Marretje en de rest
Simone van Drie - Arts * Cindy Heijkoop
Inhoud 5 Verstoppertje 6 Vakantie 8 Het mobieltje van papa 10 Hondenpoep in de speeltuin 12 Kuikentjes 14 Brandweerauto 16 Grote Mensen Bed 18 Mug 20 Thee en een appeltje 22 Piratenshow 24 Ponyrijden 26 Treinbaan 28 Oma komt oppassen 30 Verkleden 32 Amsterdam 34 Krokodil 36 Skypen 38 Fotograaf 40 Kitten 42 Indianen 44 Worm 45 Kleuren 46 Dierentuin 48 Miertjes 50 Koekjes bakken
52 Rommel in het bos 54 Voetballen 56 Nagellak 58 Miepje komt thuis 60 Dokter 62 Pretpark 64 Laarsjes wisselen 65 Navigatiesysteem 66 Logeren 68 Pimpelmeesjes 70 Hondenbaasje 72 Boodschappen doen 74 Doktertje spelen 75 Een mooi boek 76 Sinterklaas komt aan 77 Tanden poetsen 78 Pakjesavond 80 Kerstboom versieren 82 Kerststukjes maken Spruitjes pellen 84 84 Sneeuwpop 88 Op de slee 90 Zwembad 92 Bij omaatje 94 Miepje is weg
Indianen “Oewoewoewoewww!” riep Thijmen terwijl hij met zijn vingers tegen zijn lippen aan drukte. “Oewoewoewoewoewwww!” gilde Marretje heel hard. Ze renden achter elkaar aan de kamer door. Op hun hoofd hadden ze een echte, zelfgemaakte indianentooi. Marretje had kippenveertjes gezocht en daarvan hadden ze alle drie een prachtige indianentooi gemaakt, met karton en plakband. Nu waren ze dus indianen. En die zeiden altijd ‘oewoewoewoewoew’. “Ik zeg geen ‘oewoewoew’!” zei Ties. “Waarom niet?” vroeg Thijmen. “Dat hoort wel. Dat zeggen indianen altijd, hoor!’’ “Ik niet,” zei Ties. “Maar ben je dan geen indiaan?” vroeg Marretje aan Ties. “Ja, ik ben wel een indiaan,” zei Ties heel beslist. “Maar ik zeg geen ‘oewoewoew’.” “Oh,” zeiden Marretje en Thijmen en ze renden weer verder door de kamer. “Wij moeten op reis, naar Frankrijk!” zei indiaan Thijmen. “Dan moeten we met de trein, want dat is te ver om te lopen,” zei indiaan Marretje. “Ja, ik wil ook met 42
de trein mee!” riep indiaan Ties. “Kom, we zetten alle stoelen op een rij en dan maken we een trein. Ik ben de machinist,” besloot Thijmen. Marretje en Ties hielpen om alle stoelen op een rij te zetten. Het werd een prachtige trein. “Alle indianen moeten instappen!” riep de machinist. En dat deden de indianen. Ze zaten heerlijk in de trein. “Dengdengdengdeng!” deed de trein. Toen hield de trein opeens stil. “Oh nee!” riep de machinist verschrikt. “De motor is stuk!” “Ik maak hem wel. Ik kan schroeven!” zei indiaan Ties. Hij zette zijn indianentooi recht en schroefde aan de stoel. “Zo! Hij doet het weer!” En ja, hij deed het weer. “Dengdengdengdeng!” Daar ging de trein weer. “Uitstappen! We zijn in Frankrijk!” zei de machinist. Alle indianen stapten uit de trein. “Wat gaan we hier doen?” vroeg indiaan Thijmen. “Winkelen,” zei indiaan Marretje. “We moeten brood kopen en chocoladepasta en komkommers.” De indianen liepen naar de mama van Marretje. “Mevrouw, wij komen
boodschappen doen. Wij hebben brood nodig, chocoladepasta en komkommers,” zei indiaan Marretje. “Oh, nou, dat heb ik nog wel. Kijk eens? Alstublieft, indianen,” zei mama de winkeljuffrouw. “Dank u wel, mevrouw,” zeiden de indianen. Nu moesten ze weer terug naar Nederland. “Kom, we gaan weer met de trein,” zei indiaan Thijmen. De indianen stapten in de trein en daar gingen ze weer
– terug naar Nederland. Gelukkig ging de motor nu niet kapot! “Uitstappen maar!” riep de machinist. “We zijn er weer!” De indianen stapten uit en ze liepen naar de tafel. Daar zetten ze de boodschappen neer. Mama kwam de kamer binnen. “Zal ik eens voor jullie alle drie een lekker boterhammetje smeren?” vroeg ze. En daar hadden de indianen wel trek in, na zo’n lange reis naar Frankrijk.
43
Miertjes Jasper en Marretje speelden op het terras. “Kijk, wat is dat?” vroeg Jasper en hij wees naar een hoopje zand. Marretje wist het ook niet. “Oh, dat is een mierenhoop. Dat is de ingang van een mierenholletje dat onder de grond zit,” zei mama. “Kijk maar, zie je al die miertjes lopen? Die gaan naar dat holletje toe of ze komen er vandaan en dan gaan ze op zoek naar lekkere hapjes.” Marretje en Jasper keken en ze zagen inderdaad allemaal miertjes lopen. Een hele sliert. Ze liepen allemaal achter elkaar aan. “Waarom lopen ze achter elkaar aan?” vroeg Marretje. “Dat weet ik niet. Maar ze blijven altijd hun weg vervolgen en lopen inderdaad altijd achter elkaar aan. Ze hebben een onzichtbaar pad, denk ik,” zei mama. “Leg maar eens een stokje op hun pad. Dan zul je zien dat ze daar gewoon overheen lopen om op hun pad te kunnen blijven.” Jasper pakte een takje en legde dat dwars over het onzichtbare mierenpad. En ja, de miertjes kropen er gewoon overheen. “Kom, we maken een 48
hindernisbaan voor de miertjes! Kunnen ze lekker klimmen!” riep Marretje. “Ja!” zei Jasper en samen zochten ze naar mooie hindernissen voor de mieren. Takjes, twijgjes, blaadjes en steentjes. Ze vonden van alles. Toen ze heel veel hindernissen hadden verzameld, gingen ze weer naar het terras om ze neer te leggen op het onzichtbare mierenpad. Het werd een prachtige hindernisbaan met takjes en twijgjes waar de miertjes overheen moesten klimmen en tunneltjes waar de miertjes onderdoor konden lopen. “Zo, wat maken jullie daar?” vroeg papa. “Dit is een hindernisbaan voor de miertjes!” zei Jasper. “Kijk maar, papa, ze snappen het al! Dit zijn hele slimme miertjes!” zei Marretje. Papa keek en hij zag het ook. De miertjes klommen over de takjes en twijgjes en liepen zo onder de tunneltjes door. “Knap gedaan, hoor!” zei papa. “Het is ook knap van de miertjes, hè?” vroeg Jasper. “Jazeker. Heel knap!” zei papa.
49
Bij omaatje Marretje had best wel veel oma’s. Maar ze had maar één omaatje! Omaatje was al héél oud – al bijna honderd jaar! Ze woonde in een speciaal huis, waar allemaal oude mensen woonden. Marretje vond het altijd leuk bij omaatje. Ze mocht met het koperen keteltje en de zilveren eierdopjes spelen en omaatje had altijd iets lekkers voor haar. Vandaag gingen ze ook bij omaatje op visite. “Mag ik op de bel drukken?” vroeg Marretje. “Ja, ga maar vast,” zei mama. Marretje rende vooruit, de lange gang door naar de deur van omaatjes kamer. “Ding dong!” klonk de bel. “Ja, ja! Ik kom, even wachten!” hoorde Marretje omaatje roepen. Even later ging de deur open. “Ha Marretje. Zo, zo. Wat gezellig dat jullie er zijn! Kom binnen,” zei omaatje. Ze gingen naar binnen en hingen hun jassen op. “Mag ik op de rollator zitten?” vroeg Marretje. “Ja, klim er maar op!” zei omaatje. Omaatje moest nu weer terug schuifelen naar haar speciale stoel. Die stoel kon je 92
met knopjes omhoog en omlaag doen! Dat was leuk! Daar gingen ze. Héél langzaam. Marretje zat op de rollator en omaatje liep erachter. Langs de keuken, langs de bank en toen waren ze bij de stoel. “Mag ik op het knopje drukken?” vroeg Marretje en ze sprong van de rollator af. “Ja, druk maar op het rode knopje,” zei omaatje. Omaatje ging zitten en Marretje drukte op het knopje. “Zzzzzzz,” deed de stoel. Heel langzaam zakte omaatje naar beneden. “Leuk, hè, omaatje? Wil je nog een keer omhoog?” vroeg Marretje. “Nou, laat omaatje maar fijn laag staan. Straks mag je weer op het blauwe knopje drukken, als omaatje weer moet opstaan. Goed?” “Goed,” zei Marretje. Mama was thee aan het zetten in het keukentje en Marretje pakte het koperen keteltje en de zilveren eierdopjes. “Zal ik ook een lekker kopje alsof-thee zetten, omaatje?” vroeg Marretje. “Nou, dat lijkt me heerlijk!” zei omaatje. Marretje zette het keteltje op een klein tafeltje om het water alsof te koken. Ze schonk het eierdopje vol alsof-thee.
“Alstublieft, een lekker kopje thee,” zei Marretje en ze gaf omaatje het eierdopje. Omaatje nam een alsof-slokje. “Hmmm. Heerlijk, hoor! Dank je wel!” zei omaatje. “Wat hangt daar aan de muur? Is dat een gitaar?” vroeg Marretje. “Nee, dat is een viool!” zei omaatje. “Toen ik vroeger een klein meisje was, heb ik op dat viooltje gespeeld,” zei omaatje. “Kun je dat eens doen nu?” vroeg Marretje. “Nee, dat gaat niet meer. Omaatjes armen doen het niet meer zo goed. Daarom hangt de viool nu aan de muur,” zei omaatje. “Oh,” zei Marretje. Dat was wel jammer. “Misschien wil jij, als jij later ietsje ouder bent, wel muziek maken op dat viooltje? Daarom heeft omaatje hem altijd goed bewaard. Je weet het maar nooit!” zei omaatje. “Dat wil ik wel, hoor. Dan ga ik, als ik later groot ben, gitaar spelen op jouw viooltje!” zei Marretje blij. “Ja, dat is een goed idee,” lachte omaatje. Toen kwam mama met de echte thee binnen. “In de kast liggen nog lekkere koekjes,” zei omaatje. “Nou, dan pak ik die nog even en dan gaan we thee drinken!” zei mama. En dat deden ze. 93
1e druk, Juni 2013 ISBN: 978-94-91361-46-3 Nur-code: 210 Auteur: Simone van Drie - Arts Illustraties: Cindy Heijkoop Opmaak en vormgeving: Reclame Dame, Papendrecht Redactie: Tekst aan Zet, Voorthuizen Uitgeverij: 3H is een imprint van het Schrijverspunt, Clusteruitgeverij Copyright: Š 2013 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, door middel van druk, fotokopieÍn, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.
www.marretje-en-de-rest.nl www.facebook.com/Marretje.en.de.rest