2 minute read

6.2 Waterkwantiteit

Een wachtbekken, retentiebekken én gecontroleerd overstromingsgebied (GOG) zijn opvangmogelijkheden voor overtollig water uit de waterlopen. Het zijn alle drie gebieden of zones die speciaal zijn ingericht om water uit de waterlopen op te vangen. Ze worden gebruikt om bij een hoogwaterstand voldoende extra bergingscapaciteit te hebben om overlast voor andere gebieden te voorkomen. Bij een gecontroleerd overstromingsgebied wordt, zoals de naam aangeeft, het natuurlijk overstromingsgebied van de waterloop gebruikt en geoptimaliseerd. Bij wachtbekkens en retentiebekkens komt er meestal een elektromechanische sturing aan te pas.

6.2.1 Captatiepunten - Trekpoelen

De buffercapaciteit van de bestaande captatiepunten (trekpoelen) is beperkt (Tabel 18) en afhankelijk van de waterstand in de waterloop.

Tabel 18.

– Buffercapaciteit van trekpoelen in Sint-Truiden en Heers.

Locatie / waterloop Buffercapaciteit (m³)

Aalst-bij-Sint-Truiden / Melsterbeek Bevingen / Cicindria

+/- 700 m³ +/- 900 m³ Zepperen / Melsterbeek +/- 700 m³ Heers (Mechelen-Bovelingen, Horpmaal, Vechmaal) onbekend

In droge periodes (zomer) is de beschikbaarheid van water in het captatiepunt afhankelijk van het debiet/waterstand in de beek. Als de beek droog staat, is er bijgevolg ook geen aanvulling van de poel. De beschikbaarheid van water, in droge periodes, is dus (meestal) eenmalig. In droge periodes kan het wateraanbod in de captatiepunten dus niet gegarandeerd worden (Figuur 23). Er kan ook een captatieverbod worden uitgevaardigd.

In natte periodes (winter) is er bijna continu water beschikbaar in de poelen. Er is dan permanente aanvulling waardoor er continu water kan onttrokken worden.

Figuur 23.

– Artikel uit Het Laatste Nieuws van 8 augustus 2018.

6.2.2 Waterbuffers opvang hemelwater verharde oppervlakken

Uit informatie over de volumes van waterbuffers in Sint-Truiden en Gingelom zoals die zijn opgenomen in de rioolmodellen van Fluvius, blijkt dat (maximale) buffervolumes van deze installaties variëren van enkele m³ tot net geen 5.000 m³ (Hemelwater- en Droogteplannen, Fluvius). Deze buffers dienen in de eerste plaats om tijdens regenbuien het afstromend regenwater van de verharde oppervlakken op te vangen, te bufferen en vervolgens vertraagd af te voeren naar grachten of waterlopen. Deze buffers hebben dus tot doel om wateroverlast (in afwaartse gebieden) te vermijden.

De beschikbaarheid is afhankelijk van de verharde oppervlakte die is aangesloten op deze buffers én van de neerslag. In droge periodes is er geen aanvulling. De beschikbaarheid van water is dus eenmalig. In natte periode (winter) is er bijna continu water beschikbaar in deze bufferbekkens. Er is dus bijna continue aanvulling waardoor er continu water kan onttrokken worden dat dan elders zou kunnen worden opgeslagen.

Hoe kunnen deze waterbuffers omgevormd worden naar ‘waterreservoirs’? • Slimme sturing is nodig om ervoor te zorgen dat het bekken zijn functie van waterbuffer kan behouden; • Om het volume van het bekken te vergroten, is uitgraving onder het leegloopniveau (waarbij rekening gehouden moet worden met de grondwatertafel) of verhogen van de leegloopbuis nodig; • Installatie en inrichting van een captatiezone, zodat landbouwers in de mogelijkheid zijn om water te onttrekken;

• …..

Deze aanpassingen maken bij bestaande waterbuffers lijkt niet evident. Bij de aanleg van nieuwe buffers is er echter mogelijk wel potentieel voor multifunctioneel gebruik.

6.2.3 Combinatie captatiepunten (trekpoelen), waterbuffers opvang hemelwater verharde oppervlakken en waterreservoirs op het bedrijf

Indien er een waterreservoir beschikbaar is op het bedrijf, zou er tijdens de natte (winter)maanden water ‘opgehaald’ kunnen worden bij trekpoelen, captatiezones, en waterbuffers voor regenwater afkomstig van verharde oppervlakken, en vervolgens opgeslagen in een waterreservoir op het bedrijf (Figuur 24). Het water zal dan echter getransporteerd moeten worden, waardoor de transportkost kan oplopen (zie ook ‘12 Kosten-batenanalyse watertransport voor irrigatie in de akkerbouw’ en ‘13 Kosten-batenanalyse voor verschillende waterstromen voor irrigatie in de fruitteelt’).

This article is from: