3 minute read

DE KRENTEN IN DE POP

Next Article
VINYL

VINYL

Op 22 februari ontvielen ons twee grootheden uit de popmuziek. We herdenken Mark Lanegan en Gary Brooker.

Mark Lanegan (1964-2022)

Zanger Mark Lanegan is dood. Het zijn vijf woorden die ik eigenlijk niet kan geloven. Ja, de man kampte een groot deel van zijn leven met een hardnekkige alcohol- en drugsverslaving. En ja, vanwege corona lag hij vorig jaar weken in coma en zelfs maanden in het ziekenhuis. Maar toch, ondanks al die voorkennis, was het definitieve einde een verrassend bericht. Lanegan was een opvallende verschijning. Steevast was er erg weinig podiumlicht op hem gericht. Zijn bijnaam was niet voor niets ‘Dark Mark’. Daarbij was hij natuurlijk opvallend vanwege zijn lengte en zijn onmiskenbare roestige, rauwe baritonstem. Ook was daar de podiumpose die eigenlijk altijd hetzelfde was. De ene hand halverwege de microfoonstandaard. De andere hand op de microfoon. Bijna roerloos deed hij zijn ding. Geen inhoudsloze praatjes, geen ingestudeerde podiumact. Hooguit een welgemeend ‘thank you’ richting de toegestroomde bezoekers. Uit alles bleek: het ging niet om hem. Het ging om de boodschappen die hij verkondigde. Wilde je niet luisteren? Prima. Maar bleef je wel staan? Dan greep hij je bij de kladden en kwam je nooit meer echt los van deze rasartiest. Zijn muzikale bijdragen van de afgelopen dertig à 35 jaar, zijn gigantisch. Wat te denken van de grungeband waar hij ooit zijn roem en faam mee vergaarde: de Screaming Trees. Overigens blijkt in zijn autobiografie Sing Backwards And Weep uit 2020 dat hij zelf niet heel veel goeds over deze periode te melden had. Ja, Sweet Oblivion (1992) was wel aardig, maar eigenlijk stelde die band verder weinig voor, schreef hij genadeloos. Maar er was meer. Zo was hij vaak gastzanger. Bij de grungesupergroep Mad Season (album Above) bijvoorbeeld. Of bij de band Queens Of The Stone Age. En later ook bij het Soulsavers-project van Rich Machin en Ian Glover. Ook werkte hij vaak samen met andere muzikanten. Met Afghan Whigs-frontman Greg Dulli bijvoorbeeld, voor diens band The Twilight Singers. En samen maakten ze als The Gutter Twins Saturnalia (2008). Daarnaast vormde hij een onwaarschijnlijk muzikaal duo met de Schotse zangers Isobel Campbell (ex-Belle & Sebastian). En dan hebben we het nog niet eens gehad over het vele solowerk. Eerst onder eigen naam en later onder de vlag van zijn Mark Lanegan Band. Wat te denken van het intieme Whiskey For The Holy Ghost uit 1994. Of de rauwe bluesrock van Bubblegum uit 2004 en de lugubere gitzwarte songs op Blues Funeral uit 2012. Ook zijn laatste muzikale wapenfeit uit 2020 (Straight Songs Of Sorrow) mag niet ongenoemd blijven. Dus ben je ooit door hem bij de kladden gegrepen? Dan zul je mede door al die fenomenale songs nooit meer écht los kunnen komen van Dark Mark en zijn onbetaalbare bromstem. (Dennis Dekker)

Gary Brooker (1954-2022)

Zomer 1967 ging ik op mijn Puch op pad om ‘dat plaatje met dat orgel’ te kopen. De naam van de band was onverstaanbaar op de radio, net zoals de titel. Maar de platenboer wist het meteen. Op zijn toonbank stond een inderhaast bijgeperst stapeltje van Procol Harums A Whiter Shade of Pale. ‘The rest is history’, een geschiedenis die 19 februari jl. ten einde kwam toen Gary Brooker op 76-jarige leeftijd in Londen aan kanker overleed. Brooker en zijn maten (o.a. Mathew Fisher en Robin Trower) wisselden prachtige met orgel besmeerde nummers af met folkachtige nummers als Boredom (A Salty Dog, 1969) en dik aangezette bluesrock als Whisky Train (Home, 1970). Groots, meeslepend en bombastisch werd er nog een keer uitgepakt op Grand Hotel (1973), een album waarvan de titel de muzikale lading fraai dekt. (Fons Delemarre)

This article is from: