Plan - Docentenhandleiding VO – bovenbouw Havo/VWO - Lesbrieven over gelijke rechten en kansen
Debat: Girls first. En jongens dan? Docentenhandleiding bovenbouw havo/vwo
2
Plan - Docentenhandleiding VO – bovenbouw Havo/VWO - Lesbrieven over gelijke rechten en kansen
Debat: Girls first. En jongens dan? Docentenhandleiding bovenbouw havo/vwo
Deze lesbrief gaat over gelijke rechten en kansen voor meisjes in ontwikkelingslanden. Omdat meisjes wereldwijd structureel worden achtergesteld en minder kansen krijgen dan jongens, spant Plan zich extra in om de positie van meisjes te verbeteren. Niet omdat meisjes belangrijker zijn dan jongens, maar om meisjes gelijke kansen en gelijke rechten te geven. Plan is ervan overtuigd dat meisjes ĂŠn jongens een betere toekomst tegemoet gaan als de achterstand van meisjes wordt ingelopen. Want de samenleving kan alleen in balans zijn als ook meisjes zich kunnen ontplooien. Alleen als ook meisjes hun kracht kunnen inzetten, kan armoede blijvend worden opgelost. In deze lesbrief leren leerlingen over de sociale verschillen tussen meisjes en jongens, en over de rechten en kansen van meisjes in ontwikkelingslanden.
Doelgroep Havo/vwo bovenbouw Doel 1. Leerlingen zien in dat er van meisjes en jongens ander gedrag wordt verwacht. 2. Leerlingen zien in dat meisjes en jongens verschillend gedrag vertonen. 3. Leerlingen zien in dat meisjes en jongens anders behandeld worden. 4. Leerlingen zien in dat meisjes en jongens in Nederland dezelfde rechten en kansen hebben. 5. Leerlingen zien in dat meisjes en jongens in ontwikkelingslanden niet dezelfde rechten en kansen hebben. 6. Leerlingen zien in wat kinderrechtenorganisaties als Plan voor meisjes doen. 7. Leerlingen zien in waarom Plan zich juist voor gelijke rechten en kansen voor meisjes inzet. Duur Âą 50 minuten Benodigdheden Geen
Plan - Docentenhandleiding VO – bovenbouw Havo/VWO - Lesbrieven over gelijke rechten en kansen
3
Introductie Natuurlijk zijn mannen en vrouwen niet hetzelfde. Gelukkig maar, want dankzij de fysieke verschillen vullen ze elkaar aan. Traditionele rollenpatronen zijn deels dus biologisch te verklaren. Maar wat heeft ons fysiek met machtsongelijkheid te maken? Bar weinig. Want het feit dat mannen wereldwijd meer macht hebben dan vrouwen heeft niets van doen met grotere spierkracht maar alles met cultureel bepaalde ideeën over mannelijkheid en vrouwelijkheid. We zijn ons er nauwelijks van bewust, maar gender regeert ons leven. Wat is gender nu precies? Gender is het geheel van cultureel en religieus ingegeven ideeën, aannames, normen en waarden over wat mannelijk is en wat vrouwelijk. En dat bepaalt hoe je je als vrouw of als man moet gedragen, wat wel en niet mag, welke rollen en taken voor de seksen zijn weggelegd en wie het voor het zeggen heeft. Gender en de ongelijkheid die daaruit voortkomt, beperkt onze vrijheid en keuzemogelijkheden. Het wordt tijd dat mensen zich hiervan bewust zijn. Grotere gelijkheid brengt namelijk meer vrijheid om jezelf te ontplooien. En daar wordt iedereen beter van. Debatteren Om goed te kunnen leren presenteren, een betoog houden en argumenteren, kun je leerlingen laten debatteren. Oefenen met debatteren gaat erg goed met een opgelegd standpunt. Door je te verplaatsen in het standpunt van de tegenpartij kun je vaak veel beter goede argumenten verzinnen. Het gaat niet meer over ‘wie het meest gelijk heeft’, maar wie het meest overtuigend een mening kan geven. Voor dit debat is de beste opstelling de Lagerhuisopstelling: tegenover elkaar, waarbij je twee partijen hebt, de voorstanders en de tegenstanders. Daarnaast is er een groep toeschouwers die ook de jury is. Actie docent [5 min.] Laat leerlingen de introtekst en de tekst ‘Meisjes maken het verschil’ lezen ter voorbereiding op het debat. Vertel ook wat ze deze les gaan doen lezen. Tip. Je kunt de leerlingen ook thuis deze tekstjes laten lezen of in een eerdere les. Dan kun je één hele les uittrekken voor het debat. Meisjes maken het verschil Plan is een internationale kinderrechtenorganisatie die werkt in ontwikkelingslanden. Plan streeft naar een wereld waarin meisjes dezelfde rechten en kansen krijgen als jongens, zodat alle kinderen zich volledig kunnen ontwikkelen. Met de nadruk op gelijke kansen en rechten voor meisjes, werkt Plan aan concrete en blijvende verbeteringen in het leven van kinderen.
4
Plan - Docentenhandleiding VO – bovenbouw Havo/VWO - Lesbrieven over gelijke rechten en kansen
Theorie en praktijk Voor de wet hebben meisjes en jongens gelijke rechten. Dat is geregeld in het VN-kinderrechtenverdrag dat door 193 landen is ondertekend (met uitzondering van de Verenigde Staten en Somalië). Dat lijkt ideaal. Maar de praktijk ziet er heel anders uit. Want meisjes in ontwikkelingslanden worden enorm achtergesteld, bijvoorbeeld als het gaat om kansen op onderwijs en ontwikkeling. En dat is nog zacht uitgedrukt. De ongelijke machtsverhouding tussen mannen en vrouwen is diepgeworteld in het sociaalmaatschappelijke leven. Deze is ingegeven door tradities, cultuur en godsdienst. Die bepalen dat meisjes en vrouwen minder waard zijn dan jongens en mannen. Plan wil daar iets aan doen. Het gaat er niet om dat Plan jongens niet helpt en meisjes wel. Het gaat er om dat meisjes geholpen worden om die onterechte achterstand in te halen. En daarbij spelen jongens - en mannen - een heel belangrijke rol. Het verschil Meisjes kunnen het verschil maken, als ze de kans krijgen. Een jaar langer onderwijs voor een meisje, betekent later 10 tot 25 procent meer inkomen voor haar. Opgeleide meisjes stoppen later bijna hun hele inkomen terug in hun gezin. Jongens minder dan de helft. Worden jongens dan in de steek gelaten? Integendeel. Er komt juist blijvend verandering in deze situatie als jongens en mannen betrokken worden bij de inspanningen voor meisjes. Juist bij jongens moet het besef komen dat het onterecht is dat meisjes worden achtergesteld, alleen omdat ze meisjes zijn. Mannen en jongens moeten zich realiseren dat meisjes dezelfde rechten hebben en dezelfde kansen verdienen. Als meisjes ook in de praktijk dezelfde kansen krijgen, worden taken en verantwoordelijkheden gedeeld. Daardoor verbetert ook het leven van jongens en van de mannen van morgen: door meer respect voor elkaar, als partner, ouder of medeburger. In actie Plan voert in 48 ontwikkelingslanden projecten uit. Deze projecten gaat de achterstelling van meisjes tegen en verbetert de levensomstandigheden en toekomstkansen van kinderen. Dit doet Plan door: • bescherming tegen geweld; • onderwijs voor alle kinderen; • goede gezondheidszorg; • veilig drinkwater en goede sanitaire voorzieningen; • goede voeding en voedselzekerheid.
Plan - Docentenhandleiding VO – bovenbouw Havo/VWO - Lesbrieven over gelijke rechten en kansen
5
Kortom: als meisjes de kans krijgen, kunnen ze de armoedespiraal doorbreken. Daar profiteert de hele gemeenschap van: vrouwen én mannen, meisjes én jongens. Wat gaat er gebeuren? In deze les wordt stil gestaan bij gender. Er wordt gedebatteerd over een stelling die te maken heeft met dit thema. Actie docent [10 min.] Stap 1 Verdeel de taken Verdeel de klas in drie gelijke groepen. Twee groepen debatteren, de derde groep is toeschouwer en jury. Zoek voor de opdracht uit wie de oudste van de klas is. De groep waarin deze leerling zich bevindt, zijn voorstanders. Benadruk dat zij voor de stelling zijn. Het gaat dus niet om hun eigen mening. De toeschouwers zijn ook de jury en wijzen aan het eind de winnaar van het debat aan. Als je liever geen toeschouwers wilt, kun je de klas ook opdelen in twee groepen. • Per groep worden vier argumenten bedacht die de standpunten onderbouwen. • Ieder argument wordt toegelicht. • Drie leerlingen (nummer 1, 2 en 3) per groep worden uitgekozen die het woord voeren. Zij debatteren met de andere groep. Taken leerling 1, 2 en 3 • Leerling 1 opent het debat met de argumenten die zijn verzonnen door de groep. • Leerling 2 reageert op wat de argumenten van de andere groep. • Leerling 3 geeft op grond van argumenten en tegenargumenten een slotconclusie. • Kies uit de groep toeschouwers een geschikte gespreksleider. Taken gespreksleider • let op de tijd • grijpt in als er door elkaar gepraat wordt • zorgt ervoor dat het debat soepel verloopt • discussieert niet mee.
6
Plan - Docentenhandleiding VO – bovenbouw Havo/VWO - Lesbrieven over gelijke rechten en kansen
Stelling: Natuurlijk worden meisjes anders behandeld dan jongens! Argumenten voor 1. Meisjes gedragen zich nu eenmaal anders dan jongens. 2. Meisjes zijn namelijk geïnteresseerd in andere dingen dan jongens. 3. Er worden ook andere dingen van meisjes verwacht. 4. Meisjes willen niet anders. Alleen dan krijgen ze de aandacht die zij willen. 5. Veel meisjes verwachten dit ook. Ze zullen raar opkijken als je aankomt met een jongenscadeau voor hun verjaardag. 6. Meisjes zijn socialer dan jongens en kunnen dus beter samenwerken. 7. Meisjes en vrouwen zorgen graag goed voor alles en iedereen. 8. In Nederland hèbben meisjes en jongens gelijke rechten, maar dan nog zitten er weinig vrouwen aan de top: ze zijn er dus gewoon niet geschikt voor. 9. Mannen oefenen altijd de leidinggevende functies uit. Vrouwen zijn beter in zorgen en assisteren. Kijk maar naar hun beroepen. Argumenten tegen 1. Hoezo? Ze hebben toch gelijke rechten, dan moet je ze ook gelijke kansen geven. 2. Ook al gedragen meisjes zich anders, dan nog hoeven ze niet verschillend behandeld te worden. 3. Dat wordt nu inderdaad wel gedaan. Maar daar moeten we mee stoppen. Het is niet eerlijk. 4. Jongens en meisjes kunnen evenveel. Zo zijn jongens ook goed in talen en meisjes goed in wiskunde. 5. Het verschil is niet interessant! We zijn allemaal mensen die gelijke rechten en kansen verdienen. 6. Het gebeurt wel maar moet ophouden: als meisjes in ontwikkelingslanden gelijke kansen krijgen, betekent dat een verbetering voor de hele samenleving: meisjes stoppen wat ze verdienen in hun gezin. Stap 2 Voorbereiding [5 min] • De leerlingen bereiden zich voor op wat leerling 1 gaat zeggen. Laat ze dit zoveel mogelijk zelfstandig doen. • In opdracht 2 verdedigt leerling 1 van de voorstanders. Leerling 1 van de tegenstanders valt aan. »» De leerlingen lezen samen de tips door. »» De leerlingen bereiden met de groep voor wat leerling 1 in drie minuten gaat zeggen.
Plan - Docentenhandleiding VO – bovenbouw Havo/VWO - Lesbrieven over gelijke rechten en kansen
7
De volgende vragen helpen de leerling hierbij: • Wat is een goede openingszin? • Welk argument is het belangrijkst? • Aan de hand van welk voorbeeld kan hij zijn argument ondersteunen? • Wat zijn de volgende argumenten? • Hoe kan hij dit argument toelichten? • Welk argument is het minst belangrijk? Oftewel: als de tijd voorbij is, is het niet erg dat dit argument niet genoemd is. • Wat is een krachtige slotzin? Tips voor de leerlingen Als jij aan de beurt bent om te zeggen wat je vindt, kun je dit het beste zo doen: • Trek de aandacht. Dit doe je bijvoorbeeld door zinnen te gebruiken zoals: ‘Wist je dat…’, ‘Het zou toch goed zijn als…’. • Leg je argumenten uit. Geef voorbeelden bij je argumenten. • Breng structuur in je verhaal aan. Bijvoorbeeld: ‘Ten eerste wil ik aangeven dat…’, ‘Mijn volgende punt is…’ en ‘Tot slot vind ik het belangrijk dat…’ • Sluit je verhaal af door de belangrijkste punten kort te herhalen. Zorg dat je laatste zin indruk maakt, net als de beginzin.
Stap 3 Eerste ronde van het debat [6 min.] Voer de eerste ronde van het debat. Spreek de gespreksleider indien nodig aan op zijn rol. • Voorstander 1 verdedigt drie minuten lang de stelling met argumenten. • Tegenstander 1 valt nu drie minuten de stelling met argumenten aan. Stap 4 Voorbereiding tweede ronde debat [5 min.] • Laat de leerlingen de tweede ronde voorbereiden. Probeer te voorkomen dat leerlingen doorgaan met de discussie: als dat gebeurt, is er een risico dat de discussie doodbloedt wanneer er weer voor het echt gediscussieerd gaat worden. • De leerlingen bereiden samen voor wat leerling 2 straks in drie minuten gaat zeggen • De volgende vragen kunnen de leerlingen hierbij helpen: • Op welke argumenten val je je tegenstander aan? • Wat is je tegenargument? • Hoe licht je dit tegenargument toe?
8
Plan - Docentenhandleiding VO – bovenbouw Havo/VWO - Lesbrieven over gelijke rechten en kansen
Stap 5 Tweede ronde van het debat [6 min.] Voer de tweede ronde van het debat. De gesprekleider speelt zijn rol. Spreek de gespreksleider hier indien nodig op aan! • Voorstander 2 valt drie minuten lang de argumenten van tegenstander 1 aan. • Tegenstander 2 valt drie minuten lang de argumenten van voorstander 1 aan. Stap 6 Voorbereiding laatste ronde [5 min.] • Laat de leerlingen de laatste ronde voorbereiden. • Leerling 3 sluit in twee minuten het debat af. Samen met de groep wordt bedacht welke (tegen-) argumenten leerling 3 gaat gebruiken voor de slotconclusie. De volgende vragen kunnen de leerlingen hierbij helpen: • Wat was je sterkste argument? • Wat was de reactie van de andere partij hierop? • Waarom klopt dit niet? • Waarom klopt jouw argument wel? Stap 7 Laatste ronde van het debat [4 min.] • Tegenstander 3 sluit in twee minuten af. Op grond van argumenten en tegenargumenten geeft hij zijn slotconclusie. • Voorstander 3 sluit in twee minuten af. Op grond van argumenten en tegenargumenten geeft hij zijn slotconclusie. Stap 8 Wie is de winnaar van het debat? [5 min.] Laat de toeschouwers de winnaar van het debat kiezen. Vraag hen om hun mening met argumenten te onderbouwen. Je kunt natuurlijk ook zelf de winnaar van het debat kiezen. Tip Wil je meer informatie lezen over dit onderwerp? Ga dan naar www.plannederland.nl