De flow van de keistad (Preview)

Page 1


DIEP, GA DIEP!!!!

Roept de boomlange spits met de baard in zijn keel. Achter mij gooit een atletisch menneke met kunst- en vliegwerk een vernuftige linkse lob over de rechtsback. Ik (drie turven hoog) doe een Overmarsje, snij naar binnen (want rechtsbenig) en draai de bal in. Uiteraard feilloos: panklaar op het pantoffeltje (geen hiphop zonder zelfkennis). Uit de lucht, droge streep, binnen de paal, kiezelhard in het zijnet. BAM. CJVV aan de Leusderweg leidt. Terug bij de middenstip kijken Darin And Clenn me tevreden aan: nothing but a G thang baby... Een team in een team. Muziek maken doen we ook. No Soap heet het, Darin op keyboard en ik drummen op de zolder. Clenn kan er nog steeds smakelijk om lachen. Dat is Darin And Clenn (D.A.C.) voor mij. Het is 1994 (classic!), we luisteren inmiddels Nas, Warren G, Beastie Boys, Jeru The Damaja, Biggie, Insane Clown Posse, Gang Starr, Dr. Dre, The Roots, Outkast... Man man wat een rijkdom. Als je de cd kon betalen tenminste.

2

Een kind van mijn tijd (1981) ben ik. Open deur, zijn we allemaal. Maar, wat ik voelbaar belangwekkend van dichtbij meemaak in de happy 90’s is de opkomst en zegetocht van hiphop. De omwenteling van elektrisch naar elektronisch, van song naar track, van couplet naar 16 bars, van lick naar beat. Progressiever als de basale aard van dit genre is geen stroming in de muziek. Hiphop is gelijk aan innovatie. Niet voor niets al sinds Public Enemy altijd de troepen vooruit. Toen de ’50 Cent’-generatie aan zet was, dacht ik even dat hiphop met een imagostoornis terug naar de underground zou worden gepompt, maar gelukkig hield Jay Z het real. Terug in het nu is een Spotify-playlist als Woordenschat (verse NL hiphop) de belangrijkste bron van mainstream hits in NL. Wat een opmars sinds prins Extince...


Voor mij begon hiphop in en uit Amersfoort met de generatie D.A.C. Maar we wisten wel... Dennis T. vond ik een linke gozer, gouden tand, vette rijms. Vaardigheid hielden we hoog, sowieso. Verder speelde hiphop zich in mijn wereld af tussen De Kelder, The Flame, De Schommel, De IJsbreker en de B.A.M. Toen ik bij Per Expressie en later De Kelder shows ging boeken en mijn loopbaan als dj bij The Flame ook uitmondde in het promoten van liveshows (met wederom Darin G die Gin ’n Juice gooide), kreeg ik zelf een stem in het verhaal. D.A.C. (in 2002 afsluiter in De Stadshal voor 1200 man) werd mijn allereerste grote triomf als ‘promotor’. Pete Philly & Perquisite mijn eerste boeking in De Kelder. Bottom’s up was daar (word Daniël). HADRIE was daar, Ogri Ai kwam. Jiggy gaf me een kopstoot bij een verzopen jamsessie in De Kelder, Darin G sprong tussenbeide (weer Darin!), Diggy Dex maande tot kalmte. Ik weet niet of het onze gedeelde liefde of onze tomeloze bewijsdrang was, maar er moest iets uit de weg. Competitie, ook een basaal kenmerk en uitgangspunt van hiphop. Honderd keer Kribbuh Shit, Torenpop, Wilde Haren... We praten al over onze oude dag in Spanje, ooit en ver aan de horizon.

Het is mij een eer om dit voorwoord te mogen optekenen. Ik ben ongelooflijk trots op de Amersfoortse game. Factcheckers weten: we staan er goed op. Dankzij de kerneigenschappen van hiphop: innovatief, competitief en pragmatisch as fuck. Never give up! Zo kom je op de map. Hulde aan de Coöp, niet alleen D.A.C. maar ook alle samenwerkingsverbanden daarvoor en daarna. De game is echt en manifesteert zich dus in de top van NL. De Amersfoortse scene zal vaak als los zand blijven voelen, dus get together zou ik zeggen, dan pak je door. Keihard. Dit boek is vet, simpel als dat. Dankzij Thijs zijn de verhalen levendig, rauw en met een gezonde portie humor opgetekend. Tof dat ook dit boek een 100% keistadproductie is. Mag ik u uitnodigen: maak kennis met klasse!

Ide Koffeman

Competitie was er ook met Zwolle, waar het toen al ver ging. Ik kon niet met goed fatsoen zeggen dat ik Sticks op dat moment de beste rapper van NL vond. Ik heb het geweten. In 2005 organiseerden we vanuit De Kelder het hiphopfestival HEadz@Ease en ik had Opgezwolle uitgenodigd. En Illicit, dat later opging in Kyteman's Hiphoporkest. We verkochten veel te weinig kaarten. Jiggy was er cool mee, had ik hem maar moeten uitnodigen. Tien jaar later zijn we allemaal op onze pootjes. Noah's Ark(!) van Jiggy, Koen die na jaren hard werken tot volledige wasdom komt en de echte Diggy Dex laat zien. Wud kent zijn glorie, Darin G duikt overal op... Fonc schreef duizend hits in London. Zo tof om te zien. Ik ben tegenwoordig festivaldirecteur en werk onder andere aan dat ene festival waar de D.A.C.-victorie tot een hoogtepunt kwam: Lowlands. We werken nog steeds samen allemaal. Zo dope is dat! Het maakt ons sterker ook, we act together. Wilde Haren op Down The Rabbit Hole als de liefdesbaby.

3


70

‘ Ik ben nu botenbouwer en dat voelt heel goed’


71


Na het winnen van de Publieksprijs van de Grote Prijs van Nederland eind 2011 werd het stil rond de Amersfoortse rapper Ogri Ai (Michael Sahadat, 1983). Hij koos een ander pad: dat van botenbouwer. Bij het bedrijf Groeneveld werd hij verliefd op lassen en maakt hij met zijn team aluminium boten die de hele wereld overgaan. Het voelt goed, heel goed. ‘Ik maak nog muziek, maar dit is wat ik nu ben: botenbouwer.’ Michael Sahadat

, vooral bekend onder zijn rapnaam Ogri Ai, weet wat hij wil. Zeker sinds hij vijf jaar geleden bij Groeneveld op het Amersfoortse bedrijventerrein Isselt kwam werken. Hij maakt, zo vertelt hij, sindsdien een enorme groei door. Als werknemer, maar bovenal als mens. ‘Ik heb het hiervoor weleens geprobeerd, een baan. Maar dan kon ik uiteindelijk toch mijn ei niet kwijt en botste het. Met mijn huidige baas is de klik er vanaf dag één. Hij weet hoe hij met mij moet omgaan. Dat motiveert enorm. Ik kan hier zijn wie ik ben. Net als andere jongens met een gebruiksaanwijzing die hier werken. Jongens van de straat, jongens die uit speciaal onderwijs komen. Inmiddels ben ik leidinggevend op de werkvloer en kan ik nu zelf bijdragen aan de toekomst van anderen. Dat geeft een goed gevoel.’ Hij lacht. En dat terwijl zijn bijnaam, en daarom ook zijn artiestennaam, al van jongs af aan Ogri Ai is, Surinaams voor ‘het boze oog’. ‘Omdat ik soms boos kan kijken. In het verleden ben ik geen lieverdje geweest. Wel lief voor mensen, maar ik had mijn streken. En die liepen weleens uit de hand. Maar die tijd ligt achter me.’

72

Net als zijn hoogtijdagen als rapper, die ruim tien jaar geleden aanbraken. Ogri Ai maakte naam met raps op muziek die niet in een hokje te stoppen is,

maar veel invloeden in zich heeft van onder meer reggaeton, dancehall en hiphop. Tracks als Lapdance, Champagne Open en Poppenkast sloegen aan, zijn achterban groeide met de dag. Het waren nog de tijden van de onlinechatdienst MSN, waar Michael gretig van gebruikmaakte. Op een gegeven moment had hij duizenden fans als onlinevrienden, die hij op die manier snel kon bereiken als hij weer een nieuw nummer klaar had. ‘Mijn muziek was als een virus, het kwam overal.’ Primetime En zo rees de ster van Ogri Ai, die in de brugklas al rijmende teksten produceerde en spijbelde om in platenzaken naar de hiphop van Wu-Tang Clan, Busta Rhymes en vooral Bone Thugs-n-Harmony te luisteren. ‘In mijn primetime had ik vier optredens per weekend. Waar ik kwam, maakte ik feest. Daarna heb ik verkeerde keuzes gemaakt en ging het een stuk minder met mijn muziekcarrière.’ Totdat hij in 2010 gekoppeld werd aan de Amersfoortse producer Jaystar. Het klikte. ‘Ik ging hard op zijn beats. Zijn beats zijn anders dan andere. Net als mijn raps.’ Hun samenwerking leverde een reeks nummers op die later de plaat Damien zou vormen. Nog voordat die EP het levenslicht zag, achtte Michael zich klaar voor


‘ Mijn muziek was als een virus, het kwam overal’

73


‘ Wat als ik straks 40 ben? Wie geeft mij de zekerheid dat ik er dan van kan leven?’

74


de Grote Prijs van Nederland, de meest prestigieuze muziekcompetitie van het land. ‘Ik was erop gebrand mezelf weer aan een groot publiek te laten zien. En we zijn zo doorgestoten: kwartfinale, halve finale, finale. Ik was daar waar ik wilde zijn.’ Tijdens de competitie kreeg Michael veel support vanuit de Amersfoortse hiphopwereld. Daarin is hij, zoals hij het zelf zegt, altijd een beetje ‘een solist’ geweest. ‘Ook al heb ik er niet zo actief aan deelgenomen, ik heb me wel altijd welkom gevoeld en respect gekregen. Jongens als Jiggy Djé en Darin G hebben me tips gegeven in aanloop naar de finale. Jesse van Beukering was mijn back-up MC. Ik moet eigenlijk zo veel namen noemen die in al die jaren belangrijk zijn geweest, maar de belangrijkste is Bobby Littlejohn. Die heeft me vanaf het begin gesteund en geholpen.’ De finale omschrijft hij als ‘gekkenhuis’. ‘Bussen vol Amersfoorters gingen mee. Het was in Amsterdam, dus dan is het toch van: wij tegen de rest. Door al die support voelde ik me zó sterk. Dat kwam eruit op het podium. Publieksprijs gekregen, wat wil je nog meer? Uiteindelijk gaat het om het publiek, toch?’ Verantwoordelijkheid In de maanden na zijn triomf verstomde het euforische geluid rond Ogri Ai. Er brak een stilte aan die tot op de dag van vandaag voortduurt. Niet dat hij stilzat. Integendeel. Een baan bij Groeneveld kwam twee maanden na de Grote Prijs op zijn pad. ‘Ik wilde graag door in de muziek, maar keek ook vooruit. Wat als ik straks 40 ben? Wie geeft mij de zekerheid dat ik er dan van kan leven? Ik heb twee zoontjes en moet mijn verantwoordelijkheid nemen. Het was geen afscheid van de muziek. Ben altijd blijven rappen, hoewel niet meer voor publiek. Mijn pad verbreedde zich, zo zag ik het.’ Michael dook vol in zijn nieuwe job. ‘Ik ben iemand: als ik iets voor me heb, dan pak ik het.’ Even wennen was het wel. ‘Een technische achtergrond heb ik niet. Toen mijn baas op de eerste dag zei: ‘Kun je de accutol even pakken?’ had ik geen idee waar hij het over had.’ Maar de rapper toonde zich een snelle leerling als botenbouwer. ‘Ik werd verliefd op lassen. Aluminium

lassen is net tekenen, met al die patronen die je moet maken. Boten bouwen is secuur en soms ook ruw werk. We bouwen ze hier nog écht met de hand. We gebruiken een lasmachine en een slijptol, that’s it.’ Bij Groeneveld lassen ze de skeletten van boten in elkaar. Boten die de hele wereld over gaan. Reddingsboten bijvoorbeeld, en boten die gebruikt worden door Defensie, bedrijven en particulieren. ‘Ik was supertrots op mijn allereerste boot. Dacht: kijk, wat ik kan. Ik heb de afgelopen jaren grote stappen gemaakt, alle info opgeslagen. Dit is wat ik wil, dus doe ik er alles voor.’ Minder impulsief Die instelling loont. Meerdere malen reisde hij af naar Vietnam om de kunst van aluminium boten bouwen aan werknemers van een bedrijf aldaar te leren. En inmiddels is hij leidinggevend op de werkvloer in Amersfoort. ‘Alleen maar positieve dingen. En ik leer nog elke dag. Als mens ben ik minder impulsief geworden, meer doordacht. En ik was altijd éénmans. Als leidinggevende doe ik minder mijn ding, maar óns ding. Daarnaast: die boot moet altijd af. Komt er een deuk in? Dan haal je die eruit. Net als in het leven.’ De grote vraag: gaan we nog eens van hem horen als rapper? De glimlach is veelbetekenend. ‘Ik ben altijd blijven rappen, heb veel tracks gemaakt. Niet als verplichting, maar als hobby. Eerst maakte ik muziek, omdat ik niks anders had. Nu zit er meer plezier in. Het begint weer te kriebelen. Ik sta op het punt om te lossen. Ik mik op 2017. Als het goed gaat, breng ik weer een hype in de game. Maar dit hier, zal mijn werk blijven. Dit is wat ik nu ben: botenbouwer.’

75


‘Of we nu rappen, zingen of praten, je hoort meteen: die komt uit Amersfoort’ Was getekend: Jermain van der Bogt, artiestennaam Wudstik. Amersfoort is al 25 jaar lang een vruchtbare voedingsbodem voor hiphoptalent. De stad heeft vele rappers en producers voortgebracht. Ze hebben allemaal hun eigen bijzondere verhaal. Sommigen van hen zijn landelijk doorgebroken, zoals huidig labelbaas Jiggy Djé, chansonrapper Diggy Dex, troubadour Wudstik en ‘peacekeeper’ Spacekees. Ogri Ai bracht ‘een hype in de game’ op internet en is nu botenbouwer. Dennis T. van Vaardigheid en 50% Neger van BRAAF! denderden in de tweede helft van de jaren negentig hiphopland binnen met een rauw, Amersfoorts geluid en zijn momenteel, als veertigers, nog steeds actief. De jonge honden Yung Felix en Tellem trekken hun eigen pad met de acts Fountain of Youth en Mario Kartel en zijn hongerig naar heel veel meer. Grootmeester Jan verkaste na de hoogtijdagen van D.A.C., de Amersfoortse hiphopformatie die tussen 2000 en 2006 furore maakte in Nederland, naar het hoge noorden om daar op muzikaal gebied ‘helemaal gek te gaan’. Anderen gedijden vooral in de underground en bleven een vaste waarde in de Amersfoortse scene, zoals Bobby Bastard van de crew Hadrie. Wat de Amersfoortse rappers en producers gemeen hebben, is een diepgewortelde liefde voor hun stad. En een gemeenschappelijk streven om hun thuisbasis op de kaart te zetten. Het is ze gelukt. Amersfoort mag met recht een hiphopvesting genoemd worden. De nieuwe generatie rappers, met onder meer Stomp en Kollin in de gelederen, zet de traditie onverminderd voort. Of zoals Stomp het December 2016 zegt: ‘We willen sowieso als legends doodgaan.’ Auteur: Thijs Tomassen Van de pioniers tot de beloftes: in De flow van de keistad vertellen ze allemaal over hun roots, over Fotografie: Frans Kanters over zelfexpressie en woordkunst, over de hoogte- en dieptepunten in jongensdromen die uitkomen, Vormgeving: Raymond van den - Ray hun bestaan als artiest, over hunHoek twijfels enHookski over de brandende verlangens die ze nog hebben. Met Drukwerk: Wilco Printing & Binding vaart en |zonder terughoudendheid. Inderdaad, zoals alleen rappers dat kunnen. ISBN/EAN: 978-90-826369-0-1 NUR-code: 666 Thijs Tomassen (1987) is freelance journalist en tekstschrijver. De flow van de keistad is zijn eerste boek. Thijs is geen hiphophead, wel een muziekbewonderaar. Bovenal heeft hij een fascinatie voor Sommige verhalen in dit boek verschenen eerder in verhalen. AD Amersfoortse Courant. mensen en hun Copyright © 2016, Thijs Tomassen Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, in welke vorm dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

96


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.