 1835

- 111 -


rière voor doorgeschoten overheidsbemoeienis en centralisatie, die de Fransman zag als het grote gevaar voor de individuele vrijheid van de burger. Tevens benadrukte De Tocqueville de rol die maatschappelijke organisaties spelen als leerschool voor democratisch handelen. Hij zag het maatschappelijk middenveld als bron van sociaal verantwoordelijkheidsgevoel. Als een omgeving, waarin mensen leren samen te werken aan de oplossing van collectieve problemen.
 
 De observaties van De Tocqueville zijn nog steeds van belang. De hedendaagse Amerikaanse politicoloog Robert Putnam wijst nadrukkelijk op het belang van maatschappelijke organisaties. 86 Ze dragen ook volgens Putnam bij aan de effectiviteit en stabiliteit van het democratisch bestuur. Net als de 18e eeuwse Fransman constateert hij dat zulke organisaties ‘interne’ effecten hebben op de individuele leden. Ze bevorderen de bereidheid tot samenwerking, gevoelens van solidariteit en oriëntatie op het algemeen belang. Het is door de wisselwerking met anderen dat de democratische praktijk wordt geleerd en vertrouwen in anderen wordt gevoed. Zo groeien mensen uit tot competente en mondige burgers. In de tweede plaats dragen maatschappelijke organisaties bij aan de democratie door hun ‘externe’ effecten op de politiek. De georganiseerde burger is beter in staat eisen te stellen aan de overheid.
 
 OUDE VERZUILING - Tot ver in de twintigste eeuw hadden we in Nederland zo’n sterk maatschappelijk middenveld. Samenwerking tussen burgers kreeg vorm in vakbonden, publieke omroepen, kranten, politieke partijen en onderwijsinstellingen, die allemaal waren gebaseerd op een bepaalde geloofsovertuiging, een politieke overtuiging, een mensbeeld of een bepaalde toekomstvisie. Deze verzuiling zijn we - door secularisatie en depolitisering - gaan zien als ouderwets en benauwend. Het was voor velen een opluchting dat we die oude zuilen afbraken.
 
 Maar we hebben toen met het badwater ook het kind weggegooid. Door het afbreken van de oude levensbeschouwelijke zuilen hebben we de betrokkenheid van mensen bij democratie, politiek en bestuur verkleind. Die afbraak viel samen met het geloof in de privatisering van bestaande collectieve organisaties. We zien 86

‘Bowling Alone - The collapse and revival of American Community’ - Robert Putnam - 2000.

- 112 -


nu in dat die privatisering niet bevredigend is verlopen. Allerlei overheidsinstellingen en coöperatieve organisaties met publieke taken zoals banken, verzekeringsmaatschappijen, energiemaatschappijen en woningbouwcoöperaties zijn hun publieke taak uit het oog verloren, of weten die niet te vertalen naar de 21e eeuw.
 
 We hebben de wijze observaties van De Tocqueville en Putnam in de wind geslagen. Juist in een periode waarin de overheid decentraliseert en privatiseert zouden we de burger de middelen moeten verschaffen om in maatschappelijke organisaties zelf vorm te geven aan de eigen autonomie. Dat hebben we verzuimd. En daardoor komen steeds meer individuele burgers tegenover een almachtige overheid te staan, die bovendien steeds meer taken van zich afschuift. Dat leidt tot steeds meer frictie in de samenleving en zelfs tot - zoals we straks zullen zien - tot vragen over de waarden van de Verlichting. 
 
 4.4

HALLO POLITIEK - DOEN JULLIE NOG MEE?

Een van de grote uitdagingen van de komende jaren - nationaal en internationaal is de groeiende onvrede over de politiek. Vertrouwen in politici neemt af - zeker bij jonge mensen. Politici worden niet meer ervaren als een deel van de oplossing van maatschappelijke problemen, maar eerder als de oorzaak ervan. En vaak zelfs dat niet meer. 
 
 Voor een deel hangt dat samen met de toegenomen transparantie in de samenleving. We zijn overal tot in detail van op de hoogte. En dat is vaak ontluisterend. De wereld is onttoverd. Het centrum van de macht blijkt leeg. Politici zijn ook maar mensen. Ook de Nederlandse compromissen-politiek draagt niet bij aan respect voor de daadkracht en visie van politieke partijen. 87
 
 Maar er zijn dieper liggende oorzaken van onvrede. Eén dieper liggende oorzaak is dat oude politieke stromingen geen antwoorden meer bieden op de vragen van vandaag. Een voorbeeld daarvan is de onvrede in Nederland over het ontbreken 87

Wouter Bos in een serie columns in de Volkskrant, bijvoorbeeld 12 november 2015.

- 113 -


van een reactie van politieke partijen - zowel van links als van rechts - op de veranderende samenstelling van de bevolking. Dat werd door sommigen aan het begin van de 21e eeuw wel de 'veenbrand' genoemd; een sluimerend gevoel van onvrede over immigratie en gevoelens van vervreemding. Die emotie heeft geleid tot de opkomst van populistische partijen, die met de thema’s immigratie en islam de agenda van de verkiezingen in 2017 bepaalden. Dat kan - op z’n best - nog wel worden gezien als een teken van vitaliteit van het politieke systeem. 
 
 De laatste jaren doet zo’n verwijdering tussen burgers en politiek zich echter opnieuw voor. En die wordt - opnieuw - niet geadresseerd door bestaande politieke partijen. Het lijkt er op dat niet alleen de ontevreden, angstige burger zich nu afkeert van de gevestigde politieke partijen. Ook goedopgeleide, constructieve burgers herkennen zich niet meer in de oude 20e eeuwse politieke stromingen. Vooral jonge mensen voelen niet dat de bestaande politieke ideeën een betere toekomst opleveren. Deze jonge generatie voelt zich niet vertegenwoordigd en soms zelfs ontkend, verraden en benadeeld door de huidige politieke stromingen. 
 
 Dat zien we in alle delen van de wereld. In 2016 werden de verkiezingen van de Amerikaanse president - behalve door de onverwachte keuze voor de populistische Trump - ook gekenmerkt door schisma’s op basis van leeftijd, klasse, opleiding en culturele achtergrond. Trump, aanvankelijk weggehoond als charlatan en buitenstaander, gebruikte in feite de Republikeinse partij als een platform om ruimte te bieden aan een anti-establishment-beweging, die niet alleen was gebaseerd op strijd met de Democraten, maar op weerzin tegen de bestaande politieke verhoudingen in het algemeen. 
 Ook bij de Democraten was sprake van zo’n anti-establishment beweging. Bij de eerste voorverkiezingen koos 84 procent van de jonge leden tussen 17 en 29 jaar niet voor Clinton, maar voor de outsider Bernie Sanders. Ook in de leeftijdsgroep daarboven - van 30-44 jaar - koos de meerderheid voor Sanders. Zeven van de tien oudere Democratische kiezers kozen voor de mainstream kandidaat Clinton. Die tegenstelling verdween niet toen Clinton tot presidentskandidaat werd gekozen. Integendeel, het eindpunt van de Sanders-campagne vormde de start van de

- 114 -


nieuwe constructieve politieke beweging - ‘Our Revolution’ - buiten het bestaande partijpolitieke establishment. De beweging is succesvol en wordt volledig gesteund door micro-payments en campagnes via social media.
 
 Zulke nieuwe bewegingen zien we niet alleen in de VS, maar ook elders in de wereld. Overal hebben oude politieke partijen - zowel aan de rechts-liberale als aan de links-socialistische kant van het politieke spectrum - moeite zichzelf opnieuw uit te vinden. Aan de rechterzijde komen daardoor populistische bewegingen op, zoals de Brexit-beweging in Engeland en het Front National in Frankrijk. Aan de linkerzijde organiseren jongeren zich steeds meer in vitale politieke bewegingen buiten de bestaande partijen, zoals Podemos in Spanje, Syriza in Griekenland, of de vijfsterren-beweging van Beppe Grillo in Italië. Zelfs de verkiezing van de president van Frankrijk in mei 2017 ging tussen twee partijen van buiten het traditionele politiek krachtenveld, met de ‘outsider’ Macron als winnaar. Hij verliet de Partij Socialiste om met een nieuwe progressieve agenda mensen aan zich te kunnen binden buiten de oude politieke ordening.
 
 Waarom voelen jongeren zich niet meer thuis in de oude stromingen? Jongeren van nu hebben een fundamenteel andere geschiedenis. En hen wacht zeker een heel andere toekomst. Hun verleden wordt niet bepaald door de Tweede Wereld oorlog of de oude vijandsbeelden uit de Koude Oorlog, maar door de opkomst van internet en het falen van de markt in de kredietcrisis en klimaatverandering. En hun toekomst wordt niet meer bepaald door een mooi carrière perspectief, maar door het zoeken van klussen in de Gig-economie. Hun academische opleiding is allang geen verzekering meer voor een goedbetaalde baan. Integendeel, veel jongeren hebben hoge studieschulden en verwachten een slechtere toekomst te zullen hebben dan hun ouders.
 
 Zijn jongeren niet altijd progressiever dan de oude garde? Dat is inderdaad iets van alle tijden, maar er is nu meer aan de hand. We beginnen te ontdekken dat onze bestaande politieke stromingen niet in staat zijn de grote uitdagingen van deze tijd te adresseren. De snelle veranderingen van de wereld door technologie,

- 115 -


de economische onzekerheden, de toenemende ongelijkheid en de ecologische crisis vragen om systeemverandering en radicale keuzes. Grotere stappen. Dat betekent dat politiek management nu niet meer genoeg is. Het gaat de komende tijd in de politiek om het vermogen om te leren van de toekomst, zoals die zich nu ontvouwt. Waarom zijn we daar niet al lang mee bezig? Natuurlijk zijn er kleine actieve one-issue partijen, die zich juist profileren op een van de genoemde uitdagingen. Maar bij vrijwel alle grote politieke partijen ontbreekt een brede inspirerende toekomstvisie. Daardoor zweven nu grote groepen kiezers en keren steeds meer burgers zich af van het bestaande politieke systeem.
 
 MORBIDE SYMPTOMEN - Over het niveau van de politiek in Nederland - en daarbuiten - wordt veel geklaagd. De kritiek is niet mals. Politieke partijen dragen geen idealen meer uit. Het zijn marketingorganisaties geworden. Ze schatten in welke opinie goed valt en reproduceren die vervolgens. Politici laten hun oren hangen naar de media en naar de twitter-modderpoel. Het zijn korte termijn denkers. Ze hebben geen ambitieuze doelen en ze durven geen systeemveranderingen aan. Dergelijke kritiek wordt steeds luider. Waarom functioneert de politiek zo slecht?
 
 Politici zijn net mensen. En voor de meeste mensen is het moeilijk zich open te stellen voor snelle en ingrijpende veranderingen in de samenleving. Innovatie is vaak een moeizaam proces. Voor individuele burgers, voor bedrijven én voor politieke partijen. Maar bij politici lijkt de focus op het heden - in plaats van op de toekomst - sterker aanwezig. Soms worden de snelle veranderingen en uitdagingen van de samenleving zelfs ontkent. Bij sommigen lijkt het beeld te bestaan dat de samenleving wel zo ongeveer af is.
 
 Oplossingen voor problemen worden daarom gezocht binnen het huidige systeem. En een visie op een ander - beter - systeem zou efficiënt management van het heden maar in de weg staan. We schaven de ruwe randjes door technocratisch management nog wat bij - maken wat keuzes in procentjes links en rechts - en dan zijn we er wel. Taal is tekenend in dit verband. Als zich een diepgaande crisis voordoet, dan praat Den Haag zoveel mogelijk over ‘herstel’ van de oude situatie.

- 116 -


Dat is wellicht niet alleen maar geestelijke luiheid of politiek opportunisme. Als we dieper graven zien we dat die houding z’n basis vindt in de dominante geopolitieke visie uit de jaren negentig van de vorige - de twintigste - eeuw. Fukuyama schreef toen z’n bekende boek ‘The End of history and the Last Man’. In dit fascinerende boek verdedigt Fukuyama de stelling dat met het einde van de Koude Oorlog ook de ideologische evolutie van de mensheid ten einde zal blijken te zijn. De westerse liberale democratie zou universeel als de ultieme vorm van regeren worden beschouwd. En kapitalisme als het model voor de economie. Grote veranderingen, visie en idealen leken niet meer nodig. Zoals we eerder al aanhaalden: Thatcher vatte die tijdgeest in één zin samen: ‘There is no alternative’.
 
 Dat was in 1992. In de 25 jaar daarna hebben we belangrijke geopolitieke ontwikkelingen meegemaakt die Fukuyama’s conclusie - en die van Thatcher - onderuit halen. Het wordt steeds duidelijker dat de neo-liberale markteconomie leidt tot grote schade aan natuur en milieu. Andere waardesystemen dan de westerse manifesteren zich. 88 We zijn opgeschrikt door de berichten in de media over hevig terrorisme. Verschillende crises wezen ons op grote gebreken in ons financiële en democratische systeem. En we hebben sinds de jaren negentig een ontwikkeling meegemaakt, die zijn weerga niet kent: de opkomst van de informatiemaatschappij. De dynamische kracht van data en informatie leidt nu tot snelle en ingrijpende veranderingen in de samenleving. Fukuyama zat er dus flink naast - zoals hij zelf overigens ook toegaf. We zijn helemaal niet aan het einde van de geschiedenis aangeland. Integendeel, we staan aan het begin van een heel nieuw hoofdstuk.
 
 En dat is geen makkelijke fase. Politieke crisis, zo stelde Antonio Gramsci ooit, ‘zit hem in het feit dat het oude afsterft en het nieuwe nog niet geboren kan worden’. In deze tussenperiode, zo voegde hij eraan toe, ‘verschijnt een grote variëteit aan morbide symptomen.’89 Nederland - en een groot deel van de wereld - dreigt in zo'n fase terecht te komen. De politieke richtingen uit de vorige eeuw zijn aan het

88

‘Clash of Civilizations’ - Samuel Huntington - Foreign Affairs - 1993

89

De uitspraak wordt toegeschreven aan Gramsci, vooral door Slavoj Žižek, maar helemaal zeker is het niet - Gramsci gebruikte

wel een soortgelijke formulering in - ’Quaderni de Carcere’ - Volume 1 - Antonio Gramsci - 1927-1937.

- 117 -


afsterven, maar nieuwe denkbeelden dienen zich in de politiek nog nauwelijks aan. Dat is een gevaarlijke situatie, die kan leiden tot de neergang van onze democratische rechtsstaat.
 
 LUI LINKS & NOSTALGISCH RECHTS - Dat de oude politieke partijen geen toekomstvisie meer uitdragen, wil niet zeggen dat ze niet veranderen. Ze hebben sinds de jaren negentig een ingrijpende verandering doorgemaakt, qua stijl, vorm en inhoud.
 
 Van oudsher was het de rol van ‘links’ om progressieve scenario’s voor de toekomst te bedenken. Links is de laatste jaren echter liberaal geworden, in de traditionele zin van het woord. Zij verdedigen nu - over geheel Europa - de liberale waarden, waaronder conservatieve opvattingen over de markt. Links combineert dat oude liberalisme met humanistisch individualisme. Gezien de grote verliezen van links overal in Europa, ook in Nederland - ervaren mensen dat niet meer als een alternatieve progressief scenario voor de toekomst. Links is intellectueel lui geworden en bevindt zich daardoor in een diepe ideologische crisis.
 
 Ook de rechterkant van het politieke spectrum is veranderd. Populistisch rechts heeft tijdens de verkiezingen van 2017 weliswaar niet de overwinning behaald, die sommigen voorspelden. Maar de gematigd middenpartijen in Europa - in Nederland de VVD en het CDA - namen hun retoriek over en gaven de laatste jaren - onder druk van dat populisme - hun oorspronkelijke waarden op. Zij vielen de gelijkheidsgedachte aan door uitgesproken opinies over de islam. En ze probeerden asielzoekers en allochtonen integratie-eisen op te leggen, die strijdig zijn met grondrechten en die juridisch niet houdbaar zijn. Liberalen zijn nu - gesterkt door het kortstondige succes in de jaren negentig - orthodox neoliberaal. De Europese liberaal is eigenlijk de oude conservatief geworden.90 Ook de oude Europese liberalen bieden daardoor nauwelijks een toekomstgericht politiek verhaal, dat een antwoord biedt op de zorgen van mensen over globalisering, het onbetrouwbare economische en financiële systeem en de klimaatverandering.
 
 90

Jan Blommaert - XXX - check noot 2016

- 118 -


Populistisch rechtse partijen profileren zich wel met een nieuw politiek alternatief. Maar dit alternatief is destructief en nostalgisch. Wereldwijd bestaat er binnen populistische partijen een hang naar de vroegere maatschappij. Zowel in de Verenigde Staten, als in de UK, als in Nederland is er bij populisten een verlangen naar de relatieve rust en welvaart in het westen in de tweede helft van de 20e eeuw. Dat nostalgische verlangen is op zichzelf nog wel begrijpelijk. Niet alleen populisten verlangen terug naar een tijd waarin er nog vertrouwen was in de samenleving. De tijd waarin ‘het touwtje nog uit de brievenbus hing’. Die oproep van de eminente oud-politicus Jan Terlouw in het tv-programma De Wereld Draait Door raakte bij veel mensen een gevoelige snaar. 
 
 Maar ook zulke goedmoedige nostalgie is zeer schadelijk, omdat het mensen voor de gek houdt. Vroeger komt niet meer terug. Nostalgie behelst geen toekomstvisie. Het biedt geen oplossingen voor de uitdagingen waar we vandaag voor staan. Nostalgie leidt daardoor tot populisme. En dat populisme krijgt alle ruimte. ‘Omdat een geloofwaardig antwoord van anderen ook uitblijft, gedijen populisten op de golven van onvrede, terwijl ze hun landen intern verdelen.’ 91
 
 FOCUS OP HET HEDEN - Aan beide zijden van het politieke spectrum is sprake van een gebrek aan een toekomstvisie. De huidige politiek gaat voornamelijk over kleine stappen en niet over systeemwijzigingen. De bezuinigingen van de kabinetten Rutte - die mogelijk waren door de dreigende economische crisis - zijn wel gepresenteerd als diepgaande wijzigingen, maar echte veranderingen bleven uit.
 
 Voortdurend wordt in de politiek gekeken naar wat op een bepaald moment ‘haalbaar’ is binnen de bestaande verhoudingen. Die focus op haalbaarheid leidt tot politiek met een kleine letter. In een prachtig stuk wees Rutger Bregman al op dit gebrek aan nieuwe denkbeelden.92 ’Politiek is de kunst van het mogelijke’ zei de Duitse kanselier Otto von Bismarck eens – en die indruk krijg je inderdaad als je het nieuws uit Den Haag volgt. Maar er is nog een andere vorm van politiek, die eigenlijk veel belangrijker is. Dat is de Politiek met een hoofdletter, die niet gaat over 91

‘We moeten de globalisering redden’ - over Dani Rodrik - door Rutger Verhoeven - Groene Amsterdammer 24 november 2016

92

‘Wie de wereld wil veranderen moet onredelijk zijn.’ - Rutger Bregman - De Correspondent - 2015

- 119 -


technocratisch bestuur, maar over werkelijke verandering. Politiek met een hoofdletter staat lijnrecht tegenover de kleine politiek. Waar de laatste de status quo bevestigt, probeert de eerste ermee te breken.’
 
 Die politiek met een kleine letter ‘p’ - zoals Bregman het noemt, is bovendien ook nog’s een eindeloos proces van spinnen, stembusakkoorden en stemmen winnen. Hiervan doet journalistiek verslag en hierover gaat het over aan tafel bij Eva Jinek. Terwijl politici blijven uitdragen dat ze op die manier vormgeven aan een verheven maatschappelijk belang, ziet de kiezer allang dat het politieke bedrijf met zulk marginaal beleid nauwelijks nog invloed uitoefent op de uitdagingen van deze tijd.
 
 MORELE LEEGTE - Afgezien van de focus op het heden is er nog een andere oorzaak van het ontbreken van visie in de politiek. Nederlandse politici schieten wezenlijk tekort in het maken van morele overwegingen, terwijl die juist steeds essentiëler worden in moderne wereld. Gabriel van den Brink - voormalig hoogleraarMaatschappelijke bestuurskunde van Tilburg University - besteedde zijn werkzame leven aan de rol van waarden in de moderne maatschappij, het functioneren van professionals en de manier waarop burgers omgaan met bestuurlijke en politieke vraagstukken.
 
 Van den Brink betoogt dat de morele leegte van het politieke bedrijf in Nederland voortvloeit uit een fixatie op bestuurlijk handelen. Vooral in het politieke midden geven partijen en politici hun normatieve beginselen op, omdat ze op gespannen voet staan met het besturen van een neo-liberale technocratie, waarin machtsuitoefening en rechtsregels de hoofdrol spelen. Deze morele leegte maakt het verwerven van geloofwaardigheid bij het publiek nagenoeg onmogelijk, temeer daar veel burgers juist een zeer uitgesproken morele opvatting van politiek hebben. Zij vinden dat politici eerlijk, beschaafd, rechtvaardig, betrouwbaar en invoelend moeten zijn en zich in dienst stellen van het algemeen belang. Als reactie op de technocratische neoliberale politiek in een wereld die steeds grootschaliger, functioneler en anoniemer wordt, ontplooien steeds meer mensen daarom zelf initiatieven voor een nieuwe levenswijze, bijvoorbeeld als het gaat om duurzame energie of zorg voor mensen in de buurt. Ook ondernemers nemen ook vaker maatschappelijke

- 120 -


verantwoordelijkheid, mede omdat de consument daarom vraagt.
 
 De beste oplossing voor het achterblijven van de politiek is volgens Van den Brink dat de politiek morele waarden omarmt. Inhoudelijk zijn daarvoor veel mogelijkheden. We zijn daarvoor afhankelijk van individuele politici die het vermogen hebben om de werelden van politiek en burger door morele uitgangspunten bij elkaar te brengen. En zulke politici zijn er vooralsnog nauwelijks. Ook kunnen burgers, ondernemers en professionals de verwezenlijking van morele waarden zelf ter hand nemen en daarbij de politiek laten voor wat ze is. Dat kan goed aflopen, bijvoorbeeld in de coöperatieve samenwerkingsvormen. Maar het kan ook leiden tot ongewenste situaties, waarin macht en moraliteit haaks op elkaar staan. De slechtste optie is wat betreft Van den Brink datgene wat er in het huidige Nederland gebeurt: maatschappelijke actoren hebben hoge verwachtingen van politiek en democratie en worden teleurgesteld omdat de liberale technocratie die verwachtingen schendt. Dat leidt tot proteststemmen aan de randen van het politieke spectrum. Die polarisering benadrukt het schisma van macht en moraliteit.
 
 GEBREK AAN ELITE - We beginnen in deze tussenperiode - waarin het oude afsterft en het nieuwe nog niet geboren kan worden - de eerste ‘morbide symptomen’ te zien, zoals Gramsci het noemde. Het vertrouwen in de democratie blijft groot, maar het vertrouwen in politici neemt af.93 Populisme komt overal in de westerse wereld op. Die opkomst wordt vaak verklaard door de analyse dat de kloof tussen politiek en bevolking te groot is geworden.
 
 Dit is een even wijdverbreide als onzinnige analyse. De kloof tussen politiek en bevolking is niet te groot geworden, die is juist veel te kléin geworden. Kiezers verwachten van hun politieke leiders een degelijke inspirerende visie op de toekomst. Die wordt gevormd in een open en levendig inhoudelijk debat. De 21e burger heeft steeds meer mogelijkheden om zelf deel te nemen aan dat debat. En dat gebeurt ook. Dat is op zichzelf een goede ontwikkeling, maar dat wil niet zeggen dat het iedere kiezer gegeven is zelf een toekomstvisie te formuleren. Dat hoeft ook niet, want dat is nu juist een wezenlijk onderdeel van politiek leiderschap. Een kie93

‘Sociaal en institutioneel vertrouwen’ - CBS - 2015

- 121 -


zer stemt vervolgens op de visie die hem of haar het meest aanspreekt.
 
 Dat vergt van volksvertegenwoordigers leiderschap vanuit ‘noblesse oblige’ - het gevoel dat ‘gekozen zijn’ de verantwoordelijkheid met zich meebrengt te leiden vanuit een visie op de toekomst en met een goed moreel kompas. Van zo’n elite is vrijwel geen sprake meer in de politiek - of breder: in de Nederlandse samenleving. Er zijn wel veel ondoordringbare bestuurslagen, die men geheel ten onrechte ‘bestuurlijke elite’ is gaan noemen. Maar die zijn meer gebaseerd op meritocratische en oude partijpolitieke mechanismen, dan op een inhoudelijke toekomstvisie vanuit idealen die groter zijn dan het individu.
 
 Ideeënvorming en publiek debat zijn van oudsher de kernfuncties van een politieke partij. Dat is niet meer zo. De wetenschappelijke instituten van politieke partijen leiden een kwakkelend bestaan. Ideologie is een vage richting geworden, met het keurmerk van de CPB-doorrekening. Alleen SP en PVV ontsnappen daaraan, maar ‘vrijplaatsen voor open en levendig debat zijn die partijen ook niet.’94 Een echte intellectuele elite ontbreekt in het publieke debat. Er is in politiek en media een sterke focus op de opinie van ‘de gewone man’. Tot vervelends toe refereren ook andere politici - van links tot rechts - aan de gesprekjes die ze hebben met de taxichauffeur, de mensen op de markt, of het buurthuis waar ze een blauwe maandag hebben gewerkt. Vrijwel niemand durft in de politiek arena nog een doorwrochte analyse van de samenleving te geven, een filosoof of historicus te noemen als inspiratiebron, of een visie te geven op de toekomst. Ook media - met name de publieke omroep - maken zich daar schuldig aan.
 
 POLITIEKE PARTIJEN KRIMPEN - Door dat gebrek aan een elite die het lef - en de inhoudelijke bagage - heeft om met een visie voor de troepen uit te lopen, is er in feite sprake van depolitisering. De meeste politieke partijen zijn marketingorganisaties geworden, op zoek naar wat de kiezer het meest zal bevallen. De meeste politieke partijen besteden nu waarschijnlijk meer geld aan campagne-bureaus, het bereiken van doelgroepen en aan spin doctors, dan aan hun eigen wetenschappelijke bureaus. Twitter-berichtjes, talkshow bezoekjes en het reageren op de weke94

‘Het Zwarte Gat - de armoede van de politiek blijkt vooral uit de kandidatenselectie’ - Martin Sommer - Volkskrant 19.11.2016

- 122 -


lijkse opiniepeilingen vervangen het onderzoeken van moeilijke dossiers, het ontwikkelen van deskundigheid op bepaalde terreinen en het onafhankelijk verzamelen van argumenten voor een zinnige toekomstvisie.
 
 Kritiek op politieke partijen is niet nieuw. Vanaf de invoering van het algemeen kiesrecht in het begin van de 20e eeuw is er tussen staatsrechtgeleerden gediscussieerd over de macht van politieke partijen. Ze werden gezien als voorwaarde voor een parlementaire democratie, maar tegelijkertijd hadden staatsrechtgeleerden forse kritiek. Partijleiders werden te dominant gevonden. Men vreesde dat politieke partijen het algemeen belang niet dienden.95
 
 Dat politieke partijen in de 20e eeuw toch een grote bloei hebben doorgemaakt, heeft te maken met de coherente maatschappijvisies, die ze in de verzuilde samenleving vertegenwoordigden. Eind negentiende eeuw ontstonden de grote politieke bewegingen - de christen-democratie, het liberalisme en het socialisme -, die lang het politieke landschap hebben bepaald. Mensen gaven in de verzuilde samenleving van de 20e eeuw uitdrukking aan hun maatschappijvisie, door zich ook aan te sluiten bij een partij, die overeenkwam met de zuil waarin ze leefden.
 
 Die bloei is tot een einde gekomen. Politieke partijen krimpen. Na de gemeentelijke en Europese verkiezingen in 2014 verloren politieke partijen in Nederland nog meer leden dan voorheen.96 In Nederland zijn nu nog slechts 280.000 mensen lid van een politiek partij. De oude partijen die na de Tweede Wereldoorlog Nederland bestuurden, zien hun leden en en hun kiezers weglopen. Er komen wel nieuwe politieke bewegingen komen op, maar die wijken wat organisatie betreft sterk af van de klassieke politieke partijen; ze hebben soms niet eens leden.
 
 MILLENIALS & POLITIEK - De gebruikelijke verklaring van het feit dat mensen geen lid meer willen zijn van een politieke partij, is dat jonge mensen - millenials - zich in de digitale samenleving anders met elkaar verbinden. Dat is zeker waar, maar die verklaring ziet iets belangrijks over het hoofd. We wezen er al eerder op: wie nu 95

‘De regulering van politiek partijen in Nederland’ - R. Nehmelman - Tijdschrift voor Constitutioneel Recht- 2013

96

Cijfers Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen - 2015

- 123 -


opgroeit - in de digitale samenleving - heeft andere waarden en normen, een ander verleden en een ander toekomstbeeld. Kiezers hebben daardoor andere combinaties van opvattingen, dan de bestaande politiek groeperingen. De oude verzuiling is voorbij. Een kiezer die bijvoorbeeld sterk voor een ecologische economie is én voor ondernemerschap, vindt niet gemakkelijk een partij van z’n keuze. En betekent de teloorgang van de Partij van de Arbeid dat mensen niet meer in een rechtvaardige samenleving willen leven, of zijn ze juist op zoek naar niéuwe vitale vormen van de sociaal democratie?
 
 NAAR EEN NIEUW SOCIAAL CONTRACT - Klimaatverandering, globalisering, groeiende ongelijkheid in de wereld, een falend economisch- en financieel systeem en de razendsnelle ontwikkelingen in technologie kenmerken onze tijd. We staan voor grote veranderingen. 97 Veranderingen die de oude grenzen van wetenschap, filosofie, economie, ondernemerschap, media en politiek overstijgen. Die veranderingen worden nu al vormgegeven door individuele burgers, door nieuwe samenwerkingsvormen in coöperaties en netwerken, en door innovatieve ondernemers. De overheid wacht een speciale taak waar het gaat om het begeleiden van die transitie.
 
 Wat mogen we als burgers verwachten van de overheid? De meeste mensen hebben allereerst behoefte aan een ordelijke samenleving. Dat vroeg in de afgelopen eeuwen altijd om een sterk centraal gezag. De 17e eeuwse filosoof Thomas Hobbes ging er al van uit, dat mensen niet zomaar vanzelf goed kunnen samenleven. Er zijn grote belangentegenstellingen, die zullen leiden tot voortdurende conflicten. Onderling spraken we daarom af dat het in ieders belang is om een absoluut centraal gezag - een koning of een regering - in te voeren die toeziet op de openbare orde. 98 Zijn collega John Locke voegde daaraan toe dat zulk centraal gezag wel moet handelen vanuit het algemeen belang. 99
 
 De bron van dit centrale gezag was het ‘sociaal contract’: burgers dragen een deel 97

Zie ook degrotetransitie.org voor een overzicht.

98

‘Leviathan, or The Matter, Forme & Power of a Common-Wealth Ecclesiasticall and Civil’ - Thomas Hobbes - 1651

99

’Second Treatise of Government’ - John Locke -1689

- 124 -


van hun eigen autonomie over aan de staat, maar krijgen daar ook iets voor terug. Het sociaal contract roept de staat in het leven en maakt losse individuen tot burgers met een gezamenlijk belang. Ze moeten zich houden aan regels en wetten. In ruil daarvoor krijgen ze een ordelijke veilige samenleving.
 
 De grote man achter het denken over een sociaal contract werd de Fransman JeanJaques Rousseau. Burgers zijn volgens hem in beginsel volkomen vrij, maar dat levert ook onveiligheid op. Een staat kan dan uitkomst bieden. De sociale cohesie komt tot stand doordat burgers gezamenlijk overeenstemming om de staat die veiligheid te laten bieden Hij vond dat de staat is gebaseerd op consensus daarover tussen vrije burgers. 
 Dat sociaal contract staat nu steeds meer onder druk. Om meerdere redenen. BETER ONDERBOUWEN De belangrijkste reden is dat de overheid niet meer levert wat we mogen verwachten. Op de belangrijkste terreinen - bescherming tegen de natuur en tegen elkaar, een eerlijke verdeling van waarde en het formuleren van een wenkend toekomstperspectief, - blijft de overheid nu achter. We zijn als het ware toe aan een herijking van het sociaal contract. Dat is een enorme klus - niets minder dan een deltaplan - , die moet worden geklaard door stappen te zetten op een aantal terreinen. BETER FORMULEREN - We hebben ze hiervoor al vaker genoemd: het gaat om het erkennen van data en netwerken als uitgangspunten van een moderne samenleving, een ecologische economie, nieuwe ethiek en holisme. De politieke keuzes die op die terreinen worden gemaakt moeten mensen in staat stellen als binnen een gemeenschap samen te leven een menswaardig leven op te bouwen.
 
 
 
 
 
 Over de uitwerking van die onderdelen kunnen we natuurlijk sterk met elkaar van mening verschillen, dat is de essentie van politiek. Maar dat de grote politieke partijen de genoemde onderwerpen nauwelijks adresseren stelt burgers teleur. De

- 125 -


overheid levert niet en mensen beginnen dat te snappen. Ze trekken zich terug uit het democratische proces en wantrouwen politici. Burgers zullen het wellicht zelf niet zo formuleren, maar ze zijn bezig het sociaal contract op te zeggen. En terecht.

- 126 -


05

DENKERS & DROMERS - VISIES OP DE TOEKOMST

5.1

Denkers met lef.

5.2

De fuik van de Verlichting.

5.3

We hebben dromers nodig.

5.4

Denkers met ideeën voor morgen.

5.5

Op naar een nieuwe verzuiling!

5.6

Het grote verhaal.

‘The future has an ancient heart.’
 — Carlo Levi
 
 
 
 5.1

DENKERS MET LEF

Als we iets over innovatie willen leren, kijken we al snel naar Sillicon Valley. Ook op andere plekken in de wereld zien we zulke start-up delta’s, vol met jonge innovatieve bedrijven. We denken dat daar de vernieuwing van de wereld vandaan komt. We denken dat vooruitgang in de wereld wordt gedreven door de ‘slimme’ technologie, die daar wordt bedacht. Die zal er als vanzelf wel voor zorgen dat de wereld beter wordt.
 
 Zo blijkt het in praktijk niet te werken. Nieuwe technologie biedt inderdaad alle kansen op een betere wereld. Maar als we die kansen daadwerkelijk willen grijpen, dan hebben we meer nodig dan die slimme technologie. We zullen ook moeten kijken naar de sociale en economische gevolgen ervan. We zullen ook bereid moeten zijn tot innovatie van de economie en van ons denken - de ethiek en de filosofie. Alleen ‘wijze’ technologie brengt ons verder.

- 127 -


Zo’n diepgaande verandering van onze cultuur is een enorme onderneming. Maar we hebben het eerder gedaan. We kunnen veel leren van ons verleden. Van ons eigen Amsterdam in de zeventiende eeuw bijvoorbeeld. Internationale handel stuwde toen de stad op tot grote hoogte. Dat zorgde voor enorme rijkdom - deels ten koste van anderen elders in de wereld. Amsterdam was toen ook al een echte ‘startup-delta’. Nieuwe ondernemingen, technologische vindingrijkheid en intellectuele vrijheid kenmerkten de stad. De rijke burgers ondersteunden de kunsten en de wetenschappen, die een enorme ontwikkeling doormaakten. Er ontstond een levendig intellectueel milieu, met nieuwe denkers, kunstenaars en wetenschappers, zoals Barlaeus, Van den Vondel, Sweelinck, Hooft, Vossius, Bredero en Plancius. En Comenius, Descartes en Spinoza. Russell Shorto omschrijft pakkend dat de rijke burgers van Amsterdam in de eerste helft van de zeventiende eeuw dan wel rondliepen in stemmige zwarte kleding - een beetje zoals Steve Jobs tijdens zijn leven -, maar dat de stad tegelijkertijd een broeinest was van hervormingen en experimenten. ‘Terwijl elders in Europa de katholieke kerk en diverse vorsten wetenschappelijk geëxperimenteer tegenhielden, slepen mensen hier lenzen voor telescopen en perfectioneerden ze de microscoop’.100 
 
 We kunnen van die 17e-eeuws Amsterdammers leren dat we ontwikkelingen in technologie en wetenschap leiden tot nieuwe ideeën op andere terreinen. Tegelijk met technologische innovatie werd toen nagedacht toen nagedacht over economische en maatschappelijke vernieuwing. Ook in de filosofie kwamen verrassende ideeën op. Er ontstonden nieuwe vormen van samenwerking tussen mensen. Hier ontstonden de eerste vennootschappen en de eerste multinationals. Hier werden voor het eerst aandelen verkocht en opties bedacht, waarvoor een effectenbeurs werd geopend. Amsterdam mag met recht de eerste moderne economie ter wereld worden genoemd.101
 
 DESCARTES - Op het gebied van de filosofie zetten men in dat zeventiende eeuwse Amsterdam grote stappen. De Fransman Descartes was een van de belangrijke 100

‘Amsterdam - Geschiedenis van de meest vrijzinnige stad ter wereld’ - Russell Shorto - vertaling Biersma en Dorresteyn - 2013

101

‘The First Modern Economy - Succes, Failure, and Perseverance of the Dutch Economy ‘ De Vries & Van der Woude — 1997

- 128 -


denkers in de stad. Hij arriveerde in 1630 in de stad - iets eerder dan Rembrandt, die uit Leiden kwam - en woonde er een deel van de volgende jaren. Tijdens zijn verblijf in de stad was hij geïmponeerd door de handelsgeest en de vrijheden, die mensen van diverse afkomst in de stad genoten.
 
 Descartes was een denker met lef. Hij durfde allerlei oude uitgangspunten ter discussie te stellen. In het Europa van zijn tijd werd het denken nog beheerst door de scholastiek en de late renaissance. De zogenaamde scholastische filosofen - Thomas van Aquino en anderen - koppelden de christelijke theologie aan oude gezaghebbende wijsgerige teksten, bijvoorbeeld van Aristoteles. Descartes durfde het aan om een nieuwe theorie over kennis te ontwikkelen, die niet was gebaseerd op die oude religieuze wijsheden, maar ook op zintuiglijke waarneming in combinatie met gezond verstand. Het resultaat was een nieuw allesomvattend systeem voor het denken, dat een alternatief bood voor de bijbel en de scholastiek. 
 
 Descartes geeft allerlei voorbeelden van die nieuwe manier van denken. Hij maakt bijvoorbeeld onderscheid tussen onze zintuiglijke waarneming van licht en de werkelijke eigenschappen ervan. Om dat onderscheid te kunnen maken, moet je volgens Descartes twijfelen aan de objectiviteit van je zintuigen. Je moet niet alleen kijken, je moet ook nadenken. Hetzelfde doet hij bij de waarneming van brandend hout. De houtdeeltjes kunnen we zien als het hout brandt: niet voor niets ontstaan as, stofdeeltjes en rook. Volgens Descartes volgt uit die waarneming, dat ook vuur moet bestaan uit snel bewegende deeltjes, omdat alleen beweging weer andere beweging kan veroorzaken. Door redeneren komt Descartes tot de conclusie dat de werkelijkheid - het hele universum - uit die hele kleine bewegende deeltjes moet bestaan.
 
 We hebben veel te danken aan Descartes. Hij stond met zijn ideeën aan de basis van een revolutie in het denken, die niet alleen grote invloed had op de filosofie, maar ook op andere terreinen van de wetenschap. Het is ook nu nog inspirerend, dat iemand over zeer wezenlijke zaken zo tegen de heersende opinie ingaat. We kunnen van Descartes leren dat we denkers met lef nodig hebben om vooruit te komen. We mogen een directe lijn trekken van de opvattingen van Descartes naar

- 129 -


de natuurkundige Newton en naar de grondlegger van de economie, Adam Smith. 
 
 NEWTON - De natuurkundige Isaac Newton was onder de indruk van Descartes, maar zag het op zijn beurt als een uitdaging om zélf ook een nieuw wetenschappelijk systeem uit te denken. Net als Descartes was Newton op zoek naar zekerheid omtrent kennis. Hij ging echter verder dan redeneren; hij wilde ook bewijzen zien. En hij was erop uit wetmatigheden te ontdekken in zijn waarnemingen. Newton werd zo de grondlegger van de klassieke mechanica. Hij sloot aan bij het reductionisme van Descartes - het zoeken naar de kleinst mogelijke fundamentele deeltjes maar voegde daar zijn natuurkundige wetten aan toe. Hij was ervan overtuigd dat die wetten van toepassing waren op alle verschijnselen in de natuur. Een overtuiging die sommige mensen nu nog parten speelt.
 
 SMITH - Ook de filosoof Adam Smith was onder de indruk van Newton. In een essay - dat pas veel later werd gepubliceerd - verklaart hij dat Newton's denksysteem de grootste ontdekking van de mensheid was. ‘De ontdekking van een lange keten van sublieme waarheden - verbonden door wetmatigheden - over de realiteit die we iedere dag ervaren’.102 Smith kwam tot de conclusie dat ook menselijk gedrag net als de atomen van Newton - wordt bepaald door natuurwetten. In zijn boek ‘The Wealth of Nations’ laat hij zien hoe individuen die hun talent en eigenbelang volgen, daardoor een bijdrage leveren aan de economische groei en het algemeen welzijn. Die individuele prestaties worden geleid 'by an invisible hand to promote an end which is no part of his intention'. Deze metafoor van de onzichtbare hand is onlosmakelijk verbonden met Adam Smith.103
 
 De culturele erfenis van Descartes, Newton, Smith is onnoemelijk groot. Na honderden jaren verdient het nog groot respect, dat zij in hun tijd nieuwe manieren van denken durfden te ontwikkelen. Ze stonden aan de basis van een rijke schat aan ideeën, waaruit we nog steeds putten. Ze zijn de voorlopers van de moderne wetenschap. Onze moderne open liberale samenleving zou zich zonder hen niet hebben kunnen ontwikkelen. Samen met anderen zijn ze de vaandeldragers van de 102

‘Essays on Philosophical Subjects’ - Ed. W.P.D. Wightman and J.C. Bryce - 1982

103

‘An inquiry into the Nature of the Wealth of Nations’ - Adam Smith - 1776

- 130 -


Verlichting, de belangrijke culturele stroming die in het westen de moderne samenleving heeft bepaald.
 
 
 5.2 DE FUIK VAN DE VERLICHTING
 
 De Verlichting wordt gekenmerkt door respect voor de menselijke waardigheid, natuurwetenschappelijk denken, de gelijkberechtigdheid van alle mensen, geloof in sociale en economische vooruitgang en het verwerpen van de macht van kerk. Die waarden houden we natuurlijk graag in ere. Maar in plaats van de vrijheid en de creativiteit van de grote denkers uit de Verlichting te zien als een stimulans om nu zelf óók tot nieuwe inzichten te komen, lijken we hun denken - met name in de politiek, de economie en de filosofie - te zien als een eindpunt. En op dat eindpunt valt wel het nodige aan te merken.
 
 We doen de enorme verscheidenheid en de omvang van de ontwikkelingen in de economie en de filosofie ná de Verlichting natuurlijk schandelijk tekort, maar toch durven we het aan te stellen dat de lijn Descartes-Newton-Smith bepalend is geworden voor de westerse cultuur. Zo baseren we ons eigen economisch denken nu nog grotendeels op de 18e eeuwse theorieën van Smith. We zien het neo-liberale kapitalistische systeem daardoor als een soort natuurwet. Net als de oude Adam Smith nemen we nog steeds aan dat waardecreatie plaatsvindt door een individu, dat uit eigenbelang zijn talenten ontplooit. En we nemen aan dat de samenleving het meest gebaat is bij alle vrijheid voor dat individuele eigenbelang.
 
 De harde praktijk wijst intussen anders uit. Het najagen van eigenbelang leidt allerminst tot welvaart voor iedereen. ’Greed is good’ riep Gordon Gekko in Wall Street, een film over over het financiële systeem uit 1987. Onzin natuurlijk. Het vrij baan geven aan Individueel eigenbelang leidt helemaal niet tot welvaart voor iedereen. Individuele hebzucht heeft geleid tot een perverse financiële cultuur. En tot een kredietcrisis, die miljoenen mensen hun baan heeft gekost. Of hun spaargeld. De financiële crisis van 2008 legde bloot dat er in de banksector sprake is van een structureel gebrek aan maatschappelijke verantwoordelijkheid.

- 131 -


Die diepe crisis heeft niet geleid tot oplossingen en herstel van vertrouwen in de financiële sector. Na 2008 bereikten nog zeker drie andere grote bankschandalen het nieuws. Banken blijken al jarenlang te knoeien met rentetarieven, wisselkoersen en grondstofprijzen. En bij het schrijven van dit boek - in 2017 - is een onderzoek gestart naar een vierde schandaal: het manipuleren van de handel in staatsobligaties. De schandalen zijn groot en raken het hart van de financiële wereld. Steeds meer mensen komen tot de conclusie dat bankiers niet zijn gericht op het dienen van een publiek belang, maar op eigen gewin. Toch slagen we er niet in de gevaren van individuele hebzucht in te tomen. Integendeel, afdoende maatregelen blijven uit. Nu in 2017 de crisis enigszins overwonnen lijkt te zijn overwonnen - ten koste van individuele spaarders - , gaan onmiddellijk stemmen op om de weinige maatregelen die genomen zijn terug te draaien. 
 
 Adam Smith zelf zag die gevaren van individuele hebzucht al. Hij bracht belangrijke nuances aan, ………(research XXX) Zijn waarschuwingen hebben ons niet bereikt. Overschatting van de waarde van individuele prestaties werd de basis van ons economisch en maatschappelijk systeem. We verwachten - net als Smith - dat de staat de uitwassen ervan corrigeert, die er het onvermijdelijke gevolg van zijn. Het klassieke liberalisme uit de 18e eeuw gaat daarom uit van een duidelijke scheiding tussen staat en markt, waarbij het uiteindelijk de staat is, die de grenzen van de markt bepaalt en gelijke kansen - een ‘level playing field’ - voor iedereen creëert.
 
 Dat is een heel naïef beeld. Die scheiding tussen staat en markt is een van de mythen van het neo-liberalisme. In werkelijkheid is die scheiding nooit gerealiseerd. In een fascinerend boek laat Joseph Vogl zien, dat er in de geschiedenis altijd grote wederzijdse afhankelijkheid is geweest tussen politieke heersers - de latere democratische staten - en hun financiers.104 De economische geschiedenis van Nederland is kenmerkend in dat opzicht. We gaan weer even terug naar het Amsterdam van de 17e eeuw. Zoals we eerder omschreven slaagde de stad erin een geoliede welvaartsmachine te creëren. Eerst door handel van individuele kooplieden met landen in het noorden van Europa. En later dankzij de oprichting van de VOC, de 104

‘Der Souveränitätseffekt’ - Joseph Vogl - 2016

- 132 -


Amsterdamse wisselbank en de Amsterdamse beurs - waar niet alleen goederen, maar ook financiële producten werden verhandeld. De belangen van bestuurders en investeerders vielen daarbij al snel samen. Handelaren, bankiers en aandeelhouders kregen zo controle over zaken die - in theorie - tot het politieke domein behoorden. 
 
 In latere tijden zijn steeds meer vormen van zulke financiële macht ontstaan, die zich onttrekken aan de sturing door de staat. Er zijn zelfs onafhankelijke centrale banken gecreëerd, om te voorkomen dat overheden zich schuldig maakten aan hyperinflatie door de geldpersen te laten draaien. Dat heeft erin geresulteerd dat overheden nu - in onze tijd - lenen bij onafhankelijke centrale banken. En niet iedereen realiseert het zich, maar ook het creëren van geld wordt in deze tijd overgelaten aan commerciële private ondernemingen. Er is een financiële macht ontstaan, die opereert buiten iedere democratische controle. Zeker na de neoliberale privatisering en deregulering, die sinds de jaren zeventig plaatsvond.
 
 DE MARKT MISLUKT - Eind jaren zeventig trad het vrije-markt-denken overal in de westerse wereld op de voorgrond. Ook in Nederland. ‘Vanuit haar neoliberale geloofsdogma heeft de politiek veel teveel van haar verantwoordelijkheden naar de markt toe geschoven’ vindt de ex-politicus Jan Terlouw achteraf.105 Hij kan het weten, want hij was erbij. Opeenvolgende kabinetten en lagere overheden zochten naar nieuwe verhoudingen tussen markt, overheden en de burgers, waarbij vooral werd vertrouwd op de werking van de markt. De markt leek in die tijd het enige efficiënte, maatschappelijke ordeningsprincipe. Liberalisering en privatisering vierden hoogtij.
 
 Dat gebeurde natuurlijk niet zomaar. Nederland was in die tijd een verzorgingsstaat, die voor een groot deel werd gefinancierd door de aardgasopbrengsten. We kunnen stellen dat niet alle overheidsdiensten toen even efficiënt werkten. In navolging van stromingen in de UK begon het idee post te vatten, dat de markt allerlei diensten beter kon uitvoeren dan de staat. Voormalig minister van Financiën en oud-directeur van het IMF Onno Ruding verklaarde dat ‘alle overheidsvoorzienin105

Interview Jan Terlouw door Hans Wetzels - Down To Earth Magazine - 1 november 2016.

- 133 -


gen en activiteiten op mogelijkheden van privatisering moeten worden bezien.’ In de twintig jaar daarna veranderde Nederland van een grote en kostbare verzorgingsstaat in een land, waar collectief geregelde publieke diensten ‘producten’ werden, waarmee winst kon worden gemaakt. Energievoorziening, gezondheidszorg en communicatie infrastructuur, alles moest naar de markt.
 
 Heeft dat ook een betere overheid opgeleverd? Ongetwijfeld is er in een aantal sectoren een heilzaam effect uitgegaan van meer concurrentie. Zo kunnen we ons telecommunicatie niet meer voorstellen zonder een groot aantal aanbieders. Maar laten we eerlijk zijn: er zijn ook veel dingen misgegaan. De liberalisering van de taximarkt is hopeloos mislukt en ook de privatisering van de thuiszorg is geen succes. In allerlei markten is privatisering geïntroduceerd zonder na te denken over echte marktwerking. En op veel terreinen hebben bestuurders het algemeen belang uit het oog verloren.
 Roel Kuiper, lid van de Eerste Kamer en bijzonder hoogleraar Wijsbegeerte in Rotterdam, schreef er een boek over.106 Hij vraagt zich af of we echt wel wilden dat driekwart van onze elektriciteitsbedrijven verkocht werd aan het buitenland. Wilden we eigenlijk wel een splitsing van de NS, waardoor nu een structureel samenwerkingsprobleem op het spoor is ontstaan? Wilden we toen echt dat bestuurders van verzelfstandigde overheidsdiensten en woningcorporaties zich ‘marktconform’ laten uitbetalen in astronomische bedragen? Willen we echt zo veel economische, maatschappelijke en politieke zeggenschap kwijt? Voelt dit alles niet als de uitverkoop van Nederland en verraad aan de publieke zaak?
 
 De overheid is door die vergaande privatisering bovendien helemaal niet kleiner geworden. De overheid die verantwoordelijkheid heeft afgestoten, wil wel graag overal bij betrokken blijven. Die controlerende overheid heeft steeds minder middelen om écht vooraf te plannen en te sturen. Dat is nu immers de taak van marktpartijen. De overheid wordt zo op steeds meer terreinen een machteloze en overbodige factor. Dat is ze volgens Kuiper geworden omdat ze iets heel belangrijks vergat te zijn: hoeder van het publiek belang.
 106

‘De terugkeer van het algemeen belang – Privatiseringsverdriet en de toekomst van Nederland ’ - Roel Kuiper - 2014.

- 134 -


Het marktdenken in Nederland is doorgeschoten en wordt te gemakkelijk als oplossing gezien voor ingewikkelde maatschappelijke problemen. Ook markten zelf functioneren daardoor steeds slechter. Al jaren tonen economen aan dat markten alleen goed functioneren, wanneer ze werken binnen sterke kaders van wetgeving en maatschappelijke instituties. 107 Markten zijn namelijk altijd ingebed in een sociaal-culturele omgeving. Ze kunnen alleen goed functioneren als wetgeving en maatschappelijke instituties zorgen voor een goede balans met die omgeving. En soms zijn de mogelijkheden van de markt beperkt en moet de allocatie van middelen zelfs helemaal rusten op de overheid of die maatschappelijke instituties, zoals coöperatieve samenwerkingsvormen. Dat onvermogen van markten wordt onvoldoende onderkend.
 
 INPUT OF OUTPUT? - Sommige onderdelen van de samenleving vinden we té belangrijk om aan de markt over te laten. Oorlogsvoering bijvoorbeeld. Hoewel overal ter wereld privé legers actief zijn - soms zelfs met een eigen agenda - denken we toch dat oorlogsvoering een taak is van de staat, waarvoor de besluitvorming hopelijk is ingebed in een democratisch proces. Hoe maken we dat onderscheid op andere terreinen
 
 Wat wordt er eigenlijk verdeeld op al die markten? De ene markt is natuurlijk de ander niet.
 
 ONGELIJKHEID - Door dat ongebreidelde vertrouwen in de markt is de overheid zeggenschap kwijtgeraakt. Dat had vergaande consequenties. De markt eiste een gedereguleerd economisch- en financieel systeem, waardoor de ongelijkheid tussen mensen in de afgelopen vijfentwintig jaar sterk is toegenomen. Overal in de wereld. Ook in Nederland. Absolute armoede neemt wereldwijd weliswaar af - dat rechtvaardigt optimisme - maar ook ongelijkheid neemt de laatste jaren weer snel toe. We leven nu in een tijd waarin de 62 rijkste mensen net zoveel bezitten als de armste helft van de wereldbevolking - ongeveer 3,6 miljard mensen - samen.108
 107

’23 Things They Don’t Tell You About Capitalism’ - Ha-Joon Chang - 2010.

108

‘An Economy for the 1 procent’ - Oxfam Novib - 2016

- 135 -


In een overtuigend boek waarschuwt Branko Milanovic voor 19e-eeuwse toestanden. 109 Hij toont aan wat de onderbuik van de westerse wereld al lang weet: de wereld wordt rijker én gelijker, maar niet voor iedereen. De econoom licht dat toe met z’n bekende olifant-grafiek. De grafiek laat zien welke delen van de mensheid de afgelopen jaren hebben geprofiteerd van de toegenomen welvaart. De allerrijksten verging het prima. Hun vermogen en inkomen steeg tot ongekende hoogte. Ook de nieuwe Aziatische middenklasse ging er flink op vooruit. Maar de inkomensgroei van de lagere Westerse middenklasse stagneert. En Afrika blijft arm.
 
 Nu is met ongelijkheid op individueel niveau op zichzelf niet zoveel mis. Sommige mensen werken harder dan anderen, zijn ondernemender of hebben meer geluk. Mensen verschillen nu eenmaal van elkaar. Bovendien, nu de meeste van ons het sowieso al beter hebben dan hun grootouders vijftig jaar geleden, waar zeuren we dan eigenlijk over? Waarom zouden we jaloers zijn op anderen?
 
 Maar persoonlijke jaloezie is niet het probleem van ongelijkheid. Het gaat om iets veel groters. In samenlevingen met enorme inkomens- en vermogensverschillen gaat iets fundamenteel fout. Het grote probleem van ongelijkheid is dat het economische- en financiële systeem niet meer werkt als een machine van vooruitgang voor iedereen. De ‘American Dream’ - als je maar hard werkt kom je er wel - geldt maar voor een enkeling, die dan wellicht á la Trump kan gaan gelden als een icoon van vooruitgang. Maar het geldt niet als een model voor een samenleving waarin iedereen die hard werkt ook daadwerkelijk vooruit komt.
 
 Richard Wilkinson brengt de harde gegevens over de economische ongelijkheid in kaart en laat zien wat er mis gaat als rijk en arm te ver uit elkaar liggen: er zijn meetbare effecten op gezondheid, levensduur en op fundamentele waarden als vertrouwen in de samenleving. 110 Het leven aan de onderkant van de ongelijkheid levert blijvende psychologische - en zelf fysieke - schade op. Sociale status en respect zijn namelijk heel belangrijk voor mensen. Amerikaanse staten die een meer 109

110

’Global Inequality’ - Branko Milanovic - 2016 ‘The Impact of Inequality: How to Make Sick Societies Healthier’ - Richard G Wilkinson

- 136 -


gelijkwaardige inkomensverdeling hebben, meten ook meer vertrouwen in de samenleving. De boodschap van Wilkinson is dat sociale ongelijkheid net zo giftig is als milieuvervuiling. Lage status en gebrek aan controle over het eigen leven vernietigen welzijn en geluk. En het zorgt ervoor dat mensen niet meer participeren of zelfs maar stemmen - in een wereld die zij als vijandig ervaren. 
 
 Bij het wegnemen van de gevolgen van ongelijkheid gaat het niet alleen om het verzorgen van een bestaansminimum. Het gaat om het wegnemen van de ongelijkheid zélf. Wilkinson geeft als voorbeeld dat het bij het voorkomen van kindersterfte niet alleen gaat om gezonde voeding en verzorging van de baby, het gaat ook om het voorkomen van stress tijdens de zwangerschap. Hoge niveaus van cortisol - dat we ook wel het stress-hormoon noemen - tijdens de zwangerschap hebben gevolgen voor de levensduur van kinderen.
 
 Armoede in rijke westerse landen is niet de afwezigheid van een eten, onderdak of gezondheid. Een arm gezin kan kinderen fantastisch opvoeden op een dieet van hutspot en respect. 
 
 Maar respect wordt voor velen uitgedrukt in geld. Lage lonen zeggen mensen dat hun werk niet veel waard is. Armoede is niet per se een kwestie van een ondergrens, maar de positie in de rij ten opzichte van anderen. Kinderen die op school goed onderwijs en soms zelfs eten krijgen, ervaren armoede als hun moeder hun schoolreisje niet kan betalen, als ze niet kunnen sporten en als ze nooit iemand mee naar huis kunnen nemen, omdat ze zich schamen voor hun armoedige onderkomen. Ze zijn zich pijnlijk bewust van hun plaats in de maatschappelijke rangorde. 
 
 Volwassenen hebben dat precies zo. Ook hun plaats in de maatschappelijke orde wordt voortdurend bevestigd. Bijvoorbeeld doordat media - met name de publieke omroepen - een Gooise versie van de werkelijkheid schetsen, die voor een groot deel van de kijker onbereikbaar is. Zelf komen ze alleen in beeld als er een ordinair vox-popje nodig is van de navolgers van Wilders. Dat wekt wantrouwen, en uiteindelijk ressentiment en populisme.

- 137 -


De basis hiervoor ligt tussen toenemende ongelijkheid tussen mensen. Nederland in zwaar weer. Maar mede dankzij de verzorgingsstaat blijven zij tot nu toe overeind, concludeert de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in een nieuw rapport. Met dat goede nieuws loopt Nederland uit de pas met andere landen, zoals de Verenigde Staten en Frankrijk. Uit diverse onderzoeken blijkt dat de middenklasse daar in de verdrukking zit. Slechts een enkeling weet op te klimmen richting elite. Een veel groter deel dreigt op de maatschappelijke ladder naar beneden te glijden. 'In Amerika spreken ze van de fear of falling. Die angst om te vallen zie je hier in Nederland ook', zegt socioloog Godfried Engbersen, WRR-lid en een van de auteurs van het rapport. 'Uit ons onderzoek blijkt desondanks dat Nederland een bewonderenswaardig weerbaar midden heeft. Maar dat is zeker niet vanzelfsprekend.'
 
 XXX - research Video Robert Costanza 21.10’’ over de gokgen van ogelijkheid
 
 
 
 
 
 Ongelijkheid komt dus ook in Nederland voor. Welk deel van de koek die wij met elkaar bakken gaat naar de naar de eigenaren van bedrijven en wat blijft over voor 'de arbeiders’? Dat is steeds minder, blijkt uit cijfers die het CBS presenteerde in juni 2017. 111 Van elke euro die bedrijven verdienen, ontvangen werknemers en zelfstandigen 73 cent. In 2013 was dat nog 78 cent. Halverwege de jaren negentig kregen zij zelfs 81 cent.
 
 Over de oorzaken van de stijgende ongelijkheid is het laatste woord nog niet gezegd. Deregulering, financialisering en flexibilisering zijn belangrijke oorzaken. Vervelende woorden. Er wordt mee bedoeld er simpelweg steeds minder regels zijn waar ondernemingen zich aan te houden hebben.
 
 Maar het wordt steeds duidelijker dat ook de stijging van de arbeidsproductiviteit 111

‘Dynamiek op de Nederlandse Arbeidsmarkt 2017: focus op ongelijkheid - CBS - 2017.

- 138 -


door robotisering een rol speelt. Bedrijven profiteren van de stijging van de arbeidsproductiviteit. Een werknemer maakt in minder tijd steeds meer spullen of levert meer diensten. Maar van die hogere productiviteit ziet de gemiddelde Nederlander nu niets terug: niet in extra vrije tijd, en ook niet in de portemonnee. Sinds 2001 groeide de economie per hoofd van de bevolking met maar liefst 11 procent, rekent het CBS voor. In dezelfde periode dáálde het besteedbaar inkomen per Nederlander met 4 procent. VOLKSKRANT artikel over ongelijkheid
 
 
 
 Wat is het meest onderschatte probleem in Nederland? Toenemende ongelijkheid zowel binnen Nederland als tussen ons land en ontwikkelingslanden. Als econoom beperk ik me tot de economische nadelen daarvan. En daarmee stuit ik op de mythe dat efficiëntie en gelijkheid noodzakelijkerwijze trade-offs zijn. Deze mythe is echter de fundering van de welvaartsheorie, tezamen met het dogma dat economische actoren alleen uit zouden zijn op het maximaliseren van hun individuele nut. Samen houden ze het idee in stand dat herverdeling onherroepelijk leidt tot verlies aan efficiëntie, omdat als je de rijken hoger belast ze minder hard zullen gaan investeren en produceren, en als je de armen meer welvaart gratis geeft, ze de prikkel missen om te werken. Maar dat is een voorstelling van zaken die voorbij gaat aan hoe mensen in werkelijkheid economisch handelen, waarbij ze ook waarde hechten aan talenten ontplooien, zinvol bezig zijn, competitie met anderen, samenwerking, creativiteit, of zelfs maar simpelweg handelsgeest en ambitie, zoals ik heb betoogd in mijn boek over de waarden van de economie[iv]. Met mijn studenten doe ik wel eens het bekende ultimatumspel. Ik vraag twee studenten naar voren te komen en geef een van hen 10 euro in munten van 1 euro. Deze student mag zelf kiezen hoeveel zij aan de ander geeft. Accepteert de ander de verdeling mogen ze het geld houden (en nee, dat declareer ik niet als onderwijskosten, ik vind het spel veel te leuk om er een bureaucratische declaratieronde mee te genereren). Weigert de ander, dan moet het hele bedrag

- 139 -


aan mijn teruggegeven worden. Het dogma van de economische rationaliteit voorspelt dat de eerste student 1 euro weggeeft en dat de ander dat accepteert, want het is tenslotte beter om 1 euro te krijgen dan helemaal niets. De praktijk echter leert dat bij zo'n verdeling de ontvangende student doorgaans weigert. Ja, ten koste van zijn portemonnee. En omdat de meeste studenten weldegelijk rationeel zijn, maar niet op een kortzichtige calculerende manier, en rechtvaardigheidsnormen meenemen, zal de eerste dan ook doorgaans tussen de 4 en 6 euro geven. De ontvangende student zal dat accepteren, niet alleen omdat hij daar financieel beter van wordt, maar ook omdat hij het rechtvaardig vindt. Deze proef is duizenden malen gedaan over de hele wereld, en overal blijkt ongeveer hetzelfde resultaat uit het ultimatumspel te komen[v]. Sterker nog, de speltheorie heeft bewezen dat dit efficiënt gedrag is want het bevordert samenwerking, hetgeen nodig is om markttransacties tot stand te brengen.
 Ik heb dit idee in een theoretische onderzoekslijn uitgewerkt in relatie tot de welvaartstheorie[vi]. Ik heb betoogd dat wanneer de ongelijkheid redelijk tot extreem groot is, herverdeling juist efficiëntie verhogend werkt. Dat is omdat verdeling van middelen (land, arbeid, hulpbronnen, kapitaal) mensen toegang verschaft tot productiemiddelen, zoals land (landherverdeling in Zuid Korea in de jaren ‘50 heeft aan de wieg gestaan van het economisch wonder daar) of werk en ervaring (Melkertbanen die langdurig werklozen weer kansen gaf op de arbeidsmarkt en die daarmee productiviteit leverden, al was het vaak laag, tegen een bedrag dat iets hoger dan een uitkering lag). Onderzoek van de Wereldbank heeft laten zien dat landherverdeling in Zuid-Afrika, India en Brazilie van grootgrondbezitters naar landloze boeren niet leidt tot productiviteitsverlies door schaalverkleining zoals de standaard economische theorie voorspelt, maar tot efficientieverhoging omdat laag productief land nu hoog productief wordt, door intensief gebruik van arbeid. Het positieve effect van herverdeling op efficiëntie loopt via drie mechanismen. (1) de wet van de afnemende meeropbrengsten, waardoor de verschuiving van de laatste toegevoegde inputs naar een activiteit worden verschoven met minder van die input productiever zullen zijn (2) het 'crowding in’ effect van complementaire productiefactoren waardoor de totale productiviteit omhoog gaat (3) afremmen

- 140 -


van de afschrijving van menselijk kapitaal wanneer dat anders niet door werkervaring op peil blijft. Kortom, het wordt tijd dat de toenemende ongelijkheid in Nederland en de wereld niet alleen door een sociale bril wordt bekeken, waardoor herverdeling het al gauw verliest in het dominante economische debat van bezuinigen en doorgeschoten marktwerking, maar ook door een kritische economische bril. En dan blijkt dat herverdeling weleens een sleutel zou kunnen zijn tot een stabielere en dynamischer economie.
 
 
 
 Onder wetenschappers is een verwoed debat gaande over hoe de stijgende ongelijkheid - en dus de dalende arbeidsinkomenquote - gekeerd kan worden. Het regent ideeën:
 
 - Lang leve het volkskapitalisme, stelt Branko Milanovic, voormalig hoofdeconoom bij de wereldbank. Met andere woorden: laat de gewone vrouw en man meedelen in, bijvoorbeeld, de stijgende aandelenwinsten van hun bedrijf.
 
 Vergeet het maar. Oorlogen, epidemieën en andere rampen zijn het enige wat écht helpt tegen ongelijkheid, luidt de sombere conclusie van historicus Walter Scheidel in zijn nieuwste boek.
 
 Onzin: 'demondialiseer', stellen Franse denkers als Frédéric Lordon. Oftewel: hijs de natiestaat terug op het schild. Econoom Thomas Piketty bepleit het omgekeerde: voer een mondiale vermogensbelasting in. Doe als in de twintigste eeuw, betogen linkse wetenschappers als James Galbraith en Wolfgang Streeck: zet in op sterke vakbonden.
 
 Sanmevatting al die oplossingen komen samen in een cooperatieve vorm van samenwerke4n, zoals wij voorstellen 
 KRITIEK OP DE VERLICHTING -

- 141 -


EMERGENTIE - Hiervoor hebben we - in zeer grote sprongen - betoogd dat er een directe relatie is tussen ons vertrouwen in de oude denkers van de Verlichting en de uitdagingen zoals doorgeschoten marktwerking, deregulering en ongelijkheid. Ieder van die onderwerpen is zelf is een grondige studie waard, maar dat valt helaas buiten het kader van dit boek. Wel volstaan hier met het benadrukken dat we reductionisme holisme emergentie
 
 
 
 
 
 
 POST VERLICHTING - We zijn aan ‘het eind van vanzelfsprekendheden die - zonder dat mensen dat beseften - hun alledaagse zekerheden uitmaakten.’112 Als er iets vanzelfsprekend was in de westerse cultuur van de twintigste eeuw, dan waren het wel de verworvenheden van de Verlichting. De enorme ontwikkeling van de wetenschap, de emancipatie en de vrijheid van het individu, de principes van de democratische rechtstaat, het is allemaal min of meer terug te voeren op die fascinerende periode in de westerse cultuurgeschiedenis.
 
 Toch zien we nu langzamerhand dat die grote verworvenheden van de Verlichting gepaard gaan met grote nadelen, die we te weinig aandacht hebben beschonken. Om dat in kaart te brengen gaat de schrijver Pankaj Mishra terug naar de bronnen 112

Thomas Moore Lezing - Abram de Swaan - 2010

- 142 -


van de Verlichting.113 Hij stelt zich de vraag waarom modernisering en globalisering niet voor iedereen de universele vrijheid, gelijkheid en welvaart hebben gebracht, die er lange tijd van werden verwacht.
 
 Volgens Mishra komt dat omdat modernisering een complex proces is. Met slachtoffers en conflicten. Modernisering heeft een pijnlijke keerzijde, die bestaat uit ontworteling en ongelijkheid. Dat moet niet worden verdrongen. Globalisering en media maken de idealen van de Verlichting universeel, maar de beschikbaarheid ervan niet. Het is een ongemakkelijke waarheid - maar er is een verband tussen die idealen van de Verlichting en de groeiende ongelijkheid in de wereld. Mensen overal ter wereld geven hun beschermde gemeenschappen op, om er structurele ongelijkheid en een onveilige onpersoonlijke wereld voor terug te krijgen. Verandering op basis van het neo-liberale model gaat overal ter wereld ten koste van veiligheid, identiteit, gemeenschapszin en solidariteit.
 
 Ressentiment - een centraal begrip bij Mishra - komt daardoor op in de vorm van populisme, nihilisme en terrorisme. Er is een nieuw nostalgische verlangen naar een wereld die vertrouwd en heel was. Een wereld waarin de touwtjes nog uit de brievenbus hingen. Maar die wereld is er niet meer. De oude idealen van de Verlichting botsen steeds meer met de kille werkelijkheid van haar ongemanierde kleinkind: het neo-liberalisme.
 
 Het is moeilijk om dat toe te geven. In een eerlijk en zeer lezenswaardig essay schrijft Bas Heijne, dat het wereldbeeld waarmee hij opgroeide fundamenteel achterhaald is.114 Hij verwijst in het essay naar Freud, die al beschreef dat de natuurlijke neiging van de mens om zijn lusten en agressie te botvieren - en te streven naar genot en geluk - in toom wordt gehouden door het realiteitsprincipe: het besef dat je rekening moet houden met anderen. Dat realiteitsprincipe - die beschaving - is in onze cultuur volgens Heijne op de achtergrond geraakt. We krijgen als burger van commercie en politiek voortdurend de belofte voorgeschoteld, dat onze individuele wensen onmiddellijk kunnen worden gehonoreerd.
 113

‘Age of Anger - a history of the present’ - Pankaj Mishra - 2017

114

‘Onbehagen’ - Nieuw licht op de beschaafde mens - Bas Heijne - 2016

- 143 -


Heijne concludeert dat het populisme, zoals uitgedragen door mensen als Donald Trump en Geert Wilders geen exces is, maar een exponent van onze individualistische cultuur. Dat populisme doet namelijk twee beloftes: het biedt een radicale versimpeling van de werkelijkheid, die ingewikkeld is geworden - wat moet je met al die experts waar je geen wijs uit kunt worden? En het belooft herstel van je autonomie: jíj hebt het voor het zeggen, in een referendum of op twitter vanachter je laptop. Je kunt dat afdoen als onvolwassenheid, maar voor Heijne is zulk populisme een uiting van oprechte verwarring en boosheid, waardoor de beschaving - de idealen van de Verlichting - nu onder druk staan.
 
 Herstel van autonomie en gemeenschap is een van de belangrijkste maatschappelijke thema's van deze tijd. Mensen missen dat. Alleen en gezamenlijk. We leven in de illusie van individuele autonomie, maar we zijn overgeleverd aan de grillen van een afstandelijke overheden en commerciële organisaties. We delen onze intiemste details met bedrijven aan de andere kant van de Oceaan XXXX uitbreiden We wezen hiervoor al op het belang van een sterk maatschappelijk middenveld. Ook op individueel niveau is een sterk maatschappelijk herstel van autonomie een belangrijk gegeven.
 
 Organisaties en instituten, die bemiddelen tussen de individuele burgers en de staat, spelen een grote rol in het herstellen van die autonomie. Coöperaties, commons platformen en andere bottom-up bewegingen spelen dus niet alleen een rol in de nieuwe decentrale econome. Ze spelen verschaffen de burger ook een toevluchtsoord, waardoor hij niet onder gaat in de anonieme massa.
 
 De Verlichting heeft ons veel gebracht. Maar het is ook een fuik in ons denken gebleken. Een fuik die aan het einde slechts individualisme, technologie en wetenschappelijke kennis biedt. Mooi, dat zijn grote verworvenheden. Maar als verhaal waarin mensen zich - samen - geborgen voelen in de wereld is het niet voldoende. Waar we nu mee verder moeten - en kunnen - is het definiëren van het inspirerende verhaal na de Verlichting.

- 144 -


POST VERLICHTING - De term ‘Groot Verhaal’ werd oorspronkelijk bedacht door de Franse filosoof Jean-François Lyotard. Hij duidde er theorieën mee aan, die een allesoverkoepelend kader suggereren voor de loop van de geschiedenis en sociale en culturele fenomenen. Na religie, de Verlichting, industrialisatie, kapitalisme en voor sommigen communisme en socialisme - zullen we nu voor een Groot Verhaal opnieuw vooruit moeten kijken. Voorbij de oude religies, voorbij de fuik van de Verlichting, voorbij romantisch idealisme, voorbij het lege postmodernisme en voorbij de ongelijkheid van het neoliberale kapitalisme.
 
 Blijft er dan nog iets over? Zeker, we zullen met elkaar moeten bepalen hoe we de laatste ontwikkelingen in technologie en wetenschap kunnen gebruiken om een nieuw evenwicht te creëren tussen individuele vrijheid, maatschappelijke geborgenheid, een duurzame en het streven naar een betere toekomst.
 
 We zijn geneigd zo’n nieuw groot verhaal te verwachten van politici. Maar die leveren dat niet, want ze kampen in feite met hetzelfde probleem als de meeste andere mensen: hun wereldbeeld is gestoeld op de oude vertrouwde maatschappelijke stromingen, die zijn uitgewerkt in de 20e eeuw. In Nederland hebben politici na de Tweede wereldoorlog altijd gefunctioneerd binnen een geordende verzuilde samenleving. Daarin werden de verschillende maatschappij- en mensvisies bepaald door 19e eeuwse religieuze en filosofische, wetenschappelijke en economische bewegingen. Politici deden in feite niet meer dan het vertalen van die maatschappelijke bewegingen naar de saaie praktijk van compromissen en beleidsmaatregelen voor het leven van alledag. Daar is niets mis mee - dat moet ook gebeuren -, maar discussies over een procentje naar links of rechts gaan de wereld niet veranderen. 
 
 CARNAVAL COMES CHEAP - Voor een nieuw Groot Verhaal zullen we niet nostalgisch achteruit moeten kijken. Het gaat er nu juist om alternatieven te formuleren voor dat vermolmde 20e eeuwse systeem. En dat valt de meeste politici zwaar. (verplaatsen - hiervoor al gedaan) Er is daardoor een kloof tussen de berichten over alle narigheid in de wereld en de reactie daarop van de meeste politici, die er vanuit blijven gaan dat we - met hier en daar wat verbeteringen - op de oude ma-

- 145 -


nier verder kunnen gaan.
 
 De meeste mensen geloven daar allang niet meer in. Mensen ervaren in hun dagelijkse leven het verschil tussen de idealen van gisteren en de realiteit van vandaag. Veel mensen hebben het gevoel dat doorgaan op de ingeslagen weg zou kunnen leiden tot een barbaarse wereld, met een fatale ecologische crisis, internationale spanningen, een steeds grotere kloof tussen arm en rijk, verdere afbraak van de verzorgingsstaat, maatschappelijke conflicten en nog meer angst voor andere culturen. Mensen voelen bovendien dat de digitale revolutie nu alles omverwerpt. Economisch, maar ook sociaal en psychologisch. 
 
 We voelen dat de normen en instituten van de samenleving afbrokkelen. De postmoderne maatschappij heeft haar geloof verloren in grotere verbanden, zoals een ideologie, gezag, religie en traditie. Dit leidt volgens de populaire denker Žižek tot maatschappelijke desintegratie. Als progressief denker betreurt hij niet zozeer de breuk met die oude tradities, maar hij signaleert scherp dat er niets voor in de plaats is gekomen. Doordat een maatschappelijk kader voor de nieuwe informatiesamenleving nog ontbreekt, spreken we als het ware nu een taal waarvan we de grammatica niet kennen.
 
 Het ontbreken van zo’n kader heeft een aantal zorgwekkende gevolgen. Het leidt bijvoorbeeld tot een heel onzekere samenleving. BAUMAN opnemen? Grote groepen mensen nemen al afscheid van de politiek. Doorgaan op de ingeslagen weg leidt bij andere mensen tot protesten in de vorm van populisme. En de geschiedenis leert ons dat populisme uiteindelijk kan leiden tot fascisme en het verder afbreken van maatschappelijke instituten. Geen prettig vooruitzicht.
 
 Žižek meent dat de westerse wereld postpolitiek is geworden. Niet alleen doordat mensen zich teleurgesteld afkeren van de politiek. De politiek zélf is verworden tot het beheer en beleid door professionals. Werkelijke politieke tegenstellingen worden genegeerd. Dat merken we bijvoorbeeld aan het onvermogen van linkse politieke partijen om zich opnieuw uit te vinden, buiten het neo-liberale denkkader. Zo kan het gebeuren dat bij ons in Nederland het beleid van de coalitie met de VVD

- 146 -


door sociaal-democratische politici - Asscher en Samsom - werd verdedigd met de verbazingwekkende stelling ‘dat door het kabinet eerst orde op zaken moest worden gesteld’, voordat weer aan de idealen kan worden gewerkt. Dat ze daarmee hun eigen ideologie verkleinen tot een luxeproduct voor goede tijden ontgaat ze blijkbaar. Het failliet van links lag daarmee klaar.
 
 Maar wat dan wel? Het is altijd makkelijker om het eind van de wereld te voorspellen, dan een werkend alternatief te schetsen. Het is makkelijk om te protesteren tegen vermolmde systemen. ‘Carnaval comes cheap’ zei Žižek al in 2011 in zijn toespraak voor de Wall Street Occupy-beweging. We zijn nu zes jaar verder na die protestbewegingen in de kredietcrisis. Wat hebben we in de tussentijd gedaan? Hebben we een nieuwe wereld geschetst? Waarom is dat zo moeilijk?
 
 De vraag is van wie we vernieuwing kunnen verwachten. Niet van politici, dat is de laatste jaren wel duidelijk geworden. De uitdaging is ook te groot en te belangrijk om aan politici over te laten. Antwoorden op de vraag naar een nieuw kader voor de samenleving zullen we moeten verwachten van filosofen, economen en andere wetenschappers. En van maatschappelijke bewegingen en van innovatieve ondernemers. Zo is het altijd gegaan. De boekdrukkunst, de stoommachine en de elektriciteit werden ook niet uitgevonden door een politicus, maar door netwerken van wetenschappers en innovatieve ondernemers. Zulke nieuwe technologische uitvindingen leiden vervolgens tot nieuwe inzichten over ondernemen, economie, filosofie en ethiek.
 
 Het is vervolgens de taak van de politiek de antwoorden van filosofen en economen om te zetten in relevant toekomstgericht beleid. Het is hun taak om technologische, maatschappelijke en economische ontwikkelingen te onderkennen, de nadelen daarvan zoveel mogelijk op te heffen en de voordelen ervan te scalen - op grote schaal toe te passen. Het is de taak van de politiek nieuwe inzichten om te zetten in concrete beleidsmaatregelen, die enerzijds rekening houden met de diepgaande veranderingen in de wereld en anderzijds praktische toepassing mogelijk maken. We geven daar straks een groot aantal voorbeelden van.

- 147 -


XX NIEUWE ECONOMIE
 
 NEW ECONOMICS - De dreiging van een ecologische crisis, de schokkende ervaringen van de kredietcrisis, een oncontroleerbare financiële sector, en het besef van de toenemende ongelijkheid tussen mensen leiden nu tot nieuwe wegen in economisch denken. We beginnen te begrijpen dat de oude 18e-eeuwse ideeën denken vanuit individueel belang, vanuit het idee dat een vrije markt altijd leidt tot efficiënte verdeling van schaarse grondstoffen, vanuit de illusie van een 'level playing field’ en vanuit het idee dat de economie kan worden gescheiden van de natuur - uiteindelijk vooral leiden tot schade aan onze leefomgeving en aan elkaar. Die oude orthodoxe, neoliberale opvattingen voeren in de Haagse politiek nu nog wel de boventoon, maar er ontstaat nu snel meer ruimte voor heel andere meningen en nieuwe ideeën.115
 
 Met name kritiek op het kapitalisme wordt nu serieus genomen. Zulke kritiek werd tot voor kort weggezet als romantisch idealisme. De mislukte socialistische en communistische experimenten uit de 20e eeuw hadden immers al aangetoond dat een ander systeem niet werkt? En dan is een neo-liberaal kapitalistisch systeem toch het enige systeem dat overblijft? Dat is toch gewoon een natuurwet? Of zoals premier Thatcher het zo kernachtig uitdrukte: ’There is no alternative’. 
 
 De oude mevrouw Thatcher kon het wellicht nog niet voorzien, maar wij beginnen nu wel zicht te krijgen op een alternatief, dat - net als bij Adam Smith - wordt geïnspireerd door de laatste ontdekkingen in technologie en wetenschap. Nu niet door de ontdekkingen van de 18e eeuwse Newton, maar door de dominante rol van data, robotisering, kunstmatige intelligentie en door de dynamiek in netwerken.
 
 Zoals we hiervoor hebben omschreven, staan we door die technologische ontwikkelingen aan de vooravond van een fase in de menselijke geschiedenis, waarin we opnieuw onze mentale denkmodellen en maatschappelijke structuren ingrijpend zullen veranderen. Ook onze economische uitgangspunten. Het is nog niet echt tot de mainstream politiek en media doorgedrongen, maar er valt weer wat te kiezen. 
 115

Zie voor een overzicht ‘Creatief na de Crisis - nieuwe ideeën van acht top economen’ - Hans Wansink - 2016

- 148 -


POST KAPITALISME - De Duitse socioloog en econoom Wolfgang Streeck bond de kat de bel aan. Met zijn analyse uit 2014 was hij een van de eerste economen, die duidelijk aangaf dat ons kapitalistisch systeem in de problemen zit.116 De crisis van 2008 was volgens Streeck de laatste in een langere reeks van politieke en economische haperingen, die al midden jaren zeventig zijn begonnen. Ze zijn steeds sterker en ingrijpender. Inflatie in de jaren zeventig, stijgende publieke schulden in de jaren tachtig en exploderende private schulden in de jaren negentig en een financiële crisis in het begin van de 21e eeuw.2 Al zo'n vier decennia is ‘crisis’ de normale toestand van onze economie.
 
 In 2015 nam de journalist Paul Mason het stokje van Wolfgang Streeck over. 117 Waar Streeck de nadruk legt op de macht van financiële sector en de onmogelijkheid om een democratie te verenigen met een kapitalistisch model, stelt Mason ook de kracht van de digitale revolutie aan de orde. De digitalisering van de samenleving zal leiden tot fundamentele veranderingen in de werking van onze economie 
 
 JEREMY RIFKIN - 
 
 
 
 MARTIN WOLF
 
 
 MARINA MAZZACUTO
 
 
 Schrijvers als Streeck, Rifkin, Mason laten zien hoe snel en ingrijpend ons economisch systeem nu al verandert. De grote hoeveelheden data, informatie en de mogelijkheden tot betere samenwerking tussen mensen kunnen volgens Rifkin gaan 116

‘How will capitalism end?’ - Wolfgang Streeck - 2014

117

‘Post capitalism - A Guide to our Future’ - Paul Mason - 2015

- 149 -


leiden tot een boost in productiviteit en tot daling van marginale kosten, tot aan het punt waarop energie en digitale services vrijwel gratis kunnen worden geleverd.118 Economische groei in oude zin is daardoor niet meer vanzelfsprekend. Winstmarges drogen op. Eigendom verliest z’n mening. En schaarste maakt plaats voor overvloed. 
 
 Paul Mason trekt daaruit - net als Streeck - de conclusie dat het kapitalistisch systeem zoals we dat vanaf de negentiende eeuw kennen aan z’n eind is. 119 We betreden volgens hem het tijdperk van het post-kapitalisme. In hoofdstuk XXX gaan we daar verder op in.
 
 Niet alleen de grote hoeveelheden data en informatie leiden tot andere economische inzichten. Ook het gedrag van data en informatie in netwerken vraagt nu nader onderzoek en leidt tot nieuwe opvattingen over onze economie, de markt en organisaties. Sandy Pentland ontwikkelt aan het MIT ‘social physics’. De motor achter deze nieuwe wetenschap zijn de enorme hoeveelheden data, die we kunnen gebruiken voor het bouwen van nieuwe organisaties en betere maatschappelijke systemen, die coöperatief, productief en creatief zijn.120 Zijn collega Cesar Hidalgo - associate professor aan MIT - concentreert zich met name op de rol van informatie in economische groei. De verklaring van economische groei werd tot voor kort voornamelijk gezocht bij grondstoffen, organisatievormen, geografische ligging, geld en psychologie. Hidalgo zet een stap verder en laat zien dat vooral informatie een grote rol speelt in het gedrag van de economie.121
 
 FILOSOFIE VAN INFORMATIE - Werken aan een goede samenleving vraagt niet alleen de inbreng van economen. Het vraagt ook de inbreng van filosofen. Steeds meer filosofen houden zich bezig met de maatschappelijke gevolgen van technologie - maar nog te vaak gebeurt dat vanuit gebrekkige kennis van die technologie, vanuit een zeer behoudend wereldbeeld, of voortbouwend op een verlangen naar 118

‘The Zero Marginal Cost Society’ - Jeremy Rifkin - 2014

119

’Post Capitalism - A Guide to our Future’ - Paul Mason - 2015

120

Social Physics - How good ideas spread - The Lessons from a new Science’ - Alex Pentland - 2014

121

‘Why Information Grows’ - Cesar Hidalgo - 2015

- 150 -


de oude ideeën over moraal en ethiek. Ook filosofen zijn soms nostalgisch.
 
 Dat is als academische exercitie wellicht waardevol, maar de samenleving verwacht nu meer van levende filosofen. Het wordt tijd voor een bruikbare positieve bijdrage van filosofen aan de toekomst. We verwachten van filosofen - net als van economen - nu een bijdrage van ‘de knapste koppen aan de grootste problemen’. 122
 
 De grote denkers Descartes, Newton en Adam Smith zijn daarvoor een inspiratie. Niet per se vanwege de inhoud van hun ideeën, maar wel vanwege hun lef om te breken met bestaande structuren en ideeën. Voor die uitdaging staan wij nu ook. In hun tijd ontdekten deze grote denkers dat het universum bestaat uit kleine deeltjes. Dat die deeltjes volgens natuurwetten op elkaar inwerken en dat we die natuurwetten wellicht ook kunnen toepassen op het gedrag van mensen. Wij weten intussen dat informatie daarin altijd een grote rol speelt. Het universum bestaan uit materie, energie én informatie. Zonder informatie zou het universum een amorfe oersoep zijn.
 
 Niet alleen natuurkundige, ook maatschappelijke kansen en uitdagingen zijn gekoppeld aan informatie en communicatie. We leven in een informatietijdperk, waarin we als mensen al zijn begonnen onszelf - en de wereld - opnieuw uit te vinden. We zijn als mens allang niet meer alleen onze fysieke verschijning, we zijn nu ook onze profielen op social media en we zijn de data die we overal achterlaten. Durven we te bedenken dat we niet alleen ons ‘meat body’ zijn, maar dat we zelf ook bestaan uit informatie? Durven we onszelf al werkelijk als die datastroom te zien? Durven we te denken dat we het menszijn opnieuw aan het uitvinden zijn?
 
 Luciano Floridi - hoogleraar filosofie in Oxford - doet een poging om die vragen te beantwoorden. Hij neemt de informatiesamenleving als leidraad om te komen tot een filosofie van informatie.123 Hij wijst op de diepgaande culturele en wetenschappelijke revolutie die we nu doormaken. We leven volgens Floridi nu in een ‘infosphere’. Hij constateert dat de hedendaagse filosofie achterblijft bij deze ont122

Lecture MIT - Bill Gates - 2010

123

‘The Fourth Revolution: How the Infosphere is reshaping Human Reality’ - Luciano Floridi - 2014

- 151 -


wikkeling. Filosofie moet meer gaan bijdragen aan het intellectuele framework, dat kan worden gebruikt om de samenleving te begrijpen en te verbeteren, door het leveren van nieuwe ideeën. Hij pleit voor een filosofie die politiek is en die streeft naar perspectieven voor de toekomst. Dat zal niet meteen leiden tot alles omvattende concrete oplossingen, maar ‘alle beetjes helpen in de strijd tegen kortzichtigheid, populisme, intolerantie, fanatisme, vooroordelen en domheid.’124
 Volgens Floridi moeten we ons bezinnen op de volgende stappen in de menselijke geschiedenis. We zijn niet aan het eind van de geschiedenis aangeland, zoals we dachten in de jaren negentig van de vorige eeuw. Integendeel, we staan aan het begin van een nieuw fase, waarin we onze relatie met de natuur en met elkaar opnieuw vormgeven.
 
 
 5.X EEN NIEUWE CULTUUR
 
 Onze oude vertrouwde wereld verandert snel en ingrijpend. Door de snelle ontwikkeling van technologie ontstaat nu een nieuwe cultuur, die is gericht op netwerken en samenhang, innovatie, inspiratie en creativiteit. Dat zijn grote woorden. Kun je een cultuur wel op die manier analyseren?
 
 De eminente historicus Huizinga helpt ons op weg. In zijn fascinerende en nog zeer actuele boek ‘In de schaduwen van morgen’ uit 1935 - lees dat boek! - analyseert hij niet alleen hoe de cultuur uit de jaren dertig van de vorige eeuw het werkelijke liberale denken bedreigde, hij laat ons ook zien wat cultuur eigenlijk is. Een sluitende definitie is volgens hem nauwelijks te geven, maar we kunnen wel voorwaarden en eigenschappen van cultuur benoemen. Huizinga noemt er drie.
 
 Voor cultuur is ten eerste een zeker evenwicht vereist tussen geestelijke en stoffelijke waarden. Het gaat bij cultuur om meer dan het bevredigen van de eerste levensbehoeften. Geestelijke waarden omvatten ook het spirituele, het intellectuele, het morele en het esthetische. Huizinga stelt daarbij geen eisen aan het niveau van die verschillende onderdelen. Lage cultuur en hoge cultuur kunnen naast elkaar 124

‘Turing's three philosophical lessons and the philosophy of information’ - Luciano Floridi - 2012

- 152 -


bestaan, SBS en de VPRO mogen allebei. Het gaat steeds om een evenwicht tussen de verschillende onderdelen van een cultuur, zoals godsdienst, kunst, wetenschap, het recht, of de economie. Eenzijdige waardering voor één bepaalde cultuurfactor - de economie bijvoorbeeld - leidt altijd tot een onevenwichtige samenleving. Alleen harmonie tussen de onderdelen leidt tot een vitale samenleving.125
 
 Die harmonie hebben we in onze 21e eeuwse samenleving nog lang niet bereikt. We zien in de samenleving nu nog overal de dominantie en de overwaardering van het oude neo-liberale marktmodel, ten koste van andere cultuurfactoren zoals ethiek, spiritualiteit, solidariteit en democratie. We drukken alles uit in winst en verlies, in efficiency en in kosten. Mensen missen daardoor een intellectueel en moreel kader. En mensen missen de inspiratie, de verhalen ter ondersteuning van hun problemen. De wereld verandert razendsnel, maar we zitten nog met een eenzijdig 20e eeuws-wereldbeeld. Geen wonder dat onze samenleving piept en kraakt. We leven in een wereld, die nog met één been in het verleden staat en met het andere been weifelend zoekt wat de volgende stap moet zijn.
 
 Cultuur houdt volgens Huizinga ook een streven in. We moeten proberen het met elkaar steeds beter te doen. Een hoogstaande cultuur is daarom altijd gericht op een ideaal dat groter is dan het individu. Het kan daarbij gaan om een zuiver geestelijk doel, of om het vergroten van kennis, welvaart, bescherming van de natuur of onze gezondheid. Voorwaarden voor het nastreven van zo’n maatschappelijk doel groter dan het individu - zijn bij Huizinga altijd maatschappelijke orde en veiligheid. Alleen daardoor kan een samenleving een betere wereld nastreven.
 
 In onze 21e eeuwse samenleving zien we een streven naar een betere wereld aan de basis van de samenleving. Vooral vanuit verlangen naar duurzaamheid en klimaatbeheersing, maar ook op andere terreinen streven kleine bottom-up bewegingen en one-issue partijen naar een betere wereld. Dat is hoopvol, maar dit streven naar een betere wereld gaat niet meer gepaard met breed gedragen rituelen, verhalen, oefeningen en trainingen, die gericht zijn op échte verandering. Er ontbreekt inspiratie in mainstream media, in politiek en in educatie. Er ontbreekt kort125

‘In de schaduwen van morgen’ - Johan Huizinga - 1935 - Geannoteerd door George Harinck - blz 54

- 153 -


om een cultuur die gericht is op verandering en die de basis is voor een gezamenlijk streven naar een betere wereld.
 
 Het derde element dat volgens Huizinga nodig is voor een krachtige vitale cultuur, is het beheersen van de natuur. Daar lijken we op het eerste gezicht steeds beter in te worden. We zijn in een tijdperk aangeland - het Antropoceen - waarin de mens zelfs bepalend is geworden voor de natuur. Huizinga wijst ons er echter op dat beheersen van de natuur ook betekent dat we onze eigen menselijke natuur moeten leren beheersen. In cultuur is er - als het goed is - ook het besef dat macht ook verantwoordelijkheid en dienstbaarheid met zich meebrengt. Huizinga waarschuwt dat - juist nu we vanaf de 19e eeuw meer dan ooit de stoffelijke natuur kunnen beheersen - de menselijke natuur zich steeds minder lijkt te willen laten beheersen.
 
 5.3 WE HEBBEN DROMERS NODIG.
 
 In onze tijd ontbreekt zowel de door Huizinga omschreven samenhang, als het streven naar een betere wereld. En ook op de beheersing van onze menselijke natuur valt wel het nodige af te dingen. 
 
 Er is in het politieke discours bij de grotere partijen slechts sprake van één model het op individualisme gebaseerde neo-liberale model - dat geen evenwicht tussen de elementen van cultuur nastreeft, maar alles in een economisch perspectief plaatst. Dat eenzijdige economisch perspectief is bovendien aan z’n einde. Maar er is nog niets voor in de plaats gekomen.
 
 Zoals we hiervoor in de inleiding al schreven: we zien scherper dan voorheen dat onze lineaire manier van produceren - van nemen, maken en weggooien - enorme schade toebrengt. We gaan niet efficiënt om met grondstoffen en we beschadigen met ouderwetse productiemethoden het klimaat en de aarde. Er is grote behoefte aan een circulaire economie, die is gebouwd op nieuwe economische principes. Zelfs de ingrijpende financiële crisis, de klimaatcrisis en de grote groepen mensen die onveiligheid, ongelijkheid en armoede ontvluchten hebben niet geleid tot een diepgaande discussies in de politiek over een ander economisch systeem en her-

- 154 -


waardering van het streven naar een betere wereld.
 
 Dat vraagt om nieuwe perspectieven. Om een herontwerp van de samenleving. Vanuit optimisme en vanuit de overtuiging dat een betere wereld maakbaar is, als we beperkende overtuigingen uit het verleden loslaten. Als we bestaande patronen, systemen en mentale modellen ter discussie durven te stellen. En nieuwe durven te ontwerpen. Kortom, vooruitgang hangt in deze tijd af van het vermogen om utopisch te denken en een nieuwe werkelijkheid te ontwerpen.
 
 Maar kunnen we dat nog wel, utopisch denken? Onze dromen over de toekomst zijn nu vaak zwak en kleurloos. Hoe komt dat? Zijn er in deze tijd nog wel wetenschappers, economen, filosofen, ondernemers en kunstenaars die samen nadenken over een betere vorm van samenleven? Die durven te dromen over een radicaal betere wereld?
 
 Zulke dromers over de toekomst zijn er vroeger altijd wel geweest. De oude Grieken dachten al na over een betere wereld. Plato maakte zich een voorstelling van de ideale staat, die wij nu overigens als nogal dictatoriaal zouden afwijzen. 126 Als het grote voorbeeld van utopisch denken zijn we Thomas Moore gaan zien, die in 1516 het boek Utopia schreef.127 Sommige mensen denken bij die titel nu misschien vooral aan een populair tv-programma, waarin de camera registreert hoe een groep mensen regels maken voor hun manier van samenleven. Maar ook in het boek Utopia van Thomas Moore wordt - door kritiek op de bestaande wereld al nagedacht over de ideale samenleving.
 
 Een van de hoofdfiguren uit het boek - een zeeman/filosoof - beschrijft een samenleving op een eiland, die op allerlei gebieden totaal anders was dan men in de 16e eeuw gewend was. Zo wordt in Utopia al nagedacht over het ontbreken van schaarste, de verplichting om een bijdrage aan de samenleving te leveren en over vrijheid van godsdienst. Zulk utopisch denken was in die tijd een uitzondering. En ook later werd het niet altijd gewaardeerd. Utopisch denken is vaak weggezet als 126

‘De Staat’ - Plato - 380 v Chr.

127

‘Optimo Reipublicae Statu deque Nova Insula Utopia - Thomas moore - 1516

- 155 -


een irreële visie op de werkelijkheid. Een onbereikbare fantasie. Gevaarlijk bovendien.
 
 Utopisch denken heeft gelukkig ook aanhangers gehouden. In de twintigste eeuw was de invloedrijke Duitse filosoof Ernst Bloch een warm pleitbezorger. Zijn werk Geist der Utopie uit 1918 had grote invloed op auteurs en filosofen. Ook de titel van zijn grote werk uit de jaren vijftig - Das Prinzip Hoffnung - is veelzeggend. Bloch omschrijft in dit werk dat we dagdromen, heimelijke wensen en utopische fantasieën serieus moeten nemen, omdat de mens alleen gelukkig kan worden in het streven naar de vervulling van die dromen. Een utopie is voor Bloch een realiteit die in de toekomst mogelijk is, maar die nog niet is gerealiseerd. Hij is ervan overtuigd dat niet alleen de mens, maar ook de objectieve werkelijkheid om ons heen ‘aandringt’ op het verwezenlijken van die betere toekomst.128 De mens zou erop uit moeten zijn die latent aanwezige vooruitgang in de realiteit vorm te geven. Vooruitgang is bij Bloch de essentie en de motor van het menselijk bestaan.
 
 Maar ook bij Bloch gaat vooruitgang niet vanzelf. Analyse Bloch door vd Stap 
 
 
 Ook in Nederland bleef in de twintigste eeuw een utopische traditie sluimeren. Volgens Martin Plattel - hoogleraar in Tilburg - schuilt de kracht van de utopie in het creatieve vermogen om nieuwe ideeën in de samenleving te verwezenlijken. 129 Daarin onderscheidt de utopie zich volgens Plattel van de ideologie, het afgeronde systeem van ideeën, dat richtinggevend is voor sociaal-politiek handelen. Een ideologie zorgt ervoor dat men in vaststaande patronen blijft bewegen, terwijl de utopie een open en creatief karakter heeft. Een ideologie sluit als het ware de toekomst af, terwijl de utopie de mogelijkheden van de toekomt juist open legt. Iedere utopie neemt afstand van het bestaande en richt zich op een betere toekomst. De werkelijkheid is altijd in beweging, elke seconde stel je de werkelijkheid om je heen opnieuw vast. Plattel: ’De mens constitueert de wereld, die bij wezen onaf is.’
 
 128

Zie voor interviews met Bloch youtube.com - https://youtu.be/vnE7aPJD9jI

129

‘Utopie en kritisch denken’ - Martin Plattel - 1970

- 156 -


BOZE DROMEN - Utopie en ideologie zijn helaas niet altijd goed uit elkaar gehouden. Bovendien wijzen verschillende denkers erop - Hannah Arendt en in haar voetsporen de Nederlandse filosoof Hans Achterhuis - , dat utopisch denken vaak donkere en totalitaire trekjes heeft. Met name het element schaarste speelt daarin voor Achterhuis een belangrijke rol. De utopische oplossingen die in de geschiedenis werden gekozen voor het verdelen van schaarse goederen leiden vaak tot totalitaire opvattingen. Dat was al zo in Utopia van Thomas Moore, maar we hebben dat later ook in praktijk gezien in de communistische en socialistische regimes van de 20e eeuw. Oppassen dus, met dat utopisch denken.
 
 Gevaarlijk utopisch denken doet zich overigens niet alleen voor aan de linkerkant van het politieke spectrum. Ook ter rechterzijde komen utopieën voor, hoewel dat niet altijd meteen duidelijk is. Geïnspireerd door Adam Smith denken veel mensen nu bijvoorbeeld nog steeds dat de vrije markt een objectief verschijnsel is - een soort natuurwet - die onontkoombaar is. Waar geen keuzen aan ten grondslag liggen. Niemand lijkt verantwoordelijk te zijn voor de ideologie van het kapitalisme en de utopie erachter. Er zou geen ‘kapitalistisch manifest’ bestaan. 
 
 Achterhuis wijst ons erop dat zo’n utopisch manifest wel degelijk bestaat. Dat is volgens hem de fascinerende roman Atlas Shrugged, in 1957 geschreven door Ayn Rand. 130 Hier in Nederland is dat boek niet bij iedereen bekend, maar in de VS geldt het als een van de belangrijkste boeken van de 20e eeuw. Het boek gaat over een elite van neoliberale utopisten, die de bestaande samenleving volledig kapotmaken, waarna ze de nieuwe wereld van het ultrakapitalisme op kunnen bouwen.
 
 Eerlijk is eerlijk, ze zijn met die afbraak een eind gekomen. Ayn Rand leverde de ideologische blauwdruk voor de groep neoliberalen, die alles op alles zetten om hun utopie werkelijkheid te maken. Tijdens betogingen van de neo-conservatieve Amerikaanse Tea-party zijn nu nog steeds borden te zien met ‘Ayn Rand was right’. Zij was ook de heldin voor Alan Greenspan, tot 2006 de president van de Amerikaanse Federal Reserve Bank, waarvan de monetaire politiek in de kredietcrisis ie130

‘De utopie van de vrije markt’ - Hans Achterhuis - 2010.

- 157 -


der mens heeft geraakt. Dat kapitalistische neoliberale systeem - de overheersende utopie van het eind van de vorige eeuw - heeft voor een financiële en ecologische crisis gezorgd die zijn weerga niet kent.
 
 Achterhuis is overtuigend in zijn analyse dat utopieën - van links en van rechts - in het verleden tot grote ellende hebben geleid. Maar moeten we utopisch denken daarom maar helemaal opgeven? Dat is een van de grote vragen van deze tijd. Achterhuis zelf brengt in zijn meest recente boek schoorvoetend een nuance aan in zijn eerdere denken.131 Hij verwijst naar de snelle ontwikkelingen in technologie en komt tot de conclusie dat we daardoor nu wel experimenten - kleine utopietjes nodig hebben. Overigens vlucht hij daarna snel naar bekend terrein, door aan te geven dat het allerbelangrijkste wat we nu kunnen doen, is onderkennen dat we leven in de utopie van de vrije markt. En dat die koste wat kost moet worden bestreden. Hij geeft aan dat we die vrije-markt-utopie alleen maar met mini-utopieën kunnen bestrijden. 
 
 Achterhuis maakt daarmee een van de grote vergissingen van deze tijd: omdat we geen alternatief zien voor het 20e eeuwse vrije markt denken, vluchten we in kleine bottom-up experimenten. Die zijn zinnig, we leren er veel van. Maar tegen de oude neo-liberale utopie richten ze vooralsnog niets uit. Integendeel, ze bevestigen die alleen maar. Overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke middenveld - voor zover dat nog bestaat - zijn nu in de ban van innovatie. Die vernieuwing wordt georganiseerd in allerlei experimenten, bottom-up bewegingen, burgerinitiatieven en innovatie labs. Op zichzelf is dat goed, omdat die experimenten vaak de nadruk leggen op het creatief ontwerpen van nieuwe mogelijkheden. Ook het betrekken van burgers en gebruikers bij dat ontwerp proces is een goede zaak.
 
 Maar al die experimenten en innovatielabs zijn steeds meer een ongevaarlijke schaamlap - zoethoudertjes - die échte veranderingen lijken tegen te houden. Nieuwe bottom-up ideeen en nieuwe technologieën op zichzelf veranderen de wereld niet. Zelden gaan de innovatielabs gepaard met grondige research en analyse. En zelden vindt na het eerste ontwerp proces ook toepassing en scaling van 131

‘Koning van Utopia’ - Hans Achterhuis - 2016

- 158 -


de nieuwe ideeën plaats. Daarvoor zal ook iets moeten gebeuren in de kern van bestaande economische en politieke machtsverhoudingen, die nu veranderingen tegenhouden. Die veranderingen van het systeem ontbreken nu. We zullen straks zien dat de allerlaatste technologie - bijvoorbeeld in de vorm van blockchain netwerken - nu bestaande machtsverhoudingen wel kunnen veranderen.
 
 ANTROPOCEEN - Zoals we in de hoofdstukken hiervoor hebben laten zien is de invloed van technologie op ons leven nu zo groot, dat sprake is van een wezenlijk ander tijdperk in het menselijk bestaan. Uitgangspunten die we altijd als vaststaand onderdeel van het menselijk leven hebben gezien - biologie als de enige bron van leven, eindigheid van het menselijk leven, superieure menselijke intelligentie, onuitputtelijke natuur, schaarste in het economisch leven - staan nu stuk voor stuk ter discussie. Er is nu zicht op kunstmatig leven, kunstmatige intelligentie, verlenging van de menselijke levensduur en extreme productiviteit. Onze oude uitgangspunten voor het denken over mens en maatschappij staan ter discussie. Technologie beïnvloedt alles. Of zoals de Franse filosoof Stiegler het formuleert: ‘De digitale revolutie heeft alles omvergeworpen, de economie, de arbeidsmarkt, onze intieme relaties’.132
 
 We zijn aangeland in het Antropoceen, het tijdperk waarin de mens niet meer ondergeschikt is aan de natuur, maar daar een onomkeerbare invloed op uitoefent. Voor sommigen is die menselijke invloed per definitie negatief. Er dreigt immers een ecologische crisis. En ook de ethische gevolgen van de snelle en wetenschappelijke en technologische ontwikkeling zijn niet goed te overzien. 
 
 De Duitse filosoof Sloterdijk vindt daarom dat er paal en perk gesteld moet worden aan die ontwikkeling. Ook zijn collega Jonas vreest dat onze menselijkheid wordt aangetast door de onvoorzienbare gevolgen van technologie. Hij pleit voor een rem op die ontwikkelingen, totdat de gevolgen duidelijk zijn. Stiegler deelt die analyse, maar hij heeft een optimistischer toekomstbeeld. Hij ziet alle uitdagingen van de snelle technologische ontwikkelingen, maar vindt dat we die kunnen overwinnen als we de juiste stappen zetten. Technologie biedt ons daarvoor de moge132

Interview - Leonie Breebaart - Trouw 27.06.2016

- 159 -


lijkheden, maar dan moeten we wel kennis en wijsheid ontwikkelen. En die kennis en wijsheid ontwikkelen we vooral - zoals Bloch al omschreef - door te dromen over een betere wereld.
 
 5.4

OUDE DENKERS - MET IDEEEN VOOR VANDAAG.

Dromen over een betere wereld is dus belangrijk. Maar makkelijk is het niet. Het is altijd eenvoudiger om het eind van de bestaande wereld te voorspellen, dan een werkend alternatief te schetsen voor de toekomst. Toch is dat de grote uitdaging van deze tijd. We zitten in een tussenfase. Populistische stromingen verzetten zich steeds sterker tegen de oude vermolmde structuren van de samenleving. En ook steeds meer creatieve constructieve burgers voelen dat die oude structuren geen oplossing meer bieden voor de problemen van vandaag. Maar we hebben nog geen zicht op nieuwe. Hoe ontwikkelen we die?
 
 We hebben in de menselijke geschiedenis een enorme ontwikkeling doorgemaakt. We hebben ons - mede door de boekdrukkunst - bevrijd van oude beperkende ideeën en religies. De denkers van de Verlichting hebben ons geleerd dat de ratio en wetenschappelijk onderzoek belangrijke bronnen zijn van menselijke kennis. Maar zoals we hiervoor hebben laten zien: hun succes heeft ons ook opgezadeld met een fuik in het denken - met name op economisch en filosofisch gebied. We zijn aangeland in een tijd, waarin technologie ons uitdaagt ook op die terreinen weer nieuwe standpunten te ontwikkelen. Waar vinden we daarvoor de inspiratie?
 
 ‘De toekomst heeft een oud hart’ zei de schrijver Carlo Levi. Er zijn altijd oude denkers geweest, die erop hebben gewezen dat de menselijke geest groter is dan de kille ratio alleen. Dat we naast de ratio ook kunnen afgaan op onze creativiteit, ons hart en op onze intuïtie. En dat we kunnen leren van de samenhang van de dingen. Dat we de werkelijkheid natuurlijk rationeel moeten blijven analyseren - dat blijft de basis van alle wetenschap - maar dat we als mensheid ook steeds beter in staat zijn een nieuwe werkelijkheid te ontwerpen. En daarvoor is meer nodig.
 
 Steve Jobs - die als oprichter van Apple een grote bijdrage heeft geleverd aan de

- 160 -


ze tijd - zei het zo : ‘We should have the courage to follow our heart and our intuition. They somehow already know what we truly want to become. Everything else is secondary.’ Het zou wel’s kunnen zijn, dat het juist de talenten van ons hart zijn intuïtie, empathie en creativiteit - die de mens blijven onderscheiden van rationale robots en kunstmatige intelligentie. Deze talenten zullen ons gaan helpen in het ontwerpen van een betere wereld. Daarvoor is - juist in deze tijd - de inspiratie nodig van andere denkers, andere beelden en verhalen dan van de rationale denkers uit de Verlichting en hun neo-liberale navolgers.
 
 We kunnen daarvoor - ook in de westerse cultuur - putten uit een zeer waardevolle traditie in ‘vrij denken’. Een traditie die bestaat uit levendige, verfrissende denkers die tegen de heersende opvattingen van hun tijd in durfden te gaan. Met beelden, die we in musea hier en daar hebben gekoesterd, maar waarvan we de betekenis voor vandaag niet meer zien. Dat is jammer, want ze bieden ons grote wijsheid en inspiratie voor de toekomst. Ze bieden een ander pad door de geschiedenis, dat ons kan wegleiden uit de fuik van de Verlichting. Twee terreinen spelen daarin een rol 
 
 - Reductionisme versus holisme
 - Emergentie
 
 COMENIUS - Al in de tijd van de 17e eeuwse verlichtingsdenker Descartes beschreef zijn collega-filosoof en onderwijsvernieuwer Comenius, dat er meer bronnen van kennis zijn dan de menselijke rede alleen. Breder dan het ‘denken en beschouwen’ van Descartes. Volgens Comenius moet je om kennis te verwerven niet alleen je ratio, maar ook je gevoel, je zintuigen en je intuïtie gebruiken. Comenius wees op de mogelijkheden van onophoudelijke verbetering van de mensheid, door te putten uit al die verschillende bronnen van kennis en door te leren van de samenhang van de dingen.
 
 Men zou Comenius nu een holistisch denker noemen. De wereld is in zijn visie vanuit oorsprong en doel een harmonische totaliteit. Teveel gaat men volgens Comenius uit van een fragmentarische, geïsoleerde abstracte wetenschap, die de mens

- 161 -


deformeert en geen oog heeft voor die totaliteit. Volgens Comenius moet men die totaliteit in het oog houden en de grenzen overschrijden, die worden getrokken tussen wetenschap en geloof. Hierover discussieerde hij intensief in een ontmoeting met Descartes, overigens zonder tot overeenstemming te komen. Het zou fascinerend zijn die ontmoeting nog’s na te spelen, omdat die twee visies - reductionisme versus holisme.
 
 SPINOZA - Niet voor niets staat Spinoza in deze tijd steeds meer in de belangstelling. Zijn boeken zijn best pittig om te lezen, maar de kern van zijn filosofie is eenvoudig en zou samengevat kunnen worden met het motto: Alles is één! Uit de noodzaak van de goddelijke Natuur vloeien eindeloos veel dingen op eindeloos veel wijzen voort. Zijn filosofie is alomvattend en helpt ons nadenken over hedendaagse brandende vragen op het gebied van godsdienst, ecologie, psychologie, politiek en ethiek.
 
 
 HERMETISCHE DENKERS - toelichten
 
 
 HEGEL - toelichten, totaal concept, economie, filosofie & wetenschap niet scheiden
 Hegel streefde naar de ontwikkeling van één totaalconcept waarin hij wetenschap, esthetica, godsdienst en filosofie wilde verenigen. Hij zag de werkelijkheid niet als statisch maar als de uitkomst van een continu doorgaand proces waarbij nieuwe tegenstellingen telkens worden opgeheven. Kernwoord hierbij is 'opheffen' (het Duitse aufheben), dat zowel optillen als afschaffen en bewaren betekent. Tijdens het dialectisch proces wordt iets eerst gesteld, daarna ontkend, om tot slot tot een hogere waarheid te komen. Eerder werden door Fichte hiervoor de begrippen these, antithese en synthese gebruikt (die deze overigens weer van Kant had, zie bijvoorbeeld o.a. zijn Kritiek van de zuivere rede, B495), die later door de marxisten werden overgenomen.
 
 Dit dialectische systeem, waarbij de zogeheten 'geest' de aard aller dingen is en middels het confronteren van these en antithese tot een nieuwe synthese komt,

- 162 -


zou uiteindelijk moeten leiden naar het 'Absolute Idee', waarin alle individuele elementen van de geest opgaan en zichzelf overstijgen.

[3]

Er bestaat geen echte

waarheid, maar wel een waarheid die steeds dieper en rijper wordt. Toch zag Hegel in zijn beroemde boek Die Phänomenologie des Geistes (1807) zijn eigen filosofie als de synthese van het werk van al zijn voorgangers.
 
 Het dialectische proces is volgens Hegel ook van toepassing op individuen: eerst is er enkel het bewustzijn van de uiterlijke waarheid, vervolgens ontstaat een zelfbewustzijn, dat zich langzaamaan verzoent met het bewustzijn. 
 
 Hegels systeem omvat drie grote delen die tot elkaar in dialectische verhouding staan: de filosofie van de logica, de filosofie van de natuur en de filosofie van de geest, respectievelijk de these, de antithese en de synthese. 
 
 
 STEINER - herschrijven Wist u dat de financiële crisis van 2008-2014 al in 1916 was voorzien door Rudolf Steiner? Steiner ontwikkelde een eigen, unieke visie op maatschappelijke, politieke en ook economische vraagstukken. Hij beschreef al in het begin van de vorige eeuw, dat het systeem van onze economie steeds tot een crisis moet leiden. Net als Locke zag Steiner dat een gezonde economie geldoverschotten genereert, maar dat het ongezond is wanneer die zich binnen de economie ophopen. 
 
 Om het systeem gezond te houden zouden volgens Steiner de overwinsten naar het ‘geestesleven’ moeten stromen. Hiermee bedoelde hij het gebied van de opvoeding, onderwijs, zorg, cultuur, wetenschap en religie. Steiner stelde dat hetgeen op dit terrein gebeurt van cruciaal belang is voor het geheel van de samenleving, de economie incluis. Hiervoor ontwikkelde hij zijn idee van de economische kringloop. In een gezonde economie is er sprake van drie fundamenteel verschillende geldsoorten. Ten eerste het koopgeld, dat we gebruiken om datgene te kopen waaraan we behoefte hebben. Ten tweede het leengeld dat vooral gebruikt wordt om nieuwe economische initiatieven tijdelijk te financieren. Geld dat we niet nodig

- 163 -


hebben om waren van te kopen, kunnen we gebruiken om uit te lenen aan mensen die daarmee iets zinnigs doen. Koopgeld en leengeld kent iedereen, al worden deze benamingen niet vaak meer gebruikt. Maar volgens Steiner is het noodzakelijk dat er nog een derde geldsoort moet zijn: het schenkgeld. Zoals het leengeld uit een koopgeldoverschot bestaat, is het schenkgeld een leengeldoverschot. Een overschot aan leengeld moet dus overgaan in schenkgeld op straffe van instorting van de samenleving zoals tijdens een economische crisis gebeurt.
 
 
 
 HUIZINGA - Hiervoor hebben we gezien dat de zeventiende eeuw op alle vlakken. De sociale en technologische veranderingen die eind negentiende eeuw de wereld op z’n kop zetten leiden tot onzekerheid - Withuis blz85/86
 
 MICHAEL POLANYI - heuristische methode - Oorsprong 
 
 HEURISTIEK - Het vinden van antwoorden wordt bepaald door het zoeken ernaar.
 
 Even verwijzen naar 5.3 en 5.4 als overgang Wie is de de Descartes van vandaag?
 
 Karl Marx, het neomarxisme en de ‘politiconomische’ visie op de techniek; - Arnold Gehlen en de antropologische techniekvisie; - Martin Heidegger over het wezen van de techniek; - Jacques Ellul over het autonome karakter van de technologische ontwikkeling; - Gilbert Hottois over het heterologische karakter van de techniek; - Gilbert Simondon over techno-evolutie en technische individuatie; - Dominique Janicaud over de macht van de techniek; - Peter Sloterdijk over de techniek als immunisering; - Bernard Stiegler over de menselijke conditie als technische conditie. 
 FENEMOLOGIE 
 
 
 5.5

NIEUWE STROMINGEN
 - 164 -


Veranderen is altijd een ingewikkeld proces - we komen daar straks in het volgende hoofdstuk op terug. De eerste stappen in een veranderingsproces zijn altijd het leren kennen van de oude verhoudingen - en vervolgens het loslaten daarvan.
 
 EINDE VAN DE 20E EEUWSE EEUW - Veel mensen zitten mentaal nog vast in de vorige eeuw. En dat maakt het onmogelijk om een goed beeld van de toekomst te schetsen. Die wordt namelijk door heel andere uitgangspunten bepaald, dan de ideeën die in de 20e eeuw onze politiek en economie beheersen.
 
 Die nieuwe uitgangspunten zijn de ontwikkelingen op het gebied van data, kunstmatige intelligentie en robotisering, netwerken, ecologie, de principes van de nieuwe digitale economie, een ethische markt en de toenemende complexiteit in de samenleving. Het toepassen van die uitgangspunten op de economie en politiek komen vier scenario’s tevoorschijn als routes naar de toekomst.133 XXX
 
 
 
 ‘Achter iedere opkomst van het fascisme staat een mislukte revolutie’ zegt Žižek vaak, daarbij verwijzend naar de denker Valter Benjamin. We moeten ons afvragen waarom populisme opkomt, maar dat zullen we vooral moeten doen vanuit de vraag waarom er geen politieke stromingen zijn die dat populisme corrigeren. We moeten ons afvragen wat er de afgelopen tien jaar niet is gebeurd.
 
 De tragedie van onze tijd is dat links geen antwoord heeft gevonden They didn't just happen, they happened because something else didn't happen because the left didn't provide a proper answer. And that's for me the true tragedy today. On the one hand we are entering a period, and we are already in this period for almost ten years, where rage, discontent are exploding everywhere, even in our Western countries, Occupy Wall Street in Europe, the demonstrations in France, Greece and so on. On the other hand it is as if the left, even if it succeeds in, sometimes not always, in recapturing the energy of this rage cannot really offer a new political mo133

‘Four Futures: Life after Capitalism’ - Peter Frase - 2016

- 165 -


del that would be not only seductive enough to mobilize millions of people, but even in itself it doesn't have enough consistency. What I'm saying is this, in Europe we didn't yet fully accept the fact that the 20th century is over. By this I mean the following: The 20th century left, which had basically three strengths orientations, Stalinist communism, that's over. Not only it's over, in a beautiful irony where excommunists are still in power they are mostly the most efficient agents of the most ruthless new liberal global capitalism. Do you know what I mean? If you want to be a successful capitalist today don't go to Western Europe, go to China where every Chinese will tell you the main function, almost, of the communist party is to prevent the formation of an independent working movement trade unions to keep workers under control, Vietnam the same story and so on. 
 
 So, old Stalinism is no longer operative. Unfortunately because of the change economic situation and so on, also we don't have new social democracy. Social democracy in the sense of the old welfare state it simply belongs to another era. It would have to be radically reinvented, it didn't happen. Which is why unfortunately some even right wing analysts who claim that social democracy where it still exists is today the greatest conservative force. In a way tragically they are right because almost all the struggles of social democracy today is to keep the old rights, you know, no they will not take from us, I don't know, health insurance or whatever like to stick to the rights which were gained 30/40 years ago. Now of course I absolutely sympathize with it, but so many things are happening. Can you even imagine how our lives at all levels were revolutionized through digitization, through new forms of science, new forms of liberal capitalism? I don't think that a simple return to old social democratic welfare state can work.
 
 Then we have a third orientation subterranean one, which still is popular among some people. This idea of rejecting big state representation mechanism, political parties, state power and to opt for local democracy, transparent local communities managing their affairs. I also think that we have to drop this last dream. It doesn't work. It's good when it happens but if nothing else today's problems are global problems in a much more radical sense. Think about what is happening with capitalism. I know works that are popular at least in Europe Jeremiah Ripken, Paul Basin,

- 166 -


this idea which I find wonderfully attractive, although I think they're simply fighting a little bit too much, namely what is happening today with digitalization, biogenetics and so on, is almost a new beautiful example of the most orthodox Marxism when they say with the development of productive forces a new situation emerges where old relationship production no longer can cope with, isn't this happening today? Everybody knows even, the how is that guy called from Tesla boss Elon Musk or what, he said recently private property will no longer work. We will have to introduce some kind of citizens general income plus government; we have to pay for it. So everybody knows that, at least the way we know it the model of capitalism is reaching its limits. On the one hand with so-called cooperative commons, free circulation and so on, it's over. The market economy is approaching its limit.
 
 Of course, there are attempts, even very successful, to re-privatize we took over again these commons. For example, Internet, ideal place of commons, we all communicate and so on, but you know you have Facebook controlling private communication, if you want to buy books and so on all this it's controlled intellectual exchanges by Amazon.com, just name them, software controlled by Microsoft and so on. But nonetheless, it's clear that capitalism is approaching a limit. Okay, but I don't believe in this simplistic answer where they say oh this is this self-organization without central power and so on and so on. No, I think the big task today is precisely to reinvent large-scale very strong social political agents structures with strong authority. Just think, for example, about biogenetics. Tremendous things are happening today. We really are on the edge of creating a new man like reconstructing through biogenetic interventions our genetics and so on. Who will control this? Should these be privatized and so on? Intellectual property. Everybody knows it's a mess, it's ridiculous how big companies try to control it. 
 
 Ecology, it's no longer this individualist approach which is very intelligently supported I hope you noted this by big companies and state apparatuses, the way to divest us or redirect us from really approaching the big problems by addressing us as individuals, responsible individuals like let's say, simply by situation, you criticize big companies for polluting environment and a typical ideologist today would tell you, but what did you do? Who are you to criticize it? Did you recycle all your Coke

- 167 -


cans? Did you put all newspaper aside and so on and so on?
 
 And this works wonderful. It redirects your attention to yourself and then it makes you feel guilty, at the same time it offers you an easy way out, redirect, buy organic food and so on and you can go on living the way you are. So back to the main points so I don't lose myself, it's clear that we are approaching different levels a critical moment. But the left, and this should be the natural terrain traditionally of the left. The left was thriving in such critical moments, now let's be frank, it doesn't have a solution. Let me give you a metaphor that I always like to use for this. I hope our viewers have seen a movie I think about ten years ago it was popular V for Vendetta. I will not go into the story. The point is that at the end there is a revolution in England, imagine England the crowd breaks through the police barrier penetrates the British Parliament; the people take over and the end of the film. My idea is that, sorry for this vulgar expression but it expresses precisely how I feel, I would like to see - I would sell my mother into slavery to see a movie called V for Vendetta Part II. Okay guys, people took over. What would they have done a day later? How would they re-organize the power? The same stage how would they restructure the power? This gap becomes like you could have touched it. It becomes so obvious with here is a government, big populous , they want referendum. No. A day later as you know, literally almost a day later they capitulated, they make a deal with the European Union. Now for me it's too easy to criticize them traders; they betrayed it. What could they have done? Give me – accept from these empty phrases of we need more true democracy; people's voice should be heard, what does this mean? This is nonsense. Here I disagree softly with my otherwise good friend I admire him, Yanie with his idea of DM democratize Europe.
 
 I always am telling him let's take these two cases how they dealt with the European Union, I mean the Greek state and immigrants. But if the European Union were to be more transparent in the sense of democratically controlled, but in the simple sense of more acting in accordance to the will of the majority, refugees would have been treated in a much worse way. A big majority today in Europe of people, I wouldn't say how big majority, but clearly a majority are against any new immigrants and so on. In this sense I write this about in the book how this was a very

- 168 -


simple but efficient right wing criticism of Angela Merkel, where is her sense of democracy? She invited one million immigrants to enter Germany. Who legitimized her in doing this? I am on her side but in a very precise sense. I think we should take this very painful lesson, the majority is not automatically right. Now, I'm not saying there should be a communist party which is always right, I'm just saying that a certain dose of healthy mistrust of not democracy as such but will of the majority is for me totally legitimate. People quite often are not right. And I think Angela Merkel did something that great politicians do, you enforce a measure knowing that the majority is against it hoping that if you have enough time to enforce this measure retroactively through its success it will become acceptable to the majority, but you have to take the risk.
 
 So, back to my big problem, I think that the ultimate cause of all this populism and so on is the simple fact that we live in an era of great dissatisfaction rage and so on, but the left doesn't have a model, it's all empty praises. People should decide more through democracy, blah, blah, blah, but what does it mean? Like what to do? How to re-organize the state? Because the big problem is this one, of course, it's still the old Fukuyama problem I claim. You know Francis Fukuyama have forgotten today, and I don't agree with him, but he was onto something in that sense. Even today the majority of the politicians, even the leftists, are Fukuyamaists in what sense? They think that liberal democratic capitalism is the ultimate form and all we can do is to render it better, you know, more health service, more tolerance whatever you want, more welfare, but the basic model is accepted.
 
 No one is asking the questions that people were asking 40/50 years ago like is capitalism the ultimate answer? Can we imagine social organization beyond state and so on and so on? So that's for me the big problem is this let's call it enlightened social democratic Fukuyamaism like what Tony Blair stood for in the United Kingdom. Is this enough or is something more radical needed? I think it is, not that I believe in any communist revolution or whatever, but simply I think that the problems we are facing cannot be resolved at this level. So, that's my sad prediction. Either a new form of the left will be reinvented or here is my simple but I love it answer, or look at Hollywood, I always trust Hollywood. Hollywood is warning us all the time

- 169 -


Hunger Games, Elysium and so on, that's the society we are approaching. Twenty percent of people live in the privileged zone, the majority is out. That's the future.
 
 
 
 
 
 
 HIËRARCHY & ABUNDANCE: RENTISM - toelichten
 
 
 
 
 
 
 
 HIERARCHY & SCARCITY : EXTERMINISM - toelichten
 
 
 
 
 
 
 EGALITARISM & SCARCITY: OLD SOCIALISM - toelichten
 
 
 
 
 EGALITARIANISM & ABUNDANCE: LUXURY COMMUNISM - toelichten
 
 
 
 AFSLUITING & OVERGANG - kiezen voor luxury communism

- 170 -


/ NIEUWE STROMINGEN
 
 Zijn we dat aan het doen? De samenleving opnieuw vorm geven? Zijn we op zoek naar antwoorden, die we nu nog niet hebben?
 
 
 NOSTALGISCH POPULISME
 
 
 ECO MODERNISME - toelichten
 
 
 
 TECHNO ANARCHISME - toelichten
 
 
 TRANSHUMANISME - toelichten
 
 
 
 REALISTISCH OPTIMISME - toelichten 
 
 
 JARON LANIER - toelichten
 
 
 COMMONS - toelichten 
 
 (David Bohm / Otto Scharmer / Michel Bauwens, Yoachi Benkler, Paul Mason/ Wal-

- 171 -


lerstein’s core perifere state theory/ wereld systeem theorie)
 
 gevaarlijk is dat het discours nu niet wordt gevoerd
 
 FORBIDDEN RESEARCH - Mit Media Lab - Joi Ito 
 
 
 
 
 
 5.6

HET GOEDE LEVEN
 ‘We know the price of everything and the value of nothing’
 Oscar Wilde

Kiezen uit al die nieuwe stromingen zal niet meevallen. Steeds merken we dat in discussies over mogelijke scenario’s voor de toekomst wordt teruggegrepen op oude waarden, methoden en uitgangspunten. Daar hebben we een kompas voor nodig. En andere waarden. En het lef te breken met oude veronderstellingen 
 
 Skidelsky - How much is enough?
 Tim Kasser - de high price of materialism
 
 tweede deel van de video van Robert Costanza
 https://youtu.be/NwaMDdK0-h8
 
 HERHALING
 DATA - Technologie ontwikkelt zich nu razendsnel. De hoeveelheid data in de wereld neemt daardoor enorm toe. Die data kunnen leiden tot betere informatie, tot meer kennis, betere inzichten en uiteindelijk tot wijsheid die ons allemaal verder brengt. Maar het leidt nu ook al tot een andere - virtuele - realiteit, andere economische verhoudingen en uiteindelijk tot een digitale versie van het menszijn.

- 172 -


NETWERKEN - Door de mogelijkheden van digitale communicatie organiseren mensen zich steeds meer in netwerken. Dat betekent dat we de maatschappij vorm moeten geven met die netwerken als uitgangspunt. Veranderingen door ingrijpen van bovenaf zijn steeds vaker gedoemd te mislukken. Om werkelijke veranderingen teweeg te brengen zullen we de samenleving moeten besturen als een zenuwstelsel - een fragiel netwerk - en niet als een ouderwetse hiërarchie.
 
 ECOLOGIE - In voorgaande perioden van ingrijpende verandering en bloei - de renaissance in de 15e eeuw en de industriële revolutie in de 19e eeuw - hebben we nooit hoeven nadenken over de schade, die we toebrachten aan ons eigen leefmilieu. Dat is nu wezenlijk anders. We betreden het Antropoceen, een tijdperk waarin de activiteiten van de mens bepalend zijn voor de toestand van de aarde. Dat geeft ons de opdracht om nú manieren van energievoorziening en productie te ontwikkelen, die geen schade meer aan natuur en klimaat opleveren.
 
 NEW ECONOMY - Door de snelle opkomst van technologie, data, informatie, netwerken, nieuwe productiemethoden en een betere energievoorziening, doemt een wereld op waarin duurzaamheid vanzelfsprekend is en schaarste - aan eerste levensbehoeften, energie en informatie - minder absoluut is dan we ons ooit hebben kunnen voorstellen. Dit kan leiden tot een eerlijk, sociaal en duurzaam economisch systeem, maar dat gaat niet vanzelf. Daarvoor zijn radicale veranderingen nodig.
 
 ETHIEK - Technologie verandert de waarden van waaruit we opereren. Het creëert als het ware ‘nieuwe mensen’, die niet meer goed passen in de oude religieuze, politieke en ethische stromingen. Verandering van de samenleving is daardoor nooit alleen maar een technologisch, economisch of ecologisch project. Het gaat ook om de identiteit, de waarden en de normen van mensen in deze tijd. 
 
 HOLISME - Veranderingen gaan in deze tijd niet meer alleen over technologie, ecologie of economie. En ze komen in deze tijd niet meer alleen van centrale overheden, van bottom-up bewegingen, of van innovatieve commerciële bedrijven. Veranderingen komen uit al die hoeken tegelijk. Ze zijn diepgaand en het tempo ervan neemt toe. De structuren van onze samenleving zijn daardoor aan vernieu-

- 173 -


wing toe. Dat vraagt om een holistische benadering.
 
 Holisme is het reageren op toenemende complexiteit door een gezamenlijke inspanning, die de oude grenzen van wetenschap, filosofie, economie, ondernemerschap, media en politiek overstijgt. Dat vraagt om nieuwe denkmodellen, waarin intuïtie, inspiratie, creativiteit, inzicht in natuurlijke systemen en in de samenhang van dingen een grote rol spelen. En het vraagt om een democratische systeem, dat in staat is op basis daarvan besluitvorming te organiseren. Dat maakt holisme veel meer dan een vaag new-age begrip. 134

134

Zie ook

- 174 -


06

HOOFD, HART & HANDEN - VERANDERING IN AC-

TIE.
 
 6.1

De grote uitdaging - eco system innovation.

6.2

Is optimisme moeilijk?

6.3

Veranderingen hebben een taal.

6.4

Langzaam kantelen of versnellen? goede veranderingen versnellen? ?

Ismael/ van Geest / Querilla warfare/ Think big - start small - fail fast (ook Theory U/ Sloterdijk/ Benedictus/ Gedwongen worden tot verandering./Durf af te wijken First principles/Durf door te vragen - 5 why’s/ Zet een grote stap - Black sky thinking/ Wanneer je moet beginnen - Second Curve/Gardner hype cycle
 6.5

Hugging the enemy - systeemdenken en deep dialogue

6.11

Het leven als ontwerp - Design Thinking - Responsible innovation.

INNOVATIE in BEDRIJVEN OPNEMEN - HAGEL/HAMEL
 6.12

Hoofd, hart en handen.

‘Optimism is a moral duty’
 - Karl Popper
 
 6.1 DE GROTE UITDAGING.
 
 Hiervoor zijn we uitgebreid ingegaan op de grote kansen en uitdagingen waar we de komende jaren voor staan. Technologie verandert ons leven nu in hoog tempo. Dat biedt kansen, maar als we wat beter kijken, dan zien we dat daardoor ook oude zekerheden wegvallen. Alles verandert tegelijk. Veel mensen voelen dat we op de drempel staan van een nieuw tijdperk. De toneelschrijver en politicus Havel zei het - 175 -


al heel mooi in de jaren negentig: ‘It is as if something were crumbling, decaying and exhausting itself - while something else, still indistinct, were rising from the rubble.’ Hij zei dat naar aanleiding van het vallen van de Berlijnse muur. In de jaren negentig werd duidelijk dat we met de westerse samenleving een bepaalde kant op bewogen. 
 
 
 
 Het is onze taak - van ondernemers, politici, burgers, studenten, van iedereen - om 
 
 
 
 
 
 6.2 IS OPTIMISME MOEILIJK?
 
 Veranderen begint met hoop. Dat ligt voor de hand, maar voor veel mensen is optimisme helemaal niet zo vanzelfsprekend. Ondernemers hebben het vaak van nature. Ze zien altijd mogelijkheden in plaats van problemen. Ze zijn als kind al bezig het knikkerputje te maken, waarmee anderen dan de hele middag kunnen spelen.
 
 Anderen vinden het moeilijker om optimistisch te zijn en noemen altijd eerst alle bezwaren op, die aan een verandering in de weg staan. Ze laten zich weerhouden door de grenzen van de realiteit van vandaag. In sommige gevallen is dat goed, want het kan mensen weerhouden van onbezonnen acties. Maar als we iets willen verbeteren - zeker in de samenleving - dan kunnen we niet zonder optimisme: het vermogen om te denken dat het in de toekomst beter zal gaan. We moeten ons immers een beeld vormen van de mogelijke toekomst, die er nu nog niet is. Optimisme is een voorwaarde voor herontwerp van de samenleving.
 
 OPTIMISME ALS MORELE PLICHT - Optimisme wil niet zeggen dat we de slechte dingen niet moeten onderkennen. Dat is naïviteit. En dat is heel iets anders. Optimisme betekent ook niet dat we denken dat de dingen vanzelf wel goed zullen

- 176 -


komen. Dat is luiheid. Optimisme is hard werken. Optimisme is het geloof dat de wereld kan worden en de opdracht om dat ook te doen.
 
 Emmanuel Kant 
 
 
 De 20e eeuwse filosoof Karl Popper verwees graag naar die gedachte van Emmanuel Kant. In een toespraak uit 1992 bijvoorbeeld: ‘Before I finish, I should just like to clarify this phrase - optimism is a duty. The future is open. It is not fixed in advance. So no one can predict it – except by chance. The possibilities lying within the future, both good and bad, are boundless. When I say, ‘optimism is a duty’, this means not only that the future is open but that we all help to decide it through what we do. We are all jointly responsible for what is to come. So we all have a duty, instead of predicting something bad, to support the things that may lead to a better future’.
 
 Optimisme werkt ook gewoon beter dan pessimisme. George Lakoff, een taalwetenschapper en een autoriteit op het gebied van de kracht van frames en paradigma’s laat aan de hand van tientallen jaren onderzoek zien, dat we er niets mee opschieten om vooruitgang te formuleren als de afwezigheid van ellende. Het gaat er volgens Lakoff om vooruitgang positief en in optimistische doelstellingen te formuleren. Ook een andere taalwetenschapper - Noam Chomsky - wijst herhaaldelijk op het belang van optimisme: ‘We have two choices. We can be pessimistic, give up and help ensure that the worst will happen. Or we can be optimistic, grasp the opportunities that surely exist and maybe help make the world a better place.’
 
 Rebecca Solnit verschil Hoop & optimisme https://www.groene.nl/artikel/een-waanzinnig-gaaf-land 
 
 BESTAAT VOORUITGANG? - Optimisme hangt samen met de vraag of je gelooft dat vooruitgang bestaat. Die vraag is van alle tijden. Samenlevingen hebben over het algemeen een bepaald idee over vooruitgang. Dat idee is belangrijk, omdat het de ideeën vormt over waarden, concrete doelen en over politiek. 
 
 - 177 -


Plato schreef al in de 4e eeuw voor Christus dat we vooruitgang moeten zien als een voortdurend proces, waarin de toestand van de mens steeds beter wordt tot de ideale staat is bereikt. Vooruitgang komt volgens Plato voort uit de groeiende complexiteit van de samenleving en de vergroting van kennis.135 Bij z’n collega Aristoteles vinden we bovendien al het idee, dat menselijke vooruitgang ook morele en ethische vooruitgang inhoudt. Gemeenschappen moeten daarom volgens Aristoteles overeenstemming bereiken over wat vooruitgang voor hen inhoudt.
 
 De invloedrijke kerkvader Augustinus schreef rond 420 - terwijl het romeinse Europa aan het bijkomen was van de rooftochten door allerlei Germaanse volken - de troostende woorden dat de ontwikkeling van de mensheid een aantal tijdperken doorloopt, ‘zodat hij zich geleidelijk van het aardse naar het hemelse verheft en van het zichtbare naar het onzichtbare.’136 In het Europa van de latere middeleeuwen vertaalden we dat streven naar vooruitgang nogal deprimerend: vooruitgang zou plaatsvinden in het hiernamaals. Na de dood zou alles beter worden. Als je een beetje je best deed natuurlijk, want het liep niet voor iedereen goed af.
 
 Tijdens de Renaissance bloeide het idee van vooruitgang in dít leven weer op. Francis Bacon (1561 –1626) was een van de eerste Europese denkers, die na Plato weer de aandacht vestigde op wetenschappelijke vooruitgang, die volgens hem rijkdom, gezondheid en geluk zou brengen. 137 In de Verlichting van de 17e en 18e eeuw ontwikkelde zich de gedachte van vooruitgang als een rationeel en universeel proces. De kracht van de rede en de intelligentie van de mens - die tot uiting kwamen in wetenschap en technologie - zouden in combinatie met de juiste waarden en een verlicht bestuur leiden tot grote vooruitgang. Door de politieke veranderingen in Nederland, Groot Britannië, Frankrijk en Amerika werd vooruitgang steeds meer geassocieerd met democratie en burgerschap.
 
 De denkers van de Verlichting dachten over vooruitgang als een reële mogelijkheid, maar je moest er wel wat voor doen. Toen de Duitse filosoof Leibniz in de 135

‘The idea of progress in history – how far have we come?’ - Mike Salveris - 2011

136

‘De Civitate Dei’ - Augustinus van Hippo - 413-426.

137

‘New Atlantis’ - Francis Bacon - 1627

- 178 -


achttiende eeuw schreef dat de mensheid toch wel in de beste van alle werelden was aangeland138 , werd hij door Voltaire weggezet als een naïeveling. Als reactie op de denkwereld van Leibniz schreef Voltaire de grappige roman Candide, waarin een jongeman samen met zijn leraar door Europa reist.139 Ze maken samen allerlei narigheid mee. Zelfs de rijkdom die ze onderweg zien vindt hij leeg en saai. En de geestelijkheid draagt ook al niet veel bij aan een betere wereld. Hele landen maken zich in het verhaal schuldig aan massamoord. Een vooruitziende blik.
 
 Maar de leraar blijft maar herhalen hoe mooi de wereld in elkaar zit. De jongeman Candide - komt tot de conclusie, dat de filosofie van zijn leraar niet kan kloppen. Ze zien zoveel ellende, dat deze wereld nooit ‘de beste van alle werelden’ kan zijn. Candide vindt het optimisme van zijn leermeester naïef. De wereld kan beter, maar dan moeten we de handen uit de mouwen steken. Je kunt volgens Voltaire het best beginnen met je eigen tuintje te bewerken. Ofwel: we moeten voortdurend blijven vechten tegen het menselijke kwaad dat om ons heen is. De wereld is nooit af, we moeten voortdurend onkruid blijven wieden. De geweldige roman van Voltaire is ook nu nog van grote waarde. Tegenwoordig probeerden politici - net als de leermeester van Candide - elkaar te overtreffen met optimistische retoriek. ‘Wij behoren tot de wereldtop van gelukkigste, gezondste en best opgeleide mensen ter wereld’, zei Alexander Pechtold. Mark Rutte verklaarde ‘de stem’ te willen zijn van ‘de mensen die wél vooruit willen, die zich afwenden van dat pessimisme en negativisme’.
 
 Maar als we met de ogen van Voltaire naar deze politici kijken, dan zien we al snel dat ze helemaal niet bereid zijn hun tuintje te wieden. 
 https://www.groene.nl/artikel/een-waanzinnig-gaaf-land

138

‘Théodicée’ - Gottfried Wilhelm von Leibniz - 1710

139

’Candide, ou l’Optimisme’ - Voltaire - 1759

- 179 -


‘Hoop is een gift die je nooit hoeft op te geven, een kracht die je nooit hoeft weg te gooien’, schrijft Solnit. Ze is geen optimist, want ‘overal om ons heen zien we bewijs van lijden en destructie’. Maar tegelijk weigert ze zich over te geven aan pessimisme. Zowel pessimisme als optimisme is namelijk een excuus om stil te zitten. Het eerste voedt apathie door een deprimerende verslagenheid, het laatste door een comfortabel vertrouwen dat alles toch wel goed komt. Hoop, daarentegen, kan aansporen tot actie. 
 De Industriële revolutie leidde in de 19e eeuw tot een nieuwe richting in het denken over vooruitgang. Onder invloed van technologische ontdekkingen en Darwin’s evolutietheorie begonnen we vooruitgang steeds meer te zien als onontkoombaar. Maar het gewelddadige begin van de 20e eeuw maakte al snel duidelijk hoeveel ellende er uit technologische vooruitgang voort kan vloeien. Het bleek niet alleen maar een positieve kracht.
 
 We maakten in de 20e eeuw grote sprongen in wetenschap, technologie, democratisering en volksgezondheid. Maar die eeuw kenmerkte zich ook door twee wereldoorlogen, genocide, een atoombom, zeer wrede regimes en economische depressies. En we werden ons in de 20e eeuw voor het eerst bewust van de mogelijkheid van een ecologische crisis die sommige mensen nu zelfs doet twijfelen aan het voortbestaan van de menselijke beschaving. We zijn dus opnieuw niet meer zo zeker over de aard van de vooruitgang in de wereld. De Amerikaanse econoom Robert Gordon beweert zelfs dat we eigenlijk al heel lang geen échte vooruitgang meer meemaken.140 In de 19e eeuw veranderde het leven volgens hem ingrijpend en daarna zijn we vooral bezig geweest de grote uitvindingen uit die tijd - elektriciteit, telefoon, telegraaf - iets te verbeteren.
 
 Dat is een onjuiste observatie van Gordon. De ontwikkelingen gaan sneller dan ooit en zijn bovendien veel ingrijpender dan voorheen. Zeker, er gebeurde in de 19e eeuw veel, maar alles vond plaats binnen de grenzen van het menszijn - en van het leven - zoals we die toen kenden. Nu verleggen we die grenzen. Dat was toen 140

‘The Rise and Fall of American Growth: The US Standard of Living’ - Robert J. Gordon - 2015

- 180 -


nog niet aan de orde. In de literatuur fantaseerde men er wel over. Jules Verne schreef er al spannende avonturen over, die in onze tijd mogelijk bleken - zoals reizen naar de maan. Mary Shelly creëerde al in 1818 al het monster van Frankenstein, waarmee ze in haar fantasie de grenzen van het menselijk leven overschreed. Nu fantaseren we daar niet alleen over, we experimenteren ook écht met biotechnologie, kunstmatig leven, en kunstmatig intelligente systemen.
 
 Toch heeft Gordon wel een punt. Waar hij op wijst, is dat we nu wel allerlei technologische mogelijkheden hebben, maar ons niet echt een voorstelling maken van een betere wereld. De combinatie van nieuwe technologieën en steeds grotere wetenschappelijke kennis leidt tot ingrijpende veranderingen. Of die veranderingen ook vooruitgang betekenen moeten we de komende tijd met elkaar bepalen. 
 
 Het geloof in vooruitgang lijkt te ontbreken. We fantaseren en dromen niet meer over vooruitgang. Politici niet, ondernemers wel.
 
 Wat dat betreft zijn 
 
 
 Steeds meer mensen vragen zich af of zij wel deelgenoot zijn van die technologische vooruitgang. De verworvenheden van de moderne tijd zijn niet eerlijk verdeeld in de wereld. Nobelprijswinnaar Angus Deaton, Thomas Piketty en andere vooraanstaande wetenschappers die zich bezig houden met economische ontwikkeling en armoede - vertellen het fascinerende verhaal van de enorme vooruitgang en rijkdom in de wereld, terwijl er tegelijkertijd daardoor steeds nieuwe ongelijkheid ontstaat.141 ‘The future is already here — it's just not very evenly distributed.’ zei de schrijver William Gibson daarover. 142
 
 OMGAAN MET CIJFERS - Het valt niet altijd mee om te geloven dat vooruitgang bestaat. Een van de redenen daarvoor is dat omgaan met feiten en cijfers niet zo makkelijk is. Statistiek is best een moeilijk vak. De Zweedse hoogleraar Hans Ros141

‘The Great Escape’ - Angus Deaton - 2013

142

‘The Economist’ - William Gibson - December 4, 2003

- 181 -


ling maakte het tot zijn levenswerk om data over ontwikkelingen in de wereld toegankelijk te maken voor het grote publiek, in de hoop dat mensen beter geïnformeerd raken over de toestand van de wereld.143 Die toestand is namelijk veel beter dan we denken.
 
 Ook Johan Norberg wijst erop dat de statistieken laten zien dat het goed gaat met de mensheid.144 Gebruikmakend van de officiële cijfers van de Verenigde Naties, de Wereldband en de Wereldgezondheidsorganisatie laat hij zien dat geweld in de wereld sterk afneemt. Zelfs als we de slachtoffers van het extremistisch geweld van de laatste tijd meerekenen. In Europa en Amerika daalt de gewone criminaliteit al jaren. Extreme armoede vermindert. Het aantal mensen voor wie aan de eerste levensbehoeften is voldaan stijgt voortdurend. De gezondheidszorg van grote aantallen mensen verbetert. De afgelopen twee eeuwen is de levensverwachting van mensen toegenomen van 30 naar 70 jaar. Analfabetisme neemt af en steeds grotere groepen mensen hebben vrij toegang tot enorme hoeveelheden informatie. Steeds meer mensen leven in liberale democratieën, met een zekere mate van bescherming van hun vrijheid. Voor een groot deel van de mensen neemt de kwaliteit van het leven dus toe. Dat is al eeuwen zo.
 
 Dat optimisme uit Zweden heeft school gemaakt. Ook Oxford University is ermee begonnen om de cijfers over vooruitgang goed bij te houden. De universiteit startte in 2015 het project Our World in Data.145 Een project dat de geschiedenis van de wereld op langere termijn in data vertelt. De meeste van de lange termijn trends geven een zeer optimistisch beeld van de wereld. Vooruitgang bestaat.
 
 EMOTIES & BEELDEN - De projecten van Hans Rosling, Norberg en Oxford University verdienen veel meer navolging. Dat is nodig, want de meeste mensen begrijpen de wereld nog steeds niet door het analyseren van feiten en cijfers, maar door het generaliseren van eigen ervaringen en emoties. Dat is veel makkelijker.
 
 143

‘Don’t panic’ - Video Hans Rosling - gapminder.org

144

‘Progress - ten reasons to Look Forward to the Future’ - Johan Norberg - 2016

145

ourworldindata.org - Oxford Martin Institute - Oxford University - 2016

- 182 -


Media maken gebruik van die weerzin van mensen tegen feiten en cijfers. Van de middelen om mensen te overtuigen - feiten, emotie en doelstellingen - gebruiken media steeds meer de emotie om mensen te overtuigen.146 In navolging daarvan gaat het in politieke discussies - en in het verslag daarvan in media - tegenwoordig steeds minder om de feiten en de doelstellingen op langere termijn. Het ‘frame’ wordt steeds belangrijker: de emotionele beleving van dit moment. Voor een president als Trump lijkt het zelfs helemaal niet meer om feiten en doelstellingen te gaan. Zijn campagne - en die van andere populisten - draait om het geven van een emotionele stem aan een bepaalde gedachtengang. De beleving van de werkelijkheid gaat dan boven de rationale feiten en de toekomstige doelstellingen.
 
 Beelden spelen daarin een belangrijke rol, omdat beelden emoties directer overbrengen. Een foto van een verdronken kind laat de publieke opinie over vluchtelingen makkelijk omslaan. Het maakt mensen emotioneel. En een foto van groepen jonge mannen die een grens oversteken doet hetzelfde, maar dan de andere kant op. Zulke beelden bepalen het gevoel van mensen over de werkelijkheid meer dan feiten en cijfers.
 
 Waar zijn de Jules Verne van deze tijd. Kunstenaars die een goede wereld schetsen?
 
 GOED NIEUWS IS GÉÉN NIEUWS - Dat we de werkelijkheid niet altijd zien zoals die feitelijk is, heeft ook een biologische reden. Om te overleven is het noodzakelijk de gevaren van het leven zo snel mogelijk te onderkennen. Als we duizenden jaren geleden een paar lekkere rijpe bessen misliepen was dat jammer, maar niet dramatisch. Waarschijnlijk vonden we de volgende dag wel andere. Maar als we een grote beer in de bosjes over het hoofd zagen, dan was dat al snel levensbedreigend.
 
 De mens is door de evolutie dan ook uitgerust met een speciaal systeem om snel te reageren op een gevaarlijke situatie. Dit systeem in de hersenen - de amygdala speelt een centrale rol bij de verwerking van weerzinwekkende prikkels en het re-

146

Aristoteles maakte dit onderscheid tussen ethos, pathos en logica in de Ars Rethorica. XXX noot Gabriel van den Brink

opnemen

- 183 -


guleren van angst. Het zorgt ervoor dat we als mensen veel meer op ons hoede zijn voor gevaar, dan dat we blij zijn met een meevallertje.
 
 Media spelen in op dit biologische trekje, door slecht nieuws te benadrukken. Een nieuwsrubriek die begint met zwaailichten of een brand trekt de meeste kijkers. ‘If it bleeds it leads’. Goed nieuws is misschien leuk als uitsmijtertje aan het eind van een tv-programma, maar het is altijd het slechte nieuws dat de aandacht trekt.
 
 GEWOONTEDIEREN - En mensen zijn gewoontedieren. Gewoonten bepalen ons beeld van de werkelijkheid. De meeste mensen worden iedere dag wakker met een idee over wat ze die dag gaan doen. We staan op. We ontbijten. We nemen dezelfde weg naar school of naar ons werk. We doen boodschappen bij dezelfde winkel als gisteren. De meeste mensen willen hun leven niet iedere dag opnieuw vormgeven. We nemen recente ervaringen graag als uitgangspunt voor de nabije toekomst. En in heel veel gevallen werkt dat prima.
 
 Wetenschappers noemen dit ‘recency bias’, de voorkeur van mensen om het heden of het recente verleden als uitgangspunt te nemen voor voorspellingen van de toekomst. En omdat we - zoals we hiervoor zagen - in het heden vaak gespitst zijn op de negatieve ontwikkelingen, nemen we die vaak als uitgangspunt voor de toekomst. Verbeteringen van de huidige situatie lijken dan al snel niet meer mogelijk. Mensen creëren op allerlei manieren hun eigen beeld van de werkelijkheid en de toekomst. En dat beeld is vaak helemaal niet gebaseerd op objectieve gegevens.
 
 
 
 Eind quote - het gaat niet vanzelf, optimisme is een opdracht om iets te doen, iets te veranderen. Popper, constant de statusquo challengen en er hard aan werkecabndidi
 
 6.2 DE TAAL VOOR VERANDERING
 
 Optimisme is dus niet zo makkelijk. Gebrek aan feitenkennis, emoties, de media en

- 184 -


zelfs de evolutie zitten ons in de weg. Optimisme is bovendien niet genoeg. We leven nu in een wereld, waarin razendsnelle ontwikkelingen in technologie en wetenschap onze oude uitgangspunten ingrijpend veranderen. We voelen dat het verleden geen oplossingen meer biedt voor de uitdagingen van vandaag. De kansen op vooruitgang zijn enorm, maar oude denkpatronen zitten ons nog in de weg.
 
 DE IJSBERG - De vergelijking met een ijsberg maakt duidelijk waarom dat zo is. 147 We zien van een ijsberg vaak maar een klein deel aan de oppervlakte. Het grootste deel ligt onder het zeeniveau. Dat deel zien we niet. Zo is het ook met de drijfveren voor persoonlijke en maatschappelijke veranderingen.
 
 Aan de top van de ijsberg - boven het zeeniveau - ervaren we de gewone dagelijkse gebeurtenissen. Als we op dat oppervlakkige niveau iets willen bereiken, doen we dat door praktisch en daadkrachtig te handelen. We gebruiken bijvoorbeeld heel makkelijk de laatste technologische snufjes. Ze maken het leven immers meestal veel gemakkelijker. Wat is er leuker dan de laatste smartphone, of de laatste handige app?
 
 Als we net onder de oppervlakte kijken, dan zien we dat aan ons handelen vaak patronen ten grondslag liggen. Dezelfde gebeurtenissen hebben al eerder plaatsgevonden. Ze vormen vaste patronen, die we ongemerkt volgen. En we baseren er voorspellingen op. Patronen veranderen niet zo maar. We herkennen ze vaak ook niet meteen. Als we ze in organisaties willen veranderen zetten we vaak consultants van buiten aan het werk. En als we vaste patronen op persoonlijk niveau willen veranderen, moet er soms zelfs een therapeut aan te pas komen.
 
 Nog dieper in de ijsberg ligt het niveau van structuren en systemen. Hoe komt het eigenlijk dat we bepaalde patronen volgen? Het antwoord op die vraag is vaak een bepaalde maatschappelijke structuur of een systeem. Die zijn er in veel vormen. Zo wordt ons leven bepaald door allerlei fysieke structuren - dingen - zoals machines, wegen, verkeerslichten en grenzen. Maar ook door de afspraken binnen groepen,

147

Sigmund Freud gebruikte het model van de ijsberg al om zijn gedachtegoed over te brengen. Bij Freud is 10 procent van de

ijsberg zichtbaar (conscious), de overige 90 procent zit onder de oppervlakte (preconscious en unconscious).

- 185 -


zoals overheden, bedrijven, sportclubs en scholen. En we leven volgens gewoonten, wetten en regels. Volgens bepaalde rituelen - handelingen die we herhalen en die staan voor iets groters.
 
 Nog dieper in de ijsberg van onze persoonlijkheid liggen onze mentale modellen: de diepgewortelde overtuigingen, verwachtingen en waarden van waaruit we leven. Die liggen soms zo diep, dat we ze niet eens meer herkennen.
 
 PARADIGMA’S - De lagen in de ijsberg van het menselijk bestaan bepalen samen ons gedrag. De Franse filosoof Michel Foucault noemt ze episteme - de set van regels die ons denken, handelen en beslissingen bepalen.148 De Amerikaanse wetenschapsfilosoof Thomas Kuhn noemt ze paradigma’s, stelsels van modellen en theorieën, die het denkkader vormen, waarbinnen de werkelijkheid wordt geanalyseerd en beschreven.149 
 
 Dat woord paradigma komen we in deze tijd vaak tegen. De snelle ontwikkelingen in technologie en wetenschap beïnvloeden nu ons leven op alle niveaus van de ijsberg. We hebben te maken met ingrijpende veranderingen, die onze kijk op de werkelijkheid veranderen. Dat is best gevaarlijk. In de geschiedenis blijkt keer op keer dat zulke paradigma shifts vaak sneller gaan dan wij ze kunnen begrijpen. Er ontstaat frictie, die vaak gepaard met perioden van revolutie en geweld.
 
 Als we dat deze keer willen voorkomen, wordt het tijd dat we de paradigma shifts van deze tijd gaan begrijpen en sturen. Hoe doen we dat? Hoe ontwikkelen we als mensen het vermogen om met ingrijpende veranderingen om te gaan? De meeste mensen houden niet van veranderingen. Veranderen is ook helemaal niet zo makkelijk. Niet voor mensen, niet voor bedrijven, en ook niet voor steden en staten. Veranderingen zijn vaak verwarrend. En ze gaan gepaard met verlies en pijn.
 
 Veranderingen vragen om een taal, waardoor we ze beter begrijpen. Waardoor we er met elkaar over kunnen praten. Het tragische van deze tijd is dat zo’n taal voor 148

‘De woorden en de dingen: Een archeologie van de menswetenschappen’ - Michel Foucault - 1970

149

‘The structure od Scientific Revolutions’ - Thomas Kuhn - 1962

- 186 -


verandering in onze moderne samenleving ontbreekt. Ons streven naar een betere wereld gaat nog niet gepaard met breed gedragen verhalen, rituelen en oefeningen, waardoor we veranderingen kunnen begrijpen en ze vorm kunnen geven.
 
 MYTHEN & SAGEN - Dat is niet altijd zo geweest. Vroeger leerden we met veranderingen om te gaan, door elkaar verhalen te vertellen. In de geschiedenis van onze cultuur hebben we verandering, ontwikkeling en persoonlijke groei altijd een belangrijke plaats gegeven. In een fascinerend boek omschrijft Joseph Campbell dat in alle grote culturele tradities - overal ter wereld - sprake is van verhalen, sagen, mythen en archetypes, die ons duidelijk maken welke reis we als mens afleggen.150 
 
 De thema’s uit deze verhalen - de reis van een held, het brengen van een offer en het ingrijpen van buitenaf - komen over de hele wereld sterk overeen. Die universele thema’s zijn op hun beurt weer de voeding voor culturele en literaire tradities. Ze zitten daardoor in het hoofd - en in het hart - van mensen. Ze geven mensen begrip voor hun eigen ontwikkeling. En voor de uitdagingen van het leven.
 
 In de westelijke wereld bood het christendom eeuwenlang een geheel van verhalen, waarin de persoonlijke transformatie van de mens en de samenleving centraal staat. De sterke focus op de cyclus van de seizoenen, en de steeds terugkerende thema’s in het liturgische jaar - zoals verwachting, geboorte, lijden en dood, opstanding en verspreiding van een boodschap - vormen een krachtige metafoor voor het creatieve proces, dat ieder mens kent. Het lijdensverhaal van Jezus - de kern van het christendom - is een verhaal over iemand die erin slaagt zich te bevrijden. Die de overstap maakt naar een leven waarvan hij zelf vormgever is. 
 We zijn als mens allemaal uit op zo’n ontwikkeling. We zoeken naar ideeën voor verandering - voor onszelf of voor de samenleving. We proberen die praktisch vorm te geven. We moeten daarvoor afscheid nemen van onze oude manier van doen. Verandering gaat vrijwel altijd gepaard met lijden. Maar dan is het ook mogelijk dat zo’n idee doorzet en zich verspreidt.
 
 150

‘The Power of Myth’ - Joseph Campbell - 1988

- 187 -


Voor veel mensen was het bevrijdend, dat we gaandeweg de benauwde dogma’s en instituten van religie naast ons neer hebben gelegd. Maar we zijn er ook iets door kwijt geraakt: kennis over het verloop van veranderingen, de rituelen om die kennis over te dragen en de taal - de woorden - om er met elkaar over te spreken.
 
 ANTROPOTECHNIEK - De hedendaagse Duitse filosoof Peter Sloterdijk heeft dat gebrek goed aangevoeld.151 Hij omschrijft dat we onszelf die taal van verandering weer moeten aanleren. Daartoe worden we in deze tijd gedwongen door de ecologische en en economische crisis waarin we ons bevinden. Die eisen dat we diepgaande veranderingen gaan doormaken. En daar hebben we een taal voor nodig.
 
 Sloterdijk noemt dat ‘antropotechniek’. Hij vindt dat mensen voortdurend moeten oefenen om hun leven te veranderen en daarmee zichzelf te herscheppen. De mens kan dat volgens Sloterdijk niet alleen: we moeten ons samen met anderen overgeven aan rituelen, verhalen en oefeningen. En zelfs aan profeten, die een collectief heil - een betere wereld uitdragen. Dat hoeft niet - zoals vroeger - per se binnen één religie. Dezelfde principes zitten volgens Sloterdijk ook in sport of yoga. Waar het om gaat, is dat we ons weer samen overgeven aan een cultuur van verandering. Een cultuur die met een taal, met rituelen, technieken en oefeningen gericht is op een verbetering van het menselijk bestaan.
 
 De inspirerende historicus Huizinga noemde dat een cultuur die gericht is op ‘een streven.’152 Een cultuur die is gericht op her realiseren van een ideaal, dat meer is dan het welzijn van een individu. Cultuur moet zijn gericht op een ideaal voor de gemeenschap als geheel. Zo’n cultuur beschermt ons tegen de grote risico’s - zoals gewelddadige reacties - die veranderingen altijd met zich meebrengen. We begrijpen dan veel beter waar we samen naartoe op weg zijn. En we laten ons niet zo snel ontmoedigen als er ’s een hindernis is. Een cultuur met een gezamenlijk streven - en stip op de horizon zouden we nu zeggen - stelt ons in staat op gezette tijden boven onszelf uit te stijgen en het onwaarschijnlijke te bereiken. Alleen zo’n cultuur maakt ons werkelijk tot mens.
 151

‘Du musst dein Leben ändern - über Antropotechniek’ - Peter Sloterdijk - 2009

152

‘In de schaduwen van morgen’ - Johan Huizinga - 1935 - Geannoteerd door George Harinck - zie ook hiervoor pagina 83.

- 188 -


Huizinga was kritisch op de westerse samenleving, omdat volgens hem dit belangrijke element - een gezamenlijk streven - in de westerse cultuur ontbrak. Hij schreef die analyse in de jaren dertig, maar z’n woorden zijn nog altijd fris en wijs. En ze zijn van toepassing op onze samenleving. Je zou willen dat onze politici Huizinga weer's zouden lezen.
 
 THEORY U - Ook in onze tijd is er gebrek aan een taal en een cultuur om gezamenlijk ingrijpende veranderingen ten goede te realiseren. Aan het MIT in de VS worden veranderingen in mensen, organisaties en de samenleving intensief bestudeerd. Met name het onvermogen van bestaande instituten - politieke partijen, overheidsinstanties en grote organisaties - was voor Otto Scharmer aanleiding om op zoek te gaan naar de bronnen van creativiteit, visie en leiderschap. Hij ontwikkelde een methode - Theory U - waardoor we in contact kunnen komen met onze diepste bronnen van wijsheid, ondernemerschap en persoonlijke groei.153
 
 Scharmer maakt - in iets andere termen - ook onderscheid in niveaus van verandering, zoals we hiervoor deden met de metafoor van de ijsberg. Hij maakt duidelijk dat ieder niveau in de ijsberg een eigen manier van verandering heeft. 
 
 
 Scharmer laat zien dat er verschillende vormen van leren zijn. We zijn gewend te leren van ervaringen uit het verleden. Maar we kunnen ook leren van de toekomst, zoals die zich nu ontplooit. Dat laatste - leren van de toekomst - is veel mensen vreemd. Toch blijkt uit onderzoek naar het gedrag van goede leiders, dat ze als het ware naar toekomstige mogelijkheden worden toegetrokken. Ze werken vanuit de ontluikende toekomst. Daar zit ook het verschil tussen managers en leiders. Managers beheersen het heden, op basis van ervaringen uit het verleden. Leiders voelen zich gedreven door de mogelijkheden van de toekomst.
 
 Daarom zijn managers in de politiek een pest…..
 
 153

‘Theory U - Leading from the future as it emerges’ - Otto Scharmer - 2009

- 189 -


Het advies van Steve Jobs verwijst hier naar. - Connecting the dots - Je moet erop vertrouwen op je hart, je lot, je karma, je intuïtie, of hoe je het maar noemen wilt - 
 
 Scharmer noemt dit ‘presencing’, een vermenging van de Engelse woorden presence en sensing. Presencing combineert het bewustzijn van onze eigen persoonlijkheid, met de gevoeligheid voor wat zich vanuit de toekomst aandient. Het is een nieuw soort leiderschap, dat mensen en groepen in staat stelt gevestigde ideeën, praktijken en zelfs identiteiten los te laten. Dat leiderschap komt op wanneer mensen ten diepste voeling hebben met wie ze in wezen zijn, zodat het individuele en het collectieve potentieel alle ruimte krijgt zich te verwezenlijken.
 
 Theory U is een visie op leiderschap en innovatie, maar ook een praktische methode. Otto Scharmer ontwikkelde oefeningen en technieken, die een basis leggen voor samenwerking in innovatie en vooruitgang. Het processen van verandering blijken we te kunnen indelen in verschillende fasen - grofweg in luisteren, invoelen en handelen. Die indeling vormt ook een taal, die het mogelijk maakt veranderingen te begrijpen. 
 
 DOWNLOADEN
 
 
 
 SENSING
 
 
 Theory U omschrijft bijvoorbeeld dat het voor succesvolle veranderingen niet voldoende is om daadkrachtig te handelen. De verbinding tussen een open mind, een open hart en een open wil is belangrijk. De methode komt zo dicht bij het combineren van 'hoofd, hart en handen’, dat als oude wijsheid diep in allerlei culturen aanwezig is.
 
 
 LEAN INNOVATION - Theory U laat zien dat er blijkbaar een universele taal bestaat

- 190 -


voor verandering. Die taal waren we even kwijt aan het eind van de 20e eeuw, in de tijd waarin we dachten dat de wereld wel zo'n beetje af was. Nu is er weer volop belangstelling voor die taal en voor de praktische handvatten die eruit voortkomen. 
 
 In de start-up wereld wordt nu bijvoorbeeld ‘lean innovation’ bijna als een nieuwe religie beleden. Lean is een methode om in een snel veranderende wereld een nieuw product te ontwikkelen. De methode gaat niet uit van zekerheden, maar is erop gericht om met minimale middelen zo snel mogelijk te leren van ervaringen in de praktijk. Dat leerproces wordt vastgelegd en zo nodig wordt het product aangepast aan hetgeen in praktijk is geleerd.
 
 De basisprincipes van Lean - en van vergelijkbare methoden zoals Agile en Scrum zijn niet nieuw. Ze sluiten aan bij de oude ‘taal' voor verandering, de oude principes die we kennen uit oude wijsheid tradities. Dat die oude principes juist in deze tijd weer zo belangrijk worden gevonden is begrijpelijk. Door het hoge tempo van de technologische veranderingen is het lerend vermogen - van mensen en organisaties - nu veel belangrijker dan in de tweede helft van de 20e eeuw. De randvoorwaarden van een bedrijf lagen toen min of meer vast. Succes werd grotendeels bepaald door efficiency binnen bekende omstandigheden. Voldoen aan gedetailleerde regels en protocollen leverde in die periode de meeste zekerheid en efficiency op.
 
 Dat is veranderd. Efficiency is natuurlijk nog steeds belangrijk, maar ligt nu binnen het bereik van iedereen. Het levert geen voordeel meer op ten opzichte van concurrenten. Bedrijven zien nu niet efficiency, maar snelle innovatie als hun 'competitive advantage’. Daardoor is het niet meer zo belangrijk te voldoen aan oude uitgangspunten en bestaande regels. Integendeel, het gaat bij innovatie juist om het veranderen van die oude regels.
 
 Veel mensen - en organisaties - worden daar onzeker van. Mensen nemen door die onzekerheid signalen van buiten minder goed tot zich, ze luisteren slechter en ze oordelen te snel. En dat sluit hun ‘open mind’ af - om met Theory U te spreken. Ook

- 191 -


komt het voor dat mensen cynisch zijn over mogelijke innovaties - ze hebben dan geen ‘open hart’ meer. Of dat ze angstig worden, waardoor het ze ontbreekt aan de 'open wil’, die zo belangrijk is bij innovatie.
 
 
 6.2

DE CLASH TUSSEN LEAN & THEORY U

6.3 NAVIGEREN NAAR DE TOEKOMST

Theory U 
 
 
 
 6.4

GAAN WE LANGZAAM KANTELEN OF VERSNELLEN?

Een andere reden waarom we vooruit is het tempo waarin ze zich aan ons voordoen. Niet alle veranderingen gaan even snel. Hoe komt dat? Er wordt veel studie gemaakt van het verloop van veranderingen. Bijvoorbeeld in de evolutietheorie. Toen we door Darwin de evolutietheorie als uitgangspunt voor de voortdurende verandering van het leven zijn gaan nemen, hadden we daarmee nog geen goede verklaringen voor het tempo waarin soorten zich aanpassen. Gaat dat snel of juist langzaam?
 
 Een belangrijke verfijning van de evolutietheorie is de theorie van het ‘punctuated equilibrium’, - onderbroken evenwicht - het verschijnsel dat er plotselinge sprongetjes optreden in de ontwikkeling van fossiele soorten, zoals we die kunnen volgen

- 192 -


in de opeenvolgende geologische lagen.154 Het idee achter die theorie is dat soorten gedurende lange tijd niet of nauwelijks veranderen, en dan door externe omstandigheden in korte tijd een enorme verandering doormaken. Deze theorie voorspelt dat overgangen van de ene soort naar de volgende zeer zeldzaam zijn, maar áls het gebeurt, gebeurt het plotseling en snel.
 
 De tegenhanger van deze theorie is ‘fyletisch gradualisme’, een theorie die zegt dat soorten voortdurend, maar heel langzaam veranderen. Er heeft uitgebreid paleontologisch onderzoek plaatsgevonden, waarin de beide hypothesen zijn getoetst. Van beide modellen zijn voorbeelden in de evolutie gevonden.
 
 Zijn die twee richtingen ook van toepassing op veranderingen in de samenleving? Matt Ridley denkt van wel. In zijn boek ‘The Evolution of Everything’ schets hij dat evolutie niet alleen betrekking heeft op de ontwikkelingen van biologische soorten, maar ook op de samenleving, technologie, taal, het recht, enzovoorts. Het boek ontmoette veel kritiek uit wetenschappelijke kring, maar de vraag is interessant. Gaan ontwikkelingen in de samenleving plotseling en snel? Of langzaam voetje voor voetje?
 
 De ’punctuated equilibrium’-theorie is in de jaren negentig ook door anderen gebruikt om de veranderingen in complexe sociale systemen - bedrijven, markten, de politiek - te begrijpen. De toepassing van de theorie op de Amerikaanse politiek suggereert bijvoorbeeld dat het systeem langdurige evenwichten kent, die door een sterke verandering van omstandigheden plotseling kunnen worden verstoord. Daarna kunnen snelle radicale veranderingen in besluitvorming, politiek verhoudingen of zelfs het systeem plaatsvinden.155 Ook in kringen van tech-bedrijven spiegelt men zich graag aan het ontwrichtende karakter van veranderingen. Hiervoor zagen we dat sommige startups door nieuwe technologieën, nieuwe businessmodellen, en nieuwe organisatievormen in staat zijn in korte tijd exponentieel te groeien: ze worden scale-ups.
 
 154

De theorie is in de jaren ´70 van de 20e eeuw geformuleerd door de paleontologen Niles Eldredge en Stephen Jay Gould.

155

Frank Baumgartner en Bryan Jones - ‘Agendas and Instability in American Politics’ -1993

- 193 -


Het tegendeel komt ook voor. Bij het streven naar een betere samenleving wordt in kringen van overheid en maatschappelijke organisaties juist verwezen naar het langzame karakter van veranderingen. Sommigen beweren dat - net als in de natuur - veranderingen van grote systemen altijd langzaam beginnen. Jan Rotmans ziet het proces van verandering naar een duurzame economie als ‘kantelen’: eerst gaat het langzaam en moeizaam en opeens rolt de boel door.156 Er wordt uitgegaan van een bottom-up beweging - een grass-root-beweging - die langzaam op gang komt en pas na een bepaald punt ‘kantelt’ en daarna algemeen wordt geaccepteerd. Zo’n transitie kan wel jaren in beslag nemen. 
 
 = zwak stukje Maar waarom zou het eigenlijk langzaam moeten gaan? Wat zou ervoor nodig zijn om van maatschappelijke ontwikkelingen snelle scale-ups te maken? Kunnen we met andere woorden de hierboven omschreven inzichten gebruiken voor versnelling naar een betere wereld? Hierboven beschreven we dat digitale technologie in allerlei markten en maatschappijen systemen nu al paradigma shifts en verstrekkende disruptie teweeg brengt. Waarom zou dat met betrekking tot duurzaamheid anders moeten zijn? Er is geen reden waarom dat niet geldt voor de invloed van technologie op duurzaamheid. Scaling van duurzame initiatieven zal binnen afzienbare termijn voortkomen uit combinaties van entrepreneurial skills, exponentiële technologie, engagement in media, en de bijdragen van impact investors. Het kan sneller dan we denken. Zo snel als we zelf willen.
 
 
 6.6

GEDWONGEN WORDEN TOT VERANDERING

Waarom zouden maatschappelijke veranderingen eigenlijk langzaam moeten gaan? Is de dynamiek Gek onderscheid tussen sociale veranderingen en snelheid in ondernemingen speed/ gary hamel/ ismael en van Geest
 
 Technologische groei altíjd in fasen verloopt.157 Het lijkt erop dat we aan de vooravond staan van een fase, waarin nieuwe technologieën in hoog tempo markten 156

157

‘In het oog van de orkaan - Nederland in transitie’ - Jan Rotmans - 2012 Zie 5.4 - ‘Technological Revolutions and Techno-economic Paradigms’ - Carlota Perez - Talinn University 2009

- 194 -


gaan veranderen en de basis kunnen worden van een duurzame economie.
 
 De paradigma shifts die dat mogelijk gaan maken vinden nú plaats. Sneller dan we denken zal deze fase worden gevolgd door een fase van volwassenheid, een fase van toenemende duurzame productiviteit, lange termijn groei en gezonde return on investments. De veranderde paradigma's zullen dan als logisch en natuurlijk aanvoelen. Binnen afzienbare tijd zullen we niet meer begrijpen waarom we het ooit anders hebben gedaan.
 
 Lester Thurow - Werkt innovatie in groepen? Of kunnen alleen individuen het? Politieke uitdaging? Social Innovation? - Change requires individuals who recognize that new things can be done and who take the initiative to get them done ... The existing bureaucracies, public and private, will not take on the job of changing what is.
 
 Wat zijn de factoren, waaraan we kunnen afmeten of een gevestigd bedrijf, een maatschappelijke instelling of een markt rijp is voor zulke disruptie? Er zijn drie duidelijke factoren te onderscheiden.158 
 
 TRANSPARANTIE - Het ontbreken van transparantie is een veel voorkomend gebrek in markten, bedrijven en klantrelaties. De zorgsector in Nederland is typisch een markt, die door gebrek aan transparantie rijp is voor disruptie. Ook financiële dienstverlening is vaak niet transparant en daardoor toe aan nieuwkomers, die de markt wezenlijk gaan veranderen. 
 
 VERSPILLING - Een tweede gebrek is verspilling. In veel markten en bedrijven is nog steeds sprake van grote verspilling van activa en productiemiddelen. Naast verspilling in productieprocessen, bestaat verspilling ook uit het ongebruikt laten van reeds gefabriceerde producten en diensten. De auto die maar een gering percentage van z'n leven actief is, en de woonruimte die we ook tijdelijk aan anderen ter beschikking kunnen stellen zijn daarvan concrete voorbeelden.
 
 158

Annet Aris - INSEAD - o.a. FD maart katern - 2015

- 195 -


KEUZE - Gebrekkig keuze is de derde factor die bepalend is voor disruptie. Klanten worden door bedrijven nog steeds in een keurslijf gedwongen. Een pregnant voorbeeld is geforceerde reclame in de mediamarkt. De recente stap van Apple om add-blockers te faciliteren, is een signaal dat de mediamarkt - opnieuw - klaar is voor disruptie. ‘Advertising as we knew it’ is aan het eind van z'n levenscyclus. Wat dat betekent voor gesettelde mediabedrijven - en dus voor hun belangrijke journalistieke activiteiten - is nog maar nauwelijks als maatschappelijke discussie aan de orde geweest.
 
 Een groot aantal bestaande markten en bedrijven - en allerlei andere organisaties in de maatschappij - bieden ons nu nog geen transparantie, keuze en efficiency. Ze zijn ze ‘ready for disruption’: ze zullen binnen afzienbare tijd worden vervangen door digitale organisaties ie dat wél kunnen bieden. Vaak missen die bedrijven de essentie van ‘alles wordt data’ - 3 niveaus van innovatie. ben je een software bedrijf of niet
 
 Als een organisatie in de gezondheidszorg zichzelf niet definieert als software bedrijf, dan wordt een bedrijf dat dat wel doet een concurrent.
 Ook verzekeringsmaatschappijen XXXXX voorbeeldjes
 
 
 6.7 TOOLSET VOOR VERANDERINGEN
 
 De focus op internet van mensen die na 1995 zijn geboren leidt tot waarden, die wezenlijk anders zijn dan de 20e eeuwse waarden. Die waarden van het internet zien we nu ook op andere plekken in de samenleving opkomen. Dit is een van de redenen, waarom de oude 20e eeuwse ondernemingen, politieke partijen, publieke omroepen en andere maatschappelijke organisaties er steeds minder in slagen om talentvolle mensen uit de huidige generatie aan zich te binden. Mensen die leven vanuit de waarden van het internet verbinden zich niet alleen anders met elkaar, ze consumeren informatie niet alleen anders, maar - en dat is veel belangrijker - ze kijken ook anders naar de samenleving. Organisaties kunnen alleen nog maar succesvol functioneren als rekening wordt gehouden met die verschuiving

- 196 -


naar denken vanuit de waarden van het internet.
 
 Joi Ito - Director van het MIT Medialab - onderkent die menselijke tekorten bij het vormgeven van verbeteringen. Hij stelt vast dat technologische innovaties nu zó snel gaan, dat ons vermogen om ze te begrijpen en op de juiste wijze toe te passen daarbij achter blijft. We hebben niet meer de juiste cognitieve toolset om de complexe veranderingen aan te kunnen. Hij omschrijft negen principes, die we kunnen gebruiken om te navigeren in een uitdagende en onzekere wereld.159
 
 EMERGENTIE - Vroeger was het leven eenvoudig. Er was kennis in de wereld en die kwam van God. Die kennis werd vervolgens verspreid door profeten, sjamanen, priesters en andere ‘wijze' leden van een gemeenschap. Dat rechtlijnige systeem van het verspreiden van kennis via 'experts' is heel lang overeind gebleven. We zien nu in hoog tempo een ander systeem ontstaan voor de verwerving en verspreiding van kennis: emergentie.
 
 Onze basis houding ten opzichte van kennis en informatie is de laatste tien jaar enorm veranderd: vrijwel alle bestaande informatie is nu voor iedereen beschikbaar. En iedereen kan bijdragen aan nieuwe informatie. Informatie is daardoor emergent: het komt voort uit een netwerk. En dat netwerk is daardoor al snel beter geïnformeerd dan het individu.
 
 Dat is niet zonder problemen. De opkomst van ‘fake news’ is een van de minder fijne kanten van emergente informatie.
 
 PULL OVER PUSH - 
 
 
 EEN KOMPAS IS BETER DAN EEN KAART -
 
 RISCO VOOR ZEKERHEID -

159

‘Whiplash - how to survive our future faster’ - Joi Ito - 2016

- 197 -


ONGEHOORZAAMHEID VCOOR REGELTJES -
 
 PRAKTIJK VOOR THEORY -
 
 DIVERSITEIT VOOR KUNDE
 
 WEERBAARHEID VOOR KRACHT - 
 
 SYSTEMEN VOOr OBJECTEN -
 
 
 
 6.7

DURF AF TE WIJKEN

FIRST PRINCIPLES - Perhaps most crucially, it trained him in "first principles thinking," a mode of inquiry that relentlessly pursues the foundations of a problem. "I think it's important to reason from first principles rather than by analogy," Musk said in an interview with Kevin Rose. "The normal way we conduct our lives is we reason by analogy," he said. "[With analogy] we are doing this because it's like something else that was done, or it is like what other people are doing.
 
 [With first principles] you boil things down to the most fundamental truths … and then reason up from there."
 
 The first-principles approach has deep roots. Over 2300 years ago, Aristotle said that a first principle is the "first basis from which a thing is known" and that pursuing first principles is the key to doing any sort of systemic inquiry — whether in philosophy, as he did, or in business, as Musk does. While Musk admits that arguing from first principles "takes a lot more mental energy," you can end up with novel or even groundbreaking results. The first-principles method was crucial for the start of SpaceX. When Musk and his team were trying to estimate how much the first SpaceX rockets would cost, they could have just looked at the products on

- 198 -


the market. But as the blog 99u points out, his team didn't settle for that analogybased argument. Instead, they figured out what the necessary parts of a rocket were, and then found out how much the raw materials of those parts would cost. The result was startling: SpaceX could build a rocket for about 2% of the typical price. So much for conventional wisdom. In his interview with Rose, Musk provided another example: Someone could — and people do — say battery packs are really expensive and that's just the way they will always be because that's the way they have been in the past. They would say, "It's going to cost $600 / kilowatt-hour. It's not going to be much better than that in the future.” But first-principles thinking will not heed the pundits' advice. Instead, you start asking fundamental questions. Musk continues: What are the material constituents of the batteries? What is the spot market value of the material constituents? It has carbon, nickel, aluminum, and some polymers for separation, and a steel can. Break that down on a materials basis, if we bought that on a London Metal Exchange, what would each of these things cost? Oh jeez, it's $80 / kilowatt-hour. Clearly, you need to think of clever ways to take those materials and combine them into the shape of a battery cell, and you can have batteries that are much cheaper than anyone realizes. The takeaway: With first-principles thinking, you attack problems from a different angle, potentially making much better decisions.
 
 DURF DOOR TE VRAGEN - 5 WHY’S
 
 DURF GROOT TE DENKEN BLACK SKY THINKING
 
 EEN 100 JAREN PLAN
 
 6.10

SECOND CURVE - WANNEER MOET JE BEGINNEN?

- 199 -


- 200 -


07

OPLOSSINGEN - ONDERNEMEN IN DE 21 EEUW

7.1

Mercator Sapiens

7.2

Circulaire economie !!!! Grondstoffen

7.2

Key questions for classic value creation/ confrontatie neo-liberalisme

capitalism/ ecologie
 7.3

Shared value creation

7.4

Social enterprises

7.5

Collaboratie value creation/crowd based capitalism Locatie 5650 bij

Mason
 7.6

Impact investing

7.6

Organisaties van de toekomst; de omvang van ‘firms’ hangt nu sa-

men met transactiekosten - Nobelprijs winnaar Coarse in The Nature of the Firm - noot 631 op bladzijde 197 - ook over block chain - 228 Thesis on Rifkin Organisation

Morphology - Coase noot 764

7.1

De grenzen van het oude kapitalisme.

7.2

Classic value creation

7.3

Shared value creation

7.4

Social enterprises

7.5

Collaborate value creation

MONDRASGON - zie PDF
 7.6

Organisaties van de toekomst

7.7

Impact investing

7.8

Circulaire economie

7.9

Eco modernisme - connecting ecology, technology and capitalism

- 201 -


7.1 MERCATOR SAPIENS
 
 ‘De wijsheid veracht de rijken niet, maar staat positief tegenover hen. Doch op één voorwaarde, namelijk, dat ze rijk zijn zonder iemand onrecht te doen, prachtvol maar zonder overdaad, vrijgevig doch zonder vertoon, deftig maar zonder kleingeestigheid, godsdienstig maar zonder bijgelovigheid.’
 
 In 1632 werd in Amsterdam een Athenaeum Illustre gevestigd, de voorloper van de huidige universiteit. De hooggeleerde Caspar Barlaeus hield bij deze opening een rede onder de titel: ‘Mercator Sapiens’ - de wijze, erudiete koopman. Barlaeus’ toespraak werd een klassieker. Hij sprak zijn rede uit toen Amsterdam het belangrijkste economische knooppunt van de westerse wereld was. De Republiek was een nieuwe, succesvolle natie. Met stedelijke gemeenschappen die veilig voelden, maar tegelijk volledig open stonden naar de buitenwereld. Een natie met de burgermentaliteit van handel en ondernemerschap, waarbinnen ook intimiteit en vertrouwen konden worden gekoesterd.
 
 Barlaeus omschreef in zijn toespraak het zeventiende-eeuwse ideaalbeeld van de Nederlandse burgerkoopman. De koopman met de mentaliteit van de Europese renaissancemens, de universele figuur die de hele wereld in zich opneemt. Handelsman, bestuurder, diplomaat, wetenschapper, dichter en luitspeler ineen. Constantijn Huygens in het klein.160 
 
 Die combinatie van ondernemen, overvloed en wijsheid is ons vreemd geworden. Zeker na de kredietcrisis van 2008 zijn we die combinatie gaan wantrouwen. En terecht. Bedrijven zoeken steeds opnieuw bewust de grenzen van het toelaatbare op om klanten te verleiden. En ze gaan er vaak overheen. Dat was al zo in voorgaande eeuwen en het lijkt bij veel nieuwe digitale platformen ook schering en inslag. Schade aan anderen en aan de samenleving leek lange tijd de essentie te zijn van het kapitalistische systeem.
 
 Veel mensen verwarren die harde kant van het kapitalisme met ‘ondernemen’ op 160

‘Mercator Sapiens’ - Raiffeisenlezing Geert Mak - 2004

- 202 -


zichzelf. Ondernemerschap is het combineren van grondstoffen, arbeid, geld en informatie. Het zien van kansen, die ontwikkelen en benutten, zodat waarde wordt gecreëerd voor de samenleving, je omgeving en voor jezelf. Daar is op zichzelf niets mis mee. Sterker nog, de samenleving wordt er beter van. Zo bezien is ondernemerschap altijd nodig voor het realiseren van maatschappelijke waarde.
 
 Maar het valt niet te ontkennen dat er altijd spanning is geweest tussen markt en moraal. Barleus waarschuwde al: ‘Er is geen verderfelijker mening het mensenleven binnengeslopen, dan die welke het eerlijke van het nuttige heeft gescheiden. Vanwaar immers komen de contracten, die te kwader trouw zijn gesloten, de valse getuigen, de ongeoorloofde woeker, de betalingen van schuld met geleend geld, de kunst om gouden munten te vervalsen, de besnoeiingen van muntstukken? Dat alles komt alleen maar voor, omdat we bij het handeldrijven slechts letten op de voordelen, en dat we alles wat er gemeen, onrechtvaardig en vals in is, niet zien.’
 
 Ondernemingen lijken in morele zin niet altijd te kunnen uitstijgen boven het commerciële evenwicht in de markt. En mensen maken niet altijd de beste keuzen voor zichzelf. Vrije markten leiden daardoor ook tot immorele resultaten.161 In de 20e eeuw is de overheid daarom grenzen gaan stellen aan de vrijheid van ondernemingen. Een goede zaak, maar kan ondernemerschap niet ook worden uitgeoefend zonder de evidente nadelen van het harde kapitalisme? Kunnen ondernemers verantwoordelijkheid nemen voor de samenleving?
 
 Steeds meer ontwikkelingen, initiatieven en sociale ondernemingen vormen samen het terrein van ‘profit based impact’: het realiseren van maatschappelijke waarde door nieuwe vormen van ondernemen, zonder de nadelen van het oude kapitalisme. Die ontwikkeling gaat verder dan kleine idealistische initiatieven, die geen invloed hebben op de markt.
 
 Het besef dat we alternatieve ondernemingsvormen nodig hebben dringt steeds meer door.
 
 161

‘Phishing for Fools’ - Akerlof & Shiller - 2015

- 203 -


Het dringend tijd is dit soort alternatieve ondernemingsvormen te ontwikkelen. Klimaatverandering en energievraagstukken maar ook de financiële crisis laten zien dat er grenzen zijn aan het lineaire denken in steeds maar groeiend rendement en gebruik van grondstoffen. Voor de samenleving is cruciaal dat we alternatieven ontwikkelen.’
 
 FD 22 april 2017 Jaap Winter - ‘Je zou over een heel ander soort entiteit moeten nadenken. Je zou bijvoorbeeld de klassieke agrarische coöperatie kunnen omvormen naar een model waar waardecreatie op de lange termijn voor de verschillende stakeholders er echt toe doet, een entiteit waar zowel werknemers, klanten en ook vermogensverschaffers lid van kunnen zijn. De financiers houden geen aandelen in de coöperatie, maar hebben een financieringsafspraak over hun eigen vermogenstoevoeging met een rendementsafspraak. Maar ze zijn niet de enigen die zeggenschap uitoefenen in het bedrijf. Ze moeten zeggenschap delen met andere partijen. Dat is iets wat we nu niet kennen. In de kapitaalvennootschap gaat de aandeelhouder uiteindelijk altijd voor. Natuurlijk krijg je een heel andere soort dynamiek en loop je tegen nieuwe governance-vraagstukken aan. Want hoe maak je de afwegingen als partijen het fundamenteel met elkaar oneens zijn, hoe kom je daar uit? Door veel scherper te zijn over de gedeelde doelstelling, door slim na te denken over stemverhoudingen en met een effectieve manier om meningsverschillen te beslechten kom je heel ver.
 
 
 
 CLASSIC VALUE CREATION - Voor een goed begrip van de nieuwe vormen van ondernemen is het goed te beginnen bij de effecten van digitalisering op de de klassieke 20e eeuwse onderneming. De value chain in die ondernemingen verandert nu al ingrijpend: door digitalisering dalen de kosten en veranderen traditionele productie, marketing, branding en distributie. In de periode 2000 - 2016 zijn klassieke businessmodellen gedigitaliseerd en zijn verschillende nieuwe businessmodellen opgekomen, zoals multisided platforms, the long tail, access as a service, en freemium.

- 204 -


Deze zijn intussen alweer bijna klassiek. In de nabije toekomst zullen onder invloed van digitale technologie zeker nog heel andere vormen van businessmodellen en waardecreatie opkomen. Een steeds groter deel daarvan zal zijn gebaseerd op de paradigma shifts die we hiervoor hebben benoemd: transparantie, traceability, empowerment, de kracht van netwerken enzovoorts.
 
 
 SHARED VALUE STRATEGIE - Digitale technologie verandert niet alleen de waardecreatie en het businessmodel. Transparantie en empowerment van consumenten leggen het ‘old-school’ bedrijfsleven onder vuur. Old school ondernemingen worden in toenemende mate gezien als een belangrijke oorzaak van sociale-, economische- en milieuproblemen. En hoe verfijnd de pogingen om die schade toe te dekken ook zijn - denk aan het Volkswagen schandaal - het komt altijd uit. En de gevolgen zijn dan, ook in commerciële zin, niet te overzien.
 
 We vertrouwen grote ondernemingen dus niet meer. Maar tegelijkertijd kunnen we juist van bedrijven groei, innovatie en scaling van duurzame initiatieven verwachten, die leiden tot waardecreatie en een betere wereld. Is dat een tegenstelling of kan bedrijfsmatig opereren samengaan met het streven naar een betere, duurzame wereld?
 
 Ondernemers voelen wel welke kant ze op moeten bewegen, maar blijven nu nog te vaak nog steken in windowdressing in de vorm van liefdadigheid, corporate responsibility, purpose marketing en het steunen van duurzaamheidsinitiatieven van anderen. Dat is soms nobel en nuttig, maar het effect is beperkt, omdat het de werkelijke kracht van bedrijven - drive, creativiteit en scaling van waardecreatie - niet aanspreekt. Het dienen van de belangen van de samenleving wordt vaak nog ervaren als een kostenpost, een grens of een uitruil met de samenleving. De belangen van het bedrijf en de samenleving vallen nog niet écht samen. 
 
 Kan het belang van de samenleving wél gaan samenvallen met het belang van een onderneming? Het antwoord op die vraag ligt in ‘shared value’ : waardecreatie die

- 205 -


uitgaat van het creëren van nieuwe economische waarde, terwijl tegelijkertijd en daardoor op een duurzame wijze maatschappelijke waarde wordt gecreëerd. Meer en meer bedrijven zien dat duurzaamheid niet slechts een randvoorwaarde, maar de kern van hun waardecreatie moet zijn. Ze behalen daardoor een aantoonbaar concurrentie voordeel. Een voorbeeld daarvan is het omarmen van de circulaire economie, die niet alleen goed is voor de samenleving als geheel, maar ook de onderneming zelf waarde kan opleveren.
 
 Zulke 'shared value’-strategieën creëren langetermijn waarde, waar alle medewerkers, klanten, aandeelhouders en andere stakeholders profijt van hebben. Reguliere commerciële ondernemingen als Unilever en DSM proberen de laatste jaren dit shared value denken tot basis van hun strategie te maken.
 
 SOCIAL ENTERPRISES - Steeds meer organisaties die op duurzame wijze een specifiek maatschappelijk probleem willen oplossen, gaan nog een stap verder. Ze doen dat door middel van een bedrijf dat volledig is gericht op het realiseren van dat maatschappelijke doel, de social enterprises. Zo’n social enterprise heeft dat maatschappelijke probleem als uitgangspunt. Het maken van winst is niet het hoofddoel van de onderneming. Tegelijkertijd blijft winst wel de essentie van de ondernemen, omdat winst zorgt voor continuïteit van de onderneming.
 
 Social entrepreneurs werken nauw samen met lokale communities, starten groundbreaking innovaties, waarmee kan worden voorzien in eerste levensbehoeften als water, energie, licht, brandstof en toegankelijke financiële systemen. Ze gaan partnerships aan met andere bedrijven, overheden en liefdadigheidsorganisaties. Ze creëren nieuwe businessmodellen en laten in veel opzichten de weg vooruit naar duurzame groei zien.
 
 NIEUWE BALANS - Overheid zou een nieuwe balans moeten creëren tussen markt en individu, door social enterprises voor te trekken Zie Verloop.
 
 
 7.2

COLLABORATE ECONOMY

- 206 -


Shared value strategieën nemen een grote vlucht en er ontstaan tegenwoordig mooie social enterprises. Maar er is intussen nog meer aan de hand. We zien nu netwerken en platforms concurreren met grote klassieke ondernemingen. Dit begon al jaren geleden in de mediawereld met videosites zoals youtube, maar het breidt zich nu snel uit naar andere markten. De ‘collaborate economy’ komt duidelijk tot leven.162
 
 We zien sociale initiatieven in de financiële wereld op het gebied van microkredieten, crowdfunding, en peer-to-peer lending. Maar ook community supported agriculture, en allerlei sharing initiatieven komen nu overal in de wereld op. Deze vormen van ‘lateral power’ zijn begonnen de energiemarkt, het onderwijs, gezondheidszorg en andere markten te hervormen.163
 
 SIRENE SERVERS - Kritische geluiden over de duurzaamheid van dit soort initiatieven in de zogenaamde ‘deeleconomie’- met name AirBnb en Uber - zijn op z’n plaats. Want hoewel ontegenzeggelijk materiële vaste activa (auto's, huizen etc) efficiënter worden benut in de deeleconomie, zijn de initiatieven niet altijd duurzaam in brede zin.
 
 Er is niet altijd sprake van een gelijkwaardige verdeling van de waarde onder de deelnemers. Waarde wordt aan de top verzameld - in ‘sirene servers’ zoals Facebook, AirBnB en Uber - ten koste van de deelnemers aan de basis van de piramide.164 Die kritiek is zeker terecht, maar zal de groei van netwerken en platforms op zichzelf niet tegenhouden. Integendeel, de ontwikkeling van gezamenlijke waardecreatie - collaborate value creation - is nog maar net begonnen.
 
 A SOCIALSTRUCTED WORLD? - De kritiek op networks als Facebook, AirBnB, Uber en anderen maakt duidelijk, dat ons waarschijnlijk een volgende fase wacht, waarin niet alleen waardecreatie in ondernemingen ‘socialstructed’ zal zijn, maar ook de 162

‘The Nature of the Future’ - Marina Gorbis - 2013

163

‘The Third Industrial Revolution - How lateral Power is transforming energy, the economy, and the world’ - Jeremy Rifkin - 2011

164

‘Who owns the Future?’ - Jaron Lanier - 2013

- 207 -


regulering, de democratische controle en het vertrouwen in de samenleving socialstructed zal zijn georganiseerd. Een paar voorbeelden als vingeroefening.
 
 Er beginnen netwerken te ontstaan - zoals tsu.co - die uitgaan van het principe, dat de individuele gebruiker moet worden beloond voor de waarde die hij of zij creëert. Tsu gaat uit van eigendom van data door de gebruiker, van open access en van empowerment van de individuele gebruiker. Kom daar is om, bij de halfslachtige initiatieven van grote corporates, die nu proberen vat te krijgen op de data van hun klanten. 
 
 Ook op het gebied van democratische besluitvorming zien we de eerste voorzichtige initiatieven. Eeuwenlang hebben we onze individuele beslissingsbevoegdheid in een democratisch proces overgedragen aan volksvertegenwoordigers, die samen met uitvoerders en de rechterlijke macht de overheid vormen. Dat leidde tot allerlei problemen, maar vooralsnog lijkt er geen beter systeem dan de democratische rechtsstaat, zoals we die in vanaf de 19e eeuw hebben ontwikkeld. Toch zien we nu de eerste verschijnselen, die op termijn zouden kunnen leiden tot een wezenlijk andere uitwerking van het democratische proces. In dat opzicht is het goed de ontwikkelingen rondom bitcoin en blockchain nauwgezet te volgen.
 
 Een laatste charmant, sympathiek en inspirerend voorbeeld van de kracht die van een socialstructed economy is het dorpje Crickhowell in Wales in de UK. Winkeliers in het plaatsje pikken het niet langer dat bedrijven als Starbucks en Google met creatieve methodes belastingen ontduiken, zonder dat de overheid daar tegen optreedt. Uit protest zijn ze met het hele dorp ‘offshore' gegaan, net als een machtige multinational. De ondernemers hebben zich daarvoor verenigd. Met hulp van belastingexperts hebben de ondernemers uit het dorp het brede scala aan belastingtrucs van wereldmerken zorgvuldig bestudeerd, gekopieerd en recentelijk ingediend bij de Britse fiscus. Als het plan wordt goedgekeurd kunnen de eigenaar van het dorpscafé, de boekwinkel, de bakkerij en andere ondernemers uit het plaatsje met ongeveer 2800 inwoners straks een smak belastinggeld in eigen zak houden. 
 
 De tactieken die het dorpje heeft ingezet zijn uitgewerkt in een legaal, kant-en-

- 208 -


klaar belasting-ontwijk-plan, dat eenvoudig via social media door andere dorpen kan worden nageaapt. Daarmee vormt hun actie een bedreiging voor de Britse regering en móeten politici wel in actie komen om de huidige mazen in de wet te dichten, zo hopen de ondernemers. Of het ook realistisch is moet blijken. Het is in ieder geval een inspirerend voorbeeld van ‘digital based commons’.
 
 
 7.6

ORGANISATIES VAN DE TOEKOMST

'Het is hoog tijd voor alternatieve ondernemingsvormen’ FD 22 april 2017 Jaap Winter
 
 ‘Je zou over een heel ander soort entiteit moeten nadenken. Je zou bijvoorbeeld de klassieke agrarische coöperatie kunnen omvormen naar een model waar waardecreatie op de lange termijn voor de verschillende stakeholders er echt toe doet, een entiteit waar zowel werknemers, klanten en ook vermogensverschaffers lid van kunnen zijn. De financiers houden geen aandelen in de coöperatie, maar hebben een financieringsafspraak over hun eigen vermogenstoevoeging met een rendementsafspraak. Maar ze zijn niet de enigen die zeggenschap uitoefenen in het bedrijf. Ze moeten zeggenschap delen met andere partijen. Dat is iets wat we nu niet kennen. In de kapitaalvennootschap gaat de aandeelhouder uiteindelijk altijd voor. Natuurlijk krijg je een heel andere soort dynamiek en loop je tegen nieuwe governance-vraagstukken aan. Want hoe maak je de afwegingen als partijen het fundamenteel met elkaar oneens zijn, hoe kom je daar uit? Door veel scherper te zijn over de gedeelde doelstelling, door slim na te denken over stemverhoudingen en met een effectieve manier om meningsverschillen te beslechten kom je heel ver.
 
 Het dringend tijd is dit soort alternatieve ondernemingsvormen te ontwikkelen. Klimaatverandering en energievraagstukken maar ook de financiële crisis laten zien dat er grenzen zijn aan het lineaire denken in steeds maar groeiend rendement en gebruik van grondstoffen. Voor de samenleving is cruciaal dat we alternatieven ontwikkelen.’

- 209 -


For decades our understanding of economic production has been that individuals order their productive activities in one of two ways: either as employees in firms, following the directions of managers, or as individuals in markets, following price signals. This dichotomy was first identified in the early work of Nobel laureate Ronald Coase, and was developed most explicitly in the work of neo-institutional economist Oliver Williamson. In the past three or four years, public attention has focused on a fifteen-year-old social-economic phenomenon in the software development world. This phenomenon, called free software or open source software, involves thousands or even tens of thousands of programmers contributing to large and small scale project, where the central organizing principle is that the software remains free of most constraints on copying and use common to proprietary materials. No one "owns" the software in the traditional sense of being able to command how it is used or developed, or to control its disposition. The result is the emergence of a vibrant, innovative and productive collaboration, whose participants are not organized in firms and do not choose their projects in response to price signals.
 
 In this paper I explain that while free software is highly visible, it is in fact only one example of a much broader social-economic phenomenon. I suggest that we are seeing is the broad and deep emergence of a new, third mode of production in the digitally networked environment. I call this mode "commons-based peer-production," to distinguish it from the property- and contract-based models of firms and markets. Its central characteristic is that groups of individuals successfully collaborate on large-scale projects following a diverse cluster of motivational drives and social signals, rather than either market prices or managerial commands.
 
 The paper also explains why this mode has systematic advantages over markets and managerial hierarchies when the object of production is information or culture, and where the capital investment necessary for production-computers and com-

- 210 -


munications capabilities-is widely distributed instead of concentrated. In particular, this mode of production is better than firms and markets for two reasons. First, it is better at identifying and assigning human capital to information and cultural production processes. In this regard, peer-production has an advantage in what I call "information opportunity cost." That is, it loses less information about who the best person for a given job might be than do either of the other two organizational modes. Second, there are substantial increasing returns to allow very larger clusters of potential contributors to interact with very large clusters of information resources in search of new projects and collaboration enterprises. Removing property and contract as the organizing principles of collaboration substantially reduces transaction costs involved in allowing these large clusters of potential contributors to review and select which resources to work on, for which projects, and with which collaborators. This results in allocation gains, that increase more than proportionately with the increase in the number of individuals and resources that are part of the system. The article concludes with an overview of how these models use a variety of technological and social strategies to overcome the collective action problems usually solved in managerial and market-based systems by property and contract.
 
 
 Voor een goed begrip van de nieuwe vormen van ondernemen is het goed te beginnen bij de effecten van digitalisering op de klassieke 20e eeuwse waardeketens - value chains - in bedrijven. Die veranderen nu al ingrijpend.
 
 BUSINESS MODELLEN - In de periode 2000 - 2015 zijn klassieke businessmodellen al grotendeels gedigitaliseerd. Door digitalisering dalen de kosten en veranderen traditionele productie, marketing, branding en distributie. Daardoor zijn nieuwe businessmodellen opgekomen, zoals multisided platforms, the long tail, access as a service, en freemium.
 
 Deze nieuwe business modellen zijn intussen alweer bijna klassiek. In de nabije toekomst zullen onder invloed van digitale technologie zeker nog heel andere vormen van businessmodellen en waardecreatie opkomen. Een steeds groter deel daarvan zal zijn gebaseerd op de paradigma shifts die we hiervoor hebben be-

- 211 -


noemd: transparantie, traceability, empowerment, de kracht van netwerken.
 
 TYRANY OF THE LONGTAIL - XXXX Martin Ford
 
 CEO’S HEBBEN HET MOEILIJK - Het is voor gevestigde ondernemingen niet makkelijk goed te reageren op de mogelijkheden van nieuwe technologie en de veranderingen in markt en samenleving. Dat komt omdat een innovatieproces - een proces van vernieuwing - wendbaarheid en creativiteit vraagt. En dat is in de kern tegengesteld aan het oude streven naar efficiency in grote ondernemingen. Lenigheid en gehoorzaamheid zitten elkaar in de weg.
 
 Maar het komt ook omdat innovatie leiderschap ontbreekt. Gesettelde commerciële - maar ook politieke partijen - vinden het moeilijk de essentie en de snelheid van de veranderingen te onderkennen. Ze zijn gewend aan de eigen commerciële of bestuurlijke macht. Het vraagt een zeer lenige geest en een groot historisch besef om te zien, dat de wereld er in de nabije toekomst echt heel anders uit kan zien. En dat de wereld die heeft geleid tot de machtspositie aan grote veranderingen onderhevig is. 
 
 Partijen zonder innovatieleiderschap zijn rijp voor ontwrichting, vaak zonder dat ze het zelf in de gaten hebben. De levensduur van gevestigde 20e eeuwse ondernemingen en maatschappelijke instellingen - ook politieke partijen - staat dan ook sterk onder druk. Het tempo van technologische ontwikkelingen, global hyper competition en de druk van nieuwe startups ondergraaft de positie van gevestigde ondernemingen nu in hoog tempo.
 
 De levensduur van de top U.S. companies in de S&P 500 Index (de rijkste beursgenoteerde bedrijven in de VS) is de afgelopen jaren al dramatisch gedaald. Als dat tempo doorzet, zal naar schatting 75 procent van de in 2012 genoteerde bedrijven in 2017 zijn vervangen.165 
 
 Nieuwkomers uit onverwachte hoek - we noemen ze black swans - innoveren vaak 165

‘Creative Destruction Whips through Corporate America’ - rapport Innosight - 2012

- 212 -


beter dan bestaande ondernemingen. Zij zijn door gebruikmaking van nieuwe technologie en een nieuwe visie op markt en samenleving in staat exponentieel te groeien. Ze worden in korte tijd concurrenten van de oude ondernemingen.166
 
 De bekende innovatieve startups die in korte tijd heel vlug groeien en een beurswaarde van 1 miljard dollar bereiken - we noemen ze unicorns - zijn vaak zeer ontwrichtend. Ze zetten bestaande bedrijfsmodellen op hun kop, vaak door een bestaande beroepsgroep of een tussenpersoon geheel overbodig te maken.
 
 
 
 7.3

IMPACT INVESTING

All over the world we see a growing and healthy impact investment market growing. A standalone asset class is emerging, with an estimated value of $50 billion. In 2014 a growth of 20 procent was reported by J.P. Morgan Chase.167 But there still are some challenges in this market too, that Impact in Action should address. 168

We mention deal flow, metrics and exit scenarios.

DEAL FLOW - There seem to be a shortage in the supply and range of high-quality investing opportunities, caused by a gap in impact investing at the seed stage. Although there is both solid supply and demand for early stage impact capital, the two don’t come together effectively yet.
 
 This gap provides opportunities for innovation across the field. Social entrepreneurs need capacity building support to make their ventures investment-ready. But the seed stage gap is also an investor issue; the economics of investing $50,000 or less in an early stage social venture just don’t make sense considering the extensive due diligence, term sheet negotiation, and ongoing monitoring of such an in166

167

‘Unicorns - Why billion dollar start ups still charm us today’ - Forbes - March 2015

‘ Spotlight on the Market - The impact investor survey’ - J.P. Morgan Chase - 2014

'Impact Investment - the invisible heart of markets’ - Report of the social impact taskforce of the G8 - 15 sep tember 2014 168

- 213 -


vestment. It is clear that this is an area ripe for creative approaches, in which impact metrics should be taken into account to. Impact in Action will introduce new models for risk assessment for investors, that include impact metrics. 
 IMPACT METRICS - Impact investors consider risk, return ánd the potential impact of investing possibilities. But profit based impact initiatives are not always measuring there impact efficiently. On eco-system level Impact in Action will work on a strong set of impact metrics that meet international standards, integrating them in the curriculum of an accelerator. On start-up level the Lean methodology will stimulate metrics of this societal impact.
 
 EXIT SCENARIO’S - The basic principle of an accelerator is to nurture and scale good ideas and connect entrepreneurs to investors, who in turn - eventually - have usually have an exit scenario (‘seeking liquidity’) in mind. Does this funnel work for social enterprises as well?
 
 Yes, but the existing eco-system has to change here too. We now see the first creative solutions for exit scenario’s where the investor is not obtaining liquidity by an IPO or an acquisition, but other creative exit scenarios (like ESOP and coops, and forms of crowdsourcing). Wouldn’t it be exiting to make these creative solutions part of the curriculum of Impact in Action 2015?
 
 
 6.7

SCALING OF IMPACT - SLOW OR FAST ENTREPRENEURS?

Impact investing is often associated with slow entrepreneurship, because of the complex nature of social and environmental issues, that require system change, longer penetration periods and different sources of finance.169 This is no doubt true for ‘classic’ impact ventures that try to change the old system from a moral standpoint. 
 
 But the past decade all ready has witnessed growing optimism for finding com169

‘White paper THNK Ventures’ - Menno van Dijk - 2014 - 214 -


mercially viable solutions to global development challenges that scale fast by using new technology. Micro finance services and mobile money are examples that vividly demonstrate this potential. Information technology empowers people all over the world with health services, banking services, and open education services that are changing the system in an accelerating pace.
 
 These technological developments make profit based impact initiatives ready for the next wave.
 
 
 
 7.8

GLOBAL VERSUS LOCAL

7.9

ECO MODERNISME

Dat betekent niet dat we aan het einde van de geschiedenis zijn aangeland? De groei van de westerse economieën - en in navolging daarvan de economische groei in vele andere landen overal ter wereld - heeft in de tweede helft van de 20e eeuw tot ongekende rijkdom geleid. Maar tegelijkertijd heeft dat onze leefomgeving zwaar onder druk gezet. We slagen er nog steeds niet in lucht- en bodemvervuiling te voorkomen. Door klimaatverandering dreigen overstromingen, droogte en misoogsten. En we gaan wellicht nog nieuwe problemen tegemoet, zoals resistentie van ziekteverwekkers tegen onze medicijnen. 
 
 Lange tijd hebben in de zoektocht naar een duurzame economie voornamelijk morele en defensieve afwegingen de belangrijkste rol gespeeld. Veel mensen denken bij een duurzame economie meteen aan het tegengaan van vervuiling, aan het nastreven van klimaatbeheersing, of aan het bezuinigen op energie.
 
 Terecht. Maar daarnaast is de vraag interessant hoe de economie als systeem voor iedereen op aarde - duurzaam kan worden. De uitdaging voor de toekomst is om

- 215 -


overal ter wereld - ook in landen die nog maar net aan een fase van nieuwe economische groei zijn begonnen - die economische groei zo vorm te geven, zodat die tegelijk tegelijk ons milieu spaart. Volgens velen zit die transitie van onze economie naar duurzame groei nog maar in de opstart start fase.170 
 
 Daarvoor is een nieuwe verhouding tussen ecologie en economie nodig. Een verhouding die duurzaamheid koppelt aan economische groei en die inhoudt dat ook de inwoners van landen met een opkomende economie kunnen deelnemen aan toenemende welvaart en welzijn. Dat betekent het omarmen van optimisme, geloof in innovatie en technologie en vertrouwen in duurzaam ondernemerschap. 171

170

‘Groene Groei - naar de maatschappij van 2040’ - Alle Bruggink en anderen - 2014.

171

’An Ecomodernist Manifesto’ - www.ecomodernism.org - 2015

- 216 -


08

OPLOSSINGEN - DE BELOFTE VAN NETWERKEN

‘From a centralistic, technocratic perspective
 a landscape of local and regional institutions
 which were set up to deal with local problems are often regarded as ‘chaotic’.
 But this labeling is wrong.
 In fact, the capacity of associations set up by responsible citizens to find solutions for real problems is outstanding and more human.’ 
 
 - Elinor Ostrom, 2009.
 8.1

Samenwerken heeft een geschiedenis.

8.2

Tragedy of the commons.

8.3

Deel- of steel economie?

8.4

Digital Commons.

8.5

New coöp platforms - disrupting the disruptors

8.6

Blockchain for dummies - wat is het en wat hebben we eraan

8.7

Blockchain bull shit

8.8

Ecosysteem services.

8.9

Van wie zijn die netwerken - de opkomst van de DAO.

8.10 Nieuwe vormen van collectief eigendom
 8.11 Social physics - wat weten we van netwerken?
 8.12 Incubators/ legal frameworks
 8.13 The Windhover Transition/ transitie naar partner state 8.14 EMERGENTIE !!!!!!

- 217 -


8.1 SAMENWERKEN HEEFT EEN GESCHIEDENIS.
 
 We schreven het al eerder: we voelen dat de maatschappelijke structuren uit het verleden geen oplossing meer bieden voor de problemen van vandaag. Maar we hebben nog geen zicht op nieuwe. De kansen zijn enorm, maar oude denkpatronen zitten ons nog in de weg. Het denken over samenwerking tussen mensen is zo’n oud patroon, dat ons beperkt in het vinden van nieuwe wegen naar de toekomst.
 
 We werken eigenlijk nog steeds met elkaar samen op een manier, die we in de negentiende eeuw hebben uitgedacht. Toen ontwikkelde de natiestaat zich, hand in hand met het marktkapitalisme. Dat leidde later - in de twintigste eeuw - tot een model, waarin we de samenleving hebben verdeeld in overheid, markt en individuele burger. We zijn daar nu zo aan gewend geraakt, dat we niet meer buiten die lijntjes durven te kleuren.
 
 Tine de Moor - hoogleraar Sociale en economische geschiedenis - geeft in een mooi artikel aan, dat we in het verleden ook andere manieren hebben gekend, om het economisch reilen en zeilen vorm te geven: samenwerking tussen burgers. 172 Zulke samenwerkingsverbanden tussen burgers onderling waren zelfs eeuwenlang de meest voor de hand liggende oplossing voor maatschappelijke uitdagingen. Vanaf de late middeleeuwen, zo rond de elfde tot dertiende eeuw, werden allerlei problemen vaak collectief opgelost - door burgers onderling. Dat gebeurde grotendeels los van kerkelijke en wereldlijke autoriteiten.
 
 Het ging in zo’n collectiviteit niet om belangen van samenleving als geheel. Het uitgangspunt voor de vorming van de eerste collectiviteiten was daarom niet in de eerste plaats de woonomgeving, maar eerder de beroepsgroep. Kooplieden ervoeren in de laat-middeleeuwse economie al snel grote risico’s. Zij vormden daarom als eersten samenwerkingsverbanden. Wie investeert in handel, loopt altijd het risico dat goederen verloren gaan, niet geleverd worden, dat de betaling uitblijft, of dat een schip nog voor aankomst zinkt. Die risico's kun je beter spreiden. Door 172

‘Inspiratie uit ons institutionele geheugen’ - Tine de Moor - 2012

- 218 -


de krachten te bundelen konden groepen burgers bovendien meer druk uitoefenen op autoriteiten - zoals de stadsbesturen of de Duitse Keizer - om bepaalde privileges te verkrijgen.
 
 Het vroegste voorbeeld van zo’n samenwerking tussen kooplieden dateert al van het begin van de elfde eeuw in Tiel. Ongeveer een eeuw later dan de koopmansgilden, ontstonden ook de eerste ambachtsgilden. Een groeiende goederenmarkt zorgde ervoor dat sommige ambachtslieden onvoldoende kwaliteit begonnen te leveren of hun producten onder de prijs gingen verkopen. Door het verenigen van de ambachtslieden konden reputatie mechanismen worden ontwikkeld. Ook werden kwaliteits- en prijsafspraken gemaakt, waarmee een minimuminkomen voor de leden van het gilde kon worden gegarandeerd. Met een merkteken van het gilde maakte een ambachtsman duidelijk dat zijn product aan een bepaalde kwaliteitsstandaard voldeed en de gevraagde prijs waard was. Ook gezamenlijk inkoop was voor de gilden in de late middeleeuwen bekend terrein: door het kopen van goederen in bulk kon een goede prijs worden afgedwongen.
 
 Over het algemeen had een gilde ook een gildehuis in collectief bezit, maar ook collectief gebruik van productiemiddelen behoorde tot de mogelijkheden. Minstens even belangrijk waren de collectieve voorzieningen in het geval van ziekte, werkeloosheid of overlijden en de gevolgen daarvan voor het gezin van de leden. De eerste weduwen- en wezenuitkeringen ontstonden. Niet alle gilden voorzagen in elke vorm van sociale zekerheid of benutten alle mogelijke voordelen. Door hun vorming van onderaf was het mogelijk met de bijzonderheden van de lokale omstandigheden rekening te houden, zonder een van bovenop opgelegd stramien te volgen bij de vormgeving van hun samenwerking.
 
 Gelijktijdig met deze voornamelijk stedelijke beweging in gilden organiseerden ook boeren zich steeds voor het gemeenschappelijk gebruik van grond. Voor die tijd werden weidegronden ook wel samen gebruikt, maar dit gebeurde dan in een minder georganiseerde vorm, met minder aandacht voor een strikte regulering en bestraffen van overtredingen. Georganiseerd gemeenschappelijke gronden werden in Nederland bekend onder allerlei namen, waaronder het bekende ‘meenten’.

- 219 -


We zouden ze nu ‘commons’ noemen. Overal in West-Europa werden zulke commons ingericht. Ze bleven tot het eind van de achttiende eeuw een belangrijke rol spelen in de organisatie van de landbouw.
 
 Ook de oorsprong van de Nederlandse waterschappen moet worden gezien als een samenwerkingsvorm tussen burgers met een gemeenschappelijk belang. Door samenwerking probeerden de leden van het waterschap zo efficiënt mogelijke het land –en de voeten– droog te houden.
 
 Tine de Moor geeft terecht aan dat deze samenwerkingsvormen uit het Nederlandse collectieve geheugen zijn verdwenen. Dat is het gevolg van een aantal factoren, die vanaf de achttiende eeuw zulke gemeenschappelijkheid bedreigden. Dat gebeurde in heel West-Europa. In Engeland is tussen 1760 en 1820 de beruchte ‘Enclosure’ bepalend geweest voor het verdwijnen van de gemeenschappelijke weidegebieden. Omdat technologische uitvindingen grootschalige landbouw mogelijk maakten, begonnen feodale landheren zich de gemeenschappelijke gronden van de bevolking toe te eigenen. De gemeenschappelijke gronden verdwenen en maakten plaats voor de grote estates, waarvan de eigenaren zelfs een eigen maatschappelijke klasse vormden.
 
 Een tweede factor is de opkomst van het idee van privaat eigendom. Onder invloed van het verlichtingsdenken werd privaat eigendom vanaf de 18e eeuw gezien als hét middel bij uitstek om economische groei te stimuleren. Denk aan de invloed van Adam Smith, die we eerder bespraken. Het individu diende zich te kunnen verzekeren van de resultaten van zijn inspanningen op het land of in de handel. Daarvoor werd privé bezit een must. 
 
 Een derde factor die leidde tot het verdwijnen van collectiviteiten is de verandering in bestuurlijke modellen. Onder druk van de opkomende natiestaten verdween de lokale bestuurlijke vrijheid, die noodzakelijk was om collectieve actie en eigendom goed te kunnen organiseren.
 
 Die collectieve organisaties zijn daardoor weggeraakt uit ons geheugen. We heb-

- 220 -


ben in Nederland in de 19e en 20e eeuw nog wel een traditie gehad in coöperaties, met name in de bank- en verzekeringssector en in de sociale woningbouw. Maar na de privatiserings- en dereguleringsgolf van de jaren negentig van de twintigste eeuw - het tijdperk ‘Netelenbos’ - en de schandalen die daar op volgden, zijn we het geloof daarin verloren. Ook die privatiseringsgolf uit de jaren negentig moeten we bezien vanuit het beperkende denkkader: individu, staat en markt. Toen we vonden dat de overheid op allerlei terreinen niet goed functioneerde zijn we gaan geloven dat de markt de oplossing van al onze problemen was.
 
 Organisaties voor collectieve actie zijn daardoor aan het einde van de twintigste eeuw nog sterker naar de achtergrond gedrongen. De indeling individuele burgermarkt-staat is voor ons nu zo logisch, dat we oplossingen voor collectieve problemen óf van de markt óf van de staat verwachten. In onze huidige samenleving is het zelfs gewoon geworden dat de overheid voor de burger denkt: individuele problemen worden vanuit een (inter)nationaal wetgevend kader benaderd. Hoe dat kader eruitziet, wordt in een democratie niet bepaald door de burger zelf, maar door hun vertegenwoordigers en afgevaardigden.
 
 De huidige aanpak, waarbij problemen op een lokaal niveau standaard via een nationaal of internationaal wetgevend kader worden geregeld, levert een groot aantal problemen op. ‘Free riding’ is zo’n probleem, mede door de groepsgrootte, door de anonimiteit van de deelnemers, of door het gebrek aan identificeerbaarheid van overtreders. De burger is nog weinig betrokken bij het oplossen van dagelijkse problemen en vertrouwt er inmiddels ook op dat ‘de overheid’ voor alles een oplossing heeft. Dat leidt tot steeds grotere onvrede, omdat de overheid die oplossingen vaak niet heeft.
 
 Ger van Dijk, hoogleraar Coöperatieve Strategie aan de Nyenrode Business Universiteit, wijst erop dat veel burgers het gevoel hebben dat de overheid niet meer altijd in staat is om de beste resultaten te leveren. ’Burgers hebben vlijmscherp door wat er aan de hand is. Als klant bij de overheid, of als werknemer bij bedrijven zien ze dat veel organisaties niet meer van hen zijn. De onderlaag is losgezongen van de bovenlaag. Het verontrustende is dat we de hele samenleving op die ge-

- 221 -


dachte hebben ingericht. Daar komt ook al het toezicht vandaan. Nederland dreigt te bezwijken onder de hoeveelheid toezichthouders, die denken dat zij het maatschappelijk rendement moeten bewaken. Een gigantisch misverstand. Ze zadelen ons juist op met inefficiënte en overbodige bestuurslagen, want die proberen op hun beurt weer te voldoen aan de eisen van de toezichthouder. Ze zijn dus met andere dingen bezig dan een betere dienst of product.’173 Het verbaast dan ook niet dat we nu overal in de samenleving burgers zien die zelf hun energie, onderwijs, zorg en zelfs hun digitale valuta willen regelen. De overheid moet er nog aan wennen, maar burgers weten het al lang: ze kunnen veel dingen nu beter zelf ter hand nemen.
 
 Naast de onvrede over de resultaten van de overheid, leiden ook de nieuwe digitale mogelijkheden tot steeds meer samenwerkingsvormen tussen burgers. Burgers zijn door internet nu mondiger, en beter op de hoogte. Van eenvoudige buurtapps tot complexe ‘how-to’ handleidingen en verdiepte wetenschappelijke kennis, alles is beschikbaar op het internet. In veel gevallen gratis. Voor samenwerking tussen mensen komen nu bovendien nieuwe modellen op. Cooperatieve platformen worden steeds meer ondersteund door de laatste digitale technologie, zoals internet of things en blockchain.
 DIGITAL COMMONS - Door die nieuwe vormen van samenwerking ontstaat vaak collectieve waarde. In dat verband valt weer vaak het begrip ‘commons’. Bij dat begrip denken we vanwege de historie vaak aan gezamenlijke landbouw- en veeteelt of visserij. Maar ook immateriële waarde, zoals cultuur en ideeën delen we gezamenlijk. Taal is een mooi voorbeeld. Van wie is de Nederlandse Taal? Niet van een individu en ook niet van de overheid. Taal is het besturingssysteem van onze maatschappij. Toch is er geen individuele of coöperatieve eigenaar. We gebruiken de taal gezamenlijk, we dragen er allemaal aan bij en we dragen er allemaal verantwoordelijkheid voor. De taal verandert, zelfs als autoriteiten het daar misschien niet helemaal mee eens zijn.

173

Ger van Dijk - artikel FD door Rob de Lange - 30 april 2016 .

- 222 -


Op dezelfde manier zien we de laatste tijd ook ‘digital commons' ontstaan. Digitale commons zijn netwerken, platformen, software, data en algoritmen, die geen eigendom zijn van een specifieke rechtspersoon - een individu of een organisatie. Ze zijn van waarde voor iedereen zónder dat individuele of coöperatieve eigendom daarvoor nodig is. 
 
 Wikipedia is een bekend voorbeeld. Dat kennisnetwerk is in korte tijd een grote speler geworden in het verstrekken van gratis informatie. Het netwerk heeft echter geen individuele of coöperatieve eigenaar, iedereen kan er gebruik van maken en iedereen kan eraan bijdragen. Er is wel een organiserende foundation, maar die is geen eigenaar in klassieke zin. Wikipedia is een digitale commons.
 
 Linux is een ander voorbeeld. Het open source besturingssysteem voor computers, is in korte tijd een geduchte concurrent geworden van commerciële alternatieven, die wel in privaat eigendom zijn ontwikkeld. Ook Linux heeft een foundation die organisatorisch actief is, maar ook die Linux-foundation is geen eigenaar van het product.
 
 Ook Bitcoin en andere digitale valuta - voor zover die open source worden ingericht - kunnen we zien in hetzelfde perspectief: iedereen kan bijdragen aan het blockchain datanetwerk dat eraan ten grondslag ligt, terwijl niemand daarvan exclusief de eigenaar is.
 
 
 
 Nieuwe voorbeelden Enspiral, Lumioo etc opnemen
 
 Nieuwe voorbeelden van open data/ open algorithms opnemen
 
 8.2

TRAGEDY OF THE COMMONS

Het samen opbouwen van zo’n open source ontwikkeling - een digital commons is in deze tijd al een natuurlijke zaak voor kenniswerkers, die met afgesloten gepri-

- 223 -


vatiseerde kennis vaak niet meer goed kunnen werken. Wikipedia, Linux en Bitcoin en vele andere netwerken en platforms zijn nieuwe productieve gemeenschappen, die in de digitale wereld samen een vrij toegankelijke waarde opbouwen, in de vorm van open source software, open design, open data en open informatie.
 
 Het zou naïef zijn te veronderstellen dat die nieuwe mogelijkheden van samenwerking er als vanzelf tot een beter wereld zullen leiden. We zullen straks laten zien dat daar inderdaad grote kansen liggen. Maar van oudsher kent samenwerking tussen burgers ook de nodige problemen.
 
 Een daarvan is ‘the tragedy of the commons’. Dat idee vat het gevoel goed samen dat sommige mensen hebben over de oude - en de nieuwe - samenwerkingsvormen. Het idee stamt uit de rechtseconomie en de speltheorie. Het beschrijft hoe volledige individuele vrijheid bij gemeenschappelijk gebruik van goederen leidt tot onderbenutting of overexploitatie ervan. Elk individu streeft immers naar maximalisatie van het eigen nut, terwijl hij of zij de kosten zoveel mogelijk zal willen verdelen over alle gebruikers van de goederen.
 
 Volgens het originele werk over de ‘tragedy van de commons' zijn alle commons gedoemd te mislukken,174 Dat idee wordt nog steeds gebruikt om privé eigendom te verdedigen, ook als collectief of coöperatief eigendom heel goed mogelijk is. Het probleem is dat het idee dat commons niet zouden werken onjuist is. Natuurlijk komt het voor dat mensen uit egoïsme voordeeltjes proberen te halen ten kosten van anderen. Dat zien we zelfs op grote schaal: het leegvissen van zeeën en luchtvervuiling als gevolg van industrie en autoverkeer. De oorzaak ervan is steeds dat wanneer individuen gebruikmaken van een ‘commons', zij niet de volledige rekening voor hun handelen krijgen gepresenteerd. We noemen dit ook wel een negatieve externaliteit - een begrip dat we ook bij het bespreken van de platform economie zullen tegenkomen.
 
 Een manier om misbruik van commons te voorkomen is het gebruik van beheers-

174

William Forster Lloyd (1794-1852) omschreef het idee voor het eerst in 'Two Lectures on the Checks to Population'. De

term'tragedy of the commons') is ontleend aan een artikel van Garrett Harding.

- 224 -


instrumenten. In het hierboven genoemde voorbeeld zou de overheid bijvoorbeeld met een vergunningenstelsel of door middel van fiscale maatregelen het aantal koeien per veehouder kunnen beperken. Ook zou elke veehouder een eigen deel van het land in eigendom kunnen worden overgedragen; hij zal wel optimaal gebruik van zijn stuk land maken als hijzelf als enige geconfronteerd wordt met de negatieve gevolgen van uitbreiding van zijn veestapel.
 
 
 
 Misbruik van commons komt dus voor, maar er is geen reden om aan te nemen dat commons daardoor nooit kunnen werken. De praktijk wijst overal ter wereld - in alle tijden - heel anders uit. Uit de economische en sociale geschiedenis zijn allerlei voorbeelden bekend van maatschappijen die eeuwenlang succesvol hun gemeenschappelijke gronden hebben beheerd. Tot op heden komen succesvolle landbouw commons nog steeds voor in de Zwitserland, zonder dat hier overbegrazing of uitputting optreedt.
 
 Het idee dat commons niet werken heeft dus ‘bitter weinig met de historische werkelijkheid te maken’ zoals Hans Achterhuis schrijft. Dat die gedachte hardnekkig is komt wellicht door de aannames die ervoor nodig zijn. Liberaal individualisme, schaarste en winststreven zijn de noodzakelijke uitgangspunten van dit idee. Zo gaat het afwijzen van commons vaak samen met de gedachte dat iedereen een een homo economicus is, die altijd probeert zijn eigen opbrengst te vermeerderen, desnoods ten koste van de gemeenschap. Maar dat zijn geen natuurwetten, het zijn de uitgangspunten van een oude manier van economisch denken, die aan revisie toe is. 
 
 De Amerikaanse politicologe en Nobelprijswinnaar Elinor Ostrom heeft commons uitgebreid onderzocht. Zij concludeert dat effectieve vormen van collectief beheer, heel goed mogelijk zijn, als heldere regels worden opgesteld die zijn afgestemd op de lokale situatie.
 
 8.3

DEEL- OF STEEL ECONOMIE

- 225 -


8.4

DIGITAL COMMONS

8.5

COOP PLATFORMS - DISRUPTING THE DISRUPTORS

8.x

BLOCKCHAIN FOR DUMMIES

Hoe wij ons als mensen organiseren in de samenleving wordt meer dan ooit bepaald door digitale technologie. Dat weten we al door de opkomst van internet en social media. De komende jaren zullen ook andere technologieën, zoals big data, kunstmatige intelligentie, internet-of-things en blockchain technologie een belangrijke rol spelen.
 
 Dat is voor sommige mensen moeilijk te begrijpen. Ze gaan er vanuit dat de technologie wel verandert, maar dat de manier waarop we ons organiseren altijd wel min of meer hetzelfde zal blijven. Alsof de tijd in het heden zal blijven stilstaan. Natuurlijk, we hebben de introductie van het internet meegemaakt, waardoor we meer informatie tot onze beschikking hebben en waardoor we makkelijker verbindingen met anderen leggen. Alles wordt efficiënter, maar wat verandert er nou echt?
 
 DE GESCHIEDENIS VAN BOEKHOUDINGEN - Een van de belangrijke ontwikkelingen in deze tijd is ongetwijfeld de blockchain technologie. Om de mogelijke invloed van blockchains goed te begrijpen, moeten we eerst’s na te denken over de manier waarop we nu waarde en transacties vastleggen. Dat doen we in boekhoudingen. Boekhouden is ouder dan we denken. Toen mensen op steeds grotere schaal gingen ruilen en handelen, werd het al snel noodzakelijk om transacties bij te houden. Al in de Codex Hammurabi - de oudste overgeleverde schriftelijke wetgeving uit 1780 vóór Christus - wijzen de Mesopotamiërs op het nut van boekhoudingen. 
 
 Kooplieden en overheidsdienaren hebben in de eeuwen daarna altijd gezocht naar middelen om overzicht te houden over transacties. Er ontstonden gaandeweg

- 226 -


steeds betere administraties. De Tempeliers introduceerden rond 1100 een vorm van boekhouden in Europa, die ze tijdens de kruistochten leerden van de Libanezen, de opvolgers van de oude Feniciërs. De Duitse Hanze - een vereniging van kooplieden - heeft die vorm van boekhouden vanaf de twaalfde eeuw verder uitgewerkt in een vorm, die al heel sterk lijkt op de onze.
 
 Onze handel is door de eeuwen heen steeds ingewikkelder geworden. Iedereen handelt met iedereen, wereldwijd. Al die handel wordt nog steeds geadministreerd op de oude manier - in boekhoudingen. Eerst letterlijk in boeken en later in databases. Net als de oude echte grootboeken staan al die moderne databases op zichzelf. Ze zijn niet verbonden en ook maar zelden openbaar. Daarom gebruiken we tussenpersonen, die transacties mogelijk maken tussen al die boekhoudingen. Denk aan banken, accountants, notarissen, kadasters en overheden. Ze zorgen er hopelijk - voor dat we het zakelijke verkeer kunnen vertrouwen. De partijen die dit vertrouwen voor ons regelen, noemen we ‘trusted third parties’.
 
 DE ESSENTIE VAN BLOCKCHAINS - Dat regelen van vertrouwen brengt ons bij de essentie van blockchains. Blockchain software stelt een netwerk van computers in staat om via internet een gezamenlijke boekhouding bij te houden. Dit openbare, gezamenlijke grootboek noemen we een ‘ledger’. Deze boekhouding is niet besloten of in het bezit van één partij, maar volledig gedistribueerd over het netwerk. In de ledger staan alle transacties met bijbehorende data, tijden en ook de eigenaren daarvan, inclusief saldi. Iedere node in het netwerk bezit een volledige kopie van de boekhouding - de blockchain.
 
 Die openbaarheid en gezamenlijkheid zorgt ervoor dat er geen derde partij meer nodig is om het vertrouwen te regelen. Blockchain is dus een technologie, die een openbaar datanetwerk creëert, waarmee - zonder tussenkomst van een centrale autoriteit - vertrouwen en transacties worden georganiseerd. 
 
 Dit moeten de meeste mensen even laten bezinken. We zijn zó gewend aan centrale organisaties en tussenpersonen in ons zakelijke verkeer, dat het moeilijk is te bevatten dat we die in de toekomst wellicht helemaal niet meer nodig hebben. Dat

- 227 -


zal ook nog wel even duren, maar de ontwikkelingen gaan razendsnel. We beginnen al te zien dat niet alleen financiële bedrijven, maar ook andere sectoren sterk zullen worden beïnvloed door blockchains.
 
 Dat technologie samenwerking beïnvloedt hebben we eerder gezien. Door internet is de manier waarop we zijn gaan samenwerken al intensief veranderd. In de eerste fase van het internet kwam informatie makkelijker voor iedereen beschikbaar. Daarna maakte het social web onze communicatie veel efficiënter. Er heeft daardoor al een enorme daling van transactiekosten voor ondernemingen plaatsgevonden. Nog niet iedere onderneming maakt er gebruik van, maar de kosten van search, coördinatie en communicatie zijn sterk gedaald. Succes van ondernemingen hangt nu al in grote mate af van de manier waarop ze digitale media, data en algoritmes inzetten. Ook nieuwe manieren van werken, met interfaces, dashboards, experimenten, autonome teams en social technologies zijn in organisaties belangrijk geworden. 175
 
 Maar dat heeft tot nu toe nog geen grote invloed gehad op de structuur en de eigendom van organisaties. Blockchains gaan daarin wel verandering aanbrengen. We gaan nu door deze technologie een nieuwe fase van het internet in, waarin digitale netwerken niet meer alleen informatie en sociale contacten mogelijk maken, maar waarin we ook uitwisseling van waarde en transacties in een netwerk worden geregeld, zonder dat een centrale autoriteit nodig is.
 
 HOE EEN BLOCKCHAIN WERKT - Blockchains zijn reeksen van data en informatie, waarvan de veranderingen in openbare databases worden bijgehouden. Ieder gedeelte van die reeks - een ‘block’ - bestaat uit gegevens en berekeningen. Een eenmaal aangemaakt block kan niet worden veranderd, bevat een tijdstempel en is verbonden met een voorgaand blok door een link, de ‘hash’. Samen vormen de blocks zo een keten: de ‘blockchain’.
 Blockchains zijn ‘distributed’ opgezet. De software en de data staan niet op een centrale server, maar zijn verspreid over het netwerk.. Het voordeel van dit decentrale model is dat software en data niet aanwezig zijn in één centrale computer, 175

‘Exponential Organizations’ - Salim Ismail & Yuri van Geest - 2014

- 228 -


maar worden verspreid over alle deelnemende computers.
 
 Op basis van ingewikkelde wiskundige principes worden de transacties geverifieerd door de zogenaamde ‘validating peers’, die de ledger onderhouden. Wiskundige principes in een protocol zorgen ervoor dat deze nodes continu ‘consensus’ bereiken over de staat van het grootboek en iedere transactie daarin. Wordt er geknoeid met een transactie dan ontstaat er geen consensus en weigert het netwerk de transactie op te nemen in de ledger. Dus iedere transactie is openbaar en vele duizenden nodes moeten het eens worden of de transactie onbetwist heeft plaatsgevonden op een bepaald tijdstip. Alsof er een notaris bij iedere transactie zit. Zo beschikt iedereen over één gedeelde bron van waarheid. Hierdoor kunnen we de ledger altijd vertrouwen. 
 
 Ieder stukje informatie in de blockchain - een block - is afzonderlijk te identificeren en ook afzonderlijk te programmeren. Dat betekent dat je iedere block ook eigenschappen kunt meegeven. Hiermee gaat blockchain veel verder dan geld en betalingen. Een blockchain kan in allerlei andere eenheden vormen van eigendom en transacties vastleggen. Je kunt een eenheid bijvoorbeeld programmeren alsof het een eurocent is, een aandeel in een bedrijf, een kilowatt-uur aan energie of een digitale akte van eigendom. Denk bijvoorbeeld ook aan het recht op bepaalde diamanten, andere grondstoffen, spaarpunten, of stemrecht tijdens verkiezingen.
 
 BITCOIN - De bekendste blockchain is ongetwijfeld bitcoin. XXX
 
 SMART CONTRACTS - Als eenmaal een transactie in een netwerk is goedgekeurd kunnen daaraan in software ook uitvoeringshandelingen worden verbonden. Een concreet voorbeeld is de verhuur van een vakantiehuis. Wanneer we de huur betaald hebben krijgen we toegang. Meestal is daar een sleutel voor nodig, maar steeds meer zien we dat ook een code ons toegang tot een huis kan verschaffen. 
 
 Met een blockchain en een smart contract kunnen we dat proces helemaal ontwikkeling kan gaan leiden tot markten, waarin zonder tussenkomst van derden transacties worden geregistreerd en afgewikkeld door smart contracts. Door ‘smart con-

- 229 -


tracts’ - stukjes software die zelf complexe instructie uitvoeren - zullen de kosten van het opstellen, uitvoeren en betalen van contracten enorm dalen. ‘Autonomous agents’ - bundels van smart contracts - hebben de belofte in zich om de rol van tussenpersonen op zich te nemen.
 
 Ze kunnen op termijn zelfs leiden tot zelfstandige ‘decentralised autonomous organisations’ - zelfstandige netwerken zonder management of eigenaar. We zien zulke organisaties al langzaam ontstaan. Natuurlijk nog in de eerste fase, maar de richting is duidelijk. We gaan daar hierna verder op in.
 
 
 8.XX

ECO SYSTEM SERVICES

We herinneren ons allemaal de belofte van de eerste golf van het internet. Nu zouden we allemaal verbonden zijn. Nu zouden we alles gaan delen. Maar laten we eerlijk en nuchter zijn, de economische modellen van het internet - geperfectioneerd door bedrijven als Google, Facebook en AirBnB en Uber - ondersteunen die nieuwe wereld helemaal niet. Integendeel, hun centrale machtsposities verdelen ons eerder dan dat ze ons verbinden.
 
 Met de introductie van blockchain technologie krijgen we een herkansing. We kregen in de eerste fase van het internet de mogelijkheid om informatie uit te wisselen. In de tweede fase van het internet - het social web - kregen we vervolgens de mogelijkheid om ons veel beter te verbinden met elkaar. We kunnen blockchains zien als de volgende fase van het internet. Blockchain geeft ons nu in deze derde fase de mogelijkheid om - zonder tussenkomst van een derde partij - waarde uit te wisselen in gezamenlijke databases. Voor het eerst kunnen we bekijken hoe die waarde ons verbindt.
 
 Hoe we bij het gebruik van die gezamenlijke databases met elkaar omgaan, de economische modellen en de regels die we daarvoor gaan gebruiken - de ‘logics’ van blockchain - zijn nog volop in ontwikkeling. Van die logic hangt af of block-

- 230 -


chain de belofte gaat waarmaken, dat het de samenleving ten goede kan veranderen. Of dat het slechts een tool blijft om processen efficiënter te laten verlopen. De belofte van blockchains zijn groot, maar er zal altijd een deel van de bevolking zijn - grote ondernemingen, overheden - dat efficiëntie-voordeel zal willen oogsten ten kosten van anderen.
 
 Wat staat er op het spel? Voor het eerst in de geschiedenis zijn we nu in staat onze informatie, connecties en transacties vast te leggen in een netwerk, dat niet wordt beheerst door een centrale autoriteit, maar dat geheel wordt beheerd door de deelnemers aan het netwerk zelf. Als mensheid gaan we daardoor lijken op een collectief brein, vergelijkbaar
 
 And If we have a collective brain and a collective logic we can start putting that to use we can do even greater things than we’re doing right now. [0:04:35] Euvie: It’s like the blockchain could become conscious. Vince: Definitely. I think in the end it’s just a mapping of all the small decisions that you can check with the history and with the sensors that are all around us or whatever, that’s gonna create this never-ending logic of improvement. And the cool thing about the blockchain is that every one of us with just a couple lines of code can put out there to benefit all of us. And it will be out there, and it will be maintained and it cannot be taken down because it’s out there. It’s a one-way street, you can only add things to the blockchain. I think in the future if we start seeing the power of all of us just sending something out there and it can impact us even after our lives. Yeah, it’s gonna do a lot of good in the world. [0:05:22] Mike: What do you think are some of the more obvious and basic applications for blockchain coming up? Vince: I think one of the important things ??? consumer behavior with the stuff that we buy. I think we live in a very consumer based society where we buy products instead of the story behind products. We buy our clothes from chains where people work who are not original founders so you get like distance from the things that you buy. I think with the blockchain when you can see the whole history of how the product came to be you can go back literally to the root of everything you buy. If

- 231 -


you drink coffee you can start tracing the farmer that actually farmed those coffee beans, the person who grinded it. And so, you can see the whole story of everything that you buy and the other way around is also that the people selling you can see your story. So, it will be a world where we can start seeing the impact of everything that we do and we can also feel responsible for everything that we do because we can see the relations between everything. So I think the supply chain transparency and behavior transparency those are like the big things. [0:06:29] I think it’s also allow, tvs are getting smart, cars are getting smart and so on, I think the interesting aspect of the blockchain Is that we can put wallets into anything around us. Not just humans not just businesses but also that car which can start doing transactions, it can start paying the road it drives on, it can pay the car in front of it to go to the side. It can start paying its own parking ticket and so on. A lot of things will start being real transactions that are recorded that are now just separate things happening. And I think that’s something really cool that’s gonna happen. [0:07:06] Mike: There seems to be sort of a, like, to imagine that sort of scenario you need to go through some sort of mental shift. What do you think that mental shift is? That common person might be able to go “okay that’s normal a car paying to..” Vince: I think now that just administration of all these transactions takes work, like a human needs to enter all these things. It’s something that you think it’s no point in recording all these things. But because with blockchain wastefulness of recording transactions is so easy, you can start registering a lot of things and this can be sensor this can be door lock, this can be light shining on someone that’s under the lightbulb that detects that that person is sitting under the lightbulb, and this person can start paying for this lightbulb instead of person who owns the room. Because we can start tracking all the usage of all the small things that we think is just too small to track, we’re gonna track and we’re gonna make it more honest. It’s just like now I’m visiting you guys here in Bulgaria but I pay taxes in Netherlands even though im just two days in Bulgaria. But if it gets all connected, I can pay taxes very easily just for these two days in Bulgaria because I use your infrastructure, your utilities and so on.

- 232 -


[0:08:18] Euvie: It’s interesting we were having a conversation with a friend actually, yesterday, it think it was about solar panels. In Mike’s presentation there is a bit how with blockchain if somebody has solar panels on their roof they can sell excess energy directly to their neighbors or to their city without going through the municipality or through a big power company. And our friend was like, oh, but I don’t wanna deal with making deals with 5 neighbors it just sounds like more work but actually what people don’t realize is that you can preset contracts that are gonna be automated and you don’t even have to think about it and you cut out actually a lot of bureaucracy actually by doing that. Mike: By cutting out the middle man which is we typically think of as the middle man we’re actually adding more work and more decision making to be individual. But no, it’s an automated system, there just not one person benefiting in a monopolistic setting. So I think that was interesting that even he who is more familiar with the blockchain was still like “ah, there are good things with middle man as well”. [0:09:15] But I think that the bureaucracy aspect is not like you need to go to your solar panel and monitor and track some number put it on a marketplace or whatever. It’s with the blockchain that your solar panel itself will do the transaction and will find the person buying it. The whole hassle will be gone to start sharing all our overcapacity of everything that we have around us. Think it’s going to be a big change of ownership. I think we need to drop ownership in a way because we also had the discussion about for example the phone bills where you have your extra minutes and your extra data that then in the future you’re gonna share with all the people so that they can use all your remaining space. This is gonna happen with most of the resource that we have. [0:10:01] Now we all overproduce we overconsume we all have duplicates of a lot of things we’re not using at a certain moment and its time to divide it more even. Take the example of a car again if you’ve parked it and you’re not using it, the car can be used by someone else and then it generates money instead of costing money. I think we have to look at a lot of things that are happening in the society with this model and turn it around and start utilizing it.

- 233 -


Euvie: That’s one of the ideas actually that we have far the incubator where we’re gonna have. I mean we’ll have to buy the equipment lie the VR setups and different things then people can come in and use and hopefully incorporate the blockchain so that it tracks usage and people can just pay micro transactions for the short time they’re using it instead of having to go out and buy their own VR goggles which are quite expensive. [0:10:53] I think in the future because it becomes so easy to track who is using something at the moment we need to start seeing things literally in the minutes or hours that they’re used and now we divide the house ownership into rent where you break it into units of a month. And then we have hotels where they break it into days and we have meeting rooms that you can rent by the hour. But I think you can apply this for any space that you have or any tool or any asset that you have. If we have the tools to administer to register even just a couple of seconds of usage then even a washing machine can have a thousand owners at the same time if they all do it sequentially. And this becomes easy thanks to the blockchain technology. [0:11:32] Mike: I’ve even thought of like speaking to all of our neighbors in the building about collectively getting a room sweeper so no one has to sweep the floors anymore. Vince: Exactly, what’s the point of all having the same stuff it’s a crazy realization and it comes forth out of this industrial mindset of producing products constantly and pushing everyone to buy the same things. Like a lot of people have the ladder at their home and they only use it once a year to climb onto something and its pointless to have the ladder. And with the washing machine I think its similar. You have so many items in your building that you can share easily, you just need a simple tool to take the hassle out of sharing it and see the responsibility of the people that use it and so on. [0:12:16] Mike: If I am not familiar with this sort of thing, how do you connect the objects that you’re not using to the blockchain? Vince: I think that we need to start bringing everything online like the internet of things taught so the room wash would also have a unique identifier on the blockchain that I can do a transaction to, to buy the right for next time and then It gets tracked for example where the thing is, so that when the next person wants to use it

- 234 -


he should be able to see instantly that it’s at the neighbors place two doors up. It should be able to see that okay if somethings broken, that the last person did that. But everything should have this unique identifier and be registered and start interacting with the blockchain. [0:12:55] Euvie: I think a lot for people would think, well what are the privacy issues with this kind of system where everything knows everything about everyone. Vince: Yeah I think the cool thing about the blockchain technology is that you can have so many different addresses to do transactions with that you can create a new address every time. And an address is basically like a wallet within a wallet. And so for every wallet I can decide to announce to the world that this is me, or I can say im gonna remain anonymous with this. So maybe you will just have a wallet for the roomer that cleans the rooms and you will keep it separate from the transaction that you do for your food or the transaction that you do for your business, so people don’t necessarily have to see all the relations between all these things. You can easily separate it and keep it anonymous. [0:13:42] Euvie: You talked about reputation systems on the blockchain. So based on your reputation maybe the price of somethings changes or your status in the neighborhood changes based on how much you contributed to that neighborhood. Vince: Yeah I think now the supply side always determines the price, a cup of coffee is always a cup of coffee and it’s the same for you and for me and so on. You see a lot of business start to build these loyalty programs where you can get an extra cup of coffee if you bought ten but I think that’s just the beginning, it can be done way smarter. Again an example with the car where the car will track how you drive, if you drive pollutive or you drive eco-friendly and if you then go to the gas station the price can be different if you use the energy thoughtfully or if you waste energy it can be higher price. It’s going to be the same in the super market where you can scan the products and see if they are sources from local farmers and if then as a person you always buy from local farmers and thereby support local economy things might become cheaper than actually buying them from like… Like in the Netherlands a lot of people eat avocados and they always fly in from Chile and the other side of the world.

- 235 -


[0:14:55] And i always think its ridicules that for less than one euro this thing can board a plane, fly to the other side of the globe and be on my plate. I think that it’s an insane thing that we find this normal, and actually that apple that I buy from the farmer down the road might be more expensive than this avocado from the Chile. Euvie: This actually really relates to the thing we were talking about with implementing basic income and how one of the ways we can do it is implementing the carbon tax. And the carbon tax would be charged every time you do something that you know pollutes the planet. [0:15:28] It could be that a piece of fruit that gets plucked from the field it has a certain base price and the price become variable based on a lot of factors. One factor could be for example that it becomes stale and less fresh and then the price decreases over time. But you can also put a geo location as to where it was plucked and then the more it gets removed from the place it was plucked, the price increases. So then you can start incentivizing to consume things and grow them locally for example. I think that’s in the future a way to trigger people to be more aware of consuming local things that don’t impact the environment that much. Or that you see that the supermarket if it wants to source products, it can see in the supply chain how many transportation links where in between, like truck and boats and airplanes or whatever and it can calculate, because geo locations were are tracked at all these points, how much pollution was created to get this thing there. [0:16:29] Yeah, you can start creating logic about that and yeah its going to incentivize a lot of good behavior and more honest local buying from consumers. Euvie: Yeah I find that concept of creating the right incentives really fascinating because right now in our world the incentives are all wrong. We have a lot of incentives around making money and keeping things secret in business so that nobody can steal your process or whatever but if we can incentivize different things we could really change how we live. Yeah I think this has to do again with how the money system was built and now if I transact a hundred euros to, you the values is seen as these hundred euros, and you feel powerful that you have this note of a hundred euros. But with the blockchain It also registers that we made that transaction for a certain reason. You get this like, account, like I bought this from you and once you start spending it all the transaction that will be done with these hundred euros will be linked to this.

- 236 -


[0:17:24] So you will be more and more aware of that your hundred euros is not that literally that money shifting but it’s also connecting that certain network with certain networks of other transactions in the future and the past. And it builds more value over time than the actual hundred euros. So it become in the future less and less valuable to hold this money because if you hold it there are no connections being made with that money. And you might be poor in the future if you hold on to your money instead of spending it because spending it becomes the smartest thing to do because it connects more reputation to you. [0:18:00] And you should start incentivizing people to for example spend money only in their area or only in their friend group and that money also has an expiration date like food and you say like okay here you have a hundred euros but you need to spend it in your neighborhood and if you do that within a month it will become a hundred and ten euros or something like that, and if we all do this and start incentivizing local again. I think that’s the counter movement we need in the world right now where everything become these huge hubs of global centralization and you see this with cities you see this with food production, you see this with banks, everything is centralizing. And I think with the blockchain you can create a counter movement where local becomes the most logical thing to do and therefor you have a way more evenly spread out across the world a lot for resources a lot of systems and I think it’s a better world. [0:18:54] Mike: I like how blockchain makes us rethink how we think about value exchange. Like you know if someone posts something interesting or entertaining or funny or something on facebook and you give it a like, why is there no value exchanged in that. Another thing, just the constant stream of content exchange could be like here’s ta micro transaction of a token. Vince: Yeah and also in the music industry if you buy music we also have this industrial mindset of creating a product out of music. We created CD which was a plastic box with a plastic disc in it and actually when I buy the music I’m buying this plastic box with a plastic disc In it and I’m not buying the artist. [0:19:37] And with blockchain because you start tracking who bought it, it will become more and more feeling like “hey I’m investing in this musician to make more

- 237 -


music in the future and I’m consistent in supporting this artist.” Like with the CDs, nobody tracked who the fans were. So with blockchain I as a musician can see that you guys always buy my music as one of the first people, I can see you’re my true fans because you’re always first in line to buy something. So next time I have a concert and say a ticket is a hundred euros, for my first fans who always buy this and this and this, I can list the qualifications, its free to come, because you’re my supporters, you believe in me. [0:20:15] For people who don’t support and believe me can pay money. And I think you get gradually the shift towards that and you already see this with hotels now for example where they ask us now to implement our social media following to get a discount on our booking for example. The reputation will become more and more valuable and the more relevant your reputation is to the other party I think money will gradually move to the background and be less needed. It’s the ultimate form of barter maybe in the end. Money was just this in between mechanism because the value didn’t match up. But with the blockchain you can always find the value in this giant network of nodes of relations that were mapped or whatever. [0:20:55] Mike: Yeah I think the most interesting and obvious ones are the finance interacting, that sort of stuff, but I’m really curious in that what you see in other industries interacting with blockchain like virtual reality or artificial intelligence or anything that’s really ground breaking on its on, then coming on to the blockchain. Vince: Yeah we also discussed like the creepy thing for example if artificial intelligence becomes so smart that it can literally see all the chat conversations that you had. And it can really read up on how you communicate and which things you reference and it can also instantly read your books because computers can read books within seconds. It can become so smart that its like a personal assistant that is literally like you for example based on everything you did in the past and it can facilitate you, so that you can focus more and more on the good things that are higher levels of the maslows pyramid and drop all the basic things on the lower levels because it gets automated and predicted and catered to you in a way that it would probably take you a lot of time or some time but it gets prepared for you because your behavior becomes facilitateable based on your past behavior.

- 238 -


[0:22:05] Euvie: Its really interesting actually we touched on this with our previous interviewee Aric that AI will become like a part of us like an external processor processing all our data and then feeding it back to us like “oh ive read all of your conversation with this person and I appropriately responded on your behalf, just so you know.” And now you know. And you feel like it was you replying to this person but its actually AI. Vince: Yeah but it’s also a dull task like paying your rent or whatever all these small repetitive things like doing groceries. At some point, it will start monitoring like your basic needs and take care of it so you can focus your time on higher things so to say. Higher in the sensem ore towards art or learning or self-expression and all the basic will be taken care of by the smart software all this automated version of all the minor tasks that you usually do. And it allows for more freedom to focus on things we find beautiful. [0:23:06] Mike: I love the idea of this like second you that’s watching your behavior cause its knows what your goals are. You don’t know your own faults or the things you do wrong in conversations and this thing can be watching you all the time and its you it knows how to speak to you, how to critique you, it knows what your goals are and how to help you improve to reach your goals. Vince: It can also be practical things like just coming here and needing to look for airplane ticket and just by monitoring my own conversation and seeing that I have this intention of visiting you already catered to me and put airplane ticket in place and know that to need to transfer from Sofia to your place. And really putting it on plates so that I can just focus on things and spend my time better that just looking up all this. I really see this as an empowerment of yourself to gain more focus into things that you wanna do. [0:23:55] That’s the beauty of logging all these things, people shouldn’t see this as a privacy threat, but more as an empowerment of themselves and all of this is out there and the beauty of the blockchain is that its decentralized and not like the government having all this data on you. Its just you and you embedded software on a blockchain to empower you. You are the owner of it and no bad can be done with it unless you allow it. Mike: What about things like virtual reality? Or anything like that you see could be an interesting combination?

- 239 -


Vince: Definitely, lot of people can become aware of their own impact in the world. So for example If I can see where I buy my products what kind of impact I have on my surroundings. I think VR can become a great visualization of this whole network where its really difficult to see this impact on the 2d screen and its really difficulty to see it in mapping of statistics and huge excel sheets. I think virtual reality is probably the most immersive way to visualize everyone and to consume. [0:24:59] As humans we are experience oriented and I don’t think we are made to read books and all this dull methods of transporting information I think we’re more experience people and feeling it seeing it hearing it all around us is I think the most natural way to interact with all of this and we can to way more things than just on the computer screens or the traditional ways. Euvie: Its interesting actually it reminds me of the conversation we were having today where Mike was saying there were so many protest during the Vietnam war partially because the photography was so widespread and people actually were getting photos and videos from the world and they realized what kind of impact it was having and the reality of it just hit them and drove the to do something about it. Whereas in the wars before people just didn’t have an idea of how devastating it actually was. [0:24:47] Vince: Yeah I think this is also about connection again, that because you can relate to another country, all of the sudden you start feeling the guilt or the feeling that they’re not actually that different. That’s why I think its very important to also get this feeling with every product or service that you buy. It might come from this farm from Iraq or it might come from this company in Venezuela and you start seeing like hey I start interreacting with this global economy and invading this country is stupid because my and coffee comes from here and my financial service comes from there and actually we’re all connected and not like this is some standalone entity where we just invade and do something bad. No, its literally impacting me because part of my life is connected to that area. And part of the impact that I have impacts that area. Because I’m paying that company something happens there, and I feel attached to that country.

- 240 -


I think also the other interesting thing now is that with blockchains, the mechanism of truth and truth is set in time and It cannot be changed. I think for countries to go to war usually they invade a country and they try to change a lot of things and try to hide how they made the change and put it in their favor or whatever. And I think thanks to the blockchain I think it becomes super difficult to rid out the local companies doing something and putting in companies of the invading country locally. [0:27:11] Like they do with all of the invasion because you can see transparently that “hey, this is where they messed up and this is where they were responsible for doing this.” And people will become more aware of this and take action and not accept that anymore as a logical step. I think if you start feeling the connection that all these people around the world, are actually, like with the six degrees of separation I think is a very good example, the six degrees of separation will happen in any aspect of our life not just the connection with other people but also with the connection with all the places with all the things, all the idea or whatever. Because you will see this huge mapping of how everything is related to one another. [0:27:48] Like Wikipedia is just database but once we start seeing this map and impact of this subject and impact of this. And these people and these groups and so on. Then we really start feeling connected and start acting together. I think this is a good basis to start doing things that are bigger than ourselves. [0:28:09] Mike: That’s a good transition in to next question which is, if you could do whatever you wanted to do, what would you work on? Vince: Me personally I think the cool thing that blockchain is gonna achieve is that we can do things also distributed. Because it becomes user easy to take this giant piece of work and divide it amongst million piece and now we have the tools to piece all these puzzle pieces together and achieve something. Like in the past you have things like building the pyramids or other great projects that took more than a lifetime to build and that were more complex than a human could comprehend I think we’re now moving to this distribution of work so that we can do projects that are too immense for a human to even comprehend or direct. I think most projects that are now happening, a human Is still sitting on top. Like building a skyscraper is still a project of just as couple of year from drawing to building and still a human can supervise it. But with blockchain we can like for example the interplanetary stuff

- 241 -


like elon musk will now start with it, maybe it will take 2 million people to achieve full society on mars and it’s just a matter of dumping all these tasks on the blockchain in small things that together it will start forming this huge plan of actually making it happen. [0:29:28] I think this is the future like this decentralized working for greater good projects as a humanity together across nations across groups and yeah just really cooperating instead of competing because we are stuck in this individual mindset. Euvie: So what do you want to do specifically? I think for me the problem with blockchain right now is its mostly tech oriented. And were still stuck in this phase that it’s like the wall flower in the tech world, everyone notices it but no one doesn’t really know what to think of it or whatever. And I think for me it’s time to make a shift in making it super practical and I just wanna set out to create a lot of open source prototypes and just share them with the world. [0:30:14] The example I gave with the car is a good one but another example is the thing with a tree, a tree can have a wallet and our phone can detect based on the geo location that im walking by the tree and my phone can start making small donations to the tree and the tree get a piece of software that can plant a next tree. I really like this idea because we get power to nature again that is bigger than us humans. And it could create and insane momentum of incentivizing good things but It just takes building one temple at the time getting some PR around it, implementing it somewhere and just let it fly. Let the task balloon fly. [0:30:55] So I would like to commit myself to launching a lot of these things and finding a partners for everything. For example, with the tree, the city of Plovdiv gets some attention around it and just start experimenting with it here in the park. Or with the car that like with your previous interview I guess from yesterday, like see if at Volvo we can do this with a couple of cars. And just start gathering a partner for each project. Maybe launch like 50 of these things and some will trigger like the first momentum of the blockchain. [0:31:24] I think what’s important to notice is that we are always pushing technology now but if you ask people what the technology is behind their bank or behind shop where they do something or whatever. Nobody knows these technologies either. So we need to start making shift with very hands on implementations and

- 242 -


stop talking about technology. Just start implementing it , I think a lot of people by the time the blockhchain is big they will barely realize that the blockchain is behing it. They will start seeing really cool concepts. And that’s how people will start adopting. [0:31:55] Mike: Exactly, I think to many people getting involved in the blockchain are taking their engineer perspective and its nobody translating this into human language. We always say “is it designed by an engineer or is it designed by a human? “ Vince: Yeah, exactly Vince: Yeah and it’s also that the second thing with blockchain is we’re stuck in this financial mindset with money constantly, we need to also get to the shift of seeing that interactions with things is way more valuable than movement of money and there are so many small things that we take for granted in this world that actually can be accounted for and can be accumulated to indicate something, like just us sitting together our phone can maybe track that we are spending time together. So at some point in my life if I need something like social security or god knows what I can look at like who are the hundred people that spent most time with that are there for me that welcome me and I can instantly then tap instantly that instead of needing to be locked out or something like that. [0:33:00] I also saw movie or a documentary about addiction, and that addiction is about a feeling of being left out or disconnected. I think a lot of the things I the world have to do with this feeling of being disconnected and its time we start making it transparent how connected you actually are to all the things around you and how much impact you actually have. And if we start seeing this we start feeling a lot better about ourselves and about the things that we do for our surrounding and I think it that’s something that needs to happen now like we have a lot of ego centric motivation constantly where people a lot of money or a big house or all these kind of products or status symbols. [0:33:39] And they don’t matter in the end in the end its all about relations and if you ask people before they die what are their last thoughts. And it’s always about love and connection and its never about “oh I should have bought this bigger boat or all this bullshit that has to do with consumerism.

- 243 -


Its always about the connections and valuing the connection that you had and impact that you make. I think the blockchain is the first technology that really gets this going for everyone in an equal way. [0:34:09] And so I think it’s a very very important technology. For us to be coming. Euvie: I also really like what you were talking about with just starting the small things and just putting them out there in a open source way its very grass roots its not like an overarching imposing structure like “oh now the country of Bulgaria has to at once implement the blockchain” It doesn’t have to be like that. Vince: Yeah that’s the beauty of like say for example we want to improve our neighborhood. And stop buying from this giant supermarket chains that are global chains and only centralize money, we can start having like this local currency just to buy at local shops and local super markets and then this can just be group of 1500 people so for a big supermarket chain this is no threat, for local government its no thread because it’s just a small grassroots initiative. [0:35:00] But the beauty of it is that we can share this technology open source on the web, and another community hundreds of kilometers away can also start using it in parallel and we don’t need money for it. But we just start doing the same things everywhere. And we can adapt it. Every community can update it and create its own version, share it again with the world. And everywhere where the small initiatives start popping up they start chewing away at the established centralized structures like governments or big corporations and so on. Therefor a way of transition will not be a way where its all of the sudden this huge counter movement, no, its so many little things shifting it that you can barely resist it. There is no central thing to fight, there is no central person to attack or take down or chew at their credibility or whatever because you’re against it. [0:35:52] No, its all these local small initiatives that you can barely stop or control. And I think the beauty is that also with centralization you have centralization In a geographical way but you have also centralization that the government takes care of maybe 12 aspects of your life. It can be health the defense, agriculture, economy whatever. They have like all these departments. But maybe with the blockchain technology I start saying like “okay, for an insurance I want to join this group and for my feeling of home or group I belong to I want to join this group. And for my laws in regards to god knows what aspect of life I want to join this group. And slowly

- 244 -


parts of the things will be eaten away from the traditional routes and I think that’s how its gonna change. [0:36:36] Its not gonna change with one giant wave, no, its gonna change with very tiny drops everywhere. And the beauty of this new system is just like this mindset of sharing. Like, if it can benefit us just put it out there. Like again the example with a tree I hope if I build it next day 20 people in 20 countries supply it to a tree in their city and they get 20 people taking about it. And there is no game but its just about this rapid distribution of putting it into the world. That’s what I really really like about this mindset of the blockchain. Whatever you create it can benefit others. So, put it out there, and if you put it out there you get rewarded again because all these connection start building to what you did. It’s not about money Its about seeing the impact that you contribute to others and that’s the beauty. [0:37:26] Mike: I like how that mindset strips away a lot of the extra steps that would normally be in place if you started a corporation or a startup. Like now you just need a small team of a designer and an idea person an engineer and you can put these things out. What were’ talking about with this incubator idea is stripping down all the things that are unnecessary with these bigger corporate entities and just having rapid prototyping and rapid storytelling to get these things out there and get them marketed properly but without this money-making scheme behind all of it, its really cool. Vince: Yeah I think its also the beauty of creativity in most cases is if you try to force it and we start sitting here and we star drawing on paper like we now need to have a golden idea, it never works out. But if you’re under the shower or on the toilet you have the most creative moment because you’re doing something totally different and you’re just trying it there is no limit on how you need to think in such a moment. [0:38:21] There is no force on how you need to think, it’s just the freedom of letting it roam and start to experiment. I think that’s the beauty of an incubator with that freedom is that you can just try it . There shouldn’t be a reasoning behind it already when you start gaining something out of it. It should be just about trying it and seeing how far you can get with it.

- 245 -


I think that a lot of initiatives in the world, they are polluted by this constant need for money or a return or a deadline when they will break even. A lot of things are also very valuable only when they are together with other things. [0:38:56] I can invent something and just put it in this incubator and maybe half a year later another initiative needs actually the solution that was created half a year ago. But half a year I didn’t know that we needed it then but it’s, you need to have this random synchronicity of things coming together and just trying them for the magic to start happening. And that’s why its really important to experiment and not be too much focus on reasoning all the way through until the exit strategy all this bullshit that startups get indoctrinated with. I think its polluting. [0:39:27] A lot of startups in the US they get into this cyclic thing of grow big then sell it these founders get indoctrinated with this mindset of valuation and it becomes like this mindset of growth for growth. There is no why behind it of a substantial thing they’re adding. I know it sounds negative buy I mean it in a sense of like if a buy it at a local farmer place I can really feel the passion of his work I can really sense how he does his business how he knows all the plants and all these things and I think for a lot of companies when they try to gain the world. User-base wise or sales-wise, they totally lose this identity of why they did it and its all about growth for growth. [0:40:07] The whole thing gets lost of why things are done. And I think that’s what needs to get back . Just like do it because it feels like a right thing to do and later it will show its value. And I think that’s also something that like in the art world that interests me a lot is that you can do things without literally need to have a practical use, or a needing to have like a fixed reason. You just do it because you feel like you need to do it or express it. It’s a totally different mindset, think we’re locked in this financial mindset reasoning wise. [0:40:40] Mike: I like how Luciano explained this, an app developer for the meditation app. He was saying how in the blockchain you can build a piece of the software like a single contract that has a single function that other people test. And then you can just reuse that for other kinds of applications. So, every one thing you develop, you only have to develop it once and you an find examples of this all over

- 246 -


the blockchain so you can kind of build your whole app in the chunks. And I really like how that switches the mindset, you’re almost like building on top of the shoulders of giants. Every time you start a new thing [0:41:12] Vince: This is the future in programming. Of course we had open source already but with open source you always had to like really adopt the whole project that someone already built . And I think with the blockchain you really chop it down into very small reusable pieces and you don’t have to be a technology guy to even use these lego blocks in the future. It’s just like these tiny black boxes with an input and an output that you can read in a human format and basically any problem that you have you can start diving into these lego blocks and look like “is there already a lego block that fits my input/output?” “yes, then I reuse it if not it’s a very small task for someone to build it and the next person that needs it can benefit from it.” [0:41:56] And then all of the sudden the knowledge can start growing and then we can start doing really cool things instead of always reinventing everything by ourselves. And wasting so much time and talent on doing the same things all over the globe. I think were’ such a repetitive species in that sense. Almost anything that you a lot of people are actually doing the same thing its pointless. Mike: Yeah I like this kind of plug in automation mentality. Like, “if this then that” that’s the same kind of thing, put that on the blockchain and people can reuse these blocks of software, that’s really cool. But the other thing you said today about expiring like a corporation or an entity like when the job was done you disband, you’ve made the thing. [0:42:32] Vince: Yeah, exactly, that’s also something I think is very interesting like most things get started and then they have some success and then they get in this mode because they have certain type of investor or reasoning behind it that they need to continue it. Say for example with the clothing store someone starts out of passion of creating this new kind of sweater, it takes of it becomes a hit. They create a store or whatever. And then it starts growing it starts hiring people, all the sudden the founder is not anymore, the person selling it and then the company fades away from how it all started and then the investors and the accountants and so on they start reasoning like okay next year we need to grow a bit bigger.

- 247 -


[0:43:11] So we’re gonna do the same plus 3%, now how are we gonna sell the same products? Yeah, last year it was a green sweater now we’re gonna do red and next year it’s gonna be pink or whatever. And you just create this cycle of tiny tweaks or updates to the products instead of really creating or inventing something again. And I think our whole society is in that way kind of polluted with this never-ending stories of ideas that were once good but that still need to be sold in huge amounts and therefor are pushed in our throats consistently I think we should focus more on the beauty of temporarity or temporality or how you call it. And the beauty of that something is just that it’s short. And the thing that inspired me in Amsterdam was the example I gave there, was that a club opened and it told upfront its closing date within two years. [0:44:01] And it forces this mentality that it will be gone and it will be something that you need to enjoy now. And it brings value to it. And I think for a lot of shops and a lot of products and services and whatever its fine that they still get used but they’re not shocking anymore, they’re not beautiful anymore, they are just small updates from something that once grasped the attention. And we need to find this beauty again in a lot of things. And the beauty starts from trying things and the beauty starts from, yeah, just sending it out there and people starting over again. There is no shame in starting over, like, people think success is like this thing of continuing never ending success stories. [0:44:40] You had a golden idea and then every year 3% and within 20 years I’m gonna sell it. And no, I think it’s a mind numbing thing to do, if you have the talent to create something, and you just perpetuate It for 20 years with the growth of 3% you’re not using your talent. Your talent you should use to start again and start again and create this and you have so much more to offer to the world that continuing the thing that you already brought there. Mike: That’s why a lot of founders burn out too, cause they love the startup creation phase and they’re just like shareholders meetings, 3%… Vince: Yeah and it’s a weird mindset that actually the people that are these creators that they get forced into this mindset of repetition. And yeah I think we should incentivize people to be more like that and that’s again a reason for incubator to be so free.

- 248 -


[0:45:40] Just give this platform to these founders because these founders are probably the people that are gonna bring the beauty to the world and give them all the freedom and facilitate them how you can. And you’ll be amazed at what comes out of it. Its Also that people need to stop labeling people with a certain talent. I see a lot of people if they build for example a clothing brand they get forced by their environment to always be in their clothing niche. Maybe this person Is just a really good founder and he could start fruit company, or he could start a new rock band like the example we gave with the professional sports player. [0:46:04] The thing is, the creators are creators not in the specific subject but they have this creative mindset that you can apply to any subject. So, don’t lock them in and give them the freedom to try new things. Maybe they create great music or great art because they just have this experimental trying mindset instead of the mindset of repeating things. Mike: It’s like what we expect from CEOs, you know, if you play in a band, you’re not gonna record one album and then keep changing the artwork every year and that becomes your only job. Like you’re gonna make more music or ongoing. So why don’t we expect the CEOs to do the exact same thing. [0:46:38] Vince: Very good analogy and yeah, I think it all has to do with how we think in school. Like, we go to school and we are taught that we need to learn something and then repeat it our whole lives and we apply the same logic to almost anything and I think that’s a weird thing also in the future that we need to break. It’s all about experimenting and trying things. You cannot do anything wrong If you just keep trying, in my opinion. Its all about just let things happened and just go with it. Get back this freedom to create [0:47:12] Mike: I think there’s momentum with that creativity too. If you’ve got a group of people constantly coming up with new ideas and they’re releasing them and theres no responsibility to make this thing improve 3% each year. You’re just like okay it’s out there and other people in the community or the blockchain can take it over if they want to and improve it. Vince: And its also like what I said before like a lot of ideas they are a bit ahead of their time. And the ideas then get shot down because they cannot be monetized at that moment or they cannot be fully accounted for why should it be there. But that shouldn’t be a reason for why it shouldn’t be built already In my opinion. Just get it

- 249 -


out there and put it up for the world to share it, open source it or whatever you wanna do with it because someone who is starting out with their idea might google it and might need exactly what you just created but you couldn’t have predicted it when you’ve created it. [0:48:04] If you just put it out there you create the building blocks for other people to do great stuff. Maybe there are 7 links in between of all these crazy things that nobody understands but then some guy in Canada comes up with an idea and he thinks I need these 7 things, lets google if they are there. And he comes exactly at these things and then all of the sudden the need for these things becomes clear. And this can take ten years and there’s no shame in just putting it out there for ten years, you never know who you’ll inspire or who you’ll empower with what you’ve created. [0:48:32] Don’t try to predict it, just believe that the fact that you put it out there is a creation already because you can think of it you can execute it and you can put it out there so now it’s already in this sphere of being simply indexed already by google it’s already the first start. People can start randomly coming up to, you never know how they got to it but it starts living, and its start being like an organism, like a baby you’ve created and it will get momentum in the end. Euvie: It could even send micro payments back to each of its components that it uses and the components that end up being used a lot like seven years after their creation. Vince: Yeah I think this might be in the future that it’s about finding these small things where you can take some of your knowledge and thinking power and just defining it in the blockchain and thereby helping people maybe a hundred years after your death still. [0:49:26] But it will be recorded and it will be impactful and it will still contribute to whatever you want to support. Like we also had this example today that with blockchain we can start building wallets in time. We can say that this park here in the city needs to have four trees always. And if it detects that there are not four trees it should trigger a message for four trees be planted. And we can program the software to be active only as if in hundred years so we can start impacting things even in the future like that.

- 250 -


[0:50:00] And it’s all about connecting all these things and just contributing your part for the future generations and for anyone else on the planet to do better things and to greater things. Why waste time on doing the same things all of us. Let’s just all do everything once and then continue and build on that. If we do that with 8 billion people, my goodness we can do crazy things. [0:50:21] Euvie: I love that yeah, even in business you know I’m thinking about how many things we had to start from the ground up and do the same things that somebody else already did and it’s so repetitive and its taxing on you. Because you only have one life and you’re doing all this redundant stuff. Yeah and your unique talent is the creation after you’ve done all the repetitive tasks. All the repetitive tasks take away so much of the energy to actually get to this. I think in the future also ,like, business is also a concept that’s also outdated. I think for every task you should have like a micro business. To just act for one transaction, say for example you create this artwork for me or you write this article or whatever. I just set up a business between the three of us where we share just for this item that we’ve created. [0:51:12] And now we still have this idea of creating a business and everything I do in a year I bring under this business and I think this is also mindset that we need to let go of. That everything needs to be so formal in a fortress behind walls with pyramids and all this stuff in place. I think we should think lightly about interacting with each other. I think all these necessary rules that we think are necessary right now, they are just blockages for things that are so simple in nature. I just want to do a transaction with you guys, what’s keeping me? Why should I set up all these things in place just to do that? It should become lightweight and therefor and also become more democratic for everyone to start doing that. I think there are so many people who don’t feel comfortable starting a business. [0:51:58] Because they heard about the paperwork they heard about the tax offers, the checks and god knows all these things. And they feel fear that this part they cannot do. They’re very confident about their own niche or about their creative idea but the whole business part around it they don’t feel comfortable with.

- 251 -


We should make it as easy as possible and take all those things away and I think a lot of people would be entrepreneurial. Yeah I think that’s a very important thing in the future. [0:52:24] I love thinking about it from the maslows hierarchy of needs perspective. Where you take away all of the crap that people have to do in their daily lives that’s just, it’s just repetitive, like taking care of their food and clothing and even setting up social interactions. And so they can focus on self-actualization and doing the things that really bring value to the world. I think it’s also the, another example is that, transactions are so wasteful with the blockchain that you can divide a salary for example into tiny drops of every microsecond during the month so your salary can come in every microsecond instead of one moment in the month. Because the behavior of the people now of how they look at their bank account. The money comes in and it’s a high amount in their bank amount, they pay rent and they pay all the other expenses. They think in the staircase mindset of needing to achieve a high staircase and so that it can pay for all the bills that follow it. [0:53:23] So, you have this mindset of reaching an absolute height constantly. I think with the blockchain you can start shifting this behavior and if you have the droplets of salary coming in consistently. And on the other end you start paying things consistently in micro seconds, like your energy bill or whatever. Instead of this mindset of seeing staircase going down you will start seeing flows that need to be in balance. And you start thinking different about money, there is no point anymore in having something really high, you’re just constantly looking at your bank account and it could be visualized just as the scale that needs to be in balance. [0:53:58] And there’s no need to go for a bigger this or higher that, and whatever. Its just about finding the balance between what your input and your output. Mike: What do you think are some of the other business models like you mentioned micro transactions coming off of each contract you create. There’s like creating would be another one of crowdfunding, creating basic income for developers to be constantly creating new things. [0:54:21] Vince: The thing with most people is that they get great ideas in the weirdest moments but they also realize that they might not be the best possible entrepreneur for it or that they don’t have any entrepreneurial experience at all. Because

- 252 -


its outside of their field or whatever. But they are willing to maybe share that idea, put it on the blockchain and then put a small bounty behind it like for example 5 euros if someone fixes this or that problem for me. And maybe within a month two thousand other people all across the world they will all do the same thing, and all of the sudden you get this incentive list of problems to fix where the funding is in place already, it’s just a matter of finding an entrepreneur. And you totally shift the landscape around that is existing now, that an entrepreneur needs to find the money because most entrepreneurs, this also applies for myself. Like I’ve been in many different industries because I just enjoyed problem fixing I enjoyed a process of tackling something. [0:55:14] I don’t have a particular passion for a certain industry but I enjoy this process. So for me it would be super optimal to see all these opportunities laying around. And if then the idea with virtual reality gets combined we can start listing not only opportunities for businesses but you can also say we have a lot of minor tasks like “swipe the streets” or “mow this lawn” or whatever. It’s just gonna put it on there, and five people are gonna like all walk through the park and they all contribute 20 cents to if the lawn gets mown. And if you then have VR or AR and you just walk through the park, you see literally money laying there or incentive laying there to start mowing the lawn. You can just apply this to the whole world, you can just walk around and everywhere just see these opportunities where you can contribute something because other people have specified that there is a need for something, and they already put in place for people to pick this up. [0:56:11] And I think that way you can look differently at work. Now, at work we have a specific role for our entire year or whatever. But maybe then going to work is just putting your goggles on and start walking around and start picking up all these needs that people have and start fulfilling them. You can feel needed by mowing the lawn in the first hour of the day and maybe afterwards you’re coding some software. It becomes totally fluid how you contribute and thereby earn money. And you just walk around. The whole world can become interactive like. Its’… It’s a beautiful world.

- 253 -


[0:56:46] Euvie: I think it’s amazing because it also makes you feel really connected to the people around you. You’re constantly contributing something good to your neighborhood. Vince: Yeah and you can see literally if you just walk around with the augmented reality, that you can see the faces of the people that left the money there and you can see maybe instantly the relations you have to these people. Its literally like for example in the music industry that when you bought the cd only the producers were thanked, but maybe you should thank all the people buying the music. And maybe with that park, you will literally see a thank you from that park for all the people that contribute to the park. [0:57:21] And you feel like the park is something of you, because you once contributed to mowing the lawn, or you once put bounty there for the need. And I think that way you will start feeling a responsibility for things around you instead of feeling separated from that. And like “the municipality needs to take care of this” or whatever. Its about connection again. Euvie: So speaking of municipalities, how can they get involved for example if a politician or a big investor wants to contribute to something like this but they just can’t get their had around the idea. [0:57:50] Vince: Yeah I think that for the government or municipalities its about seeing the opportunities that you can actually leverage the willingness and leverage the power of the communities instead of seeing it as something that you need to correct for them. Because if you start incentivizing people to fix the problems that you have as a society or municipality or whatever. People will start picking it up and doing it for you and there can be way smaller government than there is now. Or there can be a totally divided government where maybe you have like 2 3 people elected as park management people that get over the lawn mower selection. I don’t know. [0:58:28] You can put the need there but it’s only a pool of people that can mow the lawn. Like you can create a new kind of government in a sense. But it’s also that for investors I think that the financial system as it is it’s not gonna be the biggest system anymore in the world. The future is about these connections that we constantly make and I think the investment that you should now make is to position yourself as early as possible

- 254 -


within these all these connections. The earlier you are the more connected transaction will get. Like if I do transaction now in the blockchain, the transaction will make so many rounds in the next 5 years in comparison to a transaction done 5 years from now. I have way more transaction reputation already. [0:59:10] So I advise investors to get in early even if they don’t know fully yet that they’re gonna get a financial award out of it but position themselves as the facilitators and the connectors because in the future you will get a back reference of where you connected of where you made an impact and that will position yourself to do something. So get in as early as possible. I know the blockchain is still a hype thing for people, but its also about to change in a very quick time. People are thinking it’s something that’s gonna go in the far future but it’s going extremely fast. And I honestly think that if like banks are falling down that you will see a quick adoption pretty quickly. [0:59:49] Mike: I love this idea that you can be someone who’s maybe a little more financially well off and walk down the street and throw bounties and everything just to improve. Its like micro investment in your community. Vince: Yeah exactly, and in the future you can also start connecting this to politics for example where you might say okay, we only want people to be representing us as a village or as a city, that have a clear reputation of contributing to this city. So start building your reputation because you might be needing it in the future. Because if you don’t bring value to us as a whole. Yeah, it’s difficult to maintain the position in the future. It’s very good to start being transparent about it instead of just a financial gain. It should be about the impact that you make [1:00:36] Mike: Being a politician change will change into like a high honor thing that the society bestows upon you that it’s a badge of honor. Vince: Yeah and it’s the same now with the big investors where they do it maybe for the capital gain or something like that. I think we need more entrepreneurs or investors that wanna show off that they made this park so beautiful instead of that they made a million euros. Like what’s the status about earning a million euros because you outsmarted someone. No I think there is way more pride to be gained if you can say he I contributed here, and I’ve facilitated that. This and this could happen and this person could do this and this people can do that and it will make you feel more needed for the world than anything else.

- 255 -


[1:01:19] And I think that’s in the end what it comes down, the feeling of happiness is the feeling of belonging and being needed and connected and loved. This all starts with getting all these connections going. And it can be super small tasks but they all matter in the end. Euvie: I love the idea of a governments incentivizing certain things and looking at things as an opportunity rather than the problem that they have to correct so if there’s a broken path somewhere, instead of looking at it like “oh its an eye sore” they can put a bounty on it and then certain company could come in and fix it. And you could regulate this company like, they have to have at least fifty paths in the past so that they qualify, so they have to be good. [1:02:06] Vince: Exactly, and then also for municipalities about creating opportunities for citizens instead of monitoring and correcting them. So, a government could be something that is loved so much because of it because it’s this bringer of opportunities. Like, it can totally shift around of how people look at politics. Mike: There could also be this element of quality control where there is bounties for people to check that he job is done. Instead of having to create this complicated software architecture, you could just say “yep, the job is done.” [1:02:35] Vince: Maybe also with the super market products like if I buy the coffee, instead of just paying the super market, I’m also paying again someone to check that the farmer really was treated well. Also, I don’t just buy the product and give it value, but I also apply some logic to the transaction to also make sure that there is some good to the transaction. And thereby I improve the system for the next buyer and the next buyer. Mike: It’s a fascinating combination involved in all these things, augmented reality laying bounties out, artificial intelligence interpreting what you want. [1:03:08] Vince: Its like Pokemon GO! but then for adding value for humanity and for the people around you. And you saw how Pokemon GO! got popular pretty quickly. So I definitely see an opportunity if you build something like this. The beauty of it again is that you can start so small it just takes a couple of people to program something and experiment with it. We can try it here in the city, you share it with the world. And it can be implemented everywhere super quickly. And it doesn’t take a

- 256 -


huge investment, it doesn’t take an army, it doesn’t take a factory, it’s just laptops, some good idea and people really fairly distributing tasks and saying like hey I would like if someone did this, I would like if someone did that. [1:03:50] And other people really feeling like “hey I can contribute here because someone appreciates what I do here.” And that’s also this feeling of appreciation, like most people have a job but they don’t feel appreciated. Whereas in this system you can walk around and appreciation is all around you, if you contribute. It makes you feel good, it makes you feel happy in life I think, yeah. Mike: Fantastic. So exciting. Vince: Yeah, exciting times. Mike: Vince, thanks for joining us it was really great to have you. Vince! Thank you very much and I’m looking forward to the incubator and all the great things that you guys are gonna build. So uhm.. Mike: To the future!
 
 8.8

VAN WIE ZIJN DIE NETWERKEN - DE OPKOMST VAN DE DAO

8.9

NIEUWE VORMEN VAN EIGENDOM

8.11

SOCIAL PHYSICS - WAT WETEN WE VAN NETWERKEN?

8.12

LEGAL FRAMEWORKS

8.13

THE WINDHOVER TRANSITION/ NAAR EEN PARTNER STATE

PAYMENT SERVICES -

- 257 -


INTELLECTUEEL EIGENDOM - Consider the music industry, where intermediaries capture nearly all the value and artists get paid last. Now, companies like Mycelia, founded by Grammy-winning artist Imogen Heap, have developed intelligent songs with smart contracts built in, which enable artists to sell directly to consumers without going through a label, financial intermediary, or technology company. This means that royalties and licensing agreements execute automatically and instantly— and artists get paid first. Spotify, Apple, Sony Music and other massive media companies stand to lose or gain depending on how quickly they embrace this technology.
 
 Blockchain technology can also take networked business models to a new level by supporting a whole host of breakthrough applications: native payment systems that run without banks, credit card companies, and other intermediaries will cut cost and time from transactions. Reputation systems built on social and economic capital and controlled by individuals, rather than by intermediaries like rating agencies and credit rating services, will change the dynamic between consumers and companies. Trustless transactions, where two or more people need not know nor trust each other to do business, will be feasible. There are staggering implications beyond financial services.
 
 While we’re only starting to see the possibilities of the blockchain, we expect these areas to be the first to experience a profound impact:
 
 Solving the problem of IP in a digital age.
 
 During the first generation of the internet, many creators of intellectual property were not properly compensated. Musicians, playwrights, journalists, photographers, artists, fashion designers, scientists, architects, and engineers were not only beholden to record labels, publishers, galleries, film studios, universities, and large corporations (vestiges of the pre-digital age) —these inventors now also had to deal with digital piracy that became possible on the web.
 
 Blockchain technology provides a new platform for creators of intellectual property

- 258 -


to get the value they create. Consider the digital registry of artwork, including the certificates of authenticity, condition, and ownership. A new startup, Ascribe, which runs on the blockchain, lets artists themselves upload digital art, watermark it as the definitive version, and transfer it, so similar to bitcoin, it moves from one person’s collection to another’s. The technology solves the intellectual property world’s equivalent of the double-spend problem better than existing digital rights management systems; and artists could decide whether, when, and where they wanted to deploy it.
 
 SHARING ECONOMY - Most so-called sharing economy companies are really service aggregators. They aggregate the willingness of suppliers to sell their excess capacity (cars, equipment, vacant rooms, handyman skills) through a centralized platform and then resell them to users, all while collecting a cut off the top and valuable data for further commercial exploitation.
 
 Blockchain technology can provide the suppliers of these services a means to collaborate that delivers a greater share of the value to them. Just about everything Uber does could be done by smart agents on a blockchain. The blockchain’s trust protocol allows for cooperatives, or autonomous associations, to be formed and controlled by people who come together to meet common needs. All revenues for services, except for overhead, would go to members, who also control the platform and make decisions.
 
 MANUFACTURING - 3D printing is proving to be another revolutionary technology that is moving manufacturing closer to users and bringing new life to mass customization. But today, makers still need centralized platforms to sell their wares and have trouble protecting the IP of their creations. With blockchain, data and rights holders could store metadata about any substance, from human cells to powered aluminum, on the blockchain, in turn opening up the limits of corporate manufacturing while also protecting intellectual property. New markets could enable buyers and sellers to contract more easily in an open market.
 
 The so-called Internet of Things will need blockchains to manage ultimately trillions

- 259 -


of daily transactions. Traditional financial services companies cannot manage micropayments and settle payments, such as when a factory light purchases power from a public power auction. The Internet of Everything needs a Ledger of Everything.
 
 ENTERPRISE COLLABORATION - Today, collaboration tools are changing the nature of knowledge work and management inside organizations. But there are clear limitations to today’s suites of tools, as we still need central intermediaries to establish trust and coordinate much of the capability. This creates an opportunity for blockchain-based systems. For example, if every employee had their own elaborate profile, which they owned and controlled, employees and companies would be able to keep their data, rather than give it to large social network companies. If current development projects, such as Enigma, being run out of MIT, are any evidence, blockchain social networks will have dramatically richer and more customizable functionality, where data is protected and consumers empowered, compared to incumbents. Existing vendors will either face disruption or embrace blockchain technologies to deliver much deeper capability to their customers.
 
 In the mid-1990s, smart managers worked hard to understand the internet and how it would affect their businesses. Today, blockchain technology is ushering in the second generation of the Internet, and if companies don’t want to get left behind, they’ll need to dodge the Innovator’s dilemma and disrupt from within. 
 
 
 
 EEN BLOCKCHAIN BUBBLE ? - Veel mensen zien door blockchain technologie een radicaal andere toekomst opdoemen. Met betere overheidsdiensten, betalingsverkeer dat in handen is van burgers. En veel minder logge bureaucratische organisaties. Anderen hebben er moeite mee te begrijpen hoe ingrijpend blockchain technologie zou kunnen zijn. Volgens hen gaat het bij het toepassen van blockchains slechts om het efficiënter maken van bestaande processen.

- 260 -


Beiden hebben een punt. In de eerste fase van een technologische ontwikkeling zijn er altijd veel start-ups, waar je na verloop van tijd helemaal niets meer van hoort. 90% van de start ups die op nieuwe technologie zijn gebaseerd, faalt binnen de eerste drie jaar. De technologie is dan vaak nog te onvolwassen. Of het team klopt niet. Of de manieren om duurzaam geld te verdienen zijn niet duidelijk. Veel nieuwen initiatieven gaan snel ter ziele. Zo snel verandert de wereld niet.
 
 In de blockchain markt is dat niet anders. Theoretisch gezien kan blockchain technologie onze wereld inderdaad ingrijpend veranderen, maar we zitten nog maar in de eerste fase van ontwikkeling, waarin er nog veel naïef optimisme is. Zeker, er zijn mensen die in deze eerste fase - in de hype van Bitcoin of Ethereum bijvoorbeeld - hebben geïnvesteerd en daar de vruchten van plukken. Maar een volwassen markt is er nu - in 2017 - nog niet. 
 
 Dat snelle succes van een enkeling maskeert wat er werkelijk aan de hand is. Wie zich echt met blockchains bezig houdt weet het: we komen nog maar net uit de eerste fase van de ‘bullshit-cycle’ die kenmerkend zijn voor nieuwe technologieën. De pioniers uit de eerste fase hebben goed werk gedaan, maar het komt er nu op aan blockchain technologie te professionaliseren en er volwassen mee om te gaan. 
 
 Een van de grote uitdagingen bij het ontwikkelen van blockchain services, is het ontwikkelen van duurzame business modellen. Er is geen ‘killer-app’ voor blockchain. Wel ontstaat er langzamerhand een lange lijst van infrastructuren en toepassingen van blockchains. In steeds meer markten. De ontwikkeling daarvan kost natuurlijk geld. Maar als een blockchain netwerk in theorie geen eigenaar heeft, hoe komt dat geld dan op tafel?

https://www.linkedin.com/pulse/avoiding-pointless-blockchainproject-gideon-greenspan

- 261 -


HOE WERKT BITCOIN? - Wat is blockchain technologie? De meeste mensen hebben intussen wel van Bitcoin gehoord. Bitcoin is een digitale munt, die wordt gecreëerd in een netwerk van computers. Wie zich erin verdiept, stuit al snel op de blockchain technologie, die eraan ten grondslag ligt. Blockchain technologie is complex, maar het idee erachter is eigenlijk simpel.
 
 Het zo verspreiden van data over een netwerk is op zichzelf niet nieuw. Dat gebeurt al veel langer in de ‘donkere kant’ van het internet. Op allerlei manieren verbergen wapenhandelaren en andere criminelen zo hun identiteit en hun transacties. Wat nu echt wezenlijk verandert met blockchain technologie is dat de transacties tussen mensen juist wel voor iedereen inzichtelijk zijn. De toegankelijkheid gelijk blijft, de betrouwbaarheid neemt toe en de beveiliging verbetert. Er is dus niet één overheid, bedrijf of persoon verantwoordelijk voor het netwerk. Alle deelnemers verdelen als het ware samen de eigendom en de verantwoordelijkheid van het netwerk.
 
 BITCOIN - De blockchain technologie ligt aan de basis van de bitcoin en andere nieuwe crypto valuta. Voor die digitale valuta wordt de blockchain gebruikt als een openbaar gedecentraliseerd kasboek voor alle bitcoin transacties. In het geval van bitcoin kan iedereen verbinding maken met andere gebruikers en deelnemen aan het netwerk. Deelnemers kunnen transacties uitvoeren, betaaltransacties verifiëren en berekeningen uitvoeren om een nieuw blok te maken. Het maken van een nieuw block (het uitvoeren van allerlei berekeningen die computergeheugencapaciteit en elektriciteit kosten) wordt ‘minen’ genoemd. Dat minen wordt beloond met een bepaalde waarde in het netwerk. In het geval van het bitcoin betaalnetwerk zijn dat bitcoins, maar er ontstaan nu ook allerlei andere specifieke betaalnetwerken en standaarden.
 
 Zo ontstaan eco-systemen waarbinnen transacties mogelijk zijn. Blockchains zijn daardoor veel meer dan de technologie voor een digitale munt.
 
 SMART CONTRACTS - Ook kunnen we die eenheden bepaalde opdrachten en voorwaarden meegeven in zogenaamde ‘smart contracts’. Stel je een zorgtoeslag

- 262 -


voor, die alleen kan worden aangewend om ziektekosten mee te betalen bij gecertificeerde partijen. Of iemand zich aan de regels houdt controleer je dan niet via het bureaucratische proces achteraf, maar je programmeert deze regels in het geld. Kortom: compliance vooraf. Een blockchain-eenheid kan zelfs zo zijn geprogrammeerd, dat hij automatisch terugkeert naar de uitgever, als de ontvanger er een bepaalde tijd niets mee doet. Zo kun je geld maken dat niet kan worden opgepot. De oude 18e eeuwse filosoof John Locke spitst nu natuurlijk meteen nieuwsgierig z’n oren.176 De ontwrichtende rol die geld in de economie speelt doordat het oppotten van waarde mogelijk maakt - zou immers door blockchain kunnen worden voorkomen.
 
 Zover is het nu nog lang niet, maar de komende jaren verwachten we wel dat overheden en maatschappelijke organisaties geoormerkte budgetten gaan verstrekken, bijvoorbeeld om kinderen lid te laten worden van een sportclub, of door voedselbonnen te verschaffen. Die blockchain based valuta of ‘tokens’ kunnen dan alleen voor dat doel worden gebruikt en kunnen indien gewenst na een bepaalde periode vervallen. Overheden en bedrijven kunnen op dezelfde manier meer controle houden op de uitgaven door budgetten voor salarissen, machines, materialen en onderhoud te programmeren, zodat geld is geoormerkt en niet aan andere zaken kan worden uitgegeven. Door dit te automatiseren heb je veel minder bureaucratie nodig, wat enorm veel werk scheelt voor accountants, controleurs en andere vormen van bureaucratie.
 
 Het programmeerbare en open karakter van blockchain technologie stelt ons dus staat om administratieve processen binnen de overheid en de financiele sector helemaal opnieuw op te bouwen. Ze efficiënter en transparanter te maken en bureaucratie enorm te verminderen. Het verbaast dan ook niet niet dat veel van de hype met betrekking tot blockchains nu komt vanuit de financial service industrie – het is al duidelijk dat op termijn de kosten en complexiteit van transacties daar enorm gaat afnemen, terwijl transparantie en compliance enorm gaan toenemen. 
 
 
 176

zie blz 69.

- 263 -


In een “internet of things” krijgt onze economie te maken met machines die deelnemen in het economisch verkeer. Sterker nog, ze zijn er al Denk aan een huisje dat je huurt. Of drones die pakjes bezorgen. Deze machines kennen het begrip vertrouwen niet, maar blockchain kent dat wel. Via blockchain weet de drone 100 procent zeker dat het pakje bij de juiste persoon aankomt en dat de betaling onbetwist heeft plaatsgevonden. En de drankautomaat kunnen we zo programmeren dat deze zelfstandig nieuwe voorraad bestelt, en afrekent met de leverancier
 
 U begrijpt… De mogelijkheden zijn eindeloos. Internet technologie is disruptief en doorbreekt de status quo. Het opent markten en doorbreekt de posities van tussenpersonen continu. Bitcoin en Crypto currencies hebben voor een paradigma verschuiving gezorgd. Hoog tijd dus, dat we deze nieuwe ontwikkelingen en inzichten.constructief kritisch benaderen en met open vizier samen bespreken wat de mogelijke toepassingen zijn.- Door blockchain technologie worden vormen van samenwerking in netwerken mogelijk, die wezenlijk anders zijn dan in de ‘oude’ wereld.177 Hiërarchie is steeds minder nodig voor het organiseren van kennis, vertrouwen en besluitvorming.
 
 Er komt steeds meer kennis van de dynamiek binnen die ‘distributed networks’, dat wil zeggen van de manier waarop informatie en ideeën door die netwerken intern en extern worden verspreid.178
 
 
 
 NIEUWE WAARDE SYTEMEN - So at Outlier Ventures we never have* or ever will*

177

Een van de eerste die dit beschreef was Albert-Laszlo Barabasi in ‘Linked - How everything is connected to everything else and

what is means for Business & Society’ - 2003 178

‘Social Physics: How good ideas spread: The Lessons from a New Science’ - Prof Alex Pentland (MIT) - 2014

- 264 -


invest in blockchain infrastructure. Generally I believe that this is best done by the community through token sales where openness is important and the value is in the crypto-equity itself or a consortia when privacy, speed and security are the required characteristics. In both cases there is no point in owning it as it will very quickly become commoditized with a downward race to zero. 
 
 *the one caveat I use here is this is unless said infrastructure is a stepping stone towards a bigger aim which will become clear shortly. But the point still holds there is no point in owning it. Just give it away. I also don’t invest in companies solely focused on SaaS ‘dumb contract’ models. I say ‘dumb’ because there is often nothing ‘smart’ about most smart contracts today. It’s often very simple if-this-then-that. And because anyone in principle can audit them anyone can copy them and make them cheaper. This downward pressure on price makes it very difficult to finance a startup that needs a lot of capital to reach profitability. I believe this slow realisation is why very often blockchain startups lead investors who have done an A round don’t follow.
 
 Now IMHO one of the ways these startups can become commercially sustainable and avoid this downward pressure is if they can successfully leverage machine learning somehow. It’s this combination of technologies that I like most because guess what: machine learning likes big standardised data sets and ultimately I believe this is the main promise of ‘blockchain’.
 
 So this is why I use the *, because many blockchain startups should think of themselves as an AI company where the blockchain stack is really a trojan horse to incentivise an industry to open up and standardise data silos. And guess what ML value compounds so if you can build genuinely smart contracts ahead of the curve you can build very defendable and highly profitable monopolistic positions. Understanding Blockchain+:
 
 So at Outlier we don’t invest in ‘just blockchain’ companies. Our conclusion is most on their own are likely pretty useless. Often it’s just technology looking for a problem with few defensible moats sadly by teams that have little real understanding

- 265 -


of the domain they are trying to apply it to. Maybe some will make a buck for a while. If they are happy being an enterprise software consultancy they can even make a great living. They might even sell to the usual suspects looking to acquihire or driven by FOMO but these will be few and far between. 
 
 So instead we invest in something called ‘blockchain+’
 
 This is where blockchain is foundational to another technology and specific to a domain. This later part is very important when you are building an AI company. The consensus among VCs investing in this space is you need to be a ‘full stack’ company. That means just building the AI is a road to nowhere, you need to be building the full company that leverages the AI to get lock in.
 
 For me ‘blockchain like’ technology is most interesting when thought of as foundational to the 5 technologies listed above to help them scale and scale securely. I say ‘blockchain like’ because there might not be any blocks being hashed or mined. What is important is does it enable more a decentralised economy where immutability is non-negotiable and there is some form of native token.
 
 So let’s explore an example of blockchain + when applied to 3D Printing. Problem: The reason why people are still largely 3D printing Star War figures rather than Rolls-Royce engines is because, like any other digital files for music and film, CAD files can be copied innumerable times and shared widely. This lack of copyright control is further amplified when it can be printed innumerable times too.
 
 So if you want to print anything of value the owner will carry the file on a USB letting it nowhere near the Internet whilst making sure you don’t copy the file locally when you are printing it. Having to physically transport the design file totally defeats the point of being able to produce at the edge when and where the goods are needed. Yes you can shard but doing this on a centralised system has many vulnerabilities. And who owns it?
 
 Solution: Enter blockchain technology. The CAD file becomes as unique as a Bit-

- 266 -


coin where there can only be one owner at any time on a shared and cryptographically secured ledger. Printers become wallets with read-only access to the file on a per-print basis using an open source software install. All transactions are auditable on the shared ledger with proceeds from royalties automatically distributed instantly via smart contracts to any number of participants including the tax man. To involve a network of so many stakeholders requiring automated and secure payments it must be decentralised on a blockchain.
 
 Example: There are at least 4 entities we know trying to tackle this problem today:Cubichain Genesis of Things (Cognizant + Innogy) 3D Plex UbiMS
 
 So add these technologies together and this means really we are investing in having an advantage in the next $13 trillion computing cycle. We invest AI startups, IoT startups or drone startups that get and know how to use and implement blockchain like tech but less so the other way around.
 
 Convergence Thesis: Blockchain + however isn’t where this ends. It could increasingly mean these technologies have an increasingly common infrastructure that shares similar principles and standards. This doesn’t underestimate the messy job of inter-operability between a universe of blockchains but it does assume somehow its figured out.

- 267 -


Believe this assumption and it means these technologies can convergence and combine acting as accelerators to one another. And this is when shit gets really crazy. It’s a thesis we coined at Outlier Ventures back in November 2016 called ‘blockchain enabled Convergence’ aka ‘Convergence’. You can see the white-paper here and its why we now turn away most blockchain startups. We’ve got some big plans for investing in this thesis over the coming years and are putting in place some significant financial firepower to back those few startups that get it, hopefully all the way (more over coming - 268 -


months). Which is why long-term sustainability is more interesting to us than just quick exits. That’s why now Blockchain Angels, the syndicate that allowed us to meet 1,200+ startups and form this thesis, will now only support ‘blockchain +’ startups via an Angel List syndicate called Convergence VC. It will begin to push out deals in the next couple of weeks so please do FOLLOW US.

Convergence Verticals: To expand on this thesis a little more we believe Convergence is most relevant when applied to some key industries: Industry 4.0 eGovernment Health Smart Cities (inc. Energy) Mobility & Transportation Embedded Services* *By Embedded Services I mean invisible; fintech, insure tech, lawtech and regtech

- 269 -


that follows machines and people around as they navigate Web 3.0. Combined Convergence innovations in these verticals enable what I term ‘The Smart Economy’ which is a rules-based, frictionless and self-optimising economic system that spans from heavy-industry to everyday life. It is enabled by the decentralised Web 3.0 woven through how we travel through to our health and homes. To realise it requires cross-industry lateral collaboration at the inter-section of numerous technologies and industries.

- 270 -


<img class="progressiveMedia-noscript js-progressiveMedia-inner" src="https://cdn-images-1.medium.com/ max/800/1*7WE0yt3zaVGNDxpgN81axA.png">

Note what most of these industries all have in common: they are heavily regulated, at least in The West, which means they are almost impossible to disrupt. But you can significantly transform them and that’s exactly what Convergence will do.

Addressing The Capital Gap: - 271 -


Now what’s interesting from an investor’s perspective, because of the sheer level of complexity investing in Convergence, it can not be funded by retail investors and even teams of professional VCs on their own don’t stand much of a chance because it requires:

- Expertise in multiple deep technologies - Ability to timeline their convergence - Serious domain expertise for the various fields of application So there will be a capital gap in seed which is a big problem for an ecosystem that is heavily R&D based and capital intensive. Now think of the missed opportunity in Industry 4.0 alone. According to Boston Consulting Group Industry 4.0 is estimated to provide productivity gains of up to 8 % over 10 years in Europe, totaling €150 billion. In Germany alone it will contribute 1% per year to GDP over next ten years. And that’s without convergence factored in. - 272 -


The b2b market is for me by far the most real, relevant and interesting for blockchain +. So the startups wanting to enter this space also need more than just capital they need access to the incumbents early on. Which is why as a venture platform we invest so much time and effort in forging deep relationships with incumbent enterprise for our portfolio. This is so they can access the right people at the right level and align their road-map to the strategic needs of clients. Ideally they do this before they write a single line of code. This shortens the sales-cycle, therefore the runway required and in part de-risks the investment. It gives access to deep domain expertise and real businesses with real pain points and deep pockets.
 So that’s why today we are formally launching Convergence.vc to help cut through the bullshit and bridge these two worlds to finance the ecosystem that is going to enable this incredible period of economic growth. In fact this requires much wi- 273 -


der international cross-industry collaboration so we aim to bring together a whole raft of players together through regular meetups and thought leadership including: Regulators Academia ERP IT Companies Change Consultants Security Firms Deep Tech Early Adopters You can join us at a meetup group in a city near you from Boston to Berlin or Tokyo by following what we are up to here at Convergence.vc There is also a blog tracking developments in this space complete with monthly newsletter and weekly podcast. 
 
 
 8.X

DECENTRALISATIE

The Meaning of Decentralization “Decentralization” is one of the words that is used in the cryptoeconomics space the most frequently, and is often even viewed as a blockchain’s entire raison d’être, but it is also one of the words that is perhaps defined the most poorly. Thousands of hours of research, and billions of dollars of - 274 -


hashpower, have been spent for the sole purpose of attempting to achieve decentralization, and to protect and improve it, and when discussions get rivalrous it is extremely common for proponents of one protocol (or protocol extension) to claim that the opposing proposals are “centralized” as the ultimate knockdown argument.
 
 But there is often a lot of confusion as to what this word actually means. Consider, for example, the following completely unhelpful, but unfortunately all too common, diagram:
 
 Now, consider the two answers on Quora for “what is the difference between distributed and decentralized”. The first essentially parrots the above diagram, whereas the second makes the entirely different claim that “distributed means not all the processing of the transactions is done in the same place”, whereas “decentralized means that not one single entity has control over all the processing”. Meanwhile, the top answer on the Ethereum stack exchange gives a very similar diagram, but with the words “decentralized” and “distributed” switched places! Clearly, a clarification is in order.
 
 Three types of DecentralizationWhen people talk about software decentralization, there are actually three separate axes of centralization/decentralization that they may be talking about. While in some cases it is difficult to see how you can have one without the other, in general they are quite independent of each other. The axes are as follows:
 - Architectural (de)centralization — how many physical computers is a system made up of? How many of those computers can it tolerate breaking down at any single time?
 - Political (de)centralization — how many individuals or organizations ultimately control the computers that the system is made up of?
 - Logical (de)centralization— does the interface and data structures that the system presents and maintains look more like a single monolithic object, or an amorphous swarm? One simple heuristic is: if you cut the system in half, including both providers and users, will both halves continue to fully operate as independent units?We

- 275 -


can try to put these three dimensions into a chart:
 
 Note that a lot of these placements are very rough and highly debatable. But let’s try going through any of them:
 
 Traditional corporations are politically centralized (one CEO), architecturally centralized (one head office) and logically centralized (can’t really split them in half)
 
 Civil law relies on a centralized law-making body, whereas common law is built up of precedent made by many individual judges. Civil law still has some architectural decentralization as there are many courts that nevertheless have large discretion, but common law have more of it. Both are logically centralized (“the law is the law”).
 
 Languages are logically decentralized; the English spoken between Alice and Bob and the English spoken between Charlie and David do not need to agree at all. There is no centralized infrastructure required for a language to exist, and the rules of English grammar are not created or controlled by any one single person (whereas Esperanto was originally invented by Ludwig Zamenhof, though now it functions more like a living language that evolves incrementally with no authority)
 
 BitTorrent is logically decentralized similarly to how English is. Content delivery networks are similar, but are controlled by one single company.
 
 Blockchains are politically decentralized (no one controls them) and architecturally decentralized (no infrastructural central point of failure) but they are logically centralized (there is one commonly agreed state and the system behaves like a single computer)
 
 Many times when people talk about the virtues of a blockchain, they describe the convenience benefits of having “one central database”; that centralization is logical centralization, and it’s a kind of centralization that is arguably in many cases good (though Juan Benet from IPFS would also push for logical decentralization where-

- 276 -


ver possible, because logically decentralized systems tend to be good at surviving network partitions, work well in regions of the world that have poor connectivity, etc; see also this article from Scuttlebot explicitly advocating logical decentralization).
 
 Architectural centralization often leads to political centralization, though not necessarily — in a formal democracy, politicians meet and hold votes in some physical governance chamber, but the maintainers of this chamber do not end up deriving any substantial amount of power over decision-making as a result. In computerized systems, architectural but not political decentralization might happen if there is an online community which uses a centralized forum for convenience, but where there is a widely agreed social contract that if the owners of the forum act maliciously then everyone will move to a different forum (communities that are formed around rebellion against what they see as censorship in another forum likely have this property in practice).
 
 Logical centralization makes architectural decentralization harder, but not impossible — see how decentralized consensus networks have already been proven to work, but are more difficult than maintaining BitTorrent. And logical centralization makes political decentralization harder — in logically centralized systems, it’s harder to resolve contention by simply agreeing to “live and let live”.
 
 Three reasons for Decentralization
 The next question is, why is decentralization useful in the first place? There are generally several arguments raised:
 
 Fault tolerance— decentralized systems are less likely to fail accidentally because they rely on many separate components that are not likely.
 
 Attack resistance— decentralized systems are more expensive to attack and destroy or manipulate because they lack sensitive central points that can be attacked at much lower cost than the economic size of the surrounding system.

- 277 -


Collusion resistance — it is much harder for participants in decentralized systems to collude to act in ways that benefit them at the expense of other participants, whereas the leaderships of corporations and governments collude in ways that benefit themselves but harm less well-coordinated citizens, customers, employees and the general public all the time.
 
 All three arguments are important and valid, but all three arguments lead to some interesting and different conclusions once you start thinking about protocol decisions with the three individual perspectives in mind. Let us try to expand out each of these arguments one by one.
 
 Regarding fault tolerance, the core argument is simple. What’s less likely to happen: one single computer failing, or five out of ten computers all failing at the same time? The principle is uncontroversial, and is used in real life in many situations, including jet engines, backup power generators particularly in places like hospitals, military infrastructure, financial portfolio diversification, and yes, computer networks.
 
 However, this kind of decentralization, while still effective and highly important, often turns out to be far less of a panacea than a naive mathematical model would sometimes predict. The reason is common mode failure. Sure, four jet engines are less likely to fail than one jet engine, but what if all four engines were made in the same factory, and a fault was introduced in all four by the same rogue employee?
 
 Do blockchains as they are today manage to protect against common mode failure? Not necessarily. Consider the following scenarios:
 
 All nodes in a blockchain run the same client software, and this client software turns out to have a bug.
 
 All nodes in a blockchain run the same client software, and the development team of this software turns out to be socially corrupted.

- 278 -


The research team that is proposing protocol upgrades turns out to be socially corrupted.
 
 In a proof of work blockchain, 70% of miners are in the same country, and the government of this country decides to seize all mining farms for national security purposes.
 
 The majority of mining hardware is built by the same company, and this company gets bribed or coerced into implementing a backdoor that allows this hardware to be shut down at will.
 
 In a proof of stake blockchain, 70% of the coins at stake are held at one exchange.
 
 A holistic view of fault tolerance decentralization would look at all of these aspects, and see how they can be minimized. Some natural conclusions that arise are fairly obvious:
 
 It is crucially important to have multiple competing implementations.
 
 The knowledge of the technical considerations behind protocol upgrades must be democratized, so that more people can feel comfortable participating in research discussions and criticizing protocol changes that are clearly bad.
 
 Core developers and researchers should be employed by multiple companies or organizations (or, alternatively, many of them can be volunteers).
 
 Mining algorithms should be designed in a way that minimizes the risk of centralization
 Ideally we use proof of stake to move away from hardware centralization risk entirely (though we should also be cautious of new risks that pop up due to proof of stake)
 Note that the fault tolerance requirement in its naive form focuses on architectural decentralization, but once you start thinking about fault tolerance of the community

- 279 -


that governs the protocol’s ongoing development, then political decentralization is important too.
 
 Now, let’s look at attack resistance. In some pure economic models, you sometimes get the result that decentralization does not even matter. If you create a protocol where the validators are guaranteed to lose $50 million if a 51% attack (ie. finality reversion) happens, then it doesn’t really matter if the validators are controlled by one company or 100 companies — $50 million economic security margin is $50 million economic security margin. In fact, there are deep game-theoretic reasons why centralization may even maximize this notion of economic security (the transaction selection model of existing blockchains reflects this insight, as transaction inclusion into blocks through miners/block proposers is actually a very rapidly rotating dictatorship).
 
 However, once you adopt a richer economic model, and particularly one that admits the possibility of coercion (or much milder things like targeted DoS attacks against nodes), decentralization becomes more important. If you threaten one person with death, suddenly $50 million will not matter to them as much anymore. But if the $50 million is spread between ten people, then you have to threaten ten times as many people, and do it all at the same time. In general, the modern world is in many cases characterized by an attack/defense asymmetry in favor of the attacker — a building that costs $10 million to build may cost less than $100,000 to destroy, but the attacker’s leverage is often sublinear: if a building that costs $10 million to build costs $100,000 to destroy, a building that costs $1 million to build may realistically cost perhaps $30,000 to destroy. Smaller gives better ratios.
 
 What does this reasoning lead to? First of all, it pushes strongly in favor of proof of stake over proof of work, as computer hardware is easy to detect, regulate, or attack, whereas coins can be much more easily hidden (proof of stake also has strong attack resistance for other reasons). Second, it is a point in favor of having widely distributed development teams, including geographic distribution. Third, it implies that both the economic model and the fault-tolerance model need to be looked at when designing consensus protocols.

- 280 -


Finally, we can get to perhaps the most intricate argument of the three, collusion resistance. Collusion is difficult to define; perhaps the only truly valid way to put it is to simply say that collusion is “coordination that we don’t like”. There are many situations in real life where even though having perfect coordination between everyone would be ideal, one sub-group being able to coordinate while the others cannot is dangerous.
 
 One simple example is antitrust law — deliberate regulatory barriers that get placed in order to make it more difficult for participants on one side of the marketplace to come together and act like a monopolist and get outsided profits at the expense of both the other side of the marketplace and general social welfare. Another example is rules against active coordination between candidates and super-PACs in the United States, though those have proven difficult to enforce in practice. A much smaller example is a rule in some chess tournaments preventing two players from playing many games against each other to try to raise one player’s score. No matter where you look, attempts to prevent undesired coordination in sophisticated institutions are everywhere.
 
 In the case of blockchain protocols, the mathematical and economic reasoning behind the safety of the consensus often relies crucially on the uncoordinated choice model, or the assumption that the game consists of many small actors that make decisions independently. If any one actor gets more than 1/3 of the mining power in a proof of work system, they can gain outsized profits by selfish-mining. However, can we really say that the uncoordinated choice model is realistic when 90% of the Bitcoin network’s mining power is well-coordinated enough to show up together at the same conference?
 
 Blockchain advocates also make the point that blockchains are more secure to build on because they can’t just change their rules arbitrarily on a whim whenever they want to, but this case would be difficult to defend if the developers of the software and protocol were all working for one company, were part of one family and sat in one room. The whole point is that these systems should not act like self-

- 281 -


interested unitary monopolies. Hence, you can certainly make a case that blockchains would be more secure if they were more discoordinated.
 
 However, this presents a fundamental paradox. Many communities, including Ethereum’s, are often praised for having a strong community spirit and being able to coordinate quickly on implementing, releasing and activating a hard fork to fix denial-of-service issues in the protocol within six days. But how can we foster and improve this good kind of coordination, but at the same time prevent “bad coordination” that consists of miners trying to screw everyone else over by repeatedly coordinating 51% attacks?
 
 There are three ways to answer this:
 
 Don’t bother mitigating undesired coordination; instead, try to build protocols that can resist it.Try to find a happy medium that allows enough coordination for a protocol to evolve and move forward, but not enough to enable attacks. Try to make a distinction between beneficial coordination and harmful coordination, and make the former easier and the latter harder. The first approach makes up a large part of the Casper design philosophy. However, it by itself is insufficient, as relying on economics alone fails to deal with the other two categories of concerns about decentralization. The second is difficult to engineer explicitly, especially for the long term, but it does often happen accidentally. For example, the fact that bitcoin’s core developers generally speak English but miners generally speak Chinese can be viewed as a happy accident, as it creates a kind of “bicameral” governance that makes coordination more difficult, with the side benefit of reducing the risk of common mode failure, as the English and Chinese communities will reason at least somewhat separately due to distance and communication difficulties and are therefore less likely to both make the same mistake.
 
 The third is a social challenge more than anything else; solutions in this regard may include: Social interventions that try to increase participants’ loyalty to the community around the blockchain as a whole and substitute or discourage the possibility of the players on one side of a market becoming directly loyal to each other. Pro-

- 282 -


moting communication between different “sides of the market” in the same context, so as to reduce the possibility that either validators or developers or miners begin to see themselves as a “class” that must coordinate to defend their interests against other classes. Designing the protocol in such a way as to reduce the incentive for validators/miners to engage in one-to-one “special relationships”, centralized relay networks and other similar super-protocol mechanisms. 
 
 Clear norms about what the fundamental properties that the protocol is supposed to have, and what kinds of things should not be done, or at least should be done only under very extreme circumstances. This third kind of decentralization, decentralization as undesired-coordination-avoidance, is thus perhaps the most difficult to achieve, and tradeoffs are unavoidable. Perhaps the best solution may be to rely heavily on the one group that is guaranteed to be fairly decentralized: the protocol’s users.
 
 
 8.2

ECO-SYSTEMS SERVICES

Ondanks de invloed van vitale netwerken als Wikipedia, Linux en Bitcoin hebben veel mensen nog moeite de economische potentie van die collectieve netwerken te zien. Dat is ook wel begrijpelijk, want we zitten als we nadenken over economische activiteiten vaak nog gevangen in de 19e-eeuwse verdeling van burgermarkt-natiestaat.
 
 Die verdeling wordt ook nog ondersteund door de meeste economen, door ons belastingstelsel en door de manier waarop we prijzen berekenen. Zo is schade aan de natuur niet de basis van ons belastingstelsel, maar individuele waardecreatie. Ook in het berekenen van kostprijzen en van ons Bruto Binnenlands Product blijft positieve gemeenschappelijke waarde buiten beschouwing. Kunnen we daar wat aan doen?
 
 ECO SY STEMS SERVICES - Belangrijk werk op het gebied van het in kaart brengen van de waarde van natuur en klimaat als ‘common goods’ wordt gedaan door de

- 283 -


econoom Robert Costanza.
 
 https://youtu.be/NwaMDdK0-h8
 
 
 DATA COMMONS - 
 
 
 8.4

DEELECONOMIE? FEIT OF FICTIE?

Schrijvers als Jaron Lanier179 en Arun Sundararajan180 wijzen er terecht op dat de voordelen van de ‘sharing economy’ voornamelijk ten gunste komen aan enkelen.

http://www.shareable.net/blog/a-shareable-explainer-what-is-aplatform-co-op
 
 DECENTRALISATIE
 
 Recently a friend asked me if I could foresee any big trends that might be materializing over the next 25 years or so. He prefaced this request by flattering me with the suggestion that more than 20 years ago Martha Rogers’ and my book

The

One to One Future had in fact predicted a great deal about today’s business environment, including the CRM revolution, the rising importance of ecommerce, and even the advent of social media (chapters 4, 8 and 10, respectively).
 
 After thanking him as modestly as I could manage, I said I do have a prediction, 179

‘Who owns the Future’ - Jaron Lanier - 2013

180

‘The Sharing Economy’ - Arun Sundararajan - 2016

- 284 -


looking forward. I predict that over the next 25 years we should expect to see radical de-centralization in virtually every large human endeavor, from global businesses to educational institutions, nonprofits, and even governments themselves.
 
 Within a single generation (at most, two), we will see nearly every large, top-down organization now in existence rendered nearly obsolete, supplanted or made irrelevant by decentralized, self-organizing groups of individuals. From giant manufacturing companies and world-scale software vendors to local, state, and national governments and bureaus, the tasks these organizations accomplish today are all likely to be accomplished instead by groups of individual people connected and empowered by technology. Think about Uber, Taskrabbit, or Airbnb, and how these would be applied to large companies and governments.
 
 Students of organizational theory will recognize the name Ronald Coase. In 1937 Coase authored an academic article suggesting that the primary reason people come together into companies, partnerships, and other organizations in order to manage complex tasks is that organizations like these reduce the transaction costs involved in distributing the labor required to accomplish those tasks. If you have a full-time job you do what your boss says, and the only “transaction cost” is the time it takes for your boss to impart these instructions. You don’t stop each time and decide what your payment will be for this task, or how the task will be measured, or what your legal responsibilities are.
 
 But every day it becomes easier and more efficient to manage these kinds of transactional costs and multi-person tasks through technological connections. Already today Uber, Airbnb, and other loosely-organized groups create immense economic value with neither the assets nor the employees that would have been essential just a few years ago. Uber has radically decentralized the taxi industry and is today undermining taxi authorities in every major city, while Airbnb offers more room availability, at both the budget and luxury levels, than are offered even by the largest hotel chains.
 
 These economic actors organize people and assets with mobile apps to provide

- 285 -


individual profits (for drivers and owners of rooms). Other actors bring people together to create economic value for purely social, or at least largely non-economic, reasons. Wikipedia, open-source software, and similar forms of social production account for a larger and larger share of the world’s “economy.” Google, Amazon, and others don’t power their Web servers and cloud technologies with open-source software like Linux because it’s free; they use open-source software because it’s good.
 
 New technologies are already beginning to radically decentralize many industries and activities, as well as governments. And this radical decentralization won’t be limited to the big industrialized powers, but will likely characterize some of the less developed countries, where the institutions are particularly inefficient while technology, by comparison, is increasingly efficient. The public education system in a number of developing countries, for instance, is dysfunctional and ripe for a total re-make, and radical decentralization can provide the kind of education the next generation will need, as I argued in a previous post. 
 
 Or think about how complex or obscure healthcare problems are now often managed and solved by groups of patients in interactive communication with each

Anticipa-

other. According to Wood, Talwar, Chace, et. al., in their book

ting 2025, Patients are organising themselves into informed networks, and in some cases driving the development of new treatments. The movement’s de facto celebrity is Dave deBronkart. Dave was diagnosed with a rare and terminal cancer. Except that he’s still alive and cured – after finding out about a little known treatment (and the few hospitals that offered it) from other patients online.
 
 So now imagine a company “organized” by mobile app, with various people soliciting and agreeing to tasks on an ad hoc basis, automatically, the way Uber matches drivers and riders. And remember, Uber’s quality control mechanism isn’t a contractual legal agreement, but merely a system of publicly available ratings – for both the drivers and the passengers. Poor quality can occasionally creep into the system, but it will be quickly rooted out.

- 286 -


Or think about a government regulatory function subsumed by a community of concerned volunteers, and managed via some mechanism that involves reviews and “shaming” of violators.
 
 The more efficiently technology connects us, the more radical this decentralization process will become. In 25 years it’s quite likely that a large number of today’s big industries, business models, and even government organizations will no longer exist, their functions sustained by looser, decentralized groups.

8.6

PLATFORM COÖPS

The accelerating developments in information technology are creating a new economic paradigm - collaborate business. It will transform business principles, markets and organizations.
 We now witness the first signs of a hybrid economy, part 20th century capitalist, part socially structured. The two systems work in tandem and sometimes compete. While the classic economic scene we know will remain part of economic life for years to come, the new social structured economy is on the rise.181
 
 Collaborate services like Airbnb and others now overthrow some of the biggest companies on the planet today. We have seen this happening in the media markets, and in we will see it in other markets as well, as it takes only 10-30 per cent of a particular market to shift to collaborate networks to make the profit margins of existing companies shrink to almost nothing.182
 
 181

‘The Zero Marginal Cost Society’ - Jeremy Rifkin - The Internet of Things, the Collaborative Commons, and the Eclipse of Capitalism - 2014 182

‘The nature of the future’ - Marina Gorbis - 2013

- 287 -


Collaborate business initiatives are often contributing to a better society because they reduce waste and empower people. Even with their rough edges we still see today, they support a new business paradigm of collaborate and distributed capitalism. 
 
 The seeds are being planted for a new kind of online economy. For all the wonders the Internet brings us, it is dominated by an economics of monopoly, extraction, and surveillance. Ordinary users retain little control over their personal data, and the digital workplace is creeping into every corner of workers’ lives. Online platforms often exploit and exacerbate existing inequalities in society, even while promising to be the great equalizers. Could the Internet be owned and governed differently? What if Uber drivers could set up their own platform, or if cities could control their own version of Airbnb? Can Silicon Alley do things more democratically than Silicon Valley? What are the prospects for platform cooperativism? 
 
 De kennis van blockchain netwerken, platforms, data en algoritmen is van het grootste belang Als we tot conclusie komen dat coöperaties en common goods belangrijk zijn voor de ontwikkeling van een evenwichtige samenleving, (staat dat er goed in?) dan kunnen we nu niet stil blijven zitten. Platform coöps staan nog in de kinderschoenen, maar we kunnen ze de komende tijd veel beter ontwikkelen. Dat kost natuurlijk tijd en geld, maar het kost vooral de inzet van de juiste kennis en middelen. 
 
 Er zijn verschillende fundamentele juridische, financiële en organisatorische uitdagingen. We kennen in Nederland allang coöperaties en verenigingen, zoals woningbouwverenigingen, vakbonden en - in naam - coöperatieve banken en verzekeringsmaatschappijen. Maar die hebben hun bijdrage aan het maatschappelijk middenveld niet omgezet in digitale platforms. De coöperatieve taxi-centrales zijn geen Uber geworden. We hebben nauwelijks coöperatieve banken, en als ze al bestaan hebben ze innovatie overgelaten aan commerciële ondernemingen. Het besef dat ook maatschappelijke belangen moeten worden gediend met data, blockchain netwerken en algoritmen begint nog maar langzaam - te langzaam - door te dringen. Er zijn nieuwe maatschappelijke organisaties nodig.

- 288 -


MOVEMENT OF MOVERS - De grote vraag die zich voordoet bij het nadenken over coöperatieve platforms is hoe ontwikkelaars, activisten, ondernemers, juristen, vakbonden, en investeerders samen kunnen gaan werken. De centrale uitdaging voor een platform coöp is dat degene die de meeste waarde creëert - de taxi chauffeur, de huisverhuurder, de buurt etc ook de mogelijkheid krijgt deel te nemen in het beheren en controleren van het platform. Current arrangements tend toward exploitation of providers as Death Stars shift the cost and risk of providing a service to providers. Unlike most incumbent service providers, such as taxi companies or hotels, Death Stars providers are 1099 contractors who do not enjoy the benefits and protections of employees. Death Stars rely on this arrangement to avoid the costs of managing a workforce and grow quickly. Sirene servers creeren natuurlijk grote waarde in de samenleving door technology te leveren, maar ze zouden waarschijnlijk niet succesvol zijn als ze de waarde van arbeid en services van anderen niet zouden exploiteren.
 
 Coop platforms zijn intussen meer dan een theoretische experiment. Er ontstaan interessante initiatieven, maar de meeste blijven nog teveel stalker bi goede bedoleingen bijvoorbeeld A wave is forming, but most examples are brave experiments at best. Shareable’s “Owning is the New Sharing,” lists many examples. There’s Loconomics, the cooperative version of task marketplace TaskRabbit. One of the most successful experiments is Enspiral Network, a New Zealand-based coworking community plus digital collective that allows hundreds of freelancers and social enterprises to work together for mutual benefit. Lazooz is the blockchain version of Uber where drivers mine digital currency by giving rides, while Swarm is the blockchain version of Kickstarter.
 
 Deze voorbeelden laten drie patronen zien waarlangs platform coops zich ontwikkelen. Allereerst zien we bestaande coöperaties proberen nieuwe betere digitale services te leveren. Denk aan de reacties van reguliere taxi centrales na het ontstaan van Uber. We zien ook hybride netwerken ontstaan, zoals het Enspiral Network, die geen echte juridische coöperaties zijn, maar die wel de uitgangspunten en principes van een cooperative hanteren. En de laatste tijd zien we de meest in-

- 289 -


THE PARADOX OF OUR TIMES 
 Is that we have taller buildings, but shorter tempers Wider freeways, but narrower viewpoints We spend more, but we have less. We have bigger houses, but smaller families More conveniences, but less time. We have more degrees, but less sense More knowledge, but less judgement More experts, but more problems More medicines, but less wellness. We have multiplied our possessions, but reduced our values. We talk too much, love too seldom, and hate too often We have learnt how to make a living, but not a life. We have added years to life, but not life to years. We've been all the way to the moon and back But have trouble crossing the street to meet the new neighbour. We have conquered outer space, but not inner space. We've cleaned up the air, but polluted our soul. We've split the atom, but not our prejudice. We've higher incomes, but lower morals. We've become long on quantity but short on quality. These are the times of tall men, and short character; Steep profits, and shallow relationships. These are the times of world peace, but domestic warfare, More leisure, but less fun; more kinds of food, but less nutrition. These are the days of two incomes, but more divorces; Of fancier houses, but broken homes. It is a time when there is much in the show window, and nothing in the stockroom. A time when technology can bring this letter to you, And a time when you can choose, Either to make a difference .... or just hit, delete.
 
 
 - His Holiness the Dalai Lama -

- 290 -


DE TOEKOMST IS FANTASTISCH!
 
 Iedereen ziet het om zich heen gebeuren: we leven in een tijd van ongekende veranderingen. Oude 19e en 20e eeuwse structuren bieden geen bevredigende oplossingen meer voor de uitdagingen van vandaag. Technologie en wetenschap scheppen de mogelijkheid een duurzame sociale wereld tot stand te brengen, maar oude uitgangspunten verdelen ons en staan echte doorbraken in de weg. Als we nú de juiste stappen zetten, zullen veel meer mensen een goed leven kunnen lijden. Er is veel reden voor optimisme.
 
 Ondernemers Frank van Oirschot en Pieter Haasnoot leggen in begrijpelijke taal uit hoe we door nieuwe technologie en een frisse politieke ambitie een samenleving kunnen bouwen, waarin van alles genoeg is. En van niets teveel. Door inzichten uit onze geschiedenis, de economie, filosofie en politiek te combineren met de laatste ontwikkelingen in technologie, geven zij een ‘road map’ voor de toekomst van Nederland. 
 
 Frank van Oirschot richtte technologie bedrijven op. Hij is commissaris van verschillende ondernemingen en ….XXX . (bio Frank invoegen) Pieter Haasnoot was lid van de directie van verschillende mediabedrijven. Hij is cofounder van Publicism en adviseert nu raden van bestuur, start ups en social enterprises over technologische verandering.
 
 ‘Een geweldig boek, lekker duidelijk. Optimistisch!’ - Wie Leentzich
 ‘Eindelijk een positief geluid over de toekomst’ - Bert Elangrijk
 ‘Een boek voor jonge mensen, die een betere toekomst willen, maar zich niet meer herkennen in oude maatschappij opvattingen.’ - Zara Elfhulp
 ‘Blij met dit boek, legt duidelijk uit dat nieuwe technologie niet eng is, maar ons juist kan helpen een betere wereld te bouwen’ - Bea Kende-Nederlander

- 291 -


teressante initiatieven ontstaan, namelijk: blockchain-based platform coops like Lazooz. Zij gebruiken They leverage the same technology Bitcoin uses —a distributed digital ledger—to coordinate, govern, and compensate platform work on a democratic basis.
 
 Al deze versies zijn de moeite waard om te onderzoeken. of these paths are worth pursuing. As we do this, we must take care not to duplicate the organizational monoculture of Silicon Valley. However, it’s important to acknowledge that this movement will not produce viable competitors quickly. It took Silicon Valley decades to perfect the assembly line manufacture of startups. It shouldn’t take this movement that long, since Silicon Valley has paved much of the way. 
 
 De beweging van de cooperative platforms staat nog in de kinderschoenen. The movement can artfully adapt Silicon Valley startup methodology, business models, design, and its innovation ecosystem to launch a wave of platform coops.
 
 
 
 
 
 ARGENTINIE ALS VOORBEELD - Of je in Argentinië nu naar de groenteboer gaat of naar de kliniek moet voor een medische controle: de kans is groot dat je te maken hebt met een ‘coop’.183 De ondernemingen schieten als paddestoelen uit de grond en zijn een succesvol middel in de bestrijding van werkloosheid. Begin 20e eeuw gingen boeren in het Zuid-Amerikaanse land samenwerken voor betere prijzen en meer bestaanszekerheid. Toch hing aan deze coops een beetje een spruitjeslucht, zeker als de Argentijnse regering in de jaren '90 vol inzet op de markteconomie. De coöperatie was ineens ‘uit’ en de BV was ‘in’. Maar sinds de economische crisis van begin deze eeuw maakt de coop een comeback. In crisistijd namen arbeiders (bijna) failliete fabrieken en ondernemingen over. Zo kwamen werkplaatsen, hotels en transportbedrijven in handen van werknemers.
 
 183

Dit artikel is gebaseerd op een artikel van Remi Lehmann - 15 december 2016 - oneworld.nl

- 292 -


Sindsdien zet de Argentijnse overheid coöperaties steeds vaker in om werkloosheid te bestrijden. ‘Er is geen socialer beleid dan banen creëren’, zei voormalig minister van Sociale Zaken Alicia Kirchner bij het opzetten van het programma ‘Argentinië Werkt’. Het programma stimuleert de creatie van coöperaties en huurt de coops in voor de aanleg en onderhoud van de openbare ruimte. Het programma mag een succes genoemd worden: sinds de lancering in 2009 vonden 120.000 werklozen een baan bij de aangesloten coöperaties. Kirchner’s opvolger, Carolina Stanley, houdt het programma voorlopig overeind: ‘Niets geeft meer voldoening dan werken aan een betere leefomgeving voor jezelf en je buren’, zei de minister onlangs tijdens een werkbezoek aan een deelnemende coops.
 
 De deelnemers aan Argentinië Werkt krijgen voor hun (parttime) inzet omgerekend ongeveer €235,- per maand. De helft van een minimum maandloon. Zeker geen vetpot dus. Maar volgens cijfers van het Ministerie zijn in 2014 ruim 31.000 coöperaties actief, die samen goed zijn voor 10 procent van de Argentijnse economie.
 
 Zeggenschap én een goed salaris - Het idee dat coöperaties alleen een noodoplossing bieden voor de onderkant van de arbeidsmarkt lijkt achterhaald. Dat wordt duidelijk op bezoek bij TECSO, de grootste coöperatie voor softwareprogrammeurs in Latijns-Amerika. In de kantoortuin zijn vooral hoogopgeleide twintigers en dertigers aan het werk.
 
 "Het begon met vier vrienden TECSO oprichtten in een garage, maar inmiddels hebben we meer dan 150 werknemers en zijn we actief voor bedrijven in Argentinië, Chili, Colombia en de Verenigde Staten", zegt penningmeester Inti Benites trots. Volgens Benites speelt idealisme een rol bij de keuze om voor een coöperatie te werken: "Mijn collega’s en ik werkten voor bedrijven waar we op de werkvloer weinig te vertellen hadden en het geld vooral in andermans zakken verdween.” Mijn collega's en ik werkten vooral bij bedrijven waar het geld in andermans zakken verdween De leden van TECSO kiezen een dagelijks bestuur, maar over belangrijke beslissingen stemmen alle leden. Diezelfde transparantie is letterlijk te zien op de werkvloer: er zijn geen vaste werkplekken en alle kantoorruimtes zijn doorzichtig. Benites ziet TECSO als een "coöperatieve onderneming". Een ge-

- 293 -


lijke stem betekent niet dat iedereen hetzelfde verdient: het salaris bij de coop is afhankelijk van je functie. En de salarissen zijn op z’n minst marktconform. Dat moet ook wel. Er is in Argentinië een groot tekort aan programmeurs. Benites denkt dat een goed salaris én zeggenschap een aantrekkelijke combinatie vormen: "De bedrijven in onze sector raken jaarlijks een derde van hun personeel kwijt, bij ons is dat maar 15 procent.” Een deel van de winst - Benites spreekt liever van "overschot" - gaat naar de medewerkers, een ander deel wordt opnieuw geïnvesteerd. Ook vloeit een deel terug naar de gemeenschap, zo vertelt collega Laura Romero: "We kopen koelkasten voor gaarkeukens, maar ook gereedschap voor de technieklessen van een school in de buurt."
 
 Toch zijn er flinke uitdagingen voor coops zoals TECSO: wetgeving, de lokale zakencultuur en vooroordelen maken het moeilijker om met 'gewone’ bedrijven te concurreren. Zo weigert de coöperatie bijvoorbeeld smeergeld te betalen aan opdrachtgevers. Iets om trots op te zijn, maar het kost de coop wel opdrachten. Ook bestaat koudwatervrees bij juridische adviseurs van potentiële klanten en hebben de leden van de coöperatie volgens de wet geen recht op een ziektekostenverzekering.
 
 Inti en collega’s bedenken daarom regelmatig creatieve oplossingen: "Soms richten we een onderneming op speciaal voor een nieuwe klant. Na de eerste klus overtuigen we de opdrachtgever om voortaan met de coöperatie zaken te doen".
 
 Knokken voor de coop
 
 De professionals van TECSO hebben het relatief makkelijk vergeleken bij de coops die ontstaan als werknemers een (bijna) failliete onderneming overnemen. Zo voert het personeel van het iconische BAUEN hotel in Buenos Aires al meer dan 15 jaar strijd om de voormalige eigenaren letterlijk buiten de deur te houden. De Argentijnse Senaat beslist uiteindelijk of de vorige eigenaren onteigend kunnen worden, maar heeft nog geen beslissing genomen.
 
 De jongste coöperatie die symbool staat voor de uitdagingen van de coop anno

- 294 -


2016 is Tiempo Argentino. De eigenaren van de Argentijnse krant vertrokken in december 2015 met de noorderzon en lieten tientallen medewerkers zonder salaris achter. Maandenlang werkten journalist Alejandro Wall en zijn collega's zonder inkomen. "Het was een hele moeilijke tijd".
 
 We hebben nu meer vrijheid, want er is geen eigenaar meer die zich bemoeit met de inhoud Dankzij een noodfonds opgezet door sympathisanten, vakbonden en politici kon de krant - zonder eigenaren - toch blijven verschijnen. Van de verkoopopbrengsten werd een coöperatie opgezet.
 
 Ondertussen heeft Tiempo Argentino zich omgevormd tot een weekblad. Volgens Alejandro is de coop een zegen voor de lokale journalistiek: "We hebben nu meer vrijheid, want er is geen eigenaar die zich bemoeit met de inhoud. Daardoor maken we betere verhalen. Onze concurrenten zijn denk ik zelfs een beetje bang voor ons”, zegt de journalist zelfverzekerd.
 
 Aanval op Tiempo
 
 In april 2016 rinkelt Alejandro's telefoon: "Kom snel, we worden aangevallen! Ze slopen de nieuwsredactie". Een zogenaamd nieuwe eigenaar probeerde met een knokploeg het pand waar de krant werd gemaakt in handen te krijgen. De bestorming van de krant schokt Argentinië. Amnesty International noemt het "een aanval op de vrijheid van meningsuiting". Ook voormalig president Cristina Fernández de Kirchner veroordeelt het geweld. Binnen 48 uur rolt er echter een speciale editie van de pers waarin uitgebreid over de aanval wordt bericht. Hoewel de journalisten letterlijk hun lichaam in de strijd moesten gooien, wordt de coop inmiddels door de overheid erkent en zijn ze voorlopig beschermd tegen beslaglegging op de redactie door de zogenaamde eigenaar.
 
 Innovatie, creativiteit en flexibiliteit zijn hard nodig om te kunnen blijven groeien als coöperatie. Zeker in Argentinië, waar de politieke en economische situatie iedere dag kan veranderen. Zo mag Argentinië Werkt niet verder doorgroeien van de centrumrechtse regering, en noemde de huidige president Mauricio Macri de

- 295 -


journalisten van Tiempo spottend “krakers". Voor Inti, Alejandro en de honderdduizenden Argentijnen die bij coöperaties werken zit er maar één ding op: onafhankelijk van de overheid opereren, maar intensief met elkaar samenwerken. Samen sta je sterker. En dat is nou precies het idee achter de coöperatie.
 
 
 
 
 
 
 8.8

INCUBATORS & LEGAL FRAMEWORKS

Beleid en wetgeving moeten coops mogelijk maken en stimuleren
 While much of the path has been paved, plenty of work remains. Below are five things platform coops must do to beat Death Stars platforms. What else would you add to this list?
 
 Echte digitale coop platforms zijn nu nog een theoretisch model. Het volgende kan helpen om goede initiatieven van de grond te krijgen, die ook
 
 INCUBATE THE TEMPLATES - It will take focused, well-resourced, and consistent effort to work out the interrelated legal, financial, and organizational challenges of forming platform coops. Platform coops aren’t an incremental step up from typical startups, they’re a transformational leap. The path is currently uncertain, expensive, and time consuming. For instance, Loconomics has been working on their structure for going on two years, and aren’t even in beta yet. A better way is needed. Platform coops need to face this challenge together with long-term support of a stable anchor institution, like a university. This high barrier to forming platform coops must be lowered or this new movement will die in its crib. 
 Part of the magic of tech startups is that there’s a well understood organizational structure, financing method, and developmental path for entrepreneurs to use. In other words, there’s a template. Platform coops need templates too, but ones

- 296 -


which support a diversity of organizational patterns. What’s needed is a small number of incubators in different global cities working together to give birth to the first wave of platform coops. The trick is to get the first few platform coops off the ground, and then develop a global ecosystem that encourages replication of working models across industry verticals and geographies.
 
 OFFER A BETTER SERVICE AT A COMPETITIVE PRICE - Let’s not forget business fundamentals. Platform coops must offer a better service at a competitive price to beat Death Stars. A lot hinges on simply executing better day in and day out, but strategy plays a big role too. The key strategic challenge is figuring out how to leverage platform coops’ social mission, democratic structure to help them compete. User ownership and control offers inherent advantages that stem from a more engaging and empowering relationship to other users and the enterprise itself. For instance, platform coops could attract more loyal users at a lower cost than Death Stars by offering user-ownership. All else being equal, user-owners will likely deliver better service than 1099 contractors. Platform coops may be able to create a deeper community experience than Death Stars, which routinely feign community ethos for profit. The social mission of platform coops could help them access less expensive labor and capital like traditional cooperatives. They could also gain a cost advantage by developing a common software infrastructure or using open source platforms by ShareTribe and GNUsocial.
 
 TAKE COOPERATION TO THE NEXT LEVEL - It goes without saying that platform coops should cooperate, as that is standard operating procedure in the cooperative world. In fact, it’s number six of the sector’s widely embraced Rochdale Principles. However, platform coops should take cooperation to the next level to exploit a potentially decisive competitive advantage over Death Stars. Death Stars’ closed nature which make it nearly impossible for them to engage in the deep collaboration between cooperatives seen in regions like Quebec, Canada, Emilia-Romagna, Italy, and Basque Country, Spain. Clusters of small to medium-sized cooperatives in these regions often compete successfully against large multinationals through networking, formal collaborations, and shared infrastructure such as market research centers, banks, and universities. These cooperatives collaborate in a much deeper

- 297 -


way than tech companies. In fact, they act almost as if they’re one organism.
 
 Platform coops must act similarly. For examble, the replacement for Airbnb shouldn’t be another centralizing global platform even if it’s a cooperative. It should be a federation of locally-owned cooperatives that are interconnected technologically (Fairbnb!). GNUsocial’s microblogging platform is an example. Each node is on a different server, but users can interact across nodes. The advantage is a much more resilient, user-controlled, distributed infrastructure. At Somero 2015 last month, GNUsocial took a big leap by unveiling the alpha version of a hospitality module called GNUbnb.
 
 Platform coops can share much more than software including data, digital reputation, knowledge, marketing, public relations, legal, lobbying, and physical space. And share all of this on a global basis — as Michel Bauwens’ open coop proposal advises — and across industries. Cities should get in on the action too. They should cooperate with each other and with platform coops to mold the sharing economy in the public interest as Janelle Orsi of the Sustainable Economies Law Center recently suggested.
 
 CREATE AN ECOSYSTEM TO DISTRIBUTE WEALTH - Silicon Valley arguably creates and concentrates more wealth than any place on earth. Behind this phenomenon is a powerful ecosystem that includes Stanford University, the biggest venture capital firms in the world, an enterprising culture, top notch professional services, and more. This ecosystem birthed the Death Stars, and they’ve benefited greatly from it. Platform coops need a similarly powerful ecosystem to compete, but one that distributes wealth instead of concentrating it. That’s a tall order, but platform coops may have natural allies in creating such an ecosystem including city governments, unions, nonprofits, universities, the free and open source software movement, and social investors like credit unions, social venture funds, and foundations. It took many decades for the Silicon Valley “miracle” to unfold. Similarly, it’ll take an ecosystem to raise this movement.
 
 BUILD A MASS MOVEMENT - Platform cooperatives have the opportunity to chan-

- 298 -


nel the huge amount of negative sentiment around Death Star platforms to power their movement. They can also move into the slipstream of awareness Death Stars are creating about the sharing economy to surge forward. However, the movement must be reframed in at least three ways to take advantage of these powerful forces.
 
 First, platform cooperativism must become a populist, trans-partisan movement. If Platform Cooperativism is the coming out party for the cooperative Internet, then it’s a lopsided one. The guest list reads like the line up for New York City’s liberal all star team. That said, I give them credit for a long list of partners including Shareable. That’s a good start at building a movement; they only need to reach across the aisle more going forward
 
 Second, it must shift emphasis from moral arguments for platform coops to practical ones which convince ordinary folks that the vision is feasible. Hope is essential! Like traditional cooperatives, platform coops could offer inherent competitive advantages, including superior cost structure, better working conditions, higher pay, better reputations, resilience, and alignment between value creators and rewards. In fact, sharing ownership and control with users may become a necessity, as Brad Burnham of Union Square Ventures has argued, for platforms to compete for customers as other advantages are leveled by the market
 
 Lastly, the emphasis must shift from platform coops formed by providers to a multistakeholder model that could include providers, customers, founders, investors, geographic communities, and nature. Provider-driven platform coops are a good start, but they will eventually run into the same problems that arise in any organization when one stakeholder group calls the shots. Investors are a normal part of the mix in traditional coops, so no reason they shouldn’t be here, especially with their power in check as one of many stakeholders.
 
 So an epic choice is before us. Do we accept Death Star platforms’ boring, unresilient, monocultural domination? A domination that will be difficult to shake off once established. A domination that puts the world at each of our individual fingertips while disempowering us collectively. A domination that could permanently dama-

- 299 -


ge the richness, resilience, and capacities of our local communities, as Douglas Rushkoff suggests.
 
 Or do we work together to build, as Charles Eisenstein would put it, the more beautiful world our hearts know is possible? A world where platform coops manifest the values of the commons in every community. Where our capacity to manage our resources together is deeply respected. Where polycentric control is a given. Where local laws, customs and cultures are honored. Where self-interest and common good are aligned. Where we are truly alive.
 
 The odds against this more beautiful world are the same odds Luke Skywalker faced against the Death Star in the original Star Wars. The key to victory is the same too. We must use the force, but the force in this case isn’t some mystical energy, the force is us.

- 300 -


09

OPLOSSINGEN - DE ROL VAN DE OVERHEID

9.1

Paradox van de moderne wereld.

9.2

Universele rechten van de - digitale - mens.

9.3

Partner Staat.

9.4

Ecologische economy.

9.5

Ethische markt.

9.6

Naar nieuw geld.

9.7

Nieuwe vormen van democratie.

9.8

Holistische overheid.

9.1

PARADOX VAN DE MODERNE WERELD

Technologie ontwikkelt zich razendsnel. We maken daardoor nu al enorme veranderingen mee in ons dagelijks leven. Een Masaï boer in Kenia zoekt z’n koe op met GPS, ouderen gebruiken een iPad om hun kleinkinderen welterusten te zeggen, en in oorlogsgebieden gebruiken we drones alsof het speelgoed is. Als we ons afvragen wie meer invloed op ons leven heeft gehad, Steve Jobs met de uitvinding van de i-phone, of president Obama na twee ambtstermijnen, dan is het antwoord wel duidelijk. Digitale technologie verandert ons dagelijks leven en dat is vaak prettig. 
 
 Technologie kan leiden tot betere informatie, tot meer kennis, en betere inzichten. En uiteindelijk tot wijsheid die ons allemaal verder brengt. Maar de snelle veranderingen in de wereld zijn ook bedreigend. Technologie leidt ook tot een andere beleving van de realiteit en tot andere economische verhoudingen. We maken een transitie door naar een wezenlijk andere samenleving, met andere economische, ethische, filosofische, democratische en politieke uitgangspunten.
 
 Daar zijn nog veel te weinig mensen actief mee bezig. Dat is de paradox van de moderne wereld. Er zijn veel conferenties, workshops, boeken en blogs over innovatie in bedrijven, maar hoe de samenleving door technologie verandert heeft - 301 -


nauwelijks nog een podium. We accepteren bijvoorbeeld met gemak de voordelen van Facebook en Google, maar wat die bedrijven betekenen voor de economie, de vrije pers en de kwaliteit van de democratie levert nog weinig discussie op.
 
 Managers van grote bedrijven zijn al een paar jaar bezig om te leren omgaan met de snelle veranderingen, maar politici en bestuurders blijven achter. De meeste politieke partijen komen met hun standpunten nu nog niet veel verder dan onderwerpen als privacy en net-neutraliteit. Zinnige onderwerpen - daar niet van - , maar ze zijn een tipje van de sluier. Politieke partijen houden zich nog maar nauwelijks bezig met eigendom van data, de gevolgen van robotisering en kunstmatige intelligentie, de macht van algoritmen, coöperatieve platformen en netwerken, en de transitie naar een ethische, ecologische economie. Terwijl de discussie daarover nú nodig is. We hebben door de toepassing van nieuwe technologie nu enorme kansen op sociale vooruitgang en duurzame ontwikkeling. Iedereen kan ervan profiteren. Maar we kunnen die voordelen alleen maar oogsten, als we technologie niet meer los zien van economische- en sociale verhoudingen. Toch is dat precies wat er nu gebeurt.
 
 Dat is verontrustend. Schrijvers als Jaron Lanier en vele anderen wijzen - vanaf de zijlijn - al enige jaren op die kloof tussen de digitale realiteit van vandaag en de inspanningen van politiek en overheid, om zich een beeld te vormen van de toekomst.184 In feite zijn individuele burgers de laatste jaren veel sneller veranderd dan de politieke en ambtelijke organisaties waar ze op moeten kunnen vertrouwen. 
 
 In die kloof - tussen de realiteit van alle dag en de oude politieke denkwereld bloeit nu een nieuwe sociale en economische orde, die enerzijds bestaat uit de internationaal opererende technologie reuzen, die door gebruik te maken van onze data, algoritmen en kunstmatige intelligentie hun greep op de burger vergroten, maar nauwelijks maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen.
 
 Anderzijds zien we nu overal kleine ‘bottom-up’ en ‘grass root’-initiatieven, waarvan we ons afvragen of ze de kracht wel hebben de oude commerciële en politieke 184

‘Who owns the Future’ - Jaron Lanier - 2013

- 302 -


systemen te veranderen. Het zou mooi zijn als al die kleine positieve initiatieven de oude samenleving als vanzelf gaan laten kantelen, maar wij denken dat er nu meer nodig is. We vinden dat die goede initiatieven moeten worden ondersteund door een krachtige maatschappelijk beweging en een vooruitstrevende overheid, die samen als doel hebben een inclusieve, duurzame, democratische samenleving te ontwerpen en te bouwen.185 Hebben we voor zo’n samenleving nu de juiste fundamenten?
 
 Nee, zeker niet. Digitale rechten van de mens/ Lange termijn doelen/ maatschappelijk midden organiseren/ econli
 
 
 9.2

UNIVERSELE RECHTEN VAN DE - DIGITALE - MENS

Op 10 december 1948 werd de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aanvaard. Zonder tegenstemmen. Een belangrijk document, dat kenmerkend was voor de periode na de Tweede Wereldoorlog. Zo’n verschrikkelijke oorlog en genocide mochten nooit meer gebeuren. Mensenrechten er voortaan voor zorgen dat iedereen in menselijke waardigheid kan leven. Mensenrechten betekenen bijvoorbeeld dat iedereen in vrijheid en gelijkwaardigheid wordt geboren, en recht heeft op leven en onschendbaarheid van zijn of haar persoon. Ook recht op een eigen vrije mening , voldoende voedsel, een dak boven 't hoofd en onderwijs behoren tot de mensenrechten.
 
 Naar mensenrechten wordt vaak verwezen. De meeste mensen denken dat ze de hoogste vorm van wetgeving zijn, waaraan iedereen zich te houden heeft. Maar zo eenvoudig ligt dat niet. Mensenrechten zijn weliswaar als resolutie aangenomen door de VN, maar ze zijn daardoor nog niet direct juridisch bindend. Omdat in de loop der jaren wel steeds naar de Universele Verklaring is verwezen, wordt wel algemeen aangenomen dat een groot deel van de inhoud deel uitmaakt van het internationale gewoonterecht, en daarmee wel juridisch bindend is.
 185

‘Network Society and Future Scenarios for a Collaborative Economy’ - Vasilis Kostakis & Michel Bauwens - 2014

- 303 -


Helemaal duidelijk is dat niet. Vluchtelingen ervaren bijvoorbeeld hoe moeilijk het is om mensenrechten af te dwingen. In veel gevallen blijken nationale overheden zoveel lokale wetgeving te maken, dat daardoor staatlozen en illegale vluchtelingen geen beroep meer kunnen doen op de mensenrechten. En voor die kwetsbare groepen zijn mensenrechten nu juist bedoeld.
 
 In de beginfase van de vastgelegde mensenrechten - de jaren na de Tweede Wereldoorlog - leefden ze nog niet sterk. Achterhuis geeft aan dat er in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw nog nauwelijks over werd gediscussieerd.186 Actieve inzet voor mensenrechten, werd in een intellectueel milieu zelfs helemaal niet hoog gewaardeerd. Laat staan dat activisten zich erop beriepen. Pas in de jaren zeventig zouden mensenrechten meer bekendheid krijgen, doordat organisaties als Amnesty International activiteiten gingen ondernemen in naam van de mensenrechten. Mensenrechten zijn onderdeel geworden van wat we met elkaar ‘de beschaafde wereld’ noemen.
 
 DIGITALE MENSENRECHTEN - Die late reactie in de acceptatie speelt ook bij de digitale rechten van mensen. De wereld digitaliseert nu razendsnel. We zijn als mensen allang niet meer alleen ons lijf. Niet meer alleen onze ‘meat body’ zoals de Amerikanen zo treffend zeggen. We zijn ook onze digitale persoonlijkheid, onze ‘data body’. We zijn allemaal ook een spoor in de virtuele realiteit.
 
 Veel mensen zien hun data persoonlijkheid nog als iets obscuurs. Ze zien de virtuele realiteit nog als een wereld waar je af en toe aan deelneemt, als je achter je computer gaat zitten. Of je telefoon uit je zak haalt. Een wereld die je gewoon aan en uit kunt zetten. 
 
 Dat is naïef. We leven allang in een wereld waarin onze fysieke persoonlijkheid nauw is verweven met onze virtuele persoonlijkheid. Als een schaduw die ons nooit verlaat. En die verwevenheid neemt in hoog tempo toe. Maar ons hoogste niveau van bescherming van onze persoonlijkheid - de mensenrechten - houdt nog hele186

Mensenrechtenlezing Radboud Universiteit - Hans Achterhuis - 2012

- 304 -


maal geen rekening met die digitale realiteit.
 
 Op verzoek van de Raad voor Europa schreef het Rathenau Instituut het rapport 'Mensenrechten in het robottijdperk'. Het rapport doet aanbevelingen die formuleert aanbevelingen die op 28 april 2017 door de Raad voor Europa werden aangenomen. In het rapport pleit het Rathenau Instituut voor een nieuw Europees verdrag met twee nieuwe mensenrechten. Ten eerste: het recht om niet gemeten, geanalyseerd of beïnvloed te worden. Ten tweede: het recht op betekenisvol menselijk contact.
 
 Een mooi beginnetje. Maar net als bij de ‘oude’ mensenrechten is het de vraag in hoeverre het gebrek aan digitale mensenrechten al leeft in de publieke discussie. Laten we eerlijk zijn: de meeste politieke partijen hebben nu nog geen idee hoe ze met digitale mensenrechten moeten omgaan. De focus ligt vrijwel geheel op de privacy bescherming. Dat is goed, mensen hebben recht op geheimen.
 
 Maar de invloed van data en netwerken gaat veel verder dan onze privacy. Het gaat om de eigendom het beïnvloeden, beoordelen, exploitatie van onze data. Net als bij de mensenrechten in de jaren na de Tweede Wereldoorlog is er nu nog nauwelijks debat over digitale mensenrechten. Laat staan dat er actie wordt ondernomen.
 
 We hebben overeenstemming nodig over wat online geoorloofd is en wat niet. Het gaat daarbij niet om twitter-etiquette. Het gaat om fundamentele rechten die een mens heeft in de digitale wereld. Zoals we rechten van de mens hebben uitgewerkt voor de fysieke wereld, moeten we ook komen tot fundamentele rechten van de mens in de virtuele wereld.
 
 Voorbeeld blockstack.org !!!!!!!!!!!!
 
 DIGITALE ONSCHENDBAARHEID - Een ieder heeft het recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn digitale persoon. Het fundamentele mensenrecht uit

- 305 -


artikel 3 UVRM moet ook gaan gelden voor de digitale persoonlijkheid van mensen. Dat betekent dat iedereen een onbeperkt eigendomsrecht moet hebben op de data, die door algoritmen, sensors en andere middelen wordt verzameld, en waarmee zijn of haar unieke sociale, psychologische of biologische identiteit kan worden gedefinieerd of herkend.
 
 - Een ieder heeft recht op eigendom, hetzij alleen, hetzij tezamen met anderen. Een ieder heeft recht op vrijheid van vreedzame vereniging en vergadering. De rechten op eigendom en vereniging uit de artikelen 17 en 20 UVRM betekenen dat mensen het echt hebben tot coöperatieve productie en nieuwe vormen van democratie. Iedereen moet in staat worden gesteld Distributed Autonomous Organizations (DAO’s) of Enterprises te vormen, ten behoeve van productie en allocatie van goederen en diensten.
 
 - DAO’s moeten erop gericht zijn
 
 
 DATA PROTECTION & SECURITY - Ten tweede zullen we ons veel sterker bewust moeten zijn van de noodzaak om die rechten van de mens in dat te beschermen. De nieuwe Privacywetgeving is een stap in de goede richting, maar die moet worden gevolgd door het faciliteren van eigendom van data door de overheid in een digitaal ID en data wallets, die de hoogste graad van veiligheid garandeert, zoals de Enigma-technologie, die nu op MIT wordt ontwikkeld. 
 MONOPOLIES - Ten derde zal de overheid de ‘winner takes it all’-mentaliteit die op platformen en in netwerken heerst moeten doorbreken. were in fact to become its driving force, it would sound the death knell for innovation. Cartels and monopolies are just as damaging in the digital as in the analogue world. It must be possible for every idea and every standard to be challenged by a better idea or a better standard. And politicians must guarantee this. If we fail, our entire economic system - the free market economy - will be a thing of the past. Any time a monopoly is emerging we must be watchful. And we must use our cartel authorities and our

- 306 -


competition law to ensure that pluralism and diversity are not threatened.
 DIGITAL CREATIVITY & IP - Fourthly, we must ensure that creativity is properly paid. In the 'copy and paste' era people must understand that creative thinking and intellectual property, is the basis for wealth generation. The creative act, the creation of web content, must generate a return for creators. Otherwise, creators and our society as a whole will be much worse off. This means, for example, that we need to clarify the relationship between creators, publishers and digital platforms. It is unacceptable that publishing houses should bear the cost of producing journalistic content which platforms can then simply reuse free of charge. After all, these platforms are not charitable institutions which work on a voluntary basis for the benefit of humanity. They are firms whose turnover and profits run into the billions. And they often use the intellectual property of others to generate that turnover and those profits. It is important to bear this in mind.
 TOEGANG VOOR IEDEREEN - One of the key questions for the coming years is: how can we ensure that digitisation benefits as many people as possible? How can we ensure that digitisation triggers a creative explosion which leads to more freedom, more participation, more security, more prosperity and more justice? We need to talk about this, but above all we need to act, because the fight for a fair and just society for the future starts now. Thank you for your attention.
 
 DATAWALLETS - DIGITAL ID - Overheid zou datawallets moeten invoeren (hier conceptueel, voorbeelden hierna bij 10)

https://iapp.org/news/a/the-campaign-for-a-universal-declaration-of-digital-rights/

- 307 -


http://109.104.87.25/uddr/index.html
 https://www.article19.org/resources.php/resource/38687/en/
 
 https://www.theguardian.com/commentisfree/2015/jan/23/magna-carta-new-peoples-charter?CMP=share_btn_link https://www.weforum.org/agenda/2015/11/what-are-your-digital-rights-explainer/ 
 
 
 9.4

NIEUWE VORMEN VAN DEMOCRATIE

Er is steeds meer onvrede over de resultaten van ons politieke stelsel. Grote stappen blijven uit. De steun voor de democratie blijft groot, maar de steun voor politieke partijen neemt snel af. Als ons huidig politiek systeem niet in staat is om onze complexe problemen op het gebied van ecologie, economie en technologie aan te pakken, wat is dan het alternatief? Hebben we een nieuw politiek of democratisch systeem nodig? Veranderen van ons politiek en democratisch systeem hebben we vaker gedaan, dus het kan. Maar het is Nederland wel weer even geleden.
 
 DIRECTE DEMOCRATIE? - Als antwoord op de malaise in ons democratisch bestel komt nu vooral de gedachte aan directe democratie op. Het is fascinerend te zien dat vooral populistische partijen nu referenda en directe democratie omarmen. De gevestigde partijen hebben er meer moeite mee. Maar ook met betrekking tot dit onderwerp komen zij niet met een alternatief. Zij voeden eerder de onvrede die onder de bevolking leeft, door te marchanderen over de uitslagen van referenda.
 
 Het is teleurstellend dat directe democratie als enig antwoord wordt gezien op het democratisch deficit. Het lijkt wel of steeds minder mensen het zich realiseren, maar de essentie van een democratie is niet dat de meerderheid beslist. Dat is 'slechts' een procedureel aspect, nodig om tot besluitvorming te komen. Het hart van de democratie klopt in het besef dat de meerderheid bij besluiten zoveel mo-

- 308 -


gelijk ruimte laat aan minderheden en aan hun opvattingen en gedragingen. De populistische gedachte dat de democratie zal verbeteren als we maar meer directe democratie introduceren - door rechtstreekse verkiezingen en referenda - doet geen recht aan het complexe karakter van democratie.
 
 De Belgische politicus en schrijver Guy Verhofstadt heeft bijgedragen aan die gedachte, met een aantal publicaties over de kloof tussen burger en politiek. Daarin bepleitte hij zo’n directe democratie, die hij uitwerkte als een democratie zonder middenveld, dat van de vakbonden, de belangenorganisaties en dergelijke. Verhofstadt vond dat middenveld een vertekening van de democratie, vriendjespolitiek, achterkamertjespolitiek. Dat moest allemaal weg. Een rechtstreekse band tussen de politicus en de mens die hij of zij vertegenwoordigd was beter.
 
 DIRECTE MEDIA - Het was een wat naïeve opvatting. Verhofstadt en andere voorstanders van directe democratie hielden geen rekening met de nieuwe vormen van ‘directe media’. Twitter, Facebook en andere sociale media zorgen ervoor dat meningen direct worden gedeeld. Het is naïef te veronderstellen dat die media ook de mening van ‘het volk’ doorgeven. Er is eerder sprake van zelfbevestiging binnen een bepaalde groep die eerder onvoldoende gehoor vond.
 
 Het draagt bij aan het grootste probleem in het huidige politieke bestel: het gebrek aan kennis en informatie, zowel bij de kiezer, als bij politieke partijen. We zijn over een heleboel dingen bijzonder goed geïnformeerd. Wanneer we een nieuwe auto kopen gaan we ons eerst maandenlang oriënteren, op mogelijke modellen, prijsverschillen, CO2 uitstoot, verbruik, etc. Wanneer het op politiek aankomt, doen we dat niet. We zijn politiek gaan zien als een reeks van emotionele keuzen, gesteund door reacties op directe media.
 
 VOORWAARDEN VOOR NIEUWE DEMOCRATIE - De zoektocht naar nieuwe vormen van democratie vergt meer dan het faciliteren van directe democratie. Het vergt allereerst de verkenning van de democratische rechtstaat. Kern van de democratische rechtsstaat is dat deze de vrijheid van burgers beschermt tegen elke aantasting van die vrijheid door andere burgers en door de staat. Om die vrijheid

- 309 -


te kunnen beschermen heeft de staat het geweldsmonopolie nodig en daarom zijn democratische controle en rechtsstatelijke waarborgen van groot belang bij het uitoefenen van overheidstaken. Binnen de rechtsstaat worden de grondrechten van mensen beschermd, is de overheid georganiseerd op basis van scheiding van de machten. De overheid kan slechts handelen binnen de grenzen van de wet die wordt vastgesteld door het parlement en die door een onafhankelijke rechter wordt gehandhaafd.
 
 Deze principiële visie op grondrechten is aan erosie onderhevig. Steeds vaker permitteren politici het zich om via uitspraken of zelfs wetgeving te treden in de grondrechten van burgers. Misschien heeft dit alles te maken met het feit dat politicologen en politici meer hebben met effectieve besluitvorming en daadkrachtig bestuur dan met rechtsstatelijke principes. De rechtsstaat is echter uiteindelijk van fundamenteler belang dan de democratie, sterker, zij gaat aan democratie vooraf.
 OEFENEN IN DIALOOG - Democratie is ook meer dan alleen maar stemmen. Democratie is de georganiseerde dialoog tussen verschillende standpunten. Dat vergeten de voorstanders van directe democratie zijn nog al’s. Zo’n dialoog bestaat uit verschillende fases.187 
 
 In het hart van een dialoog is de simpele opdracht om te starten met luisteren naar de ander. Luisteren is iets anders dan ophouden met praten. Luisteren is het vermogen om vanuit innerlijke stilte - dus zonder te oordelen - signalen van buiten op te vangen. Het zijn die signalen die ons verbinden met de buitenwereld en met de meningen van anderen. Daaruit volgt het besef dat de mening van de ander onderdeel is van hetzelfde eco-systeem als waarin de luisteraar zich bevindt. Alleen daarom verdiend de mening van de ander al respect. In een werkelijk goede dialoog leidt dit respect vervolgens tot uitstel van een oordeel over de mening van de ander, en uitstel van de zekerheden van waaruit de luisteraar opereert. Alleen dan kan de volgende fase worden betreden, het expliciet maken van hetgeen zich tussen de luisteraar en de ander heeft afgespeeld.
 
 187

‘Dialogue and the Art of Thinking Together’ - William Isaacs - 1993

- 310 -


Het behoeft weinig betoog dat dit proces van dialoog in directe media en directe democratie zelden aandacht krijgt. Maar ook de partijen in onze parlementaire representatieve democratie ruilen dialoog maar wat graag in voor een onderhandelingsresultaat. ‘Er moeten nou eenmaal compromissen worden gesloten’. Tegelijkertijd bestaat het vermoeden dat partijen over heel veel onderwerpen het best eens zouden kunnen worden en een akkoord zouden kunnen sluiten, worden
 
 DE DIALOOG-DEMOCRATIE - De dialoog democratie is een vorm van publieke besluitvorming waarin informatievergaring, overleg en de uitwisseling van argumenten centraal staan. Het begrip werd voor het eerst uigewedoor Joseph M. Bessette in zijn publicatie Deliberative Democracy: The Majority Principle in Republican Government[1] uit 1981. Invloedrijke auteurs die aan de grondslag liggen van de idee van deliberatieve democratie zijn onder andere politiek filosoof John Rawls en socioloog Jürgen Habermas.
 
 alternatief voor zowel directe democratie als vertegenwoordigende democratie. In een systeem van directe democratie beslissen alle kiesgerechtigde burgers over een bepaalde kwestie, doorgaans via referendum. In een systeem van vertegenwoordigende (representatieve) democratie verkiezen burgers vertegenwoordigers die een mandaat krijgen om in naam van de bevolking politieke knopen door te hakken. Bij deliberatieve democratie is het streefdoel met een diverse groep gewone burgers (vaak een representatieve steekproef van de bevolking) tot een politiek besluit te komen, nadat burgers adequaat geïnformeerd zijn over de problematiek en de nodige tijd kregen om met elkaar te overleggen over de best mogelijke oplossing. Burgers delegeren dus niet het besluitvormingsproces naar politici (zoals in een systeem van vertegenwoordigende democratie). Van burgers wordt evenmin verwacht dat ze meteen tot een individueel oordeel komen (zoals in een referendum).
 
 Besluitvorming ontstaat bij deliberatieve democratie in een collectief proces waarbij argumentatie centraal staat. Dit overleg vindt plaats in relatief kleine groepen om daadwerkelijke actieve participatie en uitwisseling van argumenten te bevorderen. Bij deliberatieve democratie zijn betrokkenheid op het algemene belang en

- 311 -


het verzekeren van een gelijke stem van alle deelnemers in het besluitvormingsproces centrale elementen.
 
 ONDERWIJS - Educatie is nodig voor democratie/twitter echoput/ emotions over facts
 
 MAATSCHAPPELIJK MIDDENVELD -
 Horizontaal oefenen - maatschappelijk middenveld Huizinga + De Touqueville
 
 
 DE EERSTE KAMER VOOR DE TOEKOMST - Onze democratie werkt met een parlementair systeem, dat we hebben uitgevonden in de 19e eeuw. Na een reeks van experimenten aan het eind van de 18e eeuw - heel modern eigenlijk -, ontwierpen we een parlement, dat uit twee kamers bestaat. Vanaf 1815 werden de leden van de Eerste Kamer benoemd door de Koning en die van de Tweede Kamer door de Provinciale Staten. De grote staatsman Thorbecke zette in 1848 hervormingen door en maakte een nieuwe Grondwet. De Tweede Kamer werd daarna direct gekozen. De Eerste Kamer bleef gehandhaafd, maar de leden werden voortaan indirect gekozen, door de leden van de Provinciale Staten. Die Eerste Kamer was daarna best vaak onderwerp van discussie. In 1840 noemde Thorbecke de Eerste Kamer al ‘zonder grond en doel’ . De handhaving werd in 1848 gemotiveerd met de stelling dat de taak van de Eerste Kamer niet lag ‘in het stichten van het goede, maar in het voorkomen van het kwade’ Ter verdediging kwam men vaak met termen als ‘chambre de reflexion’ of een Kamer tegen ‘de waan van de dag’. Die waan van de dag was in 1848 vooral de geest van de revolutie die door Europa trok.
 
 Die geest van revolutie is allang uitgedoofd. Zeker in Den Haag. Er na 1848 nog wel regelmatig gediscussieerd over het nut van de Eerste Kamer. Er zijn na verloop van tijd bij grondwetsherzieningen wat details veranderd, maar de conclusie was steeds dat het wel goed was wetsvoorstellen nog’s te toetsen op maatschappelijke gevolgen. En heel veel schade leveren de dames en heren ook niet op. Dus alles is bij het oude gebleven.

- 312 -


De Eerste Kamer kwam de laatste jaren wel weer in het nieuws, doordat de stemverhoudingen in de Tweede Kamer zodanig wijzigden, dat er een belangrijk verschil ontstond tussen de beide kamers. Een meerderheid in de Tweede Kamer betekende niet zonder meer een meerderheid in de Eerste Kamer. Dat geeft gedoe. En gedoe lossen we in Nederland graag op met een commissie. Er is dus in 2016 een Staatscommissie Bezinning Parlementair Stelsel ingesteld, die zal kijken naar een staatsrechtelijke herbezinning. Wij willen aan die herbezinning een belangrijke overweging meegeven.
 
 Hebben we zo langzamerhand niet behoefte aan een Kamer voor de Toekomst? Een kamer van 75 denkers, die zich voortdurend bezighouden met de snelle veranderingen in de samenleving? Een kamer die expliciet als taak heeft een visie te ontwikkelen voor de langere termijn? Die grotere stappen durft te formuleren? Kunnen we de overheid - net als bedrijven - niet laten leren van de toekomst in plaats van het verleden?
 
 Nadenken over de toekomst is gebaat bij een goede borrel, benen op tafel en bij alles ter discussie stellen wat we nu voor waar aannemen. Dat past veel meer in de Eerste Kamer dan in de Tweede Kamer, waarin toch vooral politiek met een kleine ‘p’ wordt bedreven. Zou het niet mooi zijn als we rechtstreeks 75 mensen kiezen, die zich niet bezig houden met politiek met een kleine ‘p’, maar die een maand per jaar aan het werk gaan en plannen presenteren voor Nederland over 10 jaar, 25 jaar en over 50 jaar? Dat we dus de Eerste kamer niet zien als een rem op de waan van de dag, maar als een aanjager van de discussie over de toekomst?
 
 Wij vinden dat XXXveranderen in de Eerste Kamer voor de Toekomst, rechtstreeks en digitaal gekozen op basis van plannen voor Nederland?
 
 We laten de rechten van de Eerste Kamer gewoon in stand. De kamer houdt het budgetrecht, het enqueterecht, het interpellatierecht. Iedereen mag zich verkiesbaar stellen, ook de leden van de oude politieke partijen.

- 313 -


9.5

DE PARTNER STAAT/organiseren maatschappelijk middenveld

(Even terug verwijzen naar commons hoofdstuk)
 
 
 Door de mogelijkheden van digitale communicatie organiseren mensen zich steeds meer in netwerken. Veranderingen door ingrijpen van bovenaf zijn steeds vaker gedoemd te mislukken. Om werkelijke veranderingen teweeg te brengen zullen we de samenleving moeten besturen als een zenuwstelsel - een fragiel netwerk - en niet meer als een ouderwetse hiërarchie. Dat betekent dat we de maatschappij vorm moeten geven met die netwerken als uitgangspunt.
 
 Actieve burgers en ondernemers nemen nu al hun verantwoordelijkheid. Burgers die samenwerken en in hun eigen leefomgeving, als consument, als ondernemer laten zien dat het anders kan. Burgers en ondernemers kunnen veel in gang zetten, maar de uitdaging van de komende tijd is het faciliteren en groter maken - scalen van al die initiatieven aan de basis.
 
 We moeten daarbij niet onderschatten, dat de overheid een eigen belang heeft in de voortzetting van de situatie zoals die nu is. Inclusief bureaucratie, begrotingstekorten en gebrekkig democratische vertegenwoordiging. Een transitie naar een samenleving, waarin de overheid intensief samenwerkt met nieuwe maatschappelijke commons-based netwerken, en private ondernemingen. XXXXX
 
 PARTNER STATE - Van verschillende kanten wordt daarvoor het principe van de ‘Partner Staat’ voorgesteld. De Partner Staat moet in de omschrijving van Michel Bauwens worden gezien als een verzameling ideeën en maatregelen, vanuit de fundamentele missie om common-based waardecreatie, duurzaam ondernemerschap en nieuwe vormen van participatieve democratie te verbinden.
 
 We zien de Partner Staat als het ideale model, waarin de overheid het overleefde binaire systeem loslaat, waarin er slechts sprake is van staat óf markt. De driehoek

- 314 -


staat, markt én coöperatief netwerk is het ideale model, waarbinnen regulering door de overheid, vrijheid in de private markt en autonomie van groepen mensen kan bestaan. Zo kan de staat evolueren van de na-oorlogse verzorgingsstaat - die we kunnen zien als een compromis tussen sociale bewegingen en kapitalistische ondernemingen. Door de economische groei van na de tweede wereld oorlog was de verzorgingsstaat een win-win situatie voor zowel de sociale bewegingen als voor de vrije markt.
 
 Over de taken van de overheid kun je natuurlijk heel verschillend denken. We zijn het er in west-Europa wel min of meer over eens geworden, dat de overheid moet zorgen voor handhaving van de democratische rechtstaat, veiligheid van de burgers, het handhaven van de orde, en het bouwen van de juiste infrastructuur.
 
 Over de taken van de overheid op het gebied van onderwijs, economie, sociale zekerheid, volkshuisvesting en gezondheidszorg bestaat al meer politieke discussie. In de het laatste kwart van de 20e eeuw werd betwijfeld of de overheid de hoge verwachtingen op die gebieden wel waar kon maken. In reactie hierop, werd een deel van de overheidstaken door middel van verzelfstandiging of privatisering weer overgelaten aan de private sector. Daarnaast streefde men naar deregulering. Internationaal werd deze visie gepropageerd door Reagan en het Thatcher: de markt zou alle problemen wel oplossen. De overheid zelf probeerde haar efficizeentie te verhogen door lessen te trekken uit de werkwijzen van het bedrijfsleven, de overheid ging met andere woorden bedrijfsmatig werken.
 
 Tijdens het eerste jaren van de 21e eeuw was de samenstelling van het takenpakket van de overheid redelijk stabiel doordat er een voorlopig evenwicht leek te zijn gevonden in de taakverdeling tussen overheid, maatschappelijk middenveld en de marktsector. Dat evenwicht is nu weg ……. XXX
 
 Welke grote stappen kan de overheid zetten

- 315 -


Enter the concept of a Partner Staat! The Partner State, first theorized by Italian political scientist Cosma Orsi, is a state form that enables and empowers the social creation of value by its citizens. It protects the infrastructure of cooperation that is the whole of society.
 
 De partner staat Partner Staat kan op ieder niveau in the samenleving bestaan als een set van regels, die het gezamenlijke belang beschermt en het mogelijk maakt dat mensen gezamenlijk waarde creëren en produceren. Het regelt territoriaal wat in cooperates wordt geregeld met betrekking tot bepaalde onderwerpen. Zoals coop platforms werken voor de leden van een coöperatie, zo werkt de partner staat voor de inwoners van een bepaald gebied.
 
 Een partner staat is nodig naast de This is needed because just as the Invisible Hand of the market is a myth, so would an invisible hand of the commons. Commoners tend to care about their commons, not about society as a whole. That specific care for the whole, requires its own specific set of institutions!
 
 The good news is, such a Partner State already exists, we have seen it in action, at least in a local embryonic form. A few years ago, I visited the city of Brest in French Bretagne. Brest is not a beautiful city, though it is embedded in a beautiful natural region. It was bombarded in WWII and a lot of unattractive social housing was built leading to social anomie. Michel Briand, assistant to the Mayor, and his team of city workers had a brilliant idea: why not use the virtual to enhance physical social life in the city?
 
 The team created local versions of Facebook, YouTube and Flickr, helped local associations develop a online presence, invested heavily in training, and even had a physical library where citizens could borrow production material. One of their projects was the revitalisation of old 'smuggling trails' in order to attract the 'trekking' crowd. So they decided to "virtually enrich" the trails.
 
 And here is where their social innovation comes in: the city council did not do this by substituting themselves for the citizenry (i.e. state provisioning), nor did they ask

- 316 -


the private sector to carry this out (privatisation or public-private partnerships). What they did was to empower local teams of citizens to create added value.
 
 This happened through various forms such as the creation of picture galleries of notable landmarks, oral history collections, and more. Even "bird taping" was on the menu!
 
 This is the Partner State, namely public authorities which create the right environment and support infrastructure so that citizens can peer produce value from which the whole society benefits.
 
 It stimulates a thriving local economy as well as local enterpreneurs create added market value and attract more tourists. Michel Briand and his team worked tirelessly "for the benefit of the citizens", enhancing their capacity to create civic value. Obviously, the knowledge and culture created constituted a vibrant commons. If we expand this on a national and even supra-national scale, we get a state form that practices 'commonfare', i.e. fosters the commons and the value-creating commoners.
 
 There are of course other examples to mention as well. The Austrian region of Linz has declared itself a Commons Region; the city of Naples has created "An Assistant to the Mayor on the Commons" position, and San Francisco has created a working group to promote the Sharing Economy.
 
 One danger lurks here though, and this was exemplified by the Big Society program in the UK, which uses a superficially similar language of civic autonomy and action, but hides a completely different practice, i.e. is based on a strategy to further weaken the welfare states and its provisions. A partner state cannot be based on the destruction of the public infrastructure of cooperation.
 
 This may not have been the initial intention of Philipp Blond and his civil societyoriented "Red Tories", but it certainly is what the David Cameron's government put in practice with the Big Society. The peer production of common value requires ci-

- 317 -


vic wealth and strong civic institutions! In other words, the partner state concept transcends and includes the best of the welfare state, i.e. social solidarity mechanisms, high educational attainment, and a vibrant and publicly supported cultural life.
 
 What the British Tories did was to use the Big Society rhetoric to attempt to further weaken the remnants of social solidarity and throw people back to their own wits without any support. There was no enabling and empowering, but rather its opposite.
 
 While peer production will undboudtedly also emerge as a drive for resilience in bad times, a really thriving commons-based society requires a Partner State, i.e. a network of democratically-run for-benefit institutions which protect the common good on a territorial scale.
 
 
 9.6

EEN ECOLOGISCHE ECONOMIE

Een van de grootste veranderingen die wij de komende tijd in Nederland - en derest van de wereld willen doormaken is het rigoureuze samengaan van ecologie en economie. We zien nu dat onze oude economische systemen leiden tot onherstelbare schade aan klimaat en aarde. Dat geeft ons de opdracht om manieren van energievoorziening en productie te ontwikkelen, die geen schade aan natuur en klimaat opleveren.
 
 Door de snelle opkomst van technologie, data, informatie, netwerken, nieuwe productiemethoden en een betere energievoorziening, doemt een wereld op waarin duurzaamheid vanzelfsprekend is en schaarste - aan eerste levensbehoeften, energie en informatie - minder absoluut is dan we ons ooit hebben kunnen voorstellen. Dit kan leiden tot een eerlijk, sociaal en duurzaam economisch systeem, maar dat gebeurt niet vanzelf. Daarvoor zijn radicale veranderingen nodig in ons ecologische, economisch en financieel systeem.

- 318 -


ENERGIE - De wereld - ook Nederland - is aangeland in een enorme transitie in de energievoorziening. De signalen zien we overal om ons heen. We zien steeds meer windmolens in het landschap. Mensen experimenteren met het opwekken van schone zonne-energie. In Nederland rijden al relatief veel elektrische auto’s. We gaan - hopelijk - vijf ouderwetse kolencentrales sluiten. En er zijn plannen voor grote windfarms in de Noordzee, als is het laatste woord over de precieze plek daarvan nog niet gezegd.
 
 Mooie plannen, maar het is niet genoeg. De Europese Unie verwacht van Nederland dat we bijdragen aan de gemeenschappelijke doelstellingen. De co2-uitstoot moet in 2050 met minstens tachtig procent zijn afgenomen ten opzichte van 1990. In 2030 zouden we al op minstens veertig procent moeten zitten. Tot nu toe zijn we in Nederland veel te langzaam. Nederlandse overheid zal veel meer klimaatacties moeten ondernemen om ons aandeel in de mondiale uitstoot van co2 met 25 procent te verminderen in 2020. Om dat te bereiken is een ingrijpende transitie in de energievoorziening noodzakelijk. Welke extra maatregelen moeten we nemen? En is het wel haalbaar?
 
 Adviesbureau McKinsey heeft het eens goed voor ons op een rijtje gezet.188 Tussen 1990 en 2015 daalde de COs-uitstoot in Nederland met gemiddeld 0.7 procent per jaar. In dat tempo gaan we de doelstellingen niet halen. McKinsey rekende uit dat het naar 2 procent per jaar moet. Om de ambitie duidelijk te maken: dat zou een wereldrecord betekenen. Volgens het rapport staat Nederland voor 'de ingrijpendste transformatie uit de historie’. Maar het onderzoeksrapport toont aan dat het kan. Niet vanzelf. Niet met kleine stapjes, maar het kan.
 
 Om de doelstellingen te halen moeten er in Nederland 63 miljoen zonnepanelen bij, een oppervlak van 120 vierkante kilometer. Een derde van al onze daken. In de Noordzee dienen er nog ’s 47 offshore-windparken te worden gebouwd, per jaar moeten er 400 duizend vervuilende personenauto's worden vervangen door elektrische. Alle vrachtwagens moeten gaan rijden op waterstof en alle huizen moeten geothermisch of met biogas worden verwarmd - voor zover dat althans nog nodig 188

‘Accelerating the energy transition: cost or opportunity’- McKinsey september 2016

- 319 -


is, met de stijgende buitentemperaturen en de goede isolatie van woningen. Het kost twintig jaar lang zo’n tien miljard per jaar, maar dan halen we de tachtig procent reductie in CO2. Voor vijftien miljard per jaar zitten we in 2050 zelfs op 95 procent. Het rapport laat bovendien zien dat er ook grote voordelen zijn verbonden aan die energietransitie: tienduizenden banen, krachtige innovatie waardoor Nederland wereldleider wordt op diverse hoogtechnologische terreinen, een betere handelsbalans en economische groei.
 
 DECENTRALISATIE - Die grote verandering in de energiemarkt zullen grotendeels gedecentraliseerd gaan plaatsvinden. Het rapport van McKinsey laat zien dat het gaat om derde van onze daken, maar ook parkeerterreinen, wegen en weilanden komen in aanmerking. Ook coöperaties en andere samenwerkingsverbanden van mensen die zelf geen ruimte beschikbaar hebben, kunnen een bijdrage leveren. Kleinschalige goedkope batterijopslag zal de energie revolutie nog versnellen. We schatten nu in dat in 2040 in iedere economie - wereldwijd - zonne-energie van daken goedkoper zijn dan de energie van de centrale leveranciers. Zo’n 10-15 procent van de wereldwijde energievoorziening zal dan van gedistribueerde opwekking komen. En zoals met alle tech-based ontwikkelingen: we overschatten waarschijnlijk het effect op de korte termijn, maar we ónderschatten het effect op de lange termijn. Het gaat na enige aanloop-jaren waarschijnlijk sneller dan we nu denken.
 
 CIRCULAIRE ECONOMIE - De groei van de Nederlandse economie heeft in de 20e eeuw tot een ongeëvenaarde rijkdom geleid. Een deel van dat succes is te danken aan de verbeteringen in het efficiënt gebruik van arbeid en grondstoffen. Desondanks is dat hergebruik van grondstoffen als bron van welvaart, concurrerend vermogen en economische groei nog onderbelicht gebleven. Een van de belangrijkste nieuwe manieren van duurzame economische groei is de omschakeling van lineair denken naar circulair denken in economische processen. Het gaat hier om een wezenlijk andere manier van denken, ordenen en organiseren binnen onze economie. Bedrijven die de voordelen van de circulaire economy willen realiseren, zullen niet alleen nieuwe technologiëen moeten toepassen, er zal ook moeten worden gezocht naar nieuwe business modellen, zoals een circular supply-chain,

- 320 -


recovery & recycling, product life-extension, sharing platforms, en het leveren van products-as-a-service.
 
 De circulaire economie kan in Europa - deels mogelijk gemaakt door de hiervoor besproken snelle ontwikkelingen in technologie - zorgen voor groei van de economie van nog 7 procent extra ten opzichte van de huidige scenario’s.189 Ook onderzoek van TNO, geeft aan dat - in Nederland - de omschakeling naar een circulaire economie kan leiden tot groei met 'double digits’. Het rapport geeft tegelijkertijd aan dat in de onderzochte sectoren - de voedselmarkt, mobiliteit en huisvesting - de invloed van de overheid zo groot is, dat de daadwerkelijke toepassing van nieuwe technologie door marktpartijen waarschijnlijk achter zal blijven bij de mogelijkheden. Daar moet handelend worden opgetreden. Steeds meer mensen willen dat. Het huidige kabinet Rutte zocht in 2012 in het regeerakkoord aansluiting bij dat breed gedragen verlangen naar duurzaamheid. De innovatiekracht van het bedrijfsleven, de kennisinstellingen en de overheid zou optimaal worden gericht op de transitie naar een duurzame economie en groene groei, mede met het oog op versterking van het concurrentievermogen van de Nederlandse economie.
 
 Ambitieuze maatregelen bleven helaas achterwege. Alsof het zich op tijd z’n huiswerk herinnerde presenteerde het kabinet Rutte in september 2016 het Rijksbrede programma Circulaire Economie. Een stuk vol met veel leuke voorbeelden uit het bedrijfsleven en met - zoals we tegenwoordig verwachten van ambtenaren - veel gebruik van de woorden ‘slim’ en ‘stimuleren’. Maar per saldo komt het kabinet komt niet verder dan het uitspreken van de ambitie dat Nederland in 2050 circulair is. Budget wordt niet vrijgemaakt - duidelijke concrete maatregelen blijven achterwege. Bij lezing van het stuk blijkt de ambitie van het kabinet voornamelijk neer te komen op aansluiting zoeken bij wat er nu al in de samenleving gebeurt. En bijna opgelucht vermeld het kabinet dat Nederland qua ambitie - Nederland circulair in 2050 - aansluit bij wat er in andere landen gebeurt.
 
 Hoe ver zijn we al en waar meten we dat aan af? De economie minder of niet meer

189

Growth within: a circular economy vision for a competitive Europe - Ellen MacArthur Foundation - McKinsey Center for Business

and Environment’ - 2015

- 321 -


laten groeien is voor het kabinet geen optie en dus zal het anders moeten. Dat staat in het 'Rijksbrede programma Circulaire Economie' dat het kabinet in 2016 lanceerde. Circulair is volgens dat voornemen 'een economie die voorziet in behoeften aan noodzakelijke goederen zonder onaanvaardbare milieudruk en zonder uitputting van natuurlijke hulpbronnen'.
 
 Een stukje van de cirkel is al gelegd', constateert het kabinet. Is dat zo? Het CBS zette onlangs de laatst beschikbare gegevens, tot en met 2014, op een rij. Nederland importeerde in 2014 189 miljard kilo ruwe grondstoffen. Voor het grootste deel gaat het om kolen en aardolie. Daarnaast onder meer ijzererts, andere metalen en biomassa. In eigen land wordt nog eens 132 miljard kilo gewonnen, denk aan aardgas, zand en grind. Zo'n 105 miljard kilo verlaat het land weer, onuitgepakt of bewerkt als nieuw product. Is dat nu veel of weinig? 
 Dat is lastig te zeggen. Nederland is met z'n industrie, de havens en de eigen gaswinning nogal 'grondstofintensief'. Maar een deel daarvan verdwijnt dus weer over de grens in de vorm van export.
 
 Wie een blik werpt op alleen de binnenlandse economie ziet dat het gebruik van ruwe grondstoffen tussen 2004 en 2014 met 14 procent is gedaald. Dat lijkt goed nieuws: economische groei met minder grondstoffen is dus mogelijk. Nederland is al een stapje op weg naar de circulaire economie. De volgende vraag is echter: komt dat omdat andere activiteiten, zoals diensten, zijn toegenomen of is het zo dat dezelfde producten met minder materialen zijn gemaakt?
 
 Dat laatste is niet het geval, stelt het CBS. Want een ander cijfer dat daar iets over zegt, het materiaalgebruik per euro toegevoegde waarde, is in de meeste bedrijfstakken tussen 2008 en 2014 weinig veranderd.
 
 Al die cijfers zeggen ook nog niet zoveel over de consumptie in eigen land. Hoeveel grondstoffen zijn er eigenlijk nodig om in alle behoeften van de Nederlandse consument te voorzien? Neem een geïmporteerde auto. Het gewicht in metaal telt mee bij grondstoffen die het land binnenkomen, maar de energie en grondstoffen

- 322 -


die elders zijn gebruikt om de auto te maken, komen niet terug in de grondstoffencijfers.
 
 De 'grondstoffenvoetafdruk' kan daar wel iets over zeggen. Daarin worden in het buitenland gebruikte grondstoffen voor producten die in Nederland in de winkels te koop zijn, wel meegerekend. Dan blijkt dat de Nederlandse consumptie nog ver afstaat van het circulaire pad dat het kabinet op wil. De grondstoffenvoetafdruk stijgt namelijk, vooral door energie. Tussen 2010 en 2014 is die toegenomen van 13,1 ton per Nederlander naar 13,7 ton. Ondanks dat de 'deeleconomie' hip is, kopen consumenten nog altijd meer auto's en meer apparaten, gerekend per inwoner.
 
 Huishoudens geven wel meer uit aan het repareren van spullen. Sinds 2009 liggen die uitgaven ongeveer een half miljard hoger, op 4,4 miljard euro, dan de acht jaar daarvoor. Ze gaan ook vaker naar kringloopwinkels die hun omzet zagen verdubbelen in tien jaar. Die trend zou ook nog een crisiseffect kunnen zijn, dat vertellen de cijfers niet. Wat betreft voedselverspilling valt nog een wereld te winnen. Per inwoner verdween in 2014 tussen de 114 en 157 kilo per jaar in de afvalbak. Krap 40 procent daarvan is volgens het CBS 'vermijdbaar', oftewel had nog prima opgegeten kunnen worden.
 
 Een opsteker is er ook. In de meeste bedrijfstakken gaat minder materiaal verloren bij het produceren van goederen. De afvalstroom per kilo product daalt doorgaans sinds 2008. Nederland is bovendien een van de koplopers in Europa op het gebied van hergebruik. Van de totale hoeveelheid afval wordt 80 procent gerecycled. Dat lijkt wel een grens: dat aandeel is al sinds 2000 ongeveer stabiel. Daarnaast wordt er meer afval verbrand en minder gestort. Het verbranden gebeurt deels met afval uit het buitenland en levert energie op. Ondanks dat Nederland kampioen hergebruik is, verdwijnen er toch nog veel waardevolle stoffen in de ovens. Zo gaat de vlam in tientallen miljoenen euro's aan goud, blijkt uit een analyse van elektronica-afval in 2012. Ook koper, waarvoor dieven op pad gaan, palladium en zilver verdwijnen in het vuur.

- 323 -


De biologische cirkel is nog heel dunnetjes. Het kabinet is fan van de 'biobased economy', van planten bioplastics maken bijvoorbeeld, maar in de chemiesector is dat nog nauwelijks waar te nemen. Grondstoffen in die sector bestaan voor 98 procent uit chemische producten, energie en mineralen. De resterende 2 procent is biomassa en afval. In de landbouw is wel al een stevige fosforcirkel. Fosfor vervangt kunstmest. Het aandeel fosfor dat via een natuurlijke kringloop, zoals uit dierlijke mest, op landbouwgrond terechtkomt is gestegen naar 92 procent in 2014.
 
 Natuurlijk, er is nog heel veel te doen maar er gebeurt ook al van alles, constateert het kabinet over de circulaire economie. Allemaal mooie voorbeelden: beddenfabrikant Auping haalt matrassen terug en verwerkt de onderdelen weer, Philips verkoopt licht in plaats van lampen, G-Star maakt spijkerbroeken van aangespoelde drinkflessen. Maar wie vanuit de helikopter naar de macro-cijfers kijkt ziet veel kleine aanzetjes tot een ronde vorm.
 
 En, zegt het CBS, sommige statistieken hebben we nog niet, die moeten nog ontwikkeld zoals over het hoogwaardig recyclen van plastics. Daarnaast is het kabinet nog onduidelijk over definities. Zo is nog niet bepaald aan welk jaar die 50 procent minder grondstoffen in 2030 wordt afgemeten. En gaat het om binnenlands gebruik of is de grondstoffenvoetafdruk van de consument de maatstaf? Ook dat is niet helder, stelt het CBS.
 
 Door digitale technologie en de voortsnellende wetenschap hebben we in deze tijd alles in huis om een mooie samenleving te bouwen. Bestaanszekerheid en genoeg banen door werk te verdelen. 100% duurzame energie. Schone productieprocessen die slim en zuinig omgaan met schaarse grondstoffen. Een lokale democratie waarbij mensen weer centraal staan. We hebben alles in huis om dit te verwezenlijken: de juiste kennis en technologieën, het geld, de instrumenten en de organisatiekracht. Wat houdt ons dan nog tegen?
 
 Dat zijn vooral bestaande belangen en machten die krampachtig vasthouden aan hun positie en aan een economie gefixeerd op groei. Met zo min mogelijk regels en zoveel mogelijk winst door een zo laag mogelijke kostprijs. Sociale en ecologi-

- 324 -


sche kosten worden op de gemeenschap afgewenteld waardoor hele samenlevingen ontwricht raken en we een onleefbare wereld achterlaten.
 
 Dat laten we zo niet doorgaan. We gaan de economie met mens en milieu in evenwicht brengen. De aantasting van het milieu ondergraaft de basis van het menselijk leven. Doordat de gevolgen daarvan meestal veel later voelbaar worden en dan grotendeels onomkeerbaar zijn, is de urgentie om nu maatregelen te nemen bijzonder groot.
 
 VERSLAAFD AAN GROEI - ‘De economie groeit weer!’ is een leuze die politici van regeringspartijen zowat op de lippen bestorven ligt. Met die kreet is veel mis. Mensen zijn er dan ook doof voor geworden.
 
 Ten eerste blijkt economische groei steeds slechter te voorspellen. De grote financiële crisis van 2008 en de krimp daarna konden niet worden voorspeld. Ook lange tijd daarna moesten het Centraal Plan Bureau en de Nederlandse Bank optimistische economische voorspellingen steeds naar beneden bijstellen. Crises en krimp kunnen blijkbaar nauwelijks worden voorspeld.
 
 Ook andersom komt voor: groei wordt ook niet goed voorspeld. Gebrek aan groei leek wereldwijd een van de grote uitdagingen. Er was lange tijd veel pessimisme over groei in westerse economieën onder economen. De Amerikaanse econoom Robert Gordon maakte het een van zijn centrale thema’s. Epidemische schulden en groeiende ongelijkheid, zouden de economische groei en de VS en Europa naar een periode van stilstand brengen, waar ze zich niet op de gebruikelijke manier uit kunnen innoveren. Maar ze kregen vervolgens ongelijk: de Europese economie maakte na een diepe crisis een inhaalslag in 2017, waar economen niet meer op hadden gerekend.
 
 Ten tweede heeft de politicus - van welke signatuur hij of zij ook is - weinig invloed op de groei van de wereldeconomie. Een Nederlandse politicus die roept dat ‘de economie weer groeit’ kan sowieso beter stilletjes onder de kamerbankjes duiken, want Nederland herstelt door het bezuinigingsbeleid veel slechter van de crisis

- 325 -


dan de meeste andere Europese landen.
 
 Ten derde ervaren burgers de voordelen van de economische groei nauwelijks. Economische groei komt niet ten goede van iedereen. Kortom, een mooi onderwerp voor bij de borrel, die economische groei. Daar zijn we voorlopig niet over uitgepraat.
 
 Welke economische groei zouden we eigenlijk moeten nastreven? De dwang om economisch - in cijfers - alsmaar te groeien, is een beperkt begrip van wat echt welzijn is.
 
 
 
 
 
 
 Vooralsnog is economische groei een factor van belang in het huishoudboekje van de overheid, dat onderschatten we niet. Maar is de manier waarop we economische groeien meten nog wel van deze tijd?
 
 Meten we in die groei wel de negatieve effecten van de belasting van de aarde mee? En tellen we de positieve effecten van immateriële welzijn wel mee, die door digitalisering steeds meer gratis voor iedereen beschikbaar komen? Realiseren we ons dat technologische innovatie heel goed kan leiden tot veel meer welzijn, maar dat tegelijk een ‘negatief‘ kan hebben op klassieke economische groei? Niet omdat de intrinsieke waarde van de producten en services afneemt, maar omdat door abundance, dematerialization en demonetization, zero marginal cost en extreme productiviteit de wijze waarop we groei en waarde uitdrukken niet meer passend is?
 
 
 HOE KOMEN WE VAN DIE VERSLAVING AF? De verslaving

- 326 -


TWELF STEP PROGRAM - hink I don't have time to get into the twelve-step program or do I I can go through it really quick now saying 
 We mention prosperity without growth we mentioned Peter victors him talk more about this I think and you know we show that in fact you can have a stable steady state economy that has lower in unemployment you know better quality of life Exeter thats thats he did this using conventional kinda model Kenyan economy and he had you know some things that had to change in order to get to that to that new economy and so this is the twelve-step program:
 1 New meanings in measures of success talk about that things like GP I rather than GDP 
 2 limits on materials energy waste land use and population so we have to stay within planetary boundaries
 3 more meaningful prices for cost accounting
 4 more durable repairable products
 5 fewer status goods you know so we don't want it consume things just for status with have other ways a kept contributing to well-being morning from 6 more informative advertising bans on advertising children 7 better screening a technology what technology big a good servant another a master more 8 efficient capital stock 9 in more local this global this is not just to reduce transfer cost because local economies actually construct and help in increase social capital and not get leads directly to to well-being 10 reduce inequality you talk a lot about that already 11 less work or leisure anybody opposed to this one okay and 12 education for life and not just work the idea is that also building human capital educating people contribute to the well-being directly not just to get a job to buy more stuff
 
 
 9.7

EEN ETHISCHE MARKT

- 327 -


Ondernemerschap is een van de drijvende krachten van positieve verandering in de samenleving. Bedrijven kunnen in een ethische markt bijdragen aan een eerlijke en duurzame samenleving. De overheid moet daarvoor eisen stellen aan bedrijven op het gebied van duurzaamheid en gedeelde waardecreatie, en social enterprises stimuleren.
 
 
 Sandel behandelt niet alleen speciale goederen zoals reproductieve diensten of politieke handelingen, maar ook goederen waarvoor recentelijk op efficiëntiegronden nieuwe markten zijn gecreëerd. Zo zijn economen het er doorgaans over eens dat het introduceren van een markt voor emissierechten de meest efficiënte manier is om de totale uitstoot van schadelijke stoffen te beperken en tegelijkertijd de rechten om te vervuilen zo efficiënt mogelijk te alloceren. Maar Sandel werpt op dat dit twee normen schaadt: het versterkt een instrumentele waardering van de natuur en het ecosysteem, en ondermijnt een houding van gedeelde solidariteit die nodig is om tot een mondiale milieu-ethiek te komen. Door emissierechten via de markt te koop te stellen, versterken we volgens Sandel de houding dat men het recht heeft te vervuilen en geen verdere verantwoordelijkheid heeft voor de aantasting van de ecosystemen en de klimaatsverandering.
 
 
 
 
 9.8

BELASTINGEN/GELD

We zitten in Nederland met een heel raar belastingstelsel. Het is zo ingewikkeld gemaakt, dat vrijwel niemand meer de effecten praktijk in de dagelijkse praktijk kan zien. Het is gebruikelijk dat het belastingstelsel zo een 
 
 Hoe kunnen we het belasting stelsel geschikt maken voor ed gemaakt 
 
 VAN ARBEID NAAR GRONDSTOFFEN - Om de duurzame economie mogelijk te

- 328 -


maken voor een belastingverschuiving van arbeid naar grondstoffen als onderdeel van een brede stelselherziening. Dit betekent dat arbeidslasten omlaag gaan, maar dat er betaald wordt voor vervuiling en verspilling door het gebruik van natuurlijke hulpbronnen zoals fossiele brandstoffen zwaarder te belasten. Het is een breed gedeelde wens om het belastingstelsel drastisch te hervormen, de arbeidskosten te verlagen en te zorgen voor meer inkomensgelijkheid. Op deze manier kan dat, waarbij het belastingstelsel ook nog eens bijdraagt aan een concurrerende, inclusieve, eerlijkere en duurzame economie. Daar waar werkgelegenheid onder druk komt te staan moeten de sociale gevolgen goed worden opgevangen.
 
 CIRCULAIRE BELASTINGEN
 
 
 
 
 
 
 WIE MAAKT ONS GELD? - Soms zijn problemen zo groot dat we ze niet meer zien. Het debat over de financieel-economische crisis van de afgelopen jaren verloopt daardoor heel vreemd. 190 Zeven jaar na het uitbreken van de financiële crisis weten veel mensen ─ inclusief politici ─ nog steeds niet dat ons geld wordt gecreerd door commerciële ondernemingen. Commerciële banken nieuw geld scheppen wanneer zij leningen verstrekken. Ruim 95% van al het geld in westerse landen ─ al het girale geld, het digitale geld op uw rekening ─ is momenteel op deze manier gecreëerd door banken als ING, Rabobank en ABN AMRO. De overige 5% is cash.
 
 Tegenover al dit girale geld staat bankschuld waarover rente moet worden betaald. Dit betekent in feite dat 95% van de geldhoeveelheid wordt ‘gehuurd’ van commerciële banken tegen het geldende rentetarief. Dit is onnodig en kan anders. Daarnaast heeft de financiële crisis laten zien dat de optelsom van alle afwegingen van afzonderlijke commerciële banken niet leidt tot de optimale maatschappelijke 190

Door Martijn Jeroen van der Linden Lid van Platform DSE en bestuurslid van Stichting Ons Geld. - degrotetransitie.nl

- 329 -


geldhoeveelheid (en hoeveelheid schulden) en zelfs kan leiden tot een ineenstorting van het financieel systeem en langdurige economische malaise.
 
 Internationaal groeit de kritiek op private geldcreatie. Dit uit zich in de roep om monetaire hervorming. Monetaire hervormers zien de geldsomloop als nutsvoorziening. Ze willen dat deze transparant en verantwoord wordt beheerd en dienstbaar wordt aan het algemeen welzijn en stellen voor het bestaande girale geld (gebaseerd op bankschuld) door ‘echt geld’ (volgeld) te vervangen. Volgeld wordt door een onafhankelijke macht binnen de staat ─ een monetaire autoriteit ─ schuld- en rentevrij gecreëerd. Invoering van volgeld gaat gepaard met afschaffing van geldschepping door banken. Dit wordt wel aangeduid met 100% reserve banking, full reserve banking of sovereign money. Daarmee wordt bedoeld dat al het geld op bankrekeningen gaat samenvallen met ‘echt geld’ (volgeld). De monetaire autoriteit bepaalt hoeveel geld er in omloop moet zijn en gaat de geldhoeveelheid direct sturen. Commerciële banken gaan werken met het geld dat de monetaire autoriteit daartoe beschikbaar stelt (volgeld) en creëren niet langer zelf geld. Kortom, zij gaan doen wat velen denken dat ze al doen: intermediairen. Zaak is wel de beslissing ‘hoeveel nieuw geld?’ en ‘waarvoor?’ van elkaar te splitsen, zodat misbruik door politici wordt voorkomen.
 
 Injecteren in de economie
 
 Op korte termijn kan Green Quantitative Easing (groene kwantitatieve verruiming) geïmplementeerd worden. In de jaren na 2007-8 zijn centrale banken onder de naam Quantitative Easing geld gaan creëren. Dit hebben zij gedaan omdat de geldhoeveelheid dreigde te slinken; commerciële banken waren bezig hun eigen financiële positie te verbeteren en waren minder happig om kredieten te verstrekken. Daarnaast losten veel particulieren en bedrijven schulden af. Dit leidde tot een daling van de geldhoeveelheid en dwong centrale banken enorme hoeveelheden geld te creëren en te injecteren in de economie. Met dit nieuwe geld werden bestaande staatsobligaties en andere financiële producten opgekocht, vaak van financiële instellingen en andere bezitters van financiële activa. Helaas is dit nieuwe geld voornamelijk terecht gekomen op financiële markten en niet in de reële eco-

- 330 -


nomie. Ons voorstel is om per direct Green Quantitative Easing te implementeren. Concreet betekent dit dat de ECB schuld- en rentevrij geld creëert (simpelweg door getallen in een computer in te typen), en dit nieuwe geld ter beschikking stelt aan de nationale overheden voor investeringen in de transitie naar een duurzame en solidaire economie (100% duurzame energie, klimaatneutrale woningen, etc).
 
 Een essentiële stap is geldcreatie en alternatieven hoog op de politieke agenda te krijgen. Vreemd genoeg is dit zeven jaar na de kredietcrisis – die toch veroorzaakt is door overmatige kredietverstrekking ofwel geldcreatie – nog steeds niet gelukt. De “georganiseerde onverantwoordelijkheid” van banken met hun enorme (lobby-)macht is een grote hindernis. Toch is het belangrijk geldcreatie onder de aandacht te brengen en zo de politiek te bewegen een democratisch besluit te nemen. In het kader van De Grote Transitie is het verstandig de allocatie van nieuw geld niet langer te laten gebeuren op basis van korte termijn winstmaximalisatie, maar op basis van lange termijn maatschappelijke doelen. Het privilege op geldcreatie is een cruciaal sturingsmechanisme in economieën en dient het algemeen welzijn te dienen en niet commercieel te worden uitgebaat.
 
 Dienstbaar aan samenleving
 Monetaire hervorming is een proces van lange adem. Gelukkig hoeven we niet te wachten tot er definitief gekozen is om het scheppen van geld onder de verantwoordelijkheid van een publiek instituut te brengen. In de tussentijd kunnen al andere hervormingen in de financiële sector doorgevoerd worden om het financiële stelsel en de banken dienstbaar te maken aan de samenleving. We noemen er hier vier, die ook parallel aan het plaatsen van geldschepping onder publiek bestuur kunnen worden ingevoerd.
 Ten eerste dient speculatie beperkt te worden. Dit kan door het invoeren van een financial transaction tax (FTT) en het verbieden van bepaalde (combinaties van) financiële producten.
 Ten tweede dienen private en publieke schulden verminderd te worden. Er is simpelweg teveel geld en teveel schuld. Dit kan grofweg op twee manieren: het saneren van schulden of het aflossen van bestaande schulden met nieuw schuldenvrij geld. De ECB kan bijvoorbeeld geld creëren en dat geven aan burgers. Burgers

- 331 -


met schulden dienen dan eerst deze schulden af te lossen. Zowel het verminderen van speculatie als het verminderen van schulden zal leiden tot een stevige krimp van de financiële sector en heeft ernstige gevolgen voor de mensen die werkzaam zijn in deze sector. Daarom moet deze inkrimping gepaard gaan met flankerend sociaal beleid waaronder herverdeling van werk en verkorting van de werkweek.
 
 Ten derde pleiten wij voor meer diversiteit en het op een lijn brengen van risico en rendement (degenen die risico nemen moeten ook failliet kunnen gaan). Dit kan door banken op te splitsen in spaarbanken en speculatie/investeringsbanken en grote Nederlandse en Europese banken open te breken en te verkleinen. Alleen op deze manier krijgen nieuwe toetreders een kans en zijn we niet langer uitgeleverd aan banken die ‘too big to fail’ zijn.
 
 Tenslotte roepen wij op de eigendomstructuur van banken en andere financiële instellingen en de hiermee gepaard gaande doelstellingen te heroverwegen. Zijn publieke banken niet veel wenselijker dan commerciële banken? Winstmaximalisatie en financiële producten lijken namelijk niet goed samen te gaan. Meer financiële producten, meer kredieten, meer schulden, meer verzekeringen, meer derivaten en meer geld leiden vaak wel tot meer winsten maar niet per definitie tot meer welvaart en welzijn. Dienstbaar zijn betekent niet de eigen winsten maximaliseren, maar het belang van de klant voorop stellen en klein en bescheiden optreden. Dit zijn allemaal grote stappen die de komende tien jaar gezet moeten gaan worden willen we een duurzame en solidaire economie bereiken. Een breuk met het verleden is hard nodig
 
 DEMOCRATISCH GELD - De financiële crisis van de laatste jaren heeft een fundamenteel probleem blootgelegd in de rol van banken - en geld - in onze economie. Banken zijn commerciële instellingen geworden, die niet meer functioneren als nutsinstelling ten behoeve van de reële economie, maar slechts ten behoeve van de eigen winst. In het huidige systeem creëren deze commerciële banken bovendien ons geld. Meer dan 95% van ons geld wordt gecreëerd door commerciële banken. Dat doen ze elke keer dat ze geld uitlenen. Het geeft banken een financiële prikkel om te veel geld te scheppen. Dat is natuurlijk aan allerlei regels gebon-

- 332 -


den, maar burgers en bedrijven ervaren daardoor steeds grotere problemen.
 
 Monetaire economie, ooit het domein van centrale bankiers en een handvol deskundigen, staat daardoor - terecht - volop in de belangstelling. Maar experts worden nu gewantrouwd. Uiteenlopende groepen als anarchisten, bitcoin-techneuten, ondernemers en wereldverbeteraars verschillen misschien wel van mening over de diagnose en de juiste oplossing, maar zijn het eens over het probleem e kwaal: het financieel systeem werkt niet meer op democratische wijze ten behoeve van een duurzame eerlijke samenleving. Het systeem moet écht veranderen. Hoe moet dat gebeuren? In elk geval moet de geldpers worden heroverd op de banken. Daarin zijn twee richtingen te herkennen, net zoals in de meeste maatschappelijke ontwikkelingen van dit moment: directief en bottom up. Beide bewegingen moeten we ondersteunen.
 
 VALUTA DIVERSITEIT - Voor een deel gebeurt het heroveren van de geldpersen nu al door het ontstaan van zeer vitale valuta diversiteit. Er ontstaan nu aan de lopende band digitale valuta zoals Bitcoin, die zijn gebaseerd op nieuwe digitale blockchain netwerken, die de voorbode zijn van een heel divers monetair systeem. In tal van steden, van Nijmegen tot Rotterdam, wordt bovendien geëxperimenteerd met lokale ruilmunten. De centrale overheid breekt zich het hoofd over regulering, maar de vraag is of dat nog nodig is. Hoe meer munteenheden, hoe stabieler de economie.
 
 SOVEREIGN MONEY - Een tweede optie is de invoering van een centrale 'geldscheppende' macht. Ons democratische systeem kent al een wetgevende, een uitvoerende en een rechtsprekende macht, maar is de macht over geldscheppen definitief kwijtgeraakt aan commerciële banken en onafhankelijke centrale banken. Het is hoog tijd voor een democratisch gecontroleerde staatsbank. Die moet weer de controle krijgen over de geldpers en het monetaire beleid. Hoeveel extra geld moet er jaarlijks in de economie worden gepompt? Over die vraag dient een democratisch gecontroleerd instituut zich te buigen. Of, als de politiek niet vertrouwd kan worden: onafhankelijke experts. In alle gevallen wordt geldschepping een publiek goed, net als onderwijs of de drinkwatervoorziening.

- 333 -


LENEN SCHEIDEN VAN BETALEN - 
 
 
 
 TOXIC TAX - Belastingen sturen de economie. Als vooral arbeid wordt belast, zullen ondernemingen trachten op arbeid te besparen. Als het fiscale accent op energie en grondstoffen ligt, zal de ondernemer bezuinigen op consumptie. Als we het heel eenvoudig stellen, heersen er momenteel twee dwingende problemen in de rijke en de ontwikkelingslanden: werkloosheid en de uitputting van de natuurlijke hulpbronnen. In beide gevallen vormt het typisch westerse belastingstelsel een fundamentele oorzaak.
 
 Onze economie kent een fiscaal systeem waarin het overgrote deel van het geld dat de regering ontvangt van het bedrijfsleven – tachtig procent – bestaat uit belasting op werk, terwijl grondstoffen en vervuiling zelden of helemaal niet belast zijn. Met andere woorden: hoe meer mensen je in dienst hebt, hoe meer belasting je betaalt. Dat biedt een directie die haar omzet wil verbeteren – en dat wordt van elke directie gevraagd – slechts één weg naar meer doelmatigheid: zo veel mogelijk personeel eruit. Zelfs als dit betekent dat er meer energie en grondstoffen worden verbruikt.
 
 Ons stelsel is in het verleden zo opgezet omdat destijds de consumptiebehoefte marginaal was ten opzichte van de enorme hoeveelheid natuurlijke hulpbronnen. Maar nu zowel de wereldbevolking als de materiële welstand sterk is toegenomen, is onze consumptie explosief gestegen. En pas sinds kort realiseren we ons wat onze invloed op de aarde is.
 
 Dit vraagt om een fundamentele wijziging van ons belastingstelsel, waardoor we gebruik van grondstoffen en vervuiling gaan belasten en tegelijkertijd de belasting op arbeid sterk verminderen. Zo worden burgers en bedrijven gestimuleerd om hun werkwijze rendabeler te maken door minder, of duurzamere, producten voort te brengen – waarbij ze minder grondstoffen verbruiken – en zich meer te richten

- 334 -


op dienstverlening – waarbij ze meer personeel nodig hebben. Zo ontstaat een economie die op dienstverlening is gericht en waarin bedrijven zich onderscheiden door de mate waarin ze waarde toevoegen aan hun producten of dienste
 
 
 TRUE PRICING - Externalities opnemen!!
 
 
 
 
 
 9.9

NEDERLAND - EEN HOLISTISCHE CULTUUR

Traditie Dominee en Koopman - Mercator Sapiens
 
 Maatschappelijke veranderingen komen in deze tijd allang niet meer alleen van de overheid. Bottom-up bewegingen, of van innovatieve commerciële bedrijven. Veranderingen komen uit al die hoeken tegelijk. Ze zijn diepgaand en het tempo ervan neemt toe. De structuren van onze samenleving zijn daardoor aan vernieuwing toe.
 
 Dat vraagt om een holistische benadering. Om nieuwe denkmodellen, waarin intuïtie, inspiratie, creativiteit, inzicht in natuurlijke systemen en in de samenhang van dingen een grote rol spelen. Dat maakt holisme veel meer dan een vaag new-age begrip. Holisme is het reageren op die toenemende complexiteit, door een gezamenlijke inspanning, die de oude grenzen van wetenschap, filosofie, economie, ondernemerschap, media en politiek overstijgt.
 
 Wetenschap etc - zie 
 
 
 Holistische overheid (zie youtube https://youtu.be/NwaMDdK0-h8 whole system model op 8:38

- 335 -


XXX - uitbreiden
 
 Wij staan op een moment in de tijd waarin we ons - als planeet en als mensheid opnieuw aan het uitvinden zijn. We doen dat op een ongekende schaal die verdergaat dan de Renaissance uit de 15e eeuw en de Industriële Revolutie uit de 19e eeuw. De kansen en bedreigingen zijn groot. We zijn op weg naar een toekomst die nog grotendeels onbekend is, maar die met zekerheid zal worden vormgegeven door grote stappen in technologische en wetenschappelijke vooruitgang.
 
 Die transitie vraagt om nieuwe principes, normen, waarden en maatschappelijke instituties. Het vraagt om menselijke inspanningen die holistisch en dynamisch zijn. die duidelijk maken dat we begrijpen dat we onderdeel zijn van een groter geheel, een levend systeem.
 
 In tegenstelling tot sommige libertijnse bewegingen zien we niet het individu als het startpunt van die transitie, maar de ondeelbare eenheid van individu en netwerk, economie en ecologie planeet gezamenlijk. Dit nieuwe perspectief geeft inzicht in de menselijke ontwikkeling, die door het samengaan met de ontwikkeling in digitale en biologische technologie zal leiden tot een aanvaring met de bestaande sociale en politiek systemen. Dit vraagt op korte termijn om nieuwe natuurlijke en culturele ecosystemen, die steeds meer onafhankelijk en soeverein collectieve actie zullen ondernemen.

MacKinsey

- 336 -


http://www.mckinsey.com/business-functions/digital-mckinsey/our-insights/ policy-in-the-data-age-data-enablement-for-the-common-good?cid=digistrat-eml-alt-mip-mck-oth-1608#0 
 
 
 
 
 
 
 
 9.8

DE REVOLUTIONAIRE OVERHEID

Het veranderingsproces
 
 Gebreken in de politiek - oud denken verlamt - Het is zeer de vraag

o f

vernieuwing uit de oude garde kan komen: dat dat moeilijk is maken we nu mee. Zie 169 Thesis over Rifkin / 170 vier manieren

om

de transformatie door te maken/ Naomi Klein video - de pro blemen zijn te groot voor politici - geïntegreerde aanpak - je kunt niet outsourcen naar politici of organisaties - a movement of mo

het vers

-

Boek Connectography - 376 - 40 procent van de wereldbevolking is jonger dan 24 en heeft dus de koude oorlog niet meegemaakt Gebrek aan Utopisch denken - Plattel/Bloch
 Ook Chomsky - blz 68 over ‘the political impossible’
 9.3

De mythische overheid - cijfer fetisjisme (mail Frank gebreken door-

rekenen CPB)
 9.4

Kan de overheid wel innoveren? Innovatie aantekeningen ASML mai

Frank/ Carlota Perez?
 
 Hieronder vertalen we de taken van de overheid in vier invalshoeken
 
 
 - 337 -


9.1

Paradox of the modern world (we passen technologie/innovatie niet

toe in overheid) Deze tijd vraagt om een andere manier van organiseren - Frank’s opmerkingen op

slide 2 van de flip-overs.

9.5

Oude kerntaken van de overheid: (value distribution, safety etc)

9.6

Een nieuw operating system voor de overheid - Frank: regionaal &

functionele

decentralisatie - wat decentraal kan, moet de-

centraal? Nieuwe kerntaken van de 9.7

overheid: ( Sundararajan !!)

locatie 5346 bij Mason - de staat moet de transitie regelen - zie

ook 5358 actie door de staat - Mooi locatie 5370 Mason: Revolutionair Reformisme = vernieuwing verbinden met mainstream - sluit aan bij Naomi Klein: a mouvement of covers - de protestbewegingen zijn nu te gefragmenteerd. X-prize door de overheid blz 239 New Renaissance
 
 ESSENTIE VAN DIT BOEK : Mason locatie 5370: zowel de milieubeweging als de bewegingen voor sociale rechtvaardigheid moeten wilskracht, vertrouwen en ontwerpkracht/design krijgen. Ik voeg daar ondernemerszin aan toe.
 Partner state concept: Enabling and Empowering blz 107/108 pdf Mi chel Bauwens
 Frank: faciliteren zelf organisatie/ level playing field creëren
 Voorbeelden ‘Delibarate design door de overheid blz 249 Age of Discovery

9.1

Paradox van de moderne wereld - tech gaat snel/overheid niet

9.2

Gebreken in de politiek en democratie.
 - 338 -


9.3

De mythische overheid - cijfer fetisjisme

9

Kan de overheid wel innoveren

(

De overheid is uit op zekerheid en dus anti-groei)

9.5

Kerntaken van de overheid: (level playing field, proces etc)

9.6

Nieuwe kerntaken van de overheid (strategische regie/regisseur vd

markt/scheidsrechter/ echte overheidstaken/ zorgplicht van e overheid
 9.7

Lean government

9.8

Voorbeeld: Smart cities

9.9

Voorbeeld: Finland/Zwitserland - Basic Income

9.10

Voorbeeld: Tunesië - Bitcoin

9.11

Voorbeeld: Estland - Digital State

9.12

Voorbeeld: Mexico - Broadband

rol van de overheid Level playing field - de spelregels - rol van de overheidbescherming - rol van overheid is
 
 - visie ontwikkelen/grote ideeen/ think big/ambitie/maakbaarheid
 - goede initiatieven scalen (Yuri van Geest)
 - transitie begeleiden/ afbouwen.
 - shared value/connecting capitalism & society/profit based impact
 - symmetrie in value creation
 - distributed networks
 - create a movement of movements
 
 
 
 
 
 
 DIT OPNEMEN ALS LEIDRAAD VOOR OVERHEIDS HANDELEN:

- 339 -


9.3

DE MYTHISCHE OVERHEID 191

‘Ja maar, zo zit de wereld nu eenmaal niet in elkaar…’ - Veel discussies over een betere wereld worden beëindigd met een beroep op de harde cijfers. Politiek en bestuur managen de samenleving vaak als een huishoudboekje. Een vergelijking die vooral ministers van Financiën en van Economische Zaken graag gebruiken, bijvoorbeeld om bezuinigingen te rechtvaardigen. Onzin natuurlijk, de overheid is helemaal geen huishouden. De overheid heeft een heel andere rol.
 
 CIJFERS UIT HET VERLEDEN - Natuurlijk is er voor de overheid - net als voor een huishouden - de verplichting om bij te houden hoe de inkomsten en uitgaven ervoor staan. Maar als het om toekomstig beleid gaat is de vraag, of de gebruikte cijfers en modellen de toekomst wel kunnen voorspellen. Kloppen die wel met de dynamiek van de werkelijkheid?
 
 Topeconomen zijn zeer kritisch over het gebruik van economische modellen voor het voorspellen van de toekomst. Uit een enquête onder Nederlandse top-economen blijkt dat een groot deel van deelnemende economen het voorspellen van de toekomst met macro-economische modellen een ‘zinloze exercitie’ vindt. 192 De modellen houden geen rekening met onverwachte gebeurtenissen en ze zien menselijke keuzes over het hoofd. 
 
 De vraag is dus of de economische modellen, die we nu loslaten op het ‘huishoudboekje’ van de overheid zetten wel een goede basis zijn om visie en besluitvorming te ontwikkelen. Binnen en buiten de overheid wordt die vraag steeds nadrukkelijker gesteld. Secretaris-generaal Maarten Camps van het ministerie van Economische Zaken gooide de knuppel in het hoenderhok.193 Begin 2016 gaf hij 191

De titel voor deze paragraaf is geïnspireerd door ‘Vijf mythes over handel en de toekomst van Nederland als handelsland’ -

Hella Hueck (RTL) en Robert Went (WRR) - Follow the Money - 2016 192

mejudice.nl - economen panel - Modellen in de economische politiek - 25 januari 2016

193

Maarten Camps - Nieuwjaarsartikel Economisch Statistische Berichten (ESB) - 2016

- 340 -


aan dat we op een andere manier tegen besluitvormingsprocedures moeten aankijken. We moeten proberen minder vast te houden aan de kennelijke zekerheid van zogenaamd harde cijfers, en een veel grotere bereidheid tonen om gaande een proces bij te sturen en fouten durven maken. 'Het uitgangspunt', licht Camps toe, 'Is dat we er met hervormen alleen niet meer komen. Nederland moet nu vooral sterk inzetten op een groeistrategie. Hoe verbeteren we ons verdienvermogen? Door te vernieuwen en dáár moeten we het van gaan hebben.'
 
 GRATIS GELUK - Ook buiten de overheid is steeds meer kritiek op de schijnzekerheid van de cijfers waarmee de overheid de economie probeert te sturen. Rutger Bregman zet krachtig uiteen dat er nogal wat ontbreekt aan die cijfers.194 Zo meet het Bruto Binnenlands Product - de optelsom van alle goederen en diensten die in een land worden geproduceerd - de vooruitgang van een land helemaal niet. Ga maar na: we ervaren allemaal de enorme beschikbaarheid van vrije informatie door Wikipedia en Google - als een grote vooruitgang, maar waarschijnlijk daalt het BBP er door. Er worden door al die gratis informatie immers minder kranten, boeken en ouderwetse encyclopedieën verkocht, die juist wel werden meegeteld.
 
 De Amerikaanse zender CNBC maakte dit misverstand nog’s duidelijk door te berekenen wat de waarde is van de tijd die met met z’n allen op Facebook doorbrengen.195 Volgens de zender verknoeien we vreselijk veel productiviteit door dagelijks minimaal 20 minuten op Facebook door te brengen. Dat is meer dan een jaar in de loop van één leven. CNBC berekende dat dat - tegen een minimumloon - een totaal verlies aan productiviteit betekent van $900 miljard in de VS in 2015.
 
 Economen - waaronder de bekende Brad DeLong196 - beginnen te zien dat het hier niet gaat om verlies van productiviteit, maar om waarde voor de consument, die niet wordt meegerekend in het bruto binnenlands product. De bijdrage van Facebook aan het bruto binnenlands product is pakweg zo’n 10 miljard per jaar, maar de waarde die door mensen wordt ervaren is blijkbaar zo’n $900 miljard.
 194

Rutger Bregman - ‘Gratis Geld voor Iedereen’ - 2014

195

CNBC - ‘Facebook turns 12 trillions to waste’ - 4 Feb 2016

196

Bradford Delong - Column Forbes - Washington Centre for Equitable Growth - 5 Feb 2016

- 341 -


Dit eenvoudige voorbeeld staat voor een grotere ontwikkeling die we nu meemaken: door digitalisering van allerlei informatie, entertainment en services ‘verdampt’ waarde in oude zin. Computers, camera’s en smartphones zijn slimmer dan ooit. Ze leveren steeds grotere waarde en vervangen oude fysieke objecten en diensten voor het luttele bedrag van een nieuwe smartphone en een abonnement. We kunnen simpelweg steeds meer voor minder geld. Dat wordt waarde niet meegerekend in het BBP.
 
 TOXIC TAX - Een belangrijke consequentie van deze snelle verschuiving van analoge waarde naar digitale waarde, is het ‘verlies’ aan belastingopbrengsten. Naarmate mensen meer tijd digitaal doorbrengen en daar activiteiten ‘gratis’ ondernemen, zal de belastingopbrengst van de overheid dalen. Dat effect is nog maar nauwelijks onderzocht.
 
 Een van de belangrijkste uitdagingen van de overheid op lange termijn is het instandhouden van het vermogen om overheidstaken te kunnen blijven financieren. Naast de daling van het realiteitsgehalte van het BNP spelen de volgende uitdagingen daarin ook een rol. 
 
 Als de enorme technologische ontwikkelingen zouden leiden tot grote werkloosheid, dan heeft dat grote effecten op de belastingopbrengsten. Het is van het grootste belang daarvoor nu al scenario's door te rekenen.
 
 En tweede belangrijke uitdaging is de sterke internationalisering van waardecreatie. Het gebruikmaken van een internationale route app levert simpelweg niet hetzelfde op als de verkoop van een fysieke Bos-atlas in Nederland . Door digitalisering ‘verdampt’ in allerlei markten een groot deel van de waardecreatie. 
 
 Hiervoor hebben we het komische voorbeeld gegeven van het dorpje Crickhowell in Wales in de UK, dat uit protest tegen het belastingbeleid van de centrale overheid met het hele dorp 'offshore' gaat’ Een komisch, maar veelzeggend project: mensen en kleine bedrijven zullen schikken zich steeds minder in een 20e eeuws

- 342 -


belastingsysteem, dat geen recht doet aan de belangen van de individu en van de commons. 
 
 Tegen de humor van dit voorbeeld steekt de ongerustheid van de burgers schril af. Ongerustheid over de pogingen van de huidige Nederlandse regering om het belastingstelsel uit de vorige eeuw aan te passen aan het heden. Ongerustheid over de onmacht van de centrale overheid om zich aan te passen aan de realiteit van vandaag en van morgen.
 
 Wat dan wel? Idealen nastreven is mogelijk een- een doel stellen - doet de overheid dat? Spanning verfgezicht en beleid Rutte, ik heb geen behoefte aan een visie, di staat ,anagement van de werkelijkheid in de weg. 
 
 Oplossing innovatie
 
 
 9.4

KAN DE OVERHEID WEL INNOVEREN?

Maar wat dan wel? Kan de overheid wel iets anders dan Is het niet tegengesteld aan Lean + Scaling etc
 Navigating the unknown van Rita King
 
 
 
 9.5

KLASSIEKE KERNTAKEN VAN DE OVERHEID

‘Wij hebben een staatsvorm die niet een kopie is van de instellingen van onze naburen. In plaats van anderen na te bootsen, zijn wij juist een voorbeeld voor hen. Onze staatsvorm heet een democratie, omdat ze in handen is van velen en niet van enkelen. In persoonlijke geschillen verzekeren onze wetten gelijk recht aan allen en de publieke opinie eert een ieder die zich door iets onderscheidt in het openbare leven boven anderen, niet om de klasse, waartoe hij behoort, maar om zijn waarde alleen. Armoede is voor niemand die de staat van nut kan zijn een beletsel, hoe ge-

- 343 -


ring zijn aanzien ook is.’197 
 
 De oude Grieken wisten het al. Een staatsvorm kan veranderen. Het hoeft geen kopie te zijn van je buren. Of van de vorm die je gewend bent. Na de eerste democratieën hebben we een lange weg afgelegd naar de nu - met de nodige variaties algemeen geaccepteerde staatsvorm: de democratische rechtsstaat.
 
 Zou het kunnen zijn dat de digitalisering die we nu doormaken aanpassing van die staatsvorm vraagt? Is er niet een spanning aan het ontstaan tussen al onze digitale activiteiten - die over het algemeen worden gecontroleerd door grote commerciële ondernemingen - en de oude democratische staatsvorm? Leidt die staatsvorm nog tot het juiste overheidshandelen, of wordt de overheid minder relevant? Speelt de overheid nog wel een rol in ons digitale leven?
 
 De overheid heeft een specifieke rol in de samenleving. Zij heeft veel uiteenlopende functies en taken, die voor een aanzienlijk deel afwijken van wat elders in de samenleving gebeurt. De drie belangrijkste functies van de overheid houden we graag gescheiden: de vertegenwoordigers van het volk die de wetten vaststellen, de uitvoerders die die wetten uitvoeren, en de rechters die bekijken of het wel volgens de regels verloopt.198 Die drie onderdelen van de overheid zorgen er samen zij het strikt gescheiden - voor dat de overheid een groot aantal taken kan uitvoeren. 
 
 COLLECTIEVE BESLUITVORMING - Zo maakt de overheid collectieve besluitvorming mogelijk op verschillende bestuurlijke niveaus. Hierbij worden, na een publieke afweging van deelbelangen, beslissingen genomen die voor de hele samenleving van belang zijn.
 
 UITVOERING VAN BESLUITEN - Die democratische genomen besluiten behoeven vaak ook uitvoering door de overheid. Het door middel van beleid leveren van een bijdrage aan de oplossing van maatschappelijke en sociale problemen.
 197

Perikles' lijkrede (Perikleous logos epitaphios) zoals vastgelegd door Thucydides, II 37.

198

Volgens de Trias politica, omschreven in ‘De L’esprit de Lois ‘- Charles de Montesquieu - 1748

- 344 -


STURING VAN MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELING - De sturing van de maatschappelijke ontwikkeling. Het bevorderen van de ontwikkeling van de samenleving. De opvatting dat de overheid de samenleving moet sturen wordt wel etatisme genoemd.
 
 OPENBARE ORDE - Het handhaven van de openbare orde en rechtsorde door middel van rechtsvorming en rechtshandhaving.
 
 REGELEN VAN INTERACTIE - Het regelen van de betrekkingen tussen de leden van de samenleving.
 
 COLLECTIEVE GOEDEREN - Het verrichten van taken die andere delen van de samenleving niet of onvoldoende behartigen. Het voortbrengen van goederen en diensten waaronder collectieve goederen.
 
 VERDELING VAN WAARDE - Het vanuit een oogpunt van rechtvaardigheid wijzigen van de inkomensverdeling. Het bestrijden van de ergste vormen van ongelijkheid. Het reguleren van de markt en het corrigeren van marktfalen.
 
 Een van de kerntaken van een democratische overheid is de juiste verdeling van waarde onder haar burgers, zowel individueel, als verenigd in bedrijven en andere organisaties. Dit gaat veel verder dan de verdeling van geld. Het gaat ook om de verdeling van waarden als veiligheid, democratische rechten, eigendom, en rechtszekerheid. In het algemeen gaat het om het waarborgen van klassieke en sociale grondrechten.
 
 Deze verdeling van waarde is gebaseerd op overeenstemming tussen burgers en overheid over de manier waarop regels worden gemaakt. In de 18e eeuw, toen we ons begonnen af te vragen of de samenleving wel een goddelijke ordening kende. XXXX er niet meer zo in geloofden dat de God en de kerk ingelijfden dat een Zij probeerden onze huidige maatschappelijke samenleving te verklaren vanuit de idee dat mensen ooit zonder regels en in onbeperkte vrijheid in een soort natuur-

- 345 -


toestand leefden, maar om uiteenlopende redenen, maar altijd uit eigenbelang, een contract met elkaar hebben gesloten. De contractfilosofen hebben verschillende ideeën over de inhoud van dit contract, maar ze hebben gemeen dat de mensen in het sociaal contract bepaalde vrijheden opgaven, waaronder het recht om voor eigen rechter te spelen. Individuele vrijheidsrechten werden deels overgedragen aan de gemeenschap, wat leidt tot democratie, of aan een soeverein. 199
 
 Gaandeweg is er door de eeuwen heen afstand ontstaan tussen de machinerie van de overheid - de bureaucratie - en de burgers. De bureaucratie is vrijwel overal ter wereld gegroeid, ondanks verwoede pogingen om die groei enigszins in de hand te houden. De overheid bemoeit zich met vrijwel alle terreinen van het leven van de burger. Sommigen vinden dat goed, anderen beweren dat de afstand tussen burger en overheid daardoor juist groter is geworden.
 
 Hoe je er ook tegenaan kijkt, niemand zal ontkennen dat de verzameling van waarde - door belastingen - en de herverdeling van waarde door overheidsuitgaven een heel complex proces is geworden. En het zou wel’s kunnen zijn dat die complexiteit veel te maken heeft met het centrale karakter ervan.
 
 Burgers en bedrijven beginnen te zien dat het centrale overheidsmodel belabberde service levert, niet efficiënt en economisch verantwoord opereert en nog maar nauwelijks de enorme mogelijkheden van de digitale samenleving gebruikt. Burgers zijn intussen gewend aan online bestellen, de volgende dag - of eerder - geleverd krijgen, aan maatwerk e XXXX Burgers verwachten real time, persoonlijke en digitale services
 
 Overheden beginnen dat te herkennen en doen pogingen om hun functioneren te verbeteren. Maar de centrale hiërarchie zit vaak in de weg. Toepassing van nieuwe vormen van samenwerking, zoals shared ledgers en smart contracts bieden de overheid mogelijkheden om efficient te opereren. het kan ervoor zorgen dat technologie er ook is voor degene die de voordelen ervan het meeste nodig hebben, en niet alleen voor degenen die er het handigst gebruik van maken.
 199

Le Contract Social - de belangrijkste contractdenkers zijn Thomas Hobbes, John Locke en Jean-Jacques Rousseau.

- 346 -


This trend is also apparent in the growth of the less-formal ‘sharing economy’, and in popular, social-media led phenomena such as the Arab spring and the Occupy movement. These show a shift in how society communicates and organises itself. To date, however, there has been no successful way to embrace these in a secure way while continuing to promote free markets and guarantee contracts. It is often said that the reason we have never shifted democracy online is because there is no way to be sure who is voting for what without a highly costly and arguably non-libertarian centralised identity system. Assuming this is undesirable, the properties of block chain technology (reconciliation through cryptography, replicated to many institutions, granular access control, and granular transparency and privacy) could be turned to the bene t of citizens.
 
 In addition, the early involvement of government in the development and deployment of block chain technology offers an opportunity for reducing the complexity and cost of government. That would lead to a more personal, immediate and potentially more democratic basis for governance, with consequent increases in compliance, cost-ef ciency and accountability.
 
 
 LET Op - dit hoort hier niet - KUN JE LIBERAAL ÉN MARXIST ZIJN? - Democratie is belangrijk voor de juiste verdeling van waarde in de samenleving. In het westen maken we vaak de vergissing te denken dat democratie een natuurverschijnsel is een oud meubelstuk - , dat er altijd zal zijn. We denken dat kapitalisme altijd zal leiden tot een democratische rechtstaat, waarin mensen in vrijheid leven. Als we maar kapitalisme introduceren, dan volgt de democratie vanzelf. Dat is een erfenis van de eerder genoemde Fukuyama. En ook daarmee zat die politieke denker flink fout.
 
 Kunnen we eigenlijk de democratie wel aan de markt overlaten? Singapore's Lee Kuan Yew en zijn navolgers in China laten onmiskenbaar zien dat het mogelijk is om een bloeiend kapitalistisch systeem te hebben - met spectaculaire groei - dat tegelijk min of meer dictatoriaal is. Kapitalisme leidt zeker niet automatisch tot een

- 347 -


democratie. Daar is meer voor nodig. XXXX geen goede argumentatie
 
 Is er een economische case te maken voor een authentieke democratie? 
 Tonight, here, I want to present to you an economic case for an authentic democracy. I want to ask you to join me in believing again that Lee Kuan Yew, the Chinese Communist Party and indeed the Eurogroup are wrong in believing that we can dispense with democracy -- that we need an authentic, boisterous democracy. And without democracy, our societies will be nastier, our future bleak and our great, new technologies wasted. Daar is weinig discussie over.
 
 Toch zijn er de laatste tijd tendensen die op het tegendeel wijzen. Er is iets vreemds aan de hand in onze economie. We hebben te maken met twee extremen. Aan de ene kant zijn er extreem hoge schulden, die een schaduw werpen over the VS, Europa en andere delen van de wereld. Aan de andere kant zijn er - veel minder bekend - enorme hoeveelheden geld bij spaarders en ondernemingen, die beducht zijn om te investeren in activiteiten waar de wereld beter van zou kunnen worden.
 
 Over the last three months, XXX check data XXX hebben in de US Groot Brittanie en de Eurozone samen $3.4 biljoen dollar geïnvesteerd in goederen die zelf weer waarde - goederen zoals fabrieken, machines, kantoren, scholen, wegen, spoorlijnen, etc.etc. Dat klinkt als ontzettend veel geld. En dat is het ook. Maar in diezelfde periode hebben we $5.1 biljoen dollar niet geïnvesteerd in zulke kapitaalgoederen. Dat geldt hebben we nutteloos rondgepompt in financiële instituten. We hebben dus te maken met een berg aan schuld en een nog grotere berg geld, dat niet wordt geïnvesteerd. Die twee zouden elkaar min of meer moeten opheffen, maar dat gebeurd niet.
 
 Waarom wordt die enorme hoeveelheid geld niet gebruikt om onze levensstandaard te verbeteren, menselijk talent te ontwikkelen en schone duurzame technologie - essentieel voor het voortbestaan op aarde - te stimuleren?
 
 Zou een beter functionerende democratie daarop niet het antwoord zijn? Maar hoe

- 348 -


moet de democratie dan functioneren? Aristoteles XXX check XXX defineerde democratie al als de staatsvorm waarin vrije en arme mensen - meerderheid van de mensen - de overheid controleren.
 
 Nou was er aan de democratie van de oude Grieken ook wel het nodige aan te merken. Veel mensen - vrouwen, vreemdelingen, slaven - mochten er helemaal niet aan meedoen. Maar er zaten ook een paar goede kanten aan. Een van de belangrijkste vernieuwingen was het feit dat de werkende armen mochten meedoen. Meedoen, niet alleen in vormen van vrije meningsuiting, maar ook het recht een oordeel te hebben over staatszaken en het recht daarover een stem uit te brengen. Dat oude Griekse experiment heeft het niet zolang volgehouden. De democratische kaars brandde helder maar kort.
 
 De vorm van democratie zoals wij die kennen heeft geen directe wortels in het oude Griekenland. De basis ligt in de Magna Carta van Engeland - een deal tussen het volk en de koning -, in de Nederlandse zeventiende eeuwse Republiek, de Franse Revolutie en in de latere Amerikaanse Grondwet. 
 
 En dat was al vanaf het begin een andere vorm van democratie dan die van de Grieken. Waar de Atheense democratie gericht was op het verheffen van de individuele klassenloze burger, was de later west Europese democratie vooral gericht op bepaalde groepen in de samenleving. Het lijkt erop dat westerse democratieën altijd een scherpe scheiding hebben gehad tussen de politieke en de economische invloedssfeer. In feite is de economische invloedssfeer - het corporate bedrijfsleven - altijd een democratie-vrije zone geweest.
 
 Deze scheiding tussen economische en politieke invloedssfeer neemt tegenwoordig groteske vormen aan. Van het moment dat die scheiding ontstond - in de 19e eeuw - Now, in our democracies today, this separation of the economic from the political sphere, the moment it started happening, it gave rise to an inexorable, epic struggle between the two, with the economic sphere colonizing the political sphere, eating into its power.

- 349 -


Hebt u zich ook wel’s afgevraagd waarom politici niet meer zijn wat ze vroeger waren? Het zijn over het algemeen goedwillende mensen als u en ik, dus dat kan het niet zijn. 
 
 Het heeft te maken met het oude beeld dat wij nog van politiek hebben. Wij denken nog politici en bestuurders de macht in handen hebben, terwijl de macht langzaam is verschoven van de politieke invloedssfeer naar de economische invloedssfeer. Politici hebben simpelweg minder in de melk te brokkelen.
 
 Het lijkt een beetje op een titanenstrijd, waarbij de vleeseters zo succesvol zijn in het opvreten van hun prooi, dat ze uiteindelijk - te laat - begrijpen dat ze niets meer te eten hebben als de prooi uitsterft. Hetzelfde zien we XXX Ford/vakbondsman
 
 
 
 
 NIEUWE KERNTAKEN VD OVERHEID - DE PEER-2-PEER OVERHEID
 
 UITWERKEN - Nieuwe kerntaken van de overheid 8.6.1

strategische regie X-prize door de overheid blz 239 New Renaissance

8.6.2

regisseur vd markt

8.6.3

scheidsrechter

8.6.4

echte overheidstaken

8.6.5

zorgplicht van e overheid

Partner State
 
 Opmerkingen van Frank
 
 We zijn begonnen aan een tijdperk waarin mensen in staat zijn zichzelf in korte tijd in netwerken - soms tijdelijk en ad hoc - organiseren zonder dat daar nog ouderwetse hiërarchieën voor nodig zijn. Robotisering, kunstmatige intelligente, 3D printing, samenwerking in kleine groepen, zorgen nu al voor een andere manier van

- 350 -


produceren dan we in de 20e eeuw gewend waren.
 
 We zien deze ontwikkeling in alle markten, of het nu gaat om software ontwikkeling, energieopwekking, de tijdelijke verhuur van huizen, of een taxi ritje
 
 Data en netwerken stellen ons in staat onszelf anders - en beter - te organiseren. Dat betekent niet dat we helemaal geen overheid meer nodig hebben en dat allerlei maatschappelijke instituties nu rap zullen verdwijnen. Maar het betekent wél dat de overheid een diepe transformatie zal moeten gaan doormaken.
 
 Van oudsher is de overheid gewend zich - net als de meeste andere organisaties op de 19e eeuwse manier te organiseren. We hadden piramides nodig om zeggenschap, informatie, en controle te organiseren. En die piramides zien we nu overal. In het onderwijs, de gezondheidszorg. ETC - ELDERS BETER UITWERKEN !!
 
 NETWERKEN - In de nieuwe opkomende model van samenwerking zien we drie belangrijke partners:
 
 1

Een community van deelnemers die waarde creëren of afnemen;

2

Een ondernemer die initieert en voor de continuïteit zorgt

3

A set of for-benefit institutions which manage the "infrastructure of

cooperation" XXX uitwerken - klopt niet
 Tussen die drie partners bestaat een duidelijke werkverdeling. 
 
 The contributors create the use value that is deposited in the shared innovation commons of knowledge, design and code.The for-benefit institution 
 
 enables and defends the general infrastructure of cooperation which makes the project 'collectively' sustainable. For example the Wikimedia Foundation collects the funds to support the server space without which access to the Wikipedia would become impossible.
 
 The entrepreneurial coalition makes the individual contributors 'sustainable', by

- 351 -


providing an income, and very often they provide means for the continued existence of the for-benefit associations as well.
 
 
 Can we also learn something about the politics of this new mode of value creation, something that would be useful not just for these particular communities, but to society in general? Is there perhaps a new model of power and democracy coevolving out of these new social practices that may be an answer to the contemporary crisis of democracy? My answer will be an emphatic yes, and stronger yet, I will
 argue that we are witnessing a new model for the state. A 'P2P' state, if you will.
 
 Let's look at the mechanics of power and the politics of commons-oriented peer production by looking at the three players involved in this new institutional set-up.
 
 1. The post-democratic logic of community
 
 
 First of all, and quite amazingly, these communities are not democracies. Why is that so? Very simply, because democracy, the market, and hierarchy are modes of allocation of scarce resources.
 
 In hierarchy, our superiors decide; in the market, prices decide; in a democracy, "we" decide. But where resources are abundant, as they are with immaterial knowledge, code, and design, which can be copied and shared at a marginal cost, they are truly unnecessary. 
 
 Such communities are truly poly-archies and the type of power that is held in them is meritocratic, distributed, and ad hoc. Everyone can contribute without permission, but such a priori permissionlessness is matched with mechanisms for 'a posteriori' communal validation, where those with recognized expertise and that are accepted by the community, the so-called "maintainers" and the "editors", decide which software / design patches are acceptable. These decisions require expertise, not communal consensus.

- 352 -


The tension between inclusiveness of participation and selection for excellence is one that every social system must face, and that peer production has solved in a rather elegant way. The genius of it is not that it avoids conflict, but that is designs away 'unnecessary' conflict by allowing for maximum human freedom compatible with the object of cooperation. Indeed, peer production is always a 'object-oriented' cooperation, and it is the particular object that will drive the particular form chosen for its "peer governance" mechanisms.
 
 The main allocation mechanism in such project, which replaces the market, the hierarchy and democracy, is a distribution of tasks. Unlike in the industrial model, there is no longer a division of labor between jobs, and the mutual coordination works through what scientist call stigmergic signalling. Because the work environment is designed to be totally open and transparent (this is called holoptism), every participating individual can see what is needed, or not and decide accordingly whether to undertake his/her particular contribution.What is remarkable with this new model is that it has achieved 
 
 capacities both for global coordination and the small group dynamics that are characteristic of human tribal forms, and that it does this without "command and control"! In fact, we can say that peer production has enabled the global scaling of small-group dynamics.
 
 Of course, there may be conflicts between contributors as they are working together, and there are, but these are not decided by authoritarian fiat, but by "negotiated coordination". Differences are 'trashed out' in the forums, mailings lists, and chats that these communities use to coordinate their work.
 
 The hierarchical decision that remains, e.g. the decision to accept or not a patch to a program, necessary to protect the quality and excellence of its production, is balanced by the freedom to fork. This means that disagreeing participants can always take the codebase with them, and create another version, where their options would prevail. It is not a light decision to take, but it does create a counterpower.

- 353 -


Maintainers know that unjust and unilateral decisions would lead to a bleeding out of the membership and/or to a fork.
 
 2. The relation between the community and the enterpreneurial coalition What is the relationship between this enterpreneurial coalition and the commons from which they derive their value? The coalition supports the indvidual commoners in their livelyhood, and may contribute to the for-benefit-institution as well. For example, IBM pays salaries to the developers/commoners contributing to the Linux pool, and it supports the nonprofit (Linux Foundation) with subsidies. In this way, they co-produce and sustain the commons on which their success is built.
 
 For sure, by doing this they also do turn Linux into what is partly a "corporate commons", as explained by Doc Searls:
 
 The Linux Journal editor explains that, "Linux has become an economic joint venture of a set of companies, in the same way that Visa is an economic joint venture of a set of financial institutions. As the Linux Foundation report makes clear, the companies are participating for a diverse set of commercial reasons."
 
 A Linux Foundation report on the work on the Linux kernel makes this very clear:
 
 "over 70 procent of all kernel development is demonstrably done by developers who are being paid for their work. Over 14 procent is contributed by developers who are known to be unpaid and independent, and 13 procent by people who may or may not be paid (unknown), so the amount done by paid workers may be as high as 85 procent. The Linux kernel, then, is largely the product of professionals, not volunteers."
 
 But this is not the whole story. Timothy Lee explains that the corporatization of Linux has not changed its underlying organisational model:
 
 "...what matters is the way open source projects are organized internally. In a traditional software project, there's a project manager who decides what features the

- 354 -


product will have and allocates employees to work on various features. In contrast, there's nobody directing the overall development of the Linux kernel. Yes, Linus Torvalds and his lieutenants decide which patches will ultimately make it into the kernel, but the Red Hat, IBM, and Novell employees who work on the Linux kernel don't take their orders from them. They work on whatever they (and their respective clients) think is most important, and Torvalds's only authority is deciding whether the patches they submit are good enough to make it into the kernel."Clay Shirky, author of Here Comes Everybody: The Power of Organizing Without Organisations stresses that companies that work with Linux, such as IBM, “have given up the right to manage the projects they are paying for, and their competitors have immediate access to everything they do. It's not an IBM's product."
 
 This then is the point I want to make, that even with shareholder companies allied with peer production, the community's value creation is still at the core of the process, and that the enterpreneurial coalition, to a substantial degree, already follows this new logic, where the community is primary, and business secondary. In this model, business logic has to accommodate to the social logic. It is in other words, already an "ethical economy".
 
 3. The democratic logic of the for-benefit institutionsPeer production also rests on a sometimes costly infrastructure of cooperation. There would be no Wikipedia without the funding for its servers, no free software or open hardware without similar support mechanisms. This is why open source communities have created a new social institution: the for-benefit association.
 
 Again, an important social innovation, because, unlike classic non-profits or nongovernmental institutions, they do not operate from the point of view of scarcity. Classic NGO's still operate much like other industrial institutions such as the corporation and the market state, as they believe that resources need to marshalled and managed.
 
 By contrast, the new for-benefits have only an active role in enabling and empowering the community to cooperate, by provisioning its infrastructure, not by com-

- 355 -


manding its production processes. These associations exist for the sole purpose of benefitting the community of which they are the expression, and this is the good news, they are generally managed in democratic ways. And they have to be, because an undemocratic institution would also discourage contributions by the community of participants.
 
 Now, here is the kicker, what would you call an institution that is responsible for the common good of all the participants, in this case, not the inhabitants of a territory, but of people involved in a similar project? I would argue that this type of for-benefit institution has a very similar function to what we commonly assign to the state.
 
 While the state form is always also a class institution which defends a particular arrangement of social privilege, it can never be a simple instrument of privileged rule alone, but needs to manage the common as well. To the degree that it is seen to do the latter, most people would see this as an acceptable or even good state form. On the other hand, to the degree that it fails to do this, it looses legitimacy, and is increasingly seen as a source of oppression by a minority.
 
 Generally speaking, a state reflects the balance of forces in a particular society. The welfare state was an acceptable form because it was based on a social compromise and on the strength of a strong labour movement, while the "fear of God" was instilled in the privileged layers by the existence of an alternative state form that could have taken away the loyalty of their citizens.
 
 This alternative collapsed in 1989, with the social movements in the West. It was further weakened by the social, political and economic choice to de-industrialize the North since the 1980s. Since, the welfare state has slowly given way to the contemporary corporate welfare state (sometimes called the 'market state'), which only helps the privileged, guts social solidarity mechanisms and impoverishes the majority of its population, fatally weakening the middle class.
 
 Unfortunately, such a system can have no long term legitimacy, and breaks any so-

- 356 -


cial contract that can guarantee social peace. It's hard to build loyalty on the promise of ever increasing pain!
 
 This means we are witnessing not just the actual death of the social welfare state, but also the death and logical impossibility of the neoliberal corporate welfare state. We should also add that even the welfare state has become problematic. The main reason is that its social basis, the western industrial labour class and its social movements, have become demographic minorities in the West, and that its mechanisms, even when they worked, would not do much to assist the current social majority, i.e. the often freelancing and precarious knowledge and service workers.
 
 Furthermore, the paternalistic and bureaucratic functioning of many welfare state institutions are becoming unacceptable to the emerging demand for personal and social autonomy that is one of the primary social desires of the new class of knowledge workers. Many of the other positive social functions of the welfare state have been weakened by neoliberal "New Labour" reforms which aimed to introduce private sector logic in the public sector.
 
 
 
 
 Michel Bauwens biz 111
 'However, such changes at the level of the micro-economy might not survive a hostile capitalist market and state without necessary changes at the macro-economic level (Kostakis and Stavroulakis, 2013). We should not ignore the fact that the state has its own interests in perpetuating its bureaucracy and legitimacy. Gajewska (2014) emphasizes this argument through the case of the campus food services (free lunches) at Concordia University as an example of peer production in the physical world. She describes the tension between the university administration and the P2P food services collectives which were producing food Commons. The project started with ‘direct action’ occupying university space for cooking, eventually recognized by Concordia University. What we realize is that a transition narrative

- 357 -


should take into account the possibility for creating spaces of democratic accountability from below. For example, in the aforementioned case, the university was the framework through which students could pool resources in the form of fee levies and organize for-benefit projects (Gajewska, 2014). Hence, there is a need for transition proposals carried by a resurgent social movement that embraces new value creation through the Commons, and becomes the popular and political expression of the emerging social class[…]' Uittreksel van: Vasilis Kostakis. 'Network Society and Future Scenarios for a Collaborative Economy'. iBooks. 
 
 
 
 DE ROL VAN DE OVERHEID IN DE DATA SAMENLEVING
 
 Having said all that, I am not naive. All questions which have a bearing on regulation in the digital age are questions of power. There is much at stake: huge amounts of money, the power to impose standards and procedures, the ability to safeguard pluralism, alternative ways of thinking and personal autonomy. In this speech I would like to put forward my objectives for discussion and emphasis a few points which are important to me. I am also keen to make our sense of European identity part of a debate which is inherently global in nature. Cultural diversity
 I say that because I am sure that there are specifically European ways of looking at certain issues. I am not suggesting that our approach is necessarily better or worse. But our approach is based on our experiences. For example on the fact that we want to safeguard cultural diversity on our continent. Even though, at the same time, we have drawn up a dense framework of binding rules to govern dealings between the countries on our continent. But the many moves made towards greater Europeanisation in recent decades have not been accompanied by a process of cultural uniformisation. Indeed, I regard this as fundamental to public acceptance of the EU. Just look at the massive outcry when people fear that their country is sacrificing even a part of its cultural identity.

- 358 -


As you all know very well, data protection is a hugely sensitive issue in Europe. The revelations by Edward Snowden and others, the close links between intelligence services and major internet firms and businesses’ insatiable appetite for information about every single aspect of our lives point to unwelcome developments in the on-line world. Developments which – if we were simply to accept them – could indeed give rise to a new totalitarianism. 
 
 The internet lost its innocence long ago – the people who wield power over the internet are no longer the creative types, modern-day hippies searching for a better world in California. Of course, our aim must still be to ensure that future generations continue to enjoy freedom, equality and a sense of community. I want us to go on living in a just society, a society based on solidarity and committed to peace. In that connection, digitisation and technological innovations offer many new opportunities, but those opportunities come with 
 
 Overheidsingrijpen/regulering is nodig
 A 'natural order' will not emerge spontaneously, and anyone who claims otherwise is either naive or motivated by self-interest. All too often, those who shout ‘freedom’ or ‘no regulation’ the loudest are those who are keenest to safeguard their massive profits and their power. It is well worth remembering that by deregulating the financial sector we created a monster; a monster which on several occasions brought the world to the edge of disaster. The task of politicians and civil society is to ensure that not just the happy few benefit from the digital revolution, but that as many people as possible benefit. In the midst of all this innovation, we also must ensure that those who want no part of this brave new world, those who want – as far as possible – to stay off-grid, are also protected. 
 
 
 
 
 
 
 9.7

LEAN GOVERNMENT

Wie in een wereld van exponentiële ontwikkelingen niet in staat is te innoveren en veel sneller te leren dan voorheen, loopt het risico uiteindelijk onbelangrijk te worden. Dat geldt voor maatschappelijke organisaties, bedrijven, politieke partijen én de overheid.

- 359 -


Sneller leren dan voorheen etc
 
 
 
 Politici blijven uitdragen dat ze weten hoe de wereld in elkaar zit. En hoe je problemen moet oplossen. We horen uitspraken over het ‘binnen 6 weken oplossen’ van de vluchtelingenproblematiek, terwijl daar armoede- en onveiligheid aan ten grondslag elders in de wereld aan ten grondlag ligt. We horen dat een enkel procent economische krimp of groei hier, te wijten of te danken zijn aan bepaalde maatregelen van de nationale overheid. Steeds minder mensen geloven er nog in.
 
 Burgers snappen heel goed dat oude systemen geen oplossingen meer bieden voor de uitdagingen van vandaag. Net als burgers en bedrijfsleven heeft ook de overheid te kampen met een enorme snelheid van veranderingen en het afbrokkelen van oude zekerheden. Voortdurende innovatie - op allerlei niveaus - is daarop het antwoord.
 
 
 
 Problemen van vandaag en de toekomst - ‘weten’ hoe het zot gaat ook tegen lean & design in - je moet openstaan voor de toekomst dich ontvouwt - weten hoe het zit gaat daar tegenin!!!!!!!!!!!!!!!!!! een van de grootste problemen
 
 2. Informatie bevindt zich buiten mensen 0 politici als informatiedragers en beslissers passen niet meer - AI als regeringsvorm? Eng, het is nu ook al zo toch? Politici zijn ook gevormd door gebeurtenissen en verleden
 
 
 
 Dat de cijfers over het verleden geen goed uitgangspunt zijn voor de toekomst id niet alleen een uitdaging voor de overheid.
 
 3 horizons of innovation - zie Forbes artikel
 
 
 Government is an important source of support, too. Perhaps more than some go-it-aloners

- 360 -


in tech culture might like to admit, a new economy will need new public policies to level the playing field between traditional corporations and collaborative enterprises. In Jackson, Mississippi, Chokwe Lumumba was elected mayor in 2013 on a platform of fostering worker-owned cooperatives, although much of the momentum was lost when Lumumba died just a few months later. This year in New York City, for the first time, co-op advocates secured public funds to support training programs that will help the sector grow — and other cities are taking similar steps. Governments already subsidize business as usual, and they need to be pressured to encourage more just alternatives instead.


- 361 -


10

SAMEN BOUWEN AAN EEN BETER NEDERLAND

10.0

Radicaal vooruit

10.1

Kies Start Up Cities.

10.2

Vier keer een miljard.

10.3

Platteland of beste digitale regio?

10.4

Distributed energy landscape/ander energie landschap.

10.5

Scheiden van werk en inkomen - basis inkomen en basis banen.

10.6

Geoormerkte budgetten.

10.7

Van arbeidsmarkt naar kennismarkt/new operating system for work.

10.7

Altijd onderwijs - voor welk probleem is dat een oplossing?

10.8

Data wallets.

10.XX

Geloven we nog in auteursrechten? (Let op: GEN IP meenemen)

10.9

Een coöp platform Bank

10.10

Een coöp platform Verzekeringsmaatschappij

10.11

Digitale democratie (David van Reybroeck)

10.12

Digitale staat (pax.org)/ De belofte van block chain voor de politiek

10.14

Inspirerende voorbeelden

10.10

Voorbeeld I

: Smart cities.

10.11

Voorbeeld II : Finland/Zwitserland - Basic Income.

10.12

Voorbeeld III : Tunesië - Bitcoin.

10.13

Voorbeeld IV : Estland - Digital State.

10.14

Voorbeeld V : Oekraïne - Blockchain State

‘Een reis van duizend mijlen begint met één stap.’ 
 - Lao Tse

- 362 -


21 ideeën voor een beter internet Voorstellen om het internet weer te democratiseren ARTIKELHet internet begon als een groot democratisch

experiment, maar inmiddels zijn een paar grote bedrijven oppermachtig. Samen controleren ze welke muziek we luisteren, welk nieuws we lezen en welke reclames we zien. Ook overheden hebben het internet gekoloniseerd. Ze gebruiken het om op grootschalige wijze privéinformatie over ons op te slaan of om democratische processen in binnen- of buitenland te verstoren. In plaats van het vrije, machtsvrije netwerk dat de mensheid zou bevrijden, dreigt het internet een platform te worden voor ongebreidelde manipulatie en machtsuitoefening. Hoog tijd om ons af te vragen of we het tij kunnen keren: hoe wordt het internet weer van ons? De Volkskrant vroeg wetenschappers van verschillende disciplines naar ideeën. Hier de oogst! Door: Michiel Hulshof Menno Van Der Veen 17 juni 2017, 02:00

http://s.vk.nl/s-a4501135/

1: OVERHEID - 363 -


Laat de overheid een eigen Facebook bouwen. Idee: Ben Crum (hoogleraar politicologie Vrije Universiteit Amsterdam) Probleem: Essentiële infrastructuur is in handen van private bedrijven. Oplossing: Richt een internationale publieke organisatie op die invloed krijgt op het beheer van het internet. En laat overheden zelf bepaalde internetfuncties aanbieden. Toelichting: Het internet is uitgegroeid tot een essentiële infrastructuur van algemeen belang, zoals drinkwater of het wegennet. Dat gaat niet alleen om de hardware maar juist ook om vitale software zoals zoekmachines en platforms voor sociale media. Het is allesbehalve vanzelfsprekend dat het beheer daarvan op dit moment volledig in handen is van private bedrijven met winstoogmerk zoals Google of Facebook. Om de stabiliteit, veiligheid en toegankelijkheid van het internet te garanderen, moet het beheer collectief of publiek belegd worden. We kunnen het internet waarschijnlijk niet nationaliseren. Maar we kunnen wel zorgen voor meer publieke sturing en toezicht. We hebben een internationale organisatie nodig waarin overheden gezamenlijk beleid ontwikkelen voor de gewenste inrichting van het internet. Het lijkt handig om daarbij te beginnen met een kleinere coalition of the willing met westerse landen, zoals dat ook is gebeurd met de internationale klimaatconferenties. Overheden zouden voor zo'n organisatie een positie kunnen afdwingen als een soort preferente aandeelhouder bij - 364 -


internetbedrijven van algemeen belang. Ook zouden ze bedrijven zoals Google of Facebook kunnen dwingen aparte Raden van Publiek Toezicht in te stellen. Dit soort publieke deelnemingsconstructies kennen we natuurlijk in tal van netwerksectoren in Nederland: Schiphol, ProRail, PostNL. Daarnaast kunnen overheden bepaalde internetfuncties zelf gaan aanbieden, bijvoorbeeld een soort Facebook in publiek beheer, een publieke basisvoorziening die gegarandeerd veilig en toegankelijk is en die gebruikers in principe de mogelijkheid biedt om zich te onttrekken aan de private monopolies. Je zou een parallel kunnen trekken met de voormalige Postgiro, die overigens wat mij betreft ook mag terugkomen.

2: BUREAU Centraal Bureau voor de Internetstatistiek. Idee: Aiko Pras (hoogleraar internetveiligheid Universiteit Twente) Probleem: Bedrijven en overheden slaan alle internetdata van iedereen op. Oplossing: Een onafhankelijk bureau moet inzichtelijk maken hoe de datastromen lopen. Toelichting: Als je ĂŠĂŠn keer op de website van Facebook bent geweest en daarna nooit meer, dan nog verstuurt je computer nog jarenlang data over welke websites die je bezoekt naar Facebook. De meeste mensen weten dat helemaal niet. Ze zouden schrikken als de feiten kennen.

- 365 -


Ik ben al sinds 1979 bezig met netwerken en de voorlopers van het internet. Als je mij rond de eeuwwisseling had verteld dat we met zijn allen veiligheidsdienst Stasi 2.0 aan het bouwen waren, waarin bedrijven en overheden alles van iedereen zouden opslaan, had ik het niet geloofd. Toch is dat precies wat nu gebeurt. We moeten meer awareness onder internetgebruikers creĂŤren. Dat doe je door te zorgen dat mensen de feiten kennen. Zelfs politici kennen de feiten nu niet. We hebben daarom een Centraal Bureau voor de Internetstatistiek nodig dat onafhankelijk data verzamelt over het internetverkeer en daarover op vaste tijden cijfers publiceert. Hoeveel data gaat naar welke partijen? Welk percentage van het internetverkeer gaat langs Google, Facebook of Huawei? Hoeveel data wordt in onze huiskamers verzameld door internettelevisies? Welk deel van het internetverkeer verlaat eigenlijk het Schengengebied? Pas nadat het Centraal Bureau voor de Internetstatistiek voor bewustzijn heeft gezorgd, kan stap twee volgen: het aannemen van wetgeving die deze massale dataverzameling en -opslag beteugelt.

3: PIZZA Pizza's van eigen bodem. Idee: Wil van der Aalst (hoogleraar computerwetenschappen Technische Universiteit Eindhoven) Probleem: Als het internet een pizzeria is, komen de bodems uit Amerika.

- 366 -


Oplossing: Europa moet investeren in een eigen bodem van Green Big Data technologie. Toelichting: Elke minuut loggen wereldwijd 900.000 mensen in op Facebook, worden 16 miljoen tekstberichten via WhatsApp verstuurd, 4 miljoen videos op YouTube bekeken, 120 nieuwe accounts op LinkedIn geopend en 990.000 keer geswiped op Tinder. Internetverkeer wordt overal ter wereld gegenereerd, maar de software komt vrijwel allemaal uit de VS. Alleen Spotify is niet Amerikaans. Doen we het in de wetenschap beter? Nee! Als je de Google Scholar index bekijkt van meest geciteerde ICT-wetenschappers, dan is de hele toptien Amerikaans. Ik sta zelf op plek 12, en ben de enige Nederlander in de hele top-250. Ik zeg dat niet om op te scheppen, maar om te laten zien hoe dramatisch de situatie is. Vrijwel alle studenten die de opleiding data science in Eindhoven volgen, hebben online colleges op Amerikaanse universiteiten gevolgd. In Nederland maken we die online colleges nauwelijks. Maar als we geen eigen opleidingen opzetten, worden onze studenten getraind met enkel ideeĂŤn uit Stanford. Als het internet een pizzeria is, dan komen de bodems uit Amerika. In Nederland kunnen we geen pizzabodems maken. We zijn wel goed in de toppings: allerlei sectoren ontwikkelen toepassingen voor het gebruik van big data in de gezondheidszorg, energiesector, vervoer. Het Topsectorenbeleid stimuleert dat ook. Maar als die toepassingen gebruik maken van onderliggende Amerikaanse big data technologie dan heb je daar uiteindelijk geen controle - 367 -


over. De Amerikanen kunnen zo een veel groter stempel drukken op allerlei zaken in ons dagelijks leven zoals de nieuwsstroom, waardoor ze manier waarop we naar de wereld kijken beĂŻnvloeden. We moeten onze eigen pizzabodems gaan maken. Dat betekent substantieel geld investeren in de basis van big data technologie. Big Data moet op zichzelf een topsector worden. Ik zie allerlei mogelijkheden. Amerikanen zijn niet goed in privacybescherming. Zij vinden dat wij Europeanen het onszelf maar moeilijk maken met die privacyregels. Dat kan je ook zien als kans. Ik pleit ervoor dat we gaan investeren in Groene Big Data, technologie die wel de economische voordelen van big data biedt, maar zonder de negatieve effecten op privacy. Denk bijvoorbeeld aan big dataanalyse van versleutelde gegevens, of 'vergeetachtige' databases. Dat is de toekomst, want je weet nu al dat mensen die inbreuk op hun privacy niet zullen blijven accepteren.

4: UITWASSEN Pak uitwassen op internet aan. Idee: Jan van Dijk (hoogleraar sociologie van de informatiesamenleving Universiteit Twente) Probleem: Individuele gebruikers hebben nauwelijks invloed op een vitale infrastructuur. Oplossing: Het regeerakkoord moet afspraken bevatten over het aanpakken van uitwassen op internet.

- 368 -


Toelichting: In de jaren tachtig en negentig werd het internet door de innovators en de early adopters gezien als een instrument om de maatschappij te veranderen. Inmiddels is het internet geen gereedschap of instrument meer, maar een vitale infrastructuur die onze hele maatschappij beïnvloedt tot in de diepste poriën van het dagelijks leven. Het is ondenkbaar dat overheden, bedrijven en andere belangrijke organisaties daar geen greep op willen krijgen. Op dit moment hebben individuele gebruikers (burgers, consumenten, werknemers) nauwelijks invloed. Ik denk dat 98% van de bevolking geen idee heeft hoe het internet werkt, laat staan dat ze het kunnen hervormen. Sinds 1993 hebben bedrijven en overheden het internet overgenomen van de vroege gebruikers (academici, technici, use group communities). In feite controleren zes Amerikaanse bedrijven ongeveer twee-derde van het internetverkeer. Dit heeft te maken met het feit dat het internet een netwerk. Via zogenaamde netwerkeffecten ontstaat een winner takes all situatie. Individuele overheden bieden geen tegenspel (alleen de EU probeert dit een beetje). Terwijl overheden monopolies tegengaan bij telefoon, krant en televisie krijgen de monopolisten op het internet volledig de vrije hand. Een van de redenen is dat het internet grotendeels gratis lijkt te zijn. Het bedrijfsmodel van advertenties is dominant. Gebruikers van sociale media en online nieuwsmedia hebben daardoor geen invloed op het ontwerp en het aanbod. Ze willen er niets of in elk geval niet veel voor betalen. Als ik aan mijn studenten in de college- 369 -


zaal vraag of zij een soort Facebook willen die wel privacyvriendelijk is en waar ze wel kunnen meebepalen, maar dat dit een abonnement van 5 euro per maand zou kosten zegt maar 10 tot 15 % ja. De rest wil het gratis, net als men online nieuws gratis wil hebben. Met als gevolg 'fake news' op Facebook: het versmelten van feiten, opinies en ficties op alle sociale media. Deze situatie is onhoudbaar. De ontwikkeling van het internet is een voortdurende strijd. Het zullen uiteindelijk gebruikers zelf moeten zijn, met consumentenbonden, werknemersorganisaties, experts en journalisten die moeten opkomen voor meer vrijheid, de bescherming van privacy en meer inspraak. Je ziet nu al dat deze maatschappelijke weerstand effect heeft op overheden en bedrijven. Facebook wordt regelmatig aangepakt, en dan zie je dat ze zelf hun beleid ten aanzien van bijvoorbeeld fake nieuws veranderen. Onder druk heeft Facebook onlangs duizenden redacteuren aangenomen voor het verwijderen van foute video's. Overheden handelen ook op basis van maatschappelijke weerstand. Een land als Duitsland, waar meer kritisch maatschappelijk verzet is, treedt strenger op ten aanzien van Google en Facebook dan Nederland waar dat verzet ontbreekt. Maatschappelijke pressie werkt. Om deze effectief te maken moeten ook het onderwijs en de regering in actie komen. Op school moeten meer uren omgaan met internet komen. Zoals voor informatievaardigheden en veilig surfen. Het is de leefwereld van jongeren, dus die zullen zeker opletten. Ik ben geen voorstander van een minister van ICT. Maar op allerlei terreinen en ministeries moet het - 370 -


volgende regeerakkoord meer concreet beleid bevatten voor het aanpakken van uitwassen op het internet. En dat in overleg met de EU.

5: INTERNETSFEER Bescherm de nationale internetsfeer. Idee: Jelle van Baardewijk (docent-promovendus filosofie Vrije Universiteit Amsterdam) Probleem: Het internet is het 21e eeuwse Wilde Westen, maar dan digitaal en mondiaal. Oplossing: Nationaliseer de internetinfrastructuur om het belang van de burgers veilig te stellen. Toelichting: Het internet heeft zich ontwikkeld tot een soort digitaal vrije Wilde Westen waar cowboys rondlopen die niet in het belang van de gewone burger handelen. Of het nu gaat om de online de beoordeling van een loodgietersbedrijf, nieuws op Facebook of een hotelrecensie - weinig blijkt zomaar 'echt' te zijn, de meeste informatie is gemanipuleerd. Het internet is kennelijk geen neutrale ruimte, maar te sturen met geld en tijd. Er is bovendien sprake van sterke monopolievorming in de sectoren van zoekmachines, muziek en sociale media. Informatiemisbruik bedreigt het belang van burgers in hun consumptie, tijdsbesteding, privacy en zelfs ook hun veiligheid. Malafide partijen en overheden uit het buitenland kunnen hacks plegen en nepnieuws sturen om onze democratische besluitvorming te beĂŻnvloeden. We moeten ook anticiperen op informatie-oorlogen, zoals we die al - 371 -


enigszins zagen bij de Russische berichtgeving rondom bijvoorbeeld de MH17. Deze verontrustende ontwikkelingen zouden aanleiding moeten vormen voor een discussie over het 'eigendom' van onze internet-infrastructuur. Onze kijk op het internet getuigt van een naïef idee van marktwerking. Bij 'primaire netwerken' zoals dat van stroom, spoor, wegen en zeker ook het internet dient de overheid een beschermde rol te spelen. Daarmee kan ook het belang van Nederlandse techbedrijven, zoals ASML en TomTom, worden beschermd tegen de copy cats die het internet afstruinen. Daarnaast moet zo ook de besluitvorming en informatievoorziening van de Tweede Kamer worden beschermd tegen ongewenste invloeden vanuit buitenlandse inlichtingendiensten, bedrijven, criminelen en terroristen. Veel mensen vooronderstellen in hun internetgebruik basale zaken als veiligheid, privacy en eerlijkheid. Die zijn echter niet vanzelfsprekend zonder een sterke overheid. De publieksruimte die het internet opent kan op dit moment niet goed genoeg worden gecontroleerd door de politie. We hebben een nieuwe beschermde internetruimte nodig. Het lijkt logisch die ruimte langs nationale lijnen af te bakenen.

6: BEDRIJVEN Publieke druk op grote bedrijven. Idee: Kris Ruijgrok (promovendus politicologie Universiteit van Amsterdam) Probleem: autoritaire overheden hebben steeds meer invloed op internet en sociale media.

- 372 -


Oplossing: Druk opvoeren om bedrijven zoals Facebook en Twitter keuzes te laten maken in belang van burgers en niet van regimes. Toelichting: Het geromantiseerde idee dat het internet een 'democratiserings-technologie' is die dictators kan omverwerpen, ontstond naar aanleiding van de Arabische Lente. Sociale media speelden zonder twijfel een rol in de opstanden, maar het belang wordt consequent zwaar overschat. Toch is het een wijdverspreid idee dat vrij internet levensgevaarlijk is voor het overleven van autoritaire besturen, zeker ook onder autoritaire regimes zelf. De meeste regimes doen daarom van alles om het internet te controleren: ze censureren websites, gebruiken surveillance technologie om de bevolking te monitoren, verspreiden via sociale media eigen propaganda, en sluiten zelfs het hele internet af in politiek gevoelige tijden. Wat kunnen we hiertegen doen? Ten eerste ligt de oplossing niet in een nieuwe app of het digitaal trainen van activisten. Een vrij en ongecensureerd internet is zinloos als iedere blogger die zich uit durft te spreken uiteindelijk in de cel verdwijnt. Wat belangrijker is, zijn de keuzes die grote bedrijven als Facebook en Twitter in de toekomst maken. Die kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor de vrijheid van het internet in veel landen. Facebook en Twitter zijn wereldwijd razend populair, maar omdat het Amerikaanse bedrijven zijn kunnen regimes niet zomaar één vervelende Facebook-groep of één specifieke gebruiker blokkeren.

- 373 -


Bij onwelgevallige content hebben autoritaire overheden in feite maar twee opties beschikbaar: óf de hele website uit de lucht halen, óf Facebook of Twitter vriendelijk vragen om bepaalde informatie te verwijderen. Hoewel de eerste optie technisch makkelijk kan, levert het blokkeren van sociale media in veel gevallen sociaal-politiek enorme problemen op. Regimes lopen het risico mensen te politiseren die deze media uitsluitend gebruiken voor niet-politieke doeleinden, en zijn dan nog verder van huis. Dit is dan ook de reden dat tot nu toe (enkele uitzonderingen daargelaten) in de meeste landen Facebook en Twitter nog steeds toegankelijk zijn. Veel overheden gaan voor de tweede optie en verzoeken deze Amerikaanse bedrijven om bepaalde content te verwijderen van hun website. Tot nu toe zijn Facebook en Twitter tamelijk terughoudend met het tegemoet komen aan deze verzoeken. Of ze dit in de toekomst blijven doen is zeer de vraag. Recentelijk werd bekend dat Facebook, in ruil voor toegang tot de enorme Chinese markt, bereid is veel informatie op het platform te gaan censureren. Dit is een verontrustende ontwikkeling. We moeten daarom publieke druk uitoefenen op bedrijven om pal te blijven staan voor de vrijheid van meningsuiting.

7: ROTONDE Het rotonde-model. Idee: Nart Wielaard (auteur van het boek Wij Zijn Big Data (met prof. Sander Klous) Probleem: Platforms hebben te veel macht.

- 374 -


Oplossing: Bestrijd nepnieuws met decentrale Wikipedia-burgerlegers. Toelichting: Uber, AirBnB, Google, Facebook, Amazon zijn voorbeelden van zeer succesvolle platforms die in korte tijd de markt wisten te domineren. Ze worden mede gedreven door kapitalistische prikkels: investeerders stoppen hun geld erin omdat ze een goed toekomstperspectief zien. Dat is mooi, maar het nadeel van die dominantie wordt steeds duidelijker. In een markt waar The Winner Takes All effecten optreden, hebben deelnemers zelf maar weinig invloed. Symptomen daarvan zijn de talrijke klachten van chauffeurs over de werkmethoden van Uber, het nepnieuws bij Facebook en de filterbubble van Google. We kunnen dit oplossen door de onmiskenbare voordelen van platforms - zoals groot gebruiksgemak - te realiseren in een decentraal model. Vergelijk het met een verkeersrotonde: dit decentrale concept blijkt vaak beter in staat om grote en complexe vervoersstromen te verwerken dan een centraal geregisseerd kruispunt met verkeerslichten. Het equivalent van het rotondemodel hebben we nodig om de slimme informatiesamenleving in goede banen te leiden. Het is eigenlijk een fusieproduct van Wikipedia - sterk decentraal georganiseerd maar met een wat problematische financieel model - en het Appstore model - financieel een zeer sterk model maar met duidelijke winner takes all macht. De tijd is rijp om dat fusiemodel ook echt mogelijk te maken. Gebruikers gaan er steeds meer op aandringen. Niet voor niets is Jimmy Wales, de oprichter van Wikipedia, - 375 -


een poging gestart om het nepnieuws van Facebook te lijf te gaan met de decentrale Wikipedia-aanpak, waarbij professionele journalisten worden geholpen een leger van burger-deelnemers die het web afstruinen naar nepnieuws. Er is weinig voorstellingsvermogen voor nodig om dat initiatief te zien als een van de toevoerwegen van het rotondemodel.

8: CERTIFICATEN Privacy-certificaten. Idee: Sander Klous (hoogleraar big data ecosystemen Universiteit van Amsterdam) Probleem: De meeste big data toepassingen zijn een black box. Oplossing: Een certificaat dat de privacy, veiligheid en ethiek van lerende systemen garandeert. Toelichting: Van duurzaam hardhout tot 'Beter Leven' kipfilet en van Fairtrade bloemen tot het thuiswinkel-certificaat, overal in de samenleving hebben we keurmerken bedacht die consumenten garanderen dat een product veilig en verantwoord is. Het is hoognodig dat zoiets ook gebeurt bij internettoepassingen die gebruik maken van big data. Voor het nemen van verschillende beslissingen worden we steeds afhankelijker van slimme, zelflerende algoritmen. We moeten erop kunnen vertrouwen dat deze algoritmen deugen. Hoe weten we zeker dat een slimme app die sollicitanten selecteert niet discrimineert tegen vrouwen of minderheden? Hoe moeten we erop vertrouwen dat een - 376 -


analysetool in het ziekenhuis de juiste diagnose stelt? En hoe weten we of de apps op onze telefoons onze privacy waarborgen? Op dit moment leven we in een black box samenleving waarin we nauwelijks weten wat er onder de motorkap van deze slimme systemen gebeurt. Voor een deel is dat begrijpelijk, want soms is de werking van een algoritme concurrentiegevoelige informatie. Toch is controle en toezicht op algoritmen essentieel om het vertrouwen van gebruikers te borgen. Zonder dat vertrouwen zal de slimme informatiesamenleving tegen haar grenzen oplopen. Een van de opties om die zekerheid te krijgen is de werking van algoritmes te laten controleren door derde partijen, zoals ook gebeurd met de jaarrekening. Dat kan dan leiden tot een certificaat dat de gebruiker vertrouwen geeft zonder dat deze zelf ingewikkelde dingen hoeft te doen. Zo'n certificaat zou verschillende modules kunnen omvatten zoals privacy, veiligheid en ethiek. Het onderwerp staat gelukkig inmiddels op de politieke radar: het Europees Parlement nam onlangs een resolutie aan waarin onder meer wordt bepleit dat we onder de motorkap van lerende systemen kunnen meekijken.

9: ALTERNATIEVEN Ontwikkel en gebruik alternatieven. Idee: Andreas Peter (universitair docent computerveiligheid en privacy Universiteit Twente)

- 377 -


Probleem: Mensen leveren hun privacy te gemakkelijk in voor internetdiensten. Oplossing: Ontwikkel en gebruik privacy-bewuste toepassingen. Toelichting: De meerderheid van het huidige internetverkeer stroomt door een klein aantal bedrijven zoals Google en Facebook. Zij verzamelen gigantische hoeveelheden privacygevoelige data over ons, als we hun diensten gebruiken, wat de basis vormt voor hun grote invloed. Om hun macht van deze paar bedrijven terug te dringen en weer controle te krijgen over onze eigen data, zouden we onze privacy niet zo gemakkelijk moeten opgeven. Een klein aantal privacy-bewuste internetgebruikers gebruiken inmiddels al privacybewuste alternatieven voor de belangrijkste internetdiensten: SpiderOak in plaats van Dropbox, DuckDuckGo in plaats van Google, Diaspora in plaats van Facebook. Als meer mensen deze alternatieven zouden gebruiken, betekent dit een significante afname van het verzamelen van privacygevoelige informatie. Het zou ook beteken dat de paar grote bedrijven aan macht verliezen. Dit is natuurlijk maar een topje van de ijsberg. Meer onderzoek moet zich richten op de ontwikkeling van aantrekkelijke, privacy-bewuste alternatieven van de dominante internettoepassingen. Dat gaat verder dan alleen techniek. We moeten ons onderwijs op middelbare scholen en universiteiten zo inrichten dat mensen meer privacy-bewust raken in de digitale samenleving. De Europese Unie vormt - 378 -


de ideale omgeving voor dergelijke initiatieven en moet zich opwerpen als incubator voor meer privacy-bewust internet.

10: NETNEUTRALITEIT Netneutraliteit. Idee: Marjolein Lanzing (promovenda ethiek en technologie Technische Universiteit Eindhoven) Probleem: Onbekende algoritmes bepalen wat we wel of niet te zien krijgen. Oplossing: Maak de algoritmes inzichtelijk voor gebruikers en zorg dat netneutraliteit behouden blijft. Toelichting: Slimme algoritmes bepalen wat we op internet te zien krijgen. Dat kan ongelijkheid in de hand werken. Zo ontdekten onderzoekers dat vrouwen op Google minder advertenties te zien krijgen voor goedbetaalde banen dan mannen. Op basis van onze dataprofielen bepalen algoritmes steeds meer wat we zien. Krijgen we pro-Trump of pro-Hillary campagnes te zien? Een goedkope of dure vliegreis? Dan Brown of Franz Kafka? Zo worden onze keuzes, ons gedrag en daarmee onze toekomst steeds preciezer en effectiever beĂŻnvloed, of zelfs gemanipuleerd door black boxes. De wiskundige modellen die over steeds meer aspecten van ons leven beslissingen nemen, bevatten soms foutieve aannames of vooroordelen die tot de verkeerde conclusies leiden. Op individuele schaal kan dit betekenen dat je als

- 379 -


gebruiker bepaalde (alternatieve) opties niet te zien krijgt die wel had moeten of willen zien. Op big data schaal heeft dat verstrekkende gevolgen voor bepaalde (bevolkings)groepen. Zij zullen meer moeten betalen voor hetzelfde product, of worden uitgesloten van zorgverzekeringen, leningen, huurcontracten, sollicitaties en/of onderwijs. Namen die geassocieerd worden met minderheden blijken door Google substantieel vaker 'automatisch' in verband te worden gebracht met criminaliteit. Zodra een algoritme een analyse vindt tussen bepaalde IP adressen, internetgedrag en criminaliteit of armoede, heeft dit consequenties voor gebruikers. Ineens zou het lastiger kunnen worden om een lening aan te vragen omdat het niet waarschijnlijk is, op basis van je 'high risk' of 'low value' IP adres en andere jou onbekende factoren, dat je de lening kunt terugbetalen. De vraag is of je ooit achter de reden komt. Dit ondermijnt gelijkwaardige behandeling en onze vrijheid. We zouden de output van algoritmes beter moeten bestuderen om erachter te komen hoe data precies verwerkt wordt en waarop de online gepersonaliseerde keuze-architecturen die ze genereren precies op gebaseerd wordt. Op basis daarvan moeten we regelgeving voor algoritmes ontwikkelen die gebruikers moeten beschermen tegen oneerlijke ongelijke behandeling. Tot slot moeten deze bevindingen worden gedeeld met gebruikers ('Waarom krijg je dit te zien?'). Daarnaast moeten we de netneutraliteit tot het uiterste verdedigen. Die staat niet alleen onder druk in de Verenig- 380 -


de Staten sinds de verkiezing van Donald Trump, maar ook in Nederland. Internetproviders zouden niet mogen kunnen beslissen wat gebruikers zien op het internet door sommige diensten voorrang te verlenen of positief te discrimineren door ze bijvoorbeeld gratis aan te bieden. Al het internetverkeer moet gelijkwaardig behandeld worden. Elke dienst moet onder dezelfde voorwaarden bereikbaar zijn zodat gebruikers vrij zijn een eigen (en voor zover mogelijk) afgewogen keuze kunnen maken.

11: INFRASTRUCTUREN Alternatieve data-infrastructuren. Idee: Lonneke van der Velden (postdoctoraal onderzoekster data-activisme en bestuurslid Bits of Freedom Universiteit van Amsterdam) Probleem: De droom van een open, gedeeld internet wordt gekaapt door een paar bedrijven. Oplossing: We hebben alternatieve data-infrastructuren nodig en meer digitale weerbaarheid. Toelichting: Het internet is nooit echt van iedereen geweest. Ook toen de democratische belofte van het internet hoogtij vierde, had slechts een select gezelschap een internetverbinding. Wel was er sprake van een streven naar een open, gedeeld internet. Als we daar niet op mondiale schaal naar gaan handelen, wordt deze droom gekaapt door bedrijven als Facebook. Oprichter Mark Zuckerberg ziet het hebben van een internetverbinding als een mensenrecht, en wil het internet 'gaan brengen' naar grote delen van Afrika, AziĂŤ en Latijns Amerika, via Facebook welteverstaan. De mensenrechtenagenda van Facebook is dus - 381 -


gebaseerd op een gesloten Facebook. Wij moeten die van een publieke infrastructuur voorstaan, en waar nodig lokale 'community-owned networks' stimuleren. Op een meer technisch niveau kunnen maatschappelijke organisaties en iedereen die wil deelnemen aan discussies over 'internet governance': het beheer van internet, bijvoorbeeld via ICANN, de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers, of de IETF, de Internet Engineering Task Force. Daar wordt onder andere gestreden voor een plek voor mensenrechten binnen het ontwerp en de implementatie van internetprotocollen. Zie de film 'Net of Rights' (https://hrpc.io/net-of-rights/). Ook in het dagelijkse leven valt veel te doen. Hieronder volgen een aantal strategieĂŤn voor een gemeenschappelijk internet, zonder bedrijven als poortwachter, en met een kleinere afluisterkans door overheden. Allereerst kunnen we zelf overstappen naar alternatieve sociale netwerken: al jaren werken ontwikkelaars aan alternatieven voor huidige 'sociale media'. Het project 'Unlike Us' (http://unlikeus.org), dat deze projecten met elkaar wil verbinden, biedt een overzicht. Hetzelfde geldt voor nieuwe vormen van data-economie: 'platform co-ops' zijn momenteel in zwang. Dit is de bekende coĂśperatievorm via digitale weg en dient als tegenmacht voor de Ubers en de Airbnb's door gebruikers en werknemers zelf controle te geven over het bedrijf en het platform. Daarnaast kunnen we onze digitale weerbaarheid vergroten door anoniem te browsen (gebruik Tor), versleuteld te - 382 -


mailen (PgP), veilig te chatten (Signal) en privacy-plugins te installeren. Zo kan men een deel van de surveillance ontwijken. Hierdoor leren we het internet ook beter kennen. Wie zich nog meer wil verdiepen kan een 'privacy cafĂŠ' bezoeken, dat in verscheidene bibliotheken wordt georganiseerd. Softwareontwikkelaars zouden gebruik moeten gaan maken van vrije software, waarbij de broncode voor iedereen beschikbaar en controleerbaar is. Tot slot kunnen we organisaties steunen die digitale vrijheden proberen te waarborgen zoals Bits of Freedom, APC (Association for Progressive Communications) of Derechos Digitales.

12: ALGORITME Bevrijd ons van de algoritmedictatuur. Idee: Patricia de Vries (promovenda aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en onderzoeker bij het Instituut voor Netwerkcultuur aan de Hogeschool van Amsterdam) Probleem: Het is een mythe dat menselijk gedrag in cijfers en formules is te vatten. Oplossing: Hou op met onzinnige data-verzameling die ons reduceert tot standaard-mensen. Toelichting: De begintijd van het internet wordt vaak beschreven als een soort utopia, zonder hiĂŤrarchische verhoudingen waar je uiting kon geven aan je verlangens en behoeftes zonder de dat overheid meekeek. Als die utopie al heeft bestaan, dan bestond die vooral voor een handjevol geeks uit Silicon Valley die meestal voor de grote cor- 383 -


poraties werkten. Al in 1996 werden Koerden in Turkije opgepakt vanwege uitspraken die ze op hun blog deden. Je kunt je beter afvragen: wat maakt dat het internet nu niet van ons is? Ik denk dat het te maken heeft met de enorme toename van met regelmaat alarmerende berichtgeving over algoritmes en hoe die bepalen welke nieuwsberichten, filmpjes en advertenties we te zien krijgen. De zorgen over de toekomst van het internet worden deels gevoed door de mythe dat menselijk gedrag voorspelbaar en berekenbaar is, tot een algoritme te reduceren is. Maar eigenlijk klopt dat alleen maar in sferen met heldere en strakke parameters, zoals in een online boekwinkel. Als jij drie boeken van een bepaalde schrijver koopt, valt te voorspellen dat je ook interesse hebt in zijn vierde boek. Het idee dat je met tracking van gedrag uit het verleden toekomstig gedrag kunt voorspellen en eventueel beĂŻnvloeden werd populair in de jaren vijftig, maar het blijft een onbewezen aanname. Let maar eens op het aantal onzinnige en irrelevante "gepersonaliseerde" advertenties die je ziet verschijnen in je social media feed. Tweet je dat je Justin Bieber helemaal niets vindt, dan krijg je vervolgens allerlei merchandise van de jongen aangeboden. Toch houden internetbedrijven er massaal aan vast, hoewel de wetenschappelijk rechtvaardiging ontbreekt. In feite is het internet in de greep van de hindsight bias: het heden wordt in retrospectief verklaard op basis van patronen uit het verleden. Maar de causaliteit daarvan is zeer omstreden. Als overheden op basis van die patronen beslissingen gaat nemen, kun je wachten op flaters. Lenin- 384 -


gen, uitkeringen, contracten, sociale voorzieningen, sollicitatieprocedures worden in groeiende mate geautomatiseerd. Automatisering werk met standaarden. Maar hoe vaak ontmoet je een standaard mens? We moeten af van de veronderstelling dat je mensen kan reduceren tot formules. Als het collectieve vertrouwen in cijfers en data verdwijnt, dan verdwijnt mogelijk ook de markt voor bedrijven die met die data voorspellingen doen. Dan valt het verdienmodel van internetbedrijven weg. Wellicht voelt het internet voor sommige mensen dan weer 'van hun' wanneer hun data niet meer constant verzameld en geanalyseerd worden.

13: GRONDRECHTEN Zet grondrechten in tegen dataroof. Idee: Jan Smits (hoogleraar recht en techniek Technische Universiteit Eindhoven) Probleem: Mensen geven bedrijven achteloos toestemming om hun data te roven. Oplossing: Mensen zelf 1000 pagina's met voorwaarden laten ondertekenen bij het installeren van software moet verboden worden. Die contracten moeten gewoon goed geregeld zijn tussen overheid en consumentenorganisaties. Toelichting: De discussies over internet gaan te vaak over het begrip privacy. Dat maakt het debat onnodig verwarrend en rete-ingewikkeld. We moeten ons meer richten op het begrip 'consent' of toestemming. Mensen hebben geen idee welke persoonlijke gegevens ze allemaal wegge- 385 -


ven als ze ongezien op 'Akkoord' klikken. Zelfs mijn studenten, die de opleiding Information Security in Society (ISIS) volgen, schrikken als ze zien hoe bedrijven deze toestemming gebruiken. Het is eigenlijk gewoon dataroof. Deze dataroof is problematisch voor vier grondrechten: (1) de onaantastbaarheid van het huis, (2) het briefgeheim, (3) de onaantastbaarheid van het lichaam en (4) de vrijheid van meningsuiting. Ik zal dit uitleggen. De onaantastbaarheid van het huis Als ik vroeger data opsloeg bewaarde ik het in huis op een harddisk of floppy. Als de politie die data van me wilde, moest ze eerst bij de rechter om toestemming aankloppen. Nu wordt alles gewoon in de cloud geflikkerd. De opsporingsautoriteiten mogen dan gewoon naar je spullen kijken, ze hoeven je helemaal niets te vragen, ze kunnen ook stiekem camera's/microfoons in mobiel/tv, activeren. We weten zelf niet eens waar die data zich fysiek bevinden, waar de servers staan, dus ook niet welk rechtssysteem van toepassing is. Zelfs onze thermostaten en brandmelders zetten data in de cloud. De onaantastbaarheid van het huis geldt daarom eigenlijk niet meer. Het briefgeheim Het briefgeheim gaat niet alleen over de inhoud van correspondentie. Het betekent ook dat een postbedrijf niet mag vertellen waar het een brief ophaalde, en waar het de brief bezorgde. In Nederland is dit gedeelte van het briefgeheim in 1983 uit de grondwet gehaald en in 1995 is toegestaan dat de verkeersgegevens op het internet anoniem mogen worden opgeslagen. Dit is een grote fout geweest: - 386 -


bedrijven en overheidsdiensten zijn helemaal niet geĂŻnteresseerd in de inhoud van correspondentie maar willen jouw netwerken via je verkeer in kaart brengen (wie stuurt aan wie een e-mail). Die mogelijkheid hebben we ze gegeven. De onaantastbaarheid van het lichaam Helemaal prangend is dat internettoepassingen de onaantastbaarheid van het lichaam kunnen schenden. Medische data zijn beschermd, maar alleen in zoverre ze voor medische doeleinden worden verzameld. Daarbuiten zijn ze vrij. Mensen die medische apps gebruiken weten vaak niet dat ze toestemming geven hun medische data buiten het medische domein te delen. We hebben potjandikkie meer dan 1000 jaar voor onaantastbaarheid van het lichaam gestreden en krijgen we straks verzekeraars die zeggen: ik verzeker je niet want je beweegt te weinig en eet alleen hamburgers. De vrijheid van meningsuiting Bedrijven scannen onze e-mails om te zien welke berichten we interessant vinden. Ze indexeren ons internetgebruik. Zo komen we steeds meer in de bekende filterbubbel te zitten. We moeten daar uitbreken. Om met de politiek filosofe Hannah Arendt te spreken: we moeten naar het plein om tegengesproken te worden en niet achter de voordeur blijven zitten. We moeten onze grondrechten opnieuw bevechten. Zo zouden consumentenorganisaties en overheden standaardcontracten kunnen maken, waarin onze grondrechten worden beschermd. Deze standaardcontracten zouden - 387 -


dan in plaats moeten komen van de gebruikersvoorwaarden van e-mailaanbieders, apps en sociale media, die de meeste mensen op dit moment helemaal niet lezen en ongezien accorderen. Daarnaast moet er een fonds komen voor burgers wiens belangen ernstig geschaad zijn door inbreuken van leveranciers (internet serviceproviders, Google, Facebook of anderen). Dat kan ook helpen duidelijk te maken dat elk individu een rol heeft en dat het niet alleen een overheidskwestie is.

14: IMPULSIVITEIT Beteugel online impulsiviteit. Idee: Paul van Lange (hoogleraar sociale psychologie Vrije Universiteit Amsterdam) Probleem: Het internet werpt te weinig drempels op tegen impulsieve beslissingen. Oplossing: Voer verplichte bedenktijd in bij belangrijke aankopen of beslissingen. Toelichting: Vroeger stuurden mensen veel brieven niet, gewoon omdat ze zich bedachten. Die bedenktijd zit in het internet bepaald niet ingebakken. Mensen kunnen met een of twee drukken op de knop belangrijke beslissingen nemen. Denk aan beleggingen, de aankoop van een overbodig apparaat of het versturen van een bericht via sociale media. Het internet verleidt je om snel te handelen. Bovendien is er de kracht van herhaling bij boodschappen waardoor de - 388 -


verleiding op termijn alsmaar sterker wordt. Verdere ingrediënten voor impulsief gedrag: vermoeidheid na werk, alcoholgebruik en niemand die meekijkt over je schouders. Bekend is dat vooral impulsieve mensen, die ongeduldig zijn en snel resultaat willen zien, zichzelf door één-drukop-de-knop-systemen behoorlijk in de problemen kunnen werken. Dit speelt mogelijk nog sterker voor mensen uit arme milieus. De constante stroom aan aanbiedingen voor reizen of auto's waarvoor geld of middelen ontbreken, maar toch gepresenteerd worden als "normaal" én betaalbaar, kunnen de oorzaak zijn van frustratie en grote financiële problemen. Het zou goed zijn als er op het internet veel vaker bedenktijd verplicht werd gesteld. Vanaf bepaalde bedragen voor aankopen zou een dag bedenktijd moeten gelden. Men zou een dag later de aankoop kunnen voltooien, waardoor mensen er sowieso een nachtje over moeten slapen. Bovendien zou die tijd kunnen worden gebruikt om de aankoop af te stemmen met de partner. Dit systeem van "uitgestelde beslissing" zou men ook kunnen toepassen op apps waarmee men een bepaalde mate van privacy opgeeft. Zo'n systeem beknot de vrijheid van de individuele gebruiker en zal daarom als beperkend of misschien zelfs beklemmend worden ervaren. Draagvlak kan worden verkregen door solidariteit van de minder impulsieven. Meer aandacht voor feitelijke informatie over de veelal langdurige schade die impulsaankopen kunnen aanrichten bij individuen en gezinnen zou veel mensen verder over streep - 389 -


kunnen trekken dit systeem te omarmen: niets menselijks is ons vreemd.

15: REGIONALE Regionale centra beschermen landen tegen cyberaanvallen. Idee: Richard Ponzio (director of Global (Madeleie Albright) Commission Stimson Center Washington) Probleem: Cyberaanvallen op overheden in ontwikkelingslanden nemen enorm toe, en zij kunnen zich hier nauwelijks tegen beschermen. Oplossing:Â Een wereldomvattend netwerk van regionale centra die landen helpen zich tegen cybercrime te beschermen. Toelichting: Op dit moment zijn er 45 landen met een cyber-defensie strategie en ongeveer 20 met een aanvalstrategie. Ontwikkelingslanden hebben beide niet. Hun overheden zijn extreem kwetsbaar voor aanvallen en weten niet hoe zich moeten beschermen. Wij hebben vanuit de 'commission on global security, justice and governance' (Hague Institute of Global Justice & Stimson Center) het initiatief ontwikkeld voor het opzetten van een regionaal netwerk van cyber-veiligheids centra. Vanuit die centra zouden landen kunnen worden geholpen om aan 'cyberhygiene' te doen. Dat betekent dat hun overheden worden geholpen om zich te beschermen tegen aanvallen en virussen, maar vooral ook dat er goede campagnes komen die burgers en bedrijven van risico's op de hoogte brengen. We pleiter ervoor dat vanuit die centra , - 390 -


Computer Emergency Response Teams, CERTs, worden ingericht voor elk land. Zij kunnen helpen om 'cyberhygiene' tot norm te maken in elk land. Tenslotte pleiten we voor een 'squad of cyberfighters' dat bestaat uit specialisten van universiteiten en de private sector, die snel kunnen ingrijpen als een land wordt aangevallen. Die teams zouden op regionaal of mondiaal niveau kunnen worden ingezet, naar analogie met de werkwijze van Interpol.

16: CYBERPESTEN Onderzoekers moeten actief cyber-pesten bestrijden. Idee: Jacek Pyzalski (hoogleraar 'cyberbullying', specifiek onder kinderen Uniwersytet im. A. Mickiewicza w Poznaniu) Probleem: Daders van pesten op internet weten vaak niet eens dat ze aan het pesten zijn. Oplossing: Er moet minder tijd besteed worden aan het beschrijven van problemen, wetenschappers moeten actief interveniĂŤren om pesten te bestrijden. Toelichting:Â Een van de belangrijkste problemen van internet is dat het pesten intensiveert. Vroeger waren slachtoffers van pesten, thuis veilig, nu gaat het pesten daar gewoon voor. Omdat daders geen directe relatie hebben met hun slachtoffers, weten ze vaak niet dat ze pesten, ze denken dat ze een grap maken. Uit een onderzoek dat we deden onder 2000 Poolse 15-jarigen, bleek dat bijna 40 % zich kon voorstellen dat bepaald cyber-gedrag schade had

- 391 -


berokkend bij het slachtoffer, zonder dat ze zich daar op dat moment van bewust maken. De psychosociale gevolgen voor slachtoffers zijn groot, dus moeten we dat probleem aanpakken. Het is goed om te bedenken dat er eigenlijk drie vormen van 'cyberpesten' zijn: (1) een persoon scheldt op een groep (bijv. Een racistisch blog), (2) een-op-een (pesten via e-mail of whatsapp) en (3) een groep tegen een persoon (bijv. door een foto te verspreiden). De nadruk op beeldcommunicatie, door de anonieme relatie met het slachtoffer, en het feit dat beelden of uitlatingen het slachtoffer jaren op het internet kunnen blijven achtervolgen, zijn belangrijke verschillen met offline-pesten. Maar er is ook een belangrijke overeenkomst: Na ruim 10 jaar onderzoek kunnen we vaststellen dat de daderprofielen en de slachtofferprofielen niet verschillend zijn. Wie een 'pestkop' is op school, is dat ook online en wie de kans loopt slachtoffer te worden op school, loopt die kans ook op het internet. Mijn oplossing: we hebben nu een aantal jaar gehad waarin we pesten in kaart hebben gebracht. Het is tijd dat de onderzoekers aan de slag te gaan met oplossingen. Die oplossingen zijn er ten dele en worden vaak alleen ingezet als het als mis is gegaan. De brandweer rukt uit na een brand, maar we moeten zelf aan preventie doen. Veel docenten weten nog nauwelijks hoe ze online moeten communiceren, er moeten veel meer praktisch interventies komen om klassen met de effecten van cyberpesten te con- 392 -


fronteren. Wij doen soms re-enactments, en maken praktische toolkits zodat slachtoffers al weten wat ze moeten doen voor ze met cyberpesten worden geconfronteerd. We moeten daarnaast ook providers en forumbeheerders actief aanspreken op hun verantwoordelijkheid, zeker waar het minderjarigen betreft. Als onderzoekers, is het (ook) onze taak om die rol op ons te nemen.

17: VERSLAVING Beperk gepersonaliseerde content om verslaving tegen te gaan. Idee: Tim Schoenmakers (onderzoeker verslavingen en leefwijzen. NIVEL) Probleem: Het aanpassen van content aan individuele gebruikers leidt tot een afhankelijkheid van beperkte content. Oplossing: Het aanpassen van de content aan individuele gebruikers tot het minimum beperken bijvoorbeeld door privacyregels omtrent het bewaren van persoonlijke informatie en internetgedrag aan te scherpen. Mensen hierover goed te informeren en binnen alle browsers of applicaties gebruikers actief aanbieden de aanpassingsmogelijkheid uit te schakelen. Toelichting:Â Het internet kan mensen als geen ander medium aan zich binden en naar zich toe lokken. Dit gebeurt onder meer door de content aan te passen aan achtergrondkenmerken, klik- en zoekgedrag van individuele gebruikers. Denk bijvoorbeeld aan het aanbod van advertenties dat aan jouw zoekgedrag is aangepast, Google dat zoekresultaten aan jouw profiel aanpast, maar ook aan - 393 -


nieuwsberichten op Facebook die automatisch voor je geselecteerd worden. In eerste instantie klinkt dit goed - de content wordt aangepast aan jouw behoeften. Maar meer en meer wordt er handig gebruikt gemaakt hiervan om die behoeften te sturen door de selectieve cont  aanpassing van de content kan tot een sterkere identificatie leiden met de selectieve content. Hierdoor wordt de aangepaste content nog relevanter voor de gebruiker, en wordt blootstelling aan die content belonender. Het internet creeÍrt verwachtingen dat je er altijd iets van je gading vindt, en deze verwachtingen zullen in veel gevallen tot een hoger gebruik leiden. Je raakt als het ware 'verslaafd' aan een beperkte inhoud. Problemen die hiermee optreden is dat het een beperkt wereldbeeld geeft wat leidt tot sociaal onbegrip. En het kan mensen ongezond lang aan hun telefoon of laptop gekluisterd houden, zodat ze werk, school of hun offline sociale leven verwaarlozen (hierover is veel gepubliceerd, in Nederland met name door het IVO, onder de noemer internetverslaving of problematisch internetgebruik). Dit soort afhankelijkheidsproblematiek is met de opkomst van internet op de mobiele telefoon verder toegenomen, en hangt samen met onder meer depressieve gevoelens en eenzaamheid. Het zou voor de volksgezondheid en een begripvolle samenleving goed zijn als er regels kwamen om het internet minder verslavend te maken en de content minder selectief, door de hoeveelheid gepersonaliseerde content die wordt aangeboden te beperken en hiertoe ook zo min mogelijk gegevens van gebruikers te verzamelen. - 394 -


18: RACISME Algoritmes die racistische taal herkennen. Idee: Jesse Daniels (professor Sociology and Critical Social Psychology City University of New York) Probleem: Witte nationalisten hebben het internet al vroeg ontdekt en weten er gebruik van te maken. Oplossing: Erken dat zoekopdrachten racisme in stand houden en hou neonazistische websites buiten de uitkomsten van zoekopdrachten. Toelichting: Veel mensen zijn zich er niet van bewust dat extreemrechts vroeg het internet ontdekte. David Duke, voorman van de Klu Klux Klan en Don Black van Stormfront behoren tot de eerste gebruikers van internet. David Duke, begin jaren '90: "I believe that the Internet will begin a chain reaction of racial enlightenment that will shake the world by the speed of its intellectual conquest." In zekere zin heeft hij dit goed gezien. Internet speelt een dominante rol in de verspreiding van de 'blanke superioriteitsboodschap (white supremacist) en het verspreiden van racisme. We moeten ook bedenken dat racisme niet van het internet afkomstig is, door zoekopdrachten brengen we ons racisme naar het internet. Berucht is het voorbeeld van Dylan Roof (die negen mensen vermoordde in een Afro-American kerk in 2015). Hij typte de zoekterm 'black on white crime' in google en kreeg diverse 'white supremacist' websites voorgeschoteld.

- 395 -


De tijd werkt in de Verenigde Staten, waar blanke nationalisten de hoogste posities innemen, even niet mee. Maar ik hoop dat er in andere landen meer prioriteit zal worden gegeven aan het wegnemen van het racisme op internet. We moeten daartoe eerst ons eigen racisme (zoals die tot uiting komt in zoekopdrachten) erkennen. Daarnaast moeten we racistische uitlatingen die geweld promoten op internet verbieden. En we zouden zoekmachines zo moeten ontwerpen dat ze racistische teksten kunnen herkennen en neonazistische websites buiten de uitkomsten van zoekopdrachten laten.

19: SOCIAAL Sociaal internet. Idee: Inger Kuin (post-doc onderzoeker geschiedenis voor Anchoring Innovation Rijksuniversiteit Groningen) Probleem: Toenemend internetgebruik leidt tot sociale isolatie. Oplossing: Veranker internettoepassingen in sociale interactie. Toelichting: Online social media kunnen eenzaam en onzeker maken en hebben een polariserend effect omdat mensen zich alleen bewegen in hun eigen 'bubble'. Anderzijds vallen digibeten helemaal buiten de boot omdat ze de weg niet weten online. We trekken ons terug in ons eigen internet op broekzakformaat en sociale interactie wordt eng en moeilijk.

- 396 -


ÉÊn van de belangrijkste technologische innovaties in de klassieke oudheid was de uitvinding van het Griekse alfabet, dat ergens in de 8e eeuw voor Christus tot stand kwam onder invloed van semitisch schrift. Als gevolg van deze uitvinding werd de verhalencyclus over Odysseus en de strijd om Troje die tot dan toe alleen mondeling was overgeleverd opgeschreven. Maar het nieuwe fenomeen van geschreven literatuur bleef nauw verbonden met de sociale vertelcultuur: de epen van Homerus, maar ook werk van andere dichters en van latere prozaschrijvers werd meestal voorgedragen, al dan niet uit het hoofd. Lezen was over het algemeen een sociale aangelegenheid. Mensen die geen toegang hadden tot de technologie van het schrift waren gedurende de gehele klassieke oudheid ruim in de meerderheid. Door de verankering van de geschreven literatuur in de bestaande, sociale vertelcultuur deelden zij toch mee in de culturele en intellectuele bloei die deze technologie tot stand bracht. Laten wij, nu, ook meer creatieve manieren bedenken om ons internetgebruik in sociale interactie in te passen. Houd meer YouTube-avonden in de kroeg, en misschien ook eens in het bejaardenhuis. Als je bij je oma op bezoek gaat neem haar mee op reis via Google Earth, in plaats van steeds snel je Facebook te checken. Of duik samen nostalgisch de online krantenarchieven in. Met een beetje fantasie kan het internet socialer worden, voor digi-verslaafden en voor digibeten.

20: CONSUMENT - 397 -


Stop met denken als consument, kom in verzet als burger. Idee: Linda Duits (sociaalwetenschapper gespecialiseerd in populaire cultuur. Universiteit Utrecht) Probleem: Burgers denken dat ze niets tegen techgiganten kunnen ondernemen. Oplossing: Burgers moeten zich veel radicaler tegen de macht van techgiganten opstellen. Toelichting: Hoewel het internet is opgezet als een gedecentraliseerd netwerk waar niemand de baas is, is de hedendaagse online werkelijkheid er een van grote bedrijven die supranationaal opereren. Zij lijken wetteloos te werk te gaan: Google en Apple betalen bijvoorbeeld nauwelijks belasting. Tegelijkertijd zijn ze manipulerend en voorschrijvend. Zo lukte Facebook zonder slag of stoot wat conservatieve politici decennialang niet voor elkaar kregen: de Amerikaanse Playboy stopte met naakt omdat ze voor hun bereik afhankelijk zijn van het sociale netwerk dat een hekel heeft aan bloot. De oppermacht van de techgiganten leidt tot neoliberaal defaitisme, gedwee ondergaan we ons lot. We accepteren de voorwaarden, geven onze data gratis af en laten ons inpakken door ontransparante algoritmen. Het is nu eenmaal zo, en wat kan je doen als individuele consument? We gaan de strijd tegen kolossen als Facebook niet winnen door Signal te gebruiken in plaats van Whatsapp (al helpt het wel). We moeten ophouden alleen te denken als consumenten. We moeten onszelf als burgers zien.

- 398 -


De controle over het internet is in de eerste plaats een politieke kwestie en dat betekent dat we niet politiek passief kunnen blijven. We moeten schuldigen aanwijzen en ze ter verantwoording roepen. Overheden staan niet machteloos ten aanzien van bedrijven, hoe groot die ook zijn. Maar overheden komen pas in actie als hun burgers hen daartoe dwingen. Dat betekent dat we druk op de politiek moeten opvoeren. Doneer aan Bits of Freedom, stem op de Piratenpartij en ga de straat op. Verzet, blokkeer, pik het niet meer. Een beter, rechtvaardiger, vrijer internet is mogelijk.

21: BURGERS Burgers moeten met elkaar delen welke informatie er van hen wordt gebruikt. Idee: RenĂŠ Mahieu (promovendus governance and economics of privacy) and Hadi Asghari (universitair docent governance and economics of privacy) Technische Universiteit Delft) Probleem: Bedrijven en overheden beheren op ondoorzichtige wijze steeds meer persoonlijke data. Oplossing: Burgers moeten samen gebruik maken van het recht om hun gegevens in te zien en hun bevindingen delen. Toelichting: Big data wordt gezien als het nieuwe olie en er wordt steeds meer persoonlijke data verzameld en gebruikt. Die persoonlijke data is van burgers en gaat over burgers maar is in handen van bedrijven en overheden. Dataoverdracht gaat vaak digitaal en ongemerkt. Als je bijvoorbeeld met je mobiele telefoon belt weet je telefoonpro- 399 -


vider waar je bent, met wie je belt en hoe lang. En op basis van de posts waar je op klikt, schat Facebook in welke politieke overtuiging je hebt. Doordat de gegevensverzameling digitaal en ongemerkt gaat en de verwerking buiten het zicht van de burger plaats vindt weet niemand wie welke data heeft en hoe daar mee om wordt gegaan. Als burgers kunnen hier wat aan doen! We hebben namelijk recht op inzage. Volgens de Nederlandse Wet Bescherming persoonsgegevens en de Europese Algemene Verordening gegevensbescherming heeft elke burger het recht om bij een gegevensverzamelaar een overzicht opvragen van de persoonlijke gegevens die er over je worden verwerkt. Ook dient de gegevensverzamelaar aan te geven waar ze de gegevens voor gebruiken en met wie ze de gegevens delen. Vele burgers hebben dit al gedaan, bijvoorbeeld via de privacy inzage machine van Bits of Freedom. Wij stellen voor om het recht op inzage gezamenlijk te gaan gebruiken en de resultaten met elkaar delen. Op die manier kunnen we inzichtelijk maken waar onze data uithangt en wat er mee gebeurt. De resultaten kunnen worden gebruikt door onderzoekers, media, beleidsmakers en digitale burgerrechtenorganisaties. Zo kan gewerkt worden aan bewustwording en kan een geĂŻnformeerde dialoog op gang komen over welke vormen van data gebruik we wel en niet acceptabel vinden. Met gedeelde kennis krijgen gedeelde macht.

PARTNER STATE - We hebben politieke leiders nodig die de invloed van monopolisten in welke vorm dan ook - durven te beperken. Leiders die inzien dat naast het individu, de markt en de staat nu gemeenschappen van mensen gefaciliteerd moeten worden. Dat netwerken van mensen - die samen data genereren, software ma- 400 -


ken, goederen produceren, services leveren, energie opwekken - het verdienen om erkend te worden en door de overheid gefaciliteerd te worden.
 
 10.3 GLASVEZEL
 
 De Tweede Kamer sprak in 2009 de ambitie uit de aanleg van glasvezelaansluitingen drastisch te willen versnellen, maar de afgelopen jaren daalt het aantal nieuwe aansluitingen, blijkt uit de analyse van het adviesbureau. 
 
 In 2013, op het hoogtepunt, werd landelijk in zes maanden tijd bij een kleine 300.000 huishoudens glasvezel aangelegd. In de afgelopen zes maanden waren dat er nog geen 50.000. In het huidige tempo duurt het nog vijftig jaar voordat alle Nederlandse huishoudens glasvezel zouden hebben.
 
 De provincie en steden buiten de Randstad nemen het voortouw in de aanleg van glasvezel. In Eindhoven heeft 75 procent van de huishoudens en kleine bedrijven toegang tot glasvezel, terwijl in Den Haag 9 procent en Utrecht 21 procent van de huizen is aangesloten op glasvezel. In Rotterdam is een glasvezelaansluiting bijna een zeldzaamheid te noemen. Daar heeft maar drie procent van de huishoudens toegang tot glasvezel, ondanks het besluit van de gemeente in 2004 om binnen tien jaar iedereen te voorzien van snel internet.
 
 
 
 
 
 10.5

NIEUWE SOCIALE ZEKERHEID - SCHEIDEN VAN WERK & INKOMEN

Zoals we hiervoor in 4.1 al aangaven hebben veel mensen moeite zich een beeld te vormen van de invloed van robotisering en kunstmatige intelligentie op de samenleving. Steeds meer gerenommeerde onderzoeksinstituten onderschrijven de grote gevolgen voor de werkgelegenheid, maar scenario voor de toekomst volgen nog niet. Hoe gaan we om met de grote werkloosheid die er aankomt?

- 401 -


BASISINKOMEN200 - Een van de scenario's die we met elkaar moeten doordenken, is het scheiden van werk en inkomen, door middel van een basisinkomen voor iedereen. Dat zou veel van onze toekomstige economische en sociale problemen oplossen. Maar het idee gaat in tegen een aantal diep verankerde 20e eeuwse paradigma’s. Dat ligt niet aan de helderheid van het idee. Het onvoorwaardelijk basisinkomen kun je gemakkelijk uitleggen: Iedereen - en ongeacht inkomen, vermogen of de samenstelling van het huishouden - krijgt maandelijks een bedrag dat voldoende is om sober van te leven, zonder dat daar een verplichting tegenover staat.
 
 Een basisinkomen vervangt de bestaande mallemolen van uitkeringen, toeslagen, heffingskortingen en aftrekposten. Je krijgt een heel nieuw systeem van belastingen en sociale zekerheid. Je kunt er voor kiezen om zo’n nieuw systeem budgettair neutraal in te voeren, maar je zou ook kunnen verdedigen dat het iets mag kosten, omdat er sterke aanwijzingen zijn dat een basisinkomen besparingen oplevert op andere begrotingshoofdstukken: zorg, welzijn en justitie. En zo zijn er meer keuzes te maken. Je kunt er voor kiezen om de financiering helemaal uit de inkomstenbelasting te doen, dat levert een vrij hoog tarief op, maar je kunt er ook voor kiezen om een groter deel van de belastingopbrengst uit omzetbelasting en/of vermogensbelasting en/of belastingen op grondstoffen te halen. Hoe dan ook, betaalbaar is het zeker. € 120 miljard is veel geld, maar ons nationaal inkomen ligt in de buurt van de € 600 miljard.
 
 We hebben het geld; het is puur een verdelingsvraagstuk. En hoe die verdeling uitpakt hangt helemaal af van hoe je het basisinkomen precies inricht en financiert. Dit alles betekent ook: het idee is dan wel eenvoudig, maar de uitwerking allerminst. De eenvoud is bedrieglijk.
 
 De bedrieglijke eenvoud van het idee levert ook valkuilen. De eerste valkuil is de allergische reactie. De eerste paar woorden van de beschrijving van het idee van het basisinkomen, “iedereen krijgt”, zijn voldoende om een groot aantal mensen in de gordijnen te krijgen. “Hoezo krijgen? Werken voor je geld!” roept rechts. En 200

Voor dit gedeelte is gebruik gemaakt van ‘Laten we eens ophouden over basisinkomen’ - Ronald Mulder - medium.com - 2016

- 402 -


links: “Hoezo iedereen? Waarom zouden we de rijken geld geven?” Daarmee zitten de oren vervolgens dicht en is het denken geblokkeerd. Het nog kortere verhaal, “gratis geld voor iedereen”, is wat dat betreft nog erger. Uitleggen helpt niet, net zoals je atheïsten niet in het hiernamaals kunt laten geloven door het beter te beschrijven. Je zult het moeten laten zien. Dat is ook de reden dat ik me inzet om experimenten van de grond te krijgen. De tweede valkuil is die van de duivelse details. De beste manier om het basisinkomen voor de komende tien jaar van de politieke agenda te houden is tegen de voorstanders te zeggen: “Goed idee! Zodra jullie met een uitgewerkt voorstel komen, voeren we het de volgende dag in.” Het idee is zo groot en zo veelomvattend, en de voorstanders zijn zo divers, dat er geen sprake kan zijn van een breed gedragen blauwdruk. Anders gezegd: elke specifieke uitwerking leidt tot zulke grote herverdeeleffecten (groepen die er tientallen procenten op voor- of achteruit gaan) dat dit in het Nederlandse politieke bestel onhaalbaar is.
 
 De valkuilen zijn breed en diep. Dus hoe goed het idee ook is, ik geloof niet dat het ongeschonden de overkant haalt. Ik geloof niet dat er op een dag in Nederland een meerderheid is voor zo’n radicale verandering.
 
 Tegelijk wordt steeds duidelijker dat het huidige sociale en fiscale stelsel kraakt in al zijn voegen. Het is grotendeels opgehangen aan het uitgangspunt dat een groot deel van de bevolking een stabiele baan heeft die voldoende oplevert om een huishouden mee draaiend te houden en ook nog wat aan de belastingdienst af te dragen. De globalisering, de technologische ontwikkelingen en niet te vergeten de demografische trends hebben dat uitgangspunt behoorlijk aangetast; de basis van ons sociale en fiscale stelsel wordt smaller en smaller. Om het betaalbaar te houden wordt er al decennialang geschaafd en gerepareerd en weer geschaafd en gerepareerd.
 
 Het resultaat is een stelsel waarin negentig procent van de huishoudens maandelijks geld krijgt van de overheid in de vorm van een toeslag, uitkering of voorlopige teruggave. Een stelsel waarin twintig procent van de actieve beroepsbevolking, namelijk ongeveer 750.000 zzp’ers en ongeveer evenveel flexwerkers, nauwelijks

- 403 -


bediend worden. Een stelsel waar “aan de onderkant” mensen nauwelijks mogelijkheden meer hebben om hun situatie te verbeteren: gaan samenwonen, een krantenwijk nemen, een slaapkamer aan een student verhuren — als je een uitkering hebt is het óf verboden, óf je kunt het verdiende geld direct weer inleveren. Een stelsel, ten slotte, waarin dwang, repressie en wantrouwen een steeds grotere rol spelen en waarin tegelijk geen enkele garantie is dat iedereen krijgt waar hij recht op heeft (en ook niet meer dan dat).
 
 Dát is uiteindelijk de reden om na te denken over een onvoorwaardelijk basisinkomen. Niet als armoedebestrijding, niet als inkomensherverdeling en niet als werkgelegenheidsmaatregel. Daar zijn efficiëntere maatregelen voor te verzinnen. Ook niet omdat het zo lekker simpel en efficiënt is en het een heleboel ambtenarij scheelt. Dat is allemaal bijvangst. Het basisinkomen is een aantrekkelijk idee als belangrijke bouwsteen van een toekomstbestendig sociaal en fiscaal stelsel, een stelsel met een focus op arbeid (betaald en onbetaald) in plaats van banen.
 
 Er zijn wat mij betreft drie eigenschappen die een onvoorwaardelijk basisinkomen, of een negatieve inkomstenbelasting zo u wilt, bijzonder interessant maken als hoeksteen van een toekomstbestendig sociaal en fiscaal stelsel.
 
 KEUZEVRIJHEID - De eerste eigenschap is dat het mensen keuzevrijheid biedt. Iedereen heeft de mogelijkheid om studieverlof te nemen, of zorgverlof, of een sabbatical, zonder dat hij honger hoeft te lijden. De drempel om voor jezelf te beginnen wordt met een basisinkomen een stuk lager; de (financiële) onzekerheid wordt immers kleiner. Maar ook de onderhandelingspositie van werknemers verbetert hierdoor: met name voor onaangenaam werk zal beter betaald moeten worden. En, heel belangrijk, werk dat nu onbetaald is krijgt met een basisinkomen een impliciete beloning. Kortom, de mogelijkheden om in vrijheid te kiezen om te doen wat je zelf waardevol en belangrijk vindt nemen toe, en dat is vooruitgang.
 
 BASIS VOOR MEER - De tweede is dat het mensen in staat stelt om zelf hun situatie te verbeteren. Een basisinkomen is “voldoende om sober van te leven”; geen vetpot dus. Maar het is onvoorwaardelijk; je mag al je creativiteit en al je andere talen-

- 404 -


ten aanwenden om je inkomen aan te vullen. Bijna iedereen heeft wel enige verdiencapaciteit. In het huidige stelsel kun je, als je in de bijstand zit, je situatie alleen verbeteren door een voltijds baan te vinden. Met een basisinkomen loont het ook om kleine baantjes of losse klussen aan te nemen: werken loont altijd. Daarnaast kun je je situatie verbeteren door samen te gaan wonen, een kamer te verhuren of je oude moeder in huis te nemen. Doordat het basisinkomen individueel is, kosten dit soort beslissingen je niet een deel van je uitkering, toeslag of vrijstelling.
 
 RUIMTE VOOR ZORG - De derde eigenschap van het basisinkomen: het geeft mensen ruimte om zich om elkaar te bekommeren. Het is nu vaak moeilijk om betaald werk te combineren met zorgtaken en vrijwilligerswerk. Dat komt niet alleen door het sociaal en fiscaal stelsel, het komt door de functiescheiding die we overal in de samenleving hebben aangebracht en die door het sociaal en fiscaal stelsel wordt ondersteund. Weet u nog, die participatiesamenleving, dat idee dat burgers wat meer voor elkaar zorgen en minder wegdelegeren naar de overheid? Dat is niet zo’n heel raar idee, en in het licht van de vergrijzing misschien wel onontkoombaar, maar dan moeten er nog heel wat randvoorwaarden worden ingevuld. Een basisinkomen kan daaraan bijdragen.
 
 Dus, we hebben een goed en belangrijk idee, maar het gaat nooit ingevoerd worden. Het is te radicaal. Hieronder doe ik een poging om het minder radicaal te maken door het uit te smeren over kleine stapjes, gedurende een lange periode. Het is een denkrichting, geen uitgewerkt plan, dat heeft niet zo veel zin voor zo’n lange termijn.
 
 Zzp’ers en andere ondernemers die onder de inkomstenbelasting vallen (dus niet vanuit een BV ondernemen), hebben in Nederland recht op een aantal belastingvrijstellingen. De Commissie Van Dijkhuizen, die adviseert over de herziening van het belastingstelsel, heeft berekend dat deze ondernemers over de eerste € 25.000 die ze verdienen geen belasting betalen, en dat dat de schatkist € 1,8 miljard per jaar kost. Het lijkt mij wat ruim, die € 25.000. Laten we voor de zekerheid zeggen dat die belastingvrije voet voor ondernemers € 18.000 is. Het zou € 18 miljard kosten om ook de andere Nederlanders van 18 tot en met 66 jaar oud zo’n be-

- 405 -


lastingvrije voet van € 18.000 per jaar te geven. Waarom zou je dat doen? Omdat € 18.000 per jaar, of € 1.500 per maand, in Nederland een minimum-inkomen is. Het is precies het (bruto) wettelijk minimumloon, en ietsjes meer dan de bijstand voor een kostwinner. Het is onzin om op dit minimumniveau belasting te heffen; wat je binnenhaalt moet je in 99 van de 100 gevallen weer teruggeven als huur- of zorgtoeslag. Die € 18 miljard zou je kunnen financieren door de hypotheekrenteaftrek af te schaffen (circa € 10 miljard), alsmede de huur- en de zorgtoeslag (samen € 7,5 miljard).
 
 De crux is: dit hoef je niet in één keer te doen. Desnoods doe je er 18 jaar over. Elk jaar de belastingvrije voet met € 1.000 verhogen en de kosten daarvan afknabbelen van de toeslagen en aftrekposten, zodat mensen de tijd hebben om hun situatie aan te passen.
 
 Daarmee hebben we dan een flink deel van de rondpompmachine en van de hoge marginale tarieven op en vlak boven het minimumloon aangepakt, maar nog niets gedaan aan de armoedeval en de positie van uitkeringsgerechtigden. Sterker nog, we hebben ze stiekem hun huur- en zorgtoeslag afgepakt. Daarom zou je de belastingvrije voet refundable moeten maken, met andere woorden: een negatieve inkomstenbelasting invoeren. Verdien je minder dan de belastingvrije voet, dan krijg je het verschil maal een bepaald negatief belastingpercentage, zeg 50%, terug van de belastingdienst. Deze tax credit is helemaal onvoorwaardelijk en individueel. Als in de loop der jaren de uitkering via de fiscus toeneemt, kun je de uitkering via de sociale dienst (die wel aan allerlei voorwaarden gebonden blijft) gaan afbouwen. Na verloop van tijd zullen steeds meer uitkeringsgerechtigden die nog enige verdiencapaciteit hebben er dan voor kiezen de sociale dienst vaarwel te zeggen. Misschien blijft de sociale dienst nodig voor een soort van bijzondere bijstand voor wie helemaal geen verdiencapaciteit heeft, misschien ook niet. Dat zien we tegen die tijd wel.
 
 Het onvoorwaardelijk basisinkomen is een goed en belangrijk idee, maar dat is ook precies wat het is: een idee. Een utopie, zo u wilt. Je kunt niet serieus verwachten dat het van de ene dag op de andere ingevoerd gaat worden. Het staat te ver af

- 406 -


van de status quo, het is te radicaal, het is een te grote sprong. Dat verandert niet door erover te discussiëren. Integendeel. Tegenstanders overtuig je er niet mee: zij geloven er gewoon niet in. En voorstanders blijken het op belangrijke details helemaal niet met elkaar eens te zijn. Je moet het laten zien. Met experimenten, met pilots, en door een route in te slaan die ongeveer de goede kant opgaat en die zowel de overheid als de burger voldoende tijd geeft om zich aan te passen aan wat er gebeurt.
 
 PARADIGMA SHIFTS - Voorstellen voor het scheiden van werk en inkomen zijn niet nieuw. En ze komen uit heel verschillende invalshoeken. De conservatieve Amerikaanse president Nixon liet al wetsvoorstellen voor een basisinkomen maken. In deze tijd zijn het ook liberale economen zoals Martin Wolf3, en sociaal democraten zoals Paul Krugman4, die met ideeën voor een basisinkomen komen. En natuurlijk zijn marxisten fan van het idee. Maar voor iedereen betekent basisinkomen iets anders. Voor marxisten is het belangrijk dat we de noodzaak van werk wegnemen, voor liberalen is basisinkomen meer een voorwaarde om tot zelfontplooiing door het juiste werk te komen. 
 
 Het startpunt van de discussies is echter steeds hetzelfde: doordat de productiviteit van mensen - door robotisering, data en kunstmatige intelligentie - enorm toeneemt, ontstaat er steeds meer armoede bij mensen die voor productiviteit niet meer nodig zijn. Er is overeenstemming over het feit dat er nieuw beleid nodig om dat in de juiste banen te leiden. Betekent toename van de productiviteit altijd dat de armoede toeneemt? Hoe komt dat eigenlijk? In onze westerse samenleving produceren bedrijven om winst voor aandeelhouders te genereren. Die winst bestaat uit het verschil tussen de kosten van de productie en de opbrengst daarvan op de markt. Bedrijven proberen die winst te maximaliseren, door zo goedkoop mogelijk te produceren. Dat kan door grondstoffen scherp in te kopen, door werknemers efficiënter te maken, of door ze minder te betalen. Bedrijven die uit zijn op winst maximaliseren zullen dus altijd uit zijn op het inzetten van technologie om de kosten te laten dalen. Het is belangrijk te zien dat bedrijven dus niet altijd uit zijn op de meest productieve

- 407 -


technologie, maar wel altijd op de laagste kosten. Als een sweatshop in Bangladesh minder kost dan een futuristische fabriekshal met robots, dan is de keuze snel gemaakt.
 
 Een praktisch en actueel voorbeeld maakt het belang van dit onderscheid duidelijk. Het is de verwachting dat blockchain-technologie zal leiden tot het veel efficiënter afhandelen van transacties binnen de banken- en verzekeringswereld. De mogelijke kostenbesparingen worden geschat op tientallen procenten. Waar zal deze enorme kostenbesparing toe leiden? Tot prijsdaling voor de consument? Tot arbeidsduurverkorting bij bestaande werknemers? Of tot nog grotere aantallen ontslagen en hogere winsten voor de aandeelhouders? De vraag stellen is haar beantwoorden: waarschijnlijk het laatste. In een kapitalistisch systeem als het onze is er dus vaak spanning tussen productiviteit en armoede. Meer productiviteit leidt niet automatisch tot minder armoede, zoals wel wordt gedacht. Er zijn zelfs mechanismen in de economie die het tegendeel bewerkstelligen.
 
 In de discussie over een basisinkomen zijn die mechanismen van belang. Voortschrijdende technologie leidt niet alleen tot een daling van de werkgelegenheid, het zal ook leiden tot een daling van de marktwaarde van arbeid en tot grotere druk op degenen die nog wel een baan hebben. Bovendien ontstaat er druk op de lonen, omdat bedrijven door technologie worden gedwongen kosten nog meer te laten dalen.
 
 De winst van de onderneming wordt zo in veel gevallen afhankelijk van de armoede van de werknemer. Terwijl velen nog geloven dat de hoogte van een loon nog min of meer samenhang met de individuele prestatie, zien we allang dat het tegengestelde waar is: de hoogte van het loon van een werknemer is afhankelijk van de technologie. De waarde van de arbeid is in feite juridisch en economisch al losgekoppeld van het werk dat wordt gedaan.
 
 Daarmee wordt een verschil van inzicht duidelijk tussen de verschillende aanhangers van een basisinkomen. Sommigen beweren dat technologie en productiviteit ervoor zorgen dat loon geen goede manier meer is om welvaart in de samenleving

- 408 -


te verdelen. Zij denken dat dat het doel van werken en loon is. ‘Loon naar werken’ wordt vaak gezegd, waarmee wordt bedoeld dat een salaris ‘uitdrukt' wat de bijdrage aan de creatie van welvaart is. Dat is natuurlijk maar voor een klein deel het geval. De hoogte van een salaris hangt niet samen met de waarde die wordt gecreëerd, maar met de marktwaarde van die arbeid. En die staat enorm onder druk, zoals we hierboven hebben gezien.
 
 DE ROL VAN DE STAAT - De vraag om een basisinkomen komt daarom meestal bij de staat terecht. De staat zou een zeker evenwicht moeten herstellen, nu de toepassing van technologie binnen bedrijven de werknemer op allerlei manieren onder druk zet. Daarbij nemen de voorstanders van een basisinkomen de economische realiteit meestal als uitgangspunt. De staat bemoeit zich in kapitalistische economieën alleen nog in de marge met de verhouding tussen de markt en werknemers. De staat bemoeit zich niet met de rollen die bedrijven en werknemers spelen. De staat bepaalt wel de rechten en plichten als partijen zich in de bepaalde situatie bevinden - ondernemer, werknemer, zzp’er enzovoorts -, maar bemoeit zich niet met het bestaan en de verdeling van die rollen. Veel voorstanders van een basisinkomen accepteren die opvatting en verwachten derhalve dat de staat corrigerend reageert op de situatie die door de markt wordt gecreëerd, zonder daar wezenlijk verandering in aan te brengen. PRIVE EIGENDOM? - Het zou natuurlijk ook anders kunnen. Through the capitalist state’s maintenance of the principle of private property, it ensures that people must earn money. For most people this means they must work for a company to earn a wage. For most people the wage is the extent of their access to social wealth and they must hence seek it. It is the institution of private property which enforces that unemployed people are excluded from the wealth of society, which is produced with increasing productivity. Without the capitalist state’s guarantee of private property, without coppers, courts and prisons, we would not be having this conversation about the relationship between technology and poverty. 17

Research and development

- 409 -


But the guarantee of private property does not suffice for a modern capitalist economy. It asks for a lot more. For example, technological developments do not come about spontaneously but rely on a little bit of help from the capitalist state.
 
 Firstly, they require research and development which are expensive and have an uncertain outcome. The capitalist state facilitates this research by educating parts of its population to perform it. It educates its population in the relevant sciences, so that companies can find the staff of their research and development departments on the job market. 18 The capitalist state also conducts fundamental research itself in its universities and laboratories, paid for by its grants. It funds scientists engaged in basic research in mathematics, physics, chemistry, biology, labour process organisation, IT and so on whose results can be exploited by any firm for its individual pursuit of profit. 19

Secondly, it is a long way from a scientific discovery to its successful exploitation in the interest of profit. When a technology is not profitable (yet) but deemed beneficial to the national economy, the capitalist state helps it along its way by either organising its roll-out itself (train track networks, roads, telephone networks) or by subsidising the relevant industries (solar energy, nuclear power).

Without these interventions technological development under the rule of capital would have taken a lot slower pace. Demands for a Universal Basic Income react to effects of technological developments, developments that were helped on their way by the capitalist state. The capitalist state, to which the supporters of a Universal Basic Income turn, does not encounter the capitalist mode of production, it maintains and furthers it.

Social security However, for those who seek to deal with poverty, appealing to the capitalist state is not wrong. After all, the capitalist state does maintain the working class. By paying in and out of work benefits the capitalist state recognises that the economy it watches over does not provide for those who produce the profits. Yet, it is not some socialist sentiment which explains the welfare state but harsh ne- 410 -


cessity. Left to its own devices, capital would eat workers and the earth, in a word, it would eat what it needs to exist and thus itself. 20

Capital in its drive for profit permanently makes workers redundant. It finds new ways of producing without some of its workers. Yet, it also sometimes needs more workers, for example, when new labour intensive branches of industry develop. Also, the economy goes through boom and bust, or some branch of industry prospers while another falters. Capital wants to find workers readily available whenever it needs them and to throw them out whenever it does not. Only if unemployed people are not left to starve, they are still available if or whenever their services are requested. What might present itself as reacting to and dealing with the effects of the capitalist economy is in fact a contribution to its maintenance. This creates a bit of a pickle: the capitalist mode of production depends on the compulsion to work. Workers produce the products companies turn into profits. If workers are simply and comfortably provided for without them needing to work for some company, they would have no objective reason to show up to work. On the other hand, when unemployed workers are not provided for, they are not available to capital when needed. They must be maintained but this undermines their need to work for a capitalist company. The result of these opposing interests — maintenance when out of work, but without making workers free from the compulsion to work — is a social security system which maintains poverty below even normal working class poverty levels. In addition, the permanent compulsion by the job centre to be looking for work is meant to make life on the dole so miserable as to not present a real alternative to wage labour, i.e. to producing profits for capitalist companies. These two opposing interests in the maintenance of the working class produces the jungle of rules and regulations governing the various social security schemes. In its rules and regulations the capitalist state recognises that its society produces poverty which undermines the reproduction of the working class. It wants its wor- 411 -


king class to have a place to live (housing benefits), to raise children (child benefits), to seek work (job seekers allowance) and so on. It wants to make sure that (only) these particular results are attained with its benefits. It wants to maintain just the right level of poverty which allows those subjected to it to do what it considers necessary but nothing else. Hence, when social security law becomes more and more complicated, this is a consequence of what social security law aims to achieve, not an expression of a bureaucracy out of control. Proposals of a Universal Basic Income on the basis of curbing unnecessary bureaucracy miss the point of why these bureaucracies exist in the first place: to maintain useful poverty. 21 The poverty and stress under the thumb of the job centre is a consequence of the purpose of social security — maintaining a useful working class. This does not mean there is no range of possibilities of how life on the dole might look like, but hopes of the social state ending poverty mistake it for something which it is not. It maintains it as a service to capital so that it can find the workers it needs even after it has discarded them. Proposals for a Universal Basic Income do not ask what the capitalist state actually does and why. They do not ask what purposes are realised by maintaining the poverty of the working class in this way. These proposals instead posit their own image of how they would prefer the world to be and suggest policies which ought to get us there. 22 When left-wing supporters of a Universal Basic Income see Universal Credit in the Uk or social security changes in Cyprus as a first step towards realising their aims — except, of course, “details” like conditionality, compulsion to work and the amount of money actually paid out — they are ignorant as to why the capitalist state attaches conditionality and compulsion to work to its benefits, and why these benefits are so low.

State revenue A fair amount of writing about a Universal Basic Income is spent on answering the anticipated question “can we afford it”. The answer by supporters of a Universal Basic Income is a resounding “yes” - 412 -


backed by alternative budget plans. This way, demands for a Universal Basic Income present themselves as realistic. 23 So realistic that they find nothing strange about an economy where providing people with what they need is a burden to the economy instead of its aim. The proponents are aware of the state’s worries about the budget and would not propose a reform without suggesting how to finance it: firstly through changes to taxation and secondly through reallocations of parts of the state’s budget. The state collects taxes. It rules by participating in the economic success of its subjects. In the case of the social state this means that the state reacts to the poverty of workers by expropriating part of their wage through taxation and mandatory insurance to pay for hard times. Additionally, the state also demands that employers pay for the continued availability of an able and subservient working class through taxation and mandatory insurance contributions. Any penny expropriated from a firm, though, is a penny which is not profit, which is the declared purpose of every business and the premise of taxation. The contradiction of taxation is that it restricts citizens in their economic activity in order to support the economic activity of its citizens. The availability of poor people as a means for profit is in the interest of capitalist companies. Yet, the money spent on maintaining them is still a deduction from profit. This creates another pickle for the state: it collects taxes because there is much to do for a capitalist state, but it also wants to reduce taxes to allow its national economy to prosper. All supporters of a Universal Basic Income appreciate this. They are sufficiently realistic to know that the provision for poor people in this society is premised on the success of capitalist enterprises in making profits. Their proposed unconditional provision for poor people is made rather conditional. That is, they appreciate that taxation to alleviate poverty should not threaten the endeavour which produces the poverty in the first place. 24 The state vets every expenditure in its budget for its usefulness to the national interest. It asks of every expenditure — benefits, the Nhs , environmental protection, Trident and prisons — if they are - 413 -


really necessary for the national interest. Not only in themselves but also in comparison with each other. Is this or that expenditure more or less useful for the might of the capitalist state and the functioning of its capitalist society? Every expenditure only counts insofar as it is expected to be useful to the national interest, more useful even than other equally appealing expenses also competing for a chunk of the budget. In the case of the social state this means that the needs of poor people have to pass this test. The question is not only whether maintaining the working class is a necessity and if paying benefits is too much of a burden for the budget, but also if paying this or that benefit is more or less useful for the might of the state compared to a bit of the Nhs , higher education grants, more prison staff, a new weapon system and so on. This, too, is appreciated by proposals for a Universal Basic Income. Their unconditional provision for poor people is also made conditional on the national interest and the adequate allocation of funds for it. Their realism is demonstrated by alternative budget proposals which would enable the state to finance a Universal Basic Income without undermining other expenditures deemed necessary for its might. 25

Unity Under the name “Universal Basic Income” contradictory purposes are pursued. The mutually contradictory purposes find expression in different answers to the question of how much it ought to be. This quantitative question expresses qualitatively rather different purposes. For conservative or libertarian proponents, a Universal Basic Income is an interesting policy idea which would trim down the welfare state. If a Universal Basic Income is low enough to merely cover necessities then it would essentially amount to a restructuring of social security which gives up the bureaucracy needed for determining what a claimant needs and/or deserves in the eyes of the capitalist state. That is, it would express that the state — compared to its current welfare regime — had less of an interest in those particular problems facing its poor population that it currently recogni- 414 -


ses. Such a reform, if it truly replaced all other social security programmes, would express a new standpoint of state: here, the Universal Basic Income is a means to maintain poverty which is indifferent to the particular ways in which this poverty undermines the ability of the state’s subjects to function as its means. 26 For social-democratic proponents a Universal Basic Income ought to be enough to make individual life choices about employment while still being low enough to maintain the compulsion to work in general. To them widespread life off wage labour and on a Universal Basic Income is not desirable but it perhaps ought to be enough to allow people to take a while off work without fearing immediate destitution. Their purpose is similar to that of the conservatives, except that they consider as valid opting out of work in order to care for a relative or in order to contribute to society through the voluntary sector. 27 For post-autonomist Marxist supporters a Universal Basic Income promises freedom from work. 28 For them a Universal Basic Income ought to be enough to not have to worry about material needs. Not just enough money to get by, but enough money to deal with everything life throws at you: the washing machine breaks, moving to a different place, raising children, an accident, taking care of someone, needing a new car, Apple releasing a new Macbook with a quantum processor eventually obsoleting your kit, etc. 29 In this leftwing vision of a Universal Basic Income it would be sufficient to never have to work for a capitalist employer again. They want people to be able to opt out of work for a company. Given these radically different purposes, there is no actual unity amongst the proponents of a Universal Basic Income. It hence makes no sense to be in favour of “ the Universal Basis Income”. What is called “Universal Basic Income” means radically different things depending on who proposes it and why. Yet, it is important especially for left-wing supporters of a Universal Basic Income to posit unity. If only a few post-autonomist Marxists demanded a Universal Basic Income the demand would be as “realistic” as a call for a revolution. If, on the other hand, they can - 415 -


point to bourgeois economists like Krugman or Wolf, to a conservative Us president like Nixon even, their project gets a veneer of seriousness and realism. By referring to the ink being spilled on a Universal Basic Income in the Economist and the Ft these radical critics of society can point out how practical their suggestions are. In the name of realism these radical supporters of a Universal Basic Income want to end capitalism while presupposing its continued existence. If people are free from any compulsion to work for a capitalist company, this would destroy the capitalist mode of production. This, after all, relies on the workers to produce the products which are turned into profits. It also relies on the exclusion of workers from these products so that they can become profits. However, at the same time, the same supporters also ask the same capitalist firms to produce the profits to pay for freedom from them in the form of a Universal Basic Income. They want both: the continued existence — for now — of the capitalist mode of production where the reproduction of each and everyone is subjugated to profit and the end of this subjugation by providing everyone with what they need. They want companies to make profits, which relies on and produces the poverty of workers, while at the same time ending mass poverty. They want to maintain the exclusion from social wealth through the institution of private property and end this exclusion by giving everyone enough money. Whilst realism tells these supporters to make the provision of poor people conditional on the success of capitalist firms, it does not make them shy away from these paradoxes. By insisting on unity with their opponents these anti-capitalist supporters aim to demonstrate that they are not ivory-tower, dreamy intellectuals but serious, realistic proponents of policy. However, now they are confronted with a problem: what Krugman, Wolf and Nixon want is not at all what they want. Mainstream supporters of a Universal Basic Income want to maintain the poverty that capitalism produces, the radical left wishes to end it. Hence, in a second step, the posited unity must be denied. 30 Radical writers distance themselves from their mainstream counterparts and urge each - 416 -


other to caution. They insist that their successful opponents want what they want so their project is not just blue sky dreaming, but their successful opponents also do not want what they want, so they have to be careful. They want the same as Richard Nixon, Martin Wolf and Paul Krugman which is why their proposals are serious and they do not want what Nixon, Wolf and Krugman want which is why their proposals are radical. The radical supporters of a Universal Basic Income notice this contradiction. For them, it is the start of a debate on how to “strategically” deal with this situation; how to keep a radical profile while campaigning for this reform. However, by the time they “problematise” that their realistic policy suggestion also finds support from their opponents (but whose support makes it realistic in the first place) it is too late. They have already accepted that this society can be for those subjected to it, when they encounter that it is in fact not: when it gets easier to produce stuff, more poverty is the result. The problem with a demand for a Universal Basic Income is not that it is not going far enough or that it is not radical enough . 31 This criticism presupposes a unity of purpose and accuses this reformist demand of being limited in its seriousness of pursuing it. But if people put forward demand A — a Universal Basis Income — instead of demand B — the end of the capitalist mode of production, say — they have their reasons. To hit its mark a critique must take seriously that the proponents of a Universal Basic Income take the capitalist relation of technology and poverty as a self-evident starting point, that they claim the wage is a reward, that they consider the capitalist state as a neutral arbitrator encountering the capitalist economy as an a priori fact, that they share the state’s worry about its economy and its budget, and that they believe the welfare state to be a means to end poverty. These wide-spread but incorrect judgements lie behind the appeal of demands for a Universal Basic Income and that is why everything is wrong with free money.

- 417 -


Appendix: Giving poor people money means inflation A common criticism levelled against proposals for a Universal Basic Income is that giving poor people money to cover their needs would necessarily lead to inflation. Since all that money in the hands of poor people would produce an increase in effective demand, landlords and supermarkets could ramp up prices in response, leading to overall inflation. Indeed, in a first step the arrival of lots of money in the hands of poor people would likely increase demand for the goods affordable on a Universal Basic Income. In response, merchants, producers of mass consumption commodities and landlords could increase prices. As a result, their profits would rise. This makes these branches of industry more appealing to other capitalists. Producing, say, milk would promise higher profits for the same investment than, say, producing sports cars. 32 Hence, other capitalists would switch industries from, say, luxury production, to producing commodities within reach for those on a Universal Basic Income. As a consequence, supply of those commodities would increase, suppressing prices again. Whether this, in turn, would reduce supply in other branches of industry leading to rising prices there, depends on how a Universal Basic Income would be financed. Assume the funds for paying for a Universal Basic Income came from taxation as proposed by most proponents: the capitalist state takes money away from some citizens and gives part of it to others. In this case, whatever additional effective demand will come from poor people, it was expropriated from others who will now lack it. While effective demand for, say, milk increases, it decreases for, say, sports cars or big machines. In this case, all these proposals of a Universal Basic Income attempt to do is to redistribute wealth. This produces hiccups in the reproduction of the capitalist economy but does not necessarily lead to inflation. It is a different situation, though, if the money for a Universal Basic Income were raised through sovereign debt. If the state takes on debt for such a capitalistically unproductive venture - 418 -


as providing for its population then inflation is not unlikely. This is, however, a question of sovereign debt, its money-like qualities and the unproductive nature of state spending; not a question of a Universal Basic Income. More generally, the fallacy of the “economics 101: supply & demand” argument is that it pretends that supply and demand would determine prices but that prices would not determine supply and demand. It posits supply as a fixed magnitude in a society where production is directed by the pursuit of profit: production goes where the ratio of return to advance is highest. 33 1

2

3

4

“But probably the most significant of these events, and their decade long culmination, occurred in August 1969 when Richard Nixon called for the creation of a Family Assistance Plan only eight months after his election. Nixon’s plan would have guaranteed all families with children a minimum of $500 per adult and $300 per child or, as already noted, an extremely inadequate $1,600 for a two parent family of four. In its efforts to include the working poor, Nixon’s proposed Fap was a form of guaranteed income although, as we have seen, a modified and specific version: it was a negative income tax.” — Lynn Chancer, “Benefiting From Pragmatic Vision, Part I: The Case for Guaranteed Income in Principle” in Post-Work: Wages of Cybernation , ed. Stanley Aronowitz and Jonathan Cutler (Routledge, 1998) ↩ Matt Zwolinski. The Libertarian Case for a Basic Income , 
 http://www.libertarianism.org/columns/libertarian-case-basicincome ↩ Martin Wolf. Enslave the robots and free the poor , 
 http://www.ft.com/cms/s/0/dfe218d6-9038-11e3-a776-00144feab7de.html ↩ Paul Krugman. Sympathy for the Luddites , 
 http://www.nytimes.com/2013/06/14/opinion/krugman-sympathy-for-the-luddites.html ↩

- 419 -


5 6

For example, Kathi Weeks, The Problem with Work , Duke University Press, 2011. ↩ Three examples from three different political tendencies: 
 “Until recently, the conventional wisdom about the effects of technology on workers was, in a way, comforting. Clearly, many workers weren’t sharing fully — or, in many cases, at all — in the benefits of rising productivity; instead, the bulk of the gains were going to a minority of the work force. But this, the story went, was because modern technology was raising the demand for highly educated workers while reducing the demand for less educated workers. And the solution was more education. […] Today, however, a much darker picture of the effects of technology on labor is emerging. In this picture, highly educated workers are as likely as less educated workers to find themselves displaced and devalued, and pushing for more education may create as many problems as it solves.” — Paul Krugman. op. cit. 
 “The argument that a rise in potential productivity would make us permanently worse off is ingenious. More plausible, to me at least, are other possibilities: there could be a large adjustment shock as workers are laid off; the market wages of unskilled people might fall far below a socially acceptable minimum; and, combined with other new technologies, robots might make the distribution of income far more unequal than it is already.” — Martin Wolf. op. cit. 
 “Clearly, the economic environment of the 1990s is one of fast-paced technological changes producing massive insecurities amidst job displacement and job destruction. Whether one draws on documentation provided by The New York Times in depicting The Downsizing of America , or by Stanley Aronowitz and William DiFazio in The Jobless Future , or by William Julius Wilson in his account of neighborhood transformations in When Jobs Disappear , secure full-time jobs have been evaporating. Moreover, for the majority of people who find re-employment among the large numbers of new - 420 -


positions also recently created, benefits and pay are frequently lower than in the jobs held before. Compounding this loss of jobs are also much-heralded processes whereby capital shifts around the globe with greater fluidity than ever before; even in the United States, sociologists have long been noting that types and locations of new jobs are not coinciding with how and where they are most needed.” — Lynn Chancer. op. cit. ↩ 7 In this example, we are assuming that the intensity of labour did not change. ↩ 8 cf. Karl Marx. “Chapter 15: Machinery and Large-Scale Industry” in Capital. A Critique of Political Economy, Volume 1 , Penguin Classics 1990. ↩ 9 If the wage suffices is another question entirely as highlighted by, for example, precarious employment relations such as zero-hour contracts. These “changing employment relations” are sometimes given as another reason for implementing a Universal Basic Income. Some reformers deem the current welfare system unfit to deal with the newly successful demands of employers to have workers available whenever their profits need them, regardless of whether this enables these workers to pay their bills. A Universal Basic Income is then a way to facilitate this demand of capitalist companies against their workers. ↩ 10 For example, Kathi Weeks contrasts economic necessities with social conventions and argues that work in this society was structured by the latter not the former. She hence fails to recognise that these economic necessities themselves are social: “Work is, thus, not just an economic practice. Indeed, that every individual is required to work, that most are expected to work for wages or be supported by someone who does, is a social convention and disciplinary apparatus rather than an economic necessity. That every individual must not only do some work but more often a lifetime of work, that individuals must not only work but become workers, is not ne- 421 -


cessary to the production of social wealth.” — The Problem with Work , p. 7 ↩ 11 “It cannot be overemphasized that a huge benefit of guaranteed income at present involves its explicitly anticipating, rather than denying, tendencies toward job displacement and economic uncertainty that are blatant by-products of a globalizing capitalism at the end of the twentieth century. Without some kind of better insurance in place than unemployment benefits that rapidly run out and are not universally available in any event, huge numbers of people in the United States continue to have reason to worry that layoffs may not quickly result — or result at all — in new jobs that offer adequate benefits and a livable income.” — Lynn Chancer. op. cit. ↩ 12 Companies sometimes pay wages per piece or bonuses to motivate their employees. However, this should not be confused with an objective relation between money made and money spent on wages. For bonuses to make economic sense, they must be lower than any “output” they stimulate. Even if a company offers an employee, say, 8% of the money she brings in somehow connected to her activity, this money first of all is the property of the company which it then can choose to pay as part of the wage to motivate the worker. That 8% is paid because of the company’s calculation that it will be beneficial. There is no objective, direct connection between the performance of the worker and even her bonus, in the sense that the former is the economic reason for the latter. ↩ 13 “I’ve noted before that the nature of rising inequality in America changed around 2000. Until then, it was all about worker versus worker; the distribution of income between labor and capital — between wages and profits, if you like — had been stable for decades. Since then, however, labor’s share of the pie has fallen sharply. As it turns out, this is not a uniquely American phenomenon. A new report from the International Labor Organization points out that the same thing has been - 422 -


happening in many other countries, which is what you’d expect to see if global technological trends were turning against workers.” — Paul Krugman. op. cit. ↩ 14 Kathi Weeks is a radical critic of the wage system and she even criticises the “Wages for Housework” campaign for aiming to expand it to housework. However, she shares the idea that the wage is a mechanism for social distribution which rewards contributions with those she criticises. Her criticism is that these rewards are arbitrary, agreeing with the false notion that the wage is a reward. 
 “… the demand for basic income offers both a critique and a constructive response. As a reform, basic income could help address several key problems of the post-Fordist Us political economy that renders its wage system unable to function adequately as a mechanism of social distribution. These include the increasingly inadequate quantity and quality of waged labor manifest in high levels of unemployment, underemployment, and temporary and contingent employment, as well as the problem noted in chapter I of measuring individual contributions to increasingly collective and immaterial labor processes. The demand for basic income poses a critique but also provides a remedy: reducing our dependence on work.” — The Problem with Work , p. 143 
 “Second, rewarding more forms of work with wages would do more to preserve than to challenge the integrity of the wage system. A possible reply is that by drawing attention to the arbitrariness with which contributions to social production are and are not rewarded with wages, the demand for wages for housework carries the potential to demystify the wage system.” — The Problem with Work , p. 149 ↩ 15 The pressure of productivity gains on wages is observed by the authors of the BasicIncome subreddit Faq at https:// www.reddit.com/r/basicincome/wiki/index when they write: “Capital — equipment and machinery that helps to produce things — is now creating a greater share of output compared - 423 -


to labour — human workers. This allows business owners, who own the capital, to pay workers the same or less while more is produced, so they make more profit for themselves. We are already seeing that output per worker is increasing, while workers’ wages are not.” Equipment and machinery does not produce any “share” of the output whatsoever, the hammer does not produce a “share” of the nail in the wall, it is the means which we use to drive it in. Saying that a certain product is, say, 40% produced by labour and 60% by equipment is like saying bread is 30% dough and 70% taste, i.e. equating two qualitative different things. This fallacy is then used to justify why workers are excluded from the wealth they produced by claiming that capital produced a greater “share”. What allows capital to suppress wages is the increased competition of workers for jobs because they were made redundant by capital not some distributive justice which somehow allocates to each a “share” according to how much they put in. ↩ 16 Because capital tends to “save” labour faster than it develops a new need for workers, competition of companies for workers is far less intense. ↩ 17 We are keeping the discussion of private property rather short here but we have written about private property before. For example, see Private Property, Exclusion and the State available at http://antinational.org/en/private-property-exclusion-and-state , the first part of Free Property — On Social Criticism in the Form of a Software Licence available at https://gegen-kapital-und-nation.org/en/copyleft or the part on freedom in Liberté, Égalité and such matters available at http://antinational.org/en/freedom-and-equality . ↩ 18 When companies develop new technology, they have no interest in sharing this advantage with their competitors. They want to exploit their technological advantage for themselves. On the one hand, the capitalist state appreciates this interest and grants these companies an exclusive right of disposal - 424 -


19

20

21

22

over the application of scientific discovers through its patent law. On the other hand, the capitalist state has an interest in the success of its whole national economy and wants all companies to be able to exploit technological advances. It hence attaches an expiry date to patents. It also organises fundamental research which is available to all competitors as described in the main text. ↩ A lot of basic research is both expensive and not immediately exploitable, i.e. its “time to market” might be counted in decades if there is such an expected time frame at all. Hence, engaging in such kinds of research is not interesting for most individual capitals. ↩ Most environmental regulation is a testament to the nastiness the capitalist state expects from its economy — not without reason. That there needs to be a law that bans dumping toxic waste into the river speaks volumes about the capitalist mode of production. That a lot of environmental regulation specifies a limit value up to which point it is legal to expose your surroundings to poisonous substances speaks volumes about the state which watches over it. ↩ “A lot of government workers are required to ensure that welfare recipients are not claiming their benefits fraudulently, and to administer the complicated system of welfare payments and tax credits. […] A basic income would hugely simplify the welfare system by replacing most of these bureaucracies, which would reduce its administrative cost significantly.” — BasicIncome subreddit Faq , op. cit. ↩ “If the picture I’ve drawn is at all right, the only way we could have anything resembling a middle-class society — a society in which ordinary citizens have a reasonable assurance of maintaining a decent life as long as they work hard and play by the rules — would be by having a strong social safety net, one that guarantees not just health care but a minimum income, too.” — Paul Krugman. op. cit. ↩

- 425 -


23 “But if people are to take the idea of guaranteed income seriously, we must also return to pragmatic questions of cost. Let us assume that the intentionally multi-dimensional argument I have been making in favor of guaranteed income has been to some extent persuasive. Still, a question that will need to be addressed relates to funding. From where would money come to fund such a proposal?” — Lynn Chancer. op. cit. ↩ 24 “The cost of this would be recovered through a more progressive income tax system. We recognise that with the public finances in their present state this is not the time to introduce such a scheme.” — Green Party General Election Manifesto 2010, http://www.greenparty.org.uk/assets/files/resources/Manifesto_web_file.pdf ↩ 25 Here is an example from before the “War on Terror” proposing a transition to a “post-capitalist” future while maintaining American military supremacy: “For instance, one source of possible funding exists in the form of reductions in military spending. Some analysts estimate that close to 50% of the current military budget of $265 billion could be reduced since much of that budget was predicated upon Cold War assumptions rendered obsolete upon the demise of the Soviet Union. If so, then the military budget alone could provide a large proportion of the funding needed to start a basic income maintenance program. But even if we assume that the 50% military budget cut is too extreme, a still significant portion seems now unnecessary and to be inflated (military expenditures were 50% of the fiscal 1998 discretionary budget in the United States). According to the Cato Institute Handbook, the military budget could be sensibly reduced from $243 to $154 billion, a savings of $89 billion which might become part of the funding needed to start a basic income maintenance program. The Center for Defense Information publishes The Defense Monitor, which noted in its April/May 1996 issue that ‘The United States can safely and sensibly reduce its annual - 426 -


budget to about $200 billion and continue to maintain the strongest military forces in the world.’” — Lynn Chancer. op. cit. ↩ 26 This standpoint is not completely alien to the British State. The benefit cap — no household can receive more than £500 per week — expresses the same standpoint: this sum must suffice. It must suffice even if the state itself declares it does not: the benefit cap prevents the payment of a sum of money larger than £500 which is calculated by applying the state’s own standard of what money is necessary and what is not. The part of the population which is subject to the benefit cap is not what the state is interested in maintaining at the previous standard any more. ↩ 27 The Green Party considers £72 per week (+ housing benefits) sufficient to cover basic needs and describes the goals of its Citizen’s Income proposal as: “The Citizens’ Income will eliminate the unemployment and poverty traps, as well as acting as a safety net to enable people to choose their own types and patterns of work (…). The Citizens’ Income scheme will thus enable the welfare state to develop towards a welfare community, engaging people in personally satisfying and socially useful work.” — The Green Party Policy Site, Economy , http://policy.greenparty.org.uk/ec.html#EC730 ↩ 28 On the one hand, Kathi Weeks wants a Universal Basic Income to allow people to refuse work. On the other hand, she presumes that most people would still want to work, implying that she really means “basic”, i.e. poverty, when she speaks of a Universal Basic Income as “substantial rupture with the current terms of the work society”: “To be relevant to the politics of work refusal, as was the demand for wages for housework, the income provided should be large enough to ensure that waged work would be less a necessity than a choice (see McKay 2001, 99). An income sufficient to meet basic needs would make it possible either to refuse waged work entirely, or, for the majority who would probably want the - 427 -


supplementary wage, to provide a better position from which to negotiate more favorable terms of employment. If the income were merely a small addition to wages, it would risk supporting precarious employment and rationalizing the present wage system. At a level adequate to live on as a basic livable income it would represent a more substantial rupture with the current terms of the work society.” — The Problem with Work , p. 138 ↩ 29 We are spelling out this more or less silly list to highlight what it would mean to be truly free from material worries in a society where all material wealth is in private hands. It is not true, as claimed by some left-wing supporters of a Universal Basic Income, that the median wage would achieve this goal. It is not like people on a median wage have no serious material worries. The currently enforced level of median poverty is a poor standard for freedom from material worries. ↩ 30 “The very fact that Milton Friedman and Erich Fromm shared a common belief in guaranteed income — while on most other political, social and intellectual issues they would certainly have been prone to disagree — should also be taken as a cautionary reason for pause. For, as I also wish at last to emphasize, guaranteed income is not a panacea for all social problems facing Americans into the 21st century. Should the idea be viewed narrowly and in isolation, the proposal can be perversely privatizing: it would end up according with, rather than challenge, the strongly individualistic propensities which have tended far too characteristically to abandon people to their own devices.” — Lynn Chancer. op. cit. ↩ 31 Most of the time proposals for a Universal Basic Income are confronted with the opposite charge to which the authors of the BasicIncome subreddit Faq respond correctly: “Isn’t this communism? Definitely not. Have another look at the list of supporters, for one thing — I doubt Milton Friedman and F. A. Hayek would support something that could be accurate- 428 -


ly described as communism! Let’s look more closely at the definition of communism from Wikipedia. This states that ‘Communism’ (from Latin communis — common, universal) is a revolutionary socialist movement to create a classless, moneyless and stateless social order structured upon common ownership of the means of production’. Basic income is not revolutionary (in that it doesn’t need a revolution to happen), does not require the eradication of classes, does not require the eradication of the state, and doesn’t require common ownership of the means of production. It is in no way communist.” — BasicIncome subreddit Faq , op. cit. ↩ 32 There are some things of which production cannot be easily increased such as real estate in inner London. If more people have the means and the interest to rent a particular kind of property there prices for those kinds of properties would go up. This could simply mean a shift in what kind of housing is offered in inner London, e.g. maybe some four room apartments would be split into one room apartments since those would now be within reach of Universal Basic Income recipients. That is, here too supply is not simply “fixed”. On how land prices are formed see Gentrification — the Economy of the Land and the Role of Politics available at http://antinational.org/en/gentrification-economy-land-and-role-politics . ↩ 33 If prices determine supply and demand and supply and demand determine prices we arrived at a circular explanation of price, i.e. not an explanation. Indeed, to explain what determines prices a first question would be what a price actually expresses. What is this quality of a commodity that is expressed in the price of it. What does it mean to say a commodity is “worth” this or that much. This question is the starting point of Karl Marx’s Capital which we would recommend to anyone. ↩
 
 
 
 - 429 -


DIGITALE ID & DATA WALLETS - Hebt u wel’s uw email adres ingevuld om een gratis i-pad te winnen? Of een app gedownload waarmee uw smartphone een zaklantaarn werd? Of een andere handige gratis app gedownload? De kans is groot dat u daarmee toestemming hebt gegeven om een vreemde partij op uw smartphone of desktop alle data te verzamelen die maar kunnen worden verzameld. Van de sites die u bezoekt, tot wat u op google opzoekt, tot uw email adressen, en tot de content die u zelf met uw camera produceert en deelt. Het stond in de voorwaarden. Die u niet hebt gelezen, voordat u ‘akkoord’ aan vinkte. 
 We gaan makkelijker met data om dan met ons geld. Op geld zijn we meestal zuinig, maar persoonlijke data - de informatie over onze locatie, ons belgedrag, ons internetgebruik , onze voorkeuren enzovoorts - laten we achteloos overal achter. We strooien ermee en we stellen data gratis en gedachteloos ter beschikking aan anderen. Dat zouden we met geld nooit doen, maar met onze data vinden we het geen probleem. We leven in een wereld waarin data eigendom van degene die ze verzameld. Dus ook al hebben wij zelf de data gecreëerd door ons gedrag op onze telefoon, in de supermarket, op de weg, of waar dan ook, ze zijn van degene die ze op sneaky wijze - via onleesbare voorwaarden - bij ons wegkaapt. 
 
 Het gaat er in de komende jaren niet meer alleen om burgers te beschermen tegen het gebruik van die data door anderen - de privacybescherming -, het gaat er ook om burgers veel meer mogelijkheden te geven om hun eigen datastroom individueel of samen met anderen goed te gebruiken. Daarvoor ontstaan de komende tijd datawallets - georganiseerd door de overheid, of door netwerken van mensen die het heft in eigen hand nemen - die privacy garanderen, data bescher-

- 430 -


men en tegelijk het gebruik ervan mogelijk maken.
 
 
 BEREID EEN VORM VAN BASISINKOMEN VOOR
 
 XXX - invoegen/discussie/ hoe dan/ experimenten etc
 
 
 
 
 
 EEN NEW FRAME VOOR WERK - Een basisinkomen zal wellicht nog even op zich laten wachten. Wat kunnen we in de tussentijd doen? Afgezien van de uitdagingen die er zijn door de vervanging van werk door robots en kunstmatige intelligentie verandert ook ‘werk’ zelf. De laatste jaren zijn er voortdurend discussies over flexibilisering van werk en over zzp’ers, Er is grote behoefte aan die flexibiliteit; zowel bij werkgevers, als bij werknemers en zelfstandigen. 
 
 Die behoefte aan flexibiliteit zou - in samenhang met het versterken van de positie van de flexwerker - niet moeten worden genegeerd, maar juist worden gefaciliteerd. Hoe zouden we dat moeten doen?
 
 Het begint bij de erkenning dat het concept ‘werk’ enorm aan het veranderen is. Economisch, organisatorisch, sociaal en technologisch. Werk van mensen kan allang niet meer worden gedefinieerd in verschillen tussen fabrieksarbeid en middenklasse kantoorbanen, tussen employee en freelancer, tussen onzekerheid en zekerheid. Als we nu - in de 21e eeuw - wetgeving en beleid op het gebied van werk willen maken zullen we niet naar het verleden, maar naar de toekomst moeten kijken.
 
 Ook in de toekomst zijn er veel mogelijkheden om sociale zekerheid rondom werk vorm te geven, maar het zal er heel anders uit zien. Een goed startpunt voor zo’n nieuwe blik is het platform-denken. Of je platforms als Uber en AirBnB en anderen

- 431 -


nu ziet als een zegen, of een oorzaak van veel ellende, vaststaat dat dergelijke platforms voor veel mensen in de toekomst de interface tot betaald werk zullen zijn.
 
 En dus zal de manier waarop we deze platforms bouwen, ermee omgaan, en de zeggenschap erover regelen bepalend zijn voor het verschil, tussen een gezonde vitale duurzame samenleving en een samenleving waarin mensen tussen wal en schip raken, terwijl we met oude regels de nadelen van de nieuwe wereld proberen op te lossen. Er is een aantal strategieën en actiepunten te definiëren voor die aanpak:201
 
 1 Combine the best of investor-owned and commons-driven platform models 2 Solve for both transparency and privacy 3 Integrate marginalized workers in a sustainable economy 4 Ensure opportunities for workers to advance outside of traditional organizational hierarchies 5 Support worker-owned identities 6 Create ways for workers to bring their voices together 7 Reinvent benefits to follow workers everywhere 8 Integrate learning and work 9 Prepare youth for “the hustle” 10 Champion a Good Work Code
 
 
 VORM DE PUBLIEKE OMROEP OM TOT MOOC - De publieke omroep in de vorm van onderwijs voor iedereen. Alle universiteiten van Nederland samen op een platform. De héle dag door. Universiteit voor iedereen. Massive Online Open Course de hele dag door - online, tv, everywhere. Geef taalcursussen, coding lessen, les in platform thinking, informatie over data, over ecologie en economie. Maak het huge!!
 
 Publieke omroep als framework om te leren over platform cooperatives !!!

201

Deze indeling is gebaseerd op een agenda die het Institute for the Future - een onafhankelijke denktank in Sillicone Valley -

definieerde in een bijeenkomst met meer dan zestig toekomstdenkers over de toekomst van werk. - iftf.org - 2015

- 432 -


START UP CITIES - Frame work for reform -a method voor finding solutions - start up cities als export product - neem een regio in Nederland en maak daar de 
 
 
 
 
 HYPERLOOP - Aansprekende projecten op het gebied van openbaar vervoer. Verbindt de start up cities tot een groot/groen verstedelijkt gebied.
 
 
 STAATSBOSBEHEER - Extra bos
 
 
 
 ENERGY-SECTOR - 
 
 
 
 MOBILISEER DE KRACHT VAN PLATFORMS - De komende tientallen jaren zal het eigendom en het bestuur van netwerken en platforms onze economie en samenleving bepalen. Vandaag de dag is er nog steeds een groot verschil tussen de marktgedreven, private platforms als Uber en anderen, en de kleine coöperatieve platforms. Dit grote verschil maakt ons wellicht blind voor de overlap tussen deze twee vormen van samenwerking. Het hoeft niet het een óf het ander te zijn. Social enterprises kijken bewust naar manieren om zowel ‘social value’ als ‘market value’. Nieuwe tech incubators kijken al naar manieren om het beste van privé gefinancierde start ups te combineren met coöperatieve modellen. Zo kunnen de incentives om te innoveren worden gecombineerd met de eerlijke welvaartsverdeling en collectieve besluitvorming die meer eigen zijn aan platform coops XXXX voorbeelden XXXX

- 433 -


EEN COOP PLATFORM BANK
 
 
 
 
 EEN COÖP VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ
 
 
 
 
 PLATFORM VOOR DIGITALE DEMOCRATIE
 
 Politiek is te belangrijk om over te laten aan politici.
 
 Het politieke proces is Daarom hacken we het democratisch proces. Niet door weer een splinterpartijtje op te richten, maar door een beweging te starten voor politieke expressie. Een van de belangrijkste redenen waarom politieke partijen niet meer functioneren is omdat het marketing-organisaties zijn geworden. De meeste politieke partijen zijn ervan overtuigd dat kiezers naar de mond moeten worden gepraat.
 
 Niets is minder waar. Kiezers vragen een coherente visie op de toekomst. Die visie bestaat niet uit nostalgisch populisme en ook niet uit visieloze technocratie.
 
 Our mission is the distribution of real political power to include all Australians. We are a movement of political expression, not political ideology. We value the contribution of every Australian, no matter how great or small. We believe in a system which promotes autonomy, purpose, and expertise, as means to deliver excellent policy. We seek to dismantle political apathy, by empowering the disenfranchised, and motivating a new generation of innovative Australians to take responsibility for their society.

- 434 -


Flux - 
 
 Pia Mancini DEmocracy OS People specialise en choose specialist
 
 
 
 10.10

VOORBEELD I - SMART CITIES

XXX
 
 10.11

VOORBEELD II - FINLAND ALS VOORBEELD - BASIC INCOME

XXX
 
 10.12

VOORBEELD III - TUNESIË ALS VOORBEELD - BITCOIN

In Nederland denken we graag dat we voorop lopen. Maar op allerlei terreinen is dat helemaal niet meer het geval. 
 
 
 
 
 Zo is niet Nederland, maar Tunesië het eerste land dat z’n valuta ook op het bitcoin platform uitgeeft.
 
 En daar zijn goede redenen voor. Vandaag de dag zijn enerzijds 3 miljoen Tunesiers nog steeds uitgesloten van het financiële systeem, ,maar gebruiken anderzijd sal 600,000 Tunesiers dag in dag uit de officiele digitale eDinar. With the La Poste Tunisienne app powered by Monetas, eDinar will be used to make instant mobile money transfers, pay for goods and services online and in person, send remittances, pay bills, manage official government identification documents, and more. To-

- 435 -


tal transaction fees will be of negligible cost, even from amounts less than a fraction of a dinar, and in most cases fees are paid by merchants. The maximum fee paid on a transaction will be less that 1 dinar. La Poste Tunisienne will strictly control the issuance and circulation of the eDinar in order to prevent it from being used for illegal transactions. 
 
 Speaking about this step towards a nationwide rollout, Monetas Founder and CEO Johann Gevers said:
 
 10.13

ESTLAND ALS VOORBEELD - DIGITAL STATE

Een van de meest geavanceerde samenlevingen op digitaal gebied is …… Estland. 
 Toen Estland in 1991 onafhankelijk werd, realiseerde het zich dat het zich ergens in moest specialiseren. Noorwegen heeft olie, Finland was goed in telefoons en in Zweden waren ze goed in design. Maar Estland? Het land besloot leading te worden in digitale technologie en start-ups.
 
 Estland leverde vervolgens een prestatie van formaat, die we eerder in Sillicone Valley zouden verwachten. Terwijl in 1991 nog niet de helft van de inwoners een gewone telefoon had, waren 6 jaar later bijna alle scholen online. Vanaf 2000 zijn alle kabinetsmeetings papierloos, in Estland geen ministers meer met de hier bekende ouderwetse loodgieterstassen.
 
 In 2002 had de Estlandse overheid een gratis Wi-Fi netwerk klaar, dat de meeste bevolkte gebieden in het land bestrijkt. In 2007 introduceerde Estland e-voting, ongeveer in de tijd dat wij in Nederland het rode potlood weer invoerden. Vanaf 2012 legt Estland grote hoeveelheden glasvezel door het hele land, dat de belofte van ultra-high-speed data connections in het hele land realiseert. Iedere overheidsservice die digitaal kan worden uitgevoerd, wórdt ook digitaal uitgevoerd.
 
 Maar Estland gaat nu nog een stap verder. De republiek Estland biedt op e-estonia.com iedere wereldburger - dus niet alleen de oorspronkelijke bewoners - de mogelijkheid om een e-inwoner te worden. Door het overmaken van €80 en het

- 436 -


sturen van een pasfoto kun je e-inwoner van dit landje aan de Baltische kust worden. (Je krijgt €30 korting als je toevallig in Estland bent). Het land is de eerste staat ter wereld die zo’n service heeft uitgewerkt. Veel mensen van buiten Estland zijn al e-resident geworden, waaronder de premier van Japan.
 
 De e-inwoner kan digitaal documenten en contracten tekenen, de authenticiteit van handtekeningen door anderen checken, documenten beveiligen en versturen , online een bedrijf oprichten, bankrekeningen openen, betalingen verrichten enzovoorts, enzovoorts. De digitale e-residency van Estland verzekert kortom een beveiligde digitale identiteit, voor iedereen die dat wil. 
 
 Als je een bedrijf wil beginnen ga je online met je e-identity uit Estland en je kunt beginnen. Estland werkt eraan om z’n belastingdienst te linken aan andere tax services van andere EG-landen, zodat ook andere EG-inwoners gebruik kunnen maken van de volledige e-services. Nederlanders - en vele andere wereldburgers kunnen dan hun bedrijf runnen via het Estlandse digitale systeem, terwijl gewoon belasting wordt betaald in het land waar dat wettelijk verplicht is. Estland hoopt erop dat ondernemers uit de hele wereld bedrijven zullen openen binnen het Estlandse service systeem, een Estlandse bank gaan gebruiken, en bereid zijn te betalen voor de vooruitstrevende digitale services. 
 
 Estland is een land dat concurreert met andere landen op basis van de kwaliteit van z’n interface en services. Estland denkt dat we in de toekomst net zo makkelijk van land zullen wisselen op basis van de kwaliteit van de services, zoals we nu switchen van service provider voor telefoon en internet.
 
 Zo wordt in andere landen - ook in Nederland - een digitale ID toch vaak ervaren als controle door de overheid. maar als de overheid veel extra services toevoegt aan de ID, zodat het leven makkelijker wordt, is de acceptatie natuurlijk veel groter.
 
 Dat is precies wat er in Estland gebeurt. Al het contact met de overheid verloopt digitaal verloopt, leidt tot allerlei positieve effecten in de samenleving. Inwoners van Estland dragen niet meer allerlei apart cards bij zich - rijbewijs, donorcard, en-

- 437 -


zovoorts - maar hebben één identiteitskaart, die overal voor geldt en waarvan de persoonlijke data door de burger zelf worden beheerd. De portal waar de gegevens worden beheer geeft je een log van al het gebruik van de data. Als je data bijvoorbeeld zijn ingezien door een arts die je geen toestemming hebt gegeven, dan kun je dat met één klik melden bij de data ombudsman. Een onafhankelijk ambtenaar behandeld dan die inbreuk op de privacy.
 
 
 Het parlement in Estland is intussen papierloos. Iedere inwoner kan alle wetsvoorstellen online lezen, in iedere fase van het wetgevingsproces.
 
 Het spreekt vanzelf dat beveiliging van de gegevens in een digitale staat als Estland een belangrijk aandachtspunt is. Als een ander land Estland zou willen raken, dan moet het proberen de digitale systemen - zoals de ID-card - plat te leggen. Meer dan 40 procent van de inwoners gebruiken hun ID-card voor hun bankzaken. Veiligheid is dus van het allergrootste belang.
 
 De overheid van Estland heeft daarom ‘data ambassades’ gepland over de hele wereld, die op zichzelf altijd al het dataverkeer kunnen overnemen, als de nood aan de man komt. Een aanval, of zelfs een invasie van Estland zal er niet toe leiden dat de nationale overheid niet meer functioneert, omdat die nationale - digitale overheid niet meer afhankelijk is van het grondgebied van Estland. Dat geldt ook voor het parlement, dat in principe vanaf iedere plek op de wereld kan functioneren. 
 
 Dit lijkt allemaal vanzelfsprekend, maar het wijst ons op het verschil tussen een natie, een staat en een geografisch land. Estland geeft ons een blik op de toekomst, waarin een staat diensten kan leveren aan een digitale burger, ongeacht waar die burger - of die staat - zich bevindt.
 
 Experimenteren met blockchain was een logische volgende stap voor Estland. Blockchain heeft immers de ideale eigenschappen om data wallets te bewaren en te managen, met een digitale sleutel. (Zie blz ….. voor meer informatie over block-

- 438 -


chain) Estland heeft de meest gebruikte data wallet infrastructuur in de wereld. het is een decentrale oplossing, draagbaar en schaalbaar. 
 
 The three case studies below — pro ling a bank, a start-up and a cybersecurity provider — show the transformative power of block chains for a wide range of transactions. All three examples underline that block chains must be made user- friendly. The customer need not know that they are trading in coloured coins, nor that their ID card login uses hash-function cryptography. In this sense, a block chain acts as a silent, more ef cient workhorse behind a solution that looks familiar: a mobile payments app, an online crowdfunding and trading platform, or a login portal.
 
 As in the UK, the need for and extent of regulation is a key issue for the Estonian authorities. They understand that hesitation and indecision can be as damaging to innovation as strictness. The risks of innovators moving to new and less tightly regulated jurisdictions — specically, the loss of revenue from failing to capitalise on commercial opportunities, and the potential for criminal activity — are patently clear.
 
 A pioneering bank issues cryptocurrency securities Earlier this year, LHV Pank — the largest independent Estonian bank — became the rst bank in the world to experiment with programmable money when it issued €100,000 worth of cryptographically-protected certi cates of deposits. The experiment followed the establishment of a new LHV subsidiary, Cuber Technology, focused exclusively on Bitcoin-based digital securities. Cuber’s work comprises two strands: CUBER securities and the Cuber Wallet. CUBER (Cryptographic Universal Blockchain Entered Receivable) securities are simply bank certi cates of deposits recorded in the Bitcoin block chain. They are denominated in euros, may pay interest and are suitable for various purposes — as a store of value, medium of exchange, trust and escrow services, and even for machine- to-machine transactions, opening potential applicability in the Internet of Things (IoT). LHV views CUBER securities as the Lego building block for their future nancial innovation. The Cuber Wallet is the rst demonstration of CUBER usability. It is a piece of software for mobile phones, enabling instant and free peer- to-peer euro transactions, and low cost instant payments for merchants and

- 439 -


consumers, using underlying CUBER securities. Users store their private keys on their smartphone to enhance security and mobility. To protect against server compromises, Cuber Wallet decentralises trust from the server and makesthe users themselves the Bitcoin clients. The app uses SPV (Simpli ed Payment Veri cation) — a type of ‘thin client’ security — which means the user never has a complete copy of every block in the chain. Instead they download a smaller amount of data, the ‘blockheaders’, which link transactions to a place in the chain. This allows them to see that a network node has accepted the transaction, while blocks added after it further con rm that the network has accepted it. The wallet uses bitcoins as a data carrier, which they ‘paint’ by adding unique markers to them. This then represents a claim in at currency against LHV Bank, as the entry into a database represents a claim against the traditional bank system. By using at currency, the wallet can be used not just for personal transfers, but also for retail payments — the merchant has to approve this payment method just as they have to approve credit cards. LHV is currently testing it in a few physical locations, but anticipate wider utility in online business, particularly for smaller payments. The use of at currency undoubtedly makes the app more user friendly. LHV asserts that the underlying technology is the bank’s concern: the user and merchant do not and should not need to see, nor know, that Cuber uses Bitcoin. Cuber’s open source code and application program interface are available to third parties online, inviting other cryptocurrency exchanges and developers to tap into the technology. Both LHV and its development partner, ChromaWay, prefer to drive usable innovation with smaller software developers and start-ups, rather than large banks. When pressed on their challenges, LHV is clear: regulatory uncertainty risks killing Cuber’s transformative power by severely limiting its reach. The bank urges regulators to embrace block chain technology and adapt, rather than run scared from it
 
 On the face of it, being backed by a bank affords Cuber huge advantages, because transferring money from a conventional bank account to a digital wallet (and back again) is simpli ed. CUBER is technically still a security — the foundation of bank trading — albeit with decentralised record keeping. But in reality, being a bank remains a regulatory obstacle, because they are typically subject to more legal arbitrage than new innovators. Similarly, EU Know Your Customer (KYC) rules that re-

- 440 -


quire a face-to-face meeting to create a bank account disadvantage Cuber when other online payment services such as TransferWise and Holvi only need a quick online sign-up. If banks are to compete effectively in this market, regulation will need to impose no additional barriers to banks, nor reduce their mobility to reach and recruit new users.
 
 Admittedly, LHV is in an unusual position: 
 ‘innovation-friendly’ bank doing it themselves, but whose forward progress is currently restricted by regulatory uncertainty. With no positive movement, Cuber will either have to be distanced from LHV’s license and the advantages that being tied to a bank bring, or look at moving outside Europe to another jurisdiction.
 
 Developing a simple, secure and legally compliant bridge between crypto and traditional banking continues to prove exceptionally challenging for all players. But none are closer than LHV.A liquid aftermarket for start-up investments
 
 The illiquidity of start-up investment is a common complaint from angel investors and founders alike. Backers typically need to part with at least €10,000, and must often wait 5 or more years to exit. Funderbeam — a reputed business intelligence platform for investors — may well have found a solution to this problem: a block chain-based investment marketplace, to buy and sell coloured coin stakes in startup syndicates. Investors will soon be able to use Funderbeam’s online platform to create an investment syndicate for one or several start-ups. Investment can be in any con guration, and there is no limit to the size of a syndicate. A £100,000 stake could comprise one lead investor and 99 backers investing £1,000; a lead investor on £75,000 and ve backers on £5,000; or any other combination. Similar to crowdfunding, this diminishes the threshold to invest in start-ups.
 
 What differentiates Funderbeam from the crowdfunding alternatives is the issuance of ‘coloured coins’ representing syndicate members’ stakes, which can be instantly bought, sold, or traded with other investors. This enables more uid management of investment portfolios, and expedites nancing for start-ups. The Bitcoin block chain underpins the aftermarket, allowing for fast, effective and transparent asset

- 441 -


ownership tracking. Every syndicate is with a microfund. Once a syndicate is complete, and the start-up is funded, Funderbeam’s aftermarket uses coloured coins to give all members of a syndicate a digital representation of their share in that microfund, which is immediately tradable. Backers can thus sell their whole share, or a proportion of it, once they have made a decent return or want to cut their for investors is not the only bene t the block chain solution affords. Kaidi Ruusalepp, CEO of Funderbeam, also points to the ef ciencies that a distributed ledger offers through bypassing bureaucracy. “We don’tneed a registry, central depository, or another formal authority to con rm the integrity of a transaction,” he says. “With the block chain, every investment, every ownership change has a secure, distributed audit trail.”
 
 Jaan Tallinn, co-founder of Skype and an investor in Funderbeam, lauds the additional layer of security and veri cation it offers for online transactions. By being decentralised and unalterable, block chains can create more transparency in the equity market, without compromising anyone’s privacy.
 
 Funderbeam’s offering — providing exibility, speed, security and transparency — shows how distributed ledgers can provide an alternative but wholly viable basis for small and medium-sized enterprise (SME) nancing to expand in the 21st century.
 
 The next generation of public-key Since 2013, Estonian government registers — including those hosting all citizen and business- related information — have used Guardtime to authenticate the data in its databases. Their Keyless Signature Infrastructure (KSI) pairs cryptographic ‘hash functions’ (see below)with a distributed ledger, allowing

Estonian government to

guarantee a record of the state of any component within the network and data stores. This is no small undertaking. Estonia has the most regularly used national PKI in the world. Using their ID card, citizens order prescriptions, vote, bank online, review their children’s school records, apply for state bene ts, le their tax return, submit planning applications, upload their will, apply to serve in the armed forces, and ful l

- 442 -


around 3000 other functions. Entrepreneurs use the ID cardto le their annual reports, issue shareholder documents, apply for licenses, and so on. Government of cials use the ID card to encrypt documents for secure communication, review and approve permits, contracts and applications, and submit information requests to law enforcementagencies.
 
 Ministers even use their ID cards to prepare for and conduct cabinet meetings, allowing them to review agendas, submit positions and objections, and review minutes. Digital authentication is thus critical to government, business and public services alike, from drafting policy and legislation, to declaring nances and registering property and inheritance rights. Over 200 million digital signatures have been made using the ID card: some 39 per capita per year and rising. It is thus imperative for the government to know its records are the right records, and that they have not been altered from the inside, or by a cyber attack.
 
 So how does a block chain help? It helps because every alteration of a piece of data is recorded. By providing proof of time, identity and authenticity, KSI signatures offer data integrity, backdating protection and veri able guarantees that data has not been tampered with. It is transparent and works to the user’s bene t too: citizens can see who reviewed their data, why, and when; and any alterations to their personal data must be authorised. Moreover, through using hash functions, as opposed to asymmetric cryptography used in most PKI, KSI cannot be broken by quantum algorithms. It is also so scalable that it can sign an exabyte of data per second using negligible computational and network overhead. It removes the need for a trusted authority, its signed data can be veri ed across geographies, and it never compromises privacy because it does not ingest customer data. It is clear that the system marks a major advancement in PKI.
 
 Ultimately, the KSI block chain means that while the Estonian ID Card may never be immune to a breach (although there have been none so far), the government is assured that rogue alterations to public data will be 100 procent detectable.
 
 Guardtime, a startup that uses technology similar to that underpinning bitcoin to

- 443 -


secure public and private data, has signed a deal with the Estonian government to secure all the country's 1 million health records with its technology. 
 The deal with the Estonian e-Health Authority comes alongside a partnership with Estonian Information Systems Authority, which will see more government data move to Guardtime's technology. Guardtime uses blockchain technology, made famous as the underpinning of bitcoin, to verify data and prove that it's trustworthy. It has created a network that citizens, private companies, and the government can also access to verify information on it. While similar to bitcoin's network, it is distinct and in fact predates the original white paper on bitcoin. Estonia has one of the most digitally advanced societies in the world and helped to incubate Guardtime's technology. Estonian citizens carry a smartcard that stores their data and gives them access to over 1,000 government services. Mike Gault, co-founder and CEO of Guardtime, told Business Insider: "The only thing that you can’t do online in Estonia is get married or get divorced. Otherwise you don’t need to go to a government office." Gault said adopting Guardtime's technology for healthcare records would allow Estonia to "effectively eliminate lies," saying: "Every update to healthcare records and every access to healthcare records is registered in the blockchain. That makes it impossible for the government or doctors or anyone to cover up any changes to healthcare records and that’s really powerful. "If you’re in the UK and you say what’s happened to my healthcare records? You just have to trust the NHS." Gault says Guardtime and the Estonian government now plan to migrate more data onto its "industrial blockchain." First launched in 2007, it is also used by the US Department of Defence and Ericsson. Blockchain technology — also known as distributed ledger technology — is a noncentralised database that allows a network of users to sign off and police data. Data being added to the network is inspected by a majority of member of the network to make sure its accurate and once it's signed off the data is coded using complex cryptography which means it cannot be changed once it's added to the

- 444 -


blockchain. It uses duplicated ledgers across a variety of servers, meaning if one is compromised the data is still intact. Banks and finance firms have been getting excited about the cost cutting potential of the technology, as it would allow them to deal directly with each other rather than working through clearing and settlement houses who police trade to make sure no one gets ripped off. R3, an industry-wide consortium of over 40 banks, announced on Thursday that its members had tested out issuing, trading, and redeeming fixed income products on 5 blockchains, signaling another step towards mainstream adoption. But Gault told Business Insider: "We see the real opportunity for blockchain technology as data and data security." 10.14

VOORBEELD V - MEXICO - BROADBAND

The Fourth Industrial Revolution – the theme of Davos 2016 – describes an era of innovation, where cutting-edge technologies are constantly disrupting industry. This trend will not only continue but intensify, transforming every step in the way we produce, distribute and consume. We have to prepare our economies and societies to successfully take advantage of these changes.
 
 I believe this means focusing on three key areas: education, the business environment and connectivity.
 
 Education for a new world of work
 
 Since we know that Mexico’s most valuable competitive advantage is its human capital, education is crucial. At the elementary level, we recently launched “Education Infrastructure Notes”, private investment vehicles that will allow us to channel approximately 3 billion dollars to improve school facilities within the next 3 years. In addition, in the current school year, we have delivered more than a million tablets to almost half of the 2.3 million fifth grade students.
 
 Today, over 110,000 students graduate each year in targeted areas such as engi-

- 445 -


neering, manufacturing and construction, a higher figure than in some of the most developed countries, like France, Germany and the United Kingdom. We want present and future generations to have the skills they need to thrive in the new workplace.
 
 To that end, we are increasing public investment in science and technology at universities and public research centers all over the country. In the last three years alone, the number of scholars in our National Researchers System has increased by 26 procent, while we have almost doubled Mexico’s expenditure on research, development and innovation.
 
 In the Fourth Industrial Revolution, the links between government, industry and academia are more important than ever. To support our economy, we have increased the number of technology transfer offices to share knowledge and support the development of new products and businesses, in areas such as biotechnology, energy and information technologies.
 
 I believe this means focusing on three key areas: education, the business environment and connectivity.
 
 Creating the right environment
 
 At the same time, to improve the business and investment environment, we have made major strides towards macroeconomic stability. Our central bank has established an independent monetary policy that ensures price stability and low inflation. In fact, in November, the inflation annual rate was 2.21 procent, the lowest in country’s history. In addition, Mexico’s debt remains low and diversified. The expected debt to GDP ratio is 46.9 procent for 2015, which contrasts with Latin America's average of 55.6 procent. Moreover, the Mexican debt to GDP ratio is expected to stabilize at 47.8 procent by 2016.
 
 Likewise, to foster a business-friendly environment, our energy reform has led to greater competitiveness, by lowering the cost of electricity tariffs, eliminating the

- 446 -


monthly rise of gasoline prices and expanding gas pipelines throughout the country. For the first time in decades, private capital investment is allowed in all sector activities. It is estimated that this strategy will attract more than 12.6 billion dollars of investment every year. By the same token, our telecommunications reform enabled foreign investment, lowering fixed and mobile phone services prices, and improving quality and coverage.
 
 Entrepreneurs, as well as micro, small and medium sized enterprises, are the main driver of Mexico’s economy. We are using digital tools to make it quicker and easier for entrepreneurs to go through the process to start up their own businesses, while facilitating their access to commercial bank funding. Our Young Credit Program gives entrepreneurs a loan for up to 9,000 dollars. If what they need is to consolidate an on-going business, this loan could be for up to 150,000 dollars. Improved connectivity for the 21st century
 
 Connectivity is the key in an increasingly digital economy. Mexico is one of the only nations in the world whose constitution formally recognizes the right of its people to a broadband internet connection. The goal is to connect 70 procent of households and 85 procent of micro, small and medium-sized enterprises to high speed internet. In order to reach this target, we have established 65 thousand public places with broadband internet connection, such as schools, libraries and squares.
 
 In the same way, we are channeling more than 460 billion dollars for infrastructure, to successfully integrate Mexican products and services into the 21st century global economy. Mexico has become a manufacturing powerhouse. It is one of the top global sellers of TV sets, vehicles, auto-parts, computers and cellphones, among several other products. With improved infrastructure, we will certainly reinvigorate our competitiveness, by setting the stage for expanding the value and variety of our high-tech, export-oriented industries.
 
 With that aim, we are building and modernizing thousands of kilometers of roads and highways, as well as improving our mass transit and railway systems. Besides, we will construct a new Mexico City International Airport and will almost double - 447 -


our seaports capacity on the Pacific Ocean and the Gulf of Mexico, among other large-scale infrastructure projects. Our aim is to make Mexico a world-class logistics platform.
 
 Since we know they are a powerful engine for economic growth, Mexico is committed to continue boosting commercial exchanges. Over the last three years, we have expanded our network of free trade agreements (FTAs); we have joined the Pacific Alliance and, more recently, the Trans-Pacific Partnership. With them, our country will sum 13 FTAs that provide preferential access to 52 countries with 1.3 billion potential consumers.
 
 Conclusion
 
 In sum, we have made key decisions to break the barriers to the use of information and communication technologies and to reduce the digital gap in our society. Like many countries, we face challenges. Our industry and businesses demands increasingly specialized professionals in a wide range of knowledge areas. Besides, 9 procent of the total national population live in remote rural communities that require improved connectivity.
 
 Now, in Davos, we should look further and provide our citizens and businesses with the necessary tools to take advantage of the opportunities that the Fourth Industrial Revolution will bring. We must make it possible for next generations to reach their full potential in an ever-changing world.
 
 
 Ukraine has partnered with global technology company the Bitfury Group to put a sweeping range of government data on a blockchain platform, the firm's chief executive officer told Reuters, in a project he described as probably the largest of its kind anywhere.

- 448 -


UKRAINE - A BLOCKCHAIN STATE?
 
 Bitfury, a blockchain company with offices in the United States and overseas, will provide the services to Ukraine, CEO Valery Vavilov said in an interview on Wednesday.
 
 Ukraine's blockchain initiative underscores a growing trend among governments that have adopted the technology to increase efficiencies and improve transparency. Blockchain is a ledger of transactions that first emerged as the software underpinning digital currency bitcoin. It has become a key global technology in both the public and private sector given its ability to permanently record and keep track of assets or transactions across all industries. Ukraine and Bitfury are expected to sign a memorandum of understanding on Thursday, Vavilov said. Though Vavilov said he was unable to estimate the cost of the project, he said it was the biggest government blockchain deal ever so far. It involves putting all of the Ukraine government's electronic data onto the blockchain platform. "A secure government system built on the blockchain can secure billions of dollars in assets and make a significant social and economic impact globally by addressing the need for transparency and accountability," said Vavilov. There are other countries that have started blockchain programs, but they are smaller in scope involving one or two sectors, such as land titles and real estate ownership. Countries that have launched blockchain programs include Sweden, Estonia, and Georgia. "This agreement will result in an entirely new ecosystem for state projects based on blockchain technology in Ukraine," Oleksandr Ryzhenko, head of the State Agency for eGovernance of Ukraine, said in an emailed response to Reuters questions. "Our aim is clear and ambitious -- we want to make Ukraine one of the world's leading blockchain nations."

- 449 -


11

HOOP IS EEN DING MET VEREN.

11.1

Manifest - ‘De Toekomst is Fantastisch!’

11.2

Beweging - a movement of movers.

11.3

Media en educatie - leren van de toekomst.

11.4

Ideeën - incubator voor coöperative platforms.

11.5

Geld - een investeringsfonds.

11.6

Platform - sluit je aan en spread the word.

11.7

Politiek - een nieuwe politieke partij.

11.8

Wat kun je doen?

11.9

Hoop is een ding met veren.
 
 ‘Hoop is een ding met veren -
 Dat neerstrijkt in de ziel -
 Een melodie zingt zonder tekst -
 En ‘t zingen - nooit meer stopt’
 
 Emily Dickinson

11.1

MANIFEST - DE TOEKOMST IS FANTASTISCH!

We leven in een tijd van ongekende veranderingen. Oude structuren geven geen antwoord meer op de uitdagingen van vandaag. Nieuwe samenwerkingsvormen komen op. Dat geeft ons de mogelijkheden om met elkaar door een combinatie van optimisme, technologie, netwerken, een nieuwe visie op markt en ondernemerschap en een frisse politieke ambitie een samenleving te bouwen waarin voor iedereen van alles genoeg is en van niets teveel.
 
 DATA -

- 450 -


NIEUWE DEMOCRATIE - 
 
 
 NIEUWE SAMENWERKINGSVORMEN - 
 
 
 ECOLOGISCHE ECONOMY -
 
 
 ETHISCHE MARKT - 
 
 
 GELD- & BELASTINGEN
 
 
 HET GOEDE LEVEN
 
 
 
 
 11.2

EEN BEWEGING - A MOVEMENT OF MOVEMENTS

11.3

EDUCATIE & MEDIA

PLATFORM - SLUIT JE AAN & SPREAD THE WORD
 
 
 our revolution
 ouishare.net - checken
 publieke omroep
 platform coop omroep

- 451 -


11.4

INCUBATOR FOR COOP PLATFORMS

Characteristics
 
 Below are five things platform coops must do to beat Death Stars platforms.
 
 INCUBATE PLATFORMS - It will take focused, well-resourced, and consistent effort to work out the interrelated legal, financial, and organizational challenges of forming platform coops. Platform coops aren’t an incremental step up from typical startups, they’re a transformational leap. The path is currently uncertain, expensive, and time consuming. For instance, Loconomics has been working on their structure for going on two years, and aren’t even in beta yet. A better way is needed. Platform coops need to face this challenge together with long-term support of a stable anchor institution, like a university. This high barrier to forming platform coops must be lowered or this new movement will die in its crib.
 
 Part of the magic of tech startups is that there’s a well understood organizational structure, financing method, and developmental path for entrepreneurs to use. In other words, there's a template. Platform coops need templates too, but ones which support a diversity of organizational patterns. What’s needed is a small number of incubators in different global cities working together to give birth to the first wave of platform coops. The trick is to get the first few platform coops off the ground, and then develop a global ecosystem that encourages replication of working models across industry verticals and geographies.
 
 BETTER SERVICE & BETTER PRICE - Let’s not forget business fundamentals. Platform coops must offer a better service at a competitive price to beat Death Stars. A lot hinges on simply executing better day in and day out, but strategy plays a big role too. The key strategic challenge is figuring out how to leverage platform coops’ social mission, democratic structure to help them compete. User ownership and control offers inherent advantages that stem from a more engaging and empowe-

- 452 -


ring relationship to other users and the enterprise itself. For instance, platform coops could attract more loyal users at a lower cost than Death Stars by offering user-ownership. All else being equal, user-owners will likely deliver better service than 1099 contractors. Platform coops may be able to create a deeper community experience than Death Stars, which routinely feign community ethos for profit. The social mission of platform coops could help them access less expensive labor and capital like traditional cooperatives. They could also gain a cost advantage by developing a common software infrastructure or using open source platforms by ShareTribe and GNUsocial.
 
 NEXT LEVEL COOPERATION - It goes without saying that platform coops should cooperate, as that is standard operating procedure in the cooperative world. In fact, it's number six of the sector’s widely embraced Rochdale Principles. However, platform coops should take cooperation to the next level to exploit a potentially decisive competitive advantage over Death Stars. Death Stars’ closed nature which make it nearly impossible for them to engage in the deep collaboration between cooperatives seen in regions like Quebec, Canada, Emilia-Romagna, Italy, and Basque Country, Spain. Clusters of small to medium-sized cooperatives in these regions often compete successfully against large multinationals through networking, formal collaborations, and shared infrastructure such as market research centers, banks, and universities. These cooperatives collaborate in a much deeper way than tech companies. In fact, they act almost as if they’re one organism.
 
 Platform coops must act similarly. For examble, the replacement for Airbnb shouldn't be another centralizing global platform even if it's a cooperative. It should be a federation of locally-owned cooperatives that are interconnected technologically (Fairbnb!). GNUsocial's microblogging platform is an example. Each node is on a different server, but users can interact across nodes. The advantage is a much more resilient, user-controlled, distributed infrastructure. At Somero 2015 last month, GNUsocial took a big leap by unveiling the alpha version of a hospitality module called GNUbnb.
 
 Platform coops can share much more than software including data, digital reputati-

- 453 -


on, knowledge, marketing, public relations, legal, lobbying, and physical space. And share all of this on a global basis -- as Michel Bauwens’ open coop proposal advises -- and across industries. Cities should get in on the action too. They should cooperate with each other and with platform coops to mold the sharing economy in the public interest as Janelle Orsi of the Sustainable Economies Law Center recently suggested.
 
 DISTRIBUTE WEALTH - Silicon Valley arguably creates and concentrates more wealth than any place on earth. Behind this phenomenon is a powerful ecosystem that includes Stanford University, the biggest venture capital firms in the world, an enterprising culture, top notch professional services, and more. This ecosystem birthed the Death Stars, and they’ve benefited greatly from it. Platform coops need a similarly powerful ecosystem to compete, but one that distributes wealth instead of concentrating it. That’s a tall order, but platform coops may have natural allies in creating such an ecosystem including city governments, unions, nonprofits, universities, the free and open source software movement, and social investors like credit unions, social venture funds, and foundations. It took many decades for the Silicon Valley “miracle” to unfold. Similarly, it'll take an ecosystem to raise this movement.
 
 BUILD A MASS MOVEMENT - Platform cooperatives have the opportunity to channel the huge amount of negative sentiment around Death Star platforms to power their movement. They can also move into the slipstream of awareness Death Stars are creating about the sharing economy to surge forward. However, the movement must be reframed in at least three ways to take advantage of these powerful forces. First, platform cooperativism must become a populist, trans-partisan movement. If Platform Cooperativism is the coming out party for the cooperative Internet, then it’s a lopsided one. The guest list reads like the line up for New York City’s liberal all star team. That said, I give them credit for a long list of partners including Shareable. That’s a good start at building a movement; they only need to reach across the aisle more going forward. Second, it must shift emphasis from moral arguments for platform coops to practical ones which convince ordinary folks that the vision is feasible. Hope is essential! Like traditional cooperatives, platform coops could offer inherent competitive advantages, including superior cost structure, better working

- 454 -


conditions, higher pay, better reputations, resilience, and alignment between value creators and rewards. In fact, sharing ownership and control with users may become a necessity, as Brad Burnham of Union Square Ventures has argued, for platforms to compete for customers as other advantages are leveled by the market.
 
 Lastly, the emphasis must shift from platform coops formed by providers to a multistakeholder model that could include providers, customers, founders, investors, geographic communities, and nature. Provider-driven platform coops are a good start, but they will eventually run into the same problems that arise in any organization when one stakeholder group calls the shots. Investors are a normal part of the mix in traditional coops, so no reason they shouldn’t be here, especially with their power in check as one of many stakeholders.
 
 So an epic choice is before us. Do we accept Death Star platforms’ boring, unresilient, monocultural domination? A domination that will be difficult to shake off once established. A domination that puts the world at each of our individual fingertips while disempowering us collectively. A domination that could permanently damage the richness, resilience, and capacities of our local communities, as Douglas Rushkoff suggests.
 
 Or do we work together to build, as Charles Eisenstein would put it, the more beautiful world our hearts know is possible? A world where platform coops manifest the values of the commons in every community. Where our capacity to manage our resources together is deeply respected. Where polycentric control is a given. Where local laws, customs and cultures are honored. Where self-interest and common good are aligned. Where we are truly alive." (http://www.shareable.net/blog/ how-platform-coops-can-beat-death-stars-like-uber-to-create-a-real-sharing-economy)
 
 
 
 11.5

EEN INVESTERINGSFONDS - VIER KEER EEN MILJARD

- 455 -


Als een bedrijf serieus met innovatie aan gang wil, beginnen we vaak met een innovatie check up. Een van de eerste vragen die we stellen: hoeveel procent van het jaarlijkse budget besteed u aan innovatie? 
 
 Die vraag kunnen we natuurlijk ook stellen aan de overheid. Het Rathenau Instituut houdt dat keurig bij. Het instituut bundelt jaarlijks de gerealiseerde en voorgenomen uitgaven voor onderzoek en innovatie van de verschillende ministeries. De treurige conclusie van de laatste rapportages is dat de Nederlandse overheid steeds minder geld besteed aan innovatie. De ministeries gaven er in de jaren 2013, 2014 en 2015 ongeveer 6 miljard euro per jaar aan uit. In 2019 zal dat nog maar 5,5 miljard euro zijn. Een daling van bijna 8 procent.202 De ministeries besteden dat geld langs drie routes.
 
 - Het grootste deel gaat als directe financiering naar universiteiten, organisaties als NWO en KNAW, onderzoeksinstituten en bedrijven. Deze directe uitgaven voor R&D tellen op tot 4,8 miljard euro in 2015.
 - Als tweede zijn er de directe uitgaven voor innovatie, zoals subsidies voor een duurzame veehouderij. Dat bedrag werd voor 2015 geschat op ongeveer 137 miljoen euro.
 - De derde categorie zijn de indirecte bestedingen in de vorm van belastingvoordelen voor bedrijven die aan onderzoek doen. Daarvoor werd in 2015 iets meer dan 1 miljard euro uitgetrokken.
 
 De komende jaren gaan die bedragen alle drie omlaag. In 2019 is er 4,5 miljard euro beschikbaar voor R&D, 89 miljoen euro voor innovatie en 931 miljoen euro voor indirecte steun. Dat is 5,5 miljard innovatie in 2019. Dat is - als we voor het gemak even uitgaan van een gelijkblijvend overheidsbudget van 260 miljard - iets meer dan 2 procent van het overheidsbudget. Dat is schrikbarend weinig. Wij stellen voor dat percentage op te trekken naar 5 procent.
 
 XXXXXX VOORBEELDEN /GEDACHTEN Wat zouden wij doen met 4 x 1 miljard???? 
 
 202

Totale investeringen in Wetenschap en Innovatie (TWIN) 2013 - 2019 - Rathenau Instituut - 2015.

- 456 -


11.6

POLITIEK SLUITSTUK

EEN MINISTER VOOR ECOLOGIE, ECONOMIE & ENERGIE - Ecologie, economie en energie kunnen niet meer van elkaar worden gescheiden. Met het Klimaatakkoord van Parijs heeft Nederland zich verplicht de uitstoot van broeikasgassen in 2050 met 80 tot 95 procent te verminderen. Burgers en ondernemers omarmen deze ambitieuze doelstelling, omdat het kansen biedt om de economie te versterken en meer groene welvaart te creëren. De energietransitie moet dus versnellen om klimaatverandering tegen te gaan én om de nieuwe economie te ontwikkelen.
 
 De overheid blijft achter. In het SER Energieakkoord zijn afspraken gemaakt over de verduurzaming van de energievoorziening in Nederland tot 2020 respectievelijk 2023. Het gaat om energiebesparing en de toename van het aandeel hernieuwbare energie-opwekking. Voor de periode erna zijn nog geen afspraken gemaakt. Plannen, rapporten en meningen zijn er genoeg. Wat ontbreekt is een gedeelde visie op de snelheid van en de manier waarop de transitie moet plaatsvinden in de periode van 2020 tot 2050. 
 
 Om dit te realiseren is een ondernemende, stimulerende overheid nodig, die voor burgers en bedrijven de ruimte creëert om hun rol in de energietransitie te vervullen. Dat vraagt om een forse inspanning van burgers, bedrijven en overheden. Die inspanning moet worden ondersteunt door een meerjarig, ambitieus beleidskader, met prioriteit voor een Klimaatwet, om de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs

- 457 -


in 2050 te realiseren, met concrete doelen in 2030 en 2040 die hiermee in lijn zijn.
 
 Ondernemers en burgers omarmen het klimaatakkoord en willen vaart maken. Zij willen bindende afspraken maken, want daar baseren burgers en ondernemers hun investeringen op. 
 
 Een Ministerie voor Economie, ecologie en energie moet in Nederland gaan zorgen voor een ambitieus, samenhangend beleid voor de lange termijn, dat zorgt voor zekerheid voor burgers en bedrijven. De Nederlandse overheid moet gaan zorgen voor het opzetten van een nationale investeringsbank, die investeringen in verdere innovatie en in grote energieprojecten op land en op zee mogelijk maakt.
 
 EEN MINISTER VOOR NETWORKS, COOPS & SOCIAL ENTERPRISES - In de transitie naar een sociale en duurzame economie is in de samenleving een duidelijke wending gaande in de inrichting van een andere inrichting van de markt. Veel mensen denken bij ‘inrichten van de markt’ nog aan de klassieke indeling staat, markt en individuele consument. Maar die klassieke indeling verschuift nu sterk.
 
 Door de transparantie en nieuwe ideeen over waardecreatie nemen zelfstandige bedrijven nu veel meer maatschappelijke verantwoordelijkheid. Bovendien spelen coöperatieve netwerken en platformen een steeds belangrijker rol. Gezamenlijke opwekking en gebruik van energie, lokale productie door 3-D printing, lokale landbouw, het gezamenlijk genereren en exploiteren van data en software zijn nog maar enkele van de activiteiten die nu al door netwerken van burgers worden ondernomen. Peer-2-peer netwerken spelen bovendien een belangrijke rol in de opkomst van de ‘free-economy’, de economie, waarin marginale kosten sterk dalen. 
 
 Deze verschuiving in de inrichting van de markt is wenselijk en moet sterk door de overheid worden gestimuleerd. 
 
 Het betekent wel dat organisaties een diepgaande transformaties zullen ondergaan. In die transformatie zijn drie partners te onderkennen:

- 458 -


- Netwerken van burgers die gezamenlijk waarde, kennis en data produceren;
 - Ondernemingen die op bedrijfsmatige waarde sociale waarde realiseren;
 - Instituties die de infrastructuur voor samenwerking organiseren, de partner-state.
 
 Tips voor de Nederlandse overheid:
 Erken de sector en zijn maatschappelijke belang, gebaseerd op de Europese definitie. Faciliteer research en stimuleer het delen van kennis door partijen die bijdragen aan sociale innovatie met elkaar te verbinden.
 
 Stimuleer toegang tot geduldig groeikapitaal.
 
 Onderzoek een speciale juridische entiteit die de sociale basis van de onderneming beschermt.
 
 Onderzoek fiscale prikkels die voor een eerlijkere concurrentiepositie zorgt voor social enterprises.
 
 Creëer nieuwe aanbestedingsregels zodat de inkoop wordt gebaseerd op maatschappelijke waarde, op winst voor iedereen.' 
 Incubator voor platformen !!!!!
 
 
 
 
 
 11.7

EEN POLITIEK SLUITSTUK

Moet het niet een politieke partij worden? Veel mensen die van ons initiatief hoorden, kwamen met die vraag. Maar politieke partijen zoals ze er nu uit zien zijn geen onderdeel meer van de weg naar een betere toekomst. De uitgangspunten van partijen zijn verouderd, de toekomstvisie ontbreekt en het proces leidt niet tot grotere stappen naar een betere wereld.

- 459 -


Dat neemt niet weg dat de overheid nog steeds een rol speelt om ontwikkelingen te stimuleren, goede ontwikkelingen te scalen en de slechte tegen te houden. Wij verlaten de beweging naar een politiek platform. 
 
 
 BETERE ZORG
 
 De politiek worstelt met de afstand tot de burger. Dat blijkt in het bijzonder in de zorg. Er bestaat brede overeenstemming in de samenleving over de slechte staat van de ouderenzorg in verpleeghuizen, maar de politiek blijkt niet in staat adequate verbetering aan te brengen in die zorg. 
 
 MANIFEST BETERE ZORG - 
 
 1. Stop met het politiseren van verpleeghuiszorg - Ouderenzorg is geen schadepost maar een kwestie van fatsoen. Het is geen politiek thema maar een algemeen belang.
 
 2. Stel vast hoeveel zorgpersoneel nodig is om complete zorg te leveren. Pas het budget aan aan die norm. Aandacht is net zo belangrijk als verzorging en veiligheid.
 
 3. Hanteer totdat deze norm is vastgesteld als vuistregel: minimaal twee bevoegde en bekwame zorgmedewerkers op een groep van maximaal acht personen
 
 Stel daarvoor als noodmaatregel direct geld beschikbaar. De ouderen die nu in verpleeghuizen zitten, kunnen niet wachten tot overheid en zorgorganisaties het eens zijn.
 
 4. Stop de overdaad aan registratie
 
 Registreer op een eenvoudige en werkbare manier alleen wat bijdraagt aan de di-

- 460 -


recte zorg en een zo simpel mogelijke verantwoording daarvan. Voor Big Data hebben we het Centraal Bureau voor de Statistiek.
 
 5. Voer een verplichte ballotage in voor bestuurders en toezichthouders
 
 Verpleeghuizen waar het goed gaat hebben betrokken, gemotiveerde bestuurders. Hun manier van werken moet de maatstaf zijn. Iedere bestuurder en iedere toezichthouder dient te beseffen wat zorg is en moet beschikken over een goed werkend moreel kompas. Een bestuurder laat zich wekelijks zien op de werkvloer van een verpleeghuis, een toezichthouder doet dat elke maand.
 
 6. Maximaliseer de overheadkosten en de reserves: 10 % aan overhead, maximaal 25% aan reserves voor elk verpleeghuis, voor elke zorginstelling
 
 Zorggeld hoort naar de werkvloer te gaan en niet management, directie en bestuur. Het is onnodig en ongepast gemeenschapsgeld te besteden aan imago, status of marktpositie van een zorgorganisatie. Beloon zorgorganisaties die aan de nieuwe normen voldoen.
 
 7. Maak een einde aan de angstcultuur die bij teveel zorginstellingen heerst en garandeer een prettige werkomgeving
 
 Verzorgenden en behandelaars moeten weer invloed krijgen op hun eigen werk. Zij weten het beste wat hun bewoners nodig hebben.
 
 8. Stel een eenvoudige norm op voor bijscholing
 
 Vakkennis van verzorgenden en verpleegkundigen moet voortdurend worden aangevuld met nieuwe wetenschappelijke inzichten, maar dit mag niet leiden tot meer administratie en bureaucratie.
 
 9. Geef mantelzorgers de mogelijkheid direct maatregelen af te dwingen wanneer de kwaliteit van de zorg tekortschiet

- 461 -


De bestaande procedures zijn te beperkt en de looptijd is te lang.
 
 10. Geef cliëntenraden in verpleeghuizen helder inzicht in geldstromen en meer invloed waar het gaat om het bewaken van de kwaliteit van leven van verpleeghuisbewoners
 
 Het huidige voorstel voor de herziening van de Wet Medezeggenschap Cliëntenraden Zorginstellingen biedt hiervoor onvoldoende mogelijkheden. 
 
 Tenslotte
 
 Het ministerie van VWS, de beroepsvereniging voor verpleegkundigen en verzorgenden, zorgorganisaties, zorgverzekeraars en de Inspectie voor de Gezondheidszorg moeten zo snel mogelijk de koppen bij elkaar steken om dit te regelen. Daarbij mogen belangen van organisaties en politieke partijen niet zwaarder wegen dan het belang van kwetsbare ouderen.
 
 Hugo Borst en Carin Gaemers

- 462 -


12

ANDERE BOEKEN - LITERATUUR OVERZICHT

Een boek schrijf je nooit alleen. Zeker niet als het gaat om veranderingen in de samenleving. De volgende schrijvers hebben ons geïnspireerd met hun gedachten. Ze leveren verdieping op een groot aantal onderwerpen die we hiervoor hebben besproken. We bevelen ze van harte aan.
 
 
 
 PROGRESS - Ten Reasons to Look Forward to the Future - Johan Norberg - 2016
 
 THE SHARING ECONOMY - Arun Sundararajan - 2016
 
 KONING VAN UTOPIA - Hans Achterhuis - 2016 
 AGE OF DISCOVERY - Ian Goldin & Kris Kutama - 2016
 
 BLOCKCHAIN REVOLUTION - Don Tapscott - 2016
 
 THE BUSINESS BLOCKCHAIN - William Mougayar - 2016
 
 POST CAPITALISM - A GUIDE TO OUR FUTURE - Paul Mason - 2015
 
 THROWING ROCKS AT THE GOOGLE BUS - Douglas Rushkoff - 2015
 
 THE RISE OF THE ROBOTS - Martin Ford - 2015
 
 NOOIT AF - Martijn Aslander & Erwin Witteveen - 2015
 
 VAPORIZED - Robert Tercek - 2015
 
 DIT KAN NIET WAAR ZIJN - Joris Luyendijk - 2015
 
 THE STRUCTURE OF WORLD HISTORY - From modes of production to modes of change - Kojin Karatani - 2014
 
 - 463 -


NAOMI KLEIN - This Changes Everything - 2014
 
 SOCIAL PHYSICS - How good ideas spread - Alex Pentland - 2014
 
 GRATIS GELD VOOR IEDEREEN - Rutger Bregman - 2014
 
 ZERO MARGINAL COST SOCIETY - Jeremy Rifkin - 2014
 
 EXPONENTIAL ORGANIZATIONS - Salim Ismail & Yuri van Geest - 2014
 
 THE SECOND MACHINE AGE - Erik Brynjolfsson & Andrew McAfee - 2014
 
 GROENE GROEI - NAAR DE MAATSCHAPPIJ VAN 2040 - Bruggink, Van der Hoeven, e.a. - 2014
 
 THE ENTREPRENEURIAL STATE - Debunking the myth of innovation - Mariana Mazzucato - 2013
 
 AVERAGE IS OVER - Tyler Cowen - 2013
 
 THE GREAT ESCAPE - Angus Deaton - 2013
 
 RADICAL ABUNDANCE - How a Revolution in Nanotechnology will change Civilization - Eric Drexler - 2013
 
 WHO OWNS THE FUTURE? - Jaron Lanier - 2013
 
 THE NATURE OF THE FUTURE - Dispatches from the Socialstructed World - Marina Gorbis - 2013
 
 THE FUTURE - Six drivers of global change - Al Gore - 2013

- 464 -


IN HET OOG VAN DE ORKAAN - Jan Rotmans - 2012
 REGENESIS - How Synthetic Biology Will Reinvent Nature and Ourselves - George Church & Ed Regis - 2012
 
 HOW MUCH IS ENOUGH? - Money and the good life - Robert Skidelsky & Edward Skidelsky - 201
 
 ABUNDANCE - The Future is better than you think - Peter Diamandis/Steven Kotler - 2012
 
 SOURCE - THE INNER PATH TO KNOWLEDGE CREATION - Joseph Jaworski - 2012
 
 WHAT MATTERS NOW - Gary Hamel - 2012
 
 THE THIRD INDUSTRIAL REVOLUTION - How Lateral Power is Transforming Energy, the Economy, and the World - Jeremy Rifkin - 2011
 
 REALITY IS BROKEN - Why games make us better an how they change the world Jane McGonigal - 2011
 
 DU MUSST DEIN LEBEN ÄNDERN - Über antropotechniek - Peter Sloterdijk - 2009
 
 THEORY U - Leading from the future as it Emerges - Otto Scharmer - 2009
 
 THE MASTER AND HIS EMISSARY - The Divided Brain and the Making of the Western World - Iian McGilChrist - 2009
 
 THE SINGULARITY IS NEAR - When Humans Transcend Biology - Ray Kurzweil 2005
 
 A WHOLE NEW MIND - Why Rightbrainers will Rule the Future - Daniel Pink - 2005

- 465 -


PRESENCE - Exploring profound change in people, organizations and society - Peter Senge - 2004
 
 TECHNOLOGICAL REVOLUTIONS AND FINANCIAL CAPITAL - The Dynamics of Bubbles and Golden Ages - Carlota Perez - 2002
 
 LINKED - How everything is connected to everything else and what it means for business, science and everyday life - Albert-Laszlo Barabasi - 2002
 
 DIALOGUE AND THE ART OF THINKING TOGETHER - A pioneering approach to communicating in business and in life - William Isaacs - 1999

- 466 -


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.