Programmagids 11-12

Page 1

Rotterdamse Jaarprogramma Het 2011/2012 Academie ontwerp van centraal Bouwkunst Ateliers

P/05

Colleges

P/11

Laboratoria

P/17


02

Rotterdamse Academie van Bouwkunst

Het ontwerp centraal De economische crisis is nog niet voorbij. Architecten en stedenbouwkundigen, studenten en docenten, iedereen voelt de gevolgen. Ook de Academie moet de broekriem aanhalen. De crisis biedt echter ook de ruimte om na te denken over de toekomst van de architectuur en stedenbouw. En, in het verlengde daarvan, over de inrichting van de masteropleidingen aan de Academie. Onze conclusie is dat het ontwerp dĂŠ basis is en blijft om de veranderende werkelijkheid tegemoet te treden. In het nieuwe onderwijsprogramma staan daarom de ontwikkeling en inbedding van het ontwerpvakmanschap nog meer dan voorheen centraal.


Jaarprogramma 2011/2012

Veranderingen en constanten Het nieuwe onderwijsprogramma verhoudt zich kritisch tot de hijgerigheid van het debat over de gevolgen van de crisis. De turbulenties die zich op het werkveld van architecten en stedenbouwkundigen aftekenen, zijn hevig. Als het stof optrekt, zal er veel veranderd zijn. Maar tegelijkertijd zal ook veel herinneren aan Nietzsche’s “ Wiederkehr des ewig Gleichen”. Desondanks zal de vakgemeenschap zich natuurlijk moeten aanpassen aan de veranderende werkelijkheid. Ontwerpvakmanschap Architecten en stedenbouwkundigen dienen de actuele, uiterst dynamische werkelijkheid tegemoet te treden vanuit hun ontwerpend vermogen. De fuzzy logic van het ontwerp biedt bij uitstek de kans om de ruimtelijke en programmatische implicaties ervan in al haar nuances te verkennen, inzichtelijk te maken en te vertalen in mogelijkheden. Hiervoor is echter wel een geactualiseerd ontwerpvakmanschap nodig. Een vakbekwaam handelen dat actuele vraagstukken in een multidisciplinaire context tegemoet treedt. Maar bovenal een vakmanschap dat het ontwerp breder in kan zetten dan alleen als mogelijk eindproduct. Het ontwerp is tevens, meer dan ooit, een middel om kritisch en onderzoekend na te denken over en te handelen in de maatschappelijke werkelijkheid. Fundament De kennis en beheersing van de instrumenten, methoden en technieken van de architectuur en stedenbouw vormen het kloppend hart van dit ontwerpvakmanschap. En dus ook van het curriculum. Zonder de beheersing van een vak kan er geen vakmanschap bestaan. Zonder verankering in een discipline is multidisciplinaire samenwerking een wassen neus. Daarom introduceren we dit jaar een verplicht programma voor alle eerstejaars. Het zet de toon voor het architectonische en stedenbouwkundige ontwerpvakmanschap en het daarvoor benodigde referentiekader. In het tweede en derde jaar staan vervolgens de doorontwikkeling en verdieping van de ontwerpexpertise op de agenda. Bouwwerk Deze expertise vormt het fundament onder de voor architecten en stedenbouwkundigen zo noodzakelijke kritische en onderzoekende houding. We stimuleren de studenten bewust tot het aannemen van een dergelijke houding. Een houding die het mogelijk maakt het ontwerpend vermogen door te ontwikkelen vanuit de eigen, vakmatige ambitie. Maar ook om het continu te actualiseren in het licht van veranderingen in

03

de samenleving. En zodoende het ontwerpend handelen doelbewust maatschappelijk in te kunnen bedden. De horizontale opzet van het tweede en derde jaar creëert de ultieme conditie om dit te bereiken. In die fase staat een veelheid aan actuele opgaven op het programma. Docenten die een breed palet aan ontwerpopvattingen vertegenwoordigen, dwingen de student stelling te nemen. Deze focus komt tot uiting in alle programmaonderdelen. Ze agendeert nadrukkelijk de positionering van het ontwerpvakmanschap in theoretische én praktische zin. Vervolg Vanuit dit perspectief presenteren we in deze programmagids met trots een curriculum dat opgebouwd is rond twee thema’s: kunde en houding. Tegelijkertijd beseffen we dat masteropleidingen tot architect en stedenbouwkundige continu onderhoud vereisen, zeker in deze woelige tijden. Het gesprek over de doorontwikkeling van het onderwijs aan de Rotterdamse Academie van Bouwkunst gaat dan ook gewoon door. Wordt vervolgd. Chris van Langen Directeur Rotterdamse Academie van Bouwkunst


04

Rotterdamse Academie van Bouwkunst

‘Cultuurforum aan het Spui’ van Frans de Bruin Atelier 1.5 ‘Het Zeer Grote Gebouw; Palazzo Publico’ ; Docenten: André Kempe & Peter Jan Schoonhoven » Dit nieuwe Centrum voor Dans en Muziek herbergt een groot aantal publieke functies. Alle publiek toegankelijke ruimten zijn geconcentreerd en vormen tezamen een groot atrium dat zich opent naar het Spuiplein. Het atrium, dat bestaat uit een aantal geschakelde foyers, komt in de gevel aan het Spuiplein tot uitdrukking als een groot, dynamisch, onthullend, en uitnodigend gebaar. Door de ordening van de verschillende programmaonderdelen rondom het atrium ontstaan er interessante visuele relaties. Zo heeft het publiek bijvoorbeeld inkijkjes in de lesruimten, de studieruimten en dansstudio’s van het Koninklijk Conservatorium.

‘Transitional Space’ van Jurgen ten Hoeve Atelier 1.3 ‘Object’; Docenten: Floris van der Poel & Vincent de Rijk » Dit atelier onderzoekt architectuur als het scheppen van ruimte door de uitholling van massa. Als leidend uitgangspunt geldt één architectonisch middel, namelijk het dak. Om massa te kunnen ervaren, moet je erdoorheen kunnen bewegen of kijken. Het uitgangspunt voor het ontwerp wordt gevormd door het archetypische huis waarin de ruimten worden uitgehouwen. Om het idee van massa en uitgehouwen ruimten kracht bij te zetten, is het hele gebouw gematerialiseerd in beton. De massa wordt voelbaar gemaakt door de uitgehouwen ruimten aan elkaar te koppelen. Door het gebruik van het plafond als continu waarneembaar element en het verschil in binnen- en buitenvorm ontstaat er tussen de ruimten, ter plaatse van de overgangen, een spanningsgebied. In deze overgangsruimten (transitional space) komen de ruimten en de verschillende plafondvormen bij elkaar die de identiteit van iedere ruimte bepalen.


Jaarprogramma 2011/2012

05

Ontwerponderwijs:

Ateliers

Wat moet je leren om architect of stedenbouwkundige te worden? Het onderwijs op de Academie is erop gericht om een ruimtelijke en fysieke vertaling te maken van een idee. Het leren ontwerpen vormt de kern van de opleiding tot architect of stedenbouwkundige, waarbij de maatschappelijke realiteit steeds het uitgangspunt vormt. Zo wordt kennis ontwikkeld die betrekking heeft op bouwmethodiek, historie, precedenten, programmatische randvoorwaarden, regelgeving en ondernemerschap.

Grootstedelijk gebouw, van buurt tot regionaal ontwerp. Hiermee zijn thema’s verweven als tektoniek, transformatie, collectiviteit, landschap en strategie. Docenten uit de vakgemeenschap vertegenwoordigen verschillende interpretaties en werkmethoden om opgaven tegemoet te treden. De grote overeenkomst is de urgentie die docenten voelen om het realiteitsgehalte en het concretiseren nadrukkelijk onderdeel te maken van de opgave.

Ontwerpvakmanschap staat voor een optimale balans tussen kennis en intuïtie. Dit betekent in eerste instantie het leren hanteren van de basisprincipes die ten grondslag liggen aan het vak, zodat een argumentatie kan worden opgebouwd op basis van architectonische en stedenbouwkundige principes. Dit kan niet zonder een overtuiging, mentaliteit of conceptuele inslag. Het innemen van een eigen positie en het formuleren van een eigen agenda vormt steeds het doel.

De Academie stuurt de student bij. De mate van regie is afhankelijk van de individuele ontwikkeling van een ontwerpmentaliteit of ontwerpvakmanschap. Aan de basis hiervan staat een specifieke interpretatie van het experiment. Dit ligt in eerste instantie binnen de kaders van het vak, dus juist door verdieping in plaats van verbreding. Zo wordt bijvoorbeeld de samenhang tussen architectuur en stedenbouw vergroot, krijgt de handeling van ‘het maken’ een belangrijkere rol tijdens het ontwerpproces en wordt aangesloten bij actuele maatschappelijke opgaven.

De ateliers zijn opgezet volgens een lijn langs toenemende schalen en complexiteitsgraden, gelijke tred houdend met het studietraject, van kiosk tot


06

Rotterdamse Academie van Bouwkunst

Ateliers 1ste semester

AT 1.1 Tectonics & Structure Friday afternoon StudioType: Small Structure 1 Theme: Tectonics Complexity: Low / 9A/0S / 9 EC Attention: This design studio is part of the mandatory First-year program Architecture / When sufficient international students apply, this studio will be English spoken -

The design of a small public structure in an urban context is made pivotal in this design studio. According to its public function its appearance should express the building being open or closed to the public. Guiding this design is a directive design motive which will be developed by the student. The connection between the structure’s expression in terms of construction and cladding and the necessary structural and technical foundations will be the centre of attention: how can one employ construction and cladding to achieve the intended appearance? During the design process an elementary sense of size will be developed. The coherence of drawing and spatial dimension will be developed in depth, by means of the continuous production of architectural models and drawings. The construction and cladding will be worked out in detail, constantly in relation to the design motive. An important end result will be the mock-up: a building section executed on a one to one scale in the material of choice. — Maartje Lammers & Boris Zeisser (24h Architecture) AT 1.2 Atlas van Gouda Vrijdagmiddag, lezingen en tussenpresentaties op maandagavond Ateliercategorie: Atlas Thema: Occupatiepatronen Complexiteit: Laag / 0A / 9S 9 studiepunten Let op: Dit atelier maakt deel uit van het verplichte eerstejaarsprogramma Stedenbouw

In dit atelier leer je de basisvaardigheden van het stedenbouwkundig ontwerpvakmanschap. In een dwarsdoorsnede van landschap, periferie en stadscentrum worden verschillende occupatiepatronen en stedelijke verbanden geobserveerd, genoteerd en geïnterpreteerd. Het atelier wordt opgesplitst in vijf werkperioden. Tijdens de eerste periode maak je kennis met de stad Gouda en de drie ontwerplocaties. Door middel van verschillende transportmiddelen wordt de stad verkend en beleefd. De analyses zijn een inspirerende verzameling bevindingen en feiten. Begrippen als cultuurhistorie, identiteit, landschapstypes, morfologie, openbare ruimte, verkavelingtypologie, gebouwtypologie, programma en dichtheden, mobiliteit en ontsluiting komen aan de orde. In de drie deelstudies, het landschap, de periferie en het stadscentrum, wordt iedere keer gewerkt met een vast programma van 200 woningen, 6000 m2 kantoren en 1000 m2 winkels. Door een stedenbouwkundig plan met hetzelfde programma voor de drie verschillende gebieden te maken, worden de verschillende stedenbouwkundige wetmatigheden en verkavelingmogelijkheden inzichtelijk gemaakt. Na elke ontwerpfase vindt een tussenbeoordeling plaats. In de laatste fase van het atelier gaat het om zelfreflectie, evaluatie en de presentatie van het ontwerp. De verschillen in verkavelingtypologie en inrichtingsmogelijkheden voor de openbare ruimte worden samengevat in een concluderende studie: een verkavelingatlas voor de hedendaagse stad. — Martin Aarts (dS+V), Orri Steinarsson (DeZwarteHond) & Sander Lap (LAP Landscape & Urban Design)

AT 1.3 Schoolgebouw Vrijdagmiddag Ateliercategorie: Klein Publiek Gebouw Thema: Publiek Gebouw Complexiteit: Middel / 9A/0S 9 studiepunten -

Dit atelier richt zich op de kleinschalige publieke gebouwopgave. Studenten krijgen de opgave om een brede school te ontwerpen. Het doel is om het ontwerp op alle schaalniveaus te doorlopen die bij een dergelijke ontwerpopgave aan de orde komen. In het bijzonder zal er aandacht besteed worden aan de afstemming tussen de structuur, morfologie en geschiedenis van de plek, via de ruimtelijk functionele opzet van het gebouw, tot de precisie van het vormgeven en materialiseren van het in- en exterieur. Het eigentijdse onderwijsgebouw vormt een interessante en actuele ontwerpopgave met specifieke ruimtelijk-functionele vraagstukken op verschillende schaalniveaus. Stedenbouwkundig: de logistiek van het halen en brengen, en de situering van speelpleinen. Ruimtelijk: de organisatie van de verschillende programmaonderdelen, gebruikersgroepen en bezoekersstromen, en de plattegrond in relatie tot het onderwijsconcept. Flexibiliteit: op welke wijze biedt het gebouwconcept mogelijkheden en ruimte voor steeds veranderende behoeftes? In deze middelcomplexe opgave schuilt uiteindelijk de vraag wat architectuur kan betekenen voor gebouwen waarin kinderen steeds meer tijd doorbrengen. — Theo Kupers (N2 architecten) & Jeroen Schipper (JSA)


Jaarprogramma 2011/2012

AT 1.4 Rehab Vrijdagmiddag Ateliercategorie: Groot Woongebouw Thema: Transformatie voorbij hergebruik Complexiteit: Hoog / 9A/0S 9 studiepunten -

Hoe kan een naoorlogs kantoor in het centrum van Rotterdam omgevormd worden tot een groot woongebouw? De opgave die voortvloeit uit deze vraag bestaat uit een programmatisch, een technisch en een architectonisch deel. Het programmatische onderdeel van de opgave bestaat uit het organiseren en ontwerpen van de hoofdontsluiting, de woningen, de bergingen, de buitenruimten en de parkeerplaatsen. Het technische deel bestaat uit het in schetsvorm oplossen van één van de principiële problemen bij de transformatie. Dit kan een installatietechnisch, een bouwfysisch of een geveltechnisch probleem zijn. Tenslotte bestaat het architectonische deel uit het ontwikkelen van een nieuwe identiteit voor het bestaande gebouw. De aangepaste verschijningsvorm strookt met de nieuwe functie én het oorspronkelijke uiterlijk van het gebouw. Tijdens dit atelier wordt de student geleerd om op een passende en originele manier om te gaan met bestaand architectonisch materiaal. Hierdoor wordt ook begrip verkregen voor de waarde van jonge architectuur, zodat de kennis van de architectonische taal en de hierbij behorende ontwerpgereedschappen verder wordt uitgebreid. — Penne Hangelbroek (Rapp + Rapp) AT 1.5 Streetwise Vrijdagmiddag Ateliercategorie: Ensemble 1 Thema: Straat & Ensemble Grensgebied architectuur - stedenbouw Complexiteit: Middel - Hoog / 5A / 4S 9 studiepunten -

De opgave betreft het ontwerp van een straat in Rotterdam als

generator voor verdichting met nieuwe binnenstedelijke woon-, werk- en leisure-typologieën. Het doel is de ontwikkeling van een stadstypologie, die een nieuwe kwaliteit toevoegt aan de huidige verdichtingtypologie voor hoogbouw, en zowel op stedenbouwkundige- als op architectonische schaal wordt uitgewerkt. Vanaf de wederopbouw heeft de Rotterdamse binnenstad een volledige transformatie ondergaan volgens modernistisch concept waarbij het principe van de straat als drager plaats maakte voor het cluster en het object - dat los van de historische ondergrond werd gerealiseerd. Het binnenstadsplan van Rotterdam formuleert een ambitieuze verdichtingopgave die leidt tot schaalvergroting. Hierbij worden bestaande objecten vervangen door grotere objecten. Deze ontwikkeling leidt niet tot de gewenste stedelijkheid. De binnenstad mist immers de laag van een fijnmazige verdichting: een specifieke en diverse binnenstadstypologie die door een grote diversiteit aan partijen kan worden gerealiseerd. — Job Floris (Monadnock) & Peter van der Helm (Kraaijvanger. Urbis) AT 1.6 Resilient Feijenoord Friday afternoon Studio Type: Spatial Strategies Thema: Parallel Cases Complexity: Mid - High / 3A / 6S 9 EC / This design studio will be English spoken -

The design studio’s theme is the concept of manipulability (e.g. to what extent spatial design can change society) or the lack of it. A strategy will be developed which will express next to programmatical and physical ambitions also a specific number of sustainable, sociological and economical ambitions. On the site of the Kop van Feijenoord spatial strategies for interducing resilience will be

07

explored and tested. The current master plan is rather specifically aimed at attracting new residents with great purchasing power. Due to the economic crisis and the lack of public support these goals won’t be attained in the short run. At the same time it’s very important to do ‘something’ in the neighborhood to prevent further deterioration. The area is interesting due to its high risk of flooding and its social-economical profile. Both mitigating as well as adaptive measures, being able to be put to the test on different scales ranging from building level to the whole area are being studied. All aspects of a sustainable city will be discussed: mobility, urban densification, the completion of energy, water, material and waste cycles, food production and urban water management. Strategies will be tested according to criteria like suitability and fit, spatial impact, economical feasibility and the planning in phases (think of temporary and in-between-time solutions). The most promising strategies will be developed (by teams) into a united vision on the whole area. Proposals on the scale of building or public space will be shown next to large-scale infrastructural solutions. The end result will be reworked after the final presentation into an exhibition for the International Architecture Biennale Rotterdam which takes place in April 2012. — Duzan Doepel (DSA) & Jeroen de Willigen (de Zwarte Hond)


08

Rotterdamse Academie van Bouwkunst

Ateliers 2e semester

AT 2.1 Metropolitan Dwelling Friday afternoon Studio type: Small Structure 2 Theme: Metropolitan dwelling Complexity: Low / 9A / 0S / 9 EC Attention: This design studio is part of the mandatory First-year program Architecture / When sufficient international students apply, this studio will be English spoken -

The design for a metropolitan dwelling. During this exercise the typology of the urban dwelling will be studied closely. By this means an architectural vocabulary will be developed which will be based upon the interpretation of existing, historical codifications and meanings of architectural elements. Among them the proportions of the façade, the fluting of its columns, parapets, window openings and the coherence of the internal order of the dwelling. De order and shape of the dwelling will be designed following a self chosen and directive design motive. The functional planning of the dwelling program will be thought through up until the smallest scale. An intentional staging of the façade as an expression of the dwelling program will be expected on the one hand and on the other hand of its meaning in an urban context. Continuous reflection upon the internal coherence of spatial order, the façade and the structural elements will take place. The connection between drawing and model follows closely the translation of idea to execution, or put in other words of the meaning of form and technology. — Alexander Pols (Kollhoff)

AT 2.2 Buurt Vrijdagmiddag Ateliercategorie: Buurt Thema: Buurt Complexiteit: Laag / 0A / 9S 9 studiepunten Let op: Dit atelier maakt deel uit van het verplichte eerstejaarsprogramma Stedenbouw

De tijd dat stedenbouw in abstracto aangaf wat de architect moest ontwerpen, is voorbij. Tegenwoordig gaat het niet meer om het formuleren van de grootste gemene deler, maar meer om het zoeken naar het kleinste gemene veelvoud. De uitdaging is om de stad met kleine ontwikkelingen programmatisch en morfologisch te versterken. Hoe kunnen we met een minimale ingreep een maximaal effect bereiken? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, gaan we naar een binnenstedelijke locatie om onderzoek te doen naar eventuele herstructuringsmogelijkheden. Hierbij wordt een mogelijk woonprogramma geformuleerd met passende oplossingen voor de openbare ruimte en het parkeren. Kortom, in dit atelier worden verbanden gelegd tussen stad, gebouwtypes, programma en stedenbouwkundige implicaties van een ontwikkeling. Dit alles met aandacht en vanuit begrip voor de maat en schaal van een locatie. — Han Dijk (Posad) AT 2.3 Duurzaam Woongebouw Vrijdagmiddag Ateliercategorie: Klein Woongebouw Thema: Duurzaamheid Complexiteit: Middel / 9A / 0S 9 studiepunten -

Wonen is van alle tijden. In dit atelier gaan we op zoek naar duurzame architectonische waarden binnen het woongebouw tegen de achtergrond van maatschappelijke transities. Er wordt onderzoek gedaan naar historische woontypologieën. Enerzijds naar permanent geldige bouwkun-

dige structuren en tijdsbestendige details. Anderzijds naar de dynamiek van het woonprogramma, technologische ontwikkelingen en de veranderende relatie tussen het publieke en private anderzijds. De opgave is het ontwerpen van een klein wooncomplex voor een specifieke doelgroep; een hoogwaardige woonomgeving in (sub)urbane context. Er wordt gestreefd naar een sublieme en tijdloze architectonische woonkwaliteit. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de relatie tussen het exterieur en het interieur, de ruimtelijke ervaring en de menselijke schaal. Het atelier richt zich op het vermogen van de student om een ontwerp te ontwikkelen waarin de ruimtelijkheid, de materiaalkeuze en het bouwkundig detail een coherente synthese vormen. Als ontwerpinstrument voor alle schaalniveaus speelt de maquette in dit atelier een centrale rol. — Serge Schoemaker (Serge Schoemaker Architects) AT 2.4 Bouwwerk van de Architectuur Vrijdagmiddag Ateliercategorie: Groot Publiek Gebouw Thema: Representatie & Typologie Complexiteit: Hoog /9A /0S 9 studiepunten -

Publieke gebouwen vervullen van oudsher een bijzondere rol in onze stedelijke omgeving. Ze representeren een maatschappelijk orgaan en zijn publiek toegankelijk. Wat kan de hedendaagse interpretatie van de monumentaliteit zijn die eigen is aan dit soort gebouwen? Tijdens dit atelier wordt het gebouw op een stedenbouwkundige, programmatische, technische en architectonische wijze uitgewerkt. Tijdens dit atelier werken we aan een denkbeeldig gebouw waarin alle Rotterdamse spelers in het architectuurdebat zijn gehuisvest. Er wordt onderwijs gegeven, archieven beheerd, exposities en de-


Jaarprogramma 2011/2012

batten georganiseerd en bekeken. De interactie tussen het openbare domein, het publieke interieur en de interne organisatie neemt een belangrijke plaats in tijdens het ontwerpproces Op welke wijze wordt een gebouw deel van een stedelijk weefsel? Welke ervaring wordt hier geboden en met welke architectonische middelen kan deze beoogde ervaring bereikt worden? Het doel is om het ontwerp op alle schaalniveaus te doorlopen: van constructie, organisatie, gevelexpressie, materialisering van interieur en exterieur, tot het detail. — Hans van der Heijden (biq) AT 2.5 Thuis Vrijdagmiddag Ateliercategorie: Ensemble 2 Thema: Collectiviteit, openbare ruimte & typologie / Grensgebied architectuur - stedenbouw Complexiteit: Middel / 5A / 4S 9 studiepunten -

In dit atelier staat het ontwerp van onze woonomgeving centraal. De opgave richt zich op de stadsrand en doorkruist verschillende schaalniveaus; van de positie van de wijk in de stad, de stedenbouwkundige setting, openbare ruimte, verkavelingwijze, straatprofielen en woontypologieën tot en met de architectonische expressie van de woningen. De student wordt gevraagd om een standpunt te ontwikkelen over de samenhang tussen de straat en het gebouw, en over de verhouding tussen collectiviteit en individualiteit. Wat hebben de bewoners nodig? Welke vormen van dichtheid, openbare ruimte en typologie kunnen een bijdrage leveren aan deze wijk? Het zoeken naar de identiteit van de plek neemt daarin een prominente rol in, waarbij de kwalitatieve condities van de context moeten worden ontrafeld en op hun waarde moeten worden geschat. Het ontwerp voor het nieuwe woonensemble is het eindresultaat van een zorgvuldige analyse van

de stedenbouwkundige ontstaansgeschiedenis en morfologie van het bestaande gebied. Naast een onderzoek naar historische precedenten wordt een excursie gepland naar relevante voorbeeldprojecten. — Floris Cornelisse (Happel Cornelisse Architecten) & Philomene van der Vliet (vlietlandscapes) AT 2.6 Regionaal Ontwerp Vrijdagmiddag Ateliercategorie: Regionaal Ontwerp Thema: Ruimtelijke Strategieën Complexiteit: Hoog / 0A / 9S 9 studiepunten -

Met de Structuurvisie Randstad 2040 geeft het kabinet alleen antwoord op de lange termijnopgaven in West-Nederland. De structuurvisie legt de nadruk op de betekenis van de stad als motor. De internationale topfuncties in de stad moeten worden benut om een concurrerende Europese stad te worden. In de structuurvisie is het flink zoeken naar de relatie met de overige regio’s in Nederland. De provincie wordt over het hoofd gezien. In dit atelier worden de kansen voor de provincie juist wel onderzocht, waarbij vooral wordt gekeken naar de lokale en, internationale netwerken. Tijdens dit atelier wordt onderzocht welke ruimtelijk ingrepen er nodig zijn om lokaal de kansen van een internationale economie te vergroten. Daarbij gaat de aandacht vooral uit naar de relatie met de buurregio’s over de grens. Vanuit een grondige gebiedsanalyse wordt gezamenlijk gewerkt aan een plan op structuurvisieniveau, zodat er verschillende deelontwerpen kunnen worden gemaakt. — Dennis Moet (GIDZ) & Remco Rolvink (Remco Rolvink)

09


10

Rotterdamse Academie van Bouwkunst

‘De Stationsarchitectuur Voorbij’ van Ron van Logchem, Jurgen Reichard & Rob Wouters Atelier 1.6 ‘Infrastructuur’; docenten: Dirk Peters & Mark Veldman » De Nederlandse stations zijn van oudsher ontstaan aan de rand van de 19e eeuwse stad. Door stedelijke groei liggen ze inmiddels vaak middenin de stad en vormen ze een obstakel tussen het oude centrum en de 20e eeuwse uitbreidingswijken. In Nijmegen is dit niet anders. Het huidige station en plein zijn vervallen tot een ruimte waarin verplaatsing en verblijf uit balans zijn geraakt. Was het ooit een statige poort tot de stad, het is nu door toename van mobiliteit verworden tot een non-place midden in de stad. Door het station in de bestaande autotunnel te plaatsen, wordt de huidige problematiek getackeld. Het station vormt geen obstakel meer, maar een regionale en binnenstedelijke verbinding. De enorme inrit van de tunnelbak aan de centrumzijde wordt getransformeerd tot een groot stadsplein. Het verlengen van het centrumgebied tot aan de stationstraverse maakt het station weer een ‘poort tot de stad’.


Jaarprogramma 2011/2012

11

Theorieonderwijs:

Colleges Architectuur en stedenbouw vernieuwen zichzelf continu. Hoewel het ontwerpend handelen in de kern gelijk blijft en beide vakgebieden een onontvreemdbaar fundament kennen, groeit het kennislichaam van beide disciplines gestaag. Elke ontwerper heeft kennis uit zijn eigen en aangrenzende vakgebieden nodig om het ontwerpend handelen productief te maken. Daarnaast kan het vak zichzelf niet ontwikkelen als het besef van de continuïteit ervan ontbreekt. Daarom put het theorieonderwijs van de Rotterdamse Academie uit drie kennisbronnen: respectievelijk disciplinegebonden, disciplineoverschrijdende en theoretisch-historische kennis. Dit zijn de drie pijlers waarop het ontwerpenvakmanschap rust. Inderdaad, dit leest als De Eeuwige Wederkeer waaraan Chris van Langen refereert in zijn inleiding. Echter, de doorgewinterde lezer weet dat het nooit de terugkeer van hetzelfde is. Of zoals Gilles Deleuze Nietzsche leest: “de herhaling van hetzelfde introduceert verschil in de herhaling”. So, what’s new? Het theorieonderwijs verhuist van de vrijdagochtend naar de donderdagavond. Daarmee staat op vrijdagochtend het ontwikkelen van specifieke vaardigheden binnen het labprogramma centraal en ’s middags de integrale ontwerparbeid. Dit wil niet zeggen dat op donderdagavond louter ‘hoofdarbeid’ plaatsvindt. Het theorieonderwijs wordt tenslotte gekenmerkt door de betekenisgerichte bewerking van kennis. Binnen de traditionele hoorcolleges wordt betrokkenheid verwacht middels discussie en debat. Daarnaast wordt binnen andere collegereeksen gevraagd de kennis toe te passen in opgaven zoals die ook in de beroepspraktijk gangbaar zijn. Masterniveau & De grenzen voorbij Om de toon te zettten voor de masteropleiding bestaat het nieuwe eerstejaarsprogramma uit een stevig, verplicht theorieprogramma. Het vakdebat wordt bevraagd vanuit historisch en theoretisch kader, de ontwerpproductie vanuit een typologisch en morfologisch inzicht erin. We zoeken niet alleen actief naar de aansluiting op

de internationale ontwerppraktijk, maar de Academie stelt zich met het Engelstalige eerstejaarsprogramma ook gastvrij op naar internationale studenten. Nieuw ritme De breedte van het theorieonderwijs is overeind gebleven doordat het collegeprogramma nu een tweejarige ritmiek kent. Met uitzondering van het eerstejaarsprogramma, worden bijna alle colleges eens per twee jaar aangeboden. Hierdoor wint het programma aan compactheid en kan de aandacht per kwartaal geheel op één collegereeks gericht blijven. Ontmoetingen Vanzelfsprekend komt de kennis gegenereerd binnen het eigen vakgebied ruimschoots aan de orde. Echter, vanuit het besef dat het ontwerpend handelen altijd plaatsvindt binnen het sociale, economische, politieke en culturele krachtenveld, komen deze ontmoetingen ook aan de orde. Deze reeksen dragen allen de titel ‘Ontwerp & …’. Kritiek & Reflectie Theorie is een instrument dat de ontwerper in staat stelt zich kritisch te verhouden tot de eigen discipline en zich daarbinnen een positie te verwerven. Het stelt hem of haar echter ook in staat om de eigen ontwerparbeid te duiden binnen de weerbarstige realiteit. Momenten van reflectie worden productief gemaakt binnen de theorie- en geschiedenisreeksen die de continuïteit van het ontwerpdebat agenderen. Ondernemerschap Een kritische, onderzoekende ontwerphouding is weinig productief als ze geen gestalte krijgt in een ontwerp of onderzoek dat onderdeel uitmaakt van de beroepsuitoefening. De vraag naar de architectuur- of stedenbouwpraktijk als gezonde onderneming is actueler dan ooit. De vraag naar ondernemerschap wordt onder andere beantwoord in de nieuwe collegereeks Beroep & Ondernemerschap.


12

Rotterdamse Academie van Bouwkunst

Colleges 1ste kwartaal

History of Architecture and Urban Design Thursday evening Knowledge type: History & Theory 3 EC / Formal lecture Examination: In-depth paper This English spoken lecture series is part of the mandatory First-year program Architecture & Urban Design This lecture series runs for one whole semester

This lecture series on the History of Architecture and Urban Design consists of an overview of the historical period from roughly 1750 to the early 20th century. The fourteen lectures provide an insight into the history of Western urban design and architecture and its context using a chronologicalthematic framework. The themes for this broader culture-historical approach will be focusing on revolutionary developments, long and strong tendencies and traditions within architecture as well as life within the fast developing (modern) urban landscape. Developments in urban and architectural design, and their historical interaction, will be explored within the context of their shared theoretical and cultural background. This lecture series will take on a thematic approach and discuss the relationship between tradition on the one hand and modernism on the other. — Ernie Mellegers Critique(s) of Architecture and Urban Design Thursday evening Knowledge type: Profession related / 1 EC / Formal lecture & debate Examination: Practice related task This English spoken lecture series can also be assessed for 2 EC

The lecture series ‘Critique(s)’ will focus on contemporary design in architecture and urban design. It will discuss projects realized or designed in the most recent timeframe and will embed them

in the contemporary debate on architecture and urban design. It will serve to enlarge the frame of reference for students of both professions and it will help them to understand current events. The hypothesis of this series will be the existence of a connection between the societal trends, the debate amongst our fellow designers, and the consequences for the designs they produce. This year’s theme will be the culture of mass production. This series will be illustrated through many images of designs. — Noa Haim Ruimtelijke Ordening Donderdagavond Type kennis: Disciplineoverschrijdende kennis / 1 studiepunt / Hoor- en discussiecollege met gastsprekers / Toetsvorm: Praktijkopdracht / Deze collegereeks kan voor 2 studiepunten verzwaard worden afgerond / De reeks ‘Ruimtelijke Ordening’ wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Landschapsarchitectuur’

Binnen de collegereeks wordt onderzocht hoe de met elkaar verweven vakgebieden architectuur en stedenbouw enerzijds en planologie en ruimtelijke ordening anderzijds zich tot elkaar verhouden binnen de hedendaagse context. Daarbij zal ingegaan worden op de veranderende planningspraktijk waarin naast kwantitatief onderzoek, wettelijke instrumenten en formele besluitvorming steeds meer aandacht is voor kwalitatief onderzoek, wisselwerking met verschillende kennisvelden, flexibele planvormen en strategische alliantievorming. Tijdens de collegereeks komt de vraag aan de orde wat de ontwerpende disciplines kunnen leren van deze veranderende planningspraktijk en wat ze eraan kunnen bijdragen. — Frank van der Beuken

Gebouweconomie & Projectaanpak Donderdagavond Type kennis: Disciplinegebonden kennis / 1 studiepunt / Hoorcollege Toetsvorm: Praktijkopdracht / Deze collegereeks kan voor 2 studiepunten verzwaard worden afgerond / De reeks ‘Gebouweconomie & Projectaanpak’ wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Kunstgeschiedenis’

Deze collegereeks richt zich, via vele praktijkvoorbeelden, op de voor architecten relevante kennis van de financieel-economische, kostenbepalende factoren in alle fasen van de levenscyclus van gebouwen. Daarnaast biedt de reeks een verbreding en inbedding van die kennis door ook de projectaanpak, het proces van besluitvorming en de projectbeheersing in alle fasen aan de orde te stellen. — Ingmar Scheiberlich & Stef Weekers


Jaarprogramma 2011/2012

13

Colleges 2e kwartaal

History of Architecture and Urban Design Thursday evening Knowledge type: History & Theory 3 EC / Formal lecture Examination: In-depth paper / This English spoken lecture series is part of the mandatory First-year program Architecture & Urban Design / This lecture series runs for one whole semester Continuation of the first quarter — Ernie Mellegers

Stedenbouwgeschiedenis Donderdagavond Type kennis: Geschiedenis & Theorie 2 studiepunten / Hoor- en discussiecollege Toetsvorm: Reflectief paper Voordat studenten stedenbouw aan hun afstudeerproject kunnen beginnen is voldoende afronding van deze collegereeks verplicht / De reeks ‘Stedenbouwgeschiedenis’ wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Stedenbouwtheorie’

History of Architecture Thursday evening Knowledge type: History & Theory 2 EC / Formal lecture Examination: Take home exam This is an English spoken lecture series Prior starting their graduation project students in architecture should have finished this lecture series successfully

Tijdens deze collegereeks wordt de geschiedenis benaderd vanuit thema’s die een rol spelen in het contemporaine stedenbouwdebat en de vakuitoefening. Hierdoor wordt een ‘vrijere’ omgang op grond van individuele interesses met de geschiedenis mogelijk, met als doel om de eigen positie te kunnen funderen en expliciteren. Het is de bedoeling de student te faciliteren bij het definiëren van een eigen, kritische positie ten opzichte van de bespoken thema’s. In het ideale geval vormt dit een stimulans c.q. training om in het vervolg op eigen kracht intensief de actualiteit binnen het eigen vakgebied te volgen en te verwerken tot praktische en gefundeerde opvattingen en uitgangspunten.

Contemporary architectural discourse is being marked by questions on the condition of architecture’s own knowledge and expertise. Does architecture belong to the crafts, arts or is it a scientific discipline? What does architectural knowledge consist of, and by what means is it past on? The questions stem from a recent past where architectural knowledge has enjoyed less attention than the adjacent disciplines. During this lecture series we will reflect on the treatises and manifesto’s of mainly the 19th century, like those of Eugène Viollet-leDuc and John Ruskin. Their works are only to be understood in the joining of text and image, of theory and drawing. The knowledge residing in the treatises will be studies on its subject matter and form, as a reflection on the contemporary demand for expertise. — Lara Schrijver

— Jacob Voorthuis Ontwerp & Economie Donderdagavond Type kennis: Disciplineoverschrijdende kennis / 1 studiepunt / Hoor- en discussiecollege Toetsvorm: Take Home Exam / Deze collegereeks kan voor 2 studiepunten verzwaard worden afgerond / De reeks ‘Ontwerp & Economie’ wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Ontwerp & Sociologie’

Economische krachten hebben in een steeds wisselende verschijningsvorm altijd een grote impact op de stedenbouw en architectuur. Indirect omdat economische processen een sturende invloed hebben op hoe

de stedelijke samenleving vorm krijgt. Direct omdat gebouw-, vastgoed- en gebiedsontwikkeling gestuurd worden door financieeleconomische kaders. In dit college zullen de voor stedenbouw en architectuur relevante economische krachten en mechanismen aan de orde komen. — Gert Middelkoop


14

Rotterdamse Academie van Bouwkunst

Colleges 3e kwartaal

Typology & Morphology Thursday evening Knowledge type: Profession related 3 EC / Formal lecture Examination: Practice related assignment / This English spoken lecture series is part of the mandatory First-year program Architecture & Urban Design This lecture series runs for one whole semester -

Typology and Morphology are among the more mythical terms in the vocabulary of architecture and urban planning. Both concepts are open to pragmatic AND theoretical/ideological interpretation, so they are very much part of daily (design) practice as well as the polemic battleground. Sure enough, this duality and dual use added to myth and confusion, especially throughout the 20th century. This lecture series explores the origins, significance and present day meaning of Typology and Morphology (in different guises) within both its historical and its contemporary context. While doing so it intersects with the ideological discourse within architecture and urbanism roughly during the last 200 years. However, the series also intensively focuses on the (historical and contemporary) use of type and morphology in its more ‘down to earth’ design context. In short: What’s the meaning of Typology and Morphology as concepts and what’s their role in past and present? — Ernie Mellegers Architectuurtheorie Donderdagavond Type kennis: Geschiedenis & Theorie 2 EC / Hoor- en discussiecollege Toetsvorm: Reflectief paper / Deze collegereeks moet met een voldoende afgerond zijn voordat studenten architectuur aan hun afstudeerproject kunnen beginnen -

Architectuurtheorie is een slordig gedefinieerde academische discipline. Sommigen beschouwen het

als een specialisatie binnen de architectuurgeschiedenis. Anderen zien het als leverancier van een maatschappijkritisch instrumentarium of als filosofisch perspectief op de architectuur van vandaag. Deze reeks interpreteert theorie als middel om zich kritisch te verhouden tot de eigen discipline en het maatschappelijk krachtenveld waarin architectuur tot stand komt. We beschouwen de verschillende stellingnamen over de rol van theorie voor de contemporaine vakuitoefening en voorbij het post-critical debat zoeken we naar productieve uitwegen. — Jeroen Visschers Planeconomie Donderdagavond Type kennis: Disciplinegebonden kennis / 1 studiepunt / Hoor- en discussiecollege Toetsvorm: Praktijkopdracht / Deze collegereeks kan voor 2 studiepunten verzwaardworden afgerond / De reeks ‘Planeconomie’ wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Juridische en Wettelijke Kaders’

De collegereeks ‘Planeconomie’ spitst zich met name toe op de financieel-economische kaders bij gebiedsontwikkeling. Daarbij wordt ook specifiek aandacht besteed aan de effecten van de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening, de kredietcrisis en de focus op binnenstedelijke ontwikkeling. Er wordt enerzijds een verkenning uitgevoerd naar de theoretische achtergrond van de economische mechanismen en processen bij gebiedsontwikkeling. Anderzijds wordt vanuit die theorie de stap gezet naar de effecten op het stedenbouwkundig ontwerp. — Peter van Haasteren

Ontwerp & Duurzaamheid Donderdagavond Type kennis: Disciplineoverschrijdende kennis / 1 studiepunt / Hoor- en discussiecollege met gastsprekers Toetsvorm: Praktijkopdracht / Deze collegereeks kan voor 2 studiepunten verzwaard worden afgerond

In de collegereeks ‘Duurzaamheid’ wordt de problematiek achter het thema duurzaamheid verbonden aan algemene ontwerpprincipes en -concepten en geïllustreerd aan de hand van projecten. Duurzaamheid wordt niet vanuit een problematische kant benaderd, maar juist als een bron van inspiratie voor vernieuwing in de architectuur en stedenbouw. Evenmin wordt duurzaamheid als een groene ‘topping’ behandeld, maar als een grondbeginsel van waaruit ontworpen kan worden. — n.t.b.


Jaarprogramma 2011/2012

Colleges 4e kwartaal

Typology & Morphology Thursday evening Knowledge type: Profession related 3 EC / Formal lecture Examination: Practice related assignment / This English spoken lecture series is part of the mandatory First-year progrme Architecture & Urban Design This lecture series runs for one whole semester Continuation of third quarter. — Ernie Mellegers

Ontwerpend Onderzoek Donderdagavond Type kennis: Disciplinegebonden kennis / 1 studiepunt / Werkcollege Toetsvorm: Praktijkopdracht & Presentatie / Deze collegereeks kan voor 2 studiepunten verzwaard worden afgerond

In deze werkcollegereeks komen verschillende methoden en technieken van ontwerpend onderzoek aan de orde. Immers, ontwerpend onderzoek is de belangrijkste vorm van onderzoek voor de architectonische of stedenbouwkundige ontwerppraktijk. Ontwerpend onderzoek is een vorm van prospectief, explorerend en verknopend onderzoek waarbij het ruimtelijk vormgevend vermogen wordt ingezet als onderzoeksinstrument. Op deze manier worden op een bevragende en contextuele manier antwoorden gezicht op de vraag ‘hoe de werkelijkheid zou kunnen zijn’. — Aglaée Degros Beroep & Ondernemerschap Donderdagavond Type kennis: Disciplinegebonden kennis / 1 studiepunt / Hoor- en discussiecollege Toetsvorm: Praktijkopdracht / Deze collegereeks kan voor 2 studiepunten verzwaard worden afgerond / De reeks ‘Beroep & Ondernemerschap’ wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Omgevingspsychologie’

Deze reeks beschouwt de praktijk van architecten en stedenbouwkundigen niet enkel op basis van

hun productie, maar richt zich expliciet op de specifieke invulling van het ondernemerschap. In de eerdere reeks ‘Beroepsorientatie’ beschouwden we de verschillende vormen van ontwerpondernemerschap waarbij organisatiestructuren en bureauvorming gerelateerd werden aan werkwijze en aard van opdrachten. Binnen deze reeks gaan we dieper in op het proces van bureauprofilering en bedrijfsvoering. — Jeroen Visschers Ontwerp & Cultuur Donderdagavond Type kennis: Disciplineoverschrijdende kennis / 1 studiepunt / Hoor- en discussiecollege Toetsvorm: Reflectief paper Deze collegereeks kan voor 2 studiepunten verzwaard afgerond worden De reeks ‘Ontwerp & Cultuur’ wordt 1x per 2 jaar aangeboden en alterneert met de reeks ‘Ontwerp & Politiek’ -

De 21ste eeuwse cultuur dient zich aan in een brisante mix van globalisering, individualisering, mobilisering, medialisering en digitalisering. Deze processen vragen om een kritische stellingname van architecten en stedenbouwkundigen. Hoe verhoudt de eigen discipline zich tot deze dynamische context? Deze positiebepaling is doelstelling en inzet van de collegereeks. — Jan van Heemst

15


16

Rotterdamse Academie van Bouwkunst

‘Das Element’ van Ruben Sannen Atelier 2.1 ‘Het Architectonisch Detail’; docenten: Theo Kupers & Jeroen Schipper Het ontwerp voor dit paviljoen is ontstaan naar aanleiding van een serie landschappelijke schilderijen van Robert Zandvliet. De werken roepen een associatieve manier van kijken op. Een persoonlijke fascinatie voor installatieobjecten bovenop gebouwen is de aanzet geweest, waarin de constructieve kruislingse plaatbewerking de crux van het ontwerp vormt. Het paviljoen is opgebouwd uit een serie elementen die door materiaalbewerking, en afwerking op een unieke manier vervormen. Het evenwicht tussen vormwil en onvoorspelbare vervorming creëert een schouwspel van licht, reflectie, ritme en wijkende oppervlaktes. Zo wordt de bezoeker geprikkeld om met een ander oog naar de vanzelfsprekend geachte installatiebouw te kijken.


Jaarprogramma 2011/2012

17

Vaardighedenonderwijs:

Laboratoria Architectonisch en stedenbouwkundig ontwerpen is gebaseerd op zowel kennis als vaardigheden. Aan het één heb je maar weinig zonder het andere. Het gaat juist om de wisselwerking tussen denken en doen, het weten hoe je je kennis het beste kunt toepassen. Het laboratoriumprogramma richt zich op het aanleren van een breed scala aan vaardigheden, technieken en praktische kennis. Het programma is gestructureerd rond de drie pijlers onderzoeken, presenteren en reflecteren. Het overgrote deel van de laboratoria is expliciet gericht op zowel architectuur- als stedenbouwstudenten. Er wordt in kleine groepen van maximaal 16 studenten gewerkt met veel aandacht voor de individuele student. Labs worden zoveel mogelijk aan het actuele atelierproject gekoppeld, wat betekent dat een aspect uit het ontwerpproces van het atelier verder uitgediept wordt in het lab. De laboratoria van het eerste jaar zijn verplicht. Met de inhoud van deze laboratoria wordt de basis gelegd voor een gerichte verdieping middels het vrije, horizontale programma tijdens het tweede en derde studiejaar. Presentatielaboratoria Omdat het ontwerpen uiteindelijk niet alleen gaat over het ontwikkelen van ideeën en ruimtelijke concepten maar vooral ook om het kunnen overbrengen ervan, zijn communicatie- en presentatietechnieken een heel belangrijk onderdeel van het laboratoriumprogramma. Een tekening of maquette maakt ontwerpen of ideeën zichtbaar en is ook een middel voor exploratie en communicatie. Tijdens het ontwerpproces en bij de planpresentatie is het belangrijk om ideeën en concepten door tekening en maquettes én met een goed opgebouwd verhaal te kunnen communiceren om discussie en reflectie te stimuleren. Alleen als anderen begrijpen waar het over gaat, kunnen ze enthousiast worden over een opgave. Er zijn verschillende technieken die je bewust kunt inzetten om jouw ideeën zo goed mogelijk te communiceren. De laboratoria ‘Schetsen en Presenteren’ maken deel uit van het verplichte programma. Uit de laboratoria ‘Argumenteren en Schrijven’, ‘Idee Noterend’, ‘Editing’, ‘Diagram’, ‘Maquette’, ‘Filmisch Representeren’ en ‘Fotografisch Representeren’ moet je er minimaal twee vrij

gekozen en afgerond hebben voordat gestart kan worden met het afstudeerproject. Onderzoekslaboratoria Ontwerpen is onderzoeken. Er zijn meerdere strategieën om tot een goed ontwerp te komen. Welke aanpak voor welk probleem het beste werkt, verschilt per situatie, ontwerpprobleem en individu. Over de verschillende manieren van aanpak, het onderzoeken hoe je aan belangrijke informatie komt, het filteren van deze informatie en inzetten ervan in je ontwerpproces gaat dit onderdeel van het laboratorium onderwijs. Deze manier van bewust kijken zorgt voor een verbreding van het referentiekader dat je bij het oplossen van ontwerpproblemen ter beschikking staat. De laboratoria ‘Ruimtestudie’ en ‘Ontwerpanalyse’ maken deel uit van het verplichte programma. Uit de laboratoria ‘Ontwerpend’, ‘Typologisch’, ‘Cartografisch’, ‘Geografisch’, ‘Empirisch’ en ‘Journalistiek Onderzoek’ en ‘Vormstudie’ en ‘Forecasting’ moet je er minimaal twee gekozen en afgerond hebben voordat gestart kan worden met het afstudeerproject. Reflectielaboratoria Ontwerpen gaat niet alleen om het kunnen toepassen van kennis en vaardigheden, maar ook om de reflectie op het ontwerpen zelf. Het gaat erom inzicht te krijgen in het samenspel van weten wat je doet en weten hoe je het doet. In deze labs gaat het om de bewustwording van het eigen handelen. Uit de laboratoria ‘Ontwerpproces’, ‘Zelfmanagement’ en ‘Portfolio’ moet je er minimaal één gekozen en afgerond hebben voordat gestart kan worden met het afstudeerproject. Technieklaboratoria Naast de verplichte laboratoria in het eerste jaar zijn er aanvullende laboratoria voor de studenten die vanuit een kunstacademie instromen. In deze laboratoria ligt de nadruk op het aanleren van bouwtechnische vaardigheden die noodzakelijk zijn voor het ontwerpen. Deze laboratoria staan tevens open voor alle architectuurstudenten en omvatten ‘Bouwmethodiek’, ‘Bouwfysica’ en ‘Ontwerpend Detailleren’.


18

Rotterdamse Academie van Bouwkunst

Laboratoria 1ste kwartaal

Spatial Studies Friday morning Lab type: Research / 1,5 EC / 9 weeks Examination: practice related assignment and presentation / This English spoken lab is part of the mandatory First-year program Architecture & Urban Design -

As an architect or urban designer, how does one get a grip on the architectural and urban dimensions of space? How can one – besides with program, strategy and shape – work with light, material and color? How does one involve the spatial surroundings into the composition of the design? How does one render the image of space intelligible, how can one characterize and rework it? How can one adapt it into models, sketches and montages? How can one make sure material, composition, color and atmosphere to play an important role during the concept phase of the design? How do these aspects of design work throughout all different scales of the urban space? In a series of short lectures different aspects will be discussed and will be tried upon during the design assignment for a simple volume on a dense metropolitan site in Rotterdam. — Heide Hinterthur en Els Bet Forecasting Vrijdagochtend Labcategorie: Experimenteel onderzoek 1,5 studiepunten / 9 weken Input: opgave van de docent Toetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / De onderzoeksvorm die gehanteerd wordt in dit laboratorium verandert per studiejaar

De dynamiek en complexiteit van ruimtelijke ordening, stedenbouw en architectuur nemen toe. Het vergt nieuwe benaderingen en werkvormen. Analysevermogen, verbeelding en procesvaardigheden worden steeds belangrijker. Multidisciplinaire teams voeren onderzoek uit dat zich richt op

het decoderen van de snel veranderende maatschappelijke context en (ruimtelijke) fenomenen en ontwikkelen nieuwe visies en concepten als antwoord op de snel veranderende maatschappelijke realiteit. Het laboratorium Forecasting richt zich op het agenderen en ontrafelen van de snel veranderende maatschappelijke context, specifieke fenomenen, positionering en conceptontwikkeling om concrete opdrachten binnen te halen. Daartoe worden met name transdisciplinaire onderzoeks- en ontwerptechnieken getraind. — Dennis Moet & Marc Joubert Empirisch Onderzoek Vrijdagochtend Labcategorie: Onderzoek 1,5 studiepunt / 9 weken Input: project gerelateerd aan de colleges/ateliers Toetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / Dit laboratorium wordt 1 x per 2 jaar aangeboden en alterneert met ‘journalistiek onderzoek’

In dit laboratorium maken studenten kennis met diverse empirische onderzoeksmethoden en -technieken: hoe kan kennis worden vergaard, hoe kunnen ideeën kritisch worden uitgewerkt, hoe kan je zuiver problematiseren, welke methoden kunnen ingezet worden voor de benadering van een probleemstelling en hoe kan dit onderzoek uitmonden in een helder gestructureerde presentatie in schrift en/of beeld? Tijdens het laboratorium worden theorie en praktijk gecombineerd door in te gaan op de do’s-and-don’ts van onderzoek doen (documentenanalyse, interviewen en observeren) en het toepassen daarvan in de praktijk. Dit toepassen gebeurt door een klein empirisch onderzoek waarin een Rotterdamse openbare ruimte centraal staat. — Thaddeus Müller

Visualisatie – Ideenoterend Vrijdagochtend Labcategorie: Presentatie 1 studiepunt / 7 weken Input: het actuele atelierproject Toetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / Basiskennis van Adobeprogramma’s is vereist -

Tekenen is de verbeelding van de manier waarop over architectuur of stedenbouw wordt gedacht. Ontwerpen is denkend tekenen en tekenend denken. Al schetsend kun je je gedachten ordenen, je ideeën noteren en concepten verder ontwikkelen en leer je vorm te geven aan een niet tastbaar idee. Bovendien helpt tekenen de waarneming te scherpen en gevoel voor vorm en verhoudingen te ontwikkelen. — Klaas van der Molen & Martijn van den Ban Ontwerpproces Vrijdagochtend Labcategorie: Reflectie 1,5 studiepunten / 9 weken Input: atelierprojecten Toetsvorm: praktijkwerkstuk Studenten moeten minimaal 2 ateliers gevolgd hebben -

Ontwerpen, hoe doe je dat eigenlijk? Bij het ontwerpproces komen veel verschillende aspecten bij elkaar en zijn er evenveel verschillende oplossingen mogelijk. Het proces is heel erg afhankelijk van de persoonlijkheid,methodieken en stijlen van een ontwerper. Ondanks deze verschillen is er een aantal elementen die altijd voorkomen in een ontwerpproces. In dit lab wordt naar deze elementen gekeken aan de hand van voorbeelden en van eigen projecten. Uiteindelijk gaat het erom om duidelijkheid te krijgen over hoe je je eigen ontwerpproces beter kunt sturen met als doel een beter resultaat. — Jos Lafeber


Jaarprogramma 2011/2012

Bouwfysica Maandagavond Labcategorie: Techniek / 7 weken Input: atelierproject Toetsvorm: praktijkwerkstukken Dit laboratorium is verplicht voor studenten met een vooropleiding Interieurarchitectuur aan een Academie voor Beeldende Kunsten

In dit laboratorium wordt onderzocht en gedemonstreerd dat bouwfysica een krachtig ontwerpinstrument kan zijn. Het gaat om de vraag hoe bouwfysische principes in ontwerpkeuzen en ontwerpoplossingen gebruikt kunnen worden. Wat houden bouwfysische aspecten als licht, lucht, geluid, vocht, energie en warmte in en hoe kunnen deze kennis en inzichten toegepast worden binnen een specifieke ontwerpopgave? Hans Bosch

19


20

Rotterdamse Academie van Bouwkunst

Laboratoria 2e kwartaal

Visualisation – Sketch Friday morning Lab type: Presentation / 1 EC 7 weeks Input: current design studio Examination: practice related assignment & presentation / Elementary knowledge of Adobe software is mandatory -

This English spoken lab is part of the mandatory First-year program Architecture & Urban Design Freehand sketching is an important instrument to quickly express and render spatial idea’s visible. By looking carefully, by registering and translating the seen into a drawing one trains ones perception skills and develops ones conceptualization skills. By these means sketching becomes an important means for analyzing the structuring of spaces, volumes and elements systematically and for expressing design ideas. This makes sketching also an autonomous medium which can be the end result of a very personal development of perceptive, imaginative and design capacities. — Yana Vlasova Argumenteren & Schrijven Vrijdagochtend Labcategorie: Presentatie / 7 weken 1 studiepunt Input: een atelierproject Toetsvorm: praktijkwerkstuk Dit laboratorium is verplicht en moet voor de start van het 5de atelier succesvol afgerond zijn

Hoewel schrijven door veel ontwerpers lastig wordt bevonden, is het voor een groot deel een techniek die door iedereen geleerd kan worden. En dat is precies de kern van dit laboratorium. Want graag of niet, zo nu en dan zal de ontwerper moeten schrijven: een essay, een projectomschrijving, een toelichting bij een prijsvraag of een boze brief aan de aannemer. Schrijven helpt ook bij het formuleren van een concept en om het concept consequent uit te werken in een ruimtelijk ontwerp.

Daarnaast helpt schrijven de ontwerper om zich in het vakgebied te kunnen positioneren. Marina van den Bergen Maquette – Presentatie Vrijdagochtend Labcategorie: Presentatie 1 studiepunt / 7 weken Input: het actuele atelierproject Toetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie -

Dit lab richt zich op het maken van een presentatiemaquette voor het atelierproject dat parallel gevolgd wordt. Een goede presentatiemaquette is één van de meest krachtige middelen om het ontwerp te communiceren. Om het ruimtelijke idee en concept van het ontwerp zo optimaal mogelijk duidelijk te maken, zijn keuzes voor schaal, materiaal en uitvoering van groot belang. Dit lab biedt ondersteuning om het ontwerp op de best mogelijke manier om te zetten in een maquette. — Wouter Hilhorst Diagrammatisch Representeren Vrijdagochtend Labcategorie: Presentatie 1 studiepunt / 7 weken Input: het actuele atelierproject Toetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie

Een goed diagram of grafiek is in staat om complexe processen, grote hoeveelheden data en gegevens begrijpelijk te maken. Het is een krachtig middel om informatie, data en kennis aan anderen over te dragen of te communiceren. Het helpt niet alleen je idee of project te communiceren, maar het dwingt je ook om na te denken over de boodschap die je wilt overbrengen en en met welke structuur. — Minke Themans

Zelfmanagement Vrijdagochtend Labcategorie: Reflectie 1 studiepunt / 7 weken Input: studie, werk en leven Toetsvorm: praktijkwerkstuk Studenten moeten minimaal een jaar aan de Academie gestudeerd hebben

De combinatie van werken en studeren vraagt veel van studenten. Tijdens dit lab staan de professionele vaardigheden die nodig zijn om het creatieve ontwerpproces te managen en effectief te gebruiken centraal. Daarnaast komt de ontwikkeling van zelfkennis en het scheppen van de condities om effectief te werken in praktijk en studie aan bod. — Margreet Pruijt Ontwerpend Detailleren Maandagavond Labcategorie: Techniek / 7 weken Input: atelierproject Toetsvorm: praktijkwerkstuk Dit laboratorium is verplicht voor studenten met een vooropleiding Interieurarchitectuur aan een Academie voor Beeldende Kunsten

In essentie vormt het detail een middel om verschillende materialen, structuren, vormen of kleuren te verbinden en/ of te onderscheiden. Het detail is onderdeel van een geheel. Dit lab gaat over de complexe balans tussen esthetica, techniek, functionaliteit en duurzaamheid en focust op de doordachtheid van het detail en de essentie van het actuele atelierproject. Hierbij gaat het met name om een bewustzijn van de materialiteit en maakbaarheid van architectuur en de keuzen die daarbij gemaakt worden. — Jeroen Schipper en Theo Kupers


Jaarprogramma 2011/2012

21

Laboratoria 3e kwartaal

Design Analysis Friday morning Lab type: Research / 1,5 EC / 9 weeks Examination: presentation and practice related assignment / This English spoken lab is part of the mandatory First-year programme Architecture & Urban Design

Design analysis is the study in the further exploration of plan analysis concerning different design assumptions. This whole will be put into the historical perspective of architecture, urban design and landscape architecture. The goal is to define the aspects which have influences the decisions made by the designer. These will -at the end - be related to the final result. The visual analysis will be used as a means to gain insight into the process of designing. — Daniel Jauslin and Federico Curiél Ontwerpend Onderzoek Vrijdagochtend Labcategorie: Onderzoek / 1,5 studiepunten / 9 weken Input: opgave van de docent Toetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / Dit laboratorium is verplicht en moet voor de start van het 5de atelier succesvol afgerond zijn

In dit lab komen verschillende methoden en technieken van ontwerpend onderzoek aan de orde. Het gaat hierbij om het definiëren van de opgave en het visualiseren van zowel denkrichtingen als oplossingen. De ruimtelijke vertalingen van deze processen genereren nieuwe typologieën voor gebouw, stad of landschap. — Willemijn Lofvers Typologieën Vrijdagochtend Labcategorie: Onderzoek 1,5 studiepunten / 9 weken Input: project gerelateerd aan de colleges/ateliers Toetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie / Dit laboratorium wordt 1 x per 2 jaar aangeboden en alterneert met het laboratorium ‘Vormstudie’

Om goed te kunnen ontwerpen, is kennis van historische en actuele ontwerpoplossingen onontbeerlijk. Een typologie is een generiek ontwerpschema dat ingezet kan worden om een specifiek ruimtelijk ontwerpvraagstuk ’op te lossen‘. De geschiedenis van de architectuur en stedenbouw kan ook omschreven worden als een verzameling van typologieën gecategoriseerd naar gebruik, vorm en functie. Het analyseren van een specifiek deel van deze typologieën staat in deze lab centraal.

Een goed portfolio geeft een duidelijk beeld van jouw professionele vaardigheden als ontwerper. Dit lab biedt ondersteuning bij het ordenen van en reflecteren op de verschillende projecten. Hiermee wordt duidelijkheid gecreëerd over jouw positie binnen het vak. Welke beelden binnen het werk illustreren relevante thema’s en opvattingen het best en hoe kan het project op de meest adequate manier in tekst en beeld worden weergegeven? — Thomas Durner

— Like Bijlsma Parallel Cases Friday morning Lab type: studio lab / 1 EC / 9 weeks Input: 5de Architectuur Biennale Rotterdam Examination: practice related assignment & presentation The results of the design studio ‘Resilient Rotterdam’ will be exhibited as part of the Parallel Cases 2 – Smart Cities exhibition. This exhibition is on display from March up until Augustus 2012 in Hall 3 of the Nederlands Architectuurinstituut (NAi) and is part of the main program of the fifth International Architecture Biennale Rotterdam Making City.

This lab’s goal is to translate the results of the design studio into a striking and appealing presentation for both the general audience as well the professional audience. During the lab you will cooperate with both the design studio tutors as well as the exhibition designer. — N.t.b. Portfolio Vrijdagochtend Labcategorie: Reflectie 2 studiepunten / 14 weken Input: atelierprojecten en projecten uit de beroepspraktijk Toetsvorm: portfolio & presentatie Voorwaarden: minimaal 3 afgeronde atelierprojecten en 2 projecten uit de beroepspraktijk, basiskennis van grafische ontwerpprogramma’s is vereist Dit laboratorium loopt over 2 kwartalen

Bouwmethodiek Maandagavond Labcategorie: Techniek / 14 weken Input: het actuele atelierproject Toetsvorm: praktijkwerkstuk Dit laboratorium is verplicht voor studenten met een vooropleiding Interieurarchitectuur aan een Academie voor Beeldende Kunsten / Dit laboratorium loopt over twee kwartalen; halverwege wordt een aanvullende workshop georganiseerd -

De eigenschappen van de constructieve materialen hout, staal en beton staan in dit lab centraal. Deze specifieke eigenschappen leiden tot verschillen in constructie en gebruik. Aan de hand van een eenvoudig ontwerp worden de grondbeginselen van de mechanica en het construeren in hout, staal en beton en de toepassing ervan (inclusief de berekeningen en de geldende normen) centraal gesteld. — Menno Bierma


22

Rotterdamse Academie van Bouwkunst

Laboratoria 4e kwartaal

Presenteren Vrijdagochtend en een zaterdag Labcategorie: Presentatie / 1 studiepunt / 7 weken Input: het actuele atelierproject Toetsvorm: presentatie van het atelier Let op: dit laboratorium maakt deel uit van het verplichte eerstejaarsprogramma Architectuur en Stedenbouw

Overtuigend je eigen werk kunnen presenteren is van cruciaal belang voor een ontwerper: het ontwerp staat of valt met een goede presentatie. Maar hoe kan een overtuigende eigen stijl van presenteren ontwikkeld worden ondanks alle persoonlijke struikelblokken die ondermijnend kunnen werken? In dit lab komen aspecten als lichaamshouding, lichaamstaal, concentratie en ontspanning, adem en stem aan de orde, maar ook algemeen geldige principes van communicatie en presentatie. Hierbij komen ook verschillende manieren aan bod waarop een ontwerp op een levendige en overtuigende manier mondeling kan worden gepresenteerd . — Annemieke Hengst & Pieta Verhoeven Visualisation – Editing Friday morning Lab type: Presentation / 1 EC 7 weeks Input: current design studio / Examination: practice related assignment & presentation / Elementary knowledge of Adobe software is mandatory This lab is English spoken -

“The art of storytelling” – while not relying on words but on images. Which images can be used best to translate your design idea’s to a two-dimensional presentation so to communicate the project clearly? How does the main idea and the design’s strengths become clear to the viewer? These questions are made pivotal in this lab. To answer these, one has to know very clearly the idea underneath the design, in such way the visualization can help to structure the

thinking on a design project.

risico’s, maar voor het toepassen van strategieën en middelen die leiden tot soepelere processen en betere ontwerpresultaten. In dit lab worden de mogelijkheden van ontwerpmanagement in theorie en praktijk onderzocht en wordt een kader geschetst waaruit projecten benaderd kunnen worden.

— Like Bijlsma Fotografisch Representeren Vrijdagochtend Labcategorie: Presentatie 1 studiepunt / 7 weken Input: opgave door de docent Toetsvorm: presentatie en praktijkwerkstuk Dit laboratorium wordt 1 x per 2 jaar aangeboden en alterneert met ‘Fotografisch Onderzoek’ -

— Alijd van Doorn

Met het medium fotografie als gereedschap is het mogelijk een opdrachtsituatie te onderzoeken, vast te leggen, te communiceren en te presenteren. Dit lab gaat over kijken en fotograferen, over de mogelijkheden van verschillende fototechnieken en -methoden om de eigen blik te verscherpen en inzetbaar te maken. Het doel is om - zowel met als zonder vooringenomenheid - naar de hedendaagse stedelijke werkelijkheid te kijken om er vervolgens over te kunnen berichten. — Dieuwertje Komen Ontwerpmanagement Vrijdagochtend Labcategorie: Reflectie / 1 studiepunt / 7 weken Input: het actuele atelierproject Toetsvorm: praktijkwerkstuk & presentatie -

Het ontwerpproces kent naast de ontwerper zelf steeds meer spelers en disciplines die een belangrijke rol in het proces spelen. Om zichzelf staande te houden in deze veranderende beroepspraktijk moet de ontwerper naast het creatieve aspect ook de leiding kunnen nemen over complexe ontwerpprocessen. Ontwerpen betekent dus ook sturen. De behoefte aan nieuwe mogelijkheden om ontwerpprocessen aan te sturen wordt in het ontwerpmanagement geformuleerd. Ontwerpmanagement staat niet voor het indammen van mogelijkheden en het beperken van

Portfolio Vrijdagochtend Labcategorie: Reflectie 2 studiepunten / 14 weken Input: atelierprojecten en projecten uit de beroepspraktijk Toetsvorm: portfolio & presentatie Voorwaarden: minimaal 3 afgeronde atelierprojecten en 2 projecten uit de beroepspraktijk, basiskennis van grafische ontwerpprogramma’s Dit laboratorium loopt over 2 kwartalen Vervolg van het derde kwartaal. — Thomas Durner Bouwmethodiek Maandagavond Technieklab Labcategorie: Techniek / 14 weken Input: het actuele atelierproject Toetsvorm: praktijkwerkstuk / Dit laboratorium is verplicht voor studenten met een vooropleiding Interieurarchitectuur aan een Academie voor Beeldende Kunsten / Dit laboratorium loopt over twee kwartalen; halverwege wordt een aanvullende workshop georganiseerd Vervolg van het derde kwartaal. — Menno Bierma


Jaarprogramma 2011/2012

‘Serpentine Gallery Pavilion’ van Frans de Bruin Atelier 2.3 ‘Materiaal’; docenten: Serge Schoemaker & Corine Erades » De materiaalkeuze voor dit tijdelijke paviljoen is gebaseerd op het idee dat de bouwtijd en inzet van materieel voor de realisatie van een bouwwerk in verhouding zou moeten staan tot de levensduur daarvan. De vormgeving van het paviljoen is volledig gebaseerd op het tot uitdrukking brengen van de specifieke eigenschappen van het elastisch textiel waaruit dit paviljoen grotendeels bestaat. Het paviljoen is daarbij vormgegeven op een manier die vanuit het materiaal vanzelfsprekend en natuurlijk is. Het resultaat is een paviljoen met gewelf-achtige vormen waarin de spanning die optreedt in het materiaal maximaal tot uitdrukking komt.

23


24

Rotterdamse Academie van Bouwkunst

‘Flowmorphology’ van Floris Schiferli, Freddie Slot & Edgar Holstein Atelier 2.5 ’51,9’; docenten: Ralf Pasel & Mareike Krautheim » Flowmorphology: a strategy for urban planning, formed by the logic of wind flow An urban environment where the wind flow is optimized to assure a good ventilation and maintenance. We made a strategy to handle the interference between the urban fabric and wind. We evaluated this through wind by ratio. For example, a slow wind from the Southeast side will get maximum flow support, to be of any value on warm days. The sometimes strong south west wind can be repulsed on street level without any harm for its continuity. Are aims are: 1. continuity of wind flow, on city, district, street and building level. 2. to prevent flow disturbance by wrong chosen architecture or city layout. 3. parametric guidelines that as sure good wind conditions in a constantly changing city. 4. an architecture and environment layout caused by our guidelines and preconditions.

‘De Fruitschaal’ van Christopher de Boer & Daan Brolsma Atelier 2.4 ‘De Nieuwe Bouwopgave’; docenten: Annette Matthiessen & Nanne Verbruggen » In dit atelier wordt kennis gemaakt met het Maagd van Hollandkwartier als middeleeuwse burcht aan de Meent. Deze burcht bestaat uit bouwblokken als krachtige wand en solitaire laagbouw in het kwetsbare hart. Dit stedelijke contrast is als kwaliteit aangemerkt en met de metafoor van de ‘fruitschaal’ vertaald naar het concept. Het ontwerp bestaat uit de combinatie van de stedelijke wanden met in het hart alzijdige bebouwing, waarvan de posities mede bepaald zijn door een waaierend grid. De kwaliteit van de openbare ruimte wordt bepaald door de wijze waarop de alzijdige objecten ten opzichte van elkaar en de wand gepositioneerd zijn.


Jaarprogramma 2011/2012

‘Public Transmitter’ van Stephan Boon Atelier 2.7 ‘Het Vergeten Water’; docenten: Martin Sobota & Philomene van der Vliet » Public Transmitter, de rivier als nieuwe communicator in de stad, dat is het toekomstbeeld hoe de Rotte in 2030 gaat functioneren. Een metaforische antenne, die uitwisseling oproept tussen aanwezige en nieuwe activiteiten en fysieke verbindingen legt tussen bestaande pleinen en straten. Niet de rivier als lineaire activator maar een sequentie van interessante sneden, met de Rotte als dynamische ruggengraat. Uitgangspunt is; wat betekent de ingreep voor de omgeving en hoe presenteert het zich aan het water. Bijvoorbeeld ‘Rotte aan stadshaven’, de nieuwe entree tot de achterkant van de stad verbonden met de Kralingse Plas, of ‘Rotte aan de binnentuinen’: een schakeling aan collectieve volkstuinen, met een markt op de Rotte.

25


26

Rotterdamse Academie van Bouwkunst

’10 keer wonen in Dordrecht’ van Cristophe Cornille Atelier 1.2 ‘Atlas van Dordrecht’; Docenten: Martin Aarts, Orri Steinarsson & Sander Lap » Dit project toont hoe er kan worden gewoond aan de Spuiboulevard, het Wantij en in Vierpolders. Om een goede vergelijking te hebben, is op elke locatie hetzelfde programma ingepast: 200 woningen, 6000 m2 kantoorruimte en 1000 m2 winkelfunctie. Elke locatie heeft zijn eigen specifieke eigenschappen. Wonen in de polder is immers niet hetzelfde als wonen in de stad. Het plangebied Wantij ligt buitendijks en naast het Wantijpark, een park dat in Engelse Landschapstijl is ontworpen. We vinden er bos-, park- en waterwoningen. De boswoningen zijn geclusterd rond een parkeerhof en hebben een patio gericht naar het bos. De parkwoningen bestaan uit rijwoningen met daarop terraswoningen en de waterwoningen hebben elk hun eigen steiger om hun boot te parkeren. Het Wantij biedt voor elk wat wils in een groene wereld.


Jaarprogramma 2011/2012 ‘The Fourth Element’ van Bart Machielsen Atelier 1.4 ‘Tektoniek’; Docenten: Maartje Lammers & Boris Zeisser » Vuur vormt de inspiratie voor het ontwerp van een nieuwe huid voor de kernreactor in Petten. De vorm is willekeurig en verandert in de tijd door het zonlicht. De grilligheid wordt bewerkstelligd door verticale kolommen willekeurig ten opzichte van elkaar te positioneren. In de ruimte tussen de kolommen heeft wind vrij spel en is binnen voelbaar. De kolommen zijn samengesteld uit verbrand afvalhout. De geur van verbranding vult de ruimte. Het verkoolde hout geeft het gebouw zijn diep zwarte kleur en textuur. Regenwater sijpelt door de constructie. Af en toe valt een druppel midden op een betonnen verhoging. Zand dat door de wind is meegenomen, loopt van buiten naar binnen. Centraal in de ruimte zweeft de reactor, bekleed met lood dat schittert in het daglicht. ’s Avonds wordt de binnenruimte verlicht waardoor het hele gebouw lijkt te gloeien.

‘The Vertical Glasshouse’ by Wesley Leeman Design studio 2.2 ‘Ecosystem’; tutors: Jan Jongert & Nels Nelson

The Goudse Poort office building is a symbol for one of the Netherlands’ first business parks. Ironically it is now a marker for the void that is left by former occupants of the whole area, for it is unused and completely empty. Experimental housing can be a viable option for typical business parks like this one, creating room for innovative re-use concepts giving new social-economic potential to the area. To attract a typical pioneer-type user that could make a first effort for transforming the site for a new era of re-use, the concept of highly energy-efficient glasshouse dwellings is brought to its newest form; one of stacked units integrated in the buildings’ existing structure.

27


Rotterdamse Academie van Bouwkunst

Rotterdamse Academie van Bouwkunst Directiekade 23 3089 JB Rotterdam The Netherlands T: +31 (0)10 794 4855 T: twitter.com/bouwkunst E: info@ravb.nl W: www.ravb.nl

Martin Aarts Martijn van den Ban Marina van den Bergen Els Bet Frank van den Beuken Menno Bierma Like Bijlsma Hans Bosch Floris Cornelisse Federico Curiél Aglaée Degros Han Dijk Duzan Doepel Alijd van Doorn Thomas Durner Jan Duursma Job Floris Peter van Haasteren Noa Haim Penne Hangelbroek Jan van Heemst Hans van der Heijden Peter van der Helm Annemieke Hengst Heide Hintertür Wouter Hilhorst Marc Joubert Daniel Jauslin Dieuwertje Komen Theo Kupers Jos Lafeber Chris van Langen Maartje Lammers Sander Lap Willemijn Lofvers Ernie Mellegers Gert Middelkoop Alenka Milward Dennis Moet Klaas van der Molen Thaddeus Müller Robert von der Nahmer Alexander Pols Margreet Pruijt Remco Rolvink Ingmar Scheiberlich Jeroen Schipper Serge Schoemaker Lara Schrijver Margit Schuster Orri Steinarsson Minke Themans Hans Tomassen Pieta Verhoeven Jeroen Visschers Yana Vlasova Philomene van der Vliet Jacob Voorthuis Stef Weekers Jeroen de Willigen Jan Winsemius Boris Zeisser Drukwerk: Drukkerij Graféno, Rotterdam, oplage 850 ex.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.