Reynaers Aluminium - Circulaire gids

Page 1

Praktische gids voor architecten en bouwprofessionals

Ramen. Deuren. Gordijngevels. Together for better www.reynaers.be Circulair bouwen met aluminium schrijnwerk

Over Reynaers Aluminium

“Het is onze bedoeling om de waarde van gebouwen te verhogen

en om de woon- en werkomgeving van mensen overal ter wereld te verbeteren.”

Inhoud

Als onderdeel van Reynaers Group profileert Reynaers Aluminium zich als een toonaangevende specialist in de ontwikkeling, de verdeling en de verkoop van innovatieve en duurzame architecturale oplossingen op basis van aluminium.

Het aanbod bestaat uit een brede waaier aan raam- en deursystemen, gordijngevels, schuifsystemen en veranda’s. Naast het uitgebreide assortiment standaardoplossingen ontwikkelen we ook oplossingen op maat van de individuele klant of het individuele project.

Reynaers Group werd in 1965 opgericht, biedt momenteel werk aan meer dan 2800 mensen in meer dan 40 landen en exporteert zijn producten naar meer dan 70 landen verspreid over 5 continenten.

Reynaers Group boekte in 2021 een omzet van 638 miljoen euro.

De onderneming dankt haar succes ook aan de nauwe samenwerking met 5000 partnerfabrikanten, -architecten en -projectontwikkelaars wereldwijd. Die unieke samenwerking vatten we samen in ons motto: Together for better.

Op de Reynaers Campus delen we volop kennis en ervaring met architecten, fabrikanten, aannemers en andere partners uit de bouwsector. Hier inspireren we hen ook met nieuwe technologieën. Naast het Technology, Training & Automation Centre is op de Reynaers Campus ook een Experience Centre gevestigd, waar u toekomstige gebouwen kunt ontdekken in onze virtual reality ruimte Avalon.

Inleiding 4-5

Visie op circulariteit binnen onze industrie 5

Circulariteit op materiaalniveau 6-7

Gerecycleerd versus low-carbon aluminium 6

Circulariteit op gebouwniveau 8-15

Case ’t Centrum 9

Case Victoria Regina 12

Case Circular Retrofit Lab 14

Circulariteit op productniveau 16-47

Circulariteitsscan Reynaers Aluminium producten 17

Circulair ontwerpen via bestaande aanpasbare systemen 19

Circulariteit over de productlevenscyclus heen 22

Circulariteit tijdens de ontwerpfase 24

Reynaers Aluminium concept: losmaakbare bouwaansluiting 26

Losmaakbaarheidsindex 30

Restwaardebepaling 30

Circulair ontwerpen –het productpaspoort 32

Circulariteit tijdens de gebruiksfase 34

Levensduur en levensduurverlenging 34

Schrijnwerk refurbishen 35

Verifieer kwaliteit en compatibiliteit basismateriaal 37

Schrijnwerk herlakken in situ 38

Gevels deels vervangen 40

Circulariteit bij end-of-life

Circulaire tools 50

Losmaakbaarheidsindex 54

Toelichting methode restwaardebepaling 56

Milieu-engagement 59

www.reynaers.be
44 Slopen 44 Sorteren 44 Recycleren 46 Window recycling loop 46 Besluit 48-49 Annex 50-59
3 2

WiCO : Window of Circular Opportunity

Uit verschillende studies blijkt dat van alle industrieën de bouwindustrie één van de grootste impacten heeft op het milieu en het klimaat van onze planeet. Deze grote impact brengt ook een zekere verantwoordelijkheid met zich mee –of in onze ogen, een opportuniteit. De bouwindustrie is de ideale sector om aandacht te schenken aan methodes en producten die het milieu ten goede kunnen komen. Circulariteit is daarbij een centraal begrip.

Circulair ondernemen en circulaire producten zijn alomtegenwoordig in vakliteratuur, op beurzen en op seminaries. Iedereen in het vakgebied heeft er al van gehoord en sommigen hebben er al een duidelijke mening over gevormd. Echter, vandaag de dag is er nog een lange weg af te leggen voordat we circulaire producten op grote schaal zullen zien toegepast worden in bouwprojecten. Zelfs de definitie van het begrip “circulariteit” is deel van de huidige discussie, maar dat het breder gaat dan enkel en alleen recyclage is intussen wel duidelijk.

Al decennialang verwerkt

Reynaers Aluminium topics zoals innovatie en duurzaamheid in haar missie en waarden, en circulariteit is daar een onderdeel van. We houden onze partners en de consument op de hoogte van hoe wij iedere dag duurzame en kwaliteitsvolle producten ontwikkelen.

Deze gids kadert binnen het onderzoeksproject “Window of Circular Opportunity”, of kortweg WiCO. WiCO richt zich op het aanreiken van waardevolle richtlijnen en schrijnwerkoplossingen voor circulaire gebouwen. Het is een ambitieus project dat tot stand is gekomen in samenwerking met de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) en de Vrije Universiteit Brussel (VUB), met ondersteuning van Vlaanderen Circulair.

Toen Reynaers Aluminium in 2019 de Green Deal Circulair Bouwen ondertekende, is de kiem van het WiCO-project ontstaan.

Het doel van deze gids is om architecten, schrijnwerkers en bouwheren praktische handvaten aan te reiken om met onze producten circulaire bouwprojecten aan te vatten.

Visie op circulariteit binnen onze industrie

Reynaers Aluminium wil zich aanbieden als een bedrijf dat circulariteit omarmt in al haar facetten en dat in al onze afdelingen. We dragen bij tot duurzame gebouwen door efficiënte oplossingen aan te bieden die voldoen aan de verwachtingen en levenskwaliteit van gebruikers van vandaag en morgen. En dit over de volledige levensduur van onze producten. Aandacht voor circulariteit is één van de vele manieren waarop wij een toegevoegde waarde geven aan bouwprojecten.

De verschillende lagen van circulariteit worden uitvoerig besproken in andere literatuur, maar we geven graag onze eigen accenten mee waarop we met onze aluminium producten willen focussen. Volgens ons liggen de meeste mogelijkheden voor onze producten in hun waardebehoud, en dit vanwege:

• Lange levensduur – aluminium is een duurzaam en kwaliteitsvol materiaal, onder andere door een duurzame oppervlaktebehandeling

• Aanpasbaarheid – aluminium componenten kan je eenvoudig vervangen

• Losmaakbaarheid – onderdelen van aluminium systemen zijn gemakkelijk te demonteren voor hergebruik of recyclage

• Recyclage – aluminium kan eindeloos herbruikt worden, zonder downcycling

Binnen deze gids splitsen we onze bevindingen op in verschillende niveaus. Van het materiaalniveau tot het project- en productniveau: we bespreken telkens waar we circulaire mogelijkheden zien of bestaande praktijken kunnen verbeteren. Beginnen doen we bij de basis: het materiaal.

5 4

Circulariteit op materiaalniveau

Aangezien we streven naar een zo laag mogelijke milieu-impact in alle aspecten van het productieproces, willen we een breder en zo correct mogelijk verhaal brengen. Als voorbeeld van deze genuanceerde aanpak gaan we dieper in op ons meest gebruikte materiaal: aluminium. Wat maakt aluminium interessant om toe te passen in circulaire producten?

• Kwalitatief – aluminium heeft een lange levensduur, is licht in gewicht in combinatie met een hoge sterkte, en heeft maar beperkt onderhoud nodig

• Hoge recyclagegraad – meer dan 90% van al het aluminium uit gebouwen wordt gerecycleerd (bron: European Aluminium, Circular Aluminium Action Plan 2020)

• Uitstekend waardebehoud – aluminium heeft een hoge intrinsieke waarde door de levensduur van het element

• Beperkte milieu-impact van gerecycleerd aluminium – energieverbruik bij de productie van gerecycleerd aluminium ligt een factor 20 lager dan het verbruik bij de productie van standaard primair aluminium

Dat laatste punt is mogelijk minder voor de hand liggend, en vraagt dus om iets meer uitleg.

Gerecycleerd versus low-carbon aluminium

Binnen de globale bouwsector geldt dat 36% (Europees marktgemiddelde van 2019) van de aluminiumproductie bestaat uit gerecycleerd aluminium (bron: International Aluminium Institute – base year 2019). Door onder andere de zuiverheid van schroot te garanderen, kan de markt maximaal inzetten op gerecycleerd materiaal. Toch is het aanbod van gerecycleerd materiaal onvoldoende om te voldoen aan de marktvraag.

We merken dat bij aluminium schrijnwerk de focus op recycled content wordt gelegd, waardoor veel systeemleveranciers in een opbod voor gerecycleerd aluminium belanden. Onze ambitie is om met ons aankoopbeleid voor aluminium de juiste balans te vinden tussen gerecycleerde materialen (onze “fair share”) en low-carbon primair aluminium. Low-carbon aluminium is primair aluminium waarbij hernieuwbare energie, voornamelijk afkomstig van waterkrachtcentrales, is gebruikt voor de productie.

We kijken hoeveel gerecycleerd aluminium beschikbaar is op de markt en kopen vervolgens materiaal aan op een verantwoorde manier.

Hoe kunnen we als bedrijf onze CO2-impact toch reduceren? Door in te zetten op een mix van gerecycleerd en low-carbon aluminium, zoals aangegeven in de onderstaande grafiek.

Reynaers Aluminium wil hierbij een zo correct mogelijk verhaal brengen. Het leveren van hoge percentages gerecycleerd materiaal in bepaalde producten heeft geen impact op de totale hoeveelheid recycled content in de keten, juist door de beperkte beschikbaarheid ervan. Streven naar een maximale hoeveelheid gerecycleerd aluminium op projectbasis drijft de prijs dus enkel omhoog, zonder enige impact op de totale industrie.

Onze oplossingen bestaan echter niet alleen uit aluminium. Een gemiddeld systeem bevat gemiddeld ook volgende onderdelen.

Samenstelling standaard raamsysteem

Raam (per m2)

Tabel 1.1 - Bron: EPD MasterLine 8 en ConceptPatio 130

Zoals je kan zien, vormt glas naast aluminium het grootste aandeel. Als aluminium verwerkend bedrijf hebben we echter geen impact op het circulaire karakter van de beglazing in onze systemen. Daarnaast is tegenover aluminium het gemiddelde aandeel van de andere componenten niet zo groot. Daarom nemen we zowel glas als de andere componenten niet uitgebreid op in deze WiCO-gids. Het volstaat om te duiden dat wanneer systemen wel een aanzienlijk aandeel van deze materialen vertonen, we intensief inzetten op gerecycleerde materialen.

Circulariteit is echter meer dan recycleren. In deze gids willen we tonen dat er nog andere mogelijke scenario’s zijn door zowel de voordelen als hindernissen bij een circulaire verwerking te duiden. Aan de hand van enkele praktische cases bekijken we circulariteit op gebouw- en productniveau.

Tot slot werpen we een blik op de toekomst die wij zien voor circulariteit in de bouwsector.

Circulariteit op materiaalniveau

De belangrijkste materialen in het schrijnwerk zijn aluminium en glas. Aluminium biedt het voordeel dat het op het einde van de levensduur een hoge recyclagegraad heeft. Op vlak van aluminium hanteert Reynaers Aluminium daarom een aankoopbeleid dat gericht is op een “fair share” gerecycleerd aluminium. Recycled content reduceert de milieu-impact van aluminium sterk, maar de beschikbaarheid ervan is beperkt. De hoge levensduur van aluminium zorgt er echter voor dat het lang duurt vooraleer het materiaal

in gebouwen terug in de cyclus komt. Het is daarom niet zinvol om een maximum hoeveelheid gerecycleerd aluminium in één project na te streven. Om de milieu-impact toch te beperken, wordt het gerecycleerd aluminium gecombineerd met de aankoop van low-carbon aluminium, dat aangemaakt wordt met behulp van hernieuwbare energie. Zo kunnen we aluminium verwerken dat ruim onder het Europees gemiddelde embodied carbon blijft.

Conclusies
Aluminium 34% 24%
7% 2% Dichtingen 3% 1% Glas 53% 68% Beslag en
4% 5% Totaal 100% 100%
Schuifraam (per m2)
Thermische onderbreking
andere
6 7

Circulariteit op gebouwniveau

Circulair bouwen kan deel uitmaken van duurzaam bouwen – het ene concept sluit het andere niet uit. Om de duurzaamheid van gebouwen te definiëren, worden vandaag de dag verschillende internationaal erkende certificaten uitgereikt, zoals de welbekende BREEAM- of LEED-labels. Waardelabels die circulaire aspecten binnen duurzaam bouwen aanduiden, zijn veel minder frequent. Daarom is het nuttig om op microniveau, per project, na te gaan hoe circulariteit praktisch wordt toegepast en wat juist de voordelen ervan zijn.

Aan de hand van een aantal interessante projecten willen we de verschillende aspecten van circulariteit op gebouwniveau toelichten. We leggen enkele kernbegrippen

in detail uit, bespreken waar de circulaire mogelijkheden lagen voor ieder project en tonen waarom Reynaers Aluminium een geschikte duurzame bouwpartner is.

Circulariteit verwijst naar levensduurverlenging, hergebruik en recyclage van bouwcomponenten om de kringloop van materialen volledig gesloten te houden. Het aantal projecten waarbij het circulariteitsprincipe van bij de start opgenomen is en doorgezet werd tot de realisatie, is op dit moment vrij beperkt. Wij selecteerden een drietal Belgische projecten waarbij circulariteit de basis vormt om een duurzaam resultaat te bekomen.

• ’t Centrum – het eerste circulair kantoorgebouw in Vlaanderen (Westerlo)

• Victoria Regina – een multifunctionele hoogbouw renovatie (Brussel)

• Circular Retrofit Lab – een cluster studentenwoningen omgebouwd tot VUB living lab (Brussel)

Case ’t Centrum

‘t Centrum is een duurzaam kantoorgebouw in Westerlo dat op aanvraag van Kamp C werd ontworpen. Het gebouwontwerp van West Architectuur is volledig losmaakbaar en kan na demontage zelfs op een andere plaats opnieuw opgebouwd worden. Reynaers Aluminium ConceptWall 50 systemen werden gebruikt voor het realiseren van de bouwschil en bieden een makkelijk aan te brengen en te demonteren geveloplossing. Het is het ideale project om kennis te maken met de wereld van circulair aanbesteden en circulaire bouwtechnieken.

Uniek aan dit project is dat er een circulaire aanbestedingsprocedure werd gehouden waarbij vanuit een vastgelegd bouwbudget prestatiecriteria werden geformuleerd. Bouwteams konden hun voorstel inleveren en aan de hand van prestatieberekeningen het circulair karakter van hun plan staven. Na een intensief beoordelingsproces werd een winnaar gekozen: het consortium waartoe aannemer Beneens en architectenbureau West Architectuur behoren.

Focuspunten bij dit project

• Een circulaire aanbesteding tot in de puntjes voorbereiden

• De losmaakbaarheid van elementen garanderen

• Standaardisatie in de maatvoering aanbieden

Standaardisatie

Standaardisatie, modulariteit en compatibiliteit laten toe om gebouwcomponenten steeds opnieuw te combineren en te gebruiken. Dankzij de gestandaardiseerde vorm en grootte van de componenten zijn (reserve)onderdelen altijd snel te vinden en kan je herstellingen makkelijker uitvoeren.

Afbeelding 2.1 - © Kamp C
© 9 8
Afbeelding 2.2: ‘t Centrum Kamp C - Visualisaties © Kamp C & Compagnie Fotografie

Losmaakbaarheid als troef

De demonteerbaarheid van ‘t Centrum vormde een belangrijke prestatiebewering die Kamp C wilde aantonen als case study. Het ontwerp van het gebouw laat immers totale demontage en heropbouw op een nieuwe locatie toe, volledig volgens de regels van circulair bouwen. De basis van dit ontwerp is een gridstructuur in CLT, met vaste afmetingen van vijf bij vijf meter.

Om de losmaakbaarheid van het gebouw nog meer te garanderen, kozen de architecten voor het Reynaers Aluminium ConceptWall 50 gevelsysteem. Deze oplossing bestaat uit droge verbindingen (meer bepaald een opbouw met schroeven en EPDM-dichtingen) die je perfect kan demonteren en hergebruiken. Daarnaast laat ConceptWall 50 toe om vulelementen te wisselen in functie van het gebruik van het gebouw. Het wisselen van glas, paneel of opengaand element kan zonder problemen.

Compatibiliteit

Compatibele bouwcomponenten zijn materialen die verwisseld en opnieuw gecombineerd kunnen worden.

Façade-as-a-service

De aanbesteding vereiste dat minstens 50% van het gebouw als dienst werd aangeboden. Maar een gevel als dienst over 20 jaar aanbieden, brengt oa. onderhoudskosten met zich mee. Door onze kwalitatieve oppervlaktebehandeling gekoppeld aan een periodiek onderhoud kan men deze termijn overbruggen. De uitstekende thermische waarden van onze gevelsystemen helpen ook de energiekosten van deze dienst te dekken – wat doorslaggevend is voor het circulaire karakter van het project.

Losmaakbaarheid

De losmaakbaarheid van een gebouw is de mate waarin objecten demontabel zijn, zonder afbreuk te doen aan de bestaande waarde.

Omdat er geen sluitend wettelijk kader bestaat voor het eigendomsrecht van een leasinggevel betekende de financiering van de gevel van ’t Centrum een uitdaging. Je kan je ook afvragen wat de waarde van deze gevel is als hij los van het gebouw wordt bekeken. Het is immers niet vanzelfsprekend om deze in de afmetingen van een ander gebouw in te passen.

“We beschouwen deze case als een proefproject, maar om “façade-as-a-service” schaalbaar te maken, zal de overheid het wettelijke kader nog moeten aanpassen.” –

Joeri Beneens (CEO Beneens Bouw en Interieur)

Gebruikte oplossing: Reynaers Aluminium ConceptWall 50 - Alu on Wood

Circulaire criteria in bestekteksten

Het aanbestedingsproces van ’t Centrum is geen standaardprocedure, zoveel is duidelijk. Maar op het vlak van schrijnwerk geeft deze case heel wat inspiratie. Een overzicht van criteria die de ontwerper kan meenemen in toekomstige bestekteksten:

Thermische prestaties

Om een gebouw echt future-proof te maken, kunnen we ernaar streven om de thermische prestaties 10% beter te doen scoren dan de huidige EPB-eisen. Nauwkeurig isoleren helpt je energieverbruik drastisch te verlagen, wat goed is voor de planeet en je portefeuille.

Akoestische prestaties

Sommige projecten kunnen in de toekomst geluidshinder ervaren van hun omgeving. Om de waarde van deze gebouwen te behouden, kunnen architecten al vanaf de eerste schetsen akoestische prestaties voor de schildelen vastleggen, rekening houdend met mogelijke functiewijzigingen in de toekomst:

• Ramen: Rw + ctr = 42 dB

• Schuiframen: Rw + ctr = 40 dB

• Deuren: Rw + ctr = 38 dB

Bij dergelijke hoge eisen schenk je best ook aandacht aan de bouwaansluiting. De breedte van de voegen moet beperkt blijven terwijl de voegen zelf voldoende massa moeten hebben. Werken met een prekader kan hier een voordeel bieden (cf. losmaakbare bouwaansluiting pagina 25).

Flexibiliteit van het schrijnwerk

Flexibele aluminium profielen laten heel wat circulaire ingrepen toe. Zo kan je met aanpasbaar schrijnwerk gemakkelijk vulelementen vervangen, opengaande en vaste elementen wisselen of een isolatieupgrade aan je project toevoegen.

Het gebouw als materiaaldepot Kies voor schrijnwerk dat herbruikbaar, demonteerbaar en recycleerbaar is. Het gebruik van standaardisatie in maatvoering kan hierbij ook een meerwaarde betekenen.

Een demontageplan

Ook de snelheid en efficiëntie van demontage is uiterst belangrijk om hergebruik en selectieve sloop mogelijk te maken. Verder in dit document halen we de “losmaakbaarheidsindex” aan, een concept dat de eenvoud van demontage meetbaar maakt.

Het materiaal- of productpaspoort

Een paspoort voor materialen of componenten om onderhoud en urban mining te vergemakkelijken. De bouwindustrie zoekt hier nog naar een totaaloplossing, maar verder in deze gids (pagina 32) gaan we dieper in op onze visie.

De EPD-verklaring

(Environmental Product Declaration)

De EPD-verklaring van producten duidt op een transparante, objectieve en extern geverifiëerde manier de milieu-impact van een product aan. De EPD is gebaseerd op een levenscyclus analyse (LCA), die de milieu impact van een product evalueert van materiaal extractie tot afgewerkt product, installatie, gebruik en einde-leven. Een EPD is een vrijwillige verklaring, en velt geen oordeel over hoe goed of slecht een product is, noch ofdat het milieutechnisch gezien beter is dan alternatieven.

Product Circularity Data Sheets (PCDS) Deze bestanden geven consumenten en professionals binnen de bouwindustrie een internationaal gestandaardiseerd en betrouwbaar overzicht van de circulariteitsaspecten van een materiaal of product. Volgende aspecten komen aan bod: compositie, onderhoud, demontage en hergebruik. Reynaers Aluminium gebruikt PCDSgegevens om haar klanten en partners een verantwoorde productkeuze te helpen maken.

Meer info op: reynaers.be/circulariteit-bestekteksten

op gebouwniveau – Case studies
Circulariteit
op gebouwniveau – Case studies
Circulariteit
Afbeelding 2.3: Horizontale doorsnede van de gevel van ‘t Centrum
11 10

Case Victoria Regina

Met haar 24 verdiepingen en zicht op de Brusselse Kruidtuinen is de Victoria Regina-toren een vertrouwde verschijning in de hoofdstad. Het gebouw, dat werd ingehuldigd in 1974, was echter toe aan een grondige update. Architectenbureau 51N4E nam het ontwerp voor de renovatie voor haar rekening, en wij zochten mee naar een oplossing.

• Materialen verstandig hergebruiken

• Een future-proof, multifunctioneel gebouw creëren

De ontwerpers van 51N4E begonnen aan het project onder het motto: “The most sustainable building is the one that is not demolished.” Niet afbreken, maar renoveren dus. De originele verticale betonstructuur werd behouden terwijl de invulling van het gebouw transformeerde van een mono- naar een multifunctioneel model. Een hotel, moderne kantoorruimtes en een hippe co-working space komen samen onder een dak. Een ontwerp gericht op efficiënte verandering.

Veranderingsgericht bouwen

Een veranderingsgericht gebouw bevat kwaliteitsvolle ruimtes die zowel toegankelijk als veelzijdig zijn. Door deze ruimtes raakt het gebouw niet in onbruik en zijn dure renovaties overbodig. De levensduur van gebouwen en hun onderdelen worden zo verlengd.

Bij circulair bouwen moet er steeds een evenwicht gezocht worden tussen de belangen en verwachtingen van de verschillende betrokken partijen: een balans tussen kosten, doorlooptijden, en mogelijkheden maken dat het werken in bouwteam bij circulair bouwen een meerwaarde is.

In samenspraak met ons project team koos het bouwteam achter de Victoria Regina-toren uiteindelijk voor een aangepaste Reynaers Aluminium oplossing met een minimaal materaalverbruik en future-proof materialen.

Het is dus geen evidentie, en in de loop van het project zijn er nog een aantal circulaire ideeën onderzocht, die om verscheidene redenen niet weerhouden werden.

Een elementgevel met cassettes zou het mogelijk maken om vaste elementen in de gevel te vervangen door nieuwe openingssystemen.

Deze toegevoegde vrijheid zou het gebouw ook geschikt maken als woontoren, bijvoorbeeld. Voor het bouwteam bleek dit voorstel niet de ideale oplossing te zijn door de hogere materiaalkost ten opzichte van een kadergevel met enkel vaste delen.

Daarnaast stelde 51N4E voor om het plaatwerk van de oude gevel te hergebruiken in de nieuwe. Maar na een grondige studieronde bleek het verwijderen van de laklaag om vervolgens de elementen opnieuw te lakken een te milieuonvriendelijk proces te zijn. Ook door het gebrek aan bedrijven die dit proces op grote schaal uitvoeren, was dit idee niet de beste optie voor de toren.

De lagere verdiepingshoogte vormde ook een uitdaging voor het ontwerp. Daarom kijken architecten en ontwerpers in de toekomst best naar grotere verdiepingshoogtes om onze future-proof technieken te kunnen combineren met een optimale lichtinval. Gebouwen met grotere verdiepingshoogte komen op die manier ook gemakkelijker in aanmerking voor duurzame renovaties. Zo zullen duurzaamheid en leefbaarheid samen in een helder concept gecombineerd kunnen worden.

Gebruikte oplossing: Reynaers Aluminium modulair gevelsysteem (projectoplossing).

Focuspunten bij dit project Afbeelding 2.5: Horizontale doorsnede van de gevel van Victoria Regina Afbeelding 2.6: Victoria Regina - Visualisatie © 51N4E
Circulariteit op gebouwniveau – Case studies Circulariteit op gebouwniveau – Case studies
Afbeelding 2.7: Victoria Regina - Visualisatie © 51N4E
12 13
Afbeelding 2.4: Victoria Regina - Visualisatie © 51N4E

Case Circular Retrofit Lab (Campus VUB)

In het kader van het BAMB-project (Buildings as Material Banks) werd tussen 2016 en 2019 een cluster studentenwoningen van de VUB omgebouwd tot Living Lab, een voorbeeldlaboratorium van circulaire bouwtechnieken. De uitwisselbare schildelen, bestaande uit Reynaers Aluminium ConceptWall 50 gevelsystemen, beantwoorden de noden van de gebruikers perfect.

Focuspunten bij dit project

• Veranderingsgericht bouwen

• Uitwisselbaarheid optimaliseren

Het concept van het Retrofit Lab stelt dat de ruimte van het gebouw telkens na een periode van zes maanden van functie verandert, dit om de circulaire voordelen te duiden. Mogelijke functies zijn een seminarie en kantoorruimte of een studio voor VUB-gasten.

De aanpasbaarheid van de gebouwstructuur is daarom van cruciaal belang. Verwisselbare ConceptWall 50 gevelelementen maken een eenvoudige, esthetische en functionele renovatie in de gebruiksfase mogelijk.

De bouwschil beschikt over een vaste modulatie, wat toelaat om vaste componenten te wisselen

met opengaande delen. De niet-transparante schil in de zijgevel is deels of volledig demonteerbaar. Elementen met ondoorzichtige panelen, vaste beglazing en opengaande ramen werden als een makkelijk hanteerbaar geheel afgewerkt en geplaatst. Aangezien het project overal dezelfde openingen heeft, kan je de elementen altijd onderling inwisselen. De locatie van deuren, ramen en vaste elementen kunnen dus telkens herschikt worden.

Gebruikte oplossing: Reynaers Aluminium

ConceptWall 50 - Alu on Wood

Hanteerbaarheid

Hanteerbare componenten zijn eenvoudig vast te nemen en te verplaatsen. Ze vergemakkelijken bouwaanpassingen en verhogen de haalbaarheid van inzamelingsacties en retourtransport. Dit help het hergebruik van componenten financieel competitief te maken met verspillende vervangingen.

Circulariteit kan in projecten op verschillende manieren ingevuld worden: door in te zetten op losmaakbaarheid, het hergebruik van materialen, standaardisatie, een veranderingsgericht gebouwontwerp... Het is net die verscheidenheid aan oplossingen die ervoor zorgt dat circulariteit geen evident begrip is, waardoor werken in een bouwteam aan te bevelen is. Het maakt zoeken naar circulaire oplossingen wel heel interessant.

We zien echter ook nog uitdagingen voor onze industrie, zoals de mogelijkheden van hergebruik van materialen verder optimaliseren. Bij het hergebruik van het plaatmateriaal

van de Victoria Regina-toren bleek er niet voldoende capaciteit aanwezig om op grote schaal duurzaam te herlakken. Bij hergebruik van aluminium schrijnwerk is het van belang dat de thermische prestaties van de profielen kunnen voldoen aan de actuele verwachtingen. Het aanbieden van een gevel “as a service” botst daarnaast nog vaak op limieten voor de financiering ervan.

Ondanks deze uitdagingen tonen de voorbeelden dat het mogelijk is om veranderingsgericht te bouwen. Dit kan nu al met bestaande schrijnwerkopties.

Afbeelding 2.8: © VUB Architectural Engineering. Foto’s: Simone Valerio, Kaderstudio Afbeelding 2.9: Verschillende doorsnedes van de gevel van Circular Retrofit Lab © VUB Architectural Engineering. Foto’s: Simone Valerio, Kaderstudio
Conclusies
Afbeelding 2.10: © VUB architectural engineering Circulariteit op gebouwniveau – Case studies Circulariteit op gebouwniveau – Case studies
15 14
Circulariteit op gebouwniveau

Circulariteit op productniveau

We raakten in de inleiding al aan dat de aluminiumindustrie een minimum impact op het milieu op verschillende vlakken moet bewerkstelligen. Elk gebouw en bijgevolg ook elk bouwproduct moet streven naar een zo laag mogelijke ecologische voetafdruk, rekening houdend met het macroscopisch gegeven rond beschikbaarheid. Reynaers Aluminium heeft samen met zijn leveranciers als systeemhuis een grote impact op de producten die we zelf ontwerpen. Maar we kunnen ook de productieprocessen bij onze leveranciers en klanten in zekere mate beïnvloeden.

Aluminium, een duurzaam metaal

Materiaalkeuze is zo een eerste belangrijke stap. Aluminium is de meest gebruikte grondstof in onze producten en heeft daarom het grootste potentieel om onze milieu-impact te verkleinen. Het is een materiaal dat zich uitstekend leent tot recyclage, bijvoorbeeld. Zoals we al reeds aangaven, hanteren we een beleid dat is toegespitst op een eerlijke en duurzame aankoop van zowel gerecycleerd als low-carbon aluminium. Daarbij is het cruciaal om te weten dat de productie van gerecycleerd aluminium slechts 5% van de energie gebruikt die nodig is om primair aluminium te maken.

Optimaal gebruik van materiaal

Een tweede belangrijke factor gaat over de optimalisatie van materiaalgebruik en de keuze voor duurzame onderdelen bij de ontwikkeling van onze systemen. In het kader van circulariteit denken we hier onder andere aan de vervangbaarheid van slijtgevoelige onderdelen en aan manieren om de materiaalkeuze af te stemmen op de functie van het systeem.

Hoge isolatie, laag verbruik

Een derde belangrijke pijler is het optimaliseren van de thermische prestatie van onze systemen. Hierdoor kunnen we het energieverbruik in gebouwen verlagen. We onderzoeken en ontwikkelen oplossingen rond topics zoals ventilatie en thermisch ontwerp om onze systemen klaar te maken voor de eisen en regelgeving van morgen.

We kijken verder dan ons eigen product

Ten vierde bekijken we ook de link van onze producten met het gebouw waarin ze geplaatst worden. Bouwcomponenten staan zelden op zichzelf maar vormen samen een geheel. Reynaers Aluminium moet daarom verder kijken dan de grenzen van het eigen product Zo stellen we in deze gids ook een concept van een nieuwe bouwaansluiting voor die voldoet aan de noden van onze partners en de consument (zie verderop).

De lat moet hoger

Tenslotte willen we de lat hoger leggen door nog meer te focussen op circulaire aspecten in de bouwsector, en meer specifiek op het vlak van schrijnwerk

Als vertrekpunt hiervoor zijn we uitgegaan van de circulariteitsscan in het WiCO-project, uitgevoerd door VITO.

Circulariteitsscan Reynaers Aluminium producten

Bij de start van het WiCO-project heeft het onafhankelijke onderzoeksbureau VITO enkele Reynaers Aluminium producten doorgelicht. Een circulariteitsscan is een kwalitatieve beoordeling van circulariteit op verschillende schaalniveaus, zowel op het materiaal-, subelement- als het elementniveau. Als basis voor de beoordeling worden de productie- en assemblagestappen, de materiaal- en elementeigenschappen, alsook de verschillende verbindingen in kaart gebracht.

Het testobject voor ramen en deuren was onze MasterLine 8-reeks, voor vliesgevels ConceptWall 50 en voor schuiframen ons MasterPatio-schuifsysteem. Het onderzoek komt tot volgende besluiten voor bovenstaande producten.

• Hoge graad van recyclage – meer dan 90% van alle gebruikte aluminium wordt gerecycleerd (bron: European Aluminium, Circular Aluminium Action Plan 2020)

• Eenvoudige vervanging van glas – met behulp van glaslatten of klemlijsten

• Modulariteit en uitwisselbaarheid van componenten – vooral bij vliesgevels

• Lange levensduur van componenten –aluminium schrijnwerk gaat tot 60 jaar mee (bron: Michael Stacey, 20141) en ook de gemiddelde woning in Vlaanderen heeft een levensduur van 60 jaar (Vlaanderen circulair)

Onze huidige producten belichamen dus nu al verschillende circulaire aspecten.

• Moeizaam hergebruik – gebruikte profielen opnieuw in de cyclus brengen als componenten voor nieuwe ramen is zeer moeilijk. De afmetingen zijn bepalend, bijkomende bewerkingen en logistiek zijn nodig. Losse profielen ontlakken is bovendien tijdrovend en vervuilend

• Materialen scheiden – geperste en verlijmde hoekverbindingen kunnen niet selectief verwerkt worden voor recyclage

• Elementen scheiden – ramen kunnen moeilijk onbeschadigd als geheel gedemonteerd worden

Afbeelding 3.2: ConceptWall 50 vliesgevel Afbeelding 3.1: MasterLine 8 ramen/deuren Afbeelding 3.3: MasterPatio schuifraam Uit studie: Aluminium and Durability - Towards Sustainable Cities, edited by Michael Stacey, published by Cwningen Press, November 2014.
1 2
4 5 3
Sterke punten van aluminium schrijnwerk qua circulariteit Werkpunten van aluminium schrijnwerk qua circulariteit
16 17

Hoe potentieel inschatten voor circulariteit?

Als systeemleverancier blijven we inzetten op de huidige sterktes en pakken we de werkpunten aan waar mogelijk. Op korte termijn willen we vooral de demonteerbaarheid van het schrijnwerk verbeteren. Het verbeteren van de losmaakbaarheid van de componenten, zoals hoekverbindingen, vraagt een langer onderzoekstraject waar we binnen R&D aan werken. Individuele profielen ontlakken en herlakken is vandaag slecht voor het milieu, maar geïnstalleerde elementen herlakken is op zich dan weer wel mogelijk (zie verderop).

Aan de hand van het Re-use Potential Diagram (ook wel bekend als het Butterfly model) kunnen producten geanalyseerd worden naar hun circulaire mogelijkheden. Om de afvalstroom bij einde-leven te minimaliseren, wordt er gewerkt met een waterval-systeem, waarbij onder andere remanufacturing en refurbishing voorkeur krijgen over recyclage. Op die manier kan er bij de circulariteitsscan nagegaan worden welke mogelijkheden er voor onze systemen zijn, en waar het eventueel nog beter kan.

Circulair ontwerpen via bestaande aanpasbare systemen

Reynaers Aluminium past al heel wat circulaire technieken toe op het huidige productgamma. Zo garanderen we de levensduur en het ecologisch verantwoorde karakter van onze systemen aan onze klanten en partners. In de volgende paragrafen bespreken we hoe circulariteit wordt opgenomen in het design van onze huidige ramen, deuren, schuiframen en gevels.

Ramen, deuren en schuiframen

Aluminium schrijnwerk heeft intrinsiek al enkele interessante eigenschappen die aanpasbaarheid mogelijk maken. Bij residentiële producten – dat zijn: ramen, deuren en schuiframen – kunnen we heel eenvoudig componenten zoals glas, dichtingen, sloten en scharnieren vervangen door nieuwe exemplaren. De constructeur kan de prestaties van het systeem terug in lijn brengen met deze van de verwachtingen van de gebruiker (bijvoorbeeld, door het isolatieniveau te verhogen) zonder alle componenten te vervangen. Zelfs een vast raam zou men in principe kunnen transformeren in een opengaand raam, maar dit vergt vandaag behoorlijk wat inspanningen waardoor het niet als een standaardoplossing kan beschouwd worden.

Glas vervangen

Na het verwijderen van de dichting kan de glaslat ontklipst worden zodat er een eenvoudige upgrade naar beter performant glas mogelijk is. Enkel een nieuwe glaslat en dichting moet voorzien worden, aangepast aan de glasdikte.

Afbeelding 3.5

Opengaand element toevoegen

Ook het aanpassen van openingstypes behoort tot de mogelijkheden. Mits het verwijderen van het glas en andere aanpassingen, kan men zo van een vast raam een opengaand raam maken.

Thermische isolatie verbeteren

De thermische isolatie van onze huidige systemen kan verbeterd worden door extra en betere dichtingen te plaatsen. Uiteraard moet voor de dichting onder het glas, het glas zelf verwijderd worden. Deze upgrade gebeurt daarom meestal in combinatie met het plaatsen van beter performant glas.

Afbeelding 3.6

Scharnieren en beslag vervangen

Universele beslaggroef: scharnieren en bedieningsbeslag worden in deze standaard groef geschoven of geklemd. Hierdoor kunnen ze vervangen worden. Deze groef is ook standaard voor de verschillende beslagleveranciers, wat extra vrijheden inhoudt.

Afbeelding 3.4: Re-use Potential Diagram, ©EPEA BV
Circulariteit op productniveau Circulariteit op productniveau - Bestaande systemen
Afbeelding 3.7 Afbeelding 3.8 18 19

Circulariteit op productniveau - Bestaande systemen

Gevels

Reynaers Aluminium vliesgevel- en elementgevelsystemen hebben nog meer circulaire troeven dan onze reeks betrouwbare residentiële systemen. We zetten even enkele van hun meest duurzame eigenschappen op een rijtje.

Vliesgevels

Glas vervangen

Bij vliesgevelsystemen zoals

ConceptWall 50 en ConceptWall 60 gebeurt zowel de verankering als de opbouw van het systeem met omkeerbare schroefverbindingen. Beglazing wordt hierbij ingeklemd tussen de klemlijst, die vervolgens wordt afgewerkt door een duurzaam en esthetisch afdekprofiel. Het geheel is ook volledig demonteerbaar, wat recyclage of vervanging vergemakkelijkt.

Opengaand deel invoegen Een eenvoudige demontage laat installateurs toe om glas vlot te wisselen of het afdekprofiel volledig te vernieuwen tijdens renovatieprojecten. Daarnaast is er ook de mogelijkheid om nieuwe (naar binnen of buiten) opengaande elementen toe te voegen zoals een uitzetzakraam, een parallel opengaand raam of een deur. Het strakke, uniforme karakter van de gevel blijft bewaard terwijl gebruiksvriendelijke openingsmogelijkheden bezoekers en bewoners het leven aangenamer maken.

Afbeelding 3.9: Horizontale doorsnede van het ConceptWall 50 vliesgevelsysteem met vaste beglazing

Circulariteit op productniveau - Bestaande systemen

Sommige gebouwen kunnen door de jaren heen van functie veranderen en onze gevelsystemen bieden al in de ontwerpfase mogelijkheden om hiermee rekening te houden. Zo kan het systeem eenvoudig aangepast worden om de levensduur van een project te verlengen. Bijvoorbeeld bij de herbestemming van een kantoortoren naar een residentieel gebouw is het belangrijk om voldoende opengaande elementen te voorzien. Een doordacht, toekomstgericht ontwerp, waarbij de afmetingen van het schrijnwerk op elkaar afgestemd zijn en eventuele uitwisseling mogelijk maken, moet het dagelijks leven van latere bewoners gemakkelijker en zorgeloos maken.

Elementgevels

Opengaand deel invoegen

Een ander type gevel is de elementgevel, waarbij zowel vaste als opengaande elementen bestaan uit individuele cassettes. Visueel is er dan geen verschil tussen beide types, en bij herbestemming kunnen vaste cassettes eenvoudig vervangen worden door opengaande elementen, wat doorgaans parallelopengaande of uitzetzakramen zijn, maar ook naar buitendraaiende elementen zijn integreerbaar.

Structurele beglazing voor subtieler effect

Opengaande elementen toevoegen in opbouw heeft een visuele impact, maar structureel verlijmde beglazing in het opengaand element kan deze impact verminderen. Er is dan geen extra aluminium te zien aan de buitenzijde.

Afbeelding 3.10: Horizontale doorsnede van het

ConceptWall 50 vliesgevelsysteem met naar binnen openend raam

Afbeelding 3.12: Doorsnede van het elementgevelsysteem ConceptWall 86, met structurele beglazing. Links en rechts zonder en centraal met opengaand deel

Vervangen van volledig element

De elementgevel bevordert ook de demonteerbaarheid en vervangbaarheid van de glasplaat bij structurele verlijming. Omwille van veiligheidsredenen wordt er dan wel aangeraden om verlijmingen in de gecontroleerde omgeving van het atelier te laten plaatsvinden en niet op de werf. Vervanging betekent ook dat het geheel van cassette en glas volledig gedemonteerd en vervangen moet worden. Het materiaalgebruik en de prijs van deze oplossing liggen hoger, maar door de toegevoegde flexibiliteit is de levensduur van de gevel – en daarbij het volledige project – langer en duurzamer.

In conclusie, onze huidige producten kunnen bepaalde circulaire aspecten nu al invullen: een lange levensduur, aanpasbaarheid in functie van de verwachtingen van de gebruiker, en demontage (vooral bij gevels).

Afbeelding 3.11: Horizontale doorsnede van het

ConceptWall 50 vliesgevelsysteem met naar buiten openend structureel verlijmd raam

SSG SSG SSG SSG SSG SSG
SSG SSG SSG SSG SSG SSG SSG SSG SSG SSG 20 21

Circulariteit over de productlevenscyclus heen

We hebben de rol van bestaande systemen binnen het circulair bouwproces uitgebreid onder de loep genomen. Nu is het tijd om de focus te verleggen naar circulariteit over de levenscyclus van het product heen. Zowel in de ontwerpfase, als de gebruiksfase en de einde-levensduurfase speelt circulariteit een belangrijke rol. We bespreken op basis van deze verschillende fases de concrete circulaire mogelijkheden die een architect en/of bouwheer op het schrijnwerk kan toepassen.

1 2

Ontwerpfase

In de ontwerpfase kijken we naar een aangepaste bouwaansluiting waardoor je elementen eenvoudig kan demonteren of vervangen. Ook de losmaakbaarheidsindex komt aan bod, wat een objectieve meetmethode is die aangeeft hoe eenvoudig producten en hun componenten van elkaar kunnen gescheiden worden. Tot slot gaan we in op het productpaspoort, wat een cruciale schakel kan zijn op de weg naar een circulaire bouwindustrie.

3

Gebruiksfase

Tijdens de gebruiksfase kunnen correcte reiniging, smering en afstelling de voorziene levensduur van producten helpen behalen. Dit zijn strategieën die je normaal in een gebruiks- of onderhoudshandleiding kan terugvinden, maar vaak toch vergeten worden.

Sommige ingrijpende tactieken, zowel op het vlak van tijd en kosten, kunnen de levensduur van een product verlengen tot voorbij de standaardtermijn. Refurbishment, ter plaatse herlakken of gevelcomponenten vervangen kunnen – afhankelijk van de situatie en de projecteisen – ingezet worden om producten nog vele jaren te gebruiken en volledige vervanging te vermijden. Begrippen als restwaardebepaling, recyclagewaarde en hergebruikwaarde spelen hier een cruciale rol.

Einde-levensduurfase

Als andere strategieën geen mogelijkheid meer bieden om het product te behouden, dan moet deze op een verantwoorde manier afgebroken en verwerkt worden. In deze end-of-life-fase staan onderwerpen zoals sloopwerken, afvalscheiding en recyclage centraal.

Afbeelding 3.13: Ontwerpfase Afbeelding 3.14: Refurbishment door ter plaatse herlakken van elementen. © Resporepair
op productniveau - Productlevenscyclus
op productniveau - Productlevenscyclus
Afbeelding 3.15: Uitgesorteerd aluminium sloopafval voor recyclageproces
Circulariteit
Circulariteit
22 23

Circulariteit tijdens de ontwerpfase

Circulair bouwen begint reeds in de ontwerpfase van een project door aandacht te schenken aan montage en demontage van het schrijnwerk via bijvoorbeeld losmaakbare bouwaansluitingen welke bijdragen aan de aanpasbaarheidsgraad van het project. Bijkomend is er ook aandacht nodig voor de materialen vandaag en voor de toekomst, wat bijvoorbeeld via een materiaal- of productpaspoort kan uitgewerkt worden. Deze principes en tools komen in detail aan bod in dit hoofdstuk.

Standaard bouwaansluiting

Eén van de focuspunten in ons WiCO-traject is het vereenvoudigen van het scheiden van elementen, wat mogelijk wordt met een aangepaste bouwaansluiting van Reynaers Aluminium. Vandaag in België werken de meeste aannemers en schrijnwerkers met een standaard bouwaansluiting voor ramen. Hieronder geven we je een overzicht van de voornaamste onderdelen van dit systeem.

1. Plaatdorpel + antidreundichting

2. Kaderprofiel

3. Drupneus

4. Steunanker

5. PUR-schuim of ander flexibel isolatiemateriaal

6. Folie

7. Uitvulling binnenafwerking

8. Binnenafwerking

Een voordeel van de standaard bouwaansluiting is dat iedere professional deze traditionele werkwijze kent en ook gebruikt. Ook universele montage met behulp van indraaiankers is mogelijk over de systemen heen.

Maar deze standaardoplossing heeft ook enkele aandachtspunten. Vanwege de lage losmaakbaarheid van dit systeem kan je het schrijnwerk amper uit de bouwschil verwijderen zonder de binnenafwerking te beschadigen. Daarnaast moeten de dagkanten vaak ook uitgevuld worden wanneer je de binnenafwerking wil plaatsen.

Reynaers Aluminium concept: losmaakbare bouwaansluiting

Als antwoord hierop heeft Reynaers Aluminium een concept voor nieuwe losmaakbare bouwaansluiting uitgewerkt. Na demontage laat dit innovatieve systeem minder schade achter aan de binnenafwerking en de thermische schil De elementen zijn breder dan die van een standaard bouwaansluiting, wat een invloed heeft op het transport. Maar omdat een drager voor de binnenafwerking is inbegrepen, wordt de installatie wel vergemakkelijkt. Bij dit concept is er ook rekening gehouden met de plaatsingstoleranties op de binnenafwerking.

1. Plaatdorpel

2. Kaderprofiel

3. Drupneus

4. Dichting

5. Montagekader

6. Zwelband (of ander isolatiemateriaal)

7. Stelblokje

8. Folie

9. L-vormig afwerkingsprofiel

We geven meer uitleg over dit concept en de achterliggende research op de volgende pagina’s.

Afbeelding 3.17: Standaard bouwaansluiting
4 6 7 5
1
Afbeelding 3.19: Concept losmaakbare bouwaansluiting met afwerkingsprofiel (patent pending)
Circulariteit op productniveau - Ontwerpfase Circulariteit op productniveau - Ontwerpfase 2 3 6 8 7 4 5 1 8 9 2 3
Afbeelding 3.16: 3D visualisatie standaard bouwaansluiting
24 25
Afbeelding 3.18: 3D visualisatie concept losmaakbare bouwaansluiting

Reynaers Aluminium concept: losmaakbare bouwaansluiting

Het concept van de nieuwe losmaakbare bouwaansluiting kan gebruikt worden in verschillende bouwconstructies, zoals een houtskelet, een ETICS-systeem, een traditionele spouwmuur en meer. Maar hoe wordt het systeem juist aangebracht? En kan je het ook vlot verwijderen? We leggen het stap voor stap uit.

Element verbinden met montagekader

Rond het schrijnwerk wordt eerst een dichting aangebracht. Deze zorgt voor de afdichting van het element, maar ook voor de ruimte tussen het systeem- en montagekader die nodig is voor de latere montage van de binnenafwerking (principe is gepatenteerd door Reynaers Aluminium). Het montagekader wordt vervolgens vastgeschroefd aan het schrijnwerk.

bouwaansluiting met afwerkingsprofiel

Geheel met zweldichting installeren

De constructeur op de werf brengt een zweldichting aan rondom het montagekader en plaatst het geheel in de raamopening. Het montagekader wordt dan verankerd in de ruwbouw met stelblokjes en een schroefbevestiging. Een folie wordt voorzien aan de binnenzijde, vanop de montagekader tot op de binnenmuur.

Afwerkingsprofiel plaatsen

Een volgende stap is de plaatsing van de binnenafwerking. Dit is meestal een L-vormig afwerkingsprofiel dat onder het schrijnwerk schuift, maar ook een gipshoek of houten afwerking zijn mogelijk. Ideaal creëert dit een schaduwvoeg waardoor je het pleisterwerk niet hoeft te beschadigen wanneer je het schrijnwerk opnieuw wil weghalen.

Je kan ook rechtstreeks op het montagekader bepleisteren, maar dan is demontage zonder schade niet langer mogelijk. Voordelen zijn dat je geen PUR hoeft te gebruiken, dat uitvulling van de dagkanten niet meer nodig is en dat na installatie van het schrijnwerk alles klaarstaat voor de afwerking. Deze losmaakbare bouwaansluiting is perfect toe te passen rondom ramen, maar kan ook bij deuren en schuifdeuren van pas komen.

Bouwaansluitingen vergelijken

Om de kracht van dit losmaakbare concept te duiden, vergelijken we deze met een andere, eerder standaard bouwaansluiting, en een compromis van losmaakbaar met pleisterwerk. Hierna geven we een vergelijking van deze 3 manieren tijdens verschillende bouwfases.

Demontage

Concept losmaakbare bouwaansluiting met afwerkingsprofiel

1. Verwijder L-vormig afwerkingsprofiel (herbruikbaar)

2. Verwijder glaslat en glas

3. Verwijder raamkader door middel van schroeven

Afbeelding 3.21

Concept losmaakbare bouwaansluiting met pleisterwerk

1. Verwijder pleisterwerk (niet-herbruikbaar)

2. Verwijder glaslat en glas

3. Verwijder raamkader door middel van schroeven

Afbeelding 3.22

Standaard bouwaansluiting met pleisterwerk

1. Verwijder pleisterwerk (niet-herbruikbaar)

2. Verwijder glaslat en glas

3. Snij dichtingsfolie los en verwijder uitvulling van bezetting (niet-herbruikbaar)

4. Verwijder het raamkader: maak doken los en snij PUR-schuim los (niet-herbruikbaar)

Afbeelding 3.23

De losmaakbare bouwaansluiting zorgt voor een eenvoudige demontage en maakt hergebruik van alle aluminium componenten mogelijk. De andere twee opties vragen meer tijd en laten slechts onvolledig hergebruik toe. Dit maakt onze nieuwe bouwaansluiting de perfecte circulaire bouwpartner voor jouw nieuwbouw- of renovatieproject.

1 2
3
Afbeelding 3.20: Verticale doorsnede van concept losmaakbare
Circulariteit op productniveau - Ontwerpfase Circulariteit op productniveau - Ontwerpfase 1 3 2 1 2 3
1 2 3 4
27 26

Hermontage

Bij het hermonteren volgen we dus de omgekeerde weg. De materialen die bij demontage beschadigd werden, moeten bij de tweede en derde optie terug toegevoegd worden.

Concept losmaakbare bouwaansluiting met afwerkingsprofiel

1. Plaats raamkader door middel van schroeven

2. Plaats glas en glaslat

3. Plaats L-vormig afwerkingsprofiel

Afbeelding 3.24

Concept losmaakbare bouwaansluiting met pleisterwerk

1. Plaats raamkader door middel van schroeven

2. Plaats glas en glaslat

3. Plaats pleisterwerk (nieuw)

Afbeelding 3.25

Standaard bouwaansluiting met pleisterwerk

1. Plaats raamkader door middel van doken en PUR-schuim (nieuw)

2. Plaats uitvulling en folie (nieuw)

3. Plaats glas en glaslat

4. Plaats pleisterwerk (nieuw)

Afbeelding 3.26

Monteer je ons concept losmaakbare bouwaansluiting na een eerdere uitbouw, dan kan je alle componenten perfect herplaatsen. Ons innovatieve voorstel maakt daarnaast hergebruik van de volledige bouwaansluiting bij renovatie mogelijk. De standaard en circulaire aansluiting met bezetting vertonen moeilijkheden bij het hergebruiken van de binnenafwerking, thermische schil en bevestigingsmaterialen van het schrijnwerk.

Evaluatie bouwaansluitingen aan de hand van de restwaardebepaling en bouwkost

De verschillende bouwaansluitingen kan je ook op basis van restwaardeberekeningen en een prijsberekening vergelijken. Hier merken we een zekere kostenverschuiving.

Het montagekader van de nieuwe bouwaansluiting verhoogt de prijs bij het schrijnwerk, maar die extra kost wordt gecompenseerd door een snellere, goedkopere en eenvoudigere binnenafwerking.

Samen met het Nederlandse studiebureau Alba Concepts werd ook een restwaardeberekening uitgevoerd voor het hergebruik-scenario. Door de hoeveelheid arbeid en de beschadigingen die kunnen optreden aan het schrijnwerk bij de standaard bouwaansluiting met doken, resulteert dit in waardeverlies. Hierdoor zal er mogelijk sneller een recycling-scenario worden gekozen. (Zie uitleg restwaardebepaling pagina 30).

Restwaardebepaling na 30 jaren

Ten opzichte van de initiële materiaalkosten

Ten opzichte van de initiële totale bouwkosten

Totale bouwkosten (afmetingen opening: 1230 x 1480 mm)

Concept losmaakbare bouwaansluiting met afwerkingsprofiel

Concept losmaakbare bouwaansluiting met pleisterwerk

Standaard bouwaansluiting met pleisterwerk

Tabel 3.1: Restwaardebepaling voor de 3 methodes na 30 jaren

De negatieve waarde duidt op een waardeverlies. -16% betekent dat de waarde van het schroot teniet wordt gedaan door de arbeidskosten die gepaard gaan bij het afbreken, scheiden en recycleren van de materialen, omdat hergebruik hier niet aan de orde is.

Uit deze vergelijking concluderen we dat een standaard bouwaansluiting sneller leidt tot recyclage, terwijl het concept van de losmaakbare aansluiting van Reynaers Aluminium een scenario van hergebruik faciliteert. De losmaakbaarheid en praktische restwaarden zijn duidelijk invloedrijke factoren wanneer het gaat over circulariteit.

Maar om het circulaire karakter van systemen vlot te vergelijken, heb je data nodig. Hierbij komen de termen losmaakbaarheidsindex en restwaardebepaling van pas. We vatten deze cruciale begrippen gebald samen in de volgende paragrafen.

41 % 29 % 102 %
29 % 21 % 101 %
-16 % -11 % 100 % Circulariteit op productniveau - Ontwerpfase Circulariteit op productniveau - Ontwerpfase
3 2 1 4 3 1 2 3 2 1 28 29

Losmaakbaarheidsindex

Losmaakbaarheid, wat betekent het juist?

Het Nederlandse studiebureau Alba Concepts hanteert de volgende definitie:

“De losmaakbaarheid van een gebouw of element is de mate waarin objecten demonteerbaar zijn op alle schaalniveaus, zonder afbreuk te doen aan de functie van het object of omliggende objecten om zo de bestaande waarde te beschermen.”

Hoe meer een gebouw losmaakbaar is, hoe gemakkelijker het is om producten en systemen

te oogsten en des te vanzelfsprekender dit is. Daarom is losmaakbaarheid een cruciaal begrip binnen een circulaire bouweconomie. Om deze index te berekenen, moet je zowel de verbindingen in het product zelf als de installatiemethode analyseren. Er wordt gekeken naar het type verbinding, de toegankelijkheid, mogelijke doorkruisingen en vorminsluitingen. Per component bereken je een score van 0.1 tot 1, waarbij 1 staat voor volledig losmaakbaar en 0.1 voor helemaal niet losmaakbaar.

De exacte formule voor het bepalen van de losmaakbaarheidsindex van een product of element (LIpn) is:

Waarbij:

• Type verbinding (TV) – bijvoorbeeld, een droge verbinding (1.0), bout-moerverbinding (0.8) of een harde chemische verbinding (0.1)

• Toegankelijkheid van de verbinding (ToV) – een score van 1.0 zegt dat een component vrij toegankelijk is, zonder dat extra handelingen nodig zijn. Een ontoegankelijke component, bijvoorbeeld door onherstelbare schade aan een product of omliggende producten, krijgt een 0.1-score

• Doorkruisingen (DK) – zoals elektrische kabels die doorheen een product lopen. Deze schaal loopt van geen doorkruisingen (score 1.0) tot de volledige integratie van producten en elementen uit verschillende lagen (score 0.1)

• Randopsluiting (RO) – die de belemmering voor het uitnemen bepaalt. Bij een 1.0-score is er geen belemmering, bij 0.1 volledige belemmering

Voor verdere informatie over dit onderwerp, verwijzen we naar de annex van deze gids (pagina 50).

Restwaardebepaling

Naast de losmaakbaarheidsindex kijken we ook naar de restwaarden om de relatieve circulariteit van systemen te beoordelen.

Een restwaarde bepalen gebeurt aan de hand van twee scenario’s: het scenario voor de hergebruikwaarde en het

scenario voor de recyclingswaarde

Bij de hergebruikwaarde nemen we aan dat het product opnieuw kan gebruikt worden –in parallel met wat Ellen McArthur “re-use” noemt (bron: ellenmacarthurfoundation.org/ circular-economy-diagram).

Deze waarde wordt als volgt gedefinieerd:

Hergebruikwaarde = AWP – HP

In deze formule geldt:

• Aankoopwaarde product (AWP) – de bruto aankoopkosten van het product

• Hergebruikpotentie (HP) – het aandeel materiaal dat niet vrij uit de werf komt en verloren gaat

• Kwaliteitsreductie (KR) – de impact die slijtage en gebruik hebben op de waardevermindering. Demontagekosten (DK) – de kosten om het product selectief uit de werf te halen

• Reviseerkosten (RK) – de kosten om het product te keuren voor hergebruik

• Transportkosten (TK) – de logistieke kosten, gebaseerd op een gemiddeld aantal kilometers en op de massa en volume van het product

• Opslagkosten (OK) – de kosten van de tijdelijke stockage van hergebruikte producten, alvorens deze opnieuw in de werf worden ingebouwd

De recyclingswaarde beschouwt het product als grondstof en wordt als volgt berekend:

Recyclingwaarde = AWm – RP – SK – BK – TK – OK

In deze formule geldt:

• Aankoopwaarde materiaal (AWm) –de ingeschatte grondstofprijs

• Recyclingpotentie (RP) – hiermee wordt aangegeven welk percentagae van de bouwmaterialen bij het vrijkomen kan worden gerecycled

• Sloopkosten (SK) – inschatting van de kosten voor de arbeid om te slopen

• Bewerkingskosten (BK) – de kosten voor het verwerken en recycleren van de producten

• Transportkosten (TK) – de logistieke kosten, gebaseerd op een gemiddeld aantal kilometers en op de massa en volume van de grondstof

• Opslagkosten (OK) – de kosten van de tijdelijke stockage van de gerecycleerde grondstof, alvorens deze opnieuw in het productieproces wordt verwerkt

Er is een uniek moment in de tijd waarop de recyclingwaarde hoger komt te liggen dan de hergebruikwaarde (zie omslagpunt Grafiek 3.1). We stellen dit moment voor een circulair product liefst zo lang mogelijk uit. Hergebruik is namelijk een interessanter scenario met een lagere milieu-impact en een aanzienlijke langere levensduur dan recyclage. Een blik op de formule leert ons dat je in het ontwerp best streeft naar een minimum aan kwaliteitsverlies en zo laag mogelijke demontagekosten. Al deze kosten worden ingeschat op basis van referentiegetallen die studiebureau Alba Concepts samen met kostenexperten heeft bepaald. Deze cijfers zijn gedocumenteerd in de Nederlandse Normering van Financiële Waardebepaling.1

[jaren] Product-materiaalwaarde

Normering financiële waardebepaling - Alba Concepts. Opgesteld door Alba Concepts in opdracht van Metaalunie en FME, in samenwerking met het Nederlandse ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
LIpn = 4 1 TV n 1 ToV n 1 DK n 1 RO n + + +
KR – DK – RK – TK – OK 100 80 60 40 20 0 -20 -40 Restwaarde % van initiële materiaalkost 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 Levensduur
Circulariteit op productniveau - Ontwerpfase Circulariteit op productniveau - Ontwerpfase
Materiaalwaarde Productwaarde Grafiek 3.1
30 31

Circulair ontwerpen –het productpaspoort

We hebben in dit hoofdstuk reeds aangetoond hoe je aan de hand van een vernieuwde bouwaansluiting, de losmaakbaarheidsindex en restwaardebepalingen het circulaire karakter van systemen en gebouwen kan bepalen. Een andere tool is het productpaspoort.

Een productpaspoort is een document dat informatie bevat over de bouwmaterialen en -componenten van een systeem. Voeg de verschillende productpaspoorten van alle systemen in een project samen en je bekomt een gebouwpaspoort. Dit document is minstens even belangrijk als het productpaspoort, aangezien de verbindingen op element- en gebouwniveau circulaire mogelijkheden in de einde-levensfase bepalen (bv. verbindingen identificeren die

schadeloze demontage (niet) mogelijk maken).

De informatie is bij voorkeur zowel kwantitatief – denk maar aan milieuprestaties – als kwalitatief, zoals demontagerichtlijnen.

Bovendien bevat het paspoort liefst info over de verschillende levensfases van de materialen, de gebouwelementen en het gebouw zelf. Zo kunnen gebruikers, ontwerpers en andere stakeholders in iedere levensfase opzoeken hoe ze het materiaal kunnen installeren, onderhouden of demonteren.

Voor Reynaers Aluminium zijn de volgende gegevens onmisbaar in een productpaspoort:

• Toegepast systeem

• Afmetingen

• Kleurcode

• Artikellijst

• Glas of vulelement – en hun type, afmeting en gewicht

Waarom een productpaspoort gebruiken?

We delen graag een aantal voorbeelden die de noodzaak van een productpaspoort aantonen.

Bij een losmaakbare bouwaansluiting is het belangrijk dat iedere stakeholder in de keten van deze toegevoegde waarde op de hoogte is. Een uitgebreid productpaspoort kan zowel installateurs, gebruikers als slopers duidelijk informeren. Bij een renovatie, bijvoorbeeld, weet iedereen met kennis van het productpaspoort dat een niet-standaardmethode moet toegepast worden om het raam op een eenvoudige manier, zonder beschadigingen te verwijderen.

Het productpaspoort kan daarnaast hergebruik in de end-of-life-fase mogelijk maken (zie verderop). Vooral technische gegevens kunnen hierbij een belangrijke indicator zijn, zoals de U-waarde: haalt het raam nog de huidige thermische basiswaarden?

• Gewicht en volume materiaal

• Energie- en milieuprestatie

• Uitvoerder

• Productie- en plaatsingsdatum

• Onderhoudsrichtlijnen

• Demontageplan

Als het productpaspoort de verschillende materialen en hoeveelheden definieert, kan je deze info op gebouwniveau in het gebouwpaspoort samenvatten. En op basis van het gebouwpaspoort kan je een sloopinventaris en sloopopvolgingsplan opstellen. Zo worden afvalstromen mogelijks vaker of correcter geïdentificeerd en eventueel selectiever ingezameld.

Een productpaspoort opmaken vraagt veel data en is daarom niet altijd realistisch in de praktijk. Het gebrek aan een gestandaardiseerd proces maakt de implementatie zeer moeilijk. De komende jaren wordt meer harmonisatie en duidelijkheid verwacht binnen de bouwindustrie, maar industriebrede richtlijnen en een eengemaakt paspoort bestaan vandaag nog niet. Reynaers Aluminium wil daar in de toekomst samen met zijn partners aan werken.

Circulariteit in de ontwerpfase

Een belangrijk aspect dat moet meegenomen worden bij het ontwerpen van circulair schrijnwerk is losmaakbaarheid. Schrijnwerk biedt de mogelijkheden om zo efficiënt mogelijk gedemonteerd te worden om hergebruikscenario’s en een grotere restwaarde te bevorderen. Er zijn reeds losmaakbare aspecten aanwezig in onze systemen, maar de bouwaansluiting vormt nog een grote uitdaging. Reynaers Aluminium werkte daarom een concept uit voor een losmaakbare bouwaansluiting. De verschillende stakeholders moeten uiteraard op de hoogte zijn van de efficiëntere methode van demontage. Hierbij kan een productpaspoort helpen.

Circulariteit op productniveau - Ontwerpfase
Conclusies
Afbeelding 3.27: © Philippe Piraux, Jaspers-Eyers Architects 33 32

Circulariteit tijdens de gebruiksfase

Van circulariteit in de ontwerpfase verleggen we onze focus nu naar circulariteit in de gebruiksfase. Het is de droom van iedere architect om een project te bouwen dat generatie op generatie gebruikers van een veilige woon-, werk- of leefomgeving kan voorzien. Vanuit een circulair standpunt is het dus van belang om de kwaliteit van ieder bouwelement te garanderen zodat de levensduur van het volledige project zo lang mogelijk blijft. Hiervoor bestaan verschillende strategieën die in de gebruiksfase van een gebouw kunnen toegepast worden – we overlopen ze graag in deze gids.

Levensduur en levensduurverlenging

Één van de doelstellingen van circulair bouwen is de levensduur van de toegepaste bouwelementen zo hoog mogelijk te houden. Het product moet zowel esthetisch als qua prestaties de verwachtingen van de gebruiker blijven invullen. Een basiswaardemeter hierbij is dat de maximale afmetingen en gewichten van opengaande delen, zoals per systeem opgegeven door de systeemleverancier, worden gerespecteerd.

Een andere belangrijke parameter om de levensduur positief te beïnvloeden is het onderhoud. Reinig de ramen met neutrale reinigingsproducten en respecteer steeds de onderhoudsvoorschriften van de systeemleverancier (download onze onderhoudsbrochure op www.reynaers. be/onderhoud). Van beslagonderdelen bijregelen tot dichtingen controleren en drainagegaten reinigen: jouw constructeur weet wat het beste is voor je systemen.

Waar onderhoud ervoor zorgt dat je product zijn voorziene levensduur haalt, is het doel bij levensduurverlenging om producten een tweede leven te geven. Denk aan een renovatie. Dit is een punt in de levenscyclus van een gebouw waarop doorgaans de keuze gemaakt wordt om het schrijnwerk te vervangen. Enkele reden om profielen te vervangen zijn gewijzigde

afmetingen of dat het bestaande systeem niet compatibel is met een nieuw beglazingstype.

Vaak is de thermische performantie van het schrijnwerk in oudere gebouwen hopeloos achterhaald. Gelukkig zijn de thermische prestaties van aluminium systemen door de jaren heen gevoelig verbeterd. Huidige elementen bieden niet enkel perfecte isolatie, ze zijn meestal ook zo ontworpen dat zowel dubbel als drievoudig glas kan toegepast worden en een goede luchtdichtheid geborgd is.

Elementen volledig vervangen is één ding, maar er zijn ook technieken om je huidige systemen een langere levensduur te bieden. Enkele mogelijkheden om de levensduurverlenging van aluminium schrijnwerk te garanderen, zijn:

• Refurbishen – het glas, beslag en dichtingen vervangen

• Herlakken in situ – een nieuwe laklaag aanbrengen om de elementen te trotseren

• Gevels deels vervangen – een nieuw element plaatsen enkel waar nodig

Gevels slechts deels vervangen biedt duidelijke voordelen op het vlak van tijds- en kostenbesparing. Maar elementen refurbishen of ter plekke herlakken kan nog wat duiding gebruiken.

Schrijnwerk refurbishen

Met refurbishen bedoelen we bestaande elementen voorzien van nieuwe onderdelen – zoals nieuwe glasplaten, beslag of dichtingen – om het schrijnwerk een tweede jeugd te geven. Een voorbeeld van vervangbare componenten zijn scharnieren, die na veelvuldig gebruik verminderde prestaties vertonen door mechanische slijtage.

Oorzaken voor verouderen van componenten

• Schrijnwerk dat langdurig in dezelfde positie staat

• UV-stralen

• Geen of onvoldoende onderhoud

Voorbeelden van refurbishen

Dichtingen vervangen

Goedwerkende dichtingen zijn van belang voor de lucht - en waterdichtheid van het systeem, alsook voor de akoestische prestaties van het schrijnwerk. Vervang je ze niet tijdig, dan loop je op termijn het risico op waterschade, geluidsoverlast en onvoldoende thermische prestaties.

• Grote temperatuurschommelingen

• Een hoge gebruiksfrequentie

• Foutief gebruik van opengaande delen

Beslagonderdelen vervangen

Bij frequent gebruik kan het nodig zijn om de beslagdelen zelfs sneller te vervangen indien de bedieningsfrequentie gevoelig boven de geteste frequenties ligt. Voor schuiframen en ramen ligt de testfrequentie op 20.000 cycli, voor deuren gaat dit van 50.000 tot 1.000.000 testcycli (zie onderstaand overzicht).

Weerstand tegen herhaaldelijk openen en sluiten volgens EN 12400

12400: 2002 Ramen en deuren

intensief infrequent

matig

normaal

intensief

extreem

Tabel 3.2: Weerstand tegen herhaaldelijk openen en sluiten volgens EN 12400

De juiste keuze van de materialen kan het refurbishen beperken of zelfs helemaal voorkomen. Bijvoorbeeld de keuze van het juiste beslag in functie van de toepassing.

Tijdens het refurbishen is het belangrijk om ook na te gaan of het schrijnwerk nog voldoet aan andere vereisten dan een soepele opening, zoals thermische prestaties. Om het effect van dergelijke ingrepen op de prestaties te kunnen inschatten, hebben we een testcase opgestart.

- Mechanische duurzaamheid - Eisen en classificaties Cycli Ramen Deuren Klasse 0 5.000
1 10.000
2 20.000
3 50.000
4 100.000
5 200.000
6 500.000
7 1.000.000
8
EN
matig beperkt
normaal licht
frequent
Circulariteit op productniveau - Gebruiksfase Circulariteit op productniveau - Gebruiksfase
34 35

Case Mariahof Leuven

Eén van de kloostergebouwen van het Mariahof in Leuven had een dringende update van het schrijnwerk nodig. De constructeur stelde voor om enkel het glas, de dichtingen en het beslag te vervangen op de plaatsen waar het schrijnwerk nog in goede staat was. De overige elementen, meestal ingangsdeuren, werden volledig vervangen. De bouwheer van het project aanvaardde het voorstel omdat de bewoners zo aanwezig konden blijven en de hinder tot een minimum herleid werd. Er was op die manier ook geen nieuwe binnenafwerking vereist.

Focuspunten bij dit project

• Bewoners blijven ter plaatse tijdens de renovatie

• Binnenafwerking blijft intact

• Significante verbetering luchtdichtheid en akoestiek

Afbeelding 3.28: Gevel Mariahof

Afbeelding 3.30: Blowerdoor

Afbeelding 3.31: Simulatie volume

Om de impact van deze interventie op de prestaties van het gebouw te berekenen, werd een “blowerdoor test” uitgevoerd voor en na de werken. Een rooktest op één van de uit te breken ramen gaf duidelijke lekken weer, zoals te zien is op de onderstaande foto’s. Bij het refurbishen van het Mariahof werd het beslag en de akoestische dichting van de ramen vervangen. De elementen werden voorzien van thermisch geïsoleerd glas dat met silicone werd beglaasd.

Door de resultaten voor en na het refurbishen te vergelijken, nemen we een behoorlijke verbetering waar. De onderdrukmeting gaf een gemiddelde verbetering van 68% weer; bij de overdrukmeting klom de verbetering tot 42%. De gemeten lekdebieten zijn na renovatie ongeveer gelijk tussen onderdruk en overdruk, wat een heuse verbetering is tegenover de oorspronkelijke toestand. Hieronder zie je een kort overzicht van de gemeten resultaten:

Verbetering luchtverlies voor en na refurbishment

Tabel 3.3: Vergelijking luchtverlies voor en na refurbishment - case Mariahof

Glas of andere vulelementen kan je steeds eenvoudig vervangen of aanpassen, zo ook het lakwerk, dichtingen en in sommige systemen de isolatie (door middel van speciale dichtingen en foams). Ook het beslag kan je geheel of deels wisselen. Welke elementen je ook wenst te refurbishen, de basis van het renovatieproject moet altijd van voldoende kwaliteit zijn. Die kan je immers niet upgraden.

We kunnen concluderen dat schrijnwerk refurbishen enkel mogelijk is als je rekening houdt met bovenstaande aandachtspunten. We merken dat hedendaagse systemen beter geschikt zijn om in een latere levensfase te refurbishen. Bij oudere elementen kan de maximale glasdikte en de beperkte Uf-waarde een hindernis vormen in het renovatie- en refurbishproces.

Verifieer kwaliteit en compatibiliteit basismateriaal

Op basis van deze praktische case formuleren we enkele aandachtspunten die je moet nagaan vooraleer refurbishment van schrijnwerk te overwegen:

• Ga vooraf na of vervangstukken nog beschikbaar zijn, of zoek alternatieven die integreerbaar zijn in de profielen

• Controleer of de profielen nog aan de thermische verwachtingen voldoen Zo vermijd je het risico op bijvoorbeeld condensatie

• Test of de elementen nog in goede staat zijn Controleer op vervormingen, de staat van de verstekken in de profielhoeken…

• Verifieer of het voorziene glastype past in de bestaande profielen

Afbeelding 3.29: Rooktest
Overdruk 10Pa 25Pa 35 Pa 10Pa 25Pa 35 Pa % verbetering 66% 69% - 51% 33% 41% % gemiddelde verbetering 68% 42%
op productniveau - Gebruiksfase Circulariteit op productniveau - Gebruiksfase
Onderdruk
Circulariteit
1,75 m 0,79 m 0,95 m
36 37

Schrijnwerk herlakken in situ

Aluminium raamprofielen zijn steeds afgewerkt met een lak- en/of anodisatielaag. Deze oppervlaktebehandeling heeft samen met het design van schrijnwerk een grote invloed op de look van het gebouw.

Het kan zijn dat na verloop van tijd de look van het gebouw niet meer voldoet aan de verwachtingen van de gebruiker. In dat geval kan je voorstellen het schrijnwerk te voorzien van een nieuwe oppervlaktebehandeling, en hoef je natuurlijk niet het volledige schrijnwerk te vervangen. Door de ramen te herlakken geef je je raamprofielen een tweede leven, zonder ze uit te bouwen of te demonteren. Hoe dit lakproces juist verloopt, illustreren we aan de hand van een case van Resporepair, expert in reparaties en renovaties.

Hoe gaan ze te werk:

1

Voorbereiden voor primer

In de eerste stap wordt het werkoppervlak grondig gereinigd, geschuurd en ontvet, zodat de primer optimaal kan hechten. Om spuitnevel te voorkomen op delen die niet herlakt moeten worden, wordt het volledige werkgebied zo goed mogelijk afgeplakt.

2

Primen en voorbereiden voor eindlaag

Na het primen kan het werkgebied optioneel verwarmd worden om de lak te laten uitharden. Het werkgebied wordt opnieuw geschuurd en ontvet om ook de hechting van de eindlaag te garanderen.

3

4

Optioneel: kleur matchen

Indien het te herlakken schrijnwerk moet overeenkomen met een andere kleur, wordt er ter plaatse een definitieve kleurbepaling uitgevoerd. De lakspecialist gebruikt hiervoor kleurstalen of een digitale kleurenscanner.

Lakken en drogen

Het gehele gebied wordt dan in de correcte kleur gespoten. Daarna moet het oppervlak voldoende drogen vooraleer de afplaktape en het maskeerpapier verwijderd mag worden. Het schrijnwerk lijkt herboren!

Vandaag de dag zijn er talloze gespecialiseerde firma’s die deze werken eenvoudig kunnen uitvoeren. Hierdoor is de stap naar herlakken voor velen vanzelfsprekender geworden dan de totale vervanging van elementen. Daarnaast bieden deze lakprofessionals de nodige garanties zodat de eigenaar weer zorgeloos kan genieten van het gerenoveerd aluminium schrijnwerk.

Let op temperatuur en vochtigheid

• Grotere werkzaamheden vinden het liefst plaats tussen maart en oktober, wanneer de buitentemperatuur niet hoger dan 30 of lager dan 10° Celsius bedraagt. Kleine herstellingen kan je bij koudere temperaturen nog wel uitvoeren als je de profielen voorverwarmt. Bij hogere temperaturen kunnen er andere verdunners aan de lak toegevoegd worden zodat deze trager droogt. Vermijd echter directe bezonning bij donkere kleuren.

• Regenachtig of mistig weer zijn absoluut te vermijden tijdens het lakproces. De luchtvochtigheid ligt dan veel te hoog om het oppervlak voldoende te laten drogen.

Afbeelding 3.34: Manueel spuiten van de te behandelen oppervlakken. © Resporepair Afbeelding 3.33: Uitharden van lak. © Resporepair Afbeelding 3.32: Beschermen van delen die niet mee gelakt worden. © Resporepair
Circulariteit op productniveau - Gebruiksfase 38

Gevels deels vervangen

Je kan onderdelen van aluminium elementen vervangen (refurbishen), je kan je raamprofielen ter plekke laten herlakken, maar je kan er ook voor kiezen om een gevel deels te vervangen. Ook dit is een circulaire techniek met als doel de levensduur van een gebouw te verlengen. Maar hoe gaat deze methode juist in zijn werk?

Om de impact en meerwaarde van het deels vervangen van gevels te bepalen, hebben we een case uitgewerkt in samenwerking met het onafhankelijke onderzoeksbureau VITO. Drie scenario’s werden onder de loep genomen op een vleugel van het Reynaers Aluminium kantoorgebouw in Duffel. Voor deze cases werd de LCA en LCC bepaald en vergeleken. Op basis van de resultaten van dit vergelijk kan je een keuze maken voor het te volgen traject van je renovatie.

Case Reynaers Campus Duffel

De levenscyclusanalyse (LCA) werd uitgevoerd om de milieu-impact te bepalen van een selectie van geveloplossingen. Hierbij kwantificeerden we het milieuprofiel vanaf de ontginning van hun grondstoffen tot en met de uiteindelijke afvalverwerking en/of recyclage. De resultaten van een LCA-analyse kunnen gebruikt worden tijdens de ontwerpfase om enerzijds de milieu impact zo laag mogelijk te houden, maar ook om verschillende ontwerpen of scenario’s met elkaar te vergelijken. In deze studie wordt het laatste aspect aangewend om drie mogelijke vervangingscenario’s met elkaar te vergelijken. We gaan in elk van de drie cases

uit van eenzelfde gevelopbouw over een totale periode van 60 jaar. In elk van de scenario’s hiernaast wordt er na 30 jaar voor gekozen om een volledige, dan wel gedeeltelijke vervanging van de gevel uit te voeren, bijvoorbeeld om te voldoen aan de verwachtingen van de nieuwe gebruiker. In de eerste case vervingen we de totale gevel door een nieuwe gevelopbouw met een nieuwe indeling. In het tweede geval werd slechts een deel van de gevel vervangen met een aangepaste indeling. En in het derde scenario werden enkel de beglazing, isolatoren, dichtingen en beslag vervangen – het design bleef ongewijzigd.

Case 1: Volledige vervanging met nieuwe indeling

Meest ingrijpende aanpassing. Functionaliteit en uitzicht in lijn met de verwachtingen van de nieuwe gebruiker.

Case 2: Gedeeltelijk behoud met nieuwe indeling

Compromis waarbij functionaliteit en uitzicht nog steeds in lijn ligt met de verwachtingen van de nieuwe gebruiker.

Case 3: Vervanging beglazing, dichtingen en beslag

Minst ingrijpende aanpassingen met focus op behoud van de materialen en design, maar minder in lijn met de verwachtingen van de nieuwe gebruiker.

Afbeelding 3.36: Vooraanzicht gevel case 1 Afbeelding 3.37: Horizontale doorsnede gevel case 1 Afbeelding 3.38: Vooraanzicht gevel case 2 Afbeelding 3.39: Horizontale doorsnede gevel case 2 Afbeelding 3.40: Vooraanzicht gevel case 3 Afbeelding 3.41: Horizontale doorsnede gevel case 3
van de gevel in geval van case 1 en 2 (zelfde indeling) Circulariteit op productniveau - Gebruiksfase Circulariteit op productniveau - Gebruiksfase 41 40
Afbeelding 3.35: Visualisatie

Toelichting bij de vergelijkingen van de cases

Grafiek 3.2 geeft de resultaten en vergelijking van de drie scenario’s weer per hoofdmodule (levenscyclus modules volgens EN 15804). De resultaten worden uitgedrukt in milieukosten per gevel. In Case 1 wordt het resultaat bepaald door de impact van de originele gevel en de volledige renovatie na 30 jaar. Door te kiezen voor meer circulaire oplossingen in Case 2 en Case 3 kan de milieu-impact sterk verlaagd worden met respectievelijk 33% en 42%.

A1-A3* -

A4-A5* - Installatie

B5* - Productie (na 30 jaren)

D* - Potentieel hergebruik

Afbeelding 3.42: SlimLine 38 Classic

Refurbishen

Gedeeltelijk vervangen

Grafiek 3.2: Milieukosten per levensfase voor cases 1 tot en met 3 (*bron: Europese standaard EN 15804) mogelijk dezelfde prestaties en uitzicht kunnen leveren als een volledige vervanging.

De verschillen in milieukosten zijn volledig te wijten aan de hoeveelheid materiaal die vervangen werd (module B5). Het loont bij renovatie dus zeker de moeite om bestaande materialen zoveel mogelijk te behouden. Zoals Case 2 aangeeft kan je ook een beperkte renovatie – dat is, de indeling aanpassen – toepassen, met slechts een beperkt hogere milieu-impact dan Case 3.

Dit is duidelijk te zien op de life cycle costing-analyse (LCC, berekening gebaseerd op de materiaalen arbeidskosten over de hele levenscyclus). Tot jaar 30, het jaar van renovatie, scoren alle cases hetzelfde en is de totale kost gelijk voor alle cases. Bij de renovatie zien we dat vooral bij Case 1 een grote investering nodig is; er wordt immers een volledig nieuwe gevel geplaatst.

Vanuit een investeringsstandpunt zijn Case 2 en 3 dus betere keuzes, op voorwaarde dat de te renoveren gevel voldoende thermische en water- en luchtdichtheidsperformantie heeft om te blijven voldoen aan de verwachtingen van de gebruiker.

Restwaardebepaling na 60 jaar

Scenario’s % restwaarde ten opzichte van de investering

Case 1 - Vervanging van de totale gevel na 30 jaar 40% - hergebruikwaarde nieuwe gevel + recyclingwaarde oude gevel

Case 2 - Remanufacturing van de gevel na 30 jaar 10% - recyclingswaarde

Case 3 - Behoud van de gevel met refurbishment na 30 jaar 12% - recyclingswaarde

Tabel 3.4: Restwaardebepaling van een gevel na 60 jaar voor cases 1 tot en met 3

Volledig vervangen

2. Gedeeltelijk vervangen

Refurbishen

Circulariteit op productniveau - gebruiksfase

Circulair schrijnwerk behoudt zijn waarde zo goed mogelijk gedurende de volledige levensduur van datzelfde schrijnwerk. Demonteerbaarheid vormt hiervoor een belangrijk criterium, want het laat hergebruik toe. Waar losmaakbaarheid bij gevelsystemen reeds sterk aanwezig is, kunnen we dat bij ramen doen door in te zetten op een aangepaste bouwaansluiting – zoals eerder besproken in dit hoofdstuk. Bovendien maken graadmeters zoals de restwaarde en losmaakbaarheidsindex het eenvoudiger om demontage te kwantificeren.

Het schrijnwerk heeft een zeer lange levensduur, mits aandacht voor onderhoud en het benutten van de refurbishment-opties. Kies je om het schrijnwerk te refurbishen, dan moet er wel afgewogen worden of de thermische performanties nog voldoende zijn en of er geen ernstige beschadigingen zijn die de lucht-, wind-, waterperformantie in het gedrang kunnen brengen.

Conclusies
60.000 40.000 20.000 0 1.
2.
3.
Milieukosten [€/gevel]
Volledig vervangen
€ 240.000 €220.000 € 200.000 € 180.000 € 160.000 € 140.000 € 120.000 € 100.000 € 216.126 € 167.338 € 141.291 € 156.4861 € 160.039 € 170.892 € 219.680 LCCCumulatieve waarden in € Circulariteit op productniveau - Gebruiksfase
Productie (initieel) Grafiek 3.3: Cumulatieve kosten over 60 jaar voor cases 1 tot en met 3
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60
3.
1.
42 43

Circulariteit bij end-of-life

Wanneer we aluminium systemen niet langer kunnen hergebruiken of vernieuwen, dan eindigt hun levenscyclus. De elementen worden gesloopt, het materiaal wordt gesorteerd en recyclage kan beginnen. Maar dit proces is niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Hoe verloopt de einde-levensfase van producten in de praktijk? Wat brengt het op? En hoe kunnen we downcycling, of de waardevermindering van het gerecycleerde materiaal, vermijden?

Slopen

Jaarlijks wordt in Vlaanderen 15 miljoen ton of 8,3 miljoen m3 bouw- en sloopafval geproduceerd (Bron: Vlaanderen Circulair).

Dit bestaat voor meer dan 90% uit steenachtige materialen. In de praktijk worden deze afvalstromen selectief gesloopt door sloopaannemers, enkel en alleen wanneer zuivere fracties meer opbrengen dan gemengd afvalpuin. Selectieve sloop vergt echter meer ruimte en tijd dan nietselectieve verwerking, en dit brengt hogere kosten met zich mee. Bovendien is het hergebruik van bouwproducten vandaag de dag nog steeds een niche-activiteit.

Het onderzoeksproject “Proeftuin circulair bouwen” van Vlaanderen Circulair onderzocht hoe urban mining – dat is, het ontginnen van grondstoffen uit stedelijke werven – in de praktijk gebeurt voor verschillende materiaalstromen.

• Bij minimale selectieve slooppraktijk de standaardpraktijk, worden vier stromen gescheiden: gemengd restafval, B-hout, grond en stenen, en gemengd steenpuin

• Bij doorgedreven selectieve sloop komen daar volgende stromen bij: gipskarton, harde kunststoffen, roofing en glasafval

Sorteren

De schaal van de werf kan een sterke invloed hebben op de afvoer- en verwerkingskosten – en die kosten beïnvloeden op hun beurt de keuzes in verband met selectieve sloop.

Verschillende materiaalstromen – waaronder PVC en aluminium ramen – worden vaak apart verwijderd voor de totale sloop van een gebouw. Toch komt vlakglasafval vaak grotendeels in het mengpuin terecht (ongeveer 73% van het post-consumer vlakglasafval), wat hoogwaardige recyclage bemoeilijkt. Ook is de afstand tot de dichtstbijzijnde glasverwerker meestal veel groter dan de afstand tot de dichtstbijzijnde puinverwerker. Vanwege de extra transportkosten wordt deze stap in het sloopproces dan ook vaak overgeslagen.

Slopers slaan het vlakglas uit gebouwen veelal stuk voordat ze het aluminium schrijnwerk met een grijper verwijderen. Zorgvuldig glas van aluminium scheiden kost aanzienlijk meer dan de absolute schrootwaarde en is daarom economisch niet interessant. Er zijn studies lopende om vlakglas efficiënt te recycleren, maar elke soort vervuiling vormt hierbij telkens een hindernis. Daarom gebeurt het selectief slopen van vlakglas vandaag de dag nog niet op grote schaal.

Sommige slopers scheiden dichtingsrubbers en dergelijke componenten zorgvuldig van het aluminium uit raamprofielen. De prijs die de sloper krijgt voor het aluminium is immers afhankelijk van de zuiverheid van het afval, waardoor zeker bij grote werven de economische voordelen van selectief slopen belangrijker worden. We merken in de praktijk echter dat het volledige schrijnwerk doorgaans toch in eenzelfde container terechtkomt.

Na het al dan niet selectief slopen van het bouwmateriaal gaat de recyclagefabriek verder aan de slag met het afval. In een eerste fase wordt er manueel gesorteerd. Sorteerders scheiden aluminium raamkaders van ander aluminium afval omdat deze legering hoogwaardiger is dan bijvoorbeeld plaatmateriaal.

Vervolgens wordt het aluminium verwerkt met een shredder, een grote trommelmachine die materiaal in kleinere stukken verknipt. Deze stap kan zowel bij de schroothandelaar als bij de smelter plaatsvinden. Smelters gebruiken meestal een deel van het afval, zoals stegen en andere kunststoffen, als brandstof tijdens het smelten. Zij maken ook geen onderscheid tussen gelakte of brute profielen, wat recyclagebedrijven meestal wel doen.

1

Shredden tot kleine stukken

Tijdens het shredderproces worden dichtingen en andere hoog-calorische materialen – afval dat veel energie afgeeft tijdens verbranding – gescheiden.

Ferro fractie verwijderen

Vervolgens verwijdert een magneet het ijzer van de metaalfractie.

Non-ferro verder scheiden

De volgende stap is de verdere scheiding van non-ferro fracties, waarbij gebruik gemaakt wordt van verschillende technieken, waaronder flotatie. Daarbij worden, afhankelijk van de densiteit, verschillende fracties gescheiden in een vloeistof. Op dit punt in het proces wordt ook het resterende kunststofmateriaal uit de fractie verwijderd 3

Op deze manier kan de recycler ongeveer een 30-tal verschillende aluminiumfracties onderscheiden. Zo kunnen we de juiste legeringen inzetten voor extrusie en downcycling voorkomen. En om de milieu-impact zo laag mogelijk te houden, is het cruciaal dat extrusielegeringen niet gedowncycled worden naar gietlegeringen (dit zijn legeringen met grotere hoeveelheden legeringselementen zoals silicium, koper en zink).

Dit proces zal echter enkel uitgevoerd worden als het ook economisch voldoende interessant is om dit onderscheid te maken tijdens de sortering.

Aluminium afkomstig van sloopafval bevat daarnaast veel zinkresten, afkomstig van de beslagonderdelen en de giethoekstukken die de extrusieprofielen bij elkaar houden. Om een zuivere extrusielegering (6060) te vormen, is het belangrijk om het zink te verwijderen uit de fractie, wat alleen kan met een spectroanalyse. Ook deze stap is vrij duur en wordt daarom niet altijd uitgevoerd. Enkel als de marktprijs voor de zuiverdere materiaalvorm hoog is, gebeurt de ingreep wel.

2
Afbeelding 3.43: Grof gesorteerd aluminium schroot
op productniveau - End-of-life Circulariteit op productniveau - End-of-life 44 45
Circulariteit

Circulariteit op productniveau - End-of-life

Recycleren

Na het sorteringsproces worden de fracties verkocht aan smelterijen, voornamelijk in Europa maar ook daarbuiten. Zij herwaarderen de fracties door bijvoorbeeld een zuivere primaire legering – dit is, legeringen uit de 1000-serie met een minimum van 99% van het chemisch element Aluminium – toe te voegen aan het schroot om zo opnieuw een hoogwaardige extrusielegering (6060 of 6063) te verkrijgen. De hoeveelheid zuiver primair materiaal dat toegevoegd moet worden, is afhankelijk van de zuiverheid van het gerecycleerde aluminium. Nieuwe billets (aluminium cilinders als basismateriaal voor extrusie) worden gemaakt en opnieuw verzonden naar de extrudeur, die er gloednieuwe raamprofielen van maakt.

Smelterijen kunnen ook basismateriaal aanleveren voor gietonderdelen. Hierbij wordt minder zuiver schroot gebruikt, wat kan leiden tot downcycling.

Momenteel is de vraag naar aluminium zo groot dat zowat al het aluminium schroot gerecycleerd wordt. 99 % van het aluminium wordt bij het einde van de levensduur verzameld (bron: TU Delft study ‘Collection of aluminium from buildings in Europe’), terwijl 91 % via slopers, recyclers en smelters terug in de kringloop komt.

Toch zijn deze hoeveelheden ruim onvoldoende om aan de wereldwijde vraag naar aluminium te voldoen, waardoor er nog steeds primair aluminium moet geproduceerd worden.

ALUMINIUM WINDOW RECYCLING

Eddy current ejection

Air ejection

Inkomend materiaal – na het sloopproces worden zowel het zuiver aluminium als de raamkaders apart gehouden.

Afbeelding 3.45

Versnipperde frames – een shreddermachine versnippert het aluminium in kleinere stukken. Het afval bevat naast aluminium ook nog andere fracties die moeten verwijderd worden.

Afbeelding 3.47

Kunststoffractie – ook overige kunststofonderdelen worden verwijderd. Deze verzameling bevat onder andere stukken isolator en dichtingen.

Afbeelding 3.49

Circulariteit op productniveau - End-of-life

Gezaagde frames – de raamkaders worden in middelgrote stukken gezaagd.

Afbeelding 3.46

Non-ferro fractie – met een magneet worden de ijzerhoudende onderdelen verwijderd, terwijl de kunststoffracties worden weggeblazen.

Afbeelding 3.48

Aluminiumfractie – van het overgebleven aluminium worden de coatinglagen verwijderd. Deze fractie is klaar om hersmolten te worden tot nieuwe billets.

Afbeelding 3.50

Circulariteit op productniveau - End-of-life

Aluminium wordt op grote schaal gerecycleerd. Hiervoor bestaan er industriële processen die dit grondig en efficiënt doen, maar toch moet men blijven opletten voor downcycling. Voor schrootverwerkers is het financieel aantrekkelijk om minder zuivere fracties aan te leveren voor andere toepassingen, zoals aluminium gietstukken. Chemische elementen zoals koper,

zink, ijzer en silicium zijn in deze legeringen immers in grotere hoeveelheden aanwezig. Door de stijgende prijs van primair aluminium neemt de vraag naar zuivere schrootfracties toe en zien we meer en meer investeringen om aluminium zo zuiver mogelijk te scheiden. Zo keren aluminium profielen terug in de cyclus als volwaardige aluminium profielen.

AL SCRAP FROM OTHER SOURCES NON-FERROUS METALS FRACTION PROFILE BAUXITE ALUMINA SHREDDED FRAMES SHEARED FRAMES WINDOW FRAME IN USE GASSES AL SCRAP FROM OTHER SOURCES AL-RICH FRACTION AL-RICH FRACTION ALUMINIUM BILLET HEAVY METALS FRACTION SHREDDED NON-FERROUS METALS FRACTION PLASTIC FRACTION PLASTIC FRACTION FERROUS FRACTION DECONSTRUCTION, COLLECTION AND SHEARING SHREDDING SHREDDING SINGLE CHAMBER REMELTING FURNACE DOUBLE CHAMBER REMELTING FURNACE
DECOATING
ELECTROLYSIS EXTRUSION Afbeelding 3.44: Sorteerproces voor optimale recuperatie van aluminium uit sloopafval. Bron: European Aluminium
Conclusies
Window recycling loop
46 47

Besluit

Deze gids wil voornamelijk architecten en andere betrokkenen in het bouwproces kennis laten maken met de wereld van het circulair bouwen met aluminium schrijnwerk. Deze gids bespreekt circulariteit in al haar facetten, zowel op het materiaal-, project- als productniveau. Het circulariteitsaspect in gebouwen en producten is vandaag een cruciale factor om rekening mee te houden – niet in het minst voor ons eigen expertiseveld, aluminium. De vraag naar dit gebruiksvriendelijk materiaal is groot, wat het belang van circulariteit in de volledige aluminium levenscyclus alleen maar doet stijgen.

We hebben met deze gids getracht de verschillende mogelijkheden – dit zijn zowel de sterke punten als de werkpunten van aluminium schrijnwerk op vlak van circulariteit – onder de aandacht te brengen. Het is aan de architect om voorstellen te maken in functie van de verwachtingen van de klant en de mogelijkheden van het renovatieproject. Hierbij kan de gids een leidraad vormen.

Er zijn momenteel dan ook heel wat mogelijkheden omtrent circulariteit in de aluminiumindustrie.

Zo toonden we het concept van een nieuwe bouwaansluiting van Reynaers Aluminium die probleemloos demonteren mogelijk maakt. De losmaakbaarheidsindex en restwaardebepaling van producten kan een doordachte materiaalen systeemkeuze vergemakkelijken, al zien we dat dit vandaag slechts in beperkte mate gebeurt. Sensibilisering rond en de adaptatie van een circulair gedachtegoed in bedrijven kent een groei in de bouwindustrie, maar ook hier spreken we enkel van individuele initiatieven met een beperkte toepassing.

De harmonisering van deze vele ideeën beschouwen we dan ook als een van de belangrijkste werkpunten binnen circulariteit. Standaardisering van circulaire technieken, zoals een productpaspoort, kan ervoor zorgen dat meer bedrijven circulariteit opnemen in hun dagelijkse werking. Ideeën samenbrengen in een centrale databank of een (online) hub rond circulair bouwen creëren, kan ook een oplossing bieden en het draagvlak vergroten.

Het gebrek aan een wettelijk kader voor sommige nieuwe circulaire concepten – denk aan het

plaatsen van een gevel als een dienst, zoals in de case van ’t Centrum – vormt nog vaak een hindernis. Incentives zoals een wetgevend kader of een lage materiaalkost kunnen ervoor zorgen dat losse initiatieven sneller worden opgenomen in de volledige sector.

Maar de beperkte return on investment van circulair bouwen vormt voor vele bedrijven vandaag de dag nog steeds het grootste struikelblok. Materialen hergebruiken en bouwdelen zuiver scheiden tijdens renovaties kost tijd, en heeft bijgevolg economische implicaties. Ook onderzoek en opslag vereisen middelen en hoe deze kosten worden verrekend, is niet altijd even duidelijk.

Daarnaast vraagt de introductie van nieuwe methoden vaak om een mentaliteitsshift binnen een industrie. Staat de bouwsector open voor nieuwe oplossingen zoals losmaakbare bouwaansluitingen? En welke rol spelen de andere betrokkenen binnen het bouwproces in de modernisering en het circulair optimaliseren van de bouwindustrie?

Deze gids is daarom in de eerste plaats een leidraad die de mogelijkheden van circulair bouwen duidt. Uit het verleden leren we dat een voldoende kennisopbouw van cruciaal belang is als we vernieuwingen in de uitvoeringsfase breed en correct willen zien toegepast worden. Regelmatig in gesprek gaan met betrokkenen geeft ons een up-to-date beeld van hoe en in welke mate circulariteit door de sector wordt opgenomen. Nieuwe ontwikkelingen en initiatieven evolueren elke dag en enkel via een open dialoog kunnen we deze ideeën een eerlijke groeikans bieden.

Reynaers Aluminium ziet binnen haar eigen werking circulariteit ook in de toekomst als een hoeksteenbegrip. Aluminium is gemakkelijk te recycleren, maar slechts de helft van het aangeboden materiaal in onze industrie is recycled content. We streven ernaar om de levenscyclus van aluminium beter te begrijpen en zo deze te optimaliseren. Hoe kunnen we aluminium verantwoord verwerken zodat de milieu-impact van onze producten laag blijft? En wat zijn nieuwe pistes die de levensduur van onze profielen kunnen verlengen? Boeiende vragen met vast even boeiende antwoorden.

We danken graag iedereen die heeft bijgedragen aan de voltooiing van deze gids. Zonder de input van onze partners zou dit project niet succesvol zijn afgerond.

Dank aan VITO voor hun wetenschappelijke inbreng tijdens het project. We danken eveneens het departement Architectural Engineering van de Vrije Universiteit Brussel voor hun expertise en voor de succesvolle samenwerking tijdens de Circular Retrofit Lab-projectcase. Ook hun input tijdens het onderzoek was van onschatbare waarde.

Tenslotte danken we Ovam en Vlaanderen Circulair voor de financiële ondersteuning.

Naast overheidsinstellingen en officiële organisaties hebben we ook nauw samengewerkt met enkele vakmensen uit de bouwsector zelf. Daarom danken we al de architectenbureaus, constructeurs, sloopbedrijven en leveranciers voor hun professionele hulp. Je kan deze partijen terugvinden op de website van het project (windowsforcircularbuildings.com).

Tenslotte danken we jou, de lezer, om samen met ons de wereld van het circulair bouwen te bespreken en haar eindeloze mogelijkheden te verkennen.

Dankwoord
Afbeelding 4.1: © Philippe Piraux, Jaspers-Eyers Architects 49 48

Circulaire tools Annex

Door de urgentie om circulariteit te integreren in de bouwsector, zijn er al heel wat tools ontwikkeld om stakeholders te helpen gebouwen en gebouwelementen op een circulaire manier te ontwerpen. Er vallen twee hoofdcategorieën te onderscheiden: de ontwerp- en evaluatietools.

Ontwerptools geven ontwerprichtlijnen, terwijl evaluatietools helpen om verschillende ontwerpkeuzes met elkaar te vergelijken. De industrie is er nog niet eenduidig uit hoe ze een dergelijke evaluatie van circulariteit in gebouwen moet toepassen – elke tool gebruikt zo andere indicatoren. Toch loont het de moeite deze hulpmiddelen beter te leren kennen en te gebruiken.

Ontwerptools

De ontwerptools ontwikkeld voor de (Belgische) bouwsector zijn:

• “Bouwen voor een circulaire economie” (VUB Architectural Engineering) omvat ontwerpstrategieën, -kwaliteiten en -concepten die ontwerpers en bouwheren kunnen gebruiken om doordachte ontwerpkeuzes te maken. Bij elke ontwerpkwaliteit is er een praktisch voorbeeld gegeven en worden er gerichte acties voorgesteld.

• “Bouwcatalogus veranderingsgericht bouwen” (VIBE) biedt extra informatie over veranderingsgericht bouwen, specifiek gericht op de praktijk, om de overgang naar demonteerbaar bouwen te versnellen.

• “CE Kompas” (Vlaanderen Circulair) is een checklist die concrete stappen bevat voor de verschillende productlevensfases met als doel de (materiaal)kringlopen te sluiten.

Internationale ontwerptools bevatten onder andere:

• “The Circular Design Guide” (Ellen MacArthur Foundation) is een gids die, afhankelijk van de achtergrondkennis, gebruikers begeleidt in het toepassen van circulaire methodes tijdens het ontwerpproces. Voor iedere methode is er een stappenplan of workshop voorzien.

• “The Sustainability Guide” (Interreg Baltic Sea Region) is een omvattende gids rond eco-design en circulaire economie. De gids biedt bedrijven, ontwerpers en onderzoekers in het hoger onderwijs inspiratie en tools om duurzaam aan de slag te gaan. Circulaire businessmodellen, principes van ecodesign en cases van voorlopers in de circulaire economie worden besproken.

Evaluatietools

“GRO“ (Noors voor groei, GRO: Op weg naar toekomstgerichte bouwprojecten | Vlaanderen.be) is een handleiding die werd ontwikkeld door het Facilitair Bedrijf, een organisatie dat overheden en lokale besturen in Vlaanderen ondersteunt met facilitaire dienstverlening. De handleiding bespreekt verschillende duurzaamheidsthema’s waaronder circulariteit.

Meer informatie

Alle ontwerptools handig gebundeld op: reynaers.be/circulariteit-ontwerptools

De GRO streeft naar een geïntegreerd ontwerpproces om toekomstgerichte gebouwen te creëren. Haar principes kunnen toegepast worden op gebouwen van verschillende functies (kantoor, residentieel) en alle grootteordes. GRO zet sterk in op de sensibilisering van relevante stakeholders om naar de gehele gebouwlevenscyclus te kijken en circulaire principes te integreren in het ontwerp. GRO evalueert verschillende criteria binnen drie categorieën: People, Planet en Profit. De volledige lijst van criteria van de editie uit 2020 kan je terugvinden in de GRO gids. De criteria worden onderling niet gewogen, maar weergegeven in radardiagrammen (Grafiek 5.1 op volgende pagina). Door deze grafische weergave kan je zeer snel evalueren hoe goed het ontwerp scoort op de verschillende criteria. Er zijn geen criteria specifiek voor schrijnwerk, maar verschillende factoren worden beïnvloed door de keuze van de profielen. Deze worden opgelijst in Tabel 5.1 op volgende pagina.

50 51
Afbeelding 5.1: ©BAO Architecten

Categorie Criterium Aspect

People Akoestiek Gevelgeluidisolatie, geluiduitstraling (Vlarem)

Thermisch comfort U-waarde, glaskeuze, nachtventilatie,

Binnenluchtkwaliteit Opengaande delen, roosters

Visueel comfort

Daglichttoetreding, verblinding, uitzicht, kleurweergave glas, direct zonlicht

Erfgoedwaarde Keuze schijnwerk in functie van erfgoed

Sociaal veilig ontwerpen Sociale controle, wayfinding, aantrekkelijkheid, transparantie

Planet Energieprestatie Performantie van het buitenschijnwerk (U-waarde, g-waarde, …), luchtdichtheid (uitvoering)

Behoud van grondstoffen

Materiaalinventaris in situ aanwezige materialen (potentieel hergebruik/recyclage)

Materiaalkeuze (TOTEM) Onderdeel van een TOTEM-berekening

Profit Onderhoudsvriendelijk ontwerpen

Schoonmaakbewust ontwerpen

Circulair en toekomstgericht ontwerpen

Bereikbaarheid van de glasvlakken, vervangen van schrijnwerk, materiaalkeuze kader, beslag aangepast aan gebruik

Materiaalkeuze kader, onderverdelingen vermijden, reinigen beglazing

Modulariteit, gespreide daglichttoetreding, standaardisatie, hergebruikpotentieel, recyclagepotentieel

Akoestiek

Naast de GRO bestaan er nog andere evaluatietools die in de bouwsector worden gebruikt:

• “Level(s)” (Europese Commissie) is een beoordelingskader dat een gemeenschappelijke taal aanreikt voor de duurzaamheidsprestaties van gebouwen – voornamelijk aan de hand van kernindicatoren voor duurzaamheid. Het biedt een robuuste aanpak voor het meten en ondersteunen van verbeteringen vanaf het ontwerp tot het einde van de levensduur.

• “C-Calc” (Cenergie) meet de circulariteit van gebouwen op basis van het materiaalgebruik, de mate van aanpasbaarheid van het gebouw en het bouwproces.

• “The Building Circularity Index” (Alba Concepts)

Meer informatie

Alle evaluatietools handig gebundeld op: reynaers.be/circulariteit-evaluatietools

Tabel 5.1: GRO-criteria gelinkt aan schrijnwerk (versie 2020) Grafiek 5.1: Voorbeeld van een GRO radardiagram (versie 2020) Toegankelijkheid Binnenluchtkwaliteit Sociaal veilig ontwerpen Thermisch comfort Visueel comfort Invloed van de gebruiker
Annex Annex
Erfgoedwaarde
Afbeelding 5.2: MasterLine 8 paneeldeur 53 52

Losmaakbaarheidsindex (Alba Concepts)

Het bepalen van de losmaakbaarheidsindex van een product volgt het volgende stappenplan:

Alle vier de losmaakbaarheidsfactoren worden eerst beoordeeld middels vaste categorische waardes. Aan deze waarden zijn scores gekoppeld van 1,00 (geen belemmering voor losmaakbaarheid) tot 0,10 (volledige

1. Type verbinding (TV)

belemmering voor losmaakbaarheid).

Objecten zijn met elkaar verbonden door diverse typen verbindingen. Met betrekking tot losmaakbaarheid zijn droge verbindingen, verbindingen met toegevoegde elementen en directe, integrale verbindingen belangrijker dan zachte en harde chemische verbindingen.

De scores van de verschillende types verbindingen (TV) staan hieronder in een tabel weergegeven.

Type verbinding (TV)

Droge verbinding Los (geen bevestigingsmateriaal)

Klikverbinding

Klittenbandverbinding Magnetische verbinding

Verbinding met toegevoegde elementen Bout- en moerverbinding Veerverbinding Hoekverbindingen Schroefverbinding Verbindingen met toegevoegde verbindingselementen

Directe integrale verbinding Pin-verbindingen Spijkerverbinding

Zachte chemische verbinding Kitverbinding Schuimverbinding (PUR)

Harde chemische verbinding Lijmverbinding Aanstortverbinding Lasverbinding Cementgebonden verbinding

Chemische ankers Harde chemische verbinding

Randopsluiting (RO)

2. Toegankelijkheid van de verbinding (ToV)

Kun je (fysiek) bij de verbindingselementen komen en in welke mate ontstaat er dan schade aan de omliggende objecten? Dat is de kern van de factor “toegankelijkheid van de verbinding” (ToV).

Toegankelijkheid verbinding (ToV)

toegankelijk zonder extra handelingen

Toegankelijk met extra handelingen die geen schade veroorzaken

Toegankelijk met extra handelingen met volledig herstelbare schade

Toegankelijk met extra handelingen met gedeeltelijk herstelbare schade (méér dan 20% van de waarde)

Niet toegankelijk – onherstelbare schade aan het product of omliggende producten 0,10

3. Doorkruisingen (DK)

Een gebouw bevat doorkruisingen wanneer producten of elementen door elkaar heen lopen of zelfs in zijn geheel met elkaar zijn geïntegreerd. Als een gevolg heb je meer handelingen nodig om een product of element aan het einde van de levensduur te demonteren. Vooral wanneer de levensduren van de desbetreffende producten sterk verschillen, zal je deze tussentijds moet vervangen terwijl omliggende producten of elementen behouden moeten blijven.

Doorkruisingen (DK)

Geen doorkruisingen - modulaire zonering van producten of elementen uit verschillende lagen

Incidentele doorkruisingen van producten of elementen uit verschillende lagen 0,40

Volledige integratie van producten of elementen uit verschillende lagen

4. Randopsluiting (RO)

De randopsluiting beoordeelt hoe producten in een samenstelling zijn geplaatst, open of gesloten. Zoals de benaming suggereert, heeft dit te maken met de fysieke randen van het product of element. Wanneer een product door omliggende producten “opgesloten” is in deze situatie, is er sprake van randopsluiting. Randopsluiting (RO)

Open, geen belemmering voor het (tussentijds) uitnemen van producten of elementen 1,00

Overlapping, gedeeltelijke belemmering voor het (tussentijds) uitnemen van producten of elementen 0,40

Gesloten, Volledige belemmering voor het (tussentijds) uitnemen van producten of elementen 0,10

Score
1,00
0,10
Score
1,00
Vrij
0,80
0,60
0,40
Score
Score
1,00
0,80
0,60
0,20
0,10
Type verbinding (TV)
Losmaakbaarheidsindex connectie (LIc ) Losmaakbaarheidsindex samenstelling (LIs ) Product of element (LIp )
Toegankelijkheid verbinding (ToV)
Doorkruisingen (DK)
Annex Annex
Tabel 5.2 Tabel 5.23 Tabel 5.24
54 55
Tabel 5.25

Losmaakbaarheidsindex

De exacte formule voor het bepalen van de losmaakbaarheidsindex van een product of element is:

Waarbij:

• LIpn = losmaakbaarheidsindex van product of element n

• TVn = type verbinding van product of element n

• ToVn = toegankelijkheid van de verbinding van product of element n

• DKn = doorkruisingen van product of element n

• ROn = randopsluiting van product of element

De losmaakbaarheidsindex is een éénpuntscore die aangeeft hoe losmaakbaar een specifiek product of element uit een gebouw is. Detailtekeningen zijn een uitstekende bron om de losmaakbaarheid van specifieke producten te bepalen. Een relatieschema kan aanduiden welke producten met elkaar verbonden zijn en laat toe om van ieder product uit het schema de losmaakbaarheidsindex te bepalen. Belangrijk is dat de meetmethode zich beperkt tot producten en elementen: er wordt doorgaans geen losmaakbaarheidsindex van afdichtings- of bevestigingsmateriaal beoordeeld.

Meer informatie

Voor meer details omtrent deze methode verwijzen we graag naar: reynaers.be/circulariteit-meetmethode

Toelichting methode restwaardebepaling

Met betrekking tot de financiële restwaarde kan er onderscheid worden gemaakt tussen de hergebruikwaarde en de recyclingwaarde. Hierbij is de financiële restwaarde van de te hergebruiken archetype (hergebruikwaarde) hoger dan de financiële restwaarde van de te recyclen of downcyclen elementen en producten (recyclingwaarde). Echter, een product dient losmaakbaar verbonden te zijn om de hergebruikwaarde te kunnen kapitaliseren.

Hergebruikwaarde

Om de hergebruikwaarde van een product vast te stellen, worden de volgende stappen doorlopen.

Het startpunt van de hergebruikwaarde is de aankoopprijs van de archetypen, zoals wordt opgenomen in een open begroting. In deze begroting zijn de directe bouwkosten van de archetypen opgenomen die daarnaast zijn opgesplitst in materiaal- en montagekosten. Om de aankoopprijs te bepalen wordt enkel de materiaalcomponent meegenomen. De aankoopprijs van alle archetypen, deelproducten en elementen wordt aangeleverd door Reynaers Aluminium.

Als tweede wordt de hergebruikpotentie van het archetype vastgesteld. Met deze waarde wordt aangegeven welk percentage van het archetype bij vrijkomen je kan hergebruiken. Vervolgens wordt er een aanname gedaan in welke mate het archetype in de loop der jaren degradeert of in kwaliteit afneemt. Om kwaliteitsreductie mee te nemen in de hergebruikwaarde van het archetype is een percentage van de aankoopwaarde aangehouden. Aangezien de kwaliteitsreductie afhangt van de leeftijd van het archetype, is de hergebruikwaarde voor de producten en elementen van het archetype bepaald op 30 en 60 jaar. De kwaliteitsreductie en de hergebruikpotentie zijn aan de hand van referentiegetallen van Alba Concepts en samen met kostendeskundigen vastgesteld.

Daarna worden de kosten voor het demonteren van het archetype vastgesteld. Voor het archetype is er samen met kostendeskundigen en door middel van de berekende losmaakbaarheid een inschatting gemaakt van de benodigde uren voor demontage. Demontagetijd is de tijd tussen het starten met “losmaken” tot het op de palletten leggen. Aan de hand van een gemiddeld uurtarief is vervolgens gekomen tot de totale demontagekosten (arbeid). Ook de demontagekosten (materieel) werden vastgesteld.

Door de kwaliteitsreductie is het vaak nodig dat het archetype wordt nagekeken en hersteld. Dit zijn de reviseerkosten en deze worden bepaald als een percentage van de kwaliteitsreductie. Een relatief grote kwaliteitsreductie zorgt voor relatief hoge reviseerkosten. De reviseerkosten zijn aan de hand van referentiegetallen van Alba Concepts en samen met kostendeskundigen vastgesteld.

Om het archetype (en haar elementen) te hergebruiken, moeten er kosten worden voorzien voor het vervoer van het archetype naar de stockageplek. De transportkosten worden vastgesteld aan de hand van een gemiddelde afstand in kilometers en de kosten voor transport per m³ of kg/ton. Voor het vaststellen van de transportkosten zijn referentiegetallen van Alba Concepts gebruikt.

Als laatste zijn er ook kosten voor tijdelijke opslag van het archetype. Deze kosten worden bepaald aan de hand van de gemiddelde opslagkosten per kilogram en de gemiddelde tijd van opslag. De opslagkosten zijn bepaald aan de hand van referentiegetallen van Alba Concepts.

De bovenstaande stappen resulteren in de volgende berekening:

Hergebruikwaarde = AWP – HP – KR – DK – RK – TK – OK

In de bovenstaande formule is geen rekening gehouden met prijsontwikkeling door tijdseffecten (indexatie). De hergebruikwaarde wordt exclusief BTW uitgedrukt.

LIpn = 4 1 TV n 1 ToV n 1 DK n 1 RO n + + +
Annex Annex
56 57

Recyclagewaarde

De recyclagewaarde of materiaalwaarde representeert het recyclescenario. In de hiërarchie van gebouw, element, product, materiaal en grondstof is dit scenario gericht op het grondstof- en materiaalniveau. Het stelt daarmee het meest laagwaardige niveau van circulariteit voor, namelijk recycling. Dit wil zeggen dat een stalen vangrail, bijvoorbeeld, wordt omgesmolten naar het materiaal staal of een kunststof bank wordt teruggebracht naar geregranuleerd plastic.

Om de recyclingwaarde voor een product vast te stellen, worden de volgende stappen doorlopen.

Het startpunt van de recyclingwaarde is de grondstofprijs van het element of product, zoals wordt opgenomen in een open begroting. Voor het bepalen van de aankoopprijs wordt enkel de grondstof van het element of product van het archetype meegenomen. De grondstofprijzen zijn gebaseerd op de London Metal Exchange of vergelijkbare commodity trading-instituties (prijspeil juni 2021).

Als tweede wordt de recyclingpotentie van het product of element vastgesteld. Deze waarde geeft aan welk percentage van de bouwmaterialen bij het vrijkomen kan worden gerecycleerd. De recyclingpotentie is aan de hand van referentiegetallen van Alba Concepts en samen met kostendeskundigen vastgesteld.

Daarna zijn er de kosten voor het verwijderen van het product en/of element van de archetypen. Per bouwmateriaal is er samen met kostendeskundigen een inschatting gemaakt van de benodigde uren voor de sloop. Aan de hand van een gemiddeld uurtarief werden vervolgens de totale sloopkosten (arbeid) berekend. Daarnaast werden ook de materiële sloopkosten vastgesteld.

De volgende stap is de vaststelling van de bewerkingskosten. Dit zijn kosten gekoppeld aan het daadwerkelijk verwerken en recycleren van de producten en elementen. De bewerkingskosten zijn aan de hand van referentiegetallen van Alba Concepts en samen met kostendeskundigen vastgesteld.

Om een product of element te recycleren, hangen er ook kosten vast aan het vervoer naar de stockageplek. De transportkosten worden vastgesteld aan de hand van een gemiddelde afstand in kilometers en de kosten voor transport per m³ of kg/ton. Voor de vaststelling van de transportkosten zijn referentiegetallen van Alba Concepts geraadpleegd.

Als laatste zijn er ook kosten voor tijdelijke opslag van het element of product. Deze kosten worden bepaald aan de hand van de gemiddelde opslagkosten per m³ en de gemiddelde tijd van opslag. De opslagkosten zijn bepaald op basis van referentiegetallen van Alba Concepts.

De bovenstaande stappen resulteren in de volgende berekening:

Recyclingwaarde = AWP – RP – SK – BK – TK – OK

In de bovenstaande formule is geen rekening gehouden met prijsontwikkeling door tijdseffecten (indexatie). De recyclingwaarde wordt exclusief BTW uitgedrukt.

Meer informatie omtrent de methode en omtrent het bepalen van de kosten kan men terugvinden in de Normering financiële waardebepaling - Alba Concepts (www.albaconcepts.nl). Dit document is opgesteld door Alba Concepts in opdracht van Metaalunie en FME, in samenwerking met het Nederlandse ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Milieu-engagement Reynaers Aluminium

Reynaers Aluminium is er zich bewust van dat ondernemingen een belangrijke rol spelen in de zorg voor het milieu. Dat is de reden waarom we constant op zoek gaan naar nieuwe manieren om ‘groener’ te worden en waarom we een pioniersrol vervullen op het vlak van energiebesparing en duurzame producten.

Die aanpak begint al bij het materiaal dat we gebruiken voor onze profielen: aluminium. Dit materiaal heeft dankzij zijn grote duurzaamheid en zijn 100% recycleerbaarheid zonder kwaliteitsverlies al heel lang een stevige reputatie als milieuvriendelijk metaal.

Door zijn opmerkelijke sterkte, anticorrosieeigenschappen en onderhoudsvriendelijkheid is dit het ultieme bouwmateriaal voor een industrie die voortdurend op zoek is naar lichtere, sterkere, duurzamere en milieuvriendelijkere alternatieven.

Het duurzame karakter werd intussen al bevestigd met het C2C-certificaat (Cradle to Cradle) voor een aantal geavanceerde raam-, deur- en geveloplossingen.

Dit certificaat garandeert kort samengevat dat:

• er geen schadelijke materialen worden gebruikt;

• onze systemen gemaakt zijn met respect voor grondstoffen, energie en watergebruik;

• deze systemen gemakkelijk kunnen worden gerecycleerd.

C2C-gecertificeerde systemen bieden op die manier de garantie dat ze milieuvriendelijk bouwen volgens het kringloopconcept mogelijk maken.

Duurzaamheid blijft echter niet beperkt tot het materiaalgebruik: ook energieefficiëntie krijgt bij Reynaers Aluminium heel wat aandacht. De continue investeringen in onderzoek en ontwikkeling leverden voor veel van onze systemen het Passive House Certified component- en het Zwitserse Minergie-label op.

Deze energie-efficiënte oplossingen kunnen worden gebruikt in lage- en energieneutrale woningen en op die manier bijdragen aan een duurzaam milieu, wat het voor architecten interessant maakt om met dergelijke gecertificeerde systemen te werken. De principes van deze certificaten sluiten nauw aan op BREEAM (Building Research Establishment Environmental Assessment Method) en LEED (Leadership in Energy and Environmental Design), de internationaal erkende labels die de duurzaamheidsniveaus van gebouwen bepalen. Deze certificaten bewijzen dat bij de constructie van de gebouwen rekening werd gehouden met milieukwesties zoals de energiebehoefte van het gebouw, de recyclage van materialen, het gebruik van water, het comfort van de mensen in het gebouw, het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, de ligging van het gebouw enz. De toenemende belangstelling voor deze certificaten vormt een bewijs van het belang van duurzaamheid. Met innovatieve producten, voortdurend onderzoek en een focus op uitwisseling van kennis draagt Reynaers Aluminium echt bij aan deze manier van bouwen.

Onze focus blijft echter niet beperkt tot het groener maken van onze producten, maar ook om onszelf als onderneming zo duurzaam mogelijk te maken. De laatste 20 jaar zijn we altijd al een voorloper geweest met intiatieven als grootschalige toepassing van zonnepanelen op onze daken en een programma rond fietsen voor woonwerkverkeer, maar nu vonden we het tijd om nog een stap verder te gaan. Daarom hebben we in 2021 besloten om onze CO2-voetafdruk drastisch te verminderen tegen 2030. Het Science Based Target initiative helpt ons en andere bedrijven wereldwijd om op een wetenschappelijke manier hun emissies te halveren tegen 2030 om zo de effecten van klimaatverandering te verkleinen CO2 voetafdruk in een korte periode aanzienlijk te verkleinen.

Annex
Annex 58 59

Oude Liersebaan 266 B-2570 Duffel

T +32 (0)15 30 88 10 info@reynaers.be www.reynaers.be

06/2022
– 0H0.WICO.00 – Verantwoordelijk Uitgever:
Reynaers Aluminium, Oude Liersebaan 266, B-2570 Duffel

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.