Hun dagelijkse werk op Rottumerplaat bestaat uit het inventariseren van de flora en fauna met speciale aandacht voor de scholeksters. Daarnaast ‘bewaken’ ze het eiland tegen ongewenst bezoek, brengen ze verstoring door vliegtuigen in kaart en proberen ze steeds opnieuw het vuil op te ruimen dat aanspoelt op het eiland. Aaldrik en Nicolette doen in Terug naar Rottumerplaat in woord en beeld verslag van het dagelijkse leven op een onbewoond eiland. Ze vertellen over hun streven naar een eenvoudiger bestaan en de grote dynamiek van zand, zee en wind. Over de soms ontelbare hoeveelheid vogels, de bijzondere zoutplanten en opvallende strandvondsten. De worstelingen komen eveneens langs: met hun aanwezigheid verstoren ze de vogels ook. Maar bovenal genieten ze van dit natuurleven. Voor hen draagt het bestuderen van de natuur inderdaad bij aan het levensgeluk zoals de beroemde natuurvorser Jac. P. Thijsse dat al bijna honderd jaar geleden beweerde. Aaldrik Pot werkte jarenlang als boswachter in Drenthe en is nu provinciaal adviseur voor Staatsbosbeheer. Nicolette Branderhorst werkt bij buitensportketen Bever. Ze zwierven eerder veel door ruige kust- en berggebieden in Europa.
Vogelwachtersdagboek Terug naar Rottumerplaat Aaldrik Pot en Nicolette Branderhorst
Rottumerplaat is een van de negen onbewoonde eilanden of zandplaten in de Waddenzee. Het eiland is niet toegankelijk voor publiek en wordt alleen in het zomerseizoen bewaakt door twee vogelwachters. In 2019 waren Aaldrik Pot (1973) en Nicolette Branderhorst (1975) de gelukkigen. Met het vier maanden durende verblijf op Rottumerplaat ging een langgekoesterde wens in vervulling. Hoe is het om langere tijd op een afgelegen plek, omringd door zee, zand en vogels, te wonen en werken?
Terug naar
Rottumerplaat Vogelwachtersdagboek
Aaldrik Pot Nicolette Branderhorst Uitgeverij kleine Uil
Š 2019 Aaldrik Pot & Nicolette Branderhorst Uitgeverij kleine Uil, www.kleineuil.nl Boekproductie: LINE UP boek en media bv Redactie: Kelly Lentz en Minke Sikkema Ontwerp: Mirjam Kroondijk en RiÍtte van Zwol isbn: 9789493170025 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoudsopgave Inleiding 9
Juni 120
2018 Augustus 16
Het wandelende zand 163
2019 Maart - april 18
Juli - augustus 168 Strandvondsten 217
Overal zwerfvuil 63
Dankwoord 229
Mei 66
Vogellijst 233
Scholeksters 113
Literatuur 239
Koperwieken.
INLEIDING
Inleiding Tot zijn vijftiende woonde Aaldrik op de Rottumerplaat, een straat in de jaren zeventig woonwijk in Delfzijl-Noord. Vanuit huis had hij uitzicht op een voetbalveldje annex hondenuitlaatplaats en twee flats van acht hoog. Even verderop lag een vijver waar hij graag viste en daar weer achter lagen de voetbalvelden van de vv Neptunia waar hij het grootste deel van zijn jeugd doorbracht. Als Aaldrik naar zijn school De Brandaris liep, moest hij via de Bosplaat, de Robbeplaat en de Koningsplaat. Volgens de meester waren het zandplaten in de Waddenzee. Stukken zeebodem die twee keer per dag droogvielen en daarna weer onderstroomden. Eb en vloed heette dat. Al op jonge leeftijd was Aaldrik gefascineerd door die afgelegen plekken. Tijdens de lessen fantaseerde hij dat hij over die zandplaten naar de echte Rottumerplaat kon lopen. Ooit zou hij daar wonen! Maar eerst wilde hij nog boswachter worden. In die tijd had Nicolette waarschijnlijk nog nooit van Rottumerplaat gehoord. Ze herinnert het zich althans niet. Ze was vooral met paarden in de weer. En ze bouwde hutten in het ‘bos’ achter haar ouderlijke woning in Muntendam. Wel veel buiten dus, maar op een andere manier. Als kind ging ze regelmatig naar Schiermonnikoog. Ze herinnert zich vooral de boottocht, het fietsen over het eiland, het eindeloze strand en het zilte water. Later studeerde ze in de stad Groningen en daarna, toen het werkende leven eenmaal was begonnen, zat ze nooit lang op een plek. Ze wilde nieuwe plekken ontdekken en reizen. Een paar keer zei ze ‘gewoon’ haar baan op om iets anders te gaan doen. De laatste keer om naar Zwitserland te gaan om in een pension te werken. En daar ontmoette ze een boswachter die net zo van de bergen hield als zij.
Samen verder
We vertelden elkaar over onze dromen en wat ze gemeen hadden was een sterk verlangen naar buiten. Samen gingen we daarom terug naar de bergen en verkenden ruige kustgebieden in Scandinavië. Vaak kwam juist daar die ene droom naar boven: een tijd wonen en werken op een afgelegen plek, omringd door de zee en vogels. Een plek bovendien waar niet alles onder handbereik is, waar je niet even snel naar de 9
Aaldrik (tweede van links) met de buurmeisjes van
Nicolette was veel in de weer met paarden, hier op
de Rottumerplaat.
een camping in Frankrijk.
winkel kunt omdat iets op is. Een plek vooral waar de natuur je levensritme dicteert. En hoe tof zou het zijn als dat op Rottumerplaat zou kunnen? Blijkbaar stonden dit jaar alle sterren op de juiste plek, want ineens was daar de ‘vacature’ voor vogelwachter op Rottumerplaat. En omdat iedereen die er iets over te zeggen had wilde meewerken, werden we op 29 maart 2019 door de Harder, het schip van de Waddenunit, met een fikse voorraad eten en drinkwater afgezet op ‘Plaat’. Ons experiment kon beginnen. Waar gaat dat experiment dan precies over? Die vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. Misschien omdat we het zelf ook niet exact weten. Het is deels het verlangen naar een eenvoudiger leven, maar aan de andere kant juist ook de wens om dat wat om ons heen gebeurt beter te begrijpen. Een verlangen naar een diepere verbinding met de natuur.
Natuur en geluk
Halverwege de 19e eeuw trok Henry David Thoreau zich met een soortgelijke opdracht aan zichzelf twee jaar terug aan de rand van Walden Pond in het Amerikaanse Massachusetts. Vaak wordt gezegd dat Thoreau zich wilde afzonderen omdat hij zich schaamde voor een bosbrand die hij had veroorzaakt. Hij wilde echter vooral het gedachtengoed van zijn vriend Ralph Waldo Emerson in de praktijk brengen. Thoreau was ervan overtuigd dat, door dichter bij de natuur te leven, het verlangen naar spullen zou verdwijnen. Hij wilde zich daarmee 10
2019
hoe gaat het met de scholeksters, een van de belangrijkste studieobjecten voor de komende maanden? Zullen we oude ‘bekenden’ zien? Een paar uur later liggen we te dobberen in het Schild. Het water is nog te laag om met de Harder de Westgeul in te kunnen varen. Het eiland lonkt in de verte. We zien de observatietoren. De oude toren met zijn karakteristieke groene ‘puntmuts’ moest een aantal jaren geleden helaas worden afgebroken. De zeehonden kijken ons wat argwanend, maar ook nieuwsgierig aan. Het lijkt wel alsof zeehonden altijd in een tweestrijd zijn als het om mensen gaat. Om kwart over twee zetten we voet op het eiland. We zijn weer ‘thuis’.
Maart - april Dag 1 Het Schild 29 maart - 13.30 uur
Met een vloeiende beweging stuurt Freek Jan de Wal om even over acht de Harder los van de steiger. We zwaaien een paar keer naar Aaldriks ouders en oom die ons vanaf de ‘wal’ wat laatste woorden toeroepen: ‘veel plezier’ en ‘geniet ervan’. Ons avontuur is begonnen. Op naar Rottumerplaat. Op naar de vogels en de zeehonden. Hoe zal het eiland erbij liggen sinds vorig jaar augustus? Is er weer een stuk van de westkant afgeslagen? En
Het welkomstcomité van Rottumerplaat.
18
Roodborst.
Dag 2 Binnenzee
We hadden aan de collega’s van Staatsbosbeheer beloofd ons het huis niet toe te eigenen. Maar of je het nu wilt of niet, als je voor een lange tijd gebonden bent aan een eenzame plek als deze, maak je het toch een beetje van jezelf. We leren onze directe buren kennen: witte kwikstaart, roodborst en twee van kleur verschoten konijnen.
30 maart - 12.25 uur
We zijn geïnstalleerd en hebben het vogelwachtershuis een beetje naar onze hand gezet. Een paar kaarsjes hier en daar, een prikbord met kaartjes die we van familie en vrienden kregen en onze kijkers en fotoapparatuur op een aparte plank. 19
DAGBOEK
De behuizing op Rottumerplaat.
Dag 3 Behuizing
dat staat er nog steeds. Samen met twee nieuwere barakken, een zogenaamde Romneyloods en een uitzichttoren vormt het nu het ‘dorp’ van Rottumerplaat. Het huis heeft zelfs een adres, het Maarten Toonder Seniorpad 1. Post wordt er echter niet bezorgd. De wind is gedraaid naar het noorden. De lucht is nu helder en fris. We beginnen de dag met het observeren van de scholeksters vanaf de toren. We zien een aantal oude bekenden, vaste bewoners van het eiland. Ze gedragen zich totaal anders dan de scholeksters die verderop op de hoge delen overtijen. We voeren de kleurringen in via een app en daar komen voor een leek onbegrijpelijke codes uit zoals blg-wpb7. Het blijft jammer dat je niet gewoon een naam op die ringen kunt graferen.
31 maart - 11.08 uur
Rottumerplaat heet een onbewoond eiland te zijn, maar al vanaf de jaren vijftig wonen er mensen. Niet het hele jaar door, maar van april tot september, als het weer toestond om te werken. De tot dan toe kale zandplaat werd met handkracht voorzien van een stuifduik en een aantal pieren of puindammen. Al het puin werd aangevoerd van onder meer afgebroken stationsgebouwen van de vaste wal. Later werden er zogenaamde gobi-betonmatten gebruikt om het zand vast te houden. Toen er eenmaal een kop aan de Stuifdijk zat, werd een eerste behuizing gebouwd, de Pionier. Later, we zijn inmiddels in de jaren zeventig, werd er een gebouw naast gezet en 21
Dag 13 Westgeul 10 april - 20:12 uur
Avondlicht op de Westgeul bij laagwater.
34
Dag 27 Behuizing
merk is de ‘gladgeschoren’ oranje beharing op het borststuk. Alsof ze het bij de kapper met de tondeuse heeft laten bijwerken. Moshommels hebben over het algemeen een meer gele grondkleur dan akkerhommels. Het onderscheid met de heidehommel kan lastig zijn, maar bij deze soort is de rode beharing op het borststuk veel punkeriger. Het is echt heerlijk om het gezoem van insecten weer te horen en ervan te genieten, maar het geeft ook weer ‘stress’. Ineens komen er honderden soorten bij om te ontdekken, determineren en administreren. We zien de terrasjeskommazweefvlieg (die heet echt zo) en een kustvlekoog, ook een zweefvlieg. Als we niet zouden hoeven slapen en eten, zouden we er 24 uur per dag mee bezig kunnen zijn en dan nog …
24 april - 16:11 uur
Door de warmte van de afgelopen dagen zijn de kruipwilgen rond de Behuizing in bloei geschoten. En dan blijkt maar weer eens hoe belangrijk bloeiende planten, bomen en struiken zijn, want ineens gonst het overal van de insecten. We zien de eerste koolwitjes, maar vooral heel veel zweefvliegen, ‘gewone’ vliegen, hoornaars en hommels. De meeste hommels die we zien zijn aardhommel-koninginnen, maar op de wilg zit ook een moshommel! De moshommel is wat ons betreft één van de attracties van het eiland. Niet omdat ze vrij zeldzaam zijn geworden, maar vooral omdat ze zo mooi zijn. Moshommels lijken op de nog zeldzamere heidehommel en de juist heel algemene akkerhommel, maar een goed onderscheidend ken-
Moshommel op bloeiende kruipwilg.
54
DAGBOEK
Dag 28 Puindammen 25 april - 14:43 uur
Ruziënde scholeksters.
55
62
OVERAL ZWERFVUIL Rommel, zooi, troep, zwerfvuil, welke naam je er ook aan geeft, we komen het hier dagelijks tegen. Het is veel opvallender dan thuis. Zou je er misschien daar, in de bewoonde wereld, al aan gewend zijn om vuil op straat tegen te komen? Of is er hier gewoon domweg meer? Het valt in ieder geval meestal meteen op want het is iets onnatuurlijks, veelal iets felgekleurds. En dan heb ik het natuurlijk over het vuil dat je van een afstandje kunt zien liggen, niet over microplastics die hier vanaf de containers van de msc Zoe terecht zijn gekomen of al decennialang afbrokkelen van alle plastic spullen die ooit in zee zijn beland. Soms word ik er moedeloos van, er lijkt geen beginnen aan. Nog geen tien minuten ruimen en je hebt een zak vol vuil. Vooral de restjes visnetten, touw en plastic flessen spannen de kroon. Ik zou het soms wel willen uitschreeuwen: stop met vis eten en weiger al het plastic! Voor heel veel dingen is er een duurzamer alternatief. Tuurlijk is plastic makkelijk, handig en in veel gevallen zelfs te recyclen maar als we allemaal wat matigen dan maken we de plasticberg wel een kopje kleiner.
63
Snotolf.
Boorgaten Amerikaanse boormossel.
216
STRANDVONDSTEN
Braakbal zilvermeeuw.
Eikapsel wulk.
Zeeklit.
Nieuw-Zeelandse zeepok.
217 217
DAGBOEK
Heivlinder op lamsoor.
199
Hun dagelijkse werk op Rottumerplaat bestaat uit het inventariseren van de flora en fauna met speciale aandacht voor de scholeksters. Daarnaast ‘bewaken’ ze het eiland tegen ongewenst bezoek, brengen ze verstoring door vliegtuigen in kaart en proberen ze steeds opnieuw het vuil op te ruimen dat aanspoelt op het eiland. Aaldrik en Nicolette doen in Terug naar Rottumerplaat in woord en beeld verslag van het dagelijkse leven op een onbewoond eiland. Ze vertellen over hun streven naar een eenvoudiger bestaan en de grote dynamiek van zand, zee en wind. Over de soms ontelbare hoeveelheid vogels, de bijzondere zoutplanten en opvallende strandvondsten. De worstelingen komen eveneens langs: met hun aanwezigheid verstoren ze de vogels ook. Maar bovenal genieten ze van dit natuurleven. Voor hen draagt het bestuderen van de natuur inderdaad bij aan het levensgeluk zoals de beroemde natuurvorser Jac. P. Thijsse dat al bijna honderd jaar geleden beweerde. Aaldrik Pot werkte jarenlang als boswachter in Drenthe en is nu provinciaal adviseur voor Staatsbosbeheer. Nicolette Branderhorst werkt bij buitensportketen Bever. Ze zwierven eerder veel door ruige kust- en berggebieden in Europa.
Vogelwachtersdagboek Terug naar Rottumerplaat Aaldrik Pot en Nicolette Branderhorst
Rottumerplaat is een van de negen onbewoonde eilanden of zandplaten in de Waddenzee. Het eiland is niet toegankelijk voor publiek en wordt alleen in het zomerseizoen bewaakt door twee vogelwachters. In 2019 waren Aaldrik Pot (1973) en Nicolette Branderhorst (1975) de gelukkigen. Met het vier maanden durende verblijf op Rottumerplaat ging een langgekoesterde wens in vervulling. Hoe is het om langere tijd op een afgelegen plek, omringd door zee, zand en vogels, te wonen en werken?
Terug naar
Rottumerplaat Vogelwachtersdagboek
Aaldrik Pot Nicolette Branderhorst Uitgeverij kleine Uil