Improve quality of life by creating sustainable outcomes De circulaire economie, een nieuwe standaard
Circulaire economie. Dit woord duikt steeds vaker op in blogs en artikelen maar ook in rapporten van bedrijven en overheden12. Deze relatief nieuwe term kent sinds haar bestaan verschillende verwoordingen, waardoor men de theorie onder verschillende namen kan tegenkomen. Waar komt de ‘circulaire economie’ vandaan en welke principes liggen eraan ten grondslag? Welke gevolgen heeft de circulaire economie voor uw organisatie en hoe kunt u circulaire principes deels inbedden in uw organisatie? In deze paper worden deze vragen behandeld, en zo wordt er een koppeling gemaakt tussen de theorie en de toepassing in de praktijk.
Wat betekent Circulaire economie? Eind jaren 70 van de vorige eeuw kwam architect Walter Stahel tot het inzicht dat het huidige lineaire economische model niet houdbaar was. Hij kreeg het idee om kringlopen te sluiten en de economie te hervormen. Aanleiding was het feit dat mensen steeds meer consumeerden en dit tot toekomstig problemen zou leiden. Dit werd nog eens benadrukt door het rapport “De grenzen aan de groei” dat de club van Rome in 1972 publiceerde. Het huidige model niet kan volstaan door de toenemende vraag naar grondstoffen en de wereldwijde toename van afval. Het concept om kringlopen te sluiten is de afgelopen jaren onderzocht en verder ontwikkeld in concrete business cases en leidde uiteindelijk tot gedachtegang van de circulaire economie. In deze whitepaper wordt de volgende definitie van de circulaire economie aangehouden: Circulaire economie is een concept waarin groei en welvaart ontkoppeld worden van het verbruiken van natuurlijke grondstoffen en ecosystemen. Door gebruikte producten, componenten en materialen niet zomaar weg te gooien, maar terug te leiden in de juiste waardeketens, ontstaat een samenleving met een gezonde economie, geïnspireerd op en in balans met de natuur3. In een ideaal gesloten kringloop bestaat er –net als in de natuur‐ geen afval. Afval kan als een waardevolle grondstof in transitie weer gebruikt worden als bouwsteen. Als een goed ontworpen product het einde van de nuttige levenscyclus heeft bereikt, moet het terugkeren naar de productiefase om het product te hergebruiken, repareren, reviseren of om onderdelen te hergebruiken. Hierdoor ontstaan nieuwe banen, neemt het afval af neemt het winstpotentieel toe4. Op dit moment hebben we echter te maken met producten die niet ontworpen en geproduceerd zijn om her te gebruiken. Als we producten willen hergebruiken, is het noodzakelijk om circulair om te gaan met de grondstoffen die hiervoor gebruikt zijn en om de materialen op een goede manier te recyclen als grondstof. Hierbij moet de focus liggen op het realiseren van de hoogst mogelijke waarde van het materiaal omdat dit de minste inspanning of energie vraagt. Recyclage is vaak energie‐efficiënter dan winning van nieuwe grondstoffen uit mijnbouw of landbouw. EMAF maakt met een visualisatie (figuur 1) twee kringlopen inzichtelijk. Aan de linkerzijde van het model staat de biologische materialenkringloop, aan de rechterkant staat de technische materiaalstroom. In het model van de circulaire economie zijn er vier technische kringlopen te onderscheiden; 1. Onderhouden product, 2. Hergebruik/ her‐ distributie (gebruikt) product, 3. Upgraden / her‐fabricage product, 4. Recyclen van het product5. In de kleinste cyclus behoudt het product/materiaal de meeste waarde door in zijn oorspronkelijke functie langer wordt toegepast. In de grootste cyclus is de (rest)waarde van het product het kleinst en wordt gezocht naar een andere toepassing. Circulaire economie is een nieuwe vorm van economie ontstaan uit economische noodzaak. De nieuwe economie komt niet alleen vanuit een engagement van de industrie inzake duurzaamheid of vanuit maatschappelijke betrokkenheid, maar eveneens vanuit strategische overwegingen. Al lijken de grondstofprijzen te dalen, de langjarige trend blijft wijzen op een kostenstijging, zowel voor energiedragers, landbouwgrondstoffen als minerale grondstoffen. Dit wordt veroorzaakt door een structureel tekort. Prof. Dr. jur. Helmut Maurer, lid van de Europese Commissie, deelde op de EESC Hearing voor een Europese plastic‐afvalstrategie dat het winnen van grondstoffen en resources onverminderd blijft toenemen.6 Het McKinsey Global Institute illustreert hoe de stijging van de prijzen voor resources in het laatste decennium de volledige prijsdalingen in de hele twintigste eeuw hebben teniet gedaan.7 Plan C ten slotte geeft aan hoe onder meer antimoon in 2020, lood in 2025 en indium in 2030 uitgeput zullen zijn, en hoe de “leftovers” zich geopolitiek niet steeds op de meest toegankelijke plaatsen bevinden.8 De circulaire economie is een strategie om de toegang tot grondstoffen voor onze industrie veilig te stellen en is daardoor op middellang termijn een noodzaak. TNO (2013): Kansen voor de circulaire economie in Nederland 2013 Europese Commissie (2014): Naar een circulaire economie: Een afvalvrij programma voor Europa 3 Circle Economy (2015) www.circle‐economy.com 4 Jonathan T. Scott (2013), The sustainable business 5 Ellen MacArthur (2013), Report Towards the Circular Economy 6 Helmut Maurer (2013), Presentation Green Paper on a European Strategy on Plastic Waste in the Environment 7 McKinsey (2011) Resource Revolution, Meeting the world’s energy, materials, food, and water needs, 224 p. 1 2
Plan C (2014) Infographic Born in 2010, how much is left for me http://bit.ly/1I922AV
8
Figuur 1: Visualisatie Circulaire economie volgens EMAF9
Om het materiaal in de kringloop te houden, moet waarde worden toegevoegd. Op vier verschillende manieren wordt er door de circulaire benadering waarde gecreëerd10: 1. Blijvende bronnen die continu geregenereerd worden na verloop van tijd, om niet alleen langer (efficiënt) maar voor altijd blijven bestaan (effectief). 2. Snelle markten waar producten en bezittingen optimaal worden benut omdat ze gemakkelijk toegankelijk zijn, en te delen door gebruikers. 3. Lange levensduur van producten die gemaakt zijn om langer te bestaan 4. Gekoppelde waarde ketens, waarbij er geen afval wordt geproduceerd. De theorie achter de circulaire economie wordt in verschillende verwante stromingen toegepast. De ecologische principes van de circulaire economie zijn bijvoorbeeld vergelijkbaar met de Cradle to Cradle filosofie. Deze methode heeft ook als doel om grondstoffen slimmer en effectiever in te zetten. Het verschil tussen de twee methodes is volgens sommigen dat de circulaire economie uitgaat van economische waarde‐creatie met een verbetering van de ecologie als symbiose11. Anderen duiden aan dat Cradle to Cradle een beschermde naam/filosofie is die alleen gebruikt mag worden door de grondleggers erbij te betrekken en dat de circulaire economie een vrijere filosofie is waar geen restricties aan verbonden zijn.
Bouwblokken van de circulaire economie De stappen uit de cyclus zijn geïdentificeerd om producten in de circulaire rangorde te schikken. De circulaire economie gaat echter verder dan alleen producten. Het is zoals de naam al duidt een economisch model. Dit economische model bestaat uit vier bouwblokken, die bedrijven zouden kunnen of moeten toepassen om tot een circulaire economie te komen: Product Design, Business Models, Reverse Networks en Enabling Conditions. Voor ieder bouwblok is een aantal onderzoek‐ en ontwikkelingsvragen geïdentificeerd die kunnen bijdragen aan een meer circulair bedrijfsproces.
Ellen MacArthur (2013), report Towards the Circular Economy Accenture (2014), Circular Advantage 11 www.philips.com/about/sustainability/ourenvironmentalapproach/greeninnovation/circulareconomy.page 9
10
1. Product Design Dit bouwblok behelst verbeteringen in materiaalkeuzes en productontwerp. Om deze verbeteringen te realiseren zijn standaardisatie en modularisering van componenten, pure materiaalstromen en ontwerp voor eenvoudige demontage, mogelijke oplossingsrichtingen. Door de implementatie van dit bouwblok wordt het productieproces van organisaties efficiënter. Wat zijn de werkelijke kosten van het product? Wat is de waarde van afvalstromen en op welke manier kunnen deze ingezet worden voor nieuwe/ andere producten? Hoe moet het product vervoerd, verpakt en vermarkt worden? Hoe kan het productieproces ecologisch en economisch worden geoptimaliseerd? Wat is de levenscyclus van het product en hoe kan die verlengd worden? Welke materialen moeten worden uitgesloten in productdesign? Niet alleen uit functioneel oogpunt, maar ook uit oogpunt van gezondheid, en andere indirecte aspecten? Hoe kan het product straks eenvoudig uit elkaar gehaald worden om verschillende onderdelen te hergebruiken of monomaterialen te recyclen? Hoe kan men de materialen eenvoudig identificeren of labelen met het oog op latere recyclage? 2. Enabling conditions Hier ligt de focus op de condities die organisaties in staat stellen om circulaire principes toe te passen. Cyclus‐ en sector overschrijdende prestaties zijn factoren die veranderingen op een systeemniveau ondersteunen (in de gehele keten). Om dit te realiseren is meer transparantie van materiaalstromen, afstemmen van prikkels en het vaststellen van industrie‐standaarden voor betere cyclus‐ en sector samenwerking noodzakelijk. Andere aspecten zijn toegang tot financiering/risk management tools, wetgeving & infrastructuur ontwikkeling en onderwijs. Dit moet zorgen voor een algemeen consumentenbewustzijn en de vaardigheden om circulaire innovaties te implementeren. Tenslotte moeten ook bedrijven sector‐overschrijdend met elkaar in contact gebracht worden (eco‐clustering) en bereid worden gevonden (vertrouwelijke) marktinformatie met elkaar te delen. Kan wetgeving/ subsidie of het wegwerken van ongewenste marktbelemmeringen worden ingezet op hergebruik bestaande materialen? Wat moet men nu doen om het productieproces toekomstbestendig te maken? Welke juridische en economische aspecten zijn van invloed op het circulair maken van het primaire proces? Kan uitgebreide producentenverantwoordelijkheid een hefboom zijn voor meer circulair materiaalgebruik? 3. New business models Het veranderen van een lineair proces naar een circulair proces vraagt niet alleen een verandering in het gebruik van materialen, maar ook een verandering in eigendomsstructuren, verdienmodellen en verantwoordelijkheden. Dit bouwblok legt de focus op innovatieve business modellen, specifiek op het veranderen van eigendom naar prestatiegerichte betaalmodellen. Het biedt instrumenten voor het vertalen van producten die zijn ontworpen voor hergebruik in aantrekkelijke value propositions. Dit vraagt van producenten om anders te gaan nadenken over producten en de verantwoordelijk voor producten gedurende de levenscyclus. Dus hoe je gebruikte producten weer te gelde kunt maken. Kan het product als dienst worden aangeboden in plaats van als product te worden verkocht? Welke verdienmodellen passen bij dit product? Hoe biedt samenwerking in of over de sectoren of ketens voor optimalisatie (inkoop, transport, uitwisselen van utiliteiten zoals restenergie, ‐warmte, ‐materialen, ‐water, ‐ruimte)? Hoe kan return logistics worden georganiseerd/ gegarandeerd? 4. Global reverse networks Binnen dit bouwblok ligt de focus op het omkeren van de cyclus van gebruiker naar producent. Dit geeft uitvoering aan onder meer de onder ‘enabling conditions’ geciteerde vormen van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid met terugnameplichten, reverse logistics en andere systemen. Het kan uitgebreid worden op internationale schaal waarbij materialen in geëxporteerde goederen als afval terug heringevoerd kunnen worden. Onder meer fairphone experimenteert met dergelijke systemen. Het doel van reverse networks is om op een efficiënte manier materialen in te zamelen door producenten of derden (bijvoorbeeld shared services). Welke netwerken kunnen er worden ingezet, denk aan de Oogstkaart.nl (recycling door derden)? Hoe kunnen de productstromen teruggebracht worden naar de basis?
Van theorie naar praktijk
Deze theorie vertaalt zich naar een tal aan verschillende voorbeelden in de praktijk. Hieronder volgen een aantal voorbeelden van de circulaire economie in de praktijk. Niet je oude schepen verbranden Een van de grootste containervervoerders ter wereld past het principe van de circulaire economie toe. Maersk Line heeft voor haar nieuwe vrachtschepen een Cradle to Cradle paspoort ontwikkeld. Met dit paspoort wil zij in de toekomst uit de bestaande schepen nieuwe schepen ontwikkelen12. In het ‘materialenpaspoort’ staat welke materialen, waar in het schip zijn gebruikt en hoe deze materialen in de toekomst gedemonteerd en gerecycled kunnen worden. Het paspoort is met de kennis van nu opgesteld. Deze nieuwe manier van denken en werken zorgt ervoor dat er nieuwe investeringsmogelijkheden ontstaan en dat Maersk de kennis over deze nieuwe manier van denken kan inzetten en delen met andere bedrijven. Zo vormen de schepen van Maersk de grondstof bron voor de toekomst(ige schepen). Overeenkomstig met de aanpak van Maersk werkt Arcadis samen met andere organisaties aan de ontwikkeling van een materialenpaspoort voor gebouwen. Deze samenwerking vindt plaats onder de vlag van de ‘Green deal circulaire gebouwen’ en beoogt een gelijksoortig resultaat voor de gebouwenvoorraad in Nederland.
Floriade 2012 duurzaam inspirerend Werelds’ grootste tuinbouwexpo vindt iedere 10 jaar plaats in Nederland. Voor de Floriade 2012 heeft Arcadis het basispark ontworpen, gerealiseerd en ontmanteld. De Floriade is volgens de Cradle to Cradle principes ontworpen waarbij rekening is gehouden met de waarde van de gebouwen en het terrein na afloop van de wereldtuinbouwexpo. De gebouwen die tijdens het evenement zijn gebruikt, zijn demontabel of zo flexibel dat zij een andere functie kunnen vervullen in de toekomst. Het park fungeert na de Floriade als bedrijvenpark.
Waardekringen in steden Deze circulaire aanpak is in meerdere Nederlandse steden toegepast en heeft geleid tot grote sociale en financiële successen. In het model worden de verschillende financiële stromen van corporaties, gemeenten, verzekering organisaties, scholen, universiteiten en maatschappelijke organisaties geanalyseerd om verborgen kosten en de wederzijdse voordelen te ontgrendelen. Dit model kan kapitaal ontgrendelden om steden te verbeteren. Meer resultaat, met dezelfde hoeveelheid kapitaal. Door het inzichtelijk maken van deze waarden, zijn goede keuzes gemaakt binnen projecten/ buurten/ wijken en steden.
Industriële symbiose en eco‐clustering Arcadis bracht bedrijven uit de haven van Gent samen om mogelijkheden voor industriële symbiose te exploreren, wat leidde tot de uitbouw van drie business cases, rond delen van waterzuivering en afval/grijs water, rond stoom en warmte en rond biodegradeerbaar afval en vergisting. Op basis van een KMO materialenscan die Arcadis ontwikkelde voor de Vlaamse overheid werden in de gemeente Olen bedrijven in een ecocluster bijeengebracht wat leidde tot zeven heel concrete samenwerkingsverbanden/vervolgtrajecten.
Verzilting in de delta In de Nederlandse Delta is verzilting een issue dat steeds meer aandacht vraagt. De rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s) van het Hoogheemraadschap van Delfland (regio Westland, Den Haag, Delft en Vlaardingen) lozen gezuiverd afvalwater op de Noordzee of de Nieuwe Waterweg, terwijl er in de zomer een tekort is aan zoet water. Arcadis heeft een plan opgesteld voor de nabehandeling van het afvalwater uit de RWZI. Wanneer al het afvalwater wordt geloosd op de boezems, kan aan 80% van de zoetwatervraag worden voldaan. Om dit te bereiken wordt vaak nabehandeling met actieve kool filtratie geadviseerd, deze kool moet echter na een paar maanden geregenereerd worden. Dit is een energie‐intensief proces. Arcadis stelt voor om ozon‐technologie toe te passen, deze oplossing is goedkoper en energiezuiniger. Deze technologie is door Arcadis succesvol toegepast bij afvalwaterzuiveringsprojecten binnen de farmaceutische industrie. In een pilottraject van twee jaar wordt deze technologie getest op het afvalwater van de RWZI Vlaardingen.
Ontwikkelen van enabling conditions. De Europese Commissie Directoraat‐generaal (DG) ENVIRONMENT onderzoekt de verschillende vormen van waste market distortions. Welke wetgeving bevordert en welke belemmert de realisatie van een afvalmarkt met respect voor de afvalverwerkingshiërarchie, de doelstellingen van resource efficiency en de transitie naar een circulaire economie?13 Het DG GROWTH analyseerde de economische relevantie van industriële symbiose. Welke sectoren zijn daar het meest geschikt voor?14 Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zowel als de Commissie voeren strategisch onderzoek naar hoe de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid er in de toekomst kan uitzien, niet alleen met oog op de afvalfase maar doorheen de gehele levenscyclus van materialen. 15 16 12 www.ellenmacarthurfoundation.org/case_studies/maersk
ARCADIS and Triple E (2015, in voorbereiding), The efficient functioning of waste markets in the European Union ARCADIS, Cambridge Econometrics, et al. (2015), Analysis of certain waste streams and the potential of Industrial Symbiosis to promote waste as a resource for EU Industry 15 ARCADIS (2014), Etude de l’optimalisation de l’outil REP en Région de Bruxelles‐Capitale 16 BIOIS, ARCADIS, ecologic, et al. (2014), Development of Guidance on Extended Producer Responsibility (EPR) 13 14
Het volgende level
De theorie en de praktijkvoorbeelden in deze paper beschrijven de circulaire economie. Deze circulaire economie vraagt om een nieuwe kijk op producten en business modellen. In rap tempo volgen in verschillende sectoren praktijkvoorbeelden elkaar op. Daarnaast is er een sterkte toename in de theoretische onderbouwing voor een meer circulaire economie. Door deze ontwikkelingen groeit het bewustzijn dat de grens van de lineaire economie is bereikt. Het is daarom het moment om de nieuwe standaard, de circulaire economie, als maatschappij te omarmen. Auteurs: Marije Vos Freek Wullink Maria de Lange Mike Van Acoleyen Verali von Meijenfeldt Redactie: Anita Kuijpers