GROETEN UIT GRONINGEN
Je staat op dezelfde plek, maar in een andere tijd. Iedereen kent de vervreemdende sensatie van het kijken naar oude foto’s. Het verleden is verdwenen, maar is nog merkbaar in de details. Een historische gevel, de kerk op de achtergrond, de glooiing van de weg. Robert Mulder zocht honderd oude foto’s van de stad en maakte honderd recente foto’s op exact weiland zie je het Forum. De tram is een bus geworden, een vervuilende fabriek een moderne stadswijk, de handkar een buggy, een haven een parkeerplaats. Groeten uit Groningen laat zien wat er verdwenen en verschenen is in de stad. Door de oude en nieuwe foto’s in groot formaat naast elkaar te zetten blijf je gefascineerd kijken naar de veranderingen. Soms valt de vergelijking uit in het voordeel van het verleden, soms in het voordeel van het heden. De vooruitgang gaat soms gepaard met een dosis weemoed.
HONDERD JA AR VER ANDERINGEN IN DE STAD
dezelfde plek. In één oogopslag zie je de veranderingen in beeld. In plaats van het uitzicht op het
GROETEN UIT GRONINGEN
HONDERD JA AR VERANDERINGEN IN DE STAD
GROETEN UIT GRONINGEN H O ND ER D
JA A R
V ER A ND ER IN G EN
IN
D E
S TA D
Robert Mulder
Deze uitgave is tot stand gekomen mede dankzij het Regionaal Historisch Centrum Groninger Archieven.
Š2020 Uitgeverij kleine Uil, Groningen www.kleineuil.nl Copyright hedendaagse foto’s Robert Mulder
Omslagontwerp Omslagafbeelding Boekproductie
247design Robert Mulder LINE UP boek en media bv
ISBN nur
978 94 93170 31 5 653
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Honderd jaar veranderingen in de stad ‘Vroeger was alles mooier’ hoor je vaak zeggen als mensen naar oude foto’s kijken en ze vergelijken met foto’s van honderd jaar geleden, zoals in dit boek. Ze keren zich af van het moderne leven en verlangen nostalgisch naar de intimiteit van het verleden. Het liefst zouden ze de klok terugzetten, maar op de foto’s kun je niet zien en ruiken dat onze voorouders werden geteisterd door luizen en parasieten en moesten leven in bedompte ruimten waar de lucht van uitwerpselen voortdurend aanwezig was en hoge kindersterfte heerste. De vooruitgang gaat dus af en toe gepaard met een flinke dosis weemoed, mede dankzij de aanwezigheid van onze door het beeld schrijdende voorouders met hun gedateerde kleding en vervoersmiddelen. Maar is die weemoed terecht? Is er daadwerkelijk zo veel verloren gegaan? Is de stad alleen maar in haar nadeel veranderd? Of is de stad er misschien mooier op geworden?
Ik ben op zoek gegaan naar wat is verdwenen en gebleven tussen ongeveer hon derd jaar geleden en vandaag. Op basis van een plattegrond van 1919 en foto’s en prenten uit de Groninger archieven heb ik de stad opnieuw gefotografeerd. Bij de selectie uit archiefbeelden is gelet op straatbeelden, markante gebouwen en de eigenheid van de stad. Je ervaart de vervreemdende sensatie van het kijken naar oude foto’s van bekende plekken, maar in een andere tijd. Het verleden is ver dwenen, maar nog merkbaar in de details. Een historische gevel, de kerk op de achtergrond, de kromming van een gracht. Waar honderd jaar geleden op de foto een tram stond, staat nu een bus. Op drukke kruispunten waren de fietsen honderd jaar geleden net zo aanwezig als nu.
Techniek
Het resultaat is een boek met honderd foto’s van alle stadsdelen van begin 1900 en daarnaast op exact dezelfde plaats een hedendaagse foto vanuit hetzelfde standpunt. In één oogopslag zie je de veranderingen in beeld.
Robert Mulder Fotograaf, journalist, auteur www.robertmulder.nl
De fotografen van honderd jaar geleden fotografeerden voornamelijk op glas platen met een grootformaat-balgcamera, waarmee ze tijdens het fotograferen perspectiefcorrecties toepasten. Helaas kon ik niet achterhalen wat voor camera’s en optieken er rond 1915 voor de foto’s in dit boek zijn gebruikt. In Groeten uit Groningen staan veel prentbriefkaarten, waarvan de beelden vaak intensief wer den nabewerkt. Hierdoor ontstonden optische verschillen, die zo nu en dan zichtbaar worden op de foto’s die met mijn moderne cameratechniek zijn gemaakt.
5
One hundred years of changes in the city “Everything used to be nicer” is what people often say when they look at old photos and compare them with photos from one hundred years ago, like in this book. They turn away from modern life and long nostalgically for the intimacy of the past. They would prefer to turn back the clock. However, the photographs do not reveal the sights and smells of our ancestors being plagued by lice and parasites; they had to live in dark spaces where the smell of excrement was constantly present and high infant mortality reigned. Progress is occasionally accompanied by a considerable dose of melancholy, partly thanks to the presence of our ancestors moving through the image with their outdated clothing and means of transport. But is this melancholy justified? Has so much really been lost? Has the city only changed to its disadvantage? Or has the city perhaps become more beautiful?
I started looking for what had disappeared and remained between about a hundred years ago and today. Based on a map of 1919 and photographs and prints from the Groningen Archives, I photographed the city again. When selecting the archive images, I took into account street scenes, striking build ings and the uniqueness of the city. We experience the alienating sensation of looking at old photographs of familiar places, but in a different time. The past is gone, but still noticeable in the details. A historic facade, a church in the background, the curve of a canal. Where there would be a cable car in the photograph a hundred years ago, there would now be a bus. Bicycles were just as present at busy intersections a hundred years ago as they are today. The result is a book with a hundred photographs of all parts of the city from the early 1900s, and a contemporary photograph from the same point of view in exactly the same place. You can see the changes at a single glance.
6
Technique The photographers that lived a hundred years ago, mainly photographed on glass plates with a large-format bellow camera, which they could use for per spective corrections while photographing. Unfortunately, I could not find out the types of cameras and optics that were used for the photographs around 1915 in this book. Greetings from Groningen contains many postcards, the images of which were often intensively post-processed. This resulted in optical differences, which sometimes become visible on the photos taken with my modern camera technique. Robert Mulder Photographer, journalist, author
Groningen honderd jaar geleden op de foto Op de fiets langs oude plekken
Captured in photographs: Groningen, one hundred years ago Cycling past old places
Volgens de tijdrekening begint de twintigste eeuw met het jaar 1900. Gaat men echter uit van de ontwikkelingen in de maatschappij, dan krijgt de twintigste eeuw pas echt gestalte na de Eerste Wereldoorlog. Dat geldt ook voor de stad Groningen, waar de volkshuisvesting in de jaren twintig werkelijk van de grond komt. In deze periode wordt ook de riolering in de binnenstad aangelegd en worden de belangrijke straten geasfalteerd. De fotografen in de stad rond 1913 werkten vrijwel allemaal in opdracht. Zodoende lieten zij vooral de mooie zijde van de stad zien. Een kleine minderheid van de foto’s in dit boek toont het meer achtergebleven, negentiende-eeuwse Groningen. In gedachten fietsend langs de locaties van een elftal foto’s wil ik iets van die andere kant van Groningen laten zien.
De start van het stadse fietstochtje is bij Bertus in de Folkinge straat. Moeder heeft bij hem een lijstje besteld voor het kar tonnen portret van haar moeder, die nu bijna drie maanden geleden plotseling overleed. Als het goed is, ligt het klaar bij De Haas. Niet te lang blijven hangen daar in de Joodse buurt. Altijd gezellig daar; vaak komt buurman De Beer of sigaren draaier Barnstijn wel even een praatje maken. De ouwe baas moet het zaakje wel even in oude kranten wikkelen, want we hebben nog een aardig stukkie voor de boeg. Voor de Korenbeurs langs, rechtdoor de Stoeldraaierstraat in, links de Kromme Elleboog, boggie Turftorenstraat en nog voor de A rechts over De Laan komen we op de Noorderhaven zuidzijde. Op de noordzijde staan, zoals op veel plaatsen in de stad, iepen. Voor graanpakhuis Albion en de winkels van Huizing en Moorlag ratelen de met paarden bespannen wagens over de keien, af en toe onderbroken door gehinnik van een balsturig beest. Ons oog valt op de bekroning van het achterste gedeelte van het complex. Van hieruit wordt de elevator in het pakhuis bediend.
p. 176
p. 134
According to the chronology, the twentieth century begins with the year 1900. However, based on the developments in society, the twentieth century only really takes shape after the First World War. This also applies to the city of Groningen, where public housing really got off the ground in the twenties. During this period, the sewerage system in the city centre was constructed and the main streets were asphalted. Almost all photographers that lived in the city around 1913, worked on commission and mainly showed the beautiful side of the city. Only a small minority of the photographs in this book show the more disadvantaged, nineteenth-century Groningen. Cycling along the locations of some eleven photographs in my head, I’d like to show a bit of that other side of Groningen.
I start my city bike tour at Bertus in the Folkingestraat. My mother ordered a frame from him for the cardboard portrait of her mother, who died suddenly almost three months ago. If all goes well, it will be ready at De Haas. We won’t stay too long in the Jewish neighbourhood. It’s always fun here; neighbour De Beer or cigar maker Barn stijn often show up for a chat. The old man has to wrap things up in old newspapers, because we still have quite a trip ahead of us. We pass the Korenbeurs, straight to the Stoeldraaierstraat. We turn left into the Kromme Elleboog, then take the Turftorenstraat and before we reach the A, we turn right across De Laan and reach the south side of the Noorder haven. Like in many places in the city, you’ll find elms on the north side. In front of grain warehouse Albion and the shops of Huizing and Moorlag, the horse-drawn wagons rattle over the boulders, occasionally interrupted by the whinnying of a hard-to-control horse. Our eye catches the crowning glory of the rear part of the building. From here, the grain elevator in the warehouse is operated.
7
Lang genoeg naar de overkant geloerd! We tillen onze Fongers op en koersen op de Visscherbrug aan. Over de brug meteen rechts en weer over de brug het plantsoen in. Even kijken hoe de nieuwe kunstvijver met zijn prachtige fonteinen erbij ligt. We hadden natuurlijk altijd al de langgerekte vijvers met een den en zwanen, de vroegere vestinggracht. Maar die nieuwe vijver man! Palmen in bakken, koninklijke trappen en nóg grotere bloembakken en dat alles in lichtgrijs beton. Kan er wel uren zitten. Via Kruis- en Violenstraat, dwars door de oude Hortus buurt, belanden we op het Boterdiep, dat ze nog maar net hebben dichtgegooid. Hier, maar ook elders in de stad, kun je maar beter klompen dragen. Schoenen zijn niet alleen veel duurder, maar ook minder bestand tegen de overvloedig aanwezige stratendrek. De firma W. Pals aan de Nieuwe Ebbingestraat deed er goede zaken in. Bij de buren aan de achterkant, F. Welfing & Zn. en drukkerij M. de Waal, wor den tot ieders genot en kennis sigaren en boeken gemaakt. Terug over de Ebbingebrug gaan we de Oude Ebbingestraat in. Op de hoek met de Hardewikerstraat houdt jeude Victor Nathan van Dam opheffingsuitverkoop. Hij heeft een betere plek voor zijn handel gevonden. Weduwe Leis, die haar koopwaar heeft uitgestald achter de ramen van de potkast, zal later in een woning verderop in de Hardewikerstraat wonen. Zij is geboren als Geziena Naber in Bedum en de jong bestorven weduwe van Wilhelm Leis, een timmerman uit Pruisen.
p. 38
We’ve stared across the harbour long enough! We get back on our Fongers (bicycle from Groningen) and head for the Visscherbrug. Across the bridge, we turn right and cross another bridge into the park. Let’s have a look at the new artificial pond with its beautiful fountains. We’ve always had the elongated ponds with ducks and swans, the for mer fortified moat. Check out the new pond though! Palm trees, stairs with a royal design and even bigger planters, all in light grey concrete. I could sit here for hours.
p. 26
Via the Kruisstraat and the Violenstraat, straight through the old Hortus neighbourhood, we end up on the Boterdiep, which they’ve just recently filled up. Here, but also elsewhere in the city, you’d better wear clogs. Shoes are not only much more expensive, but also less resistant to the dirt on the streets. The firm W. Pals on the Nieuwe Ebbingestraat had a good business selling clogs. The neighbours at the back, F. Welfing & Zn. and printing company M. de Waal, make cigars and books for everyone’s enjoyment and knowledge.
p. 112
Back across the Ebbingebrug, we enter the Oude Ebbinge straat. On the corner of the Hardewikerstraat, Jewish businessman Victor Nathan van Dam is having a closing sale. He’s found a better place for his business. Widow Leis, who has displayed her merchandise behind the win dows of her home, will later live in a house further down the Hardewikerstraat. She was born as Geziena Naber in Bedum, the young widow of Wilhelm Leis, a carpenter from Prussia.
De tram voor het stadhuis ontwijkend, schieten we de Gelkingestraat in. Al snel staan we op de rem om midden in de straat de haakse hoek met de Donkersgang te nemen. Huisschilder Kappelhof aan de plaats gebruikt zijn pui blijkbaar als uithangbord, zo keurig zit deze in de verf. De vele gangen in de binnenstad herbergen talrijke neringdoenden en opslagplaatsen. Deze worden ook met paard-enwagen bevoorraad, zie de schamppalen die de hoeken moeten beschermen.
Avoiding the cable car in front of the city hall, we find ourselves in the Gel kingestraat. Soon we step on our brakes to take a sharp right turn into the Donkersgang in the middle of the street. House painter Kappelhof apparently uses his facade as a signboard, that’s how neatly it’s been painted. The many passageways in the city centre are home to numerous retailers and warehouses. These are stocked with horse-drawn carriages, hence the armour stones that protect the corners.
p. 192 We gaan terug naar de Gelkingestraat om een kijkje te nemen in een gang aan de andere kant van de straat. Hier vinden we een prachtig pakhuis waarin de handel nogal eens verandert. Ene Sinaasappel deed er in tapijten; daarna kwam de heer Hart in huiden. Wie de twee heren zijn die in de hoek staan te praten, weten we niet. Een van hen is ongetwijfeld de huidige firmant. 8
p. 190
We go back to the Gelkingestraat to check out a pas sageway on the other side of the street. We stumble upon a beautiful warehouse in which trade changes quite often. Someone named Sinaasappel had a car pets business here, then there was a Mr. Hart who had a business in skins. We don’t know who the two gentlemen are, chatting in the corner. One of them is undoubtedly the current business owner.
Via the Carolieweg and Kleine Pelsterstraat we go a little west. The Pelsterstraat is still paved with cobblestones. A tough lady from city cleaning service is wiping out the gutter. In Woldring’s cafe on the corner with Nieuwstad we have a drink. We still have to go to Helpman, but but one for the road is no problem of course.
Via de Carolieweg en Kleine Pelsterstraat gaan we een eindje westwaarts. De Pelsterstraat is nog geplaveid met kasseien, die de mensen ook wel kinderkopjes noemen. Een stoere vrouw van de reiniging is bezig de goot uit te vegen. In het café van Woldring op de hoek met de Nieuwstad nemen we een glas. We moeten nog naar Helpman, maar eentje gaat heus niet in de benen zitten. p. 164 Gesmeerd gooien we het rechterbeen over het zadel en maken een mooie, ruime bocht het Zuiderdiep op. Aan het einde rechts, klein stukje Rademarkt en vervolgens de Kostersgang in. Hetgeen we dan rechts in de Moeskersgang zien, stemt ons toch wel een beetje treurig. Geen wonder dat het straatje niet voorkomt in het adresboek van de stad. De gemeente is het waarschijnlijk liever kwijt dan rijk. De woning, waarvoor een vrouw aardappels zit te schillen, moet haast wel onbewoonbaar zijn verklaard. Ze vertelt dat een buurman heeft geprobeerd het dak dicht te maken met asfaltpapier. Sinds er naast haar woning oudijzer ligt opgeslagen is de toestand wel verbeterd, want daarvoor werd er in het hok gepist en zelfs gescheten. Door de Rade- en Heerebinnensingel komen we op het Heere plein. Onder het groen is het heerlijk fris. Over de brug eventjes rechtsaf om uit te kijken over de stadse binnenzee, zo breed is het water hier. Zowel de meiden – pardon, jongedames – als de jongens zijn op het water. De jongens hebben er zelfs hun sport hemden bij uitgetrokken. Als ze nou ieder hun eigen huisje aan de singel binnenvaren, heeft de scheepvaart ook weer ruim vaar water. In de villa links, van die bekende Amsterdamse architect, woont die prof in de spykologie (psychologie, prof. dr. G. Hey mans). Hij schijnt daar allemaal experimenten uit te voeren. Op de andere hoek van de zwaaikom staat het Hypotheek- en Kadasterkantoor, dat veel weg heeft van een postkantoor. Even terug naar de brug en over de viaduct in een streep naar Helpman, waar bij de Molenstraat een aardig café zit. Hope lijk is het al open. Van enige afstand zien we al dat een foto graaf zijn camera midden op de weg heeft geplant. Hij heeft een stuk of wat schoolkinderen, gek genoeg op hun paasbest, al in het gelid gekregen. Zelfs de jongens van de molen staan geduldig, met de handen in de zakken, op de omloop naar de fotograaf te koekeloeren. Nou es kijken of bij die Lukkien de tap al loopt. Michael Hermse Collectiebeheerder | beeldadviseur Groninger Archieven
We smoothly throw our right leg over the saddle and make a nice, long bend to the Zuiderdiep. At the end, we turn right, across a part of the Rademarkt and then into the Kostersgang. What we see on the right in the Moeskersgang, makes us a bit sad. No wonder the street is not mentioned in the address book of the city. The city would probably rather lose it than keep it. The house, in front of which a woman is peeling pota toes, was probably declared uninhabitable. She tells us that a neighbour tried to close the roof with asphalted paper. Since scrap iron had been stored next to her house, the situation had improved, because people used to pee and poop in there. p. 150
p. 158
p. 70
Via the Radebinnensingel and Heerebinnensingel we reach the Heereplein. Beneath the green we experience a wonderful coolness. Across the bridge we turn right to look out over the enclosed city sea, that’s how wide the water is here. The girls – excuse me, young ladies – as well as the boys are on the water. The boys even took off their sports shirts. If they each enter their own little house on the canal side, shipping will have plenty of water again. On the left we see the villa of psy chology professor Dr. G. Heymans, designed by the famous architect H.P. Berlage. Apparently, he conducts all kinds of experiments there. On the other corner you will find the Mortgage and Land Registry Office, which looks a lot like a post office. We go back to the bridge and cross the viaduct in one straight line to Helpman, where you’ll see a nice cafe near the Molenstraat. Hopefully it’s already open. From a distance we can see that a photographer has planted his camera in the middle of the road. He has gathered some schoolchildren, neatly dressed and standing in perfect order. Waiting patiently with their hands in their pockets, even the boys on the mill are checking out the photographer. Now let’s see if that Lukkien’s tap is already running. Michael Hermse Collection Manager | Image Consultant Groningen Archives
9
12 20
16
14
18
22
38
36
30
24
26 28
98
96
110
32
94
48
34 134
100 92
84
102 66
40
44
88 90 212 86
46
42
82
50
52
54
56 58 60 62
80
78
64 76
68 72 70
10
74
Plattegrond van Groningen van G. Heeringa uit 1919. De cijfers verwijzen naar de paginanummers.
22
26 98
24
38
28
30
110
112
32
106
36 34
132
130
204
206
120 208 200
128
126
214 196
42
88
178 90
146
138
192
144
136
186
46 140
102
182
194
44
92
104 198
118 122
100
210 114
116
40
48
108
134
142
148
176
184
174
168 152
212
190 180 166
164 162
172
150
170 202
188
160 156
154
50 124 158
56 54
52 78
58 60 62
11
14
Moesstraat, ca. 1900
15
64
Hereweg, Fongers Rijwielfabriek, ca. 1910
65
86
Oosterhaven, ca. 1910
87
98
Oostersingel, Laboratorium, ca. 1915
99
116
Broerstraat 5, Academiegebouw, ca. 1900
117
150
Moeskersgang, 1914
151
146
Vismarkt N.z., ca. 1912
147
176
Folkingestraat 23, 1915-1916
177
182
Poelestraat, 1910-1920
183
202
Herestraat, ca. 1911
203
GROETEN UIT GRONINGEN
Je staat op dezelfde plek, maar in een andere tijd. Iedereen kent de vervreemdende sensatie van het kijken naar oude foto’s. Het verleden is verdwenen, maar is nog merkbaar in de details. Een historische gevel, de kerk op de achtergrond, de glooiing van de weg. Robert Mulder zocht honderd oude foto’s van de stad en maakte honderd recente foto’s op exact weiland zie je het Forum. De tram is een bus geworden, een vervuilende fabriek een moderne stadswijk, de handkar een buggy, een haven een parkeerplaats. Groeten uit Groningen laat zien wat er verdwenen en verschenen is in de stad. Door de oude en nieuwe foto’s in groot formaat naast elkaar te zetten blijf je gefascineerd kijken naar de veranderingen. Soms valt de vergelijking uit in het voordeel van het verleden, soms in het voordeel van het heden. De vooruitgang gaat soms gepaard met een dosis weemoed.
HONDERD JA AR VER ANDERINGEN IN DE STAD
dezelfde plek. In één oogopslag zie je de veranderingen in beeld. In plaats van het uitzicht op het
GROETEN UIT GRONINGEN
HONDERD JA AR VERANDERINGEN IN DE STAD
GROETEN UIT GRONINGEN H O ND ER D
JA A R
V ER A ND ER IN G EN
IN
D E
S TA D