FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES (00:30:18)
filmroman: Where do the characters go when the story ends?
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK (00:22:37)
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE PT.1 & PT.2 (00:11:35)
filmroman: Where do the characters go when the story ends?
Hoe noem je dit? ‘Director’s...’?
‘Director’s commentary’
Met commentaar van Karina Beumer en Yin Yin Wong Geregisseerd door Karina Beumer, Where do the characters go when the story ends is een een uitgave van Publication Studio Rotterdam
Inhoud
inside cover: Can a dog bark about barking? — Eleanor Duffin film 1: open for new challenges. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 – 138 I show you — Brenda Tempelaar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 – 19 Zaaltekst — Céline Mathieu. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Symprovisation — Erik Hagoort. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74 Mijn beste Geoffrey, — Alexandra Crouwers. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97 Stel — Ingrid Verhoeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 118 Wie is jij? — Dennis Van Mol.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139 – 142 film 2: was het maar zo makkelijk.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143 – 247 Open Was We — Puck Vonk. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 144 – 147 Knausgård, de liefde, Karina en ik — Els. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160 – 161 Het hart is een klein, onafhankelijk diertje — Ruth Joos. . . . . . . . 163 Zeesterren aangespoeld bij ‘s-Gravenzande en De Hoek — Stefan van der Meer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 229 film 3: we have to think of something else (part i). . . . . 248 – 326 film 3: we have to think of something else (part ii). . . . 249 – 327 Over de baard van een kunstenaar met zijn trui achterstevoren — Lise Lotte ten Voorde. . . . 328 – 329
Voetnoten, referenties, locaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 330 – 333 Colofon, aftiteling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 334 – 336
book launch: Where do the characters go when the story ends? Voorwoord — Stijn Huijts. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 337
film 1: Open for new challenges
00:00:0
00:00:10
00:00:20
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
6.
00:00:30
00:00:40
Geoffrey werd uitgenodigd om een solo tentoonstelling te doen in Base-Alpha, en hij besloot mij uit te nodigen als ... extra: om een duo show te doen, ik zag dat als een artistieke daad. En dat omdraaiende, dacht ik: dan is Geoffrey mijn onderwerp.
Mhm
00:00:50
... en hier heb ik dan mijn geĂŤnsceneerde documentaire in een galerie. Met schilderijen die kunnen praten en een dansende assistent.
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
7.
00:01:00
‘Symprovisation’, Erik Hagoort. Stem: Tiago Duarte 00:01:10
01
00:01:20
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
8.
00:01:30
00:01:40
‘Symprovisation’, Erik Hagoort. Stem: Tiago Duarte 00:01:50
02
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
9.
00:02:00
00:02:10
Stem: Brenda Tempelaar 00:02:20
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
10.
00:02:30
00:02:40
00:02:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
11.
Stem: Brenda Tempelaar
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
12.
00:02:51
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
13.
Stem: Brenda Tempelaar
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
14.
00:02:52
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
15.
Stem: Brenda Tempelaar
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
16.
00:02:53
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
17.
Stem:
I Show You
Drie camera’s worden gericht op verschillende hoeken van mijn gezicht. De warmte van de studiolampen trekt door het laagje poeder heen en maakt de kleuren van mijn huid helder. “Kijk maar naar mijn ogen”, zegt de filmmaakster, en ze buigt zich over de camera tot haar ogen net boven de lens uitkomen. Eigenlijk wil ze dat ik recht in de lens kijk maar ze hoopt dat ik natuurlijker overkom als ik haar aankijk. Het interview begint. Ik omzeil haar vragen en grijp naar de woorden die ik onderweg hiernaartoe heb opgeschreven. Na een paar pogingen om mijn muur af te breken geeft de filmmaakster het op. Mijn voorbereiding blijkt beter dan haar improvisatietalent. Ik blijf in mijn rol en als de film af is zal ik er met plezier naar kijken. Ik zal een personage zien dat zich voorstelt als mezelf, op me zal lijken en af en toe een zenuwtrek zal bestrijden. Maar de gelijkenis tussen mij en het personage zal minimaal zijn. Als er een nieuwe take wordt geopend zeg ik: “mijn naam is Brenda Tempelaar, ik ben beeldend kunstenaar en schrijver”. Daarna vertel ik vloeiend waar mijn werk over gaat. Als Karina hier was zou ze de filmmaakster omhelzen en er achter komen wat voor films de assistent zelf maakt. Ze zou zonder te vragen op het bureau achter in de studio gaan zitten met haar voeten op de stoel voor zich. De pen in haar hand zou haar gedachten driftig en behendig achtervolgen. Ik krijg zin om tegen de ogen van de filmmaakster te zeggen: “Ik ben nummer 20, de herhaling van de paprika”, maar ik doe dat niet. Terwijl ik braaf vertel wat mijn interesses zijn, beeld ik me in wat er uit de pen van Karina zou vloeien. Ik zie mijn handen die een schetsboek vasthouden en de nervositeit waarmee ik blader. Ik zie de nutteloosheid waarmee ik mijn bril een keer of zes op- en afzet en de zwiep waarmee het haar van de filmmaakster naar links en rechts beweegt. Ik zie het achteroverleunen van de assistent in zijn stoel, de slijtvlekken in de bank en de beleefdheid van het glas water dat klaarstaat voor als ik dorst krijg van het praten. Ik lach in mezelf omdat ik in dit interview nog bijna niks heb verteld. Dat ik eigenlijk niet kan stoppen met praten is één van de details over mezelf die ik voor de Brenda Tempelaar filmmaakster verzwijg. Karina heeft mij de afgelopen jaren vaak gefilmd, gefotografeerd en getekend. Één van die keren stond ik tegen een witte muur met Karina achter de camera. In haar hand hield ze een groene paprika, ingepakt in strak plastic. Ik hoorde mezelf praten, monotoon en bedachtzaam. Gedecideerd in het Engels, onzeker in het Nederlands.
I SHOW YOU — BRENDA TEMPELAAR
18.
00:02:54
Maar het geluid van je eigen stem is nog altijd minder confronterend dan kijken naar hoe je praat. Het preview-schermpje van de camera was niet omgedraaid, ik hoefde daar ook niet op te kijken om de beelden te kennen die bij die stem hoorden. Mijn armen gingen onbestemd omhoog, tot mijn vingers boven mijn hoofd in elkaar haakten. Zo bleef ik even staan, voor de helft van de tijd onbewust. Precies op het moment waarop dat veranderde, gooide Karina de paprika en ik ving hem zonder erbij na te denken. Ik zei niets, wachtte en gooide hem terug. Ze gooide hem opnieuw – ik weet niet meer hoe vaak – totdat ik hem hield. Tijd om een act bij elkaar te rapen was er niet. De paprika was een afleidingsmanoeuvre, zoveel is zeker. Maar wie er precies moest worden afgeleid (ik of de kijker) weet ik nog steeds niet. Aan die opname met Karina ging een e-mail vooraf. [...] dus jij bent één van de presentatoren (via de video) in de show. Ik heb een podium gebouwd dat een soort van open mic lijkt. Dus als jij zegt: “the artist shows me”, zou ik het willen draaien naar dat jij het publiek laat zien. “I show you.” [...]. Toen ik mijn laptop dichtklapte bestond mijn positie als beschouwer niet meer. Ze had me het hoofdpodium opgesleurd en me tot maker benoemd, medeverantwoordelijk voor wat er getoond werd. Ik blader in het notitieboek op mijn schoot. De filmmaakster had me gevraagd om iets mee te nemen waar ik niet zonder kan, als schrijver. Veel mensen beweren dat een lege agenda essentieel is om te kunnen schrijven, maar dat heb ik nooit geloofd. Ook een computer, een pen en dit boek zijn in principe overbodig op het moment dat je daadwerkelijk schrijft. Wat ik echt nodig heb is een confrontatie. Scenario’s, recensies en artist statements schrijven zichzelf als je plotseling het woord krijgt, als een beeld je overvalt of als je verantwoordelijk wordt gemaakt voor de betekenis van een paprika. De confrontatie die Karina met mij aangaat is een wederzijds portret. Ik duid haar werk en tegelijkertijd houd ik mezelf daarmee een spiegel voor. In het overgrote deel van haar films zie ik mezelf worstelen met het surreële en het komische; ingrediënten waarvan ik graag denk dat ze in mijn werk als kunstenaar en criticus geen rol spelen. Maar heel soms zie ik mezelf onverschrokken in de camera kijken en vraag ik me af of ik die twee ingrediënten ten onrechte heb uitgeschakeld. — Brenda Tempelaar
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
19.
Stem: Brenda Tempelaar
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
20.
00:02:55
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
21.
Stem: Brenda Tempelaar
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
22.
03 00:02:56
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
23.
Stem: Brenda Tempelaar
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
24.
00:02:57
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
25.
Stem: Brenda Tempelaar
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
26.
00:02:58
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
27.
Stem: Brenda Tempelaar
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
28.
00:02:59
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
29.
00:03:00
00:03:10
Stem: Brenda Tempelaar 00:03:20
04 Refreshing Elevator Music
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
30.
00:03:30
De baard van Geoffrey: fase 1
00:03:40
00:03:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
31.
00:04:00
Refreshing Elevator Music 00:04:10
Dit is mijn afstudeerwerk, ik zette een book launch in scène. Sommige evenementen om dat afstuderen heen gebeurden in dat werk. Hier werden bijvoorbeeld vijf mensen genomineerd voor een prijs, ik benoemde dit tot een performance: de vijf genomineerden. Later in ‘Open for new challenges’ komen die weer aan bod.
00:04:20
Ik vond het mooi om dat moment te gebruiken — er waren ongeveer 700 mensen — om te laten zien dat er zo veel mensen op de book launch zijn geweest. Boem! Daar heb ik weer een film over gemaakt.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
32.
00:04:30
00:04:40
00:04:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
33.
00:05:00
06
00:05:10 Dit is het boek, en daarin het interview met Philip the Painting. “youiou y y u u u”
07
00:05:20
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
34.
00:05:30
08 09 Muziek: De Verboden Boys 00:05:40
00:05:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
35.
00:05:00
Muziek: De Verboden Boys 00:05:10
00:05:20
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
36.
00:05:30
00:05:40
De baard van Geoffrey: fase 2
00:05:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
37.
00:07:00
00:07:10
00:07:20
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
38.
00:07:30
00:07:40
00:07:50
10 ‘Symprovisation’, Erik Hagoort. Stem: Tiago Duarte
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
39.
00:08:00
11
00:08:10
00:08:20
12
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
40.
00:08:30
00:08:40
00:08:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
41.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
42.
00:008:51
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
43.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
44.
00:08:52
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
45.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
46.
Zaaltekst vernissage: ‘Open for new challenges’
In wat aanvankelijk bedoeld was als een solotentoonstelling, nodigt Geoffrey de Beer Karina Beumer uit voor wat lijkt op een productieve kruisbestuiving. Een romantische ontmoeting, zo noemen de Beer en Beumer het. In de voorbereiding van de tentoonstelling trekken de twee elkaar mee in een andere versnelling en benoemen uitdaging als hoogste goed. Ze stellen objecten, de kijker en zichzelf op verschillende manieren tentoon. In een mengeling van geometrische sérieux en speelse humor wisselen rekwisieten en kunstwerken van plaats, wordt de suppoost te kijk gezet en doet de assistent een dansje voor een schilderij. Elke rol wordt geanalyseerd, omkaderd, bevraagd, omgekeerd en opgeheven. Veranderende functies en een dun laagje artificialiteit activeren de tentoonstelling voortdurend. De kunstenaars geven een podium aan personen en objecten en wijzen daarmee naar de rol van onderdelen in een groter geheel. Het zelfbenoemde ‘tijdelijk kunstenaarsduo’ performt, vervormt en daagt manieren van kijken en tonen uit. Dat allemaal terwijl de werken in de tentoonstelling ongedwongen wachten op een lezing. Door subtiele manipulatie worden verhaallijn, script, en staging, net als de kunstwerken zelf, 180° gedraaid. Tussen de improvisaties en het uitgetekende storyboard in, blijft de kijker achter met een soort van ‘de-kipof-het-eigevoel’. Het videowerk in de eerste ruimte fungeert als een ondertitelende soundtrack voor de tentoonstelling. De dialoog brengt een choreografie teweeg van fictie en potentieel — zoals het hoort in de romantiek.
— Céline Mathieu
00:08:53
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
47.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
48.
00:08:54
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
49.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
50.
00:08:55
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
51.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
52.
00:08:56
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
53.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
54.
00:08:57
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
55.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
56.
00:08:58
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
57.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
58.
00:08:59
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
59.
00:09:00
00:09:10
00:09:20 Is dat jouw schilderij trouwens, die we steeds zien?
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
60.
00:09:30
Die?
Ja.
00:09:40
Het is een schilderij gemaakt naar aanleiding van een sculptuur van Timo. En Timo is de derde film.
Dat is best belangrijk, want Timo zit in alle films.
00:09:50
13
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
61.
00:10:00
De baard van Geoffrey: fase 3
Stem: Bart Vanderbiesen 00:10:10
00:10:20
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
62.
00:10:30
00:10:40
Stem: Bart Vanderbiesen 00:10:50
14 ‘Laura Palmer’s Theme’, Angelo Balamenti. Piano: Victor Robyn
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
63.
00:11:00
00:11:10
00:11:20
‘Laura Palmer’s Theme’, Angelo Balamenti. Piano: Victor Robyn
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
64.
00:11:30
00:11:40
En de credits in het midden ... waarom?
15
00:11:50
Ik vind het best wel belangrijk om mensen te bedanken.
Ja, dat snap ik. En op deze manier is er meer aandacht voor, als het niet op het eind is.
‘Laura Palmer’s Theme’, Angelo Balamenti. Piano: Victor Robyn
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
65.
00:12:00
En ook ... sommige dingen heb je nog niet gezien, zoals dit bijvoorbeeld. Dus het is tegelijkertijd een teaser. Het is een aftiteling maar ook een begin.
16
00:12:10
00:12:20
De Twin Peaks repetitie vond ik belangrijk omdat — weet je — dat oefenen van de piano, en dan een beetje dat YouTube gehalte — van: ‘ik oefen dit liedje, het is heel moeilijk’ — vind ik heel ontroerend.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
66.
00:12:30
00:12:40
‘Laura Palmer’s Theme’, Angelo Balamenti. Piano: Victor Robyn 00:12:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
De baard van Geoffrey: fase 4
67.
00:13:00
00:13:10
00:13:20
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
68.
00:13:30
00:13:40
Fijn gedaan met de ondertiteling.
00:13:50
Er is een hele mooie film van Pierre Huyghe waar een personage op een bepaald moment de ondertiteling opeet. Dat is echt heel mooi.
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
69.
00:14:00
00:14:10
00:14:20
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
70.
00:14:30
00:14:40
Heeft Nico Dockx uit je tweede film dat niet ook een beetje?
Hoe bedoel je? Die zegt dat ook, dat hij de wind wil zijn die dingen in beweging brengt maar niet gezien wordt.
Goed gezien! 00:14:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
71.
00:15:00
00:15:10
17
00:15:20
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
72.
00:15:30
00:15:40
00:15:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
73.
00:16:00
00:16:10
18
‘Symprovisation’, Erik Hagoort. Stem: Tiago Duarte 00:16:20
Dear visitor. (...) It is a talk among us. (...) Don’t ask questions. Don’t give answers. (...) Make variations with your own thoughts. Make variations with your own thoughts. Allow to resume the motive. Allow to resume yourself. (...) Allow to resume yourself. — Erik Hagoort
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
74.
00:16:30
19 ‘Symprovisation’, Erik Hagoort. Stem: Tiago Duarte 00:16:40
00:16:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
75.
00:17:00
00:17:10
20
00:17:20
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
76.
00:17:30
21
00:17:40
00:17:50
22
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
77.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
78.
00:17:51
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
79.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
80.
00:17:52
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
81.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
82.
00:17:53
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
83.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
84.
00:17:54
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
85.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
86.
00:17:55
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
87.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
88.
00:17:56
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
89.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
90.
00:17:57
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
91.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
92.
00:17:58
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
93.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
94.
00:17:59
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
95.
00:18:00
00:18:10
23 ‘Mijn beste Geoffrey’, Alexandra Crouwers. Stem: Karina Beumer 00:18:20
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
96.
00:18:30
Mijn beste Geoffrey,
Je was al vroeg bedorven. De meeste kunstenaars raken gaandeweg hun carrière pas doordrongen van het mistige moeras waarin ze rondtasten als zij van hun atelier naar het publiek kruipen. (...) Je wandelde de smetteloze museumzaal vloeren over tot je bij de gladde witte muren kwam, stapte zonder pardon de deur door waarboven ‘alleen geautoriseerd personeel’ gewaarschuwd wordt en daar stond je ineens ‘backstage’, aan de achterkant van het décor. 00:18:40
(...) Je infiltreerde, je werd een avonturier in een verwarrende wereld die wankel in stand wordt gehouden door zelf getimmerde conventies. (...) Je hebt stiekem een performance van drie jaar uitgevoerd. (...)
00:18:50
Dat bestaat in het parallelle universum dat kunst heet. Je hebt al vroeg dingen gezien, die sommige kunstenaars nooit zullen zien of niet willen zien en daarom schiet je vrolijk door naar een stadium waar de meeste kunstenaars zeer laat in hun leven of zelfs nooit, want dan zijn ze al dood namelijk, aan toekomen: de reconstructie, conservering en eventuele restauratie, kortom de archeologie van je eigen werk. Lieve Geoffrey, ik vraag me af wat daarna komt want je glijdt op een gegeven ogenblik over de grenzen van de waarnemingshorizon. Ik stel me dan een zwaartekrachtloze staat van verlichtheid voor in een zacht glanzend rozig universum.
— Alexandra Crouwers
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
97.
00:19:00
00:19:10
00:19:20
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
98.
00:19:30
00:19:40
00:19:50
‘Mijn beste Geoffrey’, Alexandra Crouwers. Stem: Karina Beumer
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
99.
00:20:00
00:20:10
De baard van Geoffrey: fase 5
00:20:20
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
100.
00:20:30
00:20:40
00:20:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
101.
00:21:00
00:21:10
Hoelang hebben jullie aan de tentoonstelling gewerkt?
00:21:20
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
We begonnen in september met de fietstocht, en in november was de vernissage van de tentoonstelling. Tijdens de vernissage heb ik weer gefilmd, die beelden kwamen weer in de film in de tentoonstelling. Tijdens de finissage was er ook een performance, ook gefilmd, en toen is de film nog in Cinema Zuid vertoond in april, ook gefilmd. Fragmenten daarvan zitten weer in de uiteindelijke film.
102.
00:21:30
00:21:40
00:21:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
103.
00:22:00
24 ‘Symprovisation’, Erik Hagoort. Stem: Tiago Duarte 00:22:10
00:22:20
25 ‘Symprovisation’, Erik Hagoort. Stem: Tiago Duarte
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
104.
00:22:30
00:22:40
00:22:50
26 Stem: Alessandro Melis — “Numéro un: Deux vélos de course, un peugot orange. Et une couleur crème avec selle marron.”
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
105.
00:23:00
“Numéro trois: Le spectateur.” 00:23:10
“Accessoire six: Deux chaussettes.” 00:23:20
“Numéro neuf: Un sauteur avec l’univers imprimé dessus.”
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
106.
00:23:30
“Dixième accessoire: Deux sculptures presque identiques de formes géométriques.” 00:23:40
“Numéro douze: Deux bouteilles. Un liquide rose, l’autre bleu.” 00:23:50
“Numéro quinze: Le décor d’un vernissage.”
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
107.
00:24:00
“Numéro seize: Pommes. Assez de pommes.” 00:24:10
“Numéro dix-neuf: Le réalisateur de filme.” 00:24:20
“Numéro vingt et un: L’entrevue fictive.”
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
108.
00:24:30
“Une voix-off française.” 00:24:40
“Accessoire vingt-six: l’accident.” 00:24:50
“Vingt-sept: Qu’est ce que c’est, un Prop?”
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
109.
00:25:00
Een déjà vu achteraf, vooraf.
“Vingt-neuf: De deja passe.” 00:25:10
Ik dacht dat dat de vijf genomineerden waren.
Ik vond het mooi dat die vijf genomineerden er dan waren, uit de eerdere performance. Maar niemand wint de prijs.
“Accessoire trente et un: Cinq nominés. Un, deux, trois, quatre, cinq.” 00:25:20
“Accessoire trente-deux: Les sentiments.”
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
110.
00:25:30
“Numéro trente-quatre: le plate-forme.”
00:25:40
00:25:50
25 Stem: Alessandro Melis
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
111.
00:26:00
Stem: Alessandro Melis 00:26:10
00:26:20
28 29 Achtergrond muziek: The Knife ’För alla namn vi inte får använda’ (2014)
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
112.
00:26:30
Bij deze film, was het belangrijk dat mensen zelf in de film konden stappen. Dat je kunst kijkt door er zelf in te zitten, dat idee vind ik spannend. Wij vallen straks gewoon in een soort van zwart Droste gat, waar we dan niet meer uit komen.
00:26:40
00:26:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
113.
00:27:00
Achtergrond muziek: The Knife ’För alla namn vi inte får använda’ (2014) 00:27:10
Dit is Valerie Van Roey, zij heeft gezongen tijdens de finissage performance.
Wat voor performance was dat?
30
00:27:20
Vooral over het doelgroep-onderzoek, dus dan wisten mensen waarom ze daar aanwezig waren. Sommige mensen uit het publiek hadden een rol, niet iedereen wist daarvan. We hebben ook een karaoke gedaan.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
114.
00:27:30
31 ‘Laura Palmer’s Theme’, Angelo Balamenti. Piano: Victor Robyn 00:27:40
00:27:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
115.
00:28:00
00:28:10
00:28:20
‘Laura Palmer’s Theme’, Angelo Balamenti. Piano: Victor Robyn
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
116.
00:28:30
00:28:40
00:28:50
‘Laura Palmer’s Theme’, Angelo Balamenti. Piano: Victor Robyn
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
117.
00:29:00
00:29:10
00:29:20
Stel Stel, je staat op een scène, je mag niets doen, maar moet er wel zijn. Hoe beweeg je, wanneer je niets mag? Neem je door niets te doen evenveel ruimte in? Feitelijk wel: afwezigheid is onmogelijk zolang je over een lichaam beschikt, en een toeschouwer hebt. John vroeg me tijdens de vernissage van ‘Open for new challenges’ wat ik vond van de kruisbestuiving tussen Geoffrey en Karina. Hij trok een wenkbrauw op bij het uitspreken van het woord kruisbestuiving en daarmee was zijn vraag een antwoord geworden. Ik haalde mijn schouders op en dacht nog een maandje na. Karina zei me daarna dat ze zich een parasiet voelde die Geoffrey gebruikte voor haar eigen werk. “Mijn werk gaat over het activeren van dingen en mensen.” Ze sprak dingen en mensen na elkaar uit; als op één lijn, een lijn van lege hulzen. Geoffrey vertelde vervolgens dat hij zich bij Karina zoals een boom voelde, die door ineengestrengelde maretakken en klimop niet alleen uitgebuit, maar ook versierd wordt. Een esthetisch parasitisme. “Ik voel me mooier door je gebruik. Ik wilde je rekwisiet zijn, een stilleven, iets dat betekenis krijgt doordat het in een context geplaatst wordt”. Een heuse liefdesverklaring. “Ik ben niets meer dan een aanwezigheid en laat het werk aan jou over, zo lijkt het”. Stel alweer, je bent op een feestje waar iemand zich in de ruimte afzondert, door niet mee te doen maar gewoon in zichzelf te zijn. Onbeweeglijk aanwezig. Een beetje zoals stil staan op de dansvloer. Hoe komt dat over op je omgeving? Je wilt verdwijnen, maar je komt er niet ongemerkt mee weg. De verbindende factor van deze expositie is de film, dat wist u al. Dankzij die film kan Geoffrey zich afzonderen op het feestje. Wat gebeurt er dan? Hij kan zich gaan bezighouden met zijn eigen esthetiek, zonder zich in te laten met andere kunstenaars en hun werk. En zo komen we opnieuw uit bij de wenkbrauwen van John. Is er hier wel of geen sprake van een kruisbestuiving? Moet Geoffrey in zijn werk bijna letterlijk een afbeelding maken van Karina om de verbinding te tonen? Of zit het beïnvloeden juist in die afzondering? Is beïnvloeden niet weer wat anders dan een kruisbestuiving? En, wat is de invloed van Geoffrey — als zogezegde rekwisiet — op Karina? Daar hebben we het nog niet over gehad...
— Ingrid Verhoeven Zaaltekst finissage-performance ‘Open for new challenges’
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
118.
00:29:30
‘Laura Palmer’s Theme’, Angelo Balamenti. Piano: Victor Robyn 00:29:40
00:29:50
De baard van Geoffrey: fase 6 > 1
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
119.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
120.
00:29:51
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
121.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
122.
00:29:52
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
123.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
124.
00:29:53
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
125.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
126.
00:29:54
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
127.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
128.
00:29:55
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
129.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
130.
00:29:56
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
131.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
132.
00:29:57
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
133.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
134.
32 00:29:58
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
135.
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
136.
00:29:59
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
137.
00:30:00
00:30:10
00:30:18
[END OF FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES]
FILM 1: OPEN FOR NEW CHALLENGES
138.
Wie is jij?
Toen ik haar vorig jaar ontmoette had Karina net haar eerste boek uit. Die publicatie telt een aantal witte pagina’s waar ze ruimte laat voor de overpeinzingen van de lezer, voor de bijdrage van het personage dat zij op de cover als YOU afficheert. Het is een uitnodiging aan ‘de ander’ om te participeren, om een dialoog op te starten. Terwijl ik dit schrijf, bekruipt me het gevoel dat ik – voor deze gelegenheid, in dit dossier – dat YOU personage vertolk, dat ik even in de huid kruip van die JIJ die essentieel is voor elke interactie tussen kunstenaar en toeschouwer. Waarvoor staat die JIJ op de cover van het boek? Wat is zijn of haar rol in het werk van Karina? Bij een eerste lectuur van het boek viel me op dat de antwoorden die op die vraag worden aangereikt tegenstrijdig zijn. Dat stoorde me aanvankelijk en, als ik eerlijk ben, stoort me dat misschien nog altijd. Het interview met Nico Dockx wekt de suggestie dat de kunstenaar ‘de ander’ nodig heeft. Nico weet dat de blik van ‘de ander’ het eigen zijn verfrist en dus ook het kijken herdefinieert. Het zijn van de ander bevestigt het eigen zijn. Impliciet verwijst hij daarmee naar een filosofische traditie die teruggaat op de Frans-Joodse filosoof Emmanuel Lévinas. Lijnrecht daartegenover staat de suggestie dat ‘de ander’ wordt gerecupereerd in het egotistische project van de kunstenaar. Ik moet bekennen dat de uitspraak “The Artist uses Other People as a Tool” mij meteen tegen de borst stuitte. Ik vroeg me af of het een ongelukkige slip of the tongue was of dat ik het toch maar ernstig moest nemen. Het past in een heel andere filosofische traditie. Je zou er voorwaar Sartre’s ‘de hel dat is de ander’ voor onder het stof vandaan halen. Het zet de poort wijd open voor het benepen en weinig leefbare cynisme van Samuel Beckett of Michel Houellebecq. De kloof die gaapt tussen de perceptie van de ander als geestverruimende ontmoeting of als beperking van de eigen egocentrische bewegingsvrijheid heb ik in het leven en werk van Karina nooit helemaal begrepen. Om de JIJ-rol in een wat breder perspectief te plaatsen en om aan te tonen hoe weinig vanzelfsprekend die verhouding tot de ander is, haal ik er een fragment uit Paul van Ostaijens, vanaf nu genoemd Polleke, ‘De Feesten van Angst en Pijn’ bij. In ‘Vers 4’ schreef de dichter dat hij een vis wilde zijn. Een vis wordt namelijk niet geplaagd door de existentiële pijn die Van Ostaijen elders in het gedicht tot uitdrukking brengt:
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS
139.
“Jij Jij Jij Wie is jij?” Ik neem de vrijheid even uit te weiden over het jaar 1920, over de context waarin zot Polleke zich die grammaticaal incorrecte vraag stelde: Van Ostaijen was het spoor bijster. Onder zijn raam had zich in de straten van Berlijn een chaotische en bloedige revolutie voltrokken, een revolutie die werkelijk in geen enkel opzicht leek op zijn droom van een door intellectuelen in goede banen geleide omwenteling. Maar wat erger was: Emmeke, zijn wrede lief, had zijn dichterlijke ego in Berlijn verruild voor een rijke man. Net toen zijn meesterwerk ‘Bezette Stad’ was verschenen, danst de dichter op de mond van de vulkaan en twijfelt afgrondelijk aan zichzelf. In een brief aan Emmeke schrijft hij: “Wat zal ik worden? Kapitale vraag, waarop ik sedert een half jaar geen antwoord weet. Ben ik een puberteitsbegaafdheid.”. Ook in de liefde ziet hij het niet meer. Hij kan zichzelf niet meer verliezen in de ontmoeting met de ander en heeft het gevoel veroordeeld te zijn tot een pose, tot een cynische omgangsvorm waaraan alleen buitenstaanders iets hebben omdat het hen de gelegenheid biedt om dat dure woord ‘liefde’ in de mond te nemen: “Soms komt het me voor alsof ik nooit meer tot een positieve, een scheppende, een zichzelf extrariserende liefde zou in staat zijn. Dat ik enkel nog lief heb, om die anderen te dienen.” Pol sluit zijn brief af met een eenvoudige vraag die alles samenvat: “Wanneer vind ik tot de anderen weer een voor mij begrijpelijke verhouding?”. De zoektocht naar een begrijpelijke verhouding tot de ander (of misschien de onmogelijkheid van zo’n begrijpelijke verhouding) speelt volgens mij een cruciale rol in het oeuvre van Karina Beumer. Ze problematiseert die verhouding door haar eigen wereld, haar directe omgeving, en vooral de toeschouwers van haar werk een spiegel voor te houden. En spiegels hebben de neiging te bevreemden, te ‘ont-eigenen’. Wie een tentoonstelling van Karina bijwoont, wordt als het ware gerecycleerd, krijgt zichzelf achteraf op het witte doek te zien, wordt geconfronteerd met hoe hij of zij zich beweegt in witte, hel verlichte galerieruimtes waar bezoekers zichzelf tentoonstellen, zich wagen in de niet altijd even zachtaardige arena van het artistieke netwerken, of soms – heel zeldzaam is dat – gewoon oprecht geïnteresseerd zijn in het geëxposeerde werk. Met dank aan Karina zag ik mezelf worstelen met de sociale en esthetische codes van een soms benepen artistieke wereld. Op deze
WIE IS JIJ — DENNIS VAN MOL
140.
manier wordt je als bezoeker onttroond. Van de bevoorrechte en zorgeloze rol van een amateur d’art blijft nog weinig over. Wat Ensor deed met zijn maskers om de hypocriete burgerlijke omgangsvormen bloot te leggen, doet Karina door de bezoekers van haar tentoonstelling vast te leggen op video en hen te confronteren met zichzelf. Ze laat de toeschouwer met zichzelf botsen. Karina’s werk leest als een sputterende dialoog. Ze registreert, ordent, herschikt, ... herschikt nog eens ... en pakt uit met een des oriënterend maar fris, licht en humoristisch eindresultaat. Ergens in dat proces wordt de singuliere status van een tekening, schilderij of video onttroond. De veelvoudige werkelijkheid wordt onttoverd doordat de gebruikte media zo ingezet worden dat ze als het ware tegen wil en dank met elkaar een dialoog beginnen. Op basis van haar mensenkennis en scherpe observaties ontregelt Karina de logica van fragmentarische omgangsvormen in een al even hortende beeldtaal. Zoals Van Ostaijen meer betekenis genereert door in het zinnetje “Wie is jij” een loopje te nemen met de grammatica, zo legt Karina iets van het menselijke tekort bloot door het onhandige, het onaangepaste uit te vergroten en de communicatie op speelse wijze te deconstrueren. Aan de basis van de eigenzinnige dialoog die Karina met ‘de ander’ aangaat, ligt iets wat Charles Baudelaire al rond 1860 definieerde als een wezenlijke eigenschap van de moderne kunstenaar. Baudelaire heeft het in ‘Le Spleen de Paris’ over “cet incomparable privilège, qu’il peut à sa guise, être lui-même et autrui”1. Karina beschikt over die uitzonderlijke gave, een gave die volgens mij ook een vorm van overgevoeligheid of overbeschaving veronderstelt, een gave waarvan ik vermoed dat ze soms ook kan vermoeien. Wie over zo’n menselijk doorzicht beschikt, kan daar volgens mij twee kanten mee op. Zoals met alle kennis kan het je bitter en cynisch maken, of het kan je net helpen om je open te stellen naar ‘de ander’ en op die manier het beste in die ander (en uiteindelijk ook in jezelf) te bevrijden. In zijn essay ‘Wat is er met Picasso?’ maakt Polleke onderscheid tussen drie stadia in het kunstenaarschap. Hij heeft het over “drie trappen: empirie, subject, ontindividualisering”. Het eerste spreekt min of meer zich. Over de tweede trap, die van het subject, was Picasso volgens de Antwerpse dichter gestruikeld: “het doorzetten van wat wij aan onszelf onze individualiteit menen – onze smaak – belet ons bij de hoogste realisering juist van onze werkelijke individualiteit: streven naar ontindividualisering”. Als je het mij vraagt worden anno
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
141.
2017 nog voortdurend tentoonstellingsruimtes gevuld met min of meer narcistische kunst waarin alles draait rond de subjectieve, hyper-individuele smaak: rond fluo-kleuren, strakke vormen zonder inhoud en zogenaamd ludieke experimenten die verder weinig of geen betekenis genereren. Dat staat haaks op wat Van Ostaijen ‘het streven naar ontindividualisering’ noemde. Over dat streven naar het ontindividualiseerde of indifferente standpunt schreef Pol: “het indifferente standpunt is: te zijn en niet te zijn, of duidelijker: te zijn is niet te zijn”. Het zou kunnen dat YOU-personages geacht worden terug te kijken naar het artistieke werk en verder passief aan de zijlijn moeten blijven, dat ze niet gemachtigd zijn actief te participeren aan het artistieke proces. Dat kan best. Niettemin zou deze YOU graag willen bijdragen aan wat ik een onderzoek zou willen noemen naar de mogelijkheden van het ‘ontindividualiseerde’ of ‘indifferente’ standpunt. Het zou een project kunnen worden waar ‘ontindividualiseerd’ in dialoog wordt gegaan met elkaar ‘via de ander’, dat wil zeggen zonder dat de inhoud en vorm het risico lopen blootgesteld te worden aan ego-kwesties. Het zou een project kunnen worden rond woord en beeld waar ‘smaak’ bij voorbaat conceptueel word uitgeschakeld en het erkennen van ‘de ander’ op één of andere manier centraal komt te staan. Lieve lezer, u kent zot Polleke intussen genoeg om te weten dat hij dit project zou voorzien van de titel ‘Weg met de artiest!’.
— Dennis Van Mol
1 ‘dat onvergelijkbare voorrecht om – naar eigen goeddunken – zichzelf en ‘de ander’ te kunnen zijn’
WIE IS JIJ — DENNIS VAN MOL
142.
film 2: Was het maar zo makkelijk
Het maakt echt een verschil als mensen hun eigen stunts doen.
Open Was We
voorspel Roze worst, bruid, spaghetti, overgeven, drinken, draaien, roken, verdrietig, broodjes en benzine. 11, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35. Hier is het nog overzichtelijk: Karina is het werk van Geoffrey. Geoffrey is het werk van Karina. Tijdens de finissage in de Base-Alpha Gallery kwamen zowel Simon als Timo naar Karina met de woorden “Dit wil ik ook”. De eerste stappen in dit complexe proces werden gezet. ‘Was het maar zo makkelijk’ speelt zich voornamelijk af in het huis van Simon. Gefilmd door de camera van een buitenstaander die gaandeweg een binnenstaander werd. Het kus-moment met Geoffrey was duidelijk een marketing stunt. Is haar relatie met Simon2 daarentegen een uit de hand gelopen project, of simpelweg het leven dat de kunst inhaalde? Is Karina zelf in het verhaal van de film gaan geloven, of geloven wij dat de film een verhaal is? MA-neck-ee-NECK-oeen De wenkende (klooster)kat, De Maneki Neko (spreek uit als ‘MAneck-ee-NECK-oeen’) is een symbool van gastvrijheid en geluk. Met het linker pootje omhoog (de originele vorm) wenkt ze mensen om te komen en zorgt zo voor bezoek. De gelukskat met het rechter voorpootje omhoog zorgt voor geld en geluk. Een blije kat met twee pootjes omhoog beschermt je huis of bedrijf. Ook de hoogte van de poot heeft een betekenis: hoe hoger de poot, hoe meer klanten of fortuin. Daarnaast speelt de kleur een belangrijke rol: Goud staat voor rijkdom en voorspoed; wit voor puurheid en positiviteit; groen voor een goede gezondheid. Roze zorgt voor veel liefde 3 en een goede relatie. Een rode kat helpt bij een goed huwelijk en persoonlijke dingetjes. De lapjes kat staat voor buitengewoon veel geluk, en een zwarte kat houdt het slechte buiten de deur. Was het maar zo makkelijk. de vraag Hoe kent Karina deze mannen eigenlijk? “Dat is niet belangrijk voor deze tekst.”4 Toch wil ik het juist wél weten; het analyseren van existentiële vragen- zoals Karina zelf graag doet: De mens zichzelf een vraagstuk 5 — vraagt om precisie. Het enige wat ze er over los wil laten, is dat elke man zijn eigen podium verzorgde. “Hij trok mij: ... de ga-
OPEN WAS WE — PUCK VONK
144.
lerie in; zijn huis in; het Belgium Performance Festival in.”6 Het moge duidelijk zijn dat Karina het plot vervolgens naar haar eigen hand heeft gezet, het gaat niet meer om de mannen. In het algemeen geldt “gevraagd worden” als iets goeds in de kunst. Of komt het door De Vraag, dat we soms liever niet vertellen wie ons gevraagd heeft. “Welke taal spreekt meneer De Vries eigenlijk? ... De Bruid.” 7 En tot welke categorie behoort de vraag? Open vragen, gesloten vragen, suggestieve vragen, controle vragen, isolatie vragen, tegen vragen? Dan vraag ik mij toch af, is de vraag op de knie een tijdelijke tussenvorm van theatrale onderdanigheid? Een estafette van langzame vrienden, doorlopend in de Metropolis M estafette. Hier haalt het leven de kunst dus ook in. Vitrine goed praten. “Gerrit Achterberg, daar heeft Timo het wel eens over.”8 De ongelofelijkste subtiliteiten. realistische roman en ‘couleur locale’ In de roman komt duidelijk naar voren dat niet alleen het artistieke kunnen, maar ook de intelligentie, de kennis, de levenservaring en de wereldbeschouwing van de auteur een belangrijke rol spelen. In geen enkele andere kunstvorm komt de sociale habitus van de maker zo onmiddellijk tot uiting. De roem van de roman steunt -méér dan bij andere kunstvormen- op de overeenkomst van sociale staat en inzicht bij de maker en zijn publiek. Als bijgevolg kunnen we een roman niet enkel beoordelen op de kunsthistorische betekenis, maar moeten we het zien als een literair product dat niet buiten de sociologie geduid kan worden. Een roman is meer dan alleen een kunstwerk, voor wie dit leest.9 Het lezen ervan is ook een manier om meer te weten te komen over de sociologische facetten van de tijd waarin het geschreven werd. Het verschaft een beter inzicht in het leven, het rommelige leven.10 het paard van troje (en de mannen) In de computerwereld wordt de term ‘Trojaans paard’ gebruikt om een programma aan te duiden dat zonder medeweten van de gebruiker wordt geïnstalleerd wanneer deze een bestand downloadt of een programma installeert. Als je Karina vraagt, haal je onbewust nog een hele duit anderen binnen. De scheidingslijn tussen de hoofdpersoon, de anderen, het materiaal en de methode vervaagt. Voor de films uit de trilogie geldt: de mannen stelden de vraag, vervolgens werden ze als speler of prop ingezet. Ik onderzoek daarom of- en op welke manier het feminisme zijn
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
145.
weg vond naar de verbeelde werkelijkheid. Vrouwen in ‘mannen-beroepen’11 en De Wildeman. Een boek over mannen.12 Het mag namelijk best ongemakkelijk zijn. De realisten besteedden veel aandacht aan de couleur locale: Het objectief weergeven van de mens in zijn sociale, regionale of historische milieu. De omgeving rondom de personages werd uitvoerig en vol met details beschreven, daarnaast hadden de romans vaak een actuele of sociale inslag. veranderende poëtica Binnen het literaire veld werd gediscussieerd over de vraag in hoeverre de beeldende aspecten van het realisme in overeenkomst waren met eisen die de kunst stelde. Men was positief over de waarde van de actualiteit en het aanspreken van het inlevingsvermogen door de couleur locale. Tevens stelde men dat de literatuur (en kunst in het algemeen) mens en maatschappij op een positieve manier moet beïnvloeden. De uitbeelding 13 van de realiteit omwille van esthetisch genoegen werd dan ook afgekeurd. Moet kunst in dienst van de gemeenschap staan? tweede lezer: Nu volgt een tijdsprong. Van het realisme in de 19e eeuw naar nu. Echter, we hebben nog geen antwoord gekregen op de vraag of de beeldende aspecten van het realisme nu voldoende waren voor ‘de kunst’. De schrijfster vraagt: Maar moet kunst in dienst van de gemeenschap staan? Dit suggereert een mening maar deze wordt niet duidelijk. Hoe was dat toen en hoe is dat nu? Wat vindt zijzelf ervan? De tijdssprong vraagt minstens om een uitleg: Wat is het verschil tussen een realistisch verhaal en een vlog? Zoals ze zelf al zegt: de hoofdrolspeler in je eigen film. Een vlog geeft de mogelijkheid je beter te presenteren, het beeld te manipuleren. Het is een realisme dat zichzelf actief vormgeeft. Hoe relateert ze dat aan het werk van Karina? In hoeverre manipuleert zij de werkelijkheid? Hoe staat dit in verband met het realisme? Een vlog 14 is een van de meest individualistische vormen van kunst: De maker is de hoofdrolspeler in zijn eigen film. “In een film willen leven”, aldus Karina. Ook alle ‘oortjes’ in de openbare ruimte wijzen hierop: luisteren naar de soundtrack van je eigen leven. Kunst en het dagelijkse leven vermengen zich. Zo gezien is het hele leven een onbewuste live
OPEN WAS WE — PUCK VONK
146.
performance waarin iedereen (tevens onbewust) een rol heeft.15 Het realistisch proza heeft door de gedetailleerde beschrijving van de werkelijkheid een hoog herkenbaarheidsgehalte voor tijdgenoten. Dit vergemakkelijkt een onderzoek naar de relatie tussen het realistisch proza en de historische context. Het gedachtegoed in deze context heeft betrekking op verschillende zaken, zoals het wezen van de mens, de aard van de sekseverschillen, de onderlinge verhoudingen tussen de seksen, hun beider positie in de werkelijkheid en de gedeelde opvattingen over het doel van het leven. Het realistisch proza is gesitueerd te midden van dit gedachtegoed. Anders gezegd, je spreekt over kunst door over het leven te spreken en je spreekt over het leven door over kunst te spreken.
— Puck Vonk
voetnoten 1 Bolaño, R. (2011) Antwerp. Picador, Londen 2 Fredriksson, M. (1998) Simon. De Geus bv, Breda 3 Ringnalda, E. (2011) Heer en meester, een liefdesverklaring. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam 4 Beumer, K. (2016) in gesprek met Puck Vonk, Wageningen 5 Marcel, G. (1956) De mens zichzelf een vraagstuk. J. Bijleveld, Utrecht 6 Beumer, K. (2016) in gesprek met Puck Vonk, Wageningen 7 Morriën, A. (1974) Al schrijvend. Proza en poëzie van 1920 tot 1950. Salamander, Amsterdam 8 Beumer, K. (2016) in gesprek met Puck Vonk, Wageningen 9 Fens, K.(1974) Voor wie dit leest. Proza en poëzie van 1950 tot heden. Salamander, Amsterdam 10 Roiphe, K. (2013) Lof van het rommelige leven. De bezige bij, Amsterdam 11 Huisman, J. (1981) Vrouwen in ‘mannen-beroepen’. In den Toren, Baarn 12 Bly, R. (1991) De Wildeman. Een boek over mannen. De Haan/Unieboek, Houten 13 Kerp-Schlesinger, I.G. (1970) Leer knippende zien. Cantecleer, de Bilt 14 Vlog (een afkorting voor video weblog) is de benaming van een dagboek (Engels: log) op internet, waarbij het grootste deel van het dagboek bestaat uit videobeelden. De vlog is een variant op het blog (afkorting voor weblog), waarbij de inhoud voornamelijk tekst is. 15 Rancière, J. (2015) De geëmancipeerde toeschouwer. Octavo, Amsterdam
gebruikte literatuur
— — — — — — — — — — — — — — —
Roiphe, K. (2013) Lof van het rommelige leven. De bezige bij, Amsterdam Huisman, J. (1981) Vrouwen in ‘mannen-beroepen’. In den Toren, Baarn Bly, R. (1991) De Wildeman. Een boek over mannen. De Haan/Unieboek, Houten Marcel, G. (1956) De mens zichzelf een vraagstuk. J. Bijleveld, Utrecht Kerp-Schlesinger, I.G. (1970) Leer knippende zien. Cantecleer, de Bilt Morriën, A. (1974) Al schrijvend. Proza en poëzie van 1920 tot 1950. Salamander, Amsterdam Fens, K.(1974) Voor wie dit leest. Proza en poëzie van 1950 tot heden. Salamander, Amsterdam Groot-Canté de, H. (1963) Puck’s enige weg. West-Friesland, Hoorn Leddick, D. (2005) The Male Nude. Taschen, Köln Evans, D. (2009) Appropriation. Whitechapel Gallery, London Vanderbeekend, R. (2015) Buy Buy Art. De vermarkting van kunst en cultuur. EPO, Antwerpen Bolaño, R. (2011) Antwerp. Picador, Londen Rancière, J. (2015) De geëmancipeerde toeschouwer. Octavo, Amsterdam Ringnalda, E. (2011) Heer en meester, een liefdesverklaring. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam Fredriksson, M. (1998) Simon. De Geus B.V., Breda
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
147.
00:00:00
00:00:10
00:00:20
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
148.
00:00:30
33
00:00:40
34 Achtergrond muziek: ‘Bring on the Night’, The Police 00:00:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
149.
00:01:00
00:01:10
35 Achtergrond muziek: ‘Bring on the Night’, The Police 00:01:20
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
150.
00:01:30
00:01:40
00:01:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
151.
00:02:00
00:02:10
00:02:20
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
152.
00:02:30
00:02:40
00:02:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
153.
00:03:00
00:03:10
00:03:20
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
154.
00:03:30
00:03:40
00:03:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
155.
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
156.
00:03:51
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
157.
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
158.
00:03:52
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
159.
Knausgård, de liefde, Karina en ik
Op deze zonnige nazomerdag in september is het moeilijk om me de kou en donkerte van die vrijdagavond in januari te herinneren. Ik was toen in Brussel voor de ‘literaire ontmoeting’ met Karl Ove Knausgård, de schrijver van het zesluik ‘Mijn strijd’. Het laatste deel was niet zo lang daarvoor in de Nederlandse vertaling verschenen. Een mooie aanleiding om Knausgård naar het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel te halen voor een interview met Ruth Joos. Het was nog vroeg toen ik plaatsnam in de Henry Le Boeufzaal. Ik koos voor de eerste rij, pal in het midden om zo dicht mogelijk bij de plaats van de actie te zijn. De zaal liep langzaam vol. Een jonge vrouw sprak me aan en vroeg of de plaats naast mij vrij was. Het werd een erg intense avond. Omdat het Knausgård was die daar zat en geïnterviewd werd, en ik het zo belangrijk vond wat hij allemaal te vertellen had. Zijn boeken hadden mij stuk voor stuk omvergeblazen, hij leek me via zijn werk iets getoond te hebben van wat het kan betekenen: ‘mens-zijn’ en ‘mens-mogen-zijn’. Het was intens, omdat ik die periode heel veel behoefte had aan menselijkheid en mildheid, en mezelf dat niet kon gunnen. En, omdat de hele zaal collectief leek te voelen dat ze daar zaten vanwege iets belangrijks, vanwege iets dat de literatuur oversteeg. De hele tijd zat Karina naast me. Haar videocamera had ze op het podium gezet. Na het interview was er ruimte voor vragen uit het publiek. Prompt stond ze op en stelde met heldere stem haar vraag: “What is the love about?” Ik kan me niet meer heel scherp het antwoord van Knausgård herinneren. Het is zo’n vraag waarbij de vraag altijd belangrijker blijft dan het antwoord: Wat is liefde? Een verslag van Ruth Joos over haar interview verscheen enkele weken later in Knack. In het artikel verwees Ruth ook naar Karina’s vraag. Ik scande de tekst in en stuurde hem Karina toe. Op een dag stuurde ik Karina een ander soort e-mail. Een e-mail waarin ik zomaar ‘out of the blue’ vertelde over mijn grote, ondraaglijke en onbegrijpelijke verliefdheid voor een man die niet mijn eigen man is. Ik denk dat ik Karina zag als iemand die geïnteresseerd was in de liefde zoals die echt is, in liefde zoals in de vraag: Wat is liefde? Ik had een grote vraag over de liefde. Die zij niet beantwoordde — godzijdank — maar die ze wel liet leven en weerklinken. Er volgden nog enkele e-mailwisselingen, over de liefde uiteraard (want waarover gaat het leven anders?).
KNAUSGÅRD, DE LIEFDE, KARINA EN IK — ELS
160.
En toen was haar film klaar. Ze nodigde me uit voor de première in Rotterdam. Samen met de liefde van mijn leven, mijn eigen man, ging ik ernaartoe. Voor het eerst sinds die koude, donkere veertiende januari zag ik Karina opnieuw. Het was elf juni. Nu waren de dagen lang, maar de lente was nog niet echt op gang gekomen, het regende veel en de zon scheen maar af en toe. Later die avond keken mijn man en ik, op de grond, knieën opgetrokken, knus tegen elkaar aangekropen in de kelder die als cinema ruimte dienstdeed, naar de film. Ik vond hem mooi en puur, wou hem graag opnieuw zien omdat ik het gevoel had veel gemist te hebben. Als niet-kunstenaar zie je de kunst (het resultaat), maar zelden of nooit de kunstenaar. Beter gezegd: de kunstenaar zie je wel, maar alleen in relatie tot zijn werk en bijna nooit als ‘gewone mens’; de mens die moet eten, een dak boven het hoofd nodig heeft, die misschien behoefte heeft aan vastigheid en continuïteit, en wie weet zelfs af en toe graag voor tv ligt.
— Els
00:03:53
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
161.
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
162.
Het hart is een klein, onafhankelijk diertje
“Afstand. Afstand. Afstand. Ik kan nooit genoeg afstand krijgen.” Dat is wat er door me heen schiet wanneer de boomlange Noorse schrijver net op tijd de coulissen van Bozar komt binnenwandelen. (...) Karl Ove Knausgård. Ik was hem en zijn titanenwerk tot twee maanden geleden uit de weg gegaan. (...) Ik, weifelend en schroomvol bij zowat elke vraag die peilt naar het biografische, zou de exhibitionistische auteur par excellence interviewen? Duizenden pagina’s hyperrealisme verstouwen? (...) Is hij bereid vragen van het publiek te beantwoorden? “Ja”, zegt hij. Ik denk aan het fragment in boek zes waarin de auteur vertelt dat hij geen nee kan zeggen en dat hij daarom ja antwoordt, de makkelijkste weg. Er zitten meer dan duizend mensen in de imposante Henry Le Boeufzaal. Hij merkt op dat hij heel goed is in ontkennen, (...). (...) Het geheel is een obsessieve zoektocht naar de grens tussen literatuur en realiteit, dat is waarschijnlijk wel het belangrijkste thema uit het boek. Meer nog is het een vlucht uit de literatuur naar het echte leven, op deze manier wordt de taal in het boek bijna performatief. Bovendien zijn de reacties op de publicatie van de eerste delen ook verwerkt in de latere delen, waardoor het boek niet alleen de realiteit zo dicht mogelijk heeft benaderd, maar deze vervolgens ook deel laat worden van zichzelf. (...) Een lezer, die bestaat, meer niet. (...) Je ziet niets zonder je emoties. (...), dingen zeggen die je niet hoort te zeggen. Het hart is als een klein onafhankelijk diertje dat in ons leeft. In de ‘Odyssee’ spreekt de held zijn hart toe — dat is van een ondraaglijke schoonheid, meent de auteur. 00:03:54
(...) Hij draait zich een kwartslag om en beantwoordt de vragen uit de zaal, één voor één. Een jongedame op de eerste rij veert op en vraagt met blinkende ogen: “Wat is liefde?”
— Ruth Joos
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
163.
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
164.
00:03:55
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
165.
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
166.
00:03:56
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
167.
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
168.
00:03:57
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
169.
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
170.
00:03:58
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
171.
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
172.
00:03:59
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
173.
00:04:00
00:04:10
00:04:20
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
174.
00:04:30
Het is wel een grappig moment dat je dat vraagt. Ik bezocht hem alsof het een artist talk was, omdat zijn boek 'Liefde' heet, vroeg ik waar ‘Liefde’ over gaat.
00:04:40
00:04:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
175.
00:05:00
00:05:10
00:05:20
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
176.
00:05:30
00:05:40
00:05:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
177.
00:06:00
00:06:10
00:06:20
36
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
178.
00:06:30
37 ‘Verwarring en onzekerheid’, Hard End Soft 00:06:40
00:06:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
179.
00:07:00
00:07:10
00:07:20
‘Verwarring en onzekerheid’, Hard End Soft
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
180.
00:07:30
Ik vind dit hilarisch, ik weet niet of het zo is bedoeld.
Ik vind het leuk dat je dat denkt. Omdat het zo quasiserieus is, en zo indringend. De setting. De ernst van het nummer. Die mannen zo in het donker, ik wil ze ook niet typisch noemen.
00:07:40
Dat is het wel. Daarom vind ik het ook heel eerlijk.
Die duistere kant. Die kwelling.
Maar ik gebruik bewust wel al die clichés. De liefde. De verwarring en onzekerheid. En dagelijkse zaken zoals het weer.
00:07:50
‘Verwarring en onzekerheid’, Hard End Soft
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
181.
00:08:00
00:08:10
00:08:20
‘Verwarring en onzekerheid’, Hard End Soft
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
182.
00:08:30
00:08:40
38
00:08:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
183.
00:09:00
00:09:10
00:09:20
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
184.
00:09:30
39
00:09:40
00:09:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
185.
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
186.
00:09:51
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
187.
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
188.
00:09:52
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
189.
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
190.
00:09:53
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
191.
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
192.
00:09:54
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
193.
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
194.
00:00:00
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
195.
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
196.
00:00:00
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
197.
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
198.
00:09:57
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
199.
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
200.
00:09:58
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
201.
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
202.
00:09:59
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
203.
00:10:00
00:10:10
00:10:20
40
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
204.
00:10:30
Performance: ‘Één is het eenzaamste nummer’, Stefan Wouters 00:10:40
41
00:10:50
42
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
205.
00:11:00
Performance: ‘Één is het eenzaamste nummer’, Stefan Wouters
Instrumentaal: Hard End Soft: ‘Lang geleden’
00:11:10
00:11:20
43
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
206.
00:11:30
Instrumentaal: Hard End Soft: ‘Lang geleden’ 00:11:40
Ik denk ook steeds aan die horror van Groundhog Day.
De horror van de herhaling.
44
00:11:50
45
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
207.
00:12:00
46 Achtergrond muziek: ‘Bring on the Night’, The Police 00:12:10
00:12:20
47
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
208.
00:12:30
00:12:40
48 Muziek: ‘I’m On Fire’, Bruce Springsteen 00:12:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
209.
Muziek: ‘I’m On Fire’, Bruce Springsteen
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
210.
00:12:51
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
211.
Muziek: ‘I’m On Fire’, Bruce Springsteen
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
212.
00:12:52
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
213.
Muziek: ‘I’m On Fire’, Bruce Springsteen
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
214.
00:12:53
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
215.
Muziek: ‘I’m On Fire’, Bruce Springsteen
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
216.
00:12:54
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
217.
Muziek: ‘I’m On Fire’, Bruce Springsteen
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
218.
00:12:55
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
219.
Muziek: ‘I’m On Fire’, Bruce Springsteen
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
220.
00:12:56
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
221.
Muziek: ‘I’m On Fire’, Bruce Springsteen
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
222.
00:12:57
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
223.
Muziek: ‘I’m On Fire’, Bruce Springsteen
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
224.
00:12:58
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
225.
Muziek: ‘I’m On Fire’, Bruce Springsteen
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
226.
00:12:59
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
227.
00:13:00
00:13:10
Muziek: ‘I’m On Fire’, Bruce Springsteen 00:13:20
49 WOS Media. Verslag: Stefan van der Meer. 18 januari 2016
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
228.
00:13:30
00:13:40
Zeesterren aangespoeld bij ‘s-Gravenzande en De Hoek
Strandwandelaars stonden maandag vreemd te kijken. Op het strand bevond zich plots een compleet zeesterren kerkhof. Duizenden zee sterren spoelden langs de kust aan. In de winter raken de zeedieren door de lage temperaturen versuft, waarna ze door de stroming worden meegezogen naar het strand.
— Stefan van der Meer
WOS Media. Verslag: Stefan van der Meer. 18 januari 2016 00:13:50
Grappig, die muis op die muis.
50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
229.
00:14:00
00:14:10
00:14:20
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
230.
00:14:30
Hier zegt hij het: Hoe kan je iets doen zonder op het hoofdpodium te gaan staan?
00:14:40
00:14:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
231.
00:15:00
00:15:10
00:15:20
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
232.
00:15:30
00:15:40
00:15:50
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
233.
00:16:00
00:16:10
00:16:20
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
234.
00:16:30
00:16:40
51 Instrumentaal: Hard End Soft: ‘Lang geleden’ (2015) 00:16:50
Instrumentaal: Hard End Soft: ‘Lang geleden’ (2015)
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
235.
00:17:00
52 53 Muziek (vertraagd): ‘Bring on the Night’, The Police 00:17:10
54
00:17:20
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
236.
00:17:30
Muziek (vertraagd): ‘Bring on the Night’, The Police 00:17:40
00:17:50
Stem: Simon Kentgens
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
237.
00:18:00
55
00:18:10
Het is niet wat je dacht, toen je eraan begon. Je kreeg wat je wilde. Nu kan je er bijna niet meer tegen. Nu weet je ... dat het niet meer zal ophouden. Het zal niet ophouden. Het zal niet ophouden, totdat jij wijzer wordt.
00:18:20
Stem: Simon Kentgens
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
238.
00:18:30
00:18:40
00:18:50
56 Gitaar en zang: Valerie Van Roey, ‘Mind is’
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
239.
00:19:00
00:19:10
00:19:20
Gitaar en zang: Valerie Van Roey, ‘Mind is’
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
240.
00:19:30
00:19:40
00:19:50
Gitaar en zang: Valerie Van Roey, ‘Mind is’
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
241.
00:20:00
00:20:10
00:20:20
Gitaar en zang: Valerie Van Roey, ‘Mind is’
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
242.
00:20:30
00:20:40
00:20:50
Gitaar en zang: Valerie Van Roey, ‘Mind is’
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
243.
00:21:00
00:21:10
00:21:20
Gitaar en zang: Valerie Van Roey, ‘Mind is’
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
244.
00:21:30
00:21:40
00:21:50
Gitaar en zang: Valerie Van Roey, ‘Mind is’
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
245.
00:22:00
Gitaar en zang: Valerie Van Roey, ‘Mind is’ 00:22:10
57
00:22:20
Wat bedoelde jij met, films lopen nooit goed af. Waarom zeg je, een film loopt nooit goed af.
Dat is ook niet waar, dat wil ik wel terugnemen. Ik denk dat ik nu zou zeggen dat er geen einde is.
FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK
246.
00:22:30
00:22:37 [END OF FILM 2: WAS HET MAAR ZO MAKKELIJK]
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
247.
film 3: We have to think of something else (Part I)
film 3: We have to think of something else (Part II)
00:00:00
Had je hier een specifieke inspiratie voor?
Hier wilde ik vooral kijken naar de repetitie. De idee van het achteruit spoelen, hoe heet die film ook alweer? Irréversible?
00:00:10
Ik durf hem niet te kijken.
Ik ook niet, ik weet hoe hij gaat en dat is genoeg.
00:00:20
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
250.
00:00:00
00:00:10
00:00:20
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART II)
251.
00:00:30
00:00:40
00:00:50
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
252.
00:00:30
00:00:40
00:00:50
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART II)
253.
00:01:00
00:01:10
Deze film is eigenlijk heel rustig, in de zin van, maar 4 spelers in plaats van 22 of 10.
00:01:20
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
254.
00:01:00
00:01:10
00:01:20
Wat ik het mooie vind aan deze film is dat iemand gewoon binnen kwam stappen, die werd uiteindelijk ...
... een belangrijk onderdeel ervan
Ja, per ongeluk de set op stappen en in een film belanden.
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART II)
255.
00:01:30
00:01:40
00:01:50
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
256.
00:01:30
00:01:40
00:01:50
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART II)
257.
00:02:00
00:02:10
00:02:20
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
258.
00:02:00
Je breekt vaak de vierde wand, dat doe je bij elk medium. Alles wat je gebruikt — hoe je dingen maakt — is de hele tijd zelfbewust. De ondertitel is zich ervan bewust dat hij een ondertitel is. Of er is een freeze frame omdat het op een computer is gemaakt. Je wordt er de hele tijd aan herinnerd dat dit een proces van een film is, dit zijn verschillende media, dit is perceptie. Dat spel van erbuiten staan, en erin zitten.
00:02:10
Zelfbewust vind ik mooi gezegd.
En dat je het ook over andere films kan hebben, dat het steeds andere films citeert, omdat het weet dat het een film is.
00:02:20
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART II)
259.
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
260.
00:02:51
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
261.
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
262.
00:02:52
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
263.
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
264.
00:02:53
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
265.
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
266.
00:02:54
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
267.
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
268.
00:02:55
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
269.
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
270.
00:02:56
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
271.
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
272.
00:02:57
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
273.
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
274.
00:02:58
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
275.
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
276.
00:02:59
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
277.
00:03:00
00:03:10
00:03:20
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
278.
00:03:00
00:03:10
00:03:20
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART II)
279.
00:03:30
00:03:40
00:03:50
58
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
280.
00:03:30
00:03:40
00:03:50
58
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART II)
281.
00:04:00
00:04:10
Wat gebeurt hier?
Timo en ik proberen heel erg iets te maken, en dat lukt de hele tijd niet. In die verveling mislukt alles de hele tijd, en nu wordt het ook een soort screensaver.
Muziek: Soundtrack: Lydia Debeer 00:04:20
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
282.
00:04:00
00:04:10
Muziek: Soundtrack: Lydia Debeer 00:04:20
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART II)
283.
00:04:30
00:04:40
00:04:50
Muziek: Soundtrack: Lydia Debeer
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
284.
00:04:30
00:04:40
00:04:50
Muziek: Soundtrack: Lydia Debeer
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART II)
285.
00:05:00
00:05:10
00:05:20
Muziek: Soundtrack: Lydia Debeer
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
286.
00:05:00
00:05:10
00:05:20
Zij speelt heel mooi trouwens.
Zij maakt ook heel mooi werk!
Muziek: Soundtrack: Lydia Debeer
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART II)
287.
00:05:30
00:05:40
00:05:50
Muziek: Soundtrack: Lydia Debeer
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
288.
00:05:30
00:05:40
00:05:50
Muziek: Soundtrack: Lydia Debeer
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART II)
289.
00:06:00
00:06:10
00:06:20
Muziek: Soundtrack: Lydia Debeer
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
290.
00:06:00
00:06:10
00:06:20
Muziek: Soundtrack: Lydia Debeer
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART II)
291.
00:06:30
00:06:40
00:06:50
Muziek: Soundtrack: Lydia Debeer
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
292.
00:06:30
00:06:40
00:06:50
Muziek: Soundtrack: Lydia Debeer
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART II)
293.
Muziek: Soundtrack: Lydia Debeer
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
294.
00:06:51
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
295.
Muziek: Soundtrack: Lydia Debeer
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
296.
00:06:52
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
297.
Muziek: Soundtrack: Lydia Debeer
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
298.
00:06:53
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
299.
Muziek: Soundtrack: Lydia Debeer
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
300.
00:06:54
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
301.
Muziek: Soundtrack: Lydia Debeer
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
302.
00:06:55
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
303.
Muziek: Soundtrack: Lydia Debeer
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
304.
00:06:56
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
305.
Muziek: Soundtrack: Lydia Debeer
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
306.
00:06:57
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
307.
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
308.
00:06:58
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
309.
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
310.
00:06:59
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
311.
00:07:00
00:07:10
00:07:20
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
312.
00:07:00
Misschien is het een idee om deze film als flop te presenteren, alles gaat mis. En toch heb je hem uitgemolken in twee! Ik vind dat dat mag. Laten we eerlijk zijn de derde is meestal de slechtste. Dus eigenlijk zet je hiermee een gevestigde traditie voort.
00:07:10
Ja! Ik vind het leuk om dat bevestigende gedrag toe te passen. Daarom ook al die mannen in de tweede film.
Misschien is het grappig om iemand een opdracht te geven om hier een slechte recensie over te schrijven. Over de derde. Dat het toch echt de eerste twee geen recht aandoet. Ja, dat zou echt goed zijn. Dat is echt een heel goed idee. En dan het acteerwerk hier een beetje afkraken. Aaaah!
Dat mag toch ook wel eens heel slecht zijn!
00:07:20
Dat mag, ja. Als je dat weer kan betrekken als een vruchtbaar element in de film, dan draai je het weer om. Ik mis dat zo vaak: echte kritiek! Dat zou een mooie noot zijn om mee te eindigen. Jij bent een goede ideeĂŤnmachine.
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART II)
313.
00:07:30
00:07:40
00:07:50
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
314.
00:07:30
00:07:40
00:07:50
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART II)
315.
00:08:00
00:08:10
00:08:20
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
316.
00:08:00
00:08:10
00:08:20
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART II)
317.
00:08:30
00:08:40
00:08:50
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
318.
00:08:30
00:08:40
00:08:50
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART II)
319.
00:09:00
00:09:10
00:09:20
59
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
320.
00:09:00
00:09:10
00:09:20
59
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART II)
321.
00:10:30
00:10:40
00:10:50
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
322.
00:10:30
00:10:40
00:10:50
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART II)
323.
00:11:00
00:11:10
00:11:20
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
324.
00:11:00
00:11:10
00:11:20
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART II)
325.
00:11:30
00:11:35
[END OF FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMEHTING ELSE (PART I)
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART I)
326.
00:11:30
00:11:35
[END OF FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMEHTING ELSE (PART II)
FILM 3: WE HAVE TO THINK OF SOMETHING ELSE (PART II)
327.
Over de baard van een kunstenaar met zijn trui achterstevoren.
Het drieluik, de trilogie: een klassieke vorm. Ook: het goede dat in drieën komt met de heilige drie-eenheid als oervorm. En, in dit geval, drie pogingen tot het beantwoorden van een vraag die steeds een andere is. Maar, mag het niet ook gewoon goed klinken? Voor de duidelijkheid, begrip is niet noodzakelijkerwijs de bedoeling. Osmose tussen feiten, gevoelens, verzinsels en toevalligheden kunnen niet worden voorkomen. Het is de aard van dit beest. Het is de aard van Karina Beumer die al kijkend tekenend filmend reageert op het leven de kunst het leven de kunst de klunst het kleven. Wordt vervolgd...door een poging de synergie tussen de drie delen... * cut * Deel één is een institutionele komedie. In-side, in-crowd, in-filtratie. Het werk bestaat bij de gratie van het publiek dat een spiegeltje van Dorian Grey krijgt voorgehouden. Niet zo aardig, eigenlijk. Maar we vergeven het haar, want we herkennen de spottende ernst waarmee ze het auteur- en kunstenaarschap benadert. De kunstenaar, ze ondermijnt zichzelf. Zeg, is dat niet een paradox in het souffleurshokje? We kijken naar kunst over kunst. De kunstwereld wordt ontmaskerd, maar zonder kunstwereld niet deze kunst, zonder kijker geen maker. Alles vloeit in elkaar over, alles staat op zijn kop. De aftiteling is de aftiteling niet. Weg afspraken. Bijzaak, hoofdzaak, maakt-het-wat-uit-zaak? De hand van de kunstenaar, wat betekent die nog? Of kan die ook worden afgehakt en een eigen leven leiden, als het ware het glas heffen met het oor van Van Gogh? In de film zegt Johann het schilderij “Make variations with your own thoughts”, “Allow to resume the motive”, “Don’t ask questions, don’t give answers”1. Luister naar het schilderij (niet naar iemand anders). De kunstenaar, ze ondermijnt zichzelf. Er is een huiskamer in deel twee. Er is ook een schrijver die door de mand valt en een kunstenaar die probeert samen te vallen met het publiek. Hoe kan je iets doen als kunstenaar zonder het podium te betreden? Is elke vorm van spreken, elke actieve daad in het openbaar niet een theatraal gebaar, een performance? Zelfs als die spontaan gebeurt? Karaoke met een zeevrucht. Doe maar na, zing maar mee: “toen was er nog alleen ... verwarring en onzekerheid”. Betekenis door herhaling van woorden, van een ander, van zichzelf. Dat je denkt “bah
OVER DE BAARD VAN EEN KUNSTENAAR MET ZIJN TRUI ACHTERSTEVOREN — LISE LOTTE TEN VOORDE
328.
wat serieus“ en dan fucking vallende zeesterren. Vervolgens mag je, nee moet je want je wordt gedwongen, alles wat je dacht te begrijpen loslaten. Deel drie begint met een badkamer-scène en krijgt spontaan vorm (en dus een andere wending) als de werkelijkheid de fictie binnendringt. “We moeten iets anders bedenken”, laat eén van de spelers zich ontvallen. Het is niet nodig. De kunstenaar geeft resoluut de teugels uit handen (maar orchestreert de spontaniteit). Ze spelen opnieuw en opnieuw en opnieuw. De trilogie lijkt een parodie op eindeloze filmtrilogieën waarin de verschillende delen worden uitgerekt om de kijker aan zich te kluisteren en hem te ontdoen van zijn eigen wil. Het fictieve resultaat is nooit zo mooi als de werkelijkheid. Is kunst als afspiegeling van de werkelijkheid niet enorm gebrekkig? Of is de werkelijkheid ook gebrekkig en legt de kunst dat bloot? En dan de crux: * cliffhanger * (Verzet tegen de wil om het te begrijpen.)
— Lise Lotte ten Voorde
1 Erik Hagoort, ‘Symprovisation’ (2015)
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
329.
Voetnoten 01
02
03
04
05
06 07
08
09
10
11
12
13 14
15
film 1: open for new challenges Citaat: Erik Hagoort, ‘Symprovisation’ (2015). Stem: Tiago Duarte ‘Toolland, Johann, Roland, Brenda, Martin, Philip, Puck, Nico & you’ (2015) ISBN: 978-9-462-28657-3 ‘Toolland, Johann, Roland, Brenda, Martin, Philip, Puck, Nico & you’ (2015) ISBN: 978-9-462-28657-3 ‘Refreshing Elevator Music, free download (from Jonathan Huygens) ‘De vijf genomineerden’ (2015), performance tijdens de boekvoorstelling ‘Toolland, Johann, Roland, Brenda, Martin, Philip, Puck, Nico & you’: Ad van Rosmalen, Ellen Roelands, Toolland Finisage performance: ‘Open for new challenges’ (2015) ‘Interview with Philip the Painting’ (2014) in ‘Toolland, Johann, Roland, Brenda, Martin, Philip, Puck, Nico & you’ (2015) ‘Uw gezicht is trouwens de hele tijd aan het veranderen – Wouter Davidts & De Verboden Boys’ (2015), performance tijdens de boekvoorstelling ‘Toolland, Johann, Roland, Brenda, Martin, Philip, Puck, Nico & you’: Ad van Rosmalen, Ellen Roelands, Toolland. Citaat: Hannah Gregory, ‘Camille Henrot Builds a Universe from eBay-Sourced Objects’ (2015). Citaat: Erik Hagoort, ‘Symprovisation’ (2015). Stem: Tiago Duarte Toolland, Johann, Roland, Brenda, Martin, Philip, Puck, Nico & you’ (2015) ISBN: 978-9-462-28657-3 Toolland, Johann, Roland, Brenda, Martin, Philip, Puck, Nico & you’ (2015) ISBN: 978-9-462-28657-3 Camera en stem: Bart Vanderbiesen Piano: Victor Robyn: Angelo Balamenti, ‘Laura Palmer’s Theme’ (1990) De vijf genomineerden’ (2015), performance tijdens de boekvoorstelling ‘Toolland, Johann, Roland, Brenda, Martin, Philip, Puck, Nico & you’: Ad van Rosmalen, Ellen Roelands, Toolland
VOETNOTEN, REFERENTIES, LOCATIES
330.
16
17 18
19
20
21
22 23
24
25
26 27
28
29
30
31
32
‘Feelings’, performance uitgevoerd door Céline Mathieu. Referentie: Ivan Argote, ‘Feeling’ (2009) Willem Tell. Appels schieten, spele.be/appel-schieten-spel/ Citaat: Erik Hagoort, ‘Symprovisation’ (2015). Stem: Tiago Duarte ISBN: 978-9-462-28657-3: boekvoorstelling ‘Toolland, Johann, Roland, Brenda, Martin, Philip, Puck, Nico & you’ (2015), lezing: Karina Beumer, performance: het publiek. Royal Academy of Fine Art, Art Book Fair, Antwerpen Citaat: Hannah Gregory, ‘Camille Henrot Builds a Universe from eBay-Sourced Objects’ (2015) ‘Geoffrey de Beer & Karina Beumer, M HKA Artist Talk’, met Johan Pas (2016). Publieksperformance in Cinema Zuid, Antwerpen Spel: Winnie Claessens Alexandra Crouwers, ‘Mijn beste Geoffrey’ (2009). Stem: Karina Beumer Citaat: Erik Hagoort, ‘Symprovisation’ (2015). Stem: Tiago Duarte ‘Feelings’, performance uitgevoerd door Céline Mathieu. Referentie: Ivan Argote, ‘Feeling’ (2009) Referentie: Marcel Mariën: ‘L’imitation du Cinéma’ (1960) Citaat: Hannah Gregory, ‘Camille Henrot Builds a Universe from eBay-Sourced Objects’ (2015) Muziek op de achtergrond: The Knife ‘För alla namn vi inte får använda’ (2014). Muziek curator: Mihnea Mircan ‘Feelings’, performance uitgevoerd door Céline Mathieu. Referentie: Ivan Argote, ‘Feeling’ (2009) Valerie Van Roey in de finnisage performance: ‘Open for New Challenges’ (2015). Camera: Lukas Verdijk Piano: Victor Robyn: Angelo Balamenti, ‘Laura Palmer’s Theme’ (1990). Camera: Lukas Verdijk ‘Geoffrey de Beer & Karina Beumer, M HKA Artist Talk’, met Johan Pas (2016). Publieksperformance in Cinema Zuid, Antwerpen
locaties — Rodenburg Tuincentrum, Schoten — Sint Lucas, Antwerpen
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
331.
— Jan Van Eyck Academie, Maastricht — Slaapkamer van de directeur van Base Alpha Gallery, Antwerpen — Base Alpha Gallery, Antwerpen — Royal Academy of Fine Art, Art Book Fair, Antwerpen — Studio Been, Antwerpen — Oonagh Young Gallery, Dublin — Cinema Zuid, Antwerpen — Pont à Lesse, Dinant
33 34
35 36 37 38 39 40
41 42
43 44 45 46
47 48 49 50 51 52 53 54 55
film 2: was het maar zo makkelijk Referentie: Paul Thomas Anderson, ‘Magnolia’ (1999) The Police, ‘Bring on the Night’ (1982) (Op de achtergrond) Karl Ove Knausgård, ‘Mijn Stijd 2: Liefde’ (2009) T-shirt door André Kok: ‘Het komt nooit meer goed’ (2013) Hard End Soft: ‘Verwarring en onzekerheid’ (2016) Referentie: Andrej Tarkovski, ‘De Spiegel’ (1975) Tekening door Simon Kentgens ‘Één is het eenzaamste nummer’ (2016), performance uitgevoerd door: Stefan Wouters. Citaat: Aimee Mann: ‘One’ (1999). Camera: Erin Helsen en Timo van Grinsven T-shirt door André Kok: ‘Het komt nooit meer goed’ (2013) ‘Één is het eenzaamste nummer’ (2016), performance uitgevoerd door: Stefan Wouters. Citaat: Aimee Mann: ‘One’ (1999). Camera: Erin Helsen en Timo van Grinsven Instrumentaal: Hard End Soft: ‘Lang geleden’ (2015) Referentie: Harold Ramis, ‘Groundhog Day’ (1993) Citaat: Paul Thomas Anderson, ‘Magnolia’ (1999) The Police, ‘Bring on the Night’ (1982) (Op de achtergrond) Karl Ove Knausgård, ‘Mijn Stijd 2: Liefde’ (2009) Bruce Springsteen, ‘I’m On Fire’ (1984) WOS Media. Verslag: Stefan van der Meer. 18 januari 2016 interview met Nico Dockx ‘De Wind’ (2016) Instrumentaal: Hard End Soft: ‘Lang geleden’ (2015) Referentie: Harold Ramis, ‘Groundhog Day’ (1993) The Police, ‘Bring on the Night’ (1982) (vertraagd) Citaat: Paul Thomas Anderson, ‘Magnolia’ (1999) Citaat Aimee Mann: ‘Wise Up’ (1999). Stem: Simon Kentgens
VOETNOTEN, REFERENTIES, LOCATIES
332.
56 57
Gitaar en zang: Valerie Van Roey, ‘Mind is’ (2016) T-shirt door André Kok: ‘Dit mag nooit meer gebeuren’ (2013)
locaties — Woonkamer van Simon Kentgens, Rotterdam — min-, Rotterdam — BOZAR, Brussel — Badkamer van het Belgium Performance Festival 2, Antwerpen — Pink House, Antwerpen — Strand, Hoek van Holland film 3. deel 1 & 2: we have to think of something else 58 Pierre Huyghe, ‘The Host and the Cloud’ (2011) 59 John Smith, ‘Girl Chewing Gum’ (1976)
locaties — Woonkamer van de Pink House, Antwerpen — HISK, Gent — Badkamer van de Pink House, Antwerpen
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
333.
filmroman: Where do the characters go when the story ends? regie: Karina Beumer ‘Where do the characters go when the story ends?’ is een uitgave van Publication Studio Rotterdam, en werd voor het eerst gepresenteerd tijdens Prospects & Concepts, een jaarlijke tentoonstelling georganiseerd door Het Mondriaan Fonds. Tijdens deze tentoonstelling is werk te zien van bijna tachtig beeldend kunstenaars die in 2017 een Werkbijdrage Jong Talent ontvingen. ISBN: 978-94-92308-16-0, Eerste druk 2018 druk: Publication Studio vormgeving : Yin Yin Wong tweede lezer: Margot Zweers derde lezer: Brenda Tempelaar tekeningen: Karina Beumer lettertype: Pitch, Bulmer MT dank aan de spelers: — open for new challenges Ad van Rosmalen, Alessandro Melis, Alexandra Crouwers, Bart Vanderbiesen, Brenda Tempelaar, Céline Mathieu, Dennis Van Mol, Ellen Roelands, Erik Hagoort, Geoffrey de Beer, Indra Devriendt, Ingrid Verhoeven, Maria Grachova, Marjolein Schepers, Mihnea Mircan, Philip, Stefan van der Meer, Tiago Duarte, Toolland, Valerie Van Roey, Victor Robyn, Winnie Claessens. — was het maar zo makkelijk André Kok, Brecht Hermans, Edwin Deen, Erin Helsen, Hard End Soft, Karl Ove Knausgård, Nico Dockx, Ruth Joos, Simon Kentgens, Stefan Wouters, Welmer Keesmaat. — we have to think of something else Hans de Jonge, Lydia Debeer, Timo van Grinsven. — where do the characters go when the story ends? Stijn Huijts, Puck Vonk, Yin Yin Wong.
COLOFON, AFTITELING
334.
dank aan de figuranten Andrea Zrno, Anna Maria Łuczak, Anne-Marie Poels, Annemieke Fanoy, Anne Van Der Planken, An Onghena, Arjan Hagestein, Arn & Mils, Artan Balaj, Barbara Porteman, Bart Kok, Bart Verschueren, Bas Schevers, Benny Van den Meulengracht-Vranckx, Bieke Holvoet, Carolina Tafalla, Charles, Charlotte Boeyden, Caroline Van Eccelpoel, Chris Van der Veken, Chi Hung Heurter-Wong, Chloé Op de Beeck, Clara Lissens, Dave Nuyts, David Vandepitte, Dennis Ramaekers, Derk Thijs, Diana Duta, Donald Schell, Dries Segers, Eddy Vroucher, Ellen Wezenbeek, Els Vandeborght, Ersi & Gijs, Eva Donckers, Eva Olthof, Eveline Mulckhuyse, Femke, Laura en Marije Wielinga, Femma Jolie, Ferre, Filip, Fiona Mackay, Francis en Luc, Frank Hermans, Franky en Leentje, Frederik Vergaert, Froukje van der Molen, Garry Loughlin, Gavin O’Curry, Gritta Ewald, Harry Vanhoyweghen, Hannelore Van de Poel, Hedwig Houben, Heike de Wit, Ilse van Loon, Inge Beumer, Ireen, Irene Cleef, Isabel Fredeus, Isabelle Sully, Jack Segbars, Jasmijn Krol, Jaques Godart, Jaques Verhaeghe, Jef = Jos, Jeroen Los, Jill Tio, Jo Caimo, Joanna Maria Druyts, Mirjam Beerman, John van Gers, Jonathan Huygens, Joyce de Rooij, Julia Steenhuisen, Karolien Chromiak, Katinka de Jonge, Katleen Vinck, Kim Van Der Linden, Kris Fierens, Laura Schippers, L & F, Lieven Segers, Liesje de Laet, Line Vermeulen, Lisa van Gerven, Lore Van Roelen, Louis M., Lukas Verdijk, Maika Garnica, Mario, Margot de Clerck, Mariana Fonseca, Maria McKinney, Marielle Buitendijk, Marion De Cannière, Marleen, Martijn te Winkel, Mathias Mu, Maximus, Meriton Maloku, Mia, Michiel Huijben, Michèle Matyn, Mieke Windey, Miles Fischler, Myrthe van der Mark, Nadia Naveau, Nick Andrews, Nina Hebting, Nanette Verdoodt, Nona De Konick, Nora, Olaf, Paula Stoffijn, Peter Bernaerts, Ray en Ingrid van AstenHoeboer, Rens Cools, Richard Blees, Robbert Blanken, Ron Beumer, Roos Euwe, Rosa en Olga, Ruben, Saori Kuno, Sil Krol, Simon Delobel, Simon Niks, Stella Lohaus, Stef van Bellingen, Sunny Sumantra Mukherjee, Susan Kuijpers, Thomas van den Berg, Thomas Freijen, Thomas Hirschhorn, Thomas Koevoets, Tille Lingier, Tinka Pittoors, Tin, Tom l’Istelle, Tom Poelmans, Toolland, Tom Volkaert, Valentina Stellino, Veerle, Vera Gulikens, Vera + Jean, Veronica Olivotto Skiba, Victoria Iranzo, Wannes Cools, Wessel Damen, William L. Lutgens, Wouter Berteloot, Wout Hoeboer, Wouter Davidts, Wouter Straetmans, Yara Jumelet.
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
335.
dank aan de organisaties — Base Alpha Gallery, Antwerpen — Belgium Performance Festival 2 & 3 — Cinema Zuid, Antwerpen — BOZAR, Brussel — HISK, Gent — Knack, België — min-, Rotterdam — Pink House, Antwerpen — WOS Media — Uitgeverij De Geus ondersteund door
voor vragen & bestellingen Publication Studio Rotterdam Zaagmolenstraat 129a, 3036 hh, Rotterdam psrotterdam@publicationstudio.biz
COLOFON, AFTITELING
336.
Voorwoord Ze interviewde een eigen schilderij en liet toeschouwers een rol spelen tijdens een galerietentoonstelling. In Karina Beumer’s experimentele kunstpraktijk draait alles om ontregelen, omkeren en activeren. Traditionele conventies en verwachtingen met betrekking tot het kijken naar kunst worden op losse schroeven gezet, met als doel om de toeschouwer uit zijn comfort zone te halen. In haar zoektocht naar strategieën om in contact te komen met de toeschouwers van haar werk draait Beumer graag de rollen om, door zichzelf in de rol van toeschouwer te plaatsen en de toeschouwer te activeren, en deze te dwingen de rol van co-maker op zich te nemen. Deze benadering heeft geresulteerd in een aantal video’s met registraties van – meestal onaangekondigde – performances, waarbij Beumer vrijmoedig schakelt tussen film, theater, beeldende kunst, dans, muziek en literatuur en waarbij realiteit en fictie in elkaar lijken over te vloeien. Een performance vormt steeds de basis voor een video; een videoscreening de aanleiding voor een performance. Inmiddels heeft deze aanpak een filmtrilogie opgeleverd, bestaande uit de delen ‘Open for new challenges’, ‘Was het maar zo makkelijk’ en ‘We have to think of something else’. Tijdens Prospects & Concepts presenteert Beumer niet alleen deze trilogie, maar zal het werk tevens geactiveerd worden in de vorm van een book launch van de filmroman die naar aanleiding van de trilogie gepubliceerd wordt. Net zoals in haar films waagt Beumer zich in haar filmroman aan een aantal existentiële vragen, waarbij ze er niet voor terugdeinst om ook de gastcurator van Prospects & Concepts aan een spiegelexperiment te onderwerpen.
— Stijn Huijts
book launch: Where do the characters go when the story ends? 7 — 11 februari 2018, Prospects & Concepts, Van Nellefabriek, Rotterdam
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
337.
338.
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
339.
340.
FILMROMAN: WHERE DO THE CHARACTERS GO WHEN THE STORY ENDS?
341.
Copyright: alle spelers