Zz 2011 1

Page 1

ZEEZEILEN www.pzv-zeezeilen.nl. Jaargang 30 nummer 1, februari 2011

Ramsgate 2011 Blankenberge - Altea Naar het noorden de 6-de Lady Five

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

1


Redactioneel KALENDER - INHOUD KALENDER 29 30 1 2 17 21 5 19

januari januari februari maart maart maart april april

zaterdag zondag dinsdag woensdag donderdag maandag dinsdag dinsdag

bezoek Enkhuizer Zeevaartschool bijeenkomst projectleiders ZAC rekenen aan getijden, 2de avond lezing Transat 650 oceaanrace shanti – zelf zeemansliederen zingen lezing cradle-to-cradle jachtenbouw scheepslichten en dagtekens, 1ste avond scheepslichten en dagtekens, 2de avond

INHOUD 2 3 4 5 5 6 11 13 14 15 16 20 23 25 27 28 29 33

Redactioneel Aanmoedigingsprijs 2010 Wat zeilen we in een kleine wereld Snertzeilen en een muzikale afsluiting van het vaarseizoen De Ramsgatetocht Blankenberge - Altea Nieuwe leden Plastic juttersgoed Afsluiters vorstvrij Blijft u even aan de lijn De 6-de Lady Five Excursie Vlissingen Van het bestuur Francois, een clochard op de oceaan Droom wordt werkelijkheid Reactie op de 10 geboden van Jan de Vin Wie gaat er mee naar de Oostzee In memoriam Hans Hermans en Grietha Hoorn Vlaamse stroom in Eindhoven Rondje Noord Onderweg naar Denemarken met de Ribaldus

Herman Van den Broeck Carla en Peter Peeters Peter Plantinga Leo van Leeuwen Rolien Jonkers-Lucassen

Bart Lagerweij Michelle Blaauw Hans van Reenen Herman Van den Broeck Martien Oerlemans Bart Lagerweij Ans en Henri Boetzkes Carel Dijkmans Joep Vermeulen Lidia Roesink Philip Beekman Maarten Mertens

77

37 38 40

Jan Oome

KANAAL

• Wie heeft als eerste zijn boot zeilklaar?

• Gaat de Ramsgate weer naar Ramsgate?

• De Vlissingse loodsen wisten ons hun societeit binnen te loodsen

• Philip houdt wel van een frisse bries. Dan leveren zijn windmolens stroom!

• Krijgen we straks, naast het zeil-cv, ook een Verklaring Omtrent Gedrag op Zee?

• Peter Chevalier onderweg met camper: 100 km/uur reist weer heel

2

anders dan 100 mijl per etmaal!

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

Herman Van den Broeck

E

n zo is er alweer een jaar voorbij. In naam van de hele communicatiecommissie, het bestuur en mezelf wens ik je een fantastisch zeiljaar! Vandaag reed ik, voor de eerste keer in dit prille 2011, weer eens naar Zeeland. Eerst was er de PZV-excursie in Vlissingen en daarna reed ik door naar onze thuishaven Scharendijke voor de nieuwjaarsborrel van onze watersportvereniging. Het was weer leuk om de steigerburen te zien en om samen terug te kijken naar het voorbije zeiljaar. En natuurlijk werden ook de plannen voor volgende zomer besproken. Ook op onze eigenste PZVnieuwjaarsborrel in de Trafalgar Pub werden reisplannen gedeeld. De ene wil naar het noorden, de andere naar het zuiden. De Ramsgaters gaan naar het zuidwesten. En zo maken we allemaal plannen en zitten we in gedachten al op de zilte zee. Zo hoort het. Maar we zijn nog niet zo ver. Eerst moeten we nog door de lange, koude winter. Toch zag ik vandaag, onderweg naar Zeeland, gekleurde vlekjes die er op wijzen dat de lente in aantocht is. Die groene, blauwe en rode vlekken zag ik op de


achterrug van ooien die nu al nieuw leven in zich dragen. Een nieuwe lente vol verwachting… Dit nummer van Zeezeilen kwam wat moeizaam tot stand. Ondanks mijn oproep per mail en op de ALV kwamen de stukjes erg traag binnen. Ik had reisverhalen gevraagd, maar het lijkt er op dat de meeste PZV’ers de zomer in hun eigen haven hebben doorgebracht. Ook op technisch gebied valt er blijkbaar niet veel te melden. Onze boten zijn perfect in orde en verbetering is niet meer mogelijk. Zo lijkt het toch…

Het is heel vreemd. Soms resulteert een oproep in een stroom van artikels, soms niet. Maar in elk geval is ons verenigingsblad weer gevuld geraakt, al hebben we de verschijningsdatum een beetje moeten uitstellen. Daarom nogmaals een gemeende oproep voor stukjes en foto’s! Het winterprogramma is goed op dreef. Het wordt zelfs druk de volgende weken. De lezingen van Arend Jan zijn niet te missen. Wat we van hem leren komt zeker van pas bij de volgende Ramsgatetocht, want dan gaan we

weer naar de overkant. Binnenkort wordt een tipje van de sluier opgelicht… En op 17 maart maakt het Brabantse Eindhoven kennis met het echte stoere zeemanslied wanneer de meerstemmige (dat vooral!) shanty’s door de pub schallen. Allen daarheen! Maar vergeet ook de lezingen in de pub en het bezoek aan de Enkhuizer Zeevaartschool niet. Nu wordt het tijd om te lezen... Veel plezier met deze nieuwe Zeezeilen!

Aanmoedigingsprijs 2010

T

Vooral voor het vrouwenweekend heeft ze zich met hart en ziel ingezet. Al in april van dit jaar werden de flyers rondgedeeld voor het weekend en werden de dames geronseld en aangemoedigd om deel te nemen aan het weekend. Ook aan het afgelopen lustrum heeft ze een belangrijke bijdrage geleverd.

ijdens de afgelopen Algemene Ledenvergadering is de jaarlijkse aanmoedingsprijs uitgereikt aan Moniek Mol-Stallaert.

ar

M

Moniek is sinds 2007 lid van de PZV. Al snel bleek dat ze een enthousiaste zeilster is die het niet alleen leuk vindt om mee te doen aan activiteiten, maar ook veel energie steekt in het organiseren van activiteiten.

t ij n

Zo organiseerde ze in 2008 het ‘Zestien Kwadraat zeilen’. Enthousiaste PZV’ers gingen die dag terug naar hun zeilroots en zeilden met een 16 m2 door de Biesbosch. Moniek had toen de slag echt te pakken want in 2009 nam ze het initiatief voor de activiteit ‘Zeillat op de juiste hoogte’ en organiseerde ze het vrouwenweekend dat jaar.

ek

De prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan een lid dat zich op nautisch en verenigingsgebied sterk heeft ontwikkeld. Het bestuur heeft de prijs toegekend aan Moniek om de volgende redenen:

en

n Mo

i

Moniek zeilt al heel wat jaren samen met haar man Huub en samen hebben ze al vele tochten gemaakt. Aan boord is ze bescheiden, maar ze staat absoluut haar mannetje. Ze is een goede stuurvrouw die ook de kunst van het manoeuvreren goed verstaat.

Moniek, vanwege je enthousiaste inzet voor de vereniging en je bijdrage op nautisch gebied belonen we je met deze aanmoedigingsprijs. We hopen dat je nog lang binnen onze vereniging zult vertoeven.

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

3


Wat zeilen we in een kleine wereld

S

inds enige jaren zijn wij medeeigenaren van een Beneteau Oceanis 361, geheten Lara. De Lara ligt in Marmaris, Turkije. Dit jaar hebben we o.a. een tocht gemaakt richting het oosten naar Kekova. Op het verste punt waar we voor anker zijn gegaan, Gökkaya Limani, zien we een schip in de baai liggen met een Nederlandse vlag. Met de kijker erbij lees ik: PUFF. Kan dit toeval zijn? Ik ken de naam uit Zeezeilen, maar de bemanning niet. Ik besluit er heen te zwemmen.

Carla Peeters

Peter Peeters De vrouw aan boord kijkt afwachtend: ‘Moet die man bij ons zijn?’ Er is geen enkel ander schip in de buurt en ik zwem recht op de PUFF af, klim het trapje op en vraag de verbouwereerde schipperse: “zijn jullie toevallig lid van de PZV?” “Jawel”, was het antwoord! Dat is leuk. We hebben even kennis gemaakt en besloten de volgende dag bij Dico en Yvonne koffie te gaan drinken. We hebben wat ervaringen uitgewisseld en zij hebben verteld over hun tocht afgelopen winter naar Syrië en Jordanië. De volgende ochtend, we hebben net de thee klaar, en wie komen er naar de Lara toe gezwommen, Yvonne en Dico in optimale conditie. Nog even samen een kop thee en dan gaan wij weer op de terugweg richting Marmaris. De wereld zit vol verrassingen...

4

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011


Snertzeilen en een muzikale afsluiting van het vaarseizoen

Z

aterdag 30 oktober voer ik mee op de Existence. Onderweg bij Breda had het nog geregend maar in Brouwershaven was het motregentje al opgedroogd. Peter Chevalier heette Marc Swinkels (met de lunchvoorraad, we zouden niets tekort komen), Maarten van Herk en mij van harte welkom onder het genot van een aangekleed kopje koffie. Na een korte routeplanning –ach wat, laat ook maar– zetten we koers naar het Grevelingenmeer. Een licht windje vergezelde ons op onze tocht richting Mosselbank, aanleiding voor Peter om een bijzondere kwaliteit van dit schip –de geluidsinstallatie– in werking te stellen: de Existence is voorzien van twee achterdek-luidsprekers die heel ingenieus ingebouwd zijn zodat de kajuit dienst doet als basreflex kast. Was de tochtplanning rudimentair, de muzikale planning was zorgvuldig opgebouwd: we begonnen met Jaap Fischer gevolgd door de Dubliners, waarna we volgens Peter warm gelopen waren voor het echte werk: een krachtige doedelzakband. Als toetje volgde dan weer Dolly Parton. Intussen waren we bij de Mosselbank aangekomen. Terwijl Marc de lunch verdeelde –snert, spek, roggebrood en Trappist (niet voor door de snert!)- trakteerde Peter op de Existence de andere snertzeilers op een aperitief. Na de lunch zetten we collectief koers naar Brouwershaven, waarbij we noord om de Veermansplaat voeren. Het weer was inmiddels spectaculair. Prachtige wolkenluchten en een zware bui –waar we gelukkig

net langsaf voeren– zorgden voor een indrukwekkende afsluiting van het seizoen. Na de bui was de wind op en tuften we rustig de laatste mijl naar de haven. Nu met Aïda als begeleiding, die vooral tussen de (Zwart)sluismuren tot z’n recht bleek te komen. Het was afgeladen vol in het Swarte Schaep waardoor we even moesten aperitieven, maar de eetlust leed daar niet onder. De bediening was vlot en vriendelijk, het eten goed en de conversatie heel aangenaam, met dank aan m’n charmante tafeldames. Een passende compensatie voor een dag op een mannenboot. Al met al was het voor mij een mooie afsluiting van m’n eerste seizoen bij PZV. Ik nam aan drie zeilactiviteiten deel. Het begon met een koude maar stoere Ramsgatetocht op d'Ark, dan na de zomer het Rondje Noord op de Jonathan waarbij we in Scheveningen belandden samen met de Windveer, en nu het rondje Grevelingen. Voor mij is dit seizoen geslaagd: ik ontmoette veel andere zeilers, en deed veel nieuwe ervaringen op met het zeezeilen. En dat was precies mijn bedoeling.

Peter Plantinga

De Ramsgatetocht De Ramsgatetocht komt er weer aan!

H

et is nog koud en nat maar de voorbereidingen voor de Ramsgatetocht zijn al in volle gang. Het wordt weer een mooie tocht met een uitdagend karakter. Er hebben alweer heel wat schippers en opstappers toegezegd dat zij mee zullen gaan en we verwachten voor dit, elk jaar weer bijzondere, evenement weer een mooie groep boten en mensen bij elkaar. De Ramsgate is DE manier om mensen binnen PZV te leren

kennen en oversteken naar Engeland in de praktijk mee te maken. Eind februari start de inschrijving dus zet het alvast in je agenda. De Ramsgate vaart dit jaar van zaterdag 28 mei tot zondag 5 juni. Zorg dat je erbij bent!

namens de Ramsgatecommissie Leo van Leeuwen

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

5


Blankenberge ..... O

����� �������� ������

p Jacqueline’s verjaardag hoor ik Alexander vragen of Wim een boot naar Spanje wil brengen. Hola! Dat wist ik niet! Daar heb ik ook wel oren naar. Scheveningen

..... Altea

zeiljacht voorzien van alle gemakken. Daarnaast moeten we binnen twee á drie weken een geschikte bemanning vinden. We vragen Alphons Navarro en Piet Lucassen; die nemen het

������������ ��������

in beraad. Via, via krijg ik het telefoonnummer van Camille, iemand met zeilen als hobby en veel ervaring. We hebben nu drie kandidaten, maar nog geen toezeggingen. Alphons kan zich niet vrijmaken voor drie weken en Piet haakt af. Camille heeft inmiddels met zijn werk geregeld en kan mee. Nu nog een vierde bemanningslid.

De kennismaking met eigenaar Piet verliep goed. Alexander maakte een lijst met checkpunten en Wim een uitgebreide vragenlijst. We zijn de hele middag en avond bezig de boot te bekijken en het plan te bespreken. Vanwege het weer en afspraken, willen we voor september in Spanje zijn. Het plan is om op 6 of 7 augustus te vertrekken en er drie weken voor uit te trekken. Piet schrikt dat we zo snel weg willen. Twee lange etappes en dan de Portugese en Spaanse kust verkennen. Het is tenslotte ook vakantie. Dan krijg ik een sms-je van Wim. Hij heeft Joris, een bekende van Jan de Vin, gevraagd. Zondag krijgen we een goed bericht. Joris kan mee!

��������������� �������������� �������������� ������������� ������������� ��������������� �������������� ������������

De voorbereiding kan nu serieus gaan beginnen. Een checklist voor onze persoonlijke uitrusting, een fouragelijst en alle gegevens voor de bemanninglijst. Omdat we terug vliegen kunnen we niet te veel meenemen. Gelukkig is er een wasmachine aan boord; decadent, maar uiterst praktisch.

Vrijdagochtend maken Wim en ik een proefvaart en we doen de nodige boodschappen. ‘s Avonds zijn ook Joris en Camille van de partij. We maken kennis, brengen alle spullen aan boord en Wim doet een rondje boot met hen. Het is zover. Morgenochtend vertrekken we! Spannend. Alexander slaapt nog een nachtje aan boord en dan zullen we elkaar drie weken moeten missen; net getrouwd en dan meteen met drie “vreemde” mannen op pad. Maar het is een uitdaging en een avontuur.

6

- La Rochelle was mijn laatste en langste zeilavontuur, hoog tijd om dat te verbeteren. Spanje, wauw! Maar nog niet hard hopen, want eigenaar Piet onderhandelt nog met een Belg over de tocht. Pas als die niet kan, is er een kans om deze zeiltrip te maken. Donderdagmiddag 29 juli hebben Wim en ik een afspraak in Blankenberge om kennis te maken met de eigenaar en het schip te inspecteren.

We vertrekken om 9.00 uur, een uur later dan afgesproken, maar ja, op zo’n lange tocht maakt dat niets uit. Of toch wel? Eigenaar Piet wil de laatste meters naar de tanksteiger meevaren en dan kiezen we het ruime sop. Een heus comité staat ons op het staketsel van Blankenberge uit te zwaaien: Alexander, mijn ouders en schoonouders, Piet en een Brabantse vriend: Willie.

Het schip is een Jeanneau Sun Odyssey 54 ds. Een prachtig

We zetten koers richting Falmouth met 6 knopen wind.

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011


Nog geen twee uur laten komt er een pittige bui over. We blijven aan de rand van de bui en met een gereefde genua en overloop aan de lage kant lopen we 7 mijl. We gaan overstag en kunnen met een windshift dichter naar de Belgische kust kruipen. Dan zakt de wind weg en tuffen we, soep en tosti´s etend, tussen de banken door. Gelukkig kunnen we later op zeil door de Rade van Dunkerque. Op naar de RCW en de Varne en daar steken we de shippinglane over. Vanaf 20.00 uur gaat het wachtschema in. Joris en ik nemen de eerste wacht. Aan de hand van het weerbericht besluiten we de zuidkust van Engeland aan te houden en de Franse kust te laten voor wat ie is. In een keer naar de Spaanse of

een goeie wind gaan we als een speer. Vervolgens richting St. Catherine’s Point. Het is een prachtige nacht, met een heldere hemel en veel vallende sterren. Ik mag in ieder geval één wens doen…..

Portugese kust zit er niet in, mocht de wind wegvallen. We zullen naar Fallmouth moeten om te tanken.

Zondagnacht is de sterrenhemel nog mooier en we zien nog meer vallende sterren; ik hou dezelfde wens. Het motoren ben ik intussen wel beu, maar we moeten mijlen maken. Het is 2.30 uur (9 augustus) en nog circa 50 mijl tot Fallmouth; met 8 knopen nog 6 uur. 48 Uur na vertrek meren we af bij de tanksteiger in Falmouth. Het brandstofverbruik ligt veel hoger dan verwacht en we kunnen op één tank de Spaanse kust niet halen. Dat zet ons wel aan het denken. In Falmouth hebben we een volle dag gelegen. Bij aankomst

We ronden Dungeness. Ik herinner me nog heel goed dat we met de X-babes (Scheveningen – La Rochelle) dit punt rondden en de Rye Bay in zeilden om minder stroom tegen te hebben. De kustwacht stuurde ons toen terug omdat we ons binnen “firing range” bevonden. Het was zondag! Camille en Wim ronden Beachy Head en met stroom mee en

Wim zette St. Catherine’s Point om 12.00 uur op de foto; zo vlak bij nu, omdat je daar met slecht weer vanwege de shoales niet moet zijn. Dit punt doet mij denken aan het Paard van Marken. Onze koers is 250° richting Start Point (Salcombe). Nog 80 mijl naar Falmouth. De sfeer aan boord is goed.

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

7


zijn we in bed gedoken. ‘s Middags hebben we het loeizwaar voorzeil met een dinghy naar de zeilmaker gebracht. ’s Avonds een hapje eten in een kelder en daarna nog even de kroeg in. Nou dat heb ik de volgende dag dubbel en dwars terugbetaald. Dus toch maar een zeeziektetabletje en geen avondeten. De kip met kerrie heb ik tijdens de hondenwacht heerlijk opgepeuzeld. Met dank aan Joris. Behalve biefstukken is hij "the King of the Kitchen”. Vanaf Falmouth zeilen we, maar we moeten regelmatig stroomdraaien met een irritant brommende generator. We zetten kaartplotter, boiler en alle douchepompen uit en hevelen de inhoud van de ene koelkast naar de beste geïsoleerde koelkast. De stuurautomaat en de verlichting trekken toch teveel stroom; de generator blijkt te weinig te laden en daarom gaan we over op het stroomdraaien met de motor. In de ochtend zetten we de spi. Hij stond vlot, dankzij de voorbereidingen van Wim. Camille zegt nog: “als er wat is gil je maar”. Hij ligt nog niet in zijn mandje of we horen een harde knal en de spi belandt in het water. Het doek drijft keurig naast de boot en Camille en Joris trekken de spi binnenboord. De slurf zit echter vol water en erg zwaar om aan boord te tillen. De spival blijkt vlak na de splitsing geknapt. Naast een afgewapperd Belgisch vlaggetje (het was tijd dat de boot vertrok naar een ander land) hebben we een kapot membraam van een van de drie toiletten en diverse lekkages; de luiken zijn niet goed af te sluiten en de verstaging lekt. We proberen de ongemakken met noodmaatregelen op te lossen, want we willen de boot netjes houden. In de middag hijsen we Camille al zeilend in de mast om de spival opnieuw in te scheren en we zien voor het eerst dolfijnen; een fantastisch gezicht. We krijgen er geen genoeg van. De spi staat weer en Joris en ik hebben de eerste wacht. We verwachten een mooie zonsondergang en een bijbehorende sterrenhemel. Dat valt tegen, want er komt bewolking op zetten die ons als het ware omsingelt. 8

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

Wim en Camille hebben de spi binnengehaald en de motor gestart. Dat betekent dat Joris en ik weer(!) met een bromtor de slaap moeten vatten. Is het niet de motor, dan wel de generator! Halverwege gaat de motor ineens uit. Ik ben in de veronderstelling dat de spi wordt gezet, echter wanneer de motor weer aangaat, in zijn achteruit, weet ik wat er aan de hand is: Camille heeft beet! In Fallmouth heeft hij een bezemsteel en een molen gekocht. Draad en kunstaas (glimmers) had hij meegenomen. Met 6 knopen zwiept het kunstaas van links naar rechts en dat is aantrekkelijk voor

roofvissen. En dat lukt. Camille slaat trots een mooie tonijn aan de haak. De vis gaat in moten met olie en groenten en kruiden in de alu-folie in de oven. Da’s lekker! Wat een topbemanning. In eerste instantie is ons doel het Spaanse Baiona. La Coruña kost veel extra tijd. We spraken af bij Cabo Finisterre op basis van de brandstofvoorraad te besluiten al of niet naar Lissabon te varen. Dat zit er gemakkelijk in, dus zeilen we door. Lissabon is een etmaal verder en een heel leuke optie. Overigens is de Golf van Biskaje echt afzien. We varen melkmeisje, met een heerlijk zonnetje en 6 knopen door ►


het water. Wat wil je nog meer? De wereld rond? Deze dag eindigt echter minder fantastisch als die begon. Het vorige etmaal maakten we 165 mijl en dit etmaal 196 mijl. Het gaat als een tierelier: dezelfde koers en wind en snelheid nemen almaar toe; heerlijk geslapen én continue op hetzelfde oor. ´s Middags stabiliseert de wind op zo’n 25 knopen. Rond 18.00 uur neemt de wind echter toe; af en toe 30 knopen op de teller. Camille staat aan het roer. En passant breekt hij mijn snelheidrecord en zet 14,4 knopen op de teller. En dan lopen we uit het roer. We draaien een rondje. Joris en ik staan in de keuken alle hapjes vast te houden en

niet goed in de gleuf, dus moeten we het grootzeil helemaal uitrollen en dan weer inrollen. We zeilen nu met een klein grootzeil en een puntje genua. Met 30 tot 40 knopen wind, en uitschieters naar 45 knopen en hoge golven op de kont gaan we de eerste wacht in. We moeten door. Het waait ontzettend hard maar Joris en ik hebben de zaak goed onder controle. Het schip stuurt goed en we maken 8 knopen. Nog 160 Mijl naar Cabo Raso (waypoint voor de kust van Lissabon). En dan nog 40 mijl naar Lissabon. Dat duurt nog lang. Rond vier uur in de ochtend meren we af in Boca de Alcantara. Camille weet nog een paar leuke tentjes. Na ons aanleggertje gaan Camille, Joris en ik op stap. De discotheek bij de haven sluit al snel en we pakken een taxi naar het centrum. Daar hebben we nog heel wat uurtje gedanst en lol gemaakt en waren verbaasd dat het licht was toen we naar buiten kwamen. ‘s Middag zijn we weer bovendeks en eten iets bij de tentjes onder de brug. Die brug maakt overigens een K-herrie. De volgende dag gaan we op zoek naar reserve-onderdelen. We zoeken een nieuwe spiboom, een nieuwe spival met scheckel, zeiltape voor het achterlijk van de genua, lierenvet en een onderdeel voor de bilgepomp. Iedereen is heel behulpzaam, maar een spiboom binnen twee of drie dagen is lastig. Alexander heeft zelfs een bloementransport gevonden die de boom uit NL wil meenemen. Dat duurt ons te lang. Bovendien is de wind op na de Straat van Gibraltar en hebben we geen boom nodig. In de ochtend verkennen we de oude stad. Mooie details en het is zichtbaar een mooie stad geweest. Maar er is veel leegstand en achterstallig onderhoud. Het gaat zichtbaar slecht met Portugal. Ik ben benieuwd hoe de toekomst voor dit land er uitziet. Op donderdag 18 augustus om 14.00 uur zeilen we de Taag af; op naar Portimão. We gaan Laura uitzwaaien. Het is ongeveer 100 mijl naar Cabo de São Vicente en daarna 20 mijl naar Portimão. Het waait flink, zo’n 25 knopen. We lopen maar liefst 8 knopen en dat betekent ongeveer 15 uur varen en een aankomst rond vijf uur in de ochtend. We vertragen ietwat om bij ochtendgloren aan te komen.

dan breekt de spiboom met een knal! Wat is er gebeurd? Ondanks dat we uit het roer zijn gelopen is er geen aanwijsbare reden voor de breuk. Verstaging en water hebben we niet geraakt. Hoe kon dit? We hadden natuurlijk veel eerder iets aan de zeiltrim moeten doen. We halen de spiboom binnen en reven het grootzeil. Achteraf is dat wellicht de oorzaak. Omdat het rolzeil over bakboord gereefd moet worden, terwijl het zeil over stuurboord stond is het nogal een klus om het te reven. Daarom stel je de manoeuvre steeds uit; slecht excuus. Dat blijkt ook wanneer we het grootzeil reven. De onderzijde zit

Portimão heeft twee prachtige havens naast elkaar. Verderop richting het centrum zijn nog een paar havens. Dat weten Joris en ik omdat we alle havens hebben afgelopen op zoek naar Laura. Maar die is in geen velden of wegen te bekennen. Later in NL horen we waarom. ’s Middags zoeken we het zwembad aan het strand op en bouwen een spontaan feestje. De vlam van Camille uit Lissabon is gekomen met een vriendin en met zijn allen genieten we van een warme middag met daarna een heerlijke maaltijd. Zo lekker heb ik tot nu toe nog niet gegeten. Voor degenen die ooit afmeren in Portimão is “No Solo Agua” een absolute aanrader. Wel reserveren, want het is een populaire tent. We gaan naar Ceuta. De Marokkaanse kust verkennen PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

9


spreekt iedereen wel aan. Echter het eerste deel van de tocht is echt slecht: geen wind, maar wel golven. De boot rolt als een gek. De volgende ochtend steekt de wind op die de golven veroorzaakte. En deze wind brengt ons richting de Straat. De wind staat echter 180 graden verkeerd: pal oost. Dat is geen feest. We besluiten om te draaien en Barbate aan te doen met een redelijk nieuwe, nog ongezellige haven. Barbate is echter best wel groot. We vragen naar het beste restaurant, maar het is daar vooral duur met kleine porties. Het biedt ons wel de gelegenheid om elkaar feedback te geven over de tocht en de gang van zaken aan boord. Ook dat moet op zijn tijd gebeuren. Daarna nemen Joris en Camille nog een 'midnight dip' ondanks het advies van de havenmeester: “No swim, no swim”.

Wim

Joris

Rolien

Camille

Dan is het zover, we gaan door de Straat. Het is bijzonder, maar ik had er meer van verwacht; hogere bergen, dichter bij elkaar. In vergelijking met het Kanaal, is de Straat smal en overzichtelijk en erg druk. We varen voorbij Gibraltar en Joris zoekt kanonnen. We spreken af te zeilen zo lang de wind waait; we verwachten weinig tot geen wind op de Middellandse zee. Camille ving een derde en later een vierde tonijn, maar ondanks of dankzij de kromme moten was de vis overheerlijk. Het was een erg warme dag en we eindigen voor de kust van Fuengirola. Een vriendin raadt ons aan naar Benalmadena 10

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

te gaan, maar dat blijkt erg toeristisch en er zijn zelfs bootjes om mensen bootjes te laten kijken. Echt waanzinnig. De volgende dag staat er wind en we zoeken een bestemming waar we binnen kunnen lopen met voldoende diepgang. We besluiten naar Almerimar te gaan. Het laatste stuk is weer motoren, en we besluiten, net als de dag ervoor, lekker te dippen. Hup in de stoel en aan de giek en dippen maar! Heerlijk. Naarmate ons einddoel nadert, willen we vaart maken. Alicante staat nog op ons lijstje, maar dat gaat aan onze neus voorbij. Eigenaar Piet is naar Spanje gevlogen om ons te verwelkomen en weet dat we dichtbij zitten. Er is een track & trace systeem aan boord dat onze positie doorgeeft. Enerzijds geruststellend, anderzijds heb je het gevoel dat er iemand meekijkt. Alexander sms’t onze positie

en laat weten dat we 5,6 knopen varen. Dus eigenaar Piet weet dat we dichtbij zijn en vraagt ons om door te varen naar Altea, onze eindbestemming . Het was geweldig! Ik kan niet anders zeggen. Ik heb er twee nieuwe vrienden bij en ik heb genoten. Met dank aan Wim, Joris en Camille die dit mede mogelijk hebben gemaakt! Ik heb mijn grenzen verlegd en heb stiekem alweer een nieuw doel. Als deze kans zich voordoet dan ben ik van de partij en horen jullie meer! Ahoy, het was mij een waar genoegen.

Rolien


Eindelijk ben ik dan lid geworden van PZV na in 1981 al eens de Ramsgate mee gevaren te hebben. Ik heb het zeilen geleerd van Jan de Vin. Dat zegt wel genoeg, denk ik.

T Ward de Vin

egenwoordig schiet het varen er wat bij in vanwege ‘erg druk’. Als het er dan toch van komt is het altijd goed bijslapen op de boot… Gelukkig kan je op het internet eenvoudig hele races virtueel meevaren (droog!). Ik ben dan ook veel te vinden op www.virtualregatta.com met het bootje Kundalini. Altijd druk in de weer met proberen om mijn broer PeterJan met de Pjay te verslaan. Tja, hard varen, dat hebben we met de paplepel ingegoten gekregen… Ik woon met Evelyn Jansen (beeldend kunstenaar en zeevast!) aan de Wijnhaven in Dordrecht. Hier is altijd veel botenverkeer zodat ik het ‘gevoel’ gelukkig niet snel kwijtraak. Ik ben vorig jaar weer mee geweest met de Ramsgate en dat beviel me erg goed. PZV is een leuke club met leuke mensen en ik wil graag nog eens mee op één van de tochten. Vandaar dat ik besloten heb lid te worden.

NIEUWE LEDEN Hallo zeezeilers, mijn naam is Richard Fransen en ik ben 49 jaar. Ik ben opgegroeid in het oosten van het land in een familie van watersporters. De laatste 20 jaar woon ik echter in Leiden en een aantal jaren daarvan samen met mijn partner Simone. Ik werk als adviseur in de ICT en heb naast het zeilen nog wat andere tijdrovende hobby’s waaronder bergwandelen, trimmen, lezen en een webwinkel.

Z Richard Fransen

eilen is mij in mijn jeugd door mijn vader geleerd op de zijtak van het Twente-Rijnkanaal. Een aantal jaren na mijn studie heb ik het zeilen wat serieuzer opgepakt en heb ik een Waarschip 600SV aangeschaft en een ligplaats in Lemmer. Veel weekeinden doorgebracht op de Friese meren. Maar ja, een mens wil wat meer comfort en ook (bij nacht en ontij) het IJsselmeer op. Solo zeilen op een Waarschip wordt dan net even te veel uitdaging. Dat waren de belangrijkste redenen om 12 jaar terug een Compromis 777 aan te schaffen, een stevig en betrouwbaar schip, uitstekend solo te zeilen en voldoende comfort, ook met een paar opstappers. Met mijn Compromis - genaamd Livnära - heb ik sindsdien mooie tochten gemaakt, rondjes IJsselmeer en Noord-Holland, maar ook naar de Zeeuwse eilanden en de Deense Oostkust. De laatste jaren ligt de Livnära in Scheveningen en ben ik lid van de jachtclub aldaar. Op mijn laatste buitenlandse trip begin mei - en mijn eerste naar Engeland - heb ik in de Marina Shotley Point kennisgemaakt met PZV. Waarom lid geworden van de PZV? Een enthousiaste en volgens mij leuke groep zeezeilers gericht op het opdoen en delen van zeezeilkennis en -ervaring. Tot spoedig ziens

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

11


Even voorstellen, mijn naam is Jacqueline Flink. Ik woon in Amsterdam en hou me als geo-hydroloog vooral bezig met (grond)waterbeheer in en om de hoofdstad.

O Jacqueline Flink

pgroeiend in de jaren zestig aan de Gouwzee was het niet vreemd om met zeilbootjes bezig te zijn. Ik heb vele jaren bijna al mijn zakgeld weggelegd om mijn bootje te kunnen afbetalen aan mijn ouders. Jachten waren er nauwelijks. Mijn moeder vond het niet nodig dat ik zeilles kreeg, dat moest ik maar aan mijn grote broer vragen. Maar die vond het natuurlijk niet cool om met zijn kleine zussie te varen dus moest ik het zelf maar uitvogelen. Dat resulteerde in vele malen omslaan, totdat ik zag dat andere kinderen de schoot juist los lieten in plaats van aantrokken als er een windvlaag kwam. Dat scheelde. Tijdens mijn studie kwam ik in aanraking met de bruine vloot en was meteen verkocht. Dat was pas zeilen! Na een zomer zeilen met vrienden en als maatje op een charterschip waren mijn handen bijna net zo eeltig en stijf als die van de schipper en begreep ik pas waarom ze zo’n moeite hadden met schrijven en klein geld uittellen. Pas veel later ben ik op jachten gaan varen. Eerst met een groep (oud)collega’s in Griekenland. Dat vond ik zo leuk dat ik voor het eerst in mijn leven zeildiploma’s ben gaan halen: CWO I en II Kajuitzeilen. Bij toeval was mijn laatste instructeur tevens de eigenaar van de zeilschool en hij vroeg of ik er iets voor voelde zeilinstructeur te worden. Dat heb ik gedaan en ik vaar nu al vier jaar als part-time zomerinstructeur bij Amorgos, meestal in Nederland maar soms ook in Griekenland. En nu lonkt de zee. Afgelopen zomer heb ik na de CAM-race een lift terug gekregen van twee PZV-leden (Peter Chevalier en Annemieke Stallaert). Dat was erg leuk en ze spraken veel over PZV. Annemieke vroeg of ik als introducée mee wilde met het vrouwenweekeind. Dat was in ieder geval beregezellig en het heeft ervoor gezorgd dat ik nu, zonder een boot te bezitten, lid ben geworden van een zeilvereniging in een stad die niet aan het water ligt. En ik hoop er als opstapper ook nog veel zeezeilervaring op te doen! Het kan vreemd lopen.

NIEUWE LEDEN Ongeveer 15-20 jaar geleden was ik al lid van PZV maar ik ben langzaam maar zeker een andere weg ingeslagen die niet dezelfde richting op ging als PZV. De laatste jaren weer af en toe een tochtje meegevaren met PZV leden/schippers en het leuke van de vereniging begon weer te trekken. Vandaar, na enig aandringen van de lustrumcommissie, me nog voor het lustrum aangemeld en zodoende mijn eerste tocht als herintredend lid gevaren op de Joint Venture naar Muiden.

Joris van den Avoort

12

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

M

ijn zeilervaring dan, al vroeg heb ik als opstapper bij de Joint Venture het zeilen geleerd tijdens wedstrijdjes in Zeeland. Van de genua omlopen tot in de mast klimmen om de spi te bevrijden. Mooie leeftijd om te leren zeilen: 10-16 jaar. Later op de Blauwpieper (Victoire 34) van mijn, inmiddels gepensioneerde, vader (PZV’er) vele tochten gemaakt. Altijd naar het zuiden, soms samen, soms apart. ►


Vakanties waren heerlijk zo, en de vakantie in 2x drie weken splitsen zodat je meer tijd hebt is erg aangenaam. Daardoor ook al op jonge leeftijd leren schipperen. Navigeren met kompas en stroomatlas in het begin, tegenwoordig met een plotter. Na al die tijd op zee eindelijk zelf een bootje gekocht, een Javelin. Heerlijk was dat, op het Veerse Meer racen met een iets vergrote 470. Samen met mijn broer een paar keer rondje Texel gevaren; helaas maar een keer met een mooi resultaat, we wegen samen net zoveel als twee andere bemanningen bij elkaar en hebben ook de dubbele lengte, dus die ene ronde met windkracht 5-6 was onze kans. De laatste jaren gefocused op wedstrijden. CAMrace, NSR, diverse korte-baan races, Fastnet, etc. etc. Leuk, maar als ik eerlijk ben, de gemiddelde leeftijd van de opstapper op een wedstrijdboot is rond de 23 met daarbij horend gedrag. Dit past niet helemaal meer bij me. Op het juiste moment vroeg Jan de Vin me voor een tocht naar Londen, mijn eerste kennismaking met PZV na jaren afwezigheid. Met succes, prachtige tocht gehad. Martien leren kennen die me vervolgens vroeg om met Janny, Franka en hemzelf een week te gaan zeilen, bestemming Noorwegen, door omstandigheden een week Waddenzee. Een nieuwe maar erg leuke ervaring voor me. En een paar weken later een telefoontje van Franka wat resulteerde in een delivery met Rolien, Wim en Camille naar de Med. Bovenstaande is natuurlijk beknopt mijn zeilervaring, maar het leuke van zeilen vind ik het onverwachte, het op zee zijn en het varen en dus ook leren zeilen van andere zeilers. PZV biedt voor mij die mogelijkheid en ik ben dan ook blij dat ik weer lid ben. Zie jullie allemaal hopelijk veel op het water en waarschijnlijk weinig gedurende de winteractiviteiten. Ben erg ongebonden en daardoor flexibel in het meevaren, bij deze solliciteer ik dan ook maar gelijk naar leuke, mooie tochten of tochten met plotselinggebrek-aan-bemanning. De rol waarin maakt me weining tot niets uit: kok, voordekker, navigator, biertje. Als we maar plezier hebben.

In memoriam Hans Hermans (1927 – 2010), Grietha Hoorn (1946 - 2010)

H

Hans en Grietha

Lustrum 1990

ans was een actief lid van PZV met zijn Cosinus, een Standfast 33. Een snel en gezellig schip. PZV-ers zeilden graag en met plezier met Hans, bemanningsproblemen had hij nooit. Daarnaast was hij zeer muzikaal en componeerde o.a. voor het tweede lustrum het eerste PZV-lied. Dat was helaas te moeilijk om met een borrel op te zingen en daardoor nu niet meer te horen. Voor diverse andere gelegenheden in de PZV schreef en zong hij liederen. Hans zeilde negen maal mee met de Ramsgate-tocht. In 1993 was hij bij de paar schepen die naar Tollesbury zeilden vanuit Burnham on Crouch. Diezelfde tocht was Grietha Hoorn bij hem ingedeeld en sloeg de vlam over, sindsdien zijn ze levenspartners. Ook Grietha zeilde zes maal de Ramsgate en daarnaast veel met Hans op de Cosinus. Ze verhuisden van Son naar Interscaldis bij Breskens zodat ze van water en boten konden genieten. Toen ze hun zoon met z’n gezin tot Portugal begeleidden op hun Rondje Atlantic raakten ze gecharmeerd van Figueira da Foz, kochten er een appartement en overwinterden daar sindsdien. Cosinus is verkocht, maar ligt nog steeds in Breskens. De gezondheid van beiden ging helaas achteruit, Grietha overleed eind september in Figueira da Foz en Hans twee maanden later in Oegstgeest bij zijn kinderen. De herinnering blijft aan goede, creatieve en gezellige zeilers in PZV, het Lustrumboek getuigt daarvan. De familie Hermans zet de traditie voort: alle zonen zeilen en hebben een boot, veel geleerd van vader…

Lidia Roesink.

Stef en Hans, Londen 1996


Techniek & Vaarpraktijk

Afsluiters Vorstvrij Afsluiters in de boot vorstvrij houden Een vraag op het Zeilersforum was: Kan ik de afsluiters in de kuipafvoer tegen vorst beschermen met zonnebloemolie? De afvoer van het regenwater kan niet afgesloten worden i.v.m. toekomstige regen.

I

k vond die olie-truc heel leuk bedacht en reageerde: er is toch zo een proefje te doen: emmer water, 50cm doorzichtige slang en een kopje olijf-/zonnebloemolie. Na 5 minuten weet je hoe het reageert.

Bart Lagerweij

Na een aantal reacties was mijn tweede reactie: Ik vond het zo’n goed idee dat ik de daad bij het woord voegde: ik heb een klein proefje gedaan met 20cm slang in een glas met water. Het gaat erom dat er (zonnebloem-)olie tot boven de waterspiegel buiten de boot staat, anders krijg je dat de olie er uitgedrukt wordt door het water. Resultaat: 1 cm olie boven de stand van het wateroppervlak geeft 7 cm olie(druk) in de slang onder de waterspiegel. Conclusie: je moet de afvoerslang tot boven de waterspiegel hebben en vullen met olie om de afsluiter te bereiken. Dan werkt het voortreffelijk, volgens mij, en ik denk zelfs veel beter dan ruitensproeier-antivries (mengt met water). Het regenwater, dat er bovenop gegoten wordt, zakt er traag -in grote bellen- doorheen.

Wat vinden jullie?

Alias Spieboom

Het rood op de foto is Carvan Cevitan, maar het zakte meteen naar de bodem.

14

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

Techniek & Vaarpraktijk

Conclusie: volledig geslaagd als je de afvoerleiding vol giet. Ik denk dat het ook voor de andere afsluiters een betere optie is dan antivries.


Blijft U even aan de lijn De KNRM komt teveel gevallen van man-overboord tegen, daarom blijft ze erop hameren: laat het U niet overkomen, want U overleeft het waarschijnlijk niet. zo spoedig mogelijk en stel het slachtoffer gerust, na hem (meestal hem) drijvende zaken te hebben toegeworpen om op te gaan liggen in het water.

Redders kiezen zelf De redders hebben een lijflijn die ze kunnen vasthaken aan een karretje dat over een rail langs het stuurhuis van de reddingboot meerijdt. Het remt af als er plotseling aan het karretje getrokken wordt.

Michelle Blaauw – KNRM

M

aak van uw tijdverdrijf gerust uw sport, schuw de risico’s niet maar breng ze in kaart en ga er slim mee om. Weinig is zo geschikt om te onthaasten en even bij te komen van de dagelijkse besognes als lekker het water op gaan. Als het dan toch mis gaat, is er bijna altijd tijdige hulp. Uw verenigingsgenoten tijdens een wedstrijdje, medesportvissers of -surfers kunnen u te hulp schieten. Handig om in ieder geval bij elkaar in de buurt te blijven.

Het mes dat ze bij zich hebben kan zijn nut bewijzen als ze knel komen te zitten onder de boot. Dat levert meteen de verklaring voor het feit dat de schipper beslist of onze redders verplicht zijn om zich aan te lijnen. Maar die zijn nooit alleen en ze dragen altijd hun overlevingspak met reddingvest…

Niet overboord! Bent u alleen met de elementen en is het donker, slecht weer en zijn de golven hoog? Dan is er altijd de KNRM om u bij te staan. Maar u moet ons één ding beloven: houd contact met uw vaartuig en blijf even aan de lijn. Zet uzelf vast met een deugdelijke, korte lijflijn zodat u niet overboord kunt vallen. Gaat u even naar binnen, maak uzelf dan los en laat de lijflijn vastzitten, dan bent u direct weer aangelijnd als u weer de kuip in stapt. Moet u aan dek zijn (ook als het maar heel even is!), zorg dan dat u uw bewegingsvrijheid niet verliest, maar maak uzelf vast aan platte banden die over dek (of onder de giek) gespannen zijn. De zeilmaker maakt ze met plezier voor u op maat. Geven ze ongeveer een metertje mee, dan breekt u niets, mocht u toch nog overboord slaan.

Toch overboord? Het schip waar u afgevallen bent, moet in uw buurt blijven tot er hulp komt. Niet gaan varen met u als sleep, dat kost mensenlevens. En… overboord vallen lijkt niet zo erg, totdat je er achter komt dat je iemand niet meer aan boord kunt krijgen. Neem het dus liever maar meteen serieus, alarmeer PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

15


De 6-de Lady Five

16

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011


Ons eerste zeilseizoen met haar zit er inmiddels op en onze nieuwe Lady ligt al weer enkele weken ‘onder dak en dekzeil’ in winterslaap. We hadden een lekker seizoen, waarin we −onder uiteenlopende omstandigheden− zo’n dertienhonderd mijl op het log hebben kunnen bijklokken.

Hans van Reenen

Haar eerste zeilseizoen

O

ns nieuwe schip kreeg net als haar voorgangsters, als het ware vanzelfsprekend (Lidia Roesink heeft ons in het verre verleden eens bezworen dat het eigenlijk niet anders kan…!) de naam Lady Five. Die naam, door ons in 1984 voor het eerst gegeven aan ons toenmalige nieuwe schip, een Dufour 2800, zegt impliciet iets over het aantal vrouwen in ons gezin. Een echtgenote (onder bevriende schippers Lady One geheten…), drie dochters, en –ja een schip is vrouwelijk– dus vandaar Lady Five. Ons nieuwe schip, een Najad 361, is inmiddels onze zesde Lady Five en zal, zoals het er nu naar uitziet, vermoedelijk ook wel de laatste zijn. Haar voorgangster was, zoals velen van jullie bekend, een Victoire 10.44, onder meer bijzonder door haar bouwnummer ‘1’ (1987). Een fijn schip waarmee we mooie reizen hebben gemaakt naar o.m. de Kanaaleilanden, de Engelse Oost- en Zuidkust, Normandië en Bretagne. Ze is een voortreffelijke zeiler en ziet er nog heel goed uit, met haar nieuw gelakte romp, nieuwe mast en tuigage. Met en van haar hebben we 10 jaar genoten, en we hadden haar beslist zonder al te veel problemen nog wel een aantal jaren kunnen varen. Wel waren we ons in de loop van de tijd, vooral tijdens de wat langere reizen, wat meer bewust van haar gedateerde indeling, (relatief) beperkte ruimte en haar t.o.v. modernere schepen beperkte ‘wooncomfort’. En we (vooral de schipper) hadden ook al wel eens wat rond gekeken en ons georiënteerd op mogelijke alternatieven, ook al hadden we eigenlijk tegen elkaar gezegd dat de Victoire ons laatste schip zou zijn.

Toeval bestaat niet…! En toen, op een dag in juli 2009, meerden we in Scharendijke (min of meer toevallig) af naast onze huidige Lady, een 37-voets Najad. Ze zag er heel goed uit, was zeer compleet uitgerust en was ‘for sale’. Enfin, van het één kwam het ander en begin november van dat jaar was ze van ons. En, we zeiden het al, inmiddels hebben we er al weer een stevig seizoen opzitten.

Wel even wennen Daarbij hebben we best even aan haar moeten wennen. Een midden- in plaats van

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

17


een achterkuip, een stuurwiel in plaats van een helmstok, een veel groter wieleffect dan we gewend waren, een vaste schroef (net of je met een emmer achter je boot vaart…), zo iets nieuws als een boegschroef, een stowaway-zeil in plaats van een ‘normaal’ grootzeil met lazy-jacks, en gaat u maar door. Inmiddels is de vaste schroef vervangen door een maxprop vaanstandschroef en is de kennismaking goeddeels achter de rug. We hebben elkaar –soms met wat schade en schande– gevonden, en voelen ons al aardig met elkaar vertrouwd.

Naar Bretagne en toen niet Ons oorspronkelijke plan was om deze zomer met ons nieuwe schip naar Zuid-Bretagne te varen en daar een aantal weken rond te toeren. Door familie-omstandigheden is dat er ‘last minute‘ niet van gekomen. Behalve de Ramsgatetocht begin mei, hebben we onze mijlen in Nederland (met name in Zeeland en op het IJsselmeer) gemaakt. En achteraf was dat misschien maar goed ook. Ik zal u uitleggen waarom… Voordat we ons nieuwe schip kochten was ons duidelijk dat het, wat de belangrijke zaken zoals motor, zeilen en tuigage betreft, regelmatig en goed was onderhouden. Ze had ’s winters altijd binnen gelegen en het jaarlijks groot onderhoud was steeds door de werf gedaan. Ook hadden we begrepen dat er −in ieder geval de laatste jaren− betrekkelijk weinig gebruik van haar was gemaakt, en dat er in de periode daarvoor al niet intensief meer mee gevaren was. Dat was ook wel te zien, want het schip, gebouwd in 1996 dus inmiddels toch al weer een aantal jaren oud, zag er uit ‘als om door een ringetje te halen’ en was uiterlijk nog in showroomconditie. En ja, dan krijg je, als het ware automatisch, de neiging om te denken dat alles ook echt nieuw is en dat je dus voorlopig probleemloos kunt varen. Welnu, dat bleek niet zo te zijn!

Onderhoud is alles! In de loop van het seizoen zijn we met een echte waslijst van probleempjes geconfronteerd, ieder op zichzelf overigens niet ernstig, maar toch wel in toenemende mate tot ergernis leidend. Telkens opnieuw was er dan ook de vraag wat het volgende probleem nu weer zou zijn. Een niet werkende marifoon, een kachel die uitviel (slechte verbinding), het waterdruksysteem wat er mee op hield (gecorrodeerde schakelaar), de toiletpot die vol liep (verkalkt rubber), water in de dieseltank (gevolg van het al gedurende langere tijd ontbreken van de rubber afsluitring van de tankdop), enz. Inmiddels zijn de meeste van de problemen in de loop van het seizoen, waar nodig met behulp van de werf, in orde gemaakt. Nog een enkel probleempje zal komende winter worden opgelost. Overigens was elk van de bedoelde probleempjes, op een enkele na, voor ons heel herkenbaar. Het waren van die dingen die je −als je redelijk intensief met je schip vaart− 18

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

in de loop van de tijd allemaal één voor één tegen komt. Maar omdat het schip langere tijd had stil gelegen en er de voorgaande jaren ook al enige tijd niet echt actief mee was gevaren, hebben die problemen zich toen dus niet voorgedaan. In ieder geval zijn ze kennelijk niet onderkend en dus ook niet opgelost. Ja, en als je dan wel intensief en af en toe onder wat ruwere omstandigheden gaat varen, dan komen ze er dus kennelijk allemaal uit…! Goed dus maar dat we niet te ver weg zijn geweest. Ik moet voorzichtig zijn, want zoals ze bij ons in Brabant zeggen: ‘ge wit oit noit nie’, maar nu −aan het eind van het eerste seizoen− hebben we echt het gevoel dat we voorlopig zonder problemen vooruit kunnen. Dus gaan we volgend jaar zeker weer voor een buitenlands zeilavontuur.

Niets aannemen, alles controleren Ik wil de lezer niet vermoeien met elk van de afzonderlijke probleempjes van onze ‘waslijst’ van dit zeilseizoen. Wel zou ik, in zijn algemeenheid, daarover willen zeggen dat weer eens gebleken is dat je, waar het betreft je schip, in beginsel niets moet aannemen, maar alles moet controleren. Het gebruik daarbij van een op je schip toegespitste onderhoudschecklist is, zoals tijdens het recente lustrum nog eens uitgelegd, een aanrader. Dit om te voorkomen dat je belangrijke zaken vergeet.

Probleem met rail van keerfok Van alle probleempjes die we dit jaar tegen gekomen zijn wil ik er hier echter één beslist niet onvermeld laten: een probleem met de bevestiging van de rail van onze keerfok. Onze nieuwe Lady is uitgerust met een zogenaamde keerfok. Van de werf hadden we bij de koop al begrepen dat de vorige eigenaar weinig tot niet met de keerfok had gevaren. Na enkele pogingen (kennelijk bij licht weer) had hij de werf gemeld dat ‘dit niet zeilde’, en was het zeil van de keerfok in de zeilzak verdwenen en er kennelijk niet meer uitgekomen. Zelf hadden wij, behalve gedurende een proefrak bij betrekkelijk licht weer tijdens de afgelopen Ramsgatetocht, nog nooit met een keerfok gevaren en op onze eerste tochten dit jaar waren de omstandigheden daar ook niet naar. Maar ergens in de loop van het seizoen, toen Bep en ik weer eens onderweg waren naar Scharendijke en vanuit de sluis in Bruinisse de Grevelingen opvoeren, waren de omstandigheden wat ons betreft voor de eerste keer ideaal om dat zeil te zetten. Er woei een stevige wind van ruim 5 Bft, pal op kop, over de Grevelingen. Het was dus kruisen geblazen en ja, daar heb je zo’n zeil voor. Dus een rif in het grootzeil, de keerfok gezet en kruisen maar. En dat ‘liep als een trein’ zo goed. Een lekkere snelheid, hoog aan de wind, en makkelijk in het overstag gaan. Er hing een buiige, grijze bewolking, somber weer dus, en er waren bijgevolg weinig bootjes op het water. Maar het zeilen was een onverdeeld genoegen. ►


In Scharendijke aangekomen meerden we netjes af voor de werf, en hebben we het schip afgetuigd en alles nog even nagelopen. Tot onze schrik constateerden we daarbij dat een van de twee poten van de keerfokrail aan stuurboord, uit het dek was getrokken. De teak lat onder de poot stond in een hoek boven het dek. Eerste reactie was: dat kan toch niet bij een Najad! De omstandigheden waren niet extreem, maar eigenlijk juist bij uitstek geschikt voor het gebruik van de keerfok. Dus de constructie zou daar toch op berekend moeten zijn.

2011

Enfin, meteen naar de werf gelopen en met de chef-monteur terug naar de boot. Die stond er ook van te kijken, liep onmiddellijk door naar binnen, schroefde het plafond open, liet zich een krasse uitdrukking ontvallen en riep vervolgens inderdaad: ‘maar dit kan helemaal niet…!’ Lang verhaal kort: bij de montage van de keerfokrail was bij het boren van een gat kennelijk een gatenboor gebruikt met een te grote diameter, en daarbij was men ook nog doorgeschoten tot op de onderzijde van het teakdek. Vervolgens was om de doorgestoken voet een ring van dezelfde diameter (als die van de gatenboor) aangebracht, en die was daarna geborgd met een om de voet passende moer. De betreffende poot ‘hing’ dus slechts aan een enkele lat van het teakdek. En ja, bij licht weer is dat nog geen probleem, maar als het een beetje door gaat waaien komen er toch dusdanige krachten op de voet te staan, dat zo’n lat omhoog komt…

Eind goed, al goed Het verhaal kent gelukkig een goed einde. Er was, behalve dat de betreffende teaklat moest worden vervangen, geen structurele schade aan keerfokinstallatie en boot. Wat hielp was, dat het euvel geconstateerd werd voor de deur van de Najad-dealer, dat die goed op de hoogte was van het eerdere (niet) gebruik van de keerfok en dat het afleveringsmanifest van de boot keurig bij hen (Najad Benelux) in de file zat. Aan de hand daarvan kon overtuigend worden vastgesteld dat de boot zo’n dertien jaar geleden ‘af werf Zweden’ was geleverd met de betreffende keerfokrail. En dus ook dat als er iets verkeerd was gegaan, het daar was gebeurd. En zo iets kan inderdaad helemaal niet bij Najad! Dus hebben we van deze reparatie dan ook nooit een rekening gezien.

Alles nog maar eens nalopen We gaan er −zoals gezegd −van uit dat we het nu voorlopig zo’n beetje gehad hebben met probleempjes als gevolg van ‘achterstallig’ onderhoud. Maar voor de zekerheid zullen we van de winter −aan de hand van een nieuw op te stellen checklist− toch zorgvuldig alle onderhoudspuntjes nog eens nalopen. En dan kan wat ons betreft de winter niet kort genoeg duren. We zien we nu al weer uit naar het volgende seizoen en de verre horizonten die dan lokken.

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

19


Excursie naar Vlissingen

Z

aterdagmorgen 15 januari. Het is nog aardig donker wanneer ik thuis vertrek naar Vlissingen voor het bezoek aan de verkeerspost en het loodswezen. De grijze stoomwolk boven de koeltorens van Doel vermengt zich snel met de laaghangende, regenzwangere wolken die voortgejaagd worden door een kille wind. Het wordt een grijze, natte winterdag.

onze kleine zeiljachten zijn goed te zien op de schermen van de verkeerspost, en radarreflectors bewijzen zeker hun nut. Op zomerse dagen kunnen er wel 200 zeiljachten in hun werkgebied zitten, maar dat stelt weinig problemen. Eigenlijk houden de verkeersleiders zich niet echt met de pleziervaart bezig. Alleen wanneer het fout dreigt te gaan zullen ze proberen in te grijpen.

In het nog slaperige Vlissingen is het even zoeken daar het gebouw van Rijkswaterstaat waar een 25-tal PZV’ers verwacht wordt voor een rondleiding. Wat me in Nederland

AIS-transponders worden door de verkeersleiding als meerwaarde beschouwd, niet alleen voor de beroepsmaar ook voor de pleziervaart. Ze maken het werk van de verkeersleider gemakkelijker. Bovendien zien stuurlui ook

altijd opvalt is dat Rijkswaterstaat kennelijk over grote budgetten beschikt. Het water mag duidelijk wat kosten. Ook hier in Vlissingen werd op geen euro gekeken (maar dat wordt snel genuanceerd wanneer ons verteld wordt dat 80 procent van de werkingskosten door Vlaanderen wordt betaald). Geen eenvoudige beamer dus met een simpel projectiescherm, maar een gigantische computerdisplay. Op dat scherm krijgen we een voorstelling van Rijkswaterstaat en van Verkeerscentrale Vlissingen te zien. Boeiend en indrukwekkend.

duidelijk welke bewegingen schepen maken en zo kunnen ze beter anticiperen.

Nadien gaan we in kleine groepjes naar de hoogste verdieping. Daar werken de verkeersleiders. Ze hebben er een panoramisch uitzicht op de weidse Westerschelde en ze zitten in comfortabele bureaustoelen voor een batterij computerschermen met radarbeelden, scheepsgegevens en weerinfo. Het is een vrij rustige dag in het verkeerscentrum. Het zicht is redelijk en er is niet veel scheepsverkeer. Af en toe klinkt er een oproep van een loods of een stuurman. Die wordt kort en zakelijk beantwoord door een verkeersleider. We krijgen volop de kans om onze vragen te stellen. Ook 20

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

Er wordt nog benadrukt dat pleziervaarders zoals wij altijd de verkeerspost mogen oproepen voor hulp, begeleiding of informatie. We mogen dus niet denken dat de

â–ş


verkeerscentrale en het hele radarsysteem er alleen zijn voor de grote beroepsvaart. We gaan met onze groep eten in Brasserie Evertsen in de jachthaven Michiel de Ruyter. Na de lunch worden we daar verwend met een presentatie door het Loodswezen Regio Scheldemonden. Een nieuwe wereld gaat voor ons open. We leren dat een registerloods niet zomaar op de brug van een schip terecht komt. Na vele jaren ervaring op de Koopvaardij is er een strenge selectieprocedure, een lange opleiding, moeilijke examens en jaren ervaring voor nodig om naast de kapitein te mogen staan van een boot met 14.000 containers. En bovendien moet een beginnende loods zich ook nog voor een slordige 80.000 eurootjes inkopen in de maatschap van het Loodswezen.

2011

Het beroep van loods is niet zonder gevaar. Vooral aan boord geraken van een zeeschip is niet altijd even gemakkelijk.

Meestal verplaatsen loodsen zich met een loodsboot, maar als het te ruw is wordt een helikopter ingezet. De aard van het werk is ook niet zonder risico’s. De Westerschelde is immers één van de drukst bevaren stromen ter wereld, en zit bovendien vol bochten en ondiepten. Gelukkig zit de eindverantwoordelijkheid altijd bij de kapitein. De loods geeft aanwijzingen. Ook van de loods krijgen we tips en advies. Blijf zo veel mogelijk weg uit een voorzorgsgebied. Let altijd op de beroepsvaart bij loodswissels: na dat manoeuvre volgt er vaak een bruuske en onverwachte koerswijziging. Vaar op de Westerschelde buiten de grote betonning. Het is er voor kleine jachtjes nog diep genoeg. En ga altijd achterlangs een zeeschip, maar dat wisten we natuurlijk al. Het was een boeiende en leerrijke dag, prima georganiseerd door Carla Auer en Annemieke Stallaert. Herman Van den Broeck

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

21


The place to be!

Trafalgar Pub Dommelstraat, Eindhoven

22

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

A


Van het Bestuur

H

Martien Oerlemans

et is alweer even geleden, maar we kijken nog met plezier terug op een geweldig lustrum. Ondanks alle verwachtingen bleek het schitterend nazomerweer te zijn en het rondjeszeilen rond Pampus was heerlijk om te doen. Met als uitsmijter het feest ’s avonds. Het was genieten van de sfeer en de geweldige muziek. De lustrumcommissie

heeft ons echt verwend. En de najaars-ALV was informatief. De paneldiscussie over bootverzekeringen was buitengewoon boeiend. Ik ben er zeker van dat we meer inzage hebben gekregen hoe onze polis in elkaar zit en hoe schadegevallen (zouden moeten) afgehandeld worden.

Er staan voor het bestuur en de vereniging nog heel wat uitdagingen op het programma. Een aantal punten uit de discussie-ALV staan op de agenda om ingebed te worden in de vereniging. En keuzes die daarin gemaakt worden, moeten hun weerslag weer vinden in het huishoudelijk reglement (HHR). Dit HHR wordt, zoals aangekondigd tijdens de laatste ledenvergadering, stapsgewijs aangepast, en dan ter goedkeuring voorgelegd aan de ALV. Ook een aspect, waar we vanuit het bestuur aandacht aan willen besteden, is het persoonlijk zeil-cv. In een zeil-cv kan iedereen zijn/haar kennis, kunde en ervaringen kwijt. Maar ook specifieke kwaliteiten kunnen daar hun plaats vinden. Het kan je helpen om jezelf verder te bekwamen in specifieke aspecten van het zeezeilen. En dat raakt volledig de doelstelling van onze vereniging. En die doelstelling vinden we zeker terug in het winterprogramma, zoals rekenen aan getijden, de excursie naar het loodswezen en Verkeerspost Vlissingen, het bezoek aan de Enkhuizer Zeevaartschool en het herkennen van lichten en tonnen. Maar ook het shanti-zingen lijkt ons een geweldige activiteit. We verwachten een grote opkomst. En als laatste toch weer even een oproep. Heb je al de machtiging voor het automatische incasso ingevuld? Het scheelt onze vereniging veel werk om automatisch te kunnen incasseren. Dus, machtig onze vereniging alsnog alsnog. Formulieren zijn via de website te verkrijgen.

ALV In het bestuur zijn we onze plaats aan het vinden. Franka is ons komen versterken en ondanks het feit dat we Jacqueline erg zullen missen kunnen we met deze samenstelling van het bestuur de komende jaren goed vooruit. Wel is te merken dat een aantal vanzelfsprekendheden minder vanzelf gaan. Het is soms zoeken, kop stoten en opnieuw oppakken.

Petra en Aad

Leden

Johan en Petra

Harry

Rolien en Jacqueline

Neem een Expert

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

23


����� ���������� ������������������ ���������������������������������������

���������������������������������������������������������������������������������������������

���������������

������������� ���������������������������������������������������������� ��������� ���� ������ ������������ ������� ����� ����� ����� �������������������������������������������������������������� ���� ������������� ��� ���� ����������� ���� ����� ������ ������� ����������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������� �����������������������������������������������

24

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

����������� �������� ����������

���� ��������������� ��� ������ ��������


François, een clochard op de oceaan

I

k was met twee vrienden naar Horta (Azoren) gezeild om te kijken of daar een oceaanvaardig schip te koop was van circa 9 meter om er solo mee terug te zeilen. Een onzinnig plan, maar het paste in een toekomstig, nog zotter plan.

Daar stond ze…

François

Horta op de Azoren, juli 2010.

De teleurstelling was groot dat er amper schepen te koop waren, hoewel dat volgens Google al enigszins te verwachten was. Op een hoekje van het haventerrein in Horta stond een aantal boten op bokken voor stalling of om te wachten op een reparatie. Daar stond ze…, een klassieke langkieler, een Nicholson 32 uit 1967… Een beauty, pas gespoten in zandkleur en volledig getuigd voor oceaan(solo)zeilen met Ariës-besturing, stroomopwekking, babystag, maststeps, veel (storm-)zeilen en een in de mast te rollen grootzeil,…en ze was te koop! Er restten slechts vier dagen: of weer mee terugzeilen of aan een onbekend avontuur beginnen. De eigenaresse was een Nederlandse, ‘n zeer markante vrouw, die haar hele leven had gecharterd. Ze had het schip uit een scheiding overgehouden en pas drie maanden geleden het besluit genomen het te verkopen, of misschien ook niet. Ik heb alle charmes in de strijd geworpen en hard onderhandeld. Ik koop haar schip op de volgende voorwaarden: eerst drie dagen onderzoek op het schip doen en zo nodig onderdak op het schip krijgen, en de motor moet goed zijn. Gereedschap gekocht, ringsleutels, een multimeter en ladder geregeld, slaapzak gehaald, vrienden uitgezwaaid en ik werd een zigeuner... Heerlijk leven op mijn

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

25


klassieker. Iedereen reageerde zeer positief: dat is een goed, prachtig schip, zeer zeewaardig. Veel duimen omhoog, maar ik was nog niet zo zeker van die motor.

Naast mij stond een wrak van een stalen schip. De eigenaar was de onderplaat van de voorpunt aan het los slijpen. Er kwam een zeer roestig geraamte te voorschijn. Iedereen zei: hoe is het mogelijk dat iemand daarmee vaart! François was echter onverstoorbaar bezig en natuurlijk maakte ik met mijn buurman een praatje. Hij was een Fransman, geboren in Rennes, maar in Keulen als fysiotherapeut opgeleid en hij had gewerkt tot hij er tabak van had. Hij bouwde het schip, een stalen knikspant, helemaal zelf naar eigen ontwerp, zo goedkoop mogelijk, liefst met spullen van de sloop.

François, 67 jaar oud, zwerft al 38 jaar alleen over de oceanen en recent, op weg van Brazilië naar Portugal, is hij in Horta gestrand. ‘Ja, dat was wat. Ik was al vijftien dagen op weg en moest nog 25 dagen naar Horta, toen ik in heel slecht weer terecht kwam. Het schip stampte enorm en opeens, na een paaltje, nee een boomstam, pikken, spuit het water tot het dak naar boven door een spleet in de vooronderplaat van het schip. Ik realiseer me nauwelijks wat er is gebeurd, maar voel wel dat dit heel ernstig is. Die bodemplaat is tevens de vloer en ik druk mijn voet op de spleet om het spuiten van het water te verminderen. Er komt 100 liter per minuut binnen. Mijn bilgepomp kan dit niet aan. Ik probeer na te denken. Wat wil ik? Vechten en overleven. Wie wacht op mij, voor wie moet ik het

Het schip zag er niet uit, maar ik raakte steeds meer onder de indruk van de vindingrijkheid die ik er tegenkwam. Een windvaanstuurinrichting uit afval: de overbrenging was een stok met twee spijkers en drie platgeslagen bierblikjes vormden het hulproer… Ik keek mijn ogen uit. Wát dure Ariës of Windpilot, etc…? Dit werkt ook! Ik hielp hem en hij ging mij steeds meer helpen met het aan de praat krijgen van die rottige benzinemotor. We raakten steeds meer bevriend en ik nodigde hem iedere keer, na het harde werken in de bloedhitte, uit een ijskoud biertje op ‘mijn schip’ te komen drinken. Vervolgens aten we samen heerlijke sla die hij op zijn schip bereidde tussen het technisch afval, waar zijn schip mee volgestort was.

onmogelijke proberen? Zal ik het maar laten gebeuren en met mijn eigen stalen schip ten onder gaan? Neen… vechten zal ik! Ik trap met volle kracht de tafel van de midzwaardkast af, wat lukt. Ik kan nu lozen via de kast en met een vat gaat dat best goed. Lozen, lozen, lozen. Zonder deze mogelijkheid was ik afgeschreven. Werken, ploeteren, wat te doen? Ik ruk de bekleding van een kussen uit elkaar en prop dat in de spleet. De toevoer vermindert aanzienlijk, nog maar 30 liter per minuut. Ik ben al drie uur in touw. Ik weet, ik heb een emmertje kneedpasta ergens, speciaal voor onder water. Waar ligt dat ook alweer? Er staat nu 15 cm water in de boot en alles is doorweekt. Hozen, denken, zoeken naar de

François

26

Toen vertelde hij mij zijn adembenemende verhaal.

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011


pasta… Ik vind het, neem er een hand uit en begin met één hand te kneden. Met de andere hand ga ik door met hozen. Tijd verstrijkt. Adrenaline werkt op volle toeren. Overleven. Ik maak een plan: de prop er uit en met grote kracht de pasta in de spleet. Ik trek de lappen eruit en met volle kracht spuit het water weer naar binnen, maar ik druk de pasta in de spleet. De toevoer vermindert, maar het zal zeker 30 minuten duren voor het is uitgehard, misschien langer. Ik moet blijven drukken, maar ik moet ook hozen. Als ik de druk op de pasta verminder komt het er zo weer uit. Wanhopig, wat moet ik doen? Het werkt niet. De kracht van buiten is te groot. De pasta moet van buiten naar binnen, dan drukt het water het vast. Hoe moet dat? De zee wordt gelukkig rustiger. Nieuw plan… van buiten naar binnen… pasta kneden… lijn om de punt binden als geleiding... eerst de prop uit de spleet trekken en meteen naar boven en overboord met duikbril en dan met grote kracht de pasta onderwater naar binnen drukken. Dan blijft het misschien zitten en kan het uitharden en de spleet dichten. Ik ben al tien uur bezig en mijn krachten zijn behoorlijk afgenomen maar het moet. Het is de enige manier om te overleven. Hoe ik het gedaan heb weet ik niet meer, maar het werkte. Het lekken was gestopt en ik kon verder met de boot leeg te hozen. Na een uur voelde de pasta die door de spleet naar binnen was gekomen steeds harder aan. Wat moet ik nog meer vertellen? Ik heb het overleefd. Na 25 dagen loop ik Horta binnen en lig hier nu voor reparatie. Morgen last een gecertificeerde lasser de nieuwe plaat (3mm dik) er weer in en dan kan ik de volgende week het water in om mijn tocht te vervolgen’.

Toch maar niet… Hij lacht zijn bruine rotte tanden bloot en haalt zijn hand door zijn grijze kop haar en dito baard. We drinken nog een fles rode wijn leeg en ik zal hem tot het laatst toe helpen. Hij helpt mij ook steeds meer. De solex carburateur wordt minutieus gereinigd. De bougies, de bobine en de contactpuntjes worden volgens instructieboekje afgesteld, maar het kreng wil niet lopen. Ik beroep mij op voorwaarde drie en zie af van de koop. Kenners van de boot en de motor feliciteren mij met mijn besluit. ‘Die motor deugt niet’, zeggen ze. Ik help François bij de tewaterlating van zijn schip. Hij start zijn tweetaktmotortje en ik zie hem met weemoed vertrekken. Hij was voor één week echt mijn vriend. Ik heb sindsdien heel vaak aan hem gedacht, vandaar dit verhaal. Als u hem tegenkomt, waar dan ook… doe hem de groeten van mij. Het vliegtuig bracht mij een week later terug naar Breda, een mooie ervaring rijker.

Bart Lagerweij

Droom wordt werkelijkheid

H

et is een droom die zo’n 20 jaar gerijpt heeft: op weg met je eigen boot, zonder einddoel en vooral zonder eindtijd. Dat leek toen een onbereikbare droom, maar die lijkt nu toch echt werkelijkheid te worden. De eerste stap was drie jaar geleden de aankoop van D’ Ark, een robuust schip dat zich inmiddels bewezen heeft als een veilig schip, ook als het wat harder waait dan ons lief is. In de afgelopen jaren hebben we alle aan slijtage onderhevige onderdelen vervangen zoals het staand en lopend want, de accu’s, het elektrisch systeem en de kachel. Als laatste komen er dit voorjaar nieuwe zeilen van Zeilmakerij van der Werf uit Made op. Verder hebben we D’ Ark voorzien van nieuwe navigatieapparatuur zoals kaartplotter en Navtex, een boegschroef, een bijboot met buitenboordmotor en in het voorjaar wordt ook een bimini geplaatst. Als binnenkort de AIS-zender/ontvanger en de windgenerator zijn geplaatst denken we dat D’ Ark er helemaal klaar voor is. Het wordt (nog) niet een echte tocht zonder eindtijd, aangezien we rustig beginnen met bestemming Middellandse Zee en verwachten in november weer terug te zijn. Als het goed is zónder schip, want dat zal daar achterblijven en op ons wachten tot we in het voorjaar van 2012 de tocht vervolgen. Dat is zoals we hopen dat het zal gaan. De voorwaarde is dat we (Ans en ik) het beiden leuk moeten blijven vinden, anders eindigt de tocht. Wat we dan gaan doen weten we nog niet, maar een poging om de tocht per camper te maken zou een mogelijkheid kunnen zijn. Maar voorlopig houden we ons eerst maar eens bezig met de tocht naar de Middellandse Zee. Onze tocht maken we zonder echte (tijds)planning. We weten welke route we zo’n beetje willen volgen, en dat is helemaal langs de kustlijn van Frankrijk, Spanje en Portugal naar Gibraltar. Van daar uit zal het afhangen van de vriendelijkheid van de ontvangst in de havens in Spanje en de zeewaardigheid van de bemanning of we de kustlijn blijven volgen, of dat we via de Balearen, Corsica, Sardinië en Sicilië zullen gaan. Belangrijk vinden we om vanaf het vertrek uit Muiderzand al echt met de reis bezig te zijn. En dat houdt in dat we meer willen zien dan de havens alleen. Als er interessante dingen in het achterland te vinden zijn, dan willen we die ook bezoeken. Daarom nemen we van de landen die we passeren buiten de pilots ook de Lonely Planets mee. Verder vinden we het aardig als er opstappers zouden zijn die het leuk vinden om trajecten met ons mee te varen. Daarom bij deze ook de oproep aan ieder die daar interesse in heeft mij een mail te sturen met de periode dat je wil meevaren. Dat gebeurt op basis van deelname in de scheepskas. Het doel van onze tocht is om zoveel mogelijk te zien en niet om zo snel mogelijk ergens te zijn, een echte vakantie dus. Het vertrek is gepland voor begin mei. De precieze datum wordt pas kort voor vertrek duidelijk. Aanmelden voor meevaren kan op mijn mailadres: henri.boetzkes@gmail.com. Verder willen we ook een webpagina bouwen waarop familie, vrienden en bekenden ons kunnen volgen, maar daar moet nog aan begonnen worden. Nu is het zaak de klussenlijst af te maken en onszelf en wat we achterlaten op de reis voor te bereiden. We laten nog zeker van ons horen!

Ans en Henri Boetzkes PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

27


Reactie op de Tien Geboden van Jan de Vin Met veel plezier heb ik in vorige Zeezeilen het relaas en de argumentatie van Jan de Vin gelezen. Het idee om als je dan toch met alle geweld naar Engeland wil, de ellende dan ook maar zo vroeg mogelijk op te zoeken en voor dag en dauw te vertrekken, daar ben ik het volledig mee eens.

Punt 1. (Koop voor je 80ste een nieuwe boot…) Koop geen nieuwe boot, dat had je al veel eerder moeten doen. Koop wel goede navigatieapparatuur, een degelijke motor en een goede verwarming. Een boegschroef is alleen nodig als je een nieuwe boot koopt met saildrive, waarbij de schroef zover naar voren geplaatst is dat er geen stuwdruk meer is op het roer. Dan rest alleen nog maar alle manoeuvres met relatief veel bootsnelheid uit te voeren, wat in havens vaak problemen geeft. Koop of hou je oudere boot met een schroef kort op het roer. Punt 2. (Wees je echtgenote dankbaar…) Volledig mee eens. Punt 3. (Vervang de meegeleverde genua voor een highaspect fok…) Gedeeltelijk mee eens. Ook wij zeilen bij voorkeur met de high-aspect. Alleen bij een weerbericht dat meerdere dagen licht weer en bezeilde wind belooft, en gesteund door het Engelse gezegde ‘gentlemen don’t sail to windward’, vervangen wij de high-aspect door een rolgenua.

Carel Dijkmans

Punt 4. (Zet een eerste rif in het grootzeil en haal er dat nooit meer uit.) Onzin. Zorg dat je vanuit de kuip kan reven, evt. met behulp van een elektrische lier. Als het geen zeilen meer is maar dobberen of motoren, koop dan een motorboot. Geeft minder onderhoud.

H

Punt 5. (Zorg voor een paar potige en verdraagzame opstappers…) Zorg dat je geen opstappers nodig hebt, maar dat ze alleen vanwege het aangename gezelschap meevaren. Hooguit kunnen ze helpen om je rollator uit de bakskist te halen.

et oude adagium van ‘s morgens een vreemde kust aan te moeten varen is, met de huidige technieken, al lang achterhaald. En als je uitgerekend via Engeland naar de Franse kust of de kanaaleilanden wil, nota bene in je vakantie, ben je naar mijn gevoel niet verstandig bezig. Met een kieljacht overtijen in de voorhaven van Dover is geen pretje. Verschillende malen heb ik dat gedaan, met een trimaran, en wij lagen dan met medelijden te kijken naar de kieljachten die 30 graden lagen te rollen in de deining. Geen wonder dat ze ’s morgens vroeg wel weg wilden. Wat wij prefereerden was de eerste dag Duinkerken, dan Fécamp, Cherbourg en Saint Peter Port. Geen plastic Engels brood maar vers stokbrood, croissants etc. Dat betaalde je dan misschien met een dag langer varen, maar so what? We hadden al wel vakantie. Ik ben wel is waar maar net 70, en door onze manier van varen wat zwaarder dan Jan, maar het zeezeilen was ook uitdagend, ontspannend, en de avonden in de havens minstens zo goed. Als ik nu naar Jan’s bejaardenconcept kijk, zie ik veel overeenkomsten, maar ook verschillen.

28

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

Punt 6. (Begin langere trajecten voor het licht wordt…) Volledig mee eens. Punt 7. (Geneer je niet de motor bij te zetten…) Gedeeltelijk mee eens. Bij een snelheid van minder dan 4 knopen bijten de makrelen veel beter. Als je er genoeg hebt, kan je altijd nog de motor bijzetten. En koop een rookoventje. Punt 8 (Zeezeilen is bij tijd en wijle slechts een matig genoegen) en 9 (Geniet met volle teugen als het mee zit). Volledig mee eens. Punt 10. (Verheug je op je terugkeer naar het binnenwater) Correct. Bovendien zijn de mossels en oesters eind augustus in Zeeland op hun best.


Wie gaat er mee naar de Oostzee? Binnendoor naar het IJsselmeer

I

n 2008 is het niet gelukt om Denemarken te bereiken, we bleven steken op Juist vanwege harde tegenwind en tijdgebrek, maar dit jaar zou het moeten lukken. Ik heb er acht weken voor uitgetrokken. Heerlijk wanneer je gepensioneerd bent. Eerst de Joep Vermeulen tweedekamerverkiezing nog meegemaakt en dan een beetje teleurgesteld door de uitslag, vertrekken wij op 10 juni. Wij, mijn buurman Aad en zijn vriendin als passagiers. Binnendoor vanuit Drimmelen, Gorkum, het Merwedekanaal naar Utrecht. Dan de Vecht af en bij Muiden het IJsselmeer op. Een strijkbare mast en een kiel/midzwaard hebben zo hun voordelen. Nederland is vanaf het water zo mooi. Door de grachten varen van Utrecht, mijn geboortestad, is alleen al de tocht waard. De oude werven met de bomen langszij en daarboven de straat. Eeuwenoude panden en zeker bij de Vischmarkt waar je ‘onder’ de Dom doorvaart waan je je in een andere tijd. De Stadhuisbrug is een gekromde onderdoorvaart. Aan het eind ga ik zo dicht langs de terrasjes dat het uiteinde van de mast bijna de pilsjes van de tafeltjes veegt. Het gaat net goed. Voor een echte Rotterdammer is het voor Aad moeilijk om toe te geven dat Utrecht eigenlijk veel mooier is dan zijn geboortestad, maar na mijn stadsexcursie is hij helemaal om. De tocht over de Vecht is elke keer weer een belevenis. Eerst langs het Zandpad bij de Rode Brug waar het water door de activiteiten van de dames altijd licht golft. Via Maarsen en Breukelen naar Loenersloot. Daar weet ik riante ligplaatsen echter zonder enige voorziening, maar die hebben we tenslotte zelf aan boord. We passeren de grote buitenverblijven uit de achttiende en negentiende eeuw met hun pittoreske theekoepeltjes, de grote moderne villa’s van de nieuwe rijken en de gepriviligeerde woonbootbewoners vlakbij Weesp. Te vroeg de mast weer rechtop gezet, zodat de laatste verkeersbrug in Muiden alsnog een obstakel vormt. De terrasbezoekers aan de sluis krijgen niets spectaculairs te zien. Het gaat gewoon gesmeerd. En dan ligt daar het IJsselmeer.

Ook al gefopt door de sluis in Lauwersoog Volendam is het volgende doel. Helaas geen wind zodat de

motor weer zijn werk mag doen. Wel prettig dat je dan precies je aankomsttijd weet. We liggen heel comfortabel vlak voor de shoarmatent op de Dijk. Zou het wat met ons bezoek te maken hebben, want een week later hoorden wij dat hij afgebrand was? Via Hoorn naar Enkhuizen. Eindelijk wind, maar zoveel hoeft nu ook niet. Met 6 op kop naar de sluis en toen de Kia Kaha zelfs met gereefd zeil uit het roer liep, was dat het teken om even rust te nemen door naar huis te gaan. In de Buyshaven een veilig plaatsje gevonden. Het station is vlakbij en toen ik na een week op 20 juni weer terugkeerde zag ik vanuit mijn coupé dat de Kia Kaha er goedbijlag. Een dag lekker klussen: oliefilter schoonmaken, electrisch circuit controleren, radio installeren, strijkwant afstellen en meer van dat werk dat je meestal doet als de vakantie al is afgelopen. Een nieuwe opstapster kwam de volgende dag aan boord. En of het nu met haar te maken had, op dat moment begon de zomer en viel de wind dus weg. Op een spiegelglad IJsselmeer schiet je lekker op en Hindelopen is op weg naar Harlingen ons eerste doel. Dan via de staandemastroute naar Lauwersoog. De bruggen openen vlot, zeker wanneer je in konvooi vaart. In het Lauwersmeer aan een verlaten steiger aanglegd. Nederland vol? In de sluis van Lauwersoog had ik de waarschuwing niet gelezen dat de stroom van achter komt, zodat ik dus even later dwars in de sluis lig. Voor wel keurig vastgemaakt. De vlaggenstok van mijn voorligger kon niet tegen mijn preekstoel op en begaf de geest. Samen opvarend direkt afgerekend.

Over het Wad naar Duitsland slingeren Schiermonnikoog ligt al op ons te wachten. Met een enorme bocht kom je uiteindelijk in de slingerende prikkenbaan. Zelfs de ondiepstekende Kia Kaha liep even buiten die baan vast. Je

voor Schiermonnikoog PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

29


30

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011


hebt daar totaal geen speling. Een uur na hoogwater lopen we binnen en krijgen een mooi plekje aangewezen door de unieke havenmeester. Voor hem ligt plastic naast plastic en hout naast hout. Schiermonnikoog is voor mij de parel van de Nederlandse waddeneilanden. We blijven er drie nachten liggen en maken er meteen een strandvakantie van. Buitenom over een gladde zee naar Borkum. Sven, een Duitser met vrouw en kinderen op een kleine Etap kent de wateren en vaart voor ons uit. Met dit weer kan er eigenlijk niets fout gaan. De motor blijft het onberispelijk doen. In de aftandse jachthaven met de joviale havenmeester vallen de krakende, wiebelende steigers niet op. Ook niet dat je in de stinkende prut ligt. Binnendoor de volgende dag naar Juist. Ik wist dat de geulen zich hadden verplaatst, hield daar ook rekening mee, maar nam

toch een te vroege afslag bij de verkeerde ton. Dat besefte ik pas toen er overal om de boot zeehonden opdoken. Terug!! We kwamen uiteindelijk goed bij Juist aan. Daar kende ik het water wel en met opgetrokken zwaard voeren we ‘immer geradeaus’ de haven binnen. Twee jaar geleden is de haven helemaal vernieuwd en uitgediept. Nu blijkt dat al het werk opnieuw gedaan moet worden. De hele haven is weer dichtgeslibd omdat de havenmond verkeerd is geprojecteerd. Juist, lang dun en lekker met een schitterend Kurhotel. Een orkestje wacht ons op en natuurlijk ook al die toeristen die met de veerboot komen. Sven leent mij zijn Duitse Wadkaarten en die brengen ons de volgende dagen binnendoor naar Baltrum en Spiekeroog. Eerst nog even tanken in Norderney. Aanleggen, de dijk over en bij de Tankstelle tanken. Tot Helgoland is er geen mogelijkheid meer om de dieselvoorraad aan te vullen.

Butterfahrt naar Helgoland Spiekeroog, vergelijkbaar met Schiermonnikoog: vriendelijk,

Spiekeroog mooi, rustig en heerlijk eten ( veel goedkoper dan op Schier). Ook daar blijven we een paar dagen en toeteren luid wanneer Nederland doelpunten maakt. De dag erop toeteren de Duitsers al na vier minuten omdat zij de Argentijnen inmaken. Het is een groot verbroederingsfeest.

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

31


Helgoland ligt voor mijn gevoel heel ver en eenzaam in zee. Dat haal ik nooit zonder zeeziek te worden? Het zit toch voor het grootste deel tussen de oren. Mijn pillen ingenomen en voor hoogwater naar buiten om dan door de ebstroom naar zee gesleurd te worden. Evenwijdig aan de kust tot de TG19/ Weser 2 ten noorden van Wangerooge. Ik wilde persé buiten de vaargeul blijven. De verhalen over de onverkwikkelijke houding van de Duitse waterpolitie maken me wat schuw. Tussen de voor-anker-liggende boten door op een koers pal noord sturend, komt Helgoland na vijf uur vanzelf in zicht. Zowaar komt er wat wind opzetten en al zeilend tot in de havenmond van de Zuidelijke haven is het doel bereikt. We liggen comfortabel aan de steiger voor kleine boten en dat is helemaal in de hoek. Het eiland verkend, de vogels geobserveerd. Alken en Jan van Genten bevolken de rotsen. Een enkel Alkenjong stort zich nog van de rotsen voor de eerste vlucht. De bedoeling van de Engelsen was om het hele eiland na de oorlog van de kaart te vegen. Ze hebben hun uiterste best gedaan, maar gelukkig is hun wraakaktie niet helemaal gelukt. Helgoland is weer opgebouwd in een vriendelijke stijl en echt gericht op de duizenden toeristen die met de ‘Butterfahrten’ een dagje komen winkelen, belastingvrij. In de winkels met Schiffsausrüstung is geen harpje te koop, wel ‘veul’ drank. Ik drink geen whisky, maar voor zeven euri een fles Johnny Walker lijkt me niet te duur. Wel duur is het water. Voor een douchebeurt € 2,50 neertellen, vraagt enige zelfbeheersing.

Hollanders aan de Eider Het volgende te bereiken doel is Tönning aan de Eider. De

Friedrichstadt en na drie uur bereiken we de sluis van dit oude stadje, ook wel Holländerstadt genoemd. Oude geveltjes, als loop je langs de Amsterdamse grachten. Het stadje is door Nederlandse Remonstranten, door godsdiensttwisten verdreven, gebouwd. Zij vonden daar in de zeventiende eeuw op uitnodiging van Hertog Friedrich III een goed klimaat om in vrijheid te leven en betekenden tevens voor de streek en de hertog een aanwinst. Het is nog steeds een stad waar alle geloven vreedzaam naast elkaar leven. In oranje kleding getooid bekijken we na een heerlijke maaltijd op een groot scherm de wedstrijd van het Nederlands elftal. Zo dat hebben ze hem maar weer geflikt. Met de Fleur van Gerrit en Diny als metgezel verder de Eider opgevaren en genoten van het schitterende landschap en de schilderachtige stadjes.

Ai, kras Het Ostsee/Oostzee /Kielerkanaal is minder saai dan ik dacht. Glooiende oevers, de wonderlijke hangveerpont, de enorme schepen, de hoge bruggen en dan de sluis bij Holtenau.

Eider Eider is een meanderende rivier die voor Rendsburg in het Ostsee kanaal uitkomt. Met westelijke en noordelijke wind is deze route te preferen boven de Elbe. Weliswaar is hij 30 kilometer langer, maar de Elbe bij Brünsbüttel is nu ook niet de leukste plek op aarde. Twee Nederlanders besluiten ook mijn kant op te gaan en elkaar in het vizier houdend is het pal oost tot de aanloopboei van de Eider. Terwijl zij groter, dus ook sneller zijn, profiteer ik meer van de vloedstroom langs de kust en tegelijkertijd op halve wind zeilend, gieren we tussen de tonnen door naar de Eidersperrwerke. Na betaling hoog in de toren, worden we geschut. Een kronkelende baan leidt ons naar Tönning en precies op tijd, twee uur na hoogwater meren we af in het mooie stadje. Friedrichstadt bezoeken we de volgende dag. In een striemende regen door de verkeersbrug 32

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

Prinsendam Daarachter ligt het beloofde water. In de sluis schade opgelopen omdat de drijvende vlonders, die verbonden zijn door ijzeren uitstekende bouten, zo laag liggen dat de stootwillen, al drijven zij op het water, geen bescherming kunnen bieden. Een door merg en been gaand krassend geluid doet me het ergste vermoeden. Aangelegd net na de sluis in de vluchthaven van Holtenau inspecteer ik de schade. Een groef tot diep in het ►


Plastic

Tijdens het Lustrumfeest hebben we een fantastische hoedenshow voorbij zien komen.

Juttersgoed

A

llemaal hoofddeksels met afvalplastic uit het water en langs het strand. Nou, er zat heus wel een enkele strandjutter tussen. Maar de Stichting Noordzee maakt het ons mogelijk om de echte jutters en plastic-soepbestrijders met een kleine bijdrage te ondersteunen. Koop (symbolisch) dat aangespoelde visnet, die plastic sandaal, of die halfondergestoven verweerde plastic mand. De Noordzeehelden gaan voor ons op pad. En wij varen in een schone zee. Je leest het allemaal op : www.noordzee.nl/ noordzeehelden/ producten.

Lion Sails Holland b.v.

Kwaliteitszeilen uit eigen werkplaats Veerhaven 1b 4485 PL Kats (Zld.) Tel: 0113 - 600291 Fax: 0113 - 600249

Lion Sails

Internet: www.lionsails.nl E-mail: info@lionsails.nl Handelsregister Middelburgno. 22026358

Openingstijden: maandag t/m vrijdag 8.00 - 17.00 uur, zaterdag van 10.00 - 13.00 uur

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

33


laminaat. Met tape bedek ik de kras. Jammer, maar ja dan had zij maar geen schip moeten worden.

Wind, voetbal en rozen De volgende dag was er zowaar wind. Lekker zeilend de haven uit en na drie lange slagen zijn we op het open water. Kristal helder water, een stralende zon, of ik weer in Australië zeil. Gelukkig dit keer geen kwallen, waar de Oostzee zo berucht om is. Wat kun je dan beter doen dan heerlijk zwemmen? Ærø, een wonderbaar mooi en lieflijk eiland. Æroskøbing het

begeleidt mij via de marifoon de haven in. De striemende regen beneemt mij elk zicht. Dat hij zelf door en door nat wordt, neemt hij op de koop toe. Aangelegd en omgekleed en toen het droog werd het eiland verkend. Naar Middelfahrt is het niet zo ver en de zeiltocht via de Kleine Belt is met dit stralende weer en een windje van 4 half, een genot. De immense brug, het mooie landschap en de bezeilde koers naar Bogense, allemaal ingrediënten voor een mooie tocht. Ook Bogense is weer zo’n echt Deens plaatsje uit de reisgidsen. Gezellige haven, lekker eten, winkelcentra vlak om de hoek. Minpunt is er voor Wil, mijn zeilmaat, er zijn hier brandkwallen. Ze heeft het geweten.

Overal feest en festival

Aeroskobing mooiste plaatsje, de kleine vakwerkhuisjes, de stokrozen, de schitterende tuinen. Voorwaar ik zeg U: eerst Æroskøbing zien en dan sterven. De haven is wel erg vol, maar...voor een kleine boot is er altijd nog wel iets vrij. De havens in Denemarken, althans degene waar we hebben aangelegd, zijn over het algemeen goed verzorgd en voorzien van alle denkbare nuttige bijkomstigheden als een wasserette en internet. In Æroskøbing hebben we in een duur hotel de finale gezien: Nederland tegen Spanje. Omdat er een familie uit Spanje is en een enkele verdwaalde Nederlander zoals wij, is er tot vlak voor het eind een leuke rivaliteit. De sfeer is zo goed, dat we € 7 voor een kop cappucino op de koop toe nemen. De duurste die ik ooit heb geproefd. De tocht naar Middelfahrt gaat via Bagø, een nagenoeg onbewoond eilandje. Vlak voor de haven overvalt ons een geweldige storm die we al hadden zien aankomen, maar niet meer konden ontwijken. De schipper van de Fleur, die er al is,

Bogense 34

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

In een uur een val van 1005 naar 910, dat belooft wat. De wind wakkert plotseling aan. Windkracht 7/8. We blijven maar binnengaats. Om in Kerteminde te komen, onze volgende stop, moet je een heel stuk omvaren. Tot de noordpunt van Fühnen een schitterende halfwindse koers Bf. 5/6 met een rif in het zeil en daarna begint de pret pas echt. Tegen wind en stroming in. Een woelige, onberekenbare zee. De motor wordt bijgezet en we koersen een wat westelijke koers om daarna onder de kust een gunstiger wind te pakken. In Kerteminde vallen we met de neus in de boter: een muziekfeest. Eigenlijk is heel Denemarken één groot festival in de maand juli. Hier blijven we twee dagen. Het optreden van Shane and Jane, gitaar en viool, is voor mij een feest der Ierse herkenning. Vanuit Kerteminde een fietstocht gemaakt naar Odense, de stad van Hans Christian Andersen. De wuivende korenvelden, de stalletjes met de aardbeien, de rust en de grandioze ijsjes waar de mensen voor in de rij gaan staan. Terug op de boot, voelen we wel dat we flink hebben gefietst. We blijven de volgende morgen ook nog, want een goed dixielandorkest zou ons op authentieke ‘jazz’ tracteren. En dat was ook zo. Tegen half drie varen de Kia Kaha en de Fleur gezamenlijk uit. Eerst alleen op de genua, maar wanneer het grootzeil wordt bijgezet, blijkt dat de koers zo gunstig is dat de boot prima in balans blijft.

Over de Grote Belt Aan de wind tot de grote brug over de Grote Belt. Halen we de onderdoorvaart? Zijn we niet te hoog? Er is nergens een vermelding van de werkelijke doorvaarthoogte. Ook al heb je tien meter ruimte, vanaf de boot kun je dat niet inschatten. ‘Terug’, schreeuw ik tegen mezelf. Zeil neer en motor aan. Heel voorzichtig probeer ik de zesde doorvaart. ‘ Waarom keerde je? Je had nog een zee van ruimte’, zegt Gerrit later. Gemakkelijk praten. Nyborg heeft een vernieuwde haven. De brug heeft de veerhaven overbodig gemaakt en de stad grote schade berokkend. Langzaam kruipen ze weer uit het dal. Het mooie oude slot is goed gerestaureerd en dient als decor voor diverse culturele activiteiten. Ook hier huren we fietsen en verkennen het binnenland met de schitterende doorkijkjes naar zee. Omdat Kopenhagen ons eigenlijke zeildoel was, maar binnen de tijd niet haalbaar, laten we de boot hier liggen en gaan Wil en ik per trein. Afscheid genomen van de Fleur. Via de marifoon ►


zouden we elkaar laten weten waar we uithangen. Wil neemt diezelfde avond nog het vliegtuig naar huis en ik bezoek Deense vrienden. Na een week komt mijn derde opstapper, Nout, met de trein aan. De zuidelijke wind werkt wel wat tegen, maar met dit mooie weer, de weidse Belt en het omringende landschap hebben we toch niets te klagen. Naar Rudkøbing is het laatste stuk zelfs bezeilbaar. Een volle haven, maar wanneer je je tussen de palen perst is er altijd wel een plekje te vinden. We trakteren ons op een lopend buffet in het restaurant aan de haven. Rudkøbing is deze dagen het centrum van pop en andere luidruchtige muziek. Tienduizenden hebben op de gemaaide akkers hun tentjes opgeslagen. Waarom moet die muziek zo verschrikkelijk hard?

Verwaaid in Bagenkop

LAT met Ribaldus Boven op de rotsen kijken we uit over het prachtige water dat tussen Kiel en Denemarken ligt. De ene na de andere boot die is uitgevaren, zien we terugkeren. Het lijkt onder de kust toch rustiger dan zij even later ervaren. Zes uur zo te moeten knokken om in Kiel te komen, vinden veel schippers teveel van het goede. Dan is er een gat in het weer, ondanks dat de havenmeester had verteld dat er 7/8 zat aan te komen. Met een lekkere bries, wel op de kop, motoren we naar de sluis bij Holtenau. We zijn er zo vroeg dat we besluiten om door te varen. Eigenlijk hadden we een afspraak met de Ribaldus, maar de hele dag heb ik geprobeerd hen te bereiken op kanaal 16. In het kanaal luister je echter op 2 uit. Dus geen contact.Toen wij de sluis uitkwamen, gingen zij juist naar binnen. Zwaaien en roepen, dat was alles. Tijdens de tocht ontving ik steeds van Jan Oome berichten waar zij uithingen. Leuk om samen te varen ook al is het op afstand. In Rendsburg een fijn plaatsje gevonden in de eerste jachthaven. De volgende dag besluiten we toch maar weer via de Eider te gaan. Voor mij een dierbaar weerzien en voor Nout een nieuwe ervaring. Voor de Nordfeldsluis meren we af in de kleine jachthaven, want Friedrichstadt is niet meer bereikbaar. Piepkleine gastvrije jachthaven, heerlijk primitief. Op stroom afmeren moet je eigenlijk van te voren oefenen. Na enig gehannes toch goed afgemeerd tussen de palen.

Vastigheid in Tönning en harde wind naar Helgoland

Bagenkop We wachten niet op dit gebeuren en varen de volgende dag in mistig weer richting Æroskøbing. Laat ik de Fleur eens oproepen, misschien zijn zij in de buurt. Vlak voor ons passeren zij Marstal en vragen ons mee te gaan naar Bagenkop op de zuidpunt van Langeland. Eigenlijk best leuk elkaars gezelschap op te zoeken. Een uurtje achter hen aan zeilen we naar Bagenkop. Voor Marstal toch de verkeerde kant gekozen van de geul. Toch maar gekeerd, ook al steek ik niet diep. Twee grote Nederlandse charters proberen met ons Bagenkop voor de komende regen en wind binnen te lopen. Het zeil is op tijd gestreken en ik stuur recht op de havenmond aan. Het zicht wordt nul en voorzichtig probeer ik de ingang te ontdekken. Dan even een beetje iets meer zicht en in de haven heb ik de aangemeerde schepen als gids. Aan het eind van de haven met een zeer harde wind achter ineens de box ingedraaid. Helaas blijft Nout met zijn schoen achter de kikker haken en kan niet afstappen. We waaien dwars weg. Gelukkig neemt onze buurman de landvast aan en trekt ons weer in positie, maar ik had het zo mooi willen doen. Zo we liggen en dat doen we de komende vier dagen. We hebben tenslotte vakantie en niets moet. Er blijft een harde en zelfs stormachtige zuidwestelijke wind staan. Die eerste avond probeert één van de charters van lagerwal weg te komen. Met heel veel hulp van de andere schippers lukt het na enige uren. Spektakel en de hele haven loopt uit om dit mee te maken.

Tönning De volgende morgen vroeg met hoogwater door de sluis, maar dat betekent toch, omdat we drie kwartier voor de treinbrug moeten wachten, dat de eb ons inhaalt. We varen tussen hoge oevers met de ontelbare vogels, zelfs een zeearend maakt zijn opwachting. En zoals te verwachten lopen we midden in de haven van Tönning vast en even later liggen we helemaal droog. We vormen een attractie voor al die toeristen. Niemand wil kijkgeld betalen. Na vier uur zijn we los en meren uiteindelijk aan de langse steiger af. Wanneer de Duitsers naar de Nederlanders hadden geluisterd, dan hadden zij meer doorlaatsluizen gemaakt. Nu slibt de hele Eider dicht. Ook de Duitsers kankeren op hun regering. De volgende morgen moeten we voor hoogwater bij de Eidersperrwerke zijn. Het is regenachtig weer met een zuid ►

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

35


zuidwestelijke wind 5/6. De sluis schut ons snel. We zeilen de geul af. Hoge brekers aan bakboord blijven gelukkig op een afstand. Met harde westelijke wind wordt deze vaarroute ook beslist afgeraden. Een fantastische tocht naar Helgoland. Vlak voor Helgoland roep ik een passerend schip aan om te vragen of de binnenhaven vol was. Mijn bericht wordt ook opgevangen door Bauke. Je bent dus nooit alleen op de wereld. De alken zijn allemaal verdwenen alleen de Jan van Genten zeilen op de harde wind en landen precies op dat kleine uitstekend rotspuntje. Met parapenten land ik niet zo precies.

Zomer op het Wad Wanneer in tegenstelling tot het weerbericht de volgende morgen minder wind is, natuurlijk pal tegen, vertrekken we. Op de motor naar boei 19 en dan langs de kust van Spiekeroog met de vloedstroom mee het zeegat in en meren we af in de gezellige haven van Spiekeroog. Het is de volgende dag weer echt zomer. Echt een dag om lekker te niksen. Daarna buitenom naar Norderney en vlak bij de havenmeester een plek aangewezen gekregen. In Norderney, een echt Duitse badplaats en kurort heerlijk bij de Chinees gegeten. We kunnen er weer tegen. De route naar Schiermonnikoog is helemaal te bezeilen. Hoe is het mogelijk. Wanneer je een waypoint ingeeft, moet je dat wel op een ingezoomde kaart doen. We zitten er zo’n mijl naast en en door een tegenkoerse slag komen we alsnog goed uit. En op het juiste moment, want we worden als vanzelf naar Lauwersoog toe gespoeld. Vlak voor de sluis slaat de motor af. Dat doen motoren altijd op de meest ongunstige momenten. Vlug het filter schoongemaakt en toen de sluis openging, was de klus geklaard. Aan dezelfde stille steiger in het Lauwersmeer

aangelegd en heerlijk geslapen. Zoet water slaapt toch anders. De tocht via de staandemastroute verloopt zeer voorspoedig. In het kleine haventje voor de zeesluis van Harlingen is het goed overnachten. Iedereen gaat echter in de gracht liggen. Waarom weet ik niet? Op het IJsselmeer staat er een harde wind en Enhuizen is niet bezeilbaar. Ach Medemblik is ook niet slecht. De volgende dag in een ruk naar Amsterdam en tegen de schemering bereiken we de Sixhaven waar altijd plaats is. Net als in een Bemo, een busje in Indonesië. We liggen opgepropt, maar wel gezellig. Alleen als hier brand uitbreekt, ben je je boot kwijt. In de Warmoesstraat bij het Surinaams/Chinees/Indonesisch restaurant voor bijna niets gegeten. Het kan dus wel.

Hollandse polders Het is lang wachten voor de brug in het Noordzeekanaal. Storing. Uiteindelijk gaat hij open en tuffen we met een grote vloot richting Haarlem. Bijna iedereen blijft hier, maar wij varen door en in Woubrugge vinden we een kleine jachthaven waar we als enigen liggen. Polders, molens, koeien, boten, wolken, wind en water, allemaal ingediënten waar de hele wereld naar komt kijken. Drimmelen is een lange dagtocht verder. Zo dicht bij huis, krijgen we ineens haast. Paarden die de stal ruiken??? In de late avondzon meren we af op mijn vertrouwde plek in de nieuwe jachthaven van Drimmelen. Als slot van deze mooie vakantie eten we heerlijk in het restaurant in de Oude haven. De volgende morgen nog even hard werken en de boot ligt er weer als nieuw bij. Wel met een diepe kras als enige beschadiging. Daar is overheen te komen. Acht weken heen en terug. Wat een luxe.


Vlaamse stroom in Eindhoven

R

uim een jaar geleden hadden we een interessante lezing van Guido Bakema over Wind op Zee. De essentie was dat met benutting van 1% van het Nederlands Noordzeeoppervlak, alle Nederlandse huishoudens van elektrische energie kunnen worden voorzien. In Nederland komen deze plannen maar langzaam uit de startblokken. In Engeland en bij onze zuiderburen gaat dat verrassend voortvarend. Bij de laatste Ramsgatetocht konden we zien hoe snel de ontwikkeling gaat. Diverse boten waren niet op de hoogte van de werkzaamheden bij de Bligh Bank, op het Belgische deel van de Noordzee, en moesten hun tochtplan aanpassen. Op deze locatie zijn 55 turbines van 3MW gepland. Hiervan zijn er inmiddels 27 in bedrijf. Per jaar wekt iedere turbine bijna 10 miljoen kWh op, oftewel het elektriciteitsverbruik van 2.300 huishoudens. Voor sommigen is deze ontwikkeling alleen hinderlijk. We moeten op tijd onze kaarten bijwerken, en soms een stukje omvaren. Maar kunnen we ook genieten van deze windparken?

aantal turbines 55 type turbine Vestas V90 totaal vermogen 165 MW opgewekte elektriciteit op jaarbasis 540 GWh = 540 000 000 kWh investering voor de eerste helft 613 miljoen euro kabel (aan een stuk) 53 km enige feiten over het Belwind park op de Bligh Bank

Philip Beekman

De Nederlandse investeringsmaatschappij Meewind (www.meewind.nl) heeft mij daarbij geholpen. Door het nemen van participaties kan op langere termijn een behoorlijk rendement worden verwacht, en bovendien dragen we bij aan een beter milieu. Meewind is grootaandeelhouder in het windpark op de Bligh Bank, dat dankzij de Belgische stimuleringsmaatregelen tot stand is gekomen. Met een participatie van 1.000 euro wek je ca. 3.500 kWh aan energie op. Dit is inclusief alle kosten voor financiering, bouw, energietransport en te zijner tijd ontmanteling. Het prognoserendement over een periode van 20 jaar is 7 tot 10 procent. Het gemiddelde elektriciteitsverbruik van een huishouden in Nederland is 4.300 kWh (bron CBS). Wie dus verantwoordelijkheid wil nemen voor zijn eigen duurzame energieproductie, kan dat eenvoudig door deelname in een windpark, zoals via Meewind. Uiteraard is elektriciteit maar een deel van ons energieverbruik. Het grootste deel van je energieverbruik thuis is voor de verwarming. Ruwweg is 1 m³ gas gelijk aan 8,8 kWh. Bij een huishoudelijk gebruik van 1.900 m³ gas, zou je dus nog 5 participaties moeten kopen om ook dat af te dekken. Ten slotte de auto. De energie-inhoud van een liter diesel is ca 10,6 kWh per liter. Bij 1.300 liter diesel die we gebruiken om 20.000 km mee te rijden, kunnen we dus compenseren door nog eens 4 participaties. In het totaal kan een gemiddeld gezin zijn energieverbruik opwekken door ruim 10.000 euro te investeren. In verhouding tot de kosten van een huis, een auto of een zeilboot is dat een heel redelijk bedrag. Zeker met het wisselvallige stimuleringsbeleid voor groene energie in Nederland is deze investering veel gunstiger en effectiever dan het plaatsen van een zonnecollector of zonneboiler. Inmiddels heb ik zo’n investering gedaan. Daarmee kan ik zeggen dat ik zelf al mijn energie milieuvriendelijk opwek. Bovendien kijk ik nu met veel plezier naar de windmolens op de Bligh Bank en vaar ik graag een stukje voor om.

elektriciteit gas diesel

energie inhoud 1 8,8 kWh/m³ 10,6 kWh/liter

verbuik 4.300 kWh 1.900 m³ 1.300 liter

totaal kWh equivalent 4.300 17.000 14.000

aantal participaties 1.5 5 4

rekenschema energieverbuik

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

37


N o or

d ▼ R

o n dje

o m de

V

er misschien niet genoeg wind zou zijn, maar dat was gelukkig niet zo. Om 10.30 uur voeren we de haven uit en gingen we onder vol zeil richting Den Oever. Voordat we vertrokken vroeg ik Manfred nog of hij zijn zeilbroek aandeed. Nee, dat was niet nodig. Halverwege begon het opeens harder te waaien. De windkracht was al ruim 5, maar werd opeens ruim 6 en soms 7. Omdat de Sjtuf soms uit het roer liep moesten we toch echt reven. Dat bleek een gevoelig punt. De regen kwam zo hard aan dat het hagel leek en in de kortste keren waren we kletsnat. Dus toch maar de zeilbroek aangedaan. Achteraf vroegen we ons af hoe het kwam dat we die bui niet hadden zien aankomen.

Omdat de boot toch behoorlijk te keer ging hebben we onder het genot van een glaasje wijn gewacht tot de wind enigszins ging liggen. Deze avond begon het telefonisch overleg tussen de verschillende boten, iets wat het weekend zou tekenen.

Een enkele keer zagen we in de verte voor of achter ons een zeilboot. Zou die ook van PZV zijn? Maar dan draaiden ze weer af. Omstreeks 16.00 uur naderden we Den Oever. Manfred had via de marifoon al een ligplaats geregeld, dus daar voeren we zo naar toe. Aan de havenmeester vroegen we of er al meer boten van PZV gearriveerd waren. Je zag hem even wit wegtrekken omdat hij een invasie van zo’n dertig boten verwachtte. Nadat hij verteld had dat we in ieder geval gewonnen hadden, kreeg hij weer wat kleur. Vervolgens even op de dijk kijken waar de rest van de vloot bleef. Niemand te zien. Manuela had zich via een netwerk van collega’s in de haven van Den Oever af laten zetten en arriveerde omstreeks ► 18.00 uur.

Aankomst Lelystad an Mathy kreeg ik via de mail het bericht dat ik, samen met Jos, was ingedeeld bij Manfred en Manuela Paradiek op de Sjtuf. Zij wonen vlakbij, dus even een afspraak gemaakt voor een kennismaking en om één en ander af te spreken. Manfred en ik zouden donderdag de boot naar IJmuiden varen. Vanwege de eventuele files donderdagmorgen, ging ik woensdagavond alvast naar de Sjtuf in Lelystad. In de haven ging het ondertussen al behoorlijk heftig te keer. Jos had zich afgemeld en dus had ik de hele achterhut tot mijn beschikking. Wat een luxe!

Vertrek naar Den Oever Er werd druk gediscussieerd over wel of niet via IJmuiden, met name omdat de windvoorspelling (NW 6) bij Den Helder niet gunstig was. Aangezien het de verwachting was dat dit niet zou veranderen, hadden wij al de beslissing genomen niet via IJmuiden, maar via het IJsselmeer naar Den Oever te varen. De beide andere boten uit Lelystad zouden dit ook doen. De volgende dag, na een beetje uitslapen, leek het even dat 38

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011


Oversteek naar Texel De volgende dag gaf het weerbericht windwaarschuwing windkracht 7 en golven tot 3 meter aan. De wind zou in de loop van de dag toenemen dus daarom vertrokken we op tijd (9.00 uur). Het eerste gedeelte recht in de wind op de motor maar daarna al snel de zeilen gehesen (dubbel gereefd). De wind en de golven vielen mee, omdat de wind uit de noordwest hoek kwam en na een relatief korte tocht bereikten we Texel. Manfred hees meteen het PZV-vlaggetje in het want, zodat de andere boten wisten waar we lagen. ’s Middag gewandeld naar Oudeschild. Tussendoor steeds even op de dijk kijken waar de rest van de PZV-vloot bleef, maar steeds geen zeil te zien. We wilden ook nog even naar Den Burg maar na twee keer de bus gemist te hebben vonden we het wel leuk geweest. Het afrekenen van het havengeld was het beloofde hoogtepunt van het Rondje om de Noord: de vrouwelijke havenmeesteres van Texel. ’s Avonds heerlijk gegeten in het eetcafé in de haven. Tussendoor steeds letten op de boten die nog binnen liepen, maar helaas geen PZVboten.

Manuela

Zaterdag, toen duidelijk was dat we de enige boot van

samengesteld waarbij elke gang door een bemanningslid werd geserveerd. De rest van de bemanning ging zijn diner op een ander schip genieten. Het was super gezellig en zo leerde ik eindelijk wat meer mensen van PZV kennen. Om middernacht was Manfred jarig en Manuela had iedereen uitgenodigd om dit op de Sjtuf te komen vieren. Dat resulteerde in een gezellig feestje. Nooit geweten dat er

Maarten

Manfred

PZV op Texel waren, besloten we niet in ons eentje het hele programma te volgen en de dertig lunchpakketjes bij Ecomare op te eten, maar er een heerlijk zeildag van te maken en wellicht de rest van de vloot in het kommetje van Hindeloopen te ontmoeten. De tocht naar Kornwerderzand was, met een ruime koers, heerlijk. Een drooggevallen bank lag zelfs helemaal vol met zeehondjes. Als we even zonder gespreksstof zaten belde Manuela Mathy op en dan hadden we weer genoeg om over te praten.

zoveel mensen op deze boot passen.

Via Kornwerderzand naar Stavoren

Hindeloopen bleek niet zo’n goed plan in verband met de te verwachten wind. De buitenhaven van Stavoren was een beter alternatief. In Stavoren lag de vloot al klaar en er was een box voor ons gereserveerd. Na even bijkletsen was het al snel tijd voor het Walking Dinner: de Eerste Echte Texelse Eet Estafette in Stavoren. Dat bleek een schot in de roos. Op elk schip werd door de bemanning een driegangendiner

Van Stavoren naar Lelystad De volgende morgen ging iedereen zijns weegs. Wij vertrokken ook al redelijk op tijd met een wat houten kop, waarschijnlijk vanwege het feit dat we gisteren alle drankjes door elkaar dronken. Toen we uit de haven vertrokken haperde het hijsen van het grootzeil voor de zoveelste keer: er zat een schroefje ergens achter de leuvers dwars. Na wat gepruts hadden we eindelijk het kleine schroefje verwijderd en kon het zeil weer zoals het hoort vanuit de kuip bediend worden. Na een pittige tocht waarbij de wind soms weer windkracht 7 haalde, bereikten we de thuishaven. Moe maar voldaan gingen we naar huis. Het was een prachtige tocht die ik voor geen geld had willen missen.

Maarten Mertens

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

39


Onderweg naar Denemarken met de Ribaldus

Jan Oome

W

e voeren de Helioshaven in Hellevoetsluis uit, op 21 juli, heel bijtijds zo rond 7 uur. De Goereese sluis gaf wat oponthoud, maar via het saaie Slijkgat en ‘n ruime bocht om de tweede Maasvlakte en de Eurogeul lagen we, ondanks de niet al te overdadige wind, ‘s avonds toch om 19.30 uur vast aan de wat afgelegen M-steiger van de Seaport Marina in IJmuiden. De eerste dag dik 52 mijl in ruim 12 uur, was niet zo gek. Om vandaar Den Helder te bereiken, hadden we de volgende dag maar 61⁄2 uur nodig! We konden daar dus bijtijds naar het Marine-restaurant, dat sinds kort weer open is en gerund wordt door twee echtparen die prima gerechten serveren! ‘s Morgens mooi zonnig weer en geen haast, want als we om 9 uur weggingen hadden we toch vanaf 14.00 uur de stroom mee naar binnen bij Vlieland, richting de Wadden op. Vanuit Den Helder ‘t ogenschijnlijk nauwe Molengat in tussen Texel en de droogvallende zandplaat Noorderhaaks. Dat was geen probleem: er liggen heel wat boeien en ook de marine gaat erdoor! We hadden ‘n prima zeiltocht langs Texel en Vlieland. Bij het naderen van het Stortemelk, de opening tussen Vlieland en Terschelling, kwam ons de veerboot Vlieland uit Harlingen tegemoet. Wat blijkt uit een binnenkomend telefoontje? Vrienden van Joop, die dat weekend bij ons aan boord zouden logeren, zitten op die veerboot, zien ons en maken foto’s! Mooi toch? Inderdaad zagen we die ferry op ons afkomen en langs het eilandje Richel naar de haven afdraaien. Een betere foto-shoot kun je je natuurlijk niet wensen! Dat weekend hebben we samen op de fiets Vlieland en het immens grote strand verkend. Het eiland is een prachtig vakantie-eiland en een bezoek meer dan waard. ► Op maandagmorgen waren we al om 5 uur los van de steiger, ► 40

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011


het gunstigste tijdstip om het tij mee te hebben, want we hadden een trip van circa 80 mijl naar Borkum voor de boeg. Het begin van de tocht, het was nog schemer, moesten we de diepte goed in de gaten houden, want als je te vlug naar het noorden koerst, loop je vast op de Mastgronden, wat ons bijna gebeurde. Dus vanuit Vlieland ongeveer 5 mijl pal naar ‘t westen en dan pas richting noord.

Helgoland. Je moet daar bijzonder goed uitkijken naar alle beroepsvaart, die daar van alle kanten op je af schijnt te komen! Er liggen daar diverse trafficzones. Het lijkt wel een soort rotonde voor zeeschepen. Maar tot zover ging alles voorspoedig en volgens plan en wens. Het was zonnig weer en we zeilden. Maar langzamerhand werd de wind wel minder…

Het was een zonnige tocht met genoeg wind, langs Ameland en door ‘t Hubertgat recht op Borkum af, waar we om 19.30 uur vastlagen in de Yacht Harbour. Letterlijk vast, want vlakbij het steiger was het (nog ‘n beetje) ondiep. Gelukkig was het opkomend tij.

Heel in de verte zagen we Helgoland al liggen. Het leek net een baksteen die een beetje boven water uitsteekt. Onze snelheid was nog maar net 3 knopen, dus zette Joop de motor aan. Bij het vooruit inschakelen sloeg de motor prompt af. Dat bleef ie doen, wat we ook deden. Joop keek de schakelkast na en ook bij de motor werd alles gecontroleerd.

Dinsdags hebben we de badplaats Borkum zelf en de andere haven bekeken. Vakantiedag! Want woensdagmorgen was het weer erg vroeg los van de steiger: al om 5.30u! Vanuit de haven moesten we de Wester Eems op naar het noordwesten, met de wind recht op kop. Dus dat werd meer dan 10 mijl motoren. Echt hotseknotsen, tot we bij ‘t Borkumrif overstag konden om naar oostnoordoost te koersen en nu hadden we dus een prima wind. Daar mazzelden we mee, want deze koers van 75 graden hadden we 40 tot 45 mijl nodig. We bleven netjes parallel varen, op 2 mijl van de groene tonnenlijn, tot waar de Neue Weser begint. Op dat punt aangekomen, konden we recht naar het noorden naar

Niks te vinden… Met de marifoon hebben we toen maar de kustwacht van Helgoland gemeld dat we motorpech hadden. Die seinden de SAR (Duitse KNRM) in en we spraken af, dat die ons zouden oppikken als we nog ruim één mijl van de haveningang zouden zijn. Ze kwamen mooi op tijd, maar wij deden er nog meer dan een uur over! Zoals afgesproken kwam ons een kleine witte boot met veel oranje tegemoet, met ‘SAR’ op de boeg. Toevallig lag er ook nog een grote Kustwacht-zeesleper vlakbij. We kregen een sleeptros aan boord en de SAR-boot Verena trok ons netjes de haven in en meerde ons af op een gereserveerde ‘nietaanleggen’-plaats. (Voor kneusjes?)

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

41


Uiteraard hebben we ze bedankt, geen vergoeding nodig, dit was zeemansservice! De volgende morgen zagen we vanaf de steiger een aantal slierten gerafeld plastic touwwerk achter langs de boot drijven. We hadden dus geen motorstoring maar een vastgelopen schroef! Misschien wel een visnet of iets dergelijks? Bij de havenmeester hoorde ik dat er geen duikshop op Helgoland was, maar er was, vlak bij waar wij lagen, een Institut für Meeresforschung. Daar maakte ik kennis met twee Diplom Biologinnen, die, na mijn mogelijk hulpvragend verhaal, bereid bleken op niet commerciële basis ons te helpen! Warempel, binnen een uur waren ze er, met een helper én duikflessen, om die plastic rotzooi uit onze schroef te halen… Dat hebben ze keurig gedaan. Twee grote vuilniszakken vol troep was de oogst. Geen wonder dat de schroef was vastgelopen. We hebben de dames ‘s anderendaags een hele mooie grote doos chocolade versnaperingen gebracht, waar ze heel blij mee waren. En wij?? Wij waren klaar voor onze volgende trip naar Denemarken. Maar eerst gingen we Helgoland verkennen. Meer daarover de volgende keer.

42

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011


MONSTERROL

Nieuwe leden Albert Boeke Karin Boeke-Schröder Jacqueline Flink Thijs Bril

Johannes XXIII singel 23, 6416 GE Heerlen Johannes XXIII Singel 23, 6416 GE Heerlen Sumatraplantsoen 5E, 1095 HW Amsterdam Prins Hendriklaan 4, 5583 AH Waalre

0455428866 0455428866 020-4196200 040-2212488

boeke@home.nl boeke@home.nl jacquelineflink@cs.com thijs.bril@iae.nl

Geen lid meer Dimitri Abbing, Frans Broeders, Harry Dams, Robert Doffegnies, René Drost, Wim en Marijke Laauwen, Pascal Lambers, Reino en Riet Nauta, Ben Pruijn, Frans van Ravenstein, Harrie Slump, Dennis van Thiel, Arnoud Wolf, Bas Ziekenheiner, Gert de Koning, Eddie Niemantsverdriet, Hanneke van Nistelrode, Caty Schoup, Hans Stevens, Charles Thomas

Nieuwe boten Albert Boeke Annemieke Stallaert Thijs Bril

Nordshine Bliss Alcatraz

Nordship 38 Victoire 25 Wauquiez/Gladiateur

Dinteloord /Waterkant 1160*365*180 Colijnsplaat/WSV Noord-Beveland 766*250*115 Sint Annaland 1000*338*190

Niet meer in de vloot

Overleden

Piet Lucassen

Grietha Hoorn, Hans Hermans

Blaoser

ZEEZEILEN, verenigingsblad van de PZV Zeezeilvereniging (verschijnt 4x per jaar) BESTUUR Rolien Jonkers-Lucassen, voorzitster Martien Oerlemans, secretaris Sjaak Homan, penningmeester Martijn van Dijk, vz winteractiviteiten Franka Ruijten, vz. zomeractiviteiten Herman Van den Broeck, vz. Communicatie

COMMISSIE ZOMERACTIVITEITEN ZAC07a@pzv-zeezeilen.nl Franka Ruijten, voorzitster Moniek Mol-Stallaert RAMSGATE-TOCHT Leo van Leeuwen, voorzitter Peter Peeters Annemieke Stallaert Marja Snoeijen

Haven Kloosternol 1a Sint Gerardusplein 8 Langakkers 24 Wielewaal 31 Telemannlaan 96 van Rotselaarlaan 12

COMMISSIE WINTERACTIVITEITEN WAC07a@pzv-zeezeilen.nl Martijn van Dijk, voorzitter Han van Pelt, secretaris Carla Auer, penn.m. Marc Swinkels

4322 AK Scharendijke 5644 NE Eindhoven 6652 ED Druten 5667 AA Geldrop 5653 AP Eindhoven B-2290 Vorselaar-B

06-25028036 040-2930432 Bestuur07a@pzv-zeezeilen.nl 06-200119828 06-12282611 040 2520009 +32 475319201

REDACTIE ZEEZEILEN/WEBSITE ZZ07a@pzv-zeezeilen.nl Herman Van den Broeck, hfd.red. Bauke Sijtsma Marijke Alders Joep Vermeulen Peter Chevalier Annemieke Stallaert Piet Lucassen (vormgeving) Peter Veger (vormgeving)

WEBSITE WM07a@pzv-zeezeilen.nl Peter Veger, webmaster

INFORMATIE LIDMAATSCHAP, LEDENADMINISTRATIE EN BOOTADMINISTRATIE Wij verzoeken U wijzigingen in Uw contact- en/of bootgegevens door te geven aan de Webmaster; deze worden dan opgenomen in adresbestanden en op de website. Peter Veger, Prins Hendriklaan 18, 5684 GP Best, Tel: 0499-373994, ADM07a@pzv-zeezeilen.nl. KENNISBANK Beheerder: Wim van Roode, Tel: 040-2624408, Wim.van.Roode@vanroode.org BETALINGEN Contributies, betalingen voor cursussen, oefenweekenden en advertenties in Zeezeilen gaarne overmaken naar ING 3222325, ten name van PZV-Zeezeilvereniging te Veldhoven, met vermelding van de aard van de betaling. KOPIJ Kopij aanleveren bij Herman Van den Broeck, per E-mail: ZZ07a@pzv-zeezeilen.nl, of per CD. Teksten aanleveren in WORD, ARIAL 9 pt, ZONDER OPMAAK, ZONDER ILLUSTRATIES en/of TABELLEN! Digitale illustraties identificeren met naam en titel van het bijbehorende artikel en aanleveren in hoge resolutie; minimaal 250 kB. De redactie van Zeezeilen heeft het recht de ingezonden artikelen te wijzigen, in te korten en zelfs te weigeren. De auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van het artikel en voor de mening die er in wordt weergegeven. Die mening komt niet noodzakelijk overeen met de mening van de redactie en het bestuur van PZV. Ingezonden bijdragen, foto’s en illustraties dienen vrij te zijn van auteursrechten en PZV zal in geen enkel geval auteursrechten vergoeden. Het is niet toegestaan artikelen en beeldmateriaal uit deze uitgave over te nemen. Overname kan alleen met schriftelijke toestemming van de redactie en met vermelding van de bron. ADVERTENTIES Advertentietarieven worden op aanvraag verstrekt door de redactie van Zeezeilen. WEBSITE: www.pzv-zeezeilen.nl Met een listserver voor directe berichtgeving tussen ingeschreven leden onderling, pzv-list@pzv-zeezeilen.nl

PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011

43


Met de Maxi 1300 ��������������������������������������������������������������������������������������������������� �������������������������������������������������������������

������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������ 44 PZV ZEEZEILEN, NUMMER 1, FEBRUARI 2011


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.