LPB Platform voor wijkgericht werken
Het kenniscentrum van de sociale praktijk
Buurten in Noord-Holland Verslag van de conferentie, gehouden op 28 september 2006 in het Zaantheater in Zaandam
P R O V I N C I A A L
Wijkgericht werken: opbrengst en perspectief I N S T I T U U T
V O O R
M A A T S C H A P P E L I J K E
O N T W I K K E L I N G
’Buurten in Noord- Holland’ Rap ter afsluiting van de conferentie ’Buurten in Noord-Holland’
refrein: Er zijn zoveel buurten in Noord-Holland en die kunnen vast wel wat van elkaar leren. Dus laten we gaan buurten in Noord-Holland en de tijd nemen om elkaar te informeren. Er zijn zoveel buurten in Noord-Holland, oude buurten, nieuwe buurten, foute buurten, chique buurten. Dus laten we gaan buurten in Noord-Holland, er zijn zoveel typen buurten, ga er heen en zie die buurten. Een huis, twee, drie huizen, een straat, een dak boven je hoofd is waar het eigenlijk om gaat. Maar de uitdaging begint pas als de wijk er staat, want dan is de vraag, wat je er verder van maakt. En wat je de bewoners van een buurt wil geven, een plek om te wonen of een plek om te leven. Bankjes en bomen of asfalt en stenen, een plek om van te houden of om snel weer te vergeten. Ik denk dat iedereen wel in een buurt wil wonen, waar hij zich niet voor hoeft te schamen als zijn vrienden langskomen. Die je enthousiast aan je familie kan beschrijven, waar het niet erg is om in het weekend thuis te blijven. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan, zoveel mensen, zoveel wensen, hoe voldoe je daaraan? Zoveel keuzes, zoveel dingen die verkeerd kunnen gaan, maar ook zoveel mooie buurten die model kunnen staan. want, refrein Een mens, twee, drie mensen, een gemeenschap, kunnen die voor elkaar zorgen, is er eendracht? Als dat zo is, sla je alle vliegen in één klap, maar meestal, wil niet iedereen dat. Dus uiteindelijk moeten er toch zaken geregeld worden, maar dat moet dan ook weer niet overdreven worden. Weet wat je met je regels wil bereiken, weet je wat er speelt in je wijk of weet je van geen wijken?
Ik denk dat iedereen graag een buurman heeft, die een praatje met je maakt als je een kopje suiker leent. Maar die niet op je lip zit, je de ruimte geeft, omdat de moeilijkste beslissingen zijn uitbesteed. Maar ja, dat is makkelijker gezegd dan gedaan, karakters kunnen botsen en wat doe je daaraan? Zoveel mensen om de dialoog mee aan te gaan, zoveel manieren om te leren je buurt te verstaan. want, refrein Als je blij bent met de buurt waarin je woont, laat het zien, kom op, en steek een hand omhoog. Ben je blij met de buurt waarin je woont, kom op, laat het zien en steek een hand omhoog. Zo te zien, zijn de meeste mensen wel blij maar misschien vraag je mij: ’In wat voor buurt woon jij?’ Ik kom uit Amsterdam Oost, heb ook gewoond in West, nu zit ik in Zuid, in een studentenflat. En eerlijk gezegd, dat bevalt me niet echt, maar ik maak me niet druk, binnenkort ben ik er weg. Dan verhuis ik naar een huurwoning in de Pijp en kijk, dat is nog eens een wijk! Een echte volksbuurt, met vriendelijke mensen, een markt en op elke hoek een eettentje. Dus ben je binnenkort in Amsterdam in de buurt van de Van Woustraat? Kom gerust eens langs. Ja toch, even buurten in Noord-Holland; oude, nieuwe, foute, chique buurten in Noord-Holland. Zoveel type buurten, ga erheen, zie die buurten! Artiest: ’Robian’ U vindt de CD achterin deze publicatie.
Inhoud Voorwoord
.......................................................1
Wenkende perspectieven voor het wijkgericht werken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Openingswoord door mevrouw Joki Harms, afdelingsmanager Jeugd, Zorg en Welzijn, provincie Noord-Holland . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Inleiding ’Tien jaar wijkgericht werken: opbrengst en perspectief’ door de heer Nico de Boer, beleidsschrijver en onderzoeker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Inleiding ’Stedelijke vernieuwing en wijkgericht werken’ door mevrouw Esther Agricola, directeur KEI-kenniscentrum stedelijke vernieuwing . . . . . . . . . . . . . . . 9
Interview: Partners in wijk en buurt Impressie van het interview met partners in de wijk door de heer Tim Boyenk en mevrouw Hillie van Netten, senior adviseurs PRIMO nh. . . . . . . . . 11
Workshops: winkelen voor de wijk Impressie van de presentaties en discussies vanuit de zeven workshops . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Bijlage: ’Van wijkbeheer naar ’Bureau Burger & Samenleving’, essay dat Nico de Boer in opdracht van PRIMO nh schreef voor de conferentie ’Buurten in Noord-Holland’. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Over PRIMO nh en het LPB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Voorwoord Wat is er de laatste tien jaar terechtgekomen van het buurten wijkgericht werken? In het begin ging het vooral over buurtbeheer. Gemeenten gaan de buurten in. Bewoners mogen hun verhaal doen en dat gaat vaak over tegels, hondenpoep, geparkeerde auto’s, rondzwervend vuil en kinderspeelplaatsen. Gemeenten ontdekken dat zij nooit alleen al deze problemen kunnen oplossen. Bewoners zullen ook zelf de handen uit de mouwen moeten steken en er zijn meer partners in de buurt. Woningcorporaties, politie, welzijnswerk, scholen en zorginstellingen vormen samenwerkingsverbanden.
Kunnen we stenen inwisselen voor een jongerenwerker? En de kleine steden en dorpen, hoe gaat het daarmee? Is het werken aan plattelandsvernieuwing niet minstens zo belangrijk als het werken aan stedelijke vernieuwing? Wijkgericht werken gaat niet meer over buurtbeheer alleen. Wijkgericht werken gaat over bewoners die méér voor zichzelf moeten gaan zorgen. Het gaat over stedelijke vernieuwing en sociale herovering. Wijkgericht werken dwingt professionele vakmensen gericht te kijken naar de vraagstukken in buurten en wijken. Wijkgericht werken gaat over diensverlening van de overheid en over nieuwe vormen van bewonersparticipatie en politiek bedrijven. Kom, we gaan buurten in Noord-Holland, want daar liggen de uitdagingen op ons te wachten!
Kom, laten we gaan buurten in Noord Holland! Tijdens de conferentie ’Buurten in Noord-Holland’ op 28 september
Els Diepenmaat, senior adviseur PRIMO nh
2006 vindt een mooi gesprek plaats tussen de verschillende partners in de buurt. De bijna 200 deelnemers wisselen vanuit
Willem Stam, voorzitter LPB, platform voor wijkgericht werken
hun werkpraktijk ervaringen uit en gaan met elkaar in gesprek over de toekomst van het wijkgericht werken. Er wordt gesproken over ’de taal van de straat’, die steeds slechter verstaanbaar wordt bij de grote professionele organisaties en het gaat over ’vertrouwen in elkaar’. Op het niveau van straat en buurt zit het wel goed na tien jaar wijkgericht werken. Maar wat zijn dan de thema’s op dit moment in de buurten en waar gaan we de komende tien jaar naar toe? De actuele thema’s komen in de workshops tot uiting. Mensen in buurten moeten meer voor elkaar gaan zorgen, los van allerlei professionele organisaties. We krijgen behoefte aan nieuwe vormen van bewonersparticipatie waarbij de bewoners centraal moeten staan, terwijl de professionele organisaties faciliteren. Leefbaarheid blijkt in toenemende mate iets te maken te hebben met veiligheid en veilig voelen. ’Investeren in sociaal’, hoe gaan we dat doen?
01
December 2006
2
Openingswoord DOOR MEVROUW JOKI HARMS, SECTORMANAGER JEUGD, ZORG EN WELZIJN, PROVINCIE NOORD-HOLLAND
Dames en heren, Welkom, ook namens de provincie Noord-Holland!
Wat in dit verband van belang is, is de ondersteuning van het uitvoerend werk. Dat gebeurt door de steunfunctie-instellingen, waarvan PRIMO nh er één is. PRIMO nh is één van onze uitvoe-
Terugkijken en vooruitkijken, daar gaat het vandaag om.
ringsorganisaties in het veld en zet zich met grote betrokkenheid
Terugkijken op tien jaar wijkgericht werken en vooruitkijken door
in voor het oplossen van maatschappelijke problemen door de
op zoek te gaan naar de perspectieven voor de toekomst.
inbreng van kennis en expertise. Via PRIMO nh proberen wij een
Gezien het grote aantal belangstellenden vandaag is daar
aantal voor ons belangrijke uitgangspunten te verwezenlijken.
behoefte aan, net zoals aan het uitwisselen van ervaringen. Deze conferentie lijkt me nu al een schot in de roos!
Denk aan het inzicht dat mensen die dat willen, zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen in hun eigen vertrouwde
We hebben net uit de jubelende verhalen rond Prinsjesdag en
omgeving. Daartoe willen we participatie van bewoners en daartoe
de miljoenennota kunnen horen dat het met de welvaart de
willen we een bruikbaar, bereikbaar, en toegankelijk voorzieningen-
goede kant op gaat. Nederlandse huishoudens zijn er collectief
aanbod. We weten dat door de vergrijzing de behoefte aan
stevig op vooruitgegaan. Dankzij de stijgende huizenprijzen en
levensloopbestendige woningen snel groeit. Dat is voor ons de
de stijgende aandelenkoersen zijn zij er in de afgelopen periode
essentie van wijkgericht werken: dicht bij de burger.
maar liefst 84 miljard euro rijker op geworden. Daarin zijn wij - vanuit ons Stimuleringsprogramma Wonen, Welzijn Dat is de welvaart. Maar hoe zit het met het welzijn? Zoals u weet
en Zorg - ondersteunend en faciliterend richting gemeenten;
een begrip dat zich veel moeilijker in getalletjes laat uitdrukken.
zij voeren tenslotte uit, wij als provincie trekken de lijnen van
Bovendien is het een breed begrip. In ons Sociaal Beleidskader
het speelveld, en we kunnen financieel bijdragen.
2005-2008 behandelen we het onderwerp in zijn volle breedte en in de nota Welzijn werkt hebben wij een aantal beleidsdoel-
Zoals in de gemeente Velsen, waar het Zeewegterrein in IJmuiden
stellingen geformuleerd. In Welzijn werkt snijden we verschillende
zal transformeren in een levensloopbestendige, veelzijdige en
thema’s aan, uiteenlopend van integraal jeugdbeleid tot de
levendige woonwijk: de Binnenhaven. In 2010 moeten er ongeveer
participatie van allochtone ouderen. En van dorpshuizen tot de
600 woningen staan, met het dorpsplein als centraal punt.
problematiek van de multiculturele steden. Deze thema’s zullen
Aan dat dorpsplein zal een mix van zorg- en welzijnsvoorzieningen
vandaag in de verschillende workshops aan de orde komen.
komen. Maar een ’zorghoek’ of ’ouderenstad’ moet de Binnen-
Thema’s waarin de provincie geïnteresseerd is.
haven niet worden; vandaar dat er aan de buitenkant van de woningen geen verschil te zien is tussen een zorgwoning en een reguliere woning. Een mooi en ambitieus totaalconcept, lijkt me.
03
Ander voorbeeld: de zes voorbeeldprojecten in het landelijk
In deze zaal zitten de mensen die het moeten doen. Ook de
gebied. Tien gemeenten, waaronder samenwerkingsverbanden
komende tien jaar. Op welke vragen moeten we ons voorbereiden?
van verschillende gemeenten, - zoals Oostzaan/Landsmeer,
En welk instrumentarium hebben we nodig?
Schermer/Beemster en Graft-De Rijp/Zeevang -, gaan de komende
Over het hoe van die inzet, over welke kant het opgaat of zou
vier jaar een samenhangend aanbod van wonen, welzijn en zorg
moeten gaan en over ieders rol in het wijkgericht werken,
ontwikkelen.
komen we vandaag hopelijk meer te weten. Ik ben benieuwd! En nogmaals, ik hoop dat we vandaag antwoord krijgen op de
Onlangs nog heeft de provincie 55 stedelijke vernieuwingsprojecten
vragen: zijn wij op de goede weg en doen wij de goede dingen?
gehonoreerd met een UNA-bijdrage. In deze projecten worden maatschappelijke problemen aangepakt en krijgt het voorzieningen-
Ik wens u een fijne en vruchtbare conferentie.
niveau van de lokale economie een impuls.
Dank u wel!
Wat we ook belangrijk vinden als provincie, is dat je kennis opbouwt en die kennis vervolgens ook deelt. Dat je leerervaringen uitwisselt. Heel de vooruitgang van onze beschaving stoelt op gedeelde kennis. En daarbij: kennis die niet gedeeld wordt, is minder productief. Dames en heren, wie wijkgericht werkt, komt problemen en uitdagingen tegen. Hoe bevorder je de bewonersparticipatie? Hoe bevorder je de sociale veiligheid in de wijk? Hoe investeer je zowel in de fysieke als in de sociale stedelijke vernieuwing? Wat kunnen we leren uit tien jaar wijkgericht werken? Is de wijk de meest geschikte schaal om problemen aan te pakken? In hoeverre los je de problemen op of verplaats je ze? Is er bijvoorbeeld een relatie met werk- en opleidingsinstituten? Dit soort vragen komt aan de orde in de verschillende workshops van vanmiddag. Graag horen we uw inbreng!
B U U RT E N I N N O O R D - H O L L A N D
4
Inleiding:
Tien jaar wijkgericht werken; opbrengst en perspectief
1)
DOOR DE HEER NICO DE BOER, BELEIDSSCHRIJVER EN ONDERZOEKER
Moet er in elke gemeente een Bureau Burger en Samenleving
Nederlandse wijken niet aantoonbaar leefbaarder zijn geworden
komen, zoals ik in mijn essay betoog? Laat ik gelijk met deze
door tien jaar wijkgericht werken. Maar oké, we weten natuurlijk
prangende vraag openen. Vanwaar dat voorstel? Een paar cruciale
niet wat er met de leefbaarheid zou zijn gebeurd wanneer er
bevindingen uit recent onderzoek naar wijkgericht werken vormden
níet wijkgericht was gewerkt. En door de aanpak van specifieke
de aanleiding voor dit omstreden voorstel. Daarbij gaat het allereerst
probleemgebieden is er wel meer aandacht voor beheer na
om één centrale conclusie: wijkgericht werken is de afgelopen tien
vernieuwing. In die zin zijn er voor bewoners op kleine schaal
jaar breder en hoger geworden.2)
wel goede resultaten bereikt.
Ten eerste is het wijkgericht werken - zowel in de wijken als op
Een tweede heikele kwestie. Heeft tien jaar wijkgericht werken
het gemeentehuis - meer terreinen gaan bestrijken. Bijna overal
geleid tot meer betrokken bewoners? Ik proef hier in gemeenten
is wijkgericht werken afkomstig uit de hoek van het fysieke beheer.
vaak een jubelstelling over, maar wil ook hier enige relativering
Via de algemene noemer ’leefbaarheid’ is die verbreding gegaan
aanbrengen. Vroeger was burgerparticipatie ook niet gering.
naar veiligheid en sociaal beleid.
Denk aan de stadsvernieuwing, of de buurten en wijken in de
Ten tweede krijgt het wijkgericht werken met vallen en opstaan
jaren vijftig. Daar komt bij, dat in de praktijk de samenstelling van
een hogere functie: aanvankelijk ging het met name om het
de populatie actieve burgers nogal eenzijdig is: vooral redelijk
corrigeren van onvolkomenheden en tekorten in fysiek beheer.
opgeleide, oudere mannen die houden van vergaderen.
De laatste jaren heeft wijkgericht werken zich van een reactieve
Hoewel, vrouwen zijn bezig met een inhaalslag. Wel zie je nieuwe
werkwijze steeds meer tot een proactieve werkwijze ontwikkeld.
vormen van betrokkenheid: korter, eenmaliger, minder verplichtend.
Het gaat de afgelopen tien jaar potentieel steeds meer om
Bijvoorbeeld in de vorm van panels en single issue werkgroepen.
agendering en programmering en soms ook om procesmanagement en regie.
Waar zit de winst van het wijkgericht werken dan wel, vraagt u
Die trends worden niet altijd door iedereen in dank afgenomen.
zich af. Welnu, vooral in het ontstaan van een wakkerder professio-
Het voelt voor collega-ambtenaren lastig als wijkcoördinatoren
neel en ambtelijk mechaniek op operationeel niveau. Zeg maar:
zich steeds meer gaan bemoeien met beleid dat voorheen in
de wijkmachinerie, waarin een aantal elementen in wisselende
de luwte van het stadhuis werd ontwikkeld. Toch is dit naar mijn
combinaties een rol spelen. Zoals zelfsturende teams voor fysiek
mening een onomkeerbare trend, die zich de komende jaren
wijkbeheer en goed functionerende meldlijnen. Daar vlak boven
verder zal voortzetten.
hangen de wijkmanagers, die zorgen voor samenhang en integraliteit en de contacten met andere spelers bewaken.
Opbrengst van het wijkgericht werken
Die spelers werken samen in professionele wijkteams, waarin
Ik wil in dit verband een paar heikele vragen aan u voorleggen.
behalve de gemeente ook corporatie, politie en welzijnswerk
Ten eerste, heeft het wijkgericht werken van de afgelopen tien
zitten, vaak aangevuld met bewoners en soms met professionals
jaar geleid tot leefbaarder wijken? Hoe (on)leefbaar waren
uit de zorg en ondernemers. Deze wijkmachinerie wordt in
’de wijken’ vroeger eigenlijk? Van welke invloeden is dat afhankelijk
toenemende mate ondersteund door een serie instrumenten,
en hoe meet je dat? Als leefbaarheidmonitoren al aantoonbare
zoals wijkjaarplannen, wijkperspectieven, wijkagenda’s, buurt-
verschillen in de tijd aangeven, is veelal niet duidelijk waaraan
kranten enzovoort.
deze zijn toe te schrijven. Mijn conclusie is dan ook dat de
05
Die machinerie functioneert in een aantal gemeenten uitstekend,
gericht werken gingen gemeenten het afgelopen decennium aan
toch wil ik op basis van de benchmark ook hier enige nuancering
de slag met vernieuwing van lokaal bestuur en politiek. Denkt u
aanbrengen. We merkten dat er in het wijkgericht werken veel
daarbij aan de dualisering en de scheiding van verantwoordelijk-
mis gaat in de aansluiting tussen het operationele, het tactische
heden tussen raad en college en aan nieuwe vormen van lokale
en het strategische niveau. Op politiek en strategisch niveau mag
politiek met directere invloed van burgers. Dit kwam vrijwel altijd
er dan wel zeer algemene ondersteuning zijn, maar als puntje bij
los van het wijkgericht werken tot stand. Evenzeer van belang is
paaltje komt gaan wethouders en sectordirecteuren hun eigen
de scheiding van beleid rond wijkgericht werken enerzijds en
gang, als koninkjes in hun eigen rijk. Op tactisch niveau constateer
stedelijke vernieuwing anderzijds. Voor dit laatste is een apart
ik veel lijdelijk verzet. Goed opgeleide leidinggevenden die zich
circuit van beleidsontwikkeling, uitvoering en aansturing tot
baseren op regels, handboeken en procedures en veelal een
ontwikkeling gekomen. Soms lijkt het erop dat het wijkgericht
stevige afkeer hebben van die lastpakken in de wijk. Resultaat
werken bedoeld is voor overzichtelijke beheerwijken met hier
hiervan is een blijvend verkokerd optreden van de gemeente,
en daar een probleempje, terwijl stedelijke vernieuwing gaat om
klagende bewoners en maatschappelijke organisaties, en wijk-
ontwikkelingswijken met een hoge dynamiek, flitsende contacten
coördinatoren die van beide kanten als kop van Jut fungeren.
met projectontwikkelaars et cetera.
Dit leidt al snel tot cynisme en de neiging van wijkcoördinatoren zich in de buurt te verschansen, waar hun rol immers wel op prijs wordt gesteld. Nee, dames en heren, het is nog geen koek en ei in de wijkmachinerie.
1)
bouwt voort op het essay Van wijkgericht werken naar Bureau Burger
Perspectieven voor het wijkgericht werken
en Samenleving’ dat hij in opdracht van PRIMO nh voor deze conferentie
In mijn essay, dat u voorafgaande aan deze conferentie ontving, schets ik een aantal oorzaken voor de opbloei van het wijkgericht werken in de jaren ’90. Ik noem de zelfsturende teams, de beter geschoolde en kritischer burgers, de omgang met de lokale democratie en de geconcentreerde aandacht voor wijken in het kader van Sociale Vernieuwing, Grotestedenbeleid en Stedelijke Vernieuwing. Deze fenomenen kennen op hun beurt hun eigen dynamiek, die van belang is voor de toekomst van het wijkgericht werken. Zo kunnen zelfsturende teams rond fysiek wijkbeheer er toe leiden dat wijkcoördinatoren potentieel steeds meer los komen te staan van fysiek wijkbeheer. Dit is een riskante ontwikkeling, wijkgericht werken dreigt daarmee zijn basis te verliezen. Een andere belangrijke factor in de omgevingsdynamiek is het ontstaan, ook in de afgelopen tien jaar, van een eilandenrijk van beleid richting burger. Bijna hermetisch gescheiden van het wijk-
B U U RT E N I N N O O R D - H O L L A N D
Dit is een bewerking van de inleiding door Nico de Boer. Zijn inleiding
schreef en die u als bijlage bij deze publicatie aantreft. 2)
De gedachte van een Bureau Burger en Samenleving komt voort uit het initiatief van zes gemeenten in Nederland om te komen tot een benchmark wijkgericht werken. Daarmee wordt voortgebouwd op eerdere ervaringen van PRIMO nh met de vergelijking van wijkaanpakken in Noord-Holland. In 2005 is in opdracht van het LPB een onderzoek in zes gemeenten uitgevoerd door de DSP Groep en Nico de Boer. De bevindingen zijn vastgelegd in een rapportage (zie www.lpb.nl). Inmiddels hebben zij een soortgelijke benchmark uitgevoerd in acht Gelderse steden (in opdracht van de provincie Gelderland) en heeft de gemeente Den Helder zich onlangs eveneens aangesloten. De resultaten van de benchmark zijn zeer inspirerend. En dat was van meet af aan de bedoeling: elkaar inspireren en niet zozeer dorre cijfertjes vergelijken. Inmiddels heeft de eerste groep van zes gemeenten, waaronder Zaanstad, een ’leergang wijkgericht werken’ op basis van de benchmark afgerond.
6
Een derde factor in het eilandenrijk van lokaal overheidsbeleid is
Dames en heren, ik begon mijn inleiding met het voorstel voor
de groeiende aandacht voor ’dienstverlening’. Denk bijvoorbeeld
een Bureau Burger en Samenleving. Daarmee heb ik niet meer
aan het programma ’de andere overheid’, waarmee dienstverlening
bedoeld dan wat ik hierboven als perspectief van wijkgericht
aan burgers als klant centraal staat. Terwijl het wijkgericht werken
werken heb voorgesteld. Ten eerste hoger en breder, met een
de burger vooral als coproducent van de eigen leefomgeving
blijvende aandacht voor zorgvuldig fysiek beheer van wijken.
benadert.
Ten tweede bundeling van krachten met vernieuwers van dienstverlening, lokale politiek en stedelijke vernieuwing. Voor die
Hoe moet het wijkgericht werken zich nu in het licht van dit
bundeling is ’Bureau Burger en Samenleving’ niet meer dan
veranderende en boeiende strategische veld opstellen? Welnu,
een codewoord.
als onderzoeker wil ik u graag een advies in twee delen geven. Ten eerste het wijkgericht werken doet er goed aan de trend van hoger en breder serieus te nemen en voort te zetten. Concreet betekent dit dat u zich niet verkokerd op alleen fysieke problemen in de wijk richt. Bewoners ervaren het leven in de wijk als integraal, waarbij fysiek, sociaal, economisch en veilig hecht verweven zijn. Om diezelfde reden adviseer ik fysiek beheer niet los te koppelen van wijkgericht werken. Fysiek wijkbeheer is een onmisbare basis voor wijkgericht werken om breder en hoger te kunnen fungeren. Vanuit de optiek van bewoners ligt daar de kern van de kwaliteit van de leefomgeving. Voor wat betreft de verhoging, ook die zou ik serieus blijven nemen. Geef vanuit de wijk mede vorm aan beleid op allerlei terreinen, zorg dat signalen uit de wijk op de bureaus van de beleidsmakers belanden. Stel u niet tevreden met een correctief rolletje in de uitvoering. Het tweede deel van mijn advies ligt in het verlengde hiervan: leg betere relaties met vernieuwing van de lokale politiek, met stedelijke vernieuwing en ’dienstverlening’. Want daar is men in de kern bezig met hetzelfde probleem: het versterken van de responsiviteit en vraaggerichtheid van het gemeentelijke apparaat.
07
B U U RT E N I N N O O R D - H O L L A N D
8
Inleiding:
Stedelijke vernieuwing en wijkgericht werken
DOOR MEVROUW ESTHER AGRICOLA, DIRECTEUR KEI-KENNISCENTRUM STEDELIJKE VERNIEUWING
Binnenkort is het tien jaar geleden dat vanuit VROM de nota
valt de verkoop van de naoorlogse woningen tegen.
Stedelijke Vernieuwing werd gelanceerd. Wat waren de ambities
Een ander groot probleem is de financiering van de stedelijke
toen? In de nota wordt voor het eerst gesproken over een
vernieuwing, onder andere door de verkokerde budgetten.
integrale aanpak. Stedelijke vernieuwing is meer dan volkshuis-
Daarnaast is er een grote tegenstelling tussen de torenhoge
vesting, het gaat niet alleen over stenen stapelen, zo valt te lezen.
ambities die worden uitgesproken en de beperkte hoeveelheid
De stad moest revitaliseren en zich rehabiliteren, hierbinnen
geld die wordt vrijgemaakt voor de uitvoering ervan. Het draagvlak
kregen gemeenten veel verantwoordelijkheid. De samenwerking
onder bewoners wordt eveneens als knelpunt genoemd, vooral
tussen publiek en privaat werd in deze nota hoog aangeschreven.
als het gaat om een sloopproces. In de praktijk blijkt het moeilijk
En bij deze ambities stond de burger centraal.
om migranten te betrekken bij de stedelijke vernieuwing. Tot slot noemt Dekker in haar brief knelpunten die te maken hebben
Wat is er van die ambities overgebleven? Als u de brief die minister
met de ingewikkelde regelgeving en de milieuproblematiek.
Sybilla Dekker in het voorjaar van 2006 naar de Tweede Kamer stuurde erbij pakt, vallen een paar zaken op. De stad als geheel
Het is altijd interessant om zicht te krijgen op de problemen die
krijgt nauwelijks meer aandacht, de minister noemt zich in de
worden ondervonden bij het uitvoeringsproces van de stedelijke
wandelgangen niet voor niets de ’minister van wijken’. En de rol
vernieuwing, maar het is ook goed te kijken naar wat er is gerea-
van marktpartijen is fors tegengevallen. De aandacht gaat met
liseerd. Het ministerie van VROM heeft de convenanten die zij
name uit naar:
heeft afgesloten met de 56 prioritaire wijken geanalyseerd en
differentiatie van de woningvoorraad en terugdringen
geïnventariseerd welke vorderingen zijn gemaakt. Deze schema’s
van het woningtekort;
zijn te vinden op www.kei-centrum.nl (brief Dekker 2006).
een beter beheer van de openbare ruimte;
Een voorbeeld: over bewonersparticipatie zijn door gemeenten
meer voorzieningen in wijken;
afspraken gemaakt, echter slechts 10% zegt in de wijkenaanpak
veel aandacht voor de leefbaarheid en tot slot
expliciet de bewoners te betrekken. Een andere opvallende lage
bewonersparticipatie, met een wezenlijk andere betekenis
waarde is dat maar 15% van de gemeenten zegt dat de draag-
dan de ’burger centraal’ uit 1997.
vlakmeting bepalend zal zijn voor de besluitvorming.
Waarmee het ambitieuze credo van ’de burger centraal’ in de praktijk lijkt te zijn vervallen tot het aloude adagium van
Vanuit de praktijk zien wij een aantal andere dilemma’s binnen
draagvlakverwerving.
de stedelijke vernieuwing die wat ons betreft een pregnante rol in het debat zouden moeten spelen. Ik ga daar nu op in.
Knelpunten
09
In de brief van minister Dekker worden ook de knelpunten
Urgentie
genoemd die spelen in de stedelijke vernieuwing en de wijken-
Binnen de huidige stedelijke vernieuwing moet er goed gekeken
aanpak anno 2006. Ik wil de belangrijkste hier aanstippen.
worden naar ’wat was ook alweer het probleem?’ en ’voor wie doen
Ten eerste de tegenvallende afzetmarkt. Binnen de politiek gaat men
we deze opgave ook alweer?’. Als je niet oppast, gaat stedelijke
uit van de gedachte dat eigen woningbezit leidt tot een beter (eigen)
vernieuwing over alles, met als gevolg dat het aan richting verliest
beheer van de woning en dus van de buurt/wijk. Maar ondertussen
en zelfs verdampt. In de partijprogramma’s voor de verkiezingen
van november 2006 wordt de stedelijke vernieuwing nauwelijks
hooguit voor hun economische situatie.
nog expliciet genoemd. Sociaal-economische vooruitgang van
Het punt is dat dergelijke etiketten in de meeste gevallen niet als
burgers wel, de ’participatiemaatschappij’ is het credo.
zodanig door de bewoners en direct betrokkenen worden herkend.
Wat bovendien opvalt is de grote aandacht voor wijken, de stad
Let dus op de taal en vermijd negatief jargon. Verbetering begint
als geheel lijkt uit de gratie. Dat is opmerkelijk omdat het werken
bij waardering en respect. Voor mensen, maar ook voor de straten,
aan sterke, vitale steden een belangrijk item is. Niet alles is op
pleinen en gebouwen. De effecten van nalatig en gebrekkig
wijkniveau te regelen. Voor alle duidelijkheid: sociaal-economische
beheer zijn wat dat betreft enorm. Veel stedelijke vernieuwing is
revitalisering is één van de belangrijkste doelstellingen van de
hierdoor een noodzakelijk kwaad geworden, wat misschien voor-
stedelijke vernieuwing, maar als je kijkt naar de praktijk worden
komen had kunnen worden.
veel stedelijke vernieuwingsprocessen gedomineerd door de financieel gedreven - vastgoedoperatie. De vraag is op welk
Richting, Diversiteit, Integriteit, Creativiteit.
probleem dat een antwoord is. Waar ligt de urgentie?
Er zal een omslag in het denken over de stedelijke vernieuwing moeten komen. Allereerst zal het proces van stedelijke vernieuwing
Schaalniveaus
meer richting krijgen door het doel helder te bepalen. Op dit
De kwestie van schakelen door de verschillende schaalniveaus
moment wordt er te veel op ’outputresultaten’ gestuurd en te
verdient veel aandacht binnen de stedelijke vernieuwing.
weinig op effecten en kwaliteit. Daar komt bij dat niet altijd duidelijk
Ieder probleem heeft zijn eigen schaalniveau waarop maatrege-
is wie verantwoordelijk is voor het bewaken van deze processen.
len genomen kunnen worden. Hoe werkt de stad? Hoe kun je
Diversiteit is één van de kernbegrippen als het gaat om revitalisering.
het kleine verbinden met het grote verhaal?
Keuzevrijheid voor bewoners, gelaagdheid in de wijk. De stad is
Stedelijke vernieuwing moet oppassen dat het zichzelf niet
complex, de maatschappij is complex. Dit mag niet door de ste-
teveel isoleert van de klassieke stadsontwikkeling, en blijft hangen
delijke vernieuwing gesimplificeerd worden. Stedelijke vernieuwing
op het niveau van volkshuisvesting en ’schoon, heel en veilig’.
moet verrijken en waarde toevoegen. Dit vereist misschien een
Er ligt een duidelijke relatie tussen ’social engineering’ en steden-
nieuw type professional die niet automatisch in blauwdrukken
bouw, terwijl dat laatste uit de gratie is geraakt (te technocratisch,
denkt, maar empathisch om weet te gaan met elke nieuwe
te veel maakbaarheid, te veel top-down). Dat is betreurenswaardig,
opgave en met de verschillen.
omdat stedenbouwkundige kwaliteit één van de belangrijkste
Stedelijke vernieuwing gaat over integriteit, weten wat er speelt,
dragers is van een goed functionerende wijk.
obstakels wegnemen en mogelijkheden aangrijpen. Partijen moeten niet hun eigen problemen oplossen, maar die van bewoners!
Noodzaak van waardering
De grip op de realiteit moet door beleidsmakers goed in het oog
Het respect voor mensen moet in de stedelijke vernieuwing
worden gehouden. Blijf dicht op de huid van de stad en wijs
voorop blijven staan. De terminologie waarin over wijken wordt
een partij aan die de verbanden kan leggen, kan stimuleren en
gesproken is vaak negatief (probleemwijken, afvoerputten, kans-
delegeren. De gemeente zou hier een prima rol in kunnen spelen.
armen). Het is stigmatiserend en te simpel. Hoe gemakzuchtig
Stedelijke vernieuwing snakt naar ondernemerschap en creativiteit.
wordt geschreven ’veertig procent van de bewoners is allochtoon,
Maak ruimte voor goede ideeën en stap eens af van de gebaande,
de leefbaarheid staat onder druk’. Of dat naoorlogse wijken ’saai,
vooraf uitgestippelde paden. Het mooie is: creativiteit ligt op
monotoon en eenzijdig zijn’. Dat geldt zeker niet voor de bewoners,
straat en zit bij de mensen, je moet het alleen willen zien!
B U U RT E N I N N O O R D - H O L L A N D
10
Interview:
Partners in wijk en buurt
INTERVIEWERS: DE HEER TIM BOYENK EN MEVROUW HILLIE VAN NETTEN, SENIOR ADVISEURS PRIMO NH
Ze zitten naast elkaar op het podium van het Zaantheater: partners in wijkgericht werken. Partners met verschillende belangen, taken en verantwoordelijkheden. Maar met de gezamenlijke opdracht om inhoud te geven aan wijkgericht werken. Hoe kijken zij aan tegen de toekomst van het wijkgericht werken en wat zijn hun ervaringen tot nu toe. De adviseurs van PRIMO nh hadden een geanimeerd gesprek met bevlogen spelers. “Als we toch eens zo’n ’dreamteam’ in elke wijk mochten hebben”, verzucht iemand na afloop.
”
De spelers over hun werkpraktijk
Hannah Güse, voorzitter wijkpanel Rivierenwijk Heerhugowaard De Rivierenwijk heeft een slecht imago, maar samen met partners in de wijk gaan we er de leukste wijk van Heerhugowaard van maken.
Partnerschap is de basis van de resultaten die we tot nu toe bereikt hebben in de Rivierenwijk.
Jo-Else Seinstra, gebiedsmanager wijkzaken, gemeente Haarlemmermeer Haarlemmermeer bestaat zowel uit stedelijke gebieden als dorpskernen. Daar spelen verschillen in problematiek en dat vereist een verschillende aanpak. De uitdaging in mijn werk is om zowel op bestuurlijk als strategisch niveau dingen voor elkaar te krijgen.
Gaston Otte, wijkagent Muiden, politiekorps Gooi- en Vechtstreek Sinds de problemen met Lonsdale jongeren is er veel geïnvesteerd in de samenwerking met o.a. onderwijs en jongerenwerk. Als kleine gemeente zijn de lijntjes kort. Ik zie mezelf als ordehandhaver, netwerker en sociaal werker tegelijkertijd. Soms bijten die verschillende rollen elkaar. Anky Weiland, directeur welzijnsorganisatie Netwerk, Hoorn Elke wijk in Hoorn heeft een wijkvoorziening. De 700 vrijwilligers die bij Netwerk actief zijn hebben een belangrijke signaleringsfunctie in de wijken. We werken met stedelijke convenanten vanuit een goede samenwerkingsrelatie met partners. In Hoorn is er een evenwicht ontstaan tussen de fysieke en sociale wereld, dit pakt goed uit. Pierre Sponselee, directeur-bestuurder woningcorporatie Woonwaard Noord-Kennemerland Woonwaard is een sociale volkshuisvester. Als corporatie hebben wij veel aandacht voor de waarde van sociale investeringen. Het ambachtelijk werk moet vertaald worden naar het niveau van de straat.
11
”
Uitdagingen, tips en valkuilen
Hannah Güse Professionals moeten minder moeilijk taalgebruik hanteren. Bewoners willen serieus genomen worden door gemeente en andere partners. Niet alle bewoners houden van vergaderen, sommigen helpen liever bij activiteiten. Schoon, heel en veilig is de beste basis om andere bewoners te activeren, ook voor de sociale problematiek.
Jo-Else Seinstra: Organiseer faciliteiten dicht bij de burgers, zoals de servicecentra in Haarlemmermeer die als uitvalsbasis voor toezichthouders fungeren. Inventariseer zeer goed wat er in de wijk speelt en vertaal dit naar beleid in plaats van een opdracht vanuit het stadhuis te formuleren, die niet aansluit bij de werkelijkheid in de wijk. Het omgaan met het spanningsveld tussen bestuurlijk commitment en strategische aansturing is een lastige en uitdagende opdracht voor de wijkambtenaar. Vertrouwen van bewoners in de lokale overheid is essentieel voor het succes van wijkgericht werken. Gemeentelijke reorganisaties dragen niet bij aan dit vertrouwen.
Gaston Otte: Investeren in samenwerken is cruciaal voor wijkgericht werken. Zorg voor korte lijnen met samenwerkingspartners. Natuurlijk heeft ieder zijn eigen vak en zijn eigen agenda, de kunst is om hier rekening mee te houden en te zoeken naar gezamenlijke doelen en compromissen. In de toekomst blijft de agent in de wijk, misschien worden de taken zelfs uitgebreid. Anky Weiland: Zorg dat niet alleen de kleine, maar zeker ook de grote ondernemers maatschappelijk betrokken worden bij de wijk. Via een persoonlijke benadering of via de kinderen is het zeer goed mogelijk allochtone groepen te betrekken bij ontwikkelingen in de wijk. Betrek welzijnswerk bij de ontwikkeling van ruimtelijke ordeningsplannen. Zorg als welzijnsorganisatie voor een proactieve opstelling naar de politiek, de huidige convenanten zijn toe aan ’verbreding’ en ’verhoging’. Pierre Sponselee: Er is behoefte aan goed opbouwwerk. Geef bewoners met ondersteuning van opbouwwerkers een kans en overschat jezelf als professional niet. Soms kan het goed zijn de regie voor sociale investeringen meer bij de corporatie neer te leggen. Bijvoorbeeld als het gaat om maatschappelijk vastgoed als scholen en buurthuizen. Luisteren naar bewoners is essentieel. Een corporatie kan helpen bij het doorbreken van vaste bewonersstructuren en nieuwe werkvormen faciliteren, bijvoorbeeld Kan Wél!
B U U RT E N I N N O O R D - H O L L A N D
12
WORKSHOPS: WINKELEN VOOR DE WIJK
Impressie van de presentaties en discussies vanuit de zeven workshops
Workshop 1:
De zorgzame wijk
Gespreksleiding: Han Sleven (PRIMO nh)
De Noordketen: ketenaanpak Haarlem-Noord
Praktijkpresentaties:
Zorgaanbieders en de gemeente Haarlem werken samen om
Ontwikkeling van een buurtvisie in Hilversum-Noord door
de organisatie en het aanbod van voorzieningen voor kwetsbare
mevrouw Olguita Oudendijk (directeur bureau Dialoog)
bewoners vorm te geven. Met het project De Noordketen wilde
De Noordketen: ketenaanpak in Haarlem-Noord door
de gemeente Haarlem komen tot betere afstemming en meer
mevrouw Greet Krijger (manager Stichting Jacob Thuis)
samenwerking tussen de partners in de wijk. Met als doel een efficiëntere en kwalitatief betere dienstverlening. De insteek daarbij
De vermaatschappelijking van de zorg brengt steeds meer kwets-
was een vraaggerichte en vraaggestuurde werkwijze.
bare groepen, die voorheen in instellingen woonden, in wijken,
Het zorgoverleg tussen de aanbieders was één van de middelen
buurten en dorpen. Het gaat dan onder meer om senioren,
om dit te bereiken. Als opbrengst van dit project zijn er inmiddels
gehandicapten, psychiatrische patiënten en drugsverslaafden.
op verschillende plekken in Haarlem-Noord kleine loketten ingericht.
Wat betekent dit voor de mensen in kwestie? En zijn de wijken
Er is sprake van samenwerking tussen deze kleine loketten en de
waar het om gaat toegerust om als vangnet te fungeren?
wijksteunpunten. Door het zorgoverleg tussen zorgaanbieders vindt bovendien uitwisseling van kennis en ervaring plaats. Vanuit
Buurtvisie Hilversum-Noord
het project is tot slot gestart met nieuwe activiteiten, zoals de
Hilversum-Noord is aangewezen als proefwijk voor ’community-care’.
preventieve huisbezoeken door vrijwilligers. Belangrijk leerpunt uit
Dit concept stoelt op de gedachte van gemeenschapszin en het
dit project is dat organisatiebelangen nogal eens een wissel trekken
idee dat wijkbewoners zorg dragen voor elkaar en voor de
op de uitvoering van het project. Dat roept de vraag op in hoeverre
opvang van kwetsbare groepen in de wijk. In Hilversum-Noord
zorgaanbieders nu partners of concurrenten van elkaar zijn.
komen twee woondienstenzones. Met de buurtvisie wilde de gemeente samen met bewoners de
Discussie
basis leggen voor het wijkgericht werken in Hilversum-Noord.
Naar aanleiding van de ketenaanpak in Haarlem-Noord ontstond
Niet volgens een top down methode, maar juist bottom up.
discussie over de invulling van de regierol door de gemeente.
Bureau Dialoog werd ingehuurd om dit proces te begeleiden.
In de workshop werd geconstateerd dat de wijze waarop de
Middels interactieve bijeenkomsten met bewoners en enkele in de
gemeente haar regierol oppakt van grote invloed is op het gehele
wijk actieve instellingen, is gekeken naar wat er nodig en wenselijk
proces van afstemming en samenwerking. De noodzaak van aan-
is in Hilversum-Noord. Dit resulteerde in een visiedocument, een
sturing vanuit de gemeente kreeg brede erkenning, maar blijkt in
mooi boekje waarin op basis van de inbreng van bewoners een
de praktijk geen eenvoudige zaak.
aantal aanbevelingen is gedaan. De buurtvisie had een brede
In de discussie werd ook gewaarschuwd voor het gevaar dat
invalshoek, maar kan zeker bijdragen aan de gedachtenvorming
ketensamenwerking een sterk institutioneel verhaal wordt.
rondom ’community care’.
De waarschuwing om bewoners gedurende het gehele proces
De omzetting van de buurtvisie in gemeentelijk beleid heeft
niet kwijt te raken werd breed gedeeld. ’Zorg ervoor dat je feeling
enige tijd op zich laten wachten. Inmiddels zijn er een aantal
behoudt met de mensen waar het om gaat!’ zo was de boodschap
initiatieven genomen en heeft het opbouwwerk extra taken
naar aanleiding van beide presentaties. Vooral ook bij de ontwikke-
gekregen in de ondersteuning van bewoners(activiteiten).
ling van een buurtvisie blijkt het vertrouwen van bewoners in de lokale overheid een cruciaal punt.
B U U RT E N I N N O O R D - H O L L A N D
14
Workshop 2:
Kunst en cultuur in de wijk
Gespreksleiding: Monique Peltenburg (bestuurslid LPB)
de wijk of buurt neemt daarmee tevens de waardering voor en
Praktijkpresentatie:
Ook dragen de projecten bij aan de bekendheid en vertrouwdheid
’Honderd gezichten van de wijk’ uit Nieuw Den Helder door
trots over de eigen wijk en buurt toe en verbetert het imago. van bredere groepen met kunst en cultuur.
mevrouw Jos Post (directeur Triade, centrum voor de Kunsten) en mevrouw Marlies Phann (hoofdcoördinator Internationaal
Veel waarde werd gehecht aan de inzet van kunstenaars die de
Vrouwencentrum Den Helder)
kunst van het investeren in sociale processen verstaan. Daarnaast moeten voldoende (financiële) middelen beschikbaar zijn voor
Steeds vaker wordt gebruik gemaakt van middelen uit de wereld van
het gehele proces. Geconstateerd werd dat de toekenning van
kunst en cultuur om de participatie en sociale samenhang in wijken,
de benodigde middelen aan projecten in de sfeer van kunst en
buurten en dorpen te versterken. Verbeelding kan leiden tot een
cultuur in veel gemeenten nog geenszins een vanzelfsprekend-
gemeenschappelijke taal, daar waar woorden soms tekort schieten.
heid is. Eerder komt er geld vrij voor een extra wijkagent; kunst en cultuur wordt als een luxe gezien. Een complicerende factor is
’Honderd gezichten van de wijk’, Nieuw Den Helder
dat vaak geput moet worden uit heel verschillende budgetten:
In deze workshop is gestart met een boeiende presentatie over
kunst- en cultuurpotjes van de gemeente, fondsen en gemeente-
het kunstproject ’Honderd gezichten van de wijk’ in de wijk Nieuw
lijke budgetten voor de sociale leefbaarheid.
Den Helder. Dit project bestaat in feite uit een serie van opeenvolgende initiatieven. Daarbij is het benutten van de talen, culturen
De voortdurende zoektocht naar middelen en het ontbreken van
en talenten in de wijk steeds het uitgangspunt geweest. Er is sterk
financiële zekerheid en continuïteit, is belastend voor de trekkers
gewerkt vanuit de signalen en behoeften van bewoners en in het
en doet een groot beroep op vrijwillige inzet. Daarom is het van
bijzonder de kinderen in de wijk. Immers de kinderen zijn de
belang de opbrengst van dergelijke projecten goed voor het
bewoners van straks. Triade trekt het project en werkt heel nauw
voetlicht te brengen en de waarde ervan breed uit te venten.
samen met de bewoners, de scholen, het Internationale Vrouwen-
Zodat, aldus de deelnemers, het investeren in sociale processen
centrum, de woningcorporatie en de gemeente. Het project is
via kunst- en cultuurprojecten hopelijk een grotere vanzelfsprekend-
voortgekomen uit één van de zeventien taakgroepen die in het
heid wordt en daarmee ook het beschikbaar stellen van de
kader van het stedelijk vernieuwingsproces in Nieuw Den Helder
benodigde middelen. En zo nemen de mogelijkheden dan weer
van start gingen met het opstellen van een wijkvisie.
toe om het zo belangrijke sociale cement in wijken en buurten te verstevigen.
Discussie In het gesprek met de deelnemers aan de workshop volgde brede erkenning voor de bijdrage die kunst- en cultuurprojecten kunnen leveren aan het verstevigen van het sociale cement. Het gehele proces van totstandkoming draagt bij aan het versterken van de sociale samenhang en contacten in buurt en wijk, een grotere eigenwaarde van bewoners en kinderen en het onderkennen en benutten van eigen potenties en talenten. Omdat de projecten regelmatig resulteren in belangrijke verfraaiingen van
15
Workshop 3:
De veilige wijk
Gespreksleiding: Frank Hustinx (PRIMO nh)
Training Jongeren op Straat
Praktijkpresentaties:
Stella Wielaart gaf een toelichting op de training Jongeren op Straat,
Inzet veiligheidsmatrix in Alkmaarse wijken door Peter
die PRIMO nh in samenwerking met welzijnsorganisatie Tandem
Gigengack (Politie Noord-Holland Noord, programmabureau
uit Nijmegen ontwikkelde en inmiddels verschillende keren heeft
Integrale veiligheid NHN) en Erna Molenaar (wijkcoördinator
uitgevoerd. Doel van deze training is om de samenwerking tussen
gemeente Alkmaar)
politie en ambulant jongerenwerk, die in de praktijk niet altijd vanzelf
Training Jongeren op Straat door Stella Wielaart
verloopt, verder te ontwikkelen en te versterken. Een product-
(senior adviseur PRIMO nh)
folder van deze training is verkrijgbaar bij het servicepunt van PRIMO nh, 0299 418 700 of servicepunt@primo-nh.nl.
(Sociale) veiligheid staat hoog op de politieke en maatschappelijke agenda. Veiligheid is een belangrijk goed voor de ontwikkeling
Discussie
van buurten en bewoners. Steeds meer gemeenten stellen
In de discussie werd veel belang gehecht aan de betrokkenheid
wijkveiligheidsplannen op als onderdeel van hun integraal veilig-
van bewoners als partner bij de aanpak. Een actieve benadering
heidsbeleid. Bij de uitwerking en uitvoering hebben zij hun
van bewoners (bv. een buurtbus), de inzet van straatambassadeurs
partners in de wijk hard nodig.
en buurtactiviteiten waren suggesties om deze betrokkenheid te vergroten. Soms is het goed om klein te beginnen, resultaten te
Wijkveiligheid in Alkmaar
boeken en van daaruit verder draagvlak te genereren. Daarbij werd
In Alkmaar gaan investeringen in buurtveiligheid hand in hand
ervoor gepleit te investeren in buurtbewoners die iets willen en
met verdere professionalisering van het wijkgericht werken.
behaalde successen goed voor het voetlicht te brengen, bijvoor-
Daarbij maakt men gebruik van de zogenaamde ’integrale veilig-
beeld door pers en politiek te betrekken. De matrix kan behulpzaam
heidsmatrix’. In deze methodiek worden veiligheidsproblemen
zijn bij een planmatige aanpak, het werken van grof naar fijn.
op overzichtelijke wijze in kaart gebracht. Doelen en beoogde
Men vindt het belangrijk dat voor iedereen, ook voor de bewoners,
resultaten worden ’SMART’ geformuleerd evenals de inspanningen
helder is wie wat doet. Van creatieve oplossingen verwacht men
van betrokken partijen bij de aanpak. Het verrassende van de
veelal meer resultaat dan van louter repressie en handhaving.
matrix is dat vooraf de effectiviteit van mogelijke interventies
Een probleem werd ook nog geconstateerd: wie neemt de regie?
wordt beoordeeld en men op basis hiervan tot keuzes komt.
Meestal is dat de gemeente, maar dat gebeurt niet overal.
In Alkmaar is de veiligheidsmatrix in verschillende wijken ingezet,
Wanneer de gemeente niet wil, kunnen ook andere partners het
onder meer bij de aanpak van jongerenoverlast rond winkelcentrum
initiatief nemen. Wel is het van belang te zorgen voor bestuurlijk
Daalmeer. Jongeren en winkeliers waren betrokken bij de analyse
draagvlak.
en de aanpak. Hierbij zijn verschillende sporen uitgezet. Eén van de resultaten was dat een aantal van deze jongeren werk vond bij de betreffende winkeliers. Tegelijkertijd werd een beveiligingsbedrijf ingeschakeld, met als voorwaarde dat jongeren uit Daalmeer bij het bedrijf als stagiaire ingezet zouden worden. En zo snijdt het mes aan twee kanten, zowel jongeren als winkeliers zijn tegemoet gekomen.
B U U RT E N I N N O O R D - H O L L A N D
16
Workshop 4: De bewoner centraal Gespreksleiding: Tim Boyenk (PRIMO nh)
Kan Wél in Zaandam
Praktijkpresentaties:
Kan Wél is een project van het Landelijk Samenwerkingsverband
Sociale wijkvisie in de Rivierenwijk in Heerhugowaard door Cornel
Aandachtswijken (LSA) in samenwerking met Aedes en SEV.
Koster (participatiemedewerker woningcorporatie Woonwaard)
Deze uit Engeland afkomstige campagnemethode wil bewoners
Kan Wél in de Zaanse wijk Poelenburg door Elvira Jansen
ondersteunen en activeren bij het realiseren van hun plannen en
(projectcoördinator LSA, Landelijk Samenwerkingsverband
ideeën voor de wijk. Kan Wél spoort initiatieven op en zoekt
Aandachtwijken)
actief naar kartrekkers in de wijk. Bewoners voeren zelf hun idee uit en blijven eigenaar van het project. Voor de lokale uitvoering
Bewonersparticipatie is een belangrijke doelstelling van de wijkaan-
wordt samengewerkt met de woningcorporaties, die de bewoner-
pak. Toch blijkt dit één van de lastigste opgaven. Hoeveel invloed
sinitiatieven financieren. Voor meer informatie zie www.kanwel.nl.
en zeggenschap hebben bewoners daadwerkelijk? En hoe worden
In de multiculturele wijk Poelenburg in Zaandam vindt één van de
bewoners aangesproken; wat zijn hun posities en rollen? In deze
elf pilots plaats. De Zaanse aanpak wordt gefinancierd door
zeer goed bezochte workshop een tweetal initiatieven, waarbij de
woningcorporatie ZVH. In vijftien maanden wil men hier twaalf
woningcorporaties het voortouw namen.
kansen verzilveren die bijdragen aan leefbaarheid en sociale cohesie. Inmiddels zijn in Poelenburg verschillende activiteiten uitgevoerd,
Sociale wijkvisie in Heerhugowaard
waaronder een multiculturele brunch (met ’bloemplantactie’),
Woningcorporatie Woonwaard was trekker van de sociale wijkvisie
kinderactiviteiten, een flatpicknick en de aanpak van een plein.
in de Rivierenwijk in Heerhugowaard, een project in samenwerking
Bijzonder was het initiatief om als buurtbewoners tijdens het WK
met de gemeente, het wijkpanel, welzijnswerk en PRIMO nh.
samen naar de deelname van het Nederlands elftal te kijken.
De sociale wijkvisie werd uitdrukkelijk opgesteld vanuit het perspec-
Opvallend zijn de vele initiatieven vanuit de Turkse gemeenschap.
tief van bewoners, vanuit hun ’kijk op de wijk’. Ruim 40 bewoners
De aanpak wordt in 2007 geëvalueerd.
gaven de eerste avond acte de présence en middels actieve werkvormen (o.a. metaplan) bepaalden zij de belangrijkste (sociale)
Discussie
issues in de wijk. Dit leverde een drietal werkgroepen op, waarin
Met name het project Kan Wél riep veel discussie op. Waaronder
bewoners hun eigen analyse en oplossingen aandroegen.
de vraag of deze wekwijze niet teveel voorbij gaat aan bestaande
Professionals hadden slechts een faciliterende rol. De voorgestelde
netwerken en overlegvormen. De methode wekt de indruk dat er
oplossingen werden vervolgens door de professionele organisaties
geen bewonersinitiatieven zouden zijn in Poelenburg. Een aantal
getoetst op haalbaarheid. Na enkele maanden vond terugkoppeling
opbouwwerkers betreurt het dat er geen gebruik wordt gemaakt
plaats tijdens een bewonersavond waarbij de professionele partners
van hun (bewoners)netwerken en deskundigheid. Zij maken zich
motiveerden of en hoe zij de voorstellen van bewoners wilden
zorgen over de continuïteit, gezien het tijdelijke karakter van het
ondersteunen. Er zijn onder meer afspraken gemaakt over een
project Kan Wél. Het LSA is van mening dat zij het beperkte geld
nieuwe jongerenontmoetingsplaats, welzijnsactiviteiten in de wijk en
zo gericht mogelijk aan bewonersinitiatieven wil uitgeven.
een gezamenlijk spreekuur. Zowel Woonwaard als de gemeente
Zij wordt hierin gesteund door haar opdrachtgever ZVH. Ook
Heerhugowaard borduren met initiatieven in andere wijken voort
kwam de vraag aan de orde of er een follow-up komt na afloop
op deze werkwijze als bijdrage aan de wijkaanpak.
van de vijftien maanden. Dit hangt voor een belangrijk deel af van het succes van de aanpak en de middelen, die de corporaties en anderen hierin willen investeren!
17
Workshop 5: Investeren in de wijk: fysiek èn sociaal! Gespreksleiding: Hillie van Netten en Marije Zijlstra (PRIMO nh)
’Geen woorden maar beelden’, wijkvernieuwing in Zaanstad
Praktijkpresentaties:
Knelpunt in de stedelijke vernieuwing is de communicatie tussen de
Sociaal Investeringspakket Indische Buurt door Leonie Beukers
fysieke en de sociale wereld. Arcadis-medewerker Ellen van Vossen
(beleidsambtenaar stadsdeel Zeeburg) en Agnes d’Anselmo
weet die beide werelden als geen ander met elkaar te verbinden.
(bewonersconsulent woningcorporatie De Alliantie)
In de gemeente Zaanstad hield zij samen met de betrokken wijk-
’Geen woorden maar beelden’ in Zaanstad door
coördinator een groot aantal bewonersinterviews. Vervolgens zette
Ellen van Vossen (medewerker Arcadis)
zij de verhalen van de mensen uit de wijk om in beelden. De wijkportretten en fotocollages die daaruit voortkwamen verbeelden de
Stedelijke vernieuwing vraagt om fysieke èn sociale investeringen.
menselijke kant van de stadswijk. Zij zijn bedoeld voor een breed
Beleidsmaatregelen als ISV en GSB en ook de traditie van wijkgericht
publiek. Wijkbewoners herkennen zich in het beeldverhaal en hebben
werken hebben het belang daarvan zichtbaar gemaakt. De meeste
het gevoel dat een gemeente of woningcorporatie naar hen luistert.
bestuurders, wijkmanagers en stedenbouwkundigen zijn inmiddels
Maar ook de professionals en de opdrachtgevers gebruiken de
overtuigd van de noodzaak ervan. Op vele plekken zijn inspirerende
beelden graag. Ze roepen meer enthousiasme op dan dikke rap-
projecten gaande. De praktijk van stedelijke vernieuwing leert echter
porten en leveren zinvolle gesprekstof voor beleidsdiscussies en
dat het niet gemakkelijk is om de verschillende partijen betrokken
bewonersavonden. De gemaakte collages en wijkportretten worden
te houden en om op een goede manier de bewoners in beeld
gebruikt als basis voor een verdere sociale analyse van de wijk.
te krijgen en bij het proces te betrekken.
Discussie Sociaal Investeringspakket Indische Buurt
Belangrijkste gespreksthema is de rol van de lokale overheid bij
Het project Sociaal Investeringspakket Indische Buurt (SIIB) maakt
stedelijke vernieuwing en die van de eventuele partners. De gemeen-
deel uit van de stedelijke vernieuwing van de Amsterdamse Indische
te (het stadsdeel) heeft de regie, wordt vaak gezegd. Maar wat ver-
Buurt. SIIB is een pleidooi voor aandacht voor de individuele bewo-
staan we daar onder? Regisseren wordt door iedereen anders
ners en hun situatie, hun wensen en hun belangen, bij de vernieu-
geïnterpreteerd, zo blijkt. Ook de wijze waarop en de mate waar-
wing van hun wijk. Basis is de professionele inzet van de frontlinie-
in gemeenten hier invulling aan geven is heel verschillend. Dat is
werkers. Bewonersconsulenten in dienst van het stadsdeel bezoeken
niet alleen een kwestie van visie, maar wordt ook bepaald door
huis-aan-huis de bewoners om hen te ondersteunen bij eventuele
kwaliteit, capaciteit èn door de context. Want wie neemt het initiatief?
problemen en hun zelfredzaamheid te vergroten. Het deelproject is
Wat is de schaal van het project? Welke belangen zijn er in het spel?
opgezet in nauwe samenwerking met woningcorporatie De Alliantie.
De rol van de woningcorporaties is mede afhankelijk van de grootte
De afgelopen jaren is het project uitgebreid naar de woonblokken die
van haar bezit in de betreffende wijk. Maar wie zijn de overige
niet direct onder de renovatie vallen. Ook de doelstelling is verbreed
partners en wat zijn hun mogelijkheden? En is daarbij ook ruimte
en richt zich sterker dan voorheen op het verbeteren van de leefbaar-
voor de inbreng van actieve bewonersgroepen? De discussie maakt
heid van de woonomgeving. Daarbij is onder meer aandacht voor
duidelijk dat er in veel gemeenten wordt geworsteld met deze zaken.
het verbeteren van de toegankelijkheid van de instellingen voor zorg
Een heldere start, met goede afspraken over taken en bevoegd-
en welzijn en het vergroten van de betrokkenheid van de bewoners
heden en een open communicatie tijdens het verloop van het
bij hun wijk. Producten en resultaten worden nadrukkelijk benoemd
proces, zijn - daar is iedereen het over eens - belangrijke succes-
en gerapporteerd in zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens.
voorwaarden.
B U U RT E N I N N O O R D - H O L L A N D
18
Workshop 6:
Dynamische dorpen
Gespreksleiding: Jan Kegel en Jaap de Knegt (PRIMO nh)
Dorpshuis Zuidermeer
Praktijkpresentaties:
Wester-Koggenland. Het is een dorp waar steeds meer voorzieningen
Zuidermeer is één van de twee dorpskernen van de gemeente
Dorpswinkel in Heerhugowaard de Noord door
verdwijnen. Zojuist is de dorpskroeg gesloten en de grote kerk wordt
mevrouw Jolanda de Groot (beleidsmedewerker gemeente
met sluiting bedreigd door de hoge exploitatiekosten. Een zestal
Heerhugowaard)
seniorenwoningen is aan vervanging toe en de bestaande sport-
Dorpshuis in Zuidermeer door de heer Koos Otten
zaal blijkt niet rendabel.
(vice-voorzitter Stichting RK Parochie Zuidermeer)
Vanuit de samenwerking tussen de woningcorporatie, de gemeente Wester-Koggenland en de dorpsraad is een plan ontwikkeld om
Dorpen beleven het laatste decennium een revival. Na de terugloop
de kerk een functie te geven als dorpshuis. Hier kunnen tevens
van het inwoneraantal en de voorzieningen, zijn dorpen de laatste
een zevental woningen worden gebouwd en een leeftijdsbestendig
jaren weer in trek als plaats om te wonen en te leven. Men vindt
appartementencomplex. De kerk wordt eigendom van de
er rust, ruimte en een sterk sociaal klimaat. Het beperkte aanbod
woningcorporatie. Deze is bereid de renovatie van de buitenkant
aan voorzieningen neemt men voor lief, maar een dorp kan niet
van de kerk op zich te nemen tegen een redelijke huurprijs voor
helemaal zonder. Dorpsraden, gemeenten en de provincie
het gebouw. Het opknappen van de binnenkant van de kerk zal
Noord-Holland spannen zich in om die voorzieningen te realiseren.
door de gemeente, het provinciaal fonds groot onderhoud dorps-
Jaap de Knegt, adviseur bij PRIMO nh, schetste als aftrap een
huizen en verschillende andere fondsen gefinancierd moeten
algemeen beeld van de plattelandssituatie en de elementen die
worden.
kenmerkend zijn voor het landelijk gebied.
Discussie Dorpswinkel Heerhugowaard De Noord
In de discussie is gesproken over mogelijke partners in een dorps-
De Noord is een wijk in het buitengebied van de gemeente
winkel. Een politiepost lijkt bijvoorbeeld niet wenselijk, omdat de
Heerhugowaard. Het heeft het karakter van een dorp en kent een
privacy van bezoekers aan de post gewaarborgd moet zijn.
actieve dorpsraad. Om een beter beeld te krijgen van de wensen
Ook werd stilgestaan bij het dilemma of je een dorpswinkel
en ideeën van bewoners met betrekking tot wonen, werken,
alleen op vrijwilligers kunt laten draaien. En in hoeverre kunnen
veiligheid en gewenste voorzieningen maakte de gemeente
mensen met een beperking als vrijwilliger meedoen?
Heerhugowaard samen met de dorpsraad een sterkte-zwakte
De vergrijzing van dorpen was vanzelfsprekend een aandachts-
analyse van De Noord. De uitkomsten van deze analyse zijn
punt. Door onvoldoende geschikte en betaalbare woningbouw
vervolgens in werkgroepen uitgewerkt tot plannen. Daarna zijn
vertrekken steeds meer jongeren uit hun dorp en dit heeft weer
deze plannen gepresenteerd op een zeer goed bezochte
gevolgen voor de voorzieningen. Voor veel sporten moet men
bewonersavond. Resultaat van dit traject is de ontwikkeling van
nu al naar de stad omdat de exploitatie in dorpen onrendabel is.
een dorpswinkel. In de dorpswinkel vinden verschillende sociale
Het teruglopend aantal vrijwilligers werd eveneens als bedreiging
en economische (service)activiteiten plaats. In De Noord denkt
voor bestaande activiteiten ter berde gebracht.
men aan diensten op het gebied van bankzaken, spreekuren, bezorgdiensten etc. Inmiddels is duidelijk dat de dorpswinkel wordt ondergebracht in de bibliotheek, die haar functie hiermee kan versterken.
19
Workshop 7:
Lessen uit wijkgericht werken
Gespreksleiding: Nico de Boer (onderzoeker en beleidsschrijver)
Tegelijkertijd ligt daar een probleem: er moeten nieuwe vormen
Praktijkpresentatie:
Wijkgericht werken vindt niet alleen plaats in (wijken van) steden,
van bewonersparticipatie worden ontwikkeld.
Leertraject wijkgericht werken Zaanstad door de heer Gert
maar ook in gemeenten met meerdere (dorps)kernen. Dat brengt
Grandiek (gebiedsmanager, gemeente Zaanstad)
bijzondere uitdagingen met zich mee: de mogelijkheden tot professioneel/ambtelijke samenwerking zijn daar vaak gering.
Ruim tien jaar geleden deed het begrip wijkgericht werken zijn
Bijvoorbeeld omdat voorzieningen zijn verdwenen of er nooit zijn
intrede in Noord-Holland. Wat heeft dit opgeleverd aan ervaringen,
geweest, terwijl er wel vaak een kern van actieve bewoners is.
successen en knelpunten? Wat kunnen we terugkijkend op deze
Soms is ook die actieve bewonerskern er niet, terwijl er wel fysieke
periode zeggen over de agenda van de toekomst? In deze work-
en sociale nood voelbaar is. De gemeente doet er dan goed aan
shop werd van gedachten gewisseld over de ambities, doelen en
om samen met partners als politie en welzijnswerk op zoek te
organisatie van het wijkgericht werken voor de komende tien jaar.
gaan naar een ’wijkindeling’ die zo organisch mogelijk aansluit bij de ervaringen van bewoners. Per ’wijk’ is het dan zaak om bewoners
Leertraject wijkgericht werken Zaanstad
bij elkaar te krijgen op basis van hun belangen.
Het LPB is initiatiefnemer van het leertraject wijkgericht werken waaraan Zaanstad, naast vijf andere gemeenten, deelneemt. Deze workshop was een verdieping van de inleiding in de ochtend van de heer Nico de Boer. De heer Gert Grandiek van de gemeente Zaanstad deed in de workshop uit de doeken hoe ontwikkelingen in zijn gemeente aanleiding hadden gegeven om in LPB-verband deel te nemen aan de benchmark wijkgericht werken en aan de leergang die daarop volgde. Zijn ervaring was dat elke gemeente uiteraard zijn eigen tempo en bijzondere omstandigheden heeft, maar toch ook goed van andere gemeenten kan leren. Het hele traject van benchmark en leergang had hij als zeer zinvol ervaren. Voor meer informatie: www.lpb.nl
Discussie Vervolgens vond een discussie plaats op basis van de stelling “Wijkgericht werken overleeft alleen samen met stedelijke vernieuwing, ’andere overheid’ en de vernieuwing van de lokale politiek”. Duidelijk werd dat er ook op andere terreinen dan deze drie, verbreding van het wijkgericht werken kan en moet plaatsvinden: ouderenbeleid, zorgbeleid, enzovoort. De samenwerking dient zich bovendien niet te beperken tot de gemeente, ook maatschappelijke partners moeten hier een actieve rol in te spelen. Vertrekpunt daarbij zijn de ervaringen van de wijkbewoners.
B U U RT E N I N N O O R D - H O L L A N D
20
Wenkende perspectieven voor wijkgericht werken Buurten en wijken mogen zich in een toenemende belangstelling verheugen. In steeds meer gemeenten wordt wijkgericht werken ingezet om de kloof tussen burger en overheid te dichten en de leefbaarheid in algemene zin te verbeteren. Fysiek beheer is vrijwel overal de basis, maar steeds vaker vindt een verbreding naar veiligheid en het sociale domein plaats.
Stedelijke vernieuwing en wijkgericht werken Pak daarbij de kansen die zich voordoen met de vernieuwing van de lokale politiek, de stedelijke vernieuwing en nieuwe vormen van dienstverlening. Wijkgericht werken en stedelijke vernieuwing moeten meer samen optrekken. Stedelijke vernieuwing snakt namelijk naar ondernemerschap en creativiteit en dat ligt op straat en zit bij de mensen. Stedelijke vernieuwing moet veel dichter op de huid van de stad en wijk plaatsvinden. Het vernieuwen van steden, dorpen, wijken en buurten kan alleen maar goed gestuurd worden vanuit de gebieden en bewoners zelf.
Schaalgrootte
De toekomst van de stedelijke vernieuwing is wijkgericht werken.
Daar waar grotere gemeenten al een slag gemaakt hebben, gaan ook steeds meer kleinere gemeenten en dorpen de uitda-
De wijk(bewoners) als vertrekpunt
ging aan van een integrale benadering via een gebiedsgerichte
Wijkgericht werken is in een boeiend veld terechtgekomen.
aanpak. Daarbij kan geput worden uit de ervaringen en werkwijze
De wijkambtenaar zou daarbij een veel strategischer positie
van gemeenten die al langer bezig zijn. Tegelijkertijd is het van
moeten krijgen dan nu vaak het geval is. Met als opdracht om
belang rekening te houden met de eigensoortige dynamiek en
signalen vanuit de wijk te vertalen naar beleid, in plaats van
schaalgrootte van dorpen en kleinere gemeenten. Zo zijn de
aansturing vanuit het stadhuis die niet altijd aansluit bij de
voorzieningen dikwijls beperkt, waardoor er minder mogelijkheden
werkelijkheid op het niveau van straat, buurt of wijk. Opereer net
zijn voor een professioneel/ ambtelijke samenwerking. Aan de
zo integraal als de werkelijkheid zelf is. Maar kom nooit los van
andere kant zijn er wel vaak kortere lijnen binnen het gemeentelijk
het fysiek buurtbeheer, want daar begint de belevingswereld van
apparaat en tussen lokale overheid en burgers, waardoor de
bewoners en dus ook het gesprek. De ’taal van de straat’ moet
noodzaak tot formalisering in wijkteams zich minder voordoet.
méér doorklinken in de professionele organisaties en invloed krijgen op beleid, programmering en middelenverdeling.
Aansluiting WMO Een gebiedsgerichte aanpak, op het niveau van straten, buurten,
Partnerschap en regie
wijken en dorpen, wordt voor steeds meer problemen en voor
Slimme coalities tussen partijen op buurt en wijkniveau blijft
steeds meer beleidsterreinen als dé oplossing gezien. Denk aan
een belangrijke voorwaarde. De eerste belangrijke stap daartoe
de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, waarin het eerste
is luisteren naar elkaar en zoeken naar elkaars krachten.
prestatieveld zich specifiek richt op het versterken van sociale
Partnerschap en onderling vertrouwen zijn de basis voor het
samenhang en leefbaarheid in wijken in dorpen. Hier liggen kansen
succes van wijkgericht werken. Daarbij blijkt het vraagstuk rond
en uitdagingen, maar belangrijk is om te constateren dat niet alle
regie en partnerschap in de praktijk vaak lastig. De gemeente is
problemen en oplossingen gereduceerd kunnen worden tot het
als democratisch publiek orgaan de meest voor de hand liggende
niveau van de wijk en buurt. Een stedelijke aanpak en wijkaanpak
regisseur, maar er zijn verschillende manieren waarop men invulling
moeten hand in hand gaan.
aan deze rol kan geven. Bijvoorbeeld door meer te faciliteren en minder te sturen.
21
Frontliniewerkers en actieve burgers Deze gedachte sluit aan bij de tendens tot meer sturing vanuit de frontlinie, zoals ook in het WRR-rapport ’Vertrouwen in de buurt’ wordt bepleit. Frontliniewerkers bevinden zich in de voorhoede van de wijk. Dit kunnen wijkambtenaren zijn, maar ook andere professionals in de wijk zoals de wijkagenten, leerkrachten of opbouwwerkers. Frontliniewerkers hebben een belangrijke signalerende functie, ondersteunen bewoners bij het formuleren van hun vraag en rusten hen toe om de rol van actieve burger op zich te kunnen nemen.
Nieuwe uitdagingen Actief burgerschap vraagt om nieuwe en creatieve vormen van bewonersparticipatie, wellicht minder verplichtend en minder langdurig, maar eenmaliger en meer issuegebonden. Vormen van participatie die een groter appèl doen op de verantwoordelijkheid van burgers zelf en hen gelijktijdig meer zeggenschap geven. Het is goed wanneer de lokale overheid af en toe een stapje terug doet om de wijk en haar bewoners aan het woord te laten. Dat is wat anders dan de regie uit handen geven. De uitdaging voor de toekomst is om een goed evenwicht te vinden tussen de ’taal van de straat’ en de ’taal van beleid’. PRIMO nh en het LPB gaan deze uitdaging graag met u aan!
B U U RT E N I N N O O R D - H O L L A N D
22
BIJLAGE
Van wijkbeheer naar ’Bureau Burger & Samenleving’
Essay van Nico de Boer in opdracht van PRIMO nh voor de conferentie ’Buurten in Noord-Holland’ op 28 september 2006 in het Zaantheater in Zaandam.
Van wijkbeheer naar ’Bureau Burger & Samenleving’ DOOR DE HEER NICO DE BOER, BELEIDSSCHRIJVER EN ONDERZOEKER
Tien jaar wijkgericht werken… Aanleiding genoeg voor een feestje: er zijn immers mooie resultaten geboekt, zowel in de wijken als in de instituties. Maar: laten we ons niet beperken tot praatjes waarin iedereen het feestvarken en zichzelf lof toezwaait. Laten we het moment aangrijpen als een kans om als nuchtere Noord-Hollanders het fenomeen aan een kritische inspectie te onderwerpen.
nieuwing van de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw of de sociale vernieuwing van de jaren negentig. Niet omdat die voorgeschiedenissen niet medebepalend waren voor de opkomst van het wijkgericht werken, maar omdat de recente geschiedenis van het wijkgericht werken in de meeste Nederlandse gemeenten feitelijk veel simpeler begon: bij het integrale werken van de gemeentelijke afdelingen voor groen, grijs en blauw. Onder invloed van verschillende factoren - kritischer burgers in de wijken, een opgejaagde plaatselijke politiek, het concept van zelfsturende teams en de opkomst van hard- en software voor
Hoe is het anno 2006 in grote lijnen gesteld met wijkgericht
een integrale planning, om er maar eens een paar te noemen -
werken?
deed zich in de jaren negentig bij ’publieke werken’ een kleine
We zien met name ambtenaren en professionals (van corpo-
revolutie voor. Aparte afdelingen voor bruggen, riolering, wegen,
raties, politie, welzijnswerk, zorg en onderwijs) steeds beter
plantsoenen, enzovoort werden bij elkaar gevoegd en gingen
met elkaar samenwerken. Maar we zien ook de grenzen van
zich in teamverband bezig houden met het fysieke beheer van
ooit gekozen structuren en procedures: het fysieke wijkbeheer
hele wijken. Overigens: in de ene gemeente kwamen zulke
is het wenkende perspectief niet langer, nieuwe routes
wijkteams er wat eerder dan in andere en in sommige is het
komen in beeld.
nog steeds niet zover. En ook het teamverband moet niet worden
We zien daarnaast aan bewonerszijde een gemengd beeld:
overdreven: er bleven overal vakspecialisten die hun eigen
een bonte waaier van losse en tijdelijke initiatieven, maar ook
procedures en handboeken het belangrijkst vonden.
een circuit van de taaie doorzetters, de vergadertijgers, de
Of die wijkgerichte integratie er nu het eerst kwam bij de
buurtburgemeesters. De verhouding tussen waaier en circuit
gemeenten, is niet eens zo belangrijk. Feit is, dat ongeveer vanaf
is niet helemaal helder. Maar ook daar tekenen zich nieuwe
dat moment ook andere maatschappelijke partners ’de wijk’
wegen af.
(her)ontdekten. Veel corporaties fuseerden en herverdeelden
Beide kanten van het proces van wijkgericht werken - de ambtelijk/
hun bezit totdat ze in bepaalde wijken zulke grootbezitters werden
professionele kant en de bewonerskant - komen hieronder in de
dat ze zich wel medeverantwoordelijk moesten gaan voelen.
schijnwerpers te staan. Met de bedoeling om te zoeken naar
De politie schafte de voorheen solistisch opererende wijkagent af
mogelijkheden voor vernieuwing, opdat we ook over tien jaar
om vervolgens haar complete apparaat op te delen in wijkteams
nog eens een feestje te vieren hebben…
en over te gaan tot ’gebiedsgebonden politiezorg’. Het basisonderwijs - en in mindere mate het voortgezet onderwijs - kreeg
Wijk is vooral professioneel/ambtelijk
meer oog voor zijn mogelijke rol in de wijk, zeker waar men koos
Voor een goed begrip hoe wijkgericht werken er anno 2006
voor het opzetten van een ’brede school’. In het welzijnswerk
voor staat, is het goed om kort naar de geschiedenis te kijken.
sloot die nieuwe wijkoriëntatie aan op oude tradities - denk aan
We hoeven niet terug naar de tuinsteden van vóór de Tweede
de buurthuizen en het opbouwwerk. Daarnaast schoof ook de
Wereldoorlog of naar de ’wijkgedachte’ van tijdens en vlak na
zorg steeds vaker bij aan tafel: in veel gemeenten is bijvoorbeeld
diezelfde oorlog. We hoeven zelfs niet terug naar de stadsver-
de GGD een partner bij de aanpak van extreme woonoverlast en
B U U RT E N I N N O O R D - H O L L A N D
24
ook verzorgingshuizen en de geestelijke gezondheidszorg spelen
het woonmilieu in de wijken. Dat geldt met name voor ouderen,
soms een actieve rol.
jonge kinderen en gehandicapten. Zij zijn de stille supporters van
Die ontmoeting van ambtenaren en professionals heeft in veel
de wijkaanpak. Voor de grote meerderheid van de wijkbewoners
gevallen geleid tot flexibele en doelgerichte netwerken op wijk-
is wijkgericht werken echter slechts van zijdelings belang.
niveau. In die netwerken zijn het nu eens niet de strategen en
Natuurlijk hebben ook zij baat bij ’schoon, heel en veilig’, maar zij
directeuren die de eerste viool spelen, maar juist de tactische
zijn maar zeer ten dele wijkbewoners: hun netwerken brengen
en operationele mensen, de uitvoerders en hun directe chefs:
hen overal, hun wereld valt maar zelden samen met de wijk.
deze frontlijners zijn het die met elkaar praktische oplossingen
Tegen die achtergrond is het bijna verbazingwekkend dat er in het
bedenken voor praktische problemen. Die nieuwe aandacht voor
kader van het wijkgericht werken nog zo veel bewonersinitiatieven
de uitvoering leidde in meer of mindere mate tot een ’kanteling’
plaatsvinden. De praktijk laat een bonte waaier van straatacties,
en tot beter functionerende professionele en gemeentelijke
schoonmaakkaravanen, buurtbarbecues, volkstuincampagnes,
organisaties: opener voor vragen, initiatieven en commentaren
multiculturele braderieën, verhalenacties enzovoort zien.
van burgers, ’responsiever’. De directeuren, korpschefs en managers
Echt teveel om op te schrijven… Verweven in al die initiatieven
hebben geleerd beter te luisteren naar wat hun medewerkers op
zie je in veel buurten ook een voorzichtige cultuurverandering
wijkniveau nodig hebben en dat zijn praktische oplossingen en
plaatsvinden. Buurtbewoners beschouwen het publieke domein
geen hoogdravende beleidsplannen of vrome uitgangspunten.
weer meer als hún domein: het wordt weer ’ónze buurt’.
Uiteraard is het beeld niet onverdeeld positief: de in de afgelopen
Deed je vroeger de gordijnen dicht als er ergens rotzooi werd
tien jaar ontwikkelde manier van ’van onderop werken’ stuit
getrapt, tegenwoordig kijk je op zijn minst even of het iets is voor
regelmatig op de grenzen van de organisaties van waaruit het
het wijkplatform. Dat is een pril tegenwicht tegen oude patronen,
moet plaatsvinden. Straks meer daarover, nu eerst de andere
waarin alles voorbij de voordeur ’van de gemeente’ was.
kant van het verhaal: de bewoners…
Dat is mooi, maar toch hapert er nog wel het een en ander aan de relatie tussen de ambtelijk/professionele ommezwaai naar de
25
En de bewoners dan?
wijk en de bewoners. Eigenlijk weten ambtenaren en professionals
Het is goed om het scherp te stellen: wijkgericht werken is in
niet goed raad met de bewoners: ze willen graag duurzame
de kern een bezigheid van ambtenaren en professionals. En de
gesprekspartners, maar komen dan te vaak dezelfde mensen -
bewoners dan? Die zijn het allerbelangrijkst en toch is hun rol in
de vergadertijgers, de buurtburgemeesters - tegen, terwijl de
de recente geschiedenis van het wijkgericht werken lang niet simpel.
lichte gemeenschap van bewoners in de bonte waaier te weinig
Een deel van de bewoners kon en kan goed mee in de professi-
stem en status krijgt. Moeten bewoners mee vergaderen met de
onele herontdekking van de wijk: dat zijn de mensen die bestand
ambtelijk/professionele wijkteams? Willen ze dat wel? En wat
zijn tegen vergaderen of er zelfs van houden - doorgaans blanke
voor rol hebben ze dan? Welke eisen mogen en moeten we
mannen van boven de vijftig (hoewel in sommige gemeenten
stellen aan de representativiteit? Wie gaat er over de besteding
vrouwen steeds beter vertegenwoordigd zijn: de wijkaanpak
van het wijkbudget en hoe is dat te verantwoorden? Dat zijn
feminiseert). Niet zelden zijn deze bewoners minstens zo goed
vragen die in enige vorm in de meeste wijkgericht werkende
geïnformeerd als de professionals en ambtenaren tegenover wie
gemeenten wel spelen. En daar leiden tot grote onhandigheid:
ze aan tafel zitten. Om die reden zijn ze ook wel eens ’proto-
verkiezingen van wijkraden zijn naar formele maatstaven zelden
ambtenaren’ genoemd. Een ander deel van de bewoners heeft
een succes, deelname van bewoners aan wijkteams idem dito.
ontegenzeggelijk zeer veel baat bij een gedegen aandacht voor
Kortom: veel initiatieven en reuring, bonte ontwikkelingen,
maar hier en daar ook stagnatie en een onduidelijke structuur
respecterende school wil een brede school worden en voor zorg
bepalen aan bewonerszijde het beeld van het wijkgericht werken.
en welzijn kwam daar de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) nog bij. Die wet is mede bedoeld om te stimuleren dat
Aanhoudende politieke rugwind
mensen meer voor elkaar zorgen, onder meer om het beroep
Er is nog één factor de moeite waard van een nadere inspectie:
op professionele zorg te verminderen. Bij uitstek dus iets wat je
de opmerkelijke politieke en institutionele rugwind voor wijkgericht
wijkgericht zou kunnen aanpakken. Uit tamelijk onverwachte hoek
werken. Nog maar kort geleden, in de maanden voor en vlak na
voegde zich daarbij vorig jaar nog de steun van de Wetenschappelijke
de gemeenteraadsverkiezingen van 2006, hielden veel wijkgericht
Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) die bij monde van Pieter
werkende ambtenaren hun adem in. In de jaren daarvoor hadden
Winsemius onomwonden zijn ’Vertrouwen in de buurt’ uitsprak.
ze immers kunnen werken met een stevige steun, maar zou die
Kortom: wijkgericht werken heeft voorlopig nog wel even de
er in de nieuwe raden en colleges wel blijven? Veel hard bewijs-
wind in de rug. Bij het zoeken naar nieuwe wegen is het dan
materiaal om de politiek te overtuigen, hadden ze niet.
een interessante vraag, welke kant die wind de wijkmanagers en
Ontwikkelingen in de leefbaarheid van wijken zijn sowieso al
hun partners heen kan blazen.
moeilijk hard te maken: leefbaarheidsmonitoren laten nu weer eens een paar procentpunten winst zien en dan weer een paar
Strategischer, maar vergeet het beheer niet!
punten verlies, zonder dat duidelijk is aan wie dat effect kan
Laten we weer eerst kijken naar de ambtelijk/professionele kant.
worden toegeschreven. Van professioneel/ambtelijke netwerk-
Wat daar opvalt is dat bijna overal een beweging zichtbaar is
vorming in wijken krijgen de meeste politici geen erg warm gevoel,
vanuit de veilige basis van het fysieke beheer in beperkte zin
daar win je immers geen kiezers mee. In een aantal Nederlandse
naar breder en naar hoger. Dat breder houdt in dat het wijkgericht
gemeenten had de rekenkamercommissie een onderzoek inge-
werken méér terreinen gaat bestrijken: van ’groen, grijs en blauw’
steld; de uitkomsten waren meestal niet erg overtuigend. En was
en ’schoon, heel en veilig’ gaat het naar sociaal beleid in brede
in Hilversum ruim een jaar daarvoor het hele wijkgericht werken
zin. En het hoger houdt in dat het wijkgericht werken met vallen
niet afgeschaft?
en opstaan een strategischer functie krijgt: het gaat steeds minder
De bezorgdheid bleek achteraf niet nodig: zowel in de verkiezings-
om het corrigeren van fysiek beheer (reactief) en potentieel steeds
programma’s als in de nieuwe collegeakkoorden bleef wijkgericht
meer om agendering en programmering van het gemeentelijk
werken een stevige prioriteit. Her en der zelfs nog steviger dan
en institutioneel handelen vanuit de wijk. Steeds vaker gaat het
voorheen. Eigenlijk is dat verbazingwekkend. Kennelijk is de
daarbij om procesregie of zelfs procesmanagement (proactief).
politiek er nog steeds van overtuigd dat wijkgericht werken een
Die verhoging is niet alleen bij de meeste gemeenten wel zicht-
effectieve manier is om de kloof met de burger te dichten en
baar, maar ook bij de professionele partners en dat komt dan
kennelijk menen de bestuurders nog steeds dat ze netwerken
weer door de verbreding: naarmate er meer problemen wijkgericht
op wijkniveau nodig hebben om de prestaties van de gemeente
kunnen worden aangepakt, wordt wijkgericht werken ook voor
te verbeteren of minstens op peil te houden.
corporaties, welzijnswerk, zorg, politie en onderwijs interessanter
Wat in het voordeel van wijkgericht werken uitpakte, is dat de
en krijgen de wijkmanagers daar meer een sleutelpositie. Ook voor
professionele partners in de wijkaanpak - van corporaties tot wel-
bewoners lijkt die verbreding en verhoging alleen maar voordelen
zijnswerk - zich het afgelopen decennium hebben ontwikkeld van
te bieden.
volgers naar meetrekkers. Met name politie en woningcorporaties
Dat is mooi, maar roept ook een vraag op: kan het wijkgericht
nemen wijkgericht werken inmiddels zeer serieus, elke zichzelf
werken die verbreding en verhoging wel aan? Een paar wrijvings-
B U U RT E N I N N O O R D - H O L L A N D
26
punten springen in het oog. Ten eerste zijn dat de werk- en aan-
die van de wijkomvang die ooit is gekozen voor het fysieke beheer.
sturingsprocessen. Doorgaans dateren die nog uit de tijd dat de
Sterker nog: ook in het fysieke beheer vindt een discussie over
aanpak van fysieke problemen, het wijkbeheer, dominant was.
schaalgrootte plaats. De ooit gekozen maat wordt her en der
Voor de melding van die fysieke problemen zijn er inmiddels
inmiddels als te klein ervaren, waarna beheerwijken worden
(veelal uitstekend functionerende) telefonische of digitale meld-
samengevoegd. Dat alles leidt overigens wel tot een paradox:
punten en de afhandeling ervan vindt inmiddels steeds soepeler
om zijn functioneren te verbeteren zal het wijkgericht werken de
plaats. Voor de nieuwe taken en werkterreinen is echter veelal
wijk moeten loslaten.
bitter weinig geregeld. De onderhandelingen over het prestatie-
Nou ja, loslaten? Is de toekomstige naam van wijkgericht werken:
contract met de plaatselijke welzijnsinstelling vindt bij een andere
gericht werken, zonder het woord wijk? Het zou kunnen, maar
afdeling plaats, de gemeentelijke wijkmanagers hebben daar
helemaal los van het fysieke beheer in de wijken moet het nou
doorgaans het nakijken. Projecten van stedelijke vernieuwing
ook weer niet worden: streven naar schoon, heel en veilig in
worden nog vaak buiten het wijkgericht werken om georgani-
de eigen woonomgeving blijft een prima basis om diensten te
seerd. Het is vaak droevig gesteld met de bevoegdheden van
organiseren en bewoners te mobiliseren. Liever een verbreding
de wijkmanagers zodra het om meer gaat dan het fysiek beheer.
en verhoging dan een verplaatsing…
Een tweede wrijvingspunt is het spiegelbeeld daarvan: het gebrek
Wel wordt het tijd dat een aantal bordjes wordt verhangen.
aan competenties bij de wijkgericht werkende functionarissen,
Wijkgericht werken is anno 2006 heel wat meer dan fysiek wijk-
zowel bij de gemeente als bijvoorbeeld bij corporaties. Sociale
beheer. Dat heeft consequenties voor de interne organisatie
problemen zijn van een andere aard dan de logistiek rond de
(beter regelen), voor de gehanteerde schaal (flexibeler aanpak-
herprofilering van een verkeersweg of de renovatie van een com-
ken), voor de competenties, bevoegdheden en verantwoordelijk-
plex. Een goed voorbeeld is de aanpak van overlast die sommige
heden van wijkgericht werkende ambtenaren en hun partners
bewoners door hun woongedrag veroorzaken. De ervaring leert
(professionaliseren). En het heeft ook consequenties voor de
dat daarvoor een multidisciplinaire aanpak tot achter de voordeur
werkvormen in de wijken en voor de bewonersparticipatie…
noodzakelijk is. Van huis uit hebben niet veel wijkcoördinatoren
27
daarvoor de benodigde competenties, al zijn er natuurlijk die op
Herontwerp van de bewonersparticipatie
dit terrein natuurtalenten blijken.
Een van de meest beleden doelen achter wijkgericht werken is het
Het derde wrijvingspunt is de schaal. Veel bewoners van de wijk
verbeteren van de relatie tussen overheid en burger, ook wel: het
Overdie zijn eerder Alkmaarders, Noord-Hollanders, Nederlanders
verkleinen van ’de kloof’. Zeker na de Fortuynrevolte (maar de steeds
of zelfs Europeanen dan inwoners van Overdie. Die inwoners die
weer tegenvallende opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen had
zich wel vooral Overdieërs voelen, identificeren zich veeleer met
al eerder paniek veroorzaakt) is de politiek zeer angstvallig ’de wijk
hun straat, pleintje of buurtje dan met de wijk. Tegelijkertijd is
ingegaan’ om toch vooral nooit het verwijt te krijgen dat men niet
voor een professionele aanpak van bijvoorbeeld woonoverlast
’naar de burger heeft geluisterd’. Die paniek zou wel eens de
de wijk een peperdure schaal: er is (gelukkig maar!) te weinig
opmerkelijk massieve politieke steun kunnen verklaren voor wijk-
woonoverlast om er een wijkteam voor te formeren. Soortgelijke
gericht werken. Dat maakt het des te opmerkelijker dat bewoners-
redeneringen zijn te houden voor woonzorgzones, wietplantages
participatie nou net een van de minst gestructureerde kanten van
en nog veel meer. Elk probleem vergt bij de aanpak zijn eigen
het wijkgericht werken is. Rond wijkteams en platforms zijn immers
schaalgrootte; soms is dat de hele gemeente, soms een
heel wat burgers betrokken, maar dat zijn wel heel vaak dezelfde
(deel van een) straat. Slechts zelden is die schaalgrootte precies
burgers en je kunt je afvragen of die niet betrokken zouden zijn
bij welke vorm van professioneel/ambtelijk optreden dan ook.
zieningen per wijk. Dat zou kunnen in combinatie met wijkbudgetten
Is het niet eens tijd om op grotere schaal ook andere burgers
die aanmerkelijk hoger zijn dan op dit moment het geval is. Doel
aan te spreken dan de vergadertijgers? Wordt het geen tijd om
daarvan is de buurt politieker te maken en tegelijkertijd de partij-
burgers op een andere manier aan te spreken dan als de orakels
politiek buiten de buurt te houden. De kern van deze voorstellen is,
uit de wijk, naar wie ’geluisterd’ moet worden?
dat ze voortbouwen op de potenties, de kansen, de kracht van
Er zijn nog steeds gemeenten die zeer hechten aan vaste bewoners-
bewoners. Ze geven in letterlijke zin het vertrouwen aan de buurt.
vertegenwoordigers, zoals wijkraden. Tradities spelen hier een belangrijke rol, bijvoorbeeld als gemeenten na een herindeling een
De burger is zelden een klant
voorheen zelfstandige dorpskern een stem willen blijven geven.
Duidelijk is, dat zo’n herontwerp van de bewonersparticipatie geen
Bovendien geldt dat je met een wijkraad tenminste iets hebt, een
randverschijnsel is dat je kunt afschuiven naar de afdeling wijk-
constante factor, een continu klankbord. Vroeg of laat komt echter
gericht werken, al dan niet in samenwerking met de professionele
de kwestie van de representativiteit op: wie vertegenwoordigt die
partners in de wijk. Hier is degelijk gecoördineerde actie nodig,
wijkraad eigenlijk en hebben er wel ordentelijke verkiezingen
in elk geval vanuit de gemeente maar misschien zelfs van de
plaatsgevonden?
wetgever in Den Haag.
Er zijn op het gebied van de bewonersparticipatie ook veelbelovende
Opmerkelijk is dat het daar op dit moment helemaal niet naar uit
aanzetten zichtbaar. Steeds meer gemeenten zijn op zoek naar
ziet. Verbeteren van de bewonersparticipatie lijkt in te veel gemeenten
andere vormen (zoals panels, tijdelijk of rond een thema, regelmatige
een taakje voor de wijkcoördinator, waarin de rest van het ambtelijk
meningspeilingen, enquêtes, huis-aan-huis bezoeken, bewoners
en politiek apparaat nauwelijks geïnteresseerd is. Die desinteresse
werkgroepen enzovoort). In dat kader past ook het fenomeen
is voor een deel toe te schrijven aan oud sectoraal verzet: vak-
’premie op actie’, een variant op cofinanciering: de gemeente (of de
specialisten die zich achter procedures en handboeken verschuilen.
corporatie) honoreert initiatieven van bewoners en gaat er dus van
Maar er is nog een andere verklaring, en die luidt dat een samen-
uit dat ook zij hun verantwoordelijkheid nemen en hun betrokken-
hangende visie op burgerschap ontbreekt. Over de mogelijke rol van
heid op hun eigen manier vormgeven. Her en der heeft dat tot
burgers bestaat immers veel verwarring, zowel bij de overheid als bij
mooie kleinschalige initiatieven geleid, zoals buurtfestivals en
bijvoorbeeld de corporaties. Aan de ene kant zie je - bijvoorbeeld
incidentele opknapacties.
in het kader van de WMO - pogingen om de burger tot normbesef,
Die beperking tot incidentele en kleinschalige initiatieven is eigenlijk
eigen verantwoordelijkheid en initiatief (terug) te brengen: de burger
jammer, constateerde ook de WRR in het eerder aangehaalde advies
als medeverantwoordelijk coproducent. Aan de andere kant is er
’Vertrouwen in de buurt’. De raad pleitte daarin zoals bekend voor
een aanhoudende, neoliberale neiging om de burger als klant op
een sociale herovering van achterstandswijken en een kansgedreven
te vatten. Zo zijn veel gemeenten onder regie van de rijksoverheid
buurtbeleid voor alle andere wijken (en dat zijn echt verreweg de
bezig hun dienstverlening te verbeteren. De doelen zijn onder meer
meeste). Dat laatste vergt volgens de WRR investeringen in de actie-
het sneller beantwoorden van brieven en telefoontjes en het sneller
bekwaamheid van bewoners door professionals. De betrokkenheid
verstrekken van vergunningen. De middelen daartoe zijn onder meer
van bewoners moet namelijk voor een deel worden ’herontworpen’.
een ’multichannel klantcontactcentrum’ en een ’PIP’ (een persoon-
Een van de voorstellen is, dat bewoners meer mogelijkheden krijgen
lijke internetpagina) en dat alles onder het motto ’Een klantgerichte
om prioriteiten te stellen voor hun eigen buurt. Dat kan bijvoorbeeld
gemeente, Een kwestie van gewoon samen doén!’.
3)
door bewoners tijdens de gemeenteraadsverkiezingen te laten stemmen op een lijst van buurtinitiatieven bovenop de basisvoor-
B U U RT E N I N N O O R D - H O L L A N D
1)
Zie www.andereoverheid.nl.
28
Op zich is er niets mis met het streven om de dienstverlening van
Wijkgericht werken verdient een strategischer positie in
gemeenten te verbeteren, aangezien daar nog wel eens iets schort.
het gemeentehuis
Toch is er ook wel iets raars aan die aanhoudende pogingen om
Was wijkgericht werken lange tijd - en trouwens vaak nog steeds
de overheid als optimale dienstverlener te positioneren. Immers:
- een correctie op een verkokerd gemeentelijk optreden (reactief),
in hoeverre is de overheid wel een ’dienstverlener’? En: in hoeverre
de praktijk dwong de wijkmanagers en - coördinatoren om
is de burger een cliënt? Werk je passief en consumentistisch gedrag
meer voor in het beleidsproces aanwezig te zijn teneinde daar
niet in de hand als je de burger steeds als klant aanspreekt?
weeffouten te voorkomen (proactief). Bovendien is de afdeling
Een groter probleem is nog, dat die pogingen om de dienstverlening
wijkgericht werken vaak de enige afdeling die echt weet wat er
te verbeteren in veel gemeenten los staan van het wijkgericht
in wijken en buurten omgaat. Dat rechtvaardigt een betere
werken. Het programma dienstverlening valt onder verantwoor-
positionering in het stadhuis: meer op strategisch niveau.
delijkheid van bijvoorbeeld publiekszaken, facilitaire zaken, de
En dan maar duimen dat de wijkcoördinatoren geen vergader-
gemeentesecretaris of zelfs nog hoger, terwijl de contacten met
tijgers worden…
de burger als coproducent in de wijken zich in veel lagere regionen
Bewonersparticipatie is aan een nieuwe ronde toe
van het stadhuis afspelen. Iets soortgelijks geldt overigens voor
Werken met de burger als coproducent vergt een herontwerp
pogingen om de lokale democratie nieuw leven in te blazen door
van de bewonersparticipatie: meer dan formele inspraak, meer
burgerforums, politieke markten enzovoort: zulke pogingen zijn
dan luisteren naar orakels uit de wijk, meer verantwoordelijkheid
kennelijk chiquer en meer sexy dan het handwerk in de wijken…
gunnen waar dat kan, meer richting geven waar dat moet. Het zoeken is niet alleen naar nieuwe vormen, maar ook naar
Burger en samenleving
een steviger institutionele inbedding.
Het voorgaande leidt bijna vanzelf tot de volgende conclusies:
Een paradox: de wijk is niet langer het kader van wijkgericht
De burger moet meer coproducent dan klant zijn
werken
De enige bestaansgrond voor wijkgericht werken is de burger
Wijkgericht werken zal zich steeds minder richten op statische
als coproducent. In en rondom de gemeente richt het wijkge-
’wijken’ en steeds meer op die plekken waar iets te doen valt.
richt werken zich op die maatschappelijke processen waar de
Dat kan variëren van complete binnensteden en wijken
burger (meer) een stem moet hebben (inclusief het dragen
(bijvoorbeeld bij stedelijke vernieuwing) tot ’hot spots’ in
van meer verantwoordelijkheid).
woonwijken waar problemen zich concentreren, vaak niet
Wijkgericht werken ontgroeit het fysieke beheer
meer dan een deel van een complex of straat.
Het fysieke wijkbeheer vormde de voedingsbodem van het
29
wijkgericht werken, maar in de meeste gevallen zijn de zaakjes
Al met al verdampt daarmee wel een cruciaal stukje van de naam.
hier inmiddels wel goed geregeld: er zijn bijna overal ’integrale’
Waarom zou je immers nog spreken van wijkgericht werken als het
wijkbeheerteams die in combinatie met digitale en telefonische
territoriale aspect maar een bijverschijnsel is. Tijd voor een nieuwe
meldlijnen in principe garant staan voor een snelle en vraag-
naam: Bureau Burger en Samenleving? Daar kan dan meteen de
gerichte aanpak. Voor het wijkgericht werken ligt hier het
bundeling plaatsvinden met al die andere pogingen om de burger
wenkende perspectief niet meer. Dat ligt veeleer in verbreding
op te zoeken, met name de pogingen om de dienstverlening en
- let wel: niet verplaatsing - naar de sociale hoek.
de kwaliteit van de lokale democratie te verbeteren.
Over PRIMO nh en het LPB PRIMO nh
LPB, platform voor wijkgericht werken
PRIMO nh is de afkorting van Provinciaal Instituut voor Maatschap-
Het landelijk platform voor wijkgericht werken, kortweg LPB,
pelijke Ontwikkeling in Noord-Holland. Als adviesorganisatie voor
is een netwerkorganisatie van ambtenaren die werkzaam zijn
de sociale sector ondersteunt PRIMO nh de provincie, gemeenten
in de wijkaanpak. Belangrijkste doelstelling van het LPB is het
en organisaties bij het zoeken naar oplossingen voor maatschap-
samenbrengen van vakgenoten en het uitwisselen van kennis
pelijke vraagstukken. Veel projecten worden uitgevoerd in het kader
en ervaring met wijkgericht werken.
van het sociaal beleid van de provincie Noord-Holland. Daarnaast
Het LPB is een onafhankelijke en niet-commerciële organisatie.
werkt PRIMO nh in opdracht van anderen, vooral gemeenten.
Sinds de oprichting in 1994 is het LPB uitgegroeid tot een platform
De ruim 40 adviseurs beschikken over veel kennis en een uitgebreid
waar meer dan 100 gemeenten bij zijn aangesloten. Van Groningen
netwerk. PRIMO nh biedt ondersteuning in de vorm van onderzoek,
tot Weert en van Amsterdam tot Apeldoorn. Grote en kleine
informatie, advies, (proces)begeleiding, projectmanagement,
gemeenten, gemeenten met meer dan 10 jaar ervaring in het
training en coaching.
wijkgericht werken en gemeenten die daar net mee beginnen.
Met het project ’Leven in de stad’ werkt PRIMO nh in opdracht van
Het LPB heeft een klein bestuur dat samen met de klankbordgroep
de provincie Noord-Holland aan de versterking van de sociale en
de koers uitzet voor de ontwikkeling van het platform en de ver-
culturele pijler van stedelijke vernieuwing en wijkgericht werken.
sterking van het vakgebied.
Dit altijd in relatie tot de fysieke en de economische pijler.
Het LPB richt zich op drie domeinen:
De participatie en betrokkenheid van bewoners speelt een belang-
Wijkgericht werken als methode
rijke rol bij deze werkzaamheden. De adviseurs van ’Leven in de
Competenties van de wijkambtenaar
stad’ verzamelen kennis en zorgen voor uitwisseling middels werkbezoeken, werkconferenties en het dossier ’Leven in de stad’.
Inzicht in wijk- en buurtvraagstukken Voor meer informatie www.lpb.nl
Er wordt ondersteuning geboden aan gemeenten en instellingen bij de uitvoering van de sociale pijler van ISV-projecten, herstructurering en revitalisering van wijken. PRIMO nh adviseert en begeleidt bij de realisatie van sociale wijkanalyses en wijkveiligheidsplannen. Voor meer informatie over het dossier ’Leven in de stad’ en PRIMO nh zie www.primo-nh.nl
B U U RT E N I N N O O R D - H O L L A N D
30
Colofon
Dit is een uitgave van PRIMO nh
PRIMO nh©
Bestellen:
Overname of openbaarmaking van (gedeelten van) deze uitgave is toegestaan met bronvermelding.
Deze uitgave kost e12 (exclusief verzendkosten) en is telefonisch of schriftelijk te bestellen bij:
Purmerend, december 2006 Oplage: 600 exemplaren
PRIMO nh Postbus 106 1440 AC Purmerend telefoon: 0299 418 700 fax: 0299 418 799 e-mail: servicepunt@primo-nh.nl internet: www.primo-nh.nl
Totstandkoming: In samenwerking met het LPB, platform voor wijkgericht werken www.lpb.nl
Met dank aan: Al diegenen die inhoudelijke en/of tekstuele bijdragen hebben geleverd aan de conferentie ’Buurten in NoordHolland’ en aan de totstandkoming van deze publicatie.
Meer informatie:
Redactie:
De Provincie Noord-Holland vindt wijkgericht werken belangrijk. Zij heeft middelen beschikbaar gesteld om deze publicatie mogelijk te maken.
Els Diepenmaat (PRIMO nh) en Willem Stam (LPB)
Els Diepenmaat, ediepenmaat@primo-nh.nl Willem Stam, was@denhelder.nl
Eindredactie: Els Diepenmaat (PRIMO nh)
Foto’s: Jaap de Knegt, Juliska Retra, Marije Zijlstra en Yvonne Jonkman
Vormgeving: Studio Stevens, De Rijp
31
Het kenniscentrum van de sociale praktijk
CD
Rap ter afsluiting van de conferentie ’Buurten in Noord-Holland’