Reader eindredactie 2

Page 1

ACADEMIE

www.pgosupport.nl

Eindredacteuren – De diamantslijpers onder de bladenmakers

support


2 Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers

Locatie: Vergader- en cursusruimte PGOsupport Daltonlaan 600 3584 BK Utrecht Organisatie: PGOsupport Daltonlaan 600 3584 BK Utrecht Tel. 030-2040700 academie@pgosupport.nl Uitvoering: Luuk Sengers, lsengers@me.com Evert de Vos, evertdev@xs4all.nl

www.pgosupport.nl


Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers 3

Inhoud

Progamma

5

1

6

Eindredacteur een verwarrende term

2

Oefening 1

8

De plank

10

Voorbeeld briefing

12

50 punten waarop je moet ingrijpen

14

22

3

4

5

Checklist eindredactie

Oefening 2

24

Oefening 3

26

6

Verder lezen....

support

28


4 Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers

www.pgosupport.nl


Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers 5

Programma Eindredacteuren – De diamantslijpers onder de bladenmakers 10.00 uur

Welkom en voorstellen

10.30 uur

Eindredactie – een verwarrende term Wat is een eindredacteur? Tekst 1

10.40 uur Taken van een eindredacteur Wat doet een eindredacteur? Wat is het verschil met een hoofdredacteur Oefening 1 11.00 uur

Het ‘uitzetten’ van een nieuw nummer, met ‘plank’: hoe maak je een nieuw nummer? De plank Voorbeeld briefing

11.20 uur

De grote en kleine eindredactie Tekst 2 50 punten waarop je moet ingrijpen Checklist eindredactie

Circa 12.30 – 13.00 uur

LUNCHPAUZE Heerlijke broodjes

Circa 13.00 uur

De randteksten Koppen, intro’s, bijschriften, streamers, et cetera Oefening 2

13.45 uur

Feedback op ingestuurde bladen

14.45 uur

KORTE THEEPAUZE (Koffie of water mag ook)

15.00 uur

Proef op de som Alle cursisten redigeren dezelfde tekst Oefening 3

Uiterlijk 15.40 uur

De geredigeerde teksten worden gezamenlijk besproken

Circa 16.30 uur

EINDE

support


1

6 Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers

Eindredacteur een verwarrende term

www.pgosupport.nl

www.pgosupport.nl


Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers 7

1

VAN DALE:

eindredacteur: ‘die belast is met de eindredactie’; eindredactie: ‘laatste redactie’. Een vage term dus.

2

Van veredelde corrector tot plaatsvervangend hoofdredacteur; bij de radio en tv is de eindredacteur de baas over een programma, bij een krant of tijdschrift zorgt hij/ zij dat artikelen zowel taalkundig als inhoudelijk foutloos en voorzien van randteksten naar de opmaak kunnen en begeleidt hij/zij het opmaakproces. Vaak is de eindredacteur ook verantwoordelijk voor de planning op de korte en middellange termijn, soms doet de hoofdredacteur dat. Onderlinge afstemming van taken is belangrijk.

3

Bladen van cliënten- en patiëntenverenigingen zitten meestal in de laatstgenoemde categorie: de eindredacteur als manusje-van-alles.

4 VOLGENS HET HANDBOEK TIJDSCHRIFT (PICTURES PUBLISHERS, 2011) ZIT HET ZO: ‘De hoofdredacteur vertegenwoordigt de redactie naar buiten, de adjuncthoofdredacteur heeft de dagelijkse leiding van de redactie. Soms ook vervult de adjunct dezelfde taak als een redactiecoördinator of redactiechef, ook wel chef-redacteur genoemd. Deze coördineert het productieproces en stuurt de redacteuren en freelancers aan. De eindredactie (soms tekstredactie genoemd) bewaakt de tekstuele kant van de bladformule, bewerkt alle teksten en maakt ze klaar voor publicatie. De eindredacteur overziet het blad en elk detail op elke pagina. Hij of zij maakt koppen en intro’s, bijschriften en coverteksten. Met de hoofdredacteur en artdirector is de eindredacteur verantwoordelijk voor de look and feel van het tijdschrift. Een eindredacteur let er vaak ook op dat de tekst foutloos in het blad verschijnt. Een aantal bladen heeft daarvoor een aparte redacteur in dienst, die corrector of ook wel technisch eindredacteur wordt genoemd. Meestal maakt hij of zij dan deel uit van een trio: de chef onderhoudt het contact met de journalisten die de kopij aanleveren, de eindredacteur bewerkt de kopij en zorgt voor de juiste tone of voice, en de corrector zorgt voor de juiste spelling.

support


8 Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers

Opdracht 1

Omschrijf in een paar zinnen de belangrijkste taken van een eindredacteur

www.pgosupport.nl

www.pgosupport.nl


Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers 9

support


2

10 Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers

De plank ADV.

01/COVER

X X

X X

X

X

02/COVER 03/COVER

X X

X X

08/3

09/3

10/3

11/3

X X

X X

X X

ADV.

16/2

17/2

www.pgosupport.nl

18/2

19/2


Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers 11

X X

X X

X X

X X

04/COVER

05/3

06/3

07/3

X X

X X

X X

X X

12/3

13/2

14/2

ADV. 20/2

support

15/2


3

12 Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers

Voorbeeld briefing (rubriek In de Wereld)

Stukken moeten origineel, interessant en uiteraard goed geschreven zijn. Daarbij is het erg belangrijk dat de lezer kan merken dat de auteur ter plaatse is. Dat kan een reportage-element betekenen of gesprekken met mensen aldaar. Ook kan het een observatie zijn van een onderwerp waar wij in Nederland niet van hadden kunnen weten.

CONCREET:

1

Max 400 woorden

2

Bevat dateline, kopsuggestie, auteursnaam (onder)

3

Suggesties tot vrijdagochtend, deadline maandag 12uur

4

Een IdW bi jdrage beschrijft de nd polsslag van het land aan de ha van klein en groot nieuws

5

Moet wel relevantie hebben; waarom zegt dit iets over het land; wat is zo opzienbarend www.pgosupport.nl


Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers 13

6

Geeft het gevoel ter plaatse te zijn; reportage elementen, citaten, observaties zijn goed, maken het levendiger

7

Is niet te ingewikkeld niet al te veel namen v , bevat onbekende politici en an allerlei onbekende par ti jen

8

Kan opinie bevatten maar een verbaasde, verwonderde toon werkt vaak beter

9

Moet scherp, kort en krachtig zijn. Een punt maken

10

Per land variĂŤren in on thematiek; denk na ov der werp / ver rassende onder wer er afwisseling, pen / plekken / mensen

11

Zoek onderwerpen die niet in de reguliere nieuwsstroom van de kranten worden meegenomen. Als het onderwerp de actualiteit betreft, kies een insteek die achtergrond biedt bij het nieuws. support


4

14 Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers

50 punten waarop je moet ingrijpen

www.pgosupport.nl


Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers 15

1

De kop is niet duidelijk

e kop is een samenvatting in enkele woorden van het belangrijkste nieuws in een verhaal D of van het opmerkelijkste feit. De kop moet recht in de roos zijn. Bedenk dat veel lezers éérst koppen scannen, voordat ze besluiten welk artikel ze gaan lezen. Op internet en in RSS-readers is de concurrentie nóg moordender, omdat daar meestal in eerste instantie alleen de koppen worden weergegeven. Pas als de bezoeker op een titel klikt, krijgt hij een indruk van het héle verhaal. Zorg dus dat je kop er uitspringt in de lijst! Je kunt ook een kop maken van het prikkelendste citaat. Dit gebeurt vaak bij interviews. Zet de kop dan wel tussen aanhalingstekens.

2

De kop prikkelt niet

De kop moet uitnodigen of, liever nog: uitdágen om verder te lezen. Laat iemand iets opmerkelijks doen of zeggen (onderwerp + werkwoord). Of maak het thema interessant, bijvoorbeeld als bovenkop: ‘Binnen in…’ ‘De geschiedenis van…’ ‘De erfenis van…’ ‘Het onbekende verhaal van…’ ‘De strijd om…’ ‘De waarheid over…’ ‘De man die…’ ‘De koning van…’ ‘Een reis door…’ ‘Hoe…’ ‘Het gevecht om…’ ‘Van… tot…’ ‘Het drama van…’ ‘De wording van…’ ‘Het verraad van…’ ‘De toekomst van…’ ‘De opkomst van…’ ‘Het vergeten verhaal van…’

3

De kop is (te) passief en/of abstract

De hoofdkop is liefst actief, in de onvoltooid tegenwoordige tijd. Laat iemand iets doen (onderwerp + werkwoord)! Zet ook liever mensen dan objecten of abstracte begrippen centraal.

4

De vlag dekt de lading niet

Zorg dat (het citaat in) de kop inhoudelijk correct is! En ook een correcte weergave is van de inhoud van je verhaal.

5

De intro (lead) is niet duidelijk

De lead van een verhaal is een beknopte samenvatting van het artikel. Ze bevat in elk geval: 1) de belangrijkste vraag (of het antwoord daarop) en 2) de aanleiding voor het artikel. Ad 1) W at is het belangrijkste dat aan bod komt in het interview (de hoofdvraag)? Je kunt het thema als een vraag in de intro zetten, of als een antwoord op die vraag, in de vorm van een citaat. Als het interview nieuws heeft opgeleverd, is dat natuurlijk het thema! Ad 2) Welke aanleiding is er in de actualiteit voor dit interview? Als er geen directe nieuwsaanleiding is, zoek dan aansluiting bij een ontwikkeling die aan de gang is. Als dat ook niet lukt, vertel dan hoe jij persoonlijk met het onderwerp in aanraking bent gekomen.

6 De intro (lead) is te lang Een lead moet niet langer zijn dan enkele regels (2 of 3 zinnen). 7

De intro (lead) is niet spannend

De lead is niet de plaats om feiten te onderbouwen of uit te leggen. Dat doe je best in het verhaal zelf. De lead mag best een beetje kort door de bocht zijn: de nuances leg je maar uit in het verhaal zelf.

support


16 Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers

8

Het begin van het verhaal is niet aantrekkelijk (genoeg)

De eerste zinnen of alinea’s van het verhaal hebben maar één doel: de lezer bij zijn vestje grijpen! De inhoud is hier ondergeschikt aan het effect. Het is niet erg dat de lezer denkt: waar gaat dit in hemelsnaam over?! Tegen de tijd dat hij zich die vraag stelt, is hij al verkocht. Bovendien: direct na de opening krijgt hij antwoord op die vraag (in de kernalinea met het nieuws/conflict), dus het is niet erg om hem eerst even in spanning te houden.

9 De kernalinea ('topische' alinea) ontbreekt Na enkele alinea’s in het verhaal wil de lezer weten: “Oké, waar gáát dit over?” Vat in één kernalinea samen waar het verhaal om draait: Wat is het belangrijkste nieuws? Wat heeft de auteur ontdekt? 10 De auteur weet zelf niet goed waarover hij wil schrijven Een journalistiek achtergrondverhaal stelt een ‘probleem’ aan de orde. Een probleem is een situatie die om opheldering of verbetering vraagt: ‘Hoe zit dat?’ ‘Hoe kan dat?’ ‘Hoe kan het beter?’ Een probleem kan ook positief zijn. Als iemand iets opvallend goed doet – veel beter dan anderen – worden we óók nieuwsgierig: “Hoe doet-ie dat?” “Wat kunnen we van hem leren?”

11 Het verhaal hinkt op meerdere gedachten Misschien is de auteur bang om zich uit te spreken. Hij/zij moet toch écht een keuze maken: Wat is er met grote zekerheid aan de hand? Welk van de gebeurtenissen of problemen vindt hij/zij het belangrijkste (voor je doelgroep)?

12 Het is niet duidelijk wat de aanleiding is voor het verhaal Haak het verhaal aan bij iets wat de lezer al weet, uit eigen ervaring of omdat het in het nieuws is (actualiteit). Noem de context waarin het verhaal is gemaakt. Dat maakt het ‘instappen’ voor de lezer gemakkelijker.

13 De auteur maakt niet duidelijk wat het belang is voor de lezer Een probleem is in elk geval relevant als het: directe invloed heeft op de welvaart of het welzijn van je lezers; of aansluit bij een aantoonbare belangstelling van je lezers; en bovendien oplosbaar is

14 De structuur is rommelig I n de meeste journalistieke verhalen schuilt een chronologie. Heb je behalve aan het probleem ook voldoende aandacht geschonken aan de oorzaken en de gevolgen? Bijvoorbeeld: 1. Hoe kwam de hoofdpersoon op het idee? (Wat is zijn/haar motief?) 2. Hoe kwam de hoofdpersoon aan de middelen? 3. Hoe kreeg de hoofdpersoon de kans? 4. Hoe reageert de hoofdpersoon op het probleem? 5. Hoe reageren de getroffenen op het probleem? 6. Hoe reageren getuigen op het probleem?

15 De oorzaken van het nieuws komen niet of onvoldoende aan bod Er is iets aan de hand, schrijft de auteur. Maar hoe heeft het zover kunnen komen? Wat is de aanleiding? Hoe komen de hoofdrolspelers aan de noodzakelijke middelen? Wie biedt hen de kans?

www.pgosupport.nl


Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers 17

16 De gevolgen van het nieuws komen niet of onvoldoende aan bod Wat zijn de gevolgen van het probleem dat wordt aangesneden Wie profiteren er van? Wie ondervinden nadeel?

17 Sommige alinea’s bevatten géén kernzin (‘topische zin’) Elke alinea moet een kernzin bevatten, waarin het hoofdonderwerp van die alinea wordt duidelijk gemaakt. Het gemakkelijkste is de alinea met een kernzin te beginnen. Maar je kunt een alinea ook naar de kernzin toe schrijven; dan staat hij aan het eind. Zelfs een kernzin in het midden van een alinea is mogelijk, maar dat vergt hogere schrijfkunst.

18 Sommige alinea’s bevatten méér dan één onderwerp Elke alinea hoort maar één hoofdonderwerp te bevatten. Voor een nieuw onderwerp kun je best een nieuwe alinea aansnijden. Anders worden de alinea’s te lang en te verwarrend.

19 Er ontbreekt soms een duidelijke samenhang tussen de zinnen (binnen een alinea) Alle zinnen in een alinea moeten duidelijk met elkaar en met de kernzin zijn verbonden door verbindingswoorden (‘ook’, ‘bovendien’, ‘maar’, ‘niettemin’, ‘daarvoor’, ‘daarna’, ‘elders’, etc.) en verwijswoorden (‘die’, ‘dat’, ‘hij’, ‘zij’, ‘hem’, ‘haar’, ‘het’, ‘deze’, ‘die’, ‘dat’, ‘hier’, ‘daar’).

20 Je benut de potentie van tussenkoppen niet of onvoldoende Maak om de drie of vier alinea’s een tussenkop. Tenzij de tekst op deze plekken al wordt onderbroken door een illustratie of een streamer. Tussenkoppen moeten duidelijke informatie geven. De lezer die (aanvankelijk) alleen de tussenkoppen scant, moet een goede indruk kunnen krijgen van de inhoud van je verhaal. Een citaat als tussenkop kan óók, als de uitspraak maar een goede indruk geeft van de informatie die gaat volgen. Maak de tussenkoppen actief. Een actieve tussenkop bevat een onderwerp en een werkwoord.

21 Er zijn geen witregels tussen de alinea's Op internet is het gebruik om tussen de alinea’s een witregel te laten

22 Sommige zinnen zijn te lang Gemiddeld 15 woorden per zin. Formuleer één gedachte per zin. Maak van bijzinnen aparte zinnen. Trek tangconstructies uit elkaar. Wissel korte en lange zinnen af.

23 Sommige zinnen zijn passief door de lijdende vorm Stel de handelende persoon voorop in de zinnen en niet degene die de handeling ondergaat. Schrijf niet: ‘De trein wordt stilgezet door de machinist’, maar: ‘De machinist zet de trein stil.’ De machinist is de handelende persoon. Wees alert op ‘wordt’ en ‘worden’: waar deze opduiken, is vaak sprake van een passieve zin.

24 Sommige zinnen zijn passief door de ‘naamwoordstijl’ In de zin ‘Het stilzetten van de trein kost veel moeite’ wordt het werkwoord ‘stilzetten’ gebruikt als zelfstandig naamwoord: ‘het stilzetten’. Onbewust doen we dat vaak: van werkwoorden zelfstandige naamwoorden maken. Verander de ‘naamwoordstijl’ terug in de ‘werkwoordstijl’: ‘De machinist zet de trein met moeite stil.’ Vervang zelfstandige naamwoorden door werkwoorden. Vervang ‘De stijging van de waterspiegel houdt verband met het smelten van het poolijs’ door ‘De waterspiegel stijgt doordat het poolijs smelt.’

support


18 Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers

25 Sommige zinnen zijn passief door het onderwerp ‘het’ Elimineer het onpersoonlijke onderwerp ‘het’ Schrijf niet: ‘Het regent’, maar ‘De regen valt met bakken uit de hemel’.

26 De auteur gebruikt soms onnodig moeilijke woorden (bv jargon) Vervang vaktermen (jargon) door omschrijving, voorbeeld of synoniem (Bv. ‘Lange zinnen kunnen gemakkelijk ontsporen. Zo’n ontspoorde zin noemen taalkundigen een anakoloet.’) Vervang dure woorden door alledaagse synoniemen (spreektaal) (Bv. ‘Exceptioneel = uitzonderlijk, opportuun = van belang) Vermijd afkortingen.

27 De auteur gebruikt soms onnodig lange woorden Gemiddeld 2 lettergrepen per woord Samengestelde woorden uit elkaar trekken (waterkwaliteitsbeoordelingsmethode = methode om de kwaliteit van water te beoordelen)

28 De auteur gebruikt soms teveel woorden Vermijd: Opeenstapeling van voorzetsels Dubbele ontkenningen (‘Ik ben het niet oneens…’) Nietszeggende (lege) woorden (‘De geïntegreerde ontwikkeling van managementtechnieken’) Slagen om de arm (‘tot op zekere hoogte’, ‘in zijn algemeenheid’, ‘in belangrijke mate’, ‘in veel gevallen’, ‘onder andere’, ‘soms’, ‘voorzover ik weet’, ‘vrij veel’, ‘misschien’, ‘mogelijk’, ‘min of meer’, ‘in principe’, ‘steeds meer’, ‘vooralsnog’…) 29 Er staan te veel cijfers en getallen in de tekst Wees heel spaarzaam met het vermelden van cijfers en getallen. Vergelijk afmetingen en hoeveelheden met iets alledaags; vervang het abstracte door het concrete: Niet: ‘Een woontoren van 100 meter’ Maar: ‘Een woontoren zo hoog als de Euromast’ Niet: ‘De inhoud van een tankwagen is twintigduizend liter.’ Maar: ‘Een tankwagen bevat de inhoud van een wedstrijdbad’

30 De auteur maakt spelfouten! Onderstreep alle woorden waarvan je twijfelt of ze goed gespeld zijn en zoek ze op in het Groene Boekje of op http://woordenlijst.org

31 De auteur is in het verhaal teveel aan het vertellen. Je laat te weinig zien Probeer zoveel mogelijk gebeurtenissen die bewijs leveren voor nieuws (onthulling) te laten zien, in plaats van ze samen te vatten. Vraag de auteur om scènes te schrijven: neem een hoofdpersoon als voorbeeld en beschrijf wat hij doet, ziet, hoort, voelt etc. En beschrijf ook de omgeving waarin dit gebeurt (locatie) en de voorwerpen die hij gebruikt.

www.pgosupport.nl


Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers 19

32 De scènes zijn onvoldoende uitgewerkt Een scène bestaat idealiter uit de volgende stappen: 1. Hoofdpersoon (HP) bereidt zich voor om iets te gaan doen (doel). 2. HP onderneemt stappen om zijn doel te bereiken (actie). 3. HP stuit op weerstand (conflict). 4. HP moet een keuze maken (keuze). 5. HP worstelt om zijn doel tóch te bereiken (worsteling). 6. HP komt dichter bij zijn doel – of niet (climax).

33 De beschrijvingen zijn niet treffend genoeg Gebruik het ene juiste woord (Bv. gaat het om een ‘woning’? ‘Penthouse’? ‘Krot’? ‘Villa’?) Geef details (Bv. ‘Een lege villa, met gaten in het dak, afgebladderde raamkozijnen en onkruid tussen de treden naar de ingetrapte deur.’) Geef voorbeelden (Bv. ‘Zoals de villa van Pipi Langkous, lang nadat de oorspronkelijke bewoonster in het bejaardenhuis is getrokken’) Gebruik beeldspraak (bv. ‘De villa ligt een stukje van de straat als een stuk speelgoed dat aan de kant is gegooid en daarna prompt vergeten.’)

34 Het verhaal is niet spannend genoeg Spanning is: onzekerheid. Zorg dat er voor de lezer af en toe iets te raden valt: Geef aan het begin van het artikel niet alles prijs, maar schep verwachting. Creëer een mysterie door iets een poosje weg te laten, bv. de identiteit van de dader. Zoom in of uit (ga van algemeen naar bijzonder of andersom) Creëer contrasten, tegenstellingen. Vertel chronologisch of juist niet. Blik op enkele plaatsen in de tekst vooruit. Licht een tipje van de sluier op over het verdere verloop van het verhaal.

35 Er zit te weinig actie in het verhaal (er gebeurt te weinig) Actie is spanning. Beschrijf alle belangrijke handelingen.

36 Sommige scènes bevatten geen climax Elke scène eindigt in een climax: een strijd om een probleem te overwinnen (zie hiervoor over scènes)

37 Het verhaal bevat geen climax Een verhaal dat is opgebouwd uit scènes, werkt naar een uiteindelijke grote climax toe, waarin de hoofdpersoon zijn laatste grote krachtsinspanning moet doen.

38 Het slot is niet indrukwekkend (genoeg) Het doel van het slot is de lezer nog één keer door elkaar te schudden. Dit is de laatste kans om het artikel bij de lezer in het geheugen te branden. Het slot moet onvergetelijk zijn. Je hoeft in het slot géén conclusie te trekken! De conclusie van het verhaal is eerder al vermeld, namelijk aan het begin van het artikel, in de (kern-)alinea met het nieuws. Je hebt dus de handen vrij om iets moois te doen met de laatste regels. Bv: Grijp terug op het begin van het artikel (cirkel rond maken), blik vooruit naar wat er nu gaat/moet gebeuren, besluit met een citaat of eigen conclusie die het hele artikel mooi samenvat.

support


20 Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers

39 Het is onduidelijk welke bronnen er zijn gebruikt Een journalist moet open en eerlijk zijn tegenover zijn lezers over de bronnen die hij gebruikt. Als hij een bron niet met naam kan noemen (om bronbescherming) of wanneer hij met zóveel bronnen hebt gesproken dat je ze onmogelijk allemaal kan introduceren in het verhaal, maak dan in elk geval duidelijk uit welke hoek de informatie komt en waarom de lezer deze bronnen serieus zou moeten nemen.

40 De bronnen zijn niet overtuigend De kunst is precies díe bronnen te vinden die de gebeurtenissen zelf hebben meegemaakt of er heel dicht bovenop zaten (=primaire bronnen). Deze bronnen zijn doorgaans betrouwbaarder en minder vaak in het nieuws geweest (origineler). 41 Er worden (bijna) uitsluitend secundaire bronnen Secundaire bronnen (zoals krantenartikelen, nieuws van websites en persberichten) zijn vaak al uitgekauwd. Bovendien zijn ze meestal geschreven door mensen die de gebeurtenissen niet zélf hebben meegemaakt.

42 De mensen die worden opgevoerd komen niet tot leven Iemand die in het verhaal wordt opgevoerd, moet een introductie krijgen die beklijft: niet alleen zijn naam en functie, maar ook hoe hij er uit ziet en hoe hij praat (in welke stemming is hij?) Door die toevoegingen krijgt de lezer een beeld op zijn netvlies en dat beeld blijft beter hangen dan abstracte woorden. 43 De mensen in het verhaal zijn slecht geïnterviewd De auteur moet niet bang zijn om door te vragen in een interview, bijvoorbeeld als hij iets niet begrijpt, of niet vóór zich ziet. En soms moet hij ook de confrontatie aangaan en mensen het vuur aan de schenen. Heeft hij dat niet gedaan? Vraag of hij met aanvullende vragen kan bellen.

44 Er is geen hoor en wederhoor toegepast Geef mensen die ergens van beschuldigd worden, de kans om te reageren. Door de ‘daders’ om een reactie te vragen, krijgt je verhaal meer diepte: waarom hebben de daders het gedaan? Wat was hun motief? 45 Het verhaal was overtuigender geweest als er ook documenten en/ of data waren gebruikt Wat geschreven staat, of audiovisueel is vastgelegd, is gemakkelijker te controleren op betrouwbaarheid. En kan moeilijker worden ontkend. Vooral bij de overheid liggen veel bruikbare documenten die (uitzonderingen daargelaten) openbaar zijn. Ook bezitten de overheid, kennisinstituten en NGO’s veel bruikbare data.

46 Er is geen aandacht besteed aan de oplossingen Confronteer de lezer niet alleen met problemen, maar wijs ook in de riching van mogelijke oplossingen. Wie werken er aan een oplossing? Welke oplossingen zijn er elders toegepast? Be part of the solution, not the problem!

www.pgosupport.nl


Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers 21

47 Sommige elementen in het verhaal hadden eruit gelicht en verder uitgewerkt kunnen worden Maak korte teksten bij het verhaal (bijvoorbeeld in kaders) met: een interview, een reportage, een vergelijking, cijfers, uitleg van de techniek, de geldstromen, portretjes (wie-is-wie), statistiek (in een infographic), verlag van een persoonlijke ervaring e.d.

48 Het verhaal past niet goed bij je doelgroep Voor wie schrijft de auteur dit? Wat hoopt hij dat ze er mee doen? Waar kunnen ze de informatie voor gebruiken? Wat vragen zij zich af?

49 Je kiest het verkeerde medium voor de doelgroep Welke media gebruiken de leden van je doelgroep? Welke kranten, tijdschriften, vakbladen, websites, nieuwsbrieven?

50 Je kan mĂŠĂŠr doen met het materiaal Is er nog materiaal over? Kun je daar nog andere verhalen van maken?

support


5

22 Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers

Checklist Eindredactie

www.pgosupport.nl


Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers 23

2

Kleine eindredactie

1

Spelfouten

Fouten in grammatica

Grote eindredactie

actief/passief

klopt het nieuws?

tegenwoordige en verleden tijd

de juiste centrale vraag?

lange/korte zinnen

topische zinnen

is de bewijsvoering coherent?

jargon./moeilijke worden

De juiste bronnen?

foute namen, data, afkortingen

De juiste structuur?

uniformiteit in buitenlandse namen, steden, afkortingen etc

Show don’t tell Spanningsboog

juiste omstandigheden (bv weer)

Interessant/spannend genoeg?

onnodige woorden, stopwoorden

het juiste genre?

vaak dezelfde woorden

sluit het aan bij de doelgroep?

voortdurend dezelfde zinsbouw

Is alles duidelijk?

hun/hen

Hoor en wederhoor

verwijzingen meervoud/enkelvoud, manlijk/vrouwelijk

Juiste lengte

Aansluiting actualiteit

gebruik Engels

Klopt met briefing?

wijze van citeren

3

En dan ook nog‌ Bovenkop en kop Intro

Streamers Naschrift Kader

Tussenkoppen Fotobijschrift Credits

support


24 Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers

Opdracht 2

Schrijf zo uitputtend mogelijk op welke ‘randteksten’ je kent.

www.pgosupport.nl

www.pgosupport.nl


Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers 25

support


26 Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers

Opdracht 3

Redigeer het bericht inhoudelijk, taalkundig en stilistisch en voorzie het van een kop. (Uit: Binnenlands Bestuur, 2 maart 2012) In het Friese dorp Woltersum moest in januari een dijk verzwaart worden. Alle hulptroepen werd opgetrommeld, zowel de brandweer en de politie. In het hol van de nacht sjauwden ze met zandzakken. Terwijl de politiemannen stonden te smikelen van in der haast aangerukt eten en drinken werkte de spuitgasten op een lege maag door. Komt het op het verzorgen van de innerlijke mens aan? – dan kun je in Groningen beter bij de politie zitten dan bij de spuitgasten. Sommige vreesden om te vallen van de honger. ‘Maar d’r zijn geen spuitgasten flauwgevallen’, zegt officier van Dienst Sietsche Smith in Brand en Brandweer. Na vier uur bufelen kregen ook zij broodjes en koffie. Dat moet de volgende keer beter geregeld zijn! Of had de politie hun portie moeten delen met de spuitgasten?

www.pgosupport.nl

www.pgosupport.nl


Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers 27

support


6

28 Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers

Verder lezen...

www.pgosupport.nl


Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers 29

Bruikbare titels en websites voor eindredacteuren. Zoek op internet even op de hieronder genoemde auteursnamen of organisaties en je vindt de relevante boektitels en/of websites vanzelf. ■

Jan Renkema, hoogleraar Tekstkwaliteit Universiteit van Tilburg, is een autoriteit als het gaat over ‘hoe het moet’. Vooral zijn Schrijfwijzer is een klassieker (uitgegeven bij Sdu, er zijn al talloos veel drukken van verschenen) . Sommige boekjes van hem zijn gratis te downloaden via zijn website: www.janrenkema.nl, doorklikken naar boeken.

De boeken van Ewoud Sanders, taalhistoricus en columnist van NRC Handelsblad.

De boeken van Paulien Cornelisse (vooral erg grappig, maken ook taalbewust).

De boeken van Wim Daniëls, Neerlandicus en schrijver (onder andere een heel gedetailleerd werkje over de komma en het handzame Teksten redigeren, uitgegeven bij Het Spectrum, € 17,99). Friederike de Raat, Hoe bereidt je een paard? & andere onuitroeibare taalfouten (Nieuw Amsterdam, 2012, € 10,-) is grappig en bevat alle veel voorkomende taalknollen die eindredacteuren moeten kennen. Heel inspirerend en bruisend zijn de boeken van bladendokter Rob van Vuure (ook columnist van de Volkskrant). Levert je tal van creatieve invallen op. Onder andere Pas op, u wordt verleid! en Het lingeriedenken. Creatief bladenmaken, succesvol communiceren. Het ‘groene’ en het ‘witte’ boekje. Het ‘groene’ (officieel: Woordenlijst Nederlandse Taal) is de officiële inventarisatie van schrijfwijzen volgens de laatste spelling, 2005. Met die spellingsregels, die worden uitgevaardigd door de Taalunie, waren lang niet alle kranten en uitgevers het eens. In samenwerking met het Genootschap Onze Taal en Wim Daniëls hebben als alternatief het ‘witte’ boekje (Spellingwijzer Onze Taal) uitgegeven, waarin enkele spellingsvernieuwingen zijn doorgevoerd, andere schrijfwijzen van vóór 2005 zijn gehandhaafd. In 2012 is een geactualiseerde versie verschijnen. In zowel het groene als het witte boekje is voorin een hoofdstuk te vinden over de spellingsregels. Lees dat hoofdstukje geconcentreerd door. Niet omdat je al die regels uit je hoofd moet knallen, maar omdat je de kraaienpoten op de weg moet herkennen, zodat je weet wanneer je iets ter controle moet opzoeken. Als je twijfelt over pakweg paardenbloem of paardebloem, tik je bij Google of een andere zoekmachine eenvoudig in ‘Paardenbloem of paardebloem?’. In de meeste gevallen kom je dan op de website van Onze Taal (www.onzetaal.nl/taaladvies), een toegankelijke, perfect geïnformeerde en goed georganiseerde digitale adviseur voor spellingkwesties. Hetzelfde geldt voor uitdrukkingen en zegswijzen. Als je ‘van de wal in het schip’ leest, of ‘van de regen in de sloot’ of ‘tussen wal en sloot’, kun je die uitdrukking even bij Google intikken en je ziet in een oogopslag of je goed zit. Je kunt ook zoeken in nl.wikipedia.org of in een etymologisch woordenboek (bijvoorbeeld van Van Dale). Bij twijfel is De Dikke Van Dale (Groot Woordenboek der Nederlandse Taal) scheidsrechter. Ook daarin vind je voorin het eerste deel de beginselen van de Nederlandse spelling.

support


www.pgosupport.nl

Opdracht 2

www.pgosupport.nl

Woltersum Brandweer heeft honger Als het op het verzorgen van de innerlijke (correctie: inwendige) mens aankomt, kun je in Woltersum beter bij de politie gaan dan bij de brandweer. Toen de dijk bij het Groningse (niet Fries!) dorp in januari moest worden verzwaard, werden brandweerlieden en de politieagenten in het holst van de nacht uit hun bed getrommeld om met zandzakken te gaan sjouwen. En terwijl de politieagenten stonden te smikkelen van in de haast (moet zijn: inderhaast óf in haast) aangerukt eten en drinken (correctie: van drinken smikkel je niet), werkten de leden van de brandweer met een lege maag verder. Sommige spuitgasten vreesden om te vallen van de honger. ‘Maar er zijn geen mensen flauwgevallen’, zegt officier van dienst Sietse Smit in Brand en Brandweer. Pas na vier uur buffelen, kregen ook de brandweerlieden broodjes en koffie. Smit vindt dat voedsel een volgende keer beter geregeld moet zijn. En anders kan de politie misschien haar portie delen.

30 Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers


Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers 31

de Uitkomst support


32 Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers

www.pgosupport.nl


Eindredacteuren: De diamantslijpers onder de bladenmakers 33

Meer informatie:

www.storybasedinquiry.com

support


www.pgosupport.nl

ACADEMIE

Vragen Voor vragen over procedure, inhoud en alle overige zaken rond de opleidingen kunt u contact opnemen met het secretariaat academie@pgosupport.nl of telefonisch 030-2040700 PGOsupport is de spin in het web die ondersteunt, versterkt en verbindt.

ACADEMIE

SUPPORT


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.