Oorsprong dansmeditatie in het bijzonnder

Page 1

DEEL II B IN HET BIJZONDER


The Seed of believe Unfoldes in faith Branches out in experience Flowers in realisation And bares fruit in service (Pir zia Inayat Khan)

B. In het Bijzonder Inleiding: In dit deel zal het ik proberen duidelijk te maken hoe de MdT in relatie staat tot alles wat reeds geschreven is. Hoofdstuk 1. De Cirkel Wanneer men de MdT begint, vormt men een cirkel met elkaar. Wanneer wij dansen beweegt de cirkel naar binnen en naar buiten – zij ademt. Zij verandert voortdurend van vorm. De cirkel symboliseert het Heel-al. De grote kosmische baarmoeder. In de cirkel is iedereen gelijkwaardig. Er is geen hoogste, geen laagste, geen beste, geen slechtste, geen toekomst en geen verleden – analoog aan het ‘bewustzijn zonder vooroordeel’. In een danscirkel is het niet van primair belang hoe goed iemand danst. Ieder danst zo goed als hij/zij kan. In de dansende kring worden de individuele hartritmen geleidelijk, onwillekeurig en onbewust op elkaar afgestemd zoals gebeurt bij de stukjes weefsel uit de sinusknoop die bij samenvoegen alle weer hetzelfde ritme aannemen. De bewegende cirkel heeft ook een beschermende functie. Tijdens het dansen ontwikkelt zich een elektro-magnetisch veld om de cirkel heen. De kring krijgt een eigen energieveld, een eigen lichtlichaam. Dit energieveld heeft helende en beschermende krachten (denk bijvoorbeeld aan de cirkel die dolfijnen vormen als ze hun jongen beschermen). Dit energieveld kan helend zijn voor de individuen die deel uitmaken van de cirkel. Voorwaarde daarvoor is wel dat er een redelijk goede harmonie is tussen de individuen in de kring. Andersom kan harmonie tussen de deelnemers door het dansen ontstaan. Hoe groter de harmonie des te groter de helende en beschermende krachten. Onaangename invloeden van buiten af hebben dan minder vat op het individu. Het lichtlichaam (de Mer-ka-ba blz. )kan zo groot worden dat transformatie in hogere bewustzijn niveau’s tot de mogelijkheden behoort. Zo kunnen de danscirkels bescherming geven tegen de moeilijke tijden die vooraf gaan aan de 1000 jaar vrede. Vergeet nooit, dat wij geen aardse wezens zijn opzoek naar een goddelijke ervaring Maar dat wij spirituele wezens zijn die een menselijke ervaring doorlopen.

(Van een onbekende Rabbi)

Hoodstuk 2

Het midden


In de MdT wordt er altijd gedanst rondom een gecreëerd midden.

Midden gecreëerd tijdens de opleiding. Deze zijn gemaakt voor een grote zaal en een grote kring.

Dit midden symboliseert het kosmische hart, het ademende, zelfbewuste, intelligent, kloppende wezen, dat voor het grootste deel in deze scriptie ‘bewustzijn’ is genoemd. Tijdens de MdT wordt het midden (de ziel) van ieder individuele deelnemer (zie hoofdstuk 3) in de danscirkel voortdurend naar het gecreëerde midden gedraaid. Het individuele bewegende midden wordt voortdurend afgestemd op het ‘tijdelijke, vaste midden’. Hiermee ontstaat de ‘open houding’ (zie hoofdsuk 4). Wanneer tijdens het dansen men zich steeds bewust is van zijn eigen individuele en dat afstemt op het gecreëerde midden, dan mediteren wij in het bewustzijn van onze goddelijke kern en komen wij steeds dichter bij ons zelf en steeds beter leren handelen vanuit deze goddelijke kern, deze bron van liefde. Hoofdstuk 3. De Meditation en Croix, de Kruis Meditatie In het hoofdstuk over de klassieke dans (blz84) heb ik geprobeerd de term ‘en croix’ en de samenhang met de bewegingen van ‘het bewustzijn’ uit te leggen. De ‘meditation en croix’ is een gericht meditatie oefening waarbij de drie posities van de voeten en de armen. De voet en arm bewegingen in deze oefening komen overeen met de beweging in de drie assen (voor mij worden de bewegingen van het ‘bewustzijn’ gemaakt) en deze bewegingen corresponderen met de drie inwijdingsstappen leerling, gesel en meester (uit de vrijmetselarij, zie vorig hoofdstuk). De oefening begint staande in de eerste positie met de armbeweging die vanuit de eerste positie een beweging voor het lichaam omhoog maken tot boven het hoofd en dan weer omlaag (verbinding tussen hemel en aarde en/of andersom). Hiermee wordt de verticale as gemaakt. De as van de Hiërarchie. De as van het hoogste en het laagste. Ter herinnering de posities

1e

2e

3e

uitgangspos.

1e

2e

3e


Bij de tweede beweging, nemen de voeten en de armen een beweging naar buiten toe. Een beweging over de horizontale as. De tweede polariteit. De as van het Moraal. De as van goede en kwade. In de derde beweging staan de voeten in de diagonaal. De armen bewegen via de diagonaal naar boven over het hoofd tot de kroonhouding (la Couronne). Het is de beweging in de saggitale as. De as van de Tijd. De as van toekomst en verleden. De danser staat in het midden, in het nu. Deze beweging verbindt alle windrichtingen met elkaar en vanuit deze beweging ontstaat de spiraal beweging. “Heb de ander lief gelijk u zelve”. Wanner ik zie hoe gij u zelf lief hebt, Vraag ik u mij niet lief te hebben. (gehoord van Marita - medecursist)

Hoofdstuk 4. De drie posities De drie posities uit het vorige hoofdstuk worden in de MdT in verband gebracht met de drie inwijdingsstappen de Vrij Metselaars: Leerling (1e positie - as van de hiërarchie ), Gesel (2e positie - as van het moraal) en Meester (3e positie – as van de tijd). Deze posities geven bewustzijns niveau’s weer. In de Eerste positie wordt ik mij bewust van mijzelf. Behalve de vraag “Waar kom ik vandaan en waar ga ik naar toe?”, kan ik mij afvragen: Wie ben ik, (en daarmee samenhangend wat kan ik, wat weet ik, wat voel ik, wat wil ik? In deze positie leer ik mij zelf kennen. In deze positie kan ik mijn standpunten innemen – op dit moment – in het hier en nu. Ik kan mijzelf met deze standpunten profileren. Ik kan mij hiermee uiten, kenbaar en herkenbaar maken. Dit ben ik, (dit kan ik, dit weet ik, dit voel ik, dit wil ik). In de tweede positie wordt ik mij bewust van de ander. De ander die in de cirkel zowel links als rechts van mij staat. Waar komt de ander vandaan, waar gaat de ander naar toe?. De volgende vragen kan ik stellen. Wie is de ander,(wat kan de ander, wat weet de ander, wat voelt de andere, wat wil de ander)? In deze positie leer ik de ander kennen. In deze positie leer ik de standpunten van een ander kennen en respecteren. In deze positie leer ik mijzelf spiegelen. In en door de ander leer ik opnieuw mijzelf kennen. In de derde positie wordt ik mij bewust van al het andere. Van alles wat mij omringt. Waar komt alles vandaan, waar gaat alles naar toe? Wie is hét andere, (wat kan het andere, wat weet het andere, wat voelt het andere, wat wil het andere)?


In deze positie leer ik dat al het andere uit de zelfde bron komt als ikzelf. Dat alles met elkaar samenhangt. Ik leer de kringloop van het leven kennen. Alles staat in verbinding met elkaar. Niets is los van elkaar – noch in mijzelf, noch buiten mij zelf. Alles komt vanuit een bron. Daar komen wij vandaan en daar gaan wij naar terug. Ik leer opnieuw mijzelf kennen. Deze drie bewustzijn niveau’s kunnen door elkaar lopen – het ene moment kan het accent tijdelijk meer liggen op de ene positie dan op de ander. Analoog bijvoorbeeld aan leeftijdsfasen. Als kind staan we overwegend in de 1e positie, als volwassene meer in de 2e positie, als oudere meer in de 3e positie. De mate waarin we in en posities in het leven staan is sterk individueel. Tijdens de Meditation en Croix proberen we ons eigen midden te vinden. Ergens tussen het hoogste punt en het laagste punt, tussen de linker kant en de rechter kant en tussen de diagonalen, ligt ons midden. Dit midden kunnen we afstemmen, door te focussen, op het gecreëerd midden. Wij kunnen mediteren op de vragen die boven gesteld zijn. Vermeldingswaardig vind ik dat dáár waar de verticale as van ons lichaam, de horizontale as en de diagonale as van het menselijke lichaam kruisen, het borstbeen ligt met daar achter het hart met de sinusknoop – de zetel van de Ziel.

Statische kruis Dynamische kruis ‘Christus’ kruis Andreas kruis

B. C1 C2

A. Verticale as van het lichaam Horizontale as van het lichaam (armen horizontaal gespreid) Diagonale as van het lichaam (armen diagonaal naar links gespreid Diagonale as van het lichaam (armen diagonaal naar rechts gespreid.

In de eerste positie leer ik mijzelf te respecteren, niet te veroordelen, dankbaar te zijn en mijzelf lief te hebben. In de tweede positie proberen we vanuit het verkregen midden in de eerste positie de ander te respecteren, niet te veroordelen, dankbaar te zijn en lief te hebben In de derde positie proberen we vanuit het verkregen midden te beseffen dat ik onderdeel ben van het geheel. Een zandkorrel op het strand en toch uniek en voorbestemd. Ik leer alles wat leeft te respecteren, niet te veroordelen en niet te misbruiken. Ik ben dankbaar en ik leer alles lief te hebben. In de derde as is men zelf het midden – het ‘bewustzijn zonder vooroordeel’, het Christus bewustzijn zelf. Vanuit deze as ontstaat de spiraal beweging in ons lichaam (zoals na de zesde beweging – de voltooiing van de derde as - van het ‘bewustzijn’– de spiraal naar ontstaat), naar het evenbeeld van Torus, het basis patroon van de schepping, naar het evenbeeld van het ‘bewustzijn’ zelf. So Ham (ik ben)!


In de MdT beweegt men zich voortdurend vanuit het midden (het zelf), het object van de meditatie en brengen dit in verbinding met het gecreëerde midden. Zo kan men steeds oefenen in het hier en nu te zijn en vooroordelen los te laten. Hoofdstuk 5. Mantra en Mandala De mantra was een van de aspecten van de meditatie. Dit ziet men in de MdT terug als de dans. De herhaalde beweging van de dansen is de mantra. In sommige dansen kan ook gezongen worden en/of is ook de tekst van de muziek die wij mee kunnen zingen – in gedachte of hard op – mede de mantra (zie het gezongen en gesproken woord blz ) Hoe beter we de dansen kennen, hoe meer ontspannen en beter de houding wordt en soepeler de mantra gaat, des te dieper kunnen we in meditatie komen. De choreografieën, de dansen, vormen vaak mandala’s (heilige cirkels, die men kan maken om te mediteren, waarbij het vooral om het proces gaat en niet om het resultaat, omdat zij veelal heilige geometrische figuren of spirituele symbolen bevatten). Vergelijk enkele mandala’s, graancirkels en danspatronen met elkaar.

Handgetekende mandala door Tibetaanse zandmandala Antoinette Eussen, naar aanleiding van de sacrale dansen tijdens mijn vaders begrafenis.

door Tibetaanse monniken in Amersfoort, 2005

Dans mandala’s

Omslag van dansbeschrijvingen-boekje 1 (Friedel Kloke-Eibl) (Friedel Kloke-Eibl)

Kosmische mandala Graancirkel

Omslag van dansbeschrijvingenboekje 2


Hoofdstuk 6. Spiralen Na de zesde beweging van het ‘bewustzijn’ komt de spiraalbeweging, de 7e beweging, waaruit Torus, het genesispatroon ontstaat.

Men maakt veel gebruik van spiralen tijdens MdT . Hier enkele voorbeelden: Danspsiralen

Kinderen van een lagere school

Omslag dansbeschrijvingen boekje Friedel Kloke-Eibl

Spiraallabyrint (gemaakt tijdens de opleiding)


Van Kunstenaars tot Bouwmeesters waren bekend met deze Gulden Snede. Het Parijse Louvre, Kathedraal van Chartres en vele andere prominente bouwwerken zijn volgens deze heilige geometrie gebouwd – Vitrivius beschreef het in zijn “Architectura”. Ook Rudolf Steiner (grondlegger van de Antroposofie) ontwierp bouwkundige werken in geometrische vormen (Goetheanum). De huizen van veel natuurvolkeren hebben ronde vormen. (Tipi’s, Iglo’s; Mongoolse tenten, Afrikaanse hutten, e.a.).


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.