Met een diepe zucht nam Céline haar koffer van de taxichauffeur aan. In haar valies zaten maar een paar enkele kledingstukken, ze was niet van plan om lang te blijven. Ze kauwde op haar kauwgom en keek naar de houten huizen en lege straten. Haar nieuwe huis zou zich in het centrum bevinden, maar waar zij stond leek het helemaal niet op een dorpskern. Ze richtte zich tot de chauffeur. ‘Volgens zijn we aan het verkeerde adres, op dit blad staat dat ik in de dorpskern moet zijn.’ Hij trok één wenkbrauw op. ‘Dit ís de dorpskern, jongedame.’ Céline slikte bijna haar kauwgom in. Moest dit vervallen boerengat de dorpskern voorstellen? Waar waren de kledingwinkels? Waar was de Starbucks? Ze haalde een briefje van vijftig uit de zak van haar lederen jack en stak het de man toe. Zuchtend draaide ze zich om naar het huis waar ze voor stond. Dit moest het maar zijn. Aarzelend hief ze haar hand op om op de deur te kloppen, een bel leek te ontbreken. Voor ze ook maar iets kon doen vloog de deur open. Een klein meisje huppelde naar buiten. ‘Ooh! Jij moet Céline zijn. Ik ben zo blij dat ik eindelijk een grote zus heb. Een vrouwenstem kwam van binnen. ‘Lizzy, misschien moet je Céline eerst even tot rust laten komen. Ze is hier nog maar net. Een vrouw van middelbare leeftijd kwam naar buiten en stak haar hand naar me uit. ‘Hallo, ik ben Babs, je nieuwe pleegmoeder.’ Aarzelend nam Céline de hand aan. Ze besloot dat ze toch maar zo vriendelijk mogelijk zou zijn. Ze zou het meeste vrijheid krijgen als ze zich goed gedroeg. En meer vrijheid betekende meer kansen om terug te keren naar de beschaafde wereld. Babs spreidde uitnodigend haar armen. ‘Zo, zullen we dan maar eens je kamer bekijken?’ Céline knikte en volgde haar nieuwe pleegmoeder naar het tweede verdiep, of beter gezegd, de kleine zolder. Stiekem hoopte ze dat haar kamer zou lijken op haar ruime slaapkamer in Parijs, die vol met dure spulletjes had gestaan. Haar zolderkamer was simpel; een eenpersoonsbed stond tegen de linkerwand en een grote kast nam het grootste deel van de muur tegenover het raam in. Naast het raam stond een bureau. Babs wreef in haar handen. ‘Ik heb de kamer simpel gelaten, dan kun je hem helemaal zelf aankleden. Ik weet dat je leven in Parijs luxueus was maar Frank en ik hebben maar een normaal loon. Je zult het dus met een budget moeten doen. Je kunt altijd een job zoeken. Ik denk dat ze nog iemand zoeken om te werken in de muziekwinkel.’
Dat stond haar wel aan. Als ze dan echt een baantje moest zoeken was werken in een muziekwinkel wel leuk.