SPORTINFO Jaargang 11 - nummer 1 - september 2013
Nieuwsbrief voor sportverenigingen in Leiden
Stef Gresnigt:
“Het kan efficiënter en moet bedrijfsmatiger maar het sporthart moet blijven kloppen” Het Sportbedrijf Leiden is in beweging. Het deint mee op de reorganisatiegolven van de gemeente. Moet het anders? Kan het beter? Het moet in ieder geval bedrijfsmatiger en efficiënter. Stef Gresnigt, teamleider Sport en manager Sportbedrijf, is tot midden 2015 aangesteld om het Sportbedrijf op een nieuwe leest te schoeien. Hij wil dit doen door het bedienen van de sport ‘vanuit het sporthart’ te combineren met het bedienen van de sport ‘op een zo efficiënt en bedrijfsmatig mogelijk manier’. Wij spraken met hem over deze operatie.
Sport betekent veel voor Gresnigt. In het verleden heeft hij gevoetbald en gewielrend. “Dat fietsen doe ik nog, maar dan voornamelijk lange afstandsfietsen. In 2003 bijvoorbeeld, heb ik een sabbatical genomen en samen met mijn vrouw 5000 km gefietst.” Anders dan zijn voorgangers is Gresnigt niet alleen verantwoordelijk voor het Sportbedrijf, maar ook voor het sportbeleid. “Ik heb dat sportbeleid bij de gemeente zelf zeven jaar onder mijn hoede gehad. Ik weet dus waar het over gaat. Ik heb, toen ik deze opdracht kreeg, direct voorgesteld of ik naast die verantwoordelijkheid voor het Sportbedrijf het sportbeleid erbij kon krijgen. Dat maakt de lijnen korter.” Gresnigts opdracht bestaat uit drie delen: 1. Doorontwikkelen van het Sportbedrijf. 2. Uitvoeren van het Leidse sportbeleid zoals beschreven in de sportnota. 3. De dagelijkse leiding van Sportbedrijf. “Voorgaande directeuren waren, en terecht, gericht op de sport. Mijn opdracht ligt meer bij de optimalisering van de organisatie”, verduidelijkt Gresnigt. Tijdspad “Januari 2014 gaan we het onderhoud van de velden buiten het Sportbedrijf brengen”, schets Gresnigt. “Dat gaat naar Stedelijk Beheer die onder meer verantwoordelijk is voor het onderhoud van ‘groen’.
Dan volgt in 2015 de overdracht van het eigendom van sportterreinen en -gebouwen aan de afdeling Vastgoed (VAG). Daarvoor is het nodig dat we weten welke gebouwen er staan, wat voor kenmerken ze hebben, hoe de staat van onderhoud is en we moeten ervoor zorgen dat de onderhoudsplanning up-to-date is. Overigens vallen de sport- en gymzalen die bij scholen horen daar niet onder.” Overheids-BV Het is volgens Gresnigt de bedoeling dat er in de loop van 2014 een raadsvoorstel wordt gemaakt om de
Inhoud 1 Efficiënter en bedrijfsmatiger
■
3 Column Stef Gresnigt
■
3 Waterverbruik verenigingen doorbelast
■
4 Helderheid en duidelijkheid voor alle partijen 6 2e Leidse Sportcongres - 9 oktober 2013
■
■
7 Sportmedische zorg belangrijk voor verenigingen
Sportbedrijf
■
Stef Gresnigt, woont sinds 1984 in Leiden, heeft 2 dochters en 3 kleindochters.
exploitatie van de sportvoorzieningen in Leiden onder te brengen in een overheids-BV. De gemeente is bij zo’n BV 100% aandeelhouder en toezichthouder. “Wat wij graag willen is dat die op te richten BV op een bedrijfsmatige manier de zwembaden en overige sportaccommodaties gaat beheren. Niet commercieel, maar bedrijfsmatig.” Zo zal volgens Gresnigt het verhuren anders worden. “De gemeentelijke afdeling VAG is eigenaar van het pand en de overheids-BV gaat optreden als onderverhuurder aan de verenigingen. VAG is dan verantwoordelijk voor het onderhoud van de buitenkant van het gebouw. Voor alles wat zich in het gebouw bevindt is de huurder verantwoordelijk.” Gresnigt is er optimistisch over dat het gaat lukken.
2
“Het is er mij om te doen dat er bedrijfsmatiger gewerkt gaat worden. Nu worden beslissingen vaak genomen op basis van overwegingen die geleid worden door het sporthart. Dat is mooi, maar het moet niet de enige leidraad zijn. Dat moet veel meer op basis van bedrijfsmatige argumenten. Ook als dat leidt tot een beslissing die sportief gezien misschien niet helemaal optimaal is. We moeten zo goed mogelijk, zo zuinig mogelijk en zo efficiënt mogelijk de sport bedienen.” Team Sport Er zal tegelijkertijd binnen de gemeentelijke organisatie een team Sport worden gecreëerd. Dat team richt zich onder meer op ondersteuning van sportverenigingen en sportstimulering, niet alleen voor schooljeugd maar ook voor volwassenen.
En het houdt zich bezig met de breedtesport - er komt een breedtesportcoördinator -, met het ondersteunen van topsport en de uitvoering van het sportbeleid. Gresnigt: “Het is de bedoeling dat het team Sport in een breder netwerk zal functioneren en verbindingen aan gaat met andere organisaties zoals: Jongeren op gezond gewicht (JOGG), Jeugd en jongerenwerk, Welzijn in het algemeen en VTV (vrije tijdsbesteding en vorming voor mensen met een beperking). We zijn nu al bezig om al die bewegingen tegelijk op gang te brengen.” Volgens Gresnigt is in mei 2015 de hele operatie afgerond en is het Sportbedrijf klaar voor de toekomst. Door Rob Beurse
Afzien in Australië Enkele jaren geleden fietste ik met mijn vrouw langs de oostkust van Australië. We startten in Brisbane (ergens halverwege Noord en Zuid) en zouden eindigen in Melbourne aan de Zuidoostkust. De eerste week was heet en droog, alles wat je je als Europeaan voorstelt bij Australië. Ergens halverwege de tweede week kwamen we aan in een lieflijk stadje met heel veel jacaranda’s, prachtige bomen met paarse bloesems die allemaal in bloei stonden. We vonden onderdak in een bed and breakfast dat uiteraard ‘The Rosegarden’ heette en dat uiteraard gedreven werd door een Australiër met Nederlandse roots. We werden nog helemaal verwelkomd in het Australisch (“G’day mate”) door de eigenaar maar zodra diens vader ons Nederlands hoorde spreken werden we nogmaals welkom geheten, nu met een biertje en vele verhalen. Voor het slapen gaan vroegen we nog welke weg we het beste konden nemen naar Armidale, hij raadde ons de geleidelijke langere klim aan. Dat klonk verstandig. “There is nothing but bloody hills between
here and Armidale mate”, was het antwoord onderweg op onze vraag of er nog ergens een slaapplaats zou zijn op de route. Inderdaad bloody hills en inderdaad lang; we zaten de hele dag met zo ongeveer 8 km p/u tegen de hellingen aangeplakt. Naast die hills was er ook nog bloody rain. Aan het einde van de middag zagen we toch nog een soort camping met hutjes op palen en een winkeltje waar we brood en een wonderlijk soort vlees gekocht hebben waarvan ik nooit wil weten wat het was. We zijn gaan slapen met een nog steeds gestaag neerkletterende regen op het zinken dak, wel een prettig gehoor als je droog ligt maar geen prettig idee voor de volgende dag. Vanaf onze slaapplaats moesten we wel vertrekken omdat er daar geen ander eten te krijgen was dan dat twijfelachtige gedroogde vlees, en zoals gevreesd bleef de regen maar komen. In de loop van de middag begon het aardig af te koelen en werd het met de wind over de bergen nog extra koud; 10 graden. Langzamerhand konden we ons voorstellen hoe het voelt om in pakweg de ronde van Italië tegen
Column Stef Gresnigt
een koude berg aan te zitten en te verlangen naar de bezemwagen. Na een uur of 8 kwamen we bij het aangekondigde motel/hotel en daar vroeg de verbaasde eigenaar toen ik druipend en wel voor hem stond: “did you book in?” waarmee hij kennelijk bedoelde dat het hotel vol was. Ik moet hem vol ongeloof en verbijstering hebben aangekeken want hij toverde toch nog twee slaapplaatsen in de zogenoemde bunkroom te voorschijn: een kamer met 12 stapelbedden en verder helemaal niets, maar we waren hem heel erg dankbaar. In die kamer hebben we alles uitgehangen , maar ook daar kwam de temperatuur niet boven de 12 graden dus het drogen mislukte. Maar de pubmeal en het bed waren warm. Sindsdien is ons beeld van Australië een tikje veranderd. En hoewel we toch ook wel vaker langere dagtochten hebben gemaakt weten we nu ook wat afzien kan betekenen. Gelukkig is er dan altijd weer een volgende dag met een lange afdaling en zowaar een zonnetje.
De gebruiker betaalt
Waterverbruik verenigingen doorbelast Op dit moment neemt de gemeente (het Sportbedrijf) de kosten voor haar rekening van het waterverbruik door sportverenigingen op de gemeentelijke sportaccommodaties en clubgebouwen. Tevens betaalt de gemeente de kosten voor hieraan verbonden belastingheffingen (rioolheffing, zuiveringsheffing).
Dat zal met ingang van 1 januari 2014 veranderen. In de perspectiefnota 2013-2016 heeft het Sportbedrijf van de gemeenteraad een bezuinigingstaakstelling gekregen.
Daarbij is bepaald dat met ingang van die datum de gebruiker de kosten van water en de bijbehorende belastingheffingen voor zijn eigen rekening moet nemen.
Bij de uitwerking van deze bezuinigingsopdracht is het volgende voor rekening van de gebruiker: • waterverbruik; • rioolheffing gebruiker; • heffing waterzuivering/afvalstoffen. Er zal bij deze uitwerking rekening gehouden worden met het waterverbruik door derden. Waar nodig zullen er aanpassingen aan de waterleiding gedaan worden of tussenmeters worden geplaatst om een goede registratie te waarborgen.
Sportbedrijf
3
Juridische formalisatie van het gebruik van de sportparken
Helderheid en duidelijkheid voor alle partijen Buitensportverenigingen opgelet. De gemeente zal de komende tijd het gebruik van de sportparken ’juridisch formaliseren’, zoals dat officieel heet. Worden de contracten die tot op heden werden afgesloten ondersteund door goede mondelinge afspraken, straks staat alles keurig beschreven. Helder voor u als sportvereniging, helder voor de gemeente. Hoe is het nu De buitensportverenigingen krijgen jaarlijks op basis van hun aanvraag de toewijzing dat ze van de velden gebruik mogen maken. Maar er is eigenlijk niets geregeld over de door de verenigingen gerealiseerde opstallen zoals bijvoorbeeld het clubgebouw of een tribune. Ook is er niets geregeld omtrent het aantal kleedkamers en het gebruik daarvan.
4
En wie is onderhoudsplichtig? De gemeente of de vereniging? Volgens Ruud Marchand, stafmedewerker bij het Sportbedrijf, komt het hele woord kleedkamer in de huidige overeenkomst niet eens voor terwijl kleedkamers natuurlijk wel bij de velden horen. “En over kantines en tribunes en dergelijke staat ook niets op papier. De verenigingen mogen nu een stukje
grond gebruiken waar ze een clubgebouw op zetten. Ze zijn dan, zoals dat heet, ‘economisch eigenaar’ en verzorgen zelf het onderhoud. Dat is volgens Leids gebruik keurig mondeling met hen afgesproken. Maar er staat dus niets op papier.” Hoe wordt het Die onzekerheid en onduidelijkheid wil de gemeente aanpakken. Er worden de komende tijd overeenkomsten afgesloten met iedere buitensportvereniging omtrent het gebruik van de parken. Niet over de uren dat ze de velden gebruiken, dat staat er los van. Er wordt in zo’n overeenkomst vastgelegd dat de vereniging de gebruiker van het park is en wat dat inhoudt. Er is ook precies in geregeld wat ze gaan
gebruiken. “Want dat is meer dan het veld alleen”, licht Marchand toe. “In de gebruiksvergoeding die de verenigingen betalen, zijn ook de kleedkamers begrepen en de trainingsverlichting, de hekwerken, de paden en dergelijke en vanzelfsprekend het gras. Voor die zaken is de gemeente dus verantwoordelijk en onderhoudsplichtig.” Vijftien jaar Ook is het nieuw dat de overeenkomst wordt afgesloten voor een periode van vijftien jaar. Dat wordt gedaan omdat verenigingen die een eigen clubgebouw of tribune neerzetten daarvoor dikwijls oeten lenen bij de bank. De bank wil dat wel lenen, maar vraagt wel een zogeheten gemeentegarantie. De gemeente Leiden deelt die garantie met de stichting Waarborgfonds. Die stichting eist op haar beurt dat er in geval van toekenning van de lening een huurperiode van het sportpark aan vastzit van minimaal vijftien jaar. Een hoop regelingen en officieel gedoe, maar het Sportbedrijf is volgens Marchand op deze manier wel in staat om per sportpark maatwerk te leveren. Clubgebouwen Over de clubgebouwen zelf wordt ook een nieuwe overeenkomst opgesteld. Nu is er eigenlijk niks over vastgelegd. De term economisch eigenaar, die nu wordt gebruikt, zegt volgens Marchand ook
niks anders dan dat de vereniging het clubgebouw mag gebruiken. Verenigingen zijn dus op grond van Nederlandse wetgeving niet de eigenaar van het gebouw, ondanks dat ze het gebouw zelf gebouwd en gefinancierd hebben. Het wettelijk eigendom ligt namelijk, als gevolg van ‘natrekking’, bij de eigenaar van de grond waarop het clubgebouw is gebouwd. In ons geval dus de gemeente Leiden.” Dat betekent dat de gemeente, als eigenaar van het clubgebouw onderhoudsverplichtingen heeft, en dat is in strijd met de afspraken zoals die nu met de verenigingen, mondeling, zijn gemaakt. Om dat te voorkomen zal er met verenigingen die een clubgebouw op het park hebben een aparte overeenkomst worden afgesloten. Daarin wordt vastgelegd dat de vereniging de grond waarop het clubgebouw staat huurt van de gemeente, maar dat de vereniging zelf verantwoordelijk is voor het onderhoud van het clubgebouw. De hoogte van de huurprijs blijft in principe hetzelfde als nu. “Dus in de praktijk verandert er niets, want zo is het al jaren geregeld, alleen wordt het nu contractueel vastgelegd”, aldus Marchand. Een clubgebouw is over het algemeen een forse investering maar omdat er eigenlijk niets formeel is geregeld hebben de verenigingen geen enkele zekerheid over hun ‘investering’. “Als de gemeente zou zeggen dat ze om de een of andere reden
het park moeten verlaten of naar een ander park moeten, is er geen enkele officiële afspraak waar ze op terug kunnen vallen”, benadrukt Marchand. “Er staat niets op papier over hoe we in zo’n geval met elkaar omgaan. Datzelfde geldt trouwens ook als de club zelf besluit van het park weg te gaan. Maar ja, wat gebeurt er dan met het clubgebouw?” In de nieuwe overeenkomst zal worden opgenomen hoe we met elkaar omgaan wanneer een vereniging verplicht of vrijwillig van een sportpark vertrekt. Dat geeft verenigingen een stuk zekerheid en maakt het voor de toekomst helder welke afspraken er gelden over dit onderwerp. Momenteel doet het Sportbedrijf een inventarisatie naar wat zich op de sportparken bevindt en wie waarvoor onderhoudsplichtig is. Na afronding van deze inventarisatie wordt er een standaardovereenkomst opgesteld, die per accommodatie ook de specifieke afspraken vastlegt, maatwerk dus. “Een flinke klus”, zegt Marchand. “Het gaat om tachtig verenigingen. We streven er naar om per 1 januari 2015 met alle verenigingen nieuwe contracten afgesloten te hebben.” Door Rob Beurse
Sportbedrijf
5
2e Leidse Sportcongres 9 oktober 2013 Na het succes van de eerste editie organiseert de Stichting Sportstad Leiden, in samenwerking met het Sportbedrijf Leiden, de Stichting Topsport Leiden, de Leidse Sport Federatie en Leiden Beweegt, Beweeg Mee op woensdag 9 oktober 2013 van 19.00 uur tot 22.30 uur het 2e Leidse Sportcongres voor Leidse sportverenigingen. Het congres dat dit jaar Zorg en Zekerheid als hoofdsponsor heeft, wordt gehouden in het hoofdkantoor van Zorg en Zekerheid, Haagse Schouwweg 12 te Leiden.
Voorzitter van het sportcongres is Eduard Klasen. Hij heeft zijn sporen in sportend Leiden onder meer als voorzitter van LZ 1886 en bestuurslid van de Leidse Sport Federatie ruim verdiend. Na zijn openingswoord kunt u deelnemen aan twee workshoprondes. Mocht u ook willen weten wat er in de andere workshops gebeurt, kom dan met meerdere (bestuurs)leden zodat u elkaars ervaringen kunt delen.
De workshops hebben tot doel u tips te geven op het gebied van verenigings ondersteuning. Bovendien zijn er dit jaar ook workshops voor het technisch kader. Vooralsnog staan de volgende workshops op de agenda: • Bestuursaansprakelijkheid en werk geverschap. • Bent u als vereniging voorbereid op een calamiteit? • Hoe gaat uw vereniging om met fair play?
• Heeft de verenigingsmanager toekomst? • Autisme en ADHD binnen de vereniging. • Maakt uw vereniging al gebruik van de sociale media? • AED/EHBSO. • Talentherkenning. • Motorische kenmerken van jeugdige sporters gekoppeld aan belastbaarheid. Tevens is er gedurende de avond een sportmarkt met stands van diverse sportgerelateerde partijen die u graag op de hoogte brengen van zaken waar u uw voordeel mee kunt doen. Deze sportmarkt kunt u voor en na de workshops bezoeken. Na afloop van het congres zal de voorzitter de avond samenvatten en kunt u onder het genot van een drankje met elkaar van gedachten wisselen. Om 22.30 uur wordt het Sportcongres afgesloten. Deelname aan het congres is gratis. Wel wil de organisatie vooraf weten of u en eventueel meerdere (bestuurs)leden van uw vereniging naar het congres komen en aan welke workshops deelgenomen wordt. De indeling van deelname aan de workshops is in volgorde van aanmelden. Bij grote belangstelling kan de organisatie u in een andere workshop indelen. Het aanmeldingsformulier kunt u invullen en verzenden vanaf www.sportstadleiden.nl.
6
Jolanda Heere sportarts
Verenigingen moeten weten dat sportmedische zorg belangrijk is Sinds 2011 hebben we er in Leiden een sportmedisch centrum bij. Naast het Sportmedisch Centrum in het Rijnland Ziekenhuis in Leiderdorp en het Sportmedisch Centrum in het Diaconessenhuis bij de Leidse Hout, kunnen we nu ook in de Rooseveltstraat terecht voor sporttesten en advies over blessures. Sportarts Jolanda Heere zwaait er de scepter. Wij spraken met haar over de mogelijkheden die het Sport Medisch Centrum Leiden biedt. Op de hoek van de Rooseveltstraat en de Jacob van Campenlaan vind je het Sport Medisch Centrum Leiden. (SMC Leiden). In hetzelfde gebouw als SCAL Medische Diagnostiek en vlak naast de Roosevelt Kliniek. Volgens sportarts Jolanda Heere is het de bedoeling dat SMC Leiden in de toekomst nauw gaat samenwerken met SCAL Medische Diagnostiek en dat zij van elkaars disciplines gebruik maken. “Dan hebben we radiologie, het laboratorium en de cardioloog in het gebouw hier. We kunnen dan van elkaars speciale kennis en vaardigheden gebruikmaken.” Jolanda Heere werkte voor haar specialisatie tot sportarts eerst in Amsterdam, maar toen haar de mogelijkheid werd geboden om hier in Leiden een gloednieuw sport medisch centrum te gaan runnen, aarzelde ze geen moment. “Zo’n kans laat ik niet lopen. Sportartsen zijn er namelijk niet alleen maar voor de topsporter. Wij zijn er juist ook voor de amateur- en de recreatiesporter. In dit sportmedisch centrum krijg ik met alle groepen te maken en daar voel ik me erg door aangesproken. Want het gaat, hoe je het ook wendt of keert, altijd om mensen met fysieke problemen die weer willen gaan bewegen. En daar ga ik voor.” Diagnostisch De sporters met blessures waar Jolanda mee te maken krijgt zijn onder andere sporters die al eens bij de fysio zijn geweest, maar waarbij de behandeling onvoldoende opleverde. “Ik ben voor de diagnostische kant. Een fysiotherapeut verwijst naar ons door als hij een second
opinion nodig heeft of geen verbetering ziet door zijn behandeling. Ik maak dan een behandelplan of schrijf medicijnen voor. Mocht er volgens mij geopereerd moeten worden dan verwijs ik door naar de orthopeed. Hiervoor heb ik korte lijntjes lopen met een aantal orthopeden in de regio. Voordeel voor de orthopeed is dat de diagnose al door mij gesteld is. Voor hem is het dan veelal niet meer dan de operatie plannen en voorbereiden.” Voor iedereen Om gebruik te maken van SMC Leiden is geen verwijzing van de huisarts nodig. Een simpele afspraak is voldoende. “Wij helpen alle mensen die problemen of blessures hebben op sportgebied. Ik maak samen met de sporter een plan van aanpak om tot herstel te komen.” Een van de doelgroepen van het SMC Leiden is de groep ‘oudere mensen’. Volgens Jolanda sporten die veel meer dan vroeger. “Probleem is dat het vaak mensen zijn die toen ze jonger waren ook veel en fanatiek met hun sport bezig waren. Dat niveau proberen ze nu ze ouder zijn ook te halen. Dat gaat natuurlijk niet en dat levert veel blessures op. Zulke sporters proberen we naast de behandeling van de ontstane blessure ervan te overtuigen dat het best wel wat minder mag en zelfs moet. Of wordt er gekeken naar hoe ze op een andere manier kunnen blijven sporten.” Testen SMC Leiden doet ook sportkeuringen en -testen. De kosten daarvan variëren van € 85 tot € 240 al naar gelang de uitgebreidheid van zo’n keuring. De sporter
kan zowel voor verplichte als vrijwillige keuringen terecht bij SMC Leiden. “Wij doen hier ook inspanningstesten”, zegt Jolanda. “We proberen dan achter de afwijkingen of belemmeringen die mensen hebben te komen. Neem bijvoorbeeld de bekende beklimming van Alpe d’Huez per fiets. Alleen al daarvoor zijn landelijk 8000 mensen medisch gekeurd. Daarvan zijn 72 keuringen hier gedaan. In die keuring zit een intensieve inspanningstest. Daarbij wordt onder meer gekeken naar hoe het met de conditie zit en de belasting van het hart en de longen. Ook bepalen we hartslagzones voor een optimaal trainingsadvies voor het evenement. Ik heb er inmiddels al twee uitgevist die helaas niet goedgekeurd kunnen worden.” Sportverenigingen Jolanda heeft gemerkt dat er bij sport verenigingen weinig kennis is over sportmedische zaken. “Wij zijn benaderd door een tennisclub en een voetbalclub met de vraag eens te kijken naar wat er op sportmedisch gebied bij hen verbeterd zou kunnen worden. Waar we tegenaan liepen was dat er eigenlijk niemand bij zo’n vereniging is met sportmedisch inzicht. Ook niet met de kennis van wat er in voorkomende gevallen zou moeten gebeuren. Gevolg is dat sporters stoppen met hun sport door steeds terugkerende blessures. Wij hadden zo’n sporter graag gezien om meer duidelijkheid te krijgen over de aard en oorzaak van zulke blessures. Wij kunnen dan testen wat er nog wel kan en de sporter krijgt een behandeling voor zijn blessure en een programma waarmee hij weer kracht en conditie kan opbouwen. Voor meer informatie: Sport Medisch Centrum Leiden, Rooseveltstraat 65, 2321 CT Leiden. Telefoon: 071 5160028, email: info@smcleiden.nl, website: www.smcleiden.nl. Door Rob Beurse
Sportbedrijf
7
SPORTINFO Medewerkers Sportbedrijf Leiden Manager
Dhr. S. Gresnigt ☎ 071 - 516 38 15 ✉ s.gresnigt@leiden.nl
Secretaresse
Mw. M.C. van Dijk ☎ 071 - 516 38 01 ✉ m.vandijk@sportbedrijfleiden.nl
Stafmedewerker
Dhr. C.R. Marchand ☎ 071 - 516 38 07 r.marchand@sportbedrijfleiden.nl
Teamleider binnensportaccommodaties (zwembaden / sporthallen) Dhr. H.A. de Boer ☎ 071 - 516 38 10 ✉ h.deboer@sportbedrijfleiden.nl
Bouwkundige/technisch beheerder Dhr. R. van Es ☎ 071 - 5163812 ✉ m.p.van.es2@leiden.nl
Teamleider buitensportaccommodaties (sportvelden / atletiekbaan / tennisbanen) Dhr. R.C. Wagner ☎ 071 - 516 38 09 ✉ r.c.wagner@sportbedrijfleiden.nl
Coördinator Schoolsport & Schoolzwemmen
Mw. J.M.E. Augustinus ☎ 071 - 516 38 05 ✉ j.augustinus@sportbedrijfleiden.nl
Sportstimulering
Dhr. R. van der Geest ☎ 071 - 516 38 04 ✉ r.vandergeest@sportbedrijfleiden.nl
Verhuurregistratie & Sport-O-Theek (sportvelden / tennis-, squash- en atletiekbanen) Dhr. T. van der Reijden ☎ 071 - 516 38 02 ✉ t.vanderreijden@sportbedrijfleiden.nl Mw. A.J.Y. Kamerling ☎ 071 - 516 38 02 ✉ y.kamerling@sportbedrijfleiden.nl
Verhuurregistratie (sporthallen / sportzalen / zwembaden) Mw. M. van Tilburg ☎ 071 - 516 38 03 ✉ m.v.tilburg@sportbedrijfleiden.nl Dhr. K.B. Vogel ☎ 071 - 516 38 03 ✉ k.vogel@sportbedrijfleiden.nl
Coördinator combinatiefuncties & frontdesk Olympisch steunpunt Mw. S. van Hoore-Engels ☎ 071 - 516 38 14 ✉ s.vanhoore@sportbedrijfleiden.nl
Financiële administratie
Mw. C.M.J. Elstgeest ☎ 071 - 516 38 13 ✉ c.elstgeest@sportbedrijfleiden.nl
Algemeen adres
Sportbedrijf Leiden Postadres: Postbus 9100, 2300 PC Leiden Bezoekadres: Smaragdlaan 99 - 2332 JP Leiden ☎ 071 - 516 38 00 071 - 516 38 21 ✉ e-mail: info@sportbedrijfleiden.nl www.sportbedrijfleiden.nl