1 minute read
Voorwoord van de raad van toezicht
Met veel genoegen brengen wij dit publieksverslag van de RvA over 2016 onder uw aandacht. Een verslag over een jaar waarin de RvA voor de verandering eens zelf onderwerp was van twee beoordelingsrapporten. Het ene in opdracht van zichzelf, een imago-onderzoek. Daaruit komt de RvA naar voren als een integere, betrouwbare en goede accreditatieorganisatie. Het andere in opdracht van het ministerie van Economische Zaken, om de RvA in zijn hoedanigheid van zelfstandig bestuursorgaan (zbo) te evalueren over de eerste vijf jaar van zijn zbo-bestaan.
Daaruit komt naar voren dat de RvA over het algemeen goed gewaardeerd wordt en doelmatig en doeltreffend werkt. Uitkomsten waar wij ook als raad van toezicht blij mee zijn. Uiteraard zijn er ook aanbevelingen voor verdere verbeteringen. Die liggen vooral op het gebied van communicatie en klantencontact, efficiënte bedrijfsvoering en voorlichting. Het voorliggende verslag gaat daarop concreet in aan de hand van de strategische thema’s die voor de periode 20152020 zijn vastgesteld.
Dat er van communicatie en voorlichting werk is gemaakt in 2016, heb ik met eigen ogen kunnen zien als dagvoorzitter van de conferentie die de RvA georganiseerd heeft in het kader van Wereldaccreditatiedag (9 juni) – een zeer goed bezochte bijeenkomst, waar ik veel belanghebbenden bij accreditatie heb mogen ontmoeten.
Een ander hoogtepunt vanuit accreditatie gezien was de verschijning van het vernieuwde kabinetsstandpunt ten aanzien van conformiteitsbeoordeling en accreditatie. Daarin krijgt de integrale benadering van toezicht op publieke belangen, zoals die een aantal jaren geleden is bepleit door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, vorm. Partijen zoals beleidsdepartementen, rijksinspecties, conformiteitsbeoordelende organisaties en de RvA worden hierin aangemoedigd om onderlinge informatie-uitwisseling te verbeteren. Uiteraard zonder ieders rol en verantwoordelijkheid uit het oog te verliezen. De stelling die de RvA al jaren hanteert, namelijk dat geaccrediteerde conformiteitsbeoordeling het handhavingstoezicht niet kan of moet vervangen, maar dat ze elkaar wel kunnen aanvullen, wordt in het kabinetsstandpunt onderschreven.
Het totale systeem van kwaliteitsborging, toezicht en handhaving moet de maatschappij het vertrouwen geven dat het goed zit met de producten en diensten die zij kan genieten. Als raad van toezicht houden wij de vinger aan de pols hoe de RvA met al die belangen omgaat, zijn bedrijfsvoering optimaliseert, reageert op signalen uit de samenleving en de dialoog zoekt, zonder daarbij zijn bijzondere rol uit het oog te verliezen.
In 2016 hebben wij ons met raad en daad van die taak gekweten. In ons verslag bij de jaarrekening kunt u daar meer over lezen.
Namens de raad van toezicht,
Drs. E.H.T.M. Nijpels Voorzitter