1 minute read

De standaardman maakt nog steeds de dienst uit

De Nederlandse wetenschap loopt achter door een achterhaalde mannelijke norm.

DOOR PETRA VERDONK EN INEKE KLINGE ILLUSTRATIE BAS VAN DER SCHOT

Advertisement

Wij noemen hem meestal Norman, de witte man van 20 tot 40 jaar die overal het uitgangspunt is, de norm. Genderonderzoekers kennen hem al decennia, jonge programmamakers laten het grote publiek nu ook met hem kennismaken. Denk aan de documentaire Reference Man van Sophie Frankenmolen. Denk aan de podcast Geen kleine man, gelanceerd door Sofie Peeters, en denk aan artikelen van Lisa Peters in de Correspondent. Norman staat model voor een lichaam zonder ruis, voor het basislichaam, het correct functionerende lichaam, een lichaam dat bepaalt welke gezondheidszorg nodig is, het lichaam dat bepaalt wat de maat is voor autogordels, de temperatuur op het werk en de bureaustoel. Ook staat Norman model voor iemand die alles wat belangrijk wordt gevonden standaard beter kan. Norman wordt dus vrijgesteld van minder belangrijk geachte zaken in het leven, zoals zorgtaken. Daarom verdient Norman ook meer per uur, en is Norman vaker de gewaardeerde onderzoeker. In Reference Man duiden onderzoekers, zoals Angela Maas en Yvonne Benschop, de inzichten van de documentaire vanuit kritische perspectieven zoals intersectionaliteit en gendertheorie. Dat helpt om vooringenomenheid in onderzoek te zien en te begrijpen. In de Nederlandse wetenschap blijft het echter oorverdovend stil. Ook daar bepaalt Norman het beleid, verdeelt hij het geld over de vakgebieden, bepaalt hij daarbinnen aan welke thema’s geld moet worden uitgedeeld. Zo belandt onderzoeksgeld eerst en vooral bij Norman, met grote budgetten voor de exacte en de (bio)medische wetenschappen, waarbinnen af en toe een tijdelijk budget is voor genderonderzoek of een vakgebied dat weinig status heeft, zoals filosofie. Na een langdurige lobby van genderonderzoekers in de gezondheidszorg heeft het VWS-ministerie nu een tijdelijk programma Gender & Gezondheid gefinancierd. Maar van verdere uitrol en doorontwikkeling is geen sprake, hoewel de evaluatie van het programma daartoe duidelijke aanzetten gaf. De ad-hocprogramma’s die in het leven werden geroepen vanwege de coronapandemie lieten pijnlijk duidelijk zien hoe weinig systematische aandacht er was voor sekse en gender.

This article is from: