6 minute read

Herfstpoëzie in Friesland

Herfstpoëzie in Friesland: As ’t den tijd is, maost d’er wêze

Op je tocht langs eeuwenoude kerkjes stal je zo nu en dan je fiets om op de begraafplaatsen rond te slenteren en even stil te staan bij het leven. Maar vooral om poëtische grafteksten te ontdekken.

“Hij die met zorg de godsdienst wijdde, en dagelijks zijn plichten leidde, het land bebouwd en ‘t vee ging kweken, ligt hier in ‘t graf en is bezweken.” Met een beetje poëtische inslag kun je in de Friese dorpen je hart ophalen. Ah, weer zo’n idyllisch kerkje op de top van een kleine heuvel. En als een magneet word je naar de begraafplaats getrokken. Piepend gaat het ijzeren toegangshek open. Even rondslenteren, even een blik werpen op de diverse grafzerken. De kiezelstenen knarsen onder je voeten. Verder geen enkel geluid. Het kerkhof is dé plek om stil te staan bij het leven en de vergankelijkheid daarvan. Zeker in de herfst als de goudkleurige bladeren de zerken een bijna romantisch aanzicht geven. Heerlijk om op zo’n plek rond te slenteren en om er even tot rust te komen. Ook om er na te denken over van alles en nog wat. Wat dat betreft geeft Friesland je rustplekken in overvloed. Tijdens deze fietstocht kom je diverse kerkjes tegen. Opstappen en afstappen dus. Hop on, hop off rond het kerkhof.

GRAFPOËZIE Je begint bij het intieme kerkhof van het bescheiden Weidum. Eeuwenoude bomen met roestbruine bladeren geven de begraafplaats een beschut karakter. Een zachte wind waait de bladeren sfeervol tegen zerken. De wortels van een paar dikke beuken laten de grafstenen scheefzakken. Mooi. Voor zulke dromerige beelden kom je graag naar het midden van Friesland. Ook de namen van de dorpen versterken dat poëtische gevoel. Denk aan Tersoal, Poppenwier, Mantgum, Oosterlittens, Britswerd en Lytsewierum. Dorpen als deze zie je in de verte al liggen. In het vlakke landschap kondigen de kerktorens, vaak met kenmerkend zadeldak, al je volgende rustpunt aan. Hop off, opnieuw stal je de fiets tegen de muur van de begraafplaats. Even de grafstenen lezen. ‘Hier ligt Poot, hij is dood’. Het misschien wel beroemdste grafschrift van Nederland is gewijd aan de 18e-eeuwse dichter Hubert Korneliszoon Poot. De dichter ligt in de Oude Kerk in Delft, maar de humorvolle rijmregels bestaan slechts op papier.

KANS OM IETS TE ZEGGEN Met grafpoëzie wilden nabestaanden laten weten, wie en hoe de overledene is geweest. Ze gaven de overledene de kans nog iets te zeggen. Maar de vorm en de inhoud van het gedicht straalden ook op de nabestaanden

‘De Friese geschiedenis komt op het kerkhof weer tot leven’’

af. Hoewel de mensen in het noorden van ons land niet direct als poëtisch bekend staan, kom je grafpoëzie toch in overvloed tegen. Neem het particuliere kerkhof van de invloedrijke familie Buma, schuin achter de kerk van Weidum. Je belt bij de boerderij aan in de hoop dat de eigenaar je een blik gunt op de aangrenzende rustplaats. Een gevelsteen van het boerenhuis toont de toepasselijke tekst: ‘As ’t den tijd is, maost d’er wêze.’ Dat geldt dus ook voor de vermogende Buma’s. reiner lucht, in beter land.’ Het gedicht siert een kindergraf dat tussen de resten ligt van familieleden die functies bekleedden als advocaat, burgemeester, plaatsvervangend kantonrechter en cavalerist. Met ‘dank’ aan Roline Maria Hora Siccane. De echtgenote van Mr. Bernhardus Buma (1770-1838) wilde niet in de kerk of op het kerkhof van Weidum worden begraven. Wel daarachter, op een stuk land in de open lucht. Later volgden echtgenote, zonen en andere familieleden. Sinds 2000 is de rustplaats een beschermd monument. Het vertelt iets over het verleden. De Friese dichter en politicus Pieter Jelle Troel-

stra (1860-1930) zei ooit: ‘De Friese geschiedenis komt op het kerkhof weer tot leven.’ Niet alleen buiten, ook binnen. De toren van de kerk in Weidum dateert uit 1100 en heeft een hoge naaldspits. Het interieur toont een complete 17e-eeuwse betimmering en een fraai gesneden preekstoel met doophek. Het pronkstuk is de familiebank van de Burmania’s uit 1708.

MUMMIES IN GRAFKELDER Een ander opmerkelijk kerkhof ligt midden in het boerenlandschap. Centraal middelpunt is het monumentale en piramidevormige klokhuis, een van de vier die Friesland nog bezit. Tot 1970 werd het luiden van de klok handmatig gedaan. Voor één gulden per week. Nu gebeurt het automatisch om twaalf uur en zes uur ’s avonds. Op weekdagen ook om acht uur ’s morgens. Nog even verder fietsen en dan komt de kerk van Wiewerd in zicht. In 1765 vonden timmerlieden elf kisten met uitgedroogde lijken in de grafkelder. De lichamen waren spontaan opgedroogd. Nog steeds is het een raadsel hoe de lichamen zijn gemummificeerd. Bekend is dat vooral de luchtgaten in de muren een rol bij het uitdrogingsproces spelen. Tientallen jaren geleden werden er dode vogels opgehangen. En ook die werden natuurlijk gemummificeerd. Je kunt de grafkelder bekijken van april tot november (ma t/m za, 10-11.30 en 13-16.30 uur. Entree € 1,50).

JEZUS ZONDER BAARD Wip wat later ook de kerk binnen van Boazum, een van de oudste dorpen van Friesland. De 13e-eeuwse kerk ligt op een terp. Ruim zeventig jaar geleden ontdekten restaurateurs in het gewelf een bijzonder fresco; de zogenaamde Majestas Domini. De schildering stelt een baardloze Christus op een troon voor, omgeven door vier evangelistensymbolen. Vaak wordt Jezus met baard afgebeeld, maar daar moesten ze in Boazum kennelijk niets van hebben. Nog zo’n leuke afstap is Baard. Sinds mensenheugenis worden de bewoners van het kleine dorp ‘Baarder katten’ genoemd. Het beeld van een kat, bij het kaatsveld in het midden van het dorp, herinnert aan hieraan. Ondanks de geringe omvang, heeft het dorp een dokter, een eetcafé en een school. Van 1852 tot 1862 was de Friese taalstrijder Harmen Sytstra er schoolmeester. Nu ligt hij begraven op het kerkhof, zowat om de hoek. Op het kerkhof slenter je nog even rond. Misschien ontdek je er nog opmerkelijke grafpoëzie. Zoiets als: ‘Hier rust, o bezoeker, mijn zo beminde vrouw. Ze fietste altijd met mij mee, met liefde en met trouw’.

RIJKE STINKERS Vroeger konden alleen rijke mensen een graf in de kerk betalen. Voor kerkgangers geen pretje; bij warm weer stonk het enorm uit die graven. Vandaar de uitdrukking ‘rijke stinkers’. In de Napoleontische tijd werd bepaald dat je mensen niet meer in de kerk mocht begraven. Maar protestanten waren het daar niet mee eens. Ze liepen immers ook inkomsten mis. Koning Willem I deed de bepaling tijdelijk teniet, in 1827 kwam het verbod er alsnog.

POËTISCH OP DE FIETS Maak een rondje Friesland (48 km). Start in Weidum en pak daar de fietsknooppunten op: 87, 92, 97, 94, 91, 83, 66, 13, 89, 62, 16, 15, 14, 12, 18, 24, 26, 11, 10, 25, 07, 27, 87. De tocht komt ook door Mantgum, Baard, Easterlittens, Wiewerd, Boazum, Raerd, Reduzum en Wytgaard.

This article is from: