5 minute read

Handen uit de mouwen: vrijwilligers in de Bollenstreek

Handen uit de mouwen in de Bollenstreek

‘Mooi werk hoor, buitenlucht en zo’

Advertisement

‘Echt heerlijk dit’, roept een van de vrijwilligers, terwijl hij prikkeldraad vast hamert op een paaltje dat nog glanst van nieuwigheid. De groep is de hele dag druk doende in het duingebied dat aan de Bollenstreek grenst: vrijwilligerswerk voor het Zuid-Hollands Landschap.

Tekst Egbert-Jan Riethof Fotografie Floris Scheplitz

“Opgepààààst!”

Dat roept Love (30), kettingzaag geheven. Niet echt nodig, dat alarm, wel fijn natuurlijk: beetje aandacht. De andere groepsleden onderbreken hun werk en kijken geboeid toe hoe de uitgegroeide stam van de els in de goede richting ter aarde stort. Love, die een motorzaagdiploma heeft, licht toe hoe het moet: inkeping hier, stukje inzagen daar - maar toegegeven: “Het is een beetje geluk dat ie precies de goede kant op valt.” Een meter of tien verderop is ook Marcus bezig met rooien. Hij hanteert een nogal kleine beugelzaag, maar het gaat goed. Stammen en takken sleept hij het veld in. Grijnzend: “Waarom die elzen weg moeten? Geen idee. Maar ik vind het mooi werk hoor. Buitenlucht en zo.”

De vrijwilligers werken gestaag door, één van de mannen zingt er zachtjes bij. Liesbeth Beaumond (59), activiteitenbegeleider bij GGZ Rivierduinen in Leiden, komt erbij staan. Op de rug van haar jack staat ‘Landschap Onderhoud Project’ (LOP). “Het Zuid-Hollands Landschap geeft ons opdrachten. Die elzen moeten weg, anders groeit het hier dicht.” Hier, dat is een natuurgebied op de grens tussen de duinen bij Langevelderslag en de Bollenstreek rond Noordwijk. En dichtgroeien, dat is niet de bedoeling in dit landschap. Boswachter Maarten Laming: “Dit is een poel in open grasland; er is zonlicht nodig. Het zijn geen bomen, maar doorgeschoten elzen, uitlopers van zaailingen. Ze bemoeilijken het maaien. En maaien is nodig om het land te verschralen, zodat zeldzame planten een kans krijgen. We willen bloemetjes.”

‘‘Die elzen moeten weg, anders groeit het hier dicht’’

Driewieler

Het is fris en geurig weer, de lente staat op uitbreken. Flink aanpakken is het voor deze mannen, die ook in tijden van corona vier dagen per week in de weer zijn: zagen, maaien, afrasteringen herstellen, zwerfvuil opruimen. Er zijn allerlei soorten vrijwilligersgroepen, in dit geval zijn het cliënten met een psychiatrische achtergrond. Liesbeth: “Dit werk in het groen heeft een enorm positief effect op deze mensen. De omgeving is prikkelvrij. En heel belangrijk: de discipline van op tijd opstaan, een dagritme aanhouden en omgaan met autoriteit. En, het thuiszitten doorbreken.” Al ruim 20 jaar werkt ze samen met Maarten Laming, die om verschillende redenen blij is met de groepen van Liesbeth.

“We hebben als Zuid-Hollands Landschap ook een maatschappelijke functie. Het is toch mooi dat deze jongens die de maatschappij nog niet in kunnen hier zo goed bezig zijn. En we hebben veel aan ze. Ze zijn betrekkelijk jong, 30 tot 40 jaar, en doen wat zwaarder werk. Andere groepen doen weer andere dingen, die schilderen bijvoorbeeld liever. Ze moeten het werk aankunnen én het leuk vinden, dan is het resultaat ook beter.”

Ben is vijftig meter verderop bezig paaltjes te vernieuwen. “Niet te diep boren! En meer hierheen”, roept Liesbeth. Met een enorme hamer beukt Ben het nieuwe paaltje in het gat, het plezier staat op zijn gezicht te lezen. Hij doet al twaalf jaar mee in de groepen van Liesbeth, die van samenstelling wisselen. “Jij bent nog op je driewieler binnengekomen, hè Ben”, roept Liesbeth. De sfeer tussen de mannen onderling - soms zijn er ook vrouwen bij - is altijd geweldig, vertelt zij. “Deze zijn nog maar kort bij elkaar, maar je ziet de kameraadschap al. Iedereen accepteert elkaar, nieuwe mensen zijn welkom.”

‘Je ziet de kameraadschap, iedereen accepteert elkaar’

Ontroering

Geen dag is hetzelfde. Marcus vertelt hoe hij soms in Wassenaar zit, dan weer in de duinen. Met een dikke elzentak over de schouder vat hij zijn verleden samen: zeven jaar in klinieken, was manisch en had na herstel telkens maanden nodig om bij te komen. “Van terugval naar terugval. Maar sinds een paar jaar woon ik weer zelfstandig. Ik wil een sociaalpedagogische opleiding gaan doen en dan aan het werk als ervaringsdeskundige. Dit hier helpt om me daarop voor te bereiden. Het gaat steeds beter.” “Waar is die zaag, Marcus?” roept Friso en weg is hij weer. Ze hoeven natuurlijk niet dóór in het groen, zegt Liesbeth, die Marcus drie weken daarvoor terug heeft zien komen nadat hij lange tijd onbereikbaar was geweest. Ze prijst de samenwerking met het Zuid-Hollands Landschap. “Ze zijn betrokken en laten hun waardering blijken voor het werk van deze jongens. Dat ontroert me weleens. Het zijn dan ook gouden gasten, al hebben ze allemaal hun ding. Ik heb vriendschappen zien ontstaan, en er zijn er ook die na het werk samen een biertje pakken.”

Het is tijd voor koffie, die de groep inschenkt aan een picknicktafel. Een enkeling steekt een sigaretje op. Er worden bedaarde grappen gemaakt, iemand vraagt zich af wat er nu nog te doen is in het veld. “Altijd wel iets hoor”, zegt Liesbeth monter. Anderen staren een tikje filosofisch voor zich uit: een moment van bezinning, er hoeft even niks, ook wel weer fijn.

Zijn activiteiten voor het Zuid-Hollands Landschap helpen Marcus bij zijn terugkeer naar de maatschappij: “Het gaat steeds beter.”

Dagen in de natuur

Wat doet deze groep nou zoal?

Maaiwerkzaamheden op landgoederen als: Huys te Warmont, Beresteijn in Voorschoten, Nieuw Leeuwenhorst in Noordwijkerhout en bospark Rhijngeest in Oegstgeest. Diverse leden van de cliëntengroep hebben een motorzaagcertificaat, dat betekent: zaagwerk in het zaagseizoen (oktober t/m maart); zo heeft de groep twee maanden lang dode essen gezaagd aan het Laarzenpad in Wassergeest te Lisse. Ook wilgen knotten hoort erbij, snoeien in bermen, het opschonen van watergangen en het repareren van afrasteringen.

This article is from: