Mijn ogen zeggen wat ik communiceren wil De oogbestuurde spraakcomputer
auteur
gerna scholte LOGOPEDIST, TAAL-SPRAAKPATHOLOOG
Dit artikel verscheen eerder in Vakblad Vroeg, nr 1, 2016.
20
Voor een toenemend aantal nietsprekende kinderen met ernstige motorische beperkingen biedt de oogbestuurde spraakcomputer tot dusverre ongekende mogelijkheden als ondersteunend communicatiesysteem. Helaas is er nog maar weinig onderzoek gedaan naar het gebruik van oogbestuurde spraakcomputers als hulpmiddel bij Ondersteunde Communicatie (OC) voor jonge kinderen (Borgestig, 2016). Maria Borgestig volgde voor haar promotieonderzoek 20 maanden lang 10 niet sprekende kinderen kinderen tussen de 1-15 jaar oud. Alle deelnemende kinderen voerden na ruim 1,5 jaar diverse activiteiten uit op de computer, passend bij leeftijd en interesses. Tevens gebruikten ze het hulpmiddel voor dagelijkse communicatie en sociale interactie en daarmee nam hun deelname in het gezin en op school toe en vergrote hun zelfbeschikking.
Gebruik van de oogbestuurde spraakcomputer tijdens het maken van een cake. Het meisje met het Rett syndroom is 6 jaar en heeft haar Tobii al 3 jaar.
LOGOPEDIE JAARGANG 88
Een zo vroeg mogelijke inzet van OC is van belang voor de taal- en leerontwikkeling van kinderen. Dat concluderen MaryAnn Romski, Rose Sevcik en collega-onderzoekers in een internationale literatuurstudie over 30 jaar vroeginterventie en de inzet van OC daarbij (Romski, Sevcik, Barton-Hulsey & Whitmore, 2015). In die 30 jaar zijn er tal van studies over OC en vroeginterventie verschenen, waaronder ook de inzet van oogbestuurde en andere spraakcomputers (Branson & Demchak, 2009) Er is een redelijke hoeveelheid ‘practice-based evidence’ opgebouwd over essentiële waarde van vroeginterventie en de inzet van OC voor de taalverwerving van het jonge kind in relatie tot de gezins- en opvoedingssituatie (Van der Schuit et al., 2010; Heim, et al., 2011). Opvallend is de toename aan interventiestudies met zeer jonge kinderen (leeftijd 0-3 jaar). Ondanks deze positieve trend concluderen Romski en Sevcik in hun overzichtsstudie dat OC nog lang niet voor en door iedereen met een communicatief ernstig meervoudige beperking als eerste stap in vroeginterventie wordt gekozen. Inmiddels heb ik van dichtbij gezien hoe jonge kinderen profiteren van de mogelijkheid van een oogbestuurde spraakcomputer. Eind vorig jaar analyseerde ik de blikrichting van een jong meisje met Rett (2;5) tijdens het voorlezen van een prentenboek. Ze richtte haar blik steeds op het belangrijkste gedeelte. Een ander meisje met Rett (4;8) was tijdens een eerste passing in 2014 nog niet gericht op de spraakcomputer, maar een half jaar later liet ze tijdens een proefplaatsing veel vooruitgang zien. We zijn overgegaan tot de aanvraag. Ook een jongen met CP (5;9) die werd beschreven als een ‘passieve genieter’ bleek in staat te zijn tot actief spel. Tijdens het spel-
len nam hij initiatief tot interactie met zijn omgeving door oogcontact te maken. Verschillende buitenlandse collega’s lieten via een poll op Facebook weten dat zij zelfs oogbestuurde computers hebben geïntroduceerd voor de eerste of tweede verjaardag. De oogbestuurde computers zijn echter kostbaar (ongeveer € 23.000,- afhankelijk van de systeem-configuratie) en Nederlandse zorgverzekeraars vragen altijd om een medische indicatie en een schriftelijke onderbouwing door een OC-behandelaar, logopedist en/of ergotherapeut, waaruit blijkt dat dit het best passende OC-hulpmiddel is. Een in dat opzicht rare eis is, dat het jonge kind aantoonbaar in staat moet zijn het communicatiehulpmiddel te gebruiken. Een goed voorbereide passing met een proefperiode voor training vergroot de kans op een succesvolle verstrekkingsaanvraag. Het is belangrijk om het kind, de ouders, behandelaars (indien relevant) en de leerkracht al voor de passing kennis te laten maken met de afbeeldingen, foto's en symbolen door het taalaanbod visueel te ondersteunen en daarbij een doorkijk-raam (ook bekend als ‘E-Tran’ bord, ‘E-Tran’ verwijst naar ‘EyeTransfer’) te gebruiken. In sommige gevallen is één of een paar passingen voldoende om de aanvraag te onderbouwen. Meestal is echter een langere proefperiode nodig (Borgestig, 2016). Alle hulpmiddelenleveranciers zijn bereid om proefopstellingen na een passing voor een periode van 2 tot 4 weken op proef te plaatsen. Er zijn verschillende configuraties voor oogbestuurde OC. Met GazeViewer, software van TobiiDynavox, kan worden vastgelegd waar het kind naar kijkt terwijl terwijl er over de af-
beelding op het scherm gesproken wordt. Zelf gebruik ik verschillende foto’s van het kind en diens omgeving en afbeeldingen uit een prentenboek. Dit heeft o.a. nieuwe inzichten opgeleverd over kinderen met het Rett syndroom. Ze voeren opdrachtjes niet direct uit, maar met behulp van GazeViewer zag ik dat de meisjes hun aandacht wel richten op het gedeelte waarover ik praat, zij het met enige vertraging als gevolg van dyspraxie. Er is dus wel enige mate van taalbegrip en ze moeten de kans krijgen om daar blijk van te geven en tegelijkertijd taalproductie te ontwikkelen. Naast de zogenaamde ‘dedicated devices’ (op zichzelf staande communicatiehulpmiddelen waaronder de oogbestuurde spraakcomputer) die vergoed worden door de zorgverzekeraars zijn er inmiddels ook verschillende losse oogbesturingsmodules op de markt gekomen die oogbesturing toegankelijker hebben gemaakt; onder andere EyeGaze, PCEye Explore, PCEye Go, PCEye Mini en EyeTech TM5. Door deze aan het beeldscherm van een reguliere computer te bevestigen (onder of boven) in combinatie met passende spelletjes zijn jonge kinderen in staat spelenderwijs te ontdekken wat het effect is van hun blikrichting. Voor sommige kinderen blijkt het de eerste mogelijkheid om zelfstandig te spelen en plezier te beleven. Kinderen die kennis maken met oogbesturing moeten zich een aantal vaardigheden eigen maken; gericht kijken naar alle delen van het scherm, selecteren door langere tijd te kijken, volgehouden aandacht voor het computerscherm, schakelen tussen het OChulpmiddel en de communicatiepartner, etc. Verschillende programma’s worden veel gebruikt (zie tabel 1).
Programma
Producent
Beschrijving
Informatie
Sensory EyeFX
Sensory Guru
30 spelletjes voor beginnende gebruikers van oogbesturing, verdeeld over 5 niveaus
www.rdgkompagne.nl
Inclusive EyeGaze Learning Curve
Inclusive Technology
54 spelletjes voor beginnende EyeGaze gebruikers op 3 niveaus
www.incluseve.co.uk
Look to Learn
Sensory Software
40 spelletjes voor mensen die voor het eerst met oogbesturing aan de slag gaan.
www.quovadis.nl
Look to Learn Scenes & Sounds
Sensory Software
Uitbreiding op Look to learn met 26 spelletjes.
www.sensorysoftware.com
HelpKidzLearn Games & Activities
Inclusive Technology
Meer dan 80 spelletjes voor beginnende computergebruikers
www.helpkidzlearn.com
TABEL 1. Spelletjes voor beginnende gebruikers van oogbesturing.
NUMMER 7-8, juli 2016
21
De spelletjes sluiten aan bij de ontwikkeling van nieuwe gebruikers van een oogbestuurde computer. Alle programma’s hebben spelletjes voor het stimuleren van de schermgerichtheid. Het kind ervaart dat er iets gebeurt als hij naar het scherm kijkt (actie-reactie). Daarna loopt de moeilijkheidsgraad van de spelletjes op. De eindgebruiker moet steeds gerichter en langer kijken naar een specifiek onderdeel op het scherm. In ‘Look to Learn’ is er o.a. een spelletje dat na 3 seconde kijken scheetgeluidjes produceert. Dit werkt op de lachspieren van bijna alle kinderen en lokt natuurlijk ook reacties van hun ouders en begeleiders uit. Met de spelprogramma’s ontwikkelen peuters en kleuters (oog)motorische coördinatie- en sturingsvaardigheden terwijl zij spelen. Deze vaardigheden hebben ze nodig om gericht naar een afbeelding te kijken, deze te selecteren en een voorkeur kenbaar te maken. Uiteindelijk is het de bedoeling dat het jonge kind gaat communice-
Een zo vroeg mogelijke inzet van OC is van belang voor de taal- en leerontwikkeling van kinderen
ren met behulp van het hulpmiddel. Kinderen moeten de beschikking krijgen over de juiste, c.q. de meest optimale en passende communicatiehulpmiddelen, zodat ze een eerlijke kans krijgen om zich te uiten. Pas dan kunnen professionals een betrouwbaar en onderbouwd oordeel krijgen over hun ontwikkeling- en leerpotentieel.
LITERATUURLIJST > Borgestig, M. (2016) The impact of gaze-based assistive technology on daily activities in children with severe physical impairments. (Unpublished doctoral disertation). Linköping University, Sweden. > Heim, M., Veen, M., Velthausz, F. (2011). COCP in de VG. Onderzoek naar de effecten, de implementatie en de sociale validiteit van het COCPvg-programma in Esdégé-Reigersdaal. Amsterdam: COCP-publicaties. > Romski, M., Sevcik, R.A., Barton-Hulsey, A., Whitmore, A.S. (2015) Early Intervention and AAC: What a Difference 30 Years Makes. Augmentative and Alternative Communication 31(3), 181-202. > Schuit, M., van der, Segers, E., Balkom, H. van, Stoep, J., & Verhoeven, L. (2010). Immersive communication intervention for speaking and non-speaking children with intellectual disabilities. Augmentative and Alternative Communication, 26, 203–220.
NVLF-APP Wist u dat: > De NVLF-app al ruim 4.250 keer gedownload is; > De laatste nieuwtjes te lezen zijn op de app; > Het tijdschrift Logopedie in de app te lezen is; > De activiteiten in de agenda van de NVLF staan.
MAAKT U NOG GEEN GEBRUIK VAN DE NVLF-APP, DOWNLOAD DEZE NU IN DE STORE!
22
LOGOPEDIE JAARGANG 88