Schorer Magazine

Page 1

nummer 15

evaluatie mantotman.nl eenheid in de veelheid lessons learned in het zuiden obstakels en successen interview Clem Bongers Roze Loper opent deuren

pioniers en nieuwe helden 25 jaar Schorer Buddyzorg

augustus 2009


inhoud Schorermagazine # 15, augustus 2009

culturele en seksuele diversiteit Het is voor mij elke dag opnieuw een bijzondere ervaring om te wonen en werken in de binnenstad van Amsterdam. De rijke culturele historie is prachtig zichtbaar in de architectuur. De van oudsher tolerante sfeer in de stad is voelbaar. Al eeuwen leven hier mensen met uiteenlopende leefstijlen, interesses en culturen gebroederlijk samen en dat spreekt mij erg aan. Als bestuurder van stadsdeel Centrum streef ik naar harmonieuze diversiteit: een prettige omgang tussen bewoners en bezoekers, ongeacht zichtbare of onzichtbare verschillen. Dat is de kracht van Amsterdam, samenleven in plaats van langs elkaar heen. Dit geldt voor mensen met uiteenlopende culturele of religieuze achtergronden en ook voor mensen met een andere seksuele voorkeur.

2 column Wil Codrington

3 Schorer Buddyzorg 25 jaar

Stadsdeel Centrum ondersteunt de homogemeenschap op verschillende manieren. Zo draagt het stadsdeel bij aan de Gay Pride. Vorig jaar heb ik tijdens de parade op de grachten meegevaren met burgemeester Job Cohen en andere bestuurders op de gemeenteboot. Dat was een ware happening die diepe indruk op mij heeft gemaakt. Verder worden in de stad diverse projecten van het COC financieel ondersteund en is er een startsubsidie voor een Homomuseum beschikbaar gesteld. Ook anderszins toont het stadsdeel betrokkenheid. Zo is het de gewoonte dat een lid van het dagelijks bestuur bij de 4 mei herdenking op het Homomonument aanwezig is. Stadsdeel Centrum legt jaarlijks een krans om het belang van deze herdenking te onderstrepen.

4 pioniers en nieuwe helden 25 jaar Schorer Buddyzorg

7 Schorer Buddyzorg in mijlpalen 8 evaluatie mantotman.nl eenheid in de veelheid

10 lessons learned in het zuiden obstakels en successen

12 producten en diensten

14 interview: Clem Bongers

Op dit moment werkt Amsterdam aan de nieuwe beleidsnota Diversiteit. Homoorganisaties zijn nauw bij dit proces betrokken. Met het toekomstige diversiteitsbeleid wil het stadsdeel stimuleren dat mensen, ongeacht verschillen in gezindte, culturele achtergrond of seksuele voorkeur ontspannen samenleven. Iedereen hoort erbij en moet volwaardig kunnen participeren in onze samenleving. Daarom is het belangrijk dat de dialoog tussen de homo- en moslimgemeenschap wordt gestimuleerd en dat allochtone jongeren met homoseksuele gevoelens hulp krijgen bij hun emancipatieproces. Intolerantie en geweld tegen homoseksuelen vind ik onacceptabel. Later dit jaar wordt de nota diversiteit behandeld in de stadsdeelraad. Ik hoop van harte dat de raad instemt met de hierin beschreven plannen. De conceptversie van de nota is te vinden op onze website. Daarin leest u wat het stadsdeel de komende jaren onderneemt om iedereen te betrekken bij een diverse, tolerante en prettige samenleving, waarin ruimte is voor culturele en seksuele verschillen. Wil Codrington dagelijks bestuurder stadsdeel Centrum

COLOFON uitgave Schorer Postbus 15830 1001 NH Amsterdam (020) 573 94 44 magazine@schorer.nl www.schorer.nl

2

Schorermagazine augustus 2009

hoofd- en eindredactie Jacob van Megen redactieraad Michelle Delleman Esther van Doorne Wim Zuilhof

aan dit nummer werkten mee Wil Codrington Eliane Groenendijk Mariette Hermans Kees Neefjes Caspar Pisters

fotografie Bettina Neumann

oplage 3.300

vormgeving Gerrald Plasmeijer

issn 1574-1486

drukwerk Springer & Lippes drukkers

Schorer is het landelijk instituut voor homoseksualiteit, gezondheid en welzijn. De stichting wordt financieel ondersteund door onder andere het ministerie van VWS en Soa Aids Nederland.

column/inhoud/colofon


Schorer Buddyzorg 25 jaar

O

p initiatief van oud-directeur Riek Stienstra startte Schorer in 1984 met het Buddyproject, een uniek systeem van onderlinge zorg en ondersteuning voor homomannen met hiv/aids. Buddy’s richtten zich in de eerste jaren van de aidscrisis op het bieden van acute hulp en stervensbegeleiding. Er was destijds veel onbekendheid met de ziekte. Aids werd vooral gezien als een homoziekte. Dat maakte de slachtoffers vaak tot paria. Buddyzorg voldeed aan de grote behoefte die er toen bestond aan menselijkheid en steun. Aanvankelijk ging het om de zorg voor homomannen door homomannen, gedreven vanuit een sterke onderlinge solidariteitsgedachte. Met de komst van de combinatietherapie in 1996 is het aantal mensen dat in Nederland overlijdt aan aids afgenomen. De behoefte aan ondersteuning bij de acceptatie en het leren omgaan met hiv is echter gebleven. Niet iedereen kan of wil op steun van familie of vrienden rekenen. Een buddy biedt dan waardevolle, soms zelfs onmisbare, hulp en steun bij het leren leven met beperkingen en het weer op orde brengen van het leven. Dat kan uiteraard ook gelden voor andere ziektes. Op grond van maatschappelijke signalen is Schorer Buddyzorg sinds 2000 uitgebreid naar homomannen, lesbische vrouwen en biseksuelen met andere chronische of ernstige ziekten. Het concept wordt ook toegepast op roze ouderen die zich geconfronteerd zien met sociaal isolement en eenzaamheidsproblematiek. In recente jaren heeft Schorer met Humanitas en het Genderteam van de Vrije Universiteit buddyzorg ontwikkeld voor transgenders tijdens hun real life test. Ook jongeren bij wie de seksuele gevoelens conflicteren met hun culturele achtergrond kunnen sinds 2008 een beroep doen op een buddy.

Met de verbreding van buddyzorg heeft Schorer ingespeeld op de maatschappelijke ontwikkeling om informele zorg te versterken. Ook vanuit de gay community is er behoefte aan deze vorm van aanvullende ondersteuning. Steeds opnieuw lukt het Schorer om vanuit de doelgroepbehoefte het aanbod aan te passen en hierbij de doelgroep te betrekken en te mobiliseren. In het buitenland bleek veel interesse voor de wijze waarop Schorer buddyzorg voor homomannen in Amsterdam heeft opgezet. Met financiële steun van de Europese Unie en Hivos heeft Schorer sinds 1996 het concept van buddyzorg overgedragen. Sindsdien trainde Schorer 75 organisaties in Latijns Amerika en Suriname met steeds de lokale situatie en behoefte als uitgangspunt. Er zijn handleidingen ontwikkeld in het Portugees, Spaans en Nederlands. Op 25 september is de jubileumbijeenkomst ter ere van 25 jaar Schorer Buddyzorg in de Rode Hoed in Amsterdam. De bijeenkomst bestaat uit een inhoudelijk gedeelte waarbij prof. dr. Paul Schnabel, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, een lezing houdt over buddyzorg: heden, verleden en toekomst. Paul Schnabel doet dit in de jaarlijkse Riek Stienstralezing. Daarna volgt een informeel gedeelte met muziek, drankjes en hapjes. Schorer is trots op alle vrijwilligers die zich de afgelopen 25 jaar hebben ingezet als buddy. Mede door hun inzet zijn buddy’s niet meer weg te denken uit het Nederlandse zorgsysteem. Ferdinand Strijthagen directeur

reacties: redactieraad@schorernet.nl beleid

Schorermagazine augustus 2009

3


pioniers en nieuwe helden

tekst Kees Neefjes foto’s Bettina Neumann

4

Schorermagazine augustus 2009

actueel


In 1982 wordt de eerste aidsdiagnose in Nederland gesteld. De homogemeenschap is bang voor aids. Op initiatief van oud-directeur Riek Stienstra komt in 1984 het eerste buddyproject in Nederland van de grond, een uniek systeem van onderlinge zorg en ondersteuning voor homomannen met hiv/ aids. In 25 jaar ontwikkelde het project zich tot een breed zorgsysteem voor de Amsterdamse roze community. Maria Tates, medewerker en later coördinator bij het Buddyproject, en Jos Holweg, huidige coördinator, over de verbreding van Schorer Buddyzorg.

D

e angst voor een aidsepidemie, voor stigmatisering en discriminatie van homoseksuelen en inperking van seksuele vrijheden is tijdens de beginjaren van de aidscrisis groot. Activiste en oud-directeur Riek Stienstra richtte in 1984 samen met Jan Schippers en David Stein, psychologen en aidsshulpverleners bij Schorer, het Buddyproject op. Buddy’s waren in die dagen veelal homoseksuele mannen die zich met hart en ziel inzetten voor andere homoseksuelen die ten dode waren opgeschreven. Veel buddy’s waren niet getest en wisten niet of ze zelf seropositief waren. Velen waren bang zelf aids te krijgen en konden die angst onderdrukken door zich in te zetten voor een ander. Door het buddywerk werden ze geconfronteerd met de ziekte. Zij leerden daardoor beter met hun eigen angsten omgaan. Veel buddy’s gaven motieven op als dicht bij aids willen zijn, het gevaar onder ogen willen zien, in een milieu verkeren waarin jij ook geholpen zou worden als blijkt dat je de ziekte hebt. Herman Kaal, buddy van het eerste uur, formuleerde het in het boek Vriendschap voor een vreemde van Hansje Galesloot (Schorer Boeken 1999) zo: ‘Als ik aan het front sta en door een kogel wordt getroffen, is dat minder erg dan wanneer ik thuis rustig zit te eten en er valt een bom op het dak.’ besmettelijke homoziekte Maria Tates, eerst medewerker en later coördinator bij het Buddyproject, blikt terug: ‘Toen de eerste berichten over een besmettelijke homoziekte ons land bereikten, voelde ik mij zeer aangesproken en was boos. Vaak was de diagnose meteen aids. Mensen waren doodziek door aftakeling, lichaamsfuncties vielen uit, veel zieken dementeerden of werden blind. Buddy’s begeleidden soms wel drie of vier cliënten per jaar naar de dood.  ➤ actueel

Schorermagazine augustus 2009

5


Dat was ontzettend heftig, maar het buddywerk had ook positieve kanten. Naast het bieden van praktische zorg kon je iets voor iemand betekenen, iemand echt terzijde staan. Dat gaf enorme voldoening. Buddy’s waren pioniers en deden alles wat nodig was voor hun cliënt. Het buddywerk haalde het beste uit hen naar boven. Zij waren helden.’ Aanvankelijk was de enorme groei van het aantal mensen met aids dat een buddy aanvroeg de grootste uitdaging van het project. Vanaf 1987 was er weliswaar de aidsremmer AZT, maar mensen stierven nog steeds. Met weinig geld moest de enorme cliëntengroei worden opgevangen. Buddyprojectmanager Peter van Rooijen schreef over deze problematiek destijds een discussienotitie. Vanwege de cliëntengroei bepleitte hij dat buddyzorg uit financiële overwegingen en vanuit ideologische motieven niet zou moeten professionaliseren. Ook Riek Stienstra vond dat het Buddyproject vanuit de community-gedachte door de homoseksuele gemeenschap gedragen zou moeten worden. Om een te grote professionalisering tegen te gaan moest volgens beiden ook de ondersteuning van buddy’s zoveel mogelijk aan vrijwilligers worden overgelaten. Maria Tates zegt hierover: ‘Getrainde vrijwilligers inzetten voor de training van nieuwe buddy’s, voor de ondersteuning van groepen buddy’s en als contactbegeleider, dat sprak mij erg aan. Het was een gigantische uitdaging, maar het is gelukt.’ Sinds de beginjaren was het Buddyproject onderdeel van de psychosociale hulpverlening van Schorer. In 1993 werd het project losgekoppeld en ging het verder onder de naam Homo Buddy Project. Het project kreeg toen een eigen voordeur: vrijwilligers worden ingezet op sleutelposities en gaan als contactpersonen een vitale rol spelen bij de intake, toewijzing en koppeling. van stervensbegeleiding naar levensbegeleiding De irrationele angst voor besmetting, door bijvoorbeeld drinken uit hetzelfde kopje als iemand met hiv, was in de jaren tachtig wijd verspreid, zelfs onder buddy’s. Maar dankzij voorlichting, adequate samenwerking tussen de homobeweging en de overheid en de positieve media-aandacht voor buddy’s bleef de gevreesde stigmatisering en discriminatie van homoseksuelen als besmette groep uit. De komst van de combinatietherapie in 1996 betekende een grote omslag voor buddyzorg. Maria Tates: ‘Mensen met hiv moesten veel pillen slikken, op gezette tijden, en ze hadden vaak last van vreselijke bijwerkingen. Veel cliënten gingen er tot dan toe van uit dat ze zouden sterven, maar dankzij de nieuwe medicijnen moesten ze opnieuw voor het leven kiezen. Er waren nieuwe helden nodig. Bij buddyzorg ging het niet meer om stervensbegeleiding, maar om levensbegeleiding, om empowerment.’ Aids eiste minder slachtoffers dan aanvankelijk werd verwacht. Inspelend op de maatschappelijke ontwikkelingen verbreedden andere buddyprojecten in het land zich. Mensen met kanker, chronisch vermoeidheidssyndroom, multiple sclerose en andere chronische ziekten konden ook een buddy krijgen. Schorer Buddyzorg bleef gericht op homoseksuelen. Toch heeft Schorer 6

Schorermagazine augustus 2009

Buddyzorg zich ook verbreed, meent Jos Holweg, die al sinds 1992 bij het buddyproject betrokken is: ‘Op dit moment bestaat veertig procent van onze cliënten uit homomannen met hiv. De overigen zijn homo’s, lesbo’s, biseksuelen en transgenders met andere ernstige ziekten, oudere homoseksuelen die in sociaal isolement leven en transgenders tijdens de real life test.’ Tijdens deze test moeten bijvoorbeeld mannen die vrouw willen worden al vóór de operatie als vrouw door het leven gaan. In deze periode worden transgenders vaak gediscrimineerd en durven niet naar buiten, terwijl dat juist wel de bedoeling is. ‘Zij kunnen tijdens deze fase in hun leven veel aan de support van een buddy hebben’, aldus Jos Holweg. Sinds 2008 kunnen jongeren uit multicultureel Amsterdam die in de knel zitten met hun homoseksuele gevoelens en hun culturele of religieuze achtergrond ook een beroep doen op een buddy. Met deze laatste verbreding van Schorer Buddyzorg wordt opnieuw ingespeeld op maatschappelijk relevante behoeften. Jos Holweg: ‘Vaak zoeken allochtone jongeren met homoseksuele gevoelens hulp bij Veilige Haven – de inloop en opvang van Schorer voor jongeren uit multicultureel Amsterdam met homoseksuele gevoelens – als ze door hun familie zijn verstoten. Een buddy kan hen ondersteunen in het vormgeven van een leefstijl die bij hen past. Bij praktische zaken, zoals opnieuw je weg vinden in het leven, het bieden van een luisterend oor en hulp bij de introductie in de homoscene.’ toekomst en perspectief De komende decennia zullen steeds meer Nederlanders alleen wonen. Bij ziekte kunnen ze dan geïsoleerd raken van de samenleving. Buddy’s zouden uitkomst kunnen bieden, maar tegelijkertijd gaan Nederlanders zich steeds minder om elkaar bekommeren. Dat voorspelde prof. dr. Paul Schnabel, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, begin dit jaar tijdens een lezing in Utrecht voor de welzijnssector. Het beeld dat hij hiermee schetste, betekent dat buddyprojecten zuinig moeten zijn op hun buddy’s. Hoe bindt Schorer Buddyzorg vrijwilligers aan zich? Jos Holweg: ‘Buddy’s kunnen bij Schorer Buddyzorg doorgroeien naar contactbegeleider, groepsbegeleider en/of trainer. Bovendien raken sommige buddy’s hiv-moe. Vanwege de buddyzorgverbreding kunnen zij nu ook kiezen voor iemand met een andere ziekte, voor een transgender of voor een allochtone jongere. Bij deze cliëntgroepen draait buddyzorg vooral om empowerment. Het kan best zijn dat we in de nabije toekomst aangepast aanbod ontwikkelen voor mannen met hepatitis C. Het mes snijdt zo aan twee kanten: buddyzorg differentieert en buddy’s kun je langer aan het project binden als ze na verloop van tijd buddyzorg kunnen bieden aan andere groepen.’ ■

reacties op dit artikel: Jos Holweg j.holweg@schorernet.nl actueel


25 jaar Schorer Buddyzorg in mijlpalen 1984 1984 Na een oproep in de homomedia verzorgen David Stein en Jan Schippers in november 1984 de eerste buddytraining. Primaire doel van het Schorer Buddyproject is bieden van psychosociale hulp en praktische ondersteuning aan mannen met hiv/aids. 1984 1991

In 1991 wordt het woord buddy opgenomen in de Dikke Van Dale. Vanaf dan wordt het meervoud van buddy geschreven als buddy’s. Het woord buddies komt dan officieel te vervallen.

1996 1984 De introductie van de combinatietherapie in 1996 betekent een ommezwaai in de buddyzorg. De zorg verandert van stervensbegeleiding naar levensbegeleiding en empowerment. In dat jaar start Schorer ook met de internationale kennisoverdracht.

1996 1984 Vanuit het buitenland is veel interesse voor de wijze waarop Schorer buddyzorg voor homomannen in Amsterdam heeft opgezet. Met financiële steun van de Europese Unie en Hivos heeft Schorer sinds 1996 het concept overgedragen. Sindsdien trainde Schorer 75 organisaties in Latijns Amerika en Suriname met steeds de lokale situatie en behoefte als uitgangspunt. Er zijn handleidingen ontwikkeld in het Portugees, Spaans en Nederlands.

actueel

1987 1984

In 1987 komt de hiv-remmer AZT op de markt. Voor het eerst is er hoop voor mensen met aids. Ze leven langer, maar de behoefte aan buddyondersteuning blijft. Buddy’s blijven daardoor langer gekoppeld aan hun cliënt. Mede doordat de vraag naar buddy’s blijft stijgen ontstaat er een tekort aan buddy’s.

1991

1992

1984 Schorer wint de thuiszorgprijs voor beste innovatieproject in de thuiszorg.

1984 In 1992 start het Landelijk Steunpunt Buddyprojecten (LSB) en haakt aan bij Schorer.

1992

1993 1984

1984 De buddyprojecten van Schorer, de Regenboog en Metgezel ondertekenen het Convenant Amsterdamse Buddy Projecten om sterker te staan richting financiers en beleidsmakers. Gezamenlijk komen zij in 1992 met de nota Zorgen voor buddyondersteuning waarin voor de eerste keer in de geschiedenis wordt vastgelegd wat precies de kosten zijn voor buddyzorg.

2001 1984 Het Homo Buddy Project wordt in 2001 omgedoopt in Schorer Buddyzorg.

2006

In 2006 ontwikkelen Schorer, Humanitas en het Genderteam van de Vrije Universiteit buddyzorg voor transgenders tijdens hun real life test.

Het Buddyproject wordt in 1993 losgekoppeld van de psychosociale hulp en gaat als zelfstandig onderdeel verder onder de naam Homo Buddy Project. Het project krijgt een eigen voordeur: een aparte intake voor cliënten. Vrijwilligers worden ingezet op sleutelposities en gaan als contactpersonen een vitale rol spelen bij de intake, toewijzing en koppeling.

1999 1984

In 1999 start de pilot het Roze Plus Project voor ouderen, waarbij vrijwilligers worden ingezet om eenzaamheid en sociaal isolement bij ouderen te doorbreken.

1988 1984 Om de medezeggenschap binnen het buddyproject goed te organiseren en daarmee de community medeverantwoordelijk te maken en te houden, wordt in 1988 de buddyraad ingesteld.

1994 1984 De Nationale Commissie Aidsbestrijdig geeft in 1994 een nota uit waarin de loftrompet wordt gestoken over buddyprojecten. In de nota wordt aanbevolen dat de financiering overgenomen zou moeten worden door gemeentes en zorgverzekeraars. In een reactie op de nota noemt staatssecretaris Hans Simons buddy’s de parels in de gezondheidszorg.

2000 1984

In 2000 wordt de doelgroepverbreding definitief. Naast mensen met hiv/aids kunnen nu ook mensen met andere chronische ziekten en roze ouderen een beroep doen op buddyzorg. De solidariteit uit de beginjaren van de aidscrisis maakt plaats voor brede maatschappelijke betrokkenheid.

2008 1984 Jongeren uit multicultureel Amsterdam met homo, lesbisch, bi- of transgender gevoelens kunnen vanaf 2008 een beroep doen op buddyzorg.

2008 1984

In mei 2008 is op initiatief van Schorer en de convenantpartners Markant, De Regenboog Groep (waar de Amsterdamse Vriendendiensten onderdeel van is) en Kuria de Vrijwilligersacademie Amsterdam opgericht. De academie wordt medegesubsidieerd door de gemeente Amsterdam. De drie genoemde vrijwilligersorganisaties zetten zich samen met hun vrijwilligers, buddy’s en maatjes in voor mensen met een chronische ziekte, terminale zieken, mensen met psychiatrische klachten en gehandicapten.

Schorermagazine augustus 2009

7


evaluatie mantotman.nl

Van 3 tot 8 augustus vond in Mexico City de zeventiende internationale aidsconferentie plaats. Schorer was er actief aanwezig met alle partners van het internationale programma. Voorafgaand hield Schorer op 30 en 31 juli in Mexico City een Partnerbijeenkomst, een eigen uitwisselingsbijeen足komst met de partnerorganisaties. tekst Caspar Pisters foto Bettina Neumann

8

Schorermagazine augustus 2009

actueel


Via mantotman.nl worden mannen die seks hebben met mannen (MSM) voor het eerst vanuit één punt bediend met een samenhangend hiv/soa-preventieaanbod. Van collectieve informatie en individueel advies tot een online hiv/soa-testaanvraag: eenheid in de veelheid!

E

én plek op internet waar mannen die seks hebben met mannen (MSM) terecht kunnen voor eenduidige algemene informatie over hiv en soa, voor advies op maat en waar ze ter plekke een labformulier kunnen downloaden voor een hiv/soa-testaanvraag. Dat was de ambitieuze doelstelling toen Schorer, GGD Amsterdam en GGD Rotterdam-Rijnmond de handen ineensloegen om mantotman.nl te realiseren. Het project loopt nu ruim een jaar. De eerste resultaten zijn bemoedigend. De website mantotman.nl bestaat uit drie hoofdonderdelen. Het eerste onderdeel MANcyclopedie herbergt alle informatie over hiv en andere geslachtsziekten. Seks-wijzer is het tweede onderdeel. Hier krijgt de bezoeker na het invullen van een korte vragenlijst persoonlijk advies om zijn seks gezond te houden en wordt hij indien relevant doorverwezen naar interventies als gaycruise.nl, over veilig internetdaten, en vasterelaties.nl. Het derde hoofdonderdeel is Test Lab, waar bezoekers uit Amsterdam en Rotterdam rechtstreeks een formulier kunnen downloaden voor een hiv/soa-test en daarvoor zonder afspraak bij het dichtstbijzijnde laboratorium terecht kunnen. Een unicum binnen de hiv/soa-preventie. Met name dit laatste punt vereiste veel op het niveau van onderlinge samenwerking, infrastructuur en interventies. Evert van der Veen, vanuit GGD Rotterdam-Rijnmond verantwoordelijk voor het opzetten van de infrastructuur in Rotterdam, zegt hierover: ‘Het aansluiten van de dagelijkse praktijk op de virtuele praktijk had heel wat voeten in de aarde. Dat betekende dat er afspraken moesten worden gemaakt met lokale laboratoria. Deze labs krijgen immers te maken met nieuwe handelingen, nieuwe procedures.’ merkbaar effect Zo’n 500 unieke bezoekers per dag weten momenteel de website mantotman.nl te vinden. Twintig procent van hen blijft langer dan drie minuten hangen en bekijkt in die tijd meer dan vijf pagina’s. Volgens Minus Altenburg, namens Schorer lid van de stuurgroep, is het moeilijk om van tevoren vast te stellen wat het beoogde aantal bezoekers moet zijn. Van der Veen van GGD Rotterdam-Rijnmond zegt dat het effect in de laboratoria goed merkbaar is: ‘Wij hebben een nieuwe doelgroep weten te bereiken. MSM die zich voorheen niet lieten testen, en die ook nog eens behoren tot de hoogrisicogroepen.’ Han Fennema die vanuit GGD Amsterdam mantotman.nl coöractueel

dineerde, constateert in zijn regio hetzelfde: ‘Het aantal mannen dat via Test Lab binnenkomt neemt toe. Een groot deel van hen zou naar eigen zeggen anders niet zijn gekomen.’ Het idee voor mantotman.nl is ontstaan nadat het Aids Fonds subsidie beschikbaar stelde om de hiv/soa-preventie voor MSM een extra impuls te geven. Altenburg: ‘Er is al zoveel dus het leek ons in eerste instantie niet noodzakelijk om er nog iets aan toe te voegen.’ Er was volgens hem wel winst te behalen in de manier waarop de preventieboodschappen en de informatie aangeboden werden. ‘MSM krijgen vanuit allerlei richtingen boodschappen en adviezen: condooms gebruiken, vaccineren, testen. De boodschappen van Schorer, spoorden niet altijd met wat je hoorde in een individueel gesprek bij de GGD. Soms stond dat lijnrecht tegenover elkaar. Je raakte de draad kwijt’, aldus Minus Altenburg. Van der Veen van GGD Rotterdam-Rijnmond vult aan: ‘We spreken nu met één tong. Er is één plek waar alle informatie te vinden is. Bij PEP was dit voorheen slecht geregeld. Als iemand al had gehoord van PEP en wist wat het was, dan was het bijna niet te doen om op de enorme site van GGD Rotterdam-Rijnmond het hoekje te vinden met informatie over deze kuur, en te achterhalen hoe je er snel aan kunt komen.’ verminderen hiv en soa Uiteindelijke doelstelling van het project is het verminderen van hiv en andere soa. Veilige seks met losse en vaste partners, door onder andere meer te testen en te behandelen, effectieve partnerwaarschuwing en vaccinatie tegen hepatitis B. De mate waarin deze doelen ook daadwerkelijk worden gerealiseerd, is moeilijk te meten en moet volgens Altenburg nader onderzocht worden, maar effect op de intentie om veilig te vrijen is er zeker.

‘Een aantal bezoekers ervaart de informatie als confronterend en motiverend. Dat geeft hoop.’ ‘Bezoekers die Seks-wijzer invulden en een advies ontvingen, rapporteerden dat ze nu beter weten hoe ze de seks veilig kunnen houden. Ook zijn ze meer van plan dat te doen. Bovendien ervaart een aantal bezoekers de informatie als confronterend en motiverend. Dat geeft hoop’, aldus Minus Altenburg. Nu de basis staat, leeft de wens om het project uit te breiden, zowel in de breedte als in de diepte. Altenburg: ‘We zitten met meerdere regio’s om tafel om te kijken of Test Lab ook daar ingevoerd kan worden. Dat is lastig, omdat de soa-zorg in elke regio anders is geregeld.’ Wat de diepte betreft worden er nieuwe onderdelen ontwikkeld die eveneens aan mantotman.nl worden gekoppeld, bijvoorbeeld rondom hepatitis C en seks in combinatie met drugs. Met commerciële gay websites wordt bekeken hoe mantotman.nl verder onder de aandacht gebracht kan worden als hét vertrekpunt voor MSM voor informatie over veilige en gezonde seks. ■

reacties op dit artikel: Wim Zuilhof w.zuilhof@schorernet.nl Schorermagazine augustus 2009

9


lessons learned in het zuiden tekst Eliane Groenendijk foto Bettina Neumann

In maart 2009 organiseerde Schorer in drie landen een workshop voor haar internationale samenwerkingspartners in het zuiden. Tijdens deze derde internationale uitwisseling keken lokale trainers, projectcoördinatoren en -medewerkers in Pretoria (Zuid-Afrika), Tegucigalpa (Honduras) en Fortaleza (Brazilië) samen met Schorer terug op gerealiseerde hiv/soa-preventieactiviteiten en lessons learned van obstakels en successen.

O

nder de naam Safe & Strong werkt Schorer sinds 2007 met 17 partnerorganisaties in Latijns-Amerika, Suriname en zuidelijk Afrika aan een internationaal hiv/soa-preventieprogramma voor seksuele minderheden. Binnen dit project wordt gewerkt met planmatige preventiemethodieken, gebaseerd op de uitkomsten van een behoefteonderzoek onder doelgroep in 2007. Tijdens de internationale workshop in maart 2009 presenteerden de samenwerkingspartners van Schorer hun best practices. Aan de workshop in Pretoria (Zuid-Afrika) namen zes organisaties uit Afrika en twee uit Suriname deel. Projectcoördinator Marten Colom van Stichting Mamio Namen Project (SMNP) presenteerde het project Empowerment and Healthy Food. Binnen dit project leren Surinaamse homomannen met hiv hoe ze met weinig geld hun weerstand kunnen verhogen door gezond te eten. Immers, hiv tast je weerstand aan en hiv-remmers werken beter wanneer het lichaam voldoende vitamines en mineralen binnenkrijgt. De mannen die aan het project deelnamen, waren tevreden met de aangeboden informatie en pasten de gezondheidsadviezen toe in hun dagelijks leven. Een deelnemer aan de workshop zegt hierover: ‘We hebben een moeilijke start gehad. Ik ben er trots op dat we in ons land, waar veel stigma en discriminatie voorkomt, met succes een preventieprogramma voor mannen die seks hebben met mannen (MSM) kunnen draaien.’ ontmoeting in de huiskamer Het Zuid-Afrikaanse OUT verzorgde een presentatie over het onlangs geopende Lifestyle Centre PRISM, een huiskamerproject waar lesbische vrouwen, homomannen, biseksuelen en transgenders (LGBT) elkaar kunnen ontmoeten. Op locatie spreken voorlichters en bezoekers over seksuele gezondheid. Vanaf dag één zat de tent vol

10

Schorermagazine augustus 2009

actueel


toekomst Tijdens de internationale workshop hebben de partners van Schorer elkaar weten te inspireren. Schorer ziet de input, opgedane kennis en lessons learned terug in de projectplannen van komend jaar. De partners evalueren dit jaar hun preventieactiviteiten en leggen de uitkomsten vast in een rapport. In 2010 ronden zij hun projectactiviteiten af en worden de programma’s lokaal verankerd. De partnerorganisaties zijn ook aanwezig bij de International Expert Meeting die Schorer samen met Hivos organiseert op 5 en 6 november in Amsterdam. Deze ontmoeting staat in het teken van internationale hiv-preventie voor MSM, vrouwen die seks hebben met vrouwen (WSW) en transgenders.

met jonge homomannen en lesbische vrouwen die voorheen voor contact aangewezen waren op de homohoreca, met bijbehorend drank- en drugsgebruik en vaak onveilige seks. Na de presentatie brachten alle deelnemers van de workshop een bezoek aan het centrum. Ze waren onder de indruk van de daar aangeboden faciliteiten voor LGBT, zoals counselingmogelijkheden, gespreksgroepen en een boekenclub. Het succesverhaal van PRISM is pijnlijk ingehaald door de dagelijkse geweldsspiraal in Zuid-Afrika. Na een zevende roofoveral afgelopen juni, waarbij het personeel werd gegijzeld, besloot de directie het centrum te sluiten en op zoek te gaan naar een veiliger plek. Tot die tijd vinden de activiteiten op andere locaties plaats. seksuele- en mensenrechten Geweld, misbruik en discriminatie zijn aan de orde van de dag in landen waar de partners van Schorer actief zijn. Als LGBT ben je nagenoeg onzichtbaar, je bestaat niet of je wordt stilzwijgend getolereerd. In sommige landen is homoseksualiteit verboden en strafbaar. Veel partnerorganisaties van Schorer zijn al blij dat ze überhaupt mogen bestaan. Hiv/soa-preventie is in die regio’s niet los te zien van mensenrechten. Voor LGBT betekent dat seksuele gezondheid, maar ook seksuele rechten, weerbaarheid, activisme en autonomie. Deze factoren worden meegenomen in de lokale preventieprojecten. Bij de workshop in Honduras stonden de deelnemers te popelen om hun Latijns-Amerikaanse collega’s te tonen waaraan zij het afgelopen jaar hebben gewerkt. Zo heeft Equidad uit Ecuador een empowermentstrategie uitgewerkt voor MSM van 16-30 jaar. In Costa Rica is CIPAC aan de slag gegaan met leerlingen in het voortgezet onderwijs. Meiden en jongens werken daar als peer educator (voorlichting actueel

voor jongeren door jongeren) op scholen en gaan gezamenlijk op zoektocht naar hun seksuele identiteit. peer education Ook in Brazilië wordt peer education ingezet als effectieve preventiestrategie. Tijdens de workshop in Fortaleza presenteerden de vier Braziliaanse partners hun peer education project als best practice. Het bereiken van homojongeren in de armere wijken is een grote uitdaging voor de partners. Jongeren worden getraind en gaan vervolgens als voorlichter op pad. Deze vrijwillige ambassadeurs leggen contact met andere jongeren en verspreiden zo op laagdrempelige wijze de veilig vrijen boodschap. De strategie blijkt effectief: de partnerorganisaties in Brazilië hebben inmiddels 150 jongeren opgeleid. De jongeren werken met groepen in een eigen wijk, geven voorlichting op scholen en bezoeken gezondheidscentra. Het werken met peers vergroot tevens de zichtbaarheid van homojongeren in de regio. De peers zijn zo succesvol in het bereiken van homojongeren in arme wijken, dat ze zijn benaderd door gemeentelijke gezondheidsdiensten voor een gezamenlijke aanpak van een hepatitiscampagne. De peers worden ook ingezet bij evenementen, zoals de Gay Pride in Fortaleza, waar dit jaar één miljoen bezoekers op af kwamen. Mooie bijkomstigheid is dat de peers de partnerorganisaties, die veelal uit hiv-survivors van boven de 45 jaar bestaan, verjongen. ■

reacties op dit artikel: José Pauw j.pauw@schorernet.nl Schorermagazine augustus 2009

11


jaarverslag 2008

B

egin juni is het jaarverslag 2008 verschenen. In het verslag zijn momenten vastgelegd waarop Schorer in het afgelopen jaar zichtbaar was. Organisatiebreed komt aan de orde wat Schorer in 2008 heeft ondernomen op het gebied van hiv/soa-preventie, vergrijzing, interculturalisatie, jeugd en opvoeding, vrijwillige en mantelzorg en ondersteuning en samenwerking. Het jaarverslag bevat een overzicht van evenementen die in 2008 op de agenda hebben gestaan, de nieuwe producten van Schorer en de aanwezigheid van Schorer op gay evenementen en bij outreach-acties. Het jaarverslag is te vinden op schorer.nl U kunt het jaarverslag ook bestellen via info@schorer.nl.

landelijk hiv-testenproject gestart homogemeenschap in debat over hiv

H

iv is nog steeds een urgent gezondheidsprobleem. Maar erkent de MSM-gemeenschap dit ook? En, wordt er nagedacht over de consequenties van dit probleem voor het eigen seksgedrag en dat van anderen MSM? Na de zomer start Schorer in samenwerking met onder andere GGD’en een tweejarig project waarin die vragen worden voorgelegd aan de homogemeenschap. Doel van het project is de noodzaak van veilige seks benadrukken. Op 1 april 2010 moeten tenminste 10.000 MSM geïnformeerd zijn dat Schorer en de GGD’en onderzoek doen naar wat MSM vinden van veilige seks (kennis), of MSM het belangrijk vinden aan dit onderzoek mee te doen (houding) en of ze overgaan tot het on- en/of offline invullen van een vragenlijst (gedrag). Schorer wil met dit bewustwordingsproject het debat over hiv op gang brengen en het verantwoordelijkheidsgevoel van MSM voor elkaar stimuleren. Het project wordt uitgevoerd door Schorer met verschillende partners en wordt door het Aids Fonds gefinancierd. Meer informatie: Astrid Roggen a.roggen@schorernet.nl

S

chorer, vijf GGD’en en Soa Aids Nederland hebben de handen ineen geslagen om het percentage hivgeteste mannen in Nederland verder te verhogen.

Het actief-testenbeleid is in 2001 gestart. Sindsdien is het percentage op hiv-geteste mannen die seks hebben met mannen (MSM) flink gestegen. Van alle MSM die in 2008 meededen aan Schorer Monitor is 66% bekend met zijn hiv-status. Bijna de helft van deze mannen had zich in de twaalf maanden voorafgaand aan het monitoronderzoek laten testen. Op basis van deze onderzoekgegevens heeft Schorer vijf GGD’en en Soa Aids Nederland uitgenodigd om het percentage op hiv-geteste mannen met een landelijk hiv-testenproject verder te verhogen. Het project is opgebouwd uit een aantal gezamenlijke activiteiten die de norm, dat MSM zich halfjaarlijks op hiv laten testen, verder moet versterken. Kennis van een positieve hiv-status betekent immers gezondheidswinst. Daarnaast worden zo meer mannen met primaire infecties opgespoord. Volgens de Stichting Hiv Monitoring wordt de hiv-epidemie vooral in stand gehouden door mannen die niet op de hoogte zijn van hun recente hiv-infectie. Samen met Soa Aids Nederland ontwikkelt Schorer ook activiteiten met huisartsen. Het hiv-testenproject loopt tot eind 2012. Meer informatie: Tobias Dörfler t.dorfler@schorernet.nl

12

Schorermagazine augustus 2009

producten en diensten


digitale Handleiding Veiliger Sekslocaties

B

ij Schorer loopt sinds 2000 het project Veiliger Sekslocaties. Doel van dit project is het stimuleren en faciliteren van veilige seks in indoor sekslocaties voor mannen die seks hebben met mannen (MSM) in Amsterdam. Onder indoor sekslocaties verstaan we bars met een darkroom, sauna’s, seksbioscopen en plekken waar seksfeesten worden georganiseerd. Schorer, de eigenaren van de locaties en de organisatoren van seksfeesten hebben hierover afspraken gemaakt en die in 2007 vastgelegd. Dit betekende onder meer dat de betreffende locaties het vignet Safe Sex Zone konden gaan dragen. Met het vignet wordt de norm: safe seks is hier normaal, versterkt en ondersteunt. Het project is opgezet volgens de community-benadering: zoveel mogelijk partners en belanghebbenden zijn in een vroeg stadium betrokken en de doelstellingen zijn gezamenlijk geformuleerd. De ervaringen uit Amsterdam zijn nu gebundeld in de Handleiding Veiliger Sekslocaties. De bedoeling van deze handleiding is tweeledig: het beschrijft hoe de Veiliger Sekslocaties in Amsterdam tot stand zijn gekomen en het biedt professionals adviezen, praktische tips om ook elders in Nederland Veiliger Sekslocaties op te zetten. Meer informatie: Anja Nijman a.nijman@schorernet.nl

hepatitis C

S

chorer en de Hiv Vereniging Nederland hebben een broekzakfolder met informatie over hepatitis C ontwikkeld. De folder wordt via de distributiekanalen onder homo- en biseksuele mannen verspreid. Met de folder worden zoveel mogelijk mannen die seks hebben met mannen (MSM) geattendeerd op de toename van hepatitis C onder MSM met hiv. De communicatiestrategie bestaat verder uit een patiëntenfolder voor homomannen met hiv en achtergrondinformatie op de website mantotman.nl. Hoewel hepatitis C vrijwel uitsluitend MSM met hiv treft, worden ook MSM zonder hiv met de folder op dit groeiende gezondheidsprobleem geattendeerd. Aan deze keuze liggen zowel praktische als inhoudelijke overwegingen ten grondslag. Praktisch gezien is het niet mogelijk een folder alleen onder MSM met hiv te verspreiden. Hoewel homomannen zonder hiv een gering risico lopen, kan het belangrijk zijn dat ook zij eventuele consequenties trekken uit de informatie. Zo zou een individuele man zich kunnen afvragen of hij werkelijk zijn actuele hiv-status kent of dat het hoog tijd is om een nieuwe hiv-test te doen. Bovendien voelen veel mannen zonder hiv zich betrokken bij mannen met hiv. Enige basiskennis over hepatitis C is dan op zijn plaats. Naast de patiëntenfolder richten ook andere internetteksten zich in eerste instantie op MSM met hiv. De informatie aan MSM met hiv is tweeledig: • Laat je testen op hepatitis C • Neem maatregelen om overdracht van hepatitis C te voorkomen Bovenstaand advies is in een consensusbijeenkomst met vertegenwoordigers uit het uitvoerende veld afgesproken. Dat hepatitis C ook seksueel wordt overgedragen is een betrekkelijk nieuw gegeven waarover op onderdelen nog specifieke kennis moet worden verkregen. Wellicht leidt nieuwe kennis tot aanscherping van het advies. Meer informatie over hepatitis C is te vinden op mantotman.nl/dossierC

producten en diensten

Schorermagazine augustus 2009

13


Roze Loper opent Vorig jaar reikte het COC Nijmegen aan zes woonzorgcentra de Roze Loper uit, een waarderingsprijs voor instellingen die aandacht besteden aan homoseksualiteit. Clem Bongers is de drijvende kracht achter deze prijs, en een stimulans voor de consortiumpartners ANBO, COC, Schorer en MOVISIE om zich landelijk hard te maken voor een keurmerk.

tekst Mariette Hermans foto Bettina Neumann

C

lem Bongers (70) is opgeleid als sociaal psycholoog en werkte tot zijn 63ste als docent op een hogeschool. Sinds zijn pensionering zet hij zich in voor roze ouderen, onder meer in de werkgroep senioren van het COC Nijmegen. Vanuit die werkgroep gaat hij het gesprek aan met woonzorgcentra. Hoe kwamen jullie op het idee voor de Roze Loper? ‘We hebben als COC een nota gemaakt, Op leeftijd en zo. Daarvoor hielden we een enquête onder roze ouderen in Nijmegen naar hun woonwensen. We dachten, ze willen vast een 14

Schorermagazine augustus 2009

roze flat, maar er kwam een heel divers wensenpatroon uit. Veel mensen zagen er tegenop om in een zorgvoorziening te gaan wonen. Dat bleek ook uit de Belweek 50+ Roze ouderen, een gezamenlijk initiatief van Schorer, ANBO, COC en MOVISIE. Wij hebben toen woonzorgcentra in Nijmegen aangeschreven dat we een keurmerk ontwikkelden. Iedereen begon te piepen over het woord keurmerk. Mijn vriend is ontwerper en die heeft toen de Roze Loper verzonnen. Met een dubbele betekenis: We leggen de loper voor u uit en het is een sleutel die alle deuren opent. En dat deed de Roze Loper. Het was een uitnodiging om kennis te maken.’

Hoe reageerden de zorgcentra? ‘Veel directies zeiden: “moet dat nou?’’ en “dat komt hier niet voor!’’ Men onderkende homoseksualiteit niet. Wij zeiden dan: we begrijpen dat u het niet ziet, want onzichtbaarheid van roze ouderen is een groot deel van het probleem. Rond de belweek zat ik met de directeur van een woonzorgcentrum in een radioprogramma. Hij zei: “Ons huis is heel homovriendelijk. Wij laten iedereen in zijn waarde.” Een reporter was in zijn instelling en vroeg aan drie bewoners wat ze van homoseksualiteit vonden. Twee keurden het af. De directeur luisterde verbaasd. Hij zei: “Als dit het geluid is, dan moeten we er wat aan doen.”’ interview


deuren

Hoe gaat het nu verder? ‘In deze zes huizen hebben we een bijeenkomst voor bewoners gehouden. We lieten het eerste deel van de film If these walls could talk met Vanessa Redgrave zien. Een emotionele, lesbische film die uitstekend werkte. In één huis kwamen twee mannen wat later binnen. De oudere zei: ”Ik ben homo en woon hier al vijf jaar. Nu het COC dat ding heeft uitgereikt, vertel ik het maar.” Omdat zijn vriend twintig jaar jonger is, dacht hij dat hij daar commentaar op zou krijgen. Hij had er zomaar tien vriendinnen bij. In een ander huis had een bewoner een coming out over haar zoon. Het duurde wel een kwartier, over hoe dat ging met de pastoor, en zo. Het onderwerp werd letterlijk bespreekbaar.’ Zijn jullie al met andere huizen in gesprek? ‘Ja. We kregen al een boze brief van een homoman die ergens vijftien jaar naar volle tevredenheid woont: waarom zijn huis geen Roze Loper had gekregen… En we gaan terug naar de eerdere huizen. Je haalt namelijk heel wat overhoop. We hebben bijvoorbeeld signalen gekregen van intakers die niet goed weten hoe ze moeten doorvragen. Inmiddels staat er op het intakeformulier bij het kopje burgerlijke staat een sterretje met de tekst: “Als u homo, lesbisch of biseksueel bent en u wilt dat wij dat weten, dan kunt u dat kenbaar maken in het intakegesprek.” Welke rol ziet u voor Schorer weggelegd? ‘Schorer zou kunnen helpen bij het organiseren van trainingen voor professionals om homoseksualiteit bespreekbaar te maken.’

Hoe bent u te werk gegaan? ‘In zes huizen zijn we gaan praten met de directie, het personeel en de bewoners, altijd met een man en vrouw samen. We gingen na of de huizen aan een aantal criteria voldeden. Vragen ze naar homoseksualiteit tijdens de intake? Is daar ruimte voor? En zo ja, op welke manier? Ook vroegen we naar de vertrouwenspersonen: Weten de bewoners hen te vinden? Zijn zij zo alert dat ze doorvragen bij vermoedens?’ Spraken jullie ook homo en lesbische bewoners? ‘Nee, geen één. We wisten van het personeel interview

wel dat ze er waren. Een man had expliciet gezegd: niet over praten. Jammer, maar tegelijkertijd heel duidelijk. De angst om uit de kast te komen is groot en zit aan twee kanten: bij de mensen zelf en bij de huizen. Bewoners worden niet gestimuleerd om ervoor uit te komen.’ En is de Loper uiteindelijk uitgereikt? ‘Ja, 30 mei 2008 was een heel belangrijk moment. Alle zes woonzorgcentra kregen een plaquette met een afbeelding van een sleutel, en een oorkonde. De wethouder serveerde roze gebak. Het was de eerste keer dat zoiets gebeurde in Nederland.’

Landelijk is er veel aandacht voor roze ouderen. Werkt u samen met andere instellingen? ‘Samen met MOVISIE ontwikkelen we een lesprogramma voor het ROC. Daar worden de mensen opgeleid die uiteindelijk het meest op de kamers komen. Zij kunnen signaleren: hé, deze mevrouw is eenzaam. Daarnaast vormen ANBO, COC, Schorer en MOVISIE het consortium roze ouderen. Zij gaan een echt keurmerk ontwikkelen. De Roze Loper is meer een aanmoedigingsprijs. Maar ik denk dat dat elkaar niet bijt.’ Wat is uw motivatie om dit werk te doen? ‘Het is zo belangrijk dat mensen niet met hun geheim de kist in gaan. In een verzorgingshuis kom je anoniem binnen. Je kunt dus weer terug in de kast. Ik hoop niet dat ik er zelf ooit kom te wonen, maar als het gebeurt dan wil ik me kunnen gedragen zoals ik nu doe.’ ■

reacties op dit artikel: Andrea Vogelsanger a.vogelsanger@schorernet.nl Schorermagazine augustus 2009

15


Schorer startte in 1984 als eerste in Nederland met het Buddyproject, een uniek systeem van onderlinge zorg en ondersteuning voor homomannen met hiv/aids. De afgelopen 25 jaar heeft Schorer Buddyzorg zich ontwikkeld tot een breed zorgsysteem voor Amsterdamse lesbische vrouwen, homomannen, biseksuelen en transgenders. Schorer is trots op wat buddyzorg in de afgelopen 25 jaar heeft bereikt. Schorer bedankt alle vrijwilligers, financiers, samenwerkingspartners en medewerkers die buddyzorg de afgelopen 25 jaar hebben mogelijk gemaakt.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.