1 minute read
Voorwoord van de raad van toezicht
Voor u ligt het publieksverslag van de RvA over 2015. Een verslag waarin de RvA op toegankelijke wijze inzicht geeft in en verantwoording aflegt over zijn werk: het controleren van de deskundigheid, onpartijdigheid en onafhankelijkheid van organisaties die keuren, certificeren of testen, om daarmee het vertrouwen van de maatschappij in de kwaliteit van producten en diensten te ondersteunen. Belangrijk werk, dat al twintig jaar goed wordt uitgevoerd.
Natuurlijk valt niet te voorkomen dat het af en toe toch misgaat. Het blijft mensenwerk. Geaccrediteerde organisaties zijn verantwoordelijk voor hun eigen bedrijfsvoering. Dat kunnen ze niet verschuiven naar de RvA of naar de overheidsinspecties. Ze dragen echter geen verantwoordelijkheid voor de normen en wetten die bepalen hoe zij hun werk moeten doen. Soms worden die politiek bepaald, soms door ‘de markt’. Normen die pasten op het moment dat ze werden opgesteld, blijken op een later moment niet altijd meer de perceptie van de maatschappij te dekken. Dat betekent niet dat geaccrediteerde organisaties hun werk niet goed doen, zoals soms wordt gesuggereerd, maar dat de betreffende normen en de leveranciers van producten en diensten onvoldoende met de behoeften van de maatschappij zijn meegegroeid.
Het valt de raad van toezicht op dat discussies over misstanden vaak niet worden gevoerd op basis van een inventarisatie van oorzaken in een breder verband, en dat zelden de omvang van het probleem wordt gekwantificeerd. In een enkel geval waarbij dat wel gebeurt, zien wij weinig ambitieuze doelstellingen om te verbeteren en weinig regie van de departementen om samen met de spelers in het veld tot verbeteringen van het brede systeem te komen. Of we het nu hebben over voedselveiligheid, de zogeheten ‘sjoemelsoftware’, asbest of hogesnelheidstreinen, steeds lijkt de oplossing gezocht te worden bij individuele actoren en wordt er nauwelijks gekeken naar het totale systeem van kwaliteitsborging, toezicht en hand- having. Terwijl dát de maatschappij het vertrouwen moet geven dat het goed zit met de producten en diensten die zij kan genieten.
Als raad van toezicht houden wij de vinger aan de pols hoe de RvA met al die belangen omgaat, zijn bedrijfsvoering optimaliseert, reageert op signalen uit de samenleving en de dialoog zoekt, zonder daarbij zijn bijzondere rol uit het oog te verliezen.
Wij hebben ons ook in 2015 graag van deze taak gekweten.
Namens de raad van toezicht,
Drs. E.H.T.M. Nijpels Voorzitter