4 minute read

Colleges keuren de gebiedsagenda’s goed

Next Article
Wij doen mee

Wij doen mee

In de voorbije periode (2015-2019) ontwikkelde Regionet Leuven een visie op mobiliteit en ruimtelijke ontwikkelingen. In de tweede fase, van 2020 tot 2023, passen we die visie toe op vier deelgebieden: de stadsregio (Leuven en buurgemeenten), de corridor Leuven-Diest, de corridor Leuven-Tervuren en de corridor Leuven-Zaventem.

Per gebied kwam Regionet Leuven met de betrokken gemeenten overeen welke opgaven we concreet aanpakken en voor welke onderwerpen verder onderzoek nodig is. Die afspraken legden we vast in een gebiedsagenda. De besturen van de gemeenten keurden onlangs de verschillende gebiedsagenda’s goed. Het einddoel is een gedragen, gezamenlijk gebiedsprogramma per deelgebied. Maar wat staat er zoal in de gebiedsagenda’s?

Advertisement

DE KERNEN ZIJN DE BASIS

Alle gemeenten zijn het erover eens dat toekomstige ontwikkelingen best zo veel mogelijk in de kernen gebeuren. We bekijken wat we daarvoor samen kunnen doen, waarover we bovenlokaal afspraken moeten maken, en waar de gemeenten zelf al mee aan de slag kunnen. Alles start bij de afbakening van de kernen. Een bezorgdheid van veel gemeenten is of we de groei aan bijkomende woningen wel op een kwalitatieve manier binnen de kernen kunnen opvangen. Het kernenkompas helpt om te bepalen hoeveel elke kern kan groeien. In de gebiedsagenda’s namen de gemeenten zich voor om hierover afspraken te maken over de gemeentegrenzen heen. Zo kan de afstemming tussen de kernen nog efficiënter gebeuren. Onderzoek van Regionet Leuven helpt gemeenten om de verdichting in hun kernen op een coherente manier te sturen.

KEUZES VOOR MOBILITEIT IN KAART BRENGEN

We kijken niet alleen naar de geschikte plaats voor bijkomende woningen. Ook over de locatie van voorzieningen (zoals zorg, scholen,…) en economische activiteiten maken we afspraken per deelgebied. Die stemmen we best af op de regionale mobiliteitsstructuur. Het beleid voor mobiliteit op bovenlokaal niveau is de verantwoordelijkheid van de Vervoerregio Leuven. Het strategisch project Regionet Leuven heeft de mogelijkheden van een regionaal mobiliteitsnetwerk in kaart gebracht en toont daarmee waar we als regio naartoe willen. De gebiedsagenda bevat daarom ook acties die nodig zijn om dit hoogwaardige regionale mobiliteitsnetwerk te realiseren.

Zo zijn de gemeenten in de corridor Leuven-Diest al lang vragende partij voor een fietssnelweg tussen Leuven en Diest. Regionet Leuven ondersteunt hen om dit op de agenda van de bevoegde administraties te krijgen. Ook tussen Leuven en Tervuren bekijken we, samen met de Werkvennootschap, of een fietssnelweg mogelijk is.

In Haasrode dringt de Regionet Leuven dan weer al lang aan op een nieuwe spoorhalte. NMBS onderzoekt voor het vervoerplan 2023-206 opnieuw het potentieel van deze halte. Samen met de nodige partners denken we alvast na over een toekomstgerichte ruimtelijke ontwikkeling van de omgeving van de spoorhalte.

De ontwikkeling van de knooppunten voor hoogwaardig openbaar vervoer (HOV) is een belangrijke sleutel in de visie van Regionet Leuven. Vervoerregio Leuven selecteert de HOV-knooppunten in overleg met de gemeentebesturen. Vervolgens onderzoekt Regionet Leuven mee hoe we die knooppunten en hun omgeving duurzaam kunnen ontwikkelen. Daarbij combineren we multimodale overstapmogelijkheden met een aantrekkelijk openbaar domein en de juiste combinatie van wonen, winkels, voorzieningen en bedrijven rond de stopplaats. De kop van Kessel-Lo is zo’n knooppunt. De stad Leuven wil de verkeersveiligheid en de kwaliteit van de lucht en de omgeving verbeteren rond de bouwblokken tussen de Diestsesteenweg, de IJzerenwegstraat en de Oude Diestsesteenweg. Het openbaar vervoer moet er vlot richting station en de Leuvense ring kunnen. Daarnaast moet je er ook makkelijk kunnen schakelen naar andere vervoersmiddelen. Onder andere drie fietssnelwegen staan op het programma.

Een studie in 2018 die ook eigenaars en bewoners consulteerde, legde de basis voor een draagvlak om de bouwblokken af te breken en de oostzijde van het spoor grondig te transformeren. De sloop van de twee bouwblokken geeft ruimte aan duurzame vervoersmodi, klimaatrobuuste vergroening, en eventueel ook nieuwbouw voor kleinschalige voorzieningen, kantoren en/of betaalbaar wonen. De plannen rond de kop van Kessel-Lo passen in een masterplan dat de stad momenteel uitwerkt in samenwerking met AWV, De Lijn, Infrabel, NMBS en Regionet Leuven voor de volledige knoop rond de Blauwputbrug en het spoor, inclusief de Diestsesteenweg en de Vuurkruisenlaan. Met het masterplan voor de kern van Bekkevoort, goedgekeurd in 2018, anticipeert de gemeente op de mogelijke komst van de HOV-lijn Leuven-Diest. Het masterplan mikt op een aantrekkelijk, leefbaar, levendig en kwaliteitsvol centrum met voldoende voorzieningen die bereikbaar zijn via een netwerk van trage verbindingen. Een bundeling van activiteiten en voorzieningen in de zone ‘achter de kerk’ moet de centrumfunctie van de kern van Bekkevoort versterken

Binnen de oproep Lokale Ruimtetrajecten onderzoekt Regionet Leuven hoe deze zone kan ontwikkeld worden zonder de eigenheid en de schaal van Bekkevoort aan te tasten. Dat kan door duurzame gemeenschapsvoorzieningen te combineren met voldoende woningen en groen. Zo wordt de zone ‘achter de kerk’ een levendige site met een mix van functies.

In Tielt-Winge werd Kraasbeekstelplaats geselecteerd als één van de drie stopplaatsen voor de mogelijke nieuwe HOV-lijn in de gemeente. Binnen de oproep Lokale Ruimtetrajecten werkt Regionet Leuven een visie uit voor de omgeving van de stelplaats. Dat onderzoek moet uitwijzen welke functies en ontwikkelingen zinvol zijn op deze plek.

De voetbalterreinen van de gemeente hierheen verplaatsen is bijvoorbeeld een mogelijkheid. Tegelijkertijd bekijken we of het zin heeft om de wijk verder te verdichten en wat de relatie is met de kern van Tielt, waar vandaag meer voorzieningen zijn.

BEKKEVOORT

KRAASBEEK

This article is from: