11 minute read

Asperges uit de achttiende eeuw

ASPERGES!

WIT EN GROEN WAAR WE IETS MEE DOEN

Het is weer aspergetijd. Tot 24 juni, het Sint-Jansfeest (Johannes de Doper), mogen er asperges worden gestoken. Daarna krijgen de aspergeplanten eindelijk de kans om uit te groeien. Anders hebben de wortels niet genoeg voedsel om volgend jaar nieuwe asperges te vormen. Er zijn witte en groene asperges. Dat zijn niet twee verschillende soorten. Als de aspergestengels niet in het licht komen, blijven ze wit. Vandaar dat ze in opgehoogde aspergebedden worden gekweekt. Maar als je ze gewoon in het licht laat groeien, dan worden de stengels groen. Groene asperges hebben een andere structuur en smaak dan witte. Vanaf de zestiende eeuw worden ‘luxe groenten’ als asperges en artisjokken, en iets later ook doperwtjes, in Europa populair. Er werd geëxperimenteerd met kweekwijzen om de seizoenen te verlengen en de eerste oogst te vervroegen. De dikke, witte asperges uit Holland waren tot ver over de grens beroemd. De twee recepten met asperges op deze pagina’s komen uit hetzelfde kookboek: Het volkoomen Nederlandsch kookkundig woordenboek uit 1772. Het is geschreven door H.A. de Chalmot onder het pseudoniem Catharina van Zierikhoven, en wordt ook wel De Friesche keukenmeid genoemd. Het zijn klassieke recepten, zeg maar gerust ouderwets. Maar wat wil je, uit de achttiende eeuw.

EEN ECHTE KLASSIEKER: WITTE ASPERGES MET HOLLANDAISESAUS De oorsprong van de Hollandaisesaus is onzeker. Uit Holland? Misschien. De oudste vermelding van ‘hollandse saus’ komt uit een Engels boek om Frans te leren, The french schoolmaster (1573): ‘Will you eat of a pike (snoek) with a high Dutch sauce?’. Daar staat helaas geen recept bij. Een Frans kookboek uit 1651 heeft een recept voor asperges met hollandaisesaus, maar daar heet de saus gewoon ‘witte saus’. Pas in de negentiende eeuw gaat de saus officieel hollandaisesaus heten en is hij vast onderdeel van de klassieke Franse keuken.

HOLLANDAISE IN DE KLASSIEKE FRANSE KEUKEN De hollandaise is één van de vijf moedersauzen van de klassieke Franse keuken volgens de Franse chefkok Auguste Escoffier. De andere zijn vélouté (lichte roux met lichte fond), béchamel (lichte roux met melk of room), espagnole (bruine roux en donkere fond) en tomatensaus (roux met tomaten). De hollandaisesaus heeft niet roux als bindmiddel, maar wordt dik door een emulsie: de eidooiers gaan met olie of boter een verbinding aan waardoor de saus dik wordt. Geklaarde boter (100% vet) schift minder snel dan gewone boter die 15% water bevat. Als je de hollandaise vlak voor het opdienen maakt, kun je gerust gewone boter gebruiken. Gebruik liefst wel echte boter, geen margarine! Die vijf moedersauzen zijn basissauzen, waarop eindeloos gevarieerd kan worden. Zo maak je van hollandaisesaus heel simpel béarnaisesaus met dragonazijn en -blaadjes. In 1735 beschrijft Vincent La Chapelle, kok van stadhouder Willem V, hoe je ‘perches à la hollandoise, sausse aux oeufs’ maakt, baars op zijn Hollands met eiersaus. Zijn eiersaus is echte hollandaisesaus, maar baars à la hollandoise betekent alleen maar dat de vis in gezouten water wordt gekookt. Blijkbaar was gekookte vis typisch Nederlands, want La

Chapelle geeft ook recepten voor zalm, steur, tarbot, aal en kabeljauw op zijn Hollands, allemaal gekookt in gezouten water met soms een scheut azijn erbij. Bij de vis gaf men vaak met azijn opgeklopte gesmolten boter.

HOLLANDAISESAUS UIT DE ACHTTIENDE EEUW

Het recept in De Friesche keukenmeid is hetzelfde als de eiersaus van La Chapelle. Volgens de Nederlandse versie is de saus lekker bij allerlei soorten vis, maar ook bij kalfskop, gevogelte en geroosterd vlees, en bij groenten als asperges, artisjokken en schorseneren. De saus heet ‘zure eiersaus’ of ‘zuurdoop’. Die namen zijn goed gekozen, want de saus moet lichtzuur zijn. In de bewerking is de hoeveelheid azijn gehalveerd.

INGREDIËNTEN • 1 kilo dikke witte asperges • eieren, goede ham, of gerookte zalm • 4 eidooiers • 1½ eetl witte wijnazijn • 3 eetl water • nootmuskaat, foelie en witte peper naar smaak • 80 gr boter

BEREIDING Kook de asperges zoals je gewend bent. Laat ze daarna heel goed uitlekken. Leg ze dan op een serveerschaal en houd ze wel warm. Maak de saus – Roer de dooiers los met azijn en water en doe de specerijen erbij. Verwarm in een steelpannetje. Blijf goed kloppen met een spiraalgarde totdat de saus begint te binden. Het mengsel mag niet koken. Zet het vuur heel laag. Klop de boter in kleine vlokjes door de saus. Als deze schift, een lepeltje ijswater erbij doen en weer goed kloppen. Als je liever geen rauwe eidooiers eet, kun je gepasteuriseerd eigeel kopen. Gebruik voor 1 eidooier 17 ml gepasteuriseerd eigeel. Natuurlijk kun je ook hollandaisesaus uit een pakje gebruiken. Die bevat geen ei, of gebruikt eigeelpoeder. Er zit wel in: suiker, gistextract (E621, een smaakversterker) en verdikkingsmiddelen.

SERVEREN Schep wat van de saus over de asperges. Geef de rest apart erbij. Eet de asperges met gekookte of gepocheerde eieren en/of wat dikker gesneden plakken beenham of gerookte zalm.

GROENE ASPERGES ALS DOPERWTJES

Toen in de zeventiende en achttiende eeuw doperwtjes heel populair waren, werden groene asperges regelmatig bereid ‘op de manier van doperwtjes’. De asperges waren namelijk veel goedkoper. In 1785 verhaalt de Franse auteur L.-S. Mercier in zijn Tableau de Paris zelfs over een vrek die een diner moest geven en wilde besparen op de kosten door één van de twee schotels met doperwtjes te vervangen door kleingesneden groene asperges. De tafelbediende moest die schotel dan ‘per ongeluk’ laten vallen. Maar die haalde zelf óók de schotels door elkaar, en hij laat de schaal met de peperdure doperwtjes vallen. Zo kwam het bedrog uit. Dat die ‘asperges en petits pois’ toch niet zo verkeerd zijn, kun je zien dit recept uit Het volkoomen Nederlandsch kookkundig woordenboek uit 1772, geschreven door H.A. de Chalmot onder het pseudoniem Catharina van Zierikhoven. Daar heten ze ‘aspergies op de wijze van kleine erweten toebereid’. Probeer ze maar eens uit! En natuurlijk kun je de groene asperges ook vervangen door verse of diepgevroren doperwtjes. Overigens verloren doperwtjes hun glans toen zij als een van de eerste groenten succesvol werden ingemaakt in blik. Dat maakte ze een stuk goedkoper. Tegenwoordig kun je nog maar zelden echte doperwtjes zó uit de peul bereiden, al beweren supermarkten dat anders.

INGREDIËNTEN • 400 gr dunne groene asperges • 30 gr boter • 1,5 dl room • 1 eidooier • Specerijen • witte peper, zout en nootmuskaat naar smaak • Tuinkruiden • 1 eetl fijngehakte peterselie en geknipte bieslook • ½ tl tijmblaadjes BEREIDING Was de asperges. Snijd de kopjes af, en bewaar die voor een ander gerecht (bijvoorbeeld roerbakken). Snijd de stengels in kleine stukjes, zo groot als een erwt. Smelt de boter in een pan met dikke bodem, niet laten verkleuren. Doe de aspergestukjes erbij met de specerijen, en stoof ze vijf minuten op laag vuur met de deksel op de pan. Klop de eidooier los met de room en giet dit bij de achtergebleven boter. Blijf goed roeren en omscheppen totdat de saus gebonden is. Doe de tuinkruiden erbij. Let op dat de saus niet meer kookt, anders gaat hij schiften. Geef als groentegerecht bij de warme maaltijd.

WAT IS EEN SPIRAALGARDE? De bekendste garde om te kloppen is de gewone garde die ook wel ballongarde wordt genoemd. Die werkt fantastisch als je slagroom klopt of pannenkoekbeslag maakt. Maar voor hollandaisesaus, mayonaise of vinaigrette is de spiraalgarde veel handiger.

HET GEHEIM VAN DE KEUKENMEID Van de hand van Christianne Muusers verscheen in oktober 2019 Het geheim van de Keukenmeid, een boek met historische recepten uit kookboeken uit de rijke keuken van de achttiende eeuw. ISBN 9789492821102

OVER DE AUTEUR Christianne Muusers is Neerlandica en culinair historica. Zij houdt presentaties over koken en eten in het verleden, meestal met een proeverij. Sinds 2002 publiceert Christianne iedere twee maanden een historisch en een modern recept op haar website en zij recenseert kookboeken en boeken over culinaire geschiedenis voor NBD/Biblion en kookboekrecensies.nl.

MELANCHOLISCHE FLAMENCOPOP ALS ULTIEME UITLAATKLEP

Wat het muzikale werk van ELLE, de alter ego van Eline Vaarzon Morel, zo bijzonder maakt is dat deze jonge singer/songwriter de flamenco samensmelt met een van de bronnen ervan: Arabische klankpatronen. “Dit is het genre waarin ik al mijn emoties het beste kan overbrengen op het publiek.”

Dit zegt Eline terwijl de huiskat Pepe in de huiskamer spint als een uiting van tevredenheid. Door de coronacrisis is het even geleden dat ze optrad. Gelukkig is de 21-jarige dochter van flamencogitarist en – docent aan het conservatorium in Amsterdam, Eric Vaarzon Morel, nog niet afhankelijk van de gages. Vorig jaar startte zij een opleiding op Codarts in Rotterdam op de afdeling singer/ songwriting. “Elke week moet ik een song schrijven”, steekt ze van wal. “Natuurlijk zitten er nummers bij die ik op enig moment kan gebruiken voor mijn eerste CD of de playlist van Spotify. Voorlopig concentreer ik me op mijn eerste single die vermoedelijk Tiempo gaat heten.” Het genre waarin Eline zich beweegt noemt zij zelf alternatieve pop met flamenco-invloeden. “Via een omweg ben ik tot deze keuze gekomen. Tijdens de middelbare school heb ik zanglessen gevolgd op het Dutch School of Populair Music in Amsterdam. De kans dat je daar gevraagd wordt om tussen de bedrijven door in een

band te spelen is natuurlijk groot. Zo tikte op een goed moment een bandlid van The Floaters op mijn schouder. Deze band – niet te verwarren met de gelijknamige Amerikaanse R&B vocal groep – speelde hoofdzakelijke covers van bekende bands als The Red Hot Chili Peppers dat funk, rap, punk en pop combineert met rock. Lekker uitleven dus. Maar tussendoor schreef ik ook zelf liedjes op piano en gitaar die haaks stonden op de stevige rock die ik met The Floaters speelde. Ik creëerde een eigen sound: mellow met wat gekke invloeden.” In die tijd kreeg het jonge talent les van Yori Swart, een bekende singer/ songwriter die in het verleden met Ilse de Lange en de Belg Milow toerde en nummers schreef met Thomas Dybdahl voor zijn fraaie CD September. Daarna kwam Eline in contact met singer/songwriter Meis de alter-ego van Aysha de Groot die veel samenspeelde met zangers Eefje de Visser. Vorig jaar kreeg ze de Houten Notenkraker overhandigd. Volgens Eline heeft De Groot haar veel bijgebracht. “Zij heeft mijn ogen geopend en duidelijk gemaakt dat ik aan een sound moest werken waar ik al mijn emoties kwijt kon. De ultieme uitlaatklep werd dus melancholische flamencopop.” ICARUS Eline, die zich met dit genre begeeft in een niche, haalt haar inspiratie uit de muziek van Rosalia. De zangeres uit Barcelona heeft inmiddels twee geluidsdragers op haar naam staan waarmee ze eigenzinnige pop en hiphopbeats combineert met een zogenoemd ‘palmas’ ofwel de handklaptechniek afkomstig van de traditionele flamenco. Het resultaat is een sound die als ‘millennial flamenco’ door het muziekleven gaat. “Ik haal er erg veel energie uit”, aldus Eline die zich vooral aangetrokken voelt door de rare geluidjes waarmee Rosalia haar muziek heeft gekruid. “Het klinkt heel vet. Daarnaast luister ik naar Tamino. Dat is een Belgische zanger met Egyptisch bloed. Zijn muziek is doordrenkt met prachtige Egyptisch stijlelementen. Met mijn gitarist Mats van Dunnen uit Volendam, die ik al meer dan vijf jaar ken, experimenteer ik ook met dergelijke geluiden zonder dat ik afwijk van muzikale route. Mats heeft op de Herman Brood Academie gestudeerd en is thuis in diverse muziekstijlen. Tijdens de coronacrisis kunnen we niet vaak in een oefenruimte spelen. Dat betekent dat er al heel wat muziekbestandjes via internet zijn gestuurd vanuit Rotterdam naar Volendam en vice versa. Lekkere vette muziekstijlen experimenteren, daar houd ik van. En dat kruiden we dan met flamenco, Arabische klanken en powerakkoorden van Nirvana. Heel cool allemaal. En ik kan mijn emoties de vrije ruimte geven. Dat vind ik belangrijk. Behalve het bespelen van de gitaar concentreer ik me op vertellingen die ik in mijn songteksten verwerk. Wat dat betreft haal ik veel uit Griekse mythologie. Zoals Icarus, bekend van de vliegtocht die hij samen met zijn vader Daedalus ondernam. Ik lees graag deze mooie verhalen.”

OGEN DICHT Uiteraard is Eline inmiddels gevrijwaard van plankenkoorts. Dat obstakel is nagenoeg weggepoetst omdat ze vaak met haar vader op veel Nederlandse podia heeft gestaan “Het leuke is dat de zaal vol zit met mensen die voor de flamenco komen. We hebben met z’n tweeën wat afgespeeld. Maar op enig moment verdwijnt hij achter de coulissen en dan sta je er alleen voor met een muziekstijl die door het publiek anders consumeert moet worden. Voorheen keek ik tijdens mijn optreden vaak de zaal in om de eerste reacties te peilen. Dat doe ik nu niet meer. Vanaf het moment dat ik de eerste toon speel, sluit ik vaak mijn ogen en ga op in mijn muziek. Ik ben als het ware in mezelf gekeerd. Ik maak dan een soort reis door mijn innerlijke wereld. Na afloop van een concert in de Gelderlandfabriek in Culemborg, waar ik in een matineevoorstelling mijn soloprogramma verzorgde, kreeg ik een compliment van een toeschouwer. Ze me vertelde dat ze geroerd was door mijn muziek. Dat is natuurlijk mooi om te horen. Eerlijk gezegd weet ik precies hoe ik mijn emotie moet overbrengen op het publiek. Andersom moet ik nog veel ervaring opdoen om in dit geval met de emotie van een ander om te gaan.”

This article is from: