REKENEN
MEER INFO: http://web.me.com/auke.sikma/loco-motief SCSO Frysl창n afd. Ambulante Begeleiding Auke Sikma tel.0642946601 email: absikma@home.nl
serie REKENEN Toelichting: De Loco-motief serie REKENEN is gebaseerd op het werken met het Loco-materiaal (uitgave Noordhoff zie: http://www.noordhoffuitgevers.nl). De Loco-motief serie REKENEN bevat
1. opdrachtbladen voor de Bambino-Loco Bambino-Loco bestaat uit een doorzichtige doos met 6 stenen, iedere steen bevat een pictogram en op de achterzijde van de stenen staat een patroon van gekleurde bolletjes) Dit is de Bambino-Loco:
voorkant Bambino-Loco
achterkant Bambino-Loco
De opdrachtbladen bevatten dan ook elk 6 vragen (opdrachten) boven, en 6 antwoorden beneden. De doorzichtige Bambino-Loco doos dient in zijn geheel op het opdrachtblad te worden gelegd, met de 6 stenen in de bovenste helft Bambino-rekenen van de doos. Als nu een steen wordt opgepakt, laat zich de vraag/ opdracht erachter zien. In de onderste helft van de Bambino-Loco doos dient het antwoord te worden opgezocht. De steen wordt daar neergelegd. Als alle stenen op de onderste helft van de BambinoLoco doos liggen kan de doos dichtgeklapt en omgedraaid. Als de goede antwoorden zijn gekozen 1 erbij klopt het nu zichtbare patroon met dat bovenaan de opdracht. Voorloper: serie 2 kaart 5
De ervaring leert dat kinderen heel snel in staat zijn tot het zelfstandig maken van den opdrachtblad.
Š Auke Sikma 2010 SGSO Fryslân
Werkblad Rekenen serie 2 blad 5
2. werkbladen
1 erbij
De werkbladen zijn een overgang naar de moeilijker variant van de opdrachtbladen: die bij Mini-Loco.
Omdat de werkbladen gebruik maken van dezelfde illustraties en werkvormen, zijn ze voor de kinderen die ermee werken herkenbaar.
3. opdrachtbladen voor Mini-Loco Mini-Loco bestaat uit een doorzichtige doos met 12 stenen, iedere steen bevat een nummer en op de achterzijde van de stenen staat een patroon van gekleurde vlakken) Dit is de Mini-Loco:
Mini-Loco nummers
Mini-Loco patronen
De opdrachtbladen bevatten dan ook elk 12 vragen (opdrachten), en 6 antwoorden. De halfdoorzichtige Mini-Loco doos dient met het doorzichtige gedeelte op het antwoordgedeelte (onderste deel van het opdrachtblad) te worden gelegd. De stenen kunnen in het onderste gedeelte van de doos blijven. Sommigen kiezen ervoor de stenen (of een gedeelte ervan) uit de door te halen, en deze op het opdrachtblad (bovenste gedeelte) te leggen, waarbij het nummer op de steen dient te corresponderen met het nummer bij de opdracht. Als nu een steen wordt opgepakt, laat zich de vraag/opdracht erachter zien. In de doorzichtige helft van de Mini-Loco doos dient het antwoord te worden opgezocht (op de antwoorden erachter). De steen wordt daar neergelegd. Mini-Loco Rekenen 1 erbij Als alle stenen op de doorzichtige helft van de Mini-Loco doos liggen kan de doos dichtgeklapt en omgedraaid. Als de goede antwoorden zijn gekozen klopt het nu zichtbare patroon met dat bovenaan de opdracht. serie 2 kaart 5
De ervaring leert dat kinderen dit een stuk moeilijker vinden dan de opdrachtbladen met Bambino. Enige ondersteuning is dan ook wel nodig.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Waarom deze 3 werkvormen? Veel kinderen die bezig zijn zich te oriënteren op de getallen en hoeveelheden tm (laten we zeggen) 5 vinden de laatste werkvorm (Mini-loco met 12 genummerde blokken) gewoon te moeilijk. Dat wil in de praktijk zeggen dat deze kinderen in de klas ondersteuning nodig hebben en dus niet zelfstandig kunnen werken. En mijn uitgangspunt is steeds geweest: het maken van materialen waarmee de leerlingen zelfstandig kunnen werken. De Bambino-Loco daarentegen is een Loco waarmee ook heel jonge kinderen al heel snel zelfstandig kunnen werken. Opbouw van de Loco-Motief serie REKENEN De serie REKENEN bestaat uit een aantal series, steeds gekoppeld aan een hoeveelheid en een getal. Binnen iedere serie worden een aantal doelen gesteld, die met behulp van het materiaal uit de serie en spelletjes, liedjes en werkbladen uit de diverse rekenmethodieken kunnen worden nagestreeft. Voorbeeld: De doelen bij serie 2
1. De leerling telt de hoeveelheid
Toelichting: De leerling kan “aftellen” (synchroon of resultatief) tot de aangegeven hoeveelheid
2.De leerling herkent de hoeveelheid
Toelichting: De leerling herkent en noemt de hoeveelheid “in één oogopslag”, dus zonder te tellen
3.De leerling kent de waarde van de hoeveelheid
Toelichting: De leerling weet of deze hoeveelheid meer/minder is dan reeds behandelde hoeveelheden
4.De leerling kan met de hoeveelheid manipuleren
Toelichting: De leerling kan bewerkingen uitvoeren op de hoeveelheid (erbij - eraf)
5.De leerling herkent het getal
Toelichting: De leerling herkent het getal aktief (kan naam noemen) en passief
6.De leerling kent de relatie: getal - hoeveelheid
Toelichting: De leerling weet welke hoeveelheid bij dit getal hoort
7.De leerling kent de positionele waarde van het getal
Toelichting: De leerling weet de positionele waarde van dit getal (naast - tussen)
Met de opbouw en de inhoud van de diverse opdracht- en werkbladen is rekening gehouden met het leren van kinderen met een beperking (de leerstijl). Konkreet betekent dat - er een duidelijke opbouw en herkenbaarheid in vorm en inhoud zit - er herhaald (hernieuwd) aangeboden wordt - er wordt ingezet op zelfstandig werken - het materiaal uitgaat van praktische en alledaagse situaties (pragmatisch) Tenslotte De Loco-Motief serie REKENEN is nog niet af. Op dit moment (maart 2010) wordt de serie (in gedeelten) ter beschikking gesteld aan scholen met het verzoek om feedback. Naast de serie REKENEN zijn ook andere series beschikbaar: - Zeggen Wat je Ziet (taal en pictogrammen) - Kijk Eens Om je Heen (taal en thema’s) - Aanvankelijk Lezen Voor meer info: mail absikma@home.nl bel 0642946601 URL http://issuu.com/pylgers