Het wonderlijke leven van
GROOTVA& GROOTMOE door de ogen van de kleinkinderen
Op nieuwjaarsdag 2009 begint vader met een dagboek. Om het schrijven niet te verleren, zegt hij, en omdat hij één en ander over zijn leven aan het papier kwijt wil. Op 14 januari, zijn verjaardag, schrijft hij het volgende: ‘Welke gevoelens wellen op op je 87ste verjaardag? Een eerste gevoel: grote dankbaarheid omdat ik deze dag nog mag beleven. Een terugblik op 87 jaar voert mij eerst terug naar het ouderlijk huis waar ik zorgeloos mijn jeugd beleefde in een heel eenvoudige omgeving. De grote stap in de wereld was de normaalschool. Alle dagen op de fiets van Hoevenen naar Antwerpen, weer of geen weer. De bekroning liet niet lang op zich wachten: op 1 september 1940 werd ik benoemd aan de gemeentelijke school in Hoevenen. En toen leerde ik mijn liefste Minneke kennen, dochter van de schooldirecteur. Ik zag haar zo gaarne en dat gevoel is na 62 jaar huwelijk nog niet gehavend’ Samen stichten zij een kroostrijk gezin, zoals dat toen genoemd werd. Vader is een nieuwe man ‘avant la lettre’. Boodschappen doen, koken, confituur maken of ‘crème glace’, ….hij doet het met plezier. Voor de kinderen vadert hij met overgave: verhaaltjes vertellen, zingen en wiegen tot de slaap komt, vliegers maken en oplaten, slibberen in de sneeuw. En later zal hij dat met een even groot enthousiasme allemaal nog eens overdoen voor de kleinkinderen. Met de achterkleinkinderen verloopt het noodgedwongen wat rustiger maar met net zoveel liefde en bekommernis. Hij is best een strenge vader, maar hij geeft zijn kinderen ook ruimte. ‘Laat ze experimenteren’ is zijn devies als het over opvoeden gaat. Het verlies van twee kinderen is het onnoemelijke verdriet in zijn leven. Maar samen met moeke kan hij de draad weer opnemen, er weer volop zijn voor de kleinkinderen, genieten van het leven. We kunnen alleen maar hopen dat hij nu weer dicht bij Marc en Jan is. Vader is ook een onderwijzer in hart en nieren. Hij geniet ervan kinderen te leren lezen en schrijven, hen liedjes te leren en hun creativiteit te stimuleren. Het is voor hem een erezaak ook uit moeilijk lerende kinderen het beste te halen. Hij maakt tot in de late uurtjes, samen met moeke, didactisch materiaal
en werkt mee aan het ontwikkelen van lees – en rekenmethodes voor het basisonderwijs. Met 8 kinderen in huis gaat hij terug aan de studie, haalt het diploma aan het hoger pedagogisch instituut en legt het inspecteursexamen af. Het is onvermijdelijk dat een aantal kinderen door de onderwijsmicrobe gebeten wordt en aan tafel wordt dat onderwijs vaak bij hevige debatten op de korrel genomen en worden nieuwe ideeÍn en visies gelanceerd. Vader is een man van woorden. Hij is welbespraakt, leest veel en kruipt bij elke gelegenheid in de pen om in zijn mooie handschrift mensen uitgebreid te feliciteren, condoleren of om hen een hart onder de riem te steken. Er is nog zoveel te vertellen over dit lange gevulde leven. Een leven van hard werken en niet opgeven ondanks de pijn en beperkingen van de laatste jaren. Een leven van wandelen op de heide, vogels observeren en bloeiende rododendron bewonderen. Een leven van de deur openzetten voor een babbel met vrienden bij een glas wijn, ook in het flatje. Een leven ook van sociaal engagement in de parochie, de gezinsbond en het koor. Een leven van bekommerd zijn om anderen, dichtbij en veraf, van de krant lezen, het nieuws volgen en daar een bomeke over opzetten met wie langskomt. Een leven gedeeld met moeke, steeds liefdevol aan elkaars zijde. Een leven van houden van het leven, tot het laatste moment.
Muziek in huis
Dikwijls, als ik aan onze kindertijd terugdenk, valt me te binnen dat wij opgegroeid zijn in een huis waar altijd wel muziek klonk. Mijn allereerste herinnering op dat gebied speelt zich af in de Kerkstraat 21: ik zie ons vader nog op een keukenstoel zitten met op zijn knieën een instrument dat ik toen voor mezelf waarschijnlijk “een grote feep” noemde en waarvan ik later vernomen heb dat het een bariton was, door de Van Dale omschreven als “een koperen blaasinstrument tussen alto en tuba” (weten jullie nu méér?). Het was de tijd dat ons vader nog in de Hoevense fanfare speelde en zijn partij zat te repeteren. En aangezien een bariton geen melodie-, maar een begeleidingsinstrument is, klonk de muziek die eruit kwam redelijk eentonig: pom-pom-pompompom-pom-pom-pompompom… Maar als kind vond ik het fantastisch, want als ik er zelf eens in blies, kwam er helemààl niks uit. Lang is ons vader niet bij de fanfare gebleven, zoals ook blijkt uit een van de brieven naar Kongo, en daarna verhuisde het ding naar zijn klas, waar hij het wel eens gebruikte om een nieuw liedje voor te spelen.
Daarna zijn er, voor zover ik me kan herinneren, behalve een stemvork geen muziekinstrumenten meer in huis geweest tot de oudste meisjes op school blokfluit begonnen te spelen. Maar er klonk altijd gezang. Of ons moeder nu aan het wassen, het strijken of het koken was, altijd werd er daarbij gezongen. Lang ben ik vergeten wat ze zong, maar nu ik zelf de zestig nader, weerklinken er soms weer flarden van die liederen in mijn oren. En ik heb natuurlijk internet, waardoor ik met één flard het hele lied tevoorschijn kan toveren. Al heb ik daarbij soms wel voor rare verrassingen gestaan: toen ik wilde opzoeken wie de componist was van Du bist mein ganzes Herz, dat ik zo dikwijls heb horen zingen, kwam ik eerst terecht op de site van een Duitse cardioloog, daarna op een softporno-site en pas de derde keer was het raak en kwam ik uit bij Franz Léhar. Ik moet zeggen dat het, nu ik zowat dingen weer op een rijtje heb gezet, een merkwaardig gevarieerd repertoire was dat er in ons huis weerklonk. Van het ene moment op het andere werd er overgegaan van Tinneke van Heule, ons maartje / Kan werken gelijk een paardje / Kan melken, kan mesten / Kan schuren gelijk de beste… naar O Kruise, den Vlaming door moeders hand / Op ’t voorhoofd gedrukt en in ’t herte geplant / O Kruis voor de nachtrust! O Kruis voor het werk / O Kruis aan de haardstee! O Kruis op het werk… Van O Maagd, zo rein, zo schoon… naar Er hangt een paardenhoofdstel aan de muur…, dat van de Kilima Hawaiians blijkt te zijn en in 1947 een grote hit was (al kenden ze dat woord toen nog niet). En van de lege schuur van dat paardenhoofdstel terug naar het welgevulde huis: Door mijn woning / Speelt een zonnig licht / ‘k Voel me een kleine koning / In mijn grote plicht… Zou men armoe lijden / Om een mondje meer? / Ach, waar mensen strijden / he-helpt de Heer!
Tot mijn niet geringe verbazing achteraf nam onze brave moeder ook wel eens hoogst onwelvoeglijke liederen in de mond, zoals Die Fahne hoch / Die Reihen dicht geschlossen! / SA marchiert / Mit ruhig festen Schritt…of Und wir fahren / Und wir fahren / Und wir fahren gegen Engeland…, waarvan ik de teksten enkel op donkerbruine sites teruggevonden heb. Het zal wel niet om de oorden, maar om de muziek te doen geweest zijn. En intussen was ons vader de volgende mis van het kerkkoor aan het inoefenen met het Ave Maria van Gounod of het Tantum ergo Sacramentum, waarvan ik in mijn kinderlijke fantasie dacht dat het over een mij onbekende en dus misschien al overleden (maar nog tijdig door een sacramentum bediende) Tante Mergo ging. Ik herinner me ook nog de eerste radio die in huis kwam, en die ons vader ongetwijfeld in de solden had gekocht en met de “boerentram” helemaal naar Hoevenen gesleept. Het ging om zo’n reusachtig bakbeest met draaiknoppen en lampen die eerst moesten opwarmen voordat het ding wilde beginnen te spelen. Ik weet nog dat we na de installatie ervan allemaal hoopvol rond het toestel geschaard stonden en dat we er tussen veel bieps en blups, gekraak en gepiep inderdaad muziek hoorden uitkomen. In elk geval: vanaf dat moment ontbeten we met muziek, die als mijn geheugen me niet in de steek laat ’s morgens voornamelijk op een fluit gespeeld werd door Jean-Pierre Rampal. Op een van de eerste klassieke concerten die ik later bijwoonde, zag ik die intussen hoogbejaarde fluitist optreden en ik was stomverbaasd dat hij behalve op de radio ook in het echt floot. Een iets minder plezierige herinnering heb ik aan mijn eerste “fonoplaat” (een e.p. of extended play, een term die de jongeren tegenwoordig gegarandeerd niet meer kennen), die ik met mijn schaarse spaarcentjes in de solden had gekocht en die vrijwel ogenblikkelijk op ons vader zijn knie eerst in tweeën ging en daarna voor alle zekerheid in vieren (alsof je een half plaatje nog zou kunnen afspelen!) Het was jazz-muziek, een genre dat nu alleen nog in concertzalen beluisterd wordt door deftige oudere heren zoals ondergetekende, maar dat in de Kerkstraat
86 met het woord “getsjoenk” werd aangeduid. Anderzijds moet ik toegeven dat ons vader een keer, toen ik al voor vertaler studeerde, midden in de examenperiode ijlings met mij naar Heist-op-den-Berg gereden is om een concert van Johnny Griffin mee te maken, omdat ik me niet op mijn leerstof kon concentreren met het idee dat ondertussen Griffin in Heist optrad. Het was een Wiedergutmachung en ze heeft geholpen: ik was geslaagd voor mijn examen. Later, toen ik naast jazz vooral naar klassieke muziek ging luisteren, heb ik trouwens nog een paar verrassingen beleefd. Zoals toen ik de liederen van Stravinski beluisterde en plots een Aha-Erlebnis had. (Waar komt al dat Duits toch vandaan?) En nog méér toen ik de Etude opus 10 n° 3 van Chopin hoorde en daar een melodie hoorde die ik die tientallen keren thuis had horen zingen. Ik heb ze teruggevonden. Officieel is de muziek van Lodewijk De Vocht, maar het refrein is noot voor noot afgeschreven van Chopin en de tekst is heel toepasselijk: Als Moeder zong, was heel het huis in vreugde / Als Moeder zong van liefde en levensmoed / Als Moeder zong en ons het hart verheugde / Als Moeder zong, was alles goed. Kortom: nu ik zelf de leeftijd heb om opa te zijn geniet ik nog altijd na van dat zingende huis. Frans Denissen
Korketjes rollen en ze bakken in de stal! Een eeuwige interesse in waar de kinderen en de kleinkinderen mee bezig zijn! Met de atlas in de hand meereizen met de kleinkinderen! Reuzeke spelen op de koer! Wandelen op op de hei en in de dreef op zoek naar de lammetjes en het paard! De vijf kusjes aan Grootmoe... Samen vliegers vouwen en knutselen! Samen op vakantie in Bretagne, Schรถnberg,... Samen onderweg! Praten over politiek, nationaal en internationaal! Snuisteren in de bibliotheek en tekstjes typen op de grote typmachine! Het grote kabouterboek en de wondere avonturen van de kabouters in al onze huizen! Bijles en leuke oefeningen maken in oude schoolboekjes! Samen blokken voor de examens, de leerstof samen doornemen en
dan véél te lang blijven kijken naar Rolandf Garros Altijd gïnteresseerd, nooit veroordelend. We mochten doen wat we wilden, meebrengen wie we wilden (en soms zaten daar nogal wat rare keuzes bij...) In de kelder een Orvalleke gaan halen en dat dan zo perfect mogelijk inschenken Uimeken Duimeken Hogen toren... Sneeuwmannen maken op de koer inclusief de wortelneus, de pet en de pijp. Onze eerste Grote Ondekkingstochten op de zolder. De ontdekking van de radio daar en de zalige geur van oude boeken!
Lieve, goede Grootva, Bedankt van ons alle vier voor zoveel prachtige dingen. Bedankt voor de mooie herinneringen aan iemand waarbij iedereen altijd meer dan welkom was, wie ze ook waren en van waar ze ook kwamen. Bedankt voor alles wat je ons hebt bijgebracht, al van toen we klein waren. Bedankt ook voor die mooie familie van jou en Grootmoe: nonkels, tantes, kozzes en neefjes, nichten en nichtjes, bij wie we ons altijd zo warm verwelkomd voelen en die we dankzij jullie vast elk jaar wel eens terug kunnen zien op een gezellig familiefeest. Laura, Jaume, Gari en ik zullen je missen, hĂŠĂŠl hard missen en we zullen veel aan je denken liefste grootva, want we houden zo veel van je over... Tom
Lieve Grootva, Er was eens een kleinkind, eentje uit een groep van 17, dat nadacht over het leven met jou als Grootva. Meteen na haar geboorte werd zij door Grootva overladen met liefde en zorg. Zodra het mogelijk was kroop zij bij hem op schoot om paardje te rijden. Ook gingen ze hand in hand paardjes kijken of maakten ze een wandeling door de dreef. Met het grote kabouterboek op schoot vertelde hij over het leven van de kabouters en wakkerde haar fantasie aan door hen briefjes te schrijven die wonderwel telkens beantwoord werden. Hij speelde ook voor reus op de koer en gebruikte zijn wandelstok als poort. Onvergetelijk was Pasen. Met alle neefjes en nichtjes, van jong naar oud, mocht zij naar buiten rennen om paaseitjes te zoeken zodra de klokken een seintje gegeven hadden.
Wanneer de tijd voor haar gekomen was om te leren lezen en schrijven begeleidde hij haar met eindeloos geduld. Huiswerk maken, toetsen voorbereiden, het werd allemaal een beetje gemakkelijker aan de grote eettafel in de woonkamer of in de bureau. En wanneer er genoeg gewerkt was mocht er gefietst worden op de hometrainer of mocht zij spelen met de typemachine. Grootmoe zorgde ondertussen voor wat lekkers te eten en te drinken. Na de stap naar de middelbare school en verder werden de contacten anders. Ze speelden niet meer samen, renden niet langer om de tafel maar spraken over nationale en internationale politiek, de studie, de reizen. Voor haar leek dat niet meer dan normaal, ze wist niet beter, maar ontdekte hoe bijzonder dat was toen een vriend kennis gemaakt had met haar Grootva en Grootmoe en verbaasd reageerde op zijn kennis, zijn allertheid en ongeremde interesse in alles om zich heen. Naast de gesprekken genoten ze ook samen van het kijken naar de voetbal, tennis of het wielrennen. Bijzonder was de Ronde van Frankrijk, samen met Grootmoe,waarbij hij haast bij elke bocht kon vertellen welk hotelletje daar te vinden was. Haar Grootva genoot van het leven en wilde haart dat meegeven. Genieten van de lekkere dingen, zelf kroketjes rollen voor bij de rosbief, een uitgebreide ontbijttafel of hĂŠĂŠl precies een glas Orval uitschenken. Als een echter pater familias wilde hij ook dat de hele familie mee zou genieten waardoor zij onder zijn leiding jaarlijks samen kwamen. Een toespraak voor de hele groep hoorde bij het feest. Mooie toespraken, net als de verjaardagskaarten die zij elk jaar op de deurmat vond. Precies op de juiste dag. Bedankt lieve Grootva omdat je altijd en voor iedereen de deur open zette. Bedankt voor alles wat je ons bijgebracht hebt. Bedank omdat je ons een warme familie gegeven hebt. Bedankt voor alle mooie herinneringen... Klaar
Lieve Grootva, Toen we nog kleine kinderen waren, kwam je ons geregeld eens ophalen aan de kleuterschool, nadat je genoten had van een lekker trappistenbiertje in één van de nabijgelegen cafeetjes. We warezn altijd blij als jij en Grootmoe er waren want er viel altijd wel iets te beleven dan. Zo deed je ons geloven dat er kabouters woonden in de bomen, kabouters die zelfs kleine briefjes konden schrijven, die natuurlijk van jouw hand waren, zo leerden we later. Je was ook altijd een helpende hand bij het schoolwerk, en hielp ons de moeilijkste vraagstukken mee oplossen. We waren altijd welkom in Hoevenen,waar we dan o geregeld eens de nacht dorbrachtene nadien konden smullen van een overheerlijk ontbijt en later op de dag een lekkere maaltijd met versgemaakte groentjes. Ook als we ouder werden, bleef je steeds geïnteresseerd in alleswat onsbezig hield, je levenswijsheid, verhalen en speechestijdensde jaarlijkse familiefeesten, zullen ons allen altijd bijblijven. De laatste maanden moeten moeilijk geweest zijn voor jou: beetje bij beetje zag en voelde je je levenskwaliteit achteruit gaan, maar ondanks alleswas er altijd plaats voor een lieve glimlach en een mooi woordje als we langs kwamen. Je kan niet geloven hoeveel deugd dat elke keer deed! We voelen ons natuurlijk erg triestig, want iemand laten gaan die je zo graag hebt gezien in je leven, is noot eenvoudig. Maar laat ons vooral dankbaar zijn, dankbaar voor die vele mooie en waardevolle momenten die we met jou hebben mogen beleven... Vaarwel lieve Grootva, Jonas
Ik weet nog goed hoe Grootva onze fantasie als kind kon prikkelen en een hele imaginaire wereld kon creëren waar we toen echt in geloofden. Telkens hij op bezoek kwam, vertelde hij over de kabouters die leefden onder de grote bomen aan de Coupure in Gent We schreven samen brieven naar de kabouters die Grootva altijd achter het deurtje stak van waaruit we de rolluiken konden open of dicht doen. En telkens opnieuw schreven de kabouters een briefje terug. Als kind waren Jonas en ik altijd zo gefascineerd door deze communicatie en ik sta er nog steeds van versteld hoe lang ik hierin geloofd heb. Dit was ook mijn eerste echte fantasie, want ik kon nog niet lezen of schrijven dus moet ik nog héél klein geweest zijn.
Ook ging Grootva altijd als hij ons van school kwam halen in Gent eerst een goed biertje drinken in de Dulle Griet in Gent. De Dulle Griet is een echt biercafĂŠ waar je honderden verschillend biersoorten kn drinken en Grootva ging hier altijd nen goeien trappist drinken alvorens hij ons kwam halen. Natuurlijk herinner ik me ook de vele inspanningen en de gezellige drukte die er steeds heerste in Hoevenen. De vele keren dat we paaseieren zijn gaan rapen, de steeds rijkelijk gevulde ontbijttafel, de vele gesprekken over voetbal en sport. Hoe Grootva ook altijd over alles kon meepraten en steeds op de hoogte bleef van politiek, cultuur, sport,... Hoe hij zich ook altijd trachtte aan te passen aan alle mogelijke situaties, zolang de mensen die hij zelf graag zag maar gelukkig waren... Ik zal hem missen,... Pieter
Dat ik nooit niet meer de Grootva zal zien is ongelooflijk triestig, maar de goede herinneringen zal ik altijd houden. Zoals hoe de Grootva altijd iedereen zo hartelijk verwelkomde, en met de drie kussen zoals alleen hij het deed. Niet drie smakskes in je oor, maar echt alsof hij met elke kus zei: “Ik ben blij om je te zien. Ik zie je graag en ik zal je nooit vergeten”. Voor jou hetzelfde Grootva: ik ben zo blij dat ik je ooit heb gekend, ik zie je héél graag en zal je nooit vergeten! Al mijn gedachten naar Grootmoe en de rest van de fantastische familie die mij altijd zo welkom en thuis liet voelen. Line
Grootva Lodewijk Denissen 14 januari 1922 - 16 juli 2010
Hij is in zijn lange, vruchtbare leven zoon, echtgenoot, vader, grootvader en overgrootvader geweest. En voor zijn dorpsgenoten bleef hij onveranderlijk “de Meester”. Misschien is dat wel het woord, in zijn betekenis van “iemand die een voorbeeld is voor anderen”, waarmee hij het best kan worden beschreven. Een meester in het leven. Als zoon was hij degene tot wie zijn broers en zussen zich spontaan wendden als ze om raad verlegen zaten. Meer dan drieënzestig jaar was hij een tederer, beschermende echtgenoot. Als vader leerde hij ons wat rechtvaardigheid is en mildheid tegelijk. Zijn kleinkinderen, zijn achterkleinkinderen waren dol op hem, en hij op hen. Het leven heeft hem niet gespaard: twee zonen gingen hem voor in de dood. Ondanks dat groot verdriet bleef hij voor iedereen een steun en toeverlaat, een troostende, bemoedigende stem. Bedankt voor alles wat je ons gegeven hebt, lieve man, vader, Meester!
Onze Jan Jan Denissen
9 februari 1955 - 30 januari 2005
Hou me niet vast vanaf hier heb ik alleen te gaan ik zal altijd -ergensbij je zijn we zijn tochtgenoten maar hier neem ik afscheid ik neem je lachen, je speelsheid mee je warme liefde ook maar hou me niet vast want ik wil zoals altijd in vrijheid mijn eigen weg kunnen gaan.
Onze Mark Mark Denissen 17 april 1951 - 12 augustus 1981
kon ik maar spelen met een kind en met je praten bij kaarslicht: wij hebben nog zoveel te doen vol vreugde is de eenvoud van het leven de stille arbeid voor morgen de vriendschap die géén grenzen kent laat mij nog dromen van geluk en vechten voor wat eerlijkheid en geloven in elkander het zuiden lokt de zon staat hoog in de hemel ik moet nu gaan, ik wuif je na. ‘k zal aan je blijven denken