Drongen 1
Mathias De Clercq, schepen van Economie in Gent
“Bedrijventerrein Drongen I verder verduurzamen” Vlaanderen Manager besteedde de voorbije jaren veel aandacht aan steden- en regiodossiers. Wij houden die traditie in ere, maar plaatsen vanaf nu ook regelmatig een industriezone in de schijnwerpers. Bedrijventerrein Drongen I bijt de spits af. Sinds eind jaren zeventig is het bedrijventerrein Drongen I een vaste waarde in het Gents economisch landschap. Het bedrijventerrein ontwikkelde zich tot de bakermat voor ondernemingen uit de meest diverse sectoren. “Het doet ons plezier dat de bedrijvenvereniging al veel concrete resultaten heeft opgeleverd. De stad wil er dan ook alles aan doen om de economische activiteiten hier alle mogelijkheden tot verdere ontplooiing te bieden,” verklaart Eerste schepen Mathias De Clercq, schepen van Haven, Economie en Ondernemen.
M.M.: Kan u het belang van deze zone voor de stad schetsen? Mathias De Clercq: “Dit bedrijventerrein behoort zeker tot de belangrijkste ondernemingsclusters in het westen van Gent. De circa negentig bedrijven die er actief zijn, staan borg voor de werkgelegenheid van ongeveer 2100 mensen. De talrijke grotere ondernemingen en kmo’s hebben zich ontpopt tot belangrijke sterkhouders en vormen mee de ruggengraat van het economisch bestel in de Arteveldestad. De zone kenmerkt zich ook door een enorme diversiteit.”
Tweesporenbeleid M.M.: Hoe probeert de stad dat te ondersteunen? “Op economisch vlak voeren wij een tweesporenbeleid. Enerzijds proberen we zoveel mogelijk nieuwe ruimtes te creëren, zoals de ontwikkeling van de Wiedauwkaai en het Eiland Zwijnaarde. Anderzijds maken we werk van de verduurzaming van de bestaande zones: door herinrichting trachten we die een zo breed mogelijk 32
Mathias De Clercq: “De herinrichting van het open afrittencomplex in Baarle is cruciaal voor een betere ontsluiting.”
toekomstperspectief te bieden. Drongen I vormde op dat vlak een belangrijk proefproject. Nadat we in 2005 de eerste studies ter optimalisatie hadden uitgevoerd, konden we daar in 2007 - mee onder impuls van toenmalig minister Fientje Moerman - al de eerste vruchten van plukken. Dat weerspiegelt zich onder meer in een betere interne bewegwijzering: met een systeem van nummers en kleuren, is het sindsdien voor alle bezoekers veel beter mogelijk om sneller op hun bestemming te komen. Voorheen raakten truckers en personenwagens er wel eens de weg kwijt,
Drongen 1
waardoor ze plots in woonkernen terecht kwamen. Dat is nu veel minder het geval, onder meer door de inplanting van een centraal infopunt.”
“Het is de bedoeling om de toegankelijkheid voor iedereen te verhogen, ook voor zwakke weggebruikers.” M.M.: Welke inspanningen staan er nog gepland? “We hebben bijkomende studies rond mobiliteit en waterhuishouding uitgevoerd en op basis daarvan een grondige aanpassing van wegeninfrastructuur uitgetekend. De werken voor de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel en nieuwe wegen zijn zopas gestart. Het is de bedoeling om de toegankelijkheid voor iedereen te verhogen, ook voor zwakke weggebruikers. Zo zullen er onder meer nieuwe straten met fietspaden worden aangelegd. Dat is geen toeval, want de zone staat bekend omwille van de inspanningen op vlak van duurzame mobiliteit. De medewerkers zullen door die nieuwe voorzieningen nog meer gemotiveerd zijn om per fiets naar het werk te komen.” M.M.: Wat moet er nog gebeuren om de ontsluiting te verbeteren? “De herinrichting van het op- en afrittencomplex van de E40 in Baarle is een absolute prioriteit. Het is de bedoeling dat we in dat dossier tegen 2016 toch flink wat opgeschoven zijn, maar wachten op dat vlak de beslissing van het Vlaams Gewest af. Dat zou alvast een grote meerwaarde betekenen voor de verkeersveiligheid en een efficiënter economisch verkeer.”
Collectieve initiatieven M.M.: Hoe sterk is de cohesie tussen de bedrijven op deze zone? “Een aantal jaren geleden werd, onder impuls van de stad, een bedrijvenvereniging voor dit terrein opgericht. Het doet ons plezier te merken dat die erg goed draait. Zo wordt er concreet samengewerkt op vlak van collectieve afvalophaling, beveiliging, collectief onderhoud, enzovoort. Daardoor verloopt alles efficienter en wordt er gevoelig op kosten bespaard. Er zijn ook veel netwerkinitiatieven zoals een gemeenschappelijke nieuwjaarsreceptie en meerdere informatievergaderingen. Die vinden telkens bij een ander bedrijf plaats. Zo leren de medewerkers van de diverse ondernemingen elkaar beter kennen. Noem het gerust een uitstekend voorbeeld van goed nabuurschap.”
Stephanie Van Den Eynde en Bart De Smedt, Quares
“Parkmanagement voordelig voor bedrijven vzw Drongen I” Via groepsaankopen en andere samenwerkingsverbanden interessante voordelen realiseren: dat doet vastgoedbeheerder Quares sinds medio vorig jaar voor de circa 90 bedrijven op het bedrijventerrein Drongen I. “Eenmaal ondernemingen de voordelen ervan inzien, komen ze vaak zelf met voorstellen voor optimalisaties voor de dag,” verduidelijken parkmanager Stephanie Van Den Eynde en duurzaamheidsadviseur Bart De Smedt. M.M.: Welke klemtonen legt u voor deze bedrijvenzone? “Na een enquête die in het najaar van 2012 werd uitgevoerd, hebben we voor elk kwartaal een thema centraal gesteld. We zijn begonnen met energie, nu bekijken we alles rond afvalmanagement, omdat die wetgeving nu aan verandering toe is en heel wat bedrijven daar ook vragen over hebben. In het derde kwartaal werken we rond ‘beeldkwaliteit’, wat onder meer groenzorg en sigStephanie Van Den Eynde en Bart nalisatie omvat, om eind dit jaar te focussen op mobiliteit en – De Smedt: “Per kwartaal pakken we een ander thema aan, later komen opnieuw – energie. Eind dit jaar ook complexere items aan bod.” lopen voor heel wat bedrijven de energiecontracten af, vandaar.”
M.M.: Kan deze zone nog verder worden uitgebouwd? “De bedoeling is vooral de bestaande bedrijvigheid te consolideren. Gent is sowieso, door zijn prima ontsluiting, een aantrekkingspool voor ondernemingen. Daardoor is de bezettingsgraad van deze zone ook erg groot en is er weinig of geen leegstand.”
M.M.: Hoe groot is het engagement bij de diverse bedrijven? “Zoals overal, heb je een aantal koplopers en bedrijven die liever de kat uit de boom kijken. Doorgaans organiseren wij dan een netwerkevenement, zodat de diverse bedrijfsleiders ervaringen kunnen uitwisselen. Dikwijls merken we dat het enthousiasme daarna groter is en heel wat zaken in een stroomversnelling terecht komen. Later kunnen dan ook complexere thema’s worden aangepakt, zoals uitwisseling van reststromen. Zo kunnen we tot een verregaande verduurzaming komen.”
Bart Vancauwenberghe
BVC 33