2 minute read

Vroege vogels, die boerkozen

Vroege vogels, die boerkozenop stap met …

Voor wie ‘s ochtends vroeg de baan op moet naar Brussel, komt de autorit vaak neer op langzaam schuifelen in plaats van rijden. Op de invalswegen naar de stad, de ring en de snelwegen is het wachten om de stad binnen te rijden. Elk jaar worden de files langer en ze beginnen alsmaar vroeger. Om zes uur ‘s ochtends is het intussen behoorlijk druk op de weg.

Advertisement

De vroegmarkt in Brussel

Ooit was het rustiger rijden naar Brussel, toch? Jef Neufkens, boerkoos uit Dilbeek die vorig jaar overleed, zag het anders: “Wij hadden nooit gedaan, wij stonden op het veld tot ’s avonds laat om onze groenten te kweken, sliepen enkele uren, en moesten dan vroeg uit de veren om naar de vroegmarkt in Brussel te gaan. Alles wat gekweekt werd in de rand van Brussel door de boerkozen – en dat waren er toen veel – was voor de winkeliers. Elke winkelier kwam op de vroegmarkt zijn gerief kopen.” Zo verging het boerkozen uit de rand rond Brussel. In Dilbeek, Vlezenbeek of Drogenbos teelden ze hun fijne groenten als spinazie, pijpajuintjes of radijzen, die ze in Brussel aan de man brachten. Ze leefden van de stad en daarom moesten ze vroeg uit de veren. Maar ze waren niet alleen. Ook heel wat andere handelaars trokken naar de markten. Denk maar aan de kaasboeren en brood- en taartenbakkers tijdens de vorige eeuw.

Voor vroege vogels

Voor boeren die in Gooik op de kar stapten, begon de dag al om twee uur ‘s nachts … hoewel. Meerijders op de kar konden een dutje doen. De dag zou nog lang worden en het paard kende de weg. Meerijden was ook letterlijk te nemen. De voerman, die soms zelf boer was, nam verschillende boeren mee die hem betaalden om hen, samen met hun producten, mee te nemen. De voerman hielp hen ook bij de verkoop in Brussel. In de jaren ‘60 veranderde de situatie grondig. In Europa ontstond de eenheidsmarkt en goedkope producten vanuit het hele continent vonden steeds meer hun weg naar de nieuwe supermarkten in en buiten de stad. De boeren uit de streek werden steeds minder belangrijk om Brussel te voeden, hun nachtelijke tochten naar de vroegmarkt brachten steeds minder op. In 1973 verhuisde de vroegmarkt uit het centrum van de stad Brussel naar de kanaalbuurt in Schaarbeek en daar is ze nog steeds gevestigd. Wie groenten of fruit nodig heeft, kan er ook vandaag nog ‘s nachts terecht. Handel in voedsel is nog altijd iets voor de vroege vogels.

“Wij hadden nooit gedaan, wij stonden op het veld tot ’s avonds laat om onze groenten te kweken, sliepen enkele uren, en moesten dan vroeg uit de veren om naar de vroegmarkt in Brussel te gaan.”

Boerkoos?

Boerkozen of 'perkuzen' zijn landbouwers die aan kleinschalige gemengde tuinbouw doen. De traditie van het 'boerkozen' is typisch voor het Pajottenland en de Zennevallei en behoort tot het immaterieel erfgoed van de streek. Boerkoos is afgeleid van het Middelnederlandse woord broeckoys en is samengesteld uit het woord broeck (moeras) en de Middelfranse uitgang -oys (bewoner van, man van). Perkkoos of boerkoos refereert ook naar de kleine percelen (of perken) die gebruikt werden voor de teelt.

This article is from: