GROETEN UIT DEN HA AG
Je staat op dezelfde plek, maar in een andere tijd. Iedereen kent de vervreemdende sensatie van het kijken naar oude foto’s. Het verleden is verdwenen, maar is nog merkbaar in de details. Robert Mulder zocht honderd oude foto’s van de stad en maakte honderd recente foto’s op exact dezelfde veranderingen in beeld. De beeldbepalende ministeries, het verschil tussen zand en veen en de nabijheid van de zee hebben het aangezicht van de stad bepaald. Groeten uit Den Haag laat zien wat er verdwenen en verschenen is in de stad. Door de oude en nieuwe foto’s in groot formaat naast elkaar te zetten blijf je gefascineerd kijken naar de veranderingen. De ene keer valt de vergelijking uit in het voordeel van het verleden, de andere keer in het voordeel van het heden. De vooruitgang gaat soms gepaard met een dosis weemoed.
HONDERD JA AR VER ANDERINGEN IN DE STAD
plek. In één oogopslag zie je de
G R O E T E N U I T D E N H A A G
HONDERD JA AR VERANDERINGEN IN DE STAD
GROETEN UIT DEN H A AG H O ND ER D
JA A R
V ER A ND ER IN G EN
IN
D E
S TA D
GROETEN UIT DEN HA AG HONDERD
JA AR
VER ANDERINGEN
Robert Mulder
IN
DE
STAD
Ter herinnering aan mijn zus Antje Krijnen-Mulder (1929-2015)
Deze uitgave is tot stand gekomen in samenwerking met het Haags Gemeentearchief.
Š2020 Uitgeverij kleine Uil, Groningen www.kleineuil.nl Copyright hedendaagse foto’s Robert Mulder
Omslagontwerp Omslagafbeelding Boekproductie
247design Robert Mulder LINE UP boek en media bv
ISBN nur
978 94 93170 17 9 653
iets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel N van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Honderd jaar veranderingen in de stad Je staat op dezelfde plek, maar in een andere tijd. Iedereen kent de vervreemdende sensatie van het kijken naar oude foto’s van bekende plekken. Het verleden is verdwenen, maar nog merkbaar in de details. Een historische gevel, de kerk op de achtergrond, de kromming van een gracht. De vooruitgang gaat af en toe gepaard met een flinke dosis weemoed, ook dankzij de aanwezigheid van onze door het beeld schrijdende voorouders met hun gedateerde kleding en vervoersmiddelen. Maar is die weemoed terecht? Is er daadwerkelijk zo veel verloren gegaan? Is de stad alleen maar in haar nadeel veranderd? Of is de stad er misschien mooier op geworden?
Den Haag is de stad van mijn tienerjaren en die van mijn oudste zus, begin jaren vijftig getrouwd met een rasechte Hagenaar. De stad was voor mij een avontuurlijk onderdak: bezoekjes aan Heck’s lunchroom met ballroommuziek, vakantiewerk bij Ruteck’s cafetaria, zwarte koffie bij de Wiener en meedoen met de grote jongens bij café De Sport in de Kazernestraat, het stamcafé van Koot en Bie. Op de Wiener na zijn ze allemaal verdwenen, zoals zoveel is verdwenen in Den Haag. Ik ben op zoek gegaan naar wat is verdwenen en gebleven tussen ongeveer honderd jaar geleden en vandaag. Op basis van foto’s en prenten uit het Haags Gemeentearchief en een plattegrond van 1920 heb ik Den Haag opnieuw gefotografeerd. Het resultaat is een boek met honderd foto’s van alle stadsdelen van begin 1900 en daarnaast op exact dezelfde plaats een hedendaagse foto vanuit hetzelfde standpunt. In één opslag zie je de veranderingen in beeld. Bij mijn selectie uit duizenden foto’s en prentbriefkaarten heb ik gelet op straatbeelden, markante gebouwen en de eigenheid van Den Haag. Vergeleken met de bijpassende hedendaagse foto’s worden overeenkomsten, maar ook sociale, ecologische en architectonische veranderingen zichtbaar. Soms subtiel en harmonieus, soms rigoureus en definitief.
geheugen. Met de oude huizen verdwenen ook de oude bewoners. Van een witte volkswijk werd de Schilderswijk een multiculturele buurt met meer dan 90 procent niet-westerse medeburgers. Techniek De fotografen van honderd jaar geleden fotografeerden voornamelijk op glas platen met een grootformaat-balgcamera, waarmee ze tijdens het fotograferen perspectiefcorrecties toepasten. Om de sprong in de tijd duidelijk te maken heb ik gekozen voor kleur, moderne cameratechniek en digitale nabewerking. Bij het vergelijken van de oude en nieuwe beelden zijn de optische verschillen zo nu en dan zichtbaar. Ik ben Wim De Koning Gans, conservator foto’s van het Haags Gemeente archief, zeer erkentelijk voor zijn consciëntieuze beoordeling van alle foto’s. Hij heeft me voor een paar flinke valkuilen behoed! Robert Mulder (fotograaf, journalist, auteur)
De bomen zijn honderd jaar gegroeid, gebouwen werden afgebroken of kregen nieuwe functies, gedempte grachten veranderden verkeerssituaties. Gedurende de Tweede Wereldoorlog leidde de bouw van de Atlantikwall tot de afbraak van een paar duizend woningen en de ontruiming van de Dierentuin. Het Bezuidenhout werd grotendeels verwoest door een verkeerd gericht Engels bombardement. Vanaf de jaren tachtig vonden in de Schilderswijk en de Transvaalwijk ingrijpende stadsvernieuwingen plaats, die een aanslag deden op het stedelijk
5
A hundred years of changes in the city You’re in the same place, but at a different time. Everyone knows the alienating sensation of looking at old photographs of familiar places. The past is gone, but still noticeable in the details. A historic facade, a church in the background, the curve of a canal. From time to time, progress is accompanied by a great deal of melancholy, also thanks to the presence of our ancestors moving through the image with their outdated clothing and means of transport. But is this melancholy justified? Is so much truly lost? Has the city only changed to its detriment? Or has the city become more beautiful perhaps?
The Hague is the city of my teenage years and that of my eldest sister, who married a true The Hague resident in the early fifties. The city was an adventurous place for me: visits to Heck’s lunchroom with ballroom music, holiday work at Ruteck’s cafeteria, black coffee at the Wiener and joining the big guys at café De Sport in the Kazernestraat, Koot and Bie’s favourite bar. Except for the Wiener they all disappeared, like so much has disappeared in The Hague. I’ve been looking for what has disappeared and remained between about a hundred years ago and today. On the basis of photos and prints from the municipal archives and a map of 1920, I photographed The Hague again. The result is a book with a hundred photographs of all parts of the city from the early 1900s and a contemporary photograph from the same point of view in exactly the same place. You will see the changes right away. In my selection from thousands of photographs and postcards, I looked at street scenes, striking buildings and the uniqueness of The Hague. Compared to the matching contemporary photographs, similarities as well as social, ecological and architectural changes become visible. Sometimes subtle and harmonious, sometimes rigorous and definitive. The trees grew for a hundred years, buildings were demolished or given new functions, damped canals changed traffic situations. During the Second World War, the construction of the Atlantic Wall led to the demolition of a few thousand houses and the evacuation of the zoo. The Bezuidenhout was largely destroyed by a misdirected English bombardment. From the 1980s onwards, the Schilderswijk and the Transvaal neighbourhood underwent radical urban renewal, which attacked the urban memory. With the old
6
houses, the old residents also disappeared. The white working-class neighbourhood, the Schilderswijk, became a multicultural neighbourhood with more than 90 percent non-western fellow citizens. Technique The photographers of a hundred years ago mainly photographed on glass plates with a large-format bellow camera, which they used for perspective corrections while photographing. To clarify the leap in time, I opted for colour, modern camera technology and digital post-processing. When comparing the old and new images, the optical differences are visible from time to time. I am very grateful to Wim De Koning Gans, curator of photographs from the Haagse Gemeentearchief (municipal archives), for his conscientious assessment of all the photographs. He saved me from a couple of big traps! Robert Mulder (photographer, journalist, author)
Een stad in beweging De historische foto’s in dit boek stammen veelal uit het begin van de vorige eeuw. Den Haag had op dat moment een flinke groeispurt doorgemaakt. Tussen 1850 en 1909 was de bevolking toegenomen van 72.000 tot 270.000 inwoners (tegenwoordig ruim een half miljoen). De aanwezigheid van het Hof en de landsregering had een aanzuigende werking op bedrijven, ambachtslieden en oud-Indiëgangers. Den Haag kenmerkte zich als een stad waar zowel de zeer gefortuneerden als de gewone man woonden. De spreiding van arm en rijk werd gedicteerd door de geologische opbouw van de stad: de welgestelden woonden hoog en droog op het zand, de minder bedeelden op het drassige veen. De verschillen in bezit en aanzien waren groot. Adellijke en patricische gezinnen bewoonden met hun personeel de stadspaleizen aan de Vijverberg en het Voorhout, dicht bij het Binnenhof en de Hofvijver. Arbeiders huurden de vaak slecht gebouwde huizen en hofjes in nieuwbouwwijken ten zuidoosten van het oude centrum, zoals de Schilderswijk en het Laakkwartier. Oud-Indiëgangers vestigden zich in de ‘betere’ wijken, zoals de Archipelbuurt, Duinoord en het Staten-
kwartier ten noordwesten van het centrum. Voor de middenstand werden wijken aangelegd aan de zuidwestzijde van de stad. In de twintigste eeuw ging het aanleggen van nieuwe wijken in hoog tempo door. Architecten ontwikkelden in de jaren twintig een nieuwe bouwstijl, later de Nieuwe Haagse School genoemd, een ingetogen variant van de Amsterdamse School. Kenmerkend voor deze expressieve bouwstijl zijn de baksteengevels met horizontale en verticale vlakken en lijnen. Een mooi voorbeeld hiervan is de grotendeels door Co Brandes ontworpen villawijk Marlot. Aan een nieuw vervoermiddel, de auto, werd ruim baan gegeven. De Benoordenhoutseweg, ooit een landelijk zandpad, veranderde in een brede autoweg. Aan deze toegangsweg naar de binnenstad verrezen in de jaren twintig grote kantoorpanden als Petrolea (tegenwoordig de Rode Olifant) en zogeheten woonhotels, luxe appartementengebouwen met bijzondere faciliteiten, zoals een bewonersrestaurant, bibliotheek en logeerkamers. Bij de kruising met de Van Alkemadelaan, een nieuwe autoweg
A city on the move Most of the historical photographs in this book date from the beginning of the last century. The Hague had experienced a considerable growth spurt at that time. Between 1850 and 1909, the population had increased from 72,000 to 270,000 (today more than half a million). The presence of the Court and the national government had a pulling effect on businesses, craftsmen and people from the former Dutch East Indies. The Hague was characterized as a city where both the very wealthy and the common man lived. The distribution of rich and poor was dictated by the geological structure of the city: the wealthy lived high and dry on the sand, the less fortunate on the marshy peat. The differences in possession and prestige were large. Noble and patrician families lived with their staff in the town palaces at the Vijverberg and Voorhout, close to the Binnenhof and Hofvijver. Workers rented the often poorly built houses and courtyards in new housing districts southeast of the old centre, such as the Schilderswijk and the Laakkwartier. People from the former Dutch East Indies settled in the ‘better’ neighbourhoods, such as the Archipel neighbourhood, Duinoord and the Statenkwartier to the northwest
of the centre. Middle-class neighbourhoods were built on the southwest side of the city. In the twentieth century, the construction of new neighbourhoods continued at a rapid pace. In the 1920s, architects developed a new architectural style, later called the Nieuwe Haagse School, a subdued variant of the Amsterdam School. Brick facades with horizontal and vertical planes and lines were characteristic features of this expressive architectural style. A good example of this is the Marlot residential area, which was largely designed by Co Brandes. A new means of transport, the car, was on the rise. The Benoordenhoutseweg, once a rural dirt road, turned into a wide motorway. Large office buildings such as Petrolea (now the Rode Olifant) and residential hotels, luxury apartment buildings with special facilities, such as a residents’ restaurant, library and guest rooms, arose along this access road to the city centre in the 1920s. At the junction with the Van Alkemadelaan, a new motorway to Scheveningen, the seven-storey Nirwanaflat was built at the end of the 1920s.
7
naar Scheveningen, kwam eind jaren twintig de zeven etages tellende Nirwanaflat te staan. Het oprukkende autoverkeer zorgde ook voor grote veranderingen in de oude binnenstad. Honderden huizen werden opgeofferd voor de aanleg van de Grote Marktstraat: een brede verkeersweg, geflankeerd door imposante warenhuizen als de Bijenkorf en V&D. Een andere verkeersdoorbraak betekende het einde van een rijtje herenhuizen dat ter hoogte van de Gevangenpoort aan de Hofvijver stond. Voor de aanleg van de Vijverdam moest zelfs een deel van de Hofvijver worden gedempt. Ook een aantal grachten, bijvoorbeeld aan het Spui, werd gedempt om plaats te maken voor een brede autoweg. De Tweede Wereldoorlog had eveneens een grote impact op het stadsbeeld. De aanleg van de Atlantikwall, een door de Duitsers ontworpen kustverdedigings linie van Noorwegen tot Spanje, zorgde in Den Haag voor de afbraak van grote delen van woonwijken en de kaalslag van onder andere het Haagse Bos en de Scheveningse Bosjes. De aanleg van antitankgrachten en brede lege schoots velden trok diepe sporen door de stad. De ontstane stroken kaalslag zouden na de bezetting worden ingevuld met nieuwe wegen en woningen. Op 3 maart 1945 legde een slecht gemikt bombardement van geallieerde bommenwerpers de woonwijk het Bezuidenhout grotendeels in puin. De geallieerden hadden Duitse V-2’s, raketten die vanuit het Haagse Bos op Londen werden afgevuurd, willen
The advancing car traffic also caused major changes in the old city centre. Hundreds of houses were sacrificed for the construction of the Grote Marktstraat: a wide traffic road, flanked by imposing department stores such as de Bijenkorf and V&D. Another traffic breakthrough meant the end of a row of mansions near the Gevangenpoort at the Hofvijver. Before the construction of the Vijverdam even part of the Hofvijver had to be damped. A number of canals, for example on the Spui, were also damped to make way for a wide motorway. The Second World War also had a major impact on the cityscape. The construction of the Atlantic Wall, a coastal defence line from Norway to Spain designed by the Germans, caused the demolition of large parts of residential areas in The Hague and the demolition of the Haagse Bos and the Scheveningse Bosjes, among others. The construction of anti-tank canals and wide empty shooting areas pulled deep tracks through the city. The resulting strips of bare land would be filled with new roads and housing after the occupation. On 3 March 1945, a badly targeted bombardment by Allied bombers largely destroyed the residential area of Bezuidenhout. The Allies had wanted to disable German V-2’s, missiles that were fired at London from the Haagse Bos, but used wrong map coordinates. After the
8
uitschakelen, maar gebruikten verkeerde kaartcoördinaten. De ontstane kaalslag is na de oorlog ingevuld met voornamelijk flatgebouwen en kantoren. In de jaren zestig begon men de heersende woningnood effectief te bestrijden door het aanleggen van nieuwe woonwijken. De bouw van flats bleek de beste manier om de vele woningzoekenden te kunnen huisvesten. Aan de noordoostzijde van de stad verrees in de polder de wijk Mariahoeve, aan de zuidwestzijde werd het dorp Loosduinen geannexeerd en in beton gegoten. Een rigoureuze ingreep onderging ook de negentiende-eeuwse Schilderswijk. De woningen hier waren knap in verval geraakt en de oorspronkelijke arbeidersbevolking had gedeeltelijk plaatsgemaakt voor gastarbeiders uit Turkije en Marokko. Sociaal bewogen stadsbestuurders als Adri Duivesteijn en Gerard van Otterloo spanden zich in om de Schilderswijk te verbeteren. Het resultaat was een compleet vernieuwde wijk. Duivesteijn speelde als wethouder van stadsvernieuwing ook een belangrijke rol bij de bouw van een nieuw stadhuis aan het Spui, dat in 1995 gereedkwam. Groot waren ondertussen ook de veranderingen in de badplaats Scheveningen, die vanouds tot de gemeente Den Haag behoort. In de negentiende eeuw trok de internationale Europese adel en andere chic naar de Scheveningse kust om daar in deftige hotels de zomer door te brengen. Na de oorlog verdween dat publiek
war, the post-war demolition was mainly filled with blocks of flats and offices. In the sixties, the prevailing housing shortage was effectively combated by building new residential areas. The construction of flats turned out to be the best way to accommodate the many house hunters. On the northeast side of the city, the Mariahoeve district arose in the polder, on the southwest side the village of Loosduinen was annexed and cast in concrete. The nineteenth- century Schilderswijk also underwent a rigorous intervention. The houses had fallen into disrepair and the original labour force had partly made way for migrant workers from Turkey and Morocco. Socially involved city councillors such as Adri Duivesteijn and Gerard van Otterloo made an effort to improve the Schilderswijk. The result was a completely renovated neighbourhood. As alderman for urban renewal, Duivesteijn also played an important role in the construction of a new town hall on the Spui, which was completed in 1995. The changes in the seaside resort of Scheveningen, which traditionally belonged to the municipality of The Hague, were also major. In the nineteenth century, the international European nobility and other posh people moved to the coast of Scheveningen to spend the summer in fancy hotels.
naar zonniger oorden rond de Middellandse Zee en verscheen in Scheveningen de dagjesmens op de boulevard en het strand. De grote hotels raakten in verval. De roemruchte projectontwikkelaar Reinder Zwolsman leek redding te brengen. Hij bouwde in 1963 een nieuwe, moderne pier in de plaats van het oude Wandelhoofd Koningin Wilhelmina dat tijdens de bezetting door brand was verwoest. Voor de zieltogende hotels ontwierp hij fraaie nieuwbouwplannen. Maar zijn hotels brandden een voor een af en werden afgebroken, en zelfs het Kurhaus werd met afbraak bedreigd. Gelukkig werd dit icoon van Scheveningen gered, maar de meeste hotels maakten plaats voor moderne hoogbouw. Tot ongenoegen van de oorspronkelijke bewoners van Scheveningen wordt het dorp tot op de dag van vandaag vol gezet met niet altijd even fraaie appartementengebouwen. De echte hoogbouw in Den Haag kwam aanvankelijk moeilijk van de grond. Het stadsbestuur wilde aanvankelijk geen gebouwen die de historische bebouwing van het Binnenhof zouden overschaduwen. Lange tijd hield men vast aan een maximale bouwhoogte van 70 meter, met kantoorkolossen als het Transitorium en de ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie als resultaat. De nieuwbouw uit 1973 van het station Den Haag Centraal ter plaatse van het vroegere Staatsspoor was lange tijd een opvallende uitzondering te midden van de bestaande laagbouw. Maar rond 2000 koos het stadsbestuur toch voor echte
After the war, that crowd disappeared to sunnier places around the Mediterranean Sea, and in Scheveningen the day tripper appeared on the boulevard and the beach; the big hotels fell into disrepair. The illustrious project developer Reinder Zwolsman seemed to bring salvation. In 1963, he built a new, modern pier in place of the old Wandelhoofd Koningin Wilhelmina, which had been destroyed by a fire during the occupation. He designed beautiful new plans for the hotels. But his hotels burned down one by one and were demolished, and even the Kurhaus was threatened with demolition. Fortunately, this icon of Scheveningen was saved, but most hotels made way for modern high-rise buildings. To the displeasure of the original inhabitants of Scheveningen, the village is still to this day filled with not the most beautiful apartment buildings. The real high-rise buildings in The Hague were initially difficult to realise. At first, the city council did not want any buildings that would overshadow the historic buildings of the Binnenhof. For a long time, a maximum construction height of 70 metres was maintained, resulting in massive offices such as the Transitorium and the Ministries of Interior and Justice. The 1973 new construction of The Hague Central Station on the site of the former State Railway was for a long time a striking exception amidst the existing low-rise buildings.
hoogbouw en verrezen met name in de omgeving van het genoemde station diverse ‘wolkenkrabbers’ die de skyline van Den Haag ingrijpend zouden veranderen. In 1998 verrees daar voor het eerst een toren van meer dan 100 meter hoog, het gebouw Castalia (104 meter). De Hoftoren uit 2003 (142 meter) werd in 2012 ingehaald door twee ministerietorens met een hoogte van 146 meter. In alle vernieuwingsdrang moest de historische bebouwing het vaak ontgelden. Een treurig voorbeeld is de ooit zo geliefde Haagse Dierentuin. De laatste gebouwen ervan gingen rond 1962 tegen de grond om plaats te maken voor het nieuwe provinciehuis van Zuid-Holland. Particulieren restaureerden al in de jaren zestig historische panden aan de Dunne Bierkade. De in 1973 naar aanleiding van de op handen zijnde sloop van het Kurhaus opgerichte Vereniging Vrienden van Den Haag stelde zich met succes te weer tegen de aanvallen op de historische bebouwing. Stadsherstel Den Haag en Omgeving (1977) ontfermde zich over monumentwaardige panden. Hoe de vernieuwingen – of juist het ontbreken daarvan – uitpakten in het straatbeeld van Den Haag, is mooi af te lezen aan de foto’s in dit boek. Robert van Lit Haags Historisch Museum & Museum de Gevangenpoort
Around 2000, however, the city council opted for real high-rise buildings and, particularly in the vicinity of the station in question, several ‘skyscrapers’ were erected that would drastically change the skyline of The Hague. In 1998, for the first time, a tower of more than 100 metres high, the Castalia building (104 metres), was erected. The Hoftoren from 2003 (142 metres) was overtaken in 2012 by two ministerial towers with a height of 146 metres. In the urge for innovation, historic buildings often had to pay the price. A sad example is the once so beloved Haagse Dierentuin (the Hague zoo). Its last buildings were demolished around 1962 to make way for the new provincial building of Zuid-Holland. Private individuals restored historic buildings on the Dunne Bierkade as early as the 1960s. The Association of Friends of The Hague, founded in 1973 on the occasion of the imminent demolition of the Kurhaus, successfully resisted the attacks on the historic buildings. Stadsherstel Den Haag en Omgeving (1977) took care of the monumental buildings. How the innovations – or the lack of them – turned out in the streetscape of The Hague can be clearly seen in the photographs in this book. Robert van Lit Haags Historisch Museum & Museum de Gevangenpoort
9
12 14 16 18 20
22 24
30 26 28 34
32
36
38
42 40
44
130
46
128
50
52
48
134
136
132 126 124
54
58
144
60
56
138
146
122
142
140 62
120
66 64
150 148
68 72 70
116
118
74 78
114
106
76 104
80 88 82
102
112 110
108
92 90
86
100
84 94 96
10
98
Plattegrond uit 1920-1921. De cijfers verwijzen naar de paginanummers.
126 122
124
144
138 146
122
142
140
202 120 204
148
150
206
200
198
208
184
194
210
214
196
212 188 186 192 190
152
180
178
182 176 118
154
72
158
174
156 74
168 166 160 164
162
76
170
172
106
104 102
80
88
11
12
Strandweg-Wandelpier, ca. 1915
13
86
Hoppenbrouwersstraat, ca. 1913
87
108
2e Adelheidstraat-Schenkkade, ca. 1912
109
150
Veenkade-Noordwal, ca. 1914
151
158
Boekhorststraat, ca. 1910
159
176
Plein-Lange Poten, ca. 1910
177
184
Gevangenpoort, ca. 1910
185
186
Buitenhof-Ingang Passage, ca. 1910
187
204
Parkstraat-Hofje Rusthof, ca. 1910
205
212
Plein-Mauritshuis, ca. 1913
213
GROETEN UIT DEN HA AG
Je staat op dezelfde plek, maar in een andere tijd. Iedereen kent de vervreemdende sensatie van het kijken naar oude foto’s. Het verleden is verdwenen, maar is nog merkbaar in de details. Robert Mulder zocht honderd oude foto’s van de stad en maakte honderd recente foto’s op exact dezelfde veranderingen in beeld. De beeldbepalende ministeries, het verschil tussen zand en veen en de nabijheid van de zee hebben het aangezicht van de stad bepaald. Groeten uit Den Haag laat zien wat er verdwenen en verschenen is in de stad. Door de oude en nieuwe foto’s in groot formaat naast elkaar te zetten blijf je gefascineerd kijken naar de veranderingen. De ene keer valt de vergelijking uit in het voordeel van het verleden, de andere keer in het voordeel van het heden. De vooruitgang gaat soms gepaard met een dosis weemoed.
HONDERD JA AR VER ANDERINGEN IN DE STAD
plek. In één oogopslag zie je de
GROETEN UIT DEN HA AG
HONDERD JA AR VERANDERINGEN IN DE STAD
GROETEN UIT DEN H A AG H O ND ER D
JA A R
V ER A ND ER IN G EN
IN
D E
S TA D