3 minute read

Blijven tellen

Elke vogelsoort die ooit in Limburg voorkwam beschrijven in één boek. Dat was elf jaar lang de missie van honderden vrijwilligers. Ondertussen is die geslaagd: deze winter lanceert het Provinciaal Natuurcentrum ‘Vogels in Limburg’. “Een uniek naslagwerk”, zegt coördinator Jan Stevens.

Als diensthoofd van het Provinciaal Natuurcentrum was Jan Stevens jarenlang betrokken bij het maken van ‘Vogels in Limburg’. Ook na zijn pensioen wijdde hij zich verder aan dit ambitieuze naslagwerk. Jan vertelt met veel enthousiasme wat het zo bijzonder maakt.

Wat is een avifauna?

Het is een compleet naslagwerk dat alle gekende informatie over vogels verzamelt. In onze avifauna lees je alles wat we weten over elke vogelsoort die ooit in Limburg gespot werd. Eén per één beschrijven we op een toegankelijke manier waar je de vogel doorheen het jaar vindt. Met grafieken geven we de evolutie in aantallen aan. Voor broedvogels bestond die info al: we publiceerden broedvogelatlassen in 1985 en 1994. Maar in dit boek vind je ook wintergasten, trekvogels en zelfs soorten die nog maar één keer gespot zijn. Het boek is uniek in België. Er bestaat geen avifauna op Belgisch of Vlaams niveau en nog geen enkele provincie heeft er één. Het is de eerste, maar hopelijk niet de laatste avifauna voor Limburg.

Eén van de belangrijkste conclusies van het boek is dat alles voortdurend verandert. Daarom is het belangrijk om te blijven tellen, alleen al om de effecten van klimaatverandering verder in kaart te brengen.

Voor wie is dit boek interessant? Het is een boek voor vogelliefhebbers die al veel soorten kennen en er meer over willen weten. Zo lees je hoe vaak en waar een vogelsoort al in Limburg gespot werd. Ook als je specifieke soorten wil zien, weet je dankzij ‘Vogels in Limburg’ waar en wanneer dat kan. Dit boek is ook interessant voor beleidsmakers omdat we een globale analyse maakten van de vogelpopulaties in Limburg. Enkele korte conclusies? Bosvogels doen het goed. Vogels van waterrijke gebieden doen het nu een pak beter dan in 1994. Alle investeringen aan het vijvergebied Midden-Limburg en andere waterrijke gebieden missen hun doel dus niet. Anderzijds gaan weide- en akkervogels nog altijd achteruit in landbouwgebieden, ondanks alle inspanningen voor beheersovereenkomsten met landbouwers. Bijzonder is ook dat we naar doortrekkers en wintergasten keken. België maakt deel uit van een wereldwijd netwerk, met vogels die van Siberië tot in Afrika trekken en hier passeren. Daarin dragen we ook een verantwoordelijkheid.

Waar komen alle gegevens vandaan?

Die komen in de eerste plaats van de waarnemingen van honderden vrijwilligers en professionele vogelspotters door de jaren heen. Hun waarnemingen worden verzameld in databanken van LIKONA, Natuurpunt, INBO, trektellen.nl en het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN). We doken ook in het archief van het KBIN. De ringgegevens ervan gaan terug tot 1927. We keken zelfs naar archeologische vondsten, zoals die in Tongeren. Daaruit bleek dat de Romeinen houtsnippen en andere vogels aten. Ook de collectie opgezette vogels van het KBIN leverde veel info op. Dat is een geweldige verzameling met duizenden dieren van over de hele wereld, waarvan enkele honderden uit Limburg. Daarin troffen we een opgezette dunbekwulp aan, een uitgestorven vogel waarvan we niet wisten dat hij ooit in Limburg voorkwam. Tot we ontdekten dat iemand in 1901 zo’n dier heeft geschoten in Genk. We vonden ook een kuifkoekoek die in 1909 in Zonhoven was geschoten, en sindsdien niet meer in Limburg gezien is. Het boek staat vol van dergelijke verhalen.

Wanneer tellen jullie vogels?

Je kan het hele jaar door vogels tellen. Daarom bestaat er geen betere hobby: je hebt altijd een reden om van huis te zijn. In het voor- en najaar tellen we overtrekkende vogels op twintig vaste telposten. Daar zitten heel wat ervaren tellers, maar ook jonge spotters zijn welkom. In de winter tellen LIKONA-vrijwilligers watervogels. Tijdens het broedseizoen, in het voorjaar en de zomer, tellen we broedvogels. Ook hier is iedereen welkom om mee te doen. Je kan alle vogels in een bepaald gebied tellen, of enkel de huismussen in je tuin noteren. Dat is het leuke aan vogelspotten: je kiest zelf hoeveel tijd je eraan besteedt.

Heb je tips voor beginnende vogelaars?

Moet

ik me bij LIKONA aansluiten om vogels

te tellen?

LIKONA biedt heel wat voordelen: je wordt opgenomen in een community van gelijkgezinden, ontdekt trends en opvallende broedgevallen voor die in de media verschijnen en je kan meewerken aan unieke projecten. Maar ook op eigen houtje kan je bijdragen. Zelfs als je niet veel soorten herkent, kan je waarnemingen doorgeven via de site en app van waarnemingen.be. Elke waarneming kan zinvol zijn, ook die van ogenschijnlijk banale soorten. Bij het samenstellen van deze avifauna stelden we vast dat we van heel courante soorten, zoals roodborstjes en merels, nog niet alles weten. De speciallekes worden volop gemonitord door experten, maar we weten niet hoeveel kool- en pimpelmezen er eigenlijk in de Limburgse tuinen zitten.

In het begin moet je erg bewust aandacht schenken aan vogels, maar na een tijdje wordt het een automatisme. Hoe meer je over een bepaalde vogelsoort weet, hoe makkelijker je hem zal vinden en herkennen. Het is handig om te weten waar hij leeft en wanneer je hem daar aantreft. Bij het onderscheiden van soorten kan je letten op details, zoals kleur, de kop of de staart. Ook het gedrag zegt veel. En vergeet zeker niet om goed te luisteren, want vaak hoor je een vogel al voor je hem ziet.

‘Vogels in Limburg – historiek, verspreiding, trends en verplaatsingen’ is verkrijgbaar via de website www.pnc.be/vogelsinlimburg

This article is from: